Voortgangsrapportage t/m juni 2012 Arfman Hekwerk B.V.
September 2012
versie 25 – 09 – 2012 1
Voortgangsrapportage 2012 Arfman Hekwerk B.V. Inhoud:
Pagina
1. Directieverklaring
3
2. Organisatie 2.1 Rapporterende organisatie 2.2 Verantwoordelijke personen 2.3 Organisatiegrenzen 2.4 ISO 14064
4 4 4 5 5
3. Carbon Footprint 3.1 Grondslag van de analyse 3.2 Gerapporteerde periode 3.3 Scope 1: directe CO2 emissies 3.4 Scope 2: indirecte CO2 emissies 3.5 Scope 3; indirecte overige CO2 emissies 3.6 Mogelijke onnauwkeurigheden bij het meten 3.7 Quick wins 3.8 Betrokkenheid van onze medewerkers 3.9 Betrokkenheid van onze toeleveranciers en onderaannemers 3.10 Afstemming van planningen 3.11 Groene stroom
5 5 5 5 6 6 6 6 6 7 7 8
4. Reductiedoelstellingen 4.1 Algemene opmerkingen 4.2 Kwantitatief beschreven doelstellingen 4.3 Doelstellingen die zijn opgesteld n.a.v het referentiejaar 2009
9 9 9 12
5. Voortgang ten opzichte van het referentiejaar 5.1 Het jaar 2009 als nulmeting 5.2 Normalisering meetresultaten 5.3 Resultaten 2012 ten opzichte van 2009 5.4 Ketenanalyses
12 12 13 13 17
6. Vooruitblik jaar 2013
19
Bijlagen: CO2 footprints per label en per scope jaren 2009 (geheel), 2010, 2011 en 2012 (t/m Q2) - zie http://arfman.nl/duurzaamheid/ en http://www.co2management.nl/
2
1.
Directieverklaring Arfman wil voorop blijven lopen in haar markt op het gebied van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen in combinatie met de mind-set over de CO2 reductiegedachte. Door te streven naar continue verbetering en meer kwalitatief goede rapportages is ervoor gekozen kengetallen te gaan koppelen aan de CO2 emissie om zo de uitstoot makkelijker met de ontwikkelingen binnen de organisatie te kunnen laten meebewegen. Deze kengetallen zullen voor het eerst zichtbaar worden in de voortgangsrapportage over geheel 2012. Wel zal dan de vergelijking naar eerder jaren en het referentiejaar zichtbaar worden met daarbij behorende toelichting. Door de organisatiewijziging per 03-07-2012 (zie verderop) is er voor nu voor gekozen deze verbetering over geheel 2012 toe te voegen. Het ontplooien van duurzame initiatieven en uitvoering van ketenanalyses blijft voor een organisatie als Arfman lastig. Grotere aannemingsbedrijven en ingenieursbureaus hebben grotere kans van slagen bij ontplooiing van hun activiteiten. Voor Arfman is alles redelijk lean en mean en sterk afhankelijk van wat wordt voorgeschreven door opdrachtgevers. Bovendien zit de economische tijd ook niet mee. Om toch initiatieven en ketenanalyses te kunnen ontplooien moet ‘out of the box’ gedacht gaan worden om op een creatieve en praktische manier activiteiten te ontplooien die voor Arfman ook echt een toegevoegde waarde hebben en die bovendien ook voldoen aan de laddereisen Geconcludeerd mag worden dat de werking en het in stand houden van het CO2 systeem binnen Arfman nog steeds voldoende is. De nu volgende voortgangsrapportage toont de stand van zaken tot en met juni 2012 met betrekking tot de energiereductie en de CO2 emissiereductie. Getoonde uitkomsten en voortgang van de doelstellingen zijn intern en extern gecommuniceerd naar alle betrokkenen, zowel intern als extern. Vanaf de volgende voortgangsrapportage zullen kengetallen zichtbaar zijn en voldoet Arfman aan de eisen van klein bedrijf a.g.v. de organisatiewijziging. Aangezien deze rapportage in het MT wordt besproken en omdat in de stuurgroep 3 van de 4 MT leden bevat, dient deze rapportage tevens als directiebeoordeling en interne auditverslag om onnodig overleg te voorkomen.
3
2.
