Kerntakendiscussie Bezuiniging zwembad Zutphen
Projectplan zwembad 2e beslisdocument
WAT
IDEE
ontwerpfase
definitiefase
Iinitiatiefase 1.1
HOE
1.2
1.3
HOE TE MAKEN
DOEN
voorbereidingsfase
realisatiefase
1.4
IN STAND HOUDEN nazorgfase
1.5
1.6
TGK I O
TGK I O
TG K I O
T GK I O
T GK I O
projectopdracht
projectplan
projectontwerp
realisatieplan
nazorgplan
Bestuurlijk opdrachtgever Ambtelijk opdrachtgever Ambtelijk opdrachtnemer Opdracht verstrekt Projectplan vastgesteld
: Rik de Lange : Martin Rommers : Peter van Dijk (projectleider) : 4 oktober 2011 : 17 december 2012
Gemeente Zutphen Afdeling Programma’s en Projecten
1
INHOUDSOPGAVE BIJLAGENOVERZICHT
3
SAMENVATTING
4
1. KADER 1.1. Inleiding……………………………………………………… 1.2. De opdracht ………………………………………………..... 1.3. Randvoorwaarden ……………………………………………
5 5 5
2. ORGANISATIE 2.1 Aansturingskader……………………………………………. 2.2 Projectorganisatie……………………………………............ 2.3 Looptijd……………………………………………………… 2.4 Urenraming ………………………………………………….
6 6 7 7
3. 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
BEHEERSASPECTEN Tijd……………………………………………………………. Financiën……………………………………………………… Kwaliteit………………………………………………………. Informatie en communicatie…………………………………… Risico‟s…………………………………………………………
8 8 8 8 9
4. 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
AANPAK Onderzoekspunten…………………………………………….. Projectgroepvergaderingen……………………………………. Klankbordgroepvergaderingen………………………………… Taakgroepvergaderingen……………………………………… Volgende fase.…………………………………………………
10 11 12 12 12
5. 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5
RESULTAAT DEFINITIEFASE Inleiding……………………………………………………….. Configuratie/programma van eisen……………………………. Locatie…………………………………………………………. Beheer en samenwerking……………………………………… Financiële doorrekening………………………………………..
13 13 14 15 15
6. 6.1 6.2 6.3
QUICK WINS De taakstelling………………………………………………… Maatregelen…………………………………………………… Financiële overzicht……………………………………………
16 16 17
7. BEZUINIGINGSTAAKSTELLING 7.1 Resultaat……………………………………………………….
18
8. 8.1 8.2 8.3 8.4
ANDERE SCENARIO’S Inleiding……………………………………………………….. Wat te bouwen bij beoogde jaarlijkse exploitatiebijdrage……... Bouwen door een marktpartij…………………………………. Ver(nieuw)bouw huidige zwembad…………………………...
18 18 18 18
9. HET VERVOLG (volgt na keuze uit scenario’s !) 9.1 Verder tijdpad met vervolgactiviteiten………………………… 9.2 Uitvoeringsrisico‟s…………………………………………….
18 18
2
BIJLAGEN. 1. Format kerntakendiscussie + rapport Drijver en Partners. 2. Projectopdracht. 3. Keuzenotitie zwembadvariant met financieel overzicht. 4. Ruimtestaat gedachte configuratie. 5. Notitie locatie en paragraaf 2.5 rapport Convisie over eerder locatieonderzoek. 6. Notitie beheer. 7. Exploitatiebegroting zwembad na nieuwbouw. 8. Becijfering gemeentelijke exploitatiebijdrage. 9. Overzicht acties genereren extra financiën. 10. Begrotingen zwembad en overzicht quick wins. 11. Notitie renovatie Graaf Ottobad.
3
SAMENVATTING. De gemeente Zutphen moet fors bezuinigen op de jaarlijkse begroting en heeft in dat kader een kerntakendiscussie gevoerd. Een van de maatregelen waarbij daarvoor is gekozen is om flink te bezuinigen op het (binnen)zwembad het Graaf Ottobad. Een deel van de bezuiniging moet gevonden worden in een aantal quick wins voor 2012 en 2013 en een ander deel door nieuwbouw met ingebruikname per 2015. Zij heeft een Taakgroep zwembad ingesteld om de opdracht uit te werken. De opdracht was om te onderzoeken of met ingang van 2015 met een maximale jaarlijkse exploitatiebijdrage van € 335.000,-- kan worden volstaan voor een tweebadenconcept met een waterspeeltuin. Gedurende het traject werd de taakgroep gevraagd meerdere varianten te bekijken. Ook werd bekend dat de gemeente verdergaand moet bezuinigen en werd de opdracht aan de taakgroep gewijzigd in „zijn verdergaande bezuinigingen mogelijk‟, bijvoorbeeld door een soberder bad te realiseren of te privatiseren. De taakgroep heeft diverse varianten onderzocht. Een weergave daarvan treft u in voorliggend projectplan aan. Zij heeft specifiek een keuzenota opgesteld waarin een financiële en kwalitatieve vergelijking is gemaakt tussen een tweebadenconcept, het 2521-concept van 2521 Gewoon zwemmen BV en de optie van privatisering. Die nota is als bijlage aan dit projectplan toegevoegd. De taakgroep heeft geconcludeerd dat Zutphen het beste af is met een nieuw zwembad bestaande uit een wedstrijdbad en een doelgroepenbad, aangevuld met een waterspeeltuin. Dit komt overeen met adviezen uit eerdere onderzoeksrapporten. Voorts om het zwembad niet te privatiseren maar de exploitatie aan een (bredere) beheersstichting over te laten die een budgetsubsidie van de gemeente ontvangt. Voor nieuwbouw van het zwembad is een goede locatie gevonden in het terrein van voormalige voetbalvereniging Zutphania aan de Laan van Eme. De belangrijkste te beantwoorden vraag was of de bezuinigingstaakstelling met de voorgestane planvorming wordt bereikt. De quick wins voor 2012 en 2013 lijken te worden gehaald. Met de plannen zoals die nu voorliggen denkt de taakgroep een bezuiniging te kunnen bereiken van € 657.000,-- waar € 565.860,-- was gevraagd. Vooralsnog blijft in het kader van de meerjarenbegroting voor 2015 en volgende jaren uitgegaan worden van een gemeentelijke exploitatiebijdrage van € 335.000,--. Het meerdere wat er lijkt te kunnen worden bezuinigd wordt als marge aangehouden omdat het project na deze definitiefase met daarin veel aannames uitgewerkt moet worden. Dit projectplan is het resultaat en daarmee de afsluiting van de definitiefase. Na vaststelling werkt de projectgroep de nieuwbouwplannen voortvarend verder uit.
