Lastige woorden
5.1
Wonen en werken
de tentoonstelling Een verzameling van bijzondere dingen. Mensen kunnen dit komen bekijken.
de modeontwerper Iemand die voor zijn beroep kleding bedenkt en laat maken.
de diamantwinkel Een winkel waar ze mooie en dure sieraden verkopen en vaak ook maken.
de artiest Iemand die optreedt. Bijvoorbeeld in een circus of op het toneel.
de presentator Iemand die een programma op de televisie of radio leidt. Hij praat met de gasten en vertelt steeds wat er gaat gebeuren.
de zorg Alles wat wordt gedaan voor zieke of oude mensen.
Wijzer door de wereld 6 © Wolters-Noordhoff
227482_WDDW2_KB6.indb 15
27-06-2008 14:05:45
Lastige woorden
5.2
Zee en natuur
het Groene Hart Midden in de Randstad ligt het Groene Hart. Daar is nog veel landbouwgrond.
N W
O Z
D
S
T
A
R A N D
de Randstad Het gebied waar de belangrijkste grote steden van Nederland liggen (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht).
GROENE HART
0
het Westland Het gebied in ZuidHolland waar veel kassen zijn.
het bloemencorso Een optocht van wagens die heel mooi zijn versierd met bloemen.
de tuinders Mensen die voor hun beroep planten, bomen, bloemen en groenten kweken. Je noemt ze ook wel: kwekers.
de veiling Een plaats waar mensen spullen kunnen kopen. Wie het meeste wil betalen, koopt de spullen.
de verkoopplaats Een plaats waar mensen van alles kunnen kopen en verkopen. Bijvoorbeeld een markt.
de kustwacht Mensen die in de gaten houden of er op zee en aan de rand van de zee geen ongelukken gebeuren.
25 km
Wijzer door de wereld 6 © Wolters-Noordhoff
227482_WDDW2_KB6.indb 16
27-06-2008 14:05:47
Lastige woorden
5.3
Varen en vliegen
de sleepboot Een boot die een zeeschip naar de goede plaats brengt.
de loods Iemand die schepen veilig in en uit een haven brengt. Hij gaat aan boord bij de schepen en zegt hoe ze moeten varen.
inchecken Voordat je in een vliegtuig stapt, moet je je ticket laten zien en je koffer inleveren.
de douane Mensen die in de gaten houden wie het land in en uit gaan.
het bagageruim Een ruimte onder in het vliegtuig waar de koffers in worden gestopt.
de lopende band Een bewegende band waarop de koffers worden gelegd. Iedereen moet zijn eigen koffer hier vanaf halen.
de container Een grote bak om goederen in te vervoeren. de exportgoederen Goederen die aan het buitenland worden verkocht. Bijvoorbeeld bloemen, groente en fruit.
Wijzer door de wereld 6 © Wolters-Noordhoff
227482_WDDW2_KB6.indb 17
27-06-2008 14:05:49
Lastige woorden
6.1
Nederland: polderland
het polderland In Nederland zijn veel polders. We zeggen: Nederland is een polderland.
W
Wieringermeer Noordoostpolder
k dij
trib
Oostelijk Flevoland Zuidelijk Flevoland 0
de waterbouw kundige Iemand die heel veel verstand heeft van rivieren en dijken en van het droogmaken van land.
O Z
u Ho
de Afsluitdijk De dijk die het IJsselmeer en de Waddenzee van elkaar scheidt. Je kunt erover van Noord-Holland naar Fryslân rijden.
sl
Af
N
ijk
d uit
25 km
de waterstand De hoogte van het water. Als het lang niet heeft geregend, is de waterstand lager dan normaal.
de droogmakerij Een stuk land dat drooggemaakt wordt met behulp van dijken, pompen of molens. het gemaal Een pomp of molen. Hij zorgt ervoor dat het water in de grond precies op de goede hoogte staat.
Wijzer door de wereld 6 © Wolters-Noordhoff
227482_WDDW2_KB6.indb 18
27-06-2008 14:05:50
Lastige woorden
6.2
De Deltawerken
N W
O
ee
oo
rd
z
Z
N
de Deltawerken Alle dijken en dammen die in Zeeland en Zuid-Holland zijn gebouwd om het water tegen te houden. de zee-arm Een stuk van de zee dat uitloopt in een land. De Westerschelde is een zee-arm.
0
10 km
de zeevis Een vis die leeft in zout water. Bijvoorbeeld de schol en de haring. de mossel Een klein dier dat in zee in een zwarte schelp leeft. de oester Een dier in een schelp, dat in het water leeft. het toeristen seizoen De tijd van het jaar waarin veel mensen op vakantie gaan. Bijvoorbeeld: de zomervakantie.
Wijzer door de wereld 6 © Wolters-Noordhoff
227482_WDDW2_KB6.indb 19
27-06-2008 14:05:52
Lastige woorden
6.3
Ruimte voor de rivier!
de Rijn De belangrijkste rivier in Nederland. Hij begint in Zwitserland en stroomt naar de Noordzee.
het bergstroompje Een klein riviertje in de bergen.
de zomerdijk De dijk die het dichtst langs de rivier staat. In de zomer staat het water laag en blijft het binnen de zomerdijken.
de winterdijk de zomerdijk
de winterdijk De dijk die het verst weg staat van de rivier. In de winter staat het water hoog en stroomt het tot de winterdijk. de uiterwaard Het stuk land tussen de zomer- en de winterdijk. Je noemt het ook wel: buitendijks land. het binnendijkse land Het land dat achter de dijken ligt.
