Kunnen metingen van N, O NO3 Problem
en B isotopen nuttig zijn bij de
O 18
δ ONO3
O
N δ11B
δ15NNO3
O
evaluatie
van
nitraatproblematiek Measures
water? November 2009
de in
Kunnen metingen van N, O en B isotopen nuttig zijn bij de evaluatie van de nitraatproblematiek in water?
Content 1
Inleiding: ISONITRATE project
2
Richtlijn...................................................................................................................... 5
3
3
2.1
Criteria voor toepassing van isotoopmetingen in de KRW............................... 5
2.2
Stappenplan voor mogelijk gebruik van isotopen ............................................. 8
Bijkomende informatie............................................................................................. 10
2
Kunnen metingen van N, O en B isotopen nuttig zijn bij de evaluatie van de nitraatproblematiek in water?
1 Inleiding: ISONITRATE project Het ISONITRATE project (Improved management of nitrate pollution in water using isotopic monitoring) is gefinancierd door het EU-LIFE programma, het Europese financieringsprogramma voor projecten betreffende milieu en natuurbehoud. Het ISONITRATE project heeft aangetoond dat het gebruik van isotopen naast de “klassieke” chemische aanpak in monitoringsprogramma’s bijdraagt tot een efficiënter rivierbekkenbeheer inzake nitraatverontreiniging (NO3-). De multi-isotoop methodologie toegepast in het ISONITRATE project is gebaseerd op de isotopensamenstelling van nitraat (δ15N, δ 18O) alsook van boor (δ11B), een alomtegenwoordige co-migrant van nitraat. Gebruik makend van de voorgestelde methodologie en technologie is het mogelijk om: 1) waterlichamen chemisch beter te karakteriseren; 2) nitraatbronnen in water op te sporen en te onderscheiden; 3) de impact van nitraatbronnen te analyseren.
Achtergrond informatie, probleemstelling en objectieven De huidige aanpak inzake beheersmaatregelen en waterkwaliteitscontrole betreffende nitraatverontreiniging is uitsluitend gebaseerd op de monitoring van concentraties. Het is niet mogelijk om op basis van concentratiemetingen alleen de aard, de locatie en de bijdrage van verschillende nitraatbronnen in een rivierbekken te bepalen, zelfs niet indien men het aantal meetlocaties en/of de frequentie van de bemonstering verhoogt. Recent onderzoek heeft aangetoond dat aan de hand van isotopenanalyse nitraatbronnen in water (zowel oppervlaktewater als grondwater) wel geïdentificeerd en gekwantificeerd kunnen worden. Deze innovatieve multi-isotoop benadering moest nog aangetoond worden door middel van een geïntegreerd proefproject. Het doel van ISONITRATE was het aantonen van de technische en economische haalbaarheid van de isotoop gebaseerde aanpak, nodig voor (i) het karakteriseren van waterlichamen en het analyseren van de impact van nitraatverontreiniging en (ii) een efficiënte implementatie van maatregelen inzake milieubeheer in stroomgebieden.
Methodologie De demonstratiefase van het ISONITRATE project omvatte onder meer een veldonderzoek gespreid over een periode van 15 maanden en dit in een proefgebied gelegen in het stroomgebied van de Rijn (Elzas, Frankrijk-Duitsland). In dit gebied werden 4 onderzoekslocaties geselecteerd op basis van terreinkarakteristieken en de aanwezigheid van nitraatverontreiniging. De volgende criteria werden gehanteerd voor de selectie van deze 4 sites: 1) natuurlijk, "zuiver" water (niet beïnvloed door antropogene input of denitrificatie); 3
Kunnen metingen van N, O en B isotopen nuttig zijn bij de evaluatie van de nitraatproblematiek in water?
2) eenvoudige verontreiniging (slechts één nitraatbron); 3) complexe verontreiniging (verschillende nitraatbronnen met variërende bijdrage); 4) denitrificatie (natuurlijke afbraak van nitraat door biotische / abiotische omzetting in N2). Ter hoogte van elke locatie werden klassieke chemische analyses en isotopenanalyses (δ15N, δ18O en δ11B) uitgevoerd op zowel het grond- en/of oppervlaktewater als de nitraatbron. De analyseresultaten werden vervolgens statistisch verwerkt en geïnterpreteerd.
