Preek van Jan Pool d.d. 22 februari 2009
Koudwatervrees ‘Wees niet bang, want ik ben bij je, vrees niet, want ik ben je God. Ik zal je sterken, ik zal je helpen, je steunen met mijn onoverwinnelijke rechterhand.’ Jesaja 41:10 The Message zegt: ‘Don’t panic. I’m with you. There’s no need to fear for I’m your God. I’ll give you strength. I’ll help you. I’ll hold you steady, keep a firm grip on you.’ Stuk van DVD Bert Haanstra “De stem van het water” laten zien. Herkenbaar? Ik denk dat het herkenbaar is voor ons allemaal. We zijn allemaal wel eens bang. Toch? Wie „durft‟ er te zeggen waar hij bang voor is? Of ben je daar bang voor? Angst is soms reëel, maar vaak ook irreëel. We noemen dat ook wel „koudwatervrees‟. Het woordenboek zegt dat koudwatervrees een ongegronde vrees. Er is geen rede om bang te zijn, maar toch zijn we bang. Hoe kan dat? Erfelijke factoren, zonde maar zeker ook traumatische gebeurtenissen spelen een belangrijke rol. Maar soms ben je bang voor iets en je hebt er geen flauw idee van waarom je bang bent. (Verhaal van de 4 apen) Uiteindelijk waren er 4 apen in de kamer die geen van alle ook maar een poging deden om de bananen te pakken. Geen van deze apen wist waarom hij de bananen niet durfde te pakken. De reden dat deze apen de tros bananen niet dorsten te pakken was niet een traumatische ervaring, maar aangeleerd gedrag. Veel mensen hebben een bepaalde angst „aangeleerd‟ van hun ouders. Wat doet angst? Angst is een dief. Angst holt ons geloof uit, berooft onze hoop en heeft invloed op ons gevoel van eigenwaarde. Angst neemt onze vreugde weg en zorgt ervoor dat kostelijk potentieel ongebruikt blijft. Angst weerhoud ons ervan om datgene te doen wat we willen of moeten doen. Als we die angst niet overwinnen, dan houdt die angst ons tegen om een bepaald doel te bereiken. Maar we mogen weten dat we met God elke angst, elke reële angst en elke irreële angst kunnen overwinnen. Ik heb meer dan 25 jaar geleden een 2jarige parttime Bijbelschool gevolgd. Daar werden allerlei interessante onderwerpen onderwezen, zoals geloofsleer, bijbelse aardrijkskunde en archeologie, het werk van de Heilige Geest, het koninkrijk van God, de gemeente enz. Er was ook een vak waarin je geleerd werd om een preek te houden. Dat vond ik leuk, tot de dag dat ik werd aangewezen om een „preekje‟ voor te breiden. Ik had 2 weken de tijd om een preek van 10 minuten voor te bereiden en die moest ik dan geven aan zo‟n 50 studenten. Vanaf dag 1 liep ik met spanning in mijn lijf rond. Ik had een onbestemd, onprettig gevoel in mijn buik, kon nog maar aan één ding denken en ik sliep slecht. Elke dag probeerde ik te werken aan mijn preek, maar ik had grote moeite om me te concentreren. Op de dag dat ik mijn preek moest houden had ik last van mijn darmen, ik had geen trek in eten, ik had spanning in mijn keel en mijn hartslag was sneller. Ik voelde me ziek en heb dan ook afgebeld. Dat was niet de eerste keer dat mij dat overkwam. Spreekbeurten op school waren voor mij ook een ramp geweest. Ik heb me natuurlijk niet altijd ziek gemeld. Maar voelde me altijd vreselijk. Ik dorst niemand aan te kijken, had zweethanden, zweetvoeten en zweet tussen mijn billen. Ik had een vreselijk droge mond, leek wel niet helder te kunnen denken en mijn geheugen werkte ook minder goed. Waar had ik nu last van? Ik had last van iets waar heel veel mensen last van hebben: faalangst. Faalangst is de angst dat iets dat je wil gaan doen of van een ander moet doen, mislukt. Je bent bang dat je het niet kan of het helemaal fout doet. Je bent bang voor kritiek. Je bent bang dat anderen het niet goed vinden wat jij doet. Je bent bang dat je faalt. Je durft geen vraag te stellen als je iets niet begrijpt. Je bent bang dat je gaat stotteren of een black-out krijgt. Je bent bang dat je uitgelachen wordt. Je klapt dicht bij een spreekbeurt, een presentatie of tentamen.
