Maatschappelijk ondernemen?
«
Inspiratie voor Maatschappelijk ondernemers wonen • zorg • welzijn • werken • leren
Natuurlijke wijkvernieuwing? communiceren?
» 6 Verantwoord
» 8 Zicht op maatschappelijk
jaargang 1 • nr 2 december 2008
Einde aan onzichtbaarheid daklozen in Zwolle?
» 10 Maatschappelijk ondernemerschap in de zorg? » 12 Loont trouw in de keten? » 14
presteren?
Fotoproject geeft ze een gezicht
»4
I n s p ir e r e n in M a a t s c h a p p e lijk O n dernemen
Inhoud
De Herberg, opvangplaats voor dak- en thuislozen . ............. 4
Natuurlijke wijkvernieuwing ................................ 6
Weten wat u aan wie kunt communiceren ............................. 8
Zicht op maatschappelijk presteren? ............... 10
Maatschappelijk ondernemerschap in de zorg? . ................ 12
Eeuwige trouw in de keten loont! ..................... 14
Colofon
BVV``Zcc^h bZi`lVa^iZ^i
Maatschappelijk Ondernemen? is een onafhankelijk magazine. Met dit tijdschrift willen we maatschappelijk ondernemers in de keten wonen • zorg • welzijn • werken • leren inspireren bij hun maatschappelijk ondernemen. Het magazine is een uitgave van KWH (Kwaliteitscentrum Woningcorporaties Huursector). De inhoud en samenstelling is tot stand gekomen in samenwerking met diverse
partners: Gerrichhauzen en partners, van ’t Loo van Eck, RIGO,Quintis en Deloitte. Ontwerp en opmaak: Ontwerpstudio Bosgra BNO - Baarn Druk: Drukkerij Atlas - Soest Oplage: 1.500 Foto's: met dank aan Jacomijn Schellevis en Marit Otto (blz. 4-5), Cantrijn/Hollandse Hoogte, Joost van den Broek /Hollandse Hoogte, Silke Wernet/laif /Hollandse Hoogte, K. Nielsen, Monkey Business Images, Emin Kuliyev, e.a.
Aan deze uitgave is de uiterste zorg besteed; ondanks deze zorgvuldigheid kan niet worden uitgesloten dat er onjuistheden in staan. Aan deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend. Bij de keuze van het fotomateriaal is zoveel mogelijk getracht de daarop berustende auteurs- en publiciteitsrechten te honoreren, de bron te vermelden en de bij de uitgever zijnde rechthebbenden te informeren.
Voorwoord
Spitsalarm Het was weer zover: spitsalarm in Nederland. Zondagmiddag kwamen tijdens de aankomst van Sinterklaas romantisch een paar sneeuwvlokjes naar beneden. Zondagavond was het nieuws dan ook gewijd aan de aanstaande chaos op de Nederlandse snelwegen tijdens de ochtendspits van maandag. U leest het goed. Het nieuws bestaat tegenwoordig niet meer uit wat er is gebeurd, maar wat er mogelijk gaat gebeuren. En dit op onderwerpen als de ochtendspits. Lijkt mij toch niet het allerbelangrijkste wat er in Nederland gebeurt. Mensen die uit eigen vrije wil in de auto stappen om naar hun werk te gaan, zijn toch geen slachtoffers van deze ‘grote ramp’ die staat te gebeuren. Het gaat over een iets langere file dan normaal. Nee, wat aandacht zou moeten krijgen is het daklozenproject in Zwolle. In Zwolle krijgen daklozen al jarenlang een onderkomen. Niet via de bestaande opvangtehui zen in en rondom Zwolle. Nee, via een prachtig burgerinitiatief en met hulp van een aantal corporaties. Daklozen werden in de kleedkamers van de sporthal opgevangen totdat de brandweer hier een stokje voor stak. Portocabins gaven tijdelijk uitkomst. Maar ook dit is
Erwin Bel
door de regelgeving ‘hoe om te gaan met daklozen’ tegengewerkt. Toen was het zoeken naar
directeur-bestuurder KWH
een nieuw plekje. Dit is er inmiddels, vanaf volgend jaar kunnen daklozen de nacht door brengen in een mooi, nieuw opvanghuis. Dat is pas nieuws. Goed nieuws. We lijken wel een beetje gek te worden in Nederland. Treinrijdend Nederland maakt zich in de herfst druk om vallende bladeren, autorijdend Nederland in de winter om vallende sneeuw vlokjes. Ben benieuwd wat we in de lente en zomer als ‘groot’ probleem weten te vinden. Volgens mij is het echte probleem dat er nog steeds mensen op straat wonen. Zwervers zijn in mijn optiek de enige personen die zich in Nederland druk mogen maken om een aanstaande sneeuwstorm. Maar dat doen ze niet. Wat ze wel doen, is mooie foto’s maken van hoe ze leven. Jacomijn Schellevis en Marit Otto, beide beeldend kunstenaars hebben een boek gemaakt van deze indrukwekkende fotoverzameling. Van hen mochten we een aantal foto’s lenen, die we in dit blad laten zien. Kijk er eens naar als u warm in de auto zit, luisterend naar uw favoriete muziek, die wordt onderbroken door het nieuws ‘Spitsalarm in Nederland’.
