Naam: Plaats: Studentnummer: Onderwijsinstelling: Tutorgroep: Naam tutor: Naam vakdocent: Datum van voltooiing:
2
Dunja de Boer Landsmeer 205810 Pabo Almere V4D Agatha Andela Jeroen de Kruijf Juni 2008
| Keuzewerk voor iedereen
Samenvatting Keuzewerk is een belangrijk onderdeel van Daltononderwijs. Omdat het keuzewerk op mijn praktijkschool een extra impuls kon gebruiken, heb ik onderzocht welke invulling van keuzewerk binnen Daltononderwijs bij mijn praktijkschool past en hoe dit eruit kan zien in groep 6/7. Na een literatuurstudie heb ik verschillende invullingen van keuzewerk onderscheiden. Ik heb via een vragenlijst bij de teamleden onderzocht waar de belangen en voorkeuren liggen op verschillende aspecten van keuzewerk. Een belangrijke conclusie die ik hieruit kon trekken, was dat vooral het tegemoet komen aan talenten en persoonlijke interesses van leerlingen, door de teamleden als significant doel van het keuzewerk wordt gezien. Met dit als kennis heb ik gezocht naar een manier om dit in de praktijk vorm te geven. Ik heb uiteindelijk keuzekaarten gemaakt voor de groep 6/7. Deze kaarten heb ik in de groep uitgetest en samen met de leerlingen en de Daltoncoördinator besproken en geëvalueerd. Ook heb ik voor het team een aantal suggesties beschreven omtrent de organisatie van het keuzewerk. Dit op basis van de door het team ingevulde vragenlijsten.
3
Samenvatting | Keuzewerk voor iedereen
Voorwoord Landsmeer, 8 juni 2008. Voor u ligt mijn scriptie waaraan ik met veel plezier heb gewerkt. Ik heb tijdens het werken aan dit product veel nieuwe kennis opgedaan, die bruikbaar is voor mijn praktijk als leerkracht. Ik ben dan ook erg trots op het eindresultaat en hoop dat u door dit schrijfproduct te lezen, ook ruimte ziet voor vernieuwingen en/of verbeteringen in uw klas of school. Want zoals elke goede leerkracht weet, het onderwijs is nooit klaar met ontwikkelen. Ik wil ten eerste het gehele team van mijn praktijkschool bedanken. Ik heb door de warme ontvangst en de goede begeleiding een fantastische LIO-stage achter de rug. Dit maakte het voor mij extra plezierig en waardevol om aan mijn afstudeeronderzoek te werken. Apart wil ik de Daltoncoördinator Ans van den Bosch noemen, zij heeft mij heeft begeleid tijdens het maken van deze scriptie. Ook wil ik mijn vakdocent Jeroen de Kruijf bedanken. Hij had dit studiejaar geen uren beschikbaar om studenten met hun afstudeeronderzoek te begeleiden. Toch heeft hij na mijn verzoek deze taak op zich genomen. Als laatste wil ik mijn vader bedanken omdat hij me altijd wijze raad geeft over het onderwijs aan kinderen. Ik geniet van de gesprekken die ik met hem voer en de visie die hij me altijd geeft. Ik wil daarom dit voorwoord eindigen met een stukje uit een verhaal dat hij ooit aan mij vertelde. We waren in gesprek over de belevingswereld van kinderen, één van de krachtigste instrumenten die je als leerkracht bezit. “….mijn oom had een vuilnisbedrijf en achterop het land van onze boerderij bewaarde hij wat hij nog bruikbaar vond om bijvoorbeeld te verkopen. Mijn vader maakte zich hier nooit echt druk om en wij ook niet. Voor ons was dit het paradijs. Het was namelijk geen vuilnis maar het waren onderdelen om robots en tijdmachines mee te maken. Het was onze wereld en daar tussen het vuilnis waren wij de wereld.” (Pieter de Boer, 2007).
De organisatie van keuzewerk ......................................................................................23 5.1
Verschillende organisatorische aspecten ...............................................................23
5.1.1
Het tijdstip .......................................................................................................23
5.1.2
De afronding ...................................................................................................23
5.1.3
De registratie ...................................................................................................24
5.1.4
Eigen plannen en ideeën .................................................................................25
5.1.5
Regels en afspraken .......................................................................................25
5.2
Vergaderen en overleggen .....................................................................................26
Slot .......................................................................................................................................27 Bronnenoverzicht .................................................................................................................28 Bijlage 1 De vragenlijst .........................................................................................................29 Bijlage 2 Interpretatie uitkomsten vragenlijst.........................................................................31 Bijlage 3 De Keuzekaarten ...................................................................................................33 Bijlage 4 Foto-impressie werken met de keuzekaarten .........................................................57 Bijlage 5 Vragenlijst aan de leerlingen ..................................................................................59 Bijlage 6 Gebruikte bronnen voor het maken van de keuzekaarten ......................................61 Bijlage 7 Registreren van keuzewerk op de taak ..................................................................63 Bijlage 8 Voorbeeld van een werkplan..................................................................................64 Bijlage 9 Feedback van de teamleden ..................................................................................65 5
Voorwoord | Keuzewerk voor iedereen
Inleiding Vanaf het begin van dit studiejaar loop ik mijn LIO-stage op Openbare Daltonschool De Waterhoek in Almere. Tijdens een aantal teamvergaderingen van dit schooljaar werd er gesproken over de ontwikkeling van het keuzewerk. De school is dit jaar gestart met het maken van kieskasten in iedere klas. Omdat het team hier nog maar net mee was begonnen, zag ik de kans mijn scriptie op dit onderwerp te richten. Ik wilde onderzoeken hoe het keuzewerk op mijn praktijkschool verder kon worden vormgegeven en welke volgende stappen de school kon maken. Na een literatuurstudie kwam ik tot de conclusie, dat er veel verschillende manieren zijn om aan keuzewerk een invulling te geven. Doordat ik me dit realiseerde, kwam ik op de volgende hoofdvraag van deze scriptie: Welke invulling van keuzewerk binnen Daltononderwijs past bij mijn praktijkschool en hoe kan dit er in praktijk voor groep 6/7 uitzien? Ik heb gekozen voor groep 6/7, omdat in deze groep de Daltoncoördinator van de school lesgeeft. Op deze manier kon ik in goede samenwerking met de Daltoncoördinator aan mijn afstudeeronderzoek werken. Vanuit mijn hoofdvraag vloeiden er verschillende subvragen waaruit mijn hoofdstukken ontstonden. Ik zal deze hieronder stuk voor stuk beschrijven: -
Op wat voor school loop ik stage en hoe is het keuzewerk daar op dit moment vormgegeven? In het hoofdstuk ‘Mijn praktijkschool, een Daltonschool’ beschrijf ik de groei van de school. Wanneer is de keuze voor Daltononderwijs er gekomen en hoe zijn vanaf dat punt de ontwikkelingen verlopen? Verder schets ik een beeld van de huidige invulling van het keuzewerk.
-
Welke plek heeft keuzewerk binnen het Daltononderwijs? In het hoofdstuk ‘Keuzewerk binnen Daltononderwijs’ beschrijf ik de basisprincipes van Daltononderwijs. Ik spits me hierna voornamelijk op het onderwerp keuzewerk en wat de relatie met Daltononderwijs is.
-
Op wat voor manieren kun je keuzewerk vormgeven en welke vorm past bij mijn praktijkschool? Door middel van mijn literatuuronderzoek heb ik een onderscheid gemaakt tussen verschillende vormen van keuzewerk. In het hoofdstuk ‘Een invulling geven aan keuzewerk’ licht ik al deze vormen kort toe. Door middel van een vragenlijst heb ik onderzocht welke vorm het best bij mijn praktijkschool past. Ik geef een uitgebreide beschrijving van deze vorm.
-
Hoe ziet dit er in praktijk voor groep 6/7 uit? In het hoofdstuk ‘Het product’ beschrijf ik hoe ik keuzekaarten voor de kieskast in groep 6/7 heb ontworpen. Verder reflecteer ik op het werken hiermee.
6
Inleiding | Keuzewerk voor iedereen
-
Hoe organiseer je het keuzewerk? In het laatste hoofdstuk ‘De organisatie van keuzewerk’ behandel ik praktische zaken omtrent keuzewerk, zoals regels en afspraken, de registratie en het moment van gebruik. Hier geef ik aan de hand van de door het team ingevulde vragenlijsten een aantal suggesties over hoe hiermee kan worden omgegaan.
7
Inleiding | Keuzewerk voor iedereen
1 Mijn praktijkschool, een Daltonschool Mijn praktijkschool, De Waterhoek, is een openbare basisschool en is gevestigd in Almere. Tijdens vergadermomenten in het schooljaar 2002-2003, sprak het team over het geven van een specifieke richting aan de school. De reden hiervoor was een duidelijke profilering in de wijk. Daltononderwijs bleek de manier om deze school een eigen karakter te geven. De Daltonaanpak lag dicht bij de huidige aanpak. Ook werd het belangrijk gevonden, dat hiermee het zelfstandig leren van de kinderen meer ruimte kon krijgen. Aan het eind van dat schooljaar kreeg De Waterhoek toestemming van het schoolbestuur om deze weg te volgen en werd de school lid van de Nederlandse Dalton Vereniging. Zo werd de school een aspirant-Daltonschool. (Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek De Waterhoek, 2004)
1.1
Op weg naar Dalton
Het schooljaar hierna, 2003-2004, werden de leerkrachten geschoold door externe deskundigen, werd er bepaald welke Daltonkenmerken er al op de school aanwezig waren en werden er enkele veranderingen richting Dalton doorgevoerd. In het schooljaar 20042005 hebben alle leerkrachten het officiële Daltondiploma behaald. Tevens gingen de teamleden op bezoek bij andere Daltonscholen, om kennis en ervaringen uit te wisselen. (Schoolgids De Waterhoek, 2007) In het schooljaar van 2005-2006, werd de school bezocht door visiteurs van de Nederlandse Dalton Vereniging. Deze zouden oordelen of de school wel of niet gereed was voor de officiële Daltonlicentie. Helaas oordeelde de visitatiecommissie dat de school hier nog niet klaar voor was. Wel meende de visitatiecommissie dat de school grote stappen had gemaakt in de goede richting. In het visitatieverslag werd de volgende conclusie getrokken door de visitatiecommissie: “De visiteurs hebben een hardwerkend team aangetroffen, dat de afgelopen drie jaar stevig geïnvesteerd heeft in het ontwikkelen van een Daltonschool. Hoewel al veel Daltonelementen aanwezig zijn, is het visitatieteam van mening dat de school nog moet groeien op de ontwikkelingslijnen vrijheid/verantwoordelijkheid en zelfstandigheid. Het visitatieteam adviseert het algemeen bestuur van de Nederlandse Daltonvereniging om de school hier nog twee jaar de tijd voor te geven en nogmaals een visitatie af te nemen in het voorjaar van 2008, zodat de school voldoende tijd heeft om de weg naar Dalton af te maken.”
8
Mijn praktijkschool, een Daltonschool | Keuzewerk voor iedereen
1.2
Keuzewerk als kans
Het team heeft de afgelopen twee jaar hard gewerkt om zich op de bovengenoemde punten te verbeteren, mede met behulp en begeleiding vanuit de IJsselgroep. Een ontwikkelpunt dit schooljaar was nog het thema keuzewerk. Ondertussen hebben alle leerkrachten een kieskast in hun klas staan en is er constructiemateriaal aangeschaft om het keuzewerk in de kasten aan te vullen. De school heeft een Daltonboek waarin alle Daltonafspraken vastliggen. Onder het kopje keuzewerk is hier de volgende informatie te vinden: “Vrijheid betekent niet alleen dat het kind de volgorde binnen de taak mag bepalen, maar ook, dat het voor een deel zelf de inhoud van zijn/haar leren mag kiezen. Keuzewerk is bij ons niet “even wat voor jezelf doen”, het is ook niet uitloopwerk voor de snelle werkers en het is ook niet “even een spelletje doen” Keuzewerk is: •
een niet-vrijblijvende, educatieve activiteit (pico-picolo, werken op de computer, tekenen, spellen samen doen); de scheidingslijn educatief – recreatief is niet altijd scherp te trekken (ganzenborden kan als telactiviteit heel educatief zijn in groep 3, maar niet meer in groep 6);
•
een vast onderdeel van de basistaak op een vast moment in de week;
•
een activiteit die de kinderen zelf mogen kiezen, afhankelijk van hun belangstelling;
•
ook in de kleutergroepen een regelmatig terugkerende werkvorm;
•
in principe zelfcorrigerend, al zal de leerkracht ook hierbij volgen wat de leerlingen doen en welke kwaliteit ze leveren;
•
soms een activiteit die je samen doet en soms juist iets om alleen te doen.
Daltonaspecten vrijheid / verantwoordelijkheid
De kinderen hebben de vrijheid om zelf te kiezen wat ze willen leren. Hun keuze moeten
ze
ook
waarmaken.
Ze
zijn
verantwoordelijk voor de uitvoering Zelfstandigheid
Het maken van de keuze wordt zelfstandig gemaakt, zonder dat de leerkracht zich daarin mengt. Ook de uitvoering gebeurt zelfstandig. Op verzoek van de leerling zal de leerkracht helpen en suggesties geven
Samenwerking 9
Keuzewerk kan uitnodigen tot samenwerken
Mijn praktijkschool, een Daltonschool | Keuzewerk voor iedereen
De leerkrachten hebben een mooie start gemaakt met de kieskasten en het constructiemateriaal. Keuzewerk op De Waterhoek is een feit. Tijdens het maken van deze scriptie, hebben visiteurs opnieuw een bezoek gebracht aan de school voor een hervisitatie. Het harde werken van de teamleden is beloond, want de school mag zich nu terecht en met gepaste trots een officiële Daltonschool noemen! In het nieuwe visitatieverslag van het jaar 2008 kwam nog als ontwikkelpunt naar voren, dat de school het keuzewerk een extra impuls zou kunnen geven, door het meer te variëren en de leerlingen uit te dagen. Op dit moment zijn er nog vooral spelletjes in de kasten te vinden. Gevarieerd keuzewerk met een uitdaging is dus het doel.
