AUDITRAPPORT
KUNST & CULTUUR ARTIEST (DRAMA)
MBO College Almere ROC van Flevoland
Opdrachtgever
Ine Komen, directeur Onderwijs
Team
Kunst & Cultuur: Artiest (Drama) - Crebonr 90032 - Niveau 4 BOL
Opleidingsmanager
Tiny Nieuweboer
Datum audit
18 februari 2014
Oplevering rapportage
Concept 1: 20 februari 2014 Definitieve versie: 27 maart 2014
Auditoren
Hanneke van Kooij, Senior Beleidsmedewerker MBO College Hilversum Linjo de Kruijf, Senior Beleidsmedewerker Kwaliteitszorg Grafisch Lyceum Utrecht
1.
INLEIDING Naar aanleiding van het onderzoek naar de Staat van de instelling heeft de inspectie in de rapportage ‘Staat van de instelling ROC Flevoland’ d.d. 16 oktober 2013 aangegeven dat ROC Flevoland zelf onderzoek moet doen bij de opleiding Artiest (crebonr 90032) naar de kwaliteitsgebieden onderwijsproces, examinering en diplomering, opbrengsten en kwaliteitsborging. Op basis van de rapportage zal de inspectie bepalen of vervolgtoezicht nodig is. Op verzoek van de directie van ROC Flevoland heeft een extern auditteam onafhankelijk onderzoek gedaan naar de mate waarin de activiteiten en processen van de opleiding Artiest, één van de drie opleidingen van het team Kunst & Cultuur, voldoen aan de portretten van het Toezichtkader 2012 van de Onderwijsinspectie1. Het betreft een onafhankelijk kwalitatief onderzoek op de kwaliteitsgebieden Onderwijsproces en Kwaliteitsborging uit het Toezichtkader 2012 van de Onderwijsinspectie.
2.
WERKWIJZE Het auditteam ontving de auditopdracht in januari 2014, het programma (zie bijlage 1) en een aantal documenten (zie bijlage 2) in februari 2014. De aangeleverde documenten gaven bij de voorbereiding nog een onvoldoende beeld van de opleiding. Op de dag van de audit is nog een ordner met diverse documenten aangeleverd. Bij het opstellen van de rapportage is gebruik gemaakt van deze informatie. Een dag voor de audit zijn de opgestuurde documenten door het auditteam besproken en is de aanpak van de audit vastgesteld. Het auditteam heeft in overleg met de opdrachtgever afgesproken geen oordeel te geven op de gebieden Onderwijsproces en Kwaliteitsborging uit het Toezichtkader 2012 van de Onderwijsinspectie, maar op grond van het Waarderingskader 20122, op basis van de gevoerde gesprekken en bestudeerde documenten zorgvuldig de bevindingen te formuleren en te onderbouwen om vervolgens per aspect sterke- en verbeterpunten te formuleren. Het concept-verslag is voorgelegd aan de opleidingsmanager en de directeur Onderwijs, teneinde feitelijke onjuistheden te vermijden. Daarna is het voorliggende definitieve verslag opgesteld.
3.
BEELD VAN HET OPLEIDINGSTEAM KUNST & CULTUUR Het team Kunst & Cultuur bestaat uit drie opleidingen: 90032 - Artiest (Drama) 90534 - Medewerker Evenementenorganisatie 93343 - Podium- en Evenemententechniek De opleiding Artiest is in 2006 gestart en in 2010 zijn de eerste studenten afgestudeerd. In schooljaar 2011-2012 is de opleidingsduur verkort van vier naar drie jaar. De opleidingen vormen samen een productiehuis (‘On Stage’). Dit is de kern van de onderwijsvisie en het onderwijs is hier op ingericht. Er is een visie op nut en noodzaak van deze opleiding in de regio. Almere profileert zich als regio met een relevante entertainmentsector. Hierin past ook een opleiding die beroepskrachten aflevert om de sector te bedienen. Na een daling van het aantal aanmeldingen in 2012-2013 is in 2013-2014 weer sprake van lichte groei. Het team verzorgt het onderwijs nu voor ongeveer 90 studenten, verspreid over de verschillende opleidingen. Er is geen doelstelling m.b.t. groei geformuleerd. Aan het team zijn een opleidingsmanager, een kernteam van vijf docenten (ongeveer 4 FTE) en enkele gastdocenten verbonden. De opleidingsmanager is vorig jaar gestart en heeft een aanstelling van 0,6 FTE. Het is een klein team, waarin de docenten, volgens de opleidingsmanager, bevlogen, goed en breed opgeleid zijn en verschillende onderdelen van het lesprogramma verzorgen. In verband met de financiële zorgen van ROC Flevoland staan de gastlessen onder druk.
1 2
Inspectie van het Onderwijs, Toezichtkader BVE 2012, Utrecht september 2011 Toezichtkader 2012, Bijlage 1 Waarderingskader, blz. 45 e.v. 2
MBO College Almere Opleiding Artiest, auditrapport, 20 februari 2014, definitieve versie
In het kader van doelmatigheid is besloten de opleiding Podium- en Evenemententechniek af te bouwen en over te dragen aan het MBO College Hilversum, onderdeel van het ROC van Amsterdam. De opleiding Artiest kent verschillende uitstromen, maar in Almere wordt alleen de uitstroom ‘ Drama’ aangeboden. De werkzaamheden van een Artiest vinden hoofdzakelijk plaats op de culturele arbeidsmarkt. Het accent ligt op amusement en entertainment. Studenten vinden als beginnend beroepsbeoefenaren vaak werk binnen de mediawereld en het toerisme. Daarom wordt voor de opleidingen Artiest en Medewerker Evenementenorganisatie onderzocht of aansluiting bij de kwalificatie Toerisme perspectief biedt.