1
Door die angst ben je zenuwachtig en daardoor gaat er ook wel eens wat mis. Het resultaat is dat je de volgende keer nog nerveuzer bent en zo loop je het risico dat je in een negatieve spiraal van faalangst terecht komt en je steeds meer gaat verstoppen. Je gaat situaties waarin je zou kunnen falen vermijden. Mensen met faalangst zijn ‘pessimistisch’. Ze zeggen voortdurend negatieve dingen tegen zichzelf: „het zal wel niks worden‟; „het zal me wel niet lukken‟; „het zal wel te moeilijk voor me zijn‟; „ik redt het nooit.‟ Deze voortdurende negatieve gedachten kan je zien als een soort zelfhypnose waarmee je jezelf de grond in praat. Daardoor voel je jezelf voortdurend onzeker en krijg je een negatief zelfbeeld. Je ziet jezelf als minder dan je werkelijk bent. Je denkt dat je minder weet, minder kan of er minder leuk uitziet dan anderen. Er zijn hier mensen die regelmatig last hebben van faalangst. Je gaat er onder gebukt. Sommige mensen hebben alleen in bepaalde situaties of bij bepaalde mensen last van faalangst. Zolang je niet met die situaties of met die mensen geconfronteerd wordt gaat het prima. Wat zie je vervolgens gebeuren: vermijdingsgedrag. Je vermijdt situaties of personen. Hoe ontstaat faalangst o Faalangst kan ontstaan doordat je ouders je onvoldoende bevestigden en onvoldoende waardering uitspraken waardoor je een gebrek aan zelfvertrouwen hebt gekregen. o
Het kan ontstaan doordat je opgegroeid bent in een gezin waar veel van je geëist werd en als je niet kon voldoen aan die eisen, kreeg je het gevoel dat je een mislukkeling was.
o
Faalangst kan ontstaan als er een dominante autoritaire vader in het gezin is. Maar faalangst kan ook ontstaan als je te beschermend, te zacht, te verzorgend wordt opgevoed. Hierdoor krijgt het kind het gevoel dat het niets kan en niets weet en dat het niet zonder zijn moeder kan leven. Vaak gebruiken dat soort moeders het woord „kindje‟ en praten over zichzelf in de derde persoon en noemen zichzelf dus „mama‟ of mammie‟, in plaats van „ik‟.
o
Faalangst kan ontstaan door perfectionisme. Je stelt altijd hoge eisen aan jezelf. Je wilt het perfect doen. Maar dat lukt natuurlijk nooit. Je raakt dus teleurgesteld in jezelf. Dat kan leiden tot faalangst.
o
Faalangst kan ook ontstaan door een traumatische ervaring. Je hebt er nooit last van gehad, totdat je een keer een geweldige blunder maakte in de klas en iedereen je uitlachte. Je hebt er nooit last van gehad, totdat je een geweldige blunder op je werk maakte, waarop je werd afgerekend door je baas.
Hoe dan ook, faalangst houdt je tegen om bepaalde dingen te doen die je eigenlijk zou willen doen. Faalangst houdt je tegen om met je talenten te woekeren. Faalangst houdt je tegen om in geloof uit te stappen. Faalangst houdt je tegen om op je bestemming te komen. Ik denk dat we bijna allemaal wel op een bepaald gebied in ons leven te maken hebben met faalangst. Ik wil een aantal gedachten met je delen over falen. De eerste bemoedigende opmerking die ik wil plaatsen is de volgende:
1. Je zult falen Ja, ik weet dat het schokkend is. Iedereen faalt zo nu en dan. Je zult mislukkingen meemaken. Is er hier iemand die nog nooit een mislukking heeft meegemaakt? Is er iemand die nog nooit een fout gemaakt heeft? We hebben in het verleden gefaald en we zullen in de toekomst opnieuw falen. Je zult deze gedachte moeten omhelzen. En als je faalt sta je zelf dan toe om je teleurgesteld te voelen. Maar vergeet nooit dat God nog steeds van je houdt en vergeet nooit dat het feit dat iets mislukt je niet tot een mislukking maakt. Een mislukking maakt je geen mislukkeling. Een mislukking is een gebeurtenis en niet een persoon. Zelfs een reeks van mislukkingen maakt je nog geen mislukkeling!