3
4
Wonen • welzijn
I n s p ir e r e n in M a a t s c h a p p e lijk O n dernemen
Einde aan een unieke plek
De Herberg, opvangplaats voor dak- en thuislozen “Een sporthal met een directeur die zich het leed van de wereld aantrekt, vormt rond 2004 de basis voor ‘De Herberg’. Omdat Joop van Ommen vindt dat niemand op straat hoort te slapen, stelt hij de kleedkamers van zijn sporthal ter beschikking aan daklozen. Hij geeft ze hiermee een warme, fatsoenlijke slaapplaats. Dit gaat prima, totdat de brandweer hier achter komt. In verband met de veiligheid is het vanaf dat moment verboden om er de nacht door te brengen. Joop wil die mensen niet zomaar op straat zetten en besluit een aantal oude keten achter zijn sporthal te plaatsen.” Tekst: Mariëlle Boogert – KWH
Gerrit Teunis schetst dit als het prille begin van ‘De Herberg’, een opvanghuis voor daklozen. Gerrit is, naast directeur van corporatie Beter Wonen Vechtdal, als voorzitter van de sporthal nauw betrokken bij de problematiek rondom de opvang van daklozen in de regio Zwolle. Gerrit vertelt: “De omstandigheden rond die tijd waren erg slecht. De keten waren oud en voldeden niet. De corporaties hebben er toen voor gezorgd dat er nieuwe keten kwamen te staan waardoor de leefbaarheid toenam. Ze boden daklozen een plek om te slapen. Als tegenprestatie moesten ze zich nuttig maken in en rondom de sporthal. We merkten toen dat de politiek er zich al maar meer in ging mengen. De bestuurlijke druk nam toe en de keten moesten weg. Hierop hebben we met 9 corporaties uit de regio een actie op touw gezet om een nieuwe Herberg te bewerkstelligen. Dit zal in 2009 dan ook gerealiseerd worden.” Einde van een tijdperk “De nieuwe Herberg die vanaf volgend jaar gebruikt zal worden, luidt ook het einde van een tijdperk in. Een unieke plek verdwijnt. Een plaats die symbool stond voor verzet tegen de gangbare normen. Weliswaar komt er een mooie nieuwe Herberg voor in de plaats, maar zoals het nu is, zal het nooit meer worden. Daarom hebben we een uniek fotopro-
d ecembe r 20 0 8
ject opgezet om voor altijd vast te leggen hoe het was. Een historisch document. Bij dit fotoproject hebben we daklozen een wegwerpcamera gegeven en ze gevraagd om hun leefomgeving en belevingswereld vast te leggen. Naast een historisch document zagen wij dit ook als middel om dak- en thuislozen hun eigen creativiteit te laten ontdekken, om ze afleiding te bieden in de dagelijkse problematiek en om denkprocessen te stimuleren. Ook wilden we de dakloze als individu zichtbaar maken en een maatschappelijke betrokkenheid creëren. Als er één doelgroep is die zich niet laat sturen, dan zijn het dak- en thuislozen. Spannend dus in hoeverre het project zou slagen. De start was een projectmiddag waarbij iedereen bij elkaar kwam om kennis te maken met fotografie. Wegwerpcamera’s werden meegegeven en de deelnemers gingen op stap. Die week daarop hadden we de foto’s ontwikkeld en beoordeelden we ze op compositie, contrast en zeggingskracht. Vervolgens gingen de deelnemers opnieuw op stap met de camera’s. Dit herhaalde zich een aantal weken. Het bleek enorm aan te slaan en de kwaliteit van de foto’s werd iedere keer beter. Er ontstond een soort artistieke honger. Om de deelnemers uiteindelijk te bedanken voor hun inzet, organiseerden we een dag waarbij zijzelf en hun prestaties in de spotlight stonden. Ze werden geknipt, kregen nieuwe kleren en presenteerden zich vervolgens aan publiek en pers op een voor de gelegenheid gemaakte catwalk. Een mooie afsluiting van een schitterend project.”
Het boek ‘Van de straat’ is te verkrijgen bij boekhandels in Zwolle. Ook kunt u het bestellen bij Beter Wonen Vechtdal (contact: Gaby Drees,
[email protected].) De prijs van het boek bedraagt €15,-. De opbrengst van het boek komt ten gunste aan een creatieve ruimte voor de nieuwe Herberg.
Wonen • welzijn
5
6
Wonen
I n s p ir e r e n in M a a t s c h a p p e lijk O n dernemen
Wijkvernieuwers in onzekerheid!
