1
Lessenserie Netwerken handleiding Landelijk Stimuleringsproject LOB in het mbo
2
LESSENSERIE NETWERKEN . HANDLEIDING
Inleiding In Focus op Vakmanschap is opgenomen dat Loopbaan Oriëntatie en Begeleiding (LOB) en beroepskeuzevoorlichting een stevige impuls moeten krijgen. Daarnaast vormt het document ‘Loopbaan en Burgerschap in het mbo’ de basis waarop loopbaanoriëntatie en -begeleiding vorm en inhoud krijgt in de mbo-instellingen. Vanaf september 2010 werkt een groot aantal mbo-instellingen vanuit het Stimuleringsproject LOB in het mbo aan de verbetering van LOB. MBO Diensten voert dit project uit in opdracht van OCW. DE JUISTE BEROEPSKEUZES Loopbaanoriëntatie en -begeleiding geeft een student meer inzicht in zijn eigen kwaliteiten, zijn mogelijkheden en drijfveren. Zo helpt LOB een student bij het maken van de juiste opleidingsen beroepskeuzes. Uit onderzoek blijkt dat jongeren behoefte hebben aan meer begeleiding op dit vlak. Concreet gaat het bij LOB om het ontwikkelen van vijf loopbaancompetenties (zoals opgesteld door Marinka Kuijpers): Capaciteitenreflectie Motievenreflectie Werkexploratie Loopbaansturing Netwerken
OVER DE LESSENSERIE NETWERKEN Naast het ontwikkelen van visie en beleid in eigen onderwijsorganisatie, professionalisering van docenten om waardevolle reflectiegesprekken te voeren met de student, wordt er door kennisdeling en ontwikkeling gewerkt aan de gewenste verbetering. In het kader van verdere ontwikkeling is er door de kerngroep, door Ilse Hartgers, gewerkt aan de realisering van deze lessenserie. De boekjes, oefeningen en andere materialen zijn dan ook vrij te gebruiken door iedereen die het onderwerp LOB een warm hart toe draagt en door middel van het leren netwerken door studenten, een constructieve bijdrage wil leveren aan de loopbaan van de mbo-studenten. TOT SLOT Ik wens iedereen succes en veel plezier bij het inzetten van deze lessenserie. Mocht je zelf een instrument hebben dat het delen waard is, laat het ons weten! Dan kunnen we vanuit het project eventuele ondersteuning realiseren. Namens alle projectbetrokkenen, Fieny Peerboom Projectleider MBO Diensten
LESSENSERIE NETWERKEN . HANDLEIDING
3
Voorwoord Voor u heeft u de handleiding netwerken. Deze handleiding is het eerste deel van de lessenserie Netwerken. In totaal bestaat deze lessenserie uit vijf aparte onderdelen die elk te downloaden zijn. De vijf onderdelen zijn: Handleiding Thema 01: Wat is netwerken? Thema 02: Waarom netwerken? Thema 03: Hoe netwerk je? Bijlagen In de handleiding wordt informatie gegeven over netwerken. Deze informatie is te gebruiken als achtergrond informatie bij de drie thema’s : wat is netwerken, waarom netwerken en hoe netwerk je. In elk thema boekje worden een aantal werkvormen beschreven waarbij studenten ervaringen opdoen en of vaardigheden verwerven rondom een thema dat gerelateerd is aan netwerken. Bij sommige werkvormen wordt verwezen naar bijlagen, deze bijlagen zijn apart te downloaden. Overzicht inhoud themaboekjes: Thema 01: Wat is netwerken? In dit themaboekje zijn werkvormen opgenomen die ingaan op de vraag: ‘wat is netwerken’. Er zijn werkvormen opgenomen waarbij studenten hun beeld bij het begrip netwerken verkennen en ook werkvormen waarbij studenten zelf aan de slag gaan met hun eigen netwerk. Thema 02: Waarom netwerken? In dit themaboekje ‘waarom netwerken’ zijn vooral werkvormen opgenomen waardoor studenten op een meer bewuste manier gebruik gaan maken van hun netwerk. Er komen verschillende onderwerpen aan bod, zoals: oefenen met presenteren, voorbereiding op het beroep, inzicht in het netwerk. Thema 03: Hoe netwerk je? In dit themaboekje worden werkvormen beschreven waarbij de student bezig gaat met vaardigheden die nodig zijn om goed te kunnen netwerken.
LESSENSERIE NETWERKEN . HANDLEIDING
Inhoudsopgave 02 Inleiding 03 Voorwoord 05
Handleiding
06
Gesprekscirkel
07 Werkvormen 08
Thema 01:
Wat is Netwerken?
10
Thema 02:
Waarom Netwerken?
12
Thema 03:
Hoe netwerk je?