het binnendijkse land
de uiterwaard of binnendijks land
Wijzer door de wereld 6 © Wolters-Noordhoff
227482_WDDW2_KB6.indb 20
27-06-2008 14:05:56
Samenvatting
5
1 Wonen en werken Steden in de Randstad: Amsterdam is de hoofdstad van Nederland. Je vindt er musea, theaters, hotels en diamantwinkels. IJmuiden heeft een belangrijke vissershaven. Er staat ook een groot staalbedrijf. Het bedrijf heet: Corus. Vanaf 1976 is de stad Almere gebouwd. Veel mensen uit Almere werken in Amsterdam. In Hilversum vind je het mediapark. Daar worden programma’s gemaakt voor radio en televisie. In Utrecht vind je de Jaarbeurs. In grote hallen kunnen bedrijven hun nieuwe producten laten zien. Het treinstation in Utrecht is het grootste van Nederland. In Den Haag werkt de regering van Nederland. In West-Nederland wonen 7 miljoen mensen. In totaal zijn er 16 miljoen Nederlanders. Waar werken al die mensen? – In de handel: als handelaar of winkelier. – In de horeca: als kok of ober. – In het vervoer: als conducteur in de trein of chauffeur van een vrachtwagen. – Bij de overheid: als meester of juf. – In de zorg: als dokter of tandarts.
2 Zee en natuur Vlaardingen, Maassluis, Scheveningen, IJmuiden en Den Helder zijn belangrijke vissershavens. Vissers, handelaren en de visverwerkings-fabrieken verdienen geld aan de vis. De vis wordt gevangen met trawlers. In de marinehaven van Den Helder liggen de schepen van de Koninklijke Marine. De marine staat klaar bij oorlogen en bij rampen over de hele wereld. Het gebied waarin de vier grote steden Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht liggen, heet: de Randstad.
Wijzer door de wereld 6 © Wolters-Noordhoff
227482_WDDW2_KB6.indb 35
27-06-2008 14:06:09
Samenvatting
5 N W
O Z
A
D
R A N D
Het Westland is een tuinbouwgebied. Er zijn veel kassen. Over de rivieren in het Westland konden tuinders de groente snel vervoeren. In de kassen regelen computers het klimaat, zodat de oogst sneller groeit.
S
T
Het Groene Hart is een natuurgebied. Hier zijn de plassen van de Hollandse Venen en het Naardermeer.
GROENE HART
Achter de duinen tussen Leiden en Haarlem ligt de bollenstreek. Veel toeristen komen om de bollenvelden en de bloemencorso’s te bekijken. De bloemen, bloembollen en ook groenten worden op een veiling verkocht.
0
25 km
3 Varen en vliegen De haven van Rotterdam is de grootste zeehaven van Europa. Schepen met vracht voor heel Europa worden door sleepboten de haven in gesleept. Een loods zorgt ervoor dat een zeeschip veilig in de haven komt. Van Rotterdam naar Duitsland rijden goederen-treinen over de Betuwe-lijn. Veel goederen worden in containers vervoerd. Ze worden met hijskranen geladen op binnenvaartschepen, treinen en vrachtwagens. Tankers vervoeren alles wat vloeibaar is, zoals olie. Sommige goederen zoals kolen, gaan ‘los’ in het ruim van een schip. Dat noemen we: massagoed. invoer of import: goederen uit andere landen → Nederland uitvoer of export: goederen uit Nederland → andere landen doorvoer: goederen uit andere landen → Nederland → andere landen De douane controleert alle goederen die Nederland ingaan en uitgaan. Voor import en export moet worden betaald. Schiphol is onze grootste luchthaven. Export-goederen die snel bederven, gaan soms met een vliegtuig mee. Maar vervoer per vliegtuig is duur. Als je reist met een vliegtuig, moet je inchecken. Je krijgt dan een instapkaart. Je koffer gaat naar het bagageruim van het vliegtuig. Bij de douane moet je door een poortje. De douane kan dan zien of je niets in je handbagage hebt wat niet mag. Wijzer door de wereld 6 © Wolters-Noordhoff
227482_WDDW2_KB6.indb 36
27-06-2008 14:06:10
Samenvatting
6
1 Nederland: polderland In 1600 zijn er in Noord-Holland veel meren. Leeghwater bedenkt een plan om de Beemster droog te maken. Om de Beemster komt een ringdijk. Om de dijk ligt een ringvaart. De molens pompen het water in de ringvaart. Zo wordt de grond drooggemaakt: een droogmakerij. De grond wordt gebruikt voor landbouw. Dit heet nu een polder. Het is een stuk land waar mensen de waterstand regelen. De pompen van een gemaal pompen nu het water weg.