4
1. KADER. 1.1. Inleiding. Een (overdekt) zwembad is een belangrijke basisvoorziening voor Zutphen. Het bestaande Graaf Ottobad is aan renovatie toe en er is de afgelopen jaren onderzocht of dat een juiste keuze is of dat het wenselijker is een nieuw zwembad te realiseren. Ook binnen de Kerntakendiscussie is nadrukkelijk gekeken naar het zwembad en de mogelijkheden om het exploitatietekort terug te brengen. De gemeenteraad heeft besloten tot een totale bezuiniging van € 565.860,-- per 2015 door nieuwbouw van het zwembad en een aantal quick wins. De quick wins zouden gefaseerd gerealiseerd moeten worden met ingang van 2012. Een taakgroep moest bekijken of een nieuw zwembad met de gedachte bezuiniging haalbaar is. Inzet van een deel van „de Nuon-gelden‟ tot een bedrag van € 4 miljoen kan daaraan bijdragen. Dit projectplan biedt inzicht in de haalbaarheid en gaat in op de vervolgstappen. 1.2. De opdracht. De taakgroep heeft de volgende opdracht meegekregen: 1. De bezuiniging uit de kerntakendiscussie verwezenlijken. a. Quick wins: 100.000 op de exploitatie in 2012 en daar bovenop 105.000 in 2013. b. Totale exploitatietekort moet per 2015 met € 565.860,-- zijn teruggebracht (en zo mogelijk al medio 2014). 2. Een nieuw innovatief zwembad te realiseren met een bij Zutphen passende en toekomstbestendige configuratie, op een goed toegankelijke plek en een passende beheervorm dan wel eigendomssituatie. Dit samenstel moet er toe leiden dat de bezuiniging gerealiseerd wordt. 1.3. Randvoorwaarden. Als randvoorwaarden zijn van toepassing: Financieel Het financiële kader is aangegeven in de kerntakendiscussie. Daar waar mogelijk subsidies in de realisatiekosten zien te verkrijgen. Relatie met de voor het zwembad aangegeven quick wins in het oog blijven houden. Kwalitatief Realiseren van een aantrekkelijk en duurzaam zwembad. De kwaliteitseisen worden vastgelegd in de gezamenlijke visie en het programma van eisen en het project wordt gerealiseerd binnen nog op te stellen gemeentelijke (w.o. stedenbouwkundige) randvoorwaarden. Integrale planvoorbereiding ondersteund door specifieke externe advisering is een voorwaarde voor het leveren van kwaliteit bij dit project. Tijd In januari 2012 moet een projectplan aan het college en gemeenteraad worden voorgelegd. Daaruit moet blijken of nieuwbouw, met inzet van de eerder genoemde € 4 miljoen, de beoogde bezuiniging lijkt op te leveren. Burgemeester en wethouders en gemeenteraad beslissen dan over uitvoering van het project. Na een besluit tot uitvoering moet het nieuwe zwembad medio 2014 opgeleverd worden. Ingebruikname uiterlijk 1 januari 2015. Informatie Zorg voor een goede informatievoorziening binnen de gemeentelijke organisatie en specifiek naar het programmateam Kerntakendiscussie. Betrek gebruikers van de huidige accommodatie.
5
Organisatie Dit project wordt iets anders ingestoken dan gebruikelijk. Het is één van de speerpunten uit de gemeentelijke kerntakendiscussie. Daarom is een bestuurlijke taakgroep ingesteld die de gedachte bezuiniging op het zwembad moet realiseren. De projectgroep adviseert aan de taakgroep. De taakgroep legt beslisdocumenten voor aan het college. 2. ORGANISATIE. 2.1. Aansturingskader. Bestuurlijk opdrachtgever De bestuurlijk opdrachtgever is Rik de Lange, wethouder Sport. Hij is aanspreekpunt namens het college van Burgemeester en Wethouders. Hij is voorzitter van de bestuurlijke taakgroep en hij draagt zorg voor de afstemming binnen het college en richting de gemeenteraad. Ambtelijk opdrachtgever De ambtelijk opdrachtgever is Martin Rommers van de afdeling Klantcontact. Hij is eindverantwoordelijk voor de uitvoering van het project en is het aanspreekpunt voor de bestuurlijk opdrachtgever, het management en de programmamanagers kerntakendiscussie. Projectleider Projectleider is Peter van Dijk van de afdeling Programma‟s en Projecten. Hij geeft namens de ambtelijk opdrachtgever leiding aan de uitvoering van het project. Er is een projectgroep ingesteld. Daar waar het de slagvaardigheid ten goede komt, heeft de projectleider een directe relatie met de bestuurlijk opdrachtgever. Hij informeert de ambtelijk opdrachtgever over de resultaten hiervan. De projectleider krijgt secretariële ondersteuning voor de voorbereiding en verslaglegging van vergaderingen van de projectgroep, klankbordgroep en taakgroep. Bestuurlijk overleg De projectgroep/-leider rapporteert aan de bestuurlijke taakgroep en indien nodig aan het Bestuurlijk Kerntaken Overleg. Opdrachtgeveroverleg In het opdrachtgeveroverleg rapporteert de projectleider aan de ambtelijk opdrachtgever over de voortgang. Dit overleg wordt ook benut om inhoudelijke zaken te bespreken die van belang zijn voor de aanpak en voortgang van het project. Dit overleg vindt één keer per twee weken plaats in de vorm van een overleg met zowel de bestuurlijk als ambtelijk opdrachtgever. 2.2. Projectorganisatie. Zoals eerder genoemd is er sprake van een wat bijzondere organisatie. Dit komt omdat het project nieuwbouw zwembad uitvloeisel is van de Kerntakendiscussie/bezuinigingsoperatie. Gewerkt wordt met een taakgroep, klankbordgroep en een projectgroep. In het kader van dit plan van aanpak wordt alleen de projectgroep verder uitgediept. De samenstelling van de projectgroep is als volgt: Organisatie 1. Gemeente Zutphen 2. Gemeente Zutphen 3. Gemeente Zutphen
Naam Peter van Dijk Pieter Kraan Dirk Punt
6
Functie Projectleider Beleidsadviseur Sport Vastgoeddeskundige
4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
Gemeente Zutphen Gemeente Zutphen SSAZ SSAZ Drijver en Partners Gemeente Zutphen Ambtenaren op afroep
Sabine van Galen Wim van der Veen Gatze van Lottum Menno Roode André Timmerman ………….
Beleidsmedew.duurzaamh. Financieel beleidsmedew. Voorzitter Zwembadmanager Adviseur (zwembaden) Secretariële ondersteuning.
