KUNST CULTUUR & MOMENTEN “Resultaten uit het verleden bieden veel kansen voor de toekomst”
Een visie over kunst en cultuur binnen de gemeente Schouwen-Duiveland.
1. Inleiding Vastgesteld kan worden de geboorte van deze kunst- en cultuurvisie mag worden gezien als een primeur voor de gemeente Schouwen-Duiveland. Nooit eerder, ook niet voor de herindeling, is er op dit voormalige eiland een visie ontwikkeld op het gebied van Kunst- en Cultuur. Tot op heden hebben alle aktiviteiten die onder het hoofdstuk cultuur vallen te maken gehad met ad-hoc beleid en in de meeste gevallen werd niet getoetst op inhoud en kwaliteit. Er gelden voor de gemeente bij de formulering van cultuurbeleid geen regels, wetten of minimum eisen. Lokaal cultuurbeleid is een kwestie van politieke keuzes en aspiraties. De gemeente Schouwen-Duiveland is van mening dat cultuurbeleid essentieel is binnen de samenleving en bijdraagt aan de ontplooiing en verrijking van mensen. Ondanks bezuinigingen, kerntakendiscussies, maatschappelijke en bestuurlijke ontwikkelingen, is het essentieel een visie te ontwikkelen, die het brede palet van de kunst en cultuur in de gemeente een (nieuwe) toekomst biedt. Deze notitie formuleert uitgangspunten, die de culturele toekomst van SchouwenDuiveland in een bijzonder licht zullen plaatsen. Een toekomst die creativiteit en vernieuwingsdrang herbergt! Schouwen-Duiveland, een gemeente waar Momenten er toe doen. Momenten, die liggen besloten in het hele spectrum van de Kunst en Cultuur, krijgen vorm, wanneer zowel de gemeente als regisseur, het particulier initiatief en bedrijfsleven de handen ineenslaan om een spreekwoordelijke Culturele slag te slaan.
De nota Kunst, Cultuur en Momenten is een nota op hoofdlijnen, een voorzet om tot een vernieuwingslag te komen binnen het culturele veld van onze gemeente. Uitwerkingen op specifieke terreinen als Musea, Bibliotheek, Subsidiebeleid en dergelijke zullen in deelnota’s met betrokken partijen worden geformuleerd. Er wordt gekozen voor een maatschappelijke benadering om inhoud te kunnen geven aan alle facetten van cultuurbeleid. Cultuur is immers de levensstijl van de gemeenschap. De gemeente streeft in haar Kunst- en Cultuurbeleid naar meer integratie van cultuur in de samenleving. Dit wordt o.a. bereikt door het cultuur-historisch besef van inwoners en bezoekers en de deelname aan, het ervaren van cultuur, te bevorderen. We willen verbindingen leggen tussen de verschillende cultuuruitingen (zoals theateren muziekvoorstellingen, kunst en monumenten) en verbindingen aanbrengen tussen cultuur en verschillende andere disciplines (zoals onderwijs en recreatie). Op deze wijze wordt geprobeerd de inwoners en bezoekers van Schouwen-Duiveland bewust “in contact met cultuur” te brengen. Cultuur draagt er toe bij dat mensen een bepaalde plaats verkiezen boven een andere, om te wonen, te recreëren of een bedrijf te vestigen. Kunst- en cultuurbeleid beperken zich dus niet tot kunst om dé kunst, maar beïnvloeden in belangrijke mate zaken als economie, toerisme, recreatie, onderwijs etc. Het is van groot belang dat inwoners en recreanten zich thuis voelen in de plaats/gemeente waar zij wonen, recreëren. Daarom maken wij ons sterk voor het ontwikkelen en instandhouden van culturele waarden. Wij willen wat nu gesloten is of lijkt, toegankelijk maken. De historie van monumenten tot leven brengen. Wij willen mogelijkheden bieden om actief of passief aan diverse vormen van cultuur mee te doen en van deze gemeente een podium te maken waar alle facetten van kunst en cultuur zich kunnen manifesteren.
Kunst verbaast, verwondert, ontroert, shockeert en doorbreekt daardoor wat bekend en vertrouwd leek. Kunst en cultuur kan veel bijdragen aan het sociale leven en het welzijn van inwoners en bezoekers van Schouwen-Duiveland. Men kan elkaar ontmoeten, men kan zich ontplooien, men kan deelnemen of er gewoon van genieten (momenten voor het leven) Kunst en cultuur zijn niet alleen van belang voor het welzijn, zij zijn ook goed voor de economie. Kunst betekent ook een avondje uitgaan en kan een trekpleister voor toeristen zijn. Kunst en cultuur horen bij de mensen, net als wonen en werken. Kunst en Cultuur zijn eigenlijk begrippen die je kunt omschrijven als een tijdloze reis door verleden, heden en toekomst. Zij moeten iets losmaken bij de aanschouwer, de deelnemer. Zij zijn het podium om Momenten te ervaren, zij creëren omstandigheden die prikkelen tot nadenken en zij kunnen spelen met de verbeelding. Momenten die je terugvoeren naar vervlogen tijden, en je een historisch besef bieden. Momenten van troost en ontspanning, van plezier, bewondering en schoonheid. Momenten worden door inwoners en bezoekers “geconsumeerd”, zij lopen er zo maar tegenaan. Deze momenten zijn niet onderhevig aan gemeentelijk beleid, maar de gemeente zal het wel mogelijk moeten maken deze Momenten te kunnen beleven en ze blijvend laten vastkleven in de herinnering. Deze toekomstvisie moet daarvoor de basis leggen.
Kunst – en cultuur is een breed begrip. In het volgende hoofdstuk zal getracht worden hier een omschrijving van te geven.
