Kleur je muziek! Lesideeën en kleurenpartituren voor kinderen en personen met een handicap
Index: 3. 4.
Voorwoord Handleiding
6. 7. 8. 10. 12. 13. 14. 16. 18. 20. 23. 24. 26. 29. 30. 32. 33. 34. 36. 38. 39.
Beginlied De vakantie is voorbij Dag appel dag peer Ik ben een piraat In het oerwoud Broeder Jacob Pol de Trol Radha Soami Beste moeder De maan is rond Ik heb de zon gezien Een egel in het bos De slak en het haasje Op een grote paddenstoel Droompopje Spiegeltje, spiegeltje Nu! Componist Ik zing en ik spring De trippel trappel trap Eindlied
40.
Dankwoordje + Eindnoot 1
Voorwoord Gedurende de eerste jaren dat ik lesgaf, stootte Voorwoord
ik vaak op eindtermen, hele strakke kaders, vaste Gedurende de eerste jaren dat ik lesgaf, stootte gewoonten en oude structuren. Ik wist dat het ik vaak op eindtermen, hele strakke kaders, vaste ookgewoonten anders konenenoude zo begon mijnIk zoektocht naar structuren. wist dat het eenook andere manier van met zoektocht kinderen naar anders kon en zoomgaan begon mijn en een jongeren. wasvan eenomgaan boeiende weg om de andereHet manier met kinderen kinderen muziek steeds meer al spelenderwijs en jongeren. Het was een boeiende weg om dete kinderen steedsbeleven, meer al spelenderwijs laten ervarenmuziek en te laten zodat ze zichteop ervaren en van te laten beleven,eigen zodatkonden ze zich op dielaten manier de taal de muziek die manier de taal van de muziek eigen konden maken. maken. Samen met An Soontjens, muziektherapeute, Samen met muziektherapeute, ging ik met ditAn alsSoontjens, uitgangspunt, aan de slag ging ik met dit als uitgangspunt, aan de slag met verschillende doelgroepen: kleuters, lagere met verschillende doelgroepen: kleuters, lagere schoolkinderen, volwassenen, personen met een schoolkinderen, volwassenen, personen met handicap,… Na een tijdje kwam ik in contacteen met de handicap,… Na maken een tijdje kwam ik van in contact met de methode ‘Muziek met kleur’ Peter Mak. methode ‘Muziek maken met kleur’ van Peter Mak. Al gauw werd mij duidelijk dat de methodieken die Al gauw werd mij duidelijk dat de methodieken die worden gebruikt voor personen met een mentale worden gebruikt voor personen met een mentale handicap vaak in overeenstemming zijn met de handicap vaak in overeenstemming zijn met de methodieken voor kleuters en lagere schoolkinderen methodieken voor kleuters en lagere schoolkinderen vanvan de de eerste graad. eerste graad.Meer Meerbepaald bepaaldheb hebik ikhet hetdan dan over hethet aanbieden van over aanbieden vaneen eengoede goedestructuur, structuur,een een veilig kader, hethetspelenderwijs het visueel visueel veilig kader, spelenderwijsaanleren, aanleren, het werken, hethet breder kijken werken, breder kijkendan danenkel enkelnaar naarmuzikale muzikale vaardigheden,… Muziek maken met kleur leek meme vaardingheden,… Muziek maken met kleur leek eeneen fijne manier omom kinderen inin contact fijne manier kinderen contacttetebrengen brengen metmet hethet notenschrift. notenschrift. Al Al gauw bleek datdatjonge gauw bleek jongekinderen kinderenopopheel heelkorte kortetijd tijd in staat waren omom een kleurenpartituur in staat waren een kleurenpartituurtetelezen lezenen entete spelen. kwamook ookalalsnel sneldedevraag vraag waarom waarom de do spelen. ErEr kwam eigenlijk geel zagenendederereblauw… blauw…Zo Zoontstond ontstond nu nu eigenlijk geel zag verhaal boek. hethet verhaal in in ditdit boek. Telkens weer genietikikererenorm enormvan vanom ommet metdede Telkens weer geniet kinderen al spelenderwijsaan aande deslag slag te te gaan gaan met kinderen al spelenderwijs met muziek. Vanuit mijn enthousiasme en verlangen muziek. Vanuit mijn enthousiasme en verlangen te delen andere enthousiasteleerkrachten, leerkrachten, dit dit te delen metmet andere enthousiaste begeleiders en ouders is dit boek ontstaan. Veel begeleiders en ouders is dit boek ontstaan. Veel plezier ermee! plezier ermee! 3
Handleiding Inhoud van het boek
Het boek bestaat uit een verhaal, liederen met lesideeën en kleurenpartituren voor de leerlingen. De liederen kunnen los gebruikt worden van de kleurenpartituren. De structuur van de lesinhoud bestaat meestal uit de inspiratiebron, het lesmateriaal, de lesideeën en de tips. Als het lied heel vanzelfsprekend aan te brengen is, staan er enkel tips vermeld. Alle lesideeën zijn ontstaan vanuit praktijkervaringen. Het boek is vooral bedoeld als inspiratiebron. Je kan eigen ideeën toevoegen, activiteiten aanpassen, de teksten van de liedjes veranderen,… Doorheen de liedjes worden verschillende methodieken aangereikt: improviseren, een verhaal vertellen als inleiding, verschillende manieren van aanleren van een lied,… Meestal komen tijdens elk lied de drie gebieden aan bod: muziek, beeld en drama.Vooral op jonge leeftijd is het belangrijk dat kinderen geprikkeld worden via verschillende ingangspoorten. Pas later wordt vaak duidelijk welke richting het best bij hen persoonlijk past.
Begin- en eindlied
Structuur en veiligheid bieden is voor jonge kinderen enorm belangrijk. Daarom is beginnen met een beginlied en eindigen met een eindlied een goede manier om je les in te leiden en af te sluiten. Tijdens het beginlied geef je de kinderen de kans om zelf hun naam te zeggen. Dat is voor hen een bevestiging dat ze aanwezig zijn. Ze kiezen ervoor daar te zijn. Bovendien worden ze even persoonlijk door jou benaderd. Bij kleuters kan het enkele lessen duren vooraleer ze hun naam zelf durven zeggen. Het eindlied vormt een duidelijk eindpunt van je les.
Doelgroep
Bij de liederen is niet vermeld voor welke leeftijdsgroep het lied bedoeld is. Het is meestal de manier van aanbrengen die bepalend is of het lied aanslaat of niet. Het lied van Pol de Trol bijvoorbeeld, kan evengoed bij de kleuters worden aangebracht als bij kinderen van het tweede leerjaar. Door het anders aanbrengen van een lied, krijgt het ook meteen een andere betekenis voor kinderen. De muziek dient dan als medium om jouw boodschap van de les over te brengen.
4
Methodieken
Bij vele liederen zijn bewegingen uitgeschreven. Kinderen leren heel snel door het motorisch ‘verklanken’ van de muziek. Soms gebeurt het dat ze de bewegingen nog kennen, maar de woorden niet meer. Juist door de bewegingen kunnen ze zich de tekst weer herinneren. Het is belangrijk te weten dat kinderen niet meteen of tegelijkertijd de tekst en de melodie in zich kunnen opnemen. De eerste keren dat kinderen een lied proberen mee te zingen, zullen ze een beetje brabbelen op de juiste melodie en af en toe een woordje uitspreken. Pas na heel veel herhaling zullen ze spontaan en zonder nadenken de liederen meezingen met tekst. Door zoveel mogelijk activiteiten aan te bieden rond een bepaald lied krijgen de kinderen ruimschoots de tijd om zich zowel de tekst als de melodie eigen te maken. Op die manier gaan ze zingen vanuit hun eigen spontaniteit. Bij enkele liederen gebruik ik improvisatie als methodiek. Kinderen, en dan vooral de allerkleinsten, hebben niet veel aanzet nodig om te improviseren. Ze betasten instrumenten en experimenteren met verschillende klanken. Wij als begeleiders zijn er dan om dit speelse exploreren te structureren. Tijdens het improviseren bied je dus een kader aan waarbinnen de kinderen vrij kunnen spelen.
Beleving
Als je een lied aanbrengt, kruip dan even zelf in de gedachten van de kinderen. Speel mee met hen, zonder de groep uit handen te geven. Begeleid de groep en laat je leiden door de groep. Kinderen brengen zoveel fijne ideeën aan. Als je niet kan loskomen van je eigen lesideeën, dan is er ook geen ruimte voor wat er door hen wordt aangeboden op dat moment. Heel veel lesideeën uit dit boek zijn ontstaan vanuit de ideeën van de kinderen zelf. Jij als begeleider biedt iets aan, vervolgens krijgen de kinderen de kans om hun eigen fantasie aan te spreken, die jij op jouw beurt weer in een bepaalde vorm kan gieten. Wat hierbij heel opvallend is, is dat het vaak niet groots of veel moet zijn. Kinderen genieten de dag van vandaag ook nog van eenvoud. Ze kennen bijvoorbeeld allemaal een spiegel, maar door dat spiegeltje centraal te zetten en er een bepaalde betekenis aan te geven, wordt die spiegel plots heel magisch.
Kleurenpartituren
De kleurenpartituren zijn gebaseerd op de methode van Peter Mak en de methode die de jostiband gebruikt. Dezelfde kleuren zijn gebruikt voor dezelfde noten. Er wordt op elk moment getracht om zo dicht mogelijk bij de notatie van het klassieke notenschrift te blijven, zodat de overgang zo vlot mogelijk kan verlopen. De partituren zijn onderverdeeld in de eerste stem, dus de melodie van het lied, de tweede stem, de basnoten van de akkoorden en een partituur van de combinatie van de twee stemmen. Met een grote groep is het vaak een uitdaging om de kinderen de partituren aan te leren. Zeker om de verschillende stemmen goed samen te laten klinken. Een fijne manier is om de kinderen die even moeten wachten de kleuren mee te laten zeggen. Op die manier zijn ze actief betrokken bij de andere stem. Zorg ervoor dat, als je de partituren met de kinderen oefent, je zelf een begeleidend instrument hebt dat voldoende luid klinkt en voldoende draagkracht heeft om het metrum goed te kunnen aangeven, bijvoorbeeld een piano of een djembé. Als kinderen het moeilijk hebben om het metrum vast te houden, laat hen dit dan eerst motorisch ervaren. Laat ze in de handen klappen, rondstappen, tikken op de benen,… Koppel het ritme en de noten eerst los. Zich concentreren op het ritme en tegelijkertijd op het bespelen van de juiste noten is voor sommige kinderen een hele uitdaging.
CD
De cd dient als hulpmiddel voor het aanleren van de liederen en is vooral bedoeld om de sfeer van het lied te laten aanvoelen. Daarom zijn de liederen op verschillende manieren opgenomen. Juist om op die manier te laten ervaren welke sfeer deze liederen willen overbrengen.
Tot slot
Het is belangrijk te weten dat er bij het laten beleven of aanleren van muziek veel meer komt kijken dan wij soms denken. Als een kind bijvoorbeeld ritmisch niet meekan, wordt er vaak de conclusie getrokken dat het bijvoorbeeld niet muzikaal begaafd is. De ritmische impuls heeft echter onder andere te maken met de innerlijke stabiliteit van het kind en niet zozeer met muzikaliteit. Het is dan aan ons om het potentieel van dat kind te zien en onze lessen eerder als een proces te bekijken dan als een doel op zich. Dit vergt een andere manier van denken. Muziek wordt niet gezien als een resultaat dat moet verwezenlijkt worden, maar wel als een proces voor het stimuleren van de ontwikkeling van een kind op vele verschillende gebieden, zoals motoriek, expressie, concentratievermogen,… . Ook binnen dit kader wordt er naar een bepaald niveau toegewerkt en worden doelstellingen en eindtermen bereikt. Het is enkel de manier waarop kinderen de leerstof aangeboden krijgen die verschillend is.
Instrumenten
De liederen kunnen uitgevoerd worden op verschillende instrumenten. Door de pianokaartjes, bijgevoegd bij de partituren, kunnen de kinderen gemakkelijk op de piano spelen. Het kaartje zonder bollen boven de noot begint bij de centrale do. Het kaartje met zwarte bollen ligt daar links van en het kaartje met rode bollen ligt er rechts van. Op die manier kan je noten spelen over drie octaven. Orff-instrumenten zijn ook heel dankbaar. Je kleeft eenvoudigweg gekleurde stickers op de staafjes van de instrumenten. Noten die lager liggen dan de lage do, kunnen een octaaf (acht noten) hoger gespeeld worden. Eventueel kan je ook de vorige noot herhalen. Bij de noten met wijzigingstekens, dus een kruis of een mol, blijft de kleur hetzelfde. Zowel de fa als de fa kruis is groen. Dit verschilt met de methode van Peter Mak. Met behulp van de kleuren ontdekken de kinderen op een speelse manier verschillende instrumenten. Zelfs bij een gitaar kan je gekleurde stickers kleven op de noten. 5
IkIkzing en ik spring zing en ik spring C
&c j œ œ Ik
Vc ‰
zing
j œ œj œ œ œ œj œ F
œ œ œ.
en ik spring,
˙˙
ik laat me
ho - ren,
˙˙
˙˙
j œ œj œ
G
˙˙
C
G
F
&œ
zing
V
œ œ œ.
en
ik spring,
˙˙
ik
C
F
C
F
ik zing
G
F
œ œ
œ
œ.
ho - ren,
G
j œ œ œ Œ œj
˙˙
en ik spring,
˙˙
˙˙
˙˙
˙˙
Improvisatie
laat me
C
lui-ster
C
F
G
˙˙
˙˙
˙˙
˙˙ C
-
ster
Ó
maar!
Ó
˙˙
˙˙ F
Ik
˙˙
˙˙
˙˙
lui
maar!
G
& 9
V &
C
F
G
.. ..
13
V C
& V ˙˙
36
G
Fine
! Fine
Ó
inspiratiebron
Onze stem is een heel gevoelig instrument. Hiermee laten we ons horen en stellen we ons auditief aanwezig in de wereld. Jezelf laten horen, spreken voor jezelf is een proces op zich. Sommige kinderen hebben bijvoorbeeld angst om niet gehoord te worden en beginnen luid te spreken of te roepen. Anderen durven niets te zeggen. Nog andere kinderen voelen zich juist heel goed als ze spreken en zingen. Zeggen tegen iemand dat hij niet kan zingen of andere negatieve uitspraken doen, kunnen een stem blokkeren, waardoor je alleen maar een averechts resultaat krijgt. De stem van kinderen moet zich nog ontwikkelen dus het zou kunnen dat ze brommen, vals, te luid of niet durven zingen,… Probeer je bij dit lied zeker niet te focussen op ‘zingen de kinderen het lied juist en mooi’! Het gaat hier om de muziek die in de kinderen zelf zit. Jij biedt hen op een fijne gestructureerde manier de kans om hier expressie aan te geven.
lesmateriaal
• cd of begeleidend instrument • enkele instrumenten naar keuze • microfoon en versterker
lesuitwerking
inleiding: Je vraagt aan de kinderen welk instrument er in het lichaam aanwezig is. Samen met de kinderen experimenteer je met je stem. Droevige klanken, vrolijke klanken, luide en zachte klanken,… aanleren: Je zingt het lied enkele keren voor, zonder het improvisatiegedeelte. Daarna zeg je dat de kinderen mogen zingen, bewegen, spelen op een instrument,… als jij stopt met zingen (kies de activiteit die op dat moment het beste aansluit bij jouw groep). Als je terug begint te zingen, moeten ze stoppen met hun activiteit. Je kan dit in groep doen of je kan elk kind apart aan de beurt laten. uitbreiding: Laat tijdens het improvisatiegedeelte de kinderen die willen één voor één in een micro zingen of spreken. Kinderen vinden het fijn om hun stem versterkt te horen en te luisteren naar de klanken van de andere kinderen.
tips
• Voor sommige kinderen kan het bewust laten horen van hun stem nog te beangstigend zijn. Biedt gedurende de les telkens weer kansen aan om hen toch aan bod te laten komen.
37