Lastige woorden
5.1
De kusten van Zuid-Europa het massatoerisme Als heel veel mensen naar dezelfde plek op vakantie gaan.
de costa’s De Spaanse kusten. Bijvoorbeeld de Costa del Sol en de Costa Brava. N O Z 250 km
W
het binnenland Het deel van een land dat ver van zee ligt.
0
De costa’s Het binnenland
overwinteren In de winter tijdelijk in een warm land gaan wonen.
de betonkust Het land aan de rand van de zee vol met flats en hotels. Deze gebouwen zijn gemaakt van beton.
de ruïne (zeg: ruuwienuh) Een gebouw dat in elkaar is gestort of kapot is gemaakt. Er is nog maar weinig van over.
de architect (zeg: arsjietekt) Iemand die nieuwe gebouwen bedenkt, tekent en laat bouwen.
de golfbaan Een grasveld met heuvels waar mensen golf spelen. Dat is een sport waarbij je een klein balletje in een gaatje in de grond moet slaan.
Wijzer door de wereld 7 © Noordhoff Uitgevers
227483_WDDW2_KB7.indb 15
09-03-2010 08:04:00
Lastige woorden
5.2
Leven in Zuid-Europa de scholier Een kind dat op school zit.
het kenteken De cijfers en letters op het nummerbord. Elke auto heeft een ander kenteken.
de wijngaard Een veld waar druiven worden gekweekt. Van die druiven wordt wijn gemaakt.
interessant Aantrekkelijk en boeiend. Je wilt er meer over weten. Bijvoorbeeld een boek of een land.
de halfwoestijn Een gebied dat iets minder droog is dan een woestijn. Er groeien dwergstruiken en er zijn iets meer dieren.
de smog Een vieze mist van uitlaatgassen en rook. In een grote stad hangt soms smog als het niet waait. Dan stinkt het buiten.
vergrijzen Als de jonge mensen uit een gebied verhuizen, blijven alleen de ouderen over.
Wijzer door de wereld 7 © Noordhoff Uitgevers
227483_WDDW2_KB7.indb 16
09-03-2010 08:04:04
Lastige woorden
5.3
Wijzer door Italië de tol Het geld dat je moet betalen om over een bepaalde weg of brug, of door een tunnel te mogen.
het belastinggeld Het geld dat de mensen aan de regering moeten betalen. De regering betaalt daar dingen van die voor het volk en voor het hele land nodig zijn. Er worden bijvoorbeeld nieuwe wegen of scholen van betaald.
het gerechtsgebouw Het gebouw waar een rechter werkt. Het heet ook: rechtbank. Een rechter geeft mensen straf als ze iets gedaan hebben wat niet mag.
de villa Een groot en duur huis met een tuin eromheen.
de gondel Een smalle boot met omhoogstekende punten. Gondels varen in de grachten van Venetië. Dat ligt in Italië.
het badhuis Een huis met alleen maar badkamers. Vroeger hadden mensen geen badkamer thuis en gingen ze naar een badhuis om zich te wassen.
veroveren Iets met veel moeite krijgen. Je moet er met iemand anders om vechten.
O
B R I T TA N N I Ë
Z
GERMANIË
Atlantische Oceaan GALLIË
IT
Zwa
AL
H I S PA N I Ë
IË
het keizerrijk Een gebied waar een keizer de baas is. Het Romeinse Rijk was bijvoorbeeld een keizerrijk.
N W
Rome
M i d d e l l a n d s e
rte Zee
Constantinopel AZIË
Z e e Jeruzalem AlexandrIë
Romeinse Rijk (1000 v. Chr. - 476)
0 EGYPTE
500 km
Wijzer door de wereld 7 © Noordhoff Uitgevers
227483_WDDW2_KB7.indb 17
09-03-2010 08:04:07
Lastige woorden
6.1
Landbouw en visserij eeuwenlang Iets wat al honderden jaren bestaat. Bijvoorbeeld Amsterdam.
uitsterven Als er nog maar heel weinig dieren of planten van een bepaalde soort zijn, worden ze zeldzaam. De pandabeer is bijvoorbeeld bijna uitgestorven.
de kachel Een ding dat warmte geeft. In een kachel wordt iets verbrand, bijvoorbeeld gas, olie of hout.
de kever Een insekt met een schild op de rug. Daaronder zitten vleugels.
het handwerk Werk dat je zonder machines doet. Bijvoorbeeld in de tuin spitten met een schep.
de beroepsbevolking De groep mensen in een land die werk heeft. In Nederland heeft 76,6% van de mensen een dienstverlenend beroep. Verdeling van de beroepen in Nederland
het schaaldier Een dier dat aan de buitenkant een hard laagje heeft. Het leeft in zee. Bijvoorbeeld een garnaal of een mossel.
garnaal
Verdeling van de beroepen in Alb
het drijfnet Een soort net dat als een gordijn rechtop in het water drijft.
mossel
Wijzer door de wereld 7 © Noordhoff Uitgevers
227483_WDDW2_KB7.indb 18
09-03-2010 08:04:09
Lastige woorden
6.2
Industrie de stoommachine Een machine die werkt op de kracht van hete damp van kokend water. Bijvoorbeeld een stoomtrein.
de zware industrie Industrie waarbij veel grondstoffen nodig zijn die erg zwaar zijn. Bijvoorbeeld een staalfabriek.
walsen Met een grote machine over iets heen gaan zodat het plat wordt. Bijvoorbeeld het asfalt op de weg.
de lichte industrie Industrie met een eindproduct dat ongeveer evenveel weegt als de grondstof. Bijvoorbeeld de fietsindustrie.
het halffabrikaat Een grondstof wordt verwerkt tot een halffabrikaat. Staal is bijvoorbeeld een halffabrikaat.
het eindproduct Iets wat in een fabriek is gemaakt en klaar is om in de winkel verkocht te worden. Een auto of chips is een eindproduct.