2. Kunst en Cultuur. Wat verstaan we onder kunst en cultuur? Kunst en cultuur zijn begrippen die op vele manieren kunnen worden uitgelegd. Wij kiezen voor de volgende omschrijving: a. Cultuur omvat feitelijk alles wat in een samenleving voor komt aan uitingsvormen. Ze kenmerkt de leefwijze, normen en waarden van de gemeenschap. Cultuur is tevens een afspiegeling van de mate van ontwikkeling, beschaving en verfijning van de gemeenschap. Ze geeft een beeld van wonen, werken, denken, zich uiten en zich ontspannen. Cultuur vormt in een gemeenschap een bindend element, waaraan de inwoners hun identiteit kunnen ontlenen en zij kan bijdragen tot een gevoel van eigenwaarde.
b. Kunst is een uitingsvorm van cultuur, zij kenmerkt zich door het verleggen van grenzen met een artistieke gerichtheid. Erkenning van eigenzinnigheid en pioniersgeest is een belangrijke voorwaarde voor de totstandkoming en waardering van kunst. Kunst is te onderscheiden in beeldende kunst, theaterkunst, muziek, literatuur en film. Verder zijn er natuurlijk ook nog allerlei combinatiemogelijkheden en toegepaste kunsten zoals grafisch ontwerpen, industrieel ontwerpen, mode en architectuur. De kunsten geven een beeld van de huidige cultuur, maar vervullen tegelijkertijd een voortrekkersrol in die cultuurontwikkeling. Welke cultuursectoren zijn actief op Schouwen-Duiveland. Amateurkunst. Hieronder vallen zowel verenigingen, organisaties en groepen die actief de amateurkunst beoefenen, als de organisaties die activiteiten organiseren ten behoeve van het passief genieten van cultuur. Duidelijk is dat amateurkunst een bindende kracht is voor de deelnemers en het de onderlinge betrokkenheid binnen de gemeenschap bevordert. Een ander belangrijk kenmerk is dat het inkomen geen rol speelt bij deelname aan de amateurkunst; de motivatie is gelegen in persoonlijke belangstelling van de deelnemers. Naar alle instellingen en verenigingen is medio 2005 een enquête gestuurd. De resultaten hiervan, vergezeld met een toelichting, zijn als bijlage toegevoegd. Kunst- en Cultuureducatie. Hierbij gaat het om educatie waarbij kunst en cultuur als doel of als middel worden ingezet. Kunst- en cultuureducatie heeft raakvlakken met zowel professionele als amateurkunstbeoefening. Het gaat om educatieve activiteiten, die bijdragen aan het actief of passief leren omgaan met kunst en cultuur. Voor een deel is binnen de wettelijk verplichtingen van het basis- en voortgezet onderwijs al sprake van kunstzinnige basisvorming. Daarnaast ondersteunt de gemeente kunsteducatieprojecten in het onderwijs. Bovendien is vrijwillige deelname mogelijk aan (buitenschoolse) activiteiten op het culturele vlak. Te denken valt aan muziekscholen, creativeitscentra en privé-les op kunstzinnig of cultureel gebied.
Cultuurbehoud. Het cultureel erfgoed wordt bewaard in musea en archieven en komt tot uiting in de zorg voor monumenten, architectuur, inrichting van de openbare ruimte, behoudt streektaal e.d. Het behoud van cultuur is essentieel voor de herkenbaarheid van het culturele imago van de gemeente en maakt het cultureel vermogen van de gemeente zichtbaar. Beeldende kunst. In de beeldende kunst wordt, anders dan op het beleidsterrein cultuureducatie en amateurkunst, nadruk gelegd op de organisatie van exposities en tentoonstellingen. Daarnaast richt zij zich op het lokaal kunstbeleid ten aanzien van o.a. kunstenaars, inrichting van de openbare ruimte en kunstuitleen. Film, media en letteren. Hieronder verstaan we diverse middelen die bijdragen aan communicatie. Naast het filmhuis (Fizi), vallen de lokale omroep, de openbare bibliotheek en literaire aktiviteiten onder dit begrip. Het filmhuis verzorgt een onafhankelijke programmering van een gevarieerd en kwalitatief aanbod voor volwassenen en jeugdigen. Het gaat veelal om films die voor het bioscoopcircuit commercieel niet interessant zijn en waarbij de artistieke waarde en ideële thema’s voorop staan. De openbare bibliotheek houdt zich bezig met het verzamelen, ordenen en toegankelijk maken van een gevarieerd pakket aan informatiedragers. Daarnaast verzorgt de bibliotheek programma’s met betrekking tot dichten en andere literaire thema’s. Podiumkunsten. Hierbij moet gedacht worden aan uitvoeringen jeugdtheater, muziekoefenruimte, muziekonderwijs, popconcerten, theater e.d. Uitgangspunt hierbij is het realiseren van een divers aanbod van podiumkunsten dat kan worden gerealiseerd in goed geoutilleerde podium- en repetitielocaties. Podiumkunsten zijn gebaat bij een sterke infrastructuur op dit gebied.
3. Cultureel Erfgoed in een oude jas met nieuwe voering. Onze gemeente bezit een grote diversiteit aan cultureel erfgoed. Dit erfgoed is al het waardevolle dat wij overgeleverd kregen van onze voorgangers, zoals monumenten, objecten, verhalen, documenten en traditie. Wij, en natuurlijk ook onze nakomelingen maken uit of we deze erfenis willen bewaren, of we in onze tijd nog iets met die erfenissen willen doen. Of het voor ons - of minstens voor sommigen van ons – nog iets voorstelt, iets betekent. Het is de plicht van een maatschappij zorg te dragen voor het cultureel erfgoed, ook wel ons collectief geheugen genoemd. Cultureel erfgoed vind je overal terug, kijk maar rond je heen. Je vindt het terug in de industrie, in de kunst, op straat, in de literatuur enz. Het is dus niet zomaar even in een vakje onder te brengen. Het cultureel erfgoed bepaalt mede het karakter en de eigenheid van onze gemeente. Beeld je eens in wat Schouwen-Duiveland zou zijn zonder erfgoed, Zierikzee zonder stadspoorten, Burgh-Haamstede zonder Bewaerschole of Bruinisse zonder Oudheidkamer. Naast musea, waar veel roerend erfgoed uit het verleden wordt gekoesterd, getoond en geconserveerd, hebben we ook nog eens een schat aan onroerend goed uit het verre verleden.