Natuurlijke wijkvernieuwing Op 10 november j.l. werd in Rotterdam de jaarlijkse KEI-partnerbijeenkomst georganiseerd, met als thema: ‘Wijkaanpak 2.0’. Ook is op die dag onder het motto ‘Natuurlijke wijkvernieuwing - plannen in onzekerheid’ een (virtueel) netwerk geboren voor ‘wijkvernieuwers in onzekerheid’. In 2004 is door KEI ‘N7: Natuurlijke Wijkvernieuwing’ (te downloaden via de KEI-website) uitgebracht. In dit essay is een nieuwe manier van wijkontwikkeling uitgewerkt. Kerngedachte daarbij is dat voor wijkontwikkeling zou moeten worden uitgegaan van de natuurlijke ontwikkeling die een wijk doormaakt en van gedegen kennis van de wijk. Tekst: Gertjan Arts, Gerrichhauzen en Partners
Natuurlijke wijkvernieuwing maakt gebruik van de mogelijkheden die
heden zijn vanzelfsprekend in een wijkvernieuwingsproces anno 2008.
bewoners van een wijk bieden, maar waar nodig wordt ook bijge-
Boschveld is in de jaren vijftig gebouwd, de woningen zijn met name
stuurd. Als voorbeeld de wijk Boschveld in ’s-Hertogenbosch, die laat
corporatiebezit en er is een gemeentelijk bedrijventerrein. Boschveld
zien dat er in bijna alle wijkvernieuwingsprocessen maar een houding
kwam hoog op de politieke agenda te staan vanwege een cumulatie
mogelijk is: creëer je eigen van-dag-tot-dag zekerheden want onzeker-
van hoge werkloosheid, een groot aantal allochtonen en toenemende
Wonen
d ecembe r 20 0 8
sociale problematiek terwijl de openbare ruimte en de sociale huur woningvoorraad verouderden. Gezien de ligging nabij het centrum en het station, werd Boschveld steeds meer geconfronteerd met drugsoverlast. Iedereen vond dat er iets moest gebeuren. Maar hoe? Jarenlang was er immers al met succes geïnvesteerd in de sociale infrastructuur van de wijk: autochtonen en allochtonen, huurders en kopers
> Er is begonnen met sloop en vervangende nieuwbouw op slechts 1 locatie; > Sloopplannen voor een andere locatie zijn omgezet in een plan voor renovatie; > Er is duidelijk gemaakt welke delen van de wijk voorlopig onveranderd blijven!
kunnen in Boschveld redelijk goed met elkaar door één deur. Toch bleven de problemen in de wijk bestaan. Gemeente en woningcorporaties
Natuurlijke wijkvernieuwing
zijn daarom samen gaan werken aan een stedenbouwkundig plan en
Op de KEI-partnerbijeenkomst hebben diverse deelnemers aan het
een gemeenschappelijk bouwprogramma voor een periode van vijftien
debat onderschreven dat ‘Natuurlijke wijkvernieuwing’ een inspire-
tot twintig jaar. Kenmerkend is de forse verdichtingsopgave, zowel
rende bril is om naar wijkvernieuwingsprocessen te kijken en deze te
in de bestaande als in de totaal te vernieuwen stedenbouwkundige
‘herordenen’. Maar wat zijn belangrijke voorwaarden hierbij?
infrastructuur, met name op het bedrijventerrein. Ten eerste. Je moet jezelf als wijkvernieuwer, maar ook de ander, contiInteractie met bewoners
nu dwingen in gesprek te blijven – met elkaar en niet over elkaar – over
Intensieve interactie met bewoners gedurende een groot aantal jaren
de verschillende en steeds wisselende posities van betrokken partijen.
vormde de basis van het plan. Het plan leidde niet alleen tot nadruk-
In het bijzonder is het daarbij van belang dat je elkaar niet de verkeerde
kelijke en formelere zelforganisatie van bewoners, maar ook tot een
rollen en verantwoordelijkheden opdringt. Zo worden bijvoorbeeld
steviger organisatie van de huurders in Boschveld. De gemeente
– ondanks alle goede bedoelingen ten aanzien van burgerparticipatie –
en corporaties hebben de inhoudelijke ideeën van alle formele en
bewoners nogal eens overschat. We vragen eigenlijk een ‘professionele
informele bewonersvertegenwoordigers gewogen, wat leidde tot
houding’ van ze, terwijl we in veel gevallen het er niet voor over hebben
een aantal ingrijpende aanpassingen van het wijkplan. Daarmee leek
ze voldoende (financieel) te ondersteunen.
een basis voor een succesvolle en door bewoners gedragen aanpak
Ten tweede is een draaiboek pure noodzaak. Dan weet je in ieder geval
geboren.
waar je van af wijkt en welke vervolgacties noodzakelijk zijn, vanwege die afwijking. En het geeft je de mogelijkheid zekerheden en onzeker-
Toch bleek op het moment dat er besluitvorming plaats moest vinden,
heden op waarde te schatten en er al dan niet actie op te ondernemen.
dat het plan te weinig flexibel was en te veel had vastgelegd op een te
Ten derde kan een wijkvernieuwer alleen maar effectief zijn als hij of zij
lange termijn. Vijftien tot twintig jaar vooruit denken was – achteraf
de positie gegund krijgt van zijn of haar opdrachtgever(s). Dat kunnen
logischerwijs – veel te veel gevraagd voor zowel bewoners, als voor ge-
wethouders zijn, directeuren van ambtelijke organisaties of directeur-
meenteraadsleden, maar ook voor de professionals. Duidelijk is gewor-
bestuurders of hoofden wonen van woningcorporaties. Soms hebben
den dat burgerparticipatie tot essentiële wijzigingen kan leiden, zowel
opdrachtgevers overigens niet eens voldoende door dat zij opdracht-
in het plan zelf, maar vooral ook in het proces. In Boschveld wordt nu
gever zijn! Als een wijkvernieuwer voor ieder detail terug moet en dus
éérst gebouwd en pas later gesloopt, twee geplande torens op het
niet voldoende mandaat heeft, is er sprake van een bij voorbaat niet
centrale plein zijn uit het plan geschrapt en er komt meer geconcen-
succesvolle missie.
treerd groen. Binnen de onzekerheden die spelen op de genoemde termijn zijn zekerheden ingebouwd en prioriteiten gesteld, een aantal
Natuurlijke wijkvernieuwing verloopt geleidelijk en organisch, maar
voorbeelden hiervan:
gaat zeker niet vanzelf!