Taakinhoud: Voert per fase de activiteiten uit zoals genoemd in de projectopdracht en in een later stadium zoals genoemd in het projectplan. Bereidt (beslis)documenten voor de bestuurlijke taakgroep voor. De vergaderfrequentie voor het projectteam is één keer per drie weken. 2.3. Looptijd. In het kader van de kerntakendiscussie heeft de gemeenteraad besloten dat er op 1 januari 2015 een nieuw zwembad in gebruik moet zijn genomen. Voor het project en haar diverse fasen is in de projectopdracht een reële planning opgenomen. Zonder vertragingen, door bijvoorbeeld bezwaar tijdens de ruimtelijke procedure, kan het zwembad in het najaar 2014 in gebruik worden genomen. In 2015 vindt nog nazorg plaats. Eind 2015 is het hele project dan afgerond. Voor de goede orde wordt de planning hieronder nog eens weergegeven. 1. Definitiefase: Projectplan in college/raad:
september 2011 – januari 2012 januari 2012
2. Ontwerpfase: februari 2012 – zomer 2012 Projectontwerp in college/raad: zomer 2012 3. Voorbereidingsfase: Realisatieplan in raad:
zomer 2012 – zomer 2013 zomer 2013
4. Realisatiefase:
zomer 2013 – najaar 2014
5. Nazorgfase:
najaar 2014 – najaar 2015
N.B. Dit was de planning bij de start van de Taakgroep zwembad. Gedurende het traject zijn er diverse Forumbehandelingen geweest en naar aanleiding daarvan aanvullende onderzoeksvragen/opdrachten bij de Taakgroep neergelegd. De definitiefase kan nu pas worden afgerond wat betekent dat de planning moet worden bijgesteld. De nieuwe planning kan na besluitvorming over de gewenste configuratie, het toe te passen bouwconcept en dit projectplan worden opgesteld. 2.4. Urenraming. Alle werkzaamheden die binnen dit project plaats vinden komen ten laste van reguliere uren. Gelet op het (maatschappelijk en bestuurlijk) belang van dit project wordt van de diverse organisatieonderdelen verwacht dat er tijdig mensen voor uitwerking en uitvoering van de diverse projecten beschikbaar zijn.
7
3. BEHEERSASPECTEN. 3.1. Tijd. Het is van belang een afgesproken tijdpad aan te houden. “Tijd is geld” is een veel gebruikt adagium. Zeker in het kader van de kerntakendiscussie en de per 1 januari 2015 in te boeken bezuiniging verdient dit aspect extra aandacht. Soms heeft een project echter met onvoorziene omstandigheden te maken. Dan is het zaak deze zo goed mogelijk te managen. 3.2. Geld. Vanuit de kerntakendiscussie zijn er duidelijke financiële randvoorwaarden gesteld voor nieuwbouw van het zwembad. Het is van belang het financiële plaatje in de definitiefase zo goed mogelijk te schetsen. Op basis daarvan neemt het gemeentebestuur een besluit over uitvoering van het project. De uitvoering moet dan binnen de randvoorwaarden geschieden. Bij dreigende (grote) afwijkingen moet de projectleider aan opdrachtgevers en gemeentebestuur rapporteren. 3.3. Kwaliteit. Voor alle projecten en werkzaamheden geldt dat deze kwalitatief hoogwaardig en zodanig moeten worden uitgevoerd dat ze hun doel bereiken. Alle processen die binnen dit project gaan plaatsvinden moeten kwalitatief goed zijn. Goede informatievoorziening en communicatie zijn daarbij speerpunten. Een ieder die binnen de projectorganisatie werkzaamheden verricht is verantwoordelijk voor de kwaliteit van zijn/haar eigen inbreng/werkzaamheden. De projectleider bewaakt de totale kwaliteit. Middels rapporteren aan opdrachtgevers en bestuur worden de kwalitatieve aspecten ook onder hun aandacht gebracht. 3.4. Informatie en communicatie. Het is van het grootste belang de communicatie over het project goed af te stemmen. Het project maakt onderdeel uit van de totale bezuinigingsoperatie. Er is een programmateam geformeerd dat de invoering van de diverse maatregelen coördineert. Vanuit dat programmateam zal in algemene zin over het totaal aan voorgestane maatregelen zowel intern als extern worden gecommuniceerd. De externe communicatie over het specifieke project zwembad, ook vanuit de taakgroep, verloopt via de bestuurlijk opdrachtgever, Rik de Lange. De interne communicatie is een verantwoordelijkheid van de projectleider. Zij stemmen samen af met de geformeerde klankbordgroep nieuwbouw zwembad. Het is goed een aantal punten specifiek te belichten: Taakgroep, college en gemeenteraad Binnen het project zijn er een aantal beslismomenten voor college en gemeenteraad. De projectgroep legt daartoe stukken voor aan de taakgroep. De taakgroep bespreekt (beslis)documenten van de projectgroep voor verdere besluitvorming. Het college buigt zich over de nadere uitwerking van het project en de daarmee gemoeide financiën. De gemeenteraad wordt gevraagd benodigd krediet beschikbaar te stellen. Indien daartoe aanleiding bestaat kan het zijn dat het college de raad, al dan niet in breder kerntakendiscussieverband, via het forum over het project informeert.
8
Gemeentelijke diensten (integrale aanpak) De projectleider zorgt ervoor dat alle benodigde gemeentelijke diensten zijn aangehaakt en er van een integrale aanpak van het project sprake is. Communicatie kan plaats vinden via de internetpagina van de gemeente en/of voorlichting via de Zutphense Koerier. Momenten waarop het logisch is de inwoners te informeren zijn: vaststelling van het projectplan en daarmee het startsein voor de uitwerking van het project, voorlopig en definitief ontwerp, start werkzaamheden en opening bad. 3.5. Risico’s . Voor het programma zijn een aantal risico‟s te benoemen. Hieronder volgt een opsomming van deze risico‟s en een korte toelichting daarop. Financieel Dreigende overschrijdingen (deel)budget: Een project moet binnen de financiële kaders gerealiseerd worden. Gewijzigde of onvoorziene omstandigheden kunnen tot overschrijdingen leiden. Bij dreigende overschrijdingen moet het project heroverwogen worden of door het bestuur een besluit genomen worden meer budget ter beschikking te stellen. Het is voor de projectleider zaak dreigende overschrijdingen per omgaande te melden. Geen subsidies te verkrijgen: Voor dit specifieke project is voor de op voorhand als wenselijk aangegeven configuratie van een investering van € 8,5 miljoen uitgegaan. De gemeenteraad heeft uitgesproken zelf € 4 miljoen bij te willen dragen. Voor het restant van € 4,5 miljoen zou getracht moeten worden externe middelen te verkrijgen. Het is lastig voor een „gewone voorziening‟ subsidies te verkrijgen, zeker in deze tijd waarin ook de provincie en het rijk moeten bezuinigen. Het niet verkrijgen van de gewenste externe financiële bijdragen is van grote invloed op het project(vervolg). Ook hier rust op de projectleider de taak dit vroegtijdig te signaleren. In de markt wegzetten lukt niet: Een van de opties om tot nieuwbouw te komen is door het project in de markt weg te zetten. Hier zitten zowel voor- als nadelen aan. Een dergelijke constructie vergt veel overleg vooraf over zaken als financiële bijdrage door de gemeente, waarborgen voor de gebruikers, hoe om te gaan bij een eventueel faillissement etc. De kans is altijd aanwezig dat partijen het niet met elkaar eens worden. Tevens is het de vraag of marktpartijen op dit moment dergelijke investeringen willen doen. Quick wins niet geheel haalbaar: De gemeenteraad heeft voor wat betreft de bezuiniging op het zwembad aangegeven dat er voor 2012 en 2013 quick wins op de exploitatie moeten worden behaald. Het niet of niet tijdig halen van die doelstelling heeft consequenties voor de totaal gedachte bezuiniging. Het is aan de gemeenteraad om hier en over het al dan niet voortzetten van de nieuwbouwplannen voor het zwembad dan uitspraken te doen. Juridisch Ruimtelijke ordeningsprocedure en vergunningen: Voor veel ruimtelijke projecten is een ruimtelijke ordeningsprocedure nodig om ze mogelijk te maken. Na die procedure zijn diverse vergunningen nodig. Het geheel vergt de nodige doorlooptijd. De doorlooptijd kan aanzienlijk langer worden als derden zich niet in de plannen kunnen vinden en de haalbaarheid van het project kan daardoor bemoeilijkt worden. Het is dus zaak bij een locatiekeuze en gedachte invulling zoveel mogelijk met derdebelangen rekening te houden en goed met omwonenden/eigenaren van omliggende panden te communiceren. Aanbestedingen niet goed weggezet: Er moet goed nagedacht worden in welke vorm(en) we gaan aanbesteden en de aanbesteding moet zorgvuldig gebeuren. Gebreken in de aanbestedingsprocedure zorgen voor vertraging. Het is de verantwoordelijkheid van de projectleider om er voor te zorgen dat het aanbestedingstraject goed wordt ingezet.