Zierikzee, de elfde monumentenstad van Nederland, heeft schitterende poorten, een toren die een kompas overbodig maakt, een museum dat een ware ontdekkingsreis door het verleden kan zijn. Allemaal pareltjes aan de Oosterschelde. Maar deze pareltjes zijn dof en moeten nodig worden opgepoetst. Het gemeentemuseum is dit jaar voortvarend aan de slag gegaan om de uitgangspunten “Plan van Aanpak gemeentelijke musea“ inhoud en vorm te geven. Hard wordt er gewerkt om toe te groeien naar een museum dat past binnen het nieuw elan van “Kunst en Cultuur”. Een museum dat prikkelt, uitdaagt en vooral niet saai is. Een Plan van Aanpak waarin ook de oude pakhuisjes (Maarstraat) die tegen het museum leunen, onderdeel gaan uitmaken en die zich in de toekomst willen presenteren als historisch ambachtelijke winkeltjes Maar hoe anders is het gesteld met de poorten en de toren. Het zijn in zichzelf gekeerde objecten die naast hun uiterlijke schoonheid niets of weinig prijsgeven van hun binnenste. Daar moet verandering in komen. Natuurlijk, we willen ons verleden blijven kennen, we willen ons cultureel erfgoed behouden, maar dat moeten we niet doen door deze monumenten te bevriezen in hun eigen tijd en er met een grote boog omheen te lopen. We moeten ze restaureren en onderhouden, maar vooral door ze een betekenisvolle en eigentijdse functie geven in de samenleving, kunnen we onze Momenten behouden voor de toekomst. Uitgangspunt moet zijn dat de monumenten een functie krijgen waar Momenten er toe doen. Die momenten ontstaan door relaties en verbanden te leggen tussen dat erfgoed met haar historische erfenis en het heden. Met andere woorden: een nieuwe bestemming die het verleden tot leven wekt. We kunnen ons zomaar voorstellen dat het ‘s Gravensteen, wanneer de huidige maritieme collectie wordt overgebracht naar het museum aan de Meelstraat, dienst kan gaan doen als een primitief hotel, waar je voor veel geld op een gevangenisbed kunt slapen en waar je je waant in vervlogen tijden als de bijl van de beul boven je hangt in de ontbijtruimte. Daarom ook zal er voor gewaakt moeten worden dat monumenten zomaar worden verkocht en dienst gaan doen als rustieke kantoorpanden. De monumenten moeten een uitdagende en openbare functie krijgen. Dit betekent niet dat wij als gemeente onze ogen moeten sluiten voor een commerciële invulling van dit erfgoed. Het is heel goed mogelijk dat we juist de inventiviteit van ondernemers nodig hebben om de kwaliteit en uitstraling van deze monumenten te vergroten. Een Middeleeuws restaurant in de Nobelpoort, om maar iets te noemen. Samen met de Provincie, de Rijksgebouwendienst en VVV Schouwen-Duiveland zijn we bezig om een masterplan te formuleren om toonaangevende monumenten in Zierikzee in een andere jas met betere voering te helpen. De rijksgebouwendienst, eigenaar van de Dikke Toren, is zeer ontevreden over de exploitatie van de toren. Op geen enkele wijze wordt in de toren tegemoet gekomen aan het historische karakter van deze mastodont. Zij heeft al aangegeven te willen investeren in een ander gebruik van de toren en zij wil ook samen met gemeente, provincie en VVV meedenken over een geheel nieuwe aanpak ten aanzien van de beeldbepalende monumenten, met name de stadspoorten. Maar ook de ruimte rond de Dikke Toren en de Nieuwe Kerk kan worden omgetoverd tot een bruisend cultuurplein. De stichting Oude Zeeuwse Kerken kan hierin een duidelijke rol spelen, met name door in samenwerking met particulier initiatief, de Nieuwe Kerk op een zeer breed terrein uit te nutten. Ten behoeve van de voorgenomen herontwikkeling van stadspoorten en Dikke Toren is vanuit het ISV budget cultuur 100.000 euro gereserveerd.
4. Musea Zoals al eerder aangegeven zijn Musea de “bewaarplaatsen” van het roerende erfgoed. Natuurlijk zijn er nog veel meer plaatsen waar dit cultureel erfgoed is onder gebracht, we hoeven maar te denken aan archieven, historische verenigingen en privé personen. Musea zijn erfgoedbewaarders bij uitstek, waar voornamelijk gepassioneerde vrijwilligers veel tijd stoppen in conserveren, registreren etc. Onze gemeente heeft op dit moment geen specifiek museumbeleid. In deze nota zal de aanzet worden gegeven om in een later stadium met besturen, vertegenwoordigd in het Platform Gemeentelijke Musea, een koers voor de toekomst te bepalen. Dit moet leiden tot een integraal museumbeleid op Schouwen-Duiveland. Uitgangspunt is om in 2006 te beginnen met het formuleren van dit beleid. Binnen de gemeente zijn verschillende musea actief. Al deze musea hebben hun eigen beleid, hun eigen vrijwilligers en/of personeel, hun eigen bestuur enz. De noodzaak om in deze lappendeken structuur te krijgen en te onderzoeken wat men voor elkaar kan betekenen, wordt zowel door de musea als door de gemeente onderschreven.
Op het terrein van museumbeleid/ cultuurbeleid is er relatief weinig wet- en regelgeving die gemeenten voorschrijft wat ze moeten doen. Aan de ene kant is dat natuurlijk een zegen omdat het lokale museumbeleid daarmee een van de laatst overgebleven vrijplaatsen vormt voor autonome gemeentelijke besluitvorming. Aan de andere kant kan het hebben van beleidsvrijheid erg lastig zijn, want de grote speelruimte voor gemeenten (en musea) vraagt om eigen ideeën en eigen verantwoordelijkheid om deze vrijheid vorm te geven. De realisatie van het museumbeleid geeft de gemeente instrumenten om vanuit een planmatige aanpak de effectiviteit te verhogen. Vooraf kunnen duidelijk doelen worden gesteld en na verloop van tijd kan getoetst worden of die doelen ook bereikt zijn en welke ontwikkelingen daarop van invloed zijn geweest. Bovendien kunnen in het museumbeleid de kaders worden aangegeven waarbinnen een museum zich dient te manifesteren. Afhankelijk van ontwikkelingen binnen en buiten het museum, zal het beleid regelmatig moeten worden getoetst, aangepast of vernieuwd. Het museum moet zich blijven ontwikkelen en aantrekkelijk willen zijn voor het publiek. Uitgangspunt van een museumbeleid zal moeten zijn dat zowel musea als gemeente het beleid onderschrijven. De museabeheerders hebben een grote mate van zelfstandigheid. Ze hebben veel beleidsvrijheid en zijn in staat om- in goed overleg met de gemeente- een eigen koers te bepalen. Bij de musea op Schouwen-Duiveland kunnen we een verschil in zelfstandigheid bespeuren. De musea die onderdeel uitmaken van het Platform zijn geen van allen financieel zelfstandig, ieder museum ontvangt subsidie van de gemeente en ontleent hieraan een zeker bestaansrecht. Inhoudelijk zijn de musea zelfstandig en worden ( omdat er geen beleid is) ook niet afgerekend door de gemeente. Er is immers geen toetsingskader. Het beleid van de individuele musea wordt bepaald door het bestuur.