Resultaten en milieuvoordelen In het eindrapport van het project wordt de praktische haalbaarheid (technologisch en economisch) van de isotoop gebaseerde aanpak aangetoond en dit meer bepaald voor (1) een betere controle van de waterkwaliteit met betrekking tot nitraatverontreiniging in het grondwater en oppervlaktewater (i.e. aanduiden van een nitraatbron via isotoop ‘vingerafdrukken’) en (2) een efficiëntere planning van maatregelen inzake bekkenbeheer. Het ISONITRATE project heeft aangetoond dat integratie van isotoopanalyse tijdens het monitoren van de waterkwaliteit extra informatie oplevert, nodig voor de identificatie van nitraatbronnen en hun respectievelijke bijdrage aan de vervuiling. Een dergelijke isotopenaanpak zal het inzicht in nitraatverontreinigingen in water aanzienlijk verhogen en de implementatie en het ontwerp van maatregelen gerelateerd aan nitraatverontreiniging in stroomgebieden en waterlichamen optimaliseren, in overeenstemming met de Kaderrichtlijn Water (KRW). Het is een haalbare technologie die voordelen biedt, zowel economisch als in termen van milieu-impact. De isotoop gebaseerde aanpak kan gemakkelijk gereproduceerd worden en toegepast worden ter hoogte van andere onderzoekslocaties en waterlichamen en zal uiteindelijk zorgen voor een beter beheer van nitraatverontreiniging in water.
4
Kunnen metingen van N, O en B isotopen nuttig zijn bij de evaluatie van de nitraatproblematiek in water?
2 Richtlijn Dit document is een richtlijn voor waterbeheerders, beleidsmakers en administraties. De richtlijn omvat: 1) een samenvatting van de criteria voor toepassing van isotoopmetingen; 2) een stappenplan om in functie van de complexiteit van de nitraatverontreiniging na te gaan wanneer isotopenanalyse van nitraat (stikstof (δ15N) en zuurstof (δ18O)) en boor (δ11B) nuttig kan zijn. 2.1
Criteria voor toepassing van isotoopmetingen in de KRW
Het ISONITRATE project heeft aangetoond dat zowel niet-isotoop als isotoopmetingen ingezet kunnen worden om de monitoring van nitraatverontreiniging te optimaliseren. De inhoud van zo’n monitoring is afhankelijk van de complexiteit van de nitraatverontreiniging en de informatie nodig om het probleem op te lossen. Naargelang de specifieke eisen, kan de monitoring van de waterkwaliteit verscheidene klassieke parameters omvatten, een hogere bemonsteringsintensiteit (in tijd en/of ruimte) en/of isotoopmetingen. Een overzicht van de informatie die kan bekomen worden aan de hand van verschillende meetmethoden wordt hieronder weergegeven en samengevat in tabel 1. Stikstofconcentraties Onderzoekslocaties met stikstofverontreiniging kunnen worden geïdentificeerd door het meten van gehalten aan nitraat (NO3-), ammonium (NH4+) en totaal stikstof (N-totaal) in grondwater en/of oppervlaktewater. Gebaseerd op concentraties en overeenkomstige normen, kan zowel de verontreinigingsgraad als de toestand van het waterlichaam ten aanzien van stikstofverontreiniging bepaald worden, in overeenstemming met de KRW. Waterkwaliteitsparameters Als ook andere waterkwaliteitsparameters (naast NO3-, NH4+ en N-totaal) worden gemeten, is een meer gedetailleerde karakterisering van de verontreinigingstoestand mogelijk. Dit leidt tot een beter inzicht in zowel (i) de algemene kwaliteit van het water als (ii) de omvang van potentieel voorkomende verontreinigingen. Interpretatie van de correlatie tussen de kwaliteitsparameters gerelateerd aan antropogene invloeden (b.v. chloride, boor, zware metalen, organische koolstof, etc.) en stikstofconcentraties kan informatie verschaffen over het mogelijke voorkomen van meerdere verontreinigingsbronnen. In eenvoudige gevallen (b.v. één nitraatbron en geen of slechts een verwaarloosbare impact van omzettingsprocessen), is het mogelijk om relaties tussen stikstofgehalten en sommige waterkwaliteitparameters te onderscheiden. In complexe gevallen (b.v. meerdere bronnen en/of een aanzienlijke impact van omzettingsprocessen) is het veel moeilijker om duidelijke relaties tussen parameters te onderscheiden. 5
Kunnen metingen van N, O en B isotopen nuttig zijn bij de evaluatie van de nitraatproblematiek in water?
