KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN FACULTEIT SOCIALE WETENSCHAPPEN OPLEIDING COMMUNICATIEWETENSCHAPPEN
BEYOND THE PARTY: Analyse van de Vlaamse goascène
Promotor : Prof. Dr. G. DE MEYER Verslaggever : Prof. Dr. J. VAN DEN BULCK
VERHANDELING aangeboden tot het verkrijgen van de graad van Licentiaat in de Communicatiewetenschappen door Maarten WARSON
academiejaar 2006-2007
2
Inhoudstafel
Tabellen Illustraties Tracklist CD 1. Inleiding
8
2. Terminologie: wat is goa?
11
2.1 betekenis in enge zin
12
2.2 betekenis in brede zin
16
3. De geschiedenis van goa
18
3.1 Indische ontstaanscontext: hoe de hippies EDM ontdekken
18
3.2. Naar een globale goascène
24
4. De Vlaamse goascène
27
5. Partyfilosofie: dance to psytrance
29
6. Maatschappelijke waardering: het imago van goa
32
6.1 de houding van de Belgische federale politie
33
6.2 commentaar op de politieaanpak
34
7. Theoretisch kader
37
7.1 jeugdcultuur
38
7.2 subcultuur versus tegencultuur
40
7.3 McAteer's analyse van goacultuur
42
7.4 verspreiding van subcultureel kapitaal
43
7.5 het neotribalisme van Maffesoli
45
8 Methodologie
46
8.1 onderzoeksveld
46
8.2 onderzoeksopzet
48
8.3 meetinstrument
50
9 Resultaten van het onderzoek
51
9.1 frequentie van bezoek aan parties
51
9.2 algemene beschrijving van de populatie
54
9.2.1 leeftijd
54
9.2.2 de woonsituatie
56
9.2.3 professionele status
57
3
9.2.4 opleidingsniveau
59
9.2.5 gender
60
9.2.6 etniciteit
61
9.3 Mediagebruik
62
9.3.1 duur van het internetgebruik
63
9.3.2 online goacommunities: 'psyberspace'
64
9.3.3 subculturele printmedia
66
9.3.4 flyers
67
9.4 Muziekvoorkeur en –beleving
69
9.4.1 luistertijd
71
9.4.2 muzieksmaak: top 20 van de favoriete muziekgenres
73
9.4.3 omgang met muziek
74
9.5 Druggebruik
75
9.5.1 ooitprevalentie
76
9.5.2 jaarprevalentie
78
9.5.3 recent gebruik: maandprevalentie en gebruiksfrequentie
79
9.5.4 beleving van drugs
82
9.5.4.1 redenen voor en effecten van drugs
83
9.5.4.2 psychologische risico's
86
9.5.4.3 legalisering van drugs
87
9.6 opvattingen over goacultuur
88
9.6.1 het ondergronds karakter
89
9.6.2 aan goa toegeschreven betekenissen
89
9.6.3 kledingstijl
90
9.6.4 enkele levensbeschouwelijke stellingen
92
10 Besluit
93
11 Referenties
94
bijlage 1: lijst van goadj’s op Belgische goaparties in 2004 (tot april)
96
bijlage 2: online vragenlijst
97
4
Tabellen Schema 1: opdeling subcultuur en tegencultuur
41
Tabel 1: frequentie van bezoek aan goaparties
51
Tabel 2: frequentie van uitgaan
52
Tabel 3: leeftijdverdeling binnen de Vlaamse goascène
54
Tabel 4: beroepsstatus binnen het Vlaamse Goamilieu
57
Tabel 5: professionele status t.o.v. woonsituatie
58
Grafiek 1: professionele status t.o.v. woonsituatie
58
Tabel 6: opleidingsniveau binnen de Vlaamse goascène
59
Tabel 7: duur internetgebruik per dag
63
Tabel 8: luistertijd muziek per dag
71
Tabel 9: muzieksmaak: top 20 van muziekgenres
72
Tabel 10: druggebruik: ooit-, jaar- en maandprevalentie en gebruikfsfrequentie 79 Tabel 11: evaluatie van de stelling 'ik heb nooit (psychologische) problemen gehad door drugs'
86
Tabel 12: evaluatie van de stelling 'ik ben voor legalisering van cannabis'
87
Tabel 13: evaluatie van de stelling 'goa hoort niet thuis in de maatschappij'
89
5
Illustraties Afbeelding 1: ingang van Illtown, 604-production, Zichem, 2004
9
Afbeelding 2: Sonica festival, mainstage, Bolsena Lake, Italië, 2005
16
Afbeelding 3: Isralienvasion, 604 –Production, Antwerpen, 2004
17
Afbeelding 4: Kaart van Goa
18
Afbeelding 5: Arjuna beach, Goa
20
Afbeelding 6: Collage van LSD blotters
22
Afbeelding 7: albumhoes ‘Project II trance’
24
Afbeelding 8: albumhoes ‘Let it Rip’
25
Afbeelding 9: Zuid-Afrikaanse rotstekening van een trance dance ritueel
30
Afbeelding 10: Sonica festival, mainstage, Bolsena Lake, Italië, 2005
31
Afbeelding 11: flyer van 'Isralienvasion', Antwerpen, 2004
67
Afbeelding 12: flyer voor 'Infectious Minds', Hasselt, 2004
69
6
Tracklist: Beyond the party [CD] Nummer 1: Freq, Antix remix. (2005). Return to the masters. op Twin Coast Discovery (CD). Iboga Records. Nummer 2: Vibrashpere. (2007). Floating free, op Floating Free EP (EP). Tribal Vision Records. Nummer 3: Pixel. (2005). Disco nection. op Reality Strikes Back (CD). HOM-Mega Productions Nummer 4: Sub6. (2004). El novation (trance mix). op Who needs love songs (CD). HOM-Mega Productions Nummer 5: Panick. (2003). Teriyaki terror. op Rocket Pocket (CD). Phonokol Records Nummer 6: Infected Mushroom. (2001). BP emprire (rough mix). op BP Empire (CD). YOYO Records Nummer 7: Younger Brother. (2003). Even dwarves start small. op A flock of bleeps (CD). Twisted Records Nummer 8: Shpongle. (1998). Divine moments of truth. op Are you shpongled? (CD). Twisted records Nummer 9: Shulman. (2003). A magnificent void. op In search for a meaningfull moment (CD). Aleph Zero Records
7
1. Inleiding
“ When i come to the party and i set up my alter (…) and say the mantra and make the offering to the cosmic spirit, the whole party becomes the offering, the music becomes the offering, the dance becomes the offering (…) The longer that goes on the more the trance comes and it comes to a point where every song is so perfect in the moment its timelessness, so perfect you start to get chills at your spinal cord and the outside of your skin and everyone is getting all that at once, its like a cosmic orgasm. Then at some point it comes like a shock of lightening, a bold of lightening through everyone all at once. That’s when the seed is planted in everyone’s subconsciousness, that will hopefully grow and flower and make people more sensitive and aware of themselves, the crossroads of humanity and the needs of the planet. This is what our goaparty, our holy ritual, is all about, this is what we’re trying to achieve.” (Goa Gil, in Liquid Crystal Vision, 2002)
Met dit citaat geeft Goa Gil aan dat een goaparty meer is dan louter entertainment; het is een ‘ancient ritual for the 21ste century’ (Goa Gill, in McAteer, 2002, z.p.). Als collectief dansritueel brengt het mensen samen in een harmonieuze omgeving met het oog op spirituele groei. Hoewel de goascène te midden van de Oosterse cultuur in de Indiase deelstaat Goa ontstond, waren het Westerse outcasts die er elektronische dansmuziek (EDM) introduceerden. Hippies en new-age fanaten, onder invloed van LSD, zorgden ervoor dat de Westerse EDM een meer psychedelische lading kreeg. Het resultaat van deze evolutie is het muziekgenre psytrance. Aan de basis van de originele goascène liggen dus een drietal componenten: hippies (psychedelisch aspect) die Westerse technologie (muzikaal aspect en partyformat) introduceren in een Oosterse cultuur (spiritueel aspect). In Vlaanderen valt het goafenomeen eerder op door niet op te vallen: geen psytrance op de radio noch in de alledaagse platenwinkel, geen massale promotiecampagnes voor parties, vaak op minder voor de hand liggende locaties zoals in grotten of in een verlaten dierentuinn. De goascène is dan ook een semiautonoom sociaal veld, d.i. een zelfregulerend en voor buitenstaanders moeilijk begrijpbaar sociaal netwerk. Naast dit mobiele en ondergrondse karakter onderscheidt het goamilieu zich van andere EDM -culturen door de mystiek futuristische, psychedelische en ietwat duistere sfeer waarin ze gehuld gaat. Typerend hierbij zijn kleurrijke goa-outfits; flodderbroeken, topjes met psychedelische prints erop, dreadlocks, … evenals fluorescerende decoratie onder blacklight. 8
Gezien de zojuist genoemde kenmerken is het niet evident de goascène onder de microscoop te leggen en er informatie over te verzamelen. Er gaat dan ook nauwelijks maatschappelijke noch wetenschappelijke aandacht uit naar het fenomeen. In onderzoeken naar jeugdsubculturen of naar de muzieksmaak van jongeren wordt goa of psytrance vaak niet eens vermeld (1). Tot nu toe had één Nederlandstalige etnografische studie zich op het goamilieu gericht, in het kader van een publieksonderzoek waarmee de dansende menigte als verzameling cyborgs werd benaderd.
Afbeelding 1: ingang tot ‘Illtown’ georganiseerd door 604-productions (grotten van Zichem, 2004)
Een elektronische danscultuur bestuderen is dan ook een omstreden iets. Men heeft zich lange tijd tegen EDM gekeerd. De postmoderne cultuurcommentator Baudrillard sprak over de discotheek alsof het de laagste vorm van entertainment was, en beschouwde het als een ‘complete disappearance of a culture of meaning and
1
Bijvoorbeeld het Nederlandse onderzoeksbureau INTERVIEW NSS dat sinds 1985 tweejaarlijks onderzoek doet bij jongeren, maakt geen vermelding van een goa -subcultuur. Ondertussen is het bureau gestopt met kwantitatief inventariseren en opvolgen van subculturen, wat wel nog gedaan wordt is de muziekvoorkeur van jongeren meten. Maar noch goa, noch psytrance, noch progressive kwamen voor in de lijst die gehanteerd werd om muziekvoorkeur te meten.
9
aesthetic sensibility’ (Baudrillard, in Thornton, 1995, p. 12). Ook Theodor Adorno legde de vinger op de wonde met zijn interpretatie van de ‘rhytmic obedience of dancers’. “Dance cultures have long been seen to epitomize mass culture at its worst. Dance music has been considered to be standardized, mindless and banal, while dancers have been regarded as narcotized, conformist and easily manipulated”, aldus Thornton (Thornton, 1995, p.13) Tegenwoordig worden deze ideeën niet meer door evenveel muziekcritici als vroeger gedeeld, maar toch heeft de opvatting van de oude garde in heel wat sferen hardnekkig stand gehouden (Thornton, 1995, p.14). Tot in de jaren ’90 wordt EDM in populaire muziekstudies als irrelevant afgedaan. Thornton heeft met haar baanbrekend onderzoek naar Britse clubculturen dan ook niet de bedoeling gehad om EDM te canoniseren of om de status van de discotheek te verhogen. In deze redenering volg ik haar volledig; op uitzondering van de discussie tussen de voor- en de tegenstanders van goacultuur (6. imago van goa), ben ik niet geïnteresseerd in waarden en normen van mensen buiten het goamilieu. Ik ben eerder gefascineerd door de houding en de idealen van de jongeren die elk weekend naar discotheken of clubs afzakken, en meer specifiek deze jongvolwassenen die regelmatig op goaparties rondhangen. Deze uiteenzetting wil een mediageïnspireerde analyse maken van de Vlaamse goascène. In die zin wil dit doordringen in het ondoordringbare. De rode draad doorheen het verhaal is een proces van subculturele identiteitsvorming binnen een postmoderne smaakcultuur. Deel één gaat dieper in op de betekenis van goa; als muziekstijl, als subcultuur en als party- of levensfilosofie. Hierbij hebben we ook aandacht voor de ontstaanscontext en de geschiedenis van goa. In het theoretisch gedeelte wordt het wetenschappelijk interpretatiekader verder uitgewerkt. Deel twee vervolgens vormt de neerslag van het eerste Vlaamse goa -onderzoek. Hierbij ligt de klemtoon niet alleen op het gebruik van subculturele media zoals online goacommunities en flyers, ook aspecten zoals de mate van uitgaan, de omgang met muziek en met drugs, de klederdracht en een aantal concrete opvattingen van de goaliefhebbers zelf worden besproken.
10
2. Terminologie: wat is goa? Omdat niet iedereen weet waar goa zoal voor staat, is het aangewezen te starten met een terminologische verkenning. De inleiding heeft alvast duidelijk gemaakt dat goa of psytrance met een uitgebreid betekenisnetwerk geassocieerd kan worden. Om het overzicht over deze betekeniswolk enigszins te bewaren voer ik een onderscheid in tussen de betekenis van goa in enge zin, namelijk goa als muziekgenre, en een betekenis in brede zin; namelijk de rond psytrance geïdentificeerde smaakcultuur. Dit onderscheid wordt zodadelijk uitgewerkt. Een abstract muziekgenre als psytrance omschrijven is echter geen eenvoudige opdracht. Volgens muzieksociologe Susan Langer (Langer, in Denora, 2003, p. 56) heeft muziek ‘the capacity to signify without simultaneously referencing directly aspects of the external world’. De meeste muziek, zeker deze waar amper tekst in wordt gebruikt, is non-verbaal, niet-representationeel en niet-conceptueel (Denora, 2003, p. 58). Omdat het dus niet vanzelfsprekend is om psytrance verbaal te beschrijven, en omdat men al moet weten waar men moet zoeken om goamuziek te vinden, heb ik een cd met voorbeeldfragmentjes aan deze eindverhandeling toegevoegd.
11
2.1 betekenis in enge zin
In de Indiase deelstaat Goa ontwikkelde de toenmalige elektronische dansmuziek onder invloed van daar verblijvende Westerse hippies en new-age fanaten specifiek tot goa. Sinds de jaren ’90 is goa losgekomen van zijn ontstaanscontext en over de wereld verspreid geraakt, waardoor ‘goa’ (old-skool) geëvolueerd is naar ‘psytrance’ (new-skool). Beide termen worden nochtans vaak door elkaar gebruikt. Alternatieve benamingen die de ronden doen of deden zijn ‘trance-dance’, ‘goatrance’, ‘psychedelische trance’en het symbool ‘604’. In dit onderdeel benaderen we psytrance vanuit de overkoepelende muziekgenre’s. Bovendien is goa of psytrance een muziekstijl in volle ontwikkeling. In het laatste deel van deze paragraaf worden dan ook een aantal substromingen behandeld. Als muziekstijl kan goa op verschillende manieren in het muzieklandschap gepositioneerd worden. De breedste noemer waaronder ze in te delen valt is de elektronische dansmuziek (EDM). Deze term is gereserveerd voor wat men vroeger ‘housemuziek’ noemde. Ondertussen zijn house, net zoals groove, minimal, progressive, IDM, … subgenres van de EDM geworden. EDM is een recente ontwikkeling binnen de elektronische muziek, vanaf de jaren ‘80. “Als muziekgenre, zoals die gebruikt wordt door muziekcritici of door marketingspecialisten, duidt de
term elektronische muziek
op
muziek
die
hoofdzakelijk door elektronische apparaten zoals synthesizers, samplers, sequencers en drummachines wordt gemaakt. Theoretisch gezien kan deze muziek om het even welk ander instrument bevatten, veel voorkomend zijn bijvoorbeeld elektrische of basgitaren, violen of percussie-instrumenten. Met elektronische muziek kan ook naar computermuziek verwijzen worden, omdat bepaalde software toelaat dat geluiden digitaal en gemakkelijk verwerkt en bewerkt kunnen worden” (Wikepedia, Elektronische muziek, 2007) Zoals de naam doet vermoeden was EDM oorspronkelijk alleen maar bedoeld om op te dansen. Vroeger werd EDM dan ook uitsluitend in nachtclubs en discotheken gedraaid. Tegenwoordig is EDM niet meer weg te denken van radio en TV. Een gevolg is dat EDM nu naast dansmuziek ook als ‘luistermuziek’ beschouwd kan worden.
12
Meer concreet gedefinieerd is goa of psytrance samen met de psychedelische breakbeat
(psybreaks),
de
psychedelische
ambient
(psymbient)
en
de
psychedelische dub (psydub), de progressive en de new wave psytronica, onderdeel van de psychedelische elektronische dansmuziek (PsyDM). De klemtoon bij psychedelische elektronica ligt niet op melodieën noch op de beats, alles draait er om de uitgesponnen effecten die de baslijn omgeven. Het woord ‘psychedelisch’ stamt af van de Griekse woorden ‘psyche’ en ‘delein’, welke respectievelijk ‘het innerlijke’ en ‘manifesteren’ betekenen. Van Dale definieert psychedelisch als ‘de werking van het bewustzijn verruimend’. Enkele voorbeelden hiervan zijn meditatietechnieken zoals yoga, trance-dance en uittreding. Ook bepaalde drugs kunnen een psychedelische ervaring induceren. Het woord ‘psychedelisch’ wordt dan ook gebruikt voor muziek en andere kunstzinnige uitingen die ervaringen met zulke hallucinerende middelen weerspiegelen. Aanvankelijk sloeg het begrip psychedelische muziek alleen op rockmuziek uit de jaren ’60. Volgens Wikepedia was het album ‘Electronic music for the Mind and Body’ van Country Joe en the Fish een van de eerste psychedelische albums ooit (Wikepedia, psychedelic music, 2007). Een aantal bekende psychedelische rockbands zijn The Doors, The Gratefull Dead en Jefferson Airplane. Psychedelische muziek is in sterke mate verbonden met hippiecultuur en flowerpowerideologie. Goa of psytrance kan ook als subgenre van de trancemuziek gepositioneerd worden. Van Dale beschrijft trance als een ‘toestand van gewijzigd bewustzijn, waarbij bovennatuurlijke dingen ervaren worden’, vb. religieuze en/of paranormale ervaringen, en in tweede betekenis als ‘toestand van geestesvervoering’, wat verwijst naar extase, zoals in de uitdrukking ‘in trance geraken’. Het verschil tussen ‘trance’ en ‘psychedelisch’ is dat niet elke trance van psychedelische aard is. Als subgenre van de EDM staat trance voor een muziekgenre dat zich in de jaren ’90 sterk ontwikkelde. Oorspronkelijk kwam trance van Belgische en Duitse producers. Trance, naast house misschien wel de meest populaire vorm van elektronische dansmuziek, wordt omschreven als ‘melodie waarbij de BPM tussen 130 en 140 ligt, en waarbij een bepaalde melodie vaak herhaald wordt’ (Wikepedia, trance music, 2007). Deze stroming ontwikkelde nadat dj’s steeds vaker techno en house begonnen te combineren. Een aantal subgenre’s van trance zijn goa, progressive trance en hardtrance. 13
Psytrance is een extreme vorm van trance die herkenbaar is aan een typische harde en vaak ‘dubbele’ 4/4 –beat, van 140 BPM of meer. Psytrance is dus sneller dan mainstream trance. Bovendien legt men bij psytrance meer nadruk op baslijnen en omringende psychedelische effecten dan op melodie. Dit is bijvoorbeeld duidelijk te horen op track 5 van de bijgevoegde cd. Doorgaans werkt een goanummer d.m.v. een spel van opbouwende en wegvallende bassen en uitgesponnen synthesizer en andere effecten op naar een climax en een catharsis. Bovendien is psytrance door de typische ‘multi-layer’ structuur uitermate geschikt om te mixen. Ondanks het feit dat goa door meer commerciële trance in de substream van de populaire cultuur werd gedrukt, is het een stroming in volle ontwikkeling die in een aantal substromingen vertakt is. Zonder ook maar enige afbreuk te willen doen aan de diversiteit die schuilgaat achter dit ‘hokjesdenken’ onderscheiden we de volgende subgenre’s: De meest voor de hand liggende psytrance is de zogenaamde ‘full on’, dat getypeerd kan worden door harde, ‘straight to the point’ beats. Enkele voorbeelden hiervan zijn Sub6 (psytrance, full on), Panick (CD track 5) en Infected Mushroom (CD track 6). ‘Full on’ vaart vooral hoogtij in Israël, waar het als popmuziek gedraaid zou worden. Daarnaast is er de psychedelische progressive, een rustiger, meer groovy en minimalistisch muziekgenre. Voorbeelden hiervan zijn Antix (CD track 1), Vibrasphere (CD track 2) en ook wel Pixel (CD track 3). Men specificeert deze stroming soms ook met ‘Morning’ omdat progressive vaak ’s morgens gedraaid werd zodat men wat kon bekomen van het nachtelijke geweld. Ten derde heeft er zich een muziekgenre dat ‘dark psy’ wordt genoemd ontwikkeld, dit wordt gekarakteriseerd door vreemde donkere geluiden en krachtige, agressieve bassen, zoals bij Sci Forest of het Russische Kindzaza. Voor goa afkomstig uit de Scandinavische landen reserveert men de naam ‘suomi-trance’, omdat deze vaak een eigen typische sound heeft. Een buitenbeentje maar toch het vermelden waard is de psychedelische chill out, of psymbient en psydub. Dit zijn meer atmosferische en ‘dubachtige’ soundscapes waarin typische goabassen vervangen zijn door rustige breakbeats (80 BPM en minder) en die bovendien veel percussie of andere etnische invloeden vertonen (CD track 8 en 9). Veel goaparties hebben dan ook een ‘chill-out room’ waar men even kan uitblazen over een kopje chai-tea. Het komt voor dat psytrance 14
producers zich op ‘chill out’ - projecten storten. Bijvoorbeeld de Brit Simon Posford die onder het alias ‘Hallucinogen’ zowel full on als psydub uitbracht, en wiens ambient -project ‘Shpongle’ veel aanzien geniet binnen het goamilieu (CD track 8). Of het Zweedse duo Rickard Berglöf & Robert Elster, die onder de naam ‘Vibrasphere’ zowel progressive als downbeat uitbrengen. Naast deze substromingen komen eveneens heel wat mengvormen voor, zoals psybreaks, dark minimal psy, tribal progressive, downtempo psy, … Een voorbeeld hiervan is Younger Brother (CD track 7), een mengeling van ambient, psydub en psytrance.