19 Bronnen
COLOFON Samengesteld:
Ilse Hartgers
Landelijk Stimuleringsproject LOB in het mbo
Redactie:
Ravestein & Zwart
Vormgeving:
Atelier Chênevert, www.atelierchenevert.nl
Uitgebracht door: Landelijk Stimuleringsproject LOB in het mbo www.lob4mbo.nl Mei 2014 Dit magazijn is voor iedereen vrij te gebruiken, met bronvermelding.
4
LESSENSERIE NETWERKEN . HANDLEIDING
5
Handleiding Binnen het mbo ontwikkelen studenten vijf loopbaancompetenties. Netwerken is een van deze competenties. De vijf loopbaancompetenties zijn:
MOTIEVENREFLECTIE Het nadenken over wensen en waarden die van belang zijn voor je eigen loopbaan. Het gaat om bewustwording van wat je eigenlijk belangrijk vindt in je leven, wat je voldoening geeft en wat je nodig hebt om prettig te kunnen werken.
KWALITEITENREFLECTIE Het nadenken over wat je (niet) kunt en hoe je dit kunt gebruiken in je loopbaan. Je reflecteert op je eigen eigenschappen, competenties, vaardigheden, et cetera, en je kunt feedback vragen aan anderen over je kwaliteiten.
WERKEXPLORATIE Het onderzoeken van eisen en waarden in werk en de mogelijkheden om te veranderen van werk. Je gaat op zoek naar werk(zaamheden) waarin jouw persoonlijke waarden overeenkomen met de normen en waarden die in dat werk gelden en waarin jouw kwaliteiten aansluiten bij de ontwikkelingen die in dat werk voorkomen.
LOOPBAANSTURING Het plannen, beïnvloeden en bespreken van je leren en werken gericht op loopbaanontwikkeling.
NETWERKEN Contacten opbouwen en onderhouden op de arbeidsmarkt gericht op je loopbaanontwikkeling. Je kunt netwerkcontacten gebruiken om op de hoogte te blijven van ontwikkelingen, van werkmogelijkheden en om feedback te krijgen op je eigen functioneren (Kuipers, 2008).
GESPREKSCIRKEL Marika Kuipers (2008) ontwikkelde aan de hand van deze loopbaancompetenties een gespreksmodel (zie figuur 1) met als doel een meer gerichte sturing op talent ontwikkeling van mbo-studenten.
6
LESSENSERIE NETWERKEN . HANDLEIDING
Gesprekscirkel ERVARING Waar was je trots op? Wat heeft indruk op je gemaakt? Wat kon je niet los laten? Wanneer voelde je je super/rot? KEUZE Wat is een relevante vervolgstap gezien leervraag of prestatiedoel? (binnen of buiten de school) Wat is nog nodig om tot een goede keuze voor sector of opleiding te komen? NETWERKEN Wie heb je nodig voor onderzoek over jezelf of werk dat bij je past/ om iets uit te proberen of te bewijzen? Wie zit er in je netwerk? Hoe ziet je netwerk er uit (kwaliteit/ kwantiteit) Hoe ga contact leggen? Wat doe je om contact te houden met mensen in je netwerk?
KWALITEITENREFLECTIE Wat deed je hierin heel goed? In welke situatie (binnen of buiten school) deed je dit ook heel goed? Ben je hier altijd al goed in geweest? Hoe noem je deze kwaliteit? Laten interpreteren van eigen kwaliteit/motief
ZELFBEELD NETWERKEN WERK/ OPLEIDINGSBEELD TOEKOMSTBEELD PRESTATIEBEWIJS
LOOPBAANSTURING Wat wil je onderzoeken over jezelf/werk? Wat wil je uitproberen, leren en bewijzen? Welke activiteit/ervaring is daar voor nodig (binnen of buiten de school)? Hoe kun je dit organiseren? Waar zit de uitdaging in? Wat is je volgende stap en waar moet het toe leiden (toekomstbeeld)? Wat is er voor nodig om een goede keuze te maken? Hoe hebben eerdere keuzes/activiteiten uitgepakt?leervraag\prestatiedoel
MOTIEVENREFLECTIE Wat maakte deze ervaring bijzonder? Wat raakte jou? Herken je dit in andere situaties? Wat zegt dat over wat jij belangrijk vindt? Hoe zou je deze waarde/ambitie/ leerregel /toekomstdroom willen noemen? Is wat je wilt ook wat je kunt of andersom?
WERKEXPLORATIE Doorvragen Hoe ziet het werk/de opleiding er uit? wat moet je doen/kunnen/willen? wat zijn moeilijke aspecten/dilemma’s hoe wordt hier mee omgegaan? wat zijn uidagingen/ontwikkelingen? wat zou je nog meer te weten kunnen komen? wat trekt je aan in dit werk/opleiding en in welk ander werk/opleiding komt dit ook voor? Kun en wil jij dit werk/deze opleiding doen? Welke werkzaamheden passen het beste bij jou? Laten interpreteren van werkzaamheden die passen.
