Reactie 1e informatieronde 2010
Gouda Positief
Oude politiek wint het van Positiviteit Inleiding Volgens ons is het niet toevallig dat sinds de verkiezingen een positieve golf door Gouda gaat. Er zijn de afgelopen weken erg veel initiatieven ontstaan vanuit bewoners en ondernemers om Gouda te laten Groeien en Bloeien. De roep om positieve verandering is enorm, en niet alleen bij onze kiezers! Zelfs onze slogan is al overgenomen door enkele bewoners, Wij vinden dat niet erg, maar juist schitterend, want het gaat ons om het belang van Gouda en niet om onszelf of onze partij. Veel bewoners en ondernemers hebben eenzelfde houding, het gaat om het Gouda waar wij allen zo van houden. Wij als Gouda Positief, met onze kiezers, zouden graag zien dat ook bij de vorming van een nieuw College deze houding, gericht op positieve verandering, wordt overgenomen. Wij moeten helaas constateren dat de positieve “vibe” die door Gouda gaat nog niet is doorgedrongen in de coalitievorming……
Advies heer Ouwerkerk Op 23 maart 2010 heeft informateur Ouwerkerk advies uitgebracht met betrekking tot de vorming van een nieuw college in Gouda. Dit advies heeft hij zorgvuldig tot stand gebracht. Het advies is gebaseerd op de aanbevelingen van alle partijen in Gouda. Uit het resultaat maken wij op dat de meeste partijen veel belang hechten aan het verwerven van een wethouderspositie en daar bij voorkeur hun bestaande kandidaten willen laten zitten. De toekomst van Gouda, dus de stad van ons allemaal, wordt daarmee in belangrijke mate ondergeschikt gemaakt aan persoonlijke of partijbelangen. Partijen en kandidaten hebben zichzelf beoordeeld. Zij zijn zelf tot de conclusie gekomen dat zij de afgelopen periode goed genoeg gepresteerd hebben om te kunnen doorgaan.
Reactie 1e informatieronde 2010
Gouda Positief
De zittende partijen willen vooral doorgaan op de weg van de afgelopen jaren. Daarmee wordt de ernst van de situatie, waarin Gouda onder hun leiding is gebracht, miskend, en men onderkent niet dat er fundamentele aanpassingen qua structuur en kwaliteit in het stadsbestuur nodig zijn. Bovendien wordt de uitslag van de verkiezingen, en dus de stem van de kiezer, genegeerd. Het gebrek aan respect voor de kiezer bij traditionele partijen wordt wederom aangetoond indien de door de informateur voorgestelde combinatie zal gaan besturen. Dit zal het draagvlak voor de benodigde maatregelen van het nieuw te vormen college in Gouda sterk ondermijnen.
Fundamenteel andere aanpak nodig Wij vrezen dat Gouda, mede door toedoen van de zittende bestuurders, bankroet zal raken, cq. onder curatele van provincie en Rijk zal komen. Dat zal vele inwoners en ondernemers de komende jaren heel hard treffen. Alleen een echt fundamenteel andere aanpak van het stadsbestuur kan dit in belangrijke mate voorkomen. Wij als Gouda Positief houden van onze stad. Wij hebben aangegeven in onze gesprekken met de informateur dat wij ons met ziel en zaligheid, in samenwerking met iedereen, voor onze stad en voor ons stadsbestuur willen inzetten. We willen in samenwerking met iedereen zorgen voor het aantrekken en aanstellen van topbestuurders als wethouders, met daarbij een structurele begeleiding van ervaren toezichthouders (de stadssenaat). De zittende partijen willen nu blijven steken in het werken volgens de regels van de oude politiek. Dat betreuren wij in hoge mate en trekken wij ons ook aan : in deze rapportage zullen wij onze vernieuwende aanpak daarom nader toelichten. Indien wij in de oppositie komen zullen wij als Gouda Positief het maximale doen voor onze stad. Wij zullen ons inzetten om onze doelstellingen vanuit onze eigen verantwoordelijkheid maximaal te realiseren. Het op orde brengen van de financiën is een speerpunt waar we het college consequent op zullen aanspreken. Maar ook de veiligheid, het brengen van oplossingen
Reactie 1e informatieronde 2010
Gouda Positief
in plaats van denken in problemen, het verbeteren van het imago van Gouda: onze kiezers mogen op onze inzet rekenen. Misschien is het nog niet te laat. Wij hopen dat partijen zich in de formatieronde alsnog afvragen of het niet beter zou zijn om ten halve te keren (dan ten hele te dwalen). In die situatie zouden wij nog altijd bereid zijn om de samenwerking te zoeken als het gaat om het realiseren van oplossingen. Het gaat ons om Gouda en onze grondhouding is altijd Positief!