15
2.2 betekenis in brede zin
Afbeelding 2: mainstage van Sonica festival, Bolsena Lake, Italië, 2005
In brede zin wordt met goa een rond psytrance geïdentificeerde smaakcultuur aangeduid. Dit is een bizarre mix van Oosterse en Westerse culturele praktijken en opvattingen. De voornaamste uitdrukking hiervan vindt men terug in een typische partyformat; een op goamuziek dansende massa onder blacklights te midden van fluorescerende decoratie en psychedelische visuals. Soms binnen, vaak ergens in de natuur. Als de morgen aanbreekt is het tijd voor de headliners. Naast de dansvloer is er een ‘chill-out’ room tot soms zelfs een klein dorpje met exotische eet- en drinkstandjes, iglotentjes van festivalgangers en goawinkeltjes. Hiermee bevinden we ons in het hart van de goacultuur. Maar dat goa vaak op ‘feesten’ gericht is, wil niet zeggen dat ze er toe beperkt is. We wezen al op het muzikale, het psychedelische en zelfs het spirituele aspect van goacultuur. Over al voorbije en toekomstige ‘goa-events’, over het aanbod aan goamuziek, evenals over de skills van dj’s en over psychedelische kunstprojecten, of over het aanbod aan 16
goakledij,… wordt bovendien verslag uitgebracht in gespecialiseerde media zoals goawebsites, goa-pocketmagazines en flyers. Meer zelfs, in cyberspace heeft de goascène een virtuele component gevonden. We staan straks uitgebreid stil bij de rol van zulke subculturele media. Voor een beter begrip van goacultuur is het eerst nodig de ontstaanscontext en de geschiedenis van goa en de evolutie naar een globale goascène te schetsen.
Afbeelding 3: sfeerbeeld van ‘Isralienvasion’ , 604–production, Antwerpen, 2004
17
3. De geschiedenis van goa
3.1 de Indische ontstaanscontext: hoe de hippies EDM ontdekten
Afbeelding 4: kaart van Goa
De geschiedenis van psytrance wordt herleid tot in 1961, het jaar dat de Portugese kolonie Goa door Indische militairen aan India geannexeerd wordt. Goa, een kustgebied met ongeveer één miljoen inwoners, gelegen in het midden van de Indische westkust, kent een verleden getekend door bezettingen. Van de 10de tot de 16de eeuw werd Goa afwisselend door Hindu - en Moslim regimes beheerst. In 1510 werd Goa door Portugese kolonisten veroverd, die er, op uitzondering van de jaren 1797-1798 en 1802-1813 wanneer Goa in Britse handen is, het gezag voerden tot in 1961. In dat jaar neemt het Indische leger dus de macht terug over. Dat 450 jaar Portugese kolonisatie een stempel heeft gedrukt op het culturele leven in Goa, bewijzen ondermeer de katholieke kerken en kathedralen, de traditionele keuken en de kunsten. Het gevolg hiervan is dat de deelstaat Goa op cultureel gebied een ‘buitenbeentje’ is binnen India, bestaande uit zowel Westerse als Oosterse cultuur.
18
Deze situatie maakte de komst van de hippies en andere Westerse toeristen gemakkelijker. Vanaf de jaren ‘60 groeide Goa uit tot waar paradijs voor hippies en andere in het verre Oosten rondtrekkende new age fanaten. Hoe het kwam dat Goa tot bloeiende hippiecommune transformeerde is niet eenduidig te zeggen, maar enkele voor de hand liggende factoren zijn de locatie en het klimaat, de aanwezigheid van oosterse en westerse cultuur, het lakse regime, de tolerantie van de lokale bevolking, … De oorspronkelijke inwoners van Goa hadden dan ook geen enkel probleem met de komst van de hippies, ze waren er net zo tolerant voor als voor de voormalige Portugese kolonisten. Boyd beweert dat de hippies vanaf 1968 naar Goa afzakten "to sleep on the beaches, partake of the marijuana weed and generally try to 'get their head together'” (Boyd, !n Cole, 1997, z.p.). Heel wat Westerse adolescenten vonden Goa het uitgelezen vakantieoord en sommigen besloten zich er permanent te vestigen. Anderen waren speciaal afgekomen om deel te nemen aan traditionele winterrituelen op de kusten van Goa. Goa Gill, een van de pionierende goadj’s, omschrijft het gebeuren als volgt:
“All these people met … travelling overland. Some people went to study Indian music. Others went to live with the yogis in the Himalayas. All different trips. Some people went down to Bali ... it was Goa at Christmas. That was the big thing. Everybody regrouped. All the old friends that you met everywhere, traveling, everybody would meet in Goa At Christmas. There, everybody met, we exchanged all our stories, “what have you been doing?” And party together” (Goa Gil, in Cole, 1997, z.p.)
In Goa India werden dan ook zeer frequent exotische strandfeestjes georganiseerd. Albright beschrijft het als volgt;
“about thirty years ago a man named eight-fingered Eddie and other expats...found a perfect beach...beautiful warm friendly villagers...and a paradise-like haven in which they could...with the utmost freedom...enjoy a life free from all distractions...these people started to have "parties" on the beaches or in the jungles...eating psychedelics and dancing to the music of the time”. (Albright, in Cole, 1997, z.p.) 19
De muziek van die tijd leek in de verste verte nog niet op goa trance. In de jaren ‘70 bestond het repertoire van lokale dj’s uit artiesten als Led Zeppelin, The Who, Jimi Hendrix, the Gratefull dead, The doors, Neil Young, the Eagles, Pink Floyd, … en ook Bob Marley, Parliament, …
Afbeelding 5: Arjuna beach, Goa
Het is op deze strandfeestjes dat de eerste goatrance gedraaid zal worden. Begin jaren ’80 werd, onder invloed van enkele pionierende dj’s, waaronder de Amerikaan Goa Gil, en de Fransmannen Fred Disko en Laurent, EDM in Goa geïntroduceerd:
“When, at the beginning of the 1980s, Goa Gil grew tired of the "rock/fusion/reggae" music he was spinning, he introduced “the first post-punk experimental electronic dance music coming from Europe, the neue deutsche welle, electronic body music" (Goa Gil, in A Decade of Psychedelic Trance, 2003)
De muziek die later als goatrance bekend zou worden ontwikkelde niet uit één enkel genre; de voorlopers van goa waren ondermeer de electrobeat, de acid house en ook de psychedelische rock. Electrobeat omvat de Electronic Body Music (EBM), een
20
van de eerste elektronische muziekgenre’s, gekenmerkt door een harde machinale beat en een karakteristieke metalige snare op de 2de en 4de tel, waarbinnen het Belgische Front 242 overigens wereldbekendheid verwierf, de Industrial vanuit Duitsland, en de New Beat vanuit België (denk maar aan The Confetti’s). Binnen de acid house heeft vooral The KLF naambekendheid verworven, maar ook artiesten als Aphex Twin begeven zich binnen dit domein. De invloed van psychedelische rock op Goa trance ligt vooral bij bands als Ozric Tentacles, Steve Hillage en Ash Ra Tempel. Een laatste bron van inspiratie voor goa werd gevonden in de tribal of ethnic music vanuit India zelf. Naast sex en drugs was dus ook muziek een belangrijk onderdeel in het leven van de hippies in Goa. Opvallend is dan ook het internationale karakter van de Goaanse
muziekscène. Fred Disko beschrijft de aanwezigheid van Franse en
Italiaanse dj’s, gespecialiseerd in elektronische muziek, Australische dj’s die rock draaiden, en anderen die enkel Zuid-Amerikaanse stijlen speelden. Een aantal dj’s waren dus naar Goa afgekomen om er psychedelische muziek uit te wisselen. Ray Castle, een van de eerste goatrance dj’s, legt uit:
“ The freaks and the hippies used to collect the most mind-boggling psychedelic dance music they could find and bring it to India and play it at these parties, and we used to exchange this music......In the old days we used to call it "special music". It was very obscure and it was very hard to get your hands on. You were a real connoisseur or collector, and Goa was a kind of fraternity of obscure, weird psychedelic music collectors getting together, getting stoned, and getting off on the music; and sharing each other's music, exchanging it, copying it, and then making parties out of it.” (Castle, in Cole, 1997, z.p.)
Merkwaardig is overigens dat een volledig gelijkaardig fenomeen plaats vond in de Verenigde Staten, in Detroit, op WGPR radio dankzij Charles Johnson, en in Chicago, in ‘the Warehouse club’ met dj Frankie Knuckles. De wortels van goatrance, techno en house werden dus op eenzelfde moment gelegd. Wat betreft de invloed van de Indische context op goatrance vermeld Easwaran hetvolgende:
21
“The genre's origins in India (especially among spirituality tourists) explains much of the decorations and imagery associated with the music, as well as some of the scales that are quite popular. However, the sounds themselves probably owe more to the association of the music with hallucinogens of various sorts” (Easwaren, z.d., z.p.)
Terwijl mainstream trancemuziek meestal met XTC wordt geassocieerd, wordt psytrance eerder met LSD geassocieerd. “The “psy” in “psytrance” is normally said to stand for “psychedelic”, though it is also associated with the words “psychoactive”, “psychotropic”, “psychic” and anything else connected with the mind or brain”, aldus Cole en Hannan (Cole, 1997, z.p.).
Afbeelding 6: collage LSD blotters (Erowid, LSD pictures, 2007)
In zijn essay ‘Psytrance and the Spirituality of Electronics’ beschrijft Easwaran de invloed van hallucinerende middelen op goatrance als volgt:
“The effects of the drugs may be one reason why this genre of music focuses so much more on timbre and non-pitched sound than on melody, harmony, or rhythm, as most other music does. The basic tempo is significantly faster than most mainstream trance music, and this has been attributed to the fact that constant sixteenth notes at a tempo of 145 BPM
22
gives a rhythm almost identical to that of the naturally occurring alpha waves in the brain.” (Easwaren, z.d., z.p.)
In verband met de nog te beschrijven ‘partyfilosofie’ van goa en het induceren van trance
alvast
dit:
er
bestaat
dus
een
connectie
tussen
goabeats
en
hersenfrequenties. Hierbij treedt ondermeer de BPM op als trigger voor bepaalde hersengolven (alpha-waves). Een ander aspect van de Indische context dat van invloed is geweest op goatrance is de hitte en het vochtige klimaat. Hierdoor konden de eerste goadj’s geen vinylplaten draaien, ze waren aangewezen op cassettes. M.a.w beatmatching was aanvankelijk zeer moeilijk tot zelfs uitgesloten.
“To ease this situation, psytrance developed a tradition of having relatively long atmospheric portions in each track, which allow one to easily mix two tracks of different tempos without having them clash.” (A Decade of Psychedelic Trance, 2003, z.p.)
Begin jaren ’90 werd overgeschakeld op DAT’s, maar voor het echte mixwerk was het wachten tot cd-spelers met pitch control ingeburgerd raakten. De hippiecultuur te Goa was geen lang leven beschoren. Aan het begin van het nieuwe millennium was ze zo goed als uitgebloeid. De eerste minister van Goa wijt het verval van de hippiecommune hoofdzakelijk aan de beperkte economie; omdat hippies geen harde werkers waren die hun geld verdienden met het organiseren van rommelmarkten en drugssmokkel bracht de economie niet genoeg op om de samenleving in stand te houden
23
3.2 naar een globale goascène Door de verplaatsing van dj’s, artiesten en feestvierders, door commercialisering in clubs, door de release van platen, en dankzij het Internet is goatrance sinds de jaren ‘90 uitgedeind naar andere plaatsen op de wereld. Dj’s vanuit Goa hebben doorheen de geschiedenis van goatrance ook in andere landen goasets gedraaid; Fred Disko draaide op goaparties in Nepal in 1985 en in Thailand in 1987 en Ray Castle deed een Europese tournee van 1987 tot 1991 onder de naam Pagan Productions. Hij heeft ook veel in Japan gewerkt en verklaarde dat het hoofdnetwerk voor goa trance sinds eind jaren ’80 ‘Tokyo – Goa – Amsterdam’ was. Steve Psycho herinnert zich enkele goaparties te Sidney eind jaren ’80 en begon in 1991 zelf goafeestjes in Melbourne te organiseren. Begin jaren ’90 stond Groot-Brittannië centraal bij de productie van goatrance. Het eerste echte psytrance label was Dragonfly records in Brixton, London, dat werd gerund door artiest en trance producer Martin “Youth” Glover (voormalig bassist van Killing Joke). Hiervoor maakte hij dankbaar gebruik van de accommodatie van zijn reeds bestaande platenlabel Butterfly Records. Raja Ram en Graham Wood produceerden hier onder de naam The Infinity Project. Simon Posford, die als geluidstechnicus in de Butterfly studio’s werkte, brengt hier later onder de naam Hallucinogen het legendarische album ‘Twisted’ uit, met daarop de ondertussen klassiek geworden track ‘LSD’. Al in 1993 en 1994 verschenen er enkele psytrancecompilaties op het Dragonfly label (“project II trance”) met daarop artiesten als Total Eclipse, Madra Gora, Ayahuasca en Man With No Name.
Afbeelding 7: Project II trance, de eerste goatrance compilatie
24
Rond deze tijd ontstonden er meer goa-platenlabels in de UK, waaronder Tip Records (nu Tip World), het eigen label van Raja Ram en Graham Wood, Matsuri Prodcutions, Flying Rhino Records, Platipus Records, … Misschien wel de belangrijkste onder deze platenlabels was Blue Room Released, dat gesponsord werd door een Britse producent van luidsprekers. Hierdoor kon manager Ghahary zijn budget naar believen, ongeacht verkoopcijfers, spenderen, met als gevolg de ontwikkeling van minder klassieke, meer experimentele psytrance. Enkele van de vandaag de dag meest bekende goa artiesten hadden midden jaren ‘90 een platencontract bij Bleu Room Released, waaronder Total Eclipse, Har-El Prussky, Voodoo People, Juno Reactor, Saafi Brothers en Koxbox. Ook al was Groot-Brittannië een centrum voor de productie van psytrance midden jaren ’90, de partyscène was er door de ‘Criminal Justice Bill’ en het sluitingsuur voor dancings en clubs eerder beperkt. In andere Europese landen echter kon de goascène door een meer liberale wetgeving vrijer ontwikkelen. Vooral Duitsland kende een bloeiende scène, ondermeer dankzij platenlabel Spirit Zone Records, die onder andere The Infinity Project , K.U.R.O., Etnica en Har-El Pruskky distribueerden. In 1997 onderging de goascène harde tijden, vooral in Groot-Brittannië; de verkoopscijfers zakten weg en heel wat psytrance platenlabels zoals ondermeer Flying Rhino gingen failliet. Met zijn ‘Let it RIP’ compilatie verklaarde Tsuyoshi Suzuki officieel de dood van goatrance; op de achterflap van de cd stond de tekst “RIP: Mother Theresa, Princess Diana, William Burroughs, Goa trance” afgeprint.
Afbeelding 8: hoes van de ‘let it rip’ compilatie
25
Rond deze tijd ontstaat de muziek die we vandaag de dag als psytrance kennen. Een combinatie van minimalistische, progressieve trance, house en techno, een harde, donkere sound die meer klemtoon legt op psychedelische geluiden dan op de originele goa-melodieën. In 1998 werd Duitsland een centrum voor deze culturele beweging. Ook in zweden bevinden zich heel wat psytrance producers, die een meer progressieve kant opgaan. Deze muziek wordt met de term ‘suomi-trance’ aangeduid. Zelfs het Dragonfly label verklaarde over te schakelen op deze nieuwe meer progressieve vorm van muziek, en psytrance werd terug populair. De debuutalbums van Atmos, Noma, S-Range en Son Kite bevestigden dit, en zorgden ervoor dat Zweden als belangrijke producent van psytrance op de wereldkaart kwam te staan. Ontwikkelingen op vlak van computers leidden ertoe dat iedereen die in het bezit is van een pc en enigszins muzikaal aangelegd is, psytrance kan gaan produceren. Zo wordt deze stijl wereldwijd geproduceerd en doorlopend komen er nieuwe artiesten in beeld. In heel wat landen ontwikkelden zich dan ook parallelle scènes, ondermeer in Japan, Duitsland, Thailand, Australië, Zuid-Afrika, Mexico, Brazilië, Canada, de VS, Nederland, Finland, Denemarken, Portugal, De Sovjet Unie, … Vooreerst werden er verschillen duidelijk tussen de in verschillende landen geproduceerde psytrance, waardoor het genre zich meer en meer begon te vertakken. Israël is een van de weinige landen waarin psytrance tot de mainstream is doorgebroken. De Israëli’s zorgden voor een eigen interpretatie van de uit Goa overgewaaide muziekstijl die ‘full on’ genoemd wordt. Enkele grote namen uit de Israëlische scène zijn Avi Nissim en Lior Perlmutter (SFX en later Astral Projection) en Infected Mushroom. Merken we nog op dat ook het Internet een doorslaggevende rol gespeeld heeft bij de globalisering van psytrance. We gaan straks dieper in op concreet internetgebruik binnen het Vlaamse goamilieu. Hier vermelden we alvast dat Internet een grootschalige verspreiding van psytrance mogelijk gemaakt heeft en dat het een contactforum voor virtuele psytrancers biedt, waardoor er zich een virtuele goacultuur heeft ontwikkeld.