Tabel 1: Meetmethoden voor de monitoring van nitraatverontreiniging en de informatie verkregen uit de gegevens. Verkregen informatie Toestand waterkwaliteit Verontreinigingsgraad
Gemeten parameters NO3-, NH4+, Kjeldahl N, totaal N
Isotoop
Niet isotop
pH, geleidbaarheid, ionen (balans) O2, COD, BOD, TOC, TIC, DOC, DIC O2, NO3-, NH4+, Kjeldahl N, total N PO43-, total P
Omzettingsprocessen
Identificatie van bronnen
(1) - Stikstof verontreinigingsgraad - Water type (2) - Algemene toestand waterkwaliteit - Organische verontreinigingsgraad (3) - Algemene toestand waterkwaliteit - Eutrofiëring toestand (4) - Stikstof verontreinigingsgraad - Fosfor verontreinigingsgraad
B-, Cladditioneel bij (1), (2), (3) and/or (4)
(5) - Antropogene verontreiniging
- één / meerdere bronnen - antropogene bronnen
Zware metalen, additioneel bij (1), (2), (3) and/or (4)
(6) - Antropogene verontreiniging
- antropogene bronnen
δ15N and δ18O samenstelling van NO3additioneel bij (1)
(7)
- Denitrificatie - Nitrificatie - Vermenging/ Verdunning
δ11B samenstelling additioneel bij (7) and (5)
(8)
- Vermenging/ Verdunning
- Neerslag - kunstmeststoffen - Organische meststoffen - Bodemstikstof - Rioolwater - Kunstmeststoffen - Organische meststoffen
Stikstof (δ15N) en zuurstof (δ18O) isotopen van nitraat Op locaties waar zowel kennis vereist is van omzettingsprocessen (b.v. denitrificatie) als nitraatbronnen (in geval van meerdere mogelijke bronnen), kan de informatie bekomen via niet-isotoopmetingen (i.e. "klassieke" chemie) onvoldoende zijn. In deze situaties biedt de multi-isotoop aanpak een toegevoegde waarde. De isotoop data van nitraatbronnen worden gebruikt om de herkomst van nitraatverontreinigingen te achterhalen. Om een sluitende identificatie van nitraatbronnen te bereiken, is koppeling tussen δ15N en δ18O in nitraat vereist. Zo een tweeledige isotoop aanpak maakt het mogelijk onderscheid te maken tussen verschillende nitraatbronnen: atmosferisch nitraat (precipitatie), microbiologisch nitraat (b.v. nitrificatie in bodem), minerale meststoffen en organische stikstof (dierlijke mest). Als 6
Kunnen metingen van N, O en B isotopen nuttig zijn bij de evaluatie van de nitraatproblematiek in water?
een voorbeeld toont figuur 1 typische δ15N en δ18O variaties in nitraat en dit voor verschillende bronnen. Boor isotopen (δ11B) In bepaalde gevallen kan interferentie van zowel isotoopfractionering (gerelateerd aan denitrificatie) als vermenging van verontreinigingen (meerdere nitraatbronnen) de identificatie van nitraatbronnen belemmeren, daar de ermee gepaard gaande fractioneringsprocessen de isotopensamenstelling van het opgeloste nitraat kunnen veranderen. Sommige van deze beperkingen kunnen aangepakt worden door de isotopensamenstelling van boor (δ11B) te bepalen, aangezien boor een alomtegenwoordige co-migrant van nitraat is. De δ11B-samenstelling maakt het onderscheid mogelijk tussen mest afkomstig van zuiveringsinstallaties (slib) en kunstmeststoffen. Bovendien wordt de isotopensamenstelling van boor niet beïnvloed door biogeochemische transformatieprocessen (e.g. denitrificatie) en bijgevolg kan het gebruikt worden als een conservatieve tracer. Niettemin is de toepassing van de δ11B-signatuur voor de identificatie van nitraatbronnen nauw verbonden met de verhouding boor tot het totale stikstofgehalte in de bron. Indien zeer lage boorgehaltes worden waargenomen in de bron, zullen de boorconcentraties in het grondwater en oppervlaktewater waarschijnlijk onder de detectielimiet liggen. Dus, voor het bepalen van δ11B zijn aantoonbare boorconcentraties een noodzakelijke voorwaarde.