N
ijk
itd
slu
Af
W
O Z
Wieringermeer
u Ho
Noordoostpolder
k dij trib
Oostelijk Flevoland Zuidelijk Flevoland 0
25 km
In januari 1916 stormt het in Nederland. Het hoge zeewater breekt de dijken van de Zuiderzee: een watersnoodramp. Het plan van Cornelis Lely is uitgevoerd tussen 1927 en 1975: 1 dichtmaken van de Wieringermeer 2 bouwen van de Afsluitdijk 3 aanleg van de Noordoost-polder 4 aanleg van Oost-Flevoland en Zuid-Flevoland 5 aanleg van de dijk tussen Enkhuizen en Lelystad
2 De Deltawerken In 1953 is er nog een watersnoodramp. De zware storm en de springvloed zorgen langs de hele kust voor overstromingen. In Zeeland braken veel dijken door. Ze waren te laag en te zwak. Hierna werden alle wateren (zee-armen) tussen de Zeeuwse eilanden afgesloten. Er kwamen dammen. En in de Westerschelde werden de dijken hoger gemaakt. We noemen dit: het Deltaplan. De Deltawerken Haringvlietdam bestaan uit: • De Haringvlietdam. Brouwersdam • De Brouwersdam. Door deze dam is het Grevelingenmeer ontstaan. Er is geen eb en Oosterscheldekering Zeelandbrug vloed meer en het water is niet zout meer. • De Oosterschelde-kering. Dit is een storm vloedkering. Dat is een dam met schuiven die open en dicht kunnen. Bij harde storm vanuit zee en hoge vloed gaan de schuiven dicht. N
W
O
ee
N
oo
rd
z
Z
0
10 km
Wijzer door de wereld 6 © Wolters-Noordhoff
227482_WDDW2_KB6.indb 37
27-06-2008 14:06:11
Samenvatting
6
• De Zeelandbrug. Dit is de langste brug van Nederland. Hij ligt tussen Schouwen-Duiveland en Noord-Beveland. • Over de Westerschelde varen schepen naar Gent en Antwerpen. Eronder ligt: de Westerscheldetunnel.
3 Ruimte voor de rivier! De Rijn begint in de bergen van Zwitserland. In het voorjaar smelt de sneeuw. Er begint een bergstroompje. In het dal ontstaat een riviertje. Als het land vlakker wordt, stroomt de rivier minder snel. Er valt regen in de rivier en hagel en sneeuw. Er komen zijrivieren bij. De Rijn wordt zo breed en diep dat er binnenvaartschepen kunnen varen. In Nederland stroomt het water heel langzaam. Zand en stenen uit de bergen zinken naar de bodem. Bij Rotterdam stroomt de rivier in zee. In de winters van 1993 en 1995 was veel sneeuw gevallen. In het voorjaar regende het lang. Hierdoor was de Rijn in Zwitserland en in Duitsland al erg vol geworden. Ook andere rivieren raakten te vol. In Nederland liepen weilanden en dorpen langs de rivieren onder water. Bij hoog water stroomt het rivierwater over de lage zomerdijk. De winterdijk houdt het water tegen en beschermt het land erachter. Je noemt dat land: binnendijks land. Het overstroomde stuk noem je: uiterwaard.
1 zomerdijk 3 uiterwaard
2 winterdijk 4 binnendijks land
4 2 3
1
Het klimaat verandert langzaam. De winters worden natter. Er komen meer overstromingen. Dus de dijken moeten hoger worden. Of de rivier moet meer ruimte krijgen! In Nederland zijn langs rivieren plekken gemaakt waar de rivier mag overstromen. Vaak is dat natuurgebied of een plek voor recreatie.
Wijzer door de wereld 6 © Wolters-Noordhoff
227482_WDDW2_KB6.indb 38
27-06-2008 14:06:12
Herhalingsblad
5.1
Naam:
Beantwoord de vragen. Voor elke vraag staat naar welk plaatje in het boek je moet kijken.
1 LB 40-41 plaatje 1
2
Trek lijnen. Amsterdam IJmuiden Almere Hilversum Utrecht Den Haag
grootste station van Nederland vissershaven veel woon-werkverkeer werken de ministers mediapark hoofdstad van Nederland
Vul in: vrachtwagenchauffeur – dokter – agent – ober – winkelier. LB 42 plaatje 4
Waar werken ze?
beroep
handel horeca vervoer overheid zorg
3
Maak de zinnen af. Het gaat over de Randstad. LB 44 plaatje 3-4
De grote steden zijn: en
.
In het Westland zie je veel kassen. Dat noem je: In de bollenstreek verbouwt men veel In het Groene Hart vind je vooral
4
. en
.
en
.
Wat zie je niet in de haven van Rotterdam? Zet er een rondje om. LB 46-47 plaatje 1
5 LB 46-47 plaatje 1
sleepboot – loods – havenkantoor – douanepoortje – zeeschip – massagoed – containers – vliegtuig – binnenvaartschip – douane – tanker Trek lijnen. invoer goederen uit andere landen -> Nederland -> andere landen uitvoer goederen uit andere landen -> Nederland doorvoer goederen uit Nederland -> andere landen Wijzer door de wereld 6 © Wolters-Noordhoff
227482_WDDW2_KB6.indb 118
27-06-2008 14:06:59
Herhalingsblad
5.2
Naam:
blad 1
Pak blad 2. Maak de opdrachten.
1
a Kijk goed naar de treinkaartjes hieronder. Mehmed reist vaak met de trein. Weet jij waar Mehmed woont? Hij woont in . b Zoek op blad 2 de plaatsen op waar Mehmed heen is gereisd. Kijk naar het voorbeeld. Zet in de rondjes de letters B tot en met H. A
B
C
D
2
E
Den Haag – Alkmaar railrunner 2e klas
F
Den Haag – Utrecht railrunner 2e klas
G
Den Haag – Hilversum railrunner 2e klas
H
Den Haag – Leiden railrunner 2e klas
Den Haag – Zaandam railrunner 2e klas Den Haag – Schiedam railrunner 2e klas Den Haag – Schiphol railrunner 2e klas Den Haag – Amersfoort railrunner 2e klas
Zet de cijfers in de juiste rondjes op blad 2. 1
Spoor 1
14.00 uur
5
Spoor 5
Zoetermeer 2
Spoor 2
14.05 uur
Rotterdam 6
Spoor 6
Haarlem 3
Spoor 3
Spoor 4
14.02 uur
7
Spoor 7
14.08 uur
14.22 uur
Delft 8
Amsterdam
3
14.20 uur
Den Helder
Dordrecht 4
14.10 uur
Spoor 8
14.30 uur
Gouda
Teken met pijltjes de route op blad 2. Den Haag ‡ Amsterdam ‡ Utrecht ‡ Dordrecht ‡ Rotterdam ‡ Den Haag Wijzer door de wereld 6 © Wolters-Noordhoff
227482_WDDW2_KB6.indb 119
27-06-2008 14:07:00
Herhalingsblad
5.2
Naam:
blad 2
a
N W 0
O Z
25 km
Wijzer door de wereld 6 © Wolters-Noordhoff
227482_WDDW2_KB6.indb 120
27-06-2008 14:07:01
Herhalingsblad
6.1
Naam:
Beantwoord de vragen. Voor elke vraag staat naar welk plaatje in het boek je moet kijken.