3.1
Opbrengsten Zowel in 2010-2011 als in 2011-2012 was het jaar- als diplomaresultaat van de opleiding Artiest onder de norm. Dit werd mede veroorzaakt doordat in 2010 de eerste studenten diplomeerden en ook de jaren daarna de opleiding een brede basis (1e jaar) en een smalle top (examenkandidaten) had. Dit zette het rendement onder druk. De opbouw van de opleiding is nu meer in verhouding. In 2012-2013 is zowel het jaarresultaat (64,71%) als het diplomaresultaat (66,67%) sterk verbeterd. Daarmee is het jaarresultaat voldoende en blijft het diplomaresultaat nog iets onder de norm. Volgens de opleidingsmanager geeft het huidige diplomaresultaat een wat geflatteerd beeld, omdat de opleidingsduur in 2011-2012 van vier naar drie jaar is teruggebracht. Om het rendement te verbeteren zijn verschillende acties ingezet om voortijdige schooluitval te verminderen. De begeleidingsstructuur t.a.v. verzuim is verbeterd , de ontwikkelingsgerichte beoordelingssystematiek is transparanter gemaakt , er wordt frequenter ontwikkelingsgerichte feedback gegeven, het opleidingsbeeld van studenten is versterkt en het didactische concept is verbeterd (van veel naar minder begeleiding en van minder naar meer zelfstandigheid). Er is nog geen prognose gemaakt van het rendement op korte en iets langere termijn, waardoor het team, gezien het geringe aantal studenten per opleiding en per leerjaar, ieder jaar opnieuw verrast kan worden door de rendementscijfers. Er wordt op rendement gestuurd door een goede begeleiding van studenten en daardoor minimalisering van voortijdige uitval. Er is tot nu toe weinig uitval.
MBO College Almere Opleiding Artiest, auditrapport, 20 februari 2014, definitieve versie
3
4.BEVINDINGEN ONDERWIJSPROCES EN KWALITEITSBORGING
ONDERWIJSPROCES 1.1 Samenhang Studenten schrijven zich in voor één van de drie opleidingen, maar beginnen met een gezamenlijk basisjaar, waarin zij kennismaken met de verschillende creatieve, technische en organisatorische aspecten van het maken en organiseren van voorstellingen en evenementen. Verschillende onderdelen uit de drie opleidingen komen aan de orde. De werkprocessen uit het kwalificatiedossier Artiest zijn nogal divers. Er is aandacht voor het ontwikkelen en uitvoeren van producties, de organisatie van evenementen, maar ook ‘ondernemerschap’ is belangrijk. Er wordt uitdrukkelijk aandacht geschonken aan het feit dat het beroep ondernemerschap, in een onzekere markt, vraagt en dat veel administratieve taken verricht moeten worden. In het eerste jaar ligt de nadruk op het aanleren van beroepsvaardigheden en competenties. In de vervolgjaren, na de ‘definitieve’ keuze voor een opleiding wordt de relatie met het kwalificatiedossier nadrukkelijker gelegd. Alle werkprocessen worden uitgevoerd in ‘On Stage’. Aan het eind van het eerste leerjaar kan de student op vrijwillige basis auditie doen. Hierbij staat de vraag centraal of de student potentie heeft zich te ontwikkelen tot een artiest. Externen worden betrokken bij de beoordeling. Volgens een beoordelingsprotocol wordt de student beoordeeld en geadviseerd. Competenties zijn leidend gemaakt voor de invulling van het leerproces en actief praktijk leren (APL) is het didactische uitgangspunt, wat o.a. zichtbaar wordt in het productiehuis ‘On Stage’. In dit concept wordt twee dagen in de week projectmatig gewerkt aan beroepsgerichte opdrachten, die in veel gevallen betrokken zijn uit het beroepenveld. Er zijn verschillende rollen/functies, die onder begeleiding van een regisseur (docent van de opleiding) door studenten uit alle leerjaren van alle drie opleidingsrichtingen uitgevoerd moeten worden, waardoor ze van elkaar leren (peer learning). Iedere tien weken wordt er een nieuwe indeling gemaakt en krijgen studenten een andere rol toebedeeld. Het programma is volgens docenten niet alleen gericht op vakinhoud, maar ook gericht op ontwikkeling van de attitude van studenten. Met name in het eerste leerjaar wordt veel aandacht besteed aan het aanleren van een juiste beroepshouding. De opdrachten worden in de loop van de opleiding steeds complexer van aard. Docenten proberen niet alleen een veilige sfeer te creëren, maar ook het besef dat je door middel van samenwerking tot goede prestaties kan komen en een goede productie kan neerzetten. Door middel van coaching wordt de student begeleid tijdens het opleidingstraject. De andere vakken worden op de overige drie dagen ingevuld d.m.v. workshops. De invulling van de beroepsgerichte lessen zijn gerelateerd aan het kwalificatiedossier, de taallessen zijn niet alleen gericht op het generieke niveau, maar ook op die van het beroep zo blijkt uit het leerprogramma en de toelichting daarop van de taaldocent. Loopbaan en Burgerschap is een van de onderdelen die tijdens de workshops aan de orde komen. Aan de onderwijsvisie zijn verschillende studiedagen besteed, steeds gericht op het verbeteren van het onderwijs. Een van de verbeterpunten is het koppelen van de leerlijnen aan het kwalificatiedossier en de relatie uit te werken in weekplanners en toegankelijk te maken in de digitale campus. Dit is in januari 2014 gerealiseerd. Het is niet de ambitie van de opleiding om ‘echte’ uitvoerende artiesten op te leiden, maar vooral medewerkers die in de entertainmentindustrie werkzaam kunnen zijn. De introductieperiode is met ingang van dit schooljaar verbeterd. De werkwijze is beter uitgelegd, er zijn readers gemaakt en het vak ‘techniek’ is geactualiseerd. Studenten ontvangen weekplanners, die gelinkt zijn aan de werkprocessen. Sterke punten Het basisjaar waar studenten gemeenschappelijk werken aan een opdracht, waardoor zij overzicht en inzicht krijgen in de volle breedte van het beroepenveld en hierdoor de mogelijkheid krijgen om hun oorspronkelijke opleidingskeuze eventueel te heroverwegen. Het productiehuis ‘On stage’ waar alle studenten uit alle jaren en verschillende opleidingsrichtingen samenwerken aan een productie.