10
Mijn praktijkschool, een Daltonschool | Keuzewerk voor iedereen
2 Keuzewerk binnen Daltononderwijs Veel scholen maken gebruik van keuzewerk en kieskasten. Vaak wordt dit vanuit een organisatorisch standpunt gedaan, bijvoorbeeld om de leerlingen die snel klaar zijn bezig te houden. Daltononderwijs is echter een onderwijsvorm waarbij keuzewerk in de visie zit verworven. Keuzewerk hoort bij Dalton en binnen het Daltononderwijs is er ook een specifieke kijk op het keuzewerk. (Keuzewerk binnen Dalton onderwijs, 2007)
2.1
Helen Parkhurst
De Amerikaanse lerares Helen Parkhurst (1887 - 1973), experimenteerde met een nieuwe vorm van onderwijs. In 1922 legde ze haar ideeën vast in ‘Education on the Dalton Plan’.
Hierin
omschrijft
ze
haar
drie
pedagogische ankerpunten: zelfstandigheid, samenwerking en vrijheid (in gebondenheid). Door de jaren heen is Daltononderwijs erg veranderd, het heeft zich aangepast aan de ontwikkelingen in de maatschappij en andere accenten gekregen. Maar de basis, de drie pedagogische ankerpunten zijn altijd hetzelfde gebleven. Ze vormen het fundament van Daltononderwijs. Helen Parkhurst heeft niet beschreven hoe haar ankerpunten precies vorm moeten krijgen. Daltononderwijs is geen voorgeschreven methode. Elke school vult deze punten op zijn eigen manier in. Zo kan het zijn, dat de leerlingen op de ene Daltonschool zelf mogen bepalen met wie ze samenwerken en dat op een andere Daltonschool de leerlingen werken volgens een maatjessysteem. In welke vorm dan ook, aan de ankerpunten wordt op iedere Daltonschool een invulling gegeven. (Wenke en Röhner, 2003)
2.2
Vrijheid in gebondenheid
Voor het onderwerp keuzewerk moet vooral gekeken worden naar het ankerpunt vrijheid. Dit ankerpunt leert leerlingen om te gaan met verantwoordelijkheden. Vaak wordt het stukje ‘in gebondenheid’ achter vrijheid gezet. Dit wordt gedaan omdat Dalton niet voor onbegrensde vrijheid van de leerlingen staat. Er wordt uitgegaan van vertrouwen van de leerkracht in de leerling. Er worden tussen hen beiden afspraken gemaakt over de te verwerken leerstof. Deze afspraken kunnen bijvoorbeeld gaan over de volgorde waarin er aan de leerstof wordt 11
Keuzewerk binnen Daltononderwijs | Keuzewerk voor iedereen
gewerkt of met wie de leerling dit eventueel samen wil doen. De leerlingen hebben zo invloed op hun eigen leerproces. Achteraf wordt er verantwoording afgelegd aan de leerkracht. Al deze afspraken worden vormgegeven in de taak. De inhoud van de leerstof zal vaak bepaald worden door de kerndoelen van het primair onderwijs. Dit betekent dat leerlingen verplicht zijn bepaalde leerstof door te werken. De vrijheid ligt hierbij vooral in het bepalen van de vormgeving van het leerproces.
2.3
Keuzewerk vanuit inhoudelijk standpunt
In haar ‘Education on the Dalton Plan’, spreekt Helen Parkhurst niet alleen over de verantwoordelijkheid van de leerling voor de vormgeving van zijn leerproces, maar ook over de inhoud hiervan. Keuzewerk is een belangrijk middel waarmee dit zijn uitwerking kan krijgen. Keuzewerk wordt binnen Daltononderwijs dus heel bewust ingezet. Keuzewerk bestaat niet uit klaaropdrachten om ervoor te zorgen dat leerlingen die vlug klaar zijn met hun werk ‘zoet te houden’. Het is geen organisatorisch middel om tempo- en niveauverschillen op te vangen. Omdat keuzewerk vanuit fundamentele standpunten wordt ingezet, is het bedoeld voor iedere leerling. Wanneer leerlingen zelf inspraak hebben over de activiteit die ze gaan ondernemen, zal de motivatie voor het leren doen toenemen. Ook is er door de vrije keuze ruimte voor individuele ontplooiing van de leerlingen. Zo zorgt keuzewerk voor een ontwikkeling van leerkrachtgestuurd naar leerlinggestuurd leren. Keuzes maken is een belangrijk onderdeel van het leven. Dagelijks maken we kleine keuzes, zoals welke kleren je die dag aantrekt, wat je in de avond gaat eten en hoe je een invulling geeft aan je vrije tijd. We maken in het leven ook grotere keuzes, bijvoorbeeld school- en beroepskeuzes, politieke keuzes, de keuze van een woonplaats, de keuze voor een partner of de keuze voor een geloofovertuiging. Leerlingen in het Daltononderwijs leren al op jonge leeftijd met de verantwoordelijkheden die uit keuzevrijheid voortvloeien om te gaan. In de kleuterklassen mogen de leerlingen tijdens de speelwerktijd kiezen in welke hoek ze willen gaan werken of met welk spel ze willen gaan spelen. Dit zorgt ervoor dat leerlingen zichzelf vragen gaan stellen als: ‘Wat vind ik leuk om te doen? Wat wil ik gaan leren? Waar wil ik meer over weten?’ Deze vragen zorgen ervoor dat leerlingen leren bewuste en overdachte keuzes te maken. Leerlingen leren verantwoordelijkheid te nemen voor de consequenties van hun keuzes. (Jansen en De Haan, 2005)
12
Keuzewerk binnen Daltononderwijs | Keuzewerk voor iedereen
3 Een invulling geven aan keuzewerk. In het vorige hoofdstuk werden de inhoudelijke standpunten van keuzewerk besproken. Keuzewerk is dus een enorm belangrijk onderdeel van Daltononderwijs. Maar hoe geeft een school een precieze invulling aan het begrip keuzewerk? Aangezien Dalton geen methode is moet het team zichzelf vele vragen stellen, zodat het keuzewerk op een manier wordt vormgegeven, die bij de school past.
3.1
Verschillende doelen van keuzewerk
Naast de leerlingen de verantwoordelijkheid geven voor de inhoud van hun eigen leerproces, kan keuzewerk nog meer betekenissen hebben. De vraag die een school zich als allereerste zou moeten stellen is: ‘Wat vinden wij een belangrijk doel van keuzewerk?’ Vanuit het antwoord op deze vraag, kan het keuzewerk een passende, concrete uitwerking krijgen (Derksen, 2001). Na mijn literatuurstudie heb ik de volgende doelen van keuzewerk onderscheiden: 1. Het herhalen en inoefenen van stof uit de reguliere leerlijnen van de verschillende vakken. Hierbij zal de leerling een reeds behandeld onderwerp dat zijn interesse heeft gewekt, opnieuw behandelen door een verwerkingsactiviteit. Dit kan een thema uit de wereldoriëntatiemethode betreffen, maar ook een spellingsregel of een onderwerp van het rekenwerk. Het herhalen zal gebeuren door verschillende gevarieerde verwerkingsactiviteiten. Voorbeelden hiervan zijn het maken van een collage, een gedicht, een PowerPoint presentatie of het verwerken van gegevens in een grafiek. Al deze activiteiten zorgen ervoor dat leerling nog dieper kan ingaan op het onderwerp dat zijn interesse heeft gewekt. De leerkracht zal hierbij vooral veel creativiteit moeten inzetten voor het bedenken en aanbieden van verschillende verwerkingsactiviteiten. (Van der Velden, 2001) 2. Belangstelling opwekken voor inhouden. Speerpunt hierbij is het vergroten van kennis over onderwerpen, als het heelal, kunst, flora en fauna, geschiedenis, etc. Dit kan bijvoorbeeld door het maken van werkstukken, spreekbeurten, PowerPoint presentaties of het maken van WebQuests. De leerkracht zal hierbij veel aandacht moeten besteden aan het onder de aandacht brengen van, en interesse wekken voor verschillende onderwerpen. Sommige scholen doen dit met behulp van een thema. Er wordt bijvoorbeeld een aantal weken gewerkt aan allerlei keuzetaken over de Romeinen. Na de afronding worden er
13
Een invulling geven aan keuzewerk. | Keuzewerk voor iedereen
keuzetaken over een nieuw onderwerp aangeboden. Andere scholen bieden het hele jaar door keuzetaken aan, over allerlei verschillende inhouden. (Janse, 2007) 3. Het tegemoet komen aan persoonlijke talenten en interesses. Bij dit doel wordt het waardevol gevonden, dat leerlingen hun persoonlijke talenten verder kunnen ontplooien. Wanneer een leerling erg muzikaal is kan het bijvoorbeeld een eigen liedje gaan schrijven, een leerling die gericht is op bouwen gaat aan de slag met constructiemateriaal en de leerling die zo gek is op beeldende activiteiten maakt schilderijen voor in de school. De leerkracht zal hierbij veel aandacht besteden aan het onderzoeken van de verschillende interesses bij de leerlingen en het (samen) bedenken van keuzetaken hierbij. (Pinkse en Smits, 2006) 4. Het oefenen van vaardigheden als doelen leren stellen, plannen, reflecteren, etc. De nadruk wordt hierbij niet gelegd op wat de leerling precies gaat doen, maar op het proces daarvan. Leerlingen bedenken zelf wat ze gaan doen, stellen dit voor aan de leerkracht, maken een plan en registreren onderweg hun proces. Aan het einde van de keuzetaak wordt het product geëvalueerd en wordt er gereflecteerd op het proces. De leerkracht zal veel tijd en aandacht besteden aan het ontwikkelen van vaardigheden die hierbij komen kijken. Dit kan allemaal heel goed met behulp van een kinderPOP. (Mijnster, 2006) 5. Spelen en ontspannen. Hierbij wordt het belangrijk gevonden dat de leerling even weg kan van al het moeten van de taak. De leerkracht wil niet teveel eisen stellen aan het keuzewerk van de leerlingen, zodat ze even lekker wat voor zichzelf kunnen doen. Ze mogen een boek lezen, een leerspelletje spelen maar ook even tekenen. De leerkracht zal ervoor zorgen dat er verschillende materialen aanwezig zijn, waar de leerlingen het fijn van vinden om mee te werken. (Derksen, 2001)
3.2
De keuze van De Waterhoek
Om duidelijk te krijgen hoe het team van mijn praktijkschool tegen deze verschillende doelen aankijkt, heb ik een vragenlijst gemaakt die te vinden is in bijlage 1 (blz. 29). De uitkomsten van deze vragenlijst zijn overzichtelijk weergegeven in bijlage 2 (blz. 31). Vanuit de gegeven antwoorden op de eerste vraag kon ik de belangrijke conclusie trekken, dat de leerkrachten het erg belangrijk vinden, dat met het keuzewerk tegemoet wordt gekomen aan de persoonlijke talenten en interesses van de leerlingen. Bijna iedere leerkracht heeft aangegeven dit als gewichtigste doel te zien.
14
Een invulling geven aan keuzewerk. | Keuzewerk voor iedereen
Tijdens mijn zoektocht naar een concrete uitwerking van dit doel in keuzewerk, kwam ik op de werkvorm hoekenwerk terecht. Op steeds meer scholen wordt deze werkvorm ingevoerd, om zo het onderwijs meer te differentiëren naar de interesses van leerlingen.
3.3
Hoekenwerk
Hooijmaaijers (1998) merkt op dat hoekenwerk een steeds belangrijkere plaats in het onderwijs krijgt. Binnen veel moderne onderwijsvernieuwingen wordt deze manier van werken gehanteerd. Bijvoorbeeld in het ontwikkelingsgericht, ervaringsgericht en het adaptief onderwijs. Hoekenwerk is een vorm van zelfstandig werken waarbij sommige opdrachten uitgevoerd worden op een bepaalde plaats (hoek) omdat daar het nodige materiaal aanwezig is. Door middel van hoekenwerk kan er onderwijs aan worden geboden, dat zich richt op de leerling. Kinderen krijgen de kans om te kiezen uit verschillende opdrachten, spelletjes of bijvoorbeeld ontdekactiviteiten. Door deze differentiatie naar interesse, wordt nagestreefd dat de motivatie van de leerlingen om te leren toeneemt en dat de zelfstandigheid wordt bevorderd. Hoekenwerk bestaat uit keuzevrijheid, maar deze keuzevrijheid is niet vrijblijvend, er zijn verwachtingen ten aanzien van de leerlingen. Dit komt danig overeen met het Daltonaspect ‘vrijheid in gebondenheid’. In het ‘Handboek Werken in Hoeken’ (Pinkse en Smits 2007) wordt inzicht gegeven in verschillende modellen van hoekenwerk. Zo wordt er voor scholen die het breed aan willen pakken, beschreven hoe hoekenwerk gebruikt kan worden als invulling van het totale onderwijsaanbod. Er staan echter ook suggesties in voor scholen die willen beginnen met het opzetten van een kieskast. Een kieskast kan dus een bescheiden vorm van hoekenwerk zijn, terwijl er bij deze vorm geen sprake is van meerdere ingerichte hoeken. De kieskasten zijn op school al aanwezig, maar bestaan voornamelijk alleen nog uit verschillende soorten spellen. Een kieskast volgens hoekenwerk is vaak een open kast, op een goed bereikbare plek in de klas. In deze kast liggen allerlei verschillende soorten materialen, spellen en opdrachten waaruit de leerlingen kunnen kiezen en waar ze zelfstandig mee aan de slag kunnen gaan. Om aan te sluiten bij de verschillende interesses van leerlingen, wordt de kieskast ingedeeld en gecodeerd naar thema of vakgebied In de praktijk is gebleken dat wanneer leerlingen eenmaal doorhebben hoe het werkt, de overgang vanuit een goed opgebouwde kieskast naar vast hoekenwerk een relatief kleine stap is. In de kieskast liggen bijvoorbeeld alle rekenmaterialen bij elkaar, later kunnen deze rekenmaterialen een vaste plek in de klas of school krijgen waardoor er een rekenhoek ontstaat.
