1 juli 2014 - NR. 3
Karin van den Broeke (PKN) over geloof en politiek Biologen lanceren ‘God in de supermarkt’ Wereldvrouwenhuis wint Ab Harrewijn Prijs juli 2014 - nr. 3
{VAN DE REDACTIE
2
{EN VERDER
3
6 Efficiënt: zorg met aandacht
8 Meer is niet altijd beter 9 Column – Margrietha Reinders Theo Brand eindredacteur
COLOFON Magazine De Linker Wang is een uitgave van stichting De Linker Wang. ‘Politiek met compassie’ is het motto van De Linker Wang, de religiewerkgroep van GroenLinks
juli 2014 2014--nr. NR.33
‘Jarenlang ben ik lid geweest van GroenLinks, maar door de discussie in de Tweede Kamer over het ritueel slachten ben ik in 2012 afgehaakt. Wat een hardheid. De gevoeligheid voor levensbeschouwing is nagenoeg verdwenen in GroenLinks.’ Dit zegt Karin van den Broeke, voorvrouw van de Protestantse Kerk in Nederland in dit nummer van De Linker Wang. Inmiddels is de vooruitstrevende predikante lid geworden van het CDA ‘ook om de partij te kunnen aanspreken op zijn uitgangspunten’. Ze voegt daar onmiddellijk aan toe: ‘Dat valt niet altijd mee.’ Met deze toevoeging blijft Van den Broeke in verbinding staan met de mensen die de politieke vertaling van hun spiritualiteit of levensovertuiging vooral terug zien bij progressieve partijen als GroenLinks. Bastiaan Verberne uit Den Haag sluit met zijn observaties aan bij het gevoel dat Karin van den Broeke heeft. Maar als gelovige voelt hij zich juist thuis bij GroenLinks. Wel neemt hij binnen de partij een opkomend secularisme waar. Deze tendens ervaart hij als overdreven omdat religie de maatschappij juist ook veel goeds te bieden heeft, bijvoorbeeld op sociaal terrein. ‘Echte liberalen zouden vooral moeten kijken naar de output en niet zo geobsedeerd moeten zijn door een dankwoord aan God of Allah.’ Geloof en spiritualiteit leiden tot sociale actie maar dragen ook bij aan de bewustwording rond ecologie en duurzaamheid. De christelijke biologen Arjen Schoonhoven en Alfred Slomp ontwikkelden de workshop ‘God in de supermarkt’. Daarin maken zij mensen in kerken bewust van hun consumptieve gedrag in relatie tot duurzaamheid en eerlijke handel. En voor lokale kerkgemeenschappen is de Toolkit Duurzaam Kerkbeheer ontwikkeld waarover Peter Siebe in dit nummer uitleg geeft. Dat ook traditionele wereldgodsdiensten inspiratie kunnen bieden voor vernieuwing op ecologisch gebied, leek Wubbo Ockels (1946-2014) te zijn ontgaan. Hij had aan het einde van zijn leven een nieuw universeel duurzaamheidsgeloof voor ogen. Zolang aanhangers van de diverse wereldreligies zelfgenoegzaam en naar binnen gekeerd zijn, is dat overigens een begrijpelijk verlangen voor een bevlogen astronaut als Ockels was.
Redactie: Theo Brand (eindredactie), Jan Spijk (eindredactie), Hans Feddema, Carin Hereijgers, Bas Joosse, Wilhelm Lagrouw, Cor Ofman, Herman Radstake, Bas Roufs en Iris Savelkouls. Aan dit nummer werkten mee: Ruard Ganzevoort, Nieke Jansen, Enis Odaci, Margrietha Reinders, Peter Siebe, Bastiaan Verberne en Aloys Wijngaards. Commentaartekening: Maarten Wolterink. Omslagfoto: Karin van den Broeke. Foto: Sandra Haverman/PKN.
De kunst is dat mensen inzien waarnaar hun geloof verwijst. Zoals Karin van den Broeke zegt: ‘Waar komt het op aan? Wanneer komt het leven zelf in het geding?’ Deze open houding vanuit de kerk kan linkse en liberale politici uitnodigen om zichzelf wat meer ontspannen te verhouden tot godsdienst en religie. De vraag is natuurlijk wie of wat uiteindelijk meer of minder meevalt. Zijn dat linkse en liberale politici die zich schuldig maken aan eenzijdig secularisme? Of zijn het de christendemocraten die de rem blijven zetten op duurzame ontwikkeling en gelijke kansen? De tijd zal het leren.
Gezocht: nieuwe redactieleden De redactie van De Linker Wang bestaat uit enthousiaste vrijwilligers en zoekt versterking van mensen met: • een vlotte pen en (enige) redactionele ervaring. • betrokkenheid bij de thema’s waarover De Linker Wang schrijft.
Karin van den Broeke: kerk is politiek God in de supermarkt Religie biedt nieuwe kansen
4 10 16
12 Fotoverhaal: Duurzame vakanties 14 Wereldvrouwenhuis Miriam 18 Toolkit duurzaam kerkbeheer 19 Column – Enis Odaci 20 Wubbo Ockels en wereldreligies
21 Andere wang – Ruard Ganzevoort 22 Commentaar – Hans Feddema Recensie ‘Raven’
23 Onder Ogen/Agenda 24 De uitsmijter – Nieke Jansen
De redactie vergadert vijf keer per jaar op een door deweekse avond in Utrecht (en soms in Amsterdam). Redactieleden brengen ideeën in en stellen samen de inhoud van het blad vast. Vaak werken ze per nummer een opdracht uit zoals het afnemen en uitwerken van een interview, het schrijven van een achtergrondverhaal, het verzorgen van de fotorubriek of het schrijven van een recensie. Gemaakte onkosten (zoals reiskosten) worden vergoed. Meer informatie en contactgegevens zijn te vinden op www.linkerwang.nl
Opmaak/vormgeving: Max Prins. Drukwerk: Twigt GrafiMedia, Waddinxveen. FSC-gedrukt op geheel gerecycled papier. Redactiesecretariaat: Theo Brand, Wagenschuurstraat 14, 8043 XW Zwolle. E:
[email protected] Abonnee-administratie: De Linker Wang, Prins Hendrikstraat 143 2405 AJ Alphen aan den Rijn
[email protected] Jaarabonnement: € 16,- (5 nummers). Betalingen en donaties: Triodosbank 39 02 64 393 t.n.v. De Linker Wang o.v.v. ‘Abonnement De Linker Wang’ of
‘Donatie De Linker Wang’. Stichting De Linker Wang: De Linker Wang. Politiek met compassie. Religiewerkgroep van GroenLinks. Uitgever van het gelijknamige tijdschrift. Bestuur: Ruard Ganzevoort (voorzitter), Sijtse van Veen (secretaris) en Pieter van Abshoven (penningmeester), Suzan Doodeman, Tjeerd de Jong, Manuela Kalsky, Bas Roufs en Peter Ybeles Smit. E:
[email protected] Website: www.linkerwang.nl. Twitter: @DeLinkerWang. juli 2014 - nr. 3
{INTERVIEW
4
5
Karin van den Broeke, eerste vrouwelijke preses Protestantse Kerk
‘Het gaat om wat mensen raakt en helpt’ ‘Het instituut kerk is tot op zekere hoogte wel nodig’, zegt boegbeeld Karin van den Broeke van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) halverwege het gesprek met De Linker Wang. Daarmee relativeert de predikante uit Zeeland het instituut waarvan ze sinds 2013 preses (voorzitter) is. Opmerkelijk voor een kerkbestuurder? Van den Broeke lacht: ‘Misschien ben ik niet voor niks geroepen en op deze plek terecht gekomen’. Een gesprek met de eerste vrouwelijke preses van de PKN over spiritualiteit, kerk, politiek, vrede, gerechtigheid en heelheid van de schepping. Theo Brand Op de zondag na de gemeenteraadsverkiezingen eerder dit jaar hield Van den Broeke op de televisie een preek tijdens een speciale kerkdienst in de Kloosterkerk in Den Haag. Het ronkende racisme (‘minder, minder, minder’) van Geert Wilders tijdens de verkiezingsavond was aanleiding voor een snelle televisieproductie van EO en IKON. Van den Broeke was er nauw bij betrokken en noemde als voorganger de naam van Wilders nadrukkelijk niet. Zo werd het geen ‘anti-Wilders kerkdienst’. Zonneklaar werd wel dat de kerken – voor het oog van de natie – radicaal stelling namen tegen vreemdelingenhaat en voor verdraagzaamheid. Met dominee Karin van den Broeke als één van de drijvende krachten.
Visioen In 1963 werd ze geboren in een ‘randkerkelijk’ gezin in Rotterdam. ‘Mijn vader heeft erg weinig met de kerk,’ zegt ze. Als tiener verhuisde ze met haar ouders naar Zeeland. Met godsdienst was ze nauwelijks bezig. ‘Achteraf zijn er wel sporen te zien. Hoewel ik niet strikt kerkelijk opgevoed werd, kreeg ik er zijdelings wat van mee. Dat vond ik goed en warm.’ Pas in haar studententijd in Leiden kwamen de grote vragen. ‘Ik koos voor een studie rechten. Via een vriend kwam ik op catechisatie bij dominee Carel ter Linden. Die sloot met zijn verhalen aan bij een vermoeden dat ik langer had. Ik was filosofisch ingesteld en vroeg me bijvoorbeeld af wat ‘recht’ is. In de kerk kwamen dit soort vragen op een meer existentieel niveau aan de orde. En ook met een visioen: God die borg staat voor het komende Rijk van vrede en recht, ook als het jou in de juli 2014 - nr. 3
praktijk bij de handen afbreekt. Het waren niet de klassieke geloofsbeelden die me grepen, wel het toevertrouwen aan dat visioen. Na het behalen van mijn propedeuse rechten maakte ik de switch naar theologie.’ Kwam de politiek ook in beeld? ‘Toen ik theologie studeerde was er veel politieke betrokkenheid. Demonstreren tegen kernwapens, contacten met Oost-Europa en het organiseren van de Vredesweek: ook ik droeg mijn steentje bij. Jarenlang ben ik lid geweest van GroenLinks maar door de discussie in de Tweede Kamer over het ritueel slachten ben ik in 2012 afgehaakt. Wat een hardheid. De gevoeligheid voor levensbeschouwing is nagenoeg verdwenen in GroenLinks. Homorechten liggen me na aan het hart. Maar waarom die hardheid jegens weigerambtenaren? Ik mis respect, ruimte en relativeringsvermogen.’ ‘Negen maanden was ik partijloos. Dat voelde niet goed. Ik besloot lid te worden van het CDA, ook om de partij van binnenuit te kunnen aanspreken op zijn uitgangspunten. Dat valt niet altijd mee. Voor mij staat hoe dan ook vast dat geloven consequenties heeft voor je maatschappelijke en politieke keuzes.’ Was de PvdA geen alternatief? ‘Ik vind het interessant dat Rien Fraanje van het wetenschappelijk instituut
Karin van den Broeke Geboren op 18 juni 1963 te Rotterdam. Gehuwd en twee kinderen. Opleiding: Godgeleerdheid, Universiteit Leiden. Predikant te Kruiningen (1992-1997), Studentenpredikant te Leiden (1997-2008), Predikant te Wissenkerke-Geersdijk (2008-2013), Preses Generale Synode van de Protestantse Kerk in Nederland en predikant te Wissenkerke-Geersdijk, Kats-Kortgene (heden).
van het CDA verbindingen zoekt met het gedachtegoed van de PvdA. Die kant van het CDA zou ik meer in beeld willen zien. Kijk naar het levensbeschouwelijke aspect, zo ontstaat visie. Het groene en sociale van de ChristenUnie spreken me ook aan, maar wat betreft immateriële kwesties is deze partij conservatiever dan ik.’ Hoort politiek thuis in de kerk? ‘In de visienota van de Protestantse Kerk staat: De kerk doet niet aan politiek, maar is politiek. Met dat laatste bedoelen we: we zijn een oefenplaats voor samenleven en daarmee sta je midden in de wereld. Dat vraagt om zoeken naar evenwicht. We hebben één keer per jaar in de synode (kerkvergadering –red.) een ethische bezinning. Leidt dit tot standpunten? Nee, we willen juist het gesprek bevorderen. Op andere momenten nemen we ook stelling natuurlijk. Kijk naar onze uitspraken en acties gericht op een humaan vreemdelingenbeleid.’ ‘In sommige kerken staat God centraal en is de mens het ‘lijdend voorwerp’. Naar mijn overtuiging is de mens juist geroepen om een bijdrage te leveren. Er is een beweging ten goede en jij bent uitgenodigd daaraan mee te doen,’ zegt de predikante. Daarbij laat ze zich onder meer inspireren door de in 1946 geboren Franse filosoof Jean-Luc Marion. Van den Broeke: ’De belangrijkste theologische uitspraak is volgens Marion niet dat God bestaat, maar dat hij liefheeft. Doordat we kunnen liefhebben, kennen wij God. Van God komt de gave om lief te hebben.’ In NRC Handelsblad zei u: ‘Het is me er niet om begonnen de kerk overeind te houden’. Is dat niet merkwaardig voor een kerkbestuurder? ‘Belangrijk is dat mensen leven in de geest van de boodschap zoals die in Bijbelverhalen tot ons komt. Dat mensen zich niet laten vangen door cynisme en verder kijken dan hun eigenbelang. Het gaat om wat mensen raakt, in beweging zet en helpt. Wanneer de kerk daaraan een bijdrage levert, zit je goed. Kerkgroei is mooi, maar nooit als doel op zich.’