Op 26 maart 2010 wordt de aanhef van dit document voorgelezen tijdens de bijeenkomst van de gemeenteraad in Gouda. Vervolgens wordt het rapport als geheel overgedragen aan alle fracties van de partijen in Gouda en aan de pers.
Reactie 1e informatieronde 2010
Gouda Positief
INHOUDSOPGAVE I. DE ONDERBOUWING VAN HET ADVIES VAN DE INFORMATEUR ......................................... 5 II. HET HUIDIGE BESTUUR .................................................................................................................. 12 INLEIDING ................................................................................................................................................. 12 DE DOOR ONS IN DEZE TIJD NOODZAKELIJK GEACHTE KWALITEITEN VAN WETHOUDERS .......................... 13 DE DOOR ONS GEWENSTE BESTUURSCULTUUR .......................................................................................... 18 HOOFDSTUK III. HET GOUDSE BESTURINGSMODEL ZOALS VOORGESTELD DOOR GOUDA POSITIEF .................................................................................................................................... 19 EEN BREED COLLEGE MET PARTTIME PARTIJONAFHANKELIJKE PROFESSIONELE WETHOUDERS ................. 19 DE STADSSENAAT ..................................................................................................................................... 20 HOOFDSTUK IV. ONZE AANBEVELINGEN AAN DE INFORMATEUR ...................................... 22 WAAROM KIEZEN VOOR EEN FUNDAMENTEEL NIEUWE AANPAK ............................................................... 22 LANGE TERMIJN VERSUS KORTE TERMIJN .................................................................................................. 23 POLARISATIE VERSUS COÖPERATIE ........................................................................................................... 24 MAXIMUM VERSUS MINIMUM .................................................................................................................... 25 POSITIE VAN GOUDA POSITIEF .................................................................................................................. 26 DE AANBEVELING VAN DE INFORMATEUR: VOORAL DOORGAAN OP DE BESTAANDE WEG ......................... 27
pagina 4
Reactie 1e informatieronde 2010
Gouda Positief
I. DE ONDERBOUWING VAN HET ADVIES VAN DE INFORMATEUR
De informateur heeft als basis voor de formatie het volgende advies gegeven: “Op grond van de bovengenoemde punten adviseer ik de formateur om in de formatiefase het overleg in te gaan met de volgende zes partijen: 1. PvdA, 2. VVD, 3. CDA, 4. D66, 5. GroenLinks, 6. ChristenUnie” In dit hoofdstuk zullen wij ingaan op de verschillende elementen in zijn onderbouwing.
“Het overleg met deze partijen kan zowel inhoudelijk als getalsmatig leiden tot een college met voldoende draagvlak in de raad, zeker nu de VVD mogelijke obstakels heeft weggenomen. Mocht om programmatische redenen – of afwegingen die de werkbaarheid betreffen (aantal wethouders etc.) - één van deze partijen afvallen dan nog bestaat er voldoende draagvlak voor een collegevorming die recht doet aan het politiek spectrum in Gouda en die kan rekenen op een zekere mate van gedoogsteun in de raad;”
Het aantal zetels van de 6 genoemde partijen is inderdaad meer dan de helft. Of dat een voldoende draagvlak voor de besluiten en voor de werkwijze van het toekomstige college betekent is echter nog maar de vraag. De informateur speculeert bovendien nu al op een toekomstige afvaller tijdens de formatie: dat zal het onderlinge vertrouwen als basis voor de coalitie geen goed doen. Daarnaast speculeert hij op gedoogsteun, waarop niet gerekend kan worden indien twee nieuwkomers met 6 zetels tot een dominante positie in de oppositie gedwongen worden.