LESSENSERIE NETWERKEN . HANDLEIDING
7
Werkvormen In deze lessenreeks over netwerken staan beschrijvingen van werkvormen. Deze werkvormen zijn veelal ervaringsgericht. Bij het gebruik van de werkvormen is het belangrijk studenten vooraf goed te instrueren. Vooral ervaringsgerichte werkvormen kunnen ‘eng’ gevonden worden en roepen daardoor nodeloos veel weerstand bij de studenten op. Daarom toch maar even een aantal spelregels (ook al zijn het vast ‘open deuren’):
SPELREGEL 1 Als je met een nieuwe werkvorm start, geef daarvoor dan heldere informatie.
SPELREGEL 2 Geef studenten informatie over de volgende zaken: • Wat is het doel? Of wat is het beoogde effect? • Met wie voer ik de werkvorm uit? • Wat is het resultaat van deze werkvorm? • Wanneer wordt de werkvorm uitgevoerd, hoe lang, enzovoort? • Hoe moet de werkvorm uitgevoerd worden? • Hoeveel tijd heb ik? • Wat is het resultaat?
SPELREGEL 3 Geef studenten de gelegenheid om vragen te stellen. Sluit af met de vraag of iedereen nu precies weet wat hij moet doen. Denk ook bij het wisselen van werkvorm aan het geven van de benodigde informatie.
THEMA’S In deze reeks komen de volgende thema’s aan bod: Thema 01 Wat is netwerken? Thema 02 Waarom netwerken? Wat wil je bereiken met je netwerk? Wie zitten er in je netwerk? Netwerkonderhoud Thema 03 Hoe netwerk je? Wat moet je kunnen om goed te netwerken?
THEMA 01 WAT IS NETWERKEN?
8
Wat is netwerken? De juiste mensen kennen... daar kom je verder mee. Netwerken is dé manier om goed op de hoogte te blijven van wat er speelt, wat nieuwe ontwikkelingen zijn. Het is ook dé manier om aan een nieuwe baan te komen. Twee weten nu eenmaal meer dan één. Verder kun je door een gesprek ook op andere nieuwe gedachten worden gebracht. Maar: wat is netwerken nu precies? Hoe doe je het? En wat moet je wel en niet doen?
De netwerkgedachte trouw blijvend, is deze lessenserie is een eerste aanzet. Zou het niet passend zijn als deze lessenserie het bindmiddel vormt in het ontstaan van een netwerk over ervaringen in het aanleren van netwerken bij studenten? Immers: samen ben je sterk! Netwerken kan kort samengevat worden als het leggen en onderhouden van contacten die nuttig kunnen zijn voor nu of in de toekomst. Van Dale geeft de volgende betekenis: net·werk (het; o) 1 op een net lijkend geheel: een netwerk van draden; (figuurlijk) een netwerk van intriges; iemands sociale netwerk alle mensen die hij kent en die hem ook kennen 2 (computer) een aantal aan elkaar gekoppelde computers net·wer·ken (netwerkte, heeft genetwerkt) 1 zijn best doen zoveel mogelijk invloedrijke mensen te leren kennen Toch is netwerken meer. Een netwerk is er namelijk niet alleen voor jou: het is ook de bedoeling dat anderen iets aan jou hebben. Het is een kwestie van geven en ontvangen, van elkaar helpen. Door bijvoorbeeld aan elkaar te denken als je iets hoort, zodat je de tip over een baan kunt doorspelen aan degene van wie je weet dat die baan goed past. De basis van een goed netwerk is vertrouwen. Het doel is het delen van kennis, informatie en contacten. De crux is dat je weet wat je wilt bereiken en hoe je je netwerk gebruikt, onderhoudt en uitbreidt. Netwerken roept soms negatieve associaties op. Het idee dat je contacten legt met het doel daar alleen maar beter van te willen worden overheerst dan. Er wordt in dat geval vergeten dat netwerken vooral is: kijken wat je aan elkaar kunt hebben en voor elkaar kunt betekenen. Én dat netwerken betekent: over leuke dingen met elkaar praten en elkaar vertellen waarvoor je belangstelling hebt.
THEMA 01 WAT IS NETWERKEN?
Netwerken is van alle tijden. Tegenwoordig lijkt heel veel alleen te gaan over digitaal netwerken, maar ook voor 2000 waren (de nu) digitale netwerken aanwezig, zij het in een andere vorm. Het op- en uitbouwen van je netwerk gaat vaak vanzelf. En ook al gaat dat laten groeien van jouw netwerk meestal automatisch, het blijft belangrijk om je ervan bewust te zijn wie er in jouw netwerk zitten, wat deze mensen in huis hebben en wat jouw eigen ambities zijn. Het is ook belangrijk dat je mensen ontmoet, opzoekt en investeert in die mensen die voor jou belangrijk kunnen worden of al zijn. Overal waar je komt, ontmoet je nieuwe mensen en daarmee nieuwe mogelijkheden. Je kunt je netwerk ook uitbreiden door een profiel aan te maken op netwerksites als Facebook en LinkedIn. Netwerken is overigens wel iets anders dan vrienden maken. Netwerken is investeren in anderen op basis van een doel dat je wilt behalen of een vraag die je beantwoord wilt hebben. Netwerken is dus niet (alleen) het onderhouden van contacten op vriendschappelijke basis. Er zijn waarschijnlijk – zonder dat je het beseft – genoeg mensen om jou heen waarmee je een relatie onderhoudt zonder dat je vrienden bent.