In de Bijbel zegt Jezus: ‘Ga dus op weg en maak alle volken tot mijn leerlingen’. Hoe leest u dat? ‘Deze Bijbeltekst lees ik niet exclusief maar normatief. Dat geldt ook voor de tekst waarin Jezus zegt ‘Ik ben de weg, de waarheid en het leven’. Jezus gaf zichzelf prijs. Hij ontledigde zichzelf uit liefde en compassie voor anderen. Zo ontstaat ruimte. Wat doet die boodschap met ons als mens, met ons als kerk? Op welk spoor worden we dan gezet?’ ‘God is zo groot dat er meerdere wegen zijn. Tegelijk mogen gelovigen geworteld zijn in hun eigen traditie. Waar komt het op aan? Wanneer komt het leven zelf in het geding? Dat werd goed zichtbaar na 11 september 2001. Veel kerken zeiden toen: dit mogen we niet zomaar afwentelen op de Islam.
ontmoetingen. Ik vind dat een kracht. Veel mensen in de kerk zijn gewend om met een zekere diversiteit om te gaan. Dat is veelkleurigheid die je ook in de maatschappij tegenkomt.’ Hoe zit dat met medisch-ethische kwesties? ‘Over euthanasie denken mensen heel verschillend. Ik was predikant in Leiden en ook in Zeeland. In mijn pastorale praktijk heb ik veel mensen begeleid, ook in hun laatste levensfase. Elke situatie is weer anders. Ik ben zeker geen voorstander van een verbod op euthanasie. En waarom zou eindeloze levensverlenging beter zijn? Ik heb een persoon begeleid die fysiek verder kon maar geen uitweg zag en koos voor ‘voltooid leven’. Hoe ga je daar mee om? Laten we niet te snel
‘De gevoeligheid voor levensbeschouwing is nagenoeg verdwenen in GroenLinks’ En er zijn moslims die opkomen voor joden en andersom. Zien we op die momenten misschien iets oplichten van de Eeuwige?’ Is de breedte van de Protestante Kerk – met stevig orthodoxen tot vrijzinnigen - niet een handicap? Maakt het de kerk als geheel niet kleurloos? ‘Voor mij is het een oefenschool. Als beginnend predikant kwam ik wel collega-predikanten tegen die zeiden: ‘Als persoon kan ik je accepteren, maar niet als predikant’. Nu werk ik voor de volle breedte van de kerk en dat verrijkt me. In orthodoxe of bevindelijke kringen is de navolging van Christus naar mijn indruk concreet aanwezig. Mensen zien af van hun ego. Ik word gedwongen om ook de orthodoxe kant van de kerk theologisch te doorleven. Dat doet me goed. Het idee dat niet alles maakbaar is, en dat er grenzen zijn aan waarvoor mensen verantwoordelijk zijn, lijkt misschien zwaar. Maar in dat besef kan ook iets bemoedigends zitten.’ ‘Wat betreft standpunten over maatschappelijke en kerkelijke kwesties dwingt een pluriforme kerk je tot echte
oordelen. En ja: een leven is niet alleen goed als het perfect is. In mijn ideale kerk komen al deze vragen open en bloot op tafel. Natuurlijk met liefde als basis.’ Vergeet de kerk duurzaamheid niet? ‘Zorg voor de schepping hoort er helemaal bij. Dat stelt me soms voor dilemma’s. Voor een bijeenkomst van de Wereldraad van Kerken in Genève maakte ik een eendaagse vliegtrip. Mijn dochter reageerde verontwaardigd. Gelukkig compenseert de kerk elke vlucht door bomen te planten. Maar toch. Vakantie vieren doe ik het liefst fietsend en we eten thuis weinig vlees. Gelukkig is er het oecumenische initiatief van groenekerken.nl. waarin lokale kerken worden uitgedaagd om te verduurzamen. We moeten wegblijven van moralisme en juist kansen pakken. In juli staat klimaatverandering hoog op de agenda van het Centraal Comité van de Wereldraad van Kerken. Als lid van het comité zal ik daarover meepraten en denken. Rentmeesterschap is een belangrijke opdracht.’
juli 2014 - nr. 3
6
7
Recht op gezondheid vraagt ook om sociale gelijkheid
Het meest efficiënt is zorg met aandacht De zorg staat hoog op de politieke agenda. Grote taken gaan van het Rijk naar gemeenten. De transitie van zorgtaken heeft veel haken en ogen. Het invoeren van de nieuwe regelingen per 1 januari 2015 is zachtjes uitgedrukt erg ambitieus. Veel wethouders en raadsleden krijgen hun handen er aan vol. Een korte wetenschappelijke bloemlezing over wat zorg tegenwoordig inhoudt en politieke keuzes. Carin Hereijgers Zorg gaat over het feit dat mensen niet alles zelf kunnen organiseren. Iedereen heeft dus behoefte aan enige vorm van zorg. Professor Annelies van Heijst – hoogleraar zorg, cultuur en caritas - vertelt hierover in haar oratie Ontferming voor dummies: ‘Hij of zij is altijd vrucht van zorginspanningen die anderen, eerder, hebben gegeven en mogelijk gemaakt. In het hedendaagse levensgevoel daarentegen, ligt de
de antenne kwijt voor […] de manier waarop mensen samen hangen en aan elkaar hangen.’
Rolverwarring Van Heijst beschrijft de geschiedenis van barmhartigheid en constateert dat de liefdadige zorg van vroeger niet zaligmakend was. ‘Omdat degenen die hulp nodig hadden geen rechten konden doen gelden, waren ze overgeleverd aan de goodwill van anderen en bestond er weinig interesse voor hoe zij de zorg ervoeren. Liefdadige zorg was soms vernederend en betuttelend en ging gepaard met dwang en machtsmisbruik.’ Maar is het nu beter? Vandaag kennen we volgens Van Heijst het ‘laatmoderne zorgscript’. De sectoren van cure, care en welzijn behoren tot het economisch ruilverkeer,
Ongelijkheid is één van de meest ziekmakende factoren
actor, en zorg ontvangen staat in het teken van sociale gelijkheid en recht op zorg. Bij de nationale, regionale en lokale overheden heerst rolverwarring: moeten ze op afstand toezicht houden of het marktmechanisme corrigeren? En de rol van de hulpbehoevende is ook veranderd. Hij of zij moet, mondig en zelfbeschikkend, zorg vragen en de regie voeren over het type zorg en de mate ervan. Exposeren van hulpbehoevendheid en je klein maken om hulp af te smeken, is niet meer nodig. Men heeft recht op zorg. Het tonen van iemands ellende wordt juist ervaren als aanstootgevend, vernederend of als een aantasting van waardigheid van die persoon. Die beelden zien we liever niet. ‘Maar dat werkt wel in de hand dat we collectief geen besef meer hebben van het feit dat alle mensen wel eens hulpeloos zijn, het even niet goed zelf af kunnen en dat ontferming voor elkaar dus heel gewoon is.’
Bestaanszekerheid nadruk op ieders eigen vermogen tot sturen en handelen, op eigen verantwoordelijkheid en vrijheid. We zijn
juli 2014 - nr. 3
aangeboden volgens de mechanismen van marktwerking in institutionele verbanden. De overheid is een belangrijke
In de Tweede Kamer is het initiatiefvoorstel van CDA en GroenLinks voor ruimere regelingen voor zorgverlof daar wel dienstbaar aan. In een maatschappij waar werkgevers en werknemers eerlijk kunnen zijn over het feit dat mensen zorg nodig hebben of willen verlenen, kan meer ontspanning ontstaan. En de maatschappij wordt er ook gezonder van. Ook is te hopen dat gemeenten met de hulpbehoevenden erin slagen om de autonomie en het netwerk rondom hen te versterken. Dan worden mensen minder gevoelig voor politieke windvlagen en verschuivingen in voorzieningen. Die hebben juist voor deze groep een grote invloed op hun gevoel van bestaanszekerheid. De bedreiging ervan alleen is al ziekmakend. ‘Het leven zit niet in de moleculen, maar in de relaties die tussen de moleculen ontstaan’, zegt Linus Pauling, Nobelprijswinnaar voor de chemie en voor de vrede. Historicus Arnold Toynbee voegt toe: ‘Wat een maatschappij maakt, zijn niet de mensen, maar de relaties tussen de mensen’. Zorg heeft wat dat betreft vooral te maken met het organiseren van aandacht voor elkaar.
Onderlinge aandacht Fons van Bergen c.s. wijzen hierop in hun boek ‘Van ziek zijn word je wijzer’ dat alles behalve een zelfhulpboek is, maar beschrijft welke trends in de hulpverlening wel of niet dienstbaar zijn aan het genezen van mensen. In bijvoorbeeld de Chinese gezondheidsleer, maar ook uit uitgebreid ‘westers’ wetenschappelijk onderzoek blijkt dat mensen onderlinge aandacht net zo hard nodig hebben als schone lucht, eten en drinken. Let wel, dit is geen theoretisch of religieus verhaal. Alle beweringen worden gestaafd door wetenschappelijk onderzoek. Wil deze maatschappij efficiency nastreven? Dan is aandachtige saamhorigheid de allerbeste manier. Ook de psycholoog Paul Verhaeghe meldt dit vanuit zijn spreekkamer. Zijn bekendste boek is ‘Identiteit’ maar hij schreef ook ‘De Neoliberale waanzin’. Verhaeghe beschrijft twee verschillende clusters van frames die mensen hanteren om hun handelen te kunnen vormgeven. Er is het cluster van fysieke aantrekkelijkheid, populariteit, competitie, carrière, geld en materiële luxe. En er is het cluster fysieke gezondheid, autonomie, solidariteit, samenwerking, welbevinden en het belang van het spirituele. Mensen die zich laten leiden door het eerste cluster zijn veel meer gezien en succesvol en kunnen zich ook beter handhaven dan mensen die leven volgens het andere cluster. Eigen of andermans gezondheid is voor de mensen in het eerste cluster niet iets om mee bezig te zijn en ook zorgen voor elkaar komt niet aan bod.
Ongelijkheid Dat het eerste frame zo succesvol is, verklaart Verhaeghe met Hans Achterhuis en Maarten van Rossem als volgt: ‘Studie van de geschiedenis laat zien dat economie altijd ingebed lag in een geheel van religieuze, ethische en maatschappelijke structuren. Met het neoliberalisme is dat niet langer het geval. Integendeel: religie, ethiek en maatschappij worden alleen maar ondergeschikt aan de ‘markt’. En die markt regelt dit soort aspecten van het leven dus minder goed. Inmiddels
is bewezen dat ongelijkheid een van de meest ziekmakende factoren is. Verhaeghe stelt dat in West-Europa niet de kwaliteit van de zorg (het aantal artsen en ziekenhuizen) het gezondheidsniveau van een bevolking bepaalt, maar de aard van het sociale en het economische leven. ‘Als er welvaart is in een land valt er heel veel voor te zeggen om dat ook eerlijk te verdelen. Dat geldt voor iedereen, ook de rijken.’ In Why More Equal Societies Almost Always Do Better schrijven de Britse epidemiologen Wilkinson en Pickett dat ‘hoe groter de ongelijkheid in een land of zelfs regio, hoe meer mentale stoornissen, tienerzwangerschappen, kindersterfte, agressie, zowel in de huiskamer als op straat, hoe meer criminaliteit, hoe meer drugs- en medi-
Opheffen vrije artsenkeuze Het plan om artikel 13 van de Zorgverzekeringswet te wijzigen vormt een nieuwe bedreiging voor de zorg in Nederland. Vrije artsenkeuze is een grondrecht, gevestigd in een bepaling van het Europees Hof. Zorg moet daarbij zijn afgestemd op de reële behoefte van de patiënt. Hiervan is geen sprake als de patiënt wordt gedwongen zijn heil te zoeken bij een niet zelf geselecteerde zorgverlener. Het voorstel gaat ook in tegen artikel 8 van de Rechten van de Mens. Daarin staat dat de mens recht heeft op privacy en bescherming van de persoonlijke levenssfeer. De arts-patiëntrelatie is dusdanig intiem en vertrouwd dat een geselecteerde zorgverlener een inbreuk is op dat verdrag. zijn daar stuk voor stuk voorbeelden van – wij zíjn het systeem waarover we klagen. Een proteststem uitbrengen voor ultralinks of ultrarechts zal niet volstaan om deze situatie te wijzigen.
Zorgbehoevend zijn of zorgverlener zijn: dat kan allemaal op ons pad komen cijngebruik. En hoe meer ongelijkheid, hoe slechter de lichamelijke gezondheid, hoe lager de onderwijsresultaten, de sociale mobiliteit; hoe minder gevoelens van veiligheid en geluk.’
