Preek van Jan Pool d.d. 6 juni 2005
Geloof vanuit vertrouwen in God Thema in deze tijd: Wat voor soort gemeente willen wij zijn. Welke belangrijke waarden hebben we? Vandaag: We willen graag een gemeente van geloof zijn. ‘Door haar geloof ontving ook Sara, hoewel ze onvruchtbaar was gebleven en niet meer in de bloei van haar leven was, de kracht om een kind te verwekken, en wel omdat ze vertrouwde op degene die de belofte had gedaan.’ Hebreeën 11:11 Abraham en Sara hadden de belofte gekregen dat ze een kind zouden krijgen. Maar Sara was onvruchtbaar. Jaren gingen voorbij en er gebeurde niets. Dan komt God bij Abraham en Sara op bezoek en zegt: ‘Ik kom over precies een jaar bij u terug en dan zal uw vrouw Sara een zoon hebben.’ Genesis H.18:10. In vers 11 staat dan het volgende: ‘Nu waren Abraham en zij op hoge leeftijd en de jaren dat een vrouw vruchtbaar is, lagen al ver achter haar. Daarom lachte ze in zichzelf. Zou de liefde voor mij dan nog weggelegd zijn? Dacht ze. Ik ben immers verwelkt, en mijn man is al oud.’ Abraham en Saraï stonden voor een onmogelijke opdracht! Een vader en moeder worden terwijl ze daar beiden te oud voor waren. Als Abraham en Saraï waren afgegaan op wat zij zien konden en op wat zij met hun natuurlijke zintuigen konden waarnemen, zouden zij Gods belofte nooit ontvangen hebben. Welke sleutel hadden zij ontvangen? ‘Door haar geloof ontving ook Sara de kracht om een kind te verwekken’ Wat is geloof? De Bijbel zelf geeft ons de definitie van geloof. Lees maar in het 1ste vers van Hebreeën 11: ‘Het is de absolute zekerheid dat onze hoop ook werkelijkheid wordt en het is het bewijs van de dingen die wij niet kunnen zien.’ Levend Woord Abraham en Sara hadden die ‘absolute zekerheid’. Diep in hun hart is een wonderlijke zekerheid. Ze zijn ervan overtuigd dat het gaat gebeuren, terwijl het ‘natuurlijk’ gesproken absoluut niet kan!! In Romeinen 4:18 staat: ‘Hoewel het eigenlijk niet kon, bleef Abraham hopen en geloven dat hij de vader van vele volken zou worden, zoals hem was beloofd: ‘Zo talrijk zullen je nakomelingen zijn. En zijn geloof verzwakte niet toen hij, ongeveer honderd jaar oud, besefte dat zijn krachten hem hadden verlaten en Sara niet langer vruchtbaar was. Hij twijfelde niet aan Gods belofte; zijn geloof verloor hij niet…’ Hoe kom je aan geloof? Waar haal ik geloof vandaan? Hoe kom ik aan dat geloof van Abraham en Sara? Abraham en Sara hadden van God gehoord dat ze een kind zouden krijgen. God had het tegen ze gezegd. God zelf had hen die belofte gegeven. Geloof komt door het horen van het woord… (Dat kun je lezen in Romeinen 10:17) God had gesproken tot Abraham en Sara. Ze hadden het woord van God ontvangen… Was dit de enige sleutel? Was het alleen omdat ze het woord van God had ontvangen? We gaan nog eens terug naar onze tekst. Er staat ook: en wel omdat ze vertrouwden op degene die de belofte had gedaan.’ Abraham en Saraï vertrouwden God. Ze wisten wie Hij was, Ze kenden zijn kracht! Abraham en Sara vertrouwden God. Ze wisten dat ze op Hem konden rekenen, ze kenden zijn karakter, ze wisten 1