15
Een invulling geven aan keuzewerk. | Keuzewerk voor iedereen
3.5
Keuzekaarten voor zelfstandig leren
Een kieskast die rekening houdt met interesses heeft dus veel verschillende soorten materialen nodig. Op de school zijn al veel educatieve spellen aanwezig. Daarom heb ik ervoor gekozen om een aanvulling te geven op deze spellen door uitdagende en zelfstandige keuzekaarten te maken. Krachtig keuzewerk moet door de leerlingen zelfstandig uit te voeren zijn. Het bestaat echter niet uit werkbladen vol met invulopdrachten, die de leerlingen zelfstandig maken en met een nakijkblad kunnen nakijken. Keuzewerk moet een uitdaging bieden en een zekere vrijheid laten aan de leerlingen. Ik zocht naar criteria om deze eisen van uitdaging en zelfstandigheid duidelijker te maken. Deze vond ik in het concept van ‘Kansrijke Taal’ (Hansma, 2001). Hierin wordt er een onderscheid gemaakt tussen zelfstandig verwerken, zelfstandig werken en zelfstandig leren. Zelfstandig verwerken gebeurt in de les, wanneer een leerling aan een opdracht werkt n.a.v. de instructie van de leerkracht. Op deze manier voorkomt de leerkracht dat alleen hij aan het woord is en betrekt hij de leerlingen actief bij de les. Zelfstandig werken gebeurt buiten de les. De opdrachten voor zelfstandig werken hebben een eigen lijn. Deze opdrachten zorgen ervoor dat de leerlingen nieuwe vaardigheden en kennis verwerven. Dit gebeurt in Daltononderwijs, wanneer de leerlingen zelfstandig aan de taak werken. Zelfstandig leren gaat een stapje verder, de inbreng van de leerlingen is hier groot. Er zit vaak geen volgorde in de opdrachten. Hierbij werkt de leerling niet alleen zelfstandig, maar maakt hij ook zelf keuzes voor verschillende activiteiten. Deze activiteiten zijn niet gericht op het oefenen of het aanleren van vaardigheden en kennis, maar geven de leerlingen de kans reeds verworven kennis toe te passen. Het zijn uitdagende opdrachten, die ruimte bieden aan de creativiteit van de leerling. Ik zag hier meteen de link met de eisen voor uitdaging en zelfstandigheid. In het boek van ‘Kansrijke Taal’ zijn uitgewerkte criteria te vinden waar materiaal voor zelfstandig leren aan zou moeten voldoen. Hieronder geef ik een beschrijving van deze criteria. •
Toegankelijk
De leerlingen weten na een korte oriëntatiefase waar de materialen voor dienen en wat ze ermee kunnen doen. Dit betekent dat de materialen de zelfstandigheid ondersteunen. Wanneer de leerlingen vaak met vragen over de opdracht naar de leerkracht toekomen, zijn de materialen niet toegankelijk genoeg. •
16
Doelzuiver
Een invulling geven aan keuzewerk. | Keuzewerk voor iedereen
Het doel en de functie van materialen is voor de leerlingen helder. Alle materialen staan in het teken van één leeressentie, samen maken ze het doel sterker en duidelijk. Er zijn geen dubbele of verborgen doelen. •
Uitnodigend
De materialen geven houvast, maar doen ook een beroep op eigen initiatief en vindingrijkheid van de leerlingen. Leerlingen kunnen herhalen, variëren en nieuwe mogelijkheden toevoegen. Dit betekent, dat het invullen van een werkblad met sommetjes niet uitnodigend genoeg is. •
Gevarieerd
De materialen doen zoveel mogelijk een beroep op diverse leerstijlen en bieden ook voldoende
keuzemogelijkheid.
Wanneer
er
alleen
gekozen
kan
worden
uit
techniekopdrachten, zal dit niet bij iedere leerling de interesse opwekken. •
Met kwaliteit
De leerlingen kunnen met dezelfde materialen zowel eenvoudige als moeilijke activiteiten ondernemen. Er is mogelijkheid tot diepgang. De leerlingen kunnen dezelfde opdracht vaker uitvoeren om de volgende keer een beter resultaat te behalen. •
Met ondersteuning
-
Materieel De inrichtingen en materialen nodigen uit, helpen, sturen en geven houvast. Procedurele ondersteuning
-
Het betreft hulp bij het antwoord op de vraag: ‘Hoe pak ik dit aan?’ Sociale ondersteuning
-
Hulp die leerlingen elkaar kunnen geven
3.5
Verschillende vakgebieden
In hoekenwerk wordt de kieskast ingedeeld en gecodeerd naar thema of vakgebied om op deze manier aan te sluiten bij de verschillende interesses van leerlingen. Uit de vragenlijst naar het team, bleek dat het werken met een thema gemiddeld met een 6,6 werd gewaardeerd. Omdat het aanbieden van keuzewerk in thema’s veel tijd en inspanning vergt van de leerkracht, heb ik ervoor gekozen keuzekaarten te maken voor de vakgebieden: taal, rekenen, wereldoriëntatie, muziek, drama en beeldende vorming. Ik heb ervoor gekozen het onderdeel techniek niet in de kieskast uit te werken, omdat op mijn praktijkschool de techniektorens aanwezig zijn. Het team wil deze techniektorens volgend schooljaar als een deel van het keuzewerk gaan gebruiken. Om mijn praktijkschool een start te geven, heb ik voor de groep 6/7, 2 keuzekaarten gemaakt voor elk bovengenoemd vakgebied. Met deze start krijgen ook de leerlingen een idee van 17
Een invulling geven aan keuzewerk. | Keuzewerk voor iedereen
wat een keuzekaart kan inhouden. Wanneer de leerlingen zo’n beeld hebben gevormd, kunnen ze zelf ook met eigen voorkeuren en ideeën komen. Zo kun je het onderwijs nog meer laten ontwikkelen op de lijn van leerkrachtgestuurd naar leerlinggestuurd leren.
18
Een invulling geven aan keuzewerk. | Keuzewerk voor iedereen
4 Het product In het vorige hoofdstuk heb ik beschreven waarom ik heb gekozen voor de uiteindelijke vorm van mijn product. Na het bepalen van de vorm, begon ik met het ontwerpen van de keuzekaarten. In dit hoofdstuk beschrijf ik de door mij ontwikkelde keuzekaarten en reflecteer ik op de uitvoering hiervan.
4.1
Criteria
Met de genoemde criteria uit het voorgaande hoofdstuk in mijn achterhoofd, ben ik verder gegaan met het maken van mijn keuzekaarten. In bijlage 3 (blz. 33) zijn de door mij ontworpen keuzekaarten te vinden. Ik zal ik nu de verbinding leggen tussen de kaarten en de criteria voor zelfstandig leren. Als voorbeeld neem ik steeds de eerste te vinden keuzekaart. •
Toegankelijk Ik heb de kaarten toegankelijk gemaakt door aan elk vakgebied een eigen kleur toe te kennen. De keuzekaarten zijn op deze toegekende kleuren afgedrukt. Naast de kleur, heeft elk vakgebied ook een eigen symbool gekregen, zoals op deze kaart een palet met een penseel. Wanneer de leerlingen materialen nodig hebben bij de gekozen keuzetaak, kunnen ze die vinden in de la van de kieskast met de corresponderende kleur en het bijbehorende pictogram. Deze manier van codering kan door de hele school, in elke groep, op dezelfde manier terugkomen. Verder heb ik voor alle keuzekaarten een vaste indeling gehanteerd. Bovenaan de kaart staat een titel vermeld met daaronder een korte beschrijving van de desbetreffende kaart. Daaronder staat beschreven met hoeveel leerlingen er aan de kaart kan worden gewerkt en wat er nodig is aan materiaal.
•
Doelzuiver Doordat er op deze keuzekaarten stapsgewijze opdrachten staan, geven de kaarten de kinderen houvast over de uit te voeren activiteit. Het is bij deze opdracht niet mogelijk dat de leerlingen denken dat ze zomaar wat plaatjes moeten uitknippen en opplakken. Er is sprake van enige sturing.
•
Uitnodigend Deze kaart beschrijft weliswaar een opdracht, maar er is geen sprake van één mogelijke uitkomst. Iedere leerling is vrij om een collage te maken op zijn of haar manier. Zo is er ruimte voor iedere leerling om aan de opdracht een eigen draai te geven.
•
Gevarieerd Door het kiezen van zes verschillende vakgebieden, verschillen de keuzekaarten sterk van elkaar. 19
Het product | Keuzewerk voor iedereen
•
Met kwaliteit Omdat deze opdracht een beroep doet op de eigen vindingrijkheid, kan iedere leerling deze opdracht uitvoeren op zijn of haar niveau. Na het voltooien van deze kaart kan het zijn dat de leerling denkt, dat hij door zijn ervaringen, de tweede keer een betere collage kan maken.
•
Met ondersteuning Ik heb, waar dat nodig was, gebruik gemaakt van afbeeldingen om de opdrachten te ondersteunen. Op deze keuzekaart is een plaatje te vinden van een voorbeeldcollage. Hier kan de leerling inspiratie uit opdoen. Doordat er steeds stap voor stap een proces wordt beschreven, hebben de leerlingen houvast. Ze weten waar ze kunnen beginnen en wat de volgende stap is. Op elke kaart staat steeds op een vaste plek aangegeven, met hoeveel leerlingen er tegelijkertijd aan een kaart kan worden gewerkt. Omdat uit de vragenlijst naar boven kwam, dat veel teamleden (70%) het belangrijk vinden dat met het keuzewerk wordt gewerkt aan samenwerking en de omgang met anderen, heb ik ervoor gezorgd dat de meeste opdrachten door meer dan één leerling kunnen worden uitgevoerd.
4.2
Uitvoering in de praktijk
Ik heb alle, door mij ontwikkelde keuzekaarten in de praktijk uitgetest. Dit was een groot succes. Op een middag heb ik de keuzekaarten onder de leerlingen verdeeld en is iedereen in tweetallen aan de slag gegaan. De leerlingen waren erg enthousiast over de opdrachten. In bijlage 4 (blz. 57) is een foto-impressie te vinden van de middag. Aan het eind van de middag mochten alle tweetallen kort aan de klas vertellen wat voor opdracht zij hadden uitgevoerd, wat het resultaat was en wat zij ervan vonden. Zo kregen ook de leerlingen, die niet met de keuzekaart hadden gewerkt een idee van de opdracht. Eigenlijk was maar één tweetal niet zo enthousiast. Dit kwam omdat de Daltoncoördinator en ik, in één keer alle kaarten wilden uittesten en dit tweetal noodgedwongen met een keuzekaart eindigde, die niet hun voorkeur had. Door meerdere versies van elke keuzekaart in de kieskast te stoppen kan dit in de toekomst voorkomen worden. Alle kinderen hebben een vragenlijst ingevuld die te vinden is in bijlage 5 (blz. 59). Bij de laatste vraag uit de vragenlijst, konden de leerlingen aangeven over welk onderwerp of vak zij nog meer keuzekaarten in de klas zouden willen hebben. Hieruit kwam naar voren dat vooral rekenen, muziek en beeldende vorming populaire onderwerpen zijn in deze groep. Door middel van zo’n inventarisatie kan in het vervolg, wanneer er meer keuzekaarten worden gemaakt, nog beter rekening worden gehouden met de talenten en interesses van de leerlingen. 20
Het product | Keuzewerk voor iedereen
Na deze middag heb ik een evaluatiegesprek met de Daltoncoördinator gevoerd. Ook hier voerde enthousiasme de boventoon. We spraken over het verloop van de middag en bekeken de ingevulde vragenlijsten. We evalueerden de kaarten, op basis van wat er over keuzewerk in het Daltonboek van de school wordt vermeld:
Daltonaspecten vrijheid / verantwoordelijkheid
De kinderen hebben de vrijheid om zelf te kiezen wat ze willen leren. Hun keuze moeten
ze
ook
waarmaken.
Ze
zijn
verantwoordelijk voor de uitvoering Zelfstandigheid
Het maken van de keuze wordt zelfstandig gemaakt, zonder dat de leerkracht zich daarin mengt. Ook de uitvoering gebeurt zelfstandig. Op verzoek van de leerling zal de leerkracht helpen en suggesties geven
Samenwerking
Keuzewerk kan uitnodigen tot samenwerken
Door middel van het evaluatiegesprek met de Daltoncoördinator en het bekijken van de ingevulde vragenlijsten kan ik hier het volgende over schrijven: -
Vrijheid in gebondenheid: Tijdens de middag heb ik zoveel mogelijk geprobeerd elk tweetal te voorzien van een kaart naar hun wens. Zoals eerder vermeld lukte dit met één tweetal niet. Verder was iedereen bezig met een opdracht van eigen keuze. De tweetallen waren zeer gemotiveerd aan het werk en de resultaten waren prachtig. Een aantal opmerkingen uit de vragenlijsten: “Het was leuk om te doen omdat het een leuke opdracht was en het was lolig.” “Het was leuk omdat je moest denken.” “De opdracht was leuk omdat het grappig was.” “Ik vind zulke opdrachten wel leuk.” “Je moest je eigen muziek maken en dat is wel leuk.” “Het was gewoon grappig.”