De musea met de minste zelfstandigheid zijn de twee gemeentelijke musea. De musea worden (museaal en gebouw) gefinancierd door de gemeente. Ook beroepskrachten en suppoosten worden door de gemeente betaald. Om deze musea meer beleidsvrijheid (in juridische en financiële zin) te geven zijn wij van mening dat een mogelijkheid tot verzelfstandiging van deze musea moet worden onderzocht. Deze mogelijke verzelfstandiging kan ons inziens het beste gestalte krijgen wanneer de uitgangspunten, verwoord in het Plan van Aanpak gemeentelijke musea zijn gerealiseerd. Het zijn niet alleen de gemeente en de musea die gebaat zijn bij museumbeleid. Ook de provincie, onder aanvoering van de Stichting Cultureel Erfgoed, heeft in de nota “Museum op Koers” aangegeven dat haar er alles aan gelegen is dat alle gemeenten in Zeeland met een eigen beleid komen, een beleid dat wel zoveel mogelijk wordt afgestemd op landelijke en provinciale ontwikkelingen. Wij kunnen ons helemaal vinden in deze oproep. Het Platform Musea Schouwen-Duiveland biedt een uitstekend vertrekpunt om hier voor een basis te leggen. Het kan gezamenlijk, met ondersteuning van de gemeente, een nieuwe koers uitstippelen, en zowel de kwaliteit intern als naar buiten toe door middel van presentatie, educatie, publiciteit, collectiebeheer, personele invulling etc. versterken/verbeteren. De gemeente is zich er van bewust dat een nieuwe Museale aanpak op SchouwenDuiveland niet alleen inhoudelijke veranderingen teweegbrengt maar ook financiële. Zij sluit haar ogen hier niet voor, ook niet in tijden van bezuiniging, omdat het in ons aller belang is te voorkomen dat deze verschraling van de beschikbare middelen, de kwaliteit van het museale product op Schouwen-Duiveland schade zal toebrengen.
5. Cultuurtoerisme We moeten er op uit! Dingen beleven die de stress van alle dag van onze schouders schudt. Toerisme gaat over verkoop van dromen. De nieuwe toerist is op zoek naar bijzondere dingen, naar unieke ervaringen, naar echtheid. Het is daarom niet zo vreemd dat cultuur in toenemende mate deel uit maakt van het toeristisch aanbod. Cultuurtoerisme gaat in de meeste gevallen over het bezoeken van musea, monumenten, archeologische plekken, cultuurlandschappen. Maar ook culturele evenementen die soms gekoppeld zijn aan een vast erfgoed aanbod. Cultuurtoerisme impliceert het ervaren van Momenten, dingen die zomaar gebeuren, waarin je wordt meegezogen. Cultuur en toerisme zijn twee grootheden die ook regelmatig met elkaar overhoop liggen en moeilijk een stabiele relatie met elkaar kunnen opbouwen. Cultuur verwijt toerisme dat het geen affiniteit heeft met de inhoud van cultuur en er ook niets van begrijpt. Andersom ziet toerisme de cultuur als een gesloten wereld die geen rekening wenst te houden met de specifieke vereisten van het toeristisch product. Er zijn dus, om het maar bij het onderwerp te houden, duidelijke cultuurverschillen. Maar we moeten dit niet blijven benadrukken want dan komen we geen stap verder. Het is van het allergrootste belang dat Toerisme en Cultuur met overleg, wederzijds begrip en respect en samenwerking een weg moeten vinden om elkaar te versterken.
Juist nu we als gemeente een weg in willen slaan om een kwaliteitsslag te maken met betrekking tot culturele injectie van monumenten, musea en kunst, kan cultuurtoerisme een positieve invloed hebben op kwaliteitsvolle ontwikkeling van commerciële nevenactiviteiten. De cultuurtoerist is namelijk zeer gecharmeerd van goede cafés, restaurants, uitdagende galeries en unieke kunstambachtelijke producten. Toeristische- en recreatieve ondernemers kunnen samenwerken met cultuuraanbieders door bijvoorbeeld arrangementen geënt op een culturele activiteit te realiseren. Een praktijk voorbeeld hiervan is de Kunstschouw, waarin samenwerking tussen bedrijfsleven en de cultuuraanbieders prima verloopt.
6. KUNST Vanuit de kunstwereld is er de laatste jaren steeds meer op aangedrongen een gemeentelijk beleid te formuleren met betrekking tot de kunst. Dit hoofdstuk zal een voorzet geven om tot een gemeentelijke Kunstnota te komen
De gemeente is op geen enkele wijze verplicht om een kunstbeleid uit te stippelen. Kunst bestaat evengoed, ook zonder overheidsbeleid. Al jaren lang biedt SchouwenDuiveland zonder kunstbeleid een onderkomen aan kunstenaars. Maar hiermee doen wij wel afbreuk aan de meerwaarde dat een gunstig kunstklimaat voor de plaatselijke bevolking en de economie kan hebben. Ons voormalig eiland trekt kunstenaars aan. De mooie luchten, de stuivende duintoppen als tegenwicht voor een onstuimige zee, de vlakte, de ruimte en de rust, allemaal ingrediënten die het voor kunstenaars aantrekkelijk maken zich hier te vestigen. We moeten constateren dat Schouwen-Duiveland een gemeente is waar een grote belangstelling bestaat voor beeldende kunst. Welhaast in ieder dorp/kern is wel een galerie waar werk van een (plaatselijk) kunstenaar te zien is. Jaarlijks zijn er diverse kunstroutes, zoals Kunstschouw, Kunstkwartier, Blik op Kunst e.d.
