Kunst & Cultuur
Stad & Land
Nieuws van onze adviseurs
Beleggingsvisie Q1
Een beetje raadselachtig
Theater Amsterdam
Het levenstestament
George Raven & Jan Wirken
01
Kwartaalmagazine januari 2015
Foto: Scarlett Hooft Graafland Polar Bear - 2007, poolgebied Canada
1
2
Voorwoord
Graag wens ik u en allen die u dierbaar zijn mede namens de medewerkers van Insinger de Beaufort een fantastisch 2015!
Wij vinden het vanzelfsprekend dat onze adviseurs een bredere rol vervullen dan u alleen te adviseren over uw beleggingen
Het afgelopen jaar was, zoals voorspeld, een bewogen jaar voor de financiële markten. Het herstel van de wereldeconomie dat in 2012 inzette, heeft het afgelopen jaar niet aan momentum verloren, maar de situatie blijft fragiel. Er wordt druk gespeculeerd over acties die de ECB kan nemen om de dreigende deflatie af te wenden en zorgen over de achterblijvende groeicijfers in Europa lijken gefundeerd. De kloof tussen de VS en Europa is, zoals verwacht, groter geworden en ontwikkelden koersen zich op de Amerikaanse beurzen sterker dan in Europa. In ons beleggingsbeleid hielden we hier rekening mee waarbij de eerder verwachte correcties zich pas in het vierde kwartaal voordeden. Dit was voor ons reden om de weging in aandelen tijdelijk te verlagen en vervolgens weer te verhogen. Al met al was het verloop op de financiële markten, met tussentijdse koersschommelingen, grillig en verwachten wij in het komende jaar nog veel beweeglijkheid. Achterin ons magazine vindt u de beleggingsvisie waarin onze analisten nader ingaan op de ontwikkelingen in de wereldeconomie en de invloed die dit heeft op ons beleggingsbeleid. Als Private Bank vinden wij het vanzelfsprekend dat onze adviseurs een bredere rol vervullen dan u alleen te adviseren over uw beleggingen. Met de huidige marktontwikkelingen is het van belang de lange termijn niet uit het oog te verliezen. Graag helpen wij u bij het opstellen van een plan voor nu en later. Welke
keuzes zou u nu moeten maken om eerder te kunnen stoppen met werken, of om met uw kinderen te praten over een vermogensoverdracht. Het opstellen van een Private Plan biedt, als onderdeel van onze dienstverlening, houvast en kan u helpen keuzes te maken waar u en uw familie later profijt van kunnen hebben. Daarnaast kijk ik terug op een geslaagde IDFA Filmdag waar eind november meer dan 700 cliënten opnieuw hebben genoten van een speciaal door IDFA samengesteld filmprogramma. En ook de eerste Film by Night, een aparte filmavond voor de jongere relaties, om op een informele manier kennis te maken met hun bank, was een groot succes. Dit jaar gaan we hiermee verder. Zo ook met de Insinger de Beaufort Matinees, een cultuurprogramma waarbij op enkele zondagen per jaar toonaangevende kunstenaars, specialisten en beleidsmakers in het atrium van de bank spreken over hun werk, passie en de ontwikkelingen op hun vakgebied. Zoals in dit magazine het verhaal van beeldend kunstenaar Scarlett Hooft Graafland. Zij toonde tijdens een van onze matinees haar oeuvre en sprak over haar leven als fotograaf. En ook een interview met Bart Akkerhuis die in samenwerking met Renzo Piano, verantwoordelijk was voor het ontwerp The Shard, een van de meest aansprekende bouwwerken in het centrum van Londen. Ik wens u veel leesplezier! Peter Sieradzki CEO
3
Magazine IdB 2015 -1 Colofon Bijzondere Services
Uitgave
Onafhankelijk beleggingsbeleid
Bank Insinger de Beaufort N.V. Postbus 10820 1001 EV Amsterdam
30
Herengracht 537 1017 BV Amsterdam T +31 (0)20 5215 000
10
14
F +31 (0)20 5215 009
[email protected] www.insinger.com
Kunst & Cultuur • Scarlett Hooft Graafland, fotografe en beeldhouwer 6 • Interview met Familie Eyck 10
34
redactiesecretariaat Petra Berkers T +31 (0)20 5215 208
Stad & Land • Kees Abrahams, theaterproducent
14
IDFA • Column Cees van ’t Hullenaar
18
F +31 (0)20 5215 219
[email protected]
34 Van de adviesdesk • Roger Dayala
6
redactie Petra Berkers Carl Höhner
30
George Raven Marinus van Schaik Jan de Vink
Beleggingsvisie • George Raven & Jan Wirken
Roos Vogel
34
Claudine Weinstein
Adreswijzigingen Adreswijzigingen kunt u richten
Besloten netwerken
aan het redactiesecretariaat
druk Drukkerij Aeroprint
vormgeving
26
Publicis www.publicis.nl
Bijzondere ondernemer • Interview met Bart Akkerhuis Architectuur is een dienende kunst
20
4
20
Nieuws & Media • De opkomst van mobiele apps
24
Nieuws van onze adviseurs • Het levenstestament
26
Bijzondere services
Besloten netwerken
Onafhankelijk beleggingsbeleid
5
Kunst & Cultuur
Interview met Scarlett Hooft Graafland Fotografe en beeldhouwer
Zelfportret in de Salar zoutwoestijn, Bolivia
“Ik ben kunstenaar en wil iets maken dat een beetje raadselachtig is” Ze fotografeerde extreme landschappen in alle uithoeken van de wereld, de sneeuwgebieden van het noorden van Canada, de baobab bomen in Madagaskar, de zoutvlakten in Bolivia en heeft nu haar oog laten vallen op Nieuw-Caledonië. We treffen het dus dat Scarlett Hooft Graafland even tijd kon vrijmaken voor een interview bij Insinger de Beaufort. Gewoon in Amsterdam waar Scarlett woont. “Het valt best mee hoor, tegenwoordig ben ik maar vier maanden per jaar op reis.”
Beschouw je jezelf als beeldhouwer of fotograaf? Ach, het begrip ‘beeldhouwer’ is eigenlijk een beetje ouderwets. Ik maak beelden die ik daarna fotografeer en omdat mensen vooral de foto’s zien, word ik fotografe genoemd. Maar als ik moet kiezen, dan noem ik mezelf toch beeldhouwer. Al was het alleen maar omdat ik nooit een fotografieopleiding heb gevolgd. Waar komt jouw interesse voor kunst vandaan? Moeilijk te zeggen. Bij ons in de familie is er niemand die in de kunst werkzaam is. Ik vond het eigenlijk van jongs af aan leuk om dingen te maken, maar ik had ook al op vrij jonge leeftijd een passie voor reizen. En dat kwam samen op een gegeven moment. Na mijn middelbare school ben ik een tijd in Nepal en India geweest. Ik heb daarna onder andere op een kibboets gewerkt in Israël en uiteindelijk Polar Bear - 2007, poolgebied Canada
6
ben ik naar de kunstacademie gegaan. Een vervolgopleiding beeldende kunst heb ik in Jeruzalem gedaan en mijn masters in beeldhouwen aan de Parsons School of Design. Daar ben ik een paar jaar blijven wonen en werken, als assistent van Tony Oursler, een bekend videokunstenaar die onder andere met David Bowie heeft gewerkt. En toen, voor jezelf begonnen? Nou, niet meteen hoor. Het is heel moeilijk om geld te verdienen, als je net van de academie komt. Helemaal in Amerika. Net als mijn medestudenten had ik een behoorlijke studieschuld in die tijd. Ik had ook nog eens geen werkvergunning, dus dat maakte het er niet makkelijker op. Naast m’n baantje bij Tony ging ik performances maken op IJsland, beelden waarbij benen op daken liggen. Dat werd de serie ‘Roofs’. Het Academisch Medisch Centrum kwam mij op het spoor en besloot
de hele serie die ik inmiddels had gemaakt, te kopen. Een grote opsteker. Was dat jouw doorbraak? Dat was nadat ik een groepstentoonstelling had in de Michael Hoppen Gallery in Londen. Daar sloeg mijn werk aan. Ik had werk uit Bolivia van onder andere een roodgekleurd meer met ballen, dat verkocht heel goed. Het was vlak voor de crisis, dus mensen gaven nog geld uit. Ik wist niet wat ik meemaakte. Dat was wel een soort keerpunt, ja. Ik zat ineens bij een internationale galerie. Er werd over me geschreven in allerlei kranten. Vind jij jezelf een geëngageerd kunstenaar? Vaak probeer ik inderdaad iets in mijn beelden aan te geven, een sociale misstand of een milieuprobleem. Maar dan zonder meteen de rol van missionaris op me te nemen. De beelden
7
Mothers of the Forest - 2012, Madagaskar
die ik maak, hebben in elk geval altijd een link met de plek zelf. Ik probeer altijd dingen van daar te gebruiken. De ijsberenvacht waar mijn benen onderuit steken was een soort zelfportret, maar tegelijkertijd een statement over hoe het er nu voor staat met de ijsbeer. Net als het beeld dat ik maakte van een meisje onder het schild van een schildpad. Dat was in Madagaskar, daar zie je overal schilden van schildpadden te koop hangen voor toeristen. Triest om te zien en dat probeer ik op die manier te verbeelden. Ik probeer het landschap niet te verpesten, maar door een kleine toevoeging te maken probeer ik er een extra betekenis aan te geven, alhoewel niet iedereen dat er altijd in ziet. Vind je dat een probleem, als iemand jouw boodschap niet oppikt? Enerzijds vind ik het jammer als mensen iets heel anders in een beeld zien dan dat ik erin heb gestopt. Maar tegelijkertijd vind ik het ook wel weer heel leuk. Ik ben nu eenmaal kunstenaar en wil iets maken dat een beetje raadselachtig is. Zolang mensen dingen maar niet helemaal verkeerd opvatten. Soms zijn de reacties heftig. De huisjes in IJsland met de benen op het dak, hingen bij het Academisch Medisch Centrum nogal prominent bij de ingang. Fanatieke moslims namen daar aanstoot aan en hebben het vernield. Dat vond ik wel erg. Al begrijp ik wel dat mensen ervan schrikken als ze uit een andere cultuur komen. Sowieso merk ik dat iedereen mijn werk anders interpreteert. Begin dit jaar had ik een tentoonstelling in Seoul. Koreanen waren gebiologeerd door het beeld van een blauw dier, een soort os, dat ik in Madagaskar heb gemaakt. Uitgerekend een beeld waarvan ik me afvroeg of ik dat er wel bij zou doen. Maar juist daarop kreeg ik heel veel reacties. Voel je je wel eens onveilig op bepaalde plekken? Ja, in Madagaskar bijvoorbeeld voelde ik me niet altijd even veilig. En toen ik aan het werk was op het Jemenetische eiland Socotra in mei van dit jaar, was het daar ook al een beetje link. Nu zou dat echt niet meer kunnen, veel te gevaarlijk. Jammer, want het is een geweldige plek. Ik werk wel altijd met locals. Als ik ergens kom, heb ik al wel gegevens van contactpersonen, maar die zijn niet altijd even betrouwbaar. Dan maak je een afspraak met iemand en die blijkt dan heel ergens anders te zijn. En dan zal je zien dat z’n telefoon het ook niet doet. Maar als het ergens echt gevaarlijk is, dan ga ik niet.
8
Turtle - 2013, Madagaskar
Blue Truck - 2011, Bolivia
Diksam - 2014, Scotra, Jemen
Waarom fotografeer je nog steeds analoog? Omdat ik het resultaat mooier vind, de kleuren zijn dieper en voller. Ik maak ook wel digitale bestanden van mijn foto’s, bijvoorbeeld als ze in een boek moeten komen, maar dan wordt het toch minder. Kleuren komen minder tot hun recht. En ik vind het ook gaaf om met zo’n rolletje in de weer te zijn. Maar hoe lang dat nog zal duren, geen idee. Ik sprak laatst een fotograaf uit Finland, die vertelde me dat ze daar al helemaal geen analoge ontwikkellabs
aquarelachtig. Ik heb nog één zak en dan moet ik overstappen op een ander merk.
Ik vind het gaaf om met zo'n rolletje in de weer te zijn
meer hebben. Het merk rolletje dat ik gebruik, wordt ook niet meer gemaakt. Jammer, want het geeft van die mooie, zachte tinten, bijna
Welk land staat nog op je verlanglijstje? Ik heb de laatste jaren veel op eilanden gedaan en nu heb ik een eilandje gevonden in Nieuw-Caledonië. Daar groeien bomen die nergens anders voorkomen. Heel hoge, spitse, vreemde vormen hebben die. Dat lijkt me super. En Vlieland staat ook op de planning. Dat wordt in het kader van ‘Leeuwarden culturele hoofdstad’. Maar dat speelt pas in 2018.
9
Kunst & Cultuur
Kasteel Wijlre Foto: Kim Zwarts
Een leven naast het bedrijf De jonge Jo wilde aanvankelijk bloemkweker worden. Maar een Limburger in de bollenstreek, dat werkt niet volgens hem. “Ik besloot bij het bedrijf dat mijn vader had opgezet te gaan werken. Helemaal onderop. Tijdens een avondcursus leerde ik hoe je een
Interview met Familie Eyck
“Het is een levensfilosofie. Dingen moeten perfect zijn, dan onderscheid je jezelf” Ze hadden nooit de intentie om te verzamelen, maar inmiddels hebben Jo en Marlies Eyck een monumentale collectie moderne en hedendaagse kunst bij elkaar gebracht die uniek is voor Limburg, Nederland, België en Duitsland. Verf vormde vanaf het begin de rode draad in het verhaal.
deur in de grondverf zet en aflakt. Na verloop van tijd ben ik directeur geworden. Ik had wel geluk, het waren de jaren na de oorlog, we hadden het tij mee. Er werkten op een gegeven moment zo’n honderd mensen bij ons in het bedrijf.” De vader van Jo had nog een leven naast het bedrijf en dat wijdde hij aan de kunst. Jo groeide op tussen schilderijen, beelden en antieke kasten die vader Eyck overal vandaan haalde. Maar ook Marlies kreeg de kunst met de paplepel ingegoten. “Bij ons was Willem Sandberg, later directeur van het Stedelijk Museum, een regelmatige gast. Maar ook A. Roland Holst, Jacques Gans en Bertus Aafjes. Kortom, de liefde voor de kunst komt bij ons van twee kanten.”
“Mijn vader had een verfgroothandel. Beeldend kunstenaar Charles Eyck, een achterneef van mijn vader kocht vaak verf bij ons en betaalde dan met schilderijen. Mijn vader hield van kunst, dus dat kwam goed uit en zo bouwde hij een leuke collectie Limburgse kunst op.” Aan het woord is Jo Eyck die samen met zijn vrouw Marlies sinds 1981 op kasteel Wijlre in Limburg woont. Jo en Marlies vertellen met liefde en passie over hun kunstcollectie en over hoe het allemaal zo gekomen is. Vochtvrij verpakte aspirine “Mijn vader begon ooit een drogisterij, samen met zijn broer. Ze verkochten dweilen, schrobbers, dat soort dingen. Voor mijn vader, die een echte ondernemersgeest had, was het echter allemaal te klein. Hij besloot te gaan grossieren, dat wil zeggen spullen in Amsterdam en de rest van Nederland aan de man brengen. Onder andere aspirine. Dat zat in doosjes. Niet ideaal in Limburg waar huizen toen voornamelijk met kolen werden verwarmd in plaats van centrale verwarming. Daardoor werden de pillen vochtig. Mijn vader had daar iets op gevonden. Hij liet glazen buisjes in Duitsland maken waar de pilletjes pre-
cies in pasten. Het etiketje weekte hij van de doosjes en plakte hij op de buisjes, kurkje erop en klaar: vochtvrij verpakte aspirine, revolutionair voor die tijd. Hij was niet alleen ondernemer, maar ook creatief. Uiteindelijk is hij z’n
verfgroothandel begonnen. Zo ging dat vroeger in Limburg, je kon kiezen tussen kolen, hout en verf. Het werd een succes, verfgroothandel Eyck verkocht exclusief Sikkens verf en werd een begrip in Heerlen en daarbuiten.”
Zoals wel vaker het geval is, begonnen Jo en Marlies hun verzameling met het spreekwoordelijke schilderij ‘voor achter de bank’. “We hadden niets”, vertelt Marlies, “dus wilden we iets voor om de lege muur op te vullen.” Jo maakt een kleine kanttekening: “Wij hebben vanaf het begin nooit het plan gehad om een verzameling aan te leggen. Het is ons overkomen, ik denk dat je het beter op die manier kunt uitleggen. Iemand die postzegels of sigarenbandjes verzamelt, wil alles compleet hebben. Wij niet. Wij hebben niks compleet en dat vinden we prima.”
