Zaakbeschrijving 3 Last van hormonen?
Algemeen Binnen een middelgroot kantoor van een grote internationale financiële dienstverlener verrichten circa 300 medewerkers hun werkzaamheden. Veel van hun taken zijn gericht op de verwerking van financiële en administratieve gegevens, waarbij automatisering een belangrijke rol speelt. Binnen het ruim opgezette kantoor is een personeelsrestaurant gevestigd dat gedurende de werktijden geopend is. Medewerkers kunnen verschillende keren per dag hun werkplek verlaten om in dit restaurant te pauzeren. Zij komen hier voor een kop koffie of thee, maar ook voor snacks, een lunch of een diner. Het is aan de medewerkers niet toegestaan om eten of drinken mee te nemen naar de werkplek. Ook het nuttigen van voedsel en dranken op de werkplek is niet toegestaan. Hiermee wil de directie voorkomen dat medewerkers te lang achtereen achter hun beeldscherm zitten en daardoor fysieke of mentale klachten krijgen die aanleiding kunnen zijn voor ziekteverzuim dat aan de arbeid gerelateerd is. Aangrenzend aan het personeelsrestaurant is ook een afgesloten ruimte waarin rokers hun heil kunnen zoeken voor het consumeren van hun rookwaar. Voorts is naast het restaurant een ruimte ingericht waar medewerkers gebruik kunnen maken van fitnessapparatuur. Onder leiding van een fitnessinstructeur kunnen de medewerkers op afspraak gebruikmaken van deze faciliteit. Bij de fitnessruimte behoort ook een kleedkamer met kluisjes en een douchegelegenheid.
Specifiek Jacob de Jong is 12 jaar in dienst als medewerker van de financiële dienstverlener. Hij is een vrijgezel van 32 jaar oud. Hij is opgeleid op het niveau van een middelbare beroepsopleiding in economisch-administratieve richting en bezit een aantal voor zijn functievervulling vereiste diploma’s van door hem gevolgde interne opleidingen en trainingen. Op de inhoudelijke kanten van zijn werk is niets aan te merken. Hij heeft een hoog werktempo en maakt zelden fouten. Zijn mogelijkheden om binnen de organisatie carrière te maken zijn echter beperkt tot het uitvoerende niveau. Jacob de Jong tracht zich ten opzichte van zijn collega’s ‘macho’ te profileren. Hoewel hij graag praat over zijn ‘wilde weekenden en veroveringen bij de vrouwtjes’ gedraagt hij zich binnen de organisatie in sociale contacten dikwijls als een onuitstaanbare figuur die slecht ligt bij zijn vrouwelijke collega’s. Zijn vorige chef heeft hem enkele jaren terug op zijn door anderen ervaren ‘horkerige gedrag’ gewezen, maar daar is het tot op heden bij gebleven.
© Pearson Education, Henk Duijn, Annemarie Duijn
1
Wanneer Jacob de Jong het restaurant bezoekt, tracht hij op een botte manier contact te leggen met vooral vrouwelijke collega’s. Hij trekt aandacht door zich met grote stelligheid te positioneren en door dikwijls wat minder gepaste opmerkingen te maken. Daarbij ventileerde hij al meer dan eens dat een afwijzing van zijn avances voor hem onbegrijpelijk was. Meermalen positioneerde hij zich met ‘als mijn vrouwelijke collega’s een echte man willen ontmoeten, dan ben ik er voor hen ’. Zijn vrouwelijke collega’s trachtten hem zo veel mogelijk te negeren en niet in te gaan op zijn opmerkingen of uitspraken. Zijn mannelijke collega’s namen zijn grootspraak inzake zijn amoureuze avonturen niet erg serieus. Dit leidde er toe dat hij zich, vooral binnen de organisatie, steeds krachtiger probeerde te profileren. Mogelijk ter compensatie voor ten gevolge van afwijzingen ervaren ‘gezichtsverlies’.