Deze manifestaties trekken veel bezoekers uit wijde omtrek en dragen sterk bij tot het toegankelijk maken van kunst. Deze laagdrempelige activiteiten zijn het waard om gekoesterd te worden en als gemeente zullen we dit ook blijven stimuleren. Allereerst dient te worden opgemerkt dat de gemeente zich niet met de inhoudelijke kant van kunst moet bezighouden. Het is ook maar zeer de vraag of de kunstenaars blij zullen zijn met een strak gemeentelijk beleid. Het maken van kunst brengt zijn eigen regels met zich mee en het mag duidelijk zijn dat kunst het best tot zijn recht komt als de kunstenaar ongebonden is. Wanneer de gemeente zich met kunst gaat bemoeien leidt dat al snel tot vervlakking. Daarnaast staan kunst en de kunstenaar voortdurend bloot aan kritiek van het publiek. Datzelfde publiek (de bevolking) bepaalt in het democratisch besluitvormingsproces mede het gemeentelijk beleid. We kunnen dan wel spreken van een dubbele controle en daar is de kunst en de kunstenaar allerminst bij gebaat. We kunnen voorwaarden scheppen waarin de kunst optimaal kan floreren, of besluiten dit niet te doen. Deze keuze moet steeds opnieuw worden gemaakt. Het scheppen van voorwaarden houdt meer in dan alleen het verstrekken van incidentele subsidies. Al eerder is vermeld waarom kunstenaars zich voelen aangetrokken tot onze gemeente. Dat gegeven kan de basis zijn om ons op het gebied van kunst nadrukkelijk te profileren.
Cursussen, workshops, kunstroutes, festivals kunnen een extra aantrekkingskracht krijgen en kunstenaars uit alle windstreken naar Schouwen-Duiveland trekken. Kunstenaars zullen zich sneller voor kortere of langere tijd op het eiland vestigen als het kunstklimaat goed is. Als we het culturele klimaat blijven stimuleren kan Schouwen-Duiveland een broedplaats worden voor Kunst, waar kunstenaars vanuit verschillende disciplines met elkaar in contact komen. De vrijheid, de ruimte en de rust die onze gemeente biedt kan leiden tot ongekende momenten en verbintenissen. Wel dienen we ons te realiseren dat een dergelijk kunstklimaat heel wat vraagt van de gemeente. Het gaat dan niet zozeer om subsidies of regelgeving, maar om medewerking. Het betreft hier geen specifieke ambtelijke ondersteuning. Natuurlijk, voor kunstenaars gelden ook regels en wetten, maar omdat het hier niet over de aanleg van een steiger maar over kunst gaat, komt er nog een moeilijke factor bij, en dat is het gevoel. Dat is niet vast te leggen in regels. Kunst is ongrijpbaar!
7. Kunstplatform Binnen onze gemeente zijn tientallen kunstenaars actief en we weten eigelijk niet eens hoeveel het er precies zijn. Veel kunstenaars zijn vaak individueel bezig en staan niet geregistreerd als zijnde kunstenaar. Hoeveel van deze kunstenaars zich professioneel of amateur noemen is ook niet bekend. We kunnen ons zelfs afvragen of individuele kunstenaars van elkaar weten wie zich als professional of als amateur manifesteert. De gemeente is niet degene die een onderscheid kan maken tussen professioneleen amateur kunstenaars. Daarnaast is het ook geen gemeentelijke taak om uit te maken wie in welke categorie valt. Binnen de gemeente is geen overlegorgaan voor kunstenaars, het is aan te bevelen dat er een platform wordt opgericht. Zij kan zich bezig houden met het organiseren en ondersteunen van kunstmanifestaties, het toekennen van kunstprijzen, het ontwikkelen van gezamenlijke projecten, kunstuitleen, het geven van adviezen e.d. In zo’n kunstplatform kunnen naast beeldend kunstenaars ook musici, schrijvers, theatermakers en alle andere beoefenaars van verschillende kunstvormen plaats nemen. Zo’n kunstplatform moet namens haar leden een gesprekspartner en adviseur zijn voor de gemeente. Daarnaast is een Kunstplatform de ideale partner om ondersteunend te zijn bij de formulering van een gemeentelijk kunstbeleid. Het in Middelburg gevestigde Centrum voor de Beeldende Kunst (CBK)kan bij de voorbereiding en totstandkoming van een platform, een ondersteunde en begeleidende rol vervullen.
8. Kunst in de openbare ruimte De gemeente heeft geen specifiek beleid als het gaat om het aankopen van kunst in de openbare ruimte. Het plaatsten van beeldende kunst in de openbare ruimte is vooralk afhankelijk van initiatieven van derden en van toevalligheden. De rol van de gemeente is beperkt tot het beoordelen of iets bestemmingplanmatig kan en het verstrekken van de juiste vergunningen. Een gemeente die alles in zich heeft om een verrassend en uitdagend kunstklimaat uit te dragen, zal een standpunt in moeten nemen dat voor kunst in de openbare ruimte structurele middelen beschikbaar gesteld worden.
9. Adviescommissie Cultuur. Deze notitie geeft het startsein om te komen tot een duidelijk en samenhangend beleid. Een beleid dat recht doet aan de Kunst en Cultuur binnen onze gemeente. Het is hierbij essentieel, dat er een organisatie in het leven moet worden geroepen om de gemeente te adviseren op het gebied van cultuur. Wij denken aan een adviescommissie voor cultuur. Een onafhankelijke commissie die het college gevraagd en ongevraagd kan adviseren over de verschillende aspecten van cultuurbeleid. Naast advisering kan deze commissie ook activiteiten ontwikkelen die stimulerend werken binnen de cultuursector, bijvoorbeeld het initiëren van culturele evenementen, het organiseren van een gemeentelijke cultuurprijs etc. Met betrekking tot de adviserende rol kunnen we ons voorstellen dat deze commissie advies uitbrengt over het Welzijnsprogramma voor wat betreft het onderdeel cultuur, incidentele subsidieverzoeken en gemeentelijke en regionale initiatieven.