9
THEMA 02 WAAROM NETWERKEN?
10
Waarom netwerken? Het is niet realistisch te denken dat er voor alle vrijgekomen banen een vacature wordt uitgeschreven zodat het iedereen vrij staat te solliciteren. Veel banen worden onderling vergeven, omdat de juiste persoon voor die baan een bekende is. Veel werkgevers vinden dat prettig: ze weten wat diegene te bieden heeft. Je hebt dat misschien ook wel eens meegemaakt. Je hoorde van een vriend/vriendin dat er kassamedewerkers werden gezocht bij jouw plaatselijke supermarkt en jij was misschien op zoek naar een baantje. Het is bekend dat veel banen worden vergeven aan vrienden of bekenden. Trouwens: ooit een advertentie voor een voetballer in de krant zien staan?
WAT WIL JE BEREIKEN MET JE NETWERK? Netwerken in het wilde weg heeft weinig effect. Een beetje houvast maakt het contact leggen gemakkelijker. Houvast vind je door te weten wat je wilt bereiken en door te weten wat je te bieden hebt. Waar ben je goed in? Wat wil je ontwikkelen? Wat wil jij bijvoorbeeld over vijf jaar bereikt hebben? Wat wil je voor anderen kunnen betekenen? Nu? Over vijf jaar? Kortom: wat staat er op jouw netwerkverlanglijstje?
WIE ZITTEN ER IN JE NETWERK? Als je regelmatig sociale media gebruikt of veel online games speelt, kan het zijn dat je contactenlijsten uitgebreid zijn. Toch is het de vraag of je met vierhonderd ‘vrienden’ op Facebook vanzelfsprekend over een nuttig netwerk beschikt. Tegenwoordig wordt ook wel gesproken over sociaal kapitaal. Sociaal kapitaal verwijst naar hoe waardevol jouw sociale netwerk voor jou of anderen is. Het is zeker zinvol te onderzoeken met wie je nu bevriend bent en wat deze mensen jou te bieden hebben en jij hen. Welk van deze mensen ken je nu werkelijk? Wie van deze hebben een goede indruk van jou? Door het stellen van dergelijke vragen vallen er vast mensen af. Je houdt de mensen over die jou echt kennen en weten wie je bent. Ook na zo’n exercitie is je netwerk vast groter dan dat je denkt. Immers: de mensen uit jouw netwerk hebben ook weer een netwerk en ga zo maar door. Voordat je het weet heb je heel Nederland binnen je bereik. Werp dus eens een blik op je netwerk. Dit kun je doen door het te ordenen: breng je contacten onder in categorieën, zoals familie, opleiding, werk, sport enzovoort. De samenstelling van je netwerk is afhankelijk van dat wat je met je netwerk wilt. Als je ervaringen wilt delen binnen je vakgebied is een netwerk van gelijkgestemde professionals belangrijk. Over het algemeen is het zo dat binnen een hechter netwerk meer informatiedeling is. Er is dan ook meer sprake van onderlinge controle. Zo’n hecht netwerk
THEMA 02 WAAROM NETWERKEN?
11
kan vertrouwd voelen en goed zijn voor jouw zelfvertrouwen. Een opener netwerk met onafhankelijke, strategisch beheerde relaties biedt meestal meer kansen als je echt iets anders wilt, bijvoorbeeld als je op zoek bent naar een baan. Verken je (nu georganiseerde) netwerk. Aan de hand van je doelen op korte en lange termijn kun je vragen formuleren: als ik X wil weten, in welke velden kan ik dan het beste zoeken? Als ik een baan in sector X wil, wie ken ik daar dan? Zo oefen je in het zoeken naar de juiste contacten.
NETWERKONDERHOUD Een netwerk verandert doorlopend. Dit komt doordat de netwerkleden niet altijd even belangrijk blijven. Vaak staan we daar niet echt bij stil. Voordat je het weet heb je zeshonderd contacten en weet je niet hoe je deze kunt onderhouden. Netwerkonderhoud kan veel opleveren: je zorgt ervoor dat je zelf betrokken blijft bij je eigen netwerk. Je kunt je netwerk onderhouden door betekenisvol te zijn. Stel jezelf daarom een aantal vragen: • Op welke manier onderhoud jij jouw netwerk? • Kun je daarvan een voorbeeld geven? • Wanneer heb je voor het laatst nieuwe mensen ontmoet die je beschouwt als deel van je netwerk? • Hoe heb je het contact gelegd? • Wat doe je daar vervolgens mee? • Hoe blijf je het onderhouden?