9
Politiek Voor projecten is een brede politieke steun zeer gewenst. Als een project dat draagvlak ontbeert kunnen er steeds weer discussies opkomen. Voor het slagen van een project en een voorspoedige realisatie is het van belang vooraf goed met college en gemeenteraad af te stemmen en heldere keuzen te maken. Dit ligt vooral op het vlak van de bestuurlijk en de ambtelijk opdrachtgevers. Organisatorisch Voor het slagen van een project is het zaak dat in- en externen zich houden aan binnen het project gemaakte afspraken en planningen en nog te maken uitvoeringsafspraken. Als dit niet gebeurt kan dit tot vertraging en in het ergste geval tot afstel leiden. Het is aan de bestuursdriehoek om dit goed bij alle betrokkenen onder de aandacht te brengen. Imago Er ontstaat imagoschade als door welke oorzaak dan ook het project niet of niet tijdig gerealiseerd wordt, de bestuurlijke besluitvorming haken en ogen kent of de communicatie over het project slecht verloopt. Op dergelijke zaken moet echt goed gestuurd worden want het (tijdig) slagen van een project hangt ook van de publieke opinie af.
4
AANPAK.
4.1 Onderzoekspunten. Het projectplan is het resultaat van de definitiefase. De belangrijkste aandachtsgebieden voor deze fase van het project waren: de configuratie. Er zijn meerdere reacties gekomen op de voorgestelde configuratie. Ook zijn alternatieven aangedragen. Daarnaast is een bredere oriëntatie op mogelijke clustering van voorzieningen zinvol. De volgende acties waren gepland; bepalen/actualisering vertrekpunten voor de configuratie (rapport D&P) inventarisatie opmerkingen/suggesties configuratie inventarisatie alternatieven lokaal en KNZB inventarisatie clustermogelijkheden/samenwerkingsverbanden interview met aanbrengers alternatieven bespreken in werkgroepverband en toetsing op relevantie/haalbaarheid/wenselijkheid opstellen notitie met conclusies en aanbevelingen bespreken in projectgroep bepalen gewenste configuratie terugkoppeling naar taakgroep Resultaat; een serieuze beoordeling van alle opmerkingen en initiatieven en mogelijkheden en vaststellen gewenste configuratie Locatie. Er zijn meerdere locaties in Zutphen die in aanmerking komen voor realisatie van een nieuw zwembad. De volgende acties zijn verricht; vaststellen mogelijke locaties en toetsing op; geografie, bestemmingsplan, omgevingsfactoren/infrastructuur, grondkosten, ruimte opstellen notitie met conclusies en aanbevelingen bespreken in projectgroep bepalen gewenste locatie (of keuze uit twee voorleggen) terugkoppeling naar taakgroep
10
Resultaat; de locatie bekend of twee locaties om te kiezen benoemd Randvoorwaarden en uitgangspunten voor realisatie en beheer Het betreft hierbij de wijze waarop en de randvoorwaarden waaronder de realisatie wordt vorm gegeven en aanbesteed. Reeds in vroegtijdig stadium dient de “marsroute” waarlangs het realisatietraject vorm zal krijgen te worden bepaald. Het is daarbij van belang om de vastgestelde configuratie door te rekenen op investerings- en exploitatieniveau om zeker te weten dat de realisatiefase geen negatieve financiële verrassingen oplevert of een mislukt aanbestedingstraject. De volgende acties zijn daarbij nodig; opstellen Functioneel programma opstellen globaal programma van eisen en ruimtestaat raming bouwkosten op elementenniveau (actualisering) raming exploitatiekosten terugkoppeling naar taakgroep uitgangspunten en randvoorwaarden voor beheer communicatie/burgerparticipatie bespreking in projectgroep uitwerken marsroute naar realisatie en wijze van aanbesteding (D&B, DBO, DBMO) opstellen tijdspad terugkoppeling naar taakgroep Er moet een notitie worden opgesteld waarin de beheer- en exploitatietaken en de financiële- en kwaliteitscriteria benoemd en zo mogelijk gekwantificeerd worden. In deze notitie worden alle aspecten van de exploitatie meegenomen: profiel van de exploitant; eigendom(soverdracht) of verhuur van de opstallen; eigendom of erfpacht van de grond; exploitatieverplichtingen; risicodragend karakter; maatschappelijke verplichtingen; contractduur; inbreng weerstandsvermogen; indexering; gebruik algemeen: onderverhuur; commerciële activiteiten; tarieven; onderhoud en instandhouding; eigenaarlasten; positie personeel; verslaglegging en informatieverstrekking; overige voorwaarden.
Belangrijke aspecten hierbij zijn de exploitatievoorwaarden, de commerciële ruimte voor de exploitant (operate) en de onderhoudsafspraken (maintenance). Tevens dient in de notitie aandacht te worden besteed aan de wijze waarop de “markt” naar verwachting zal omgaan met deze randvoorwaarden. Resultaat; randvoorwaarden en uitgangspunten benoemd. Het realisatietraject in beeld, de uitvoering gepland.