Een uitzondering daarop is het terrein van de beeldende kunst, omdat hiervoor, ook in deze nota opgenomen, een Kunstplatform voor in het leven moet worden geroepen. Wel kan overwogen worden om te onderzoeken of een dergelijk platform onderdeel kan uitmaken van een adviescommissie cultuur. De leden van de adviescommissie cultuur dienen afkomstig te zijn uit SchouwenDuiveland en moeten bekend zijn en affiniteit hebben met het culturele leven binnen de gemeente. Het is niet noodzakelijk dat de leden van deze commissie uit een culturele organisatie moeten komen.
10. Organisatie van Culturele evenementen. De gemeente kent geen organisatie die in de breedte van het culturele veld evenementen organiseert. Het is jammer dit te moeten constateren. Wij vinden het geen gemeentelijke taak om hierin een voortrekkersrol te nemen. Het is geen kerntaak van de gemeente en daarnaast is er binnen de huidige formatie geen mogelijkheid om dit op te pakken. We denken dat juist een op te richten commissie cultuur hierin een belangrijke rol kan spelen. Zij kan de verschillende organisaties bij elkaar brengen, ideeën aandragen etc. De gemeente kan in de voorwaardenscheppende sfeer het een en ander bijdragen. We kunnen hierbij denken aan subsidies en indien nodig het beschikbaar stellen van accommodaties.
11. Samenwerking tussen instellingen. Iedere organisatie/instelling heeft zijn eigen activiteiten. Wij denken dat een intensievere samenwerking tussen instellingen grote voordelen kan hebben. Uitwisseling van kennis en ervaring, het opdoen van nieuwe ideeën en indien mogelijk het delen van faciliteiten. De gemeente zou een stimulerende rol kunnen vervullen bij de realisering van samenhang en samenwerking. We zouden hierbij kunnen denken om de commissie cultuur hiervoor een budget beschikbaar te stellen waaruit samenwerkingsinitiatieven kunnen worden ondersteund.
12. Culturele vorming (kunst en cultuur op school) Het is een gegeven dat kinderen die op vroege leeftijd kennismaken met culturele uitingen op latere leeftijd ook meer betrokken zijn bij cultuur. Het is dus van belang dat alle leerlingen in het basisonderwijs met cultuur en kunst kennismaken. In het voortgezet onderwijs gebeurt dit via het vak CKV (Culturele Kunstzinnige Vorming. Dit hoofdstuk richt zich op de cultuur- en kunsteducatie binnen het basisonderwijs.
Waarom is cultuur- en kunsteducatie zo belangrijk? Er zijn verschillende redenen om deze vorm van educatie als belangrijk en noodzakelijk te bestempelen in het gemeentelijk cultuurbeleid: het biedt een tegenwicht aan de materiele maatschappij waarin kinderen opgroeien er is aandacht voor culturele diversiteit en kan leiden tot meer begrip en waardering voor andere culturen culturele activiteiten verbeteren de sfeer op school en leiden tot hogere waardering voor de school(kwaliteit) Binnen het basisonderwijs zijn het in eerste instantie de scholen zelf die de nodige cultuur activiteiten ontwikkelen. We kunnen hierbij denken aan muziek, schoolmusicals, bezoeken van culturele instellingen e.d. Naast deze eigen initiatieven kunnen de scholen gebruikmaken van activiteiten die deels door de scholen zelf worden bekostigd (londo) en waar de gemeente een aanzienlijke bijdrage aan levert. We hebben het hier over schoolvoorstellingen en cultuurmenu’s. Vanuit professionele organisaties worden deze activiteiten voorbereid en uitgevoerd. Bij de schoolvoorstellingen gaat het om (muziek)theater voorstellingen. Alle kinderen van de basisschool krijgen minimaal één professionele voorstelling aangeboden. De cultuurmenu’s richten zich op de verschillende cultuurvormen, bij voorkeur in de eigen gemeente. Het uitgangspunt hierbij is dat de leerlingen voordat ze naar de middelbare school gaan, tenminste één keer met de diverse onderdelen, zoals muziek, dans, toneel, film, architectuur, cultureel erfgoed, bibliotheekwerk, fotografie etc. in aanraking zijn geweest. Dit kan zowel op een actieve als een passieve manier en juist deze \combinatie is een belangrijk onderdeel van de cultuurmenu’s. Binnen deze cultuurmenu’s staat de eigen omgeving centraal.
De kosten die voortvloeien uit het aanbod van de cultuurmenu’s komen geheel voor rekening van de gemeente. Vanaf 2007 krijgen alle basisscholen een structurele bijdrage van het rijk om binnen de eigen school het cultuuronderwijs nog nadrukkelijker een plaats te geven. De bijdrage per leerling bedraagt 10,90 euro. Deze bijdrage biedt ook de mogelijkheid om binnen school een docent cultuuronderwijs in te zetten.
Op zich lijkt er dus niet veel mis met deze vorm van educatie. Toch is het van belang enige kanttekeningen te plaatsen. Allereerst is er geen sprake van een gemeentelijk beleid wanneer het gaat over de kunst- en cultuureducatie binnen het onderwijs. Het niet aanwezig zijn van beleid uit zich in het ontbreken van een samenhang tussen datgene wat er op school gebeurt en datgene wat er op een ander niveau binnen de gemeente plaatsvindt op het terrein van kunst en cultuur. Immers, culturele en kunstzinnige vorming is ook een vorm van permanente educatie. Het aanbod van activiteiten georganiseerd door het particulier initiatief zou eigenlijk moeten aansluiten bij wat er op school gebeurt. waarbij wij niet alleen denken aan culturele instellingen. Wij zijn van mening dat culturele organisaties verplicht moeten worden activiteiten te ontwikkelen voor jeugd en jongeren welke een voorzetting van cultuurbeleving na de basisschool mogelijk maken. In de deelnota Welzijnsprogramma/Subsidies zullen er in de subsidieovereenkomsten met deze instellingen duidelijke afspraken gemaakt moeten worden. Wij denken dat ook het jeugd- en jongerenwerk een belangrijke rol kan spelen in het aanbieden van kunst- en cultuur. Veel jongeren zijn dagelijks bezig met uitingen op het gebied van muziek, beeldende kunst(graffiti) zowel, passief als actief. Wij zien het als een uitdaging voor het onderwijs en het welzijnwerk hierin afstemming en kwaliteitsverbetering te bereiken.