dat God zijn beloften waarmaakt, ze kenden zijn liefde voor hen, ze kenden zijn hart, ze kenden zijn wil. Kortom: zij kenden God en doordat zij God kenden vertrouwden zij hem. We zien dus 2 belangrijke sleutels bij geloof: 1. Het spreken van God (Rhema) en 2. Vertrouwen in het Karakter van God. Grootste voorbeeld van geloof: Jezus Op een keer is Jezus met drie van Zijn discipelen op een hoge berg geweest. Toen ze op de berg waren kwam er een wolk, die hen overschaduwde en er klonk een stem uit die wolk: ‘Deze is mijn Zoon, de geliefde, hoort naar Hem.’ Jezus had een intiem moment met zijn Vader. Vervolgens dalen ze af en worden ze geconfronteerd met de realiteit van het leven: een probleem! (zie Marcus 9:14-28) Er is een geweldig tumult. Er staat een grote menigte om de andere discipelen van Jezus en er zijn ook schriftgeleerden bij die heftig discussiëren met de discipelen. Wat is er aan de hand? Een man heeft een zoon die bezeten is. Als de geest hem overweldigt, dan gooit hij hem op de grond, en dan komt het schuim uit zijn mond, hij knarst met zijn tanden en verstijft. Hij is met zijn zoon naar de discipelen gegaan en heeft aan ze gevraagd om die geest bij zijn zoon uit te drijven. Maar het is ze niet gelukt. De man klampt zich nu aan Jezus vast en zegt: ‘Als u iets kan doen, heb dan medelijden met ons en help.’ Jezus antwoord dan: ‘Of ik iets kan doen? Alles is mogelijk voor wie gelooft.’ Vervolgens gebied hij de geest om uit de jongen te gaan en de jongen wordt bevrijd! Waar haalde Jezus dat geloof vandaan? Opnieuw, net als bij Abraham en Sarai: Geloof komt door het horen… Vader had het Hem verteld! Jezus zegt van zichzelf: ‘Waarachtig, ik verzeker u: de Zoon kan niets uit zichzelf doen; hij kan alleen doe wat hij de Vader ziet doen; en wat de Vader doet, dat doet de Zoon op dezelfde manier. De Vader heeft de Zoon immers lief en laat hem alles zien dat hij doet. Johannes 5:19,20 Dit vindt ik zo’n prachtig tekstgedeelte. Jezus was intiem met de Vader. Daar begint het, dat is de basis. En wat gebeurd er in die intimiteit? De Vader laat Jezus zien wat Hij doet. De Vader laat Hem de wonderen in de hemel zien. De Vader laat Hem zien dat Hij die dag een blinde man wil laten zien, een bezetene wil bevrijden, een verlamde weer laten lopen. Wat Jezus deed was niet anders dan de werken te doen die Hij de Vader had zien doen. De genezing van de jongen had Hij al gezien in de Hemel. Zijn taak was om datgene wat zich al in de hemel voltrokken had op aarde zichtbaar te maken. “U wil geschiede gelijk in de hemel alsook op aarde.” Maar er is nog een sleutel. Ook die hebben we al gezien bij Abraham en Sarai: Hij had een onbegrensd vertrouwen in God de Vader. Waarom vertrouwde Hij de Vader? Omdat Hij de Vader kende. Jezus wist dat de Vader Hem nooit zou teleurstellen. De Vader komt altijd zijn beloften na. De Vader heeft alle macht in de hemel en op de aarde! Jezus kende de Vader. Jezus was voortdurend aan de boezem van de Vader. Jezus was voortdurend dicht bij de Vader. Hij kende het hart van de Vader. Hij kende Zijn bewogenheid? Hij kende zijn kloppend hart. Hij kende zijn verlangens, zijn plannen, Zijn wil, Hij kende het karakter van de Vader als geen ander. Daarom vertrouwde Jezus Hem volkomen. Hij was nooit bang, nooit bezorgd, nooit in paniek, nooit wanhopig… Hij wist altijd wat Hij moest doen, want de Vader was altijd bij Hem. Omdat Jezus zo’n onbegrensd vertrouwen in God had, zag Hij nooit problemen, Hij zag altijd mogelijkheden. Hij leefde in een voortdurend vertrouwen dat voor God alle dingen mogelijk zijn. 2