Figuur 1: Box plots van δ15N en δ18O signaturen van nitraat en dit voor verschillende bronnen en processen. De gegevens werden verzameld uit de literatuur. De box plots illustreren de 25e, 50e en 75e percentielen, de whiskers geven het 10e en 90e percentiel weer, en de cirkels vertegenwoordigen uitschieters.(Figuren aangepast van Xue et al., 2009, Water Research 43: 1159-1170)
7
Kunnen metingen van N, O en B isotopen nuttig zijn bij de evaluatie van de nitraatproblematiek in water?
2.2
Stappenplan voor mogelijk gebruik van isotopen
In het stroomschema (figuur 2) wordt de richtlijn die de toepassing van de multi-isotoop aanpak in de monitoring van nitraatverontreiniging beschrijft, schematisch weergegeven. De verschillende stappen worden hieronder beschreven. STAP 1: Nitraatgegevens, beschikbaar via meetnetten, definiëren de goede (of slechte) toestand van het grondwater (en oppervlaktewater) in overeenstemming met de Kaderrichtlijn Water (KRW). Als de toestand goed is, zijn er geen specifieke maatregelen nodig (ook niet voor de identificatie van specifieke nitraatbronnen). In dat geval kan de chemische monitoring worden voortgezet en kan -indien nodig - de frequentie en het aantal stalen worden aangepast. Wanneer de toestand niet goed is, dit wil zeggen nitraatconcentraties in de buurt van of hoger dan de drempel van 50 mg/L, is er behoefte aan maatregelen en is het noodzakelijk om de nitraatbron(nen) te identificeren.
Flow chart: define possible use of isotope measurements Monitoring status of groundwater
Nitrate measurements (nitrate or water frame directive)
Status of groundwater = good
1
No
Observations > 50 mg NO3 L-1
Continue measurements Adapt planning to need of data
Yes Status of groundwater = not good
2
Complex problem: several nitrate sources
No
Yes
3
Selection of samples (water & source materials for isotope analyses
Source known: defining actions to reduce nitrate input to ground and surface water
Implement measures Advantages of isotope analyses: - Source definition - Identification of sources / contributions - Effective definition of actions to reduce nitrate output for selected sources
4
5
Implement measures
Identifying sources
Defining for which source actions for nitrate reduction are needed (quantitative)
- Not possible to distinguish sources using classic analyses - Cost reducing effect: * Benefits of more efficient actions * Small amount of samples needed to define sources in comparison to “classic” analyses * Including isotope analyses introduces only a marginal cost compared to the gains
Figuur 2: Stapsgewijze aanpak voor de implementatie van isotoopanalyse in nitraatmonitoring.
8
Kunnen metingen van N, O en B isotopen nuttig zijn bij de evaluatie van de nitraatproblematiek in water?