13. Film, media en bibliotheek a. Film Sinds 2002 worden er in een oude dansschool in de schaduw van de Nobelpoort films vertoond. Geen films die de kas kraken, maar films die worden omschreven als de betere films en beantwoorden aan de vraag van een breed publiek. Kinderen, volwassenen maar ook senioren weten steeds beter de weg hier naar toe te vinden. Naast films organiseert het FIZI (Filmtheater Zierikzee) ook andere activiteiten zoals muziek, literaire bijeenkomsten en talkshows. Zonder de gemeente zou het filmtheater niet hebben bestaan. In 2002 werd het initiatief van twee filmfanaten beloond met een structurele subsidie en een eenmalige investeringssubsidie. Al snel bleek dat het filmtheater een goede aanvulling was op het bestaande culturele aanbod in de gemeente. Nog steeds is het filmtheater afhankelijk van gemeentelijke subsidie en heeft.ondanks deze gemeentelijke inzet de afgelopen jaren regelmatig de bodem van haar kas gezien.
Het is een landelijk gegeven dat filmhuizen geen exploitatie kunnen draaien die voldoende is om de eigen broek op te houden. Zolang de activiteiten blijven aansluiten bij de behoefte van inwoners, dient gemeentelijke ondersteuning te blijven plaats vinden. Het spreekt voor zich dat met het bestuur van de stichting prestatieafspraken worden gemaakt. Het filmtheater draait geheel op enthousiaste vrijwilligers en is gehuisvest in een pand met een slechte staat van onderhoud. Zowel gemeente als Filmtheater opteert voor een andere accommodatie. Gelet op het feit dat Mondragon als toekomstige culturele podiumvoorziening in de markt is gezet, hebben gemeente en filmtheater de wens uitgesproken in het nieuwe Mondragonconcept de filmactiviteiten te kunnen voortzetten. We zijn hierbij in grote mate afhankelijk van de resultaten die uit het aanbestedingstraject Mondragon komen. Mocht het niet mogelijk blijken om het filmtheater te integreren in Mondragon, dan zal bezien moeten worden op welke wijze en onder welke voorwaarden de exploitatie in het huidige pand kan/moet worden voortgezet. Deze opmerking moet worden gezien in het licht van de slechte bouwkundige staat van de huidige locatie en het huurbedrag dat hier voor moet worden betaald.
b. Media Radio Schouwen-Duiveland ontvangt jaarlijks een structurele subsidie ten behoeve van haar omroep activiteiten. De omroep werkt geheel met vrijwilligers en bediend de bevolking van Schouwen-Duiveland van een gevarieerd aanbod van nieuws, entertainment, muziek, sport e.d. Er is geen reden om het gemeentelijk beleid ten aanzien van de Radio Schouwen-Duiveland te wijzigen.
c. Bibliotheek Het bibliotheekwerk is aan een grote verandering onderhevig, van een boekenkabinet verandert het steeds meer in een kenniscentrum. Een bibliotheek is geen instelling meer waar alleen boeken worden bewaard en uitgeleend. De nieuwe rol van de bibliotheek is onder andere te verklaren door de rol van informatie in onze samenleving en de enorme toename daarvan, de veranderde opvattingen binnen het onderwijs, de terugloop van het lezen van boeken, de digitalisering. De bibliotheek zal dus steeds meer de rol van kennis- en informatiecentrum krijgen, waar naast het uitlenen van boeken en cd roms ook vele andere diensten kunnen plaats vinden. De bibliotheken in de Oosterschelderegio zijn enige tijd geleden gezamenlijk dit vernieuwingsproces ingegaan. Dit heeft al geresulteerd in een bestuurlijke fusie van de bibliotheken en een gezamenlijk beleidsplan zal binnenkort aan de betrokken gemeentebesturen worden voorgelegd. Naast deze regionale beleidsuitgangspunten zullen ook de afzonderlijke gemeenten, vanuit het gedachtegoed van dit regionale beleidsplan, eigen beleidsuitgangspunten moeten gaan formuleren. Dit zal in nauw overleg met de bibliotheek plaats vinden. Vernieuwing betekent niet dat er alleen op papier mooie plannen worden gemaakt. Vernieuwing kan ook betekenen dat we ons moeten afvragen of de accommodatie waar de bibliotheek nu in gehuisvest is nog wel voldoet aan de eisen die de vernieuwing met zich meebrengt. We kunnen ook stilstaan bij de functie van de twee filialen in Burgh-Haamstede en Bruinisse. Is het voortbestaan van deze twee filialen met het oog op een andere invulling van het bibliotheekwerk nog wel noodzakelijk. We kunnen ons heel goed voorstellen dat de bibliotheek in Zierikzee ook op het gebied van accommodatie een vernieuwingsslag gaat/moet maken en dat een breder palet aan diensten die daar geboden worden kwalitatief en kwantitatief volstaan voor
deze gemeente. Zeker ook gelet op het feit dat de mobiele bibliotheek (Bibliobus) zich sterk aan het ontwikkelen is en binnenkort met een Biblioservicebus de kernen in onze gemeente gaat bedienen met een grote hoeveelheid diensten. Naast het lenen van boeken kunnen tal van andere diensten worden afgenomen zoals het pinnen van geld, het kopen van bus- en treinkaartjes, theaterkaartjes, informatie over werk en inkomen etc. Kortom, er is voldoende aanleiding om op korte termijn nadrukkelijk stil te staan bij zowel de inhoudelijke als praktische vernieuwingsslag die de bibliotheek zal ondergaan.