We zien in de evangeliën dat Jezus voortdurend uit de wereld van menselijk beperkingen stapte. Water kan in wijn veranderen. Met vijf broden kun je duizenden mensen te eten geven. Iemand die al 4 dagen in een graf legt kan opstaan uit de dood. Stormen kunnen tot zwijgen gebracht worden. Blinden kunnen genezen worden, verlamden kunnen lopen en een door demonen bezet jongetje kan bevrijd worden!Voor Jezus waren er geen beperkingen. Hij had geloof en Hij zegt tegen de vader van het jongetje… ‘Alles is mogelijk voor wie gelooft’ zegt Jezus. Jezus doet op een andere plaats de volgende uitspraak: “Bij God zijn alle dingen mogelijk… en nu zegt Hij hier: Alle dingen zijn mogelijk voor wie gelooft… Wat betekent dat? Het betekent dat door het geloof de dingen die mogelijk zijn voor God, eveneens mogelijk gemaakt worden voor degenen die gelooft. Geloof is het kanaal dat Gods mogelijkheden tot onze beschikking komen. Door geloof wordt alles wat mogelijk is voor God eveneens mogelijk voor ons. God wil dat wij een gemeente zijn waar we in dit soort geloof wandelen. God wil dat ieder van ons in dat soort geloof wandelt. Hij wil het onmogelijk doen door mensen zoals jij en ik. Hij wil dat ook wij uit de wereld stappen van menselijke beperkingen. Tijdens zijn verblijf bij ons sprak Ken Gott op een bepaald moment over de God is van Abraham, Isaäk en Jakob. Hij deelde toen dat Isaäk de waterputten weer open groef die zijn vader (Abraham) ooit gegraven had, maar die dichtgegooid waren door de filistijnen. ‘De waterputten die in de tijd van zijn vader Abraham waren gegraven en die de Filistijnen hadden dichtgegooid, groef Isaäk weer open, en gaf hij ze dezelfde namen als zijn vader ze had gegeven.’ Genesis 26:18 Ken moedigde ons toen aan om de geschiedenis van ons land in te duiken om te ontdekken welke geestelijke putten er door onze geestelijke voorvaders zijn gegraven en dichtgegooid zijn. We moesten die weer opgraven. Ik heb dit soort boodschappen wel vaker gehoord en er boeken over gelezen, maar ik was daar nooit actief biddend mee bezig geweest. Ook toen Ken het deelde, pakte het me niet. Tot vorige week in aan het wandelen was met God bad ik ‘Heer welke bron ligt er die ik moet opgraven… ‘ Opeens wist ik het en realiseerde ik me dat ik allang met die bron bezig was. Het is een bron die heel dichtbij ligt. Het is een bron die gegraven is in onze stad en uiteindelijk over de hele wereld impact heeft gehad. Corrie ten Boom. Ik werd er warm en enthousiast van. Ja, datgene wat Corrie heeft achtergelaten, in die voetsporen wil ik verder. Die eenvoud, dat simpele vertrouwen in een Machtig God, de schuilplaats die ze geweest was voor de joden die werden vervolgd en vernietigd. Zo heb ik ook een eventuele ‘Sheltergemeente voor ogen. Een schuilplaats zijn voor mensen die worden vervolgd en vernietigd door de boze. Corrie stond bekend om haar kinderlijk vertrouwen dat God voor haar zou zorgen. Corrie wandelde in geloof. Corrie stapt voortdurend uit in geloof, net als Abraham. Ze was bereid om steeds weer een onzekere toekomst in te gaan. God liet Corrie vaak alleen maar de eerste stappen zien die ze moest zetten. En ze ging… Wij willen altijd natuurlijke zekerheden inbouwen. Maar Corrie had maar één zekerheid: het spreken van God. Corrie vertouwde niet op haar eigen inzichten maar stelde haar vertrouwen op God. Ze deed dingen die onlogisch en onverantwoord waren in de ogen van mensen. Ze stelde haar vertrouwen als een kind op God. Ze wandelde niet in aanschouwen maar in geloof. 3