1616 Arita Japan 10
Van Hoff ontwerpen
11
Koninklijke Tichelaar Makkum
Studio Job, Pewter Collection
Een nieuwe uitdaging In 1981 krijgen Jo en Marlies de kans om kasteel Wijlre te kopen. Tien jaar eerder diende zich ook al een keer een kans aan, maar die liet Jo aan zich voorbijgaan. “Ik was toen tweeënveertig, had een groeiend bedrijf en onze kinderen waren nog jong. Ik vond dat te riskant. Je weet toch niet welke kant het allemaal op gaat. Toen tien jaar later de kans zich weer voordeed, zeiden we ‘ja’. Er was inmiddels stabiliteit in ons leven en bovendien waren we klaar waar we woonden. Er moest een nieuwe uitdaging komen. We zijn behoorlijk aan de slag gegaan, hebben de tuinen, het koetshuis en het pand zelf aangepakt. Boven, op de zolder van het kasteel, zijn we het schildersmuseum van Sikkens begonnen. Dat hebben we heel mooi ingericht. Mensen in onze omgeving vroegen ‘Kan je dat wel doen, want je klanten denken al gauw ‘die Eyck woont in een kasteel van onze centen!’ Wij draaiden het om: ‘die verf van Eyck moet wel
Geïnteresseerd in een bezoek aan het schitterende landgoed van familie Eyck? Bonnefanten Hedge House Foundation Kasteel Wijlreweg 1 6321 PP Wijlre (ingang aan de zijkant) Telefoon: +31 (0)43 450 26 16 (kantoor) Telefoon: +31 (0)43 450 07 24 (Hedge House) E-mail:
[email protected] Wie meer wil weten over de collectie van Thomas Eyck: Thomas Eyck Ropsterwei 14, 9137 RH Oosternijkerk Telefoon: +31 (0)6 22803886
[email protected] www.thomaseyck.com 12
Kasteel Wijlre Foto’s: Kim Zwarts
goed zijn, anders kan hij nooit in zo’n kasteel wonen!’ Dus we nodigden klanten en relaties uit en probeerden op die manier een beetje sympathie te kweken.” Jo en Marlies verzamelden een kring van betrouwbare adviseurs en kunstenaars om zich heen. Via hen kwamen ze in contact met nieuwe, veelbelovende kunstenaars en groeide hun collectie gestaag. “Onze vriend William Graatsma wees ons jaren geleden op Ad Dekkers”, herinnert Jo zich. “In het Stedelijk hadden we al werk van hem gezien. We zijn toen naar Gent gegaan, daar was een tentoonstelling over constructivistische kunst. Ik zag daar voor het eerst werk van Ellsworth Kelly en al die minimalistische werken, waar onder andere Ad Dekkers deel van uitmaakte. Ik was er kapot van. Ik wilde bij thuiskomst meteen een tentoonstelling met Ad Dekkers organiseren in onze bedrijfshal. Ik ben toen naar Gorinchem gegaan
waar hij woonde en werkte en heb ter plekke een werk van hem gekocht. Gewoon, om te bewijzen dat we het echt meenden. Daar is een jarenlange, hechte vriendschap uit ontstaan tot aan zijn dood in 1974.” Open staan voor dingen Zoals Jo en Marlies beiden in een kunstzinnige omgeving zijn opgegroeid, zo hebben hun drie kinderen ook een voorliefde voor kunst. Al manifesteerde zich dat bij Thomas (50), die bij het gesprek aanwezig is, niet meteen. “Als vijf- of zesjarig jongetje ging ik al mee naar een tentoonstelling van Rietje Zwart. Ik had niet veel oog voor wat daar hing, maar toch, je ziet dingen. En wat ik heb meegekregen, is dat je open moet staan voor dingen, moet leren kijken en niet te snel moet oordelen of iets wel of niet iets is, ook al begrijp je het niet meteen. Maar goed, ik had na mijn middelbare school en ook daarna geen idee wat ik wilde. Ik heb een blauwe maandag bouwkunde in Delft gestudeerd, maar koos daarna toch voor kunstgeschiedenis in Utrecht. Daar lag mijn hart, merkte ik en in het bijzonder bij vormgeving.” Via omwegen kwam Thomas terecht bij Koninklijke Tichelaar Makkum. “Ik heb daar met heel veel plezier gewerkt. Ik heb er veel geleerd, contacten opgedaan met vormgevers en de moderne collectie helpen opbou-
wen. Alleen, Tichelaar maakte uitsluitend keramiek. Na een paar jaar raakte ik wel een beetje uitgekeken op al dat porselein en aardewerk. Steeds hetzelfde materiaal, terwijl er zoveel mooie materialen zijn waar niks mee gebeurt. Ik stelde voor om ook met andere materialen te gaan werken, maar daar zag men niks in. Dat was voor mij aanleiding om mijn eigen bedrijf te beginnen.” t.e., de naam van Thomas’ bedrijf, is inmiddels bekend bij liefhebbers van hedendaags design. Wereldwijd kopen zowel particulieren als bedrijven zijn voorwerpen die gemaakt zijn van de meest uiteenlopende materialen, van tin en vlas tot wol en porselein. “Ik ben geïnteresseerd in materialen, processen en ambachten. Ik ga altijd eerst op zoek naar een maker. Dan ga ik nadenken welke ontwerper past bij dat specifieke materiaal. Zo’n ontwerper laat ik dan de mogelijkheden van het materiaal onderzoeken. Ik ken veel ontwerpers en hun handschrift, dus ik kan mijn collectie in een richting sturen, ik weet wel ongeveer wat ik krijg.” ‘Thomas Eyck publishes and distributes characteristic and exclusieve contemporary design products’ heet het op zijn site. “Dat krijg ik in Nederland niet uitgelegd. Als je in Frankrijk zegt ‘éditeur de design’, dan zegt iedereen ‘ah oui’. Hier vraagt men: ‘uitgever van design, wat bedoel je?’
Het is mijn ziel en zaligheid die ik erin leg
Alhoewel de liefde voor kunst en design bij Thomas net zo diep zit ingebakken als bij zijn ouders, heeft kunst voor hem toch een andere functie. “Het punt is, ik moet ervan leven. Voor mijn ouders is het anders, die hoeven alleen maar te genieten van hun kunst. Mensen mogen zeggen dat ze iets uit mijn collectie lelijk vinden, daar maak ik me niet druk om. Maar als ik ze in het voorbijgaan hoor zeggen dat ze iets niet goed vinden, raken ze me wel heel diep. Dan roep ik ze terug en leg het hun uit, net zo lang tot ze het begrijpen. Het is wel mijn ziel en zaligheid die ik erin leg.” Vader Jo valt zijn zoon bij. “Het is een levensfilosofie. Dingen moeten perfect zijn, dan onderscheid je jezelf. Dat geldt voor de catalogi die wij laten maken bij tentoonstellingen, het gold voor de typemachines bij ons op de zaak die alleen van het merk Olivetti mochten zijn, de inrichting, de lampen, het lettertype op ons briefpapier. Alles.” Op de vraag of ze wel eens wat verkopen reageert Jo bijna verontwaardigd. “Nog nooit hebben we één werk verkocht en dat zullen we ook nooit doen. Niet omdat we zo graag een verzameling willen hebben, maar omdat we ervan houden. Wij zijn dan ook blij dat de complete collectie een plaats heeft gekregen binnen het Bonnefanten Museum.”
Scholten & Baijings
13
Stad & Land
Lang hoefde theaterproducent Kees Abrahams niet na te denken toen hij en zijn zakenpartner Robin de Levita werden benaderd om het verhaal van Anne Frank in theatervorm op de planken te brengen. “We wisten dat we een groot risico aan zouden gaan. Maar aan de andere kant, Anne is wereldwijd bekend en spreekt heel veel mensen aan. Bovendien is haar verhaal zo belangrijk, dat moet verteld blijven worden.” Theaterproducent Kees Abrahams Foto: Laila Schoots
We ontmoeten Kees Abrahams in Theater Amsterdam aan de Danzigerkade nummer 5. Het gloednieuwe pand beschikt over een theaterhal van maar liefst 4200 vierkante meter, ideaal voor een voorstelling als ‘Anne’ met indrukwekkende decors en moderne theatertechnieken, waarbij decorstukken ronddraaien en openschuiven en filmbeelden levensgroot worden geprojecteerd, wat meteen een puntje van kritiek was voor sommige recensenten. Moet je een intiem stuk als dit wel op een ‘theatrale’ manier vertellen? Kees Abrahams kijkt daar anders tegenaan.
Interview met Kees Abrahams
“Ik doe voor het eerst een productie waar ik me persoonlijk bij betrokken voel” 14
Het gaat niet om Anne Frank, maar om het dagboek
“Het gaat niet om Anne Frank, maar om het dagboek. Dat is een cruciaal verschil. Anne was een van de zes miljoen joden die vermoord zijn door de nazi’s. Ze was een zeer getalenteerd meisje, heel bijzonder, maar al die mensen waren bijzonder. We wilden Anne niet tot heilige maken. De reden dat we het stuk wilden produceren, was dat haar dagboek op een goede manier het verhaal vertelt. Dat verhaal willen wij integer brengen,
dus zonder politieke statements of trucs om de dingen mooier te maken dan ze zijn. Theu Boermans, die het stuk heeft geregisseerd, wilde daarom de wereld door de ogen van Anne laten zien. De decors en gebouwen zijn zoveel mogelijk een één op één weergave van hoe het was. Er is heel precies naar details gekeken: van de foto’s die aan de muur van het Achterhuis hingen tot aan het bureautje waaraan Anne zat te schrijven.” Zaken verwoorden die nu spelen ‘Het Achterhuis’ verscheen voor het eerst in 1947 en werd daarna in tientallen talen vertaald en in ongekende oplagen gedrukt. “Wat niet iedereen weet”, vertelt Kees, “is dat het boek pas een wereldwijd verkoopsucces werd, nadat het op Broadway op de planken was gebracht en daar een kaskraker bleek. Het schrijversechtpaar Goodrich en Hackett schreef hun stuk in 1959, gebaseerd op de door Otto Frank geredigeerde versie van Het Achterhuis. Hun toneelstuk was eigenlijk een geparafraseerde en geromantiseerde versie. Het Anne Frank Fonds in Bazel vond het een paar jaar geleden tijd worden voor een hedendaagse versie. Men wilde een script dat zoveel mogelijk Annes dagboek verwoordt en verbeeldt en tegelijkertijd ook voor jongeren van nu toegankelijk is. Die opdracht kregen Jessica Durlacher en Leon de Winter en via hen werden wij bij het project betrokken. Dat was wat je noemt een hele uitdaging. Een van de eisen van het fonds was namelijk dat het stuk in Amsterdam vertoond zou worden. Er was echter geen theater dat groot
genoeg was om onze ambities te realiseren, dus besloten we een heel nieuw theater hier aan de Danzigerkade te bouwen. Theater moet verstrooiing en ontspanning bieden, maar het moet ook een spiegel voor de samenleving zijn, zaken verwoorden die nu spelen. Dat is uiteindelijk wat we willen bereiken. Zakelijk gezien was het bouwen van een nieuw theater dus een groot risico, maar aan de andere kant weten we dat Annes verhaal een groot en breed publiek aanspreekt.” Anne loopt sinds mei en in december waren er al ruim honderdduizend kaartjes verkocht. Kees is er trots op. “Alle gesubsidieerde theatergezelschappen bij elkaar maal vijf blijven hierbij in de schaduw staan. We produceren een serieus stuk en maken dat voor een breed publiek toegankelijk. Dat is bijzonder voor een voorstelling waarin niet wordt gezongen en gedanst en waarin aan het eind niemand heeft gewonnen. Ik ben er heel erg trots op dat we dat tot nu toe voor elkaar gekregen hebben. Ik doe nu ook voor het eerst een productie waar ik me persoonlijk erg bij betrokken voel. Ik heb in m’n carrière veel gedaan, sommige dingen waren succesvol, sommige minder. En je kunt niet achter alles staan wat je doet, maar hier is dat zeker het geval. Dit is wat ik wilde doen.” Goede doelenstichting Het verhaal van Anne aan een breed publiek vertellen. Voor Kees Abrahams is het niet alleen wishful thinking. We hebben met het Joods Historisch Museum een lesbrief ont-
15
wikkeld voor scholieren in de leeftijd van twaalf tot zestien jaar, zodat zij het verhaal van Anne Frank in de juiste context kunnen ervaren. Voor de stichting die we hiervoor hebben opgericht, hebben we inmiddels een aantal sponsors aan ons weten te binden. We zijn nog niet eens officieel gestart, maar inmiddels kunnen we al veel schoolklassen welkom heten. Laatst hadden we een groep van zestig kinderen. Die werden door een stichting in Zwitserland hier naartoe gevlogen, de kinderen werden hier in het theater ontvangen hebben hier gegeten, gedronken en het onderwijs gevolgd en daarna hebben ze de voorstelling gezien. De volgende dag zijn ze weer teruggevlogen naar Zwitserland.” De voorstelling is ook voor buitenlandse bezoekers te volgen. Via een tablet kan de bezoeker kiezen voor een letterlijke vertaling in tekst, in audio of een synopsis voorafgaand aan elke scene of een combinatie hiervan. Ook doven en slechthorenden kunnen op
deze manier de voorstelling volgen. Het is slechts een van de noviteiten uit de koker van Imagine Nation, het productiebedrijf van Kees Abrahams en Robin de Levita, een ‘creatief gedreven producent en initiator van theater-, film- en TV-producties’, zoals de website vermeldt. “We willen voorstellingen anders laten zijn. Anders dan je gewend bent. We geloven niet (meer) in de klassieke manier van theater, film of tv maken. Je moet eigenlijk met een blanco vel papier beginnen en vergeten hoe het vroeger was, dat een theater in de stad altijd vijftien meter breed en tien meter diep is. Wie weet gaan we nog eens een voorstelling brengen die op straat speelt of waar je doorheen loopt, als dat een betere ervaring geeft. Wat wij maken moet in elk geval anders zijn dan wat je op West End krijgt of op Broadway. We hebben liever dat mensen het helemaal niks vinden of helemaal fantastisch. Liever dat dan de reactie 'mwah, was wel aardig'."
Foto's: Kurt van der Elst
16
Pictures verkocht. Bij Columbia Pictures, onderdeel van Sony, werd ik ‘president international tv productions’. Dat betekende drie-eneen-half jaar de wereld over vliegen. Zo’n grote onderneming is geweldig om mee te maken, maar alles gaat zo stroperig. En ja, als je dan ondernemer bent en je ziet Soldaat Foto: Kurt van der Elst
Nog nooit vertoond Kees wil alvast wel een tipje van de sluier oplichten over een van de nieuwe producties. “Dat wordt een film over een familie die een drive-in theater runt. Dit willen we in een drive-in theater vertonen.” Of een initiatief als dit een succes zal worden, kan Kees met zijn jarenlange ervaring toch niet zeggen. “Als ik dat wist, dan was het makkelijk, maar helaas, je weet nooit wanneer iets een hit wordt. Er zijn wel een paar zaken waar een idee aan moet voldoen. Daarvoor moet je kijken naar de historie van hits. Neem bijvoorbeeld televisie, Who Wants to Be a Millionaire, dat bleek een enorm succes. Waarom? Omdat het controversieel was. Het was de eerste gameshow waarbij je een miljoen pond kon winnen, zoiets was nog nooit vertoond. Daarbij was het financieel een onverantwoord risico, want misschien winnen mensen een paar keer achter elkaar een miljoen. Technisch was het ook moeilijk om te maken en bovendien, hoe controleer je of er geen fouten in je vraag zitten, hoe zorg je ervoor dat ze niet uitlekken. Hetzelfde had je destijds met Big Brother. John de Mol heeft er tien jaar mee geleurd bij omroepen. Die zagen het niet zitten. “Je gaat toch niet iemand filmen die op de plee zit”, was een veelgehoorde reactie. Dus je moet iets hebben dat niet iedereen kan maken, dat moeilijk te
produceren is, dat stof doet opwaaien, en er moet financieel iets op het spel staan. En natuurlijk moet je er zelf een goed gevoel bij hebben. Pas daarna ga je kijken hoe je dingen sneller en efficiënter kunt maken en ga je marktonderzoek doen en dat soort dingen. Zolang je maar nooit afwijkt van wat je oorspronkelijk wilde maken, want dat is leidend.” Drie-en-een-half jaar de wereld over Het is duidelijk dat we tegenover een ondernemer pur sang zitten. Iemand die bereid is risico’s te nemen, nieuwe dingen wil uitproberen en niet snel opgeeft. Het zijn karaktertrekken die Kees al jaren geleden kon ontwikkelen. “Na m’n studie ben ik bij de televisietak van Joop van den Ende gaan werken. Dat werd later Endemol waarbinnen ik nieuwe onderneminkjes opzette. Toen Telefónica in 2001 Endemol had overgenomen voor een absurd bedrag wilde de nieuwe baas van Telefónica geen cent meer uitgeven. Ik besloot toen weg te gaan en m’n eigen bedrijf te starten, dat was in 2004. Het bedrijf heette 2WayTraffic, gericht op televisie-formatdistributie. Het bedrijf groeide als kool en in 2006 brachten we het in Londen naar de beurs. Met het geld dat we daarmee ophaalden, hebben we Who Wants to Be a Millionaire gekocht, een van de tien grootste tv hits wereldwijd. Anderhalf jaar later hebben we dat met winst aan Sony
van Oranje, toen dacht ik bij mezelf: ‘de producent van dit stuk zou ik wel eens willen spreken’. Zo kwam ik in contact met Robin en zijn we dit bedrijf gestart. Met ‘Anne’ als eerste project, een gloednieuw pand en zestig man personeel.” Kees Abrahams geeft hiermee al aan dat hij niet van plan is om op zijn lauweren te gaan rusten. Om het in zijn woorden te zeggen: ‘Op naar het volgende leuke project’. Imagine Nation gaat een samenwerking aan met Hollywood film studio LIONSGATE voor de theaterrechten van The Hunger Games. De wereldprimeur van The Hunger Games als theaterproductie zal vanaf het voorjaar 2016 te zien zijn in een nieuw te bouwen theater bij Wembley Stadium in Londen.