“Deze combinatie sluit tevens goed aan bij de wens om – in economisch moeilijke tijden – de ervaring en samenwerkingsbereidheid van de zittende collegepartijen in te zetten als stevige basis voor het nieuwe college;”
Hier zit de crux in de onderbouwing van de informateur. De zittende collegepartijen zien zichzelf als stevige basis voor het nieuwe college. Dit is volstrekt in tegenspraak met de uitslag van de verkiezingen en met de mening van vele bewoners, ondernemers, en
pagina 5
Reactie 1e informatieronde 2010
Gouda Positief
wijkteams/ondernemersorganisaties in Gouda. De zittende partijen zijn van 21 naar 16 zetels gedaald (scheelt 24%) en de ruime meerderheid die men had in het college is gedaald naar een forse minderheid. Die boodschap van de kiezer wordt in de opvatting van zittende partijen grotendeels genegeerd. Wij als Gouda Positief zijn verbaasd dat de zittende partijen zo’n sterke drang naar het vormen van een gezamenlijk blok zouden hebben, wetende in wat voor benarde positie Gouda de afgelopen 4 jaar onder hun leiding terecht is gekomen. Dat “pluchegerichtheid” het wint van visie en het belang van de stad, zelfs in deze tijd, gaat ons begripsvermogen te boven. Wellicht zien wij het teveel als “pluchegerichtheid”, er kan ook sprake zijn van onvoldoende zelfkennis bij de zittende partijen door een systeem van zelfbeoordeling binnen de partijen en hun kandidaten waardoor onvoldoende zicht op zichzelf bestaat.
“De combinatie doet tevens recht aan de verkiezingsuitslag waarbij geldt dat - op grond van het aantal stemmers - drie van de winnaars (VVD, D66 en GroenLinks) bij de formatie kunnen worden betrokken;”
Dit argument is een gotspe. De burgemeester heeft zelf op de verkiezingsavond Trots en Gouda Positief tot winnaars van de verkiezing uitgeroepen. D66 heeft landelijk een gigantische overwinning geboekt, maar in Gouda slechts een zeer beperkte: in relatieve zin is er voor hen zeker geen sprake van een overwinning. Bovendien zit D66 in Gouda verhoudingsgewijs aan de linkerkant. Daarmee is van een invulling van de behoefte van de Goudse kiezer (een verschuiving naar rechts) met een eventuele deelname van D66 aan het college nauwelijks sprake. Groen Links had 3 zetels en heeft weer 3 zetels, weliswaar met enkele honderden stemmen meer; om hen dan als “winnaar” te bestempelen is erg betrekkelijk. En de VVD heeft de 5e zetel in belangrijke mate verkregen dankzij het Telegraaf incident. De zittende partijen hebben de VVD daarvoor “beloond” met een politieke doodstraf voor de lijsttrekker. Om dan te stellen dat aan de verkiezingsuitslag recht wordt gedaan in de beoogde coalitie is naar de mening van Gouda Positief misplaatst. Was dan eerlijk geweest in de onderbouwing door te stellen dat serieus is geprobeerd om een deel van de wensen van de kiezer in de nieuwe samenstelling te bereiken, maar dat dit om uiteenlopende redenen niet is gelukt.
“Voor de overige winnaars geldt dat het verkiezingsprogramma van Trots in wezenlijke mate lijkt af te wijken van de beleidsvoornemens van de overige partijen en dat die partij niet zonder programmatische problemen lijkt in te passen in een breed gedragen collegeprogramma.”
pagina 6
Reactie 1e informatieronde 2010
Gouda Positief
De term “overige winnaars” had zoals aangegeven beter met “echte winnaars” verwoord kunnen worden. Wat wij als Gouda Positief hierbij missen is de erkenning dat de grote opkomst van Trots in Gouda in belangrijke mate een gevolg is van de problematiek op het gebied van veiligheid in het algemeen, en van de criminaliteit van Marokkaanse jongeren in het bijzonder. De informateur had de uit te nodigen partijen voor de formatie minimaal kunnen oproepen om veel meer werk te maken van de veiligheidsproblematiek in Gouda. Trots heeft een “wethouder veiligheidszaken” voorgesteld; wij hebben begrepen dat de VVD ook in deze richting denkt. De informateur heeft bij zijn toelichting op zijn rapport aangegeven dat hij, vanuit zijn eigen burgemeesterservaring, ontraadt om dit te doen in relatie tot het functioneren van de burgemeester. Dat had naar onze mening voor hem geen argument mogen zijn (gezien zijn opdracht, en gezien de ernst van de veiligheidsproblematiek die Gouda nu al lange tijd treft). Het onderzoeken van alternatieve aansturing op veiligheidsgebied is echt een constructieve aanbeveling. Wij als Gouda Positief hadden overigens voorgesteld om een Stadssenator voor veiligheid aan te stellen, iemand van het kaliber van bijvoorbeeld de heer Nordholt, die Gouda echt zou kunnen helpen bij het verbeteren van deze zeer ernstige problemen op het gebied van onze veiligheid.