Op een bepaald moment had God haar laten zien welke reizen ze moest maken. Ze moest van Hong Kong naar Sydney, dan naar Auckland, weer terug naar Sydney en vandaar naar kaapstad, Tel Aviv en tenslotte Amsterdam. Toen ze vervolgens de ticket ontving zak ze dat het meisje van het reisbureau een fout had gemaakt. In plaats van haar vanuit Sydney naar Kaapstad en Tel Aviv te laten reien – zoals ze gevraagd had – liet ze haar van Sydney naar Tel Aviv en vandaar naar Kaapstad gaan. Ze belde het reisbureau onmiddellijk op en zei dat ze een fout hadden gemaakt. Het meisje antwoordde toen: Er bestaat geen directe vlucht van Australië naar Afrika, want er is geen eiland in de Indische Oceaan waar het vliegtuig kan landen om te tanken. Daarom moet u eerst naar Tel Aviv en dan naar Kaapstad. Weet je wat Corrie antwoordde: Die route kan ik niet nemen. Ik moet doen wat mijn Baas me heeft opgedragen. Dan zal ik moeten bidden om een eiland in de Indische oceaan. Corry had geloof, omdat God haar verteld had dat ze de reis zo moest plannen. Ze had een onbegrensd vertrouwen in God at het daarom wel goed zou komen. Na een uur wordt ze opgebeld door een opgewonden meisje van het reisbureau. Ik heb net een telegram binnen van de Australische luchtvaartmaatschappij. Ze zijn begonnen de Cocos Eilanden te gebruiken om te tanken. Met ingang van morgen vliegen ze dus direct van Sydney naar kaapstad. Corrie had vertrouwen dat God voor haar zou zorgen. Zo’n gemeente willen we graag zijn. Op een bepaald moment zei God tegen haar dat ze niet meer om geld moest vragen. Ze had heel veel geld nodig voor al haar reizen. Maar weet je wat Corrie zei: ‘Ik ben veel liever een vertrouwend kind van een rijke Vader dan een bedelaar aan de deur van wereldlijke mensen. Ja de Heer is niet alleen mijn herder, Hij is erg rijk. Soms stelt hij mijn geloof op de proef, maar als ik gehoorzaam ben, is het geld altijd op tijd.’ Corrie had vertrouwen dat God ook financieel voor haar zou zorgen? God wil ook financieel voor ons zorgen? Dat betekent dat we Hem moeten vertrouwen. Wanneer de profeet Elia bij de weduwe van Sarefat kwam, vroeg hij haar of ze een stuk brood voor hem te eten had. Ze zei: ‘Ik heb niets meer in voorraad, alleen een handjevol meel in de pot en een restje olijfolie in de kruik. Kijk, ik heb net een paar\taken geraapt om iets te eten te maken voor mij en mijn zoon. Als dat op is, dan zullen wij van honger sterven. Maar Elia zei: ‘Maak u niet ongerust. Doe wat u van plan was, maar bak van wat u in huis hebt eerst iets voor mij en kom me dat brengen.. Daarna kunt u voor uzelf en uw zoon iets klaarmaken, want dit zegt de Heer, de God van Israël: Tot op de dag dat ik weer regen op de aarde zal laten vallen, zal er meel in de pot zijn en zal de oliekruik niet leeg raken. De vrouw ging naar huis en deed wat Elia had gezegd’ En ze hadden elke dag te eten.’ 1 Koningen 17:12-17 God zorgde voor deze vrouw. Zijn had de moed om volkomen op God te vertrouwen. Ze deed in geloof wat de profeet van haar vroeg. Zo wil God voor ons zorgen, maar Hij vraagt ook van ons dat we in geloof doen wat Hij van ons vraagt. Wat vraagt God van ons op het gebied van financiën? Spreuken 3:9,10 zegt: ‘Vereer de Here met uw rijkdom en met de eerstelingen van al uw inkomen. Dan zullen uw schuren met overvloed gevuld worden en uw perskuipen van most overstromen.’ NBG Hebben wij vertouwen in God dat als wij in geloof doen wat Hij van ons vraagt, Hij dan ook voor ons zal zorgen? Maleachi zegt: ‘Stel mij maar eens op de proef – zegt de Heer van de hemelse machten. Breng alle tienden naar mijn voorraadkamer, zodat er voedsel in mijn tempel is, en zie dan of ik niet de sluizen van de hemel voor jullie open en zegen in overvloed op jullie land laat neerdalen.’ Maleachi 3:10 4
De Bijbel spreekt over tienden en offers. Wat is het verschil? Tienden zijn al van God… ‘voor iedereen gelijk’. Tienden waren/zijn bestemd voor de levieten. (zij die dienst deden bij de tempel) Offers Offers waren gaven boven en naast de tienden. Offers warenvrijwillig en naar vermogen. Offers waren bestemd voor de armen, weduwen, wezen, of voor de materiele behoeften van het heiligdom van de Here. Offers kunnen we ook gebruiken voor rondreizende bedieningen en zendelingen. Paulus bedankt de gemeente te Filippenzen voor een gift die zij hem gestuurd hadden. Op dat moment was hij werkzaam in Thessalonica werkzaam. (Galaten 4:15-18) De tabernakel van Mozes en de tempel van Salomo werden beide gebouwd van de vrijwillige offers van het volk. De geest van geven onder Israël was zo groot – en dat onder de wet – dat zij weerhouden moesten worden van geven! Wat zal dat een dienst geweest zijn! Hoeveel groter zou de geest van geven onder de genade en in de nieuwtestamentische tijd behoren te zijn!
Offergave houden Ik wil nog iets voorlezen van wat Corrie ooit gezegd heeft. Iemand zei eens tegen haar naar aanleidingen van de beproevingen die ze had meegemaakt in het concentratiekamp: ‘Ik ben er zeker van dat uw geloof u er doorheen heeft geholpen… Corrie antwoordde: ‘Mijn geloof? Ik weet het niet. Mijn geloof was zo zwak, zo wankel. Het was moeilijk om te geloven. Als alles veilig om je heen is, dan is het gemakkelijk. Maar in dat kamp, waar je je eigen zuster en duizenden anderen van honger ziet omkomen, waar je omringd wordt door mannen en vrouwen die een opleiding in wreedheid hebben, weet ik niet of mijn geloof mij er doorheen geholpen heeft. Nee, het was Jezus. Hij die gezegd heeft: ‘Ik ben met u tot het einde der wereld.’ Zijn eeuwige armen droegen mij er doorheen. Hij was mijn zekerheid. Als ik zeg dat het mijn geloof was, kunt u, wanneer u ontberingen moet doorstaan zeggen: Ik heb nu eenmaal Corrie’s geloof niet. Maar als ik u zeg dat het Jezus was, dan kunt u erop vertrouwen, dat Hij, die mij er doorheen droeg, hetzelfde voor u zal doen. We moeten op Jezus zien: ‘Laten wij daarbij de blik gericht houden op Jezus, de grondlegger en voltooier van ons geloof.’ Hebreeën 12:2 Houd je blik gericht op Jezus, die deze race die we lopen begon en uitliep. Kijk goed hoe hij het gedaan heeft. Omdat hij nooit zijn einddoel uit het oog verloor - die blije aankomst bij en met God kon hij alles aan wat hij onderweg tegenkwam; het kruis, de schande, wat dan ook. En nu is hij daar, op de ereplaats, aan Gods zijde. Als je merkt dat je terugzakt in je geloof, ga dit verhaal dan nog eens na, punt voor punt, die lange litanie van vijandigheid waar hij doorheen ploegde. Dat zal je een adrenaline stoot in je ziel geven! In dit alles of niets gevecht tegen de zonde, hebben anderen erger geleden dan jij, om maar niets te zeggen over wat Jezus doorstond; al dat vergoten bloed!' (Hebreeën 12:1-4 The Message)
5