De Theaterhal • Heeft 784 tot 1101 zitplaatsen • Beschikt over 500m2 beweegbare schermen • Beschikt over een modern digitaal video projectiesysteem • Beschikt over innovatieve theatertechnieken, glasvezelverbinding en livestreammogelijkheden • Heeft een meertalig vertaalsysteem Meer informatie: www.theateramsterdam.nl www.imaginenation.nl
17 Foto: Kurt van der Elst
The New Rijksmuseum The Film, Oeke Hoogendijk, 2014, 130 min Foto’s: Column Film
“De documentaire is een kunstwerk op eigen merites” Het Rijksmuseum maakte onlangs bekend een recordaantal bezoekers te hebben ontvangen in 2013. Meer dan 2.000.000 mensen uit binnen- en buitenland bezochten deze cultuurtempel. Ook ik (Cees van ’t Hullenaar red.) was er. Sterker nog; het jaarlijkse personeelsuitje van IDFA startte het afgelopen jaar in het Rijksmuseum. We zijn rondgeleid en hebben rondgedwaald. Een mooier begin van de dag is nauwelijks voor te stellen. Later dit jaar zag ik de documentaire het nieuwe Rijksmuseum van Oeke Hogendijk. Een prachtige film die bij IDFA in première ging en nu door het land toert. Ik vroeg me af wat de documentaire toevoegt aan dat werkelijke bezoek. In 2003 ging het belangrijkste Nederlandse museum dicht in verband met een grondige renovatie. Het was de bedoeling dat het gebouw in 2008 haar deuren weer zou openen. Maar wat vijf jaar moest duren werd tien jaar, met een budget dat telkens weer werd overschreden. Hoogendijk zag kans om dit enerverende, moeizame en soms pijnlijk grappige proces vanachter de gesloten museumdeuren op de voet te volgen met de camera. Ze legde in fraaie beelden, ondersteund door krachtige muziek, vast hoe het gebouw eerst wordt gestript tot een troosteloos karkas en langzaam steeds meer terugkrijgt van de oude grandeur. We zien van nabij hoe de verschil-
18
lende conservatoren met enorme passie en toewijding de inrichting van hun nieuwe zalen voorbereiden. We volgen de huismeester die het gebouw als zijn kind beschouwt en het beschermt tegen indringers, en de architecten die hun ontwerpen steeds moeten bijstellen. En we volgen de directeuren Ronald de Leeuw en later Wim Pijbes die moeten omgaan met financiële tegenvallers, trage ambtelijke molens en meningsverschillen – en keer op keer stuiten op actievoerende fietsers. Uiteindelijk werd vierhonderd uur materiaal teruggebracht tot één film, die de kijker meevoert naar de uiteindelijke apotheose: de heropening in 2013. Is deze documentaire een alternatief voor een daadwekelijk bezoek. Allerminst. Ik zou beiden niet willen missen. De documentaire staat op zich, is een kunstwerk dat op zijn eigen merites moet worden beoordeeld, maar zorgt er wel voor dat ik het werkelijke Rijksmuseum met andere ogen bezie en waardeer. Dat is wat alle goede documentaires doen: op creatieve wijze de toeschouwer een nieuwe blik op de werkelijkheid tonen. Dat is wat in ideale zin IDFA doet met de ruim 300 films die we vertonen. Kan niet wachten om in de kerstvakantie opnieuw naar het Rijksmuseum te gaan. Cees van ’t Hullenaar
IDFA International Documentary Film Festival Amsterdam
19
Bijzondere
Ondernemer
Interview met Bart Akkerhuis
“Architectuur is een dienende kunst” Hij werkte tien jaar bij een van de meest vooraanstaande architectenbureaus ter wereld. Toch begon Bart Akkerhuis onlangs voor zichzelf. Zijn doel is ambitieus: internationaal naam maken met gebouwen zoals die van zijn leermeester, de Italiaanse architect Renzo Piano.
XXX
Centre Pompidou Foto: Michel Denancé
20
“Ik ben niet het klassieke voorbeeld van een jongen die direct wist dat hij architect wilde worden,” vertelt Bart Akkerhuis (43). “Na de middelbare school dacht ik dat ‘chirurg’ het was voor mij. Ik studeerde ook nog even informatica om vervolgens mijn pijlen op de luchtmacht te richten. Dat werd het allemaal niet. Ook niet de daaropvolgende studie, lucht- en ruimtevaarttechniek. Dit was veel te theoretisch en ik kon er mijn creativiteit niet kwijt. Zoiets als het Centre Pompidou ontwerpen of een Citroen DS leek me wel geweldig. Mijn vriendin, nu inmiddels mijn vrouw, opperde dat ik dan bouwkunde moest gaan doen. Dat bleek een schot in de roos. Vanaf het moment dat ik daar binnenliep wist ik dat ik architect wilde zijn. Alles viel op zijn plaats: ik zag uitdaging in de techniek in combinatie met creativiteit. Architectuur is een dienende kunst, een kunst met veel verantwoording ook. Als iemand een slecht boek schrijft wordt het niet gelezen, als iemand een muziek stuk componeert dat niet aan te horen is wordt er niet naar geluisterd. Bij een gebouw is er geen ontkomen aan. Als je slechte architectuur maakt is het er voor vele jaren. Die combinatie trekt mij zo aan in de architectuur. Je maakt niet alleen een sculptuur maar een
gebouw voor een plek en voor de mensen die het gebruiken. Treinticket naar Parijs In zijn derde jaar zag Bart op de universiteit een fax hangen. “Renzo Piano Building Workshop (RPBW) zocht een net afgestudeerd architect voor een project in Nederland. Ik dacht: ‘Die is voor mij!’. Ik had net The making of Beaubourg gelezen van Nathan Silver, een boek over het Centre Pompidou. Ik bewonderde Renzo zeer omdat hij een echte ‘craftsman’ is. Iemand die kijkt naar hoe een gebouw in elkaar zit, wat het doet voor de omgeving en voor de gebruikers. Hij gaat uit van het ambachtschap binnen de bouwkunst. Bovendien ontwerpt hij fantastisch mooie gebouwen. Dat spreekt me aan.” Ondanks dat het kansloos was om te reageren, RPBW zocht immers een afgestudeerde architect, trok Bart de stoute schoenen aan. Het kwam vooral aan op motivatie want een portfolio of ervaring met AutoCAD waarom gevraagd werd had ik niet. Op een vrijdagochtend frommelde ik wat vage schetsen bij elkaar en zond die per fax en stuurde ook een enorm gemotiveerde brief waarin ik uitlegde waarom ik de beste kandidaat was voor die baan en opperde om na het weekend langs te
21
The Shard worpen en ontwikkeld. Voorheen was het een grauwe plek waar mensen niet wilde verblij-
komen voor een gesprek. De uitnodiging kwam nog diezelfde avond: we zien je aanstaande maandag in Parijs. Ik kocht een treinticket en wist ze kennelijk te overtuigen. Als je iets graag wilt, moet je er voor gaan.” “Ik kreeg de stageplek en werkte uiteindelijk twee jaar bij RPBW aan KPN’s Toren van Zuid in Rotterdam en daarna bij het prestigieuze Art Institute of Chicago. Het was een geweldige ervaring. Renzo geeft zijn medewerkers veel vrijheid en verantwoording. In het eerste half jaar leerde ik al meer dan in de drie jaar daarvoor in de collegebanken.” Een droom die uitkomt Op zijn 33e studeerde Bart af en vertrok naar Londen om ervaring op te doen bij een groot internationaal bureau, het Amerikaanse HOK, bekend van het Olympisch Stadion en Wembley in Londen. Die had interessante opdrachten in Londen, de Verenigde Arabische Emiraten en Pakistan. Akkerhuis kreeg er het vertrouwen en ontwierp onder meer het nieuwe Park Hyatt in Islamabad en een 450 meter hoge wolkenkrabber in Dubai. Toen RPBW me na anderhalf jaar belde en vroeg of ik mee wilde werken aan The Shard (ofwel ‘de scherf’, een wolkenkrabber in Southwark in Londen, red.), twijfelde ik echter geen seconde. Het was een droom die uitkwam om met een groot team vanuit RPBW aan zo’n bijzonder project te werken.” Zoektocht van twee jaar Hij werd verantwoordelijk voor de buitenzijde van dit icoon van de moderne architectuur, kosten 450 miljoen pond. Het ontwerp sug-
The Shard in Londen Foto: Rob Telford
Afbeeldingen: RPBW
gereert een serie glasscherven, maar dan 310 meter hoog. Alleen de glazen vliesgevel kost 80 miljoen pond. Akkerhuis werkte vijf jaar aan het project. “Ik ben twee jaar bezig geweest met zoeken naar het juiste glas. We wilden een kristallijn, transparant gebouw. Het moest geen ‘arrogante’ toren worden met spiegelend glas zoals je vaker ziet in Dubai of China. Het resultaat is een gebouw dat duidelijk herkenbaar is in de skyline van Londen, niet alleen vanwege
de markante spitse vorm en hoogte maar ook vanwege de verrassende kwaliteit van het glas. De ene keer helder, de andere keer meer reflecterend neemt het gebouw steeds de kleur over van de lucht. Zodoende verandert het gebouw mee met het uur van de dag en met de verschillende seizoenen, precies zoals vooraf beoogd was.” Ook de directe omgeving van ‘De Shard’ is mee ontworpen. De publieke ruimte rondom het gebouw en het station zijn opnieuw ont-
ven. Nu is het is een aantrekkelijke plek geworden in de stad. “Je kunt nu vanaf het plein bij The Shard door het station kijken en de treinen zien staan. Dat is typerend voor de stijl van Renzo, de transparantie in verschillende lagen van het ontwerp. Piano is door zijn uiteenlopende werken overigens niet in één woord te vangen. Maar zijn gevoel voor transparantie en openheid zie je wel altijd terug. Hij voelt wat een ruimte met je doet en weet hoe het licht naar binnen valt. Daarbij maakt hij van hightech ambacht: alle details kloppen.” “Bij de bouw van het Centre Pompidou heeft hij als het ware een gedeelte van de oorspronkelijke omgeving teruggegeven aan de bewoners van Parijs door een plein te creëren. Bij The Shard zie je dat ook. Renzo heeft het onderste gedeelte van de wolkenkrabber naar binnen laten lopen, zodat er een ruimte is ontstaan voor het publiek. Zoals de meester het zelf zegt, om ‘places for people’ te creëren.” Van Yongsan naar Studio Akkerhuis Na het werk aan de prestigieuze Shard reisde Bart voor RPBW twee jaar lang geregeld naar Zuid-Korea voor de bouw van de op een na hoogste toren van de wereld: de 620 meter hoge Yongsan Landmark Tower. Akkerhuis werd verantwoordelijk voor het totale project
Foto’s: Vesper Hotel
top 5 favoriete gebouwen van Bart Akkerhuis
Het Marie Short woonhuis van de Australische architect Glenn Murcutt Het Kimball Art Museum van de Amerikaanse architect Louis Kahn De prefab ontwerpen van de Franse architect en meubel- en industrieel ontwerper Jean Prouvé De kunsthal in Rotterdam van de Nederlandse architect Rem Koolhaas Het Centre Pompidou in Parijs van de Italiaanse architect Renzo Piano en de Engelse architect Richard Rogers
met een budget van meer dan 2 miljard euro en stuurde wereldwijd een groot team van architecten en ingenieurs aan. De werkzaamheden liggen inmiddels stil vanwege politieke zaken waar de klant geen vat op heeft. Onlangs kondigde Bart zijn vertrek aan bij RPBW. “Ik heb veel geleerd bij Renzo, maar wil nu zelf verder onder de naam Studio Akkerhuis. Mijn ambitie is een bureau van zo’n 40 tot 60 architecten zodat ik op elk project mijn invloed uit kan oefenen en het allemaal nog controleerbaar is. Internationaal naam maken met mooie gebouwen is wat ik wil.” Het nieuwe
22
bureau is gevestigd in de Marais in Parijs, niet ver van het Centre Pompidou. Inmiddels werken er ongeveer 10 architecten aan het eerste grote project, een combinatie van cultuur, wonen en werken met een totale bouwsom van 100 miljoen euro. De principes en methoden die hij bij zijn oude meester heeft geleerd zijn duidelijk terug te vinden in het atelier van Akkerhuis in Parijs; overal verspreid staan maquettes, liggen schetsen, hangen tekeningen. Het geeft het gevoel van een echte werkplaats waarin onderzoek, innovatie en ambacht centraal staan. De volgende stap naar de verwezenlijking van de droom is gezet.
23 Foto: Rob Telford
Afbeelding: RPBW
Nieuws Media
De opkomst van mobiele apps De ontwikkeling van mobile, het gebruik van smartphones en tablets gaat in Nederland razendsnel. Het onderzoeksbureau GFK heeft in december 2014 de cijfers bekendgemaakt van het aantal Nederlanders dat een desktop-, laptop- en tablet-computer bezit. Daaruit komt naar voren dat het aantal Nederlanders met een vaste computer het afgelopen jaar is gedaald van 8,3 miljoen (65 procent) naar 7,9 miljoen (61 procent). Het aantal mensen met een tablet-computer is echter gestegen met zo’n 8 procent naar 7,9 miljoen (61 procent). De meeste mensen bezitten een laptop, ruim 10 miljoen mensen (77 procent), op de voet gevolgd door mensen met een smartphone, dat zijn er bijna 10 miljoen (76 procent). Het aantal smartphone-gebruikers groeide in een jaar met 9 procent. Naast bezit van tablet en smartphone is het gebruik ervan nog belangrijker. Mobiel (smartphone en tablet) neemt in de US al 60% van alle digitale tijdsbesteding voor zijn rekening. Dit komt voornamelijk door de explosieve groei en het gebruik van apps. Gezien de hoge dekkingsgraad van mobiel in Nederland is dit percentage net zo groot en misschien ligt het gebruik zelfs nog wat hoger.
In samenwerking met MOBGEN, gespecialiseerd in het ontwikkelen van mobiele oplossingen, bieden wij u een kort overzicht van interessante apps. Voor zowel iOS als Android toestellen en tablets.
24
Elevate
Autotrack
Zite
‘Elevate brain training’ is een iPhone-spelletje waarmee je stukje bij beetje geheugen, leesvaardigheid en andere geestelijke vaardigheden ‘traint’. Dit is de beste app van 2014 volgens Apple. De bijzondere vormgeving van de 25 mooi vormgegeven mini games maken een groot verschil. De juiste balans tussen fun en uitdaging geeft aanleiding om de app ook morgen weer te gebruiken.
Op zoek naar die unieke klassieker of een zuinige elektrische auto? Meer dan 180.000 occasions op het platform van Autotrack. Selecteer op merk, kilometers, verbruik etc. of vraag een proefrit aan of mail de dealer. Alleen met auto’s waarvan de informatie gecheckt is door Autotrack.
Lees het laatste nieuws over onderwerpen die jou interesseren. Zite is intelligent en leert van het leesgedrag en serveert op basis daarvan de meest relevante content van de favoriete media. Selecteer de onderwerpen of je favoriete bronnen.
Deze app is vooralsnog alleen in het Engels.
Trello
Indiegogo
BVA Auctions
Deze tool helpt bij het managen van een project, een team aansturen of bij het maken van een to-dolijst. Het is als een whiteboard met kaartjes waarop taken genoteerd worden, wie het moet doen en wanneer. De kaartjes kunnen eenvoudig verschoven, veranderd of verwijderd worden. Nodig anderen uit om samen te werken met dezelfde tool.
De Indiegogo-app toont verschillende projectcategorieën waar gebruikers crowdfundingprojecten kunnen bekijken en financieel steunen. Als een project is gesteund, is het mogelijk om op de hoogte te blijven van updates over het project. Daarnaast is het mogelijk om crowdfundingprojecten met anderen te delen via de ingebouwde deelfunctie.
Startend bedrijf en op zoek naar een kosten efficiënte inrichting? Met deze app kan iedereen meebieden op de veilingen. Iedereen, zowel het bedrijfsleven als particulieren, kan zich inschrijven bij BVA Auctions en meteen bieden. BVA Auctions is het grootste online veilinghuis van Nederland. BVA Auctions brengt in opdracht van banken, curatoren, leasemaatschappijen, industrie en het bedrijfsleven roerende zaken ter veiling.
Etsy
BillGuard Track & Protect Alle financiën op één plaats. Krijg direct waarschuwingen omtrent uitgaven. BillGuard geeft duidelijk overzicht van uitgaven, beschermt betaalpassen van fraude en helpt geld besparen met eenvoudige budgettering die werkt.
FLUX by belew Never the same twice
Unieke cadeaus en vintage items worden op Etsy aangeboden. Meer dan 17 miljoen unieke producten van meer dan 800.000 verkopers van over de hele wereld. Productentips kunnen worden bekeken en aan je favorieten worden toegevoegd.
Een voortdurend wisselend arrangement aan nieuwe liedjes, sounds, en verassende visual art die wordt weergegeven in elkaar snel opvolgende beelden. Het repertoire kan op ieder moment gewijzigd worden, waardoor FLUX nooit tweemaal hetzelfde afspeelt. FLUX by belew™ biedt daarnaast foto’s, teksten, studioaantekeningen, achtergrondverhalen over de liedjes, en interactieve manieren om uw FLUX-ervaring te delen met uw vrienden via sociale media.
25
Nieuws van onze
adviseurs
U heeft uw zaken vaak wel op orde voor het geval u komt te overlijden. Maar wat als er belangrijke beslissingen genomen moeten worden over zaken in uw leven en u bent zelf daartoe (soms tijdelijk) niet in staat? Wie vertrouwt u genoeg om dat voor u te doen? Hoe ver gaat de bevoegdheid van die persoon? Hoe weet die persoon dat hij of zij de beslissing nemen mag? Allemaal zaken die op te lossen zijn met een levenstestament.