2
Hij werd geboren in 1809, in grote armoede in een blokhut. Zijn moeder stierf toen hij tien jaar oud was. Groeide op onder zware omstandigheden. Ondanks alles leerde hij toch lezen en schrijven… toen hij 22 jaar was, startte hij een bedrijf dat binnen een jaar failliet ging. Hij zocht een baan,maar werd na een jaar ontslagen. Op 25 jarige leeftijd volgde zijn tweede faillissement. Het heeft hem 17 jaar gekost om zijn schuld af te lossen. Toen hij 27 jaar was stierf zijn verloofde. Toen hij 27 was, kreeg hij een zenuwinstorting en hij bracht 6 maanden in bed door. In de jaren daarna probeerde hij 4x tevergeefs om gekozen te worden voor het parlement. Toen hij 46 was, werd hij niet tot senator gekozen. Een jaar later verloor hij de verkiezingen voor het vice-presidentschap. Toen hij 49 jaar was, werd hij wederom niet tot senator gekozen. Op 51 jarige leeftijd werd hij tenslotte president van de Verenigde Staten. Tot op vandaag geldt hij waarschijnlijk als de belangrijkste president van Amerika. Hij staat bekend om het feit dat hij een begin maakte met een proces wat er uiteindelijk toe leidde dat de slavernij werd afgeschaft! Zijn naam is Abraham Lincoln. Spreuken 24:16 zegt: ‘Want de rechtvaardige kan vaak vallen, maar zal net zo vaak weer opstaan.’ (Het Boek) Het gevaar is niet dat we vallen, maar dat we op de grond blijven liggen. De 2de gedachte die ik wil neerleggen is de volgende:
2. God kan mooie dingen doen met jou mislukkingen Als je goed omgaat met falen, zul je zien dat je karakter er door groeit. God staat om die reden falen toe. Soms veroorzaakt hij het falen zelf. God kijkt hoe we met het falen omgaan. Hij wil ons beproeven. Hij wil ons testen. Hoe gaan we om met tegenslag en nederlagen. Houden we vol of geven we op? Van falen kun je leren. Wanneer we een fout maken, betekent het niet dat we falen, tenzij we verzuimen er iets van te leren. Als je een fout gemaakt hebt, als je gefaald heb, vraag jezelf dan af: wat kan ik hiervan leren. Jonas Salk ontwikkelde een vaccin tegen polio, na 200 pogingen! Iemand vroeg aan hem: Hoe voelde het om 200x te falen. Hij antwoordde: „Ik heb niet 200x gefaald. Ik heb 200x manieren ontdekt waarop je geen vaccin tegen polio kunt maken. God kan iets moois maken van jouw falen en fouten. Lang geleden zat een groep vissers in herberg aan de Schotse kust en ze vertelden elkaar hun belevenissen uit de visserij. Eén van de mannen zat uitgebreid te gebaren, om te laten zien hoe groot een vis was die aan hem had weten te ontsnappen. Daarbij raakte zijn arm het theeblad van een serveerster, zodat de theepot tegen de witgeschilderde muur aan vloog. De inhoud liet een lelijke bruine vlek achter. De herbegier zuchtte en zei: „Nu zal ik de hele muur opnieuw moeten verven.‟ „Misschien ook niet‟, opperde een vreemdeling. „Mag ik er aan werken?‟ Omdat hij niets te verliezen had, stemde de eigenaar toe. De man haalde potloden, penselen en verf uit een schilderkist. Hij trok lijnen om de vlekken heen en bracht over alle theevlekken schaduwen en kleuren aan. Na verloop van tijd begon er een beeld te ontstaan: een hert met een prachtig gewei. De man zette zijn handtekening eronder, rekende de maaltijd af en vertrok. Zijn naam was: Sir Edwin Landseer, in die tijd een schilder die beroemd was om zijn schilderijen van dieren in het wild. In Zijn handen veranderde iets wat „verpest‟ leek in een meesterwerk. Gods handen doen, steeds weer opnieuw, hetzelfde met het leven van mensen. De 3de gedachte die ik wil neerleggen is de volgende:
3. Falen in de ogen van mensen betekent soms succes in de ogen van God. Welke scholier is succesvoller, de scholier met een prachtige cijferlijst of de scholier die bijles nodig heeft? Wie is succesvoller, een voorganger van een gemeente met tweehonderd leden, of een voorganger met een gemeente van tweeduizend leden? Deze vragen zijn niet te beantwoorden, omdat niemand dezelfde mogelijkheden of dezelfde capaciteiten heeft. We kunnen onszelf nooit vergelijken met anderen.