1
Zet de cijfers op de juiste plek. LB 49 plaatje 1-4
2
Kies uit: 1 ringdijk 2 droogmakerij 3 ringvaart
Vul de juiste woorden in. LB 50 plaatje 5-6
Lely liet de
bouwen. De
veranderde toen in het
. Er werden nog meer dijken aangelegd
om de polders heen. Daarna pompte men het water binnen de dijken weg. Zo ontstond bijvoorbeeld de provincie
3
.
Wat is een gemaal? LB 51 plaatje 7-8
4
Vul de juiste woorden in. LB 53 plaatje 2
Na de
van 1953 bedacht men een slim plan.
Dit plan heette: het
. Tussen de eilanden in de provincie moesten grote
Alle
5
gebouwd worden.
langs de Westerschelde werden sterker gemaakt.
Hoe kunnen mensen overstromingen voorkomen? LB 57 plaatje 5-6
1 2 Wijzer door de wereld 6 © Wolters-Noordhoff
227482_WDDW2_KB6.indb 121
27-06-2008 14:07:02
Herhalingsblad
6.2
blad 1
Naam:
Pak blad 2. Je mag de kaart Flevoland, Zeeland en Nederland – hoog en laag gebruiken.
1
Schrijf de vetgedrukte letters op de juiste plek op de kaart. Noordoostpolder – Zuidelijk Flevoland – Oostelijk Flevoland – Wieringermeer
2
Waarop vissen de vissers? a In het IJsselmeer wordt gevist op spiering, snoekbaars en paling. Teken een spiering in het IJsselmeer. b In de Westerschelde wordt gevist op kokkels en garnalen. Teken een garnaal in de Westerschelde. c In de Oosterschelde worden oesters gekweekt. Teken een oester in de Oosterschelde. d In de Noordzee wordt gevist op schol en tong. Teken een schol in de Noordzee.
3
Teken een bootje bij ... a Middelburg b Lelystad
4
c Goes d Vlissingen
e Almere f Terneuzen
g Urk h Schokland
Schrijf de vetgedrukte letters op de juiste plek op de kaart. Afsluitdijk – Brouwersdam – Zeelandbrug – Oosterscheldekering
5
a In Middelburg staat de Lange Jan. Teken een toren bij Middelburg. b In Emmeloord staat de Poldertoren. Teken een toren bij Emmeloord. c In Vlissingen staat een watertoren. Teken een toren bij Vlissingen.
6
Kijk naar blad 2. Vul de getallen in. In de Noordoostpolder ligt het land
meter onder zeeniveau.
In de Wieringermeer ligt het land
meter onder zeeniveau.
In Zeeland zijn de duinen soms wel In Zuidelijk Flevoland ligt het land
meter hoog. meter onder zeeniveau.
Wijzer door de wereld 6 © Wolters-Noordhoff
227482_WDDW2_KB6.indb 122
27-06-2008 14:07:03
Herhalingsblad
6.2
Naam:
blad 2
– 1,6
15 + 27 +
–2 – 5,2
+ 26
– 4,5
+ 56 –5
–4
+ 49
+ 57 –6
+ 85
107 +
–5 + 31
+ 76
+ 64
+19
105 + + 69
+ 110 + 93
50 +
42 +
+ 49
N W 0
O Z
50 km
322 +
Wijzer door de wereld 6 © Wolters-Noordhoff
227482_WDDW2_KB6.indb 123
27-06-2008 14:07:05
Herhalingsblad
5.1
Naam:
Beantwoord de vragen. Voor elke vraag staat naar welk plaatje in het boek je moet kijken.
1 LB 40-41 plaatje 1
2
Trek lijnen. Amsterdam IJmuiden Almere Hilversum Utrecht Den Haag
grootste station van Nederland vissershaven veel woon-werkverkeer werken de ministers mediapark hoofdstad van Nederland
Vul in: vrachtwagenchauffeur – dokter – agent – ober – winkelier. LB 42 plaatje 4
Waar werken ze?
beroep
handel
winkelier ober vrachtwagenchauffeur agent dokter
horeca vervoer overheid zorg
3
Maak de zinnen af. Het gaat over de Randstad. LB 44 plaatje 3-4
4
Amsterdam , Den Haag, Rotterdam en Utrecht . In het Westland zie je veel kassen. Dat noem je: tuinbouw In de bollenstreek verbouwt men veel bloemen en bollen In het Groene Hart vind je vooral landbouw en recreatie De grote steden zijn:
. . .