Het levens testament 26
De naam zegt het eigenlijk al. Een levenstestament is een document dat zaken regelt tijdens uw leven. We kennen allemaal wel het ‘gewone’ testament waarin zaken geregeld zijn omtrent de verdeling van uw bezittingen en schulden na uw overlijden. U regelt daarin welke bezittingen aan wie toekomen, wiens vermogen eventueel onder bewind wordt gesteld voor zijn of haar verkrijging en wie u als executeur aanwijst om uw nalatenschap af te wikkelen. Tot uw overlijden heeft dit testament geen enkele werking. Wat gebeurt er dan met uw bezittingen en schulden als u nog in leven bent, maar niet meer in staat bent om er beslissingen over te nemen, bijvoorbeeld in geval van dementie, in coma raken of indien u anderszins wilsonbekwaam bent geworden? Wie wilt u beslissingen laten nemen over uw medische behandeling of het stoppen daarvan als u dat zelf niet meer kunt? Wie neemt de beslissingen over uw minderjarige kinderen? Voorbeelden van vragen die op te lossen zijn
door uw wil daaromtrent vast te leggen in een document, het levenstestament. Het levenstestament is daarmee dus veel breder dan een testament bij overlijden. U regelt namelijk niet alleen de zaken omtrent uw vermogen, maar onder andere ook omtrent uw gezondheid, uw kinderen, uw schenkingen, een medisch behandelverbod. In het levenstestament regelt u uw persoonlijke wensen door deze daarin kenbaar te maken en door een persoon of verschillende personen een volmacht te geven om daarover beslissingen te nemen binnen de randvoorwaarden die u daarvoor zelf opstelt. Het levenstestament kan ook een lijst bevatten met de vindplaats van pincodes, wachtwoorden, de locatie van uw verzameling, van sleutels van uw tweede woning en de kluiscombinatie. Kortom, gegevens die iemand nodig heeft om uw lopende zaken onverstoord door te laten lopen. Alles natuurlijk alleen voor zover u dat wilt binnen de door u gestelde kaders.
27
Uitgelicht Hoewel het levenstestament veel verschillende zaken kan regelen, worden onderstaand twee aandachtsgebieden nader belicht:
Notaris Hoewel een levenstestament vastgelegd kan worden in een onderhands document, is het verstandig dit via de notaris te regelen. De notaris stelt uw identiteit vast en beoordeelt of u bij het opstellen van het levenstestament wilsbekwaam bent. Hierdoor zullen derden, zoals de overheid en banken, de in het levenstestament geregelde volmachten eerder accepteren. Ook hebben de notarissen een landelijk register gecreëerd, waarin de laatste versie van uw levenstestament wordt geregistreerd. Zij zullen erop toezien dat alleen de door u aangewezen personen inzage krijgen in uw levenstestament op het moment dat dat nodig is. Volmacht en toezicht Zoals hiervoor reeds aangegeven, houdt het levenstestament niet alleen uw voorkeuren en wensen in, maar wordt er ook een vol-
28
macht gegeven aan een vertrouwenspersoon. Met deze volmacht kan de vertrouwenspersoon u ook juridisch vertegenwoordigen. Hij of zij dient daarbij in zijn of haar beslissingen wel rekening te houden met de door u gestelde randvoorwaarden. Het is in veel gevallen verstandig om naast een vertrouwenspersoon ook een toezichthouder te benoemen, aan wie de gevolmachtigde rekening en verantwoording moet afleggen. Daarmee waarborgt u dat de gevolmachtigde zich ook aan de door u gestelde voorwaarden houdt. Ook voor uw omgeving is het prettig om te weten dat een vertrouwenspersoon geen ‘carte blanche’ heeft, maar zich ook moet verantwoorden. Tenslotte vinden ook veel vertrouwenspersonen het prettig dat er iemand met hen meekijkt. Zij lopen dan minder risico later door u of iemand anders ervan beticht te worden niet juist met de volmacht te zijn omgegaan.
Uw onderneming Een levenstestament is te overwegen als u een onderneming heeft, zeker als u werknemers heeft. Het is van belang voor u, uw naasten en de werknemers dat de onderneming zo ongestoord mogelijk wordt voortgezet. Uw onderneming is namelijk een inkomensbron voor verschillende mensen en het is voor hen van belang dat die inkomsten niet ineens ophouden. Bij een eenmanszaak is dit in veel gevallen niet geregeld en is het belangrijk dat er iemand is die de lopende zaken kan waarnemen, zoals het doen van betalingen, het maken van facturen. Het kan alleen al erg handig zijn als er een vertrouwenspersoon de toegangscodes krijgt tot het internetbankieren. Daarmee is een direct probleem vaak al opgelost. Maar zonder volmacht kan de vertrouwenspersoon later aangesproken worden als er onverhoopt toch iets fout is gegaan. Ter bescherming van de vertrouwenspersoon is het daarom verstandig om dit te regelen met een volmacht. Hiermee heeft u bovendien ook de mogelijkheid beperkingen te stellen aan iemands bevoegdheid. U vindt het bijvoorbeeld prima dat iemand de benodigde betalingen verricht, maar voor betalingen boven de € 5.000 wilt u dat er een tweede persoon de goedkeuring geeft. Bij een onderneming in de B.V.-vorm is vaak wel geregeld dat jaarlijks iemand wordt aangewezen die de directie waarneemt in geval van ‘ontstentenis van het bestuur’, zoals dat vaak in de notulen wordt genoemd. Dit is echter minder sterk dan het verlenen van een volmacht aan de betreffende persoon.
Uw gezondheid De beslissing over onze gezondheid vertrouwen we vaak toe aan onze naasten. Dat is een vertrouwen dat vaak niet uitgesproken wordt, maar waar we ‘gewoon’ van uitgaan. Maar weten uw naasten ook wat uw wensen zijn als u in coma ligt en er een beslissing genomen moet worden over het aanpassen of stopzetten van uw behandeling? Weten uw naasten wat u wilt omtrent het zijn van donor? Heeft u een voorkeur voor een ziekenhuis en heeft u dat ook gecommuniceerd? Door nu zaken daarover vast te leggen, weet u dat er naar u geluisterd wordt, ook op het moment dat u die wensen niet meer kunt uitspreken of andere wensen gaat uiten door een ingetreden dementie. Ook haalt u een last van de schouders van uw naasten die anders wellicht niet weten of ze beslissingen nemen voor u welke u gewild zou hebben. Het is natuurlijk zo dat artsen ook een eigen verantwoordelijkheid hebben en niet alles zullen uitvoeren wat u wenst, maar zij zullen uw wensen zeker meenemen in hun beslissingen en daar waar u vrijheid van beslissen heeft, worden uw wensen ook gehoord of is er een vertrouwenspersoon die voor uw belangen opkomt. Conclusie Het levenstestament is een goed instrument om belangrijke zaken te regelen voor het geval u niet in staat bent uw wil kenbaar te maken. Middels vastlegging van uw wensen en het afgeven van één of meerdere volmachten, zorgt u ervoor dat een vertrouwenspersoon voor u handelt op de wijze zoals u dat zelf wilt. Hiermee voorkomt u dat u of uw naasten in de problemen komen als u (tijdelijk) geen beslissingen kunt nemen.
Over de auteur Ricardo van Doormalen is partner bij BLM Accountants & Adviseurs. Daarnaast schrijft hij ook regelmatig artikelen en geeft cursussen op het gebied van permanente educatie van collega-planners en adviseert hij in samenwerking met de Private Banker cliënten van Insinger de Beaufort over hun financiële planning.
Voor informatie: Dennis Weewer
[email protected] T +31 (0)20 5215 665
29
Van de Adviesdesk... Obligaties lieten als gevolg van een verder dalende rente eveneens goede rendementen zien in 2014. Dit betrof zowel staatsobligaties, bedrijfsobligaties, High Yield, de VS, Europa als de opkomende markten. Anderzijds waren de volatiliteit en de onzekerheid op de markten dit jaar bij tijd en wijle hoog, resulterend in tussentijdse kleine correcties in aandelen en risico-opslagen voor obligaties (zgn. spreads) in januari, april, augustus en december en een forsere correctie in oktober.
Roger Dayala
Terugkijkend kunnen wij vaststellen dat 2014 in veel opzichten een aantrekkelijk beleggingsjaar is geworden. Wellicht op grondstoffen na, werd in vrijwel alle belangrijke markten geld verdiend. De rendementen in aandelen en obligaties van Amerikaanse, Europese, Japanse en opkomende markten waren uitgedrukt in euro’s alle positief. Toch waren er de nodige hordes en was het jaar geenszins eenvoudig. Ook liggen de rendementen per regio en sub-regio behoorlijk uiteen en dient het positieve effect van de zwakke euro niet gemist te worden. Opvallend is verder dat de keuze voor kwaliteit (lees: lager risico) zowel bij aandelen als obligaties in 2014 een goede was. Zo was Amerika de best presterende aandelenregio en bleven bij obligaties High Yield en opkomende markten achter bij staatsobligaties en bedrijfsobligaties van goede kwaliteit. Onze voorkeur voor de VS, de dollar en aandelenen obligatiebeleggingen van hoge kwaliteit hebben hun nut in 2014 bewezen.
30
Vergelijken we de rendementen (in euro’s en in lokale valuta) van enkele maatgevende aandelenreferentie-indices dan spreken de divergentie, het positieve effect van de zwakke euro en (opnieuw) de relatieve kracht van de VS voor zich. De Amerikaanse technologie-index, de Nasdaq 100, en de Amerikaanse S&P500 Index kwamen in euro’s uit op respectievelijk +36,2% en +29,5% en in dollars op +19,5% en +13,7%. De MSCI Europe Index, de Nikkei 225 Index (Japan) en de MSCI Emerging Markets Index (opkomende markten) bleven steken op respectievelijk +7,6%, +8,7% en +11,6% in euro’s en +7,6%, +8,9% en +5,2% in lokale valuta. Niet slecht in een laagrenteklimaat, maar het contrast met Amerika is net als het valuta-effect groot.
Het vierde kwartaal was turbulent. Waar de gevreesde septembercorrectie in het derde kwartaal nog uitbleef, volgde in oktober alsnog een stevige correctie. Toen het herstel inzette, leek even zicht op een heuse decemberrally, maar begin december kwamen de markten opnieuw tijdelijk onder druk te staan. De boosdoeners van deze turbulentie waren de vervroegde Griekse presidentsverkiezingen, de sterke dollar en daarmee samenhangend een stevige correctie in de olieprijs. Het eerste aspect raakte voornamelijk de Europese periferie. De overige aspecten hebben een meer mondiaal effect door een neerwaartse druk op de inflatie wereldwijd en een negatief effect op aandelen en obligaties van opkomende markten. Uitgedrukt in (zwakke) euro’s eindigden aandelen het kwartaal toch met plussen voor Amerika en Japan en waren de opkomende markten en Europa vrijwel onveranderd. Binnen obligaties deden obligaties van hoge kwaliteit het opnieuw goed, geholpen door de verder gedaalde lange rente. Obligaties van High Yield en opkomende markten kwamen dit kwartaal onder druk te staan en herstelden niet in die mate als aandelen. Aandelen In het vierde kwartaal was onze aanbeveling om gebruik te maken van de oktobercorrectie en de aandelenallocatie te verhogen middels een verdere ophoging van de allocatie naar de VS. Eind november raadden wij opnieuw aan
de weging in de VS uit te breiden, nu ten koste van Europese aandelen. Dit naar aanleiding van onze aanhoudend positieve visie op de VS en in lijn met de stelselmatige ophoging van de Amerikaanse aandelen gedurende het jaar. Ook binnen Europa bleven wij aantrekkelijke beleggingsmogelijkheden zien. Einde derde kwartaal stelden wij reeds vast dat de Duitse aandelenmarkt tot dan toe binnen Europa behoorlijk was achtergebleven, maar van hoge kwaliteit was en in een uitstekende positie verkeerde om via de export te profiteren van de verzwakte euro. Hiertoe introduceerden wij het Deutsche Invest German Equities Fund. In het vierde kwartaal presteerde de Duitse markt inderdaad beter dan de Europese markt en het Deutsche Invest German Equities Fund deed het beter dan de Duitse aandelenmarkt. Een ander fonds binnen Europa dat wij reeds geruime tijd aanbevelen, het Allianz European Growth fonds, liet eveneens een goede performance zien. Het fonds zoekt naar Europese bedrijven waarvan de structurele groeipotentie niet volledig in de koers van het aandeel is verwerkt. Dit vinden wij juist voor Europa van meerwaarde, omdat daar de groei nog steeds laag is en het risico op deflatie hoog. Verder kwam Yahoo! dit kwartaal met een rendement van bijna 30% goed uit de verf. Eind september hadden wij beleggers met een hogere risicobereidheid aangeraden om via Yahoo! in te spelen op de
een bemoedigend herstel laten zien en wij zijn van mening dat er meer in het vat zit. Onze overige aandelenaanbevelingen lieten zowel dit jaar als dit kwartaal een gemengd, doch overwegend positief beeld zien. Over het jaar genomen waren Seagate, Hammerson, Yahoo! en Ralph Lauren de positieve uitschieters met rendementen van meer dan 30%. SBM Offshore stelde dit jaar met een daling van -38% het meest teleur. Net toen het lek boven leek en het aandeel een fors herstel inzette, duwde de zwakte in de olieprijs het aandeel opnieuw in het rood. Aan de fondsenkant was het beeld ook overwegend positief, waarbij het UBS USD Biotech fonds de absolute ster was met een rendement van meer dan 70%. Koop- en verkoopaanbevelingen die wij dit kwartaal ook in onze beheermodellen doorvoerden, zoals LVMH, Unilever, WW Grainger, Cummins, IBM, Praxair, en Google, staan beschreven in dit kwartaalblad bij de beleggingsvisie.
beursgang van het Chinese Alibaba. Voor Europese beleggers was succesvol inschrijven op Alibaba vrijwel onmogelijk, terwijl Yahoo! een belang in Alibaba van ongeveer 6% naar de beurs bracht en een belang van 16% behield. In het vierde kwartaal raadden wij aan om te proberen te profiteren van de zwakte in Sanofi, als gevolg van het gedwongen vertrek van de (door de markt gewaardeerde) CEO in combinatie met een persbericht dat één van Sanofi’s belangrijkste medicijnen, diabetesmedicijn (Lantus, in de VS onder druk stond. Sindsdien heeft het aandeel inderdaad
31
Van de Adviesdesk...
Obligaties In het vierde kwartaal vonden wij het raadzaam winst te nemen op kortlopende Nederlandse staatsobligaties, daar het effectieve rendement door de sterk gedaalde rente inmiddels negatief was geworden. Wij stelden voor om deze gelden te beleggen in en bedrijfsobligatiefondsen met een hoger verwacht effectief rendement middels beleggingen in het Schroder US Dollar Bond fonds, het Delta Lloyd Euro Credit fonds en het meer risicovolle Templeton Global Total Return fonds. Deze fondsen zijn nader beschreven in dit kwartaalblad bij de beleggingsvisie. Verder raadden wij beleggers met een hogere risicobereidheid aan om kort na de oktobercorrectie in High Yield obligaties te beleggen. Hiertoe stelden wij het (Europese) BlueBay High Yield Bond fonds, het Allianz Euro High Yield fonds en het AXA Short Duration US High Yield fonds voor. Door de zwakte in de olieprijs die volgde op het initiële herstel in spreads, kwam US high yield vanwege circa 15% exposure naar de oliesector daarna toch weer enigszins onder druk te staan. Dit werd echter in ruime mate gecompenseerd door de zwakke euro en speelde überhaupt minder in Europa. Hierdoor is per saldo alleen de dollar-hedge klasse van het AXA US High Yield fonds vrijwel onveranderd en staan de overi-
32
ge fondsen inclusief dit fonds van AXA zonder hedge vooralsnog in de plus. Een ander slachtoffer van de zwakke olieprijs betrof de Noorse kroon. Waar wij sedert eind 2012 met succes zeer terughoudend zijn geweest met de Noorse kroon, meenden wij dat deze eind juli van dit jaar zodanig was verzwakt dat Noorse staatsobligaties – met een hoger effectief rendement dan Nederlandse staatsobligaties tegen een hogere kredietwaardigheid – weer beperkt koopwaardig waren. Het derde kwartaal leek deze visie te bevestigen, maar in het vierde kwartaal verzwakte de Noorse kroon fors ten opzichte van de euro. Vooralsnog, gegeven dat de Noorse kroon bekend staat om een hoge koersbeweeglijkheid (zgn. volatiliteit) en dat het monetair beleid van de Europese Centrale Bank nog steeds gericht is op een verzwakking van de euro, houden wij deze aanbeveling intact. Verder besteedden wij aandacht aan de afwaardering van de kredietwaardigheid van de Rabobank door kredietbeoordelaar S&P van AA- naar A+. Deze afwaardering kwam voor ons niet geheel onverwacht en is van geen invloed op onze positieve visie op obligaties van de Rabobank, waaronder de Rabo steepener en de achtergestelde ledencertificaten. Ook na de afwaardering geniet de Rabobank de hoogste beoordeling van de Nederlandse grootbanken en is zij goed gekapitaliseerd.
lute Return Bond fonds viel dit kwartaal met een rendement van -3,0% het meest tegen. De verdere daling van de rente van reeds extreem lage niveaus, in combinatie met zwakte in obligaties van opkomende markten, hadden een negatief effect. Bemoedigend is wel dat het beperkte verlies een bevestiging is voor het prudente risicobeheer van dit fonds. Ook over het hele jaar waren de resultaten gemiddeld genomen positief. Voornoemd Schroder GAIA Sirios US Equity long/short fonds en het Insinger de Beaufort Real Estate Equity fonds waren de positieve uitschieters met rendementen van respectievelijk +15,4% en +11,1%. Het GLG European Equity Alternative fund viel met een rendement van -6,7% het meest tegen.