3
God heeft gaven, talenten en intelligentie niet gelijk verdeeld onder zijn kinderen. Verhaal leider die grote gemeente leidde en die in conferentie tegen voorgangers van kleine gemeenten zei „Wat ik kan, dat kun jij ook…‟ Dat is niet waar! In het verhaal van de talenten kreeg de eerste slaaf vijf talenten, de tweede slaaf twee en de derde slaaf kreeg er één. De eerste slaaf had zijn talenten verdubbeld tot tien en kreeg te horen dat hij succesvol was. De tweede slaaf had er maar vier, maar kreeg ook te horen dat hij succesvol was geweest! Wij kunnen niet bepalen wanneer iemand wel of niet succesvol is, dat kan alleen God! Ik voel mezelf niet altijd succesvol. Dingen zijn soms heel anders gelopen dan dat ik voor ogen had. Ik ben een aantal keren in mijn leven in geloof uitgestapt, maar ik heb daar niet altijd de vruchten van gezien. Ik ben een aantal keren „door het ijs gezakt.‟ Ik heb best wel een aantal grote teleurstellingen meegemaakt. Dat maakt je wat voorzichtig om opnieuw uit te stappen. Dat geeft angst om te falen. Maar ik wil me niet laten belemmeren door mislukkingen uit het verleden. Ik wil groeien in mijn karakter en ik wil leren van mijn fouten en opnieuw in geloof uitstappen. Ik wil je deze morgen aanmoedigen om risico‟s te nemen. Ik wil je deze morgen aanmoedigen om in de kracht van God je angst om te falen te overwinnen. God zegt vanochtend tegen jou en mij: ‘Wees niet bang, want ik ben bij je, vrees niet, want ik ben je God. Ik zal je sterken, ik zal je helpen, je steunen met mijn onoverwinnelijke rechterhand.’ Jesaja 41:10 Maar God vraagt dan wel van je om uit te stappen. Je moet niet wachten tot je angst verdwijnt. God vraagt een geloofsstap van je. God zei tegen Jozua: „Wees sterk en moedig‟. Dat zegt Hij niet 1x, maar 3x. Er was dus blijkbaar een rede om bang te zijn. Erken dat je angst hebt. Angst is een deel van de menselijke natuur en van menselijke ervaringen. Ontkennen dat we angst hebben heeft niets met moed te maken. Moed is niet de afwezigheid van angst. Moed is de weigering om overmeesterd te worden door angst. Moedige mensen zijn heel gewone mensen zoals jij en ik die op een bepaald moment zijn begonnen hun angst onder ogen te zien in plaats ervoor weg te lopen. Ben je breid om je angst onder ogen te zien en uit te stappen. Ben jij bereid om risico‟s te nemen? o o o o
Wanneer we ons geven aan een ander, lopen we het risico teleurgesteld te raken. Wanneer we onze dromen delen lopen we het risico dat we afgeschoten worden. Wanneer we liefhebben nemen we het risico dat de ander ons niet liefheeft. Wanneer we iets proberen, nemen we het risico te falen.
