LESMATERIAAL
VAN JONGE MENSEN, DE DINGEN DIE NOG KOMEN MEEUW|JEUGDTHEATERSCHOOL 1
Binnenkort gaat u met uw leerlingen naar de voorstelling VAN JONGE MENSEN, DE DINGEN DIE NOG KOMEN. Dit is een voorstelling waarin poëzie een grote rol speelt. Poëzie is voor leerlingen in het voortgezet onderwijs nog een nieuwe literaire vorm. Het is voor hen leuk en interessant om er achter te komen waar poëzie over gaat of zichzelf er in te herkennen. In VAN JONGE MENSEN, DE DINGEN DIE NOG KOMEN maken leerlingen op een heel toegankelijke manier kennis met poëzie, namelijk in een theatervoorstelling met jongeren. Gedichten van K. Schippers worden onderzocht in een laboratorium en de wereldberoemde blauwbilgorgel van Buddingh wordt ingezet als ultieme liefdesverklaring. Een gedicht is op is op die manier niet langer alleen iets op papier, maar een monoloog of dialoog. Poëzie wordt in deze voorstelling gevisualiseerd. Vindt u het leuk om meer te doen dan alleen naar de voorstelling te komen kijken? Wilt u dat uw leerlingen goed voorbereid zijn? In dit lespakket vindt u gevarieerde opdrachten waar u zelf uit kunt kiezen. Er zijn opdrachten die u zelf uit kunt voeren met de leerlingen, maar u kunt ook een workshop boeken die wij in de klas komen geven. Er zijn opdrachten die meer en minder tijd in beslag nemen, die binnen, dan wel buiten de school plaats kunnen vinden. De activiteiten zijn zeer geschikt om vakoverstijgend aan te bieden in het vak CKV en Nederlands. We vinden het leuk om het resultaat van de opdrachten te zien. Gedichten, filmpjes en foto’s kunt u mailen naar
[email protected] Voor vragen en advies kunt u natuurlijk altijd contact met ons opnemen via
[email protected] of 058 295 50 40 Veel plezier met het uitvoeren van de opdrachten en natuurlijk bij de voorstelling!
2
Inhoudsopgave pagina Informatie over… Meeuw|Jeugdtheaterschool
4
De voorstelling: Van jonge mensen, de dingen die nog komen Theaterworkshop in de klas
6
Opdrachten… 1.Wat is je mooiste gedicht?
7
2.Poëzie in beeld
8
3.Sms-gedicht Poetryslam
10
4.De nieuwe stadsdichters
12
5.Vragen voor nagesprek
13
Gedichten uit de voorstelling
14
3
Meeuw|Jeugdtheaterschool Pieter Boonstra, 15 jaar “Ik wilde graag meer doen met theater. De JTS leek me een goede plek om te groeien en natuurlijk veel lol te hebben!”
De Jeugdtheaterschool in Leeuwarden bestaat al sinds 1990. Hilde Mulder richtte de school destijds op omdat er voor jongeren niets aangeboden werd op theatergebied.
Mees van den Bergh, 16 jaar “Op de Jeugdtheaterschool leer je onwijs veel: improvisatie, tekstbehandeling, stemgebruik. Als je in een productie speelt breng je alles wat je geleerd hebt in de praktijk. Daarnaast is het gewoon superleuk om een voorstelling te maken waar je trots op kunt zijn.”
Op de Jeugdtheaterschool leer je theatermaken. Je krijgt lessen in acteren, stem, zang, dans en beweging. De jeugdtheaterschool is een echte school; je begint in de basisklas en van daaruit kun je verder naar de vervolgklassen. Het duurt drie jaar, afhankelijk van hoe snel je leert.
’n Meeuw is het productiehuis van de Jeugdtheaterschool en is opgericht in 1998. Op de jeugdtheaterschool kunnen de leerlingen auditie doen voor de productiegroep. Daarnaast maakt ’n Meeuw ook producties met jonge makers die net afgestudeerd zijn van de toneelacademie of de regieschool. ’n Meeuw speelt in theaters, op locaties en festivals zoals Oerol.