MBO College Almere Opleiding Artiest, auditrapport, 20 februari 2014, definitieve versie
4
Aandacht voor administratieve en economische vakken, die nodig zijn voor het beroep. De taallessen, die naast het generieke deel in het programma zichtbaar beroepsgericht aangeboden worden.
1.2 Maatwerk Volgens de docenten is de opleiding tot artiest een persoonlijke zoektocht, waarin veel flexibiliteit van de student gevraagd wordt. De niveauverschillen tussen studenten zijn groot. Studenten moeten leerdoelen benoemen en reflectieverslagen schrijven om een kritische houding te ontwikkelen. De leerdoelen worden door de studiecoach besproken met de student, die deze kan oefenen tijdens de uitvoering van de opdrachten in ‘On Stage’. Tijdens de uitvoering is het mogelijk dat de student in niveau kan differentiëren en dat er wordt tegemoet gekomen aan de individuele leerwens of leerbehoefte van de student. Studenten geven overigens aan dat zij het moeilijk vinden om leerdoelen te formuleren en zouden hier graag meer begeleiding bij willen. In december 2013 heeft men verschillende mogelijkheden voor maatwerk uitgewerkt: tussentijdse instroom mogelijke vrijstellingen voor talen en rekenen - verdiepen en verbreden - bijzondere trajecten i.v.m. stage of ziekte. De mogelijkheid om de opleiding versneld af te ronden is genoemd, maar nog niet geïmplementeerd. Aangezien de hierboven genoemde mogelijkheden van maatwerk nog in ontwikkeling zijn, is er nog geen conclusie te trekken over het effect hiervan. Studenten geven aan dat ze meer verdiepingsmogelijkheden zouden willen hebben. Docenten geven aan dat verdieping tijdens de ’On stage’- lessen plaatsvindt, door goede studenten meer taken te geven. Ze realiseren zich dat studenten niet allemaal evenveel aandacht krijgen. Ook de Talva-lessen (talent en vakontwikkeling) zijn gericht op de individuele ontwikkeling van studenten. Hier leert de student een eigen project te starten. Een Plusklas is gestart waar studenten ‘op eigen initiatief’ hun huiswerk kunnen maken, hun studieachterstand in kunnen halen, uitleg kunnen krijgen over onderdelen die niet begrepen zijn of extra aandacht voor Nederlands en rekenen kunnen krijgen. Ook is de Plusklas de voorziening waar studenten naar toe moeten om te werken aan hun stage-opdrachten of als ze eruit gestuurd zijn of even tot rust kunnen komen en kunnen praten met een docent of om studieachterstanden weg te werken. Het is ook mogelijk extra werk te maken om te versnellen met de opleiding. In de procedure voor de Plusklas wordt voornamelijk beschreven hoe de route is als een student er gebruik van ‘moet’ maken. Sterke punten Planmatige aanpak van maatwerk. De Plusklas Verbeterpunten Implementeer de maatwerktrajecten verder en volg de ontwikkelingen zorgvuldig. Geef aandacht aan de mogelijkheid om de Plusklas-faciliteiten ‘op eigen initiatief’ te gebruiken, waar een of meerdere (vak)docenten aanwezig zijn, die kunnen helpen achterstanden in te halen en die kunnen ondersteunen in bepaalde studieonderdelen. Ondersteun studenten bij het formuleren van leerdoelen. Zorg dat de leerdoelen direct aansluiten bij de competenties en de prestatie-indicatoren van het kwalificatiedossier. 1.3 Didactisch handelen In mei 2012 hebben het ROC van Amsterdam en ROC Flevoland een plan van aanpak professionalisering opgesteld, waarin professionaliseringsdoelen en activiteiten om deze doelen te bereiken zijn opgenomen. In het teamplan van het team Kunst & Cultuur is de kwaliteit van het leraarschap een van de gebieden en zijn doelen, resultaten en acties geformuleerd. Sinds dit jaar vergewist de opleidingsmanager zich van de kwaliteit van het pedagogisch-didactisch handelen van de docenten door lessen te bezoeken, de docent te observeren, te beoordelen en dit vast te leggen op het formulier ‘Lesbezoeken’. Haar bevindingen worden besproken met de betreffende docent. In een enkel geval heeft dit geleid tot een individueel coachingstraject. Aangezien de klassenvertegenwoordigers nog maar een keer bijeen zijn geweest om te overleggen, is er nog geen sprake van dat de bevindingen in algemene termen gedeeld worden met studenten. Studenten hebben op eigen initiatief bij de opleidingsmanager aangegeven dat de rekendocent niet goed functioneerde. De opleidingsmanager heeft ervoor gezorgd dat de docent zijn eigen vak kan geven en is vervangen werd door een ervaren rekendocent. Studenten geven aan hier erg tevreden over te zijn.