Wijzer door de wereld 7 © Noordhoff Uitgevers
227483_WDDW2_KB7.indb 19
09-03-2010 08:04:16
Lastige woorden
6.3
Dienstverlening het binnenvaartschip Een vrachtschip dat niet op zee vaart, maar over rivieren of kanalen.
0
1000 km
N
ZWEDEN
O
W Z
ESTLAND
tze
e
RUSLAND
Noordzee VERENIGD KONINKRIJK IERLAND
os
de Europaweg Een belangrijke snelweg die door verschillende landen van Europa gaat. Bijvoorbeeld de E-30 van Ierland naar Rusland.
het bulkvervoer Zand of grond los in een groot schip vervoeren.
DENEMARKEN
O
WITRUSLAND
NEDERLAND POLEN
DUITSLAND
Ka
sp
Zwarte Zee
isc he
Midd
Zee
SPANJE PORTUGAL
ella
nds
e Z ee
Autowegen E-01 E-20 E-30
de TGV Een heel snelle trein. Hij rijdt wel twee keer zo snel als een gewone sneltrein.
Wijzer door de wereld 7 © Noordhoff Uitgevers
227483_WDDW2_KB7.indb 20
09-03-2010 08:04:20
Samenvatting
5
blad 1
1 De kusten van Zuid-Europa Nederlanders gaan het meest op vakantie naar Zuid-Europa, vooral naar Frankrijk en de Spaanse kusten (de costa’s). Vroeger was een vakantie in Zuid-Europa te ver weg en te duur. Tegenwoordig hebben mensen een auto, meer geld en meer vrije tijd. Langs de Middellandse Zee is het in de zomer warm en droog. Het winterweer in ZuidEuropa lijkt op het lenteweer in Nederland, alleen regent het vaker. Steeds meer ouderen overwinteren er. Als er veel mensen naar dezelfde gebieden op vakantie gaan, noemen we dat: massatoerisme. De kusten van Spanje en Zuid-Frankrijk worden betonkusten
genoemd. Ze zijn volgebouwd met hotels, restaurants en winkels. Veel mensen hebben werk door het toerisme. Aan de kust zijn bossen, natuurgebieden en landbouwgronden verdwenen. De toeristen veroorzaken ook veel vervuiling op de stranden. En ze gebruiken veel water. In Spanje en Portugal is dat een probleem, omdat het er weinig regent. Er blijft minder water over om de akkers te besproeien en er zijn vaker bosbranden. Al die toeristen zorgen ook voor enorme files. Ieder jaar weer heeft Frankrijk ‘zwarte zaterdagen’.
2 Leven in Zuid-Europa In Zuid-Europa liggen veel wijngaarden, vooral in Frankrijk. Wijngaarden liggen altijd aan de zonkant van de berg. In Portugal wordt van druiven port gemaakt en in Spanje sherry. Waar het warm is en weinig regent, groeien olijfbomen. Uit olijven wordt olijfolie geperst. Sinaasappels en citroenen houden ook van warmte. De boeren gebruiken grondwater of rivierwater om de citrusbomen te besproeien. In Portugal groeien veel kurkeiken.
Grote steden hebben last van smog. Als het niet waait, blijven de uitlaatgassen van auto’s en de rook van fabrieken in de stad hangen. Om smog te verminderen, mogen auto’s soms niet rijden.
Ook in Zuid-Europa vind je industrie bij de grote steden. In het noorden van Italië liggen Milaan, Genua en Turijn. Bij deze steden liggen veel autofabrieken. In Spanje liggen de miljoenensteden Madrid en Barcelona. Ook daar is veel industrie. In Griekenland woont bijna de helft van de mensen in en rond Athene. Veel jongeren gaan in de stad werken en de oudere mensen blijven op het platteland: het platteland vergrijst.
Cyprus ligt ten zuiden van Turkije. Het noorden van het eiland is Turks en het zuiden Grieks. Vroeger was het één land.
Tot 1991 vormden Slovenië, Kroatië, BosniëHercegovina, Servië, Montenegro, Macedonië en Kosovo één land: Joegoslavië. Na verschillende oorlogen werden de volken zelfstandig.
Turkije ligt in twee werelddelen. Het stukje ten westen van Istanbul ligt in Europa. De rest van het land ligt in Azië.
Wijzer door de wereld 7 © Noordhoff Uitgevers
227483_WDDW2_KB7.indb 35
09-03-2010 08:04:40
Samenvatting
5
blad 2
3 Wijzer door Italië Venetië is een heel oude toeristenstad. De stad ligt op 120 kleine eilandjes. Al het vervoer gaat per boot of gondel. Overal staan paleizen, torens en kerken. In Rome ligt Vaticaanstad, het kleinste landje ter wereld. Het heeft een eigen vlag, volkslied, paspoort en leger. De paus bestuurt er de rooms-katholieke kerk. In Pisa staat de beroemde scheve toren. In het rijke noorden van Italië liggen veel steden in de Povlakte. Er is veel industrie en er
zijn snelwegen en spoorlijnen. Het zuiden van Italië is veel armer, omdat er minder industrie is. De Italiaanse regering probeert het zuiden te helpen. Ze laat betere snelwegen en spoorlijnen aanleggen, zodat meer bedrijven erheen gaan. Dan komt er meer werk in het zuiden. In het Middellandse Zeegebied zitten breuken in de aardkorst. Er zijn soms vulkaanuitbarstingen en aardbevingen. De Eolische Eilanden zijn zeven vulkanen die ten noorden van Sicilië in zee liggen. Een voorbeeld is de vulkaan de Stromboli.