Wat zie je niet in de haven van Rotterdam? Zet er een rondje om. LB 46-47 plaatje 1
5 LB 46-47 plaatje 1
sleepboot – loods – havenkantoor – douanepoortje – zeeschip – massagoed – containers – vliegtuig – binnenvaartschip – douane – tanker Trek lijnen. invoer goederen uit andere landen -> Nederland -> andere landen uitvoer goederen uit andere landen -> Nederland doorvoer goederen uit Nederland -> andere landen Wijzer door de wereld 6 © Wolters-Noordhoff
227482_WDDW2_KB6.indb 142
27-06-2008 14:07:15
Herhalingsblad
5.2
Naam:
blad 1
Pak blad 2. Maak de opdrachten.
1
a Kijk goed naar de treinkaartjes hieronder. Mehmed reist vaak met de trein. Weet jij waar Mehmed woont? Hij woont in
Den Haag . b Zoek op blad 2 de plaatsen op waar Mehmed heen is gereisd. Kijk naar het voorbeeld. Zet in de rondjes de letters B tot en met H. A
B
C
D
2
E
Den Haag – Alkmaar railrunner 2e klas
F
Den Haag – Utrecht railrunner 2e klas
G
Den Haag – Hilversum railrunner 2e klas
H
Den Haag – Leiden railrunner 2e klas
Den Haag – Zaandam railrunner 2e klas Den Haag – Schiedam railrunner 2e klas Den Haag – Schiphol railrunner 2e klas Den Haag – Amersfoort railrunner 2e klas
Zet de cijfers in de juiste rondjes op blad 2. 1
Spoor 1
14.00 uur
5
Spoor 5
Zoetermeer 2
Spoor 2
14.05 uur
Rotterdam 6
Spoor 6
Haarlem 3
Spoor 3
Spoor 4
14.02 uur
7
Spoor 7
14.08 uur
14.22 uur
Delft 8
Amsterdam
3
14.20 uur
Den Helder
Dordrecht 4
14.10 uur
Spoor 8
14.30 uur
Gouda
Teken met pijltjes de route op blad 2. Den Haag ‡ Amsterdam ‡ Utrecht ‡ Dordrecht ‡ Rotterdam ‡ Den Haag Wijzer door de wereld 6 © Wolters-Noordhoff
227482_WDDW2_KB6.indb 143
27-06-2008 14:07:17
Herhalingsblad
5.2
Naam:
blad 2
6
a
e 2
4 g c
d
h b
1 7
8
f
5
3
N W 0
O Z
25 km
Wijzer door de wereld 6 © Wolters-Noordhoff
227482_WDDW2_KB6.indb 144
27-06-2008 14:07:17
Herhalingsblad
6.1
Naam:
Beantwoord de vragen. Voor elke vraag staat naar welk plaatje in het boek je moet kijken.
1
Zet de cijfers op de juiste plek. LB 49 plaatje 1-4
Kies uit: 1 ringdijk 2 droogmakerij 3 ringvaart
2
1 3
2
Vul de juiste woorden in. LB 50 plaatje 5-6
Afsluitdijk veranderde toen in het IJsselmeer Lely liet de
bouwen. De
Zuiderzee
. Er werden nog meer dijken aangelegd
om de polders heen. Daarna pompte men het water binnen de dijken weg. Zo ontstond bijvoorbeeld de provincie
3
Flevoland
.
Wat is een gemaal? LB 51 plaatje 7-8
4
Een gemaal is een gebouw waarin machines staan. Ze pompen het water in de polder weg. Vul de juiste woorden in.
LB 53 plaatje 2
5
watersnoodramp van 1953 bedacht men een slim plan. Dit plan heette: het Deltaplan . Tussen de eilanden in de provincie Zeeland moesten grote dammen gebouwd worden. Alle dijken langs de Westerschelde werden sterker gemaakt. Na de
Hoe kunnen mensen overstromingen voorkomen? LB 57 plaatje 5-6
1 2
dijken hoger maken plekken maken waar het water heen kan als de rivier te vol wordt Wijzer door de wereld 6 © Wolters-Noordhoff
227482_WDDW2_KB6.indb 145
27-06-2008 14:07:18
Herhalingsblad
6.2
blad 1
Naam:
Pak blad 2. Je mag de kaart Flevoland, Zeeland en Nederland – hoog en laag gebruiken.
1
Schrijf de vetgedrukte letters op de juiste plek op de kaart. Noordoostpolder – Zuidelijk Flevoland – Oostelijk Flevoland – Wieringermeer
2
Waarop vissen de vissers? a In het IJsselmeer wordt gevist op spiering, snoekbaars en paling. Teken een spiering in het IJsselmeer. b In de Westerschelde wordt gevist op kokkels en garnalen. Teken een garnaal in de Westerschelde. c In de Oosterschelde worden oesters gekweekt. Teken een oester in de Oosterschelde. d In de Noordzee wordt gevist op schol en tong. Teken een schol in de Noordzee.
3
Teken een bootje bij ... a Middelburg b Lelystad
4
c Goes d Vlissingen
e Almere f Terneuzen
g Urk h Schokland
Schrijf de vetgedrukte letters op de juiste plek op de kaart. Afsluitdijk – Brouwersdam – Zeelandbrug – Oosterscheldekering
5
a In Middelburg staat de Lange Jan. Teken een toren bij Middelburg. b In Emmeloord staat de Poldertoren. Teken een toren bij Emmeloord. c In Vlissingen staat een watertoren. Teken een toren bij Vlissingen.
6
Kijk naar blad 2. Vul de getallen in.