Vooruitzichten 2015 Wij blijven aandelen de aantrekkelijkste beleggingscategorie vinden. Wij zien dat de Amerikaanse economie zich gunstig ontwikkelt, terwijl Europa op het punt staat een eigen variant van kwantitatieve verruiming te introduceren. Daarbij zijn de rentes laag en ten opzichte van deze lage rentes onderscheiden dividendrendementen op aandelen zich positief. De keerzijde is dat het deflatiescenario zeker voor Europa steeds reëler wordt, dat de bullmarkt in grondstoffen waarschijnlijk ten einde is en dat opkomende markten kwetsbaar zijn. Daarbij bereikt Japan mogelijk de grenzen van ‘Abenomics’ en moet de markt wellicht later in het jaar rekening hou-
den met de eerste renteverhoging in de VS. Geen eenvoudige mix van factoren, maar wij denken dat de positieve effecten van een zeer ruim monetair beleid wereldwijd in combinatie met een aantrekkende Amerikaanse economie in eerste instantie de doorslag zullen geven. Voor wat betreft obligaties zitten de rentes nog steeds in een dalende trend – hetgeen positief is voor koersrendement – maar deze zijn reeds extreem laag en het risico op een rentestijging later in het jaar neemt hierdoor wel toe. Een continue beoordeling van risico en kapitaalbehoud ten opzichte van het effectieve rendement is hier van belang. Vooralsnog zien wij geen opwaartse druk op de lange rentes en kan door beleggers met een
hogere risicobereidheid selectief en beperkt risico toegevoegd worden middels high yield en actieve managers met een ruim beleggingsmandaat. In dit klimaat zijn wij ook positief over alternatieve beleggingen en dan met name hedgefondsen. In tegenstelling tot staatsobligaties van de hoogste kwaliteit moet deze categorie wel in staat zijn om in een eventueel stijgend renteklimaat een positief rendement te behalen tegen een laag risico.
Alternatieven In het vierde kwartaal bleven onze actieve aanbevelingen in het alternatieve segment intact. De resultaten waren gemengd, doch overwegend positief. De positieve uitschieters waren het Marshall Wace Developed Europe fonds en het Schroder GAIA Sirios US Equity long/short fonds. Eerstgenoemde maakte met een rendement van +6,6% een indrukwekkende eindspurt en laatstgenoemde profiteerde als dollarfonds met een rendement van +6,9% net als het vorige kwartaal van een zwakke euro. Het Julius Baer Abso-
33
Samenvatting grafiek
3
grafiek
source: thomson reuters
1.50
4
source: thomson reuters
140
1.45
120 1.40
100
1.35
1.30
80
1.25
60
George Raven
1.20
Jan Wirken
1.15
Insinger de Beaufort Beleggingsvisie januari 2015 In het laatste kwartaal van 2014 sloten de financiële markten uiteindelijk dichtbij hun hoogtepunten voor het jaar, maar vooral op de aandelenmarkten ging dat met de nodige schommelingen gepaard (zie grafieken 1 en 2). De aandelenmarkten ondergingen een stevige correctie in oktober en een minder diepe in december. In de meeste obligatiemarkten bleven de koersen oplopen en bereikte de rente nieuwe laagtepunten, met uitzondering van de markten voor de meer risicovolle obligaties. Misschien nog sterker dan in voorgaande jaren viel in de aandelenmarkten de dominantie op van de Amerikaanse markt. Waar veel Europese indices koerswinsten boekten van rond de 5%, stegen de belangrijkste Amerikaanse indices rond de 15%. Daarbij komt dat ook de Amerikaanse dollar forse koerswinsten wist te boeken ten opzichte van vrijwel alle andere valuta. Ten opzichte van de euro bedroeg de koerswinst meer dan 10% (zie grafiek 3), waardoor beleggingen in Amerikaanse aandelen in euro´s uitgedrukt gemiddeld een rendement van meer dan 25% opleverden. Wij hebben de afgelopen jaren onze aandelenbeleggingen sterk verschoven naar de VS, waardoor onze beheerportefeuilles
meeprofiteerden van de sterke ontwikkeling van zowel de Amerikaanse aandelenmarkt als van de Amerikaanse dollar. Na decennia van zwakte behoort de Amerikaanse dollar sinds de kredietcrisis van 2008 tot de sterkste valuta ter wereld. Het is mogelijk dat wij nog maar aan het begin staan van een langdurige bullmarkt in de dollar, omdat
grafiek
trends in valuta zeer lang kunnen aanhouden. In ieder geval lijkt het huidige decennium dat van de VS en de dollar te worden. Hoewel dit gunstig is voor Europese beleggers in Amerikaanse aandelen en obligaties, brengt het ook risico’s met zich mee. Belangrijkste slachtoffers zijn de grondstoffen, die al sinds 2011 onder druk liggen. Zelfs de olieprijs, die lang overeind was gebleven, bezweek het af-
1
grafiek
source: thomson reuters
2200
2
source: thomson reuters
3400 3200
2000
3000 1800
40 2010
2011
2012
2013
2014
eurodollarkoers
gelopen kwartaal onder de druk en verloor ruim de helft van zijn waarde (zie grafiek 4). Andere belangrijke slachtoffers lijken e hter bedrijven die geld hebben geleend in dollars, maar hun omzet voornamelijk realiseren in andere valuta. Door het stijgen van de dollarkoers vormen deze schulden een steeds zwaardere last, waaronder veel bedrijven zullen bezwijken. Het gaat hier vooral om bedrijven in opkomende landen, waaronder China, die sinds de kredietcrisis zeer veel hebben geleend in Amerikaanse dollars, gebruikmakend van het zeer ruime monetaire beleid van de Fed, het Amerikaanse stelsel van centrale banken. Wij blijven daarom zeer selectief in het beleggen in aandelen en obligaties van bedrijven in opkomende landen.
2800
1600
2600 2400
1400
2200 1200
2000
1000
1800 2010
2011
S&P 500 index
2012
2013
2014
2010
2011
2012
Euro Stoxx 50 index
2013
2014
Het monetaire beleid van de Fed begint te verkrappen. In oktober 2014 kwam er een einde aan het zogenaamde taperingsproces, waarbij de Fed de geldkraan met 10 miljard dollar per maand dichtdraaide. Het wordt verwacht dat de Fed medio 2015 ook een einde zal maken aan het nulprocentrentebeleid en begint met het verhogen van de officiële rentetarieven. Twee dagen nadat de Fed in oktober de voet van het gaspedaal afhaalde,
2010
2011
2012
2013
2014
Olieprijs (Brent)
trapte de Bank of Japan het gaspedaal volledig door de vloer, terzijde gestaan door het grote nationale pensioenfonds. De Japanse autoriteiten zetten nu volledig in op het overhevelen van de staatsschuld naar de centrale bank in een, mogelijk laatste, wanhopige poging om het ruime monetaire beleid, dat al 25 jaar mislukt, alsnog te doen slagen. De Japanse yen kan in 2015 een duikvlucht gaan maken die gepaard zou kunnen gaan met een explosieve stijging van de aandelenbeurs, maar wij achten deze situatie nog steeds te penibel om in te beleggen. Een consequentie van het extreme monetaire beleid van Japan is wel dat een valutaoorlog in Azië waarschijnlijk lijkt in 2015. Het ligt voor de hand dat Korea en Taiwan met tegenmaatregelen zullen komen, maar de belangrijkste vraag is of ook het grote China zich zal verzetten tegen een verdere verzwakking van de yen. Een grote valutaoorlog zal wereldwijd consequenties hebben. Dit is voor ons een belangrijke bron van zorg voor het komende jaar, die wij scherp in de gaten zullen houden. Wij gaan ervan uit dat de Amerikaanse financiële markten en de dollar ook in 2015 zullen fungeren als de veilige haven in een wereld
gekenmerkt door hoge schulden, lage groei, lage rente en oplopende valutaspanningen. Ons beleggingsbeleid blijft onveranderd: wij blijven relatief zwaar inzetten op aandelen, daar de obligatiemarkten zwaar overgewaardeerd lijken. Bij de aandelen blijven wij ons sterk concentreren op bedrijven met een hoge winstgevendheid, stijgende dividenden en een sterke balans. Regionaal hebben wij onze aandelenbeleggingen steeds verder verschoven naar de VS. Weliswaar is de Amerikaanse markt relatief hoog gewaardeerd, maar daar staat tegenover dat de Amerikaanse economie de enige is die op een zichzelf versterkend groeipad terecht is gekomen. De groei van de Europese economie lijkt de komende jaren ver achter te blijven bij die van de VS, waarbij het nog maar de vraag is of een schuldenval à la Japan kan worden vermeden, zeker in de zuidelijke eurolanden. Binnen Europa hebben wij onze aandelenbeleggingen dan ook vrijwel geheel beperkt tot multinationals met een relatief geringe afhankelijkheid van de Europese economie. Wij blijven zeer selectief met onze beleggingen in opkomende landen en blijven de Japanse markt vermijden.
35
Economie De groei van de Amerikaanse economie blijft gunstig afsteken ten opzichte van de rest van de wereld. De schatting van de groei over het derde kwartaal werd onlangs opnieuw naar boven toe bijgesteld en wel tot 5%. Dit lijkt een erg hoge groei, maar het gaat hier om de groei over het kwartaal vermenigvuldigd met vier, de gebruikelijke manier om in de VS de groei aan te geven. Deze manier van weergeven versterkt natuurlijk de gebruikelijke fluctuaties van kwartaal tot kwartaal. Het zeer hoge groeicijfer over het derde kwartaal werd gedeeltelijk veroorzaakt door factoren die niet noodzakelijk wijzen op gezonde economische groei. Het hoge groeicijfer werd namelijk vooral gedreven door de invoering van de ‘Affordable Care Act (ACA)’, ook wel genaamd ‘Obamacare’, welke wet erop gericht is meer Amerikanen toegang te geven tot gezondheidszorg. De hoge groei kan daarom gedeeltelijk worden gezien als een lastenverzwaring. Ook de krimp in de importen leverde een per saldo positieve bijdrage aan het groeicijfer, maar kan niet worden gezien als een teken van gezonde groei. Op jaarbasis bedroeg de economische groei ongeveer grafiek
2,7% en de verwachting is dat die over heel 2014 zal uitkomen op ongeveer 2,5% (zie grafiek 5). Hoewel ook in de VS de inflatieverwachtingen de laatste tijd weer onder druk staan, vooral als gevolg van de sterk gedaalde olieprijzen, beweegt de kerninflatie zich al jaren tussen de 1,5% en de 2% (zie grafiek 6). Uitgaande van een groei van bijna 3% en een inflatie van 1,5%, zal de Amerikaanse economie in 2015 in nominale termen met ruim 4% groeien. De hoogte van de nominale groei is zeer belangrijk in verband met de bestaande hoge schulden in de wereldeconomie. Omdat schulden zich door het rente-op-rente-effect op langere termijn exponentieel ontwikkelen, is het essentieel dat de nominale groei hoger ligt dan de rente, om niet in een schuldenval terecht te komen (waarbij een verdere stijging van de schuldenlast niet meer is tegen te houden). Landen als Japan en Griekenland bevinden zich al jaren in een schuldenval, maar in de VS is hiervan geen sprake, gezien de lage rentetarieven die ook in de VS gelden.
5
grafiek
source: thomson reuters
4
3
2
2.5
0
2.0
-2
1.5
-4
1.0
-6
0.5 05
06
07
08
VS groei bbp
36
6
source: thomson reuters
09
10
11
12
13
14
05
06
07
08
09
10
VS kerninflatie (core CPI)
11
12
13
14
grafiek
7
grafiek
source: thomson reuters
8
grafiek
source: thomson reuters
10
3.5
9
3.0
8
2.5
9
source: thomson reuters
2500
2000
1500
7
2.0
6
1.5
5
1.0
1000
500
4 06
07
08
09
10
11
12
13
14
VS werkloosheid (%)
De Fed maakte in oktober 2014 een einde aan het zogenaamde taperingsproces, waarbij de geldkraan met 10 miljard dollar per maand werd dichtgedraaid. Hiermee kwam een einde aan het derde programma van kwantitatieve verruiming (‘QE3’, ‘Quantitative Easing 3’), waarmee de Fed obligaties opkocht om de banken van meer liquiditeit te voorzien. Het is de verwachting dat de Fed zijn balanstotaal de komende jaren op peil houdt, maar niet meer doet stijgen. Met andere woorden: obligaties die worden afgelost worden vervangen door nieuw aangekochte obligaties, maar het totale bezit aan obligaties blijft constant. Pas als de economie op volle toeren draait, ligt het voor de hand dat de Fed een begin maakt met het verminderen van haar obligatiebezittingen. In 2015 zal dit nog niet spelen, maar wacht de markt wel gespannen af wat de belangrijkste centrale bank gaat doen met de officiële rentetarieven. De Fed is daarover altijd zeer vaag, maar liet in de verklaring na haar meest recente vergadering wel de woorden ‘aanzienlijke tijd’ weg om de tijd aan te geven die nog rest tot de eerste renteverhoging. Men verwacht dat
0
0.5 05
de Fed medio 2015 voorzichtig zal beginnen met het verhogen van de officiële rentetarieven (die zich al jaren nauwelijks boven de nul bevinden), mits de economie zich goed blijft ontwikkelen. De ontwikkeling van de werkgelegenheid is hierbij de belangrijkste factor. Het werkloosheidspercentage is de laatste jaren gedaald van 10% naar minder dan 6% (zie grafiek 7). Wij hebben er echter al vaker op gewezen dat een groot gedeelte van deze daling op het conto komt van de dalende participatiegraad van de bevolking, zodat renteverhogingen toch minder nadrukkelijk voor de hand liggen dan grafiek 7 doet vermoeden. Met een verwachte reële groei van tegen de 3% gaan wij er toch vanuit dat de Fed de rentetarieven zal verhogen in 2015, maar dat de Fed zeer omzichtig te werk zal gaan. De werkloosheid mag dan gedaald zijn, er zijn verschillende factoren die erop wijzen dat de economie nog steeds niet op volle kracht draait. Zo blijft de ontwikkeling van de gemiddelde uurlonen, die momenteel slechts een groei van 1% op jaarbasis vertonen, teleurstellend (zie grafiek 8). De pensionering van de babyboomgeneratie, waardoor relatief
05
06
07
08
09
10
11
12
13
14
VS gemiddelde uurloongroei
veel hoogbetaalden worden vervangen door jongeren die veel lager worden betaald, lijkt hierbij een rol te spelen. Ook het nulprocentrentebeleid van de Fed zelf speelt echter mogelijk een negatieve rol, omdat dit beleid het investeren in automatisering en robotisering relatief goedkoop maakt ten opzichte van het inhuren van arbeidskrachten. Verder wordt de groei natuurlijk beperkt door de nog steeds hoge schulden van de bevolking, al zijn de lasten daarvan beperkt door de lage rente. De zwakte van de economie komt waarschijnlijk nog het best tot uiting in de huizenmarkt. In grafiek 9 is duidelijk te zien dat het aantal nieuw in aanbouw genomen woningen (‘housing starts’) weliswaar geleidelijk blijft stijgen, maar zich eigenlijk nog steeds op een laag peil bevindt. En dit zes jaar na de kredietcrisis. Renteverhogingen zijn op zichzelf niet negatief voor de kapitaalmarkten. De obligatiemarkten putten vaak hoop uit verhogingen van de korte rentetarieven, daar het gevaar van een inflatiegolf erdoor afneemt. Aandelenmarkten doen het in de regel uitstekend
05
06
07
08
09
10
11
12
13
14
VS housing starts
in het jaar vóór de eerste renteverhoging, maar hebben de neiging daarna een half jaar zijwaarts te gaan. De huidige cyclus lijkt dit patroon te bevestigen, want zowel de Amerikaanse obligatiemarkten als aandelenmarkten hebben het in 2014 uitstekend gedaan. Lettende op de instroom in beleggingsfondsen en indextrackers lijken beleggers internationaal steeds meer de voorkeur te geven aan de Amerikaanse markt. Dit had ook gevolgen voor de kracht van de Amerikaanse dollar. In grafiek 3 was te zien dat de Amerikaanse munt meer dan 10% in waarde steeg ten opzichte van de euro. De Amerikaanse munt steeg in 2014 ten opzichte van vrijwel alle andere valuta. Dit zal gedeeltelijk veroorzaakt zijn door het feit dat de Fed waarschijnlijk de eerste belangrijke centrale bank zal zijn die de korte rentetarieven zal verhogen, maar belangrijker lijkt dat de Amerikaanse economische ontwikkeling gunstig blijft afsteken ten opzichte van de rest van de wereld.