Wessel de Vries, 17 jaar “Op de Jeugdtheaterschool leer je dat toneelspelen meer is dan gekke gezichten trekken en een tekst opzeggen. Je leert dingen durven die je anders niet zou durven. En dat je bijvoorbeeld niet zegt dat je boos bent, maar het laat zien. Dat je het bent.”
4
Tim Helderman, 14 jaar “Na Ciske de Rat de Musical wilde ik graag verder met theater. Ik wilde er graag serieus mee bezig zijn en les krijgen van professionele docenten. Ik heb toen auditie gedaan voor de Jeugdtheaterschool.” Iliane Andringa, 15 jaar Ik zit mij voor mijn vensterglas onnoemelijk te vervelen. Ik wou dat ik twee hondjes was, dan kon ik samen spelen. - Godfried Bomans
Renée Rijpstra, 14 jaar “Mijn lievelingsgedicht is een gedicht van Nannie Kuipers.” Een knuffeltje hier en een knuffeltje daar op je wang, op je oor, op je nek, in je haar. Nee, wacht nog eens even, ik ben nog niet klaar. Ik vind je zo lief, Op je neus ook een paar!
VAN JONGE MENSEN, DE DINGEN DIE KOMEN
Je bent jong. Dan wil je niets liever dan zo snel mogelijk volwassen worden. Maar je wilt op alles zijn voorbereid. Je neemt geen enkel risico. En dus pleeg je grondig onderzoek. Negen onverschrokken jonge acteurs ondernemen een dappere poging om vat te krijgen op hun toekomst. Ze willen weten hoe het zit met de mensen, de dingen, het leven, de liefde en de dood. Ze pakken de zaken grondig aan. Grote Nederlandse dichters zijn hun gids: J.C. Bloem, Cees Buddingh, Johny van Doorn, Neeltje Maria Min, K. Schippers. Ze komen erachter dat niets is wat het lijkt. En dat terwijl de wereld zo eenvoudig leek. Een voorstelling over kijken naar het leven. Opnieuw kijken naar wat je al wist en anders kijken naar de dingen die nog komen. Len Pillen, 17 jaar
Sjoerd Blom, 17 jaar “De sfeer in de groep is super goed! Ik werd als eerstejaars meteen in de groep opgenomen. Het is ook supertof dat we met deze voorstelling zelf kunnen ervaren hoe het is om acteur te zijn.”
“Ik zou een gedicht willen schrijven over een industrieterrein, omdat het daar altijd zo verlaten is, terwijl er ontzettend veel gebeurt. Het is een soort leven buiten de stad, terwijl je toch nog in contact bent met de stad. Je wordt er omringd door een wereld 5 aan muren. “
Theaterworkshop in de klas Gegeven door: Theaterdocent en regieassistent Wendy Viel Duur: 50 minuten Kosten: €45,Reserveren via
[email protected] of 058-295 50 40
In de workshop die bij de voorstelling wordt aangeboden gaan de leerlingen op verschillende manieren aan de slag met gedichten uit de voorstelling. We onderzoeken wat de dichter met een gedicht probeert te zeggen en hoe je dit op het toneel visueel kan maken. Ook kijken we op welke manieren je een gedicht kan voordragen en gebruiken in een toneelscène. Hoe belangrijk is je intonatie? Welke emotie past bij het gedicht? Tegen wie zou je dit gedicht kunnen zeggen en wat kan je daarmee bereiken? Kortom een workshop waarin gedichten uit de voorstelling vanuit verschillende perspectieven belicht worden. Na het volgen van de workshop hebben uw leerlingen meer zicht op wat je allemaal met gedichten kunt doen. Ze zullen de scènes die ze zelf bedacht hebben herkennen in de voorstelling.
Een doos op tafel Tafel waarop doos
Jij hebt de dingen niet nodig om te kunnen zien
Een doos op de tafel Doos op tafel Tafel met doos
De dingen hebben jou nodig om gezien te kunnen worden
K.Schippers K. Schippers
6
1. Wat is je mooiste gedicht? Duur: 1 lesuur Doel: reflectieve inleiding in het lezen en begrijpen van gedichten
Opdracht:
Nuria Zantman, 17 jaar “Het gedicht Soms, een enkele keer van Toon Tellegen vind ik een mooi gedicht, omdat het een vrolijke ondertoon heeft, terwijl het over verdriet gaat. Het biedt troost en heeft een mooi ritme.”