Wijzer door de wereld 7 © Noordhoff Uitgevers
227483_WDDW2_KB7.indb 36
09-03-2010 08:04:40
Samenvatting
6
blad 1
1 Landbouw en visserij Vroeger werd het werk in de landbouw met de hand gedaan. Vanaf 1870 kwamen er landbouwmachines. Dat noem je: mechanisatie. Daarom waren er minder mensen nodig op de boerderij. Zij gingen werken in de stad. Door de machines konden de boeren meer grond bewerken. Er verdwenen bossen en er kwamen akkers en weiden. In heel Europa wordt graan verbouwd. Graan groeit goed als het vochtig en warm is. In Noord-Europa is het te koud. Daar loopt de graangrens. In Italië zijn grote rijstvelden. Voor wijnbouw moet het vochtig, warm en zonnig zijn. Er loopt een wijngrens van Frankrijk naar Rusland.
In een oerbos heeft de mens geen bomen geplant of gekapt. Het laatste oerbos in Europa ligt in Polen. In een productiebos staan alle bomen in rijen. Grote bomen worden gekapt en verkocht aan papierfabrieken of meubelfabrieken. In Europa wordt nu voor elke gekapte boom weer een nieuwe geplant. In de Noordzee en in de Atlantische Oceaan wordt veel vis gevangen. De meeste vis wordt opgegeten of verwerkt tot olie of veevoer. Grote vissersboten (trawlers) vissen op één soort vis. In de Middellandse Zee varen kleine visserschepen (kotters). Er is steeds minder tonijn, zwaardvis en inktvis. Sommige vissoorten dreigen uit te sterven. Daarom spreken Europese landen af hoeveel vis ze mogen vangen.
2 Industrie Bij IJmuiden staat een grote staalfabriek: de hoogovens. Via de haven van IJmuiden brengen schepen er ijzererts en steenkool naartoe. Dit is zware industrie: er zijn veel zware grondstoffen nodig. In een hoogoven wordt ijzererts gesmolten. Het ijzer gieten ze eerst in dikke plakken. Deze worden platgewalst tot heel dunne platen: een halffabricaat. Van deze platen worden bijvoorbeeld auto-onderdelen gemaakt. In de lichte industrie maken ze van een halffabricaat een eindproduct, bijvoorbeeld een fiets of een frisdrankblikje. In de lichte industrie weegt het eindproduct ongeveer evenveel als de grondstof. Honderdenvijftig jaar geleden werd de stoommachine uitgevonden. Die tijd heet: de Industriële Revolutie. Toen ontstonden
overal in Europa grote industriegebieden. In de buurt van steenkolenmijnen kwamen fabrieken. De steenkool gebruikten ze voor de stoommachines. De mijnen in Europa zijn nu bijna allemaal gesloten, de steenkool is te duur. Elektriciteit wordt opgewekt in centrales die gas, steenkool of bruinkool gebruiken. Gas komt via pijpleidingen uit Rusland en van onder de Noordzee. Een brandstof die in miljoenen jaren ontstaat 2 uit heel oude plantenresten noem je: fossiele brandstof. Bijvoorbeeld steenkool, bruinkool, veen, aardolie en aardgas. Dagbouw is het afgraven van bruinkool aan 1 de oppervlakte. Schachtbouw is het afgraven van steenkool in lange gangen diep in de grond.
Wijzer door de wereld 7 © Noordhoff Uitgevers
227483_WDDW2_KB7.indb 37
09-03-2010 08:04:41
Samenvatting
6
blad 2
3 Dienstverlening In rijke landen zoals Nederland hebben heel veel mensen een dienstverlenend beroep. Bijvoorbeeld leerkracht, gemeenteambtenaar of monteur. In het toerisme zijn veel dienstverlenende beroepen, bijvoorbeeld schoonmakers of koks. In een rijk land als Nederland betaalt iedereen belasting. Met dat geld betaalt de regering de juf, een politieagent of de brandweer. Europese landen handelen met landen in de hele wereld. Daarmee wordt veel geld verdiend. In West-Europa varen veel binnenvaartschepen over de waterwegen vanuit de
Rotterdamse haven. Vervoer over water is milieuvriendelijk en goedkoop. Maar een binnenschip kan soms niet dicht bij een fabriek komen. Een vrachtwagen kan dat wel, maar daar gaat veel minder in! De hoofdwegen in Europa noemen we: E-wegen of Europawegen. Veel mensen reizen met de trein. De TGV in Frankrijk is het allersnelst, in Duitsland rijdt de ICE. De Eurostar rijdt onder Het Kanaal door naar het Verenigd Koninkrijk. Het vliegtuig is de snelste manier van vervoer.
Wijzer door de wereld 7 © Noordhoff Uitgevers
227483_WDDW2_KB7.indb 38
09-03-2010 08:04:41
Herhalingsblad
5.1
Naam:
Beantwoord de vragen. Voor elke vraag staat naar welk plaatje in het boek je moet kijken.
1
Vul de juiste landen in. LB 53 plaatje 2
2
Nederlanders gaan het minst op vakantie naar en
.
Wat hoort bij elkaar? Trek lijnen. LB 53-54 plaatje 3-4
3
weinig huizen Spaanse costa vroeger betonkust Spaanse costa nu grote hotels
massatoerisme vissersdorp overwinteren
Welke producten levert de landbouw in Zuid-Europa? LB 56-57 plaatje 1, 3-5
4
1
3
2
4
Welke zinnen zijn juist? LB 58 plaatje 6
5
Een metropool is een miljoenenstad. In Madrid vind je bijna geen industrie. Grote steden trekken bedrijven en mensen aan. Madrid groeit niet meer.
Vul de juiste woorden in. LB 58 plaatje 7
Op de foto zie je een soort mist in Athene. Die noemen we: Dat komt doordat
van auto’s en
van fabrieken in de stad blijven hangen.