11
4.2 Projectgroepvergaderingen. Ingeschat was dat na de project start-up (10 oktober 2011) drie vergaderingen nodig zouden zijn om een beeld te krijgen van bovenstaande punten. Het was daarbij mogelijk tussentijds in kleiner (werk)groepsverband aspecten uit te diepen. Na „besluitvorming‟ door de taakgroep op de diverse beslispunten zou er dan nog een vergadering plaats vinden over de inhoud van het projectplan als geheel. In eerste instantie leek er een investeringsgat te zijn van € 4,5 miljoen en dat de taakstelling van een maximale exploitatiebijdrage van € 335.000,-- per jaar niet zou worden gehaald. Dit werd deels veroorzaakt door voorschriften voor de gemeentelijke financiële bedrijfsvoering. De projectgroep heeft dit aan de taakgroep en het college bericht. Het college vroeg toen meerdere scenario‟s in beeld te brengen. De projectgroep heeft dit opgepakt en gaat daar later in dit projectplan op in. Leidend is eigenlijk de projectopdracht die vraagt om de voor Zutphen gewenste configuratie en de meest wenselijke beheerssituatie in beeld te brengen. Op later verzoek van het Forum/de gemeenteraad zijn de opties 2521-concept en privatisering daarbij expliciet bij onderzocht. Er wordt nog op een aantal sporen getracht extra financiën beschikbaar te krijgen. Daar ontstaat echter op korte termijn geen duidelijkheid over. Thans wordt dus het op dit moment gedachte toekomstige exploitatietekort en hoe dit zich verhoudt met het uit de kerntakendiscussie gewenste exploitatietekort in beeld gebracht. Met een driewekelijkse interval van de projectgroepvergaderingen is voorliggend concept in de eerste week van januari 2012 besproken. Voor de taakgroep stond een vergadering gepland voor 11 januari 2012. Het concept-projectplan is daarin voorgelegd. De taakgroep heeft het beoordeeld en akkoord bevonden om aan burgemeester en wethouders en gemeenteraad voor te leggen. Later is de keuzenotitie zwembadvarianten en het bijgestelde projectplan aan de taakgroep voorgelegd. 4.3 Klankbordgroepvergaderingen. Afhankelijk van de beeldvorming over configuratie, locatie en eigendom-/beheerssituatie zijn vergaderingen met de klankbordgroep ingepland. De eerste bijeenkomst heeft in november plaatsgevonden. De deelnemers zijn over de besluitvorming uit de kerntakendiscussie en de aanpak van het project ingelicht. Uitdrukkelijk is ook het financiële plaatje, het ontberen van externe financiering en het in beeld brengen van meerdere scenario‟s genoemd. In januari is het totaalplaatje aan de klankbordgroep voorgelegd. De klankbordgroep blijft bij de verdere uitwerking betrokken. 4.4 Taakgroepvergaderingen. De taakgroep is 6 juli 2011 van start gegaan. Deze vergaderingen stonden driewekelijks ingepland. Met de uitbreiding van de onderzoeksopdracht is zij vaak bij elkaar gekomen. De quick wins werden rechtstreeks in de taakgroep besproken. Voor wat betreft de gedachte nieuwbouw hebben de bestuurlijk opdrachtgever en de projectleider de taakgroep constant van de vorderingen binnen de projectgroep op de hoogte gehouden. Afhankelijk van de vorderingen zijn er in één of meerdere instanties stukken „ter besluitvorming‟ aan de taakgroep voorgelegd. De taakgroep heeft het conceptprojectplan dat in januari 2012 voor lag beoordeeld en akkoord bevonden om aan burgemeester en wethouders en gemeenteraad voor te leggen. Na een aantal Forumbehandelingen en beraadslagingen over verdergaande bezuinigingen heeft de taakgroep zich nadrukkelijk bezig gehouden met de keuze tussen de zwembadvarianten en dit bijgestelde projectplan akkoord bevonden. 4.5 Volgende fase. Na bestuurlijke besluitvorming is bekend op welk(e) spoor/sporen doorgegaan kan worden. De Ontwerpfase zal dan worden gestart. Het verdere tijdpad en de activiteiten zullen dan worden beschreven.
12
5
RESULTAAT DEFINITIEFASE.
5.1 Inleiding. De projectgroep is voortvarend van start gegaan met het onderzoeken van de nodige zaken. Er is breed ingestoken op de configuratie, locaties, beheer en het verkrijgen van extra financiën. De aanpak is beschreven in het vorige hoofdstuk. Nadat er in overleg met de taakgroep en klankbordgroep een beeld is ontstaan over de voor Zutphen gewenste configuratie, locatie en het beheer is een inschatting van de daarbij behorende investeringskosten gemaakt. De met enige zekerheid te verkrijgen extra financiën zijn in beeld gebracht en het totaal aan kosten en dekking is in een overzicht geplaatst voorzien van de nodige toelichting. Later zijn er naar aanleiding van de bijgestelde opdracht aan de taakgroep wijzigingen doorgevoerd. Het geheel ligt nu dus voor. 5.2 Configuratie en programma van eisen. In het format „Zwembad‟ uit de kerntakendiscussie is aangegeven wat voor Zutphen op het gebied van zwemmen als kerntaak wordt gezien. Dit format is in de bijlagen opgenomen. De belangrijkste passages over wat als kerntaak moet worden beschouwd zijn: “De concurrentie, de zwemhistorie, algemene en demografische ontwikkelingen bepalen de vraag naar zwemwater en activiteiten. Ook trends als bewegen en gezond leven, veiligheid en de verschuiving van recreatief zwemmen naar begeleide activiteiten (doelgroepen), leszwemmen en verenigingszwemmen spelen een rol. Een passende zwemvoorziening is ingericht om in te spelen op de vele eisen die het publiek stelt. Daarom hebben zowel het wedstrijdbad als het doelgroepenbad een beweegbare bodem. Daarmee voldoet het zwembad aan de vraag naar zwemlessen, aquajogging, aquafitness en, aquagymnastiek voor verschillende doelgroepen. Kortom een maatschappelijk pakket, dat een kerntaak van de gemeente is. Het recreatiezwemmen valt daar niet onder. Dat speelt een ondergeschikte rol bij de zwembadvoorziening en betekent hooguit iets voor gezinsrecreatie.” Adviesbureau Drijver en Partners heeft destijds de voor Zutphen wenselijk geachte configuratie beschreven. Er is toen besloten dat die leidend zou zijn bij de verdere uitwerking. Tijdens de kerntakendiscussie zijn er echter meerdere reacties gekomen op de voorgestelde configuratie. Ook zijn alternatieven aangedragen. Er is expliciet naar die reacties en alternatieven, zoals het 2521concept, gekeken en ook zijn de verenigingen die het bad gebruiken over hun wensen bevraagd. Daarnaast is in verband met benodigde verdergaande bezuinigingen gekeken naar verdere kostenbeparingen/versobering en privatisering. De bevindingen over de gewenste zwembadvariant zijn vastgelegd in een keuzenotitie die als bijlage (bijlage 3) aan dit projectplan is toegevoegd. Een aantal conclusies met betrekking tot de configuratie zijn: 25.21 bad. Het aangedragen alternatief van het 25.21 bad (concept van KNZB) heeft interessante kanten. De eenbadvariant biedt in samenhang met het therapiebad van Sutfene echter te weinig zwemwater om de verenigingen en doelgroepen goed te bedienen. Verder gaat het concept gaat uit van meerdere activiteiten die gelijktijdig moeten plaatsvinden (bijvoorbeeld leszwemmen, banenzwemmen en verenigingszwemmen). In de praktijk leidt dat door (lawaai)overlast, kwaliteitsvermindering van de zwemles, problemen met de gewenste watertemperatuur en een rommelige sfeer tot een mindere beleving en daarmee lagere gebruikersaantallen. Het concept kent een aantal innovatieve/duurzame toepassingen. Er wordt wel naar gekeken om dit soort zaken bij het nieuw te bouwen zwembad toe te passen. Recreatieve wensen. Een vaker gehoord geluid is dat het Zutphense zwembad over zoveel mogelijk recreatiewater inclusief buitenbad zou moeten beschikken om mensen te trekken. Het zwembadbestuur gaf samen met Sportfondsen Nederland aan dat het zwembad in ieder geval over een recreatiebad (120 m2) een waterspeeltuin (60 m2) en glijbaan met glijgoot zou moeten beschikken om in de toekomst voldoende bezoekers binnen te kunnen halen en daarmee de exploitatielasten zo laag mogelijk te houden.