-
Zelfstandigheid: Een paar keer hebben ik en de Daltoncoördinator een tweetal op weg moeten helpen, maar de meeste opdrachten zijn helemaal zelfstandig uitgevoerd. Een paar opmerkingen uit de vragenlijsten: “Eerst wist ik niet wat ik moest doen dus ging ik zo maar wat plaken en op het laatst werd het wel iets grapigs.” “We waren goed bezig.” “We moesten de hele tijd lachen omdat het een betje fout maar daarna ging het goed.” 21
Het product | Keuzewerk voor iedereen
-
Samenwerking: De samenwerking tussen de leerlingen verliep prima. De leerlingen konden elkaar goed helpen en aanvullen. Een aantal opmerkingen uit de vragenlijsten: “Waar je niet uitkwam kon je het aan de ander vragen om het op te lossen.” “Zelf weet je sommige dingen niet en de ander wel en dan weet je het!” “We konden samen heel goed muziek maken.” “We vonden het allebij leuk” “We konden goed samenwerken omdat we goed kunnen denken”
4.3
Inspiratiebronnen
Gelukkig heb ik niet alle opdrachten op de kaarten zelf hoeven bedenken en hoeven de leerkrachten in de toekomst ook niet opnieuw het wiel uit te vinden. Er is veel materiaal te vinden in mappen, methodes, boeken en internet. Ik heb veel bronnen gevonden die kunnen dienen als inspiratie voor het maken van keuzekaarten. Sommige heb ik bijna geheel overgenomen en sommige heb ik aangepast of veranderd. Ik heb in bijlage 6 (blz. 61) voor het team overzichtelijk mijn inspiratiebronnen gestalte gegeven, zodat de leerkrachten hier in de toekomst ook gebruik van kunnen maken. De bronnen bestaan uit artikelen, boeken, internetadressen en een cd-rom met digitaal verzameld materiaal. Apart wil ik graag de ‘Hoekentassen 1’ (1998) en de ‘Hoekentassen 2’ (2001) van uitgeverij Schoolsupport noemen. Deze hoekentassen bevatten per leerjaar 30 opdrachtkaarten, verdeeld over de verschillende leerdomeinen: wiskunde, taal, lichamelijke opvoeding, wereldoriëntatie en kunstzinnige oriëntatie. Ze komen vanuit het concept hoekenwerk en zijn aangepast ook prima te gebruiken in de kieskast.
22
Het product | Keuzewerk voor iedereen
5 De organisatie van keuzewerk Keuzewerk bestaat niet alleen uit inhoudelijke standpunten. Rondom keuzewerk komen ook veel organisatorische aspecten kijken. Ook hier is het weer belangrijk dat de teamleden afwegingen maken over wat zij belangrijk vinden.
5.1
Verschillende organisatorische aspecten
Ik heb door middel van de vragenlijst aan de teamleden, ook onderzocht hoe zij tegen verschillende organisatorische vraagstukken aankijken. Ik bespreek deze aspecten hieronder en geef suggesties aan het team. De tekst is grotendeels gebaseerd op Derksen 2001, maar is een persoonlijke compilatie van alle organisatorische aspecten, die ik ben tegengekomen in de bronnen die in mijn bronnenlijst worden vermeld. Het gaat te ver om bij elke parafrase een bron te noemen omdat de scheidingslijn niet meer duidelijk te trekken is bij zo’n praktisch onderwerp als dit.
5.1.1 Het tijdstip Keuzewerk kan op verschillende manieren worden georganiseerd. Een eis is wel dat elke leerling aan het keuzewerk toekomt. Sommige scholen hebben op een vast moment in de week keuzewerktijd. Zo kunnen alle leerlingen een gelijke tijd bezig zijn met keuzewerk en kan er groepsdoorbroken worden gewerkt. Ook geven de wat rumoerigere keuzetaken geen overlast aan de kinderen die graag stil aan hun taak willen werken. Andere scholen kiezen ervoor om keuzewerk op te nemen in de taak. De leerlingen zijn vrij om een keuzetaak te kiezen en moeten zelf inplannen wanneer ze van plan zijn om met hun keuzetaak aan de slag te gaan. De leerling is na het inplannen van de keuzetaak, verplicht deze taak te maken, net als met de andere taken op zijn taakblad. Sommige scholen maken gebruik van een rouleersysteem. Er staan bijvoorbeeld op het rooster 2 kinderen ingepland, om op maandag van 9:00 tot 10:00, met het materiaal van het keuzewerk aan de slag te gaan. Na dit uur zijn twee andere kinderen aan de beurt. Op dit moment werkt mijn praktijkschool op een vast moment in de week met de kieskasten. Aanzienlijk meer teamleden hebben in de vragenlijst aangegeven, dat zij liever met de kieskast als onderdeel van de taak willen werken. Daarom adviseer ik het team volgend schooljaar te kijken naar de mogelijkheid om op deze manier met het keuzewerk om te gaan.
5.1.2 De afronding Er moet ook worden overwogen hoe een keuzetaak wordt afgerond. Wat gebeurt er met het gemaakte werk? Mag een leerling dit meteen aan de leerkracht laten zien wanneer het af is? 23
De organisatie van keuzewerk | Keuzewerk voor iedereen
Moet de leerling het keuzewerk presenteren aan de rest van de klas? Mag het keuzewerk mee naar huis worden genomen of wordt het bewaard op school? Leerkrachten moeten hier afspraken over maken en dit duidelijk bespreken met hun leerlingen, zo verloopt de afronding soepel. Uit de vragenlijst kwam naar boven dat de meeste leerkrachten (67%) het fijn vinden, dat de leerlingen de keuzetaak aan de leerkracht laten zien wanneer het af is en dat het gemaakte materiaal enige tijd op een aparte plek mag staan in de klas. Verder vind 56% dat de leerlingen het gemaakte keuzewerk mee naar huis mogen nemen en dat de leerlingen het keuzewerk moeten presenteren aan de klas na voltooiing. Ik raad het team aan, de jongere leerlingen het keuzewerk aan de leerkracht te laten zien wanneer het af is en te kijken of er plek in de klassen is om afgemaakt werk uit te stallen. Nadat het werk een poos in de klas heeft gestaan, mogen de kinderen het gemaakte werk mee naar huis nemen. Van de oudere leerlingen kan worden verwacht, dat ze door middel van een presentatie aan de klas inzicht geven in hun werk. Dit laatste heb ik ook tijdens het uittesten van mijn keuzekaarten gedaan en heeft als extra voordeel, dat de leerlingen elkaar zo kunnen enthousiasmeren voor verschillende keuzetaken. Als laatste is het waardevol voor alle groepen, om regelmatig een bespreking te houden over het keuzewerk. Zo’n bespreking is voor de leerkracht een middel, om te praten over de wijze waarop de leerlingen omgaan met keuzes en om hen te stimuleren tot het maken van nieuwe, onbekende keuzes.
5.1.3 De registratie Er moet bedacht worden wat de leerlingen van het keuzewerk moeten registreren. Moeten leerlingen aangeven waarom ze voor een keuzetaak kozen? Moeten leerlingen aangeven wanneer ze aan een keuzetaak hebben gewerkt of geven ze alleen aan wanneer de taak is afgerond? Belangrijke afwegingen waar een team over na moet denken. Bovenstaande aspecten hangen onder meer af van het gekozen doel van het keuzewerk. Wanneer er is gekozen voor het belang van het oefenen van vaardigheden, zal er meer geregistreerd worden, dan wanneer er is gekozen voor spelen en ontspannen. De meeste leerkrachten (89%) gaven aan dat ze het belangrijk vinden dat de leerlingen registeren wat ze hebben gekozen en dat zij hun eigen werk beoordelen. Ik adviseer het team deze beide punten te verwerken in de taak. De leerlingen schrijven in hun taak op, aan welke keuzetaak ze hebben gewerkt en geven aan hoe ze vonden dat dit verliep. Ook hier kan in de hogere groepen logischerwijs meer worden verwacht van de leerlingen. Oudere leerlingen registreren ook waarom ze voor een keuzetaak hebben gekozen en beschrijven na het voltooien van hun keuzetaak, wat er goed ging en wat er de
24
De organisatie van keuzewerk | Keuzewerk voor iedereen
volgende keer beter kan. Deze laatste 2 eisen vind 56% van de leerkrachten belangrijk. Voorbeelden van hoe dit er in de praktijk uit kan zien zijn te vinden in bijlage 7 (blz. 63).
5.1.4 Eigen plannen en ideeën 61 % van de leerkrachten vind eigen plannen leren opstellen en uitvoeren, een belangrijk te oefenen vaardigheid van de kieskast. Verder heeft 67% van de leerkrachten aangegeven het waardevol te vinden tijd en aandacht te besteden aan eigen plannen en ideeën van leerlingen over de invulling van hun keuzewerktijd. Ik raad het team aan leerkrachten die dit al hebben gedaan of hiermee willen beginnen, ervaringen te laten delen met de andere leerkrachten. Hoe hebben zij dit aangepakt? Hoe hebben ze ervoor gezorgd dat de leerlingen zelf een waardevolle invulling bedenken van hun keuzetijd? Doen ze dit met alle leerlingen of alleen leerlingen waarvan zij denken dat ze dit aankunnen? Welke grenzen liggen er aan deze eigen plannen en hoe zijn deze voor de leerlingen duidelijk? Op wat voor manier leggen de leerlingen verantwoording af aan de leerkracht? Er zijn scholen die klassengesprekken houden over het keuzewerk en op deze manier de leerlingen willen betrekken bij de invulling hiervan. Er kunnen kolommen op het bord worden gemaakt voor de verschillende vakgebieden. Door middel van een brainstorm met de klas worden deze kolommen gevuld met ideeën. Leerlingen krijgen zo de kans om met hun keuzewerktijd te werken aan iets wat hen aanspreekt, omdat ze hier meer van willen weten of omdat ze een bepaalde activiteit willen uitvoeren. Om de leerlingen niet helemaal vrij te laten, is het een idee ze van tevoren een werkplan te laten opstellen met daarin beschreven wat ze willen gaan doen, met wie, wat ze verwachten dat het eindresultaat zal zijn en hoelang ze van plan zijn eraan te werken. Dit plan leggen ze voor aan de leerkracht, die eventueel tips of toevoegingen geeft. Na goedkeuring van de leerkracht mogen ze aan hun plan beginnen. Een voorbeeld van zo’n werkplan is te vinden in bijlage 8 (blz. 64). In principe kan elke onderzoeksvraag of probleemstelling dienen als onderwerp voor het keuzewerk. Wat is er een betere manier om tot leerlinggestuurd leren te komen, dan met het onderzoeken van eigen problemen en het beantwoorden van eigen vragen?
5.1.5 Regels en afspraken Om het werken met de kieskast zo soepel mogelijk te laten verlopen, zijn er duidelijke regels en afspraken nodig over het werken ermee. Er vloeien veel afspraken uit de voorafgaande besproken organisatorische keuzes. Een school is goed op weg, als de antwoorden op de volgende vragen duidelijk zijn voor de leerkracht en de leerlingen:
25
De organisatie van keuzewerk | Keuzewerk voor iedereen
Hoe wordt het vormen van groepjes geregeld? Mogen de leerlingen met iedereen
-
samenwerken? Mogen leerlingen het hele jaar door met hetzelfde groepje aan keuzetaken werken? Mogen de leerlingen altijd een vrije keuze maken uit de keuzetaken, zouden ze ook
-
drie keer achter elkaar dezelfde activiteit mogen uitvoeren? Mogen de leerlingen hulp vragen aan andere leerlingen dan hun eigen groepje of aan
-
de leerkracht? -
Waar mogen de leerlingen hulp voor vragen en waarvoor niet?
-
Wat moeten de leerlingen doen als ze niet meteen geholpen kunnen worden?
-
Waar mag er met welk materiaal gewerkt worden?
-
Hoe zit het met het daarmee samenhangende geluidsniveau? Waar mag er aan activiteiten worden gewerkt, die wat meer geluidsoverlast veroorzaken?
-
Zijn de afspraken over het terugzetten van het materiaal duidelijk?
-
Waar bewaren leerlingen half afgemaakt werk?
-
Mogen de leerlingen zelfstandig beslissen te stoppen met een keuzetaak of geldt de regel: “Als je gekozen hebt voor een taak, maak je hem af”. Is het duidelijk voor de leerlingen wanneer zij goed aan een keuzetaak hebben
-
gewerkt en wat er van ze verwacht wordt? Zijn er duidelijke kwaliteitseisen zoals: inzet, creativiteit, samenwerking en netheid?
5.2
Vergaderen en overleggen
Ondertussen hebben vier teamleden deze scriptie gelezen en mij hier feedback op gegeven. Deze feedback is te vinden in bijlage 9 (blz. 65). Ik was opgetogen om te lezen, dat de teamleden erg tevreden waren over mijn afstudeeronderzoek en dat ik ze een goede start heb gegeven om aan het keuzewerk een verdere uitwerking te geven. De Daltoncoördinator heeft aangegeven volgend schooljaar een vergadering te willen houden, om op deze manier een discussie te openen over het keuzewerk. De school is al een heel eind gekomen en ik heb er alle vertrouwen in, dat de school zich als officiële Daltonschool zal blijven ontwikkelen en verder zal professionaliseren. Ik wens het team hierbij veel succes.