Achterin het boekje vindt u een lijst met gedichten uit de voorstelling. De leerlingen kiezen uit deze lijst het gedicht dat ze hen het meest aanspreekt. zoeken hun mooiste gedicht uit. Laat ze op basis van de onderstaande vragen vertellen waarom dit hun mooiste gedicht is. De leerlingen dragen het gedicht voor in de klas en vertellen hun klasgenoten wat ze erover geschreven hebben.
Waarom vind je dit een mooi gedicht? Bijvoorbeeld omdat:
Je erom moet lachen? Je erdoor verrast wordt? Je de woorden en zinnen mooi vindt? Je iets in het gedicht herkent, bijvoorbeeld een gevoel of een beeld?
Wat weet je over de auteur van dit gedicht? (Zoek op internet meer over de auteur)
Heb je meer van deze dichter gelezen? Leeft de dichter nog? Waar gaan haar/zijn gedichten vaak over?
Waar denk je dat het gedicht over gaat?
Wat is het thema van het gedicht? Over wie of wat gaat het gedicht? Wat gebeurt er in het gedicht? Welk gevoel past het beste bij dit gedicht?
Het mooiste gedicht van: Wessel de Vries Centra Pats Boem Zichtbare knal Wit hel wit Licht Bolle wit, Bolle wit, Bolle wit De aarde wit zwart De weg giddige wit Hé kijk daar een man met een sigaar - Johnny van Doorn 7
2. Poëzie in beeld huiswerkopdracht Doel: poëzie in beeld brengen door middel van fotografie
Opdracht: In de vorige opdracht hebben de leerlingen hun mooiste gedicht uitgekozen. Nu gaan ze dit gedicht in beeld brengen door middel van fotografie. Van de gemaakte foto’s maken de leerlingen een tentoonstelling.
Hoe breng je poëzie in beeld? Dat doe je niet zo maar. Je kunt een heel verhaal vertellen met één foto. Maak je een stilleven of is het een momentopname van een actie? Zet je iets in scène of kies je een toevallig moment? In de vorige opdracht heb je al informatie verzameld over het gedicht. Wanneer je nog niet genoeg concrete informatie hebt, kun je jezelf de volgende vragen stellen: Speelt het gedicht zich op een bepaald tijdstip van de dag af? Speelt het gedicht zich in een bepaald jaargetijde af? Welke locatie/plaats past bij het gedicht? Welke voorwerpen komen er in je gedicht voor?
Tip: Tentoonstellingen kunnen heel statisch zijn. Zoek originele plaatsen in het gebouw om de werken op te hangen. Bijvoorbeeld in de wc’s, de kleedkamers van het gymlokaal, het scheikundelab, het kopieerhok of bij de kluisjes. Plaatsen waar je het niet verwacht om poëzie tegen te komen.
Komen er bepaalde mensen voor in je gedicht? Wat voor uiterlijke kenmerken hebben deze mensen? Hoe oud zijn ze? Wat hebben ze aan? Hebben ze een snor of een bril? Is het gedicht iets in de werkelijkheid of eerder een droom of fantasie?
8
Hoe maak je een goede foto? Een foto is een klein stukje van de werkelijkheid. Als fotograaf bepaal je welk stukje je wilt laten zien en wat je daarover wilt zeggen. Hoe de foto gemaakt wordt, is daarbij heel bepalend. Wat is een goede compositie? Daarbij denk je na over hoe je de ruimte verdeelt, hoe de dingen bij elkaar geplaatst worden. Hieronder een aantal tips: moment: een foto had geen seconde eerder of later genomen moeten worden. Daarvoor moet je soms heel snel zijn of juist heel geduldig. standpunt: maak je de foto vanuit een lage positie of een hoge? Wil je benadrukken dat iemand heel groot of klein is? Probeer de verschillende standpunten uit. afstand: maak je een close-up of kies je ervoor om veel van de omgeving te laten zien. De omgeving kan veel zeggen over het onderwerp dat je op de foto zet. licht: er zijn veel verschillende soorten licht: daglicht, kunstlicht, kaarslicht. Licht bepaald voor een belangrijk deel de sfeer in de foto.