MBO College Almere Opleiding Artiest, auditrapport, 20 februari 2014, definitieve versie
5
Studenten vinden dat de opleiding een warm bad is: ‘docenten staan open en helpen je’. Studenten begrijpen het doel, nut en samenhang van de leeractiviteiten Ze kunnen globaal vertellen hoe de opleiding eruit ziet. On stage wordt door zowel docenten als studenten gezien als een belangrijk element in de onderwijsmethode, waar ze veel van leren. Studenten maken in groepjes per dag een plan van aanpak en sluiten de dag af met een vergadering. Wekelijks beginnen de docenten, die een rol vervullen en/of het proces begeleiden in ‘On Stage’ met een voorbereidende vergadering en kijken zij terug op afgelopen week om het proces te verbeteren. Na afloop van de periode wordt de opdracht en uitvoering geëvalueerd. De opleiding voldoet aan de verwachtingen van studenten. Ze herkennen dat er meer structuur in de opleiding is gekomen en dat er ingespeeld wordt op de niveauverschillen in de klas. Ze vinden dat er meer goede docenten zijn dan slechte. Toch zouden ze meer toelichting op de opdrachten, variatie en diepgang, meer toneellessen , meer maatwerk en meer duidelijkheid over planningen willen. Eerstejaars studenten geven aan dat hier verbeteringen zichtbaar zijn, want bij hen komt de studiecoach langs om de resultaten te bespreken. De eisen aan producten die studenten in moeten leveren zijn niet altijd duidelijk beschreven of gecommuniceerd en docenten houden zich volgens de studenten vaak niet aan de deadline. Volgens studenten zijn docenten soms te lief. Studenten wensen een heldere planning wat wanneer ingeleverd moet worden en handhaving van de afspraken. Sterke punten Systematische aandacht voor het didactisch handelen. Studenten ervaren de opleiding als een ‘warm bad’. Verbeteringen zijn gerealiseerd ten aanzien van het terugkoppelen van resultaten en het structureren van de opleiding. De sterke nadruk op het beroepsgerichte van de opleiding. Verbeterpunten Structuur en duidelijkheid: zorg voor goede schriftelijke opdrachten, waar ook staat wat studenten op moeten leveren om aan de opdracht te voldoen. Geef bij de start en tijdens het traject toelichting op de opdracht. Studenten moeten zich aan deadlines houden. Docenten moeten deadlines handhaven. 1.4 Leertijd Studenten ervaren in het algemeen het studieprogramma als uitvoerbaar. De lessen beginnen om 10.15 uur in verband met eventuele avondactiviteiten van de artiesten in opleiding. De lessen stoppen op een aantal dagen om 15.45 uur en op de andere dagen om 16.30 uur. Op de roosters is zichtbaar dat sommige leerjaren vroeger starten. In het roosters zijn geen tussenuren zichtbaar. Ook studenten geven aan dat het rooster weinig tot geen gaten heeft. Zij zijn tevreden over het aantal lessen. Derdejaars studenten hebben korter les per dag dan de eerstejaars. Aangezien de stages in het tweede (640 uur) en derde leerjaar (320 uur) zijn geprogrammeerd, is het geen probleem om de 850 klokurennorm te behalen. In het teamplan wordt gesteld dat de onderwijstijd vorig schooljaar is gerealiseerd. Docenten geven aan dat de presentie hoog is (boven de 90%). Er is in een gezamenlijke teaminspanning hard gewerkt om tot verzuimreductie te komen. Het registratiesysteem Eduarte is nog in ontwikkeling. Zowel technisch als inhoudelijk moet nog veel gebeuren om een goed bruikbaar systeem te krijgen. Sterke punten Hoge presentie Het rooster is afgestemd op de ‘beroepsactiviteiten’ van de student
1.5 Leeromgeving Studenten en docenten vinden de school een ‘warm bad’. Zij voelen zich serieus genomen en veilig binnen de school. In het eerste leerjaar wordt veel aandacht besteed aan een veilige leeromgeving. Het accent van de opleiding ligt niet alleen op vakinhoud, maar ook sterk op het sociale aspect ‘samenwerken’. Haat, nijd en pesten komen weinig voor. De visie van de opleiding is dat je, om een goede voorstelling te kunnen maken, afhankelijk bent van elkaar en dat de sfeer goed moet zijn ook al ben je in sommige situaties elkaars concurrent. Studenten vertellen in exact dezelfde woorden deze visie. ‘On Stage’ wordt uitgevoerd in speciaal geoutilleerde lokalen. De ruimte is te beperkt.