26
De organisatie van keuzewerk | Keuzewerk voor iedereen
Slot Welke invulling van keuzewerk binnen Daltononderwijs past bij mijn praktijkschool en hoe kan dit er in praktijk voor groep 6/7 uitzien? Tijdens het maken van deze scriptie hebben twee visiteurs van de Nederlandse Dalton Vereniging een bezoek gebracht aan mijn praktijkschool en beoordeeld dat de school klaar was voor de officiële Daltonlicentie. Wel werd de school aanbevolen om het aanbod van het keuzewerk meer te variëren en om de leerlingen meer uit te dagen. Op dat moment waren er nog vooral spelletjes in de kieskasten aanwezig. Keuzewerk wordt binnen Daltononderwijs heel bewust ingezet, met als doel de leerlingen verantwoordelijk te maken voor de inhoud van hun eigen leerproces. Daarnaast kan keuzewerk nog allerlei andere doelen ondersteunen. Na het afnemen van een vragenlijst bij de teamleden en het interpreteren van de antwoorden, kwam ik tot de conclusie, dat de leerkrachten het waardevol vinden om met het keuzewerk tegemoet te komen aan de talenten en interesses van de leerlingen. Hoekenwerk bleek goed bij deze wens te passen. Met hoekenwerk wordt door middel van differentiatie naar interesse nagestreefd, dat de motivatie van leerlingen om te leren toeneemt en dat de zelfstandigheid wordt bevorderd. Hoekenwerk bestaat uit keuzevrijheid, maar deze keuzevrijheid is niet vrijblijvend. Er zijn verwachtingen ten aanzien van de leerlingen. Hoekenwerk betekent niet altijd het inrichten van verschillende hoeken. Een kieskast is ook een bescheiden vorm van hoekenwerk. Wel is het belangrijk dat de kieskast gecodeerd is naar thema of vakgebied en dat er zowel materialen, spelletjes als opdrachten aanwezig zijn. Omdat de school al veel constructiemateriaal en educatieve spelletjes had voor in de kieskasten, besloot ik keuzekaarten met uitdagende opdrachten te maken. Om ervoor te zorgen dat de opdrachten echt uitdagend zouden worden, heb ik ervoor gekozen opdrachten te maken, die gericht zijn op zelfstandig leren. De door mij gemaakte keuzekaarten heb ik uitgetest in de praktijk en bleken een succes te zijn. Zowel ik, als de Daltoncoördinator en de kinderen waren erg enthousiast en tevreden. Naast de inhoudelijke invulling moet er op het gebied van keuzewerk ook rekening worden gehouden met veel organisatorische aspecten. Ik heb deze organisatorische aspecten beschreven en op basis van de antwoorden op de vragenlijsten, adviezen gegeven aan mijn praktijkschool. De Daltoncoördinator, intern begeleider en de directeur hebben aangegeven zeer tevreden te zijn en door middel van een vergadering met de adviezen verder te gaan.
27
Slot | Keuzewerk voor iedereen
Bronnenoverzicht Boeken: Hansma, H. (2001). Kansrijke Taaldidactiek. Baarn: HBuitgevers. Hooijmaaijers, T. (1998). Werken in hoeken. Heesweijk-Dinther: Esstede. Janssen, H., de Haan, D. (2005). Dalton! Durf jij? Utrecht: Agiel. Pinkse, F., Smits, B. (2006). Handboek werken in hoeken groep 1 t/m 8. Drunen: Delbuas. Wenke, H., Röhner, R. (2003). Leve de school. Nieuwegein: Arko. Artikelen: Janse, C. (2007). Kiezen voor keuzewerk. Praxisbulletin, 24 (6), 30-34. Klabbers, V. De werkwinkel. JSW, 82 (5), 5-11. Derksen, R. (2001). De kieskast. Praxisbulletin, 19 (1), 24-29. Meijerink, J. (2008). Van keuzeopdracht tot presentatie. Praxisbulletin, 25 (6), 12-15. Mijnster, T. (2006). Kern- en keuzetaak. Praxisbulletin, 23 (10), 23-27. Mijnster, T. (2005). Kinderpop: Een persoonlijk ontwikkelingsplan voor kinderen. Praxisbulletin, 22 (6), 14-18. Van der Velden, T. (2002). Honderd verwerkingsactiviteiten. Praxisbulletin, 20 (2), 22-24. Van der Velden, T. (2005). “Klaar meneer. En nu?”. Praxisbulletin, 23 (1), 15-19. Publicaties: Zaat, J. (2004). Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek de Waterhoek. Utrecht: Onderwijsinspectie. Openbare Dalton Basisschool De Waterhoek (2008) Het Daltonboek. Almere. Openbare Dalton Basisschool De Waterhoek (2007) Schoolgids 2007-2008. Almere. Stormink, K., Vastert I. (2008) Visitatieverslag OBS de Waterhoek. Nederlandse Daltonvereniging: Den Haag. Wagenaar, W., De Bruijn, W. (2006) Visitatieverslag OBS de Waterhoek. Nederlandse Daltonvereniging: Den Haag. Regio Dalton Groningen. (2007). Keuzewerk binnen Daltononderwijs. Groningen: Cedin.
28
Bronnenoverzicht | Keuzewerk voor iedereen
Bijlage 1 De vragenlijst 3-3-2008 Beste teamleden, Zoals de meeste van jullie waarschijnlijk al gehoord hebben, richt ik mijn afstudeeronderzoek op het onderwerp keuzewerk. Hiervoor maak ik een scriptie en werk ik vanuit mijn literatuuronderzoek één kieskast voor één groep uit. Ik heb al veel gelezen over keuzewerk en door deze verdieping heb ik een aantal vragen waarmee ik een scherp beeld wil krijgen van jullie wensen voor de kieskast. Alvast bedankt voor jullie medewerking! Dunja de Boer Naam:………………….. Het doel van de kieskast Wat vind jij de belangrijkste doelen van de kieskast? Zou je de hieronderstaande doelen op volgorde kunnen zetten in welke mate jij ze belangrijk vindt? Te beginnen met het doel dat je het belangrijkst vindt en te eindigen met de minst belangrijke. (bv. B-C-E-D-A) ........................................................... 1) Het herhalen en inoefenen van stof uit de reguliere leerlijnen van de verschillende vakken. Bijvoorbeeld door allerlei gevarieerde verwerkingsactiviteiten. (Collage maken, PowerPoint maken, gegevens verwerken in grafieken, illustraties opzoeken en ordenen, etc.) 2) Belangstelling opwekken voor inhouden. (Bijvoorbeeld het heelal, kunst, flora & fauna, etc.) 3) Het tegemoet komen aan persoonlijke talenten en interesses. 4) Het oefenen van vaardigheden als doelen leren stellen, plannen, reflecteren, etc. 5) Spelen en ontspannen. Het oefenen van vaardigheden Wat vind jij de belangrijkste vaardigheden die moeten worden geoefend met de kieskast? Graag de hieronderstaande vaardigheden weer op volgorde zetten: ---------------------------------------A. Zelf doelen leren stellen, leren keuzes maken. B. Leren plannen opstellen en uitvoeren. C. Probleemoplossend denken en handelen, zelfstandig werken. D. Samenwerken en omgaan met anderen. E. Reflecteren en evalueren. F. Presenteren van resultaten. Moment van gebruik Op wat voor manier zou je gebruik willen maken van de kieskast? (meerdere antwoorden mogelijk) o Op een vast moment in de week met de gehele groep. . o Als verplicht onderdeel van de taak. o Wanneer de leerlingen klaar zijn met hun taak. Thema’s Sommige scholen bieden het keuzewerk thematisch aan. Er wordt bijvoorbeeld 5-6 weken gewerkt aan allerlei keuzetaken over de Romeinen. Na de afronding komen er keuzetaken over een nieuw onderwerp. Dit kost natuurlijk steeds wat voorbereiding van de leerkracht maar vergroot wel de betrokkenheid van de leerlingen op elkaars keuzewerk. Praxisbulletin heeft al 5 thema’s voor groep 7/8 en 4 thema’s voor groep 5/6 uitgewerkt. Op de schaal van 1 tot 10, hoe belangrijk/interessant vind jij dit? 29
Bijlage 1 De vragenlijst | Keuzewerk voor iedereen
Afronding Wat zou je willen dat er met het gemaakte keuzewerk gebeurd? (meerdere antwoorden mogelijk) o Leerlingen presenteren gemaakt keuzewerk. o Leerlingen bewaren gemaakt keuzewerk in een apart mapje. o Leerlingen laten het keuzewerk aan de leerkracht zien wanneer het klaar is. o Leerlingen laten het gemaakte keuzewerk aan de leerkracht zien op een vast moment. o Leerlingen mogen het gemaakte keuzewerk mee naar huis nemen. o Gemaakt keuzewerk mag voor korte tijd op een aparte tafel/kast liggen zodat klasgenoten het kunnen bekijken. o Ik hoef het gemaakte keuzewerk niet te zien. Registratie Wat zou je geregistreerd willen hebben van het keuzewerk? (meerdere antwoorden mogelijk) o Leerlingen geven aan wat ze gekozen hebben. o Leerlingen geven aan waarom ze ergens voor gekozen hebben. o Leerlingen houden bij wanneer ze eraan gewerkt hebben. o Leerlingen geven aan hoe het proces verliep. o Leerlingen geven aan wat ze van de keuzetaak vonden. o Leerlingen beoordelen (waar mogelijk) hun eigen werk. o Leerlingen krijgen van de leerkracht een beoordeling. Differentiatie Kun je aangeven hoe belangrijk je de volgende manieren van differentiëren vindt in een kieskast? (Graag na de pijl op een schaal van 1 tot 10) Differentiatie op niveau. (Makkelijk-gemiddeld-moeilijk) Differentiatie op tempo. (Korte en lange keuzetaken) Differentiatie op interesse. (Natuur-geschiedenis-taal-rekenen-muziek-drama, etc.) Differentiatie op leerstijl. (Studeren-reproduceren-onderzoeken-experimenteren, etc.) Eigen initiatief Hoe belangrijk vind jij het dat leerlingen zelf ideeën kunnen aandragen voor de invulling van hun keuzewerk? (Invullen wat van toepassing is) o De leerlingen moeten kiezen uit het aangeboden keuzewerk. o Wanneer een leerling een eigen idee aandraagt zal ik dit bespreken en eventueel goedkeuren. o Ik wil graag tijd en aandacht schenken aan de mogelijkheid van eigen plannen en ideeën van de leerlingen. Ruimte voor ideeën, tips of opmerkingen:
Hartstikke bedankt voor het invullen! 30
Bijlage 1 De vragenlijst | Keuzewerk voor iedereen
Bijlage 2 Interpretatie uitkomsten vragenlijst De leerkrachten moesten bij de eerste vraag, de vijf doelen van de kieskast op volgorde van gewichtigheid zetten. Wanneer een leerkracht een doel op de eerste plaats had neergezet, kreeg dit doel 5 punten. Een doel dat op de laatste plaats stond, kreeg 1 punt. In het onderstaande tabel staan in de eerste kolom de doelen, op volgorde van behaalde score. In de tweede kolom is het totaal aantal behaalde punten weergegeven. In de derde kolom is te vinden hoeveel procent, het doel van het maximaal aantal te behalen punten heeft behaald. Wanneer een doel door alle leerkrachten op de eerste plek zou zijn gezet, had het 100% van het maximaal aantal te behalen punten gekregen. De tweede vraag, over het oefenen van vaardigheden, heb ik op dezelfde manier uitgewerkt. Het doel van de kieskast Het tegemoet komen aan persoonlijke talenten en interesses. Belangstelling opwekken voor inhouden. Het oefenen van vaardigheden. Het herhalen en inoefenen van stof uit de reguliere leerlijnen Spelen en ontspannen. Het oefenen van vaardigheden Zelf doelen leren stellen, leren keuzes maken Probleemoplossend denken en handelen, zelfstandig werken Samenwerken en omgaan met anderen Leren plannen opstellen en uitvoeren. Reflecteren en evalueren. Presenteren van resultaten.
Aantal punten 43
% van het maximaal te behalen punten 96
27 24 23
60 53 51
18
40
Aantal punten 42 41
% van het maximaal te behalen percentage 78 76
38 33 18 17
70 61 33 31
De vragen hierna heb ik ook op score geordend. In de tweede kolom is steeds te vinden hoeveel teamleden hiervoor hebben gekozen. In de derde kolom is te vinden hoeveel procent van het totaal aantal leerkrachten (lk) dit is Moment van gebruik
Aantal keren gekozen
Als verplicht onderdeel van de taak Op een vast moment in de week met de gehele groep Wanneer de leerlingen klaar zijn met werken
6 3
% van het totaal aantal lk. 67 33
2
22
31
Bijlage 2 Interpretatie uitkomsten vragenlijst | Keuzewerk voor iedereen
Afronding
Aantal keren gekozen
Leerlingen laten het keuzewerk aan de leerkracht zien wanneer het klaar is Gemaakt keuzewerk mag voor korte tijd op een aparte tafel/kast liggen. Leerlingen mogen het gemaakte keuzewerk mee naar huis nemen Leerlingen presenteren gemaakt keuzewerk Leerlingen bewaren gemaakt keuzewerk in een apart mapje Leerlingen laten het gemaakte keuzewerk aan de leerkracht zien op een vast moment Ik hoef het gemaakte keuzewerk niet te zien
6
% van het totaal aantal lk. 67
6
67
5
56
5 3
56 33
2
22
0
0
Registratie
Aantal keren gekozen
% van het totaal aantal lk.
Leerlingen geven aan wat ze gekozen hebben Leerlingen beoordelen hun eigen werk Leerlingen geven aan waarom ze ergens voor gekozen hebben Leerlingen geven aan hoe het proces verliep Leerlingen geven aan wat ze van de keuzetaak vonden Leerlingen houden bij wanneer ze eraan gewerkt hebben Leerlingen krijgen van de leerkracht een beoordeling
8 8 5
89 89 56
5 4
56 44
2
22
2
22
Eigen initiatief
Aantal keren gekozen
% van het totaal
Ik wil graag tijd en aandacht schenken aan de mogelijkheid van eigen plannen en ideeën van de leerlingen Wanneer een leerling een eigen idee aandraagt zal ik dit bespreken en eventueel goedkeuren De leerlingen moeten kiezen uit het aangeboden keuzewerk
5
67
3
33
2
22
Differentiatie Het belang van differentiatie op niveau werd gemiddeld met een 8,6 gewaardeerd Het belang van differentiatie op interesse werd gemiddeld met een 8,1 gewaardeerd Het belang van differentiatie op leerstijl werd gemiddeld met een 7,8 gewaardeerd Het belang van differentiatie op tempo werd gemiddeld met een 7,3 gewaardeerd Thema’s De waardering voor het idee om keuzewerk in te delen volgens thema’s kreeg gemiddeld een 6,6.