Proteststem volstaat niet Niet de overheid als instelling, maar de politiek speelt een rol bij het sturen in een gezonde richting. Die moet zich wagen aan een eigentijdse ‘evenwichtsoefening tussen gelijkheid en verschil, tussen groep en individu, tussen verplichte gelijkheid en vrije keuze’. Dat bestel zullen we samen moeten uitbouwen. Verhaeghe moedigt politiek en burgers aan en schrijft: ‘Een van de noodzakelijkste veranderingen is het loslaten van het huidige cynisme. De postmoderne mens lijdt aan (…) een nieuwe vorm van persoonlijkheidsverdubbeling. We klagen het systeem aan, staan er vijandig tegenover en voelen ons machteloos om het te veranderen. Anderzijds gedragen we ons op een manier die het systeem voortdurend bevestigt en uitbreidt. De wijze waarop we eten en drinken, ons kleden, verplaatsen, op vakantie gaan,
Het is niet de ander die moet veranderen: de pijnlijke waarheid is dat we het ook zelf zullen moeten doen. In plaats van alleen maar consument te zijn, moeten we weer burger worden. Niet alleen in het stemhokje, maar ook, en zelfs vooral, in de manier waarop we ons leven leiden.’
Eigenbelang Het recht op gezondheid betekent dat de overheid een belangrijke rol speelt bij het bevorderen van zaken als schone lucht, veilig voedsel, maar ook sociale gelijkheid. Zorgbehoevend zijn of zorgverlener zijn: dat kan allemaal op ons pad komen zodat het ook je eigenbelang dient om solidair te zijn met de mensen die een beroep doen op hun recht op zorg. En laten we ons realiseren dat zorg veel meer behelst dan artsen, handelingen en medicijnen: dat het juist en vooral ook gaat om aandacht voor elkaar. Een hele opgave soms, maar garanties voor het maatschappelijk betere resultaat zijn aangetoond.
juli 2014 - nr. 3
{COLUMN
8
9
Economische crisis als aanzet tot ‘soul-searching’
Meer hoeft niet altijd beter te zijn
IN DE NACHTCLUB Margrietha Reinders
De stevige en langdurige economische teruggang die in de afgelopen jaren als gevolg van de krediet- en financiële crisis plaatsvond, heeft een ferme streep gezet door het idee dat ‘the sky the limit’ is. Onze economische en maatschappelijke ontwikkeling bleek niet lineair opwaarts. Is materiële groei het enige zinvolle maatschappelijke doel? Burgers hebben de verantwoordelijkheid om te zoeken naar een balans tussen ‘meer’ en ‘beter’ en de invulling van dit ‘beter’. Aloys Wijngaards ‘Wat kwelt is als dingen niet beter gaan. Als de economie niet kan groeien, wat is dan precies het slechte nieuws?’ Dat vroeg de bekende Tjechische econoom Tomas Sedlacek (1977) zich onlangs af tijdens een bezoek aan de Radboud Universiteit Nijmegen. In het maatschappelijk debat lijkt economische groei gelijk te zijn aan ‘things getting better’. Maar ook het
plaats verwoord door religieuze en levensbeschouwelijke tradities. In onze tijd hebben tradities echter niet bij voorbaat een doorslaggevende rol meer in ons denken. We zijn autonoom geworden in onze oriëntatie op wat zinvol is, met als keerzijde van de medaille een verantwoordelijkheid om ‘er zelf iets van te maken’. Wat betekent dit als we het over economie hebben? En waar baseren we onze ideeën over wat zinvol is op?
Bankroet De logica hierachter is betrekkelijk eenvoudig. Het uitgangspunt in het economisch denken is ‘meer = beter’, wat efficiency tot een van de kernwaarden in het economisch verkeer heeft gemaakt. Gecombineerd met het ‘falen van alle grote verhalen’ en het morele bankroet van verschillende religieuze tradities, lijkt het dus alsof de binaire verhouding tussen meer of minder ‘groei’ het enige kompas is waarop we uiteindelijk kunnen varen in maatschappelijke discussies. Het gaat er hier niet om een kritiek van het economisch denken te geven – dit denken heeft een grote waarde en kan een belangrijke rol spelen in maatschappelijk beleid. De relatie groei (=) meer (=) beter, zegt echter iets over onze verlangens, en onze verlangens zeggen iets over wat wij uiteindelijk als een zinvolle manier van leven zien. Over wat zinvol leven is bestaan veel verschillende ideeën, niet in de laatste juli 2014 - nr. 3
Tot vanmorgen: een zonnige zondag in de zomer. Uitgedaagd door de massaal bezochte EO Jongerendag bezocht ik het eerst van mijn leven de Escape! Om 10 uur betrad ik de rode loper, en werd onmiddellijk hartelijk welkom geheten door een aantal vriendelijke twintigers. Binnen kolkte het van leven: een paar honderd merendeels jonge mensen zat er op bioscoopstoeltjes , klappend en zingend op het ritme van een band.
Sociale contacten Er zijn verschillende economen die buiten de paden van het standaard economisch denken zijn getreden, door bijvoorbeeld over de geluk en vrijheid te schrijven. Zo hebben ‘gelukseconomen’ door onderzoek in kaart gebracht welke factoren belangrijk
De crisis kan dienen als een moment van bewustwording en heroriëntatie omgekeerde geldt, als onze economie niet groeit, maken politici zich grote zorgen en berichten de media dagelijks met een bezorgde toon over hoe ons land er voor staat.
Aan het Rembrandtplein in Amsterdam staat een van de beroemdste dancings in Nederland: de Escape. Bij de halte van lijn 9 kun je ze zien staan in het weekend: rijen jongeren in flitsende kleren, die met hun smartphone in de aanslag wachten tot ze naar binnen mogen. Als vijftigplusser bestudeer ik dit fenomeen altijd vanaf een bescheiden afstand. De tijd van dancing en nachtclub ligt helaas ver achter mij...
zijn als het om menselijk geluk gaat. Interessant genoeg speelt materiële welvaart hier slechts een relatief kleine rol in. Veel belangrijker zijn betekenisvolle sociale contacten en relaties met familie. Ook mogelijkheden tot ontwikkeling en een levensfilosofie dragen meer bij aan een langdurig geluksgevoel dan financiële welvaart, oftewel ‘meer’. Economen als Amartya Sen gaan nog een stap verder door te stellen dat betekenisvolle economische ontwikkeling gelegen is in de vrijheid die mensen in staat stelt activiteiten uit te voeren waar ze goede redenen voor hebben om ze belangrijk te vinden. Deze vrijheid is dus zowel een doel als een middel: economische ontwikkeling hoort zich volgens Sen hierop te richten, en tegelijkertijd is vrijheid een middel om tot een beter en zinvoller leven te komen. De vraag wat de basis kan zijn voor onze ideeën over een zinvol economisch leven, blijft hiermee echter nog onbeantwoord. Ieder mens wordt in haar of zijn geconfronteerd met onvoorziene ingrijpende gebeurtenissen, zowel positief als ook verdrietig. Dit
soort gebeurtenissen dwingt mensen na te denken over wat –écht– belangrijk is. Dit wordt ook wel ‘soulsearching’ genoemd: proberen door te dringen tot de kern van je persoon, van wat je ‘beweegt’. Deze heroriëntatie kan een aanzet zijn voor een nieuwe start. De economische crisis kunnen we ook zien als een dergelijke ingrijpende gebeurtenis zien. Het idee dat door ‘meer’ na te streven, onze samenleving ook ‘beter’ zou worden, is niet langer vanzelfsprekend.
Crowdfunding De economische crisis als een aanzet tot ‘soul-searching’ dus. De crisis kan als een ‘catharsis’ dienen: een moment van bewustwording en heroriëntatie. Het zou misplaatst zijn om de periode van economische krimp die we de afgelopen jaren hebben meegemaakt daarmee als ‘goed’ te bestempelen. De negatieve effecten van de schulden die overheden gemaakt hebben om ergere problemen te voorkomen, en de sterk toegenomen werkloosheid zullen nog vele jaren gevoeld worden. Maar zoals na iedere bosbrand er verrassend snel weer kleine groene scheuten uit de grond tevoorschijn komen, zijn er ook nu nieuwe initiatieven die uitdrukking geven aan een
‘Sky’s the limit, or… is it?’ Foto: Daf Naj, Flickr.com Creative Commons. heroriëntatie op hoe we onze economie in kunnen richten. Banken die een ‘duurzame’ economie nastreven, en daarbij aandacht hebben voor milieu, microkredieten, en kunst en cultuur, lijken blijvend aan populariteit te hebben gewonnen. Er zijn veel lokale initiatieven die de rol van traditionele economische instituties zoals banken en verzekeraars proberen over te nemen. Zo worden er ‘broodfondsen’ opgericht, waarbij kleine ondernemers gezamenlijk een fonds opzetten waarmee zij een reserve opbouwen voor als het een van hen minder goed gaat. Ook is ‘crowdfunding’, waarbij een grote groep mensen de traditionele kredietverlenende rol van een bank overneemt, een manier waarop mensen aan kunnen geven wat ‘kredietwaardig’ is en een economische kans moet krijgen.
leefomstandigheden leidt. Maar wellicht is het gevaar van de hervatting van de groei dat we te gemakzuchtig terugvallen in de ‘blik omhoog’ naar een betere toekomst van ‘meer’, in plaats van goed na te denken over wat écht ‘beter’ is. Anders gezegd, dat we nu waarschijnlijk weer ‘meer’ gaan krijgen, ontslaat ons niet van de verantwoordelijkheid om na te denken over wat (economisch) zinvol is. Vanuit verschillende hoeken worden kernbegrippen aangedragen die behulpzaam kunnen zijn bij deze zoektocht: geluk, vrijheid, duurzaamheid, maar ook begrippen als solidariteit en sociale rechtvaardigheid. Het is de verantwoordelijkheid van iedere autonome burger om op zoek te gaan naar een balans tussen ‘meer’ en ‘beter’, en de invulling van dit ‘beter’.
Zoektocht Soul-searching over wat economisch zinvol is, is geen lichtvaardige opdracht – ieder die dit in de persoonlijke context heeft meegemaakt zal dit kunnen beamen. Het economisch tij lijkt nu voorzichtig weer te keren. Dit is goed voor de maatschappij, omdat het tot nieuwe banen en betere
Aloys Wijngaards (1981) is beleidsadviseur bij de Nederlandse Bank en religiewetenschapper. Hij promoveerde in 2012 aan de Radboud Universiteit. Zijn proefschrift heeft als titel ‘Worldly Theology: On connecting Public Theology and Economics’.
‘Pioneer again’ stond in grote letters op de beamer. Ik bevond me bij de Amsterdamse afdeling van Hill Song, een Engelstalige Pinkstergemeente die nog heel pril is. Amper dertig jaar geleden begon de beweging in Sidney en sindsdien is ze explosief alle kanten opgegroeid. In Amsterdam startte Hill Song nog maar een paar jaar geleden en barstte sindsdien steeds opnieuw uit haar jas; de Escape is al de vierde locatie in relatief korte tijd. Op een zondag worden drie bijeenkomsten met elk honderden mensen gehouden. De mensen die er komen zijn vrijwel allemaal jonge stadsbewoners. De voorganger van afgelopen zondag verloor geen moment het contact met zijn gehoor en wist beweeglijk en vol humor aan te haken bij de levende realiteit van de mensen voor hem. Er werd gelachen en er was applaus tijdens zijn preek die bijna drie kwartier duurde maar transparant en onderhoudend was. Na de dienst was er uitgelaten muziek en koffie op het zonnige terras van Café de Kroon. Ik ben heel blij dat ik gegaan ben. In de (groen-) linkse kerk wordt met grote huiver en soms afschuw naar evangelische ‘megakerken’ als deze gekeken. Dat zij contact weten te leggen met door onszelf nauwelijks bereikte groepen, verdwijnt daarbij uit beeld. En ook, dat een gelovige maatschappijvisie heel helder en zonder schaamte wordt aangereikt. De taal van (ook laagopgeleide) jongeren en hun ervaringswereld staat, denk ik, onnodig ver van ons en onze politieke en religieuze idealen af. Laten we uit onze oordelen stappen en nog eens een klapstoeltje bijtrekken in de Escape. Pioneer again!
Margrietha Reinders, predikant in Amsterdam.
juli 2014 - nr. NR. 3
{INTERVIEW
10
11
Passie voor voedsel en eerlijke wereld
God in de supermarkt ‘Geef ons heden ons dagelijks brood.’ De bede uit het Onze Vader klinkt vandaag de dag nogal achterhaald. ‘De mens leeft niet bij brood alleen’, is meer waar dan ooit. Kijk in uw eigen voorraadkast. Loop door de supermarkt. Voedsel heeft ontelbare vormen, kleuren, geuren en smaken. Sinds Jezus zijn de tijden veranderd. Herman Radstake Niet helemaal, vinden Arjan Schoonhoven en Alfred Slomp. Waarden als zorg voor de armen en gerechtigheid gelden ook nu nog als opdracht voor samenleven. Ook in de supermarkt bij het kiezen tussen producten? Of kiezen we toch voor de goedkoopste, en kijken we even weg van hoe, waar, door wie en onder welke omstandigheden ze zijn gemaakt? Of wil je de kwaliteit van A-merken? Welke waarden leiden je als consument? Hierover ontwikkelden ze de interactieve workshop ‘God in de supermarkt’. Slomp werkt als zorgcoördinator in het Arnhemse Voortgezet Speciaal Onderwijs. Schoonhoven is in het dagelijks leven werkzaam als lerarenopleider en promovendus op de Radboud Univer-
Vegetarische gerechten kunnen juist heel lekker zijn! juli 2014 - nr. 3
siteit Nijmegen en docent biologie. Ze leerden elkaar kennen op de studievereniging in Wageningen. Arjan: ‘Ik was een brave boerenzoon die biologie ging studeren en ik was helemaal niet bezig met duurzaamheid en armoede. We voerden gesprekken over geloof, inspiratie en armoede. Je (Alfred) zette me heel erg daarover aan het denken. Hij vertelde eens over een kind in de derde wereld dat honger lijdt. Je ziet de pijn van dat kind in zijn gezicht. Dat raakte me toen erg.’ De gesprekken bleven ook na hun studietijd.