37
Economie
Grondstoffen zijn traditioneel de belangrijkste slachtoffers van een sterke dollar. Hun prijs wordt immers meestal in dollars uitgedrukt. De dollar vertoont eigenlijk al sinds de kredietcrisis van 2008 enige kracht. Grondstoffen liggen al sinds begin 2011 onder druk, toen er een einde kwam aan het gigantische investeringsprogramma van China, waarmee het land zichzelf, en de rest van de wereld, uit de crisis trok. In grafiek 10 is de ontwikkeling te zien van de zogenaamde CRB-index, een breed mandje van grondstoffen, inclusief olie, metalen en landbouwproducten. De prijs van olie grafiek 10 source: thomson reuters
600
550
500
450
400 2011
2012
2013
2014
CRB index (in USD)
was eigenlijk de enige die zich aan de grondstoffenmalaise wist te onttrekken, maar ook deze is het afgelopen kwartaal spectaculair in elkaar gestort, zoals al was te zien in grafiek 4. Het is moeilijk te bepalen wat de precieze oorzaak is van de plotselinge daling van de olieprijs, maar Saoedi-Arabië lijkt een belangrijke rol te spelen. Door het toenemende aanbod van Amerikaanse schalieolie vreest dit land dat het zijn olie op lange termijn niet volledig zal kwijtraken, in een wereld die zich steeds meer richt op alternatieve energie-
38
bronnen. Daar het land olie kan produceren tegen zeer lage kosten, drukt het duurdere concurrenten, zoals Amerikaanse schalieolieproducenten, nu uit de markt.
grafiek 11 source: thomson reuters
110 105
Belangrijker dan de oorzaak van de prijsdaling, zijn de gevolgen. Een sterk dalende olieprijs brengt een verschuiving teweeg van koopkracht van olieproducenten naar olieconsumenten. Op landenniveau betekent het een verschuiving van koopkracht van landen als Saoedi-Arabië, Rusland, Canada en Noorwegen naar landen die per saldo energie importeren, waaronder de meeste landen in Europa en Azië, maar ook de VS, die per saldo nog altijd veel meer olieproducten importeert dan exporteert. Het negatieve ‘petroleum’ saldo van de VS bedraagt nog altijd zo’n USD 150 mrd op jaarbasis. Omdat de koopkrachtverschuiving vooral in het voordeel is van consumenten, lijkt de ineenstorting van de olieprijs positief voor de wereldeconomie. Consumenten zijn immers meer geneigd het geld uit te geven en daarmee de reële economie te stimuleren, dan producenten die de opbrengsten vaker oppotten of ermee de prijzen opjagen van meer financiële activa (denk aan de Engelse voetbalclubs en Londense stadspaleisjes van Russische olieoligarchen). Breder kijkend dan alleen naar olie, moet ook worden geconstateerd dat de belangrijkste producenten van grondstoffen opkomende landen zijn. Het is dan ook geen toeval dat de aandelenmarkten van opkomende landen de laatste jaren duidelijk achterblijven ten opzichte van de wereldindex, en natuurlijk vooral ten opzichte van de Amerikaanse markt (zie grafiek 11). De combinatie van dalende grondstofprijzen en een stijgende dollarkoers is een giftige cocktail voor opkomende landen. Niet alleen nemen de inkomsten af, de kosten lopen ook fors op. Juist de opkomende landen hebben
100 95 90 85 80 75 70 2010
2011
2012
2013
2014
Opkomende landen vs. wereldindex (geindexeerd op 100)
de afgelopen jaren volop gebruik gemaakt van de lage Amerikaanse rente en het overvloedige aanbod van liquiditeiten, het gevolg van de diverse QE-programma’s van de Fed. Het lenen van dollars om ze daarna om te zetten in lokale valuta en daarmee te investeren in eigen land en in eigen valuta (tegen een hogere rentevergoeding) heeft een hoge vlucht genomen. Een recent rapport van de BIS (Bank for International Settlements) schatte de omvang van dit soort ‘carry trades’ in dollars op circa 9 biljoen dollar (9.000 miljard!). Alleen al in China zijn deze carry trades de afgelopen vijf jaar met bijna 50% per jaar gegroeid tot ruim 1,1 biljoen dollar. Beleggen in´emerging market debt´is de laatste jaren dan ook een serieuze beleggingscategorie geworden. Carry trades zijn profijtelijk zolang de lokale valuta zich weet te handhaven ten opzichte van de dollar, maar dat is de laatste tijd niet meer het geval. De val van de roebel ten opzichte van de dollar was recent de meest opvallende valutaontwikkeling, maar ook de valuta van andere opkomende landen liggen al maanden onder druk. Het wordt voor bedrijven in deze landen dan ook steeds
moeilijker om aan de verplichtingen te voldoen, omdat de inkomsten dalen door dalende grondstofprijzen en de dollarleningen een steeds grotere last vertegenwoordigen. De leningen kunnen problematisch worden voor beleggers als ze zijn aangegaan in de vorm van verhandelbare obligaties, maar kunnen ook een toenemend probleem worden voor het bankwezen wereldwijd, zowel als ze zijn aangegaan in de vorm van obligaties als in de vorm van bankleningen. De langdurigheid van deze problemen moet niet worden onderschat. Zowel de prijzen van grondstoffen als de dollarkoers hebben de neiging langdurige trends te vertonen. De dollar is eigenlijk pas het afgelopen jaar uit een langlopende dalende trend gebroken ten opzichte van een mandje van de belangrijkste andere valuta. Ter illustratie is in grafiek 12 de ontwikkeling van de dollar weergegeven ten opzichte van de voormalige Nederlandse gulden sinds 1970. De dalende trend stamt al uit de jaren tachtig, zodat wij mogelijk nog maar aan het begin staan van een stijgende dollartrend. Ook de prijzen van grondstoffen
grafiek 12 source: thomson reuters
4.0
ontwikkelen zich in langdurige golfbewegingen, waarbij de opgaande trend vaak circa 10 jaar aanhoudt, maar de dalende trend vaak wel 20 jaar. Er wordt wel gezegd dat grondstoffen de lift naar boven nemen, maar de trap naar beneden. Het duurt immers lang voordat de in een bullmarkt opgebouwde productiecapaciteit weer in evenwicht is met de onderliggende vraag. De meest recente bullmarkt in grondstoffen vond plaats van 2001 tot 2011, zodat wij mogelijk nog maar aan het begin staan van een langdurige bearmarkt. Negatief hieraan is dat beleggingen in opkomende landen nog jaren kunnen teleurstellen, maar positief is dat bullmarkten in grondstoffen en aandelen zelden samen gaan. Hoewel er jaren zijn van overlapping, wisselen de bull- en bearmarkten in deze beleggingscategorieën zich meestal af. De huidige bearmarkt in grondstoffen kan dus grosso modo gepaard gaan met een bullmarkt in aandelen.
taperingsproces, trapte de Bank of Japan (BoJ) het gaspedaal volledig door de vloer, terzijde gestaan door het grote nationale pensioenfonds GPIF (Government Pension Investment Fund). De BoJ kondigde aan dat het de inkoop van Japanse staatsobligaties zal opvoeren van circa 60 biljoen yen per jaar tot circa 80 biljoen (tegen de huidige koers circa 550 miljard euro!). Afgezet ten opzichte van de omvang van de Japanse economie is de BoJ hiermee met afstand de meest agressieve centrale bank ter wereld. Het GPIF heeft nog altijd ruim de helft van het pensioenvermogen (53%) belegd in Japanse staatsobligaties, maar deze zullen nu in een nog hoger tempo worden overgeboekt naar de centrale bank. Het GPIF streeft er nu naar om een kwart van zijn beleggingen aan te houden in Japanse aandelen en een kwart in buitenlandse aandelen, tegen nu beide 12%. De beleggingen in Japanse obligaties moeten dalen tot circa 35%. Waar de centrale bank nu de grootste, of eigenlijk enige, koper is van Japanse staatsobligaties, lijkt het GPIF de grootste koper te worden op de Japanse aandelenbeurs.
Een laatste reden om voorzichtig te zijn met het beleggen in aandelen en obligaties van opkomende landen is de ontwikkeling van het monetaire beleid in Japan. Twee dagen nadat de Fed in oktober de voet van het gaspedaal afhaalde door de laatste stap te nemen in het
3.5
3.0
2.5
2.0
1.5
1.0 1970 1975 1980 1985 1990 1995 2000 2005 2010 2015
US dollar in NL guldens
39
Economie
De autoriteiten zetten nu volledig in op het overhevelen van de staatsschuld naar de centrale bank in een, mogelijk laatste, wanhopige poging om het ruime monetaire beleid, dat al 25 jaar mislukt, alsnog te doen slagen. Ondertussen wordt steeds duidelijker dat het beleid slechts negatieve consequenties heeft voor de reële economie. Door de zwakte van de yen worden importen steeds duurder. Vooral kleine bedrijven hebben moeite om deze hogere prijzen door te berekenen aan de afnemers. Omdat de import voornamelijk energie betreft, zal het land wel profiteren van de recente daling van de olieprijs, maar een hoop energie-importen vinden plaats tegen vaste prijsafspraken met een lange looptijd. Erger is dat de exporten nauwelijks aantrekken (zie grafiek 13), terwijl deze het meest zouden moeten profiteren van de zwakke yen. Japanse bedrijven verhogen kennelijk liever hun winstmarges dan hun afzet. Het ergst echter zijn de gevolgen voor de bevolking. Japanners houden gemiddeld meer dan de helft van hun vermogen aan in spaargeld, waarvan de koopkracht steeds verder wegzakt, niet alleen door de negatieve reële rente,
maar ook door de btw-verhoging van april 2014. Ondanks de verschuiving van de beleggingen van de pensioenfondsen van Japanse staatsobligaties naar andere beleggingen, lijkt ook de koopkracht van de pensioenen fors te worden uitgehold door de daling van de yen, waardoor het consumentenvertrouwen onder druk blijft liggen en de binnenlandse vraag maar niet op gang komt. De groei in het reële huishoudinkomen is onder de ‘Abenomics’ politiek de afgelopen jaren teruggevallen van een positieve groei van 2% tot een krimp van meer dan 6% op jaarbasis (zie grafiek 14). In het derde kwartaal raakte het land dan ook weer officieel in een recessie. Het zeer agressieve beleid van de BoJ was echter in 2014 zelfs op het gebied van het verzwakken van de yen maar matig succesvol. De munt verloor weliswaar ruim 10% ten opzichte van de dollar (zie grafiek 15), maar daarmee verzwakte zij ongeveer in dezelfde mate als de euro. Door de recent nog agressievere monetaire politiek is het mogelijk dat de verzwakking van de yen in 2015 versnelt en de munt zelfs in een duikvlucht geraakt.
grafiek 14
grafiek 13
source: thomson reuters
4
40
2
30
0 20
-2 10
-4 0
-6
-10
-20
-8 2010
2011
Japan exportgroei
40
2012
2013
2014
130
2010
2011
2012
2013
2014
Japan reële groei huish. inkomen werknemers
grafiek 16 source: thomson reuters
8
6
120
4 110
2 100
0 90
-2 80
-4
70
-6 2010
source: thomson reuters
50
grafiek 15 source: thomson reuters
2011
2012
2013
2014
US dollar-yen koers
Een dergelijke duikvlucht zou gepaard kunnen gaan met een explosieve stijging van de aandelenbeurs, maar wij achten deze situatie nog steeds te penibel om in te beleggen. Er lijken inmiddels ook al te veel partijen gepositioneerd voor een verdere stijging van de Japanse beurs, in combinatie met ‘short’posities op de yen. Als te veel beleggingsgeld op een bepaalde manier is gepositioneerd, kunnen er in zeer korte tijd zeer grote verliezen ontstaan, wanneer dergelijke posities moeten worden teruggedraaid, bijvoorbeeld door verrassende valutaontwikkelingen. Een consequentie van het extreme monetaire beleid van Japan is natuurlijk dat zich gemakkelijk een valutaoorlog kan ontwikkelen in 2015, zeker in Azië. Het ligt voor de hand dat de grote Japanse concurrenten Korea en Taiwan met tegenmaatregelen zullen komen, maar de belangrijkste vraag is of ook het grote China zich zal verzetten tegen een verdere verzwakking van de yen. De meeste beleggers gaan ervan uit dat China zal willen vasthouden aan een sterke renminbi, omdat het land de renminbi wil ontwikkelen tot een alternatief voor de Amerikaanse dollar. Het land zucht echter al
05
06
07
08
09
10
11
12
13
14
China producenteninflatie (PPI)
jaren onder dalende producentenprijzen (zie grafiek 16), terwijl de lonen hard blijven stijgen (vaak met meer dan 10% per jaar). Een verdere verzwakking van de yen betekent nog meer import van deflatie, iets waar het land niet op zit te wachten. De verhouding tussen Japan en China was al verre van optimaal en is onder premier Abe van Japan verder verslechterd. Een plotselinge Chinese tegenactie kan daarom niet bepaald worden uitgesloten, met mogelijk zeer ernstige gevolgen voor Japan en voor beleggers in Japanse aandelen. Een grote valutaoorlog zal wereldwijd consequenties hebben. Dit is voor ons een belangrijke bron van zorg voor het komende jaar, die wij scherp in de gaten zullen houden. Japan zit al jaren in een schuldenval waaruit geen ontsnapping meer mogelijk is. Vraag blijft of de gebeurtenissen in Japan een voorbode zijn van wat Europa te wachten staat. De belangrijkste parallellen zijn daar: een verouderende bevolking die dreigt te gaan krimpen, in combinatie met steeds verder oplopende staatsschulden, waarover op een gegeven moment de controle kan worden
grafiek 17
verloren, doordat de nominale economische groei wegzakt tot een te laag peil. Voor Griekenland kan de vraag inmiddels positief worden beantwoord: het land is toe aan een tweede schuldensanering. Enkele jaren geleden waren het de private partijen (vooral banken) die hun beleggingen in Griekse staatsobligaties voor een groot gedeelte moesten afschrijven. Inmiddels is het de vraag of ook publieke instanties zich nog langer kunnen onttrekken aan afschrijvingen op hun Griekse bezittingen. De kans is groot dat het land op korte termijn een anti-Europese regering krijgt die hard gaat onderhandelen met instanties als het IMF, de EU en de ECB, onder dreiging van een faillissementsaanvraag. In de Europese politiek gaan ook al weer stemmen op om het land maar afscheid te laten nemen van de eurozone, waartoe het zich overigens met behulp van fraude toegang had verschaft. De markt lijkt al afscheid te hebben genomen van Griekenland, want de rente op Griekse staatsobligaties is al weer gestegen tot boven de 9% (zie grafiek 17). Belangrijker dan wat er gebeurt met Griekenland zijn de consequenties voor de andere landen in de periferie, zoals Portugal, maar vooral Spanje en Italië. De obligatiemarkten van de laatste twee landen hebben een veel grotere omvang dan die van Griekenland en vormen daardoor een veel grotere bedreiging voor het voortbestaan van de euro. Italië lijkt de grootste bedreiging: de nominale groei (=reële groei plus inflatie) is de laatste jaren te verwaarlozen, terwijl de staatsschuld behoort tot de hoogste van de EU (zie grafiek 18). De schulden blijven oplopen, terwijl het nominale bbp stagneert en nog steeds ver onder het peil van voor de kredietcrisis ligt. Het land dreigt hierdoor in een Japanse schuldenval terecht te komen.
source: thomson reuters
14
12
10
8
6
4 2013
2014
Griekenland lange rente
grafiek 18 source: thomson reuters
6
4
2
0
-2
-4
-6 05
06
07
08
09
10
11
12
13
14
Italië groei bbp (nominaal)
41
Economie
Obligaties
grafiek 20 source: thomson reuters
115
Waar de Japanse centrale bank zeer actief reageerde op het einde van het taperingsproces van de Fed, was de reactie van de ECB gematigd. Het balanstotaal van de ECB is het afgelopen jaar teruggevallen, omdat banken ECB-leningen hebben terugbetaald die in de crisis van 2012 waren opgenomen. De ECB kondigde al eerder aan dat het zijn balanstotaal weer wil ophogen tot het niveau van 2012. De ECB wil dit vooral doen door de inkoop van obligaties gedekt door leningen, zogenaamde Asset-Backed Securities (ABS). Het idee is dat banken door de verkoop van deze ABS aan de ECB weer ruimte krijgen op hun balans om nieuwe leningen te verstrekken. Het idee is goed en kan efficiënter werken dan gewone kwantitatieve verruiming, waarbij voornamelijk staatsleningen worden opgekocht, zoals de afgelopen jaren in de VS en Japan. Probleem is echter dat de markt voor ABS niet groot genoeg is in Europa om de balans van de ECB weer vlot op het peil van 2012 te brengen. Beleggers gaan er dan ook vanuit dat de ECB begin 2015 toch zal overgaan tot gewone kwantitatieve verruiming, al was het alleen maar om te pogen de koers van de euro te ondermijnen. Landen die zich tegen een dergelijk grafiek 19 source: thomson reuters
8
7
6
5
4
3
2
1 2012
Italië lange rente
42
2013
2014
beleid verzetten, zoals Duitsland en Nederland, zijn ver in de minderheid binnen de ECB. Economisch nut lijkt kwantitatieve verruiming in Europa niet te hebben, omdat 70% van de kredietverlening via het bankwezen verloopt en niet via de obligatiemarkt. Een ABS-opkoopprogramma is daardoor veel effectiever, maar, zoals gezegd, er is nog niet voldoende ABS-papier. In de VS is de situatie omgekeerd en is de obligatiemarkt de belangrijkste bron van financiering, zodat kwantitatieve verruiming daar meer zin had. Ook om de rente op staatsobligaties te verlagen lijkt een QE-programma in de eurozone geen nut te hebben. De ECB heeft de banken in de eurozone de afgelopen jaren al van voldoende liquiditeit voorzien om zelfs de rente op Italiaanse staatsobligaties te laten dalen van rond de 7% tot beneden de 2% (zie grafiek 19). Het enige nut van een Europees QE-programma lijkt dan ook de ondermijning van de koers van de euro. Tevens zullen de financiële markten weer een duwtje in de rug ontvangen van de aangeboden liquiditeit. De Europese aandelenmarkten zijn in 2014 ver achtergebleven bij de VS en het is de vraag of een QE-programma daarin veel verandering zal brengen. De reële economische groei ligt immers veel lager in het eurogebied (circa 1% vs. bijna 3% in de VS), terwijl de eurozone ook meer last heeft van deflatie, zodat de nominale groei nog veel lager uitvalt dan in de VS. Ervaringen van de laatste jaren in Japan en de VS wijzen uit dat QE-programma’s niet in staat zijn om inflatie op gang te brengen in de reële economie en eigenlijk alleen inflatie veroorzaken in de financiële markten. De zwakke euro zou enige importinflatie moeten veroorzaken in 2015, maar de recente val in de olieprijs heeft het tegenovergestelde effect, zodat de deflatiedreiging voorlopig niet zal wijken. In het vierde kwartaal kwamen ook de resultaten naar buiten van de stresstests en kwali-
Onder andere door de scherpe daling van de olieprijs stonden de inflatieverwachtingen wereldwijd ook in het vierde kwartaal onder druk, zodat de rente op de belangrijkste staatsobligaties kon dalen. In de grafieken 21 en 22 is de ontwikkeling weergegeven van respectievelijk de rente op Amerikaanse en Duitse staatsobligaties. In Duitsland zocht de lange rente weer nieuwe dieptepunten op, om het jaar te eindigen rond de 0,6% voor 10-jaars staatspapier. Ook in de VS daalde de rente opnieuw, maar bleef nog wel boven de 2%, waar zij in 2012 al tot rond de 1,5% was gezakt. Staatsobligaties met een lange looptijd leverden daardoor in 2014 een hoog koersrendement op, geheel tegen de verwachting in van de meeste beleggers. Door de kracht van de dollar viel er voor Europese beleggers zelfs zeer veel te verdienen op langlopend Ameri-
110
105
100
95
90 J
F
M
A
M
J
J
A
S
O
N
D
Stoxx Europe 600 Banks vs Stoxx Europe 600 index (geindexeerd op 100)
teitstests bij de grootste Europese banken door de ECB. De uitkomsten waren zoals verwacht: de grootste problemen zaten bij Griekse en Italiaanse banken. De stresstests waren serieuzer dan de tests die de afgelopen jaren werden uitgevoerd door de European Banking Association (EBA), maar moesten toch met een korreltje zout worden genomen. Vooral het feit dat zelfs in de meest pessimistische scenario’s niet werd uitgegaan van langdurige deflatie, maakte de ECB-stresstests minder geloofwaardig. Beleggers die hadden gehoopt dat de Europese banken zouden opveren na de bekendmaking van de resultaten, kwamen van een koude kermis thuis. Opvallend is juist dat ook in het vierde kwartaal de Europese banken weer duidelijk achterbleven bij de rest van de markt, zoals te zien is in grafiek 20. Zorgwekkend is dat deze zwakte zich voordeed in een omgeving van dalende rente. Als de rente daalt, presteren de banken meestal goed. Dat zij dit de laatste tijd niet doen is een veeg teken voor de Europese kapitaalmarkten. Al met al blijven de vooruitzichten voor economische groei in de eurozone matig, zodat wij ervan uitgaan dat de Europese aandelenmarkten ook in 2015 achter zullen blijven bij de VS. In combinatie met een verdere verzwakking van de euro, blijft het rendement in euro´s gemeten mogelijk nog verder achter, net als in 2014.
