KNNV Zoogdierenwerkgroep Voorne
Muizen onderzoek als educatief middel
verslag 46 Muizenonderzoek Oever Oude Maas Spijkenisse september 2010
Jan Alewijn Dijkhuizen
foto Mariëtte
Inleiding In 2009 heeft de zoogdierenwerkgroep van de KNNV afdeling Voorne voor de Milieugroep Spijkenisse een muizenonderzoek inclusief openbare excursie georganiseerd in het Mallenbos te Spijkenisse. Dit bleek een groot succes en daarom is besloten in 2010 dit te herhalen maar op een andere plek. Deze keer is gekozen voor de zuidoever van de Oude Maas tussen Spijkenisse en de Beerenplaat. De zuidoever van de Oude Maas bestaat voor een groot deel uit rietkragen en ruigtes welke onderhevig zijn aan getijdenwerking en golfslag van langsvarende scheepvaart. Deze gebieden zouden interessant kunnen zijn voor de Noordse woelmuis als verbindingszones tussen de Hoekse Waard en het eiland VoornePutten. Naast het algemene doel, namelijk vaststellen welke muizen er voorkomen langs de oever van de Oude Maas werd er gericht gezocht naar de Noordse woelmuis. Gebiedsbeschrijving Er werden totaal 4 raaien van 20 vallen neergezet op 4 verschillende locaties. gebied 1: Vlak achter de Beerenplaat ligt evenwijdig aan de Oude Maas een klein kreekje welke grotendeels met riet is begroeid, daaraan grenst aan beide zijden een verruigde kruidenstrook welke omzoomd wordt door wilgen. Hier geldt een gedempt getij. De vallen zijn geplaatst op de grens van kruidenruigte en riet. gebied 2: Dit deel van de oever van de Oude Maas bestaat uit een natte rietkraag grenzend aan de dijkvoet. Precies in die zone staan veel geknotte wilgen. De rietkraag wordt zeer sterk beïnvloed door getij en golfslag. De vallen zijn geplaatst onder de knotwilgen aan de voet van de dijk.
gebied 3: De rietkraag van het Allemansgriend is behoorlijk breed maar staat wel sterk onder invloed van de getijdenwerking, de vallen werden hier 15 meter uit de voet van de dijk in het riet geplaatst.
gebied 4: Onder aan de dijk tegenover de flats van Spijkenisse komt het water bij hoog water en door golfslag tot aan de voet. De vallen zijn hier in de rietkraag onder aan de voet van de dijk gezet waar verder geen wilgen in de nabijheid stonden.
De 4 vanglocaties
Werkwijze De opzet van dit onderzoek is geheel afgestemd op de werkzaamheden van de landelijke Zoogdiervereniging. Deze vereniging is in het kader van de inhaalslag Noordse Woelmuis en Waterspitsmuis al langere tijd bezig om de leefgebieden van beide soorten in kaart te brengen. Het onderzoek in Klein Profijt door onze zoogdierenwerkgroep eerder dit najaar maakte daar ook al deel van uit. Het is de bedoeling dat in kansrijke gebieden ieder kilometerhok (Amersfoort coördinaten) op kleine zoogdieren wordt onderzocht. Uit bovenstaande kaart kan worden opgemerkt hoe de keuzes van locaties tot stand komen. De vallen zijn op woensdag 8 september in de terreinen geplaatst. De muizen konden in en uit lopen tot vrijdagmiddag, toen werden de deurtjes op scherp gezet. Er zijn 4 raaien van 20 vallen neergezet, steeds 2 bij elkaar om de 10 meter. Dit om naast de gemakkelijk vangbare bosmuizen ook andere soorten te kunnen vangen. Vanaf vrijdagavond hebben er 4 controles plaatsgevonden: vrijdagavond 10-9 21.00 uur zaterdagmorgen 11-9 09.00 uur zaterdagavond 11-9 21.00 uur met deelnemers IVN natuurgidsencursus zondagmorgen 12-9 09.00 uur met deelnemers excursie van de milieugroep Deze keer hebben Harry Pomp, Kees Rosmolen, Theo Verboom en Maarten Alleblas geholpen met uitzetten van de vallen en de controleren. Kees Rosmolen heeft weer foto’s van de terreinen en enkele muizen gemaakt. In dit verslag is er weer dankbaar gebruik van gemaakt. Resultaat
Er werden voornamelijk bosmuizen gevangen. Deze kwamen in alle vier terreinen voor. In rij 1 werden in 20 vallen 18 bosmuizen gevangen, voorwaar een respectabel aantal. Het was verrassend om daar ook bosspitsmuizen tussen aan te treffen. Leuk was de waarneming van twee dwergmuizen in rij 2 en 4, dat blijven leuke beesten. Minder leuk was de sterfte van enkele muizen in raai 2,3 en 4 door de onverwacht hoge getijdenwerking. Dit zette een grote domper op de tweede controle. Dit geeft ook meteen aan hoe moeilijk de muizen het moeten hebben in de rietkragen langs de oever van de Oude Maas. Al met al was het geen spectaculair resultaat en was het educatief ook leuker geweest als we wat meer soorten hadden gevangen. Aan de andere kant levert ook dit soort resultaat meer inzicht in het voorkomen van muizen op Voorne.
Dankwoord Ik wil alle medewerkers en deelnemers bedanken voor hun interesse en in het bijzonder Theo en Maarten van de milieugroep Spijkenisse en Kees en Harry van de KNNV Zoogdierenwerkgroep. Jan Alewijn
Cijfers rij 1 tot rij 2 tot rij 3 tot rij 4 tot
86591-428231 86684-428235 85066-428469 85149-428443 84417-428786 84488-428751 83963-429038 83890-429103 totaal
controle 1 bosmuis 15 bosspitsmuis 1 bosmuis 4 dwergmuis 1 bosmuis 12
controle 2 controle 3 bosmuis 18 bosmuis 16 bosspitsmuis 1 bosmuis 8 bosmuis 5
controle 4 bosmuis 18 bosmuis
4
bosmuis
13 bosmuis
7
bosmuis
9
bosmuis
bosmuis dwergmuis
2 bosmuis 1 42
1
bosmuis
2
1 34
30
33