Organisatie 2.1
Rapporterende organisatie
Arfman Hekwerk B.V., hierna te noemen Arfman, verzamelt en verwerkt per kwartaal de benodigde gegevens volgens de procedure ‘CO2 gegevensverzameling’. Tot 03-07-2012 behoorde Arfman tot de CRH Fencing & Security Groep Nederland en werden de gegevens met betrekking tot de boundary buiten de rapportages gelaten. Wel geschiedt verzameling en verwerking van de gegevens autonoom en bedoeld om inzicht te krijgen van de energie- en CO2 emissie en reductie van Arfman. Per 03-07-2012 is Arfman Hekwerk weer een volledig zelfstandige entiteit waardoor de Heras gegevens weer relevant zijn geworden. Bovenstaande geldt vanaf genoemde overnamedatum. Deze voortgangsrapportage heeft betrekking op de gegevens t/m 30-06-2012 In de footprint over geheel 2012 zal, met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2009, noodzakelijke aanpassingen in de footprints worden herberekend voor een goed 1 op 1 vergelijk. 2.2
Verantwoordelijke personen
De controller is primair verantwoordelijk voor de ordentelijke verzameling en verwerking van alle benodigde gegevens. De berekening van de CO2 emissies, uitgesplitst naar projecten en kantoor, zijn gebaseerd op de geformuleerde conversiefactoren van SKAO. De diverse verbruiken worden per kwartaal door de controller ingevoerd in de online applicatie van CO2 management. CO2 management is verantwoordelijk voor het juist inrichten van de conversiefactoren, zodat de uitkomsten (CO2 uitstoot) voldoen aan de in de ladder opgestelde eisen. Aan de hand van de uitkomsten zal ieder half jaar in de voortgangsrapportage vooral zichtbaar worden gemaakt wat de huidige stand van zaken is, welke mogelijke onnauwkeurigheden er in de cijfers zitten met een toelichting en zal er worden vooruitgekeken naar het komende half jaar. De voortgangsrapportage wordt besproken met de leden van het MT van Arfman, te weten de algemeen directeur, de technisch directeur, de projectleider en de controller. Genoemde functionarissen zijn ook verantwoordelijk voor de effectuering en uitvoering van afgesproken acties.
4
2.3
Organisatiegrenzen
Als onderdeel van de CRH Fencing en Security Group Nederland gelden de gerapporteerde gegevens en uitkomsten uit de voortgangsrapportage alleen voor Arfman. Vanwege de boundary voldoet Arfman aan de eisen / normen van een middelgroot bedrijf uit de prestatieladder versie 2.1. Per 03-07-2012 zal Arfman voor de indeling naar CO2 ingedeeld worden als 'klein bedrijf'. Tijdens de opvolgingsaudit van september 2012 is al uitgegaan van de eisen van de prestatieladder die gelden voor een 'klein bedrijf' en is het certificaat hier inmiddels op aangepast. Ten tijde van deze opvolgingsaudit was deze voortgangsrapportage nog under Construction. 2.4
ISO 14064
Deze voortgangsrapportage is opgesteld in overeenstemming met de richtlijnen volgens NEN/ISO 14064. 3.
Carbon Footprint 3.1
Grondslag van de analyse
De analyse van de Carbon Footprint is gebaseerd op de beschreven scope-indeling van de prestatieladder versie 2.1 in de categorie ‘klein bedrijf’. Alle gemaakte formats voor gegevensverzameling en –verwerking leiden er toe dat per scope project- en kantoorgerelateerde informatie kan worden gegeven over de vorderingen. 3.2
Gerapporteerde periode
De in deze rapportage vermelde voortgang heeft betrekking op kwartaal 1 en 2 van het jaar 2012 ten opzichte van het referentiejaar 2009. Aangezien we alleen waardes hebben over geheel 2009 en niet uitgesplitst naar kwartalen, zal zijdelings een link worden gelegd naar de resultaten tot en met het eerste half jaar van 2010 en 2011 . 3.3
Scope 1: directe CO2- emissies
Scope 1 bevat gegevens die direct betrekking hebben op de uitvoering van de werkzaamheden van Arfman.Te denken valt aan gas, brandstofverbruik van personenen bestelauto’s en brandstofverbruik van door Arfman gebruikte apparaten / gereedschappen. De genoemde personenauto’s betreffen de auto’s van de zaak voor uitvoering van de functie uitvoerder, projectleider, algemeen directeur, technisch directeur en adviseur.
5
3.4
Scope 2: indirecte CO2- emissies
Scope 2 bevat gegevens die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van het bedrijf, maar niet direct gerelateerd zijn aan de productie-/ montageafdeling. Te noemen zijn: - elektriciteitsverbruik - vliegreizen - noodzakelijke zakelijke kilometers met eigen personenauto’s 3.5
Scope 3: indirecte overige CO2 - emissies
Scope 3 bevat eveneens gegevens die wel noodzakelijk zijn voor de uitoefening van ons bedrijf, maar ook weer niet direct gerelateerd zijn aan de productie/ montageafdeling. Te noemen zijn: - afvalstromen - het brandstofverbruik van 80% van onze A-leveranciers en onderaannemers verreden voor Arfman - waterverbruik - verreden woon-werk kilometers van Arfman personeel 3.6
Mogelijke onnauwkeurigheden bij het meten