32
Bijlage 2 Interpretatie uitkomsten vragenlijst | Keuzewerk voor iedereen
Bijlage 3 De Keuzekaarten
Opdrachtkaart Een wigwam op het strand Je maakt een collage met plaatjes uit tijdschriften. Je tekent en schrijft er zelf bij. Zo maak je een hele grappige of misschien wel een serieuze of enge collage. Met hoeveel personen kun je deze kaart doen? - 2 (maar alleen kan ook) Wat heb je nodig? - Tijdschriften waar je in mag knippen - Tekenpapier - Schaar en lijm - Stiften of potloden
Wat ga je doen? 1. Zoek in tijdschriften naar foto’s en plaatjes die je leuk vindt. Je knipt deze plaatjes helemaal uit of je knipt alleen de figuren uit. Kijk maar eens naar de bovenstaande collage. 2. Je kijkt naar de plaatjes de je samen hebt verzameld. Zoek uit welke jullie allebei willen gebruiken. Welke passen bij elkaar of zijn juist heel anders? Bijvoorbeeld een droevige en een blije foto, een foto van een jong naast een bejaard persoon, oorlog en vrede, vriendschap en ruzie. Vertel om de beurt welke foto’s jullie samen voor jullie collage willen gebruiken en waarom. Wat wordt het voor een collage? Een serieuze of misschien wel een hele grappige? 3. Voordat jullie de foto’s opplakken geven jullie de foto’s eerst een achtergrond. Bijvoorbeeld een huis, een woestijn, een racebaan of een winkel. Je kunt de achtergrond zelf tekenen of een hele grote foto zoeken. 4. Plak de foto’s op de achtergrond. Denk goed na over een goede en originele plaats. 5. Nu ga je er tekstjes bijzetten, deze maken je collage grappiger of juist serieuzer. Aan het werk nu, maak er wat van! 33
Bijlage 3 De Keuzekaarten | Keuzewerk voor iedereen
Opdrachtkaart Een puzzeltekening Er zijn veel verschillende soorten vormen zoals driehoeken, cirkels en vierkanten. Daarnaast zijn er ook veel verschillende lijnen zoals gebogen, rechte, kromme en gekrulde lijnen. Hiermee zijn veel verschillende kunstwerken mee maken.
Met hoeveel personen kun je deze kaart doen? -
1-4
Wat heb je nodig? -
Voor iedereen het kopieerblad “Vormen” Voor iedereen een leeg vel papier Schaar en lijm Stiften of kleurpotloden
Wat ga je doen? 1. Iedereen pakt het kopieerblad “Vormen” erbij. Jullie knippen allemaal alle vormen van het kopieerblad uit.
2. Nu moet je creatief zijn. Bedenk wat je van de vormen zou kunnen maken en leg ze neer zoals jij dat wilt. Misschien zie je er een dier in, een gebouw, een auto of iets heel anders. Wanneer je de figuren mooi hebt neergelegd plak je ze op. Als je het moeilijk vindt om met deze vormen wat te maken, mag je natuurlijk ook je eigen vormen tekenen en uitknippen. Wil je het juist moeilijk maken? Spreek dan met je groepje af dat je alle vormen MOET gebruiken en kijk of het jullie lukt er iets moois van te maken.
3. Om de tekening af te maken, teken je er verschillende soorten lijnen bij. Je kunt er bergen bij tekenen, een hek, een vijver…..
34
Bijlage 3 De Keuzekaarten | Keuzewerk voor iedereen
Kopieerblad Een puzzeltekening Als je de laatste pakt, zeg dit dan tegen je leerkracht dan kan die hem opnieuw kopiëren voor anderen!
35
Bijlage 3 De Keuzekaarten | Keuzewerk voor iedereen
Opdrachtkaart Ik wil worst!!! Een zin kan op veel verschillende manieren gezegd worden en door veel verschillende mensen. Hiermee gaan jullie een spel spelen.
Met hoeveel personen kun je deze kaart doen? -
2-4
Wat heb je nodig? -
Kopieerblad “Ik wil worst!!!” Pen Dobbelsteen
Wat ga je doen? 1. Pak het kopieerblad “ik wil worst!!!” erbij. Jullie gaan hier een spel mee spelen, één iemand begint. Hij gooit de dobbelsteen 3 keer achter elkaar. Het eerste nummer gaat over de persoon, het tweede nummer gaat over het gevoel en het derde nummer gaat over de zin. Degene die met de dobbelsteen heeft gegooid spreekt de zin uit alsof hij die persoon is en zich zo voelt. Het leukste is als je erbij gaat staan en bijhorende bewegingen maakt. Als het een moeilijke zin is mogen de anderen tips geven over hoe het misschien beter lukt. 2. Nu mag iemand anders, zorg dat iedereen een paar keer aan de beurt komt zodat jullie het steeds beter kunnen. 3. Lukt dat al aardig? Nu kiest iemand steeds in gedachten een gevoel, een persoon en een zin. Hij beeldt dit uit. De andere groepsleden moeten raden wie hij was en hoe hij zich voelde. 4. Als jullie dit al goed kunnen, mogen jullie in de lege vakjes op het kopieerblad zelf mensen, gevoelens en zinnen opschrijven om verder mee te spelen.
36
Bijlage 3 De Keuzekaarten | Keuzewerk voor iedereen
Kopieerblad Ik wil worst!!! Als je de laatste pakt, zeg dit dan tegen je leerkracht dan kan die hem opnieuw kopiëren voor anderen!
1
Een deftig persoon
Boos
2
Een kleuter
Blij
3
Een nieuwslezer
Bang
4
Een stoere jongen
Verlegen
5
Een heel erg oude man
Ongelukkig
6
Een boer
Verliefd
Ik heb honger en ik wil worst! Het regent de laatste tijd erg veel Ik heb net een koe door de lucht zien vliegen Ik heb wel 100 boterhammen gegeten Ik ga vandaag het hele huis goed schoonmaken Ik heb net een hele grote olifant opgegeten
1
2
3
4
5
6
37
Bijlage 3 De Keuzekaarten | Keuzewerk voor iedereen
Opdrachtkaart Spiegeltje, spiegeltje Wanneer je in de spiegel kijkt zie je je tweelingbroer of zus. Die doet jou precies na. Kun jij zelf ook een spiegel zijn?
Met hoeveel personen kun je deze kaart doen? -
2-4
Wat heb je nodig? -
Wat ga je doen? 1. Iemand is het “voorbeeld” en de ander speelt het spiegelbeeld. Ga met jullie gezichten tegen elkaar aanstaan. Het voorbeeld maakt een beweging, hij doet bijvoorbeeld zijn rechterarm langzaam omhoog. Het spiegelbeeld doet dan precies zoals een spiegel zijn eigen linkerarm omhoog. Oefen dit totdat jullie dit precies tegelijk kunnen, alsof er een echte spiegel staat. 2. Hierna maak je het moeilijker. Het voorbeeld maakt na de eerste beweging nog een tweede beweging. Hij draait bijvoorbeeld zijn hoofd naar links. Het spiegelbeeld draait dan zijn hoofd naar rechts. Als jullie dit ook precies gelijk kunnen doen, doe je er telkens één beweging bij. Hoeveel bewegingen kunnen jullie achter elkaar als een echte spiegel uitvoeren? Kunnen jullie het ook zonder te praten? Wanneer jullie het heel goed kunnen, mogen jullie het misschien wel aan de klas laten zien! 3. Wanneer jullie het bovenste spel goed kunnen, staat er hier een moeilijker spel beschreven. Spel: Sta met je gezichten naar elkaar toe. Wanneer het voorbeeld zijn rechterhand omhoog beweegt, doet de na-aper ook zijn eigen rechterhand omhoog. Helemaal niet als een spiegel dus! Doet het “voorbeeld” een stap naar voren, dan doet de na-aper een stap naar achter. Het voorbeeld maakt steeds een beweging die de na-aper precies andersom uitvoert. Probeer uit hoe snel jullie dit achter elkaar kunnen.
Zo kan het met meerdere mensen tegelijk!
38
Bijlage 3 De Keuzekaarten | Keuzewerk voor iedereen
Opdrachtkaart Ben jij een rekenwonder? Op deze kaart staan allerlei rekenraadsels en puzzels. Welke kan jij allemaal oplossen?
Met hoeveel personen kun je deze kaart doen? -
1-2
Wat heb je nodig? Een papiertje om mee te rekenen Een pen of een potlood
-
Wat ga je doen? 1. 1+11=12 1+11+111=123 Bij welke som komt er 123456789 uit? 2. Probeer met vier vieren zoveel mogelijk verschillende uitkomsten te krijgen. Hieronder staan twee voorbeelden: 44 --44 = 1 4+4-4+4=8 Kan je met vier vieren de volgende uitkomsten maken? 0, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12 Je kunt ook hetzelfde doen met drie drieën. Met deze getallen kan je niet zoveel uitkomsten krijgen. Wie vindt de meeste? 3. Het volgende rijtje is gemaakt door steeds de vorige twee getallen op te tellen: 3 5 8 13 21 Er is begonnen met twee willekeurige getallen Maak zelf ook zo’n rijtje van vijf getallen, maar dan één waarvan het laatste zo dicht mogelijk in de buurt van 100 uitkomt. 4. Waar of niet waar? - Als je een even en een oneven getal bij elkaar optelt, is de uitkomst altijd oneven. - Als je twee oneven getallen met elkaar vermenigvuldigt, is de uitkomst altijd oneven. - Als je drie even getallen bij elkaar optelt, is de uitkomst altijd deelbaar door zes. - Als je een getal met als laatste cijfer 5 vermenigvuldigt met een ander getal, is het laatste cijfer van die uitkomst altijd 5. - Als je drie opeenvolgende getallen met elkaar vermenigvuldigt, is de uitkomst altijd deelbaar door zes
39
Bijlage 3 De Keuzekaarten | Keuzewerk voor iedereen
Opdrachtkaart De geheime sleutel Je maakt verschillende sleutels waarmee getallen veranderen. Daarmee speel je samen een raadselspel.
Met hoeveel personen kun je deze kaart doen? -
2-4
Wat heb je nodig? Voor iedereen het kopieerblad “Sleutels” Pen of potlood Voor iedereen een extra blaadje om mee te rekenen
-
Wat ga je doen? 1. Iedereen pakt het kopieerblad “Sleutels”. Je neemt allemaal een getal in je hoofd, bijvoorbeeld 8. Dat getal vertel je tegen niemand en je houdt het geheim. Dan maak je een sleutel die dit getal veranderd. Bijvoorbeeld de sleutel die je hieronder ziet. Je schrijft op een apart blaadje de berekening op. Dus wat de sleutel met jouw geheime getal doet: 8 + 30 = 38 38 x 2 = 76 76 + 16 = 92 92 : 2 = 46 2. Nu ga je ook andere rekensleutels maken om je vrienden af te leiden. Bijvoorbeeld deze: Hier zou met jouw geheime getal uitkomen: 8 x 2 = 16 16 +16 = 32 32: 2 = 16 16-6 = 10 3. Spreek goed van tevoren af hoe groot jullie de sleutels maken, hoeveel bewerkingen erop mogen staan en hoe groot de getallen op de sleutel mogen zijn. 4. Nu gaan jullie spelen! Je zegt nu tegen de anderen: “Er is een sleutel waardoor het getal 8 verandert in 46”. Welke sleutel is dat? Je vrienden zoeken nu de juiste sleutel op jouw blaadje Hierna kun je met de gemaakte sleutelbladen ook andere raadsels opgeven met nieuwe geheime getallen. Zo kunnen jullie er een spel van maken, wie vindt de meeste sleutels Veel plezier!
40
Bijlage 3 De Keuzekaarten | Keuzewerk voor iedereen
Kopieerblad Sleutels Als je de laatste pakt, zeg dit dan tegen je leerkracht dan kan die hem opnieuw kopiëren voor anderen!
41
Bijlage 3 De Keuzekaarten | Keuzewerk voor iedereen
Opdrachtkaart Getallen speurtocht Je gaat in een krant zoveel mogelijk verschillende getallen zoeken.
Met hoeveel personen kun je deze kaart doen? -
1-4
Wat heb je nodig? Een leeg vel papier Een pen of een potlood Kleurpotloden Een krant
-
Wat ga je doen? 1. Pak een groot vel papier. Je gaat een mindmap maken. Schrijf in het midden: ‘Getallen’. Maak dan vijf takken waarin je de volgende woorden schrijft: - tijd - prijs - leeftijd - gewicht - lengte / afstand Wil je hulp bij het maken van de mindmap? Pak dan de vaardigheidskaart mindmap. 2. Zoek nu in een krant zoveel mogelijk getallen die bij de verschillende takken passen. Zoek er minimaal twee per tak. Schrijf bovenaan je mindmap welke krant je hebt gekozen. 3. Zijn er meer soorten getallen? Maak een nieuwe tak en schrijf de woorden erbij. 4. Misschien kun je er een wedstrijdje van maken in de klas. Wie vindt de meeste getallen? Of wie vindt de meeste verschillende soorten getallen? Spreek goed van tevoren de spelregels af, mag je bijvoorbeeld meerdere pagina’s of kranten gebruiken voor één mindmap? 5. In de krant staan dus heel veel getallen. Hoe zou een krant eruit zien in een wereld zonder getallen? Probeer eens een voorpagina van zo’n krant zonder getallen te maken. Denk er ook aan dat mensen wel moeten weten hoeveel ze voor de krant moeten betalen, wat voor weer het is en van welke datum de krant is.