26
4. De Vlaamse goascène
In Vlaanderen is goa een relatief kleinschalig fenomeen zonder al te veel financiële draagkracht. De opkomst op goaparties gaat van een honderdtal tot een paar duizend mensen, goaparties worden soms met verlies georganiseerd. De scène is dan ook erg ontoegankelijk en niet commercieel; zonder uitnodiging kom je op een aantal feestjes niet binnen, de locatie van de parties wordt vaak slechts enkele dagen op voorhand vrijgegeven en er worden nauwelijks promotiecampagnes opgezet. Belangrijke spelers in de Vlaamse goascène zijn naast de organisatoren van goaparties, de dj’s, producers en de platenlabels. Daarnaast is er sprake van randactiviteiten zoals het uitbaten van ‘psyshops’, dit zijn, voornamelijk maar niet exclusief online, winkels die goamuziek, goakledij of wanddoeken en ‘psy-gadgets’ verkopen, en de productie van visuals, decoratie en andere psychedelische kunst. Al in de jaren ’90 was er sprake van Belgische platenlabels die goamuziek uitbrachten. Bijvoorbeeld Nova Zembla, de in 1994 opgerichte spin-off van moederbedrijf KK Records, dat zich verdiepte in sci-fi ambient, industrial en goa trance. Ondermeer Elysium en Worm stonden bij hen onder contract. Een ander voorbeeld is het in de jaren ’90 door dj en producers Frank Sels, aka Franky Jones, opgerichte Buddja records, een dochterfiliaal van het ondertussen failliet gegane Lightning Records. Ondermeer Franky Jones zelf, Cirrillo en Spyro Gyro brachten hier enkele goa ep’s uit. Nog een Belgisch psytrance en ambient label dat maar een kort leven beschoren was Senseblender. Van de nog actieve platenlabels springen vooral Kairoo Records en Suntrip Records in het oog. Kairoo Records, gevestigd te Antwerpen, werd in 2002 opgericht en heeft ondertussen al 10 releases op haar naam staan, waaronder de debuutcd van Lani, ‘our way to the sun’, Bitkit’s ‘logical/mystical’ ep, en de neo:caine ep. Ook het Israëlische duo Xerox en Illumination brachten hier 2 ep’s uit. Suntrip Records, opgericht in de zomer van 2004 door Fabien “Mars”, een van de stichters van Psynews.org, en Joske “Anoebis”, Belgische goadj en organisator van goaparties, bracht ondertussen al vijf cd’s uit, waaronder een paar cd’s van het Zweedse Filteria en een cd van Ka-Sol. Enkele huisdj’s van het label zijn Anoebis, Chai en Space Munchi. Verder vermelden we nog dacru records, die ook in d&b doen, waarvoor o.a. Nemesis, Ephedrix en Digicult draaien, en Bamboo records. 27
Het is vanzelfsprekend dat dj’s een sleutelrol spelen in het goamilieu. Een compleet overzicht geven van alle goadj’s is onbegonnen werk. Om toch een idee te krijgen hebben we in bijlage een voorbeeldlijst opgenomen waarin de namen van al de goadj’s die in de eerste 4 maanden van 2004 op ons grondgebied actief waren (zie p 97). Met dank aan de federale politie voor het samenstellen van deze lijst. Veel dj’s sluiten zich aan bij bepaalde ‘partycollectieven’ die goaparties organiseren. Dit hoeven niet per sé platenlabels te zijn. Enkele voorbeelden zijn 604productiuons, mad hatter en femina mandroga.
28
5. Partyfilosofie: dance to psytrance
In deze paragraaf wordt dieper ingegaan op de ‘partyfilosofie’ die met goa verbonden kan worden. Aanvankelijk werd goa vooral met oosterse spiritualiteit en met een ‘revival van de hippies’ geassocieerd. Een relevante vraag die hierbij opduikt is wat is er tegenwoordig nog van deze ‘partyfilosofie’ overgebleven? Heel wat psytrancers ervaren goa meer als een levensstijl dan als een muziekgenre. Deze levensbeschouwing is gebaseerd op een aantal kernwaarden, namelijk ‘Peace’, ‘Love’, ‘Unity’ en ‘Respect’ (PLUR).. Om de filosofie achter het goafenomeen te omschrijven wenden we ons tot dj Goa Gil, een legende binnen de scène. “Goa Gil is een naar India geëmigreerde Amerikaanse hippie, die van tempel tot tempel reisde tot hij op 18-jarige leeftijd in de bergen van Kasmir zijn goeroe tegenkwam. Daar werd hij ingewijd in de Hindoeïstische religie. Uiteindelijk kwam Swami Mangalanand Saraswati in Goa terecht, waar hij ritmische muziek begon te gebruiken om zijn religie over te brengen. Goa Gill is een Sadhu, een heilige man, lid van de Juna Akara, het grootste broederschap van Sadhus in India. Hij zou een echte spirituele autoriteit zijn die zetelt in de Maha Kumbla Mela, ‘the largest and oldest gathering of humans known to man and the most sacred festival in Hinduism’.” (politierapport goa, 2005, z.p. ). Het citaat in de inleiding maakt duidelijk dat Goa Gil de goaparty gelijkstelt aan een ‘ancient ritual for the 21st century’. Hij beweert m.a.w. dat psytrance een medium is dat mensen toelaat met kosmische energie in contact te komen. Als een soort religieus ritueel is de goaparty dan ook gericht op bewustzijnsverruiming. In de woorden van Raja Ram, sjamaan en goa dj:
“this is a search to find ways for changing our own mind, and triggering our own inner feelings that are gonna come out one way or another (…) the main thing is to alter your consciousness to get higher to those other dimensions (…) one of the ways we can do this is through music, that is healing and elevating, and it will take people to a higher consciousness if they let it.” (Raja Ram, in Liquid crystal vision, 2002)
29
De ritmische goabeats worden vergeleken met percussiebeats in ‘tribal rituals’ uit een oud verleden. In de AV-documentaire ‘Trance-dans’ beweert Lesley Valeri dat “dansen als middel om in contact te treden met een spirituele werkelijkheid zo oud is als de mens zelf”. In dezelfde documentaire vertelt Arnoedt Knecht, organisator en faciliteerder van trance-dance rituelen, het volgende:
“het ritme en het repetitieve van het ritme in de muziek, is hetgeen dat het meeste de trance opwekt (…) eigenlijk is lichaam en geest één geheel, maar als je ze als een onafhankelijk iets zou zien, als je ze scheidt in een benadering, dan kan je zeggen dat als er een bepaalde muziek gaande is, en er is een monotome beat, dan kan je als het ware bewegen op die muziek, en op een gegeven moment, als dat ritme zich constant herhaalt, dan weet je lichaam wat de volgende slag zal zijn, dan zit je in een soort cadans, en gaat je lichaam vanzelf door zonder dat je erbij hoeft na te denken, en als je dat punt hebt bereikt, dan kan als het ware je lichaam doorgaan met dansen, en dan kan je geest als het ware vertrekken, en op reis gaan”.
Afbeelding 9: Zuid-Afrikaanse rotstekening van een trance dance ritueel
In trance dance rituelen danst men vaak geblinddoekt om overstimulatie te bekomen. Afbeelding 9 toont een Zuid-Afrikaans trance dance ritueel van vijf sjamanen, in trancepositie leunend op stokken of zelfs zwevend, omringd door klappende en zingende vrouwen.
30
De trance treedt pas op na urenlang dansen op eenzelfde ritme. Om dit effect sneller en intensiever te beleven wordt LSD gebruikt. Goa Gill beschouwt LSD als ‘facilitator om tot beter inzicht in de werkelijkheid te komen’.(Goa Gil, in Cole, 1997, z.p.). Hij vergelijkt het met een diepe vorm van meditatie bij yoga, of met een sjamaan die entheogenen gebruikt om visioenen op te roepen om oplossingen te vinden voor problemen in de indianenstam. In de oorspronkelijke Indiase goascène werd LSD als middel en niet als doel op zich gebruikt. Een belangrijk sociaal effect van LSD-gebruik is dat het voor versterking van de groepsmentaliteit kan zorgen, aldus Blum. “The experience of LSD is such that to undergo it is somewhat akin to being introduced, or ‘initiated’ into another reality (Blum, in McAteer, 2002, z.p.)”. “As such, there is a sense among its users that they have all been ‘initiated’ into the same thing: a reality known only to an elect few” (McAteer, 2002, z.p.)
Afbeelding 10: mainstage van Sonica festival, Bolsena Lake, Italië, 2005
31
6. Maatschappelijke waardering: het imago van goa
Dat goacultuur niet bij iedereen in goede aarde valt is geen verassing. Om een indruk te krijgen van de maatschappelijke waarderingen van goa bespreken we de kritiek op de houding en aanpak van de Belgische federale politie. Normaal zouden we een inhoudsanalyse doorvoeren van hoe goa in de massamedia afgeschilderd wordt, maar aangezien de subcultuur er nauwelijks aan bod komt gaan we noodgedwongen uit van een uitgelekt rapport van de federale politie. Dit is een behoorlijk negatief en repressief rapport dat argumenten aanhaalt om ‘uitdoving van het goafenomeen’ te rechtvaardigen. Ondermeer het Steunpunt Antwerpse Druggebruikers stelt de politieaanpak in vraag door kritische elementen uit het rapport te lichten.
32
6.1 de houding van de Belgische federale politie
Een voor de hand liggende vraag is wat is er vandaag de dag nog van de originele goafilosofie overgebleven? Zijn er nog sporen te vinden van de band met het Oosten? Wil de hedendaagse goafanaat zich niet vooral amuseren? Het politierapport is hierover alvast duidelijk: “Wij merken dat de Belgische GOA scène slechts een flauw afkooksel is van de oorspronkelijke filosofie van "GOA trance". Bepaalde uiterlijke kenmerken zoals bij voorbeeld de fluorescerende accenten in het haar en op de kleren, de dreadlocks en het 'taaltje' werden wel letterlijk overgenomen. Alzo identificeren ze zich als leden van de internationale GOA scène. (…) Bij de Belgische GOA-isten licht de klemtoon ons inziens voornamelijk in het druggebruik voor de enen, en in het financieel gewin voor de anderen (organisatoren, dj's,…) (….) Het rituele, religieuze aspect is iets dat volgens ons voorbijgaat aan de huidige Belgische scène. Wel maken ze gebruik van Hindoe spreuken om dit enigszins te verdoezelen. Een voorbeeld hiervan is het woord "namaste" wat men gebruikt om iemand te begroeten, en wat letterlijk betekent: "Ik buig mij voor de goddelijkheid die zich vertegenwoordigt” (politierapport goa, 2005, z.p.). Deze vaststelling mondt uit in een volgende doelstelling: “als strategie gaan wij er van uit dat we de GOA's uit hun mystieke, 'geheime' karakter moeten halen, waardoor de aantrekkelijkheidsfactor die ze blijken te hebben op de meeste jongeren vervalt. Als dusdanig zal het "klantenbestand" inkrimpen, tot op een punt waar de organisatoren van dergelijke party's financieel niet meer uit de kosten komen. Zo hopen wij uiteindelijk een langzaam uitdovingproces van dit fenomeen te bereiken” (politierapport goa, 2005, z.p.)
33
6.2 commentaar op de politieaanpak
Volgens het Steunpunt Antwerpse Druggebruikers (STAD) ziet de politie volledig over het hoofd dat goa een betekenisvol samenzijn onder gelijkgestemden kan zijn. Met als gevolg dat de scène door de politie gemarginaliseerd, gebanaliseerd, gecriminaliseerd en gemoraliseerd wordt (STAD, 2005, z.p.). Marginalisatie: in het politierapport kan men lezen “Zo'n GOA belevenis is een vorm van anti-structuur die zich afzet tegen de materialistische vorm van de maatschappij. Hun klederdracht past niet binnen de representatieve maatschappij (…) De meeste bezoekers zijn van het "alternatieve" type. Het dragen van 'dreadlocks' en lang haar komt veel voor (…) De GOA cultuur neigt sterk naar antistructuur, bedoelende dat men zich afzet tegen zowel externe (politie, overheid,..) als interne controle (toegangscontrole, portiers,..) (…) Men schrijft zich blijkbaar moeilijk in in de gangbare maatschappijstructuur” (politierapport goa, 2005,z.p.) Banalisering: “de Belgische GOA scène is slechts een flauw afkooksel van de filosofie van "GOA trance". Ze gebruiken 'hindoe' om te verdoezelen dat het religieuze aspect totaal aan hen voorbij gaat.” (politierapport goa, 2005,z.p.) Criminalisatie: “De aanwezigheid van minderjarigen, gecombineerd met openlijk druggebruik, vormt op z'n minst een problematische situatie. Het valt tevens op dat jonge meisjes zich bezighouden met dealen.( … ) Bij de Belgische GOAscene ligt de klemtoon op het druggebruik, elke interventie leverde een positief resultaat op voor de aanwezigheid van verdovende middelen. (…) Het is niet ongewoon om een rugzak of buidelzak te dragen, dit kan worden gebruikt om verdovende middelen in te stoppen, voor persoonlijk gebruik of voor doorverkoop. Bij een eventuele razzia heeft er als dusdanig niemand dealerhoeveelheden op zak. Er zijn verschillende categorieën van dealers: leveranciers en verdelers. De eerste categorie neemt minder risico daar ze anderen de "handen"arbeid laten uitvoeren”, aldus het politierapport. (politierapport goa, 2005,z.p.) En tenslotte moralisering: “Het valt tevens op dat jonge meisjes zich bezighouden met dealen, een duidelijk signaal, gekenmerkt door normoverschrijdend gedrag. Aan de ingang tot de zaal is er geen controle van identiteit, noch aftasting van het lichaam. Dit druist in tegen de mentaliteit van de bezoekers, die zich afzetten tegen controle. Organisatoren kunnen de afwezigheid van minderjarigen niet garanderen. (…) Worden vrouwen/meisjes misschien gebruikt omdat ze minder als 34
dadergroep worden beschouwd voor dit misdrijf of omdat ze qua gestalte bijvoorbeeld minder opvallen? (…) Bij de Belgische GOA-scene licht de klemtoon op financieel gewin.” (politierapport goa, 2005,z.p.). Dus ook de toon waarop in het politierapport over de financiële kant van de zaak geschreven wordt is telkens heel afwijzend. Ook het STAD vraagt zich af waarom men de goascène precies wil doen verdwijnen. De aanpak van de politie wordt in het rapport vooral gerechtvaardigd door de aanwezigheid van drugs, in combinatie met de aanwezigheid van minderjarigen. Het rapport vermeldt echter ook dat goa zich niet onderscheid van andere takken van het uitgaansleven qua alcohol- en illegaal middelengebruik. Ook de aanwezigheid van minderjarigen is geen exclusief gegeven voor goa’s, dit komt eveneens in de rest van het Vlaamse uitgaansleven voor. Er moet dus een andere reden zijn waarom goa voor de federale politie niet gewenst is. In het rapport wordt uitgelegd wat nu net het probleem: "Het fenomeen is niet zozeer uitzonderlijk qua gebruik van verdovende middelen, want dit treedt ook op in discotheken, dancings, festivals en andere sociale aangelegenheden, maar het bijzondere zit hem in het heimelijke karakter ervan. Het feit dat de fuiven zich wekelijks verplaatsen en dat de locatie slechts enkele dagen voordien wordt vrijgegeven, maakt het moeilijk voor de politiediensten om hierop toezicht en controle te kunnen uitoefenen." (politierapport goa, 2005,z.p.) “Door
de
samenloop
van
bovenstaande
elementen
vermijden
de
organisatoren een mogelijk politionele interventie, ofwel omdat het niet geweten is, of omdat het te laat is om nog een ordedienst te organiseren, wegens gebrek aan capaciteit, en omdat het vanop lokaal niveau bekeken slechts sporadisch voorvalt in de zone dat deze party's worden ervaren als "overlast", gezien het niet altijd op dezelfde plaats is, in tegenstelling tot discotheken bij voorbeeld” (politierapport goa, 2005,z.p.) Volgens het STAD is de politie dus in de veronderstelling dat de reden voor het zogenaamde 'heimelijke' karakter van GOA's het ontlopen van politiecontroles is. “Deze gedachte stoort hen mateloos. Het uitgangpunt van de politie wordt bepaald door hun bedrijf en de daarbij behorende bedrijfscultuur: controle uitoefenen. De hele zaak wordt vanuit een controlerend perspectief bekeken en vandaar ook dat de politie denkt dat GOA's en de wijze waarop ze georganiseerd worden enkel en alleen bedoeld zijn om de politie te ontlopen. Het kleinschalige, mobiele karakter van de 35
GOA-scene bemoeilijkt politiecontrole. Politiediensten vinden dit, gezien hun opdracht, een probleem. (…) Eliminatie van de subcultuur is hun oplossing en er wordt systematisch in die richting gewerkt.” (politierapport goa, 2005,z.p.) Men kan zich afvragen of het doen uitdoven van een subcultuur tot het takenpakket van de politie behoort. Daartegenover kan men pleiten voor een betere samenwerking tussen de politie en organisatoren van goaparties. Zo luidt ook de conclusie van Dr. Gonzo, webmaster van psychedelic.be: ‘De aanpak van het "goafenomeen" vind ik fundamenteel fout en weinig doordacht. Een constructieve en op goede communicatie gebaseerde samenwerking zou voor beide partijen meer vruchten afwerpen en duurzamer zijn op lange termijn. Het fenomeen volledig met de grond gelijk willen maken is geen oplossing en getuigt van kortzichtigheid en gebrek aan visie’
36
7. Theoretisch kader
In dit deel komen eerst en vooral de algemene begrippen ‘jeugd-’, ‘sub-’ en tegencultuur aan bod. Vervolgens gaan we verder met een concrete analyse van goacultuur van McAteer. Deze wordt aangevuld met Thornton's theorie over de verspreiding van subcultureel kapitaal. Het geheel wordt gekaderd binnen Maffesoli’s interpretatie van een postmoderne samenleving.
37
7. 1 jeugdcultuur Slechts vanaf de 20e eeuw heeft het begrip ‘jeugd’ betekenis gekregen. Hiervoor was er van een jeugd als afzonderlijke entiteit geen sprake. Er was enkel sprake van kinderen die de waarden en denkschema’s van hun ouders overnamen (Mannheim, in Ter Bogt, 2000,p.19). Jeugdcultuur ontstond op het moment dat een deel van de jeugd uit dit traditionele patroon brak. Er hadden zich immers verscheidene maatschappelijke veranderingen voorgedaan, waaronder de afschaffing van de kinderarbeid, de uitbreiding van de leerplicht, het ontstaan van de vrije tijd, de urbanisatie, de stijging van de welvaart en de opkomst van massamedia. Hierdoor kregen jongeren de mogelijkheid om te veranderen; ze werden vanaf nu als afzonderlijke groep gepositioneerd die min of meer naar eigen inzicht een identiteit kon ontwikkelen. Een centraal proces bij deze identiteitsontwikkeling is het opeisen van een eigen materiële en symbolische ruimte, die al dan niet aan oudere generaties wordt getoond. Hierbinnen kunnen jongeren zich meer naar eigen inzicht ontplooien. Bij het afbakenen
van
doorslaggevende
deze rol.
ruimte Zulke
spelen
ondermeer
stijlkenmerken
maken
mode het
en
muziek
mogelijk
om
een het
groepstoebehoren uit te drukken en aldus identiteit te verwerven. Een gevolg hiervan is dat er sociale veranderingen nagestreefd kunnen worden. In ‘Wilde Jaren, een eeuw jeugdcultuur’ maakt Ter Bogt de door jongeren in de vorige eeuw gerealiseerde culturele veranderingen overzichtelijk aan de hand van een tweetal modellen. Het politieke model getuigt van een idealistische jeugd die zich verzet tegen de volwassenencultuur, die als bekrompen, materialistisch, autoritair en onrechtvaardig ervaren wordt. Dit zijn de hoger opgeleide jongeren die de oudere generaties van hun opvattingen proberen te overtuigen. Voorbeelden hiervan zijn het studentenprotest uit de jaren ’60 of de kraakbeweging. In het vitale model zien we dat jeugdigen minder bewust met de levensstijl van hun ouders breken. Vanaf de jaren ’20 werd de ascetische moraal van volwassenen door een werkende jeugd ondergraven en vervangen door een meer hedonistische arbeids- en vrije tijdsmoraal. Op deze manier ontstond er een jeugdige vrijetijdsruimte die geen ander doel dan ‘plezier’ dient (Ter Bogt, 2000,p.26). Dit schema maakt alvast duidelijk dat er tussen jongeren onderling ook veel verschillen zijn, en dat het dus zinloos is de jeugd als homogeen geheel te
38
benaderen. ‘Verschillen in opleiding, klasse, exacte leeftijd, geslacht en etniciteit, maken dat er binnen de jeugd evenveel geledingen bestaan als binnen de overkoepelende cultuur’ (Giegas, in De Meyer, 1997, p.143). Daarom is het aangewezen het begrip ‘jeugdcultuur’ te vervangen door of te specifiëren met het begrip (jeugd-)subcultuur.