4,5 meter onder zeeniveau. In de Wieringermeer ligt het land 5,2 meter onder zeeniveau. In Zeeland zijn de duinen soms wel 42 of 49 meter hoog. In Zuidelijk Flevoland ligt het land 4 meter onder zeeniveau. In de Noordoostpolder ligt het land
Wijzer door de wereld 6 © Wolters-Noordhoff
227482_WDDW2_KB6.indb 146
27-06-2008 14:07:19
Herhalingsblad
6.2
Naam:
blad 2
– 1,6
A
15 +
27 +
–2
Wm
– 5,2
+ 26
– 4,5
Np
+ 56 –5
OF
–4
ZF
+19
+ 49
+ 57 –6
+ 85
107 +
–5 + 31
+ 76
+ 64
105 + + 69
+ 110 + 93
50 +
B O
42 +
Z
zwart
+ 49
N W 0
O Z
50 km
322 +
Wijzer door de wereld 6 © Wolters-Noordhoff
227482_WDDW2_KB6.indb 147
27-06-2008 14:07:21
Verdiepingsopdracht
5.1
De haven van Rotterdam Wat ga je doen? Wat betekent: ‘De haven van Rotterdam is de poort van de wereld’? Je gaat dit uitzoeken met behulp van internet. Daarna schrijf je er een artikel over voor de schoolkrant. Je doet de opdracht alleen. Dit heb je nodig n een computer met internet n een pen en schrijfpapier n eventueel boeken uit het documentatiecentrum Aan de slag 1 Je zoekt op internet informatie over de haven van Rotterdam. Tik in: www.portofrotterdam.com. (‘Port’ is Engels voor ‘haven’ en ‘of’ is Engels voor ‘van’. Er staat dus eigenlijk: haven van Rotterdam.) 2 Zoek antwoorden op vragen zoals: – Wat zie je allemaal in de haven? – Werken er veel mensen in de haven? – Welke schepen komen er? Hoe groot zijn ze en waar komen ze vandaan? – Welke producten (spullen) worden allemaal vervoerd? – Waar komen de producten vandaan en waar gaan ze naartoe? – Hoe belangrijk is de haven van Rotterdam voor Nederland? En voor Europa? En voor de wereld? Weet je nu wat wordt bedoeld met: ‘De haven van Rotterdam is de poort van de wereld’? 3 Schrijf een artikel voor de schoolkrant. De titel is: De haven van Rotterdam: de poort van de wereld. Maak het artikel ongeveer één blaadje (A-4) lang. Wil je meer weten? Lees het Junior Informatieboekje Rotterdam ( 14) of het Informatieboekje De haven van Rotterdam ( 205).
Wijzer door de wereld 6 © Wolters-Noordhoff
227482_WDDW2_KB6.indb 172
27-06-2008 14:07:33
Verdiepingsopdracht
5.2
Legpuzzel van Schiphol Wat ga je doen? Eerst teken je een plattegrond van het hele gebied rondom een luchthaven. Daarna maak je er een legpuzzel van. Je doet de opdracht alleen. Dit heb je nodig n een stuk stevig papier/karton n tekenmaterialen en een schaar n een computer met internet of een plattegrond van Schiphol n plastic plakpapier of lamineerfolie Aan de slag 1 Zoek informatie op internet en tik in: www.schiphol.nl. Klik op Luchthaven Schiphol. Zoek dan op plattegronden. Als je al een plattegrond hebt, kun je deze stap overslaan. 2 Bekijk de plattegrond goed. Wat zie je allemaal? Wat betekenen de verschillende kleuren? 3 Je gaat nu zelf een plattegrond tekenen van Schiphol. Of van een vliegveld dat je zelf bedenkt. Teken bijvoorbeeld: – startbanen en landingsbanen – vertrekhal en aankomsthal – wegen en parkeerterreinen – winkels, hotels en restaurants – hangars (garage voor vliegtuigen) – busstation, treinstation, taxiplaatsen – opslagplaatsen voor spullen en bagage Bedenk eerst waar alles komt. Verzin voor elk onderdeel een kleur. Zet deze kleuren in een legenda. Teken eerst met potlood, dan kun je nog dingen veranderen. 4 Als je klaar bent, kleur je de plattegrond in. 5 Plastificeer of lamineer de tekening. 6 Teken lijnen voor de puzzelstukjes op de achterkant. Hoe kleiner je de stukjes maakt, hoe moeilijker de puzzel is. 7 Knip de stukjes uit. 8 Klaar? Puzzelen maar. Wil je meer weten? Lees het Mini Informatieboekje Schiphol (N237) of het Junior Informatieboekje Het vliegveld ( 146).