42
Bijlage 3 De Keuzekaarten | Keuzewerk voor iedereen
Vaardigheidskaart Mindmap Tips bij het maken van een mindmap. (Je spreekt het uit als: maind mep)
1. Kies een onderwerp voor je mindmap (bijvoorbeeld auto’s). 2. Schrijf het gekozen onderwerp in het midden van een vel papier en zet er een cirkel omheen. 3. Kies nu een kleur en maak hiermee vanaf de cirkel een tak. Begin op twee uur. Dus een beetje rechts van het midden (zoals de tak van Motor in het voorbeeld). Schrijf op deze tak een onderdeel van het onderwerp (bijvoorbeeld Motor). Aan het einde van de tak schrijf je woorden die te maken hebben met het onderdeel. 4. Je kunt meerdere takken maken net zoals je hier onder op het plaatje ziet. Gebruik per tak een andere kleur.
43
Bijlage 3 De Keuzekaarten | Keuzewerk voor iedereen
Opdrachtkaart Magische vierkanten Een magisch vierkant is een vierkant gevuld met getallen waar overal dezelfde rekensom uitkomt. Kan jij een magisch vierkant maken?
Met hoeveel personen kun je deze kaart doen? -
1-4
Wat heb je nodig? Kopieerblad “Tovervierkanten” Een schaar Kopieerblad “Je eigen tovervierkanten” Potlood en gum
-
Wat ga je doen? 1. Pak het kopieerblad “Tovervierkanten”. Iedereen die meedoet, heeft een leeg veldje van negen hokjes en de getallenkaartjes 1 t/m 9 nodig. Knip de getallenkaartjes los. 2. Nu ga jij proberen een magisch tovervierkant te maken. Een magisch tovervierkant is een vierkant met de getallen er zó in, dat het totaal van de getallen in elke rij, in elke kolom en op de twee diagonalen steeds hetzelfde is. Jij gaat beginnen met een vierkant van drie bij drie waarin de getallen 1 tot en met 9 worden geplaatst zodat de som van elke rij, elke kolom en elke grote diagonaal gelijk is aan 15. 3. Is het je gelukt om overal 15 te krijgen? Wat voor bijzonders valt je dan op? Nu ben je klaar voor een moeilijker vierkant. Knip van het kopieerblad de kaartjes 2 t/m 18 uit. Bij dit magische vierkant moet overal 30 uitkomen. 4. Als dit jou ook is gelukt, ben je eraan toe om zelf tovervierkanten te maken. Pak het kopieerblad “Je eigen tovervierkanten” er maar even bij. Je kunt kiezen uit een vierkant van drie bij drie maar je kan er ook één van vier bij vier of misschien wel vijf bij vijf maken. Het is best wel een uitdaging dus je mag die schuine lijnen wel even vergeten. Kijk maar eens naar de twee voorbeelden hieronder. Gebruik geen pen maar een gum en een potlood!
44
Bijlage 3 De Keuzekaarten | Keuzewerk voor iedereen
Kopieerblad Tovervierkanten Als je de laatste pakt, zeg dit dan tegen je leerkracht dan kan die hem opnieuw kopiëren voor anderen!
Deze heb je nodig bij opdracht 1 en 2:
Deze heb je nodig bij opdracht 3:
45
Bijlage 3 De Keuzekaarten | Keuzewerk voor iedereen
Kopieerblad Je eigen tovervierkanten Als je de laatste pakt, zeg dit dan tegen je leerkracht dan kan die hem opnieuw kopiëren voor anderen! Deze heb je nodig bij opdracht 4.
46
Bijlage 3 De Keuzekaarten | Keuzewerk voor iedereen
Opdrachtkaart Boekenraadsels Wanneer je een stukje muziek hoort, weet je soms meteen welke liedje het is. Kun jij dit ook met een boek?
Met hoeveel personen kun je deze kaart doen? -
2-4
Wat heb je nodig? -
Een aantal boeken Pen en papier
Wat ga je doen? 1. Iedereen kiest een jeugdboek dat hij al eens gelezen heeft. Wanneer je met zijn tweeën bent kies je er ieder 2. 2. Je laat omstebeurt je boek zien en vertelt aan de anderen waar het verhaal over gaat. 3. Nu leggen jullie alle boeken op één tafel neer. Één iemand draait zich om, hij mag even niet kijken. Achter hem pakt iemand uit het groepje een boek en leest hier een stukje uit voor. Daarna legt hij het boek weer weg. Nu mag de omgedraaide persoon weer kijken en moet hij raden uit welk boek het stukje kwam. Wie raadt de meeste boeken? Houd jullie score bij op papier! 4. Als dit goed gaat mogen jullie allemaal nog een boek pakken, erover vertellen en bij de andere boeken op de tafel neerleggen om het moeilijker te maken. 5. Jullie kunnen er ook een ander spel van maken. Niemand hoeft zich om te draaien. Omstebeurt leest iemand een stukje uit een boek voor dat hij al gelezen heeft. De anderen moeten raden hoe het verhaal verder gaat.
47
Bijlage 3 De Keuzekaarten | Keuzewerk voor iedereen
Opdrachtkaart Nee, dat vind ik niet Je spreekt in een groepje met elkaar over een onderwerp.
Met hoeveel personen kun je deze kaart doen? -
3-6
Wat heb je nodig? -
Rustige plaats Kopieerblad “Ik ben het eens met”
Wat ga je doen? 1. Je kiest samen een onderwerp uit deze lijst waar je over wilt praten: - Meisjes zijn slimmer dan jongens - Jongens kunnen beter sporten dan meisjes - Je mag geen dieren in een kooi opsluiten - Eens gestolen, altijd een dief - Je kunt maar één beste vriend(in) hebben - Je moet iedereen altijd laten meespelen - Je mag nooit vechten - Er zijn meer goede dan slechte mensen - Jagen is een sport die nodig is voor de natuur - Je mag soms klikken wat iemand fout doet - Wie genoeg te eten heeft, is niet arm - Soms mag je liegen 2. Één iemand is de luisteraar en de rest zijn de sprekers. De luisteraar vult steeds het kopieerblad “Ik ben het eens met” in. Alle sprekers bedenken voor zichzelf of zij het met het onderwerp eens zijn of niet. De sprekers schrijven voor zichzelf op waarom ze het ermee eens zijn of niet. 3. De sprekers mogen nu omstebeurt vertellen waarom hij of zij het er wel of niet mee eens is. De anderen mogen nu alleen maar luisteren en niets zeggen of onderbreken! 4. Als iedereen aan de beurt is geweest mag de luisteraar zeggen met wie hij het eens is en waarom. Dit schrijft hij op het kopieerblad “Ik ben het eens met”. 5. Hierna is iemand anders de luisteraar en kiezen of bedenken jullie een nieuw onderwerp.
48
Bijlage 3 De Keuzekaarten | Keuzewerk voor iedereen
Kopieerblad Ik ben het eens met Als je de laatste pakt, zeg dit dan tegen je leerkracht dan kan die hem opnieuw kopiëren voor anderen!
Naam luisteraar 1: Onderwerp 1: Ik ben het met ………………… eens omdat…………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… Naam luisteraar 2: Onderwerp 2: Ik ben het met …………… eens omdat………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… Naam luisteraar 3: Onderwerp 3: Ik ben het met …………… eens omdat………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… Naam luisteraar 4: Onderwerp 4: Ik ben het met …………… eens omdat………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………
49
Bijlage 3 De Keuzekaarten | Keuzewerk voor iedereen
Opdrachtkaart Dat wist ik nog niet! Er zijn heel wat interessante dingen geschreven over bijvoorbeeld dieren, de ruimte en andere landen. Als je een tekst leest denk je ondertussen van alles. Schrijf deze gedachten eens op! Vaak begrijp je en onthoud je dan beter wat at je hebt gelezen.
Met hoeveel personen kun je deze kaart doen? -
1
Wat heb je nodig? Een Een Een Een
-
interessante tekst leeg vel papier pen schaar en lijm
Wat ga je doen? 1. Zoek een kort artikel in een krant of een tijdschrift dat jij interessant vindt en lees dit artikel. Knip het artikel uit (als dat mag!) of maak een kopie. Plak het in het midden van een velletje schrijfpapier. 2. Schrijf op het papier uit welke krant of tijdschrift het artikel komt. Schrijf ook de datum op. 3. Onderstreep de stukjes tekst waar jij wat over wilt zeggen, bijvoorbeeld: a. Dat wil ik onthouden; b. Interessant; c. Mee eens/oneens; d. Verbazend; e. Dat zou ik ook nog willen weten…; f. Hoe kan dat nou…; g. Iets anders dat je denkt bij het artikel. 4. Trek een lijntje van de onderstreepte stukjes naar de rand van het artikel, op jouw papier. Schrijf jouw gedachten, mening en vragen op, naast de lijntjes die je net hebt getrokken. Als je dit moeilijk vindt kan je op de vaardigheidskaart kijken naar een voorbeeld. 5. Het kan zijn dat je nog meer over het onderwerp wilde weten. Misschien kun je er iets over opzoeken zoeken in boeken of met de computer? 6. Vraag of jouw tekst in de klas mag hangen.
50
Bijlage 3 De Keuzekaarten | Keuzewerk voor iedereen
Vaardigheidskaart Dat wist ik nog niet! Dit is een klein stukje tekst maar je kunt natuurlijk precies hetzelfde met een groter artikel doen!
51
Bijlage 3 De Keuzekaarten | Keuzewerk voor iedereen
Opdrachtkaart Dat wist jij nog niet! Er zijn heel wat interessante dingen geschreven over bijvoorbeeld dieren, de ruimte en andere landen. Als je een tekst leest denk je ondertussen van alles. Misschien vind je het wel zo’n leuke tekst dat je wilt dat de andere kinderen uit je klas hem ook lezen!
Met hoeveel personen kun je deze kaart doen? -
1
Wat heb je nodig? Een interessante tekst 2 lege groene vellen papier Een pen Een schaar en lijm
-
Wat ga je doen? 1. Zoek een interessant artikel in i een krant of een tijdschrift en lees dit artikel. Knip het artikel uit (als dat mag!) of maak een kopie. Plak het op een groen vel papier. Zorg ervoor dat op het papier ruimte over blijft om op te schrijven. 2. Schrijf op het papier uit welke krant of tijdschrift het artikel komt. Schrijf Schr ook de datum op. 3. Nu ga je vragen bedenken voor jouw klasgenoten over de tekst. De antwoorden op de vragen moeten natuurlijk wel in de tekst staan. Deze vragen schrijf je op het vel papier bij de tekst. Bedenk minimaal 5 vragen. 4. Maak ook een apart antwoordenblad. antwoordenblad. Schrijf bovenaan je naam en de naam van jouw tekst. Schrijf hieronder de antwoorden op de vragen. Dit antwoordenblad geef je aan je leerkracht. Je blad met de tekst en de vragen leg je in de kieskast. Zo kunnen je klasgenoten jouw tekst lezen lezen en de vragen maken. Later kunnen ze het antwoordenblad aan de leerkracht vragen.
52
Bijlage 3 De Keuzekaarten | Keuzewerk voor iedereen
Opdrachtkaart Stamp een liedje uit de grond Je maakt samen met elkaar een ritme en maakt zo zelf een stukje muziek
Met hoeveel personen kun je deze kaart doen? -
2-4
Wat heb je nodig? Papier en pen of potlood Voorwerpen die leuke of mooie klanken maken
-
Wat ga je doen? 1. Hieronder zie je een reeks getallen. Iedereen probeert ritmisch voor zichzelf deze getallen te zeggen. Daarna zeg je het om de beurt hardop. Nu zoeken jullie samen een ritme. A) B) C) D) E) F) G) H)
één één één één één één één één
twee twee twee twee twee twee twee twee
drie drie drie drie drie drie drie drie
vier vier vier vier vijf zes ze-ven (snel) vier vijf zes ze-ven (snel) vier vier vier
2. Klinkt dat goed samen? Nu zoeken jullie allemaal voorwerpen waarmee jullie geluiden kunnen maken. Een potje, een lat, een pennendoosje. Je kunt op de voorwerken tikken maar je kunt ook in je handen klappen, op de grond stampen of je lippen laten trillen. Zoek de mooiste en leukste geluiden op. Je kunt ook een tekst zeggen op het ritme. Bijvoorbeeld: “Wie wil mij een centje geven”.
53
Bijlage 3 De Keuzekaarten | Keuzewerk voor iedereen
3. Als iedereen iets gekozen heeft en even geoefend heeft verdelen jullie de ritmische zinnen. Wie krijgt A, wie krijgt B, etc. Jullie schrijven op hoe jullie muziekstukje eruit ziet. Bijvoorbeeld zo: A) B) C) D) E) F) G) H)
Eefje tikt op een blikje Pietje klapt in zijn handen Inne stampt op de grond Dries en Eefje zeggen samen het zinnetje: “Wie wil mij een centje geven”. Inne tikt op een pennendoos Dries tikt op de tafel Iedereen klapt in zijn handen Iedereen stampt op de grond
4. Zoek naar afwisseling. Misschien kunnen jullie ook echte muziekinstrumenten gebruiken. Misschien kunnen jullie wel meer tekst bedenken voor op het liedje of laten jullie de tekst helemaal weg. Maak ook afspraken over hard en zacht. Zorg ervoor dat niets te luid of te zacht klinkt. 5. Even oefenen, als het goed klinkt kunnen jullie het aan de klas laten horen.
54
Bijlage 3 De Keuzekaarten | Keuzewerk voor iedereen
Opdrachtkaart Je eigen tune Je maakt van een oud liedje een spiksplinter nieuw, eigen lied. Wie weet, heb je na deze opdracht wel zoveel succes dat je geen tijd meer hebt om naar school te gaan!