“Voor Gouda Positief geldt dat de partij programmatisch en qua grondhouding goed zou kunnen aansluiten bij potentiële coalitiekandidaten, maar dat het nagestreefde bestuursmodel voor deze partij zo zwaarwegend is dat niet kan worden afgezien van het in belangrijke mate invoeren van dit model. Dat laatste wordt door nagenoeg alle partijen als niet realistisch ervaren. Dit neemt niet weg dat aspecten van het gepresenteerde model de moeite van het bestuderen waard zijn. Het standpunt van Gouda Positief in deze biedt echter naar mijn mening onvoldoende basis voor deelname aan het formatieproces;”
Nagenoeg alle partijen ervaren ons model klaarblijkelijk als niet realistisch. Dat ons model wordt gehanteerd in bijna alle vormen van organisaties waarin professioneel bestuurd wordt (denk aan ziekenhuizen, die een patiëntenraad hebben voor de inhoudelijke discussie en een Raad van Toezicht voor het bestuurlijke toezicht; scholengemeenschappen die werken met een ouderraad voor inhoudelijke gesprekken namens scholieren en een College van Toezicht voor het bestuurlijke toezicht; bedrijven die werken met een ondernemingsraad namens het personeel en een Raad van Commissarissen voor het bestuurlijke toezicht) is kennelijk nog niet doorgedrongen. Al deze organisaties zouden dan een besturingsmodel hebben dat “onrealistisch” zou zijn.
pagina 7
Reactie 1e informatieronde 2010
Gouda Positief
Natuurlijk is dat onzin. Het scheiden van inhoudelijk toezicht en bestuurlijk toezicht is de norm; het samenvoegen van deze rollen in de gemeenteraad is historisch gezien verklaarbaar maar is echt een uitzondering (en in onze ogen niet zuiver). Wij willen die historische weeffout oplossen. Wat naar onze mening bij de partijen aan de hand is dat is dat men het bestuurlijke toezicht niet wil accepteren, noch dat men erkent dat de gemeenteraad in deze tijd daartoe onvoldoende is toegerust. Ons besturingsmodel is daarmee niet “onrealistisch”, maar het is onwenselijk in de ogen van deze partijen. Zonder inhoudelijk de noodzaak van een professionele bestuursvorm te willen overwegen is deze als “onbekend en dus onbemind” ter zijde geschoven. De informateur geeft aan dat “aspecten van het besturingsmodel de moeite van het bestuderen waard zijn.” Die overweging is ook in onze gesprekken naar voren gebracht. Maar waarom de kracht van onze aanpak aangetast zou moeten worden, alvorens deze serieus is onderzocht, is ons niet uitgelegd. Een beetje zwanger kan niemand worden, en die overweging speelt nu ook voor ons. Soms maak je fundamentele keuzes in het leven en dan moet je daar naar onze overtuiging vol voor willen gaan. Zonder structureel fundament van het stadsbestuur is het treffen van maatregelen uiterst lastig en zeer risicovol, zeker in de bijzonder moeilijke omstandigheden waarin wij als Gouda terecht zijn gekomen. Wij realiseren ons heel goed dat andere partijen niet hebben deelgenomen aan de uitgebreide discussies die wij binnen Gouda Positief hebben gevoerd over het nut en de noodzaak van het kiezen voor een zwaar fundament in het bestuur, met als consequentie het door ons gepropageerde besturingsmodel. Daarom kan men wellicht de achtergrond nog onvoldoende begrijpen. Wij stellen ons daarom echt open om daar uitgebreid toelichting op te geven en, indien de naam “senator” het issue is of indien er argumenten zouden bestaan voor fundamentele verbeteringen van het besturingsmodel, dan staan wij daar zeker voor open. Maar het organiseren van adhoc adviesclubjes, onderwerpsgericht bij elkaar geroepen, in steeds wisselende samenstellingen, zoals voorgesteld in het informatierapport, dat is een “road to disaster”. Dat lijkt wel op steun voor onze ideeën, maar deze halfbakken aanpak is in alle organisaties een heilloze weg gebleken. Een beetje zwanger is niet mogelijk; een beetje professioneel besturen is echt onwenselijk.
pagina 8
Reactie 1e informatieronde 2010
Gouda Positief
“Het advies doet tevens recht aan de verdeling binnen het politieke spectrum van Gouda: Links (PvdA en GroenLinks), Christelijk (CDA en ChristenUnie) en liberaal (D66 en VVD) zijn in deze onderhandelingen vertegenwoordigd;”
Allereerst kun je vraagtekens stellen bij de mate waarin D66 rechts is (terwijl behoefte aan opschuiving naar rechts bij de kiezer aan de orde is). Maar de informateur is in belangrijke mate voorbij gegaan aan de vertegenwoordiging van lokale partijen als onderdeel van het politieke spectrum. Niet voor niets zijn de “lokalo’s” in heel Nederland de grote overwinnaars van de verkiezing geweest. Voor de bestaande landelijke partijen is dit moeilijk te begrijpen want die denken in oude tegenstellingen. Maar het aandeel “lokaal” is echt afwezig in het door de informateur gekozen spectrum.