De grootste onnauwkeurigheid kan zitten in de aanlevering van de gegevens van toeleveranciers en onderaannemers. Getracht wordt hier zoveel mogelijk controle op te leggen. De door hen aangeleverde gegevens worden als correct beschouwd. Eén A-leverancier levert ons vanaf Q3 2011 om uiteenlopende redenen geen CO2 gegevens meer aan. Keer op keer hebben wij hen hierom verzocht. Toegezegd is deze gegevens alsnog voor einde dit jaar aan te leveren, maar zijn dus niet verwerkt in deze voortgangsrapportage. De conversiefactoren genoemd in het CO2 management online systeem worden als leidend aangezien de verantwoordelijkheid hiervoor bij de softwareleverancier ligt en deze factoren worden geïmporteerd vanuit de SKAO informatie. 3.7
Quick wins
Aangezien in 2010 enkele quick wins zijn behaald in vergelijking tot de start van dit project in 2009 is deze paragraaf voor 2012 niet van toepassing. Het effect van mogelijke CO2 reductie van de nu ingezette en in nabije toekomst in te zetten acties zullen op middellange en lange termijn zichtbaar zijn. 3.8
Betrokkenheid van onze medewerkers
Onze medewerkers worden periodiek in toolboxmeetingen en/of uitgegeven infobladen op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen. Bij realisatie van geformuleerde doelstellingen zal, waar van toepassing, worden gevraagd actief mee te denken en actie te ondernemen om doelstellingen te bewerkstelligen. 6
Door allerlei omstandigheden (waaronder met name de acties naar aanleiding van de organisatiewijziging de daaraan gekoppelde veranderende IT situatie krijgt het MT de resultaten t/m kwartaal 2 van 2012 binnenkort gemaild met een korte toelichting. Eventuele aanpassingen, vragen en/of opmerkingen zullen worden meegenomen in de voortgangsrapportage over geheel 2012. De Arfman medewerkers is aangegeven dat de voortgangsrapportage op onze website staat op http://arfman.nl/duurzaamheid/transparantie.html Door genoemde omstandigheden zal bij de voortgangsrapportage over geheel 2012 uitgebreider worden stilgestaan bij de resultaten 2012 ten opzichte van het referentiejaar. Het EnergieActieplan heeft in deze fase dezelfde status als vorig jaar. In de voortgangsrapportage over geheel 2012 zal het overzicht en stand van zaken m.b.t. de doelstellingen voor 2012 en verder worden geactualiseerd. Tevens zal dan het actieoverzicht uit bijlage 1 bij van het EnergieActieplan concreet en up to date gemaakt worden. 3.9
Betrokkenheid van onze toeleveranciers en onderaannemers
De betrokkenheid van leveranciers en onderaannemers is goed te noemen. Dit blijkt onder meer uit het feit dat tijdens de bezoeken aan A-leveranciers overal positiever werd gereageerd op de insteek dan bij de start van dit project. Bovendien worden de gewenste gegevens tijdig aangeleverd en hebben wij gekozen voor minder diversiteit aan leveranciers, met name in het hout. Leveranciers en onderaannemers krijgen op korte termijn de mogelijkheid hun gegevens in het webportal op www.CO2management.nl in te voeren, zodat vanuit daar verdere verwerking kan plaatsvinden. Momenteel worden diverse zaken voor inrichting nog onderzocht, aangezien Arfman voor de applicatiebouwer de eerste klant is waarvoor dit wordt ingericht. Arfman heeft hiermee een pilot zodat in deze fase bekeken kan worden of en zo ja hoe eea verder uitgerold zou kunnen worden naar andere klanten van CO2 management. Tot slot worden toeleveranciers, onderaannemers maar ook klanten via nieuwsbrieven en internetsite regelmatig op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen binnen Arfman op dit punt. 3.10
Afstemming van planningen
Het geldende EnergieActieplan en de in het communicatieplan aangeven planning is realistisch opgesteld. Voor 2012 zijn tot nu toe genoemde activiteiten niet allemaal uitgevoerd volgens planning vanwege met name de gevolgen, te nemen acties en consequenties van de organisatiewijziging. Onze insteek voor de toekomst is en blijft wel om vast te houden aan de geformuleerde activiteiten met aangegeven tijdspad.
7
3.11
Groene stroom
Arfman heeft per 1 april 2011 het groene stroomcontract met Essent voor 3 jaar verlengd. Op basis van hetgeen wordt vermeld in de wijzigingslijst 1.2, versie 25-12-2010, voldoet ons contract per 01-07-2011 aan de criteria van het SMK keur vanwege het feit dat de herkomst van biomassa uit Nederland komt en dat opwekking van elektriciteit door middel van biomassa in Nederland plaatsvindt.
8
4. Reductiedoelstellingen 4.1
Algemene opmerkingen
Bij de formulering van de reductiedoelstellingen is getracht deze zo realistisch mogelijk te formuleren op de Arfman organisatie met in achtneming van een zo groot mogelijke praktische haalbaarheid. E.e.a. voor zover dit bij formulering kon worden ingeschat. Door middel van de halfjaarlijkse voortgangsrapportages zal de doelstelling in combinatie met de praktische haalbaarheid worden getoetst en worden toegelicht.