grafiek 21
grafiek 22
source: thomson reuters
source: thomson reuters
4.0
3.5
3.5
3.0
3.0
2.5
2.5
2.0
2.0
1.5
1.5
1.0
1.0
0.5 2010
2011
VS lange rente
2012
2013
2014
2010
2011
2012
Duitsland lange rente
2013
2014
kaans staatspapier. Het aflopen van het taperingsproces, en het daarmee tot een einde komen van het QE3-programma, leek weinig invloed te hebben. Waar de QE-programma’s erop gericht waren om de lange rente te drukken, was het de afgelopen jaren opvallend dat de grootste rentedalingen juist optraden als de QE-programma´s afliepen. Beleggers voelden zich dan niet meer gesteund door de Fed en zochten weer de relatieve veiligheid op van de staatsobligatiemarkt. In 2015 zal de Fed naar verwachting beginnen met het verhogen van de korte rentetarieven. Op zich hoeft dit niet te leiden tot een stijging van de lange rente, omdat het de vrees voor toekomstige inflatie doet afnemen. De inflatieverwachtingen zijn inmiddels echter dermate laag gespannen, dat niet kan worden uitgesloten dat zij in 2015 toch weer wat oplopen. Renteverhogingen van de Fed impliceren immers ook dat de Fed denkt dat de economie goed draait, wat op zich zou kunnen leiden tot een normalisering van de lange rente, die door het ruime monetaire beleid van de afgelopen jaren is gedrukt. Op lange termijn is de obligatierente vaak ongeveer gelijk aan de nominale groei van een economie. De Amerikaanse economie zal, zoals eerder gesteld, in 2015 een nominale groei vertonen van circa 4% (en mogelijk nog iets meer), zodat de lange rente op basis van dit ervaringsfeit zou kunnen oplopen van 2% naar 4%. Wij leven echter al jaren in een wereld gedomineerd door overvloedige liquiditeit en hoge schulden, waardoor de inflatieverwachtingen waarschijnlijk beperkt blijven. Tevens vormen Amerikaanse staatsobligaties een belangrijke veilige haven in onzekere tijden. Met het oplopen van de valutaspanningen in de wereld kan de lange Amerikaanse rente daardoor lager blijven dan menigeen verwacht. Een ander ‘bullish’ argument voor de Amerikaanse staatsobligatiemarkt is dat
43
Obligaties
grafiek 23
grafiek 25
source: thomson reuters
source: thomson reuters
5
148
4
3
het overheidstekort van de VS de laatste ja-
2
1
0 2010
2011
2012
2013
EUR risicopremie baa obligaties
2014
ren sterk is teruggelopen, waardoor het aanbod van nieuw staatspapier vrij beperkt is. Daarbij komt dat Amerikaanse banken door nieuwe regelgeving onder zware druk staan om meer Amerikaanse overheidsobligaties aan te houden, zodat zij makkelijker kunnen voldoen aan de nieuwste eisen op het gebied van solvabiliteit en liquiditeit. De vraagaanbodverhouding voor Amerikaanse staatsobligaties lijkt dus nog gezond, ook in 2015, al breidt de Fed zijn belang niet meer uit. Wij verwachten daarom geen sterke stijging van de Amerikaanse lange rente, al is de kans op een stijging dit jaar groter dan een jaar geleden, toen de lange rente niet op ongeveer 2% stond aan het begin van het jaar, maar op ongeveer 3%.
grafiek 24 source: thomson reuters
9
8
7
6
5
4
3 2010
2011
2012
VS risicopremie high yield
44
2013
2014
In Europa lijkt de kans op rentestijgingen op de markt voor staatsobligaties kleiner dan in de VS, althans voor de staatsobligaties van de meer veilige landen, zoals Duitsland en Nederland. De perifere markten zouden te lijden kunnen hebben van de mogelijk turbulente ontwikkelingen met betrekking tot Griekenland, die eerder in dit stuk aan bod kwamen. Deze markten zouden ook getroffen kunnen worden door negatieve ontwikkelingen in de Japanse kapitaalmarkt. Eerder wezen wij er al op dat een land als Italië sterke overeenkomsten vertoont met Japan 10 tot 20 jaar geleden. Turbulentie in Japan zal dus waarschijnlijk ook negatieve effecten met zich meebrengen voor de obligatiemarkten van de Europese periferie. Landen als Nederland en Duitsland zullen onder dergelijke omstandigheden waarschijnlijk juist profiteren van het veiligehaveneffect. In de bedrijfsobligatiemarkten was er sprake van opvallende ontwikkelingen in de markten voor de obligaties van bedrijven met een mindere kredietwaardigheid, de zogenaamde ’high yield’ markt. Waar de risicopremies voor gewone bedrijfsobligaties nauwelijks wijzigden (zie grafiek 23), stegen de risicopremies wel vrij fors in de high yield markt, en dan vooral in de Amerikaanse (zie grafiek 24). De voortdurende kracht van de Amerikaanse economie leek geen aanleiding te geven voor hogere risicopremies, maar de stijgingen deden zich dan ook vooral voor onder de obligaties van bedrijven die werkzaam zijn in de olie- en gasindustrie. De Amerikaanse schalieolie-industrie heeft de afgelopen jaren een hoge vlucht genomen, zodat bedrijven die hierin werkzaam zijn inmiddels 15 tot 20% vertegenwoordigen van de Amerikaanse high yield markt. Met het oplopen van de risicopremies wordt de high yield markt weer interessanter als belegging. In onze beheerportefeuilles hebben wij momenteel nog geen posities in fondsen die specifiek in deze markt beleggen.
belegden wij het resterende deel van de op146
144
142
140
138
136 2013
2014
Schroder US dollar bond fund (EUR hedged)
In het verleden leverde de high yield markt zijn beste prestaties pas ná de eerste renteverhoging van de Fed, welke wij pas medio 2015 verwachten. Op kortlopend Nederlands staatspapier is het effectieve rendement negatief. Tegelijkertijd nemen wij waar dat de Amerikaanse rente ruim boven die van Nederland ligt vanwege het betere economisch herstel in de VS en de hogere inflatie. De effectieve 10-jaars rente in de VS bedraagt momenteel ruim 2%, terwijl 10-jaars Nederlands staatspapier een effectieve rente oplevert van 0,7%. Om gebruik te maken van deze renteverschillen hebben wij begin oktober in onze beheerportefeuilles een aantal transacties gedaan. Wij verkochten alle kortlopende Nederlandse staatsleningen die aflopen in 2015 en 2016. De opbrengst belegden wij voor driekwart in het Schroder US Dollar Bond fonds, dat voornamelijk belegt in een breed palet van Amerikaanse vastrentende waarden en op dat moment een effectief rendement had van 3,2%. Voor de beheerportefeuilles die gekoppeld zijn aan de meest defensieve risicoprofielen, belegden wij het resterende deel van de opbrengst in het Delta Lloyd Euro Credit fonds, dat belegt in een breed palet van Europese vastrentende waarden. Voor de overige beheerportefeuilles
brengst in het meer risicovolle Templeton Global Total Return fonds, dat anticipeert op renteveranderingen en valutaschommelingen. Dit fonds is momenteel voor een groot deel belegd in obligaties van opkomende economieën waarvan de meeste zijn uitgegeven in Amerikaanse dollars, maar kan zeer snel van strategie wijzigen. Het fonds vertegenwoordigt slechts een klein gedeelte van onze obligatieportefeuilles en had op het moment van aankoop een effectief rendement van 5,2%. In de duurzame modellen hebben wij dezelfde verschuiving doorgevoerd, waarbij wij het Parvest Sustainable Bond Euro Corporate fonds en het Robeco Global Credits fonds kochten. Wij zijn van mening dat met deze transacties het risico-rendementsprofiel van het obligatiegedeelte van onze beheerportefeuilles verbetert, omdat wij niet verwachten dat de rentes op korte termijn veel zullen stijgen. Met deze transacties werd de gemiddelde looptijd van het obligatiegedeelte van onze beheerportefeuilles met circa één jaar verlengd en steeg het effectieve rendement met bijna 1%.
grafiek 26 source: thomson reuters
13.0
12.5
12.0
11.5
11.0 2012
2013
2014
Delta Lloyd Euro Credit fonds
45
Aandelen
grafiek 28
grafiek 29
source: thomson reuters
source: thomson reuters
24
280
22
In het laatste kwartaal van 2014 sloten de financiële markten uiteindelijk dichtbij hun hoogtepunten voor het jaar, maar vooral in de aandelenmarkten ging dat met de nodige schommelingen gepaard (zie grafieken 1 en 2). De aandelenmarkten ondergingen een stevige correctie in oktober en een minder diepe in december. Misschien nog sterker dan in voorgaande jaren viel in de aandelenmarkten de dominantie op van de Amerikaanse markt. Waar veel Europese indices slechts koerswinsten boekten van rond de 5%, boekten de belangrijkste Amerikaanse indices koerswinsten van rond de 15%. Daarbij komt dat ook de Amerikaanse dollar forse koerswinsten wist te boeken ten opzichte van vrijwel alle andere valuta. Ten opzichte van de euro bedroeg de koerswinst meer dan 10%, waardoor beleggingen in Amerikaanse aandelen in euro´s uitgedrukt gemiddeld een rendement van meer dan 25% opleverden. Wij hebben de afgelopen jaren onze aandelenbeleggingen sterk verschoven naar de VS, waardoor onze beheerportefeuilles meeprofiteerden van de sterke ontwikkeling van zowel de Amerikaanse aandelenmarkt als van de Amerikaanse dollar. Eind 2014 was het Amerikaanse belang in het aandelen-
46
gedeelte van de beheerportefeuilles gestegen tot bijna 40%.
260
20
18
Na enkele uitstekende jaren ligt het voor de hand om in 2015 lagere rendementen te verwachten, maar 2015 kan opnieuw een goed jaar worden voor de Amerikaanse aan-
16
14
delenmarkt. Zowel de zogenaamde 4-jaars
12
8
grafiek 27
2010
source: thomson reuters
125
120
115
110
105
95 2010
2011
2012
2013
2014
S&P 600 smallcap vs S&P 500
‘presidentiële’ cyclus als de 10-jaars ‘economische’ cyclus zijn zeer positief voor het komende jaar. De gedaalde olieprijs is zeer gunstig voor de Amerikaanse economie als geheel, al geldt dit natuurlijk niet voor de schalieoliesector. De kracht van de dollar zal de winstontwikkeling van Amerikaanse multinationals weliswaar beperken, maar is ook een teken van belangstelling van beleggers voor de Amerikaanse markt, en daarmee per saldo niet negatief. In tegenstelling tot veel Europese landen draait de Amerikaanse economie voornamelijk op zichzelf en is zij minder afhankelijk van exporten. Zet de opmars van de dollar in 2015 voort, dan is het mogelijk dat de koersen van de grote Amerikaanse multinationals wat achterblij-
ven en de koersen van kleinere bedrijven (‘small caps’) weer wat opveren. In 2014 bleven small caps duidelijk achter, zoals te zien is in grafiek 27, waar de koersontwikkeling is weergegeven van de S&P600 small cap index ten opzichte van de bekende S&P500 large cap index. Waar de small caps eigenlijk lange tijd (sinds 2000) beter presteerden, bleven zij in 2014 duidelijk achter. Dit was een teken dat de markt in 2014 duidelijk versmalde. Dat wil zeggen dat steeds minder aandelen meededen aan de stijgende beurs. Een dergelijke versmallende markt is altijd een waarschuwingssignaal. Ook wereldwijd was er sprake van versmalling: de aandelenbeurzen van slechts weinig landen konden in het spoor blijven van de VS. Vooral veel opkomende landen lieten het afweten, waarbij ook hun valuta vaak onder zware druk kwamen. Ook de Griekse beurs mocht echter een verlies van zo’n 30% noteren. Griekenland wordt al jaren niet meer gerekend tot de ontwikkelde markten, maar tot de ‘emerging markets’, hoewel de term ‘submerging market’ meer van toepassing lijkt. Wij gaan ervan uit dat de aandelenmarkten in 2015 weer zullen verbreden, al hebben wij nog steeds de beste verwachtingen van de VS. In geval de markten verder versmallen, zullen wij de risico’s in de portefeuilles beperken, daar wij dit zouden opvatten als een voorteken van slechtere marktomstandigheden.