MBO College Almere Opleiding Artiest, auditrapport, 20 februari 2014, definitieve versie
6
Hommeles biedt theaterfaciliteiten. Dit is de favoriete locatie van de studenten, maar het is een College-brede voorziening die dus maar beperkt beschikbaar is. Het registratiesysteem ‘Eduarte’ wordt geïmplementeerd voor aan- en aanwezigheidsregistratie en als studentenvolgsysteem’. Dit functioneert nog niet zoals beoogd. Omgangregels staan beschreven in de Studiegids. Voor de klachtenregeling is een verwijzing naar het Studentenstatuut. In de Studiegids is aangegeven wat de rol van de vertrouwenspersonen is. Ook over de vertrouwensinspectie is een regel opgenomen, waarin toegelicht wordt bij welke klachten je contact op kunt opnemen. Contactgegevens zijn opgenomen. Sterke punten Cultuur en sfeer binnen de opleiding. De visie van het team op samenwerking. Leslocaties Hommeles en On stage. Verbeterpunten Voldoende geoutilleerde lokalen om On Stage optimaal uit te voeren 1.6 Intake & plaatsing MatchPoint is het studieadviescentrum voor alle opleidingen van het ROC Flevoland. Studenten kunnen zich hier melden als ze vragen hebben, informatie willen over een of meerdere opleidingen of als ze zich aan willen melden voor een opleiding. Nadat ze zich hebben aangemeld voor een van de opleidingen van de richting Kunst & Cultuur, stuurt het team een uitnodiging om auditie te komen doen. Ze mogen twee opdrachten kiezen, die gerelateerd zijn aan een van de opleidingsrichtingen, die het team aanbiedt. Tijdens de auditie wordt gekeken of de aanmelder talent of potentie heeft voor een van de beroepen. Binnen 10 dagen hoort de aanmelder of hij/zij is aangenomen. De intake is enkele jaren geleden verscherpt. Er werden in het verleden teveel ‘ongeschikte;’ studenten toegelaten. Er is een doorlopende leerlijn met het Arte College in Almere. Er is sprake van ‘warme overdracht’ vanuit het VMBO. In het basisjaar kunnen studenten zich oriënteren op de verschillende opleidingen. Na het einde van het eerste jaar kan auditie gedaan worden, hierbij wordt een externe betrokken om een oordeel te geven over de vaardigheden van de student. Het is mogelijk om een andere keuze, dan de oorspronkelijke, te maken en over te stappen naar een van de andere opleidingen. Valt de opleiding tegen, dan is het mogelijk om binnen 10 weken zonder gevolgen over te stappen naar een andere opleiding binnen ROC Flevoland. Er is ROC-breed een doorstartklas geformeerd om een overstap te kunnen maken. Studenten hebben een reële kijk op het beroepsperspectief. Ze weten dat ze opgeleid worden voor een moeilijke arbeidsmarkt. De meesten willen doorstromen naar het HBO, soms naar een totaal andere studierichting. De opleiding biedt hen de mogelijkheid hun (soms jarenoude) passie te exploreren. De onzekere toekomst nemen ze op de koop toe. Sterke punten De mogelijkheden om zich te oriënteren in het basisjaar. De mogelijkheid om na de eerste onderwijsperiode over te stappen binnen MBO College Almere De praktijk gerelateerde auditie. Het realistische beroepsbeeld bij studenten.
1.7 Studieloopbaanbegeleiding Er is een coachingsstructuur voor alle opleidingen van het MBO College Almere. Alle studenten hebben een studiecoach. Begeleiding van studenten is één van de onderwerpen waarop veel verbeterd is. Het wordt gezien als instrument om schooluitval te voorkomen. Meer bespreekmomenten zijn afgesproken: SLB’ers spreken elkaar nu bijna wekelijks. De structuur wordt steeds duidelijker. Het Handboek Begeleiding is op de digitale campus voor iedereen inzichtelijk. Er is onderscheid gemaakt in de studieloopbaanbegeleiding die gaat over de studievoortgang en de coaching die het zicht houdt op de zorgaspecten van de begeleiding en reageert op signalen die mogelijk wijzen op problemen. Daarnaast zijn er de Plusklas en de Pluscoach.