Gat tussen willen en doen Ze delen hun passie voor onderwijs, een eerlijke wereld en voor voedsel. Slomp was in de (baptisten)kerk bezig met eerlijke handel. Slomp: ‘Daar vroegen ze een keer om er een workshop over te geven. Dat vond ik leuk en daarom ben ik dat vaker gaan doen. ook over andere duurzame thema’s. Arjan is een onderwijsmens in hart en nieren. Die zei: ik wil ik dit goed doen, over een thema waarvan ik veel weet. Voedsel lag voor ons voor de hand. Als biologen ligt ons hart en onze kennis daarbij. We vroegen ons af hoe
we mensen kunnen stimuleren om hierover te gaan nadenken.’ Als promovendus en opleider probeert Schoonhoven al zijn passies en zijn achtergrond als boerenzoon in één project te krijgen. Schoonhoven legt uit: ‘Ik ben me er toen ook beroepsmatig mee bezig gaan houden. Hoe kun je de wereldvoedselproblematiek de klas in brengen? Ik was meer met dierenwelzijn bezig, Alfred meer met eerlijke handel. We hebben lang gezocht naar een gemeenschappelijke noemer. Ineens tijdens een kerkdienst wist ik het: ‘God in de supermarkt’. In de supermarkt komt de hele wereld samen, alles wat je daar doet heeft invloed op hoe mensen en dieren leven, op milieu, op gezondheid, landbouw, wereldhandel, arbeidsvoorwaarden, verdelingsvraagstukken, transport, milieu. We worden platgegooid met keurmerken en labels. Hoe kun je mensen helpen in die wirwar verantwoorde keuzes te maken?’
Vrije keuze Met de studenten die hij opleidt heeft Schoonhoven dat een paar keer uitgeprobeerd, en gekeken wat wel en niet
werkt. Die kennis benutte hij ook voor bij de ontwikkeling van de workshop. Slomp: ‘We wilden een interactieve workshop. We wilden positief beïnvloeden en de vrije eigen keuze van mensen respecteren. We willen inzicht geven in wat we doen als consument, welke keuzes we maken als we producten kopen, welke waarden hierin een rol spelen. Veel mensen willen wel rekening houden met milieu en eerlijke productieomstandigheden, maar er zit een gat tussen willen en doen.’ Schoonhoven: ‘Dat is wat we in de workshop doen: We geven argumenten ter overweging, welke waarden hierin meespelen, maar we willen niet voorschrijven wat mensen moeten doen.’ Al voegt hij er voorzichtig aan toe: ‘Hoewel ik nu wel denk dat plantaardig voedsel eigenlijk altijd goed is....’
Vechten om vegagerechten Ze hebben de workshop gegeven bij kerkelijke gemeenten, op een conferentie van biologiedocenten, op een school en met studenten. ‘We starten altijd met de vraag ‘wat doe je als je in de supermarkt staat? Kies je voor je eigen belang, voor milieu, voor dierenwelzijn of voor boeren of arbeiders. Wat vind je het belangrijkste?’ Daar stellen we dan lastige vragen bij. Ben je je bewust van je motieven en waarden? Dat soort vragen. Met een powerpoint ordenen we heel aardig de vele aspecten en met andere werkvormen verdiepen ze hun bewustzijn. De deelnemers - sommigen zijn er al veel mee bezig, voor anderen is het nieuw gaan vooral met elkaar in gesprek. Dat is eigenlijk telkens heel leuk.’ Uit de reacties tijdens en na de workshops valt af te leiden dat de deelnemers blij zijn met de inzichten die de workshop heeft geboden, zegt Slomp. ‘En vooral dat ze zich nergens gedwongen hebben gevoeld.’ Schoonhoven: ‘We hebben van mensen gehoord dat ze geen eten meer weggooien, en dat ze van vlees van de Aldi zijn overgestapt naar sojaproducten van de biologische winkel. Op mijn werk zie ik mijn collega’s vechten om vegagerechten.’
‘Mijn eigen ervaring is ook dat bewust omgaan met eten het leuker en lekkerder maakt. En ik heb het idee dat ik er gezonder door ben,’ zegt Slomp. ‘Vrienden van ons, echte vleeseters, zijn vegetariër geworden toen ze merkten dat dat ook lekker kan zijn.’
Homofilie en armoede Ze groeiden allebei op in de strengere kringen van protestantse kerken, maar ze hebben het accent in hun geloof wat verlegd. Schoonhoven: ‘Jezus neemt het voortdurend voor armen en het kwetsbare op en strijdt tegen onrecht. Zijn leven en de Bergrede inspireren mij. Dat is voor mij het hart van de bijbel. In deze tijd zou Jezus het ook over de natuur en dierenleed hebben gehad.’ Slomp:
Arjen Schoonhoven en Alfred Slomp geven workshops over gezonde voeding
met dit onderwerp te worstelen. Ze ontdekte dat het in het hart van God zat. Daar werd ik blij van.’
In deze tijd zou Jezus het ook over de natuur en dierenleed hebben gehad ‘Grote helden van het christendom zoals Martin Luther King, Bonhoeffer, Kierkegaard, Desmond Tutu hebben hierover prachtig geschreven en gepreekt en door de eeuwen heen hebben christenen het in praktijk gebracht. Wij zijn nu onder de indruk van de Amerikaan Shane Claiborne (mede-initiatiefnemer van een radicaal-christelijke leefgemeenschap in Philadelphia, HR).’ ‘In kerken zeggen we ook dat er vier teksten gaan over homofilie, waarvan twee niet eenduidig worden geïnterpreteerd,’ zegt Slomp, ‘en misschien wel 2000 over zorg voor armen en gerechtigheid, door de hele bijbel heen. In de publieke optredens van kerken hoor ik hier weinig over.’ Schoonhoven: ‘Kortgeleden boycotten kerken in Zeist een bepaalde supermarkt. Niet wegens de producten, maar om de zondagsopening. Kerken schieten op een mug maar zien de olifant niet. We merken ook dat christenen in kerken over heel veel in dialoog willen,’ vervolgt hij, ‘maar niet hierover. Een heel gelovige jonge vrouw vertelde dat ze in gebed toestemming had ervaren om
Het duo geeft op meer manieren vorm aan deze keuze. Slomp richtte een paar jaar geleden met 60 anderen een christelijke gemeenschap op in Veenendaal. ‘Geen kerk, juist niet. We houden alternatieve diensten en komen regelmatig bij elkaar om uit te wisselen hoe je geloof in de praktijk kunt brengen in het dagelijks leven.’ Standpunten over voedsel kleuren hun stemgedrag. ‘Politiek moet de meest kwetsbaren beschermen. GroenLinks en de ChristenUnie doen hier al veel aan,’ vindt Schoonhoven. Hij ziet ook een grote taak voor het onderwijs. ‘Duurzaamheid sijpelt snel door in het biologie-onderwijs. Deze generatie jongeren zal toch moeten gaan nadenken over hoe ze in de toekomst voldoende voedsel en een leefbare aarde kunnen inrichten.’ Ze willen de workshop graag vaker geven, bijvoorbeeld met gesprekskringen, leerhuizen en vrouwengroepen in kerken. De kosten kunnen geen bezwaar zijn: ‘De reiskosten’. Website: www.godindesupermarkt.nl
Tips om meer te lezen over passie voor voedsel YouTube: Desmond Tutu in College Tour Shane Claiborne: www.thesimpleway.org
juli 2014 - nr. 3
Duurzame vakanties
12
1
7
4
13
Duurzaamheid wordt steeds belangrijker. Het klimaat verandert, dat is eigenlijk geen nieuws meer. Bij duurzaamheid worden tegenwoordig ook duurzame vakanties meegenomen: vakanties waarbij rekening gehouden wordt met het milieu, de mensen, de natuur en cultuur, zodat reizen in de toekomst ook nog goed mogelijk is. Fietsvakanties zijn een voorbeeld van een duurzame vakantie, er is immers weinig tot geen milieubelasting. Noorwegen doet er veel aan om het milieu in het land zo laag mogelijk te houden, bijvoorbeeld in het Geirangerfjord, wat op de werelderfgoedlijst van Unesco staat. Duurzaamheid betekent niet per definitie back to basic, maar dat kan natuurlijk wel. Backpacken door de tropen is daar een voorbeeld van, maar misschien wel de extreemste variant is een bivak in de sneeuw. Daar moet je maar zin in hebben. In Nederland hebben we ons eigen werelderfgoed en stukje om (dus) duurzaam mee om te gaan: de Waddenzee, ook wel bekend als de kraamkamer van de Noordzee. Jaarlijks trekken vele toeristen erop uit om te gaan wadlopen of om zeehonden te gaan spotten. Met het warme weer van de afgelopen tijd worden al veel jonge zeehonden geboren. Milieuorganisaties riepen ook direct op om de jongen niet te storen, dat behoud is ook duurzaamheid. Duurzame vakanties bestaan al langer, het is geen nieuw fenomeen. Ook de kampeerders in de jaren zestig die met een VW-busje en een gastoestelletje in de vrije natuur gingen zitten waren duurzaam bezig; ze zorgden voor weinig overlast in de natuur, daar wilden ze juist van genieten.
3
2
Bas Joosse
6
5 1. Een bivak in de sneeuw is een wat extreme vorm van duurzaamheid (foto: Drew Brayshaw, via Flickr creative commons) 2. Noorwegen heeft duurzaamheid hoog in het vaandel staan, de Geirangerfjord staat op de werelderfgoedlijst (foto: Bas Joosse) 3. Fietsvakanties zijn duurzaam en goedkoop (foto: Irma Westerhof, via Flickr creative commons) 4. Kamperen met een ouderwetse VW-bus en een gastoestelletje of in een tent: nostalgie (foto: Ian Lloyd, via Flickr creative commons) 5. Back to basic: backpackend door de tropen. (foto: fortherock, via Flickr creative commons) 6. De Waddenzee: ‘ons’ eigen stukje duurzaam werelderfgoed (foto: Bas Joosse) 7. Nog meer moois uit Noorwegen: de lofoten (foto: Falco, via Pixabay)
juli 2014 - nr. 3
juli 2014 - nr. 3
14
15
Wereldvrouwenhuis Mariam wint twaalfde Ab Harrewijnprijs 2014
Vrouwen terugbrengen in eigen kracht In de afgelopen jaren is het politieke klimaat in Nederland steeds hardvochtiger geworden naar mensen in armoede en aan de zelfkant, de doelgroepen van de Ab Harrewijnprijs. Dit jaar (traditiegetrouw op 13 mei, de sterfdag van Ab) werd de prijs uitgereikt aan de stichters van het wereldvrouwenhuis Mariam in Nijmegen. Zij vangen vrouwen zonder papieren op die anders ziek op straat zouden leven. Mariët Mensink nam de prijs in ontvangst. Carin Hereijers
Mensen zonder papieren moeten in Nederland onderduiken of ze worden vastgezet in grenshospitia en – waar mogelijk – uitgezet, maar vaker nog terug op straat gezet. Ze moeten zich dan zien te redden zonder huis en bijvoorbeeld mogelijkheid tot werk. Ze kunnen dan elk moment weer opgepakt worden. Een tijdje was er de dreiging dat organisaties en mensen die hen hielpen ook strafbaar zouden worden. Gelukkig is dat laatste – onder hoge politieke druk – afgewend, maar nog steeds hebben mensen zonder papieren juridisch gezien geen ‘recht om hier te zijn’. Pas bij hoge nood hebben
ze recht op gezondheidszorg en dat is dan ook een sleutel om deze mensen enig perspectief te bieden.
Extra kwetsbaar Het bleek steeds dringender nodig dat er voor vrouwen die op straat moeten leven een eigen voorziening kwam om te herstellen van medische klachten. Mannen hebben het ook niet gemakkelijk, maar vrouwen zijn extra kwetsbaar en moeten soms echt apart opgevangen kunnen worden om seksueel misbruik te voorkomen. Dit kwam duidelijk naar voren uit het promotieonderzoek van Marianne Schoevers dat door Maria van den Muijsenbergh werd begeleid. Het boek heet Hiding and seeking health problems and problems in accessing health care of undocumented female immigrants in the Netherlands, Nijmegen 2011. Voor dit onderzoek zijn honderd ongedocumenteerde vrouwen geïnterviewd en zo is de situatie van deze vrouwen goed in kaart gebracht. Al jaren probeerde ze met anderen te lobbyen dat hulp voor deze circa honderdduizend (!) mensen in Nederland, die nu eenmaal hier zijn en vaak ook nergens
heen kunnen, georganiseerd mag worden. Het draagvlak daarvoor is er nog steeds niet. Van den Muijsenbergh is zelf huisarts en ze zag met name uitgeprocedeerde vrouwen chronisch ziek in haar praktijk komen. Het was echt dringend nodig dat ze even tot rust zouden komen en niet van hot naar her hoeven voor een slaapplek, al dan niet afhankelijk van mensen die hen bedreigden met (seksueel) geweld. Ze trok samen met Mariët Mensink de stoute schoenen aan en organiseerde in recordtijd vormen van financiering, een pand en vele vrijwilligers, waardoor het mogelijk werd steeds circa acht vrouwen een programma van drie maanden rust, empowerment en maatschappelijke begeleiding te geven.