39
7.2 subcultuur versus tegencultuur
Een jeugdsubcultuur verleent zijn betekenis in relatie tot de ‘parent culture’ waaruit ze ontstaan is. Ofwel is ze er een specifiëring van, bijvoorbeeld de jeugd als mythe die staat voor idealen waar iedereen naar streeft, zoals dynamisme, gezondheid, het durvende, de vrijheid, … ofwel wijkt een jeugdsubcultuur af van de oudercultuur. In dit laatste geval is symbolisch protest een onderdeel van de cultuur in kwestie geworden, en spreekt men over sub- of tegencultuur. In de 2de helft van de 20ste Eeuw was het centre for contemporary cultural studies aan de universiteit van Birmingham toonaangevend op vlak van de studie van subcultuur. De sociologen van het CCCS lieten zich in hun onderzoek naar jeugdcultuur
vooral
inspireren
door
de
marxistische
theorie
over
klassentegenstellingen. Zij zagen in het ontstaan van subcultuur de uiting van een voortdurende klassenstrijd (Giegas, ..., ...). Het was hun immers opgevallen dat tegenstellingen tussen lower en upper class groter waren dan tegenstellingen tussen ouderen en jongeren. Specifiek wat betreft het arbeidersmilieu, leek het bovendien weinig zinvol om van een aparte jeugdcultuur als geheel van ideeën en praktijken dat sterk afweek van het klassenbepaalde volwassen model te spreken. De sociologen van het CCCS werkten daarom liever met de begrippen ‘klassencultuur’ en ‘stijl’ in plaats van ‘jongerencultuur’. Volgens
het
CCCS
werd
jeugdsubcultuur
dus
hoofdzakelijk
door
klassetoebehoren bepaald. De arbeidersjeugd heeft slechts beperkte middelen om zich kenbaar te maken, en gaat daarom over tot het vormen van subculturen. Tegenculturen zijn meer de culturen van de middenklassejeugd (De Meyer,…). In beide gevallen speelt het stijlelement, uitgedrukt in het imago via kleding, kapsel, lichaamsdecoratie
en
mediagebruik,
als
afbakening
en
uitdrukking
van
groepsidentiteit een belangrijke rol. De voornaamste kritiek op het denken van het CCCS betreft de overbeklemtoning van het klassedenken, waarbij andere mogelijke variabelen zoals leeftijd, ras, enz volledig buiten beschouwing worden gelaten. Giegas vraagt zich verder af of de oppositie 'subcultuur' - 'dominantie cultuur' nog houdbaar in de huidige context van pluralisme van waarden, normen , ideeën en gedragingen (Giegas, in De Meyer, 1997, 137).
40
In het spoor van oa. Hall en Hebdidge maken de meeste auteurs een onderscheid tussen subcultuur, gedefinieerd als ‘afwijkend gedeelte binnen een dominante cultuur', en tegencultuur, een zich tegen de dominante cultuur kerende cultuur. In het volgende schema worden een aantal indelingscriteria weergegeven die De Meyer hanteert om een subcultuur van een tegencultuur te onderscheiden: (De Meyer, 2004, p. 22) :
tegencultuur
<>
subcultuur
diffuus minder groepsgeoriënteerd
meer collectief gearticuleerd
meer geïndividualsieerd meer gebonden aan territoria meer gericht op creatie eigen getto
eigenen zich een getto toe
meer gericht op alternatieve instituties meer gericht op uitwissen oppositie tussen
onderhouden de scheiding tussen
arbeidstijd en vrijetijd
arbeid en vrije tijd
expliciet politiek en ideologisch gemotiveerd
meer nadruk op stijl dan op inhoud
van binnenuit agerend tegen dominante cultuur stijl als middel: uitdrukking groepsidentiteit om
stijl als doel op zich: creatie.van
zich politiek en ideologisch te manifesteren
groepsidentiteit
Cultureel verzet is reden van bestaan.
Cultureel verzet is gevolg van bestaan
Van grote maatschappelijke betekenis
Effect: nauwelijks maatschappelijke verandering, marginaal en tijdelijk
Schema 1: opdeling sub- en tegencultuur (Bron: De Meyer, 2004, p. 23)
Het goamilieu en andere rond EDM ontstane sociale netwerken zijn m.a.w een uiting van subcultuur omdat verzet tegen de dominante cultuur geen primaire doelstelling is. Dit wil niet zeggen dat er geen normconflicten bestaan tussen goa- en populaire cultuur. Maar cultureel verzet is niet oorzaak dan wel gevolg van het bestaan van deze subcultuur. Goacultuur wordt ook wel eens aangeduid als 'taste-culture' omdat het een cultuur is die gebaseerd is op gedeelde smaak. Kreeg het concept subcultuur eerder een modernistische lading dan sluit het begrip smaakcultuur beter aan bij het postmoderne pluralisme.
41
7.3
McAteer's analyse van goacultuur
In zijn thesis “redefining the ancient tribal ritual for the 21ste century” stelt McAteer voor om het goafenomeen vanuit een sociaal perspectief te benaderen aan de hand van de begrippen muziek, dans, drugs en sociaal achtergrondmilieu. Dit is geen onvruchtbaar startpunt voor een analyse van goacultuur. Aan de door ons vermelde muzikale, psychedelische (drugs) en spirituele (dans) component van goaculuur voegt McAteer het 'sociaal achtergrondmilieu' toe. Dit zijn een aantal algemene kenmerken van een populatie zoals leeftijd, opleidingsniveau, professionele situatie en etniciteit. McAteer beschouwt deze 4 kernvariabelen als ‘agents which facilitate a sense of cultural unity, social continuity and shared belief” (McAteer, 2002,z.p.). We wezen bijvoorbeeld al op de versterking van groepsmentaliteit als effect van LSD gebruik. McAteer had echter vooral de bedoeling om aan te tonen dat goaparties vergelijkbaar zijn met oude sjamanenrituelen, die weliswaar gehercontextualiseerd worden binnen een hoogtechnologisch klimaat. Het is dan ook nodig zijn analyse uit te breiden.
42
7.4 verspreiding van subcultureel kapitaal
Dat goacultuur meestal op 'feesten' gericht is, wil niet zeggen dat ze er toe beperkt is. Over al voorbije en toekomstige ‘goa-events’, over het aanbod aan goamuziek, evenals over de skills van dj’s of over psychedelische kunstprojecten en over het aanbod aan goakledij wordt immers verslag uitgebracht in gespecialiseerde media zoals goawebsites, goa-pocketmagazines en flyers. Meer zelfs, in cyberspace heeft de goascène zijn virtuele component gevonden. Zulke gespecialiseerde media zijn belangrijk voor de instandhouding en de voortzetting van een subcultuur. In haar onderzoek naar de verspreiding van subcultureel kapitaal in Britse clubculturen argumenteert Thornton dan ook dat systematische analyse van de subculturele media noodzakelijk is om dansculturen ten gronde te begrijpen. Deze media hebben immers andere culturele connotaties dan de massamedia, waardoor hun impact op subculturele identiteitvorming groter wordt (Thornton, 1995). Binnen de CCCS traditie werden de media buiten een subcultuur gepositioneerd. De media werden verengd tot massamedia die als incorporerende en coöpterende kracht werkzaam zijn. Giegas wijst er op dat beeldvorming door deze massamedia gekenmerkt wordt door ‘exaggeration en distortion’, dit is een overdreven sensationele voorstelling, door een ‘prediction fase’, waarin de boodschap de vorm aanneemt van een selffulfilling prophecy waardoor de (vaak negatieve) stereotiepering in stand gehouden wordt, en daarmee samenhangend een ‘symbolisatiefase’ waarbij steeds dezelfde stereotiepen naar voren geschoven worden zodat het besproken fenomeen met typische connotaties beladen wordt (Giegas, in De Meyer, 1997). Door ook aandacht te besteden aan media in subculturen wil de de post CCCS traditie verder gaan dan de opdeling 'underground - mainstream'. Hierdoor krijgen we beter zicht op de complexe manieren waarop verschillende media een subcultuur kunnen beïnvloeden. Thornton maakt dus een onderscheid tussen de impact van mainstream media en gespecialiseerde media op subculturele identiteitsvorming. De gespecialiseerde media deelt ze verder op in nichemedia en micormedia. Nichemedia zoals gespecialiseerde magazines en websites, die worden geleid door mensen die tot de subcultuur behoren, zijn essentieel voor de verspreiding van informatie over activiteiten naar de leden en voor de creatie en 43
circulatie van subculturele symbolen (Thornton, 1995, p. 47). In die zin dragen zij bij tot de betekenis van subcultureel kapitaal. Voorbeelden van subcultureel kapitaal binnen de goascène zijn kennis over het aanbod aan goamuziek, het beheersen van danspasjes en dj-skills. Micromedia zoals flyers en fanzines daarentegen hebben minder invloed op de betekenis van subculturele symbolen. Hun nut ligt vooral in het proces van networking, waardoor subculturele individuen verbonden worden tot een duidelijk afgelijnde groep (Thornton, 1995, p. 49).
44
7. 5
het neotribalisme van Maffesoli
Voorgaande, de ‘cultural agents’ van McAteer aangevuld met het concept 'gespecialiseerde media', wordt gekaderd in Maffesoli’s interpretatie van de postmoderne samenleving als een verzameling ‘neo-tribes’. De opkomst van gefragmenteerde ‘tribal groups’ die het sociale meer en meer beginnen te regelen is het voornaamste gevolg van de desintegratie van de massacultuur (Maffesoli, 1996). M.a.w. we leven in ‘the time of tribes’. De conceptualisering van een smaakcultuur als een ‘neo-tribe’ is relevant omdat goa ook een vrije en zelfgekozen vorm van culturele expressie is die niet door klassengrenzen wordt bepaald.
45
8 Methodologie
8. 1 het onderzoeksveld Dit deel van de eindverhandeling vormt de neerslag van een kwantitatieve analyse van de Vlaamse goascène. De doelgroep wordt dus gevormd door al de in Vlaanderen verblijvende personen die regelmatig naar de goa gaan. Binnen deze populatie meten we ondermeer het uitgangsgedrag, het mediagebruik, de muziekvoorkeur en het druggebruik. Het is niet mijn bedoeling om de levensstijl van goafans te evalueren aan de hand van normen en waarden van mensen buiten de scène. De onderzoekspopulatie omvat dus alle Vlaamse goaliefhebbers. Er zijn echter geen nauwkeurige gegevens voorhanden omtrent de omvang van deze populatie; we kunnen de grootte ervan alleen maar schatten. Omdat dit geen eenvoudige opdracht is, vroeg ik op het forum van psychedelic.be de omvang van de Vlaamse goapopulatie te schatten. Het aantal regelmatige feestvierders werd daar op 2000 à 3000 geschat. Men rechtvaardigde deze schatting door te verwijzen naar eerder lage bezoekersaantallen van Belgische goafeestjes en –festivals. Op een gewoon goafeestje komen bijvoorbeeld enkele honderden bezoekers af, bij de festivals loopt dit op tot enkele duizenden. We namen de proef op de som en contacteerden de organisatie van Dance-A-Delic, een van de bekendere Belgische goafestivals. Ze e-mailden ons het volgende:
“Last year there was no Dance-A-Delic festival because we had some difficulties with the authorities. The max number of people visited DAD was app. 4000, but this was from all over Europe or beyond. We can't give you an exact number of Belgian people” (Goat Ranch VZW, Organisatie D-A-D, 2007)
Dit maakt een populatieomvang van maximum 3000 Vlamingen onwaarschijnlijk. Feit is wel dat men op psychedelic.be enkel sprak over ‘regelmatige feestvierders’. Uit gegevens van mijn onderzoek kon ik afleiden dat zo’n 38% van alle goamensen 2 of meer keer per maand naar de goa gaan (zie verder). Als we dus de geschatte
46
2000-3000 vermeerderen met de overgebleven 62% ‘niet-regelmatige feestvierders’, komen we op een aantal van 3240 tot 4860.
Met het bezoekersaantal van Dance-A-Delic in het achterhoofd lijkt zelfs deze schatting aan de lage kant. Bovendien moet men weten dat het ledenaantal van psychedelic.be oploopt tot over de 5000, en naar alle waarschijnlijkheid is niet elke Vlaamse goafreak lid van deze elektronische gemeenschap. Langs de andere kant is het goed mogelijk dat er heel wat Nederlanders, Duitsers, Britten, … tussen de leden zitten. Wanneer men nadenkt over de rol van Internet in het goamilieu wordt het begrijpelijk dat de meeste goafans lid zijn van een of andere online community. Verder zal dan ook blijken dat slechts een minderheid van de goafans zich enkel zou informeren over toekomstige feestjes door flyers, SMSjes en/of peertalk. Als we deze minderheid op 25% schatten, dan maken de 5000 leden van psychedelic.be ongeveer 75% van totale Vlaamse goapopulatie uit. M.a.w. Vlaanderen zou een 7000-tal goaliefhebbers tellen. Het steekproefkader werd hoofdzakelijk gevormd door de ledenlijst van psychedelic.be. Naast de 5048 ingeschreven leden heb ik een aantal persoonlijke kennissen uit het goamilieu gecontacteerd met de vraag mee te werken aan dit onderzoek. Mijn steekproefkader bevatte in totaal maar liefst 5103 personen. Er werd geen vooropgestelde steekproefgrootte nagestreefd, dit is slechts een verkennend en descriptief onderzoek, maar uiteraard werd een zo hoog mogelijk bereik nagestreefd.
47
8. 2 onderzoeksopzet
Iedereen die tot het steekproefkader behoorde (5103 personen) werd via Internet gecontacteerd en gevraagd om mee te werken aan dit onderzoek. Persoonlijke kennissen bracht ik eigenhandig op de hoogte over mijn elektronisch onderzoek. En ik contacteerde de webmaster van psychedelic.be met de vraag of ik een link naar de survey op zijn site mocht plaatsen. Gelukkig was hij erg enthousiast over dit initiatief dat perfect binnen zijn site past. De webmaster, Dr.Gonzo, verleende dan ook zijn volledige medewerking; een mailing naar alle leden en een thread op het forum. Alle leden van psychedelic.be konden vanaf zaterdag 10 februari 2007 de volgende email in hun inbox vinden:
Hallo, betreft: vraag tot medewerking aan eerste goa-enquete De vorige nieuwsbrief ligt nog te smeulen in ons korte termijn geheugen en reeds biedt een nieuwe zich aan. Dit is niet van ons gewoonte. Maar deze mail is echt wel de moeite. Er is namelijk een student uit Leuven die zijn thesis maakt over onze goa. Zo zijn er nog al geweest hoor ik je denken, inderdaad. Maar deze dude heeft wel een leuke en geloofwaardige enquete die goeie vragen stelt en weet je, het kan wel eens héél interessant zijn om de resultaten er van te kennen!!! Deze enquete pas perfect in het rijtje van de bespreking van het goa-rapport en de goa-reportage. Ook jij kan hier deel van uitmaken en aan meewerken! Of zijn wij de enigen die nieuwsgierig zijn naar de resultaten? De enquete is online en duurt nauwelijks tien minuten. De resultaten én de thesis met al zijn bevindingen worden ten vroegste rond eind mei exclusief op Psychedelic.be gepubliceerd. Dit is de eerste maal in de geschiedenis van onze goascène dat dergelijk onderzoek gevoerd wordt, en dank zij deze mailing en jouw medewerking heeft het een reële kans van slagen!!! Wij vragen je dan ook dol-enthousiast om er aan mee te doen. Je kan ze hier vinden: http://www.kuleuven.be/enquete/goa/ Met psychedelische groeten. -Psychedelic.be
48
Aldus werd dus het grootste deel van de Vlaamse goascène, in elk geval de virtuele scène, ingelicht over dit eerste goa -onderzoek. Zonder deze mailing was het uiteraard onmogelijk geweest al deze mensen te bereiken. Maar liefst 1112 respondenten reageerden op de 5103 verzonden e-mails. Een gemiddelde respons van 21,79% betekent dat men vanuit de scène goed mee heeft gewerkt aan dit onderzoek. Uiteindelijk werden 1076 bruikbare enquêtes weerhouden, de dubbele en/of onvolledige entries, vooral te wijten aan een technisch probleem bij de invoer van text, waar wanneer men op ‘enter’ drukte de enquête verzonden werd, en de nonsensiale entries, werden verwijderd. Nu moest ik er zeker van zijn dat al deze personen ook effectief naar de goa gingen. Daarom werd er een controle doorgevoerd op basis van de variabele ‘frequentie van bezoek aan goaparties’. Alleen respondenten die niet ‘nooit’ antwoorden werden geselecteerd. Dit gold voor 95,35% van de respons. Uiteindelijk bevat de steekproef dus 1026 mensen die minsten eenmaal naar een goa zijn geweest. Rekening houdend met de geschatte grootte van de onderzoekspopulatie (7000) kom ik dus uit op een vrij hoog bereik van ongeveer 1 op 7 oftewel een penetratiegraad van 14,66%. Het is dus aannemelijk dat de resultaten representatief zijn voor de Vlaamse scène.
49
8.3 meetinstrument
Zoals gezegd vond dit onderzoek plaats aan de hand van een elektronische enquête. Ze werd opgesteld in Dreamweaver en voorzien van een php-script dat zorgde voor nauwkeurige wegschrijving van de data. Met dank aan het Mediacentrum van de KU Leuven voor de technische ondersteuning. De twee belangrijkste aan de vragenlijst richtinggevende theorieën waren Mcateer’s analyse van goacultuur, waarin de 4 kernvariabelen ‘muziek’, ‘dans’, ‘drugs’ en ‘sociale achtergrond’ naar voren kwamen, dewelke uitgebreid werd met Thornton’s theorie over subcultureel kapitaal en mediagebruik.. De volledige vragenlijst kan in bijlage worden gevonden (bijlage 2, p. 96). Ze bestaat uit 25 hoofdvragen, die verder opgesplitst kunnen worden in 2 open en 19 gesloten vragen, en 4 schalen met in totaal een 70tal items; 31 items om de muziekpreferentie in kaart te brengen, 13 items die met 'muziekbeleving' te maken hebben, 17 stellingen over druggebruik en tenslotte een 11tal uitspraken over de levensstijl van goafans.
De belangrijkste variabelen in het conceptueel model zijn: •
algemene beschrijving van de populatie: leeftijd, woonsituatie, professionele status, opleidingsniveau, gender en etniciteit
•
frequentie van uitgaan: bezoek aan goaparties, bezoek aan andere parties en 'thuis blijven'
•
mediagebruik: duur van het internetgebruik, gedrag in cyberspace, kennis omtrent subculturele printmedia en invloed van flyers
•
muziekvoorkeur: de luistertijd, een top 20 van de favoriete genre’s, de individuele waardering van een aantal muziekstijlen en de beleving van muziek
•
druggebruik: ooit-, jaar- en maandprevalentie, gebruiksfrequentie en beleving van drugs
•
betekenis van goacultuur: het ondergrondse karakter, aan goa toegeschreven betekenissen, klederdracht en enkele filosofische en/of spirituele opvattingen
50
9 Resultaten van het onderzoek
9.1 frequentie van bezoek aan parties
Een van de meest belangrijke variabelen in het conceptueel model is ongetwijfeld ‘het bezoek aan goaparties’. We beginnen met deze variabele omdat ze ook gebruikt werd om goaliefhebbers te identificeren. Het resultaat is een groep van 1026 mensen die minstens éénmaal een goa bezochten (zie tabel1). Bij meting van de muziekvoorkeur bleek bovendien dat meer dan drievierde van deze groep ‘psytrance’ met een score van 7 of meer op tien beoordeeld (extra controle op basis van de muziekpreferentie).