THEMA 03 HOE NETWERK JE?
12
Hoe netwerk je? Een goede netwerker verbindt mensen met elkaar. Een goede netwerker denkt aan anderen en kan advies vragen en geven. Maar hoe investeer je nou in anderen? Zomaar op iemand af stappen is niet voor iedereen even gemakkelijk. Iedereen kent dat wel, het ongemak van de eerste ontmoeting. Op een feestje is het vaak meer voor de hand liggend te blijven hangen bij vrienden en bekenden. Hoe houd je een gesprek gaande met een onbekende? Want voor een netwerk is het waardevol om nieuwe mensen te leren kennen en toe te voegen. Het is daarbij interessant dat het netwerk uit mensen bestaat met verschillende achtergronden, afkomst, ervaringen, et cetera.
Bij netwerken gaat het over het leggen van contacten met een specifiek doel. Realiseer je bij elke kennismaking dat de eerste indruk ook het meeste indruk maakt op die ander. Bereid je dus altijd voor, want elk contact is waardevol. Kleed je goed, zie er verzorgd uit. Kortom wees je bewust van wat je zegt en laat je zien. Weet ook wat je te bieden hebt. Het gaat bij netwerken over het aangaan van contacten en ook over het onderhouden daarvan. Wat komt daar bij kijken? In de volgende paragrafen gaan we daarop in.
CONTACT LEGGEN In de praktijk blijkt dat lang niet iedereen een concreet antwoord kan geven op de vraag wat je moet kunnen om een goede netwerker te zijn. Je kunt door verschillende brillen naar netwerkvaardigheden kijken. De bril waarbij je alleen kijkt naar sociale vaardigheden (Hoe creëer je een goede sfeer? Hoe presenteer jij jezelf?). En de bril waarbij je kijkt naar onzichtbare principes. Zoals de neiging contacten te leggen met degenen die ons aardig lijken of tot wie wij ons aangetrokken voelen.
ONTZICHTBAREPRINCIPES: ONS KENT ONS Nu is het wel zo dat het erg menselijk is te oordelen over anderen en op basis van deze oordelen uit te kiezen met wie je contact zoekt. Waar let je op, als je iemand ontmoet? Net als iedereen heb jij je vooroordeel al klaar zodra je iemand ziet. Je vult automatisch je eigen checklist in, of je het wil of niet. Je kunt het oordeel van deze checklist waarschijnlijk niet een-twee-drie onder woorden brengen, maar het zal iets zijn van ‘aardig/niet aardig’, ‘mooi/niet mooi’, ‘interessant/saai’, ‘belangrijk voor mij/ onbelangrijk voor mij’. Deze checklist is afhankelijk van de situatie. Als je iemand ontmoet tijdens het uitgaan, let je op andere dingen dan wanneer je iemand tijdens je werk ontmoet.
THEMA 03 HOE NETWERK JE?
13
De kunst is om je ervan bewust te zijn dat je de checklist invult op basis van iemands uiterlijk. Vaak wordt het vooroordeel ondergebracht bij de hoeveelheid mensenkennis. Ook al bestaat er zoiets als mensenkennis: het blijft onzin dat er in zo’n korte tijd een vooroordeel geveld wordt.
ZICHTBARE PRINCIPES: SOCIALE VAARDIGHEDEN Sociale vaardigheden kunnen helpen bij het uitstellen van een vooroordeel. Deze vaardigheden zijn een optelsom van verbale- en non-verbale vaardigheden. Je kunt nog zo’n vlotte babbel hebben, maar als je daarbij chagrijnig kijkt, maakt die blik meer indruk dan al jouw veelbelovende woorden. Non-verbale communicatie is belangrijk. Met jouw houding kan je woorden versterken of ondermijnen. Nu is bekend dat mensen die onzeker zijn over hun uiterlijk de neiging hebben die onzekerheid te vertalen naar hun houding. Diverse onderzoeken wijzen uit dat mooie mensen tevens als slimmer, aardiger en zelfs moreel beter gezien worden. Maar er is één belangrijke geruststelling: het is ook bewezen dat uitstraling een vergelijkbare uitwerking heeft als de uiterlijke schoonheid. Zo werkt uitstraling statusverhogend, waardoor je gesprekspartner jou wel ziet en naar je luistert. Verbale sociale vaardigheden toon je door goed te luisteren, interesse te hebben in de ander, hulpvaardig en nieuwsgierig te zijn en belangstelling te tonen. Er wordt tegenwoordig ook gesproken van flirten. Het gaat over het creëren van een goede sfeer tijdens een gesprek. Hoe doe je dat nou eigenlijk?