Weerbaarheid Uitgangspunt is dat vrouwen zelf verantwoordelijk blijven voor hun leven en niet afhankelijk worden van deze steun. Daarom volgen zij een programma waarin veel aandacht is voor sociale vaardigheden als de Nederlandse taal, weerbaarheidstraining en het creëren van een eigen Een trotse prijswinnaar Mariët Wensink met naast haar de voorzitter van de jury van de Ab Harrewijnprijs, oud-Kamerlid Ineke van Gent
netwerk. Zo is de hoop dat vrouwen terug in hun eigen kracht kunnen komen. Na die drie maanden gaan de vrouwen terug de stad in waar ze in een netwerk rond het vrouwenhuis een slaapplaats kunnen vinden en ook anderszins de weg in de maatschappij veel zelfbewuster kunnen gaan. Want het is absoluut niet de bedoeling om de ‘zieligheid’ van deze groep nog eens te benadrukken en in een soort wedstrijd van machteloosheid en ellende te zorgen dat er aandacht komt voor deze problemen. Het doel is dat er ergens menswaardigheid te vinden is, solidariteit, een netwerk waar veiligheid is om in gezondheid en met enige mentale rust een weg te vinden die bij hen past. Maria van den Muijsenbergh heeft deze verhalen en deze mensen op haar pad gekregen en vindt het, ook vanuit haar eigen manier van leven volgens het evangelie, logisch om zorg voor zwakkeren te hebben. ‘Geneeskunde is meer dan het zorgen voor gezondheid alleen. In de geneeskunde moeten ook de voorwaarden voor gezondheid aandacht krijgen en solidariteit is er daar één van. Daarnaast is de eerste stap bij het genezen van mensen het erkennen van de autonomie van ieder mens’, vindt zij. Mariet Mensink vindt de motivatie voor dit werk in haar boeddhistische achtergrond. ‘Ik durf dit werk aan te gaan omdat ik de zoektocht naar liefde en compassie belangrijk vind . De stress van de vrouwen en de stress die dat bij mij oproept is zwaar, maar juist dan is het belangrijk om rust bij jezelf te kunnen blijven zoeken en vinden. Die uitdaging ga ik elke dag weer aan. En tijdens het werk tref ik bij de vrijwilligers en in de stad en bij de vrouwen zelf meer dan ooit mensen met een open hart die bijdragen aan het oplossen van de èchte problemen van deze wereld.’
Vertrouwen in elkaar Ze runt de praktische organisatie van het huis met 35 vrijwilligers en inmiddels hebben sinds vorig jaar januari al 27 vrouwen het programma gevolgd. Ze hebben er vertrouwen in de wereld en in elkaar kunnen vinden en konden juli 2014 - nr. 3
weer eens een gewone vriendschappen sluiten. Voor de vrijwilligers brengt dit werk ook nieuwe aansluiting bij een gemeenschap, plezier om bij te dragen aan het verschil in een mensenleven: ‘ Vrouwen komen binnen en zitten er helemaal doorheen en als ze verder gaan, beginnen ze weer perspectief te zien. ‘ Zolang er geen beter asielbeleid komt, zijn dit soort initiatieven van groot belang voor het onderhouden van de basale mensenrechten in Nederland. Mensen zonder papieren hebben veel meer rechten dan de Nederlandse overheid nu erkent. Vanuit het Europees Hof van de Rechten voor de mens is de uitspraak voor het faciliteren van brood-bad-bed gekomen, waardoor de gemeentes en provincies sinds kort meer ruimte kunnen geven
Plak en stichting Overal. Bij dit soort organisaties kan de zoektocht naar gewone intermenselijkheid nog gedijen zonder procedures en ingewikkelde toestanden. Je staat voor elkaar klaar. Ze zijn en blijven daarmee belangrijke bouwstenen van de levende, solidaire stad. Belangrijk is dat iedereen die hecht aan de mensenrechten door dit soort initiatieven daaraan ook echt een steentje kan bijdragen. De bewoners en vrijwilligers dragen zelf bij aan de fundraising door bijvoorbeeld zich te laten sponsoren in de Nijmeegse Marikenloop, maar om een heel huis draaiend te houden is veel meer nodig. Alle steun op het terrein van geld of vrijwillige hulp of het verspreiden van draagvlak voor dit soort initiatieven in Nederland blijft helaas heel hard
‘Het is fijn om juist de mensen met een open hart tegen te komen’ aan de ondersteuning van mensen in deze moeilijke situatie. Formeel is de ruimte voor dit soort initiatieven klein, maar informeel is er juist veel ruimte te vinden. De eerste ondersteuners van dit initiatief in de stad waren de kerken en ook alternatieve organisaties als De Klinker, De Praktische informatie over dit project dat uw bijdrage, financieel of anderszins goed kan gebruiken: De stichting beschikt over twee huizen, zeven opvangplaatsen en jaarlijks worden circa dertig vrouwen opgevangen. De stichting is hard op zoek naar financiering en hoopt dat vele mensen zullen willen doneren op rekeningnummer 6279869 t.n.v. Wereldvrouwenhuis Mariam van Nijmegen te Nijmegen. Er is al een vrijwilligstersbestand, maar de Stichting is op zoek naar meer vrijwilligsters, vooral voor de individuele begeleiding, de tuin- en weekendactiviteiten, maar ook creatieve vrouwen en taalmensen en klussers zijn van harte welkom. De Stichting is bezig om een netwerk op te bouwen van Vrienden
nodig, zolang de overheid haar rol niet pakt. Maar burgers van dit land kunnen op die manier wel laten zien dat die ruimte voor steun en solidariteit feitelijk veel groter is dan menigeen denkt. De Ab Harrewijnprijs is daarbij zeker behulpzaam.
van Wereldvrouwenhuis Mariam van Nijmegen. Vrienden zijn mensen en instellingen die doneren, maar ook winkels of organisaties waar de vrouwen eigengemaakt werk mogen ruilen tegen eten, persoonlijke verzorgingsspullen of kleren. Ook vrouwen en echtparen die aangeven dat de vrouwen af en toe enkele nachten mogen komen logeren, na hun opvangtijd, zijn Vrienden. Het is de bedoeling dat de vrouwen leren om alleen opvang voor de nacht te vragen en overdag elders te verblijven, om opvangmensen zo min mogelijk te belasten. U kunt u opgeven en meer informatie verkrijgen bij de coördinator: Mariët Mensink 06-45588555. Email: mariam.
[email protected]
juli 2014 - nr. 3
16
17
Religie biedt GroenLinks nieuwe kansen Ik leg vaak aan mensen uit dat ik mij binnen GroenLinks als moslim het meeste thuis voel omdat respect voor religie en een belangrijke basis is in de ontstaansgeschiedenis van de partij. Dat GroenLinks een samensmelting is van linkse partijen die deels ook religieus geïnspireerd waren, is bij het grote publiek tamelijk onbekend. Daar ligt een mooie kans, omdat je vanuit religieuze waarden bijna vanzelfsprekend uitkomt op zorg voor mens en milieu. Bastiaan Verberne
coalitieonderhandelingen - uitzonderingen zoals Leefbaar Rotterdam daargelaten die ondertussen onderdeel is geworden van de gevestigde politiek. De andere winnaar, D66, neemt in veel Nederlandse gemeenten het voortouw. Slecht nieuws voor gelovigen, want de ‘onderwijspartij’ heeft naast een uitgesproken pro-Europa- en pro-homostandpunt nog een ander vervangend kroonjuweel: de anti-religie-agenda.
Terug in de kast
Politiek moet zich helemaal niet bemoeien met dragen van hoofddoek door moslima’s (foto flickr.com Creative Commons)
De uitslag van de gemeenteraadsverkiezingen geeft aanleiding de balans op te maken, ons te bezinnen en een nieuwe koers te bepalen. De lokale partijen en D66 zijn de grote winnaars van de verkiezingen. De PvdA en VVD verliezen flink en de christelijke partijen spelen gelijk. Het bestaansrecht van lokale partijen is vaak het afzetten tegen de bestaande bestuurscultuur van de ‘reguliere’ politieke partijen. Zij zijn dus niet snel bereid compromissen te sluiten en staan hierdoor in bijna elke gemeente buitenspel bij de
Op wijblijvenhier.nl schreef ik onlangs dat gelovigen van D66 ‘terug de kast in moeten’. Dit artikel volgde op de berichtgeving in De Telegraaf over D66 Amsterdam. Die afdeling nam aanstoot aan het voorwoord bij het jaarverslag van Milli Görüs Amsterdam, een islamitische vereniging die voor maatschappelijke projecten door de gemeente wordt gesubsidieerd. In het voorwoord van het jaarverslag was volgens D66 Amsterdam een ‘saillante tekst’ te lezen: ‘In de naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle.’ Sindsdien hebben we in de media ook
kunnen lezen over afgekeurde proefschriften omdat God in het voorwoord wordt bedankt. In een tijd waarin D66 de scepter zwaait in gemeenteland, kunnen we meer van dit soort seculiere spasmen verwachten. Zo steunde D66 in 2012 een initiatief van de Haagse burgemeester Van Aartsen (VVD) om het inrichten van stembureaus in kerken te verbieden. Kerken zouden volgens de Haagse burgervader namelijk niet ‘laagdrempelig en drukbezocht’ genoeg zijn om dienst te doen als stembureau. Later werden enkele kerken toch weer toegewezen als stembureau om coalitiepartner CDA tevreden te houden.
Scheiding kerk en staat Het excuus dat altijd van stal wordt gehaald in dit soort discussies over ‘neutraliteit’ in de openbare ruimte is de scheiding tussen kerk en staat. De ‘liberalen’ van D66 en VVD streven ernaar alle uitingen van religie uit de openbare ruimte te weren: het Franse model van laïcité (de staat verklaart zich als ‘leek’ in religieuze zaken).
Maar in Nederland kennen we juist een scheiding van kerk en staat naar het model van coöperatief separatisme. Hierbij gaan de instituties kerk en staat niet op elkaars stoel zitten, maar zijn samenwerking en subsidierelaties van de staat naar de kerk (waaronder ook moskeeën, tempels en andere religieuze instellingen) goed mogelijk. Anders gezegd, de staat werkt voor het land, de kerk werkt voor God. Waar die twee belangen elkaar overlappen is samenwerking mogelijk en waar ze verschillen respecteert men elkaars autonomie. Dat houdt in dat de overheid geen religieuze vieringen of bekeringsactiviteiten subsidieert, maar bijvoorbeeld wel een daklozenopvang, huiswerkprojecten of een voedselbank. Een stemlokaal in een kerk lijkt me een typisch voorbeeld van geslaagde samenwerking zolang de stemmers niet actief met een religieuze boodschap benaderd worden. Het zou de overheid niet moeten uitmaken vanuit welke inspiratie een religieuze instelling goede dingen voor het land of de stad doet? Echte liberalen zouden vooral moeten kijken naar de output en niet zo geobsedeerd zijn door een dankwoord aan God of Allah. Vanwege de vergaande decentralisatie van de zorg dunkt me overigens dat de overheid in deze tijden de religieuze instituties harder nodig heeft dan andersom. Bovendien is het weinig ‘neutraal’ alle uitingen van religie te weren uit het publieke domein of ruimtes omdat voor veel Nederlanders religie nu eenmaal een belangrijk deel van hun bestaan is. Daarmee wordt de ‘openbare’ ruimte alleen een vrijhaven voor niet-gelovige mensen en eerlijk gezegd ook een beetje saai. Voor de afwisseling zou ik graag een keer in de kerk stemmen en anders loop ik wel een blokje om naar het volgende stemlokaal in een doorsnee en weinig aanstootgevend buurthuis.
Grote kans Onder dit opkomende seculiere gesternte zie ik een grote kans voor GroenLinks zich te profileren als bondgenoot van de vele constructieve vormen van religie in Nederland. Religieuze instellingen doen namelijk juli 2014 - nr. 3
enorm veel nuttig sociaal-maatschappelijk werk. Stichting Oikos heeft uitgerekend hoeveel geld kerken en moskeeën de maatschappij opleveren en de bedragen lopen in de honderden miljoenen per jaar. Die maatschappelijke rol mag door de politiek veel meer gewaardeerd worden. De christelijke partijen doen dit uiteraard, maar zijn veel minder uitgesproken de bondgenoot van alle andere geloven in ons land. De ChristenUnie en SGP zijn zelfs overwegend anti-islam. Er wordt vaak wel iets gepreveld over verdraagzaamheid jegens alle religies, maar het wantrouwen tegen de ‘valse’ profeet Mohammed en diens volgers voert bij de streng-christelijken de boventoon. Het CDA is op papier veel toleranter maar onder druk van prominenten als Maxime Verhagen en Camile Eurlings ging de partij toch het gedoogavon-
Respect voor religie is een belangrijke basis van GroenLinks tuur aan met de anti-islamitische PVV. Het meer omarmen van religie zal niet voor elke GroenLinkser vanzelfsprekend zijn. Onze partij is onder leiding van Femke Halsema behoorlijk dicht richting de seculiere standpunten van D66 opgeschoven. Tijdens de laatste jaren van haar leiderschap werd Halsema steeds kritischer richting religie. In 2009 noemde ze in een interview de islam ‘een probleem’ en zag ze het liefst elke vrouw in Nederland ‘hoofddoekloos en volstrekt vrij.’ Die aanval op de hoofddoek zou ik ‘Femke’s fout’ op het vlak van religie willen noemen.