Frequentie bezoek goaparties Valid Minstens elk weekend Elk weekend 3 maal per maand 2 maal per maand 1 maal per maand 1 maal per 2 maanden 5 maal per jaar 3 maal per jaar Minder dan een keer per maand Eenmaal Total
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
58
5,7
5,7
5,7
54
5,3
5,3
10,9
122
11,9
11,9
22,8
162
15,8
15,8
38,6
207
20,2
20,2
58,8
141
13,7
13,7
72,5
105
10,2
10,2
82,7
84
8,2
8,2
90,9
65
6,3
6,3
97,3
28
2,7
2,7
100,0
1026
100,0
100,0
Tabel 1: frequentie van bezoek aan goaparties
Tabel 1 toont aan dat zo’n 20,2% van de goafanaten 1 maal per maand naar een goa gaat, dit is de mediaan van de verdeling wat wil zeggen dat de helft van de populatie 1 of meer keer per maand naar de goa gaat. 27,7% beweert 2 of 3 maal per maand een goa te bezoeken en 10,9% elk weekend. Wat ook opvalt is dat weinig personen maar eenmaal naar een goa zijn geweest. Men kan uit deze cijfers echter niet afleiden dat goafans geen zware feestvierders zouden zijn, integendeel. Er zijn immers niet zoveel goa’s in Vlaanderen, hooguit enkele feestjes per weekend. Ten tweede is het gezien de duur 51
van een goa hoogst onwaarschijnlijk dat men meer dan 1 goafeestje per weekend aandoet. En last but not least, goafanaten gaan ook naar andere feestjes. Onderstaande tabel toont immers aan dat 46,7% van goaliefhebbers minstens door het weekend uitgaat. Uitgaan werd in de vragenlijst gedefinieerd als naar een fuif, discotheek, rave of goaparty gaan, naar de cinema of op café gaan werd expliciet uitgesloten. Frequentie partybezoek Meer dan 3 maal per week 3 maal per week Elk weekend 3 maal per maand 2 maal per maand 1 maal per maand Om de paar maanden Een paar keer per jaar Nooit Total
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
60
5,8
5,8
5,8
151
14,7
14,7
20,6
268
26,1
26,1
46,7
199
19,4
19,4
66,1
145
14,1
14,1
80,2
117
11,4
11,4
91,6
61
5,9
5,9
97,6
24
2,3
2,3
99,9
1
,1
,1
100,0
1026
100,0
100,0
Tabel 2: frequentie van uitgaan
Uit tabel 2 blijkt dat er toch veel gefeest wordt binnen het goamilieu; gemiddeld tot 4 feestjes per maand. Nog geen 9% geeft aan minder dan één keer per maand uit te gaan. M.a.w doorgaans gaat men elk weekend uit, maar slechts één keer per maand naar de goa. Dit roept de vraag op naar welk soort feestjes goaliefhebbers nog gaan. Om hierover een idee te krijgen confronteerden we de respondenten met de uitspraak ‘of ik al dan niet naar een feestje ga is afhankelijk van de muziek die er gedraaid wordt’. Op een schaal van 0 tot 10 zijn 9,1% het oneens tot helemaal oneens (score van minder dan 5) met deze stelling, voor deze personen heeft het soort muziek dat er gedraaid wordt nauwelijks tot geen enkele invloed op de beslissing om al dan niet naar een party te gaan. 84% daarentegen is het eens en 27,2% scoort zelfs 10 op deze stelling.
52
Een gelijkaardige vaststelling vonden we ook bij onderzoek naar het belang van flyers, waarbij 43.1% de line-up (volgorde van dj’s) het belangrijkste onderdeel van de flyer vindt. Hieruit blijkt eens te meer dat muziekvoorkeur een relevante variabele is om de keuze tussen verscheidene parties en/of concerten te voorspellen. Dat goafanaten zo vaak uitgaan wil overigens niet zeggen dat ze bijna nooit thuis zijn, integendeel. Zo geeft een kleine 10% aan geen enkele avond weg te gaan. De mediaan van de verdeling ligt op ‘4 dagen per week’ thuis zijn. 24.9% is twee dagen per week afwezig en 19,9% geeft aan slechts 3 avonden per week thuis door te brengen. Straks bekijken we de woonsituatie meer in detail.
53
9. 2 algemene beschrijving van de onderzoekspopulatie 9.2.1 leeftijd Dat er zo frequent uitgegaan wordt heeft ongetwijfeld veel te maken met een eerste belangrijk algemeen kenmerk van de populatie, nl. de leeftijd. Gemiddeld is die slechts 24 jaar; maar liefst 67,2% van de goafanten is twintiger, 18,2% is jonger dan 20 en slechts 14.5% is ouder dan 30.
Leeftijd Valid
Missing Total
-15 15-19 20-24 25-29 30-35 36-39 40-49 50-60 Total System
Frequency 22
Percent 2,1
Valid Percent 2,2
Cumulative Percent 2,2
157
15,3
16,0
18,2
400 260 102 26 14 1 982 44
39,0 25,3 9,9 2,5 1,4 ,1 95,7 4,3
40,7 26,5 10,4 2,6 1,4 ,1 100,0
59,0 85,4 95,8 98,5 99,9 100,0
1026
100,0
Tabel 3: leeftijdverdeling binnen de Vlaamse goascène.
Tabel 3 toont duidelijk aan dat goacultuur een leeftijdsgebonden fenomeen is. Een verdere uitdrukking hiervan is de vaststelling dat naarmate men ouder wordt men minder vaak op stap gaat. Zo vonden we een positieve correlatie van 0,266 op significantieniveau 0.01 (p=0,01) tussen leeftijd en frequentie van partybezoek in het algemeen, we kunnen dus met 99% zekerheid zeggen dat men minder naar feestjes gaat naarmate de leeftijd toeneemt. Idem dito maar een zwakkere correlatie (+0,150) tussen leeftijd en frequentie van bezoek aan goaparties. Noteer dat beide variabelen (p<0,05) kleiner worden naarmate men vaker uitgaat. De sterke hechting aan muziek en de grote mate van druggebruik kunnen eveneens in verband gebracht worden met de jonge leeftijd van de populatie. Het goapubliek bestaat vooral uit jongvolwassenen oftewel personen die nog “onderweg zijn naar zelfstandigheid”. Vanaf 24 bevindt men zich volgens Elchardus dan ook in de zogenaamde ‘drukke leeftijd’, dit is de levensperiode waarin de meeste 54
en belangrijkste keuzes en beslissingen gemaakt worden (Elchardus, 2002). We bekijken nu twee indicatoren van deze sociale zelfstandigheid, namelijk de woonsituatie en het beroep.
55
9.2.2 de woonsituatie
Maar liefst 43% van de respondenten geven aan dat ze nog thuis wonen. Tel daarbij de 10,6% die op kot zitten te studeren, komen we aan meer dan 50% (571 respondenten) die het ouderlijke nest nog niet hebben verlaten. Daartegenover staat de andere helft van de groep (46,4%) die al volledig zelfstandig wonen. Zo'n 21,4% woont helemaal alleen (1) ; 16,6% als vrijgezel en 4,8% als (nog?) niet samenwonend koppel. De overige 25% deelt hun woning met anderen, dit zijn de 'private huishoudens'; 3,3% met partner en kinderen, 15,1% met een partner zonder kinderen en ten slotte een groep van 6,6% die met een of meerdere vrienden en/of vriendinnen samenwonen.
56
9.2.3 professionele status
beroep Valid student werkzoekend arbeider bediende onderwijs kaderfunctie zelfstandig gepensioneerd Total
Frequ ency Percent 442 43,1
Valid Percent 43,1
Cumulative Percent 43,1
81
7,9
7,9
51,0
182 208 30
17,7 20,3 2,9
17,7 20,3 2,9
68,7 89,0 91,9
24 53 6 1026
2,3 5,2 ,6 100,0
2,3 5,2 ,6 100,0
94,2 99,4 100,0
Tabel4: de beroepsstatus binnen het Vlaamse goamilieu
Meer dan de helft van de goafanaten (56,7%) heeft het schoolsysteem al verlaten. Een minderheid (7,9%) is nog steeds werkloos. Deze werkloosheidsgraad ligt 2,46% hoger dan het Vlaamse gemiddelde (cijfers gebaseerd op de gemiddelde werkloosheidsgraad over de Vlaamse provincies (5,44%) zoals gepubliceerd in het VRIND 2006). Degenen die niet meer op school zitten zijn hoofdzakelijk bediende (20,3%) of productie-arbeider (17,7%) geworden. 5,2% is zelfstandige, 2,9% staat in het onderwijs en 2,3% heeft een kaderfunctie binnen een bedrijf of organisatie. Gezien de jonge leeftijd is het niet verwonderlijk dat 43,1% van de goaliefhebbers nog student is. De grote proportie studenten, in combinatie met de grote nestvastheid, wijzen erop dat we hier wel eens met het fenomeen van de 'uitgestelde volwassenheid' te maken zouden kunnen hebben. Kruistabel 5 toont immers aan dat 63,7% van degene die nog thuis wonen (of op kot zitten) momenteel nog studeren. Een meerderheid van 74,6% van de studenten heeft het ouderlijk nest nog niet verlaten. Onder de werkende bevolking draait deze verhouding om; van hen woont ongeveer 70% zelfstandig. Verder valt op dat ongeveer de helft van de werklozen nog niet zelfstandig wonen.
57
woonsituatie arbeid
student
Count
werkloos
% within arbeidssituatie % within woonsituatie Count
werkend
% within arbeidssituatie % within woonsituatie Count % within arbeidssituatie % within woonsituatie Count % within arbeidssituatie % within woonsituatie
Total
Total
Bij ouders 326
alleen 45
samenwonen d 66
74,6%
10,3%
15,1%
100,0%
63,7%
21,3%
22,1%
42,8%
37
28
16
81
45,7%
34,6%
19,8%
100,0%
7,2%
13,3%
5,4%
7,9%
149
138
216
503
29,6%
27,4%
42,9%
100,0%
29,1%
65,4%
72,5%
49,3%
512
211
298
1021
50,1%
20,7%
29,2%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
437
Tabel 5: professionele status t.o.v. woonsituatie
Enerzijds blijkt dus dat het vooral studenten zijn die nog thuis, en arbeiders en bedienden die alleen of samenwonen. Anderzijds valt het op dat ongeveer 30% van degenen die werken toch nog thuis wonen.
Bar Chart woonsituatie 1 2 3
400
Count
300
200
100
0 1
2
3
arbeidssituatie
grafiek1: professionele status t.o.v. woonsituatie legende:
arbeidssituatie; 1= student, 2 = werkloos, 3 = aan het werk woonsituatie; 1 = bij ouders, 2 = alleen, 3 = samenwonend
58
9.2.4 opleidingsniveau Van een populatie met zulke proportie studenten verwacht men niet anders dan een hoge dosis onderwijskapitaal. De cijfers in onderstaande tabel liegen er dan ook niet om:
Frequency 25
Percent 2,4
Valid Percent 2,5
Cumulative Percent 2,5
3
,3
,3
2,8
47
4,6
4,7
7,4
Hoger secundair ASO
113
11,0
11,2
18,7
Hoger secundair TSO
175
17,1
17,4
36,0
88
8,6
8,7
44,7
Hoger secundair KSO
48
4,7
4,8
49,5
Hoger onderwijs korte type Hoger onderwijs lange type Universitair onderwijs
200
19,5
19,8
69,3
146
14,2
14,5
83,8
147
14,3
14,6
98,4
16
1,6
1,6
100,0
1008
98,2
100,0
18
1,8
1026
100,0
opleidingsniveau Valid Geen onderwijs Lager onderwijs Lager secundair
Hoger secundair BSO
Missing Total
Postacademische opleiding Total System
Tabel 6: opleidingsniveau binnen de Vlaamse goascène
Een eerste opvallende vaststelling is dat amper 7,5% van de onderzoekspopulatie niet verder dan het lager secundair onderwijs geraakt is. 17,4% stopt met school na het TSO, 11,2% na het ASO en 8,7% na het BSO. Het goamilieu bevat ook maar een kleine proportie KSO-studenten (4,8%). Met andere woorden maar liefst 50,5% van de goaliefhebbers heeft en of andere vorm van hoger onderwijs genoten; 34,3% volgt of volgde hoger onderwijs van korte of lange type en 16,2% universitair onderwijs. Daarenboven geeft 26,6% van de respondenten aan een aanvullende opleiding bij instellingen zoals VDAB of Syntra te hebben gevolgd. Het valt te verwachten dat deze personen niet tot de groep hoger opgeleiden behoren. Al bij al kan men dus concluderen dat er een behoorlijke portie technisch en/of theoretisch onderwijskapitaal aanwezig is binnen het Vlaamse goamilieu
59
9.2.5 gender Een belangrijk aspect binnen de algemene beschrijving van een bevolking is het gender. Veel specifieke gedragingen en houdingen zouden hier aan toegeschreven kunnen worden. Bijna drievierde van de goaliefhebbers is mannelijk, slechts 28,4% is vrouwelijk. Nochtans verblijven er in Vlaanderen iets meer meisjes dan jongens. Hieruit blijkt dat goa meer in de smaak valt bij de mannen dan bij de vrouwen.
60
9.2.6 etniciteit
Vlaamse goafeestjes zijn niet alleen een Nederlandstalige aangelegenheid, er zijn ook maar weinig migranten aanwezig. De etniciteit werd gemeten door naar het geboorteland van de moeder te vragen. 90% van de respondenten duidden hierbij België aan. De overige 10% zijn hoofdzakelijk Nederlanders (4,6%) en Duitsers (1,1%). In Vlaanderen sterk ingeburgerde nationaliteiten zoals Italianen (0,4%), Marokkanen (0,2%) en Turken (0,2%) komen nauwelijks voor. De beperkte groep niet-Belgen bestaat hoofdzakelijk uit mensen uit buurlanden die voor een feestje de grens oversteken. Een mogelijke verklaring hiervoor is de vaststelling dat er in België, in tegenstelling tot vb. Duitsland, Italië, Portugal of Marokko, nauwelijks goaparties en/of –festivals 'met internationale allure' georganiseerd worden. Dit wil niet zeggen dat er geen internationaal bekende dj’s en producers overgevlogen worden, maar het contrast met internationale goafestivals, waar men mensen van over de hele wereld tegen het lijf loopt, is groot. Dit wil overigens niet zeggen dat de Vlaamse goascène niet multicultureel zou zijn, in tegendeel, al was het maar dat ze door het massale internetgebruik onderdeel van een wereldwijde psychedelische cultuur is geworden.
.
61
9.3 Mediagebruik
Bij de beschrijving van de geschiedenis van goa en het theoretische kader is naar voor gekomen dat goacultuur eigenlijk een symbiose is tussen Oosterse spiritualiteit en Westerse muziek en technologie. Een aanzienlijk deel van dit onderzoek heeft dan ook met media te maken. Aangezien goa totaal afwezig is op de Vlaamse televisie- en radiozender hebben we onze focus beperkt tot de zogenaamde nieuwe media en dan in het bijzonder het Internet. In wat volgt gaan we eerst dieper in op de mate van internetgebruik in het algemeen. Daarna staan we stil bij de zogenaamde subculturele media, dit zijn goagerelateerde printmedia zoals pocket-magazines en promoblaadjes of flyers enerzijds en online goacommunities anderzijds. Kennis omtrent en gebruik van deze media is een indicator van het subcultureel kapitaal dat men bezit. Muziek-preferentie zelf als mediavoorkeur behandelen we apart in een volgend hoofdstuk.
62
9.3.1 duur van het Internetgebruik
Gemiddeld bevindt een goaliefhebber zich zo’n anderhalf uur per dag in cyberspace. Op een jaar tijd zit men dus maar liefst 547.5 uur achter een pc te surfen. De mediaan van de verdeling ligt op 1 tot 2 uur, m.a.w. 50% van de respondenten is meer dan 90 minuten per dag online. Een marginale 0,4% van de populatie surft nooit en slechts 7,9% minder dan een kwartier per dag. Net geen 80% zit elke dag minstens een half uur op Internet. Meer dan 1/3 van de goafanaten is meer dan 2 uur per dag en de zwaarste groep gebruikers (13,7%) is zelfs meer dan 4 uur per dag online te vinden:
Duur internetgebruik per dag Valid nooit
Frequency
Cumulative Percent
,4
,4
,4
74
7,2
7,5
7,9
133
13,0
13,4
21,2
196
19,1
19,7
41,0
249
24,3
25,1
66,1
125
12,2
12,6
78,7
76
7,4
7,7
86,3
136
13,3
13,7
100,0
993
96,8
100,0
33
3,2
1026
100,0
15-30 min 30-60 min 1-2 uur 2-3 uur 3-4 uur +4 uur Total System
Total
Valid Percent
4
-15 min
Missing
Percent
Tabel 7: duur van het Internetgebruik per dag
Een van de redenen voor dit massale internetgebruik is ongetwijfeld de grote proportie studenten binnen de onderzoekspopulatie. Een andere misschien zelfs betere verklaring betreft het nut van Internet voor deze ondergrondse scène, dit is de participatie
in
online
goacommunities
ondermeer
omwille
van
de
contactmogelijkheden en omdat informatie over goa-events vaak uitsluitend via het net te vinden is, zeker in geval men geen flyer kan bemachtigen (het is soms zelfs nodig de organisatie van een goafeestje te mailen om de exacte datum, locatie en/of prijs van een feestje te achterhalen).