4.2
Kwantitatief beschreven doelstellingen
In het ‘EnergieActieplan staat onder 3.3 beschreven welke concrete doelstellingen door Arfman zijn opgesteld voor 2012 en verder. Na verwerking van de resultaten over geheel 2012 zal worden gekeken of en zo ja waar aanpassingen gedaan moeten worden in de doelstellingen voor komende jaren. Tevens zullen vanaf dan doelstellingen beter vergelijkbaar worden gemaakt door ze te koppelen aan wegingsfactoren per scope. Zie eerder in deze rapportage Hieronder een toelichting op de stand van zaken tot en met 30-06-2012. Scope 1 - Het clusteren van medewerkers naar projecten wordt dagelijks gedaan. Om beperking van het vervoer in de komende jaren verder vorm te geven, zal bij werken op afstand overwogen kunnen worden meer te gaan overnachten, locale bedrijven te gaan inhuren of, bij continu voldoende werk in Zuid NL, het opstarten van een nevenvestiging. Dit laatste is er tot op heden nog niet van gekomen, gezien het huidige economische klimaat e - In het 3 kwartaal van 2011 is een beslissing genomen over de lease van 5 nieuwe bedrijfsauto’s. In overleg met de vaste bestuurder is hierbij serieus gekeken wat de milieuvriendelijke alternatieven zijn. Doelstelling is en blijft dat de auto voldoende trekkracht moet houden Gekeken is ook naar de optie’s voor energy saver banden en bandenspanningindicatoren. Op onderstaande link staat vermeld dat deze banden uitermate geschikt zijn voor alle personenauto’s en dus niet / minder geschikt voor bedrijfsauto’s die in terrein moeten komen. Arfman werkt vooral in terrein en dus zijn terreinbanden nodig om goed uit de voeten te kunnen. Bij toekomstige aanschaf zullen we wel blijven kijken naar genoemde opties, echter blijven de eisen van mn trekvermogen onveranderd en worden wellicht verruimd. Dit kan echter wel consequenties hebben voor de energiezuinigheid De bedoelde link is http://www.banden-pneus-online.nl/autoband/MICHELIN/ENERGY,SAVER/ 9
Bij de personenauto’s is wel meer focus gelegd op energielabels per auto.
-
-
Bandenspanningsindicatoren zullen steeds meer standaard uitgevoerd worden in de bedrijfsauto’s. Arfman gaat niet haar huidige wagenpark daarmee voorzien.. In augustus 2012 is de nieuwe elektrische heftruck in gebruik genomen. Deze vervangt de LPG heftruck. Door deze beslissing vervalt het brandstofverbruik in liters LPG en propaan, hetgeen milieuvriendelijker is en dus ook CO2 gaat reduceren op het gebruik van applicaties. Het elektriciteitsverbruik daarentegen zal wat gaan toenemen (zie scope 2). De inzet van 1 vrachtwagen voor vervoer van materiaal ipv 5 of 6 aanhangers zal binnenkort worden besproken. In de voortgangsrapportage over geheel 2012 zullen hiervan de uitkomsten worden geformuleerd Voor eventuele overgang naar biodiesel geldt hetzelfde als bij vorig punt: in de eerstvolgende voortgangsrapportage (geheel 2012) zal over de uitkomsten van het onderzoek worden vastgelegd
10
Scope 2 Begin 2011 zijn bewegingssensoren aangebracht bewegingssensoren. Wat sinds die tijd opvalt is dat het elektriciteitsverbruik en daarbij behorende CO2 uitstoot stabiel blijft. Als oorzaak is te noemen dat de verlichting op de kantoren relatief vaak, ook buiten kantooruren, aanspringt als er iets voor langs vliegt of hangt. Dit is niet te voorkomen. Daarnaast is er heel recent (per augustus 2012 een elektrische heftruck bijgekomen, die ook stroom gebruikt. Waar wellicht nog winst te behalen is, is de verlichting in de werkplaats. Daar zal het komende jaar naar gekeken worden. Doordat de per 01-07-2011 gehanteerde conversiefactor voor groene stroom met SMK keur lager is als eerder, is met terugwerkende kracht de CO2 emissie van elektriciteit herberekend. Dan blijkt dat verbruik en CO2 dus stabiel is. In eerdere voortgangsrapportages werd de emissie van elektriciteit berekend obv de dan geldende conversiefactoren, dus t/m 30-06-2011 hogere factor, vanaf 01-07-2011 de factor van groene stroom met SMK keur, de werkelijkheid per of t/m betreffende datum. Dit gaf uiteraard een vertekenende weergave van de realiteit en dus moeilijk 1 op 1 vergelijkbaar. Bij het verwerken van de gegevens voor 2012 is dit, met terugwerkende kracht naar het referentiejaar 2009, wel rechtgezet. Zoals in eerdere voortgangsrapportages al vermeld is, is LED verlichting geen haalbare kaart geweest voor Arfman gezien het investeringsbedrag in combinatie met de terugverdientijd. Het huidige energie-auditverslag dateert uit 2010. In de loop van 2013 zal het energie-auditverslag worden geactualiseerd en zullen dan genoemde punten ter verbetering met betrekking tot optimaliseren van het energieverbruik worden toegevoegd op bijlage 1 bij het EnergieActieplan. Scope 3 - Steeds meer ingehuurde bedrijven en leveranciers gebruiken zuinigere transportmiddelen, mede ingegeven door de markt van (lease) auto’s en wordt er steeds meer gedwongen door overheden dat alleen bepaalde vrachtwagens met Euro 5 of Euro 6 de stad mogen inrijden - Dubbelzijdig kopiëren is nog standaard ingesteld op onze multifunctional. Echter wordt er nog (te) veel geprint waarvan de vraag is of het allemaal noodzakelijk is, bv interne mail, veel (kleuren) foto’s. Nagedacht zal moeten worden over digitale alternatieven, want het aantal benodigde toners stijgt! Doordat Arfman over de gehele IT situatie moet gaan nadenken, zal digitalisering van in- en verkoopfacturen worden meegenomen. Feit blijft wel dat KLIC kaarten ook nog steeds geprint worden. Er is al eens gesproken over digitale alternatieven, wellicht komt er binnenkort een KLIC app oid.