Liberaal van het Jaar Jammer en onnodig, vooral omdat ze op aangrenzende vlakken als tolerantie en anti-discriminatie het zo goed deed. Naast het feit dat je in volstrekte vrijheid een hoofddoek kunt dragen, moet de politiek zich daar helemaal niet mee moet bemoeien, omdat het een privé-afweging van een individu is. Dat had Halsema als ‘Liberaal van het Jaar 2006’ toch moeten aanspreken. Bovendien, als de Koran en moslims wereldwijd ambigu zijn over de verplichting van een hoofddoek, waarom zou je dan als politicus propageren dat
het dragen ervan altijd met dwang te maken heeft? Maar vooral waren deze uitspraken van Halsema een miskenning van de religieuze wortels van GroenLinks. Ik leg vaak aan mensen uit dat ik mij binnen GroenLinks als moslim het meeste thuis voel omdat respect voor religie een belangrijke basis is in de ontstaansgeschiedenis van de partij. Dat GroenLinks een samensmelting is van linkse partijen die deels ook religieus geïnspireerd waren, is bij het grote publiek tamelijk onbekend. Daar ligt een mooie kans, omdat je vanuit religieuze waarden bijna vanzelfsprekend uitkomt op zorg voor mens en milieu. De wereld en de natuur een stukje beter achterlaten, is voor veel mensen ook een religieuze plicht. De religieuze wortels van GroenLinks mogen wat mij betreft meer benadrukt worden. Electoraal zal ons dat ook geen windeieren leggen want er is nog geen partij die zich uitgesproken sterk maakt voor alle goedwillende gelovigen in Nederland. En dat zijn er best veel.
Bastiaan Verberne is religiewetenschapper en actief GroenLinkser in Den Haag
www.bastiaanverberne.nl
juli 2014 - nr. 3
{COLUMN
18
19
Toolkit Duurzaam Kerkbeheer gelanceerd
‘Rentmeesterschap moet je doen’
taxi Enis Odaci
Voor kerkrentmeesters, beheercommissies, kosters en andere kerkbeheerders is er een Toolkit Duurzaam Kerkbeheer. Deze website bevat een schat aan informatie om goede - duurzame - keuzes te kunnen maken bij het inkoop- en aanschafbeleid en bij het beheer en onderhoud van het kerkgebouw. Waarom? In de woorden van Evert Jan Hazeleger van ‘Kerk in Actie’ tijdens de Groene Kerkendag in Houten: ‘Rentmeesterschap moet je doen.’
Wist u dat duizenden kerken hun energie bij Greenchoice afnemen en dat het dus gaat om groene stroom en groen gas? Wist u dat kerken onder voorwaarden 50 procent van hun energiebelasting kunnen terugkrijgen? Niet onbelangrijk is ook dat de Toolkit kerkelijke vrijwilligers helpt in gesprekken met aannemers en bouwbedrijven die vaak zo hun eigen ideeën hebben over wat wel en niet haalbaar, duurzaam en rendabel is bij onderhoud en verbouw. Korte termijn voordeel is nogal eens nadelig op langere termijn. Goedkoop is duurkoop.
Peter Siebe
Bij het beheren van het kerkgebouw maken kerkbeheerders keuzes. Welke koffie wordt geserveerd? Voor welk verwarmingssysteem wordt gekozen? Welke aannemer of loodgieter wordt ingeschakeld voor de verbouwing of reparatie? Welke bouwmaterialen kunnen zij het beste gebruiken?
Benchmark energieverbruik
Voorbeelden komen uit circa veertig ‘groene kerken’ die al ervaring hebben met verduurzaming Zorgvuldige omgang
Drs. P.H. Siebe is betrokken bij de samenstelling van de Toolkit. Hij was oprichter en tot 2010 voorzitter van het Christelijk Ecologisch Netwerk en is lid van de Nederlands Gereformeerde Kerk.
juli 2014 - nr. 3
In al die keuzes hanteren beheerders criteria als: wat kost het? Hoe lang gaat het mee? Wat betekent dit voor ons milieu? Die criteria houden verband met waarden die in de christelijke geloofstraditie een specifieke kleur hebben gekregen: eerlijkheid, betrouwbaarheid, rechtvaardigheid en zorgzaamheid. De kerk van alle tijden heeft door de eeuwen heen beseft dat zorgvuldige omgang geboden is met de medemens: gerechtigheid. Maar ook met de aarde en alles wat daar leeft als Gods schepping: zorgzaamheid. Duurzaamheid is de 21e-eeuwse vorm van zorgzaamheid. Duurzaamheid is: ontwikkeling die aansluit op de behoeften van het heden zonder het vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen, aldus een bekende VN-definitie uit 1987. Kerken herkennen ‘duurzaamheid’ als ‘rentmeesterschap’: de aarde is van God en wij mogen haar beheren en gebruiken in verantwoordelijkheid tegenover haar Schepper en onze medeschepselen. In 1997 muntte John Elkington, een adviseur op het terrein van duurzame
ontwikkeling, de term ‘Triple P’: People (mensen), Planet (milieu/aarde), Profit (opbrengst/winst). Bij een goede balans tussen People, Planet en Profit is er sprake van duurzaamheid. Christenen omarmden de term Triple P en voegden er soms speels een vierde P aan toe: Pneuma, Gods Geest die ertoe inspireert om die balans bewust, met kennis en inzicht te zoeken en te bereiken in concreet economisch, ecologisch en sociaal handelen.
Praktische tips Met het oog op de wereldwijde gevolgen van klimaatverandering door menselijk toedoen, riep de Raad van Kerken in de Klimaatbrief (gepresenteerd in 2009) kerken op, ook zelf werk te maken van duurzaamheid in het beheer van de kerkelijke goederen en de kerkelijke praktijk. De Toolkit Duurzaam Kerkbeheer geeft kosters, kerkrentmeesters, leden van commissies van beheer en andere bij het beheer van de kerk betrokken kerkleden heldere informatie, praktische tips en voorbeelden in handen. De voorbeelden zijn onder meer afkomstig van de inmiddels circa
veertig ‘groene kerken’ die inmiddels ervaring hebben met verduurzaming. De Toolkit legt bij elk onderdeel uit of de Triple P (People, Planet, Profit) wel of niet gedijen bij concrete keuzes die gemaakt worden bij het kerkbeheer.
Aan de Toolkit is een ‘Benchmark Energieverbruik’ gekoppeld. Kerken die via het inkoopcollectief ‘Energie voor kerken’ hun energie inkopen, kunnen daarin hun gegevens invoeren om na te gaan of ze naar verhouding veel of weinig gas verstoken en stroom afnemen. Ook krijgen ze suggesties om
hun energieverbruik te verlagen. Energiebesparing loont namelijk en het is een van de belangrijkste manieren om de doelstellingen van het Energieakkoord te bereiken. Door consequent op het stroomverbruik te letten, verbruikte het Landelijk Dienstencentrum van de Protestantse Kerk Nederland in het eerste halfjaar van 2013 zo’n 8 procent minder stroom dan in het eerste halfjaar van 2012. Ook in plaatselijke kerken is waarschijnlijk nog van alles mogelijk om het energieverbruik te verlagen en dus geld te besparen. De Toolkit is samengesteld op verzoek van het CIO-K (een interkerkelijk contactorgaan) door Kerk in Actie en Hellemans Consultancy, onder begeleiding van een klankbordgroep van deskundigen uit de breedte van kerkelijk Nederland. De Tookit is te vinden op: http://www.groenekerken.nl/ duurzaamkerkbeheer.
Onderwerpen De Toolkit bevat een schat aan informatie over vrijwel alle aspecten van de kerkelijke praktijk en het beheer van het kerkgebouw. Aan de orde komen zaken als bouwkundig beheer, beperking energieverlies (isolatiemaatregelen en hoe snel deze zich terugverdienen), energiebeheer (besparing, zelf energie opwekken), groen en grond (de kerktuin, bloemen, kerkelijk grondbezit), facilitaire zaken (onder meer inkoop van Fair Trade en streekproducten) en financieel beheer (sparen, beleggen). Wist u bijvoorbeeld dat spouwmuurisolatie zich mogelijk al in drie tot vier jaar terugverdient en dakisolatie in zeven tot acht jaar? Dat schoonmaakazijn ontkalkt en soda ontstopt en dat mensen met deze goedkope, eenvoudige schoonmaakmiddelen het milieu ontzien? Wist u dat het niet verstandig is om die oude koelkast van een gemeentelid in het jeugdhonk te zetten, omdat het apparaat waarschijnlijk stroom vreet en dus handenvol geld kost?
Ritje Hengelo - Enschede. De taxichauffeur houdt, keurig gestoken in een pak, de deur van zijn Mercedes voor me open en neemt mijn tas aan. Die gaat in de kofferbak. Hij neemt plaats achter zijn stuur en vraagt waar de rit heen gaat. Dat weet hij natuurlijk al. Dat heb ik een kwartier eerder aan de centrale meegedeeld, maar ik volg braaf het ritueel. Zijn volgende vraag zal over het weer gaan, en dan zal hij over het WK Voetbal in Brazilië beginnen. Aan het einde van de rit wensen we elkaar het beste en dat is het dan. Voorspelbaar, maar het doodt de tijd en voorkomt pijnlijke stiltes. Om de binnenspiegel van de taxi hangt een zilveren kruis. Het glansstuk zwaait heen en weer door de hobbels in de weg. Ik moet glimlachen, een beetje christelijke naastenliefde kan iedereen gebruiken. De chauffeur blijft stil, hij is niet van plan om over koetjes en kalfjes te keuvelen. ‘Lekker weertje, vindt u niet?’, vraag ik. De chauffeur haalt zijn schouders op en vertelt dat hij elke dag op slecht weer hoopt, want dat levert hem klanten op. Gemiddeld levert een wolkbreuk hem maar liefst drie keer zoveel ritten op als tijdens een zonnige dag, rekent hij mij voor. ‘Ja, maar geld is ook niet alles,’ probeer ik wijselijk te concluderen. Nog voordat ik hem naar het WK Voetbal kan vragen zegt hij op een botte toon dat geld wel degelijk alles is. Hij tuurt in de verte en ik volg zijn blik. Hij is ergens anders. Ik vraag hem waarom geld alles is. Na een diepe zucht vertelt hij me het verhaal van zijn overleden zoon. Michel is slechts negen jaar oud geworden. Bij de jongen werd veel te laat een agressieve vorm van nierkanker vastgesteld. Hij had op moment van ontdekken nog maar drie maanden te leven, omdat de kanker over zijn volledige lichaam was uitgezaaid. Als ze hem zouden behandelen met zware medicatie zouden ze het kunnen rekken tot een jaar. Maar het einde was onvermijdelijk. De taxichauffeur koos direct voor de lange behandeling om zijn zoon maar zo lang mogelijk in leven te houden. ‘Bijna maandelijks adviseerden de artsen mij om de behandeling te staken omdat dat de kosten niet opwegen tegen het resultaat. Ik heb ze bijna tegen de muur gedrukt van woede!’ Terwijl ik naar zijn verhaal luisterde dacht ik alleen maar aan zijn zoontje Michel. Hoe voelde hij zich? Besefte hij wel dat zijn einde naderde? Kan een kind van negen eigenlijk wel het concept van leven en dood omvatten? Had mijn chauffeur wel gesprekken met zijn kind over wat hij wilde? Leed Michel pijn? En ik dacht: kostenbeheersing, akkoord, maar de zorg moet altijd mensenwerk blijven. Om Michel.
Wordt er na afloop van de kerkdienst zuivere koffie geschonken?
Volg Enis Odaci op Twitter @Humanislam
juli 2014 - nr. 3
{EEN ANDERE WANG
20
21
Gedachten bij het overlijden van Wubbo Ockels
Coalities
Egeltjes of astronauten? De onlangs overleden astronaut Wubbo Ockels leek de grote wereldreligies, inclusief het christendom, als obstakels te zien voor een besef van mondiale en ecologische verbondenheid. Redacteur Theo Brand voelt zich aangesproken door Ockels’ verlangen naar een universele religie. Theo Brand ‘Er zijn veel religies die mensen samen krijgen, maar nooit alle mensen. De verschillende goden waarin mensen geloven, scheiden de mensheid juist in groepen. Dat heeft geleid tot conflicten en zelfs oorlogen. Deze religies zijn niet duurzaam. Maar als we in de mensheid geloven, zullen we geen conflicten meer hebben, omdat we één zullen zijn.’