ZAKELIJK FLIRTEN Flirten op je werk wordt vaak geassocieerd met grensoverschrijdend gedrag. En toch kunnen we iets leren van de flirt. Tijdens een flirt is er altijd sprake van een goede sfeer. Want juist in een flirt laat je het beste van jezelf zien, in de hoop dat die ander daar op valt. Maar dan gaat het over jou als persoon, wat jij als persoon te bieden hebt. Bij netwerken gaat het over wat jij als professional te bieden hebt. Over dat je wilt opvallen als professional. Dit wordt ook wel ‘zakelijk flirten’ genoemd. Dit heeft niets te maken met het flirten op feestjes of waar dan ook. Het gaat niet over zwoele blikken, gevatte grapjes, uitdagende kleding. Bij zakelijk flirten gaat het over het creëren van een goede sfeer en over een enthousiaste en overtuigende presentatie van jezelf en de inhoud van je boodschap.
COMPLIMENTJES GEVEN Wat doe je dan precies? Open het gesprek met een luchtig onderwerp, wat wel een beetje past. Maak (wel gemeende) complimentjes waarmee je iemand niet verlegen maakt. Een gewonnen staatslot wordt gemakkelijk geïncasseerd. Daar kan iedereen zijn blijdschap bij tonen. Hetzelfde geldt voor een salarisverhoging. Met complimentjes ligt dat anders:
THEMA 03 HOE NETWERK JE?
14
de meeste mensen ontvangen graag een complimentje, maar vinden het moeilijk te laten zien dat ze blij zijn met het compliment. Je kunt de ontvanger helpen het compliment in ontvangst te nemen: simpelweg door er een vraag op te laten volgen. Zo’n compliment gevolgd door een vraag is voor de ontvanger namelijk gemakkelijker te ontvangen. Dus: ‘Goh, wat draag je mooie schoenen’, gevolgd door: ‘Waar heb je die gekocht?’ Ben jij de ontvanger van het compliment? En vergeet de gever een vraag te stellen? Dan kun je degene helpen door te bedanken voor het compliment. Je kunt dat bedankje laten volgen door een statement over datgene waarmee je gecomplimenteerd bent. Dus complimentgever: ‘Ik las je onderzoeksverslag. Prettig geschreven hoor.’ Jij: ‘Dank je. Ik vind het inderdaad erg belangrijk dat een tekst een beetje goed geschreven is.’ Probeer complimentjes te geven die aansluiten bij de ontvanger. Maar complimenteer mensen liever niet met iets waar ze nauwelijks zelf invloed op hebben. Het uiterlijk bijvoorbeeld. Ook niet over de afgevallen kilo’s. Later breng je daar iemand misschien mee in verlegenheid als blijkt dat de kilo’s er even zo vrolijk weer aanzitten.
LICHAAMSTAAL Het is belangrijk aandacht te hebben voor de lichaamstaal van de ander en voor die van jezelf. Armen en handen kunnen voelen als nutteloze, lastige ledematen: je weet vaak niet zo goed wat je ermee kunt tijdens een gesprek. Terwijl het belangrijk is gebruik te maken van je handen. Want gebaren ondersteunen je verhaal en maken het levendiger. Als je bovendien je handen gebruikt, ga je ook gemakkelijker praten. Gebruik gebaren wel met mate. Hele grote gebaren staan pompeus en stralen een streven naar dominantie uit. Vouw als het even kan je handen niet over elkaar. Leg ze ook niet over elkaar voor je buik. Dat oogt defensief. Hetzelfde geldt voor je armen over elkaar doen als je praat. Ook erg: met je handen in je zak voor een groep staan praten. Geroutineerde sprekers doen dat wel eens om hun routine te onderstrepen. Maar het straalt toch vooral achteloosheid uit. Bij flirten wil je juist dat de ander zich opgemerkt voelt. Ook niet doen: handen in de zij zetten. Kom maar op, lijkt dat te zeggen. Heb je moeite om je handen te gebruiken terwijl je praat? Probeer je dan wat vastigheid te geven door een glas vast te houden of een kopje.
JE VOETEN VERTELLEN EEN VERHAAL Aan de stand van je voeten valt af te lezen of je het leuk vindt om te praten met je gesprekspartner. Als je voeten gericht zijn naar de degene met wie je praat, heb je het naar je zin. Is dit niet het geval? Dan wil je liever weg. Hetzelfde geldt voor de positie waarbij een
THEMA 03 HOE NETWERK JE?
15
voet naar de spreker toewijst en de ander ervan weg. Ook dan wil je liever weg dan blijven. Mocht je in gesprek zijn met iemand die je niet zo mag, let dan op je voeten. Je geeft die persoon aandacht als je beide voeten naar hem toe laat wijzen.