Schema opbouw project »
7
8
Leren
I n s p ir e r e n in M a a t s c h a p p e lijk O n dernemen
Maatschappelijk verantwoord!
Weten wat u aan wie kunt communiceren Waar bent u mee bezig? Wat voor mooie plannen heeft u? Laat het uw doelgroep weten! Klinkt eenvoudig, maar in de praktijk blijkt het toch moeilijk te zijn om helder te communiceren, op een voor iedereen begrijpelijke manier. Wij geven u graag een aantal voorbeelden uit de dagelijkse praktijk.
Tekst: van ’t loo van Eck - Martijn Jacobs
Invoering landelijk elektronisch patiëntendossier Daarom werken we in Nederland aan de invoering van het landelijk elektronisch patiëntendossier, het EPD. Via dit EPD kunnen zorg verleners die u behandelen snel uw actuele medische gegevens op vragen en inzien. Op een veilige en betrouwbare manier. Huisartsen praktijken, huisartsenposten, apotheken en ziekenhuizen zullen als eerst aansluiten op het landelijk EPD. Een wet gaat zorgverleners uiteindelijk verplichten om aan te sluiten. Het wetsvoorstel dat dit regelt, ligt voor behandeling bij de Tweede Kamer. De Eerste en Tweede Kamer moeten het wetsvoorstel wel eerst goedkeuren. Daarna kan het landelijk EPD verplicht worden ingevoerd. Dit is de tweede alinea van de brief die alle Nederlanders op 1 november van minister Klink kregen. De strekking van de brief: als ik niets doe, kan straks iedere dokter of apotheker zien welke ziektes ik heb. Als ik dat niet wil, moet ik dat laten weten. Maar… dat staat er niet zo. Er staat: Toch kan het zijn dat u niet wilt dat uw gegevens via het EPD worden uit gewisseld. Dan kunt u daartegen bezwaar maken. […] Als u geen bezwaar heeft tegen het elektronische uitwisselen van uw gegevens, hoeft u niets te doen.
Leren
d ecembe r 20 0 8
Ik laat u nu een andere tekst zien.
gaat er aan? Maar ook woorden als ‘relevante’, ‘zorgverleners’, ziekte geschiedenis’, ‘patiëntendossier’ zorgen voor problemen. Het lijken
Beste Martijn,
normale woorden, maar denkt u dat ‘mijn’ José deze woorden ooit op
Alles is weer gedaan. De stoel Hoezen hangen op het wasrek. Henk
een feestje bij de buren hoort?
beld jullie nog op over donderdag. Mogen de kleintjes iets krijgen voor hun raport en het helpen met poetsen Dan ga ik een kleine geitje
‘Ik besprak mijn relevante ziektegeschiedenis met mijn zorgverlener,
halen.
maar hij kon er niets over in mijn patiëntendossier vinden.’
Gr. José.
Of in haar eigen taal: ‘Tja meid, die dokter wist niet eens dat ik aambeien Deze tekst stond op een briefje dat mijn werkster na het poetsen voor
had.’
mij op de ontbijttafel had neergelegd. José is een 34-jarige autochtone vrouw. Ze heeft een vmbo-opleiding gedaan, net als zestig procent
3. De abstracties in de brief
van de Nederlanders. Haar taalvaardigheid is laag. Net als bij zestig
‘De kwaliteit van de zorg in Nederland verbetert als zorgverleners
procent van de Nederlanders. Daar merk je eigenlijk niets van als je
medische gegevens met elkaar delen.’ Abstract taalgebruik is niet alleen
met haar praat. Maar als zij teksten moet lezen of schrijven, dan merk
vaag, het is ook moeilijk te begrijpen. Hoezo verbetert de kwaliteit?
je het wel degelijk. Dan gebeurt het dat ik bij het lezen van haar briefje
Wat is zorg eigenlijk precies? Wat verstaan we onder zorgverleners? En
in paniek denk ‘nee, ik wil geen klein geitje!’ en pas daarna denk ‘oh, ze
over welke medische gegevens gaat het hier. Wat moet José met deze
bedoelt een kleinigheidje!’
informatie? Of met zinnen als: ‘Omdat er veel zorgverleners bij betrok ken zijn, gebeurt dit stapsgewijs.’
José heeft de brief van minister Klink ook gekregen. Ook zij hoeft niets te doen als ze akkoord gaat met het vrijgeven van haar medische gege-
Communiceer helder
vens. De vraag is alleen: snapt José de brief die ze heeft gekregen wel?