Wijzer door de wereld 6 © Wolters-Noordhoff
227482_WDDW2_KB6.indb 173
27-06-2008 14:07:33
Verdiepingsopdracht
5.3
Onderzoek over vervoer Wat ga je doen? Je onderzoekt hoe je snel, gemakkelijk en goedkoop van Amsterdam naar Rotterdam kunt reizen. Je schrijft de uitkomst in een mailtje aan je moeder. Je doet de opdracht alleen. Dit heb je nodig n een computer met internet of wegenkaarten, busboekje, treinboekje enzovoorts n een atlas n een computer met een mailprogramma en een printer Aan de slag 1 Kies een vervoermiddel. Denk aan: – over land: bus, trein, auto, fiets, taxi, te voet – over water: boot – door de lucht: vliegtuig 2 Bekijk de kaarten Noord-Holland, Zuid-Holland en Nederland – verkeer, wegenkaarten, busboekjes en treinboekjes. Of zoek op internet. Gebruik een zoekmachine als Google. Tik in: NS, openbaar vervoer, Schiphol, taxi en reisplanner. Hoe kun je met het vervoermiddel van Amsterdam naar Rotterdam reizen? Je beschrijft: – hoe lang de reis duurt – hoeveel de reis kost – of er nog andere kosten zijn, bijvoorbeeld voor de (fietsen)stalling of voor parkeren – hoe je moet reizen: waar moet je instappen, overstappen en uitstappen? Je kunt de informatie in een tabel zetten. 3 Kies nu een ander vervoermiddel en begin opnieuw. Doe dit zo bij vijf vervoermiddelen. 4 Heb je alle informatie? Welk vervoermiddel is het snelst, gemakkelijkst en goedkoopst? Kies dat uit. 5 Schrijf over de uitkomst in een mailtje aan je moeder. Leg uit waarom dat vervoermiddel het beste is. 6 Print het mailtje uit. Wil je meer weten? Lees de Mini Informatieboekjes Bussen (N221) en Met de trein (N169). Wijzer door de wereld 6 © Wolters-Noordhoff
227482_WDDW2_KB6.indb 174
27-06-2008 14:07:33
Verdiepingsopdracht
5.4
Rondje Amsterdam Wat ga je doen? Je maakt een folder over Amsterdam. Als je tijd over hebt, maak je ook een reclame-filmpje. Je doet de opdracht met zijn tweeën. Dit heb je nodig n een computer met internet en/of boeken uit het documentatiecentrum of de bibliotheek n een atlas n een schaar, papier, lijm, stiften en schrijfmaterialen n eventueel een (digitale) camera (met geluid) Aan de slag 1 Kies een klasgenoot met wie je de opdracht gaat doen. 2 Pak de atlas en kijk naar Nederland – toerisme – C. Overnachtingen. Waar overnachten de meeste toeristen? 3 Kijk naar Nederland – toerisme – D. Buitenlandse toeristen. Waar overnachten de meeste buitenlandse toeristen? 4 Kijk naar Nederland – toerisme – B. Toeristencentra. In welke stad komen de meeste toeristen? 5 Toeristen bezoeken van alles. Kies 6 dingen uit: – Anne Frankhuis – de Amsterdamse grachten – Rijksmuseum – Amsterdams Historisch museum – de Jordaan – Joods Historisch museum – Van Goghmuseum – Artis – Madame Tussaud – Koninklijk Paleis en de Dam 6 Zoek er informatie over. Gebruik een zoekmachine als Google. Tik de naam in, bijvoorbeeld: Artis. 7 Maak met de informatie die je vindt een folder. Zoek er plaatjes bij uit boeken of van internet. Gebruik een zoekmachine als Google. Klik op afbeeldingen. 8 Als je nog tijd hebt, kun je een reclame-filmpje over Amsterdam maken. Lees je folder nog eens goed. Kies een paar teksten en plaatjes uit. Vraag dan of een klasgenoot het wil opnemen. Jij bent de presentator. Vertel hoe leuk Amsterdam is. En laat plaatjes zien. Wil je meer weten? Lees de Junior Informatieboekjes Amsterdam ( 6), Werken in het Rijksmuseum ( 57) of het Informatieboekje Anne Frank ( 122). Wijzer door de wereld 6 © Wolters-Noordhoff
227482_WDDW2_KB6.indb 175
27-06-2008 14:07:33
Verdiepingsopdracht
6.1
De Beemster Wat ga je doen? Je maakt met een groepje van twee of drie kinderen een werkstuk over de Beemster. Het moet over de natuur en de geschiedenis van de Beemster gaan. Je doet de opdracht met twee of drie kinderen. Dit heb je nodig n boeken uit de bibliotheek en/of het documentatiecentrum n eventueel een computer met internet en printer n schrijfpapier en schrijfmaterialen Aan de slag 1 Maak een groepje van twee of drie kinderen. 2 Spreek af of jullie het werkstuk schrijven of op de computer maken. 3 Zoek informatie in boeken of op internet. Gebruik een zoekmachine als Google. Tik in: Beemster en droogmakerij. 4 Bepaal hoeveel hoofdstukken jullie maken. Bedenk de titels. In het werkstuk moet in ieder geval staan: – een plattegrond – hoe de Beemster is drooggelegd: de droogmakerij – de forten – de stelling (verdedigingswerken) van Amsterdam – de stolpboerderij(en) – de natuur in de Beemster – de Beemster vroeger en nu 5 Verdeel de taken. Elk kind kan een hoofdstuk maken. Of je bedenkt welke taken er zijn en je verdeelt ze. Bijvoorbeeld: schrijven van de tekst, zoeken van plaatjes, maken van een inhoudsopgave. 6 Maak het werkstuk. Zorg dat iedereen dezelfde indeling gebruikt: een titel en alinea’s. 7 Lees het werkstuk nog eens na. Haal de fouten eruit. Zorg voor een voorkant, een voorwoord en een inhoudsopgave. 8 Laat je werkstuk aan je leerkracht zien. Vertel er eventueel over aan je klasgenoten. Wil je meer weten? Zoek op internet en tik in: www.beemster.net en www.beemsterinfo.nl.