6
Wat hoort bij Italië? Trek lijnen. LB 60-61 plaatje 2-6
groot keizerrijk geen toeristen
Italië
zon, zee en strand
7
Vaticaanstad koud en nat weer oude gebouwen
Veel mensen uit het zuiden van Italië gaan naar het noorden, omdat daar LB 62 plaatje 8
grote werkloosheid is. meer grote steden liggen. veel industrie is.
Wijzer door de wereld 7 © Noordhoff Uitgevers
227483_WDDW2_KB7.indb 120
09-03-2010 08:05:37
Herhalingsblad
5.2
blad 1
Naam:
Pak blad 2 en maak de opdrachten. Je mag de kaart Europa – staatkundig gebruiken.
1
Op nummerborden van auto’s staan landenletters. Zet de vetgedrukte letters op de juiste plek op de kaart. Portugal P
Andorra AN
Spanje E
San Marino SM
Malta MA
Italië I
Griekenland GR
Frankrijk F
Cyprus CY
Vaticaanstad V
Monaco MC
Turkije TR
Sicilië S
2
Op nummerborden van auto’s staan landenletters. De letters staan op blad 2. Vul de tabel in. stad
landenletter
land
Amsterdam
NL
Nederland
Deze auto komt uit
nummerbord
land
Toulouse
F 4472 TV01
Barcelona
E 339 VFR 92
Turijn
I 8897 XP 65
Lissabon
P 954 SA 757
Istanbul
TR 282 PY 76
Marseille Venetië Monaco Rome Madrid Lissabon Nice Athene Istanbul Milaan
3
Schrijf de juiste landen op.
Wijzer door de wereld 7 © Noordhoff Uitgevers
227483_WDDW2_KB7.indb 121
09-03-2010 08:05:37
Herhalingsblad
blad 2
Naam:
NL
N W
5.2
Stad met:
O
1 miljoen inwoners of meer
Z
250 000 - 1 miljoen inwoners 100 000 - 250 000 inwoners Minder dan 100 000 inwoners
AO
SG
MZ 0
500 km
Wijzer door de wereld 7 © Noordhoff Uitgevers
227483_WDDW2_KB7.indb 122
09-03-2010 08:05:38
Herhalingsblad
6.1
Naam:
Beantwoord de vragen. Voor elke vraag staat naar welk plaatje in het boek je moet kijken. Wat hoort bij elkaar? Trek lijnen.
1 LB 64 plaatje 1
2
ploegen
bosbouw
varkenshouder
akkerbouw
sla oogsten
veeteelt
bomen kappen
tuinbouw
Streep de foute woorden door. LB 66 plaatje 6-7
Vroeger was heel Europa bedekt met productiebos/oerbos. In een productiebos/ oerbos kappen de mensen bomen voor meubelfabrieken. In een productiebos/ oerbos staan bomen door elkaar. In een productiebos/oerbos wordt voor elke gekapte boom weer een nieuwe boom geplant.
3
Vul de juiste woorden in. LB 68
In de haven van IJmuiden komen grondstoffen zoals
en
aan. Deze gaan naar de
plaatje 1-6
waar er staal van wordt gemaakt. Het ijzer wordt eerst in vormen gegoten en daarna maakt men er dikke
van. Industrie waarbij
veel grondstoffen nodig zijn, noem je:
4
.
Wat hoort bij elkaar? Trek lijnen. LB 70 plaatje 8-9
steenkool
dagbouw
lange gangen diep onder de grond
bruinkool
schachtbouw
afgraven
Wat is een eindproduct? Zet daar een rondje om. Wat is een halffabricaat? Zet daar een streep onder.
5 LB 71 plaatje 10
6
auto
wiel
stuur
autostoel
fiets
Vul de juiste woorden in. LB 74-75 plaatje 7-11
Vrachtwagens vervoeren goederen over de
.
Het snelste vervoermiddel is:
.
De supersnelle trein die door Frankrijk rijdt, heet:
.
Containers en bulk worden milieuvriendelijk vervoerd door .
Wijzer door de wereld 7 © Noordhoff Uitgevers
227483_WDDW2_KB7.indb 123
09-03-2010 08:05:38
Herhalingsblad
6.2
blad 1
Naam:
Pak blad 2 en maak de opdrachten. Je mag de kaart Europa – staatkundig gebruiken.
1
Welk water hoort bij het cijfer? Vul de puzzel in. 5
11 12 8
3
7
13 14 9
6 1
2
2
10
4
Zet kruisjes. waar
niet waar
Gebied A is het Ruhrgebied. De Oeral (H) is een gebergte. Wallonië ligt in Rusland. Gebied B is Beieren. De Alpen (F) liggen in meer dan één land. Gebied E is Schotland. Gebergte F is de Kaukasus. Sicilië (E) hoort bij Frankrijk. Engeland is een zelfstandig land. Gebied D is Wales. Andorra ligt in de Pyreneeën (G). Vlaanderen ligt in Nederland.
Wijzer door de wereld 7 © Noordhoff Uitgevers
227483_WDDW2_KB7.indb 124
09-03-2010 08:05:39
6.2
Herhalingsblad
blad 2
Naam:
H
12
C 14 D
11
3 13
7
1
2
A 10
6
B
8 F
I
4 G
N W 0
Z
9
E
O 500 km
5
Landsgrens Binnengrens Rivier / Meer
Wijzer door de wereld 7 © Noordhoff Uitgevers
227483_WDDW2_KB7.indb 125
09-03-2010 08:05:40
Herhalingsblad
5.1
Naam:
Beantwoord de vragen. Voor elke vraag staat naar welk plaatje in het boek je moet kijken.
1
Vul de juiste landen in. LB 53 plaatje 2
2
Nederlanders gaan het minst op vakantie naar en
Luxemburg
Hongarije
.