9
3. Sms-gedicht PoetrySlam Duur: 1 lesuur en presentatie Doel: schrijven van een sms-gedicht en het houden van Poetryslam
Een moderne vorm van poezie is het sms-gedicht. Bij een sms gedicht mag je precies 160 tekens gebruiken, inclusief leestekens en spaties: precies evenveel als 1 smsje!
Sofie Cerutti (1972) Het sms-gedicht werd in 2006 uitgevonden door Sofie Cerutti: “De 160 ontstond uit verveling: tijdens het wachten op een terras op een afspraak die te laat is. Uit onrust: een belangrijk bericht verwachten en dan de telefoon geen seconde los kunnen laten. Uit ergernis: als dat laatste en belangrijke woord niet meer in dat ene sms’je past waardoor er dus twee berichten gestuurd moeten worden. Uit een esthetisch genoegen: een berichtje exact te laten passen, in kloppende rake volzinnen. Of uit onvermogen: omdat een sms’je, evenals een gedicht, een uiting van onvermogen is – zoveel communicatiemiddelen en toch zo moeilijk om elkaar te bereiken.” www.precies-160.nl Volgens Sofie Cerutti zijn er veel overeenkomsten tussen sms’en en poëzie:Je moet precies de juiste woorden kiezen. Je kunt makkelijk verkeerd begrepen worden. Je hebt maar weinig ruimte om precies te zeggen wat je wilt.
Op de website www.precies-160.nl vind je voorbeelden van smsgedichten van bekende en minder bekende dichters.
10
Opdracht: Ik zit mij voor mijn vensterglas onnoemelijk te vervelen. -
Godfried Bomans -
Schrijf je eigen sms-gedicht! De eerste zin hebben wij al voor je uitgekozen. Dit zijn zinnen van gedichten uit de voorstelling. Lengte: 160 tekens, inclusief leestekens en spaties
Hé kijk daar een man met een sigaar -
Johny van Doorn –
Mijn moeder is mijn naam vergeten -
Neeltje Maria Min -
Laat de deur niet op slot zijn, nu .... -
J. Eijkelboom -
Soms loopt er door een drukke straat -
Dit zijn heel algemene thema’s, maar kunnen over hele concrete dingen gaan, zoals het meisje naast je in de klas, de melk die ’s morgens altijd op is of een reis die je later nog wilt maken. Maak het jezelf makkelijker door een concrete vraag over je onderwerp te stellen, waar je wel of niet een antwoord op gaat vinden.
Toon Tellegen -
Op een nacht lag ik wakker en hoorde -
Thema: het leven, de liefde, de dingen, de toekomst of de dood.
Willem Wilmink -
Wij vinden het leuk vinden om deze gedichten te lezen. Mail ze naar:
[email protected]. De mooiste gedichten worden op de website van Meeuw|Jeugdtheaterschool geplaatst.
Dag stoel naast de tafel -
Paul van Ostaijen -
Wat is een Poetryslam? To slam betekent in het Engels smijten of slaan. Een poetryslam is een moderne vorm van poëzievoordracht. Eigenlijk is het een performance. Het is een wedstrijd tussen verschillende dichters, waarbij een jury bepaald wie de beste slamdichter is.
Organiseer je eigen Poetryslam! Je hebt nu allemaal een sms-gedicht geschreven. Maar die wil je natuurlijk ook laten horen! Organiseer samen met je klas een Poetryslam. Bijvoorbeeld in de pauze, een huiswerkuur of ’s avonds met je ouders en familie erbij! Een docent van de Jeugdtheaterschool kan je daarbij helpen. Deze kan jullie leren hoe je een goede slamperformance kunt geven en kan als jury optreden bij de wedstrijd. Lijkt jullie dat leuk? Stuur dan een mailtje naar
[email protected] 11
Iemand van de jeugdtheaterschool begeleiden en jury.