13
Geconcludeerd is dat er zich in de omgeving de nodige buitenbaden bevinden en binnenzwembaden met veel recreatiewater zoals de Scheg in Deventer. Zutphen moet niet de concurrentie met die baden aangaan. Recreatief zwemmen is geen kerntaak en daarnaast is hier sprake van „dure voorzieningen‟ waar exploitatietechnisch geld bij moet. Een stukje recreatiewater waaronder in ieder geval een waterspeeltuin moet wel terugkomen om ook gezinnen te blijven trekken. Dit komt in grote mate overeen met de wens van het zwembadbestuur. Gelet op de krappe financiën wordt een glijbaan met glijgoot niet haalbaar geacht. Bij de afwegingen over het al dan niet realiseren van recreatieve voorzieningen en ook de hierna te behandelen wensen van de verenigingen is het uiteraard van belang mee te wegen dat er voldoende gebruikers van en daarmee de nodige inkomsten voor het bad moeten blijven! Wensen verenigingen. De configuratie uit het rapport Drijver en Partners doet recht aan de kerntakendiscussie en gaat uit van wat kerntaak is, soberheid en een verantwoord toekomstig exploitatietekort. De wenselijke bassindiepte is daarbij bepaald op ongeveer 2 meter. De zwemvereniging ziet graag een duikplank met de daarbij benodigde bassindiepte terugkomen. De diepte van dat deel in het huidige bad is 3 meter. Hier ligt ook de wens van de twee duikverenigingen die graag over water met een diepte van minstens 3 meter willen blijven beschikken. Met een grotere diepte gaan meer investeringskosten en exploitatielasten gemoeid. Duiken kan niet worden gezien als maatschappelijk wenselijk en daarom wordt voorgesteld geen deel met een diepte van minimaal 3 meter toe te passen. Daarmee vervalt ook de mogelijkheid van een duikplank. Verder kent de voorgestane configuratie uit het oogpunt van kostenbeperking geen vergader-/verenigingsruimte. Aan andere wensen kan tegemoet gekomen worden. Voorstel: Voorgesteld wordt bij nieuwbouw van het zwembad van de volgende configuratie uit te gaan: een wedstrijdbad van 25 x 15,4 meter, een doelgroepenbad van 8 x 15 meter met beweegbare bodem en 150 m2 recreatiewater. Verder de nodige kleedruimten, toegangshal en horecavoorziening. (De hierbij behorende ruimtestaat is als bijlage bijgevoegd). 5.3 Locatie. Er zijn in het verleden meerdere onderzoeken naar de toekomst van het Graaf Ottobad verricht. Bij een onderzoek uit 2009/2010 van Convisie is al gekeken naar mogelijke locaties voor een nieuw te bouwen zwembad. Daaruit kwam nieuwbouw achter het huidige zwembad als beste locatie. De onderzoeksnotitie van destijds is bij de bijlagen gevoegd. De projectgroep heeft nadrukkelijk gekeken of er gewijzigde omstandigheden zijn dat één of meerdere van die locaties thans hoger scoren. Dat is niet het geval. De projectgroep heeft daarnaast naar andere mogelijke locaties gezocht. Er zijn drie andere locaties, die nog niet eerder in beeld waren, verder onderzocht. De volgende vier locaties zijn in een notitie beschouwd: Huidige locatie Graaf Ottobad; Locatie Hanzehal; Sportcomplex Helbergen; Voetbalcomplex Zutphania. De betreffende notitie waarin de locaties op diverse punten worden getoetst treft u ook in de bijlagen aan. De locatie voetbalcomplex Zutphania komt daarbij als beste naar voren met de huidige locatie Graaf Ottobad als goede tweede. Het voetbalcomplex is vrij gekomen omdat de voetbalvereniging is opgeheven. Het ligt centraal, is goed bereikbaar en er is ruimte om eventueel andere voorzieningen aan toe te voegen. Gelet op het krappe investeringsbudget, het ontbreken van externe financiën en de algehele gemeentelijke financiële positie komt dan eigenlijk alleen maar voetbalcomplex Zutphania in beeld omdat vertrek van de huidige locatie geld kan genereren. In de paragraaf over de financiële doorrekening wordt dit nader behandeld.
14
Voorstel: een nieuw te bouwen zwembad te realiseren op het voormalige voetbalcomplex Zutphania. 5.4 Beheer en samenwerking. De diverse mogelijke beheervormen zijn tegen het licht gehouden. Dit varieert van de gemeente houdt alles in eigen hand tot volledige exploitatie door een marktpartij. Voor- en nadelen van de diverse vormen zijn daarbij uitgebreid in beeld gebracht. Ook deze notitie treft u als bijlage aan. De gedachte is dat de gemeente enerzijds een strakke en zakelijke afspraak wil kunnen maken met de exploitant en anderzijds is de maatschappelijke functie van een zwembad zeer groot. Daarnaast wordt geadviseerd (op termijn) de samenwerking of samengaan met andere lokale of regionale en succesvolle (maatschappelijke) exploitaties te overwegen. Zo kan worden gedacht aan één beheersstichting voor meerdere gemeenschapsvoorzieningen, combinaties met andere maatschappelijke (sport)stichtingen, of zelfs intergemeentelijke samenwerking. Het voordeel hiervan is dat door het grotere volume de management- en beheerskosten relatief afnemen. Er is al oriënterend met Sutfene over samenwerking gesproken. Ook zwem- en waterpolovereniging de IJsselmeeuwen heeft aangegeven hier open voor te staan. Sutfene is aanbieder van zwemwater (therapiebad van 8 x 12 meter) en heeft behoefte aan een nadere verkenning van kansen en risico‟s, bijvoorbeeld door na te denken over samenwerkingsovereenkomsten. De zwemvereniging is de grootste gebruiker, verzorgt ook zwemlessen en zou graag meer bij het zwembad betrokken willen worden. Het is wenselijk de diverse activiteiten goed te stroomlijnen zodat we elkaar niet in de weg zitten, maar elkaar versterken. Voorstel: 1. Handhaaf de bestaande Stichting. 2. Sluit een taakstellende exploitatieovereenkomst op basis van een ondernemingsplan. 