MBO College Almere Opleiding Artiest, auditrapport, 20 februari 2014, definitieve versie
7
Docenten ervaren dat studenten steeds meer persoonlijke problemen hebben. De problemen variëren sterk en zijn daarom niet goed te categoriseren. Tijdens de Talva-uren worden individuele gesprekken met studenten gevoerd. Alle leerjaren hebben hiervoor een uur per week op het rooster staan. Maandelijks is er een studentbespreking om de knelpunten door te nemen. Daarnaast zijn ook resultaatbesprekingen. Studenten krijgen, volgens de Jaarplanning, drie maal per jaar een rapport. Studenten geven aan dat de resultaten besproken worden met de studiecoach. Ouders worden indien nodig betrokken bij de bespreking met de student. Het bijhouden van de studievoortgang wordt bemoeilijkt door het nog niet optimaal functioneren van Eduarte. Docenten houden resultaten ook handmatig bij. In periode 1 wordt de Educatiemeter ingevuld. Dit is een ‘verdiepend’ instrument o.a. om inzicht in de drijfveren en de privésituatie te verkrijgen. De Educatiemeter wordt met de student besproken. Vóór de bespreking met de student worden de formulieren door het team geanalyseerd en gecategoriseerd. Het is een intensief instrument, maar het is een waardevol element in de begeleiding en het team wil dit dan ook graag behouden. Studenten worden middels opdrachten geacht hun eigen leerdoelen te formuleren. Ze vinden het lastig om iets ‘zinnigs’ te verzinnen. Alles wordt goedgekeurd en de leerdoelen worden verder niet besproken. In het derde jaar worden geen POP’s meer gemaakt. De begeleiding richt zich dan op het voorbereiden op audities, eventuele doorstroom naar het HBO en voorbereiding op het examen. Er is een norm gesteld voor de presentie. Bijna alle studenten komen boven de 90% uit. Er is een taakverdeling op papier voor het uitvoeren van het verzuimbeleid (Wie doet Wat bij verzuim) uitgewerkt d.d. november 2013 zowel op team als op organisatieniveau en het verzuimprotocol is aangepast in januari 2014. De betrokken functionarissen, die ieder een eigen rol hebben in het proces, zijn: de docent - de coach (SLB) - de centrale verzuimmedewerker (CVM) - de decentrale verzuimmedewerker (DVM) - de manager onderwijs (MO). Om voortijdige schooluitval te voorkomen is een gezamenlijke inspanning geleverd, door absente studenten te bellen, te mailen en verzuimbrieven te versturen. Om de 14 dagen is er contact tussen de centrale verzuim medewerker (CVM), de SLB’er en de coach. De verzuimregels zijn niet goed gehandhaafd tijdens de eerste weken van het schooljaar. Dit is een verbeterpunt voor volgend schooljaar. Sterke punten Onderscheid tussen studieloopbaanbegeleiding en zorg. De planmatige en gestructureerde aanpak van de begeleiding en het verzuimbeleid. Gebruik van de Educatiemeter. Verbeterpunten Begeleiding bij het opstellen van leerdoelen (POP’s). Verzuimregels ook toepassen tijdens de eerste schoolweken. 1.8 Zorg Zie SLB. 1.9 Beroepspraktijkvorming Studenten lopen in het tweede en derde leerjaar stage. Voordat ze op stage gaan wordt een blok stagevoorbereiding aangeboden. De school heeft een procedure voor het verwerven van een BPV-plaats en helpt studenten met het zoeken naar een erkend leerbedrijf. Niet alle studenten hebben een stageplaats gevonden. Een van de studenten vertelt dat zij studievertraging opgelopen heeft omdat er onvoldoende stage-uren gerealiseerd waren. Als de student een stageplaats gevonden heeft, moet de praktijkovereenkomst (POK) worden aangevraagd en door drie partijen worden ondertekend om vervolgens de POK terug naar school te sturen. De POK’s worden gecheckt. Iedere student krijgt een praktijkdocent toegewezen en een praktijkbegeleider in het leerbedrijf. Tijdens de stage zijn er tenminste drie contactmomenten. De opleiding heeft een opdrachtendocument ontwikkeld, dat studenten meekrijgen om uit te voeren in het leerbedrijf. De stage is ‘ontwikkelingsgericht’, maar als de stage onvoldoende is beoordeeld, is de studenten nog niet klaar om aan de proeve van bekwaamheid te beginnen. Het is mogelijk om in de beroepspraktijk geëxamineerd te worden. Aangezien examinering buiten de scope van de audit viel, is hier geen onderzoek naar gedaan. Wel is opgevallen dat verschillende beoordelingsmomenten en – activiteiten plaatsvinden, waarvan onvoldoende duidelijk is wat precies beoordeeld wordt en waar het ‘kwalificerende moment’ ligt.
MBO College Almere Opleiding Artiest, auditrapport, 20 februari 2014, definitieve versie
8
Studenten denken dat de stage verbeterd kan worden als de opdrachten verduidelijkt worden en met voorbeelden verhelderd wordt wanneer een opdracht ‘behaald’ is en waar een verslag aan moet voldoen. Er worden terugkomdagen georganiseerd, waar de uren en de beoordelingen gecheckt worden, de gemaakte opdrachten besproken worden, afspraken gemaakt worden over de stagemogelijkheden in of na de vakantie en wordt gekeken welke vakken nog niet afgesloten zijn.