Mark Twain heeft eens gezegd: ‘Over twintig jaar zul je meer spijt hebben over de dingen die je hebt nagelaten dan over de dingen die je hebt gedaan. Gooi de trossen los, trek eropuit. Droom. Ontdek.’ Het grootste gevaar dat er bestaat, is dat we het niet proberen. Als we niet riskeren besparen we onszelf lijden, verdriet en teleurstellingen. Maar de persoon die niets riskeert, doet niets, heeft niets, is niets. Hij leert niet, hij groeit niet, hij verandert niet, hij leeft niet. Hij is geketend door onzekerheid en is een slaaf hij heeft zijn vrijheid opgegeven. Alleen iemand die risico‟s neemt is vrij.. De dichteres Lucille Clifton heeft eens gezegd: ‘je kunt geen kunst maken als je voorzichtig doet.’ Er zijn hier mensen beseffen dat ze last van faalangst hebben. Ze ervaren het regelmatig. Maar er zijn hier ook mensen die denken dat ze geen last van faalangst hebben, omdat ze het niet als zodanig herkennen. Ze nemen gewoon nooit risico‟s. Ze spelen altijd op safe. Ze wandelen altijd op de gebaande wegen. Ze lijden een zogenaamd comfortabel leven, en beseffen niet wat ze missen. Hun leven is voorspelbaar geworden. Maar leven met God is per definitie een leven van risico‟s nemen. Een leven in geloof is per definitie een leven dat niet op safe speelt. Je speelt wel op safe, maar niet op zichtbare zekerheden. De risico‟s die je neemt in geloof zijn verankerd in een vertrouwen op God.
4
God wil niet dat we op safe spelen. In Matteüs 25 vertelt Jezus het verhaal over de talenten. Een ondernemer gaat op zakenreis en laat voor drie van zijn werknemers een som geld achter. Tijdens zijn zakenreis nemen twee van die werknemers het risico om het geld wat ze hebben gekregen te investeren. Hun investeringen leveren resultaten op en de ondernemer spreekt lovende woorden over ze uit. De derde werknemer doet niets met het bedrag wat hem is toevertrouwd. Hij zegt: ‘Heer, ik was bang dat ik u zou teleurstellen, vandaar dat ik een goede plaats heb gezocht om uw geld te verstoppen. Hier hebt u het terug, tot de laatste cent.’ Matteüs 25:25 (The Message) Zijn meester is razend en zegt: ‘Wat een vreselijke manier om te leven! Het is schandalig om zo voorzichtig te zijn! Je wist dus dat ik het beste wilde, waarom heb je het minste gedaan. Houd op met het zekere voor het onzekere te nemen en risico’s uit de weg te gaan.’ Matteüs 25:26 (The Message) God leert ons hier dat wij rentmeesters zijn van de gaven en talenten die God ons gegeven heeft. We hebben allemaal gaven ontvangen. Niemand uitgezonderd. Hij roept ons hier op om aan de slag te gaan met die gaven en talenten. Hij roept ons hij op om risico‟s te nemen. Hoe kunnen we ooit weigeren risico‟s te nemen als God ons dat zelf heeft opgedragen. Misschien zit je hier met een stuk teleurstelling. Je hebt risico‟s genomen, je bent een aantal keren uitgestapt, maar het is niet geworden wat je verwacht had. De profeet Elia was ook in geloof uitgestapt. Hij had de moed gehad om de confrontatie aan te gaan met koning Achab en zijn vrouw Izebel en de 450 profeten van Baal. Maar als hij vervolgens bedreigd wordt door Izebel, vlucht hij weg. Hij beland uiteindelijk onder een bremstruik. Hij is teleurgesteld in zichzelf en teleurgesteld in God. Dan stuurt God een engel met brood en water. Die engel stuurt hem vervolgens naar de berg Horeb. Dat betekent dat Elia nog een afstand moet afleggen van ongeveer 400 km. Het laatste deel van de reis is ruig terrein. Elia doet er 40 dagen over. En daar, op de berg Horeb spreekt God tot Elia. En weet je wat God zegt? God zegt tegen Elia: ‘Wat doe je hier?’ (1 Koningen 19:9) Zo, dat is leuk. Heb je net de instructies van een engel nagevolgd en een reis van 40 dagen achter de rug en dan zegt God: „Wat doe je hier?‟ God zegt tegen Elia: Je hoort hier helemaal niet te zijn! Je bent niet op je bestemming. Je bent op de verkeerde plek. Elia zoekt vervolgens allerlei excuses en begint een heel verhaal, waarin hij God vertelt hoe hij Hem vol overgave heeft gediend en zegt hij tenslotte: ‘Ik ben als enige overgebleven en nu hebben ze het ook op mijn leven voorzien.’ (1 Koningen 19:10) God gaat daar helemaal niet op in. Hij zegt voor de tweede keer tegen Elia: ‘Wat doe je hier?” Het muntje viel nog niet bij Elia. Hij begint weer van voren af aan met zijn excuses en vertelt het hele verhaal opnieuw alsof God hem niet begrepen had. God gaat weer niet in op zijn excuses. Hij zegt tegen Elia: ‘Keer terug en ga naar de woestijn van Damascus’ (H.19:15) God zegt: Keer terug naar je bestemming. Keer terug naar Mijn plan met je leven. God zegt: Overwin je teleurstelling en je angst. Het teruggaan naar Israël was natuurlijk levensgevaarlijk. Er stond een prijs op het hoofd van Elia. En wat is de reactie van Elia? Hij vertrekt onmiddellijk. We lezen nergens meer dat hij bang is. Misschien wist je allang dat je last had van faalangst, misschien zijn je ogen vanochtend geopend. Luister goed: Met God kunnen we elke vijand van angst in ons leven verslaan. Dus ook faalangst! ‘Wees niet bang, want ik ben bij je, vrees niet, want ik ben je God. Ik zal je sterken, ik zal je helpen, je steunen met mijn onoverwinnelijke rechterhand.’ Jesaja 41:10
5
We kennen allemaal het verhaal van David en Goliath wel. Goliath was imposant, indrukwekkend en hij boezemde angst in. Goliath staat voor iets angstaanjagends in ons leven. Lees maar in 1 Samuël 17:11 „Bij het horen van deze woorden (de intimiderende woorden van Goliath) stonden Saul en het leger van Israël verlamd van schrik.’ In vers 24 staat: ‘Bij het zien van Goliath renden de Israëlieten angstig weg.’ Het hele leger van Israël had last van aan angststoornis. Ze hadden een Goliathfobie. Goliat staat voor iets wat ons bang maakt. En of dat nu een reële angst of een irreële angst is, dat maakt voor de oplossing niet uit! Hoe kun jij je angsten overwinnen? Hoe werd de natuurlijke Goliath verslagen? Door geloof! Geloof ziet op God. David zag op God en niet op het voorwerp van angst. David vertrouwde God. In Psalm 56:4-5 zegt David: ‘Juist als alles mij angst aanjaagt, stel ik op U mijn vertrouwen. Op U, mijn God. Ik vertrouw op God en ken geen angst…’ (Het Boek) Als David Goliath tegemoet treedt dan spreekt hij „geloofstaal‟. De woorden die hij spreekt laten zijn vertrouwen in God zien: ‘Vandaag zal de HEER je aan mij uitleveren: ik zal je verslaan en je hoofd afhouwen; en ik zal de lijken van de Filistijnen aan de aasgieren en de hyena’s ten prooi geven, zodat de hele wereld weet dat Israel een God heeft. Dan zal iedereen hier beseffen dat de HEER geen zwaard of lans nodig heeft om te overwinnen, want Hij is degene die de uitslag van de strijd bepaalt en Hij zal jullie aan ons uitleveren.’ 1 Samuël 17:46-47 Als faalangst jouw Goliath is, sta dan op en neem een besluit en maak hem vandaag een kopje kleiner.
6