STAP 2: Er zijn 3 mogelijke scenario's: 1) De nitraatverontreiniging komt van één gekende bron; 2) Er zijn meerdere bronnen bij betrokken, maar hun respectieve bijdragen zijn onbekend; 3) Natuurlijke attenuatie (denitrificatie) in combinatie met een vermengde verontreiniging (i.e. mengen van “niet verontreinigd” water met antropogeen verontreinigd water afkomstig van één of meerdere bronnen) kan de isotopensamenstelling δ15N en δ18O van opgelost nitraat wijzigen, maar niet δ11B. In aanwezigheid van een gekende nitraatbron (bijvoorbeeld varkensmest), kunnen specifieke saneringsmaatregelen worden genomen om de nitraattoevoer te verminderen (b.v. verlaging van de hoeveelheid toegepaste mest). Toepassing van isotoopanalyse naast de “klassieke” chemische aanpak biedt in zo’n geval geen meerwaarde om het probleem te identificeren, maar kan wel (met grote zekerheid) bevestigen dat het probleem daadwerkelijk toe te wijzen is aan slechts één nitraatbron. In de meeste gevallen zijn meerdere nitraatbronnen betrokken (of mogelijk betrokken) en is de multi-isotoop aanpak nodig om de bronnen te identificeren en hun respectievelijke bijdragen aan de nitraatverontreiniging te bepalen. Echter, het mengen van nietverontreinigd water met antropogeen verontreinigd water afkomstig van één of meerdere bronnen kan de isotopensamenstelling van opgelost nitraat wijzigen. Ook omzettingsprocessen zoals natuurlijke attenuatie (denitrificatie) kunnen de isotopensignatuur van nitraten (δ15N en δ18O) veranderen, maar niet de isotoopsamenstelling van boor (δ11B, een alomtegenwoordige co-migrant van nitraat). De multi-isotoop aanpak waarbij zowel δ15N en δ18O in nitraat als δ11B in boor geanalyseerd wordt, kan ingezet worden om ofwel een onderscheid te maken tussen omzettingsprocessen ofwel om verontreinigingsbronnen (b.v. mest en afvalwater) met gelijkaardige δ15N en δ18O signaturen te onderscheiden. STAP 3: Indien de toestand van de waterkwaliteit “slecht” is, wordt een monsternamecampagne voor isotoopanalyses uitgewerkt. De locaties en het aantal meetpunten zijn afhankelijk van verschillende factoren, zoals: hydrologie, hydrogeologie, landgebruik en de dichtheid van bestaande meetnetten. Zonder kennis betreffende de kenmerken van het gebied is het onmogelijk om het aantal meetpunten te bepalen nodig voor een statistische interpretatie. Alvorens isotoopanalyses toe te passen moet de omvang van het probleem gekend zijn, alsook de terreinkenmerken en de begroting. Om de kosten te beperken wordt aangeraden om tijdens de “klassieke” chemische monitoring een extra staal te voorzien voor isotoopanalyse.
9
Kunnen metingen van N, O en B isotopen nuttig zijn bij de evaluatie van de nitraatproblematiek in water?
STAP 4: De potentiële nitraatbronnen (atmosferische bijdrage, kunstmest, dierlijke mest en afvalwaterzuiveringsslib) worden geïdentificeerd en indien mogelijk ook hun relatief belang (in termen van potentiële flux in het waterlichaam). Deze resultaten worden vergeleken met en bevestigd aan de hand van specifieke informatie (b.v. teeltinformatie van landbouwers met betrekking tot toegepaste hoeveelheden en soorten meststoffen). In dit stadium wordt de isotopensamenstelling van de verzamelde stalen gemeten, zijnde δ15N en δ18O in nitraat en δ11B in boor. STAP 5: Wanneer door isotoopanalyse één of meerdere belangrijke nitraatbronnen worden geïdentificeerd, is het mogelijk om specifieke maatregelen te definiëren. Het doel van de implementatie van deze maatregelen is het bereiken van een “goede” toestand van de waterkwaliteit (in overeenstemming met de KRW). Om het werkelijke effect van de geïmplementeerde maatregelen te evalueren en de bijdragen van de verschillende nitraatbronnen te monitoren, kunnen opnieuw isotoopmetingen uitgevoerd te worden.
3 Bijkomende informatie Meer informatie over het ISONITRATE project en over de toepassing van multi-isotoop analyse in nitraatmonitoringsprogramma’s is beschikbaar op de website van het project http://ISONITRATE.brgm.fr/ In kader van het ISONITRATE project werd naast deze richtlijn ook een handleiding (in het Engels) opgesteld voor de toepassing van isotopen in nitraatmonitoringsprogramma’s. De handleiding is bedoeld voor waterbeheerders, beleidsmakers en administraties. Het document omvat een uitgebreide beschrijving van de analytische methoden, een stapsgewijze richtlijn voor toepassing van de methodologie en een bespreking van de economische aspecten en de praktische toepasbaarheid van multi-isotoopanalyse in nitraatmonitoringsprogramma’s. De handleiding en de richtlijn kunnen gedownload worden op de website van het ISONITRATE project.
10