3. Bekijk actief samenwerkingsvormen en de mogelijkheden tot clustering met andere exploitaties zodat deze ontwikkeling – na een positieve evaluatie – op termijn in gang kan worden gezet. 5.5 Financiële doorrekening. Bij de kerntakendiscussie is een voor Zutphen gedachte configuratie weergegeven. Er zou een tweebadenconcept moeten komen. Op basis van de recente keuzenota over mogelijke zwembadvarianten blijft dat het uitgangspunt. De investeringskosten daarvan zijn ten tijde van de kerntakendiscussie op € 8,5 miljoen berekend. Bij die investering is geen rekening gehouden met sloop van het bestaande zwembad en bassins die zich nog in het achterterrein bevinden. Op het bestaande zwembad zat nog een boekwaarde van ongeveer € 1 miljoen. Op basis hiervan is toen een toekomstige exploitatielast van € 334.140,-- (€ 180.000 bestaande kapitaallast + € 154.140 toekomstig exploitatietekort) geschetst ervan uitgaande dat de investering van € 8,5 miljoen eenmalig zou kunnen worden afgeboekt. De gemeente wil zelf € 4 miljoen uit de Nuon-gelden bijdragen. Meegegeven is dat als de gemeentelijke investeringsruimte van € 4 miljoen niet toereikend is de bestuurlijke taakgroep met voorstellen voor andere geldbronnen zou moeten komen. Hiervoor is al geschetst dat de
gemeentelijke investering echt niet toereikend is om het gedachte toekomstige exploitatietekort te bereiken en is er veel ander geld nodig. De taakgroep heeft nadrukkelijk naar andere geldbronnen gespeurd. Die zijn echter nauwelijks voorhanden. Een overzicht van alle onderzochte opties zit bij de bijlagen. Het blijkt echt lastig andere geldbronnen aan te boren. Zaken die daarbij meespelen zijn dat het geen topsportaccommodatie wordt of over een therapiebad gaat beschikken. Inmiddels is bekend dat de provincie bij het regio/stadscontract geen bijdrage voor het zwembad beschikbaar stelt. Verder is er bijvoorbeeld de wens
15
echt in te steken op realisatie van een innovatief zwembad. Daar zijn mogelijk wel subsidies in te verkrijgen. Dergelijke subsidies worden echter meestal verstrekt in de meerkosten van innovatieve toepassingen ten opzichte van normale toepassingen. Het gat wordt daarmee niet gedicht. Wel is er gelet op de discussie die al een aantal jaren speelt om een nieuw zwembad te bouwen alleen het hoogst noodzakelijke groot onderhoud aan het huidige bad verricht. Bij een besluit tot nieuwbouw van het zwembad wordt de komende jaren alleen echt noodzakelijk groot onderhoud verricht. Dit betekent dat er een grote buffer zal ontstaan in het fonds groot onderhoud voor het zwembad. Een reële inschatting is dat € 600.000,-- voor nieuwbouw van het zwembad kan worden aangewend naast de € 4 miljoen Nuon-geld. € 768.000 daarvan wordt bestemd om de bestaande boekwaarde/kapitaallast (per 1/1/2015) met hoge rentetoerekening weg te werken. Besparingen De projectgroep heeft daarnaast diepgaand onderzocht of een beperking van de investeringslasten mogelijk is, zonder het gekozen concept geweld aan te doen. Hierin is ruimte gevonden in de beperking van 400 m2 BVO, onder andere door de centrale hal, de receptie en de horeca te integreren en een iets andere perronindeling. De aldus gewijzigde ruimtestaat is zowel kwalitatief als kwantitatief beoordeeld door Sportfondsen Nederland en een onafhankelijke bouwkostendeskundige. De investeringskosten voor deze configuratie zijn op basis van deze ruimtestaat opnieuw ingeschat. Deze komt nu uit op een investering van € 7 miljoen excl. BTW. Verder zijn in het recente onderzoek naar de zwembadvarianten wijzigingen zoals het werken met sleutelverhuur aan de verenigingen en een automatisch toegangssysteem doorgevoerd die een gunstig effect op de exploitatie hebben. Exploitatie. De nieuwe kapitaallasten kunnen derhalve worden berekend over het te investeren bedrag, zijnde € 7 miljoen. € 3,8 miljoen (€ 4 miljoen Nuon + € 600.000 voorziening groot onderhoud – € 768.000 boekwaarde bestaande bad) beschikbare gelden wordt dan in een reserve gestopt van waaruit de kapitaallast/exploitatielast kan worden verminderd. Bij verhuur aan een beheersstichting moet de kapitaallast op basis van annuitaire afschrijving berekend worden. Het rentepercentage voor nieuwe investeringen is 4 % en er wordt uitgegaan van een afschrijving van 40 jaar op het gebouw, 20 jaar op installaties en 15 jaar op de inventaris. Voor een juist exploitatiebeeld is ook echt gerekend met vervanging van installaties en inventaris in 20 respectievelijk 15 jaar. Er is goed naar de toekomstige exploitatiebegroting gekeken. Het jaarresultaat (exploitatietekort) wordt op € 33.000,-- ingeschat. In de nieuwe exploitatieopzet wordt rekening gehouden met een horeca-exploitatie in eigen beheer, mede vanwege de combinatie van horeca en receptie. Dit betekent dat met de huidige pachter over afkoop moet worden gesproken omdat die nog een contract heeft tot 2017. In de bijlage is de volledige exploitatiebegroting opgenomen. Nog een belangrijke kanttekening: er is op dit moment sprake van een gunstige aanbestedingsmarkt. We kunnen er nu niets mee maar willen het wel vermelden om rekening mee te houden binnen het totaal aan afwegingen hoe om te gaan met het zwembad! De markt heeft het moeilijk en er wordt scherp op aanbestedingen ingeschreven. Bij een recente aanbesteding van een zwembad van ongeveer gelijke configuratie lag de aanbestedingsprijs een miljoen euro lager dan de geschatte prijs. De crisis lijkt nog een tijd aan te houden zodat dit zich de komende jaren ook nog kan voordoen.
16
6
QUICK WINS.