SPIEGELEN Spiegelen doen we van baby af aan al. We bootsen gedrag na, of we willen of niet. Het is een manier om met lichaamstaal een band te smeden met elkaar. Wijken we af van het gedrag van de ander? Dan zit er kennelijk iets niet goed. Bij netwerkcontacten werk je bewust aan het opbouwen en bestendigen van een positieve relatie. In lichaamstaal: je volgt het gedrag van de ander zolang dat positief geduid kan worden. En als het gedrag negatief geduid kan worden, laat je omgekeerd gedrag zien. Het klinkt simpel, maar dat is het niet. Het gevaar bestaat dat als we bewust de ander gaan spiegelen, dat gekunsteld over kan komen. En dat wekt alleen maar irritatie op. Wat helpt is om altijd wat tijd te laten zitten tussen het gedrag van de ander en jouw volgend gedrag. Doe je dat niet, dan ga je weer imiteren. Luister aandachtig. Laat merken dat je de ander begrijpt en serieus neemt. Stel vragen en noem zo af en toe de naam van je gesprekspartner. Denk positief en gebruik humor. Wat je beslist niet moet doen… Verwacht niet dat je geholpen gaat worden. Als je niet de reactie krijgt die je had verwacht, ga dan na of je de vraag anders kunt formuleren. Wordt niet ‘onecht’, of doe niet net alsof je interesse in de ander hebt. En ga beslist niet roddelen! Kwaadspreken over anderen keert zich uiteindelijk altijd tegen je.
JEZELF PRESENTEREN: ZO DOE JE DAT! Zet jezelf eens in de schijnwerpers. Weten wat je kunt en weten wat je wilt is bij netwerken belangrijk. Het geeft je brandstof voor een gesprek. In verschillende branches is pitchen belangrijk. Een pitch is een (verkoop) praatje over jezelf, waarmee jij de interesse wekt van je toehoorders. Om goed te pitchen, zijn onderstaande aanwijzingen handig: • Houd je pitch kort: maximaal dertig seconden of honderd woorden. Zo snel bepaalt je gesprekspartner of hij geïnteresseerd is in meer. • Bedenk een opening waardoor je de aandacht van de ander vangt. Bedenk bijvoorbeeld
THEMA 03 HOE NETWERK JE?
•
• • • •
16
een prikkelende stelling. Ga in op de specifieke behoefte van de ander. Sluit met jouw pitch dus aan bij de doelgroep of organisatie. Een pitch is maatwerk. Vragen die helpen je te verplaatsen in een ander zijn: ‘Herken je…?’, ‘Heb je ook…?’, ‘Klopt het dat…?’ Bij een bevestigende reactie kun je vervolgens vertellen wat jij daarvoor te bieden hebt. Houd contact: blijf goed kijken of je gesprekspartner nog geïnteresseerd is. Gebruik eenvoudige taal. Houd het persoonlijk: praat over jezelf, niet over ‘wij’ en ‘ons bedrijf’. Toon je enthousiasme. Sluit je verhaal af met een uitnodiging voor een vervolg.
CONTACTEN ONDERHOUDEN OP DE WERKVLOER Contacten onderhouden op de werkvloer is belangrijk. Het vergroot je werkplezier en bovendien kunnen deze contacten erg nuttig zijn. Je kunt er immers veel van leren tijdens het werk. Jammer genoeg gaat samenwerken niet altijd vanzelf. Het overkomt ons allemaal: je werkt ineens samen met een collega die altijd denkt het beter te weten. Of een collega die de baas speelt en opdrachten geeft. Irritaties zijn dan niet van de lucht en ook die zijn vaak lastig te bespreken. Voor dat je het weet groeit er zoveel weerstand dat plezier in werk ver te zoeken is. In het onderhouden van contacten is voorkomen dus beter dan genezen. Maar hoe doe je dat nou eigenlijk?
ROLVERDELING Binnen samenwerken is een duidelijke rolverdeling belangrijk. Problemen in de samenwerking kunnen ook herleid worden naar onduidelijkheid over de rolverdeling. Of naar een rolverdeling die je zelf gekozen hebt, maar waarmee je eigenlijk niet blij bent, bijvoorbeeld omdat je in een afhankelijke rol zit. Door vragen te stellen laat je zien dat je zelfstandig bent. Je toont dat je goed kunt inschatten wat het werk nu eigenlijk echt van jou vraagt. Je stelt je afhankelijk op als je niet zelfstandig bent. Je neemt dan geen eigen initiatieven binnen jouw taakgebied en vraagt regelmatig naar de bekende weg. Ga eens voor jezelf na: • Wat is nu eigenlijk jouw taak? • Welke rol vervul jij binnen jouw organisatie?
THEMA 03 HOE NETWERK JE?