11
-
Per 01-07-2011 doet Arfman zaken met de VAR. Met hen gaat bekeken worden op welke manier wij samen met hen het afval en recycling kunnen optimaliseren. Daarnaast vormt oud ijzer een groot aandeel in de CO2 emissie. Het komende jaar zal energie hierin gestoken worden om te kijken welke mogelijkheden er zijn voor optimalisatie, CO2 reductie en misschien wel een kostenreductie. Voor de procedure m.b.t. afvalverwerking zie het kwaliteits- en veiligheidshandboek PRO-2.13.
4.3
Doelstellingen opgesteld naar aanleiding van referentiejaar 2009
Voor een overzicht van de opgestelde doelstellingen naar aanleiding van het referentiejaar 2009 wordt verwezen naar het ‘Gedetailleerd milieu besparend actieoverzicht Arfman (bijlage 1)’ van het ‘EnergieActieplan, § 3.3. 5. Voortgang t.o.v. het referentiejaar 2009 5.1 Het jaar 2009 als nulmeting Om een start te maken met dit project is het jaar 2009 gekozen als referentiejaar om van daaruit vergelijkingen te kunnen maken. Tot 03-07-2012 is rekening gehouden met de boundary, daarna geldt die niet meer vanwege de organisatiewijziging. Sinds 2009 is heel duidelijk geworden dat er ieder jaar 3 grote groepen zijn die de meeste uitstoot met zich meebrengen: 1) brandstofverbruik toeleveranciers en onderaannemers 2) brandstofverbruik zakelijke personen- bestelauto’s 3) afvalstromen Om de komende jaren genoemde groepen te kunnen blijven prikkelen CO2 emissie te reduceren, zijn brainstormsessies nodig en zullen ogen en oren de kost gegeven moeten worden om van de ideeën/initiatieven vervolgens zelf initiatieven te ontplooien die effect zullen hebben op de reductie van de CO2 emissie bij Arfman. Sinds in 2011 onze A-leveranciers zijn bezocht zijn met name in het punt ‘het combineren van vrachten’ verbeteringen optreden (zie ook het overzicht ‘GHG genererende activiteiten scope 3 emissies Arfman Hekwerk BV’). Verder zijn er hier en daar ideeën ontstaan voor duurzame, CO2 reducerende producten. Grote probleem hierbij is nog steeds de op dit moment aanwezige weerstand in de markt om dergelijke producten te gaan verhandelen. Veel opdrachtgevers hanteren in bestekken nog de oude vertrouwde producten van weleer. Een goed voorbeeld hiervan is dat de KOMPA paal na alle inspanningen en praatsessies nooit is voorgeschreven en dus is doodgebloed. Toch willen opdrachtgevers duurzaamheid van palen zodat de levensduur van de palen meer in lijn komt met die van het gaas en bovendien ook nog eens milieuvriendelijk(er) wordt geproduceerd. Op dit moment worden Accoya, Cloeziana en Nobel Wood in de bestekken voorgeschreven. Arfman schrijft bij dergelijke verzoeken in met de Cloeziana paal. Zie verder § 5.4. 12
5.2
Normalisatie meetresultaten
Eventuele verschillen zullen hier worden vermeld, maar de footprint die getoond kan worden vanuit het CO2management systeem is te allen tijde leidend 5.3
Resultaten 2012 t.o.v. 2009
Na verwerking van de resultaten tot en met kwartaal 2 van 2012 hieronder de belangrijkste conclusies per scope, uitgesplitst naar projecten en kantoor. Vanaf de volgende voortgangsrapportage zal tevens een link worden gelegd naar de wegingsfactoren. Vergeleken wordt dus het jaar 2012 tot en met kwartaal 2 en referentiejaar 2009. Om reden van hetgeen in § 3.2 genoemd is, wordt ook gekeken naar dezelfde periodes van 2010 en 2011. Voor details en onderlinge verhoudingen van cijfers wordt verwezen naar het eerder in deze paragraaf genoemde bestand en naar de rapportage op CO2management.nl, tevens als bijlage toegevoegd bij dit bestand. Scope 1 Kantoor De totale emissie van kantoorgerelateerde uitstoot in scope 1 t/m Q2 is in 2012 55 % ten opzichte van de totale emissie van kantoorgerelateerde uitstoot in scope 1van 2009. Ten opzichte van dezelfde periode 2010 is de emissie t/m Q2 2012 gedaald met 3 ton CO2 (=-/- 26,9%) en ten opzichte van dezelfde periode 2011 is de emissie t/m Q2 2012 met 1,37 ton CO2 gestegen (20%) door met name: - minder gasverbruik. Het jaar 2010 was, door de strenge winter, een extreem jaar. 2011 en 2012 hadden nagenoeg dezelfde uitstoot van gas - in 2012 is behoorlijk meer propaan gebruikt. Vanaf augustus 2012 zal worden overgestapt op een elektrische heftruck, waardoor het verbruik propaan vervalt Projecten De totale emissie van projectgerelateerde uitstoot in scope 1 is in 2012 bedraagt ten opzichte van geheel 2009 44,29%. Ten opzichte van dezelfde periodes in 2010 en 2011 laat deze uitstoot per saldo in 2012 een dalende trend zien (-/- 16,7% resp -/- 7,8%), behalve de uitstoot van zakelijke personenauto’s.