Studenten geven aan dat de opdrachten in de BPV corresponderen met de opdrachten tijdens het binnenschoolse leren. Echter, uit de BPV-enquête blijkt dat het beroepenveld de aansluiting tussen theorie en praktijk laag waardeert en dus verbeterd moet worden. Er zijn door het team reeds vervolgacties geformuleerd. Uit de jaarlijkse teamevaluatie en het instellingsbrede BPV-onderzoek is gebleken dat de beroepspraktijkvorming nog aandacht nodig heeft. BPV is een van de speerpunten in het teamjaarplan 2014. De volgende punten zijn geformuleerd ter verbetering: BPV handboek aanpassen - Ouders informeren en betrekken bij de BPV - Informatie naar en samenwerking met de BPV-bedrijven uitwerken. Sterke punten Langdurige stageperioden in het tweede en derde schooljaar, zodat de studenten hun vaardigheden in de praktijk kunnen toetsen en de mogelijkheid geboden wordt een netwerk op te bouwen. Verbeterpunten Indien stage-uren niet kunnen worden behaald tijdig i.s.m. student zoeken naar een alternatief, zodat geen studievertraging optreedt Verhelder de opdrachten m.b.t. verschillende verslagen van gesprekken Evalueer de stagedocumenten KWALITEITSBORGING 4.1 Sturing Ieder jaar worden opleidingsmanagers middels de kaderbrief geïnformeerd over de koers van de onderwijsorganisatie. Hierin staan zowel harde als zachte kwaliteitseisen geformuleerd. Het team Kunst & Cultuur heeft een notitie meerjarenstrategie en een notitie over de kernwaarden voor het team, gebaseerd op de kaderbrief, geschreven. Deze notities zijn besproken in de teamvergadering. Het team werkt volgens de PDCA cyclus van het ROC. Jaarlijks wordt een teamplan geschreven, en geëvalueerd. Het teamplan 2014 in overleg met het gehele team opgesteld. Het teamplan geeft een samenvatting van in te zetten acties. Per actie wordt een PvA uitgewerkt waarin verantwoordelijkheden, termijnen en tussenevaluaties zijn opgenomen. Deze plannen van aanpak waren ten tijde van de audit nog niet beschikbaar. Een team-kwaliteitshandboek is in ontwikkeling. 4.2 Beoordeling De Prestatiebox ( gebaseerd op managementinformatie) geeft inzicht in de volgende resultaten: Jaar- en diplomaresultaat, VSV, JOB-Monitor, Studenttevredenheidsonderzoek, BPV-Monitor en medewerkerstevredenheidsonderzoek. Op grond van de Prestatiebox vindt een interne benchmarks plaats voor de opleidingsteams van ROC Flevoland en het ROC van Amsterdam. De pedagogische didactische vaardigheden worden d.m.v. lesbezoeken geobserveerd. Hiervoor is een observatieformulier ontwikkeld. De kwaliteit van het leraarschap is een van de speerpunten in het teamplan. Er zijn resultaten van verschillende tevredenheidsonderzoeken, evaluaties, scans, interne benchmarks en analyses. Er is goed zicht op de verbeterpunten. Om de cyclus rond te maken zijn voor een aantal thema’s verbeterplannen (verzuim teamevaluatie 2012-2013 inclusief verbeteracties) geschreven, hiervan komen een aantal punten terug in het teamjaarplan. Al deze instrumenten en notities leveren heel veel informatie op. Het nog moeilijk om alle aandachts- c.q. verbeterpunten te overzien. Wie verzamelt alle punten, wie houdt er zicht op en door wie worden op welke gronden keuzes gemaakt.? De samenhang tussen de documenten ontbreekt nog.
MBO College Almere Opleiding Artiest, auditrapport, 20 februari 2014, definitieve versie
9
Sinds twee jaar verzorgt de directie een notitie de Staat van het MBO College Almere. In januari 2014 is de laatste versie verschenen. Hierin zijn ook voor de afdeling Kunst & Cultuur een aantal kritische aandachtspunten benoemd. Doordat het management een extern auditteam de opdracht heeft geven om een audit uit te voeren is voldaan aan de wettelijke eis om bij de evaluatie van de onderwijskwaliteit onafhankelijke deskundigen te betrekken. 4.3 Verbetering en verankering Evaluaties en sturingsinformatie hebben geleid tot een verbetertraject dat al enkele jaren geleden is ingezet. Dat heeft tot verbeteringen geleid op het gebied van het onderwijsprogramma, begeleiding en. opbrengsten. De verankering hiervan verdient nog aandacht. Veel zit nog in de hoofden van de teamleden. Het teamplan 2014 is gebaseerd op de evaluatie van het teamplan 2013 en geeft opnieuw een aantal concrete verbeteracties. Zowel de evaluatie als het teamplan zijn tot stand gekomen in samenwerking met de teamleden. Er is wel geëvalueerd, maar er zijn weinig voorbeelden van analyse van de uitkomsten ervan aangetroffen. Er is in het teamplan een aanzet zichtbaar voor een samenhangend verbeterplan, maar het behoeft nog aanscherping. Onduidelijk is wie verantwoordelijk is voor het uitvoeren van de acties. Tevens is niet duidelijk of onderzoek gedaan wordt naar de stand van zaken en aan welke betrokkenen dit teruggekoppeld wordt. De PDCA-cyclus is nog onvoldoende herkenbaar. Voor het MBO College Almere is een professionaliseringsplan, dat gericht is op de examinering en het ROC van Amsterdam en ROC Flevoland hebben een gezamenlijk een plan van aanpak voor professionalisering. Hier wordt niet alleen het accent gelegd op het formele, maar ook op het informele leren en geeft tevens handvatten wat er van een docent verwacht wordt in het kader van professionalisering. Docenten uit het team hebben deelgenomen aan het LB-LC traject. 4.4 Dialoog en verantwoording Er vinden gesprekken plaats tussen management en team. De opleidingsmanager heeft regelmatig gesprekken met de directeur. Ook is de dialoog met klassenvertegenwoordigers gestart, deze zijn eenmaal bijeen geweest. Deze gesprekken zullen worden voortgezet. De samenwerking met het bedrijfsleven is goed. Het auditteam heeft echter geen zicht gekregen of en waarover de dialoog plaatsvindt. Sterke punten Er is kwaliteitsbewustzijn aanwezig in het team. Er is managementinformatie beschikbaar. Het klassenvertegenwoordigersoverleg is gestart. Verbeterpunten De structuur van de kwaliteitsborging en de samenhang is nog onvoldoende verankerd in alle aspecten. Een kwaliteitszorgagenda kan een hulpmiddel zijn om het kwaliteitszorginstrumentarium planmatiger en gestructureerder in te zetten.