17
COMMUNICATIE Communicatie is de manier waarop je contact maakt én onderhoudt op de werkvloer. Om te kunnen samenwerken moet je communiceren. Tijdens het samenwerken heb je samen de verantwoordelijkheid voor deze samenwerking. Vaak zijn irritaties te herleiden naar misverstanden of het niet goed begrijpen van elkaar. Enkele stokoude communicatietips kunnen je helpen dit te voorkomen.
TACTIEK: MET LSD NAAR SMART LSD staat voor: Luisteren, Samenvatten en Doorvragen. Door te luisteren hoor je wat de ander te vertellen heeft. Belangrijk is dan wel een onderscheid te maken in hetgeen de ander zegt en jouw gedachten of gevoelens daarbij. Belangrijk is dat je oordeelvrij kunt luisteren. Door samen te vatten wat die ander zegt ga je na of je de ander goed begrepen hebt. Je vraagt door om samen tot de kern te komen. Samenwerken doe je alleen omdat je een gezamenlijk doel of resultaat voor ogen hebt. Bij resultaatgericht werken is een aantal vragen belangrijk: • Wat is het einddoel? • Wat gaat er beter of wat gaat veranderen? • Met welke redenen gebeurt dit? • Wanneer moet het klaar zijn? • Wie is waar verantwoordelijk voor?
LUISTEREN Luisteren is een onderdeel van de communicatie. Ook luisteren vereist lichaamstaal. Je zit actief, je houdt oogcontact, je knikt begrijpend of fronst licht de wenkbrauwen als je iets niet begrijpt. Soms is dat al voldoende om iemand het gevoel te geven dat hij gehoord is. Ook verbaal kun je al heel veel doen: af en toe te hummen of vragend ‘ja’ zeggen bijvoorbeeld. Je kunt het verhaal aan de gang houden door af en toe te laten blijken dat je meeleeft. ‘Wauw, niet gering. En toen?’ of ‘Ik kan me goed voorstellen dat je schrok. Hoe reageerde hij?’ Empathie tonen, als het ware. Die blijken van empathie moet je wel ondersteunen met een licht bezorgde blik, een frons, licht vooroverbuigen en wat handgebaren. Met andere woorden: empathie is niet zielloos hummen. Empathie is meeleven. Veel vrouwen zijn er meester is. Veinzen ze dan? Absoluut niet. Op dat moment leven ze ook echt mee met de ander. Mannen kunnen het vaak minder. Die zijn erg gericht op snel scoren en hebben dus hun antenne voortdurend ook op de omgeving gericht. En dan krijgt de gesprekspartner niet de aandacht die hij of zij verdient.
THEMA 03 HOE NETWERK JE?
18
Verbaal kun je nog meer doen door je gesprekspartner actief te volgen. Leg daar als het even kan ook wat emotie in: ‘Zo, dus je zoon voetbalt bij FC Groningen. Trots zeker?’ De theorie geeft aan dat je de spreker ook moet samenvatten. Dat is in zakelijke conversaties inderdaad belangrijk. Maar wie wat wil flirten, doet er goed aan z’n gesprekspartner niet samen te vatten: ‘Akkoord, je vertelde dat je zoon in jouw ogen een begenadigd voetballer is en nu op proef in de selectie van FC Groningen speelt. Je gaf aan daar blij mee te zijn.’ De sprankeling waar je al flirtend zo hard aan werkt, is dan al snel weg. Wanneer je je gesprekspartner positief wilt stemmen, kun je hem vertellen dat hij een kanjer is. Effectiever is om even naar hem te glimlachen of belangstellend te knikken als hij wat vertelt. Draai het maar eens om. Bedenk dat niets zo fnuikend is als wanneer je iemand wat vertelt en hij of zij geeft op geen enkele manier sjoege. Je boeit niet. ‘Gisteren was ik bij zo’n leuke workshop...’ zegt Jan. Waarop Klaas reageert met ‘Zit er nog koffie in die kan?’ Dat doet pijn. Je voelt dat haast fysiek. Omgekeerd: ‘Gisteren was ik bij zo’n leuke workshop...’ zegt Jan. Waarop Klaas reageert met ‘Vertel, waar ging het over?’ waarbij hij ook nog eens belangstellend licht naar Jan toe neigt en hem een warme glimlach schenkt. Heus, Jan gunt de volgende vijf opdrachten aan Klaas.
19
LESSENSERIE NETWERKEN . HANDLEIDING
Bronnen Film
zoekterm
bronnen
Netwerken
YouTube-filmpje waarin het principe van netwerken wordt geïllustreerd: http://www.youtube.com/watch?v=SDrMr6jHrOc YouTube-filmpje waarin de principes van netwerken worden uitgelegd: http://www.youtube.com/watch?v=y8y60gOMf5g
Websites
Non-verbale communicatie
http://nl.wikipedia.org/wiki/Non-verbale_ communicatie
Vintage Networking Netwerken hoe doe je dat?
www.carrieretijger.nl
Netwerken werk!
www.intermediair.nl
20