13
Belangrijkste oorzaken zijn van de toename in dieselverbruik personenauto’s: * Voor 2010 te verklaren door activiteiten commerciële man in Zuid NL, in 2011 zat deze man in de ziektewet (dus lager verbruik en % meer afname van de uitstoot). Vanaf mei 2012 was zijn vervanger actief, dus weer een toename en een % gewijs lagere dalende trend. Verder zien we dat projectleiders en uitvoerders meer en meer onderweg zijn in het land (bv Strukton) om opnames te doen en projecten te begeleiden c.q. aan te sturen * Daarnaast werd in 2009 werd over geheel 2009 1941 liter diesel getankt bij tankstations anders dan de vaste tanker Huzen. Dit verbruik wordt bijgehouden op 2 grootboekrekeningen en ondergebracht, ingevoerd bij personenauto’s, terwijl dit feitelijk ook betrekking kan hebben op bestelauto’s. Belangrijkste verklaringen voor het tanken bij een ander station zijn: In 2011 werd dagelijks, gedurende 3 maanden lang, vanuit Holten met vrachten gereden werd naar Eindhoven om het project voor Heijmans A2 (Subliem), PRJ20-001359 te realiseren. De tank bij Huzen werd daardoor zo’n 2 tot 3 keer per week niet gehaald en moest men onderweg tanken. Verder gold dat het werk SBNL in Hulst gedaan is met overnachting, maar ook hiervoor gold dat het deel dat we zelf hebben uitgevoerd, werd getankt bij een andere tank dan Huzen naast dat de vertegenwoordiger Zuid NL met de tankpas tankte, heeft hij in 2011 ook meer gedeclareerd bij Arfman en dus eerst zelf betaald Voor 2012 zaten deze uitzonderingen / bijzonderheden er niet in. Wel is het zo dat we Zuid NL vanuit Holten hebben moeten bedienen. Per 01-02-2012 heeft de commerciële man voor Zuid NL ontslag genomen. Zijn opvolger kreeg na zijn inwerkperiode een hartaanval en is geheel 2012 niet actief geweest. Aanvragen / verzoeken tot opnames bleven echter wel komen, maar moest dus gedaan worden vanuit Holten. -
Het dieselverbruik van bestelauto’s laat een verder dalende trend zien. Ten opzichte van geheel 2009 is de uitstoot t/m Q2 2012 35%. Ten opzichte van dezelfde periode in 2010 en 2011 laat de uitstoot t/m Q2 2012 een verder dalende trend zien van resp 25,4% tov 2010 en 24,7% tov 2011. Vanaf 2009 zijn er in de daarop volgende jaren meer energiezuinigere auto’s aangeschaft en wordt bij de uitvoering van projecten meer gezocht naar zoveel mogelijk lokale onderaannemers uit bv Zuid of Noord NL als onze eigen werkvoorraad dit toelaat.
De totale emissie in scope 1 t/m Q2 is in 2012 45,01% ten opzichte van de totale emissie scope 1van 2009. Ten opzichte van dezelfde periode 2010 is de emissie t/m Q2 2012 gedaald met 16,6 ton CO2 (=15,15%) en ten opzichte van dezelfde periode 2011 is de emissie t/m Q2 2012 gedaald met 7 ton CO2 (7%) door genoemde oorzaken Met ingang van einde jaar worden wegingsfactoren van de uitstoot geformuleerd. 14
Scope 2 Kantoor CO2 emissie in scope 2 is bij Arfman alleen kantoorgerelateerd. Vergelijken we de waardes van t/m Q2 2012 met geheel 2009, dan is de uitstoot CO2 t/m Q2 2012 45,7% van de gehele uitstoot 2009. Vergelijken we de waardes t/m Q2 2012 met dezelfde periode in 2010 en 2011 dan laat heeft de uistoot in 2012 dezelfde waarde als die in 2010. Ten opzichte van 2011 laat de CO2 uitstoot een daling zien van 3,2 ton (-/- 46,3%). Vanwege de lage uitstoot in relatie tot de totale scope emissies voor Arfman (1,1%) geeft het afname % een daardoor een wat vertekend beeld. Het elektriciteitsverbruik in 2011 en 2012 was gelijk, maar door de veranderende, gunstigere emissiefactor groene stroom met SMK keurmerk in 2011 is dit de verklaring voor de grootste daling. 2010 heeft een hoger verbruik gehad, waardoor per saldo op dezelfde waarde uitstoot CO2 is uitgekomen als in 2012. Tot en met Q2 2010 waren zakelijke reizen nauwelijks van toepassing (slechts 0,1 ton CO2). Voor de periode t/m Q2 2011 was dit 0,8 ton en voor de periode t/m Q2 2012 was dit 0,4 ton. Vanwege de relatief lage verhouding ten opzichte van de totale uitstoot scope 2 en totaal van scope 1, 2 en 3 is een nadere verklaring hiervan niet nodig. Tijdens de voortgangsrapportage over geheel 2012 zal hier nader op ingegaan worden. Scope 3 Algemeen De oud ijzer conversiefactor was t/m 2010 verkeerd, waardoor CO2 emissie hiervan niet klopte. Dit is nu rechtgezet voor deze jaren en voor 2011 en 2012. Kantoor De totale scope 3 emissie van kantoor is t/m Q2 2012 56,4% ten opzichte van geheel 2009 Vergelijken we de waardes tm Q2 2012 met dezelfde periodes in 2010 en 2011 dan Laat 2012 een toename zien van 20,19% ten opzichte van 2010 en een 29,36% afname ten opzichte van 2011 Als belangrijkste verklaringen hiervoor zijn te geven: - heel weinig papierafval in 2010 (uitstoot is 0,2 ton CO2) in vergelijking met 2011 (uitstoot 6,2 ton) en 2012 (uitstoot 6,3 ton) - geen restafval opgegeven in eerste 2 kwartalen van 2012. Moet er wel zijn geweest. Hiervoor bij de VAR aangeklopt om gegevens aan te leveren. Toegezegd dat dit over geheel 2012 alsnog gaat gebeuren. Doordat voor 2010 gold 2,5 ton CO2 uitstoot en 5,6 ton CO2 uitstoot in 2011 geeft de vergelijking dus een wat vertekend beeld 15
-
-
De CO2 uitstoot van water is door de jaren heen stabiel en heeft een hele kleine invloed op de gehele CO2 emissie van scope 1,2 en 3. Hierdoor hebben reductiedoelstellingen op dit punt weinig toegevoegde waarde De absolute emissie waarde van het woon-werkverkeer is in de eerste 2 kwartalen van 2012 ten opzichte van dezelfde periodes in 2010 en 2011 met 7,1% resp 13,3% gedaald. In de komende periodes zullen absolute emissies op dit punt gerelateerd worden aan het verreden aantal km en geeft dan heel waarschijnlijk een stabieler beeld .
Projecten Hieronder de belangrijkste verklaringen voor de stijging / daling van de emissie in deze scope: -
-
-
Projectafval t/m Q2 2012 al 72,3% van totale emissie projectafval over 2009 met name door afgevoerd oud ijzer die eveneens een relatief hoge conversiewaarde hebben. Vergelijken we de cijfers t/m Q2 2012 met dezelfde periodes over 2010 en 2011 dan laat 2012 een stijging van CO2 uitstoot zien van 11,55% ten opzichte van 2010 en een stijging van maar liefst 93,3% ten opzichte van 2011 doordat er in 2011 bijna geen oud ijzer is afgevoerd. Aangezien afval, naast het brandstofverbruik leveranciers de grootste scope 3 emissies zijn, zal hiervan een ketenanalyse worden gemaakt. Zie § 5.4 Het verbruik brandstof leveranciers en onderaannemers is tm Q2 2012 behoorlijk hoger dan in 2010 en 2011 (35,5% resp 143% %). Belangrijkste verklaring hiervoor is dat in 2010 en 2011 een aantal leveranciers geen gegevens hebben aangeleverd. Voordat de voortgangsrapportage over geheel 2012 gemaakt wordt, moeten deze gegevens alsnog zijn aangeleverd. Hiervoor zijn benodigde acties bij betreffende leveranciers uitgezet.
De totale scope 3 emissie is t/m Q2 2012 77,85% ten opzichte van geheel 2009 De scope 3 emissie t/m Q2 2012 ten opzichte van dezelfde periodes 2010 en 2011 laten een toename zien van 18% ten opzichte van 2010 en 45% toename ten opzichte van 2011, met name dus door het oud ijzer. Een verdere verklaring en toelichting hiervoor is hierboven beschreven. Om de CO2 emissie te kunnen laten meebewegen met de ontwikkelingen in de organisatie is meerdere keren aangegeven wat het nut en noodzaak is van het instellen van wegingsfactoren. Het komende half jaar zullen wegingsfactoren per scope geformuleerd. Ook blijven we streven naar formulering van realistische doelstellingen. Aangezien vanaf 2010 de omzetten ProRail minder aan de orde zijn, zullen de streefgetallen voor de komende jaren wellicht worden gebaseerd op de cijfers van 2010 en 2011. Vanwege de huidige economische crises en dus de onzekerheid over de omzet op middellange termijn, handhaven we de eerder ingezette streefgetallen. Mocht blijken dat de trend van 2010 en 2011 zich ook doorzet in 2012, dan gaan we serieus overwegen om voor 2013 conclusies te gaan trekken met als referentiejaar 2010. Dit vanwege reëlere en stabielere omzetwaarden in combinatie met het % inhuur t.o.v. de omzet. Eea zal worden doorgevoerd na overleg met en goedkeuring van de certificerende instantie.