Met hoeveel personen kun je deze kaart doen? -
1-3
Wat heb je nodig? -
Kopieerblad “Voorbeeldliedjes” Papier en pen
Wat ga je doen? 1. Je kiest eerst samen een liedje dat je goed kent. Dit kan een bekend kinderliedje zijn of een liedje van tv. Je kunt er bijvoorbeeld bijvoor één uit het kopieerblad “Voorbeeldliedjes” oorbeeldliedjes” kiezen. Als je dit voor de eerste keer doet is een kort liedje makkelijker. Zorg ervoor dat je het originele liedje goed kent en de tekst bij de hand hebt, dit werkt makkelijker. makkelijker 2. Bepaal nu eerst waar het liedje over moet gaan. Bedenk een thema, het moet niet zomaar over van alles en nog wat gaan. 3. Nu kijk je naar de originele tekst van het liedje. Dat gaat veranderen! Begin met de eerste zin herschrijven. jven. Ga steeds een zin verder. Zing of neurie steeds voor jezelf of het nog wel op de melodie klopt. Soms kan het moeilijk zijn om voor een stukje een tekst te bedenken. Je kunt dit stukje dan even overslaan en er later nog eens naar kijken. 4. Is het jullie dan echt gelukt? Misschien wil straks de hele groep jullie jullie liedje wel zingen!
55
Bijlage 3 De Keuzekaarten | Keuzewerk voor iedereen
Kopieerblad Voorbeeldliedjes Als je de laatste pakt, zeg dit dan tegen je leerkracht dan kan die hem opnieuw kopiëren voor anderen!
Kun jij deze liedjes omtoveren tot vernieuwde toffe versies? Berend Botje
In Holland staat een huis
Berend Botje ging uit varen Met zijn scheepje naar Zuidlaren De weg was recht, de weg was krom Nooit kwam Berend Botje weerom
In Holland staat een huis In Holland staat een huis In Holland staat een huis, ja, ja Van je singela singela hopsasa In Holland staat een huis In Holland staat een huis
Een twee drie vier vijf zes zeven Waar is Berend Botje gebleven? Hij is niet hier, hij is niet daar Hij is naar Amerika Amerika, Amerika Driemaal in de rondte van je hopsasa!
In dat huis daar woont een heer In dat huis daar woont een heer In dat huis daar woont een heer, ja, ja Van je singela singela hopsasa In dat huis daar woont een heer In dat huis daar woont een heer
Vader Jacob Vader Jacob, Vader Jacob, Slaapt gij nog?, slaapt gij nog? Alle klokken luiden!, alle e klokken luiden! Bim bam bom, bim bam bom
En die heer die kiest een vrouw En die heer die kiest een vrouw En die heer die kiest een vrouw, ja, ja Van je singela singela hopsasa En die heer die kiest een vrouw En die heer die kiest een vrouw
Ik zag twee beren Ik zag twee beren broodjes smeren Oh, het was een wonder 't Was een wonder, boven wonder, dat die beren smeren konden Hi hi hi, ha ha ha Ik stond erbij en ik keek er naar
56
En die vrouw die kiest een kind En die vrouw die kiest een kind En die vrouw die kiest een kind, ja , ja Van je singela singela hopsasa En die vrouw die kiest een kind En die vrouw die kiest een kind
Bijlage 3 De Keuzekaarten | Keuzewerk voor iedereen
Bijlage 4 Foto-impressie werken met de keuzekaarten
Dramaopdracht: Hoe zegt een hele stoere jongen op een blije manier: “Ik ga vandaag het hele huis goed schoonmaken!”
Samen of alleen je hersens laten kraken over tovervierkanten of rekenraadsels.
57
Bijlage 4 Foto-impressie werken met de keuzekaarten | Keuzewerk voor iedereen
Hoe kun je van een paar vormen en strepen een mooi kunstwerk creëren?
Schrijf je eigen liedtekst of maak een te gek ritme!
58
Bijlage 4 Foto-impressie werken met de keuzekaarten | Keuzewerk voor iedereen
Bijlage 5 Vragenlijst aan de leerlingen Vragenlijst keuzekaarten Je naam: Je groep: De naam van de keuzekaart: 1 Vond je de keuzekaart duidelijk? Ja / Nee Zo nee, wat kan er beter? ……………………………………………………………………………………………………………………. ….………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………. ….………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………….. 2 Vond je de opdracht leuk om te doen? Ja / Nee Waarom wel of niet? ……………………………………………………………………………………………………………………. ….………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………. ….………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………….. 3 Lukte het goed om de opdracht zonder hulp van de leerkracht te maken? Ja / Nee Zo nee, waar had je hulp bij nodig? ……………………………………………………………………………………………………………………. ….………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………. ….………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………..
59
Bijlage 5 Vragenlijst aan de leerlingen | Keuzewerk voor iedereen
4 Kon je goed samenwerken? Ja / Nee Waarom wel of niet? ……………………………………………………………………………………………………………………. ….………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………. ….………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………….. 5 Vond je de keuzekaart te moeilijk of te makkelijk? Te moeilijk / Goed / Te makkelijk 6 Vind je dat er iets moet veranderen aan de keuzekaart die je gemaakt hebt? Ja / Nee Zo ja, wat dan? ……………………………………………………………………………………………………………………. ….………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………. ….………………………………………………………………………………………………………………… …..………………………………………………………………………………………………………………… 7 Over wat voor onderwerpen of welk vak zou jij nog meer een keuzekaart in de klas willen hebben? ……………………………………………………………………………………………………………………. ….………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………. ….………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………..
60
Bijlage 5 Vragenlijst aan de leerlingen | Keuzewerk voor iedereen
Bijlage 6 Gebruikte bronnen voor het maken van de keuzekaarten Boeken Adriaenssen, M. (1998). Hoekentas: groep 7. Waasmunster: Abimo. Gysbrechts, A. (1998). Hoekentas: groep 6. Waasmunster: Abimo. Hansma, M. (2001). Kansrijke Taalhoeken in groep 1-8. Baarn: HBuitgevers Hansma, M., Hansma H. (2004). Kansrijke Taalhoeken in groep 1-8 (deel 2). Baarn: HBuitgevers
Artikelen (Zie de cd-rom voor de artikelen en het bijbehorende materiaal) Janse, C. (2007). Kiezen voor keuzewerk. Praxisbulletin, 24 (6), 30-34. Klabbers, V. De werkwinkel. JSW, 82 (5), 5-11. Klabbers, V. Taken voor zelfstandig werken en leren. JSW, 88 (5), 32-33. Klabbers, V, Steinfort, R. Werkbladen ontwerpen. JSW, 85 (1), 17-19. Klabbers, V. Onderwijs in een envelop, JSW, 83 (2), 30-33. Koedam, F. (2006). Tekstwerk met Daantje (1). Praxisbulletin, 23 (7), 20-24. Koedam, F. (2006). Tekstwerk met Daantje (2). Praxisbulletin, 23 (8), 16-19. Meijerink, J. (2008). Van keuzeopdracht tot presentatie. Praxisbulletin, 25 (6), 12-15. Van der Velden, T. (2002). Honderd verwerkingsactiviteiten. Praxisbulletin, 20 (2), 22-24. Van der Velden, T. (2005). “Klaar meneer. En nu?”. Praxisbulletin, 23 (1), 15-19.
Internetbronnen: Hoekenwerk en contractwerk: http://www.sip.be/bao/hoekenwerk/index.htm Printbare leerspelletjes: http://printbareleerspelletjes.jouwpagina.nl/ Informatie over het gebruik van rekenspelletjes: http://www.expertis.nl/basisonderwijs/vakgebieden/rekenspellen.html Rekenspelletjes.be: http://www.rekenspelletjes.be/ De-SPELLETJES-SITE (Vooral rekenspelletjes): http://users.telenet.be/spelletjesdre/2006/2006.htm De Speelplaats (Allerlei spelletjes om uit te printen):
61
Bijlage 6 Gebruikte bronnen voor het maken van de keuzekaarten | Keuzewerk voor iedereen
http://www.speelplaats.org/ Tussendoortjes Rekenen en Taal: http://www.ontwerpatelier.nl/scholen/inholland/tussendoortjes/index.htm Spelletjes voor probleemoplossend denken: http://aalst.kahosl.be/projecten/probleemoplossend-denken-wiskunde/spelletjesindex.htm Opdrachten verdeeld in de meervoudige intelligenties: http://www.boeiendonderwijs.nl/ Overzicht van (gratis) lespakketten en werkboekjes: http://leerkracht.kennisnet.nl/oompim Activiteiten en materiaal voor uitdagend taalonderwijs: http://www.manssen.nl/Computersindeklas/dossiers/dossier_powerpoint/documenten/bouwsteen 8DEFINITIEF.pdf Zelfstandig werkkaarten in groep 5-6: http://digischool.kennisnet.nl/community_po56/schatkist/zelfstandigwerken Klaaropdrachten Juf Hannah: http://www.juf-hannah.nl/extra.html Ambrasoft – Kopieerboek rekenen: http://school.ambrasoft.nl/index.php?PID=10&AID=85 Opdrachtkaarten Internet: http://www.ictopschool.net/kennis/vraagstukken/0092/voortgang/Kennis-deel_1 Kidsweek junior Opdrachtkaarten: http://www.kidsweekjuniorindeklas.nl/vast.php Good practice: http://80.126.187.116/locatie_stein/Groepen/Groep_6/kieskast/meervoudige_intelligentie_en_ de.htm KNAP – Online MI kieskast: http://www.pcsvleiderdorp.nl/bestuur/cgi-oic/pagedb.exe/show?no=329&fromno=329 Online MI kieskast: http://dobbelkieskast.yurls.net/
62
| Keuzewerk voor iedereen
Bijlage 7 Registreren van keuzewerk op de taak
Voorbeeld van een toevoeging aan de taak voor de onderbouw:
Aan welke keuzewerk heb ik gewerkt?
Hoe heb ik dat gedaan?
Naam van het spel of de opdracht:
Voorbeeld van een toevoeging aan de taak voor de bovenbouw: Aan welk keuzewerk heb ik gewerkt?
0 Taal 0 Muziek 0 Computerwerk 0 Drama 0 Techniek 0 Beeldende vorming 0 Wereldorientatie 0 Rekenen Wat ging er goed?
63
Waarom heb ik hiervoor gekozen?
Ik vind dat ik het zo heb gedaan: Niet zo goed / voldoende / heel erg goed Naam van het spel of de opdracht:
Wat kan ik de volgende keer beter doen?
Bijlage 7 Registreren van keuzewerk op de taak | Keuzewerk voor iedereen
Bijlage 8 Voorbeeld van een werkplan
Werkplan van ............................................................... Datum…………………………….…… Wat wil ik te weten komen?
Waar kan ik dat vinden?
Wanneer ga ik er aan werken?
Met wie ga ik samenwerken?
Hoe ga ik het presenteren?
Bron: Mijnster, T. (2005). Kinderpop: Een persoonlijk ontwikkelingsplan voor kinderen. Praxisbulletin, 22 (6), 14-18.
64
Bijlage 8 Voorbeeld van een werkplan | Keuzewerk voor iedereen
Bijlage 9 Feedback van de teamleden
Ik was erg blij met de verbeteringen op het gebied van interpunctie die mij aangegeven zijn en heb mijn adviezen wat dwingender proberen te maken. 65
Bijlage 9 Feedback van de teamleden | Keuzewerk voor iedereen
Hoi Dunja,
4-6-2008 14:50
Heb vandaag je scriptie gelezen. Heel interessant voor ons op weg naar goede discussies over het keuzewerk en de kieskasten. Heb je de bijgevoegde keuzekaarten ook allemaal uitgeprobeerd? Je hebt bij je scriptie 1 voorbeeld keuzekaart gedaan. De overige hoeven er niet bij? Wat is je bedoeling met de andere kaarten? Er ontbreken nog een aantal dingen(maar dat weet je vast al en heb je deels in je mail ook benoemd): paginanummers ;4.2 reflectie op de praktijk en slot. Ik heb je scriptie uitgeprint omdat ik het zo makkelijker te lezen vind. Mijn opmerkingen (veelal op gebied van spelling, woordkeuze en woordvolgorde) heb ik op de uitgeprinte versie aangegeven. Denk dat het voor jou handiger is dat te ontvangen dan dat ik via de mail alles verwoord. Ik neem het in ieder geval morgen mee naar school. Groet Helga (Intern Begeleider) Ondertussen heb ik alle kaarten bij deze scriptie gevoegd, omdat het bleek dat het fijner is voor de lezer om deze te kunnen raadplegen. Ik heb mijn pagina’s genummerd en was erg blij met de opmerkingen op het gebied van spelling, woordkeuze en woordvolgorde. Hallo Dunja, 25-5-2008 11:52 Ik heb alles doorgelezen, en ik moet zeggen, het ziet er indrukwekkend uit. De voorbeeldkaarten zien er goed afwisselend uit. Ik denk zeker voor kinderen uitdagend. Ik heb je scriptie op kleine puntjes aangepast. Het meeste heb ik in rood gedaan, zodat je kunt kijken of je het wilt en anders kun je het zo laten. Groetjes Guda (Leerkracht groep 1/2) Ook hier was ik erg blij met de suggesties op het gebied van spelling, woordkeuze en woordvolgorde.
Uiteraard heeft de Daltoncoördinator ook mijn scriptie bekeken en hier feedback op gegeven. Deze feedback heb ik niet schriftelijk omdat we hier mondeling overleg over hebben gehad. Ze had me aangeraden een voorbeeld van een taakregistratie voor keuzewerk en een werkplan te maken, nu te vinden als bijlage 7 en 8. Verder heeft ze me aangeraden om de keuzekaarten te evalueren met behulp van de Daltonaspecten uit het Daltonboek van de school.
66
Bijlage 9 Feedback van de teamleden | Keuzewerk voor iedereen