“De vergelijking van de programma’s toont het beeld van een belangrijke mate van consensus over de belangrijke thema’s voor de toekomst en de omvang van de noodzakelijke bezuinigingen. Daar waar standpunten afwijken lijken die programmatisch overbrugbaar.”
Wij als Gouda Positief zien dit anders. Juist een eventuele consensus over de omvang van de bezuinigingen en de consequenties voor keuzes in de besteding (en dus het te voeren beleid) is niet aan de orde geweest. Het gaat niet om “kaasschaafbezuinigingen”: het gaat om echt hele grote bedragen, met voor betrokkenen die het treft dramatische consequenties. “We willen liever bezuinigen dan belastingverhoging” is gemakkelijk gezegd; wanneer het gaat om ongekend forse ingrepen is het zeer de vraag of voor de plaats waar deze worden opgelegd gezamenlijk draagvlak is, of dat dit er kan komen. Wij als Gouda Positief hebben in onze eerste ronde aan de informateur voorgesteld om eerst met alle partijen te discussiëren over de gewenste inhoud van het gemeentelijke beleid en de aanpak voor de komende jaren. Als consequentie daarvan zou dan gekeken kunnen worden welke partijen zich daar achter zouden scharen. Dus eerst “wat we willen” en daarna pas “wie dat wil” en “hoe we dat willen.” In de wereld van het organisatie advies heet dat beginnen met het nadenken over je visie, je missie en je strategie. Wanneer daar overeenstemming over is kun je praten over de weg om die te realiseren (je tactiek) en de daartoe te nemen maatregelen (operatie).
pagina 9
Reactie 1e informatieronde 2010
Gouda Positief
Men heeft daar niet voor gekozen: het gaat in de informatieronde eerst om “wie-metwie”. Vanwege de omvang van de benodigde ingrepen achten wij het vooruitschuiven van deze keuzes zeer onverstandig. Van vele politici wordt gezegd dat ze geen probleemoplossend vermogen hebben maar wel een sterk probleemdoorschuivend vermogen; dat risico lijkt ook hier aanwezig. Het zittende college heeft geadviseerd om te beginnen met een bezuiniging van circa 5 miljoen. Later in dit document zal daar nader op in gegaan worden. Maar dat dit volstrekt te weinig is mag blijken uit het stuk van Directievoorzitter Ralph Pans van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) in Het Financieele Dagblad van 15 maart 2010: “Gemeenten ontwikkelen scenario’s voor het geval het kabinet besluit dat de gemeentefinanciën worden versoberd [of Gouda dat doet is de vraag, red.]...Wij zeggen: houd er maar rekening mee dat het omvangrijk kan worden. Als het kabinet 20% bezuinigt op het Gemeentefonds dan ontvangen gemeenten 3 miljard euro minder per jaar...Maar zelfs al bezuinigt het kabinet maar de helft daarvan dan is dat nog heel veel. Dan is het verstandig om voor te sorteren op hele stevige maatregelen.”
Vanuit het gebrek aan begrotingsdiscipline in Gouda (zie toelichting verder op) is het tekort op de begroting in Gouda al zeer groot. Wanneer er ook nog zulke ernstige signalen uit Den Haag op ons afkomen, betekent dit dat we waarschijnlijk aan bezuinigingsoperaties van 20-25 miljoen moeten denken. Bij dergelijke bedragen is “het lijkt op consensus in de programma’s” echt veel te optimistisch. Bij drastische ingrepen is de kans op grote tegenstellingen in de keuzes heel groot. Dat het desondanks nodig is blijkt opnieuw uit het betoog van de heer Pans: “Er is in de afgelopen decennia zelden een nieuwe bestuursploeg aangetreden onder zulke moeilijke omstandigheden, want het hele zaakje moet overhoop.”