14. Podiumkunsten Er is al veel gesproken en geschreven over de rol en de plaats van Podiumaktiviteiten binnen de gemeente. Uitgangspunt is dat zowel theater en popmuziek in het toekomstige Mondragon een plaats moeten krijgen. We hebben al eerder de noodzaak uitgesproken dat zowel theater en popmuziek een belangrijke plaats binnen de Schouwen-Duivelandse samenleving moeten innemen. Zoals bekend is de situatie waarin het theateraanbod op alternatieve locaties (dorpshuizen) wordt aangeboden verre van ideaal en beantwoordt geenszins aan de kwaliteit die van een theater-avondje- uit verwacht mag worden. Niks ten nadele van die dorpshuizen die op allerlei manieren proberen het de bezoeker en artiest naar hun zin te maken. Omdat de dorpshuizen niet geoutilleerd zijn voor een breed scala aan theaterproducties kan worden gesignaleerd dat er in de programmering vervlakking optreedt, meer van hetzelfde. De situatie van Brogum is ook duidelijk, een goed lopend poppodium in een accommodatie die niet meer beantwoordt aan deze tijd. De nieuwe rol die een podium voor popmuziek krijgt in de multifunctionele podium voorziening Mondragon, zal intensief met het bestuur van Brogum, de gemeente en de exploitant van Mondragon worden uitgediept en vorm gegeven. Het is van groot belang dat de popcultuur een belangrijke plaats blijft houden binnen onze gemeente. Popmuziek heeft niet alleen te maken met het passief genieten van muziekoptredens. Binnen onze gemeente zijn er vele jongeren die bezig zijn met het maken van muziek. Wij vinden het van groot belang dat er voldoende oefenlocaties beschikbaar zijn/komen om jongeren de gelegenheid te bieden om hun hobby uit te kunnen oefenen. Voorgesteld wordt om het Welzijnshuis in samenwerking met Brogum te laten onderzoeken hoe het is gesteld met de mogelijkheid om gebruik te maken van oefenruimtes.
15. Jeudtheater De laatste jaren heeft Jeugdtheater een enorme vlucht genomen op SchouwenDuiveland. Zowel in Renesse , Zierikzee en Bruinisse zijn initiatieven ontwikkeld die laten zien dat jongeren in de leeftijdscategorie van 10 –18 zich hier prima in thuis voelen. De begeleiding van de jeugdtheateractiviteiten is voornamelijk in handen van vrijwilligers.
Jeugdtheater vormt jonge mensen, bevordert samenwerking en creativiteit en maakt jongeren mondiger. Ten behoeve van het Jeugdtheater op Schouwen-Duiveland is structureel zo’n 3000 euro in de begroting opgenomen. Dit bedrag is voldoende als het op het niveau van goedwillende vrijwilligers, met veel affiniteit met het theatervak, wordt begeleid. Maar een verdieping in het theaterspel vraagt ook deskundige begeleiding, mensen met vakkennis om een theaterproductie vorm en inhoud te geven. Als je met theater bezig bent wil je jezelf verbeteren, wil je dingen aanleren om meer glans aan je rol te kunnen geven. Hierbij is deskundige begeleiding nodig en dat kost geld. We stellen daarom voor om samen met de vertegenwoordigers van de jeugdtheatergroepen een plan op te stellen dat als basis moet dienen om de kwaliteit en de uitstraling van het jeugdtheater op SchouwenDuiveland te versterken.
16. Subsidies Cultuur In 2006 willen wij alle cultuur-subsidies die binnen het welzijnsprogramma vallen, kritisch bekijken en onderzoeken of het doel waarvoor de subsidies zijn gegeven nog beantwoordt aan nut en noodzakelijkheid. De meeste subsidiebedragen die zijn opgenomen in het welzijnsprogramma zijn jaren geleden vastgesteld en een herijking hiervan is zeker op zijn plaats. Dit kan resulteren in het schrappen en/of afbouwen van subsidiebedragen. Deze “subsidieslag” kan tot resultaat hebben dat er gelden vrijkomen voor vernieuwende initiatieven die passen bij de uitgangspunten van onze toekomstvisie met betrekking tot de Kunst-en Cultuur op Schouwen-Duiveland.
17. Samenvatting Samenvattend gelden als uitgangspunten van een goed kunst- en cultuurbeleid de volgende beweringen: •
• •
Kunst en cultuur zijn bindende elementen voor de samenleving, van waaruit de inwoners hun identiteit ontlenen. Het bevordert de gemeenschapszin en daarmee ook de leefbaarheid. Kunst en cultuur beïnvloeden ook belangrijke zaken als economie, recreatie, toerisme en onderwijs. Het ontwikkelen van een kunst- en cultuurbeleid past binnen het bestuurlijk toekomstbeeld, waarin leefbaarheid kernen, versterking centrumfunctie Zierikzee en het behoud van karakteristieke eigenschappen belangrijke pijlers zijn.
Van daaruit dient de gemeente kunst en cultuur te faciliteren. Deze uitgangspunten vragen om een reeks van acties.
Beslispunten De gemeente ontwikkelt een masterplan ten behoeve van de stadspoorten, waarmee deze een uitdagende en openbare functie krijgen Ten behoeve van de musea op Schouwen-Duiveland dient een integraal beleid ontwikkeld te worden Starten van een studie naar de verzelfstandiging van de Zierikzeese musea na realisatie plan van aanpak Oprichten van een zogenaamd kunstplatform ten behoeve van de beeldende kunst op Schouwen-Duiveland en dit platform betrekken bij ontwikkelen van nader beleid Ontwikkelen van visie op kunst in de openbare ruimte, in samenspraak met doelgroep Inrichten van een adviescommissie cultuur, die gemeentelijke overheid gevraagd en ongevraagd adviseert over relevante onderwerpen en ontwikkelingen Het versterken van de onderlinge samenwerking tussen diverse kunst- en cultuurvormen, door een stimuleringsbudget beschikbaar te stellen. Het concreet vaststellen van een budget ten behoeve van kunst en cultuur en onttrekken uit het algemene welzijnsprogramma In samenwerking met het Welzijnshuis behoefte onderzoek starten naar oefenruimtes voor beoefenaars popmuziek Studie naar verdere professionalisering van jeugdtheater Studie naar bibliotheekaanbod na introductie van bibliobus nieuwe stijl
Planning 2006 (planvorming) vanaf 2007 uitwerking en uitvoering
2006
2007
2006
2007
2006
Onderdeel herijking welzijnssubsidies, zoals die start in tweede kwartaal van 2006
Onderdeel herijking van welzijnssubsidies, zie boven
Derde kwartaal 2006
2007 2006