Spiegel Deze woorden komen uit de brief van Wubbo Ockels (1946-2014) die hij naliet kort na zijn overlijden op 18 mei jongstleden. In de jaren tachtig maakte hij als eerste Nederlander een vlucht door de ruimte. Tot aan zijn dood in 2014 was hij hoogleraar aan de faculteit Lucht- en Ruimtevaart van de TU Delft. Juist door zijn kennis van het heelal is Wubbo Ockels gaan beseffen hoe bijzonder, uniek en kostbaar het leven is in die kleine en dunne schil die dampkring heet: het leven op dat summiere planeetje aarde. Hij schrijft:
‘De ruimtevaart heeft ons een spiegel voorgehouden. We zijn nu echt waar we zijn: op een prachtige planeet, waar we niet zonder kunnen. We zijn allemaal astronauten van het Ruimteschip Aarde.’ Ockels lijkt de grote wereldreligies, inclusief het christendom, als obstakels te zien voor een besef van mondiale en ecologische verbondenheid. Hij gelooft in ‘de God van de mensheid’ en die is volgens hem ‘in ons allemaal’. Ockels schrijft: ‘We kunnen ons niet achter deze God verstoppen, omdat het in ons zit. We kunnen ons niet verbergen voor de verantwoordelijkheid voor onszelf.’ En iets verderop: ‘We moeten symbolen, rituelen en kunst maken om ons geloof in de mensheid te uiten.’
Grote liefde De brief van Ockels getuigt van een grote liefde voor het leven op aarde, geboren uit verwondering. En voor een verlangen naar vrede en harmonie tussen mensen onderling en tussen mensen en de schepping. Dat maakt mij stil. Ook zet de brief mij aan het denken. Moeten christenen, moslims, joden en hindoes hun overtuigingen misschien toch inruilen voor een compleet nieuw vorm te geven universele religie? Volgens mij ligt de uitdaging erin dat mensen hun eigen religieuze tradities
sterker gaan beleven en begrijpen in een veelkleurige, mondiale context. De wereldgodsdiensten bevatten allemaal een grote rijkdom aan wijsheid en inzicht en ze hoeven elkaar niet in de weg te zitten. Juist ook de eigen religieuze bronnen kunnen helpen om de toekomst tegemoet te treden. Zo kunnen mensen nadrukkelijker denken en geloven op een manier die anderen insluit in plaats van uitsluit. Neem nu Jezus. Wilde hij een nieuwe religie stichten? Of ging het hem om de komst van wat hij het ‘Koninkrijk van God’ noemde? En zijn de kerken en het christendom niet vooral middelen in plaats van doelen in zichzelf? Het nadenken over deze vragen biedt aanknopingspunten en ruimte voor religieus geïnspireerde mensen tot een gezamenlijke zoektocht naar vrede, gerechtigheid en heelheid van de schepping, samen met alle mensen van goede wil. Waarschijnlijk doen mensen op deze manier meer recht aan de essentie van hun religieuzes bronnen, dan wanneer ze blijven vasthouden aan het oude.
Verdampen Oecumene en interreligieuze dialoog mogen beslist verder gaan dan ‘egeltjesliefde’, zoals de protestantse predikant Jurjen Zeilstra uit Hilversum het noemt: een weinig inhoudelijke dialoog uit beleefdheid waarbij angst bestaat om bijvoorbeeld samen te bidden met mensen met een andere religieuze achtergrond. Alsof mensen geloven in een Schepper die niet in staat is om menselijke verschillen te overbruggen. En alsof de grote wereldgodsdiensten met elk hun vertrouwde begrippenkader en rituelen door een spirituele toenadering tussen mensen, zomaar zouden kunnen verdampen… Misschien moeten christenen, moslims en welke gelovigen (en ongelovigen) dan ook, wat minder als egeltjes zijn en sterker gaan lijken op nieuwsgierige, verwonderde astronauten. Wubbo Ockels wordt geëerd voor zijn inspirerende leiderschap met de Springtij Award in september 2013 tijdens ‘Springtij 2013’. Foto: webted. Bron: Flickr.com Creative Commons.
juli 2014 - nr. 3
Ruard Ganzevoort
Is de semi-minderheidscoalitie van Rutte II het toonbeeld van de politiek versplintering of juist een model voor nieuwe politiek waarbij niet alles in een regeerakkoord is dichtgetimmerd? Voor beide antwoorden is wat te zeggen. Er is inderdaad geen stabiel evenwicht meer tussen de dominante middenpartijen. Geen enkele partij komt in de peilingen boven de 25 zetels en het is dan ook moeilijk een coalitie te vinden die een meerderheid in beide Kamers zou hebben. Maar om dat nu nieuwe politiek te noemen… Wat er feitelijk gebeurt, is namelijk iets anders: het aangaan van steeds wisselende coalities die op onderdelen met het kabinet tot overeenstemming komen zonder het geheel van het kabinetsbeleid te moeten dragen. De ‘constructieve 3’ zoals ze graag genoemd worden - D66, ChristenUnie en SGP - steunen de hervorming van het zorgstelsel en van de sociale zekerheid. D66 en GroenLinks schuiven aan voor het verbouwen van de studiefinanciering. Voor oppositiepartijen kan dit heel aantrekkelijk zijn. Geen brede compromissen voor het hele kabinetsbeleid, maar onderhandelen per onderwerp. Niet verantwoordelijk zijn voor het totaalpakket, maar wel op een onderdeel je politieke wensen kunnen realiseren. Onder Rutte I spon Wilders daar garen bij. Nu hoopt het blijkens peilingen vooral de D66-aanhang dat het kabinet blijft zitten. Het kan verkeren: een quasi-oppositiepartij die enthousiaster is over de regering dan de regeringspartijen zelf… In die nieuwe verhoudingen reageerde bijvoorbeeld de ChristenUnie nogal geprikkeld toen bleek dat coalitie, D66 en GroenLinks een akkoord hadden bereikt over de studiefinanciering. Slob en consorten schroomden niet grote woorden in de mond te nemen om dat te veroordelen. Ze vergaten voor het gemak dat dit akkoord voor studenten uit armere gezinnen veel meer garanties biedt dan voor studenten uit rijkere gezinnen. En ze vergaten ook maar eventjes dat ze net zelf de handtekening hadden gezet onder allerlei maatregelen die de sociale zekerheid aantasten van de meest kwetsbare gezinnen. Met inhoud had het niet zo veel te maken. Het leek er meer op dat ze als Ruttes bedrogen minnaar woest reageerden toen er een andere partner op het toneel kwam. Staatssecretaris Sander Dekker concludeerde bij een recent debat in de Eerste Kamer dat hij voor elk van de drie onderdelen van dat wetsvoorstel een steeds verschillende meerderheid kon vinden; de combinatie kwam echter maar met de hakken over de sloot. Het illustreert dat het aantrekkelijk kan worden voor de regering om het beleid in steeds kleinere voorstellen op te knippen om ze zo met wisselende partners binnen te halen.
Schijnbaar kunnen oppositiepartijen daarmee meer dan ooit hun stempel drukken op het beleid. Waar ze bij een klassieke meerderheidscoalitie vaak tandenknarsend moesten toezien dat alles kon worden doorgedrukt, daar kunnen ze nu op allerlei onderdelen in elk geval iets van hun wensen zien uitkomen. Als dat onderdelen zijn die de achterban kan waarderen, is het een aantrekkelijke strategie om puntjes te scoren. Maar hoe aantrekkelijk ook voor oppositiepartijen die iets binnen willen halen, er zitten ook schaduwkanten aan. De belangrijkste is dat de deur wijd open staat voor een nieuwe variant van het oude ‘verdeel-en-heers’. Als een minderheidscoalitie voor elk voorstel wel ergens de steun van een oppositiepartij kan vinden, dan betekent dat feitelijk dat er geen structurele oppositie meer is en dat de regering ongehinderd haar gang kan gaan. De prijs die de oppositie dan betaalt voor haar kleine successen is dat ze feitelijk de
De evenwichtskunst van de machtsverhoudingen wint het van de inhoudelijke principes en idealen regering vrij spel geeft. Zo ver is het momenteel niet, maar het is wel een serieus risico. De nieuwe rol van de minderheidscoalitie heeft daarmee ook geleid tot een nieuwe rol van de oppositiepartijen. De regeringspartijen houden elkaar gevangen in een verstandshuwelijk met uitgeruilde actiepunten. Beide halen af en toe iets binnen, maar niemand is gelukkig met het totaal. De constructieve oppositie heeft eveneens af en toe een succesje te boeken maar betaalt de prijs van het gedogen van een beleid waar slechts een deel tevreden mee is. En de rest van de oppositie is gevangen in een machteloze en dus vaak wat zurige getuigenispolitiek van klagen langs de zijlijn. En uiteindelijk neemt niemand werkelijk verantwoordelijkheid omdat geen enkele partij zich aan het totale beleid heeft gecommitteerd. Daar zit misschien wel het grootste risico. Niet voor niets is dit kabinet genoemd naar de man die er prat op gaat geen visie te hebben. Die heeft hij natuurlijk wel, maar Rutte smeedt liever wisselende gelegenheidscoalities dan dat hij het fundamentele debat aangaat. Dat lijkt redelijk te werken met voor elk wat wils. Maar de prijs daarvoor is dat in de politiek de evenwichtskunst van de machtsverhoudingen het wint van de inhoudelijke principes en idealen. Dat het meer gaat om het tellen van zetels dan om het wegen van argumenten. Dat is voor coalitie en oppositie iets om zich nog eens kritisch achter het oor te krabben.
jjuli juli 2014 - nr. 3
{RECENSIE
{COMMENTAAR
22
{ONDER OGEN
{AGENDA
23
OPNIEUW IRAK
Hans Feddema In 2003 riep het seculiere Baath-regime van Saddam Hussein in het Westen angst op. Hussein was een soennitische alleenheerser, maar in zijn olierijke land zorgde hij niettemin voor stabiliteit. Zozeer dat de VS en Engeland het avontuur van een rampzalige militaire interventie begonnen. Nu lijkt ieder in rep en roer vanwege de verovering van de stad Mosoel in Irak door de angstaanjagende ISIS, een extreme afsplitsing van Al-Qaeda, en informeel gesteund door soenitische generaals van het oude Baath-regime.
Theo Brand
KERK ALS RADICALE OPENHEID
Begrijpelijk, omdat blijkt dat de zwakke shi’ietische premier Maliki de zaak niet in de hand heeft, mogelijk een en ander mede opriep door de pluriformiteit van zijn land te weinig in acht te nemen. Dat laatste slaat ook terug op de Amerikanen en Britten, die alles, - ja ook het opkomen van de in Irak afwezige Al-Qaeda - met hun volkenrechterlijk onwettige militaire interventie in het leven riepen. Die interventie, het initiatief van Bush en Blair, had niet de instemming van de toen nog onbekende Obama. Ziedaar het dilemma, waar de laatste voor staat, nu de oorlog in Syrië en zich vernederd voelende Soennieten samen een fanatieke groep strijders produceerden, gericht op de stichting van een kalifaat. De soep wordt echter niet meteen zo heet gegeten als opgediend. Het aantal strijders is ook nog niet meer dan tienduizend, maar omdat ze Mosoel in handen hebben, naar Bagdad optrekken of suggereren dat te doen, is de eenheid van Irak in gevaar. De Koerden, die in tegenstelling tot premier Maliki een sterk leger hebben en daardoor een centrale rol lijken te gaan spelen, vinden dat niet erg: ze smachten al sinds 1920 naar een eigen staat. Of de meeste Soennieten dat ook willen, is de vraag. Ze zijn er zich van bewust dat de opdeling van vooral de gemengde hoofdstad Bagdad dan grote problemen zal geven. Ze zijn nu, omdat ze naar de VS en naar premier Maliki rancune voelen, even in de greep van de extreme ISIS, maar zullen als ze een eigen staat hebben, dat niet lang willen blijven. De drie groepen zullen het hoe dan ook onderling moeten oplossen. In de VS zijn er helaas nu ook weer (vooral republikeinse) krachten, die willen dat Obama militair ingrijpt, ook met grondtroepen. Dit mede vanwege de olie. In de Koerdische regio zit zeer veel olie. Gelukkig dat die ook nu al vrij autonome regio momenteel het meest stabiel is in Irak. Het westen hoede zich in elk geval voor een tweede militair avontuur in dit wespennest. Dr. Hans Feddema is antropoloog, publicist en redacteur van de Linker Wang.
OKTOBER juli 2014 - nr. 20133- NR. 5
Theologie Podiumprijs voor Paul van Geest
‘Mensen hebben geen boodschap aan een instituut dat als een pantser om hun levensstijl ligt. Ze glimlachen om de ethische normen van kerkelijke autoriteiten.’ Dat schrijft theoloog en predikant Klaas van der Kamp in zijn boek ‘Raven’. De titel verwijst naar de vogelsoort die in de Bijbel symbool staat voor vertrouwen (Lucas 12: 24) en voor het verkennen van nieuwe mogelijkheden (Genesis 8: 6-7). In die geest verkent de auteur de kansen van christelijke kerken in seculariserend Nederland. Van der Kamp is ruim vijf jaar algemeen secretaris van de Raad van Kerken in Nederland, het samenwerkingsverband van veertien kerken waaronder de Rooms Katholieke Kerkprovincie en de Protestantse Kerk Nederland. Eerder hield hij in dit blad een dagboek bij over zijn werkzaamheden voor de Raad. Met ‘Raven’ wil hij ‘gedachten aanreiken voorbij de verzuiling’. Hij richt zich op mensen ‘die hun spiritualiteit en religiositeit willen verbinden met oecumene en met de wereld van vandaag’. Wat is ‘oecumene’ volgens Van der Kamp? Het gaat hem om de letterlijke betekenis: ‘heel de bewoonde aarde’.