Naast de impact die landelijke maatregelen hebben op de financiële positie is ook de situatie van de lokale ondernemingen een grote bron van zorg. Lokale banken houden rekening met een faillissementgolf van tenminste 5% (tot soms 30%) en de grotere bedrijven zullen ook nog gaan snoeien in de werkgelegenheid. De kosten als gevolg van extra uitkeringen en bijstand zullen ook voor een belangrijk deel worden afgewenteld op de gemeente.
pagina 10
Reactie 1e informatieronde 2010
Gouda Positief
Gouda Positief is een partij van doeners. We willen weten wat ons te doen staat en dan aan de slag. Dat er echt sprake is van “alle hens aan dek” is duidelijk en vooral daarom zijn wij van mening dat de topkandidaten in ons bestuur zitting moeten nemen.
pagina 11
Reactie 1e informatieronde 2010
Gouda Positief
II. HET HUIDIGE BESTUUR
Inleiding Wij vinden als Gouda Positief dat capabele mensen op wethoudersplekken moeten zitten. Deze mensen moeten “objectief aantoonbaar” beschikken over ervaring en capaciteiten. Dat mensen capabel+ moeten zijn is van groot belang: alleen op de winkel kunnen passen is niet voldoende. Wij willen mensen die het verschil gaan maken. Gezien de complexiteit bij het functioneren op het stadhuis moeten kandidaten beschikken over aantoonbare management ervaring. Deze mensen kunnen in principe van binnen en buiten partijen komen, al heeft voor Gouda Positief een partijonafhankelijke status de voorkeur. Als Gouda Positief hebben wij ons tot dusverre alleen in algemene bewoordingen uitgelaten over het functioneren van het bestuur van de stad. Desondanks zijn onze standpunten door sommige betrokkenen als persoonlijke aanval ervaren, waar het ons niet om een aanval op de persoon is gegaan. Wij vinden echter wel dat we, in het belang van de stad, de wijze van besturen en het niveau van het bestuur, vanuit onze verantwoordelijkheid als fractie in de raad, aan de orde moeten stellen. De zittende partijen hebben zelf regelmatig persoonlijke verwijten gemaakt (ook aan mensen in Gouda Positief). Dat hebben wij als unfair ervaren maar hebben daar mee kunnen leven. De wijze waarop de fractieleider van de VVD is geslachtofferd als gevolg van de informatieronde (een openbare lynchpartij zoals zelden is vertoond) vinden wij echter nog minder respectvol (zowel van potentiële coalitiegenoten als van collega fractieleden binnen de VVD) en het doet afbreuk aan de grote inzet die zij reeds vele jaren voor Gouda betracht. Waarom wij moeite hebben met het aanstellen van zittende politici in het nieuwe bestuur van Gouda zullen wij nu toelichten. De onderwerpen die wij daarbij betrekken zijn leiderschap, verantwoord financieel beleid en communicatie, betrokkenheid en daadkracht, bestuurlijk vermogen en geloofwaardigheid, en draagvlak.
pagina 12
Reactie 1e informatieronde 2010
Gouda Positief
In algemene zin is onze opvatting dat alle betrokkenen over vele kwaliteiten beschikken, en dat wij hen zeker niet in volle omvang willen diskwalificeren. Ook hun intentie tot het bijdragen aan de ontwikkeling van Gouda als onze stad staat buiten kijf. Wij hebben wel moeite met de “baantjesdrang” en het gebrek aan onafhankelijke zelfreflectie. In de politiek is dat zeer gebruikelijk, en het is het zeker geen Gouds fenomeen, maar in de huidige moeilijke omstandigheden van Gouda zou dit niet moeten prevaleren. Waar het ons om gaat is de afweging van de vraag of we er wel voor zorgen dat goede mensen op de goede plaats komen. En niet de vraag of het werk goed wordt gedaan (want dat is veelal het geval), maar de vraag of wel het goede werk wordt gedaan. In ons voorstel aan de informateur hebben wij voorgesteld om niet ons eigen oordeel over de bestuurlijke kwaliteiten van betrokkenen als uitgangspunt te nemen, maar om dit door specifieke deskundigen te laten bepalen in een sollicitatie procedure. Juist omdat wij op een constructieve manier met elkaar verder willen werken. Maar indien dit door de andere partijen wordt afgewezen rest ons niets anders dan zelf kort toe te lichten waarom wij de zittende politici niet de meest geschikte kandidaten vinden. De door ons in deze tijd noodzakelijk geachte kwaliteiten van wethouders Telkens weer vanuit onze overtuiging dat Gouda voor het overwinnen van de crisis voor absolute topmensen moet gaan, kijken wij naar het functioneren van zittende en aankomende wethouders. Nogmaals merken wij op dat de zittende wethouders naar de mening van Gouda Positief veel kennis en kwaliteiten hebben. Het bewaken van processen en procedures, het operationeel aansturen van ambtenaren, het zorgvuldig formuleren etc.: zij beschikken over vele vaardigheden die van grote waarde kunnen zijn voor onze stad in allerlei hoedanigheden. Maar naar onze mening ontbreken een aantal cruciale kwaliteiten in belangrijke mate die nodig zijn ter bestrijding van de crisis, waardoor wij een aanstelling van hen als wethouder in de komende zittingsperiode ontraden.