Het zijn maar een paar voorbeelden. En ook de brief van Klink is maar
Weet zij wat er gebeurt als ze niet reageert?
een voorbeeld. Het punt is dat veel organisaties druk bezig zijn maatschappelijk te ondernemen. En daar burgers bij betrekken. Helaas gaat
Is die vraag terecht? Ja. De brief van minister Klink lijkt namelijk mak-
de communicatie vaak mis. En dat heeft vervelende gevolgen. Mensen
kelijk. En voor mensen met een hoge taalvaardigheid (zoals u en ik) is
doen daardoor ineens niet mee aan medische onderzoeken omdat ze de
dat ook zo. Maar zestig procent van de Nederlanders heeft een lage
uitnodigingen niet begrijpen. Burgers komen niet naar inspraakavon-
taalvaardigheid. En voor die groep zitten er diverse struikelblokken in
den omdat ze ‘er toch niets van snappen’. Bewoners van wijken haken af
de brief. Ik pik er een paar uit.
bij wijkinitiatieven omdat de gemeente te moeilijk communiceert.
1. De brief is veel te lang
‘Samenwerking over […] de grenzen van religie, beroep en etnische
De brief is twee A4-tjes lang. Dat is lang. Zeker omdat de meeste
achtergrond heen, dat bepaalt de kwaliteit van het dagelijks bestaan.
Nederlanders niet gewend zijn om dergelijke brieven te lezen. Door de
Het schept sociaal vertrouwen en zo kunnen we al die dingen doen
hoeveelheid informatie die de minister geeft, is de kans groot dat de
waar overheden kennelijk geen tijd of geen geld voor hebben. Het
lezer het einde van de brief niet haalt. En dus de belangrijkste bood-
haalt mensen bovendien uit hun isolement en voorkomt dat de sa
schap mist: ‘Als u geen bezwaar heeft tegen elektronisch uitwisselen
menleving versplintert. Op die wijze bouwen we een sociaal kapitaal
van uw gegevens, hoeft u niets te doen’. Mijn advies: laat alle niet-
en een hechtere samenleving waar we in moeilijke tijden op terug
noodzakelijke informatie (bijvoorbeeld over de wetgeving) weg. Dat
kunnen vallen.’
leidt alleen maar af. Dit is hoe minister Donner spreekt tegen de winnaars van de Eigen2. De taal is te moeilijk
Wijze Buurt-prijs’. Tja, als je zo met burgers communiceert…
De eerste zin van de brief is voor Nederlanders van allochtone afkomst al direct een probleem. ‘Een goede gezondheidszorg in Nederland gaat
Maatschappelijk verantwoord bezig zijn? Da’s mooi. Zorg alleen dat
ons allemaal aan.’ Allochtonen hebben moeite met figuurlijk taalge-
mensen ook begrijpen waar u mee bezig bent. Dan pas mobiliseert u
bruik. De formulering ‘gaat ons aan’ is voor velen onbegrijpelijk. Wat
hen echt!
9
10
Wonen
I n s p ir e r e n in M a a t s c h a p p e lijk O n dernemen
Vinden van de juiste balans!
Zicht op maatschappelijk presteren? Het bestaan van woningcorporaties is niet meer zo vanzelfsprekend als voorheen. De woningnood is minder pregnant en krotten zijn gelukkig schaars geworden. Daarvoor in de plaats hebben zich nieuwe maatschappelijke opgaven aangediend1: leefbaarheid, toegankelijkheid van woningen, maatschappelijke opvang, energiebesparing. Tegen die achtergrond zoeken corporaties naar een versterking van hun legitimiteit. Een van de belangrijkste sleutels om legitimiteit te verwerven is het inzichtelijk maken van de maatschappelijke prestaties en van de beleids- en investeringskeuzen die daaraan ten grondslag liggen. Tekst: Peter van Os - partner bij RIGO Research en Advies
Sturing maatschappelijk presteren
te noemen: welke maatschappelijke effecten wil een corporatie in
Corporatiemedewerkers staan te boek als doeners die bezig zijn met
het licht van haar missie bereiken en kiest zij bewust voor een eigen
‘geld’ en met ‘stenen’, meer dan met ‘mensen’; meer met ‘productie’
positionering in de veelheid en complexiteit van opgaven? Welke
dan met ‘effecten’. Of dat beeld helemaal klopt is nog maar de vraag,
prioriteiten brengt zij aan in de soms lange lijst van doelstellingen, ge-
maar zeker is wel dat verreweg de meeste corporaties onvoldoende
geven haar positionering, beleidsruimte en financiële mogelijkheden?
toegerust en getraind zijn in het bewust en planmatig sturen op maat-
Voor een versterking van haar legitimiteit is het van groot belang dat
schappelijke prestaties of maatschappelijk rendement.
de corporatie heldere strategische keuzen maakt en transparant is ten
Het verleggen van de focus van de sturing naar het maatschappelijk
aanzien van die keuzen. Want in die keuzen liggen immers de visie en
presteren roept nieuwe en lastige keuzevragen op. Om er enkele
de opvattingen van de corporatie besloten.
Wonen
d ecembe r 20 0 8
De nieuwe sturing roept ook vragen op die aan de professionaliteit van
van de corporatie. Het is immers vaak goed te doen om effecten te
de corporatie appelleren: welke programma’s van investeringen en
meten, maar het is lastig (soms onmogelijk) om de invloed van de eigen
activiteiten brengen de beoogde maatschappelijke effecten dichterbij
bijdragen op die effecten aan te tonen. Met andere woorden, wat is
en welke financiële offers gaan daarmee gepaard? Welke balans moet
het causale verband tussen activiteit en effect? Er kunnen bovendien
de corporatie tussen het ‘dienen’ en ‘verdienen’ aanbrengen om het
neveneffecten optreden die het middel erger maken dan de kwaal.
‘dienen’ met het ‘verdienen’ te kunnen bekostigen?
Denk bijvoorbeeld aan het zogenaamde waterbedeffect van herstructurering. En sommige gewenste effecten laten zich moeilijk definiëren,
Activiteit en effect
en nog lastiger meten. Denk maar eens aan het inmiddels populaire
Langs deze route worden de maatschappelijke drijfveren en de
begrip empowerment of, dichter bij de volkshuisvestelijke traditie, het
afwegingen van de corporatie helder. Maar de ‘nieuwe’ legitimiteit
begrip woonkwaliteit.
vraagt ook om een transparant inzicht in de te leveren en geleverde
Dergelijke vraagstukken zijn oplosbaar; met gezond verstand, met
prestaties. Ook dat vraagstuk appelleert sterk aan de professionaliteit
raadpleging van deskundigen uit andere sectoren, met (gespecialiseerd statistisch) onderzoek en met nieuwe instrumenten2. Een goed gevulde gereedschapskist draagt bij aan het ordenen, verdiepen en verhelderen van de inhoudelijke vraagstukken en kan de onderneming prikkelen tot creativiteit en slagkracht. Is hiermee nu alles gezegd? Nee, want deze ‘ingenieursbenadering’ is voor de organisatieontwikkeling contraproductief, zodra het gebruik van methoden en modellen leidt tot het onbenut laten van de (ervarings)kennis en de betrokkenheid van de medewerkers op de werkvloer. De werkelijkheid die de methoden en modellen opleveren is immers op z’n best een ruwe projectie van de echte wereld. Bovendien moet de werkvloer het beleid en de plannen die de managers en / of beleids medewerkers afleiden van de modelmatige werkelijkheid, realiseren en daar is intern en extern draagvlak voor nodig. Die valkuil is te omzeilen als de medewerkers zich het instrumentarium kunnen toe-eigenen en het als hun eigen gereedschap gaan beschouwen. Dat vergt managers die kunnen ‘loslaten’ (van de drang tot beheersen) en medewerkers die kunnen ‘schakelen’ (tussen abstract
Welke balans moet de corporatie tussen het ‘dienen’ en ‘verdienen’ aanbrengen om het ‘dienen’ met het ‘verdienen’ te kunnen bekostigen?
en concreet). Dan draagt het inzicht in effecten en prestaties bij aan het besef (en de trots) in de organisatie dat de corporatie (als vanouds) een aanzienlijke maatschappelijke bijdrage levert. En krijgt ook de legitimiteit weer een impuls.
1 Die maatschappelijke opgaven bestaan natuurlijk al langer, maar hebben in de laatste tien jaar veel meer nadruk gekregen. Dat is o.a. tot uitdrukking gekomen in de nieuwe prestatievelden in het BBSH. 2 Zie voor een uitgebreid overzicht het rapport “Praktijkboek maatschappelijk rendement. Deel 1: methoden” dat in opdracht van de Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting door Jochum Deuten is opgesteld (november 2007; bij de SEV te bestellen).
11
12
Zorg • welzijn
I n s p ir e r e n in M a a t s c h a p p e lijk O n dernemen
Heldere keuzes noodzakelijk
(Maatschappelijk) Ondernemerschap in de zorg? Marktwerking, keuzevrijeheid en kostenbeheersing; de overheid verwacht van de zorg een ondernemende instelling. Markt- en rendementsdenken lijken belangrijker te worden dan de zorgvrager en de positie van de zorgorganisatie in het maatschappelijke middenveld. Hoe zorg je ervoor dat je in dit krachtenveld de maatschappelijke betekenis van de zorg niet uit het oog verliest?
Tekst: Annelies Barnard, Quintis
In het begin van de 20e eeuw was de zorg voor oudere en kwetsbare
budgetten en anderzijds door de indicatiecriteria aan te scherpen.
mensen vooral in handen van particuliere zorg- en liefdadigheids
Hierdoor zal de zorg goedkoper worden, maar komen er ook minder
instellingen. In de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog en
mensen voor in aanmerking. Aan de andere kant heeft de zorgorgani
met de opkomst van de welvaartsstaat werd de zorg steeds meer
satie te maken met het zorgkantoor dat vanuit de marktwerking
het domein van de overheid. De overheid bepaalde het beleid en de
slim wil inkopen en waarmee de prijs nog verder onder druk komt te
zorgorganisaties voerden dat beleid uit. Zo werd in Nederland vanuit
staan. Het speelveld van de zorgorganisaties blijft veranderen. Regels
de overheid goed gezorgd voor de oudere en kwetsbare burgers.
die zekerheid gaven over de bedrijfsvoering van de zorg (over het hierbij behorende vastgoed, over het aantal klanten, over de prijs van
Ontwikkeling zorgondernemers
de zorgverlening, eigenlijk over alles) worden langzaam maar zeker
Vanaf de jaren negentig, waarin ook de brutering van de corporaties is
afgebroken en is de kentering daar. Het wordt voor zorgorganisaties
doorgevoerd, verandert het denken van de overheid. ‘Terugtredende
noodzakelijk om keuzes te maken die met echt ondernemerschap
overheid’ en ‘marktdenken’ worden belangrijke thema’s, ook in de
van doen hebben. Markt- en rendementsdenken lijken belangrijker te
zorg. Ook al wordt het tempo bij de zorg in het begin nog niet zo hard
worden dan de zorgvrager en de positie van de zorgorganisatie in het
ingezet. Met de naderende vergrijzing en de angst voor de enorme
maatschappelijke middenveld. Wordt door de overheid tegen corpora-
kostenstijging is die druk op zorgorganisaties om zich te ontwik-
ties geroepen dat ze misschien wel te ondernemend zijn geworden, bij
kelen tot zorgondernemers in een sneltreinvaart verder opgevoerd.
de zorg lijkt alleen geroepen te worden: ‘Wordt ondernemer’.
Tenslotte, naast de verwachting dat marktwerking goed was voor de keuzevrijheid en de kwaliteit, was de gedachte toch ook dat de
Maatschappelijke betekenis
marktwerking een gunstig effect zou hebben op de kostenbeheersing
Geen makkelijke opgave, ondernemer worden terwijl je met je navel-
van de zorg. In tegenstelling tot de marktruimte die corporaties kregen
streng verbonden blijft met de overheid! Jaarlijks maakt het zorgkan-
met de brutering werd de bemoeienis van de overheid bij dit komen tot
toor afspraken met de individuele zorgorganisaties over de productie
ondernemerschap met de zorg niet minder.
die zij mogen leveren. Is het op, dan kan de zorgorganisatie kiezen: niet of gratis te leveren. Iedere zorgorganisatie lijkt zo op zoek te moeten
De overheid bezuinigt op de zorg, enerzijds door het korten op de
naar de meest gunstige mens/markt/combinaties met het risico dat ze
Zorg • welzijn
d ecembe r 20 0 8
bepaalde klantengroepen zullen uitsluiten omdat deze niet voldoende
afhankelijke of mooier gezegd: een wederkerige relatie met alle andere
geld opleveren of zelfs geld kosten. Wie levert hen de nodige zorg?
Maatschappelijke Organisaties op het lokale niveau om in gezamenlijkheid een antwoord te geven op de maatschappelijke opgave.
De ouderenzorg in Nederland is in verwarring en de maatschappelijke opgave en de kwetsbare oudere lijken bij deze discussie geheel uit
Voor het zover kan zijn, moet de overheid wel heldere keuzes maken
beeld verdwenen te zijn. Zorg is echter een belangrijk en noodzake-
over de toekomstige positionering van de zorg. Maar ook de zorgorga-
lijk goed vanwege zijn maatschappelijke betekenis. Het komen tot
nisaties en de andere maatschappelijk ondernemers moeten zich laten
maatschappelijk ondernemers kan een antwoord zijn. Dat wil dan
horen. Het maatschappelijk ondernemerschap kent overigens geen
zeggen dat zorgorganisaties geen organisaties zijn die tussen markt
zekerheden, slechts de maatschappelijke opgave die je in gezamenlijk-
en overheid in staan. Zij moeten hun eigen legitimiteit creëren, door
heid wilt en moet realiseren.
goed te doen waar zij voor staan, waarbij zij niet moeten leunen op wet- en regelgeving. Ondernemer zijn, wel degelijk, in zoverre dat de maatschappelijk ondernemer de juiste balans in maatschappelijk en financieel rendement moet realiseren. Maar de organisatie moet wel zelf de ruimte hebben om deze keuzes te maken. Het innemen van de rol van maatschappelijk ondernemer betekent ook een wederzijds
Wie gaat de uitdaging aan?
13
14
Wonen • zorg • welzijn • werken • leren
I n s p ir e r e n in M a a t s c h a p p e lijk O n dernemen
Eeuwige trouw in de keten loont! Het basisprincipe van ketensamenwerking (supply chain management) is simpel: vergeleken met een situatie waarbij iedere organisatie zijn eigen gang gaat, ontstaat door samen te werken een betere prestatie voor alle ketenpartners. Dit geldt in grote lijnen voor iedere industrie. Profit of non profit. Dus ook voor maatschappelijke organisaties die vaak ‘samen werken’ is ketensamenwerking van het grootste belang. Tekst: Marcel Noordhuis – Deloitte, Jack van der Veen - Nyenrode Business Universiteit
Hoe ontstaat (keten)samenwerking?
Als ze beide kiezen voor elkaar ‘belazeren’ dan krijgen ze beide 1 punt.
Een interessant antwoord kan gevonden worden in de klassieker ‘The
Kiest speler A voor ‘samenwerken’ en speler B voor ‘belazeren’ dan
Evolution of Cooperation’. In dit boek bestudeert auteur Axelrod de
krijgt A nul punten en B 5 punten en omgekeerd. Bij het iteratieve Priso-
beste strategieën voor het iteratieve Prisoner’s Dilemma (PD). Bij dit di-
ner’s Dilemma wordt deze situatie voortdurend herhaald.
lemma zijn er twee spelers die beide tegelijkertijd, maar onafhankelijk van elkaar, moeten kiezen tussen twee mogelijkheden: ‘samenwerken’
Waardecreatie
of elkaar ‘belazeren’.
Uit het voorgaande voorbeeld blijkt dus dat partijen die elkaar vaker tegenkomen ‘de meeste waarde creëren’ door echte samenwerking.
Het dilemma kan onderstaand worden samengevat:
Duidelijk is echter dat de individuele organisaties in de keten steeds verleid worden om de zaak te belazeren (omdat hem/haar dit
Speler A Samenwerken
Speler B Samenwerken
Speler B Belazeren
Beide 3 punten (2 x 3= totaal 6)
A: 0 punten B: 5 punten (totaal 5 punten)
5 punten oplevert). Een van de prikkelende conclusies van Axelrod is dat het belangrijk is op voorhand te weten hoe lang de samenwerking gaat duren. Als dit een van te voren vaststaande periode is, dan lijkt het verstandig om op enig moment bewust de boel te gaan belazeren.
Speler A Belazeren
A: 5 punten B: 0 punten (totaal 5 punten)
Beide 1 punt (totaal 2 punten)
Maar voor de situatie waarbij van tevoren niet duidelijk is hoe lang de samenwerking gaat duren, toont Axelrod overtuigend aan dat ‘Tit-forTat’ (TfT) de beste strategie is. TfT is verassend simpel: werk in de eerste ronde samen en doe in elke volgende ronde wat je tegenstander in de
Als beide spelers kiezen voor ‘samenwerken’ krijgen ze beide 3 punten.
vorige ronde deed.
Citaten
d ecembe r 20 0 8
« …? » « Vanuit politiek oogpunt is het te begrijpen dat er termen als ‘prachtwijk’ worden uitgevonden. Het kan een mobiliserend effect hebben. Maar doen alsof je alle slechte wijken in een paar jaar tot prachtwijk kunt omtoveren, leidt tot een teleurstelling. » Hoogleraar Jan Willem Duyvendak in Aedes magazine over de omvorming tot ‘prachtwijken’
« Ten eerste vraag ik u om niet op te houden met een positieve blik te kijken en de negatieve sfeer de deur uit te werken. Ten tweede verzoek ik u om ervoor te zorgen dat u als ministerie rust in het beleid uit gaat stralen, meer ritsel- en regelruimte gaat creëren en ook weigerachtige gemeentes aan gaat sturen. » Ineke Smit, voorzitter van de MOgroep Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening, geeft tijdens de Manifestatie Buurtalliantie tips aan de nieuwe minister van Wonen, Wijken en Integratie, Eberhard van der Laan
‘projectongebonden’ samen te werken dan steeds opnieuw van
« Het zijn zelfstandige bedrijven, maar ze hoeven geen winst te maken. Ze hebben zoveel reserves opgebouwd, dat ze die altijd kunnen aanwenden als het fout gaat. Dus hebben ze ook onvoldoende prikkels om commerciële projecten uit te voeren. »
samenwerkingspartner te wisselen. De neiging die partijen bij een
Professor huisvestingssystemen Peter Boelhouwer van de TU Delft in
kortdurende samenwerking hebben om de boel te belazeren ‘wordt
De Gelderlander over de commerciële activiteiten van corporaties
Conclusie Deze conclusie lijkt onmiddellijk toepasbaar op corporaties en andere maatschappelijke organisaties die zowel onderling als met commerciële partijen samenwerken. Het levert meer op om
beter beloond’ dan als men op voorhand niet weet hoe lang de samenwerking gaat duren. Dit betekent overigens niet dat men bij langdurige samenwerking lui achterover kan gaan hangen en zodoende nog steeds de hoogste waarde creëert. De kantjes er af lopen in de samenwerking heeft hetzelfde effect als ‘belazeren’. Er zal dus ‘samen’ flink gepresteerd moeten worden om de hoogste waarde te creëren.
« Als het gaat om asociale huurders moeten er ook maatregelen genomen worden. Het kan niet zo zijn dat bepaalde mensen een hele buurt terroriseren. Dat wil ik strenger aanpakken. Rotterdam gaat de grenzen opzoeken van wat mogelijk is. Als er nieuwe wetgeving voor nodig is, zullen we daarop aandringen. »
Op die wijze is iedereen geneigd zijn beste beentje voor te zetten, om-
Hamit Karakus, Wethouder Wonen en Ruimtelijke ordening,
dat de gezamenlijke prestatie zo het hoogst is. Corporaties en andere
gemeente Rotterdam in Aedes Magazine over de grenzen van het
maatschappelijke instellingen streven toch naar niets anders? Kortom,
toewijzingsbeleid
eeuwige trouw loont. Ook in de keten.
15
december 2008
Maatschappelijk ondernemen? is een uitgave van KWH en haar partnernetwerk. Heeft u een praktijkvoorbeeld waar u maatschappelijk ondernemers in het vakgebied wonen-zorg-welzijn-werken-leren mee wilt inspireren? Laat het ons weten! U kunt hiervoor contact opnemen met Mariëlle Boogert van KWH (
[email protected], tel. 010 282 70 88)