4. De nieuwe stadsdichters Duur: 1 lesuur (+ rondleiding door de stad) Doel: maken en presenteren van eigen poëzieroute door de stad
Poëzieroute Leeuwarden Sinds 1993 kun je in Leeuwarden gedichten op straat lezen: een poëzieroute. De gedichten werden geplaatst ter ere van het afscheid van de toenmalige burgemeester, G.J. te Loo. De eerste tien gedichten waren oude, bestaande of nieuw geschreven Friestalige en Nederlandstalige gedichten van schrijvers die in Leeuwarden wonen of hebben gewoond. Later kwamen daar ook andere dichters bij.
Tim: “Ik zou een gedicht willen schrijven over de Oldehove. Het is een mooi en bijzonder gebouw. Doordat hij scheef staat lijkt het een beetje op een oude man die waakt over Leeuwarden, te oud is, maar het toch probeert.”
Opdracht De leerlingen gaan een eigen poëzieroute uitzetten. Laat ze een locatie uitkiezen waar ze een gedicht over willen schrijven, omdat ze deze locatie mooi of bijzonder vinden, of juist erg lelijk en triest. Misschien is er ooit iets gebeurd wat belangrijk voor ze is. Het kan ook een voorwerp of een gebouw op een locatie zijn, zoals de Oldehove. Druk de gedichten zo af dat ze weersbestendig zijn (sealen of op doorzichtig folie of fotopapier afdrukken). Hang ze op in de stad en maak met uw leerlingen een wandeling door de stad langs de gedichten. De leerlingen dragen hun gedicht voor op de plaats van bestemming.
12
5. Vragen voor nagesprek Met deze vragen kunt u de voorstelling in de klas nabespreken met uw leerlingen. Probeer altijd door te vragen op de antwoorden. Zeker wanneer u gesloten vragen stelt.
Wat vonden jullie het om een voorstelling te zien waarbij de tekst bestaat uit gedichten? Wat vond je het mooiste gedicht in de voorstelling? In welk gedicht herkende je iets van jezelf? Welk gedicht heeft je geraakt? Waren er gedichten die je niet begreep? Welke? Wat waren de belangrijkste thema’s in de voorstelling? Hoe zou je de verschillende personages omschrijven? Welk personage vond je het meest sympathiek? Waarvoor gebruiken de spelers de gedichten? Bereikten de spelers hun doel? Wat vond je van de vormgeving? Waar deed dit je aan denken? Speelde de voorstelling altijd op dezelfde locatie? Zo nee, welke nog meer?
Wat zijn de reacties in uw klas? Wij vinden het leuk om hier iets over te horen. Misschien kunt u een korte samenvatting van het gesprek mailen naar:
[email protected]
Zie je ik hou van je, ik vin je zo lief en zo licht je ogen zijn zo vol licht, ik hou van je, ik hou van je. en je neus en je mond en je haar en je ogen en je hals waar je kraagje zit en je oor met je haar er voor. Herman Gorter
13
Gedichten uit de voorstelling
Cees Buddingh – De blauwbilgorgel (1943) Herman de Coninck – Om echt te lezen (Uit: De lenige liefde 1969) Johnny van Doorn - Centra Pats Boem (1959) J. Eijkelboom – Gered (Uit: Wat blijf komt nooit meer terug 1979) Herman Gorter – Zie je ik hou van je (Uit: Verzen 1890) Jan Hanlo – Ik noem je bloemen (1970) Hendrik Marsman – Herinnering aan Holland (1936) Neeltje Maria Min - Mijn moeder is mijn naam vergeten (1916) Bert Schierbeek – De deur (1972) K. Schippers – Bloemengeuren (1972) Toon Tellegen – Soms een enkele keer – (Uit: Als we vlammen waren 1996) Toon Tellegen – Waar zullen we afscheid nemen? (Uit: Mijn winter 1987) Willem Wilmink – Allerzielen (Uit: Ernstig genoeg 1995)
14