16
5.4
Ketenanalyses
De tot september 2012 uitgevoerde ketenanalyses hadden betrekking op: - de kastanjehouten paal vs de zgn ‘Kompa’ paal; - Pallas ProRail draadmat; In het kader van genoemde twee ketenanalyses kan worden geconcludeerd dat van beide analyses het ontwikkelingsproject stil is komen te liggen of afgerond. De KOMPA paal wordt niet voorgeschreven en inschrijving op openbare aanbestedingen van ProRail, waar de Pallas ProRail draadmat wordt gebruikt, is sinds de organisatiewijziging minder aan de orde voor Arfman en bovendien wordt toepassing door de markt bepaald. Hierdoor zijn beide ketenanalyses niet meer relevant. Daarom en gezien de eisen van het CO2 prestatieladder handboek dd 18-07-2012 wordt ervoor gekozen vanuit scope 3 twee analyses te maken waarop Arfman meer direct invloed kan uitoefenen. Het bestand ‘GHG genererende activiteiten scope 3 emissies Arfman Hekwerk BV’, werkblad ‘analyse categorie-overzicht (4.A.1)’ laat het beeld zien van onze top 6 van scope 3 emissies. Aan de hand hiervan is gekozen een ketenanalyse op te stellen voor het brandstof verbruik van onze leveranciers (nr 2) voor het Arfman deel en ons projectafval, en dan specifiek het oud ijzer (nr. 3). Met betrekking tot het oud ijzer zal deze analyse waarschijnlijk gemaakt worden door HKS. Arfman zal nog op zoek gaan naar een review partner die het rapport dat is opgesteld door HKS becommentarieerd en professioneel ondersteund (4.A.3). Zodra dit geregeld is, wordt aan deze vraag voldaan. Voor nu volstaat nog 1 jaar de becommentariëring van Sublean met betrekking tot de KOMPA paal. Dit blijkt uit het auditverslag van de CI van september 2012. Daarin staat tevens opgemerkt dat voor de volgende opvolgingsaudit er een nieuwe analyse gemaakt moet zijn en dat van de 2 gemaakte analyses er 1 becommentarieerd en/of professioneel ondersteund moet zijn. De komende periode wordt gebruikt om een geschikte analyse te kiezen om te maken en om te laten verifiëren (laddereis 4.A.3) De gemaakte analyse over het brandstofverbruik van onze leveranciers is net klaar. In de voortgangsrapportage van 2012 zal hier dieper op ingegaan worden. Naast genoemde laddereis 4.A.3. heeft het genoemde bestand betrekking op de laddervraag 4.A.1, 4.B.1 en 5.B.2. Vanwege bedrijfsspecifieke en vertrouwelijke informatie worden van toepassing zijnde documenten uitsluitend intern gebruikt en zijn op uitdrukkelijk verzoek op te vragen.
17
Alle in de toekomst uit te voeren analyses zullen ongeveer volgens hetzelfde format worden beschreven. Tevens zullen analyses worden gekozen waarop Arfman nadrukkelijk invloed kan uitoefenen om de uitstoot te kunnen beïnvloeden / reduceren. Naar aanleiding van toekomstige contacten en marktontwikkelingen zal de (nabije) toekomst moeten uitwijzen of het vanuit de CO2 reductie invalshoek zinvol is analyses uit te voeren.
18
6.
e
Vooruitblik 2 helft 2012 en 2013
De tweede helft van 2012 en het jaar 2013 zal in het teken gaan staan van procesoptimalisatie door middel van het gebruik van de online tool CO2management.nl. Ook zullen leveranciers enthousiast gemaakt worden over de werking van dit systeem en zullen zij de mogelijkheid krijgen om de gevraagde verbruiken online te registreren. Het verder ontwikkelen / bedenken van keteninitiatieven en – analyses is en blijft een lastige om daar als Arfman actief in te worden. Dit met name gezien de omvang van het bedrijf, de markt waarin Arfman zich begeeft en de opgelegde beperkingen voor te gebruiken producten. We blijven uiteraard ons best doen om mogelijkheden hiertoe met beide handen aan te grijpen. Daarnaast worden de door SKAO georganiseerde bijeenkomsten bezocht om zo in contact te komen met NGO’s, overheden en andere bedrijven. De in april 2012 gehouden bijeenkomst met de Holtense Industrie Groep (HIG) over het thema ‘duurzaamheid’ heeft nog geen verder concrete plannen opgeleverd op dit punt. Wel blijven we onze voelsprieten uitzetten om te kijken of en op welk gebied we duurzaamheidsinitiatieven zouden kunnen initiëren. De voor komend jaar geformuleerde doelstellingen en geformuleerde acties in het actieoverzicht zijn dusdanig opgesteld dat deze ook haalbaar moeten zijn. Ondanks de goede wil en bereidheid van veel partijen zullen we, zoals al meerdere keren in deze rapportage aangegeven, in 2013 zeer zeker rekening moeten gaan houden met de huidige economische situatie. Acties inzetten en ideeën uitwerken kosten in beginstadium tijd, inspanning en dus geld dat op de langere termijn zeer zeker weer terugverdiend wordt. De vraag is echter of men bereid is het benodigde geld vanwege de huidige economische situatie op korte termijn uit te geven.
19