5.
ANTWOORD OP DE AUDITVRAAG
De opbrengsten zijn met ingang van 2012-2013 voldoende. Dat lijkt enerzijds te maken te hebben met een eenmalige, relatieve grotere gediplomeerde uitstroom en anderzijds is er sprake van een verminderde ongediplomeerde uitval. De inspanningen om studenten beter te begeleiden en het onderwijs beter te structureren lijken daarmee effect te sorteren. Er is nog geen prognose voor de korte- en iets langere termijn beschikbaar, het is dus onzeker hoe het rendement zich zal ontwikkelen op korte- en op middellange termijn. In het onderwijsproces zijn goede verbeteracties ingezet en uitgevoerd. Er staat een verrassend beroepsgerichte opleiding die de studenten de mogelijkheid biedt om zich op de entertainmentwereld te oriënteren voordat een definitieve studie- en beroepskeuze wordt gemaakt. Eenmaal gekozen voor de opleiding Artiest is er veel aandacht voor de toekomstige (onzekere) beroepssituatie. Er is een goed doordacht onderwijsconcept. De begeleiding wordt gestructureerder aangepakt. Studenten herkennen dat er verbeteringen zijn doorgevoerd en zijn over het algemeen (heel) tevreden. Zij voelen zich prettig in hun opleiding en waarderen hun docenten, al zouden enkelen best wat
MBO College Almere Opleiding Artiest, auditrapport, 20 februari 2014, definitieve versie
10
strenger mogen zijn. Meer structuur in planning, opdrachten, deadlines en afspraken zou de tevredenheid nog verder verhogen. De BPV heeft een verbeterslag nodig om te kunnen voldoen aan de eisen uit het waarderingskader. De documenten zijn niet altijd consistent en actueel. Studenten hebben veel vragen over de opdrachten en de organisatie. De wijze van beoordeling van de stage en de samenhang met de proeve van bekwaamheid, wordt niet consistent beschreven en naverteld door docenten en studenten. Het team werkt hard aan de verbeteringen, maakt plannen en evalueert de stand van zaken, maar de uitkomsten worden nog onvoldoende geanalyseerd en in samenhang gebracht. De kwaliteitsborging kan doelgerichter en gestructureerder aangepakt worden. Een kwaliteitszorgagenda kan daarbij een hulpmiddel zijn en het team ‘dwingen’ de PDCA-cyclus volledig uit te voeren.
MBO College Almere Opleiding Artiest, auditrapport, 20 februari 2014, definitieve versie
11
Bijlage 1
Programma audit 18 februari 2014 ROC Flevoland - Afdeling kunst en Cultuur
ROC Flevoland
Straat van Florida 1 - 1334PA Almere-Buiten A/B vleugel
Programma 9.00 - 9.45 uur
ontvangst door T. Nieuweboer
9.45 - 10.45 uur
gesprek met H. Caron, A. Roos en S. Mekkelholt
10.45 - 11.45 uur
gesprek met leerlingen 1e en 3e jaar
12.00 - 12.45 uur
gesprek met SLB docent(en) A.Roos en A. Boere
13.00 - 15.30 uur
pauze en verwerking
15.30 - 16.30 uur
terugkoppeling met T. Nieuweboer en I. Komen
MBO College Almere Opleiding Artiest, auditrapport, 20 februari 2014, definitieve versie
12
Bijlage 2
Audit 18 februari 2014 ROC Flevoland - Afdeling kunst en Cultuur Overzicht geraadpleegde documenten 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 27.
Programma audit 18 februari Afdeling Kunst en Cultuur 20131018 - Jaarplan Kunst1 Studiegids Artiest 2011-2012 Teamkwaliteitsplan 4 sept 2013 Stagewerkboek 2e jaars studenten 13-14 Stage beoordelingsprotocollen 2e jaar 13-14 Stagewerkboek 3e jaars 13-14 Kaderbrief ROCvA - ROCF 2014 Introductie evaluatie 1e jrs Meerjarenstrategie okt 2012 Definitief rapport SVI ROCF Rapportage JOB2012 definitief Rapportage STO-2-2012-2013 ROCvA + ROCF Resultaten BPV-enquête teams ROCF 2013-2014 93343 Kunst en Cultuur Artiest BOL Examenplan 2010 20131018 Jaarplan 01122013 Bevindingen bij proeve van bekwaamheid artiest drama 90032 Checklist 2010 Examenprogramma in de opleidingengids Drama ROCF Checklist analyse team Evaluatie Teamplan 2013 Lesbezoeken Prestatiebox 2013 Teamplan K en C 2012-2013 Jaarverslag Inspectie van het onderwijs, Waarderingskader 2012
MBO College Almere Opleiding Artiest, auditrapport, 20 februari 2014, definitieve versie
13