Probleemstelling Een vrouwelijke medewerker heeft bij haar chef en bij de personeelsfunctionaris een klacht ingediend tegen Jacob de Jong. Jacob de Jong had haar in het restaurant aangesproken en zij had hem beleefdheidshalve te woord gestaan. Toen zij terugliep naar haar werkplek werd zij, naar haar zeggen, hinderlijk gevolgd door Jacob de Jong die een poging deed om met haar een afspraak over mogelijk gezamenlijke activiteiten na het werk te maken. Zij heeft hem daarop meermalen te kennen gegeven dat zij daar niets voor voelde. Omdat hij zo nadrukkelijk bleef aandringen en heel dicht naast haar kwam lopen, heeft zij hem op niet mis te verstane wijze duidelijk trachten te maken dat hij haar met rust diende te laten. Daarop plaatste de geïrriteerde Jacob de Jong een aantal schofferende opmerkingen in de richting van haar. Zij voelde zich hierdoor beledigd en bedreigd. Van een aantal van haar vrouwelijke collega’s hoorde zij dat hen dit ook was overkomen. Omdat het een mannelijke collega met een betrekkelijk goede staat van dienst betrof, hadden zij hiervan géén officiële melding bij een leidinggevende gemaakt. Teneinde herhaling te voorkomen spraken de dames vervolgens met elkaar af om gezamenlijk het restaurant te bezoeken. Ook tijdens deelname aan fitnesstrainingen trachtte Jacob de Jong op zijn eigen wijze contact te leggen met vrouwelijke collega’s. Ook hier bleek hetzelfde patroon van benaderen, afgewezen worden en dan schofferende opmerkingen plaatsen herkenbaar te zijn. De fitnessinstructeur heeft hem hierover reeds een paar keer aangesproken en hem duidelijk trachten te maken dat zijn aanpak als onfatsoenlijk wordt gezien. De leidinggevende van de vrouwelijke medewerker heeft hierover overlegd met zijn personeelsfunctionaris. Samen hebben zij met de leidinggevende van Jacob de Jong gesproken. Jacob de Jong werd vervolgens bij zijn leidinggevende en de personeelsfunctionaris ter verantwoording geroepen. Hij werd in het gesprek nadrukkelijk gewezen op zijn incorrecte gedrag tegenover vrouwelijke collega’s en zijn bijdrage aan een werksfeer waarin in het bijzonder vrouwelijke collega’s zich onveilig voelden. Jacob de Jong gaf hierop te kennen dat hij dat tot op heden niet zo had ervaren en dat hij zijn gedrag beter zou afstemmen op de situatie. De personeelsfunctionaris adviseerde om Jacob de Jong naar een psycholoog te verwijzen. Doel hiervan moest zijn dat deze psycholoog, op grond van een uitgebreid
© Pearson Education, Henk Duijn, Annemarie Duijn
2
persoonlijkheidsonderzoek, zowel de organisatie als Jacob de Jong gericht zou moeten adviseren over te nemen vervolgstappen. Jacob de Jong maakte een afspraak met een arbeids- en organisatiepsycholoog voor een uitgebreid persoonlijkheidsonderzoek. Drie weken later werd dit onderzoek bij hem afgenomen. De onderzoeksresultaten gaven het volgende beeld dat zijn gedrag binnen de organisatie (ten dele) verklaarbaar maakte.
Gemeten factor:
Indicatie:
Emotionele stabiliteit
Voldoende totaalbeeld - Spanningsgevoelens: in relatief hoge mate aanwezig. - Zelfwaardering: onder gemiddeld. - Optimisme: onder gemiddeld tot laag.
Sociaal gedrag
Onvoldoende totaalbeeld - Sociale inadequatie: boven gemiddeld (= gemis aan sociale flair). - Extraversie: onder gemiddeld (= ambivert). - Inleving: onder gemiddeld (= mogelijk veroorzaakt door gebrek aan begrip voor hem bij anderen). - Sociabiliteit: gemiddeld (= behoefte aan gezelschap). - Behoefte aan vriendschap: hoog (= waarschijnlijk ten gevolge van in hoge mate ervaren deprivatie).
Aanpassingsvermogen
Onvoldoende totaalbeeld - Autoritair gedrag: boven gemiddeld. - Zelfgenoegzaamheid: boven gemiddeld (= mogelijk een vorm van arrogantie uit zelfbehoud). - Verongelijktheid: hoog (= mogelijk zich ernstig tekortgedaan voelen, gebrek aan ervaren acceptatie door anderen). - Rigiditeit: hoog (= starheid).
Overige aspecten
-
Communicatief gedrag: weinig tactvol in zijn manier van spreken, met name in zijn waardering voor de andere sekse. Heteroseksualiteit: zeer hoog (= waarschijnlijk ten gevolge van in hoge mate ervaren deprivatie).
Het uitgebrachte advies Het advies van de psycholoog bestond uit de volgende twee onderdelen: a. Het gedrag van Jacob de Jong kon worden bijgesteld door een traject Personal Management Coaching, waarbij voornamelijk een sterk accent moest worden gelegd op zijn manier van communiceren met anderen. In de communicatietraining, met
© Pearson Education, Henk Duijn, Annemarie Duijn
3
video ondersteunde ‘feedback’, kon hij leren zich op een meer adequate wijze te profileren. b. De oorzaak van het gedrag was in belangrijke mate gelegen in de zeer sterke gepreoccupeerdheid van Jacob de Jong met seksualiteit. Hij was gedreven op zoek naar een partner waarbij hij bij herhaling een verkeerde manier van toenadering koos. De psycholoog adviseerde hem contact op te nemen met een relatiebemiddelingsbureau, waar hij mogelijk aan een bij hem passende partner zou kunnen worden gekoppeld.
De resultaten Een half jaar na het uitgebrachte advies, de training en de bemiddeling door het relatiebemiddelingsbureau leerde Jacob de Jong een jonge vrouw kennen die goed bij hem paste. Haar naam was Saskia den Hoedt. De eerste periode van hun gezamenlijk optrekken kenmerkte zich door ‘bijzonder prettig gestoord gedrag ten gevolge van hevige verliefdheid’. Na enkele maanden samenwonen kwamen zij beiden in rustiger vaarwater. Haar sterke voorkeur voor het spelen van korfbal werd door Jacob de Jong gedeeld. Dit leidde er zelfs toe dat Jacob een belangrijk deel van zijn vrije tijd aan deze sport ging wijden. Hij vond het prettig om contacten met anderen aan te gaan en sociaal gewaardeerd te worden vanwege zijn inzet in verenigingsverband. Zijn gedrag binnen de organisatie veranderde eveneens in belangrijke mate, hij was een stuk rustiger geworden en werd geleidelijk aan ook meer gewaardeerd door zijn collega’s. Twee jaar na het uitgebrachte advies is Jacob de Jong met Saskia den Hoedt getrouwd. Hij kreeg met zijn vrouw een tweeling (twee meisjes) en gedroeg zich in woorden en daden als een huisvader met een zeer sterk verantwoordelijkheidsgevoel ten opzichte van zijn gezin. Van zijn hinderlijk gedrag van voor de interventie is in de daarop volgende jaren géén sprake meer geweest. Zijn betrokkenheid bij zijn gezin en bij anderen was groter geworden. Hij had geleerd zich beter in te leven in de rol en situatie van anderen. Zijn zelfbeeld en zijn zelfvertrouwen waren versterkt en zijn zelfgenoegzaamheid was op een normaal niveau gekomen.
© Pearson Education, Henk Duijn, Annemarie Duijn
4
Opdracht (Personeelsmanagement) 1. Lees de zaakbeschrijving door en inventariseer de woorden en begrippen die je niet kent. 2. Zoek de betekenis op voor de door jou geïnventariseerde woorden en begrippen. 3. Lees de zaakbeschrijving vervolgens nogmaals aandachtig door. 4. Wat is volgens jou de kern van het gesignaleerde probleem? 5. Analyseer het probleem in termen van mogelijke oorzaken en gevolgen en bespreek het probleem in de groep. 6. Welk verband is er naar jouw mening aanwezig tussen het gesignaleerde probleem en de door jou bestudeerde leerstof? 7. Welke bronnen heb je, naast de bestudeerde leerstof, geraadpleegd om achtergrondinformatie over de gesignaleerde problematiek te verzamelen? 8. Wanneer je zelf voor een aanpak van dit probleem zou mogen kiezen, welke aanpak heeft dan naar jouw eigen mening, mede gebaseerd op de door jou bestudeerde leerstof en overige achtergrondinformatie, de voorkeur? Motiveer je antwoord.
© Pearson Education, Henk Duijn, Annemarie Duijn
5