pagina 13
Reactie 1e informatieronde 2010
Gouda Positief
1. Leiderschap Als eerste kijken wij bij onze analyse van de wethouders naar de aanwezigheid van voldoende leiderschap om ons door de crisis te loodsen. Naar onze overtuiging hebben de zittende wethouders zich in de afgelopen collegeperiode met veel inzet op hun takenpakket gestort, met veel besef van de regels en procedures die daarvoor gelden. Uitgangspunt is daarbij het voldoen aan “datgene wat van een wethouder volgens de regels verwacht mag worden.” In dat besef, en dat van hun collega’s, maakt hen dat tot bekwame bestuurders. Men is zorgvuldig en probeert met de belangen van iedereen rekening te houden. Voor een bestuursfunctie in het nieuwe college kijken wij, vanwege de huidige situatie van Gouda, ook naar de mate waarin voldoende leiderschap aanwezig is. Daarbij gaat het om het komen tot oplossingen die nodig zijn in de huidige tijd van crisis. Wij denken dat dit onvoldoende aanwezig is bij de zittende bestuurders. Als illustratie daarvoor denken wij onder meer aan het incident bij het Miljoenenontbijt in de Goudse Schouwburg, waarbij voor een zaal voor ondernemers één van de wethouders door de heer Ivo Opstelten volledig werd gediskwalificeerd vanwege de opmerking `we moeten eerst wachten tot de crisis weer over is en daarna kunnen we weer in actie komen`. Het was een pijnlijke vertoning. Ook vanuit bewonersorganisaties en ondernemersgremia horen en ervaren wij regelmatig hoe zittende wethouders met onvoldoende overtuigingskracht hun beleid verdedigen voor individuen of groepen mensen. Daarnaast zijn er diverse TV optredens geweest die wij hebben laten beoordelen door een communicatie adviseur. Niet alleen zijn mening maar ook vele meningen op straat hebben ons gesterkt in de gedachte dat het leiderschap van de wethouders niet is gebleken uit hun verbale en non-verbale communicatie tijdens openbare optredens. Het gaat ons er niet om nu eens negatief te doen over de zittende wethouders, maar bij gebrek aan een objectieve beoordeling kunnen wij ons slechts baseren op de mening van de burgers, bedrijven en deskundigen. Wij zouden heel graag een onafhankelijke sollicitatiecommissie instellen die onze toekomstige wethouders gaat beoordelen op leiderschapskwaliteiten.
pagina 14
Reactie 1e informatieronde 2010
Gouda Positief
2. Verantwoord financieel beleid in crisistijd en de communicatie daarover Wij als Gouda Positief zijn zeer geschrokken van het door het zittende college gevoerde financiële beleid en de communicatie daarover. Wederom lichten wij dat toe aan de hand van een illustratief voorbeeld. In de, onder verantwoording van het zittende college, opgestelde programmabegroting 2010-2013 (als “sluitende begroting” gepresenteerd) zijn de volgende prognoses afgegeven: totaal tekort
-2.221 miljoen (2010) -3.172 miljoen (2011) -5.971 miljoen (2012) -5.813 miljoen (2013)
In totaal wordt dus uitgegaan van een tekort van 17.18 miljoen over de aankomende periode van 4 jaar. Dat is zeer ernstig en zal de financiële positie van Gouda sterk onder druk zetten. Dit is echter niet alles, want de volgende aanvullende opmerkingen zijn gemaakt: Dit beeld is exclusief mogelijke tegenvallers op grondexploitaties en zonder tegenvallers bij de leges opbrengsten. Verder wordt er een nadere bezuiniging verwacht als gevolg van rijksbeleid vanaf 2012, deze is in dit overzicht nog niet verwerkt. (pagina 7).