Dat gaat principieel verder dan een goede samenwerking tussen kerken, hoewel hem daar veel om gelegen is. Uiteindelijk draait het niet om instituten, maar om mensen die zich geroepen of aangesproken weten en zich richten op een wereld van vrede en gerechtigheid. Bij oecumene hoort volgens hem nadrukkelijk ook de ontmoeting en samenwerking met mensen die een andere religie belijden en met atheïsten. Van der Kamp is onder meer geïnspireerd door Paus Franciscus die als kardinaal Jorge Bergoglio in Argentinië pleitte voor een ‘cultuur van ontmoeting’: iedereen heeft de ander wat te bieden en kan op zijn beurt wat in ontvangst nemen. ‘Zonder de ander kan ik mijn eigen beperktheid niet overstijgen, heb ik geen transcendentie’. In deze radicale openheid ligt volgens Van der Kamp een vruchtbare toekomst voor kerkgenootschappen: dienstbaar aan mensen en de schepping. Van der Kamp duidt het zoeken naar deze eenheid als lofprijzing voor God die elke vorm van zelfgenoegzaamheid te boven gaat. Ook de seculiere mens kan een bijdrage leveren aan de lofprijzing, meent Van der Kamp. ‘Dat krijgt bij hen een gezicht in altruïstisch gedrag (…). De kerk heeft symbolen en kan op die manier faciliteren, vereenvoudigen, een adres geven, vieren. De kerk gaat voor in het zegenen, het benoemen van de naam van God.’ Het is inspirerend om te lezen hoe de auteur het christelijke leerstuk van de drie-eenheid (triniteit) ziet als basis voor een eenheid die niet afbakent maar juist ruimte schept, ook in het contact met anders- en niet-gelovigen. Van der Kamp weet zijn kerkelijke en theologische lezerspubliek te verrassen en te boeien. Kanttekening is wel dat het boek voor mensen van buiten deze kringen lastiger te volgen is.
Zaterdagavond 21 juni zijn tijdens de Nacht van de Theologie in de Rode Hoed te Amsterdam de winnaars van de twee jaarlijkse theologieprijzen bekend gemaakt. Hoogleraar kerkgeschiedenis Paul van Geest won de ‘Theologie Podiumprijs 2014’. Bestuurslid Manuela Kalsky van De Linker Wang was ook genomineerd. De ‘Theologie Publicatieprijs 2014’ ging ex aequo naar ‘God Bewijzen’ van Stefan Paas en Rik Peels, en naar ‘De berg van de ziel’ van Christa Anbeek en Ada de Jong.
Nieuwe naam: Vrijzinnigen Nederland Tijdens de Algemene Vergadering op zaterdag 10 mei j.l. stemde een meerderheid van de Vrijzinnige Geloofsgemeenschap NPB in met de nieuwe naam Vrijzinnigen Nederland. De huisstijl wordt hierop aangepast. Als de nieuwe website klaar is -waarschijnlijk na de zomer- treedt Vrijzinnigen Nederland naar buiten.
Vredesweek 2014 in teken van ontwapening PAX organiseert van 20 tot en met 28 september de Vredesweek. Het is een jaarlijkse week van bezinning en actie. Dit jaar staat de Vredesweek in het teken van ontwapening. Het motto is ‘Wapen je met vrede’. www.paxvoorvrede.nl
Expositie Anne Zernike: eerste vrouwelijke predikant In het Bijbels Museum in Amsterdam is tot 13 oktober een expositie te zien van Anne Zernike (1887-1972), de eerste vrouwelijke predikante van Nederland. Met behulp van kunst, voorwerpen en documenten wordt een beeld gegeven van haar leven en betekenis voor andere (vrijzinnige) vrouwen uit haar tijd. Zij is zelf ook ‘aanwezig’ in verschillende portretten van de bekende schilder Jan Mankes, de echtgenoot van Anne. www.bijbelsmuseum.nl
Vrijdag 11 juli – Herdenking genocide Srebrenica De 8372 namen van alle officieel geregistreerde slachtoffers van de genocide in Srebrenica (1995) worden jaarlijks herdacht. Sprekers: Nura Jusufović en Bert Bakker Locatie: Het Plein voor ingang Tweede Kamer, Den Haag. Tijdstip: 15.00 - 16.30 uur www.srebrenica-herdenking.nl Zondag 13 juli Viering Internationale Roze Kerk Roze viering met liederen en gebeden gecombineerd met moderne christelijke muziek, video’s en live optredens in het Engels en Nederlands, stilte, mogelijkheid kaars aan te steken. Crèche beschikbaar. Hetero vrienden/familie ook welkom! Locatie: Basta Café, Scheveningseveer 7, Den Haag, aanvang 15.00 uur. www.internationalerozekerk.nl 21-24 augustus Bijspijkerdagen theologie- en religiestudies Locatie: Huissen, St. Dominicanenklooster. Lees verder op http://www.nieuwwij.nl/nieuws/bijspijkerdagen-theologie-en-religiestudies/
Pakistan vangt meeste vluchtelingen op Vorig jaar ving Pakistan ruim 1,6 miljoen vluchtelingen op. Geen land dat meer vluchtelingen opnam. Daarna komen Libanon (1 miljoen), Iran (800.000), Turkije (712.000) en Jordanië (613.000). Het aantal vluchtelingen in Libanon is verdrievoudigd door de Syrische vluchtelingenstroom. Bron: De Nieuwe Liefde en UNHCR
Duitse prijs voor Huub Oosterhuis Op 12 mei heeft de jury van de prestigieuze Duitse Predigtpreis bekendgemaakt dat de Levenswerkprijs van 2014 wordt toegekend aan Huub Oosterhuis, initiatiefnemer van De Nieuwe Liefde. Deze prijs wordt hem gegeven, aldus de jury, omdat hij ‘met zijn liederen, gebeden en liturgische teksten een belangrijke stempel heeft gedrukt op het religieuze leven, ook in de Duitstalige wereld’. Oosterhuis is de eerste niet-Duitser die de prijs in ontvangst mag nemen.
27 augustus ‘Verlegenheid van religies met extremisme in de eigen achterban’ Studiebijeenkomst van Caïro-overleg Raad van Kerken. Beoogd sprekers zijn: prof. dr. Marcel Poorthuis (toegezegd), minister Asscher (gevraagd) en vertegenwoordigers van de verschillende religies. Datum en locatie: 27 augustus van 13.30 – 16.45 u. in het Joods Cultureel Centrum Amsterdam, Van der Boechorststraat 26, Amsterdam. Aanmelden:
[email protected]. 12 september Open huis Raad van Kerken Een kennismaking met de oecumene in Nederland en het werk van de Raad in het bijzonder. Opgave via
[email protected]. Toegang is gratis. Locatie: bureau Raad van Kerken, Kon. Wilhelminalaan 5 te Amersfoort van 13.30-16.30 uur. 18 oktober 2014 Congres Mariënburgvereniging De Vereniging van Kritische Katholieken houdt haar congres in Congrescentrum De Eenhoorn Regardz in Amersfoort. Meer informatie over het programma volgt via www.marienburgvereniging.nl Uw bijeenkomst in de agenda? Mail naar:
[email protected]
juli 2014 - NR. 3
{DE UITSMIJTER
24
Geef mensen vleugels Nieke Jansen ‘Vragen mensen ook waarom je voor GroenLínks in de raad zit?’ Het is de weerkerende vraag van mijn moeder, die daarmee indirect haar eigen vraag verwoordt. Wat brengt jou bij GroenLinks? Om eerlijk te zijn: de vraag wordt niet vaak gesteld. Niet vaak genoeg, in de sterk confessionele gemeenschap die Kampen is. Op straat horen we hoe sterk het confessionele bloed door deze gemeenschap stroomt en mensen scheidt. ‘Jullie moesten eerst maar eens naar de kerk gaan’, siste een voorbijganger ons toe in maart. Veel uitnodiging tot gesprek zat daar niet in. Gelukkig gaat het ook anders. ‘Ik ben het eigenlijk altijd met jullie eens’, onthulde een mevrouw op leeftijd. ‘Maar ik ben van
beeldt wat ik nauwelijks verwoorden kan; hoe ik me gedragen voel, door de Eeuwige. Door wie me lief zijn. Door mensen die hun stem aan me toevertrouwden om het politieke werk op te pakken. En het schetst dan ook mijn politieke opgave: een metgezel zijn, mensen vleugels geven en helpen om te vliegen op eigen kracht, loslaten en juist dan behoedzaam zijn. Mooie woorden, denk ik meteen, maar hoe dan? De gemeentepolitiek biedt alle ruimte om op te gaan in de waan van de dag. Om rap een robuust standpunt in te nemen. Om op elk signaal aan te slaan. Om meer de middelen dan de doelen te zien. Om druk te zijn met aandacht in de media. Meer dan in enig ander deel van mijn leven moet ik mezelf steeds tot de orde te roepen. ‘Aandacht!’, telkens
Waar was het me ook al weer om begonnen, dit politieke werk? de kerk en jullie niet.’ We stonden over haar fiets gebogen te praten en later stapte ze nog eens binnen in ons GroenLinks-Huis. Of ze daarna op ons stemde, weet ik niet. Maar het sjabloon dat GroenLinks niets van geloven wil weten en andersom, dat gelovigen bij GroenLinks niet thuis horen, dat was wel doorbroken. En sindsdien zwaaien we naar elkaar, als goede bekenden.
Gedragen
Nieke Jansen is fractievoorzitter van GroenLinks Kampen. Ze is theologe, werkt in het Middelbaar Beroepsonderwijs als profielmanager identiteit en trainer en is ‘freelance’ voorganger in de Protestantse Kerk in Nederland.
juli 2014 - NR. JULI nr. 3
Raadslid zijn voor GroenLinks; samen werken aan een gemeenschap die socialer, eerlijker en groener wordt. Mensen aanspreken op hun talenten én rechtdoen aan hun kwetsbaarheid. Beschermen wat zichzelf niet beschermen kan. Mij draagt daarin het beeld van de adelaar, die haar jong leert vliegen. ‘Die mij droeg op adelaarsvleugels, die mij geworpen heeft in de ruimte, en als ik krijsend viel, mij ondervangen met uw wieken en weer opgegooid, totdat ik vliegen kon op eigen kracht.’ (H. Oosterhuis). Het raakt me, dat bijbelse beeld van kracht en behoedzaamheid, van vallen en opnieuw een kans krijgen. Het ver-
weer. Waar was het me ook al weer om begonnen, dit politieke werk? Komt er iets terecht van vleugels geven en metgezel zijn, van laten vliegen op eigen kracht? Laat ik een persoonlijke herinnering delen. Mijn schoonmoeder van 88 werd dement. Kleine stukjes in haar hoofd lieten het afweten. Soms klopten haar gedachten met wat wij normaal vonden. Steeds vaker werden de gedachten vreemder en voor haar ook angstiger. Op een dag in november, ze lag in bed, drukte ze op de alarmknop voor de thuiszorg. Ze moesten komen. Er zat een vlieg op de muur. Vliegen – ze was er zo lang ik haar kende vies van. De thuiszorg kwam en stopte haar weer in. Een dag later zag ze mannen achter de gordijnen. Drie op een rij. We zetten ze buiten, via de tuindeur. ‘Kijk moeder, nu zijn ze weg.’ Er kwamen weer vliegen en elke keer belde ze, in paniek. Na een paar dagen legden we een vliegenmepper bij haar. ‘Als er weer vliegen komen, kunt u ze zelf wegjagen.’ De mepper werd een kameraad. Als
ze naar bed ging voor de nacht, moest die naast haar liggen. Op de voordeur hingen we een briefje: ‘voor vertrek: check vliegenmepper op het nachtkastje’. Ik weet niet hoe het kwam, maar opeens noemde zij de vliegenmepper Jacobus. ‘Waar is Jacobus?’ vroeg ze, met een onrust die wij niet meer konden peilen. En dan visten we Jacobus op, van onder haar bed of uit de meterkast. Jacobus werd haar houvast, tegen mannen achter de gordijnen, tegen mensen die haar kwamen halen, tegen beestjes in de lucht en soms tegen een verzorgende die haar pijn niet begreep. Toen ze verhuisde naar het verpleeghuis ging Jacobus mee. ‘Dit is Jacobus’ zwaaide ze vanuit haar stoel, ‘en die moet altijd bij mij zijn’. Alleen voelde ze zich nietig, zo méér dan kwetsbaar. Samen met Jacobus was ze sterk op haar manier. In haar laatste dagen lag Jacobus in de hand die nog kracht had.
Grootste stem Niet in de vliegenmepper zit de clou, maar in het moment dat zij hem Jacobus ging noemen. Hij gaf haar vleugels toen hij bracht wat zij nodig had en aan haarzelf de grootste stem gaf. In menig raadsbesluit ga ik te rade bij Jacobus. Sluiten we hiermee aan bij wat de samenleving goed doet? Geven we vleugels aan mensen? Want daartoe zit ik in de raad.