6.1 De taakstelling. In het rapport van Drijver en Partners zijn een aantal mogelijke maatregelen („quick wins‟) beschreven om de huidige exploitatie van het zwembad te optimaliseren. Die zitten vooral op het spoor van te hanteren tarieven, het terugbrengen van de personeelskosten en het bezuinigen op overige kosten. Het totaal aan maatregelen werd ingeschat op € 205.000,--. Het bureau adviseerde om de aanpassingen in de exploitatie met de exploitatiestichting te bespreken en hen bij het opstellen van een plan van aanpak te faciliteren. Binnen de kerntakendiscussie is toen tot een bezuiniging van € 205.000,-- besloten verdeeld over € 100.000,-- voor 2012 en nog eens € 105.000,-- voor 2013. 6.2 Maatregelen. Het zwembadbestuur is hier intensief mee bezig geweest. Het behalen van deze taakstelling is steeds rechtstreeks in de taakgroep zwembad besproken. Gebleken is dat het zwembadbestuur veel meer moet ombuigen omdat een behoorlijke teruggang in het aantal zwemlessen (voor 2012 geraamd op € 59.000,--) wordt voorzien. Een oorzaak hierin is de start van een particuliere zwemschool die van het bad van Sutfene gebruik maakt. Met name de beschreven bezuinigingen op de personeelskosten zijn moeilijk te bereiken. Ten eerste omdat de voorzieningen en indeling van het huidige bad veel toezicht en schoonmaak vergen en de kwaliteit en veiligheid bij het terugschroeven van personeelsinzet dan echt in het geding is. Ten tweede omdat ontslag van vast personeel onder andere wachtgeldverplichtingen met zich meebrengt. Daar is geen voorziening voor aanwezig. Er was een gemeentelijk medewerker bij het zwembad gedetacheerd. De detachering is beëindigd hetgeen bijdraagt aan het behalen van de quick wins. Dit is dan ook in het overzicht Quick wins verwerkt. Het zwembadbestuur denkt op de overige kosten het nodige en meer te kunnen bezuinigen dan door Drijver en Partners beschreven. Het zwembadbestuur wil echt de aangegeven bezuiniging behalen. Daartoe heeft zij de verenigingen die het bad gebruiken forse huur-/kostenverhogingen aangezegd. Zij heeft daarbij aansluiting gezocht met de kostendekkendheid die voor andere sportverenigingen gaat gelden. Er wordt toegewerkt naar een kostendekkendheid van 75% uitgaande van de vaste kosten exclusief de personeelslasten. Dit weegt zwaar op de begrotingen van die verenigingen en betekent veel voor de hoogte van de contributies. Zij hebben de gemeente gevraagd daar nog eens naar te kijken. Het zwembadbestuur voert de kostenverhogingen conform de opdracht per 2012 in. Met de tweede ronde in 2013 bereikt men dan de 75%-kostendekkendheid. De zaal- en veldsportverenigingen gaan ook naar 70/75%-kostendekkendheid. De huurverhogingen gaan voor hen echter pas in 2013 in. Verder gaan zij over een looptijd van drie jaar naar dat niveau. In vergelijking met de andere sportverenigingen lijkt voor de zwembadgebruikers dus van een onevenredigheid sprake. Ook wordt nog gewerkt aan de jeugdsubsidieregeling. De taakgroep heeft hier specifiek aandacht voor en onderzoekt hoe hier mee kan worden omgegaan. Daarbij zullen de toekomstige contributies van de verenigingen worden vergeleken. Zij wil op korte termijn met een voorstel komen. 6.3 Financiële overzicht. Het totaal aan de hiervoor beschreven maatregelen geeft het beeld dat de quick wins voor 2012 en 2013 kunnen worden gehaald. Een overzicht bestaande uit de begroting 2011 en 2012 en de voorlopige begroting 2013 treft u in de bijlagen aan. Tevens is voor het verkrijgen van een goed beeld een specifiek overzicht van de meer-/minderkosten en meer-/minderopbrengsten bijgevoegd.
17
7
BEZUINIGINGSTAAKSTELLING.
7.1 Resultaat Hiervoor is aangegeven dat de quick wins voor 2012 en 2013 lijken te worden gehaald. Met de bezuiniging door nieuwbouw moet er dan totaal vanaf 2015 op jaarbasis € 565.860,-- bezuinigd worden ten opzichte van de gemeentelijke exploitatiebijdrage in 2011. Met de plannen zoals die nu voorliggen denkt de taakgroep een bezuiniging te kunnen bereiken van € 657.000,--. Vooralsnog blijft in het kader van de meerjarenbegroting voor 2015 uitgegaan worden van een gemeentelijke exploitatiebijdrage van € 335.000,--. Het meerdere wat wij lijken te kunnen bezuinigen wordt als marge aangehouden omdat het project na deze definitiefase met daarin veel aannames uitgewerkt moet worden. 8
ANDERE SCENARIO’S.
8.1 Inleiding. De taakgroep heeft vroegtijdig gesignaleerd dat de benodigde extra financiën niet verkregen kunnen worden en dat bij bouw van de wenselijke configuratie de bezuinigingstaakstelling niet zal worden gehaald. Burgemeester en wethouders en de raad hebben toen gevraagd ook nog een aantal andere scenario‟s in beeld te brengen. Een deel daarvan was al beschreven in het concept-projectplan dat in januari 2012 aan het Forum is toegelicht. Verder is een notitie opgesteld voor het bepalen van een keuze tussen een tweebadenconcept, het 2521-concept of privatisering. D De taakgroep hecht er nogmaals aan te vermelden dat bij de uiteindelijke afwegingen over hoe om te gaan met het zwembad zaken als de kwaliteit en voor- en nadelen goed meegewogen moeten worden. 8.2 Wat te bouwen bij beoogde jaarlijkse exploitatiebijdrage. In de keuzenota is beschreven dat de jaarlijks gedachte exploitatiebijdrage bij alle drie concepten kan worden gehaald. De exploitatiebijdrage die bij de diverse concepten nodig worden geacht verschillen niet veel van elkaar. 8.3 Beheer of bouwen door een marktpartij. Het financiële plaatje is beschreven in de keuzenota. Daarin en in de bij dit plan behorende notitie beheer zijn ook de nadelen die aan privatisering kleven beschreven. 8.4 Ver(nieuw)bouw huidige zwembad. De variant ver(nieuw)bouw van het zwembad is in het verleden door meerdere onderzoeksbureaus beschreven. Ook Drijver en Partners is daarop ingegaan en heeft de nadelen in haar rapport beschreven (bijlage 1 bij dit projectplan, hoofdstukken 5 en 6). Een en ander is nog eens kort in een bijlage verwoord (bijlage 11). Echt nadeel: Zwembad langere tijd gesloten. Geen mogelijkheid tot zwemmen en verenigingsgebruik, geen inkomsten! 9
HET VERVOLG.
9.1 Verder tijdpad met activiteiten Dit kan worden opgesteld na besluitvorming over de gewenste configuratie, het toe te passen bouwconcept en dit projectplan. 9.2 Uitvoeringsrisico’s Financieel Zoals hiervoor aangegeven is in de definitiefase van veel aannames uitgegaan. Het beeld is dat de bezuinigingstaakstelling ruimschoots wordt gehaald. Vooralsnog wordt van de taakstelling met als toekomstige gemeentelijke bijdrage € 335.000 per jaar uitgegaan. De op basis van alle
18
onderzoeken/aannames gedachte bijdrage ligt lager. Er is dus een marge om uitvoeringsrisico‟s op te vangen. Tijd Door alle overlegmomenten en nieuwe onderzoeksvragen is de start van het project in tijd uitgelopen. Ingebruikname van het nieuwe zwembad met ingang van 1 januari 2015 lijkt niet meer haalbaar. Daardoor kan de bezuiniging voor 2015 zeer waarschijnlijk niet (helemaal) bereikt worden. Dit is het Kernteam Implementatie Kerntakendiscussie bekend en zij kijkt hoe dit opgevangen kan worden. Procedureel Het proces/project kan nu in volle vaart worden uitgewerkt. De verwachting is niet dat er verdere vertraging wordt opgelopen. Een aspect dat soms voor vertragingen zorgt, verzet tegen de ruimtelijke procedure om een plan mogelijk te maken, lijkt zich, met de keuze voor realisatie van het zwembad op het voormalige Zutphaniaterrein, niet te zullen voordoen.
19