63
9.3.2 online goacommunities: gedrag in 'psyberspace'
In de meeste cultuurtheoriëen wordt het belang van massa- en gespecialiseerde media en de verhouding tussen beide dik in de verf gezet. Omdat goacultuur nauwelijks in mainstream media wordt opgenomen, is er binnen de scène een relatief grote behoefte aan eigen subculturele media; zij zorgen enerzijds voor de verspreiding en de instandhouding van de cultuur, hierbij functioneren de media dus als een soort bindmiddel, en anderzijds hebben ze impact op de identiteitscontructie van de leden, hierbij treden de media eerder op als spiegel. De zojuist besproken 'duur van het internetgebruik' was al een eerste indicatie van dit belang van gespecialiseerde media. Nu gaan we dieper in op waar goafanaten het Internet zoal voor gebruiken. We vroeger de respondenten een aantal toepasselijke functies aan te kruisen, en voorzagen de mogelijkheid om zelf items aan de lijst toe te voegen. Bij dit laatste vergaten we echter nogmaals 'specifiek wat betreft goa' te vermelden waardoor heel wat respondenten met niet goagerelateerde zaken op de proppen kwamen. Van al de vooropgegeven 'activiteiten in 'psyberspace'' werd 'informatie over feestjes vergaren' het vaakst aangekruist, door 87,2% van de respondenten. We hebben al gewezen op de beperkte reclame voor goafeestjes en het belang van websites als www.goabase.de en www.psychedelic.be 69,9% van de respondenten geeft aan het Internet te gebruiken om goamuziek in .mp3 of .wav af te halen. Bovendien gaf slechts 14,2% van de respondenten aan goa-gerelateerde artikelen zoals muziek, kledij, wanddoeken, asbakken enz. op het Internet te kopen. Eenzelfde vaststelling konden we doen toen we de respondenten vroegen of ze het eens waren met de stelling 'de meeste muziek haal ik af op internet'. Maar liefst 61,5% was het eens tot helemaal eens met deze uitspraak (score van 6 tot 10). 48,4% scoort 8 of meer en 25,4% zelfs 10 op deze schaal. Minder dan een op drie goafans haalt nooit muziek af op het internet. Twee veelgebruikte bronnen voor psytrance zijn enerzijds de website www.psyshop.com waarop cd's, dvd's en vinyl van honderden psytrancelabels besteld kunnen worden, en het gratis p2p-programma Soulseek waar in bepaalde rooms 24/24 over psytrance gecommuniceerd wordt en waar de meeste goamuziek te vinden is anderzijds. 60,6% van de respondenten geeft aan het WorldWideWeb al eens gebruikt 64
te hebben voor algemene informatie te vergaren zoals om de geschiedenis of filosofische uiteenzettingen over goa na te lezen, of om fotogallerijen en psychedelische kunst te bekijken. Meer concreet bezocht 56,2% al eens de homepage van een goa-dj. Een goed voorbeeld hiervan is de webstek van Goa Gil (www.goagil.com) waarop naast promotie van nieuwe cd's ondermeer een biografie, interviews, discografie, hitcharts, setlists, tourdates, foto's, artikels over goa en zelfs religieuze info over de Hindoevereniging waar hij lid van is (de Sadhus) te vinden is. Slechts op de vierde plaats komt 'contact met anderen' te staan. 37,2% van de respondenten gebruikt het Internet om met andere goafans te skypen, te chatten of te e-mailen. Internetcommunicatie heeft eenzelfde voordeel als geschreven taal; ze kan opgeslagen en uitgesteld worden en zorgt voor continuïteit over de grenzen van het fysische heen. Maar men mailt elkaar niet alleen om een afspraak te maken voor samen naar de goa te gaan, men ontmoet elkaar ook in die virtuele ruimte. Cyberspace zelf wordt dan de 'meeting point' en vormt in die zin niet alleen een ondersteuning van het sociale netwerk maar een heuse uitbreiding ervan. 25% van de respondenten voegde zelf een item toe op de vraag 'zijn er voor de rest nog zaken die U in cyberspace doet?' De meerderheid antwoordt vooral met niet goa-gerelateerde zaken zoals msn'en, research doen, een eigen site onderhouden, porno bekijken,enz. Merkwaardig is wel dat ongeveer 17% van respondenten aangeeft het Internet te gebruiken om een eigen feestje, muziek of platenlabel te promoten. Dit wijst nogmaals op het belang van Internet voor de organisatie en promotie van deze scène, die, gezien haar mobiele en kleinschalige structuur, vooral lijkt te bestaan uit een grote portie kleinschalige projecten.
65
9.3.3 subculturele printmedia
Op de vraag 'kan U mij de naam van een goamagazine geven' antwoordt 62,5% negatief. De 384 respondenten die wel positief antwoorden noemden welgeteld 7 titels; in volgorde van voorkomen Mushroom Magazine, Trancers Guide 2 The Galaxy,
Revolve
Magazine,
V.I.B.E.Z.
Magazine,
Psynapse,
D
tect
en
DreamCreation. Dit wijst op een eerder beperkte kennis over subculturele printmedia dewelke op 2 manieren te verklaren is: 1) wereldwijd bestaan er maar enkele goamagazine's en er is geen enkele publicatie van Vlaamse origine, wat er op wijst dat 2) de printmedia binnen de goascène overschaduwd worden door het Internet.
66
9.3.4 de flyer
Een uitzondering op het beperkt gebruik van printmedia zijn flyers. Dit zijn meestal op glanzend fotopapier gedrukte kleine psychedelische kunstwerkjes die rond de ingang van feestjes verspreid worden en waarmee reclame gemaakt wordt voor toekomstige parties. Opvallend hierbij is het veelvuldig gebruik van flyers en het belang dat door de organisatoren van goaparties aan de lay-out ervan gehecht wordt. In geen enkele subcultuur worden zo creatieve flyers ontwikkeld als binnen het goamileiu. Daarom wilden wij wel eens nagaan hoe nuttig men zulke flyers vindt. In tweede instantie onderzoeken we welke onderdelen van een flyer de meeste effecten genereert. Om zicht te krijgen op het belang van de flyer vroegen we de respondenten aan te geven of een flyer al dan niet van invloed is op hun keuze voor een bepaald feestje. Maar liefst 69% antwoord bevestigend, 20% ontkent en 11% heeft hierover geen duidelijke mening. De meeste goafans vinden de flyer dus waardevol en effectief, en wel omdat ze als 'teaser' helpt bij de selectie uit het aanbod aan goaparties.
Afbeelding 11: flyer van 'Isralienvasion' te antwerpen
67
Aangezien zoveel personen flyers een nuttig hulpmiddel vinden, is het ook interessant na te gaan welke aspecten van de flyer het meest in het oog springen. Aan de respondenten werd gevraagd om een reeks elementen te rangschikken van 1 tot 6 volgens de impact die ze hebben op hun oordeel over de flyer en over het feestje dat op de flyer gepromoot wordt. De grootste 'overtuigingskracht' gaat uit van de dj's die komen draaien. 42,9% vindt de 'line up' het belangrijkste onderdeel van de flyer (score 1), tegenover 11,4% die dit het onbelangrijkste aspect vindt (score 6). Om mensen te lokken moet men dus eerst en vooral over een goede affiche beschikken. Op de tweede plaats eindigde de locatie van het feestje, 17,9% vindt dit het belangrijkste (score 1) en 26,1% het tweede belangrijkste (score 2) onderdeel van de flyer. Op uitzondering van de 16,3% die 5 of 6 scoren op dit onderdeel zijn de afstand die men moet afleggen en de fysische kenmerken van de omgeving waar het feestje plaatsvindt dus een van de belangrijkste overwegingen in het keuzeproces voor feestjes. Gezien de invloed op het beoordelingsproces van de flyer is het dus af te raden geen enkele informatie over de locatie op een flyer af te drukken. De datum van de party wordt door 18,2% als belangrijkste en door 19,2% als tweede belangrijkste aspect beschouwt. Daartegenover staat 21,8% voor wie de datum niet tot helemaal niet relevant is (score 5 of 6). Pas op de vierde plaats komt de toegangsprijs te staan. Ondanks het feit dat de tickets voor goaparties niet echt goedkoop zijn (van 10 tot 30 euro), vinden 27,9% de inkomprijs een irrelevant onderdeel (score 5 of 6). Daartegenover staan 15,1% die de prijs toch belangrijk vinden (score 1 of 2). Opvallend is ten eerste dat men meer belang lijkt te hechten aan de datum van een feestje dan aan de prijs ervan. Ten tweede bevestigd dit het vermoeden dat de toegangsprijs die men kan vragen evenals de prijs die men wenst te betalen, ondergeschikt is aan de line up (men betaald meer voor grotere namen) en aan de locatie (men betaald meer om in een oud kasteel te feesten dan in een jeugdhuis). Rest ons nog de naam van de organisatie en de lay-out van de flyer, samen op de laatste plaats, dat door +/- 18% als belangrijk (score 1 of2) en door +/- 58% als onbelangrijk ervaren wordt. Ondanks de vaak indrukwekkende afbeeldingen speelt de lay-out een kleinere rol in het beoordelingsproces van flyers. Idem dito wat betreft 68
de beperkte invloed van de naam van de organisatie; het goamilieu is immers amper gecommercialiseerd en te kleinschalig en te gefragmenteerd om goed en wel op naambekendheid te kunnen teren.
Afbeelding 12: flyer voor 'Infectious Minds', Hasselt, 2004
69
9.4 Muziekvoorkeur en -beleving
Een aanzienlijk deel van dit onderzoek heeft met muziek te maken omdat muziek een centrale positie inneemt. Meer dan de overige media is muziek het bindmiddel bij uitstek. Eerst behandelen we de luistertijd. Vervolgens stellen we een top 20 van de favoriete muziekgenre's op waarna we dieper ingaan op deze muziekpreferentie door de individuele waardering van een aantal genre's te bekijken. We sluiten het hoofdstuk af met een beperkte verkenning van hoe muziek binnen de goascène beleefd wordt.
70
9.4.1 luistertijd
Luistertijd in minuten Valid -30 30-60 60-120
Frequency 20 89
Percent 1,9 8,7
Valid Percent 2,0 8,8
Cumulative Percent 2,0 10,8
172
16,8
17,0
27,8
159 153 419 1012 14
15,5 14,9 40,8 98,6 1,4
15,7 15,1 41,4 100,0
43,5 58,6 100,0
1026
100,0
120-180
Missing Total
180-240 +240 Total System
Tabel 8: luistertijd naar muziek per dag
Wat onmiddellijk opvalt bij deze tabel is dat niemand ‘ik luister geen muziek in mijn vrije tijd’ antwoordt. Integendeel, maar liefst 41,4% van de respondenten geeft aan meer dan 4 uur per dag met muziek bezig te zijn. De mediaan van de verdeling ligt op 3,5 uur per dag. Deze toch wel indrukwekkende resultaten kunnen enigszins gerelativeerd worden aangezien 'met muziek bezig zijn' in de vragenlijst breed geïnterpreteerd werd als zowel actief als passief luisteren, vb. radio, cd- of mp3-collectie, webcasts, ... als het bespelen van een instrument en/of als het produceren van elektronische muziek vb. met Cubase, Reason of Fruity Loops.
71
9.4.2 Muzieksmaak: top 20 van favoriete muziekgenres We vroegen de respondenten hun favoriete muziekstijl uit een lijst van 31 genres te selecteren. Het resultaat vindt men in de volgende tabel:
1 2
Psytrance d&b / jungle
2 4
Rock Progressive
5 5 7 8
Electro Reggae Wereldmuziek Ambient
9 10 11 12 13 14 14
Electronica Techno Metal Jazz Trance House Triphop
16 17 18 19 20 21
HipHop Idm Psydub Dub Hardcore punk Overig Total
Frequency 465
Percent 45,3
Valid Percent 45,3
Cumulative Percent 45,3
57 57
5,6 5,6
5,6 5,6
50,9 56,5
50 44 44 40
4,9 4,3 4,3 3,9
4,9 4,3 4,3 3,9
61,4 65,7 70 73,9
38 23 22 19
3,7 2,2 2,1 1,9
3,7 2,2 2,1 1,9
77,6 79,8 81,9 83,8
17 15 13
1,7 1,5 1,3
1,7 1,5 1,3
85,5 87 88,3
13 12 11 10 9 8 54 1026
1,3 1,2 1,1 1,0 ,9 ,8 5,4 100,0
1,3 1,2 1,1 1,0 ,9 ,8 5,4 100.0
89,6 90,8 91,9 92,9 93,8 94,6 5,4 100.0
Tabel 9: Favoriete muziek: top 20 van de muziekgenres
Enigszins verwacht blijkt psytrance het meest populaire genre binnen de goacommunity te zijn. Wat wel opvalt is de grote voorsprong van psytrance op de rest van het veld. Met zijn 465 voorkeurstemmen verzamelt psytrance bijna evenveel stemmen als al de andere genre's samen en heeft het maar liefst bijna 9 keer zoveel stemmen als de nummer 2 uit de lijst. Als grote overwinnaars komen de elektronische genre’s uit de bus, we vinden maar liefst 7 EDM-genres terug in de top tien. De hoge scores van psytrance en progressive waren te verwachten; de hoge scores van d&b, electro en ambient zijn opvallend. Hieruit blijkt onder andere dat er graag gedanst wordt door goafans, en dus ook op andere EDM-genres. Merkwaardig is verder dat 2 van de drie niet elektronische genre’s uit de top tien reggae en wereldmuziek zijn, men heeft blijkbaar een voorkeur voor de minder commerciële en rustigere niet-EDM genres. Dit kunnen we ook afleiden uit het feit 72
dat traditionele gitaargenre’s het slecht doen, op uitzondering dan van rock dat op de tweede plaats eindigd. Wat nog opvalt zijn de lage score's van traditionele EDM-genres zoals house en trance. Opvallende aanwezigen in de lijst tenslotte zijn triphop, idm en psydub. Opvallende afwezigen daarentegen zijn klassieke muziek, R&B, punkrock en popmuziek.
73
9.4.3 omgang met muziek De gemiddelde luisterduur van 3,5 uur per dag wees er al op dat goaliefhebbers in sterke mate aan muziek gehecht zijn. Meer dan driekwart van de goafanaten beweert dan ook een speciale band met muziek te hebben. 75,7% is het eens (score 6 tot 10) en 37,1% zelfs helemaal eens (score 10) met de stelling 'ik heb een speciale band met muziek'. Bijna de helft van de goafans (44,2%) geeft dan ook aan heel graag te dansen. In totaal beweert maar liefst 85% graag te dansen. Slecht 9,1% evalueert de stelling 'ik dans graag' met een score van minder dan 5 op tien. Wat betreft de keuze van muziek geeft 87,8% van de respondenten aan liefst zelf te bepalen wanneer en welke muziek beluisterd wordt. De meerderheid onderhoudt dan ook een eigen cd-, vinyl- en/of mp3-collectie. Voor de 16% dj's in de onderzoekspopulatie heeft het begrip 'muziekselectie' uiteraard een meer technische en waarschijnlijk ook meer collectieve lading. In de muzieksociologie wijst men erop dat muziek ruimte maakt voor emoties en emoties begeleidt. Een meerderheid van 55,8% is het dan ook eens met de uitspraak 'ik gebruik muziek om mijn emoties uit te drukken', tegenover 22,4% van de goafanaten voor wie dit niet opgaat. Bovendien ontkent slechts 8,9% dat muziek de creativiteit ten goede komt. Muziek kan niet alleen emoties opwekken; bijvoorbeeld een minderheid van 34,2% die muziek gebruikt om eenzaamheid tegen te gaan. En nog geen 19% luistert muziek om de verveling te verdrijven.
74
9.5 druggebruik
Binnen een subcultuur die ontstaan is rond een psychedelisch muziekgenre, en waarvan de gemiddelde leeftijd van de leden, die bijna elk weekend uitgaan, slechts 24 is, valt een grote portie experimenteerdrang en druggebruik te verwachten. Daarom gaan we eerst de ooit-, de jaar- en de maandprevalentie na van de meest voorkomende drugs in het Vlaamse goamilieu. Door de gebruiksfrequenties te bekijken krijgen we vervolgens een idee over de mate van gebruik van de specifieke middelen. Het cijfergedeelte wordt aangevuld met een verkenning van de rol en de betekenis van drugs voor goafanaten. Allereerst gaan we na waarom ze drugs gebruiken, hierbij onderscheiden we de rol van de sociale omgeving, de belevingswereld van de gebruiker en de psychische effecten van drugs. Vervolgens gaan we wat dieper in op de psychologische aspecten verbonden met druggebruik. En tenslotte gaan we na hoe men zich verhoudt ten opzichte van het drugbeleid in België.
75
9.5.1 ooitprevalentie
Met 99,4% is de ooitprevalentie van alcohol het hoogst (zie tabel 11, p.78) . Dat naast alcohol marihuana op weg is een sociaal aanvaard middel te worden, en dat weed binnen het goamilieu al volledig ingeburgerd is, bewijst ondermeer de hoge ooitprevalentie van 97,3%. Met andere woorden meer dan 9 op 10 goafans hebben ooit geblowd. Ter vergelijking, volgens het NlS lag het experimentele gebruik van cannabis in België voor de leeftijdsgroepen 15-24 en 24-35 in 2004 respectievelijk op 22,3% en 24,9%. (http://statbel.fgov.be/figures/d361_nl.asp#5) Maar liefst 80,6% geeft aan ooit met XTC geëxperimenteerd te hebben. Dit enorme aantal houdt verband met het feit dat XTC een 'partydrug' bij uitstek is en dat er binnen de goascène veel gefeest wordt. Ook andere 'partydrugs' scoren erg hoog; maar liefst 67,2% geeft aan ooit cocaïne en maar liefst 56,6% amfetamines te hebben gebruikt. Uitzondering is GHB of ‘vloeibare xtc’ met een ooitprevalentie van 19,9%. Dat goacultuur terecht als psychedelische cultuur bestempeld wordt bewijzen de ooitprevalenties voor hallucinogenen. Een grote meerderheid goafanaten heeft minstens éénmaal getript. Hierbij probeerden meer mensen psylocibine (79,8%) dan LSD (62,3%). Dit verschil heeft ongetwijfeld te maken met het grotere aanbod aan 'magic mushrooms', dat in elke Nederlandse smartshop te koop is. Ten derde is ook mescaline niet afwezig binnen de Vlaamse goascène, maar liefst 1 op 5 (19,8%) geeft aan DMT, Peyote of San Pedro cactus geprobeerd te hebben. Aan het uit het Amazonewoud overgewaaide ayahuascaritueel, d.i. een meestal collectieve tripsessie onder begeleiding van een sjamaan, zou door 11,6% geparticipeerd worden. Opvallend hoog scoort verder nog het gebruik van vluchtige stoffen, dit zijn ondermeer ether, lijm en N2O. Met een ooitprevalentie van 66,1% eindigt het op een 6de plaats, nog boven speed of LSD. Op sommige goafeestjes worden dan ook frequent N2O- of lachgasballonnen aangeboden. Van de zogenaamde 'uppers' behandelden we cocaïne en amfetamine al. Stimulerende middelen in het algemeen hebben een ooitprevalentie van 51,5%. Denk hierbij vooral aan 'energyboosters' die in smartshops en/of fitnissclubs verkocht worden, maar ook aan 'energydrinks' of zelfs afrodisiaca. Tegenover deze uppers staan de downers (Lexotan, Valium, ...) waar door 40,1% van het goamileu mee 76
geëxperimenteerd werd. 36,9% gaven aan ooit codeïne gebruikt te hebben, er werd in deze meting geen onderscheid gemaakt tussen medisch en recreatief gebruik. De laagste ooitprevalentie – maar nog steeds indrukwekkend hoog – heeft heroïne (11,2%) dat weliswaar binnen een ‘drugvriendelijk’ klimaat als de goascène gekaderd kan worden maar er toch maar moeilijk mee verbonden kan worden.
77
9.5.2 jaarprevalentie
We stelden dezelfde tendensen en rangschikking vast bij meting van het aantal gebruikers tijdens het aan het onderzoek voorafgaande jaar (zie tabel 11, p.78). Cannabis eindigt nog steeds hoog (86,8%), XTC daalt naar 64,3% en psylocibine (nu 5de met 51,6%) en cocaïne (nu 4de met 53,6%) wisselen van plaats. Bijna één op 2 goafans gebruikten tijdens het laatste jaar LSD en 41,9% heeft speed geconsumeerd.