Wijzer door de wereld 6 © Wolters-Noordhoff
227482_WDDW2_KB6.indb 176
27-06-2008 14:07:34
Verdiepingsopdracht
6.2
De Deltawerken Wat ga je doen? Je zoekt informatie over de Deltawerken. Je maakt de eilanden, de dammen en de Deltawerken in de zandtafel. Je doet de opdracht met twee of drie kinderen. Dit heb je nodig n een atlas n boeken uit de bibliotheek en/of het documentatiecentrum n een zandtafel, stokjes n karton in verschillende kleuren n eventueel een computer met internet n eventueel een digitale camera Aan de slag 1 Maak een groepje van twee of drie kinderen. 2 Kijk goed naar de kaart Zeeland in de atlas. Hoeveel eilanden zie je? Hoe heten ze? Zie je ook schiereilanden? (Dat is een eiland dat nog vastzit aan land.) Hoeveel dammen zie je? Hoe heten ze? Zie je ook bruggen? Hoe heten die? Hoe heten de wateren? 3 Zoek in boeken of op internet informatie over de Deltawerken. Gebruik een zoekprogramma als Google. Tik in: Deltawerken of: Zeeland. 4 Maak in de zandtafel de kaart van Zeeland na. Vorm eerst het land. Maak er dan dijken omheen. Probeer zo goed mogelijk de juiste vormen na te maken. 5 Maak de dammen en bruggen met zand. Je kunt voor de bruggen ook stokjes gebruiken. 6 Leg kaartjes met namen op de eilanden, op de dammen en in de wateren. 7 Heb je nog tijd? Maak dan kaartjes met de namen van de steden. Gebruik een andere kleur papier. Leg ze op de juiste plek. Je mag in de atlas kijken. 8 Klaar? Maak dan eventueel een foto. Laat het ontwerp aan de klas zien. Vertel er wat over. Wil je meer weten? Zoek op internet met een zoekmachine als Google en tik in: Zeeland, Watersnoodramp of Deltawerken. Ga naar www.docukit.nl. Klik op zoeken en tik in: Deltawerken.
Wijzer door de wereld 6 © Wolters-Noordhoff
227482_WDDW2_KB6.indb 177
27-06-2008 14:07:34
Verdiepingsopdracht
6.3
Oud en nieuw Wat ga je doen? Je vergelijkt twee gemeenten met elkaar. Je zoekt naar verschillen en overeenkomsten tussen Urk en de Noordoostpolder. Je maakt er twee mooie posters over. Je doet de opdracht met een klasgenoot. Dit heb je nodig n twee grote vellen tekenpapier n een schaar, lijm, schrijfmaterialen en tekenmaterialen n een atlas n boeken uit de bibliotheek en/of het documentatiecentrum n eventueel een computer met internet Aan de slag 1 Kies een klasgenoot met wie je de opdracht gaat doen. 2 Kijk naar de kaart Flevoland in de atlas. Wijs de Noordoostpolder (NOP) aan. In dit gebied liggen twee gemeenten: de Noordoostpolder en Urk. Wijs Urk aan. 3 Pak twee grote vellen papier. Schrijf boven het ene vel: Urk. En boven het andere vel: Noordoostpolder. 4 Ga op internet of in boeken op zoek naar informatie. Zoek op internet met een zoekmachine als Google. Tik in: Urk of: Noordoostpolder. 5 Zet de informatie die je vindt op de posters. Geef informatie over: – de geschiedenis van de gemeente – de grootte en de ligging van de gemeente – het aantal dorpen en aantal inwoners – het werk/beroep van de inwoners – hoe de mensen wonen en leven – het geloof en de kerken – musea of monumenten 6 Zie je verschillen of overeenkomsten tussen Urk en de Noordoostpolder? Schrijf het ook op je posters. 7 Versier de posters en plak er plaatjes op. Zoek op internet met een zoekmachine als Google en klik op afbeeldingen. Tik in: Urk of Noordoostpolder. 8 Presenteer de posters aan je klasgenoten. Vertel iets over de belangrijkste verschillen en overeenkomsten tussen Urk en de Noordoostpolder.
Wijzer door de wereld 6 © Wolters-Noordhoff
227482_WDDW2_KB6.indb 178
27-06-2008 14:07:34
Verdiepingsopdracht
6.4
De Rijn is fijn Wat ga je doen? Je maakt een presentatie over de Rijn. Het mag een lied, een gedicht of een opstel zijn. Je doet de opdracht alleen. Dit heb je nodig n een atlas n een computer met internet n schrijfmaterialen en papier Aan de slag 1 Kijk naar de kaarten Nederland – provincies en Europa – natuurkundig in de atlas. Zoek de Rijn op. Kijk goed waar hij langs stroomt. 2 Zoek nu de Rijn op, op de kaart De Alpen. Schrijf op waar de Rijn begint. Schrijf daarna de plaatsen op die aan de Rijn liggen. Je begint in Zwitserland, Liechtenstein en Oostenrijk (kaart De Alpen). Dan naar Frankrijk en Duitsland (kaart Duitsland) en ten slotte Nederland (kaart Nederland – provincies). 3 Kies vijf plaatsen die je bij 2 opgeschreven hebt. Zoek op internet naar bijzonderheden over die plaatsen. Denk aan: het aantal inwoners, hoe wonen de inwoners, welke musea zijn er, enzovoorts. Zoek met een zoekmachine als Google. Tik de plaatsnaam in. 4 Zoek ook naar bijzonderheden over de Rijn. Zoek met een zoekmachine als Google en tik in: Rijn. Denk aan: – de lengte en breedte van de rivier – het hoogteverschil tussen het begin en het einde – de kwaliteit van het water – zijrivieren en de natuur langs de Rijn 5 Zoek ook informatie over bootreizen op de Rijn. Zoek weer met Google en tik in: Rijn en bootreis. 6 Verwerk de gevonden informatie in je presentatie. Kies voor een lied, een gedicht of een opstel. 7 Laat het lied of gedicht aan je klasgenoten en je leerkracht horen. Of lees het opstel voor. Wil je meer weten? Lees het Junior Informatieboekje Rivierengebied (
60).
Wijzer door de wereld 6 © Wolters-Noordhoff
227482_WDDW2_KB6.indb 179
27-06-2008 14:07:34