2011
2012
2013
2014
VS koers-winstverhouding Europa koers-winstverhouding
Wij blijven onze beleggingen sterk concentreren op bedrijven met een hoge winstgevendheid, stijgende dividenden en een sterke balans. Waar het rente-op-rente-effect een partij met teveel schuld uiteindelijk doet bezwijken onder de exponentiële ontwikkeling van de rentelasten, werkt het rente-op-rente-effect juist positief bij het beleggen in aandelen van bedrijven die een stevig, en liefst stijgend, dividend uitkeren. Binnen Europa hebben wij onze aandelenbeleggingen vrijwel geheel beperkt tot multinationals met een relatief geringe afhankelijkheid van de Europese economie. In de eerste helft van 2015 zullen Europese bedrijven sterk profiteren van de zwakke euro en de gedaalde olieprijs, maar dit positieve effect zal in de loop van het jaar wegebben. De zwakke prestaties van de bankensector in een klimaat van dalende rente achten wij een ongunstig voorteken voor de Europese markten. Wanneer de positieve effecten wegvallen in de tweede helft van 2015, is het goed mogelijk dat de Europese aandelenmarkten een ‘reality check’ ondergaan. Hoewel de waarderingen van de meeste aandelenmarkten inmiddels op een vrij hoog peil liggen, steken zij nog altijd gunstig af ten opzichte van de waarderingen van de obligatiemarkten. Binnen onze gemengde beheerportefeuilles blijven wij daarom relatief zwaar beleggen in de aandelenmarkten. In grafiek
28 zijn de koers-winstverhoudingen weergegeven van de Amerikaanse en de Europese aandelenmarkten. In beide markten zijn de waarderingen de afgelopen jaren duidelijk opgelopen. De Amerikaanse aandelenmarkt is duidelijk hoger gewaardeerd, maar dit is in lijn met het historische waarderingsverschil tussen beide markten. Om redenen die wij eerder aangaven, blijven wij een duidelijke voorkeur houden voor de VS boven Europa. Onze beleggingen in opkomende landen zijn nog steeds relatief gering, terwijl wij in onze beheerportefeuilles niet beleggen in Japan. Wij zien om ons heen dat her en der een begin wordt gemaakt met het ophogen van de Europese aandelenweging ten koste van de Amerikaanse, op basis van vermeende waarderingsverschillen. De gedachte dat Europa aantrekkelijker gewaardeerd is dan de VS is volgens ons een te simpele constatering. Wanneer wij puur kijken naar de gemiddelde koers-winstverhouding is dat wel het geval. Maar als wij de koers-winstverhoudingen van 10 jaar geleden hadden gebruikt als basis voor onze beleggingen, dan zouden wij volop hebben belegd in Griekenland en Ierland… Beter is het te kijken naar koers-winstverhoudingen die corrigeren voor financiële instellingen (in 2007 nog 30% van de Europese index), en andere zeepbelachtige ontwikkelingen (denk aan de Spaanse bouw), waarvan het onwaarschijnlijk is dat deze snel terugkeren naar oude niveaus. Tevens ligt het gewicht van lagegroeisectoren zoals die van de nutsbedrijven veel hoger in Europa dan in de VS, waar hogegroeisectoren als de technologiesector een veel grotere rol spelen. Wanneer wij voor deze verschillen corrigeren valt het waarderingsverschil tussen Europa
240
220
200
180
160 2012
2013
2014
WW GRAINGER
en de VS weg, terwijl Europa toch minder groeiperspectief heeft en een inferieure winstgevendheid. Daarom hebben wij de weging van de VS in de beheerportefeuilles vergroot. Ook in het vierde kwartaal van dit jaar zijn wij doorgegaan met de verschuiving van onze beleggingen naar de VS. De eerste stap hiertoe werd medio oktober gedaan, toen wij vanuit de kaspositie de SPDR S&P500 ETF (Exchange Traded Fund) kochten, een tracker die de S&P index repliceert door in precies dezelfde verhoudingen de aandelen uit de S&P 500 aan te kopen. De index wordt niet nagebootst met derivaten, maar belegt gewoon in aandelen. Voor de SRI- beheerportefeuilles werd de iShares MSCI USA ESG Select ETF gekocht, die zeer vergelijkbaar is met de SPDR S&P500 ETF. Medio november zetten wij onze strategie van verschuiving naar de VS voort. Dit werd echter wel steeds lastiger. In onze directe beheerportefeuilles hebben wij bijna geen aandelen meer die puur Europees zijn. Daarom hebben wij multinationals deels verkocht om de beleggingen in de VS uit te breiden. Zo verkochten wij een deel van LVMH en Unilever om met de opbrengst WW Grainger te kopen. LVMH behaalt een vijfde van de omzet in de VS en Unilever nog geen zesde. WW Grainger behaalt 80% van haar omzet in de VS en nog eens 12% in het nabijgelegen Canada.
47
Aandelen
WW Grainger is verreweg de grootste industriële groothandel in de VS, met een marktaandeel van circa 6% in de zogenaamde MRO-markt (Maintenance, Repair and Operating Products), die nog zeer versplinterd is. Het bedrijf realiseert momenteel een jaaromzet van circa USD 10 mrd en een bedrijfsresultaat van ruim USD 1,3 mrd. In totaal levert Grainger meer dan 1,2 mln verschillende producten aan ruim 2 mln actieve klanten. De VS is verreweg de belangrijkste markt, goed voor circa 80% van de omzet en ruim 90% van de winst. In deze markt beschikt het bedrijf over circa 400 verkoopcentra en 18 distributiecentra. Grote bedrijven vormen de belangrijkste klanten van Grainger, hoewel het bedrijf ook levert aan kleinere bedrijven, instellingen en overheden. Bij de grotere klanten heeft Grainger een veel hoger marktaandeel (circa 18%) en neemt het vaak het voorraadbeheer over. Grainger is opmerkelijk winstgevend voor een groothandel met EBIT-marges van ruim 14%, waar de meeste distributeurs niet verder komen dan circa 5%. Het rendement op geïnvesteerd vermogen ligt rond de 30%. Het bedrijf slaagt er al jaren in de EBIT-marge te doen stijgen, geholpen door haar toenemende omvang en efficiëntie, een stijgend marktaandeel, een groeiend assortiment en een bredere dienstverlening (voornamelijk voorraadbeheer voor de grotere klanten). Het bedrijf streeft ernaar om de reeds hoge EBIT-marge te verhogen tot meer dan 16% in 2017. Bij een geschatte omzetgroei van circa 7% in 2015 verwacht Grainger een stijging van de winst per aandeel van rond de 10%. Dit lijkt een haalbare doelstelling. De relatief hoge groei van Grainger wordt geheel gefinancierd uit de eigen kasstroom. De netto rentedragende schuld is vrij marginaal (ruim USD 100 mln). Op een kasstroom van ruim USD 1 mrd vergen
48
produceert het motorgerelateerde compo-
de investeringen circa USD 300 mln en het dividend ongeveer USD 250 mln. Grainger kan daardoor bijna USD 500 mln per jaar besteden aan de inkoop van eigen aandelen. Over de afgelopen 30 jaar daalde het aantal aandelen van Grainger hierdoor met circa 40%. Het dividend is nooit in gevaar geweest en wordt al meer dan 40 jaar jaarlijks verhoogd, waardoor Grainger behoort tot de selecte groep van zogenaamde ‘dividendaristocraten’, bedrijven die meer dan 25 jaar ieder jaar hun dividend hebben verhoogd. Gezien de bewezen hoge kwaliteiten van het bedrijf kent het aandeel in de regel een relatief hoge waardering. De afgelopen twee jaar heeft het aandeel zich echter ongeveer zijwaarts bewogen, waardoor de waardering is gedaald. Wij gaan ervan uit dat de Amerikaanse economie het komende jaar een meevallende groei zal laten zien, waardoor ook de resultaten van Grainger zouden moeten meevallen. Op circa 18 maal de verwachte winst over 2015 achten wij het aandeel voldoende aantrekkelijk gewaardeerd en hebben wij het opgenomen in de beheerportefeuilles. Voor de SRI-portefeuilles kochten wij het Amerikaanse aandeel Cummins aan. Cummins is een grote producent van motoren. Het produceert vooral dieselmotoren voor vrachtwagens en locomotieven, maar ook gasmotoren voor nutsbedrijven. Daarnaast
nenten als turbo’s en uitlaatgasbehandelingssystemen. Met een jaaromzet van bijna USD 20 mrd behoort Cummins tot de grootste motorproducenten, waardoor het bedrijf goed in staat is om aan de steeds hogere milieueisen in de VS en Europa te voldoen. Hoewel Cummins voornamelijk actief is in de VS en Canada (56% van de omzet) is het ook sterk gegroeid in opkomende landen als China, Brazilië en India. Cummins is goed winstgevend, met EBIT-marges van ruim 13% en een rendement op geïnvesteerd vermogen van bijna 20%. Het bedrijf is conservatief gefinancierd: de kasreserves zijn groter dan de rentedragende schulden. Op een jaarlijkse
grafiek 30 source: thomson reuters
180
kasstroom van meer dan USD 2 mrd vergen de investeringen slechts circa USD 500 mln, net als het dividend, zodat Cummins veel ruimte heeft om eigen aandelen in te kopen. Bij de publicatie van de cijfers over het derde kwartaal van 2014 verhoogde Cummins haar verwachting voor de omzetgroei over het hele jaar van eerst 8-11% tot 10-12%, vooral door de aantrekkende vraag naar dieselmotoren in de VS. Om dezelfde reden als bij WW Grainger verwachten wij dat de resultaten van Cummins zouden moeten meevallen in 2015. Op een koers-winstverhouding van circa 13 vinden wij het aandeel aantrekkelijk en hebben wij het opgenomen in de beheerportefeuilles met SRI-mandaten. In onze fondsenportefeuilles hebben wij een gedeelte van de aandelenbeleggingen
160
grafiek 31 source: thomson reuters
140
220
210
120
200
100 190
80
180
2012
CUMMINS
2013
2014 170
van Europa naar de VS verschoven door het BlackRock Euro-markets fonds te verkopen en de belegging in de SPDR S&P500 ETF indextracker te vergroten. Voor de duurzame modellen kochten wij het iShares MSCI USA ESG Select fonds uit de opbrengst van de gedeeltelijke verkoop van het Robeco SAM Sustainable European Equity fonds en het Echiquier Major fonds. Begin december raakten wij ervan overtuigd dat onze belegging in IBM niet ging worden wat wij ervan hadden verwacht. IBM ondervindt problemen met de overgang naar de zogenaamde ‘cloud’. Waar het bedrijf normaal gesproken softwarepakketten verkoopt, gaat het steeds meer software verkopen via abonnementen. Afnemers kopen dan niet hele pakketten in één keer, maar betalen in termijnen voor de software die zij gebruiken en downloaden. Dit betekent voor IBM niet alleen een spreiding, maar ook een daling van de omzet. Vaak worden niet gehele pakketten gedownload, maar alleen het deel dat wordt gebruikt. IBM wapent zich hiertegen door innovatie en kostenbesparingen, maar moest wel de doelstelling om in 2015 20 dollar per aandeel winst te maken na vele jaren loslaten. Wij verwachten dat deze transformatiefase meer dan een jaar gaat duren. Het is niet ondenkbaar dat de business case daarna weer aantrekkelijk wordt. Voor nu verwachten wij weinig koerspotentieel en hebben wij in onze beheerportefeuilles afscheid genomen van het aandeel.
160
150 2012
2013
2014
IBM
49
Aandelen
Alternatieve beleggingen De opbrengst hebben wij belegd in Google en Praxair. Praxair is actief op de oligopolistische markt van gassen die worden gebruikt in onder andere de industrie en de gezondheidszorg. Medio augustus kochten wij Praxair aan in het kader van de verdere verschuiving naar de VS. De groei in de VS is robuuster dan elders in de wereld en Praxair kan daarvan profiteren, omdat het 52% van de omzet in Noord-Amerika behaalt. Praxair kan vanwege het oligopolistische karakter gezien worden als een defensief aandeel binnen de sector grond- en hulpstoffen. Daarom kent het een voor de sector relatief hoge waardering. Vergeleken met de eigen historische waardering is de waardering momenteel zo’n 12% lager. In de beheerportefeuilles hebben wij onze betrekkelijk kleine positie vergroot. De omzet van Google komt hoofdzakelijk voort uit advertentiebestedingen. Door het aantrekken van de Amerikaanse economie wordt verwacht dat de bestedingen aan marketing in 2015 zullen groeien met 5%, nadat deze in 2013 met 3,3% en in 2014 met 4,8% groeiden. Google profiteert daar extra van, omdat het nog steeds marktaandeel wint. De verwachte winstgroei van Google in 2015 is 17%. De waardering van Google is aantrekkelijk met een koers-winstverhouding van 17,8, circa 10% lager beneden het langjarig gemiddelde. In onze beheerportefeuilles, inclusief de duurzame portefeuilles, was Google een kleine positie die wij in het vierde kwartaal hebben uitgebreid. De laatste stap die wij in 2014 hebben gezet in onze regioallocatie is de verkoop van het resterende belang in LVMH en de ophoging van het belang in General Electric. De koers van LVMH stond medio december op een
50
grafiek 32 source: thomson reuters
135
130
125
120
115
110
105
100 2012
2013
2014
Praxair
historisch hoog niveau. Tegen onze verwachting in bleef LVMH last houden van de Chinese anticorruptiemaatregelen die leiden tot druk op de verkopen van luxe producten (vaak gebruikt als relatiegeschenken). Zo zagen wij een winstdaling over het eerste halfjaar van 2014 en repte het bedrijf over de moeizame Aziatische markt in het derdekwartaalbericht. Toen wij het aandeel dit voorjaar kochten was de verwachte winst per aandeel in 2014 EUR 7,70, maar deze is inmiddels bijgesteld tot EUR 6,80, hetgeen inhoudt dat er in 2014 nauwelijks sprake is van winstgroei (minder dan 1%). Door neerwaartse bijstellingen van de verwachtingen is de koers-winstverhouding 2014 opgelopen tot 21 en daarmee is de onderwaardering ten opzichte van de sector verdwenen. Hoewel LVMH een kwaliteitsaandeel is, zien wij wel enige druk op het kwaliteits- en groei-imago. Dit komt enerzijds door de anticorruptiemaatregelen in
China, maar ook doordat het concern afstand doet van het belang in Hermès. LVMH’s poging om Hermès op termijn in zijn geheel te kopen liep uit op een groot conflict met de Hermès familie die zo’n 63% van de aandelen bezit. Dit conflict is onder druk van de Ondernemingskamer in Frankrijk opgelost, met als uitkomst dat LVMH afstand doet van haar belang door een dividenduitkering in aandelen Hermès. Aandeelhouders in LVMH kregen 17 december 2014 voor iedere 41 aandelen LVMH, twee aandelen Hermès. Als gevolg van beide ontwikkelingen (China en Hermès), zien wij enige afzwakking van het groeipotentieel van LVMH. Dit zal onzes inziens leiden tot een daling van de koers-winstverhouding.
grafiek 33 source: thomson reuters
700
600
500
400
300
200 2012
GOOGLE 'A'
2013
2014
In het afgelopen kwartaal deden zich geen belangrijke wijzigingen voor onder de alternatieve beleggingen binnen onze beheerportefeuilles. Hoewel momenteel geen onderdeel van onze beheerportefeuilles, blijft de ontwikkeling van de goudprijs interessant. Goud lijkt bloot te staan aan tegengestelde krachten. Enerzijds wordt het traditioneel geschaard onder de grondstoffen en die staan al sinds 2011 onder druk. Ook de goudprijs lijkt zijn hoogtepunt al eind 2011 te hebben bereikt, althans in dollars uitgedrukt. In euro´s bereikte zij pas een jaar later het hoogste punt (zie grafiek 34). Anderzijds wordt goud vaak gezien als de enige valuta die niet door centrale bankiers kan worden aangetast met behulp van onverantwoord ruim monetair beleid. De wereld heeft de afgelopen jaren een zeer ruim monetair beleid gezien van de meeste centrale banken, terwijl de Bank of Japan momenteel uit lijkt op de totale verwoesting van de yen. Het is opvallend dat de centrale banken sinds de kredietcrisis weer enige belangstelling aan de dag leggen voor goud. Niet alleen zijn de centrale banken als groep sinds 2008 weer netto koper van het edelmetaal, zij halen de laatste jaren ook opvallend veel goud terug naar eigen bodem. Het afgelopen jaar lieten vooral Nederland en Duitsland van zich spreken op dit gebied. De DNB maakte onlangs bekend dat zij 122,5 ton goud (met een waarde van circa 4 miljard euro) had laten terughalen uit New York naar haar hoofdkantoor in Amsterdam. Kennelijk zien de centrale bankiers toch nog wel een rol weggelegd voor goud in toekomstige financiële systemen, nadat zij decennialang alleen maar goud hebben verkocht. Een Zwitsers referendum om de nationale bank te verplichten meer goud aan te houden, haalde het onlangs echter bij lange na niet. Alan Greenspan, de voormalige voorzitter van de Fed die bekend stond om zijn onverantwoorde monetaire beleid en mede verantwoordelijk
grafiek 34 source: thomson reuters
2000
1800
1600
1400
1200
1000
800
600 2010
2011
2012
2013
2014
Goudprijs in USD Goudprijs in EUR
wordt gehouden voor de kredietcrisis van 2008, gaf onlangs echter toe dat de centrale banken niet zoveel goud in bezit zouden hebben als ze het werkelijk een ‘barbaars relikwie’ achtten, zoals critici stellen. Er lijken dus momenteel positieve en negatieve krachten werkzaam met betrekking tot de goudprijs, zodat wij nog steeds moeten gissen of de eerstvolgende belangrijke koersontwikkeling nu naar boven of naar beneden zal zijn. In dollars uitgedrukt ging de goudprijs in 2014 opvallend genoeg ongeveer zijwaarts en eindigde zij op vrijwel dezelfde koers als waarop zij het jaar begon (circa 1.200 dollar). In euro’s was er daarom wel sprake van een duidelijk positief rendement van meer dan 10%, beter dan het rendement op de meeste Europese aandelen. Het in de gaten houden van de goudprijs blijft de moeite waard in een wereld waarin centrale banken opmerkelijke acties ondernemen in hun, soms wanhopige, pogingen om de gevolgen van te hoge schuldenlasten te beperken.
51
Copyright Dit Magazine is gebaseerd op publiekelijk bekende en door Insinger de Beaufort (‘IdB’) betrouwbaar geachte bronnen. In het Magazine kunnen verwijzingen naar andere uitgaven of websites zijn opgenomen. Die uitgaven en/of websites en de daar vermelde informatie is niet door Insinger de Beaufort beoordeeld of geanalyseerd. Insinger de Beaufort staat derhalve op geen enkele wijze in voor de juistheid van de informatie op die website(s) en is in geen geval aansprakelijk voor eventuele fouten in die informatie. De beoordeling van het functioneren van de leden van de redactieraad als medewerker of extern adviseur van IdB is op geen enkele wijze van de in dit Magazine opgenomen visies en/of informatie afhankelijk. IdB beschikt over een bankvergunning en is een onder toezicht van de Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten staande beleggingsonderneming. De verstrekte informatie is zoveel mogelijk gecontroleerd. IdB noch haar aandeelhouder(s) noch haar medewerkers of betrokken adviseurs zijn aansprakelijk voor eventuele onjuistheden in de gegevens. In het Magazine opgenomen informatie biedt generlei garantie voor toekomstige koersontwikkelingen en hieraan kunnen generlei rechten worden ontleend. Transacties op basis van deze informatie geschieden voor rekening en risico van de betreffende cliënt. Het is niet toegestaan om de inhoud (geheel of gedeeltelijk) van deze uitgave, in welke vorm en op welke wijze dan ook, over te nemen, te vermenigvuldigen, te distribueren of openbaar te maken zonder de voorafgaande uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van IdB.
54
55