78
9.5.3 recent gebruik: maandprevalentie en gebruiksfrequentie
Door de maandprevalenties te bekijken krijgen we zicht op recent druggebruik. De verhouding tussen de ooit-, jaar- en maandprevalentie geeft ons bovendien een idee over de continuëring van het experimenteergedrag voor de specifieke middelen. Het verslavende aspect tenslotte wordt geïndiceerd door de gebruiksfrequentie of het gemiddelde aantal dagen per maand dat men een middel gebruikt: Middel
Ooit (%)
Jaar (%)
Maand (%)
Alcohol Cannabis Xtc Cocaïne Speed Mushrooms LSD Vluchtige stiffen Stimulerende middelen Downers Codeine GHB Mescaline Ayauasca Heroïne
99.4 97.3 80.6 67.2 56.6 79.8 62.3 66.1 51.5 40.1 36.9 19.9 19.6 11.6 11.2
96 86.4 64.3 53.6 41.9 51.6 48.5 40.6 34.6 28.5 28.7 15.9 15.9
90.4 74.4 38.2 32.8 25.5 20.1 24.1 19.3 20.4 17 17.2 11.2 11.4
11
11
Frequentie (dagen per maand) 8.857 10.91 0.69 0.69 0.665 0.803 0.773 0.0621 1.4 1.115 0.413 0.062 0.005 0.011 0.025
Tabel 10: druggebruik: ooit-, jaar- en maandprevalentie en gebruikfsfrequente
De daling van ooitprevalentie naar maandprevalentie is het kleinst bij alcohol (op uitzondering van heroïne); 90% van iedereen die ooit alcohol dronk heeft ook tijdens de laatste maand gedronken, en wel gemiddeld op meer dan 8 dagen. Alcohol is dus uiteraard de meest voorkomende drug in het goamilieu, maar niet de meest gebruikte. Want hoewel tijdens de maand van het onderzoek minder personen (74,4%) cannabis gebruikten, ligt de gemiddelde gebruiksfrequentie van cannabis hoger dan die van alcohol. De goascène telt een grotere proportie zware cannabisgebruikers dan zware alcoholgebruikers. Wat verder opvalt is het grote continuëringsgedrag bij cocaïne, XTC en speed; de maandprevalenties zijn ongeveer de helft van de ooitprevalenties. Respectievelijk 48,8%, 47,3% en 45% van al degenen die cocaïne, XTC en speed probeerden gebruikte het middel ook tijdens de maand van het onderzoek. Bij de hallucinogenen
79
is het continuëringsgedrag kleiner. Bij psylocibine daalt de ooitprevalentie van 79,8% over 51,6% in het laatste jaar naar 20,1% tijdens de laatste maand. Eenzelfde tendens bij LSD; maar liefst 38;8% van degenen die het probeerden deden het opnieuw tijdens de laatste maand. De gemiddelde gebruiksfrequenties tonen ook aan dat XTC, cocaïne en speed lang niet zo massaal en frequent voorkomen als alcohol of cannabis; men slikt, snuift en/of tript gemiddeld minder dan één keer per maand. LSD- en mushroomgebruikers gebruiken frequenter (9 keer per jaar) dan XTC -gebruikers (8 keer per jaar). Er wordt bovendien frequenter speed gesnoven dan cocaïne (8 keer per jaar) want een kleinere
groep
speedgebruikers
genereert
een
ongeveer
even
hoge
gebruiksfrequentie. Dit heeft waarschijnlijk ook te maken met de vaststelling dat speed (tot 10 euro per gram) een flink pak goedkoper is dan cocaïne (tot 75 euro per gram). Binnen het goamilieu ligt de ooitprevalentie van LSD en psylocibine hoger dan die van cocaïne en amfetamines, maar de maandprevalentie is lager. Omdat snuifmiddelen meer verslavend zouden zijn verwachtten we pieken van extreem gebruik in de gebruiksfrequentieverdeling, die het gemiddelde de hoogte in duwen. Dit bleek maar in beperkte mate het geval te zijn. Eigenaardig dus dat de gebruiksfrequentie van psylocibine en LSD hoger ligt dan die van de snuifmiddelen. Hieruit blijkt dus niet alleen dat er minder frequent snuifmiddelen dan tripmiddelen gebruikt worden, maar ook dat er, gezien de grote ooit-, jaar- en maandprevalentie in verhouding tot de relatief geringe gebruiksfrequentie, slechts in zeer beperkte mate sprake is van zware cocaïne en/of speedgebruikers. Daartegenover staat de 'recreatieve gebruiker' die de risico’s van drugs begrijpt en er desondanks op een gecontroleerde manier mee om weet te gaan. Terug naar de tabel. De vrij hoge maandprevalentie (20,4%) en de opvallend hoge gebruiksfrequentie (1 of 2 keer per maand) van stimulerende middelen zal ongetwijfeld samenhangen met de grote beschikbaarheid van energydrinks enerzijds en/of met de lange duur van goafeestjes anderzijds. Tenslotte vertonen ook downers een relatief hoge gebruiksfrequentie; deze groep gebruikers, die maar half zo groot is als
de
groep
XTC-gebruikers,
genereert
nochtans
een
gemiddelde
gebruiksfrequentie die dubbel zo groot is. Downers kunnen blijkbaar voor een zware verslaving zorgen.
80
Tot slot de belangrijkste conclusies uit tabel 11: •
alcohol is de meest voorkomende drug in de Vlaamse goascène
•
cannabis is de frequentst gebruikte drug (gemiddeld over 1026 personen meer dan 2 dagen per week)
•
een groep van 10 tot 40% gebruikt andere drugs
•
meer verslavende producten zoals cocaïne en speed worden minder vaak gebruikt dan psychedelische middelen
•
er zijn meer XTC -gebruikers maar zij gebruiken minder frequent dan amfetamine - en cocaïne -gebruikers
•
De meest frequent gebruikte drugs na cannabis en alcohol zijn stimulerende middelen en downers
•
Op een jaar tijd zou een goaliefhebber de volgende drugs consumeren: hij of zij blowt gedurende 132 dagen, drinkt alcohol gedurende 106 dagen, gebruikt 16 dagen uppers en 13 dagen downers. Hij of zij eet om de vijf weken een portie paddestoelen en om de 5,5 week een LSD trip. Verder gebruikt men zo'n acht keer per jaar XTC, cocaïne en/of amfetamines. Eén keer om de 15 maanden een lachgasballon en om de 4,5 jaar een ayahuascaritueel.
81
9.5.4 beleving van drugs
Dit deel wil een verklaring bieden voor de cijfers uit de voorafgaande paragraaf. In plaats van zulke verklaring op te dringen gaan we na hoe goafans hun druggebruik interpreteren. Gevraagd werd een reeks uitspraken te evalueren. In eerste instantie stellen we de vraag ‘waarom wordt er zoveel drugs gebruikt?’. Hierbij stippen we allereerst de rol van de sociale omgeving en van significante anderen hierbinnen aan; voor één derde van de respondenten is deze omgeving beperkt tot de party. Waarschijnlijk is druggebruik echter meer te wijten aan psychische effecten en aan de belevingswereld van gebruikers dan aan groepsprocessen binnen de sociale omgeving. Nadat we een aantal aan drugs toegeschreven effecten verkent hebben gaan we dieper in op de psychologische aspecten verbonden aan druggebruik; kennen ze de risico's, hebben ze hun gebruik onder controle, hebben ze al problemen gehad door drugs? Voorgaande roept ook vragen op over de wettelijke kant van het verhaal. Want ook al lijkt de goascène als semi-autonoom veld te functioneren, dit neemt niet weg dat ze ingebed is in een breder maatschappelijk kader van gewoonten en regels. Daarom gaan we na hoe de goafan zich verhoudt tot deze regels; vinden ze het verbieden van drugs een geschikte oplossing? Zijn ze pro dan wel contra legalisering van drugs?
82
9.5.4.1 redenen voor en effecten van drugs
Het antwoord op de vraag 'hoe komt het dat goafanaten zo lustig met drugs experimenteren?' blijft noodzakelijk beperkt omdat we dit probleem niet met een kwalitatieve dan wel met een kwantitatieve meting konden onderzoeken. De respondenten moesten aangeven of ze het helemaal oneens (0) dan wel helemaal eens (10) waren met een set items die een aantal motieven voor druggebruik kunnen indiceren. Een eerste vaststelling hierbij is dat de 'niet van toepassing' categorie (11) bijna niet aangeduid werd, maximaal door 4,1% van de respondenten. De grote meerderheid heeft dus een mening over mogelijke oorzaken van druggebruik. Het lijkt er op dat dit probleem ook binnen de scène aangekaart wordt. Meer zelfs, de rol van andere gebruikers binnen de subcultuur is extra belangrijk omdat de gebruiker in de bredere samenleving met een meerderheid niet-gebruikers geconfronteerd wordt. Binnen de subcultuur zelf lijkt deze verhouding om te keren. Een gevolg hiervan is dat het druggebruik wel eens zou kunnen toenemen. Hiermee waren de respondenten het verre van eens. Niemand is geneigd toe te geven dat ze drugs gebruiken 'omdat bekenden in hun omgeving dat ook doen'. Integendeel, 52,3% is het helemaal oneens (0) en 84,6% oneens tot helemaal oneens (0-4) met deze stelling. Een schamele 7,7% gaat akkoord. De respondenten zelf minimaliseren de rol van voorbeeldgedrag van significante anderen in hun omgeving. De voortzetting van experimenteel druggebruik (de verhouding tussen de ooit- en de maandprevalentie) zou dus meer door psychische effecten of door de belevingswereld dan door de sociale omgeving worden bepaald. In sommige gevallen is deze omgeving beperkt tot de party. 31,8% van de respondenten gaven aan enkel tijdens een feestje te gebruiken. 13,2% verhoudt zich neutraal en voor 1,7% was deze stelling niet van toepassing. De overige 53,3% gaat niet akkoord en 33,5% gaat helemaal niet akkoord met de stelling 'ik gebruik enkel drugs tijdens een party'. Niettemin valt een sterke associatie op tussen uitgaan en druggebruik. De
aantrekkingskracht
van
drugs
moet
waarschijnlijk
niet
aan
omgevingsfactoren dan wel aan het middel zelf toegeschreven worden. In wat volgt confronteren we de respondenten met enkele veronderstelde psychische effecten
83
van drugs. Zo krijgen we zicht op door een meerderheid aan drugs toegeschreven belevingen. De eerste stelling gaat ervan uit dat sociale vaardigheden toe kunnen nemen onder invloed van drugs, dit zou meer bepaald het geval zijn bij uppers. De meesten zullen zich de film Trainspotting nog wel herinneren waarin Spud speed snuift om te gaan solliciteren. Van XTC zegt men bovendien dat het toegenomen gevoelens van liefde tegenover de medemens en de natuur op kan wekken (vandaar de naam 'lovedrug'). Tussen gebruikers zelf zou dit effect toenemen omdat een drug hen in een vergelijkbare ‘mindset’ duwt. 53% is het eens met de uitspraak ‘Ik ben meer sociaal wanneer ik onder invloed ben’, tegenover 29,1% die het hier oneens mee is. Er zijn wel meer mensen die het helemaal oneens zijn (11,4%) dan degenen die het helemaal eens zijn (9,9%). Bovendien verhoudt 17,9% zich neutraal ten opzichte van dit item. De frequentieverdeling vertoont een matige spreiding waarin degenen die akkoord gaan een beperkt overwicht hebben. Deze stelling is overigens te algemeen en dus niet ondubbelzinnig; het genoemde effect zou eigenlijk voor elke drug afzonderlijk bekeken moet worden. . Vervolgens confronteerden we de respondenten met de uitspraak 'door druggebruik heb ik meer zelfkennis verworven'. Maar liefst 64,4% bevestigt deze stelling, 27,4% is het er zelfs helemaal mee eens. Opvallend is verder dat niemand zich neutraal verhoudt ten opzichte van dit item en dat slechts 5,3% 'niet van toepassing' antwoordt. Slechts 1 op 3 goafans vindt niet dat ze zichzelf door druggebruik op een nieuwe manier hebben leren bekijken. Gezien zowel muziek als drugs een centrale rol spelen binnen het goamilieu leek het ons geen slecht idee beide aspecten te combineren. Zo kwamen we tot de stelling ‘ik beleef muziek intenser wanneer ik onder invloed ben’. Maar liefst 80,11% gaat akkoord (6-10) en 33% is helemaal akkoord. Deze intense beleving van muziek heeft te maken met de trance waarin men terecht komt door urenlang op monotone beats te dansen. Om de extase makkelijker te induceren zouden drugs gebruikt worden. Dit wordt door een meerderheid van 47,1% bevestigd. 21,7% van de respondenten geeft aan geen drugs te gebruiken om in trance te geraken. Een
laatste
effect
dat
we
hier
aanstippen
is
het
toegenomen
uithoudingsvermogen. Gezien goa's lang kunnen duren en gezien de headliners vaak 84
pas tegen een uur of 5 ’s morgens beginnen, leek dit ons geen irrelevant gegeven. Nochtans verwerpt 63% de stelling dat drugs gebruikt worden om tot ‘s morgens op een party door te kunnen gaan.
85
9.5.4.2 Psychologische risico's
De stelling 'ik ben op de hoogte van (psychologische) gevaren van druggebruik' wordt door een overgrote meerderheid (92,1%) bevestigd (score van 6 tot 10). Bijna 1 op 2 gaat helemaal akkoord (10). Hiermee is niet gezegd dat deze gevaren niet onderschat worden. We stelden wel vast dat 82,4% aangeeft hun gebruik onder controle te hebben. De stelling 'ik heb mijn gebruik onder controle' werd door iets minder respondenten bevestigd dan de vorige stelling, maar nog steeds gaat 42,3% helemaal akkoord (10). Toch is 7,8% is het oneens en 2,2% is het zelfs helemaal oneens, wat opnieuw een indicatie is van problematisch druggebruik. Toen we hier dieper op in gingen bleek dat maar liefst 38,7% niet akkoord ging met de stelling 'ik heb nooit (psychologische) problemen gehad door drugs'. Ongeveer 1 op 6 (17,2%) is het zelfs helemaal oneens. Druggebruik is dan ook niet onschuldig; naast afhankelijkheid kan het zorgen voor allerhande bijwerkingen tijdens en/of na het gebruik zoals misselijk worden, oververhitting, intense emoties, psychose, enz. Slechts de helft van de respondenten (50,8%) geeft aan nooit met deze symptomen geconfronteerd te zijn geweest.
Valid
0 (helemaal oneens) 1 2 3 4 5 (neutraal) 6 7 8 9
Missi ng Total
10 (helemaal eens) 11 (niet van toepassing) Total System
Frequency 170 38 69 61
Percent 16.6 3.7 6.7 5.9
Valid Percent 17.2 3.8 7.0 6.2
Cumulative Percent 17.2 21.1 28.0 34.2
44 73 31
4.3 7.1 3.0
4.5 7.4 3.1
38.7 46.1 49.2
41 69 85
4.0 6.7 8.3
4.1 7.0 8.6
53.3 60.3 68.9
276
26.9
27.9
96.9
31 988
3.0 96.3
3.1 100.0
100.0
38
3.7
1026
100.0
Tabel 11 : evaluatie van de stelling 'ik heb nooit (psychologische) problemen gehad door drugs'
86
9.5.4.3 Legalisering van cannabis
Gezien de hoeveelheid cannabisgebruik binnen de populatie is het niet verbazend dat 72,3% pro legalisering van cannabis is (score van 6 tot 10). Tabel 13 bewijst verder dat bijna 1 op 2 (46,6%) vindt dat cannabis héél zeker toegelaten moet worden in België. Amper 13,7% van de goafans is tegen eventuele legalisering.
Valid
0 helemaal oneens 1 2 3 4
Missi ng Total
5 (neutraal) 6 7 8 9 10 (helemal eens) 11 (weet niet) Total System
Frequency 62
Percent 6.0
Valid Percent 6.3
Cumulative Percent 6.3
10
1.0
1.0
7.3
20 25
1.9 2.4
2.0 2.5
9.3 11.9
18
1.8
1.8
13.7
81 30 70 75 78 459 57 985
7.9 2.9 6.8 7.3 7.6 44.7 5.6 96.0
8.2 3.0 7.1 7.6 7.9 46.6 5.8 100.0
21.9 25.0 32.1 39.7 47.6 94.2 100.0
41
4.0
1026
100.0
Tabel 12: evaluatie van de stelling 'ik ben voor legalisering van cannabis'
57,7% van de respondenten vinden dan ook dat het verbieden van drugs een naïeve beleidsmaatregel is. De meerderheid heeft het dan nog steeds over cannabis. Men gaat niet zo ver dat men vindt dat elke drug toegelaten moeten worden, integendeel. Meer dan de helft (54,2%) is het oneens (score van 0 tot 4) en de groep van degenen die het eens zijn (score van 6 tot 10, 30,2%) is ongeveer even groot als de groep van degenen die helemaal oneens zijn (score 10, 34,8%) met de stelling 'ik ben pro legalisering van alle recreatieve drugs'.
87
9.6 opvattingen over goacultuur 9.6.1 het ondergrondse karakter
Maar liefst 80,3% van de respondenten gelooft dat het goamilieu voor de bredere samenleving 'iets onbekend' is. Slechts 8,6% verwerpt de stelling dat 'veel mensen niet weten wat goacultuur zoal inhoudt', 11,1% verhoudt zich neutraal. We vroegen de goafans dan maar zelf wat er in hun opkomt als ze aan goa denken (zie verder). Een sterkere indicator voor het ondergrondse karakter van de goascène is de afwezigheid van goa in de massamedia. Maar liefst 86,5% van de respondenten vindt niet dat er te weinig aandacht aan goa besteedt wordt in de massamedia. Ze hebben blijkbaar geen behoefte aan grotere press-coverage en voor hen hoeft goamuziek geen commerciële dansmuziek te worden. Integendeel, ze willen het 'oncommerciële' karakter van de scène net bewaren. Ongeveer de helft van de respondenten beoordeelt de Vlaamse goascène als iets 'undergrounds'. 30% vindt goa eerder aan de commerciële kant. Voor 1 op 5 goaliefhebbers heeft het milieu zowel iets authentiek en ondergronds als commercieel. Een gevolg van dit ondergrondse karakter is dat goacultuur niet altijd aan de rest van het culturele veld blootgesteld wordt. Hier stoten we dus op het zogenaamde 'geheimzinnige'
en
'mystieke'
karakter
van
goacultuur,
wat
net
haar
aantrekkingskracht op jongvolwassenen uitmaakt, althans volgens het politierapport goa 2005. Wij wijten deze aantrekkingskracht eerder aan de amusementswaarde van goa. Het politierapport beschreef de goascène verder als een 'anti-structuur die zich afzet tegen de materialistische vorm van de maatschappij'. Nochtans is slechts 10% van de goafans het eens met de stelling dat 'goa niet thuishoort in de maatschappij' (zie tabel 14). Integendeel, een meerderheid van 56,5% is het zelfs helemaal oneens (10), voor hen is goa geen marginaal en niet-passend onderdeel binnen het culturele veld. In het theoretisch kader hebben we er dan ook terecht op gewezen dat goacultuur geen tegen- dan wel subcultuur is, omdat verzet tegen de dominante cultuur geen primaire doelstelling is.
88
Valid
0 (helemaal oneens) 1 2 3 4 5 (neutraal) 6 7 8 9 10 (helemaal eens)
Missi ng Total
Total System
Frequency 545 92
Percent 53.1 9.0
Valid Percent 56.5 9.5
Cumulative Percent 56.5 66.0
74 34
7.2 3.3
7.7 3.5
73.7 77.2
20 82
1.9 8.0
2.1 8.5
79.3 87.8
23 25
2.2 2.4
2.4 2.6
90.2 92.7
18 14
1.8 1.4
1.9 1.5
94.6 96.1
38 965
3.7 94.1
3.9 100.0
100.0
61
5.9
1026
100.0
Tabel 13: evaluatie van de stelling 'goa hoort niet thuis in de maatschappij'
89
9.6.2 aan goa toegeschreven betekenissen
Aangezien 80% van de respondenten gelooft dat 'veel mensen niet weten wat goa inhoudt' lieten wij hen zelf beschrijven wat er in hun opkomt als ze aan goa denken. Voor bijna 1 op 2 (45,2%) goafans is de betekenis van goa niet beperkt tot een vorm van elektronische dansmuziek. Daarenboven gaat slechts 36% van de respondenten niet akkoord met de stelling dat 'goa meer een levensstijl dan een muziekgenre is'. De 'vrije assocatietest' leverde vooral beschrijvingen op die met de amusementswaarde van goa in verband gebracht kunnen worden, zoals 'goede muziek', 'goede feestjes', 'dansen' en 'uit de bol gaan'. Een aantal respondenten bracht goa in de eerste plaats in verband met 'vrij zijn' en 'ongestoord feesten'. Daarnaast veel omschrijvingen van emotionele toestanden zoals opwinding, ambiance, verbondenheid, liefde, geluk... Sommige goafans werden zelfs heel erg lyrisch: 'één zijn met de natuur', een 'cosmic orgasm party', ...
90
9.6.3 kledingsstijl
Heel wat jong volwassenen gebruiken mode als stijlkenmerk om een zekere groepsidentiteit uit te drukken. Kledij kan dan ook beschouwd worden als nonverbaal communicatiemiddel waarmee een 'ingroup' zich van zijn 'outgroup' onderscheidt. Zo ook binnen het goamilieu; kleurrijke flodderbroeken en rokken, fleurige hemdjes en topjes met psychedelische prints, dreadlocks,.. Een 'goa-outfit' kan uit van alles bestaan maar meestal heeft ze iets psychedelisch en vindt ze aansluiting bij de fluorescerende omgeving. Slechts 1 op drie (27,9%) geeft aan speciale 'goa-kledij' te dragen. Uiteraard springt deze groep extra in het oog. Aan het uiterlijk van de meeste goafans (62,9%) kan men dus moeilijk zien dat ze goafan zijn.
91
9.6.4 enkele spirituele opvattingen
In de oorspronkelijke goascène te India werd goa verbonden met het Hindoeïsme en Oosterse new-age religie. De goaparty zelf werd gepromoot als een 'religieus ritueel' waarin 'met kosmische energie in contact getreden kon worden'. In de huidige Vlaamse scène beweert 75% van de goafanaten interesse te hebben in Oosterse filosofie. Bovendien geeft 47,8 % aan te geloven in een overstijgende
universele
realiteit,
wat
een
kenmerk
van
het
holisme
is.
Daartegenover staat een groep van 37,9% die deze laatste opvatting verwerpen en wiens realiteitsbesef meer individualistische kenmerken vertoont. Minder uitgesproken zijn de meningen wat betreft leven na de dood; ongeveer evenveel goafanaten geloven al dan niet in een leven in het hiernamaals. Zo is 40% het oneens (score van 0-4) en 23,2% helemaal oneens (score 0), terwijl 41% het eens (score 6-10) tot helemaal eens (21,6%, score 10) is met de uitspraak ' ik geloof in leven a de dood'. Bijna 1 op 5 verhoudt zich neutraal tot dit item. 36% gaat akkoord met de stelling 'Ik geloof in het bestaan van geesten', tegenover 51% die niet eens (score 0-4) en 28,1% (score 0) die helemaal oneens zijn.
92
10. Besluit
We begonnen deze verhandeling met de veronderstelling dat goa meer was dan entertainment. Uit onderzoek bleek dat 36% van de goafans goa enkel als ‘elektronische dansmuziek’ interpreteert. Voor de andere 64% is goa ook een ‘state of mind’. Het goamilieu bestaat voornamelijk uit hoger opgeleide jongvolwassennen, meer dan de helft al zelfstandig wonend, die een grote hechting aan electronische dansmuziek vertonen en die frequent uitgaan en regelmatig drugs nemen. Hierin verschilt het goapubliek niet noodzakelijk van andere jeugd- of subculturen. Maar in tegenstelling tot andere elektronische dansculturen heeft goa een ‘partyfilosofie’ aan haar ontstaanscontext overgehouden, die bovendien een uitgesproken psychedelisch karakter heeft. We hebben de sporen ervan vastgesteld: er wordt in het milieu meer LSD en psylocibine dan XTC, speed of cocaïne gebruikt. Goa is een omstreden subcultuur omwille van het illegale karakter. De federale politie zou het fenomeen liefst zien verdwijnen. Verder is het ondergrondse en oncommerciële karakter van deze subcultuur opgevallen. Vandaar de toegenomen rol van gespecialiseerde media. Nichemedia zoals websites verspreiden informatie en beïnvloeden daarmee de circulatie en de interpratie van subculturele symbolen. Het nut van micromedia zoals flyers hebben we beschreven als een proces van networking. Ondanks dit alles blijft goa een marginaal fenomeen waar het merendeel van de Vlamingen niet wakker over ligt.
93
11 Referenties
Cole, F.& Hannan, M.(1997). “Goa Trance: A Psykotropic Trip Through Tribedelic Landscapes.” Perfect Beat 3.3 http://www.kwik-kut.co.za/content/view/10/2/ (14-92006)
X.(2003).A Decade of Psychedelic Trance. http://perso.orange.fr/psychedelic_trance/ (16-9-2006)
De Meyer, G. & Roe, K. (red)(1997). Populaire muziekstudies aan het departement communicatiewetenschap van de KULeuven. Leuven: Kuleuven. De Meyer, G.(2004). Cultuur met een kleine c. Leuven:Acco. Denora,T.(2003). After Adorno: Rethinking Music Sociology, Cambridge University Press. Des Tramacchi, (2000) “Field Tripping: psychedelic communities and ritual in the Australian bush,” In Journal of Contemporary Religion (pp201-213), Volume 15, number 2. De Witte H., Hooge J.,Walgrave L.(red)(2000). Jongeren in Vlaanderen; gemeten en geteld. Leuven: Universitaire Pers. Easwaran. K.(z.d.) Psytrance and the Spirituality of Electronics, Psytrance among other electronica http://www.ocf.berkeley.edu/~easwaran/papers/psytrance.html . (16-10-2006)
Elchardus, M., e.a.(1997) Jongeren en cultuur in beweging. Leuven,:Davidsfonds. Elchardus, M.(2002). Publieksonderzoek ‘De Pianofabriek’’.Brussel: Vrije Universiteit. Giesen, P.(1999).Laat me feesten; het eeuwige misverstand over jongeren. Amsterdam: Uitgeverij Poidum. Greener, M T R.(2005). ‘‘Virtual Psytrancers’: an exploration of a global cummunitiy and postmodern Subculture’’.[BA Sociology and Social Policy] http://www.goatrance.nl/full%20dissertation%20without%20photos1.pdf Larkin, C B,.(2003).Turn on, Tune in, and Trance out; The Exploration of Entheogens and the Emergence of a Global Techno-shamanic Ritual, [A Thesis Submitted in Partial Fulfillment of a Degree in Sociology/Anthropology]. Lewis and Clark College. Lievens, P.(1979). Over jeugdsubculturen en tegekulturen: de hippie variant. Gent: RU. Maffesoli, M.(1996) The Time of the Tribes, the decline of individualism in mass society.London: Sage Publications.
94
McAteer, M B.(2002) Redefining the Ancient Tribal Ritual for the 21st Century:” Goa Gil and the Trance Dance Experience”. [A Thesis Presented to The Division of Philosophy, Religion, and Psychology]. Reed College Omananda and Tantric Demon (Prod.). (2002). Liquid Crystal Vision [video] Internetrelease Oor’s eerste Nederlandse pop encyclopedie,.(2004)14de ed. X. (2005) Politierapport goa: http://www.psychedelic.be/files/05_10_24_goa_rapport_politie.pdf (04-12-2006)
Reynolds, S.(1999). Generation ecstasy, into the world of techno and rave culture. New York: Routlegde. Seynaeve, K. (red.)(1989). Fenomenen van de jeugdcultuur. Leuven: Acco. Simons, N.(2006).Skater of faker? Een kwalitatieve casestudy naar de rol van media in subculturele identiteitsconstructie van skaters,.Antwerpen: PSW-paper Universiteit Antwerpen. STAD (ed).(2005) Analyse en commentaar op de politieaanpak GOA-scène, http://antwerpen.indymedia.org/news/2005/11/3077.php Ter Bogt,T. & Hibbel, B. (red)( 2000). Wilde Jaren, een eeuw jeugdcultuur. Utrecht: Lemma. Ter Bogt, T.(1997). One Two Three Four ... popmuziek, jeugdcultuur en stijl. Utrecht: Lemma. Thornton, S.(1995).Club cultures; Music, Media and Subcultural Capital. Cambridge: Polity Press. Van der Wal, H.(1997). Hakküh & strakstaan: het gabber gevoel. Amsterdam: Prometheus. Valeri Lesley (Prod.) (2006). Tance dans [video] onuitgegeven. Vercaigne, C.(1996). Megadancings en housemuziek. Leuven: Davidsfonds.
95
Bijlage 1 : namen van goadj’s (en hun productiehuis, origine) welke tijdens 2004 (tot april) deelnamen aan GOA-party's in België (bron: Politierapport Goa,2005) ACIDOCALYPS AFTERHOURZ AMATSUKAMI ANNOYING NINJAS ANOEBIS (t.b.c.)(boom!records-be) ARARA (minllenium rec.nl) ARS NOVA ASTRIX (hommega) AZRAEL & XIO (drona) BIOLOGIC DJ SET (ge) BLIZZARD BOR (rhakti dei) BRICE C-3PO (afterhourz) CHEWBACCA (ain-soph) COTCHA CYCLOPE DARK NEBULA (digital psionic rec/australia) DARTH VADER (psyvader) D-FECT DIE-GO D-NOX DR. GONZO DRC (essence of progression) DREAMCATCHER (essence of progression) DUENDE (hblg, belgium) DUNIYA (ODD records,crystal matrix, portugal) ELLIS D EPILEPTIC EXODUB EYAL (hommega) FEMINA MANDRAGORA FLUOKIM FUNKKIMUNKKI G.M.S. GOAHOLIX GOBLIN (hommega) GO-WAX H.ALLUCINOG HEDONAH (lunatic prod., essence of
LUNA ORBIT (dark nebula) MAHAVIRA MARY JANE MIRACULIX MOUSHKA (element record-utc) NARAYAN NAROYARAN (illusionists/rhakti dei) NEMESIS (dacru.be - psychedelik.com) NEZÔT NORION (madhatter) OONAH (goaville) PHASID (lani, kairoo records) PHLUBBE POXY PSILO (stp - be) PSY 604 (six o four) PSYBORIGINAL (australia, psypneumatix, odd recs) PSYCHEDELIC PSYONIC & JANUA (six o four productions) PSYSEX (hommega) PSYVADER PZYKO QUASARTA RAMSES (madhatter,be) RAPTILE RAZZ R'DEEM (purple snow) RIKTAM & BANSI (spun records) RKL ROOMUSH (the zoo) SALVA SEB (cyberdelik - ohm sweet ohm -fr) SENSE (mental gymnastics) SHAWNODESE (inpsyde media, holland) SHIN CHAN SHIVE & SHAKANA (the zoo) SIN GAIA SKELETON HEX (anoebis) SPACE CAT (bne records/Israel) SPACE SAFARI
progression) HUJABOY (hommega) HYPERKINETIC INFECTED MUSHROOM INFLUENZA (femina mandragora – rise & shine) INMOTION (ge) ISHTAR (outside world) IZ AMBRA JALLIUZ (jalliuz.tk) JHARU (kairoo records) JIBARO (boom records-nl) KAIRON (Kairoo records KENETIC KYOA LEPTON YODA (ge)
SQR (the squarez, femina mandragora) STUS E TAIGUN THE EMPEROR (kenetic) THE SQUAREZ THOR (lunatic productions) TOHM (goarana) UNDARIA WHIZZ (aka zwimmus smiley tribe) XIO (drona, lunatic prod) YAMUNA ( essence of progression) YO’EL KULIASKO YO’EL KULIASKO (afu) ZWIMMUS
96
Bijlage 2 :online vragenlijst goacultuur
1. Ik ben een
man vrouw
2. Ik ben geboren in:
3a. Welk type onderwijs volg(de) U?
geen onderwijs lager onderwijs lager secundair onderwijs hoger secundair ASO hoger secundair TSO hoger secundair BSO hoger secundair KSO Hoger onderwijs korte type Hoger onderwijs lange type Universitair onderwijs Postuniversitair onderwijs
3b. ... )
ik heb een aanvullende opleiding genoten (vb. vdab, syntra,
4. Wat doet U op professioneel gebied?
97
5. Duid uw huidige woonsituatie aan
ik woon thuis bij mijn ouders
(meerdere antwoorden mogelijk)
ik zit op kot ik woon alleen ik woon alleen maar heb een vaste partner ik woon samen met mijn partner ik woon samen met mijn partner en zijn/haar/mijn kinderen ik woon samen met vrienden/vriendinnen
6. Kan U het geboorteland van uw moeder aangeven?
7. Duidt voor elk van de volgende muziekgenre's aan hoe graag U er naar luistert. (gelieve een score van 1 tot 10 aan te geven, 0 = ik moet van deze muziekstijl niets weten tot 10 = ik heb deze muziekstijl heel erg graag. Wanneer U een genre nooit gehoord heeft of niet herkent selecteer dan aub 'onbekend') 0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
onbekend
ambient breakbeat country d&b / jungle electro
98
hardcore punk hiphop house IDM jazz klassieke muziek metal pop progressive psydub psytrance r&b/funk/soul reggae rock techno triphop/downbeat trance wereldmuziek 0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
onbekend
8. Selecteer uit de volgende lijst uw favoriet muziekgenre
9. Hoeveel uur van uw vrije tijd spendeert U op een gemiddelde weekdag aan/met muziek (zowel actief als passief luisteren, vb. radio, eigen collectie, webcasts, ... als een instrument bespelen of muziek produceren vb. cubase, fruity loops, ...)
ik luister geen muziek in mijn vrije tijd minder dan 30 minuten 30 - 60 minuten 1 - 2 uur 2 - 3 uur 3 - 4 uur meer dan 4 uur
99
mp3's op mijn harde
10. Ik heb ongeveer schijf staan (0 Mb indien bij niet van toepassing)
11. U wordt zo dadelijk met een reeks uitspraken over muziek geconfronteerd. Gelieve voor elke uitspraak aan te geven in welke mate U het ermee eens of oneens bent. (0 voor dit geldt helemaal niet voor mij, 10 voor helemaal eens)
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
a. ik bepaal liefst zelf wanneer en welke muziek ik beluister (versus ik wacht tot een nummer op de radio komt) b. ik ben een dj (0 = ik draai nooit versus 10 = ik word betaald om te draaien) c. ik koop vaak cd's d. ik luister naar muziek om verveling te verdrijven e. ik gebruik muziek om mijn emoties uit te drukken f.door muziek te beluisteren voel ik me minder eenzaam g. ik dans graag h. ik maak speciaal tijd vrij om naar muziek te luisteren i. het is belangrijk dat mijn vrienden of vriendinnen dezelfde muzieksmaak als mij hebben j. of ik al dan niet naar een feestje ga hangt af van de muziek die er gedraaid wordt k. de meeste muziek haal ik af op het internet
100
l. ik heb een speciale band met muziek j. muziek komt mijn creativiteit ten goede
12. Gemiddeld, hoeveel avonden per week bent U thuis?
13. Hoe vaak gaat U op stap? (fuif, rave, festival, ... niet op café gaan) 14. Hoe vaak gaat U naar goaparties?
15. Hieronder vindt U een aantal veel voorkomende drugs opgesomd. Geef voor elke drug aan 1) of U het product ooit gebruikt heeft 2) of U het product het laatste jaar gebruikt heeft en 3) of U het product de laatste maand gebruikt heeft. Gelieve ook aan te geven 4) hoeveel dagen U het product de laatste maand gebruikt heeft.
ooit gebruikt?
gebruikt tijdens het laatste jaar?
gebruikt tijdens de laatste maand?
aantal dagen gebruikt tijdens de laatste maand
alcohol kalmerende middelen (downers) cannabis xtc (of andere stoffen met MDMA) GHB amfetamine cocaïne heroïne codeïne vluchtige stoffen (ether, lachgas, ...) LSD
101
psylocibine (magic mushrooms) mescaline (geestverruimende cactussen) ayahuasca stimulerende middelen (guarana, viagra, ...)
16. Hieronder vindt U een reeks uitspraken die te maken hebben met uw attitudes omtrent druggebruik. Geef telkens aan in welke mate U akkoord gaat met een uitspraak. Denk eraan, er zijn geen goede of slechte antwoorden, er wordt enkel maar naar uw mening gevraagd. (0 = helemaal oneens, dit geldt helemaal niet voor mij versus 10 = helemaal mee eens) 0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
ik weet het niet
a. ik gebruik drugs omdat mijn vrienden /vriendinnen het ook doen b. druggebruik is niets meer dan een vlucht uit de realiteit c. het verbieden van drugs is een naïeve beleidsmaatregel d. ik ben op de hoogte van de psychologische risico's die met druggebruik verbonden zijn e. ik gebruik enkel drugs wanneer ik naar een feestje ga f. ik kan mijn druggebruik onder controle houden g. ik gebruik drugs om het tot op het einde van het feestje uit te houden h. door druggebruik heb ik mezelf beter leren kennen
102
i. drugs horen nu eenmaal bij het uitgangsleven van jongeren j. als ik onder invloed ben gedraag ik me meer sociaal k. ik gebruik drugs om makkelijker in trance te geraken l. op goafeestjes worden voornamelijk psychedelische drugs gebruikt m. ik beleef muziek intenser wanneer ik onder invloed ben n. mensen beginnen op te jonge leeftijd met druggebruik o. ik heb nooit mentale problemen ondervonden door druggebruik (vb. verslaving, psychose, overdosis, ...) p. ik ben voor legalisering van cannabis q. ik ben voor legalisering van elke recreatieve drug (totale legalisering) 0
1
17. Gemiddeld, hoe lang gebruikt U het internet op een gewone dag?
2
3
4
5
6
7
8
9
10
ik weet het niet
ik gebruik geen internet minder dan 15 minuten 15 - 30 minuten 30 - 60 minuten 1 - 2 uur 2 - 3 uur 3 - 4 uur meer dan 4 uur
103
18. Ik gebruikte het internet wel eens ....
om goamuziek af te halen
(meerdere antwoorden mogelijk) om informatie over een goafeestje te vinden om psy-gadgets te kopen (goakledij, wanddoeken, asbakken, ...) om contact te leggen met andere goafans om de homepage van een dj te bezoeken om algemene informatie over goa te lezen (vb. de geschiedenis van goa, achterliggende filosofie, religieuze aspecten, ...) om mezelf te promoten (vb. eigen muziek ter beschikking stellen) ander:
19. Kan U de naam van één goamagazine of goafanzine geven? (dit heeft betrekking op de gedrukte pers)
20. Op goafeestjes worden regelmatig flyers uitgedeeld, met de bedoeling U op toekomstige feestjes te wijzen. Hebben deze flyers invloed op uw keuze voor een bepaald feestje?
nee
ja nee ik weet het niet
104
line-up
21. Waar let U op als u zo'n flyer bekijkt? Aan welke aspecten van de flyer hecht u het meeste belang? Rangschik onderstaande elementen volgens de impact die ze hebben op uw oordeel over de flyer (en over het feestje dat op de flyer gepromoot wordt), door ze te nummeren van 1 tot 6
naam van de organisatie lay-out locatie van het feestje
(1 voor dit vind ik het belangrijkste aspect van een flyer, 6 voor dit vind ik het minst belangrijke aspect van een flyer)
toegangsprijs datum
ja
22. Vindt U dat er in de massamedia te weinig aandacht aan goa besteed wordt?
nee
(met massamedia wordt tv, radio en pers bedoeld)
geen mening
23. Vindt u de (Belgische) goascène een ondergrondse dan wel een commerciële subcultuur? Geef uw mening aan met een cijfer aan van 0 tot 10. (0 voor heel erg ondergronds versus 10 voor heel erg commercieel)
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
24. Deze vraag houdt verband met de levensstijl en de levensovertuiging van 'goamensen'. Gelieve voor elke uitspraak aan te geven in welke mate dit voor U van toepassing is. (0 voor dit geldt helemaal niet voor mij, 10 voor helemaal eens)
105
a. Goa is meer een levensstijl dan een muziekgenre b. Ik draag regelmatig ‘goakledij’ (kleurrijke shirts, flodderbroeken, dreadlocks, enz…) c .Ik geloof in een universele werkelijkheid die onze dagelijkse realiteit overstijgt d. Veel mensen weten niet wat goacultuur zoal inhoudt e. Ik ben best wel geïnteresseerd in oosterse levensfilosofieën f. Ik geloof in het bestaan van geesten g. Ik ben een hippie h. Goamuziek gebruiken om bepaalde geloofsbeelden over te brengen vind ik onzin (goa als religie) i. Eigenlijk hoort goa niet thuis in onze maatschappij j. Sommige regeringen houden informatie achter over het bestaan van buitenaardse wezens k. Ik geloof in leven na de dood
25. Wat is het eerste dat er in U opkomt als U aan goa denkt?
verzenden
106
107