Inmiddels weten we dat het rijksbeleid eerder zal worden bijgesteld en dat het waarschijnlijk heel fors zal veranderen ten nadele van de gemeente. Over de “mogelijke tegenvallers op grondexploitaties en leges” mogen wij geen mededelingen doen. Maar dat de begroting een veel groter voorschot had moeten nemen op de precaire financiële situatie die Gouda mag verwachten is duidelijk. Het inzicht van de naderende hele grote tekorten was bij het college overduidelijk aanwezig; het besluit om daarop tot significante bezuinigingen over te gaan en aldus begrotingsdiscipline te hanteren is onvoldoende genomen. Dat blijkt uit het volgende citaat:
pagina 15
Reactie 1e informatieronde 2010
Gouda Positief
Om te voorkomen dat de exploitatietekorten en daaruit voortvloeiende (richtinggevende) taakstellingen uit de hand lopen, moet de voorgenomen versterking van het weerstandsvermogen (gedeeltelijk) worden stopgezet. (pagina 11).
Feitelijk wordt bedoeld: “We komen veel geld tekort. We zouden daarom volgens de regels aanzienlijk moeten bezuinigen maar daar voelen we niet voor. Daarom gaan we onze reserves maar verder aanspreken.” Van een wethouder financiën moet worden geëist dat hij hier nooit mee akkoord gaat. Hij moet vechten als een leeuw om de uitgaven binnen de perken te houden, en daartoe zo nodig zijn portefeuille beschikbaar stellen. Uit het citaat blijkt dat dit onvoldoende is gebeurd. Bovendien had deze boodschap (“we gaan door met het boven onze stand geld uitgeven”) wel wat duidelijker gecommuniceerd kunnen worden. En tenslotte is de consequentie van dit alles dat het nieuwe college de bezuinigingsachterstand moet repareren terwijl zij al met zo veel extra bezuinigingen wordt geconfronteerd. Voor de wethouder financiën in het nieuwe college bevelen wij aan dat iemand wordt aangesteld die over een echte vechtersmentaliteit beschikt. Keihard knokken en steeds weer nee verkopen aan directe collega wethouders, om zodoende de financiën op orde te krijgen, is naar onze mening van het allergrootste belang. Samenwerking met economische zaken is hierbij essentieel in combinatie met een mentaliteit die meer proactief is, kansen zoekt en weegt in plaats van iemand die controleert of alles klopt. 3. Betrokkenheid en daadkracht Ons bezwaar tegen het functioneren van enkele wethouders is ook de behoefte bij hen aan het zelf willen bepalen van uitkomsten, in plaats van een faciliterende en open houding. Het optreden is daarbij wat regentesk, en gaat voorbij aan de betrokkenheid van bewoners. Als illustratief voorbeeld daarvan denken wij aan het voorstel dat wij als Gouda Positief deden tijdens een verkiezingsdebat bij TV Gouwestad over de opzet van een tijdelijke discotheek. De reactie van de betreffende wethouder was: “Die vind ik lelijk; die wil ik niet, die komt er niet.” Het gedrag van “wij bepalen wel wat er hier gaat gebeuren” is niet in het belang van onze stad; het zou naar onze overtuiging altijd een gezamenlijke verantwoordelijkheid moeten zijn. Wanneer bewoners of ondernemers met goede ideeën voor de stad komen (die de stad ook nog eens niets kosten), zou juist
pagina 16
Reactie 1e informatieronde 2010
Gouda Positief
daadkracht en steun het motto moeten zijn. Zeker in moeilijke tijden moet elk initiatief dat verbetering in de moeilijke situatie brengt, met open armen worden verwelkomd. 4. Bestuurlijk vermogen en geloofwaardigheid Wanneer vanuit de gemeenteraad nieuwe mensen worden aangezocht als wethouder, is Gouda Positief echt van mening dat er naar de bestuurlijke kwaliteiten, de ervaring en de vakmatige professionaliteit moet worden gekeken. Gekwalificeerd zijn als politicus en als raadslid is dan niet voldoende. In deze tijd van crisis is aantoonbare bestuurlijke ervaring en het kunnen werken onder grote druk van het grootste belang. Tevens is het kunnen bogen op geloofwaardigheid van essentieel. De bereidheid tot aanschuiven bij een college dat je 4 jaar hebt bestreden is in dit kader erg twijfelachtig. Wij zullen in ieder geval het onderhandelingsresultaat van deze partijen in een nieuwe coalitie nauwlettend volgen. