Kies 2
Leerwerkboek burgerschap
SANDER HEEBELS • PETRI BENSCHOP MENNO BEEKHUIZEN • MARK OOMEN • HANNEKE SCHOTTERT
Heb je een leeshandicap en wil je dit boek in een toegankelijke leesvorm, bel dan Dedicon: 0486-486486, of kijk op www.dedicon.nl.
Inhoudsopgave Verantwoording van de methode Thema 1 Kiezen Startopdracht Les 1 Vrijheid Les 2 Identiteit Les 3 Waarden en normen Begrippen Keuzeopdrachten
2013 Eerste druk, eerste oplage Vormgeving en opmaak: PrePressMediaPartners bv, www.ppmp.nl Tekening omslag: Mirjam Vissers, www.mirjamvissers.nl Tekeningen binnenwerk: Erwin Suvaal en Luci van Engelen, www.cviiiontwerpers.nl Uitgeverij Deviant Krommestraat 70 3811 CD Amersfoort t: 033-4650831 e:
[email protected] i: www.uitgeverij-deviant.nl © 2013 Uitgeverij Deviant, Amersfoort Het is niet toegestaan dit werk, of delen daarvan, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever te kopiëren. Onrechtmatig kopiëren is een vorm van diefstal. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van art. 16b en 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht, Postbus 3051, 2130 KB Hoofddorp. Voor het overnemen van een of enkele gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers of andere compilatiewerken dient men zich tot de uitgever te wenden. Ondanks alle inspanningen is het de uitgever misschien niet gelukt alle rechthebbenden te achterhalen. Als u denkt rechthebbende te zijn, neemt u dan contact op met de uitgever.
Uitgeverij Deviant drukt haar boeken in Nederland en op papier met het FSC-keurmerk. ISBN 978-94-90998-820
Thema 2 De samenleving Startopdracht Les 1 Samenleven Les 2 Regels en wetten Les 3 Rechten en plichten Les 4 De multiculturele samenleving Les 5 Discriminatie Begrippen Keuzeopdrachten Thema 3 Democratie Startopdracht Les 1 Inspraak Les 2 Politieke partijen Les 3 Verkiezingen Les 4 Het bestuur van Nederland Les 5 De Europese Unie Begrippen Keuzeopdrachten Thema 4 Werken Startopdracht Les 1 Werk Les 2 Een baan zoeken Les 3 Het contract Les 4 Rechten en regels Les 5 Vakbonden en voorzieningen Begrippen Keuzeopdrachten
4
10 12 18 25 32 33
Thema 5 Veiligheid Startopdracht Les 1 Je veilig voelen Les 2 Agressie en geweld Les 3 Veiligheidsmaatregelen Les 4 Criminaliteit en straf Les 5 Rechtspraak Begrippen Keuzeopdrachten
158 160 166 173 179 185 191 192
36 38 45 52 60 69 76 77
Thema 6 Media Startopdracht Les 1 Communicatie en massamedia Les 2 Persvrijheid Les 3 Kritisch omgaan met media Les 4 Sociale media Les 5 Media en actie Begrippen Keuzeopdrachten
196 198 204 210 216 223 231 232
80 82 89 95 101 109 116 117
Thema 7 Consumeren Startopdracht Les 1 Inkomsten en uitgaven Les 2 Lenen en schuld Les 3 Reclame Les 4 Milieuvriendelijk leven Les 5 Over de grens Begrippen Keuzeopdrachten
236 238 244 250 257 264 270 271
120 122 129 135 142 148 154 155
Thema 8 Gezondheid Startopdracht Les 1 Leefstijl Les 2 Genotsmiddelen Les 3 Gezond of ongezond Les 4 Relaties Les 5 Seks Begrippen Keuzeopdrachten
274 276 283 289 295 302 309 310
Wat heb je geleerd? Bronvermelding afbeeldingen Knipbladen
312 316 320 3
Thema 2 De samenleving
Startopdracht
Startopdracht
Situatie 2:
Situatie 3:
Situatie 4:
Situatie 5:
c. Kies één van de situaties. Leg uit wat deze situatie met samenleven te maken heeft.
d. Welke situatie heeft volgens jou het meest met vrijheid te maken? Leg je antwoord uit.
e. Welke situatie heeft volgens jou met regels te maken? Leg je antwoord uit. a. Bekijk de afbeelding. b. Op de afbeelding zijn situaties te zien die te maken hebben met samenleven. Beschrijf vijf situaties op de afbeelding. Situatie 1:
36
37
Thema 2 De samenleving
Les 1
Samenleven
Les 1
Samenleven
Opdracht 1 Je bent onderdeel van de Nederlandse samenleving.
Je leert: • dat je onderdeel bent van de Nederlandse samenleving; • waarom respect en tolerantie belangrijke waarden zijn in de samenleving; • wat asociaal gedrag is.
a. Welke woorden komen er in je op als je denkt aan de samenleving? Schrijf tien woorden op.
Theorie Je leeft samen met alle mensen die je op school, thuis, op straat of op je werk tegenkomt. Je bent onderdeel van de samenleving. Een samenleving is een groep mensen die in hetzelfde land of gebied woont, werkt en leeft. De Nederlandse samenleving bestaat uit allerlei verschillende mensen. Iedereen heeft zijn eigen waarden en normen. Jouw waarden en normen kunnen anders zijn dan de waarden en normen van jouw collega’s of klasgenoten. Toch zijn jullie allemaal onderdeel van de Nederlandse samenleving.
b. Maak met de klas een woordweb over de samenleving. c. Neem het woordweb over in je boek.
Voorbeeld
38
39
Thema 2
De samenleving
d. Welk woord in het woordweb heeft volgens jou het meest met de samenleving te maken? Leg uit waarom je dat vindt.
Les 1
Samenleven
Opdracht 2 Lees het artikel.
Theorie Om te kunnen samenleven is het belangrijk om rekening te houden met anderen. Je moet andere mensen accepteren, ook als die mensen anders zijn dan jij. Dit noem je tolerantie. Een voorbeeld van tolerantie is accepteren dat iemand een ander geloof heeft dan jij. Veel mensen vinden het ook belangrijk dat mensen respect hebben voor elkaar. Respect betekent dat je waardering hebt voor andere mensen. Je kunt respect tonen voor je tegenstander tijdens een sportwedstrijd, bijvoorbeeld door hem na afloop een hand te geven. Je waardeert die persoon dan voor zijn inzet of kwaliteiten.
Voorbeeld
Tekst naar: Metro.
40
41
Thema 2
De samenleving
a. Wat heeft het artikel met tolerantie te maken?
Les 1
Samenleven
Theorie Mensen houden niet altijd rekening met elkaar. Als je iets doet, waarbij je geen rekening houdt met de mensen om je heen en zij daar last van hebben, vertoon je asociaal gedrag.
b. Wat heeft het artikel met respect te maken?
Het verschilt per persoon of situatie of gedrag asociaal wordt gevonden. Veel mensen vinden het bijvoorbeeld asociaal als je op straat spuugt, terwijl sommige mensen dat geen probleem vinden.
Voorbeeld c. Lees de stelling. Stelling Er is te weinig respect voor homoseksuele mensen in Nederland.
d. Geef een argument vóór de stelling.
e. Geef een argument tegen de stelling.
Opdracht 3 Bekijk het schema. f. Je voert in de klas een gesprek over de stelling. Lees eerst de regels voor het voeren van een klassengesprek. Klassengesprek • Steek je vinger op als je iets wilt zeggen. • Laat een ander uitpraten. • Blijf vriendelijk. • Geef argumenten die je mening ondersteunen.
42
43
Thema 2
De samenleving
a. Kruis achter elke zin aan hoe asociaal je dit gedrag vindt: 1 betekent niet asociaal en 5 betekent heel asociaal.
Les 2
Les 2
Regels en wetten
Regels en wetten
b. Vergelijk jouw schema met het schema van een klasgenoot. c. Welke verschillen vallen je op?
Je leert: • dat in elke samenleving regels gelden; • wat wetten zijn en door wie wetten worden gemaakt; • wat regels en wetten met vrijheid te maken hebben.
Theorie
d. Geef een voorbeeld van gedrag dat jij heel asociaal vindt. Leg uit waarom je dit gedrag asociaal vindt.
In elke samenleving gelden regels. Op school geldt bijvoorbeeld de regel dat je op tijd moet komen. In restaurants geldt de regel dat je niet mag roken. Sommige regels staan ergens opgeschreven, zoals de huisregels in de trein. Andere regels zijn niet opgeschreven, zoals fatsoensnormen. Een fatsoensnorm is een ongeschreven regel over hoe iemand zich in een bepaalde situatie zou moeten gedragen. Mensen aankijken als je tegen ze praat, is een voorbeeld van een fatsoensnorm.
Voorbeeld e. Ontwerp een bord waarmee je mensen laat zien dat dit gedrag niet is toegestaan.
44
45
Thema 2
De samenleving
Begrippen Asociaal gedrag Gedrag waarbij je geen rekening houdt met de mensen om je heen en zij daar last van hebben.
76
Cultuur
Het geheel van waarden, normen en gewoonten van een groep mensen.
Discriminatie
Het ongelijk behandelen of achterstellen van mensen op basis van kenmerken als geslacht, cultuur of religie.
Fatsoensnorm
Een ongeschreven regel over hoe iemand zich in een bepaalde situatie zou moeten gedragen.
Grondrecht
Een recht dat in de Grondwet staat en voor iedereen in Nederland geldt.
De Grondwet
De belangrijkste wet in Nederland.
Integratie
De situatie waarbij mensen zich aan elkaar aanpassen, elkaar leren kennen en elkaars gewoonten overnemen.
Mensenrecht
Een recht dat voor iedereen in de wereld geldt.
Multiculturele samenleving
Een samenleving waarin mensen uit verschillende culturen leven.
De overheid
Het geheel van organisaties die wetten opstellen en controleren of mensen zich aan de wetten houden.
Plicht
Iets wat je moet doen of wat je moet nakomen.
Racisme
Het discrimineren van mensen vanwege hun huidskleur of het volk waartoe zij behoren.
Recht
Iets dat je mag doen of mag hebben.
Respect
Waardering hebben voor andere mensen.
Samenleving
Een groep mensen die in hetzelfde land of gebied woont, werkt en leeft.
Tolerantie
Het accepteren van mensen die anders zijn dan jij.
Vooroordeel
Een mening die niet op feiten is gebaseerd.
Wet
Een belangrijke regel die in een wetboek staat en waaraan je je moet houden.
Keuzeopdrachten
Keuzeopdrachten In dit thema heb je geleerd wat het betekent om met mensen samen te leven. Om dit thema af te ronden, maak je een keuzeopdracht over het onderwerp de samenleving. Je kiest één van de drie keuzeopdrachten die hieronder worden beschreven. De uitwerking van de keuzeopdracht is een bewijsstuk voor in je portfolio.
a. Lees de keuzeopdrachten door. Keuzeopdracht 1 Fotocollage Deze opdracht maak je alleen. Je maakt een fotocollage over een cultuur. Je kiest een cultuur uit de Nederlandse samenleving. Je zoekt of maakt foto’s die volgens jou te maken hebben met deze cultuur. De foto’s plak je op een groot vel papier. Je geeft elke foto een onderschrift waarin je uitlegt wat er op de foto te zien is.
Keuzeopdracht 2 Poster Deze opdracht maak je samen met een klasgenoot. Jullie maken een poster over rechten en plichten in Nederland. Jullie beschrijven op de poster de rechten en plichten die jullie belangrijk vinden. Jullie zoeken afbeeldingen die volgens jullie bij deze rechten en plichten horen.
Keuzeopdracht 3 Krant Deze opdracht maak je samen met drie klasgenoten. Jullie maken een krant over de multiculturele samenleving. Jullie schrijven alle vier een artikel over een actueel onderwerp dat te maken heeft met de multiculturele samenleving. Jullie zoeken of maken bij elk artikel een geschikte foto.
b. Kruis de keuzeopdracht aan die je gaat uitwerken. Keuzeopdracht 1 Keuzeopdracht 2 Keuzeopdracht 3
Fotocollage Poster Krant
c. Vraag de opdracht van je keuze aan je docent en werk de keuzeopdracht uit.
77
Thema 2
De samenleving
d. Beantwoord de terugkijkvragen na het uitwerken van de keuzeopdracht. Terugkijkvragen • Wat heeft jouw keuzeopdracht met burgerschap te maken? • Wat vond je moeilijk aan het maken van deze keuzeopdracht? • Wat vond je leuk aan het maken van deze keuzeopdracht? • Wat heb je van deze keuzeopdracht geleerd? • Ben je tevreden met jouw uitwerking van de keuzeopdracht? • Wat zou je bij de volgende keuzeopdracht anders doen?
e. Stop je uitwerking van de keuzeopdracht en je uitwerking van de terugkijkvragen in je portfolio.
78