Wat hoort bij elkaar? Trek lijnen. LB 53-54 plaatje 3-4
3
weinig huizen Spaanse costa vroeger betonkust Spaanse costa nu grote hotels
massatoerisme vissersdorp overwinteren
Welke producten levert de landbouw in Zuid-Europa? LB 56-57 plaatje 1, 3-5
4
wijn, druiven 2 citroenen
olijven 4 kurk
1
3
Welke zinnen zijn juist?
LB 58 plaatje 6
5
Een metropool is een miljoenenstad. In Madrid vind je bijna geen industrie. Grote steden trekken bedrijven en mensen aan. Madrid groeit niet meer.
Vul de juiste woorden in. LB 58 plaatje 7
smog van auto’s en rook
Op de foto zie je een soort mist in Athene. Die noemen we: Dat komt doordat
uitlaatgassen
van fabrieken in de stad blijven hangen.
6
Wat hoort bij Italië? Trek lijnen. LB 60-61 plaatje 2-6
groot keizerrijk geen toeristen
Italië
zon, zee en strand
Vaticaanstad koud en nat weer oude gebouwen
7
Veel mensen uit het zuiden van Italië gaan naar het noorden, omdat daar LB 62 plaatje 8
grote werkloosheid is. meer grote steden liggen. veel industrie is.
Wijzer door de wereld 7 © Noordhoff Uitgevers
227483_WDDW2_KB7.indb 146
09-03-2010 08:05:58
Herhalingsblad
5.2
blad 1
Naam:
Pak blad 2 en maak de opdrachten. Je mag de kaart Europa – staatkundig gebruiken.
1
Op nummerborden van auto’s staan landenletters. Zet de vetgedrukte letters op de juiste plek op de kaart. Portugal P
Andorra AN
Spanje E
San Marino SM
Malta MA
Italië I
Griekenland GR
Frankrijk F
Cyprus CY
Vaticaanstad V
Monaco MC
Turkije TR
Sicilië S
2
Op nummerborden van auto’s staan landenletters. De letters staan op blad 2. Vul de tabel in. stad
landenletter
land
Amsterdam
NL
Nederland
Marseille
F I MC I E P F GR TR I
Frankrijk Italië Monaco Italië Spanje Portugal Frankrijk Griekenland Turkije Italië
Deze auto komt uit
nummerbord
land
Toulouse
F 4472 TV01
Barcelona
E 339 VFR 92
Turijn
I 8897 XP 65
Lissabon
P 954 SA 757
Istanbul
TR 282 PY 76
Frankrijk Spanje Italië Portugal Turkije
Venetië Monaco Rome Madrid Lissabon Nice Athene Istanbul Milaan
3
Schrijf de juiste landen op.
Wijzer door de wereld 7 © Noordhoff Uitgevers
227483_WDDW2_KB7.indb 147
09-03-2010 08:05:58
Herhalingsblad
5.2
NL
N W
Naam:
blad 2
Stad met:
O
1 miljoen inwoners of meer
Z
250 000 - 1 miljoen inwoners 100 000 - 250 000 inwoners Minder dan 100 000 inwoners
F
AO
AN
P
MC
SM I V TR
E GR SG
S MZ
0
500 km
CY
MA
Wijzer door de wereld 7 © Noordhoff Uitgevers
227483_WDDW2_KB7.indb 148
09-03-2010 08:05:59
Herhalingsblad
6.1
Naam:
Beantwoord de vragen. Voor elke vraag staat naar welk plaatje in het boek je moet kijken. Wat hoort bij elkaar? Trek lijnen.
1 LB 64 plaatje 1
2
ploegen
bosbouw
varkenshouder
akkerbouw
sla oogsten
veeteelt
bomen kappen
tuinbouw
Streep de foute woorden door. LB 66 plaatje 6-7
Vroeger was heel Europa bedekt met productiebos/oerbos. In een productiebos/ oerbos kappen de mensen bomen voor meubelfabrieken. In een productiebos/ oerbos staan bomen door elkaar. In een productiebos/oerbos wordt voor elke gekapte boom weer een nieuwe boom geplant.
3
Vul de juiste woorden in. LB 68 plaatje 1-6
steenkool aan. Deze gaan naar de hoogovens
In de haven van IJmuiden komen grondstoffen zoals
ijzererts
en
waar er staal van wordt gemaakt. Het ijzer wordt eerst in vormen gegoten en
plakken van. Industrie waarbij veel grondstoffen nodig zijn, noem je: zware industrie .
daarna maakt men er dikke
4
Wat hoort bij elkaar? Trek lijnen. LB 70 plaatje 8-9
steenkool
dagbouw
lange gangen diep onder de grond
bruinkool
schachtbouw
afgraven
Wat is een eindproduct? Zet daar een rondje om. Wat is een halffabricaat? Zet daar een streep onder.
5 LB 71 plaatje 10
6
auto
wiel
stuur
autostoel
fiets
Vul de juiste woorden in. LB 74-75 plaatje 7-11
(snel-)weg Het snelste vervoermiddel is: het vliegtuig De supersnelle trein die door Frankrijk rijdt, heet: de TGV Containers en bulk worden milieuvriendelijk vervoerd door binnenvaartschepen . Vrachtwagens vervoeren goederen over de
. . .
Wijzer door de wereld 7 © Noordhoff Uitgevers
227483_WDDW2_KB7.indb 149
09-03-2010 08:05:59
Herhalingsblad
6.2
Naam:
blad 1
Pak blad 2 en maak de opdrachten. Je mag de kaart Europa – staatkundig gebruiken.
1
Welk water hoort bij het cijfer? Vul de puzzel in. 5 3
2
1
2
v o l g a
e l b e
t h e e m s
4
r h ô n e
k a s p i s c h e z e e
11 12 8
m 6 h a s e a e t s i k n a e n a a l 7
o 9 o z 10 s w r t a ij z r n e t e e z e e
b o t n i s c h e g o l f
13 14
s c h e l d e
n o o r d z e e
Zet kruisjes. waar Gebied A is het Ruhrgebied. De Oeral (H) is een gebergte.
X X
Wallonië ligt in Rusland. Gebied B is Beieren. De Alpen (F) liggen in meer dan één land.
X X
Gebied E is Schotland. Gebergte F is de Kaukasus. Sicilië (E) hoort bij Frankrijk. Engeland is een zelfstandig land. Gebied D is Wales. Andorra ligt in de Pyreneeën (G). Vlaanderen ligt in Nederland.
X X
niet waar
X X X X X X
Wijzer door de wereld 7 © Noordhoff Uitgevers
227483_WDDW2_KB7.indb 150
09-03-2010 08:06:00
6.2
Herhalingsblad
blad 2
Naam:
H
12
C 14 D
11
3 13
7
1
2
A 10
6
B
8 F
I
4 G
N W 0
Z
9
E
O 500 km
5
Landsgrens Binnengrens Rivier / Meer
Wijzer door de wereld 7 © Noordhoff Uitgevers
227483_WDDW2_KB7.indb 151
09-03-2010 08:06:01
Verdiepingsopdracht
5.1
Houd een interview Wat ga je doen? Ken je iemand uit een ander land die nu in Nederland woont? Misschien een klasgenoot of iemand in je buurt? Of je eigen ouders? Vraag of je hem of haar mag interviewen. Als iemand verder weg woont, kun je het interview ook telefonisch of per e-mail doen. Je doet de opdracht met zijn tweeën. Dit heb je nodig n een pen en schrijfpapier n eventueel: een computer met Word n eventueel: een telefoon, mailprogramma of voice recorder Aan de slag 1 Kies met wie je de opdracht gaat doen. 2 Vraag iemand of je hem/haar mag interviewen. Je vertelt eventueel wie je bent en waarom je een interview wilt afnemen. Vertel waar het gesprek over zal gaan. Maak een afspraak. 3 Bereid tien vragen voor. Bedenk goed wat je wilt weten. Zet de vragen in een logische volgorde! 4 Maak een taakverdeling voor tijdens het gesprek. Wie stelt de vragen en wie maakt aantekeningen? 5 Houd het interview. Vraag eventueel of je een voice recorder mag gebruiken. Stel de vragen zo vriendelijk mogelijk. Dring niet aan als iemand ergens niet over wil praten. Soms komen mensen in Nederland omdat ze moesten vluchten. Bedank hem of haar aan het eind van het gesprek. Vraag of je het interview aan anderen mag laten horen. 6 Werk op school verder. Schrijf of tik de vragen en de antwoorden onder elkaar. Laat het interview eerst door de geïnterviewde lezen. Eventuele vergissingen kun je er dan nog uithalen. 7 Vertel je klasgenoten over het interview. Hebben andere klasgenoten ook iemand geïnterviewd? Vergelijk dan de interviews. Wil je meer weten? Zoek op internet met een zoekmachine als Google en tik in: immigranten of de naam van het land. Ga naar www.docukit.nl en klik op: zoeken. Tik in: asiel. Klik op: asielzoekers of vluchtelingen. 164). Lees het Informatieboekje Asielzoekers (
Wijzer door de wereld 7 © Noordhoff Uitgevers
227483_WDDW2_KB7.indb 175
09-03-2010 08:06:10
Verdiepingsopdracht
5.2
Teken een vulkaan Wat ga je doen? Zijn ze nou eng of niet, die vulkanen in Italië? De meest actieve vulkaan is de Stromboli. Die spuugt al 4000 jaar om de twee uur magma uit, maar is niet gevaarlijk. Maar hoe zit het met de Etna? Wanneer was de Etna voor het laatst actief en wat waren de gevolgen toen? Je gaat twee tekeningen van een vulkaan maken. Van een actieve vulkaan en van een vulkaan die al jaren rustig is. Je doet de opdracht alleen. Dit heb je nodig n een encyclopedie, boeken of tijdschriften over vulkanen n grote vellen papier n kleurpotloden of viltstiften Aan de slag 1 Zoek zoveel mogelijk informatie en foto’s over vulkanen, bijvoorbeeld over de Etna. 2 Zoek uit wat er gebeurt als een vulkaan actief wordt. Wat zie je dan? Hoe gevaarlijk is de vulkaan dan? Wat moeten de mensen doen die er in de buurt wonen, zoals de bewoners in Catania, vlakbij de Etna? 3 Maak een tekening van de Etna of een andere vulkaan die tot uitbarsting is gekomen. Zet erbij: ‘actief’. 4 Maak op een ander papier een tekening van een vulkaan die al enige jaren rustig is. Zet erbij: ‘rustig’. 5 Laat de tekeningen aan je klasgenoten zien en vertel wat je allemaal te weten bent gekomen over vulkanen. Wil je meer weten? Zoek op internet met een zoekmachine als Google en tik in: vulkaan of Etna. Ga naar www.docukit.nl en klik op: zoeken. Tik in: vulkaan en kies een onderwerp. 104). Lees het Informatieboekje Vulkanisme (
Wijzer door de wereld 7 © Noordhoff Uitgevers
227483_WDDW2_KB7.indb 176
09-03-2010 08:06:10
Verdiepingsopdracht
5.3
Maak een boekje Wat ga je doen? Als je iets leest of hoort over landen in Europa, gaat het eigenlijk altijd over de grotere landen. Maar in Europa zijn ook een paar piepkleine landjes, zoals Andorra, Monaco en San Marino. Je gaat een boekje maken over deze drie minilandjes. Je doet de opdracht met drie kinderen. Dit heb je nodig n een computer met internet en een printer n boeken, tijdschriften en reisgidsen over Andorra, Monaco en San Marino n een atlas Aan de slag 1 Maak een groepje van drie kinderen. 2 Maak samen een lijst met onderwerpen waarover je gaat schrijven. Bijvoorbeeld: klimaat, flora en fauna, industrie, bevolking, taal, cultuur, eten, hoofdstad, toerisme en bezienswaardigheden. 3 Spreek af wie welk land neemt: Andorra, Monaco of San Marino. 4 Kies twee woorden uit de lijst. Jullie hoeven dus niet dezelfde onderwerpen te kiezen. 5 Zoek zoveel mogelijk informatie over die twee woorden bij het land dat je onderzoekt. Schrijf over elk onderwerp een stukje. 6 Zoek mooie plaatjes bij je tekst en voeg al jullie geschreven stukjes samen tot een mooi boekje. Maak ook een inhoudsopgave. 7 Zoek een mooie foto en bedenk een titel voor de voorkant. 8 Laat het boekje lezen door je klasgenoten. Wil je meer weten? Zoek op internet met een zoekmachine als Google en tik in: Andorra, Monaco, San Marino.
Wijzer door de wereld 7 © Noordhoff Uitgevers
227483_WDDW2_KB7.indb 177
09-03-2010 08:06:11
Verdiepingsopdracht
5.4
Een kleine encyclopedie Wat ga je doen? In het zuiden van Nederland ligt een heel klein stukje België. Dat is Baarle-Hertog. Zo’n stukje land dat in een ander land ligt, noem je: een enclave. Spanje heeft ook stukjes land in een ander land: Melilla en Ceuta. Ze liggen in Marokko. Je gaat een kleine encyclopedie maken over Melilla en Ceuta. Je doet de opdracht met zijn tweeën. Dit heb je nodig n een computer met internet en eventueel Word n boeken, tijdschriften en reisgidsen over Melilla en Ceuta n een pen, A4–papier en twee grote vellen papier n viltstiften n een schaar n lijm en plakband n een atlas n een kopie van de kaart van Spanje en de noordkust van Marokko Aan de slag 1 Kies met wie je de opdracht gaat doen. 2 Pak de kopie van de kaart van Spanje en de noordkust van Marokko. Kleur de enclaves Melilla en Ceuta in en zet de namen erbij. Plak de kaart op een los blad. 3 Kies elk één van de enclaves. 4 Zoek allebei zoveel mogelijk informatie over de enclave. Hoe komt het dat die enclave Spaans is? Wonen er nu Spanjaarden of Marokkanen? Of Spaanse Marokkanen? Waaraan merken de mensen in het dagelijks leven dat ze bij Spanje horen? 5 Zoek foto’s van het leven in de enclave. Denk aan kleding, gebruiksvoorwerpen, voedsel en planten. 6 Plak de leukste foto’s en stukjes informatie op. 7 Vertel je klasgenoten over Melilla en Ceuta. Vertel wat de verschillen en overeenkomsten met Spanje zijn. Wil je meer weten? Zoek op internet met een zoekmachine als Google en tik in: Melilla en Ceuta.
Wijzer door de wereld 7 © Noordhoff Uitgevers
227483_WDDW2_KB7.indb 178
09-03-2010 08:06:11
Verdiepingsopdracht
6.1
Van de grond Wat ga je doen? Je kiest een landbouwproduct dat met machines is verwerkt. Van graan wordt bijvoorbeeld brood gemaakt. En van druiven wijn. Je zoekt uit wat er gebeurt met het product. En waar het vandaan komt. Je maakt er een beeldverhaal over. Je doet deze opdracht alleen. Dit heb je nodig n een computer met internet of boeken uit het documentatiecentrum n een kopie van de kaart van Europa n een groot vel papier n kleurpotloden, een pen, lijm, een schaar n eventueel: een kopieerapparaat n eventueel: een printer Aan de slag 1 Kies een landbouwproduct uit Europa dat met machines is verwerkt tot een ander product. Bedenk: landbouw is akkerbouw, veeteelt, tuinbouw en bosbouw. Bijvoorbeeld: brood, wijn, chips, kaas, sinaasappelsap. Een kast kan ook. 2 Zoek uit waar het landbouwproduct groeit. Pak de kopie van de kaart van Europa en kleur de plek in. 3 Plak de kaart op een groot vel papier. 4 Wat wordt er van het landbouwproduct gemaakt? Zoek uit hoe het proces gaat. Welke ‘stappen’ zijn er? Bijvoorbeeld bij wijn: waar groeien de druiven? Wanneer worden ze geplant? Hoe worden ze verzorgd? Wanneer worden ze geoogst? En wat gebeurt er daarna? 5 Zoek plaatjes bij elke stap. Teken ze na, kopieer ze of print ze uit. 6 Plak de plaatjes in de goede volgorde op het vel papier bij de kaart. Schrijf bij elke stap wat er gebeurt. Zorg dat iemand die niet weet hoe het product gemaakt wordt, straks wel weet hoe dat gebeurt. 7 Ben je klaar? Laat het beeldverhaal door klasgenoten lezen. Wil je meer weten? Ga naar: www.brood.net en klik op: Brood van A tot Z en daarna op: van meel tot brood. 32) of Wijn ( 31). Of het Junior Lees de Informatieboekjes Graan ( 96). Of ga naar www.docukit.nl. Klik op: Informatieboekje Brood ( zoeken en tik in: brood, bakker, wijn, hout, papier, sinaasappels enzovoort.
Wijzer door de wereld 7 © Noordhoff Uitgevers
227483_WDDW2_KB7.indb 179
09-03-2010 08:06:11
Verdiepingsopdracht
6.2
Duurzame visserij Wat ga je doen? Duurzame visserij, wat betekent dat? En wat kunnen vissers doen om duurzaam te vissen? En waarom is dat nodig? Je gaat het uitzoeken. Je gaat ook minimaal twee mensen interviewen. Daarna schrijf je er een artikel over. Je doet de opdracht alleen. Dit heb je nodig n een computer met internet en eventueel Word n een pen en schrijfpapier n een schaar en lijm n eventueel: een printer Aan de slag 1 Zoek op internet met een zoekprogramma als Google. Tik in: duurzame visserij. Zoek zoveel mogelijk informatie over: – Wat is duurzame visserij? – Hoe kunnen vissers duurzaam vissen? – Waarom is het belangrijk dat zij dat doen? 2 Vraag aan minimaal twee mensen wat zij vinden van duurzame visserij. Weten ze wat het betekent? Vinden ze het belangrijk dat er duurzaam gevist wordt? Waarom? 3 Schrijf een artikel, als een echte journalist. Schrijf met de hand of op de computer. Eerst schrijf je iets over duurzame visserij (zie stap 1), dan schrijf je op wat andere mensen vinden (zie stap 2). 4 Geef in je artikel ook je eigen mening. Vind jij het belangrijk dat er duurzaam gevist wordt? Waarom? 5 Sluit je artikel af met een conclusie. Daarin schrijf je wat er zal gebeuren als er niet duurzaam wordt gevist en wat er gebeurt als er wel duurzaam wordt gevist. 6 Zoek op internet plaatjes en plak ze bij jouw artikel. 7 Laat je artikel aan anderen lezen. Als je leerkracht het goed vindt, mag het misschien in de schoolkrant? Wil je meer weten? Ga naar internet en tik in: www.noordzee.nl. Of ga naar www.docukit.nl, klik op: zoeken en tik in: Nederlandse visserij.
Wijzer door de wereld 7 © Noordhoff Uitgevers
227483_WDDW2_KB7.indb 180
09-03-2010 08:06:11
Verdiepingsopdracht
6.3
Boekje over dienstverlening Wat ga je doen? De buschauffeur en de tandarts. Ze werken allebei in de dienstverlening. Net als duizenden andere mensen. Je maakt tekeningen over beroepen in de dienstverlening. Daarna maak je er een boekje van. Je doet de opdracht met drie kinderen. Dit heb je nodig n tekenpapier (A4), een pen en kleurpotloden n materiaal om een boek te maken (bijvoorbeeld een snelhechter of ringband) Aan de slag 1 Maak een groepje van drie kinderen. 2 Maak samen een lijst van dienstverlenende beroepen. Bedenk er zoveel mogelijk. Denk aan beroepen door heel Europa. Een kamermeisje op een cruiseschip heeft een dienstverlenend beroep en een skileraar ook. 3 Maak van elk beroep een duidelijke tekening. Schrijf er kort bij wat het beroep inhoudt. Dat kan in een tekstblokje of bijvoorbeeld in een praatwolk. Maak er een mooi blad van. Komt het beroep alleen in een ander land voor, schrijf de naam van dat land er dan bij. 4 Bekijk elkaars tekeningen kritisch. Vertel elkaar wat er eventueel nog beter kan. 5 Maak van alle tekeningen samen een boek. Zorg voor een pakkende titel en maak een leuk omslag. Vergeet niet jullie namen te vermelden! 6 Leg het boek ergens neer in de klas, zodat klasgenoten jullie boek kunnen bekijken. Wil je meer weten? Ga naar www.docukit.nl en klik op: mens en omgeving. Klik daarna op: werk en beroep en kies een beroep.
Wijzer door de wereld 7 © Noordhoff Uitgevers
227483_WDDW2_KB7.indb 181
09-03-2010 08:06:11
Verdiepingsopdracht
6.4
Maak een handelsplan Wat ga je doen? Je gaat een handeltje opzetten. Wat wil je verkopen en aan wie? Wat komt daar allemaal bij kijken? Hoe kom je aan je spullen? Hoe maak je reclame? Je bedenkt een handelsplan. Je doet de opdracht met vier kinderen. Dit heb je nodig n een pen en schrijfpapier n kleurpotloden n eventueel: alles voor jullie handel, bijvoorbeeld: knikkers, dropjes of spekkies Aan de slag 1 Maak een groepje van vier kinderen. 2 Overleg met elkaar wat je wilt verkopen. Bedenk dat het om handel gaat. Je gaat dus niet eerst iets maken om te verkopen. Bij handelen hoort wel: opnieuw verpakken, herverdelen. Je kunt een grote zak drop bijvoorbeeld verdelen in kleinere porties. Of je koopt een zak spekkies en een zak drop. Je stopt één spekkie en één dropje in een zakje en verkoopt dat. Bedenk ook dat je eraan moet verdienen. En dat er mensen zijn die jullie spullen willen kopen. 3 Maak een plan voor je handel. Wie zorgt voor de spullen die jullie gaan verkopen? Wie regelt het vervoer? Waar ga je de spullen verkopen en wie doet dat? Moeten de spullen opnieuw verpakt worden? Wie doet dat? En hoe maak je bekend dat er bij jullie iets te kopen valt (reclame)? Verdeel de taken. 4 Maak een overzicht van de kosten. Hoeveel geld heb je nodig om spullen te kopen (vergeet het verpakkingsmateriaal niet)? Hoeveel geld moet je vragen aan je klanten om winst te maken? 5 Zet je plan op papier. Schrijf alle afspraken op, dus ook de taakverdeling. Schrijf op wat het kost en hoeveel je gaat verdienen. Je plan is op papier klaar. Extra 6 Als het kan, voer je plan ook echt uit. Om in te kopen, heb je geld nodig. Leg je plan voor aan iemand die je dit geld misschien wil lenen (een ‘geldschieter’). 7 Voer je plan uit. 8 Na afloop betaal je eerst je geldschieter terug. 9 Houd je nog geld over? Dan heb je winst.
Wijzer door de wereld 7 © Noordhoff Uitgevers
227483_WDDW2_KB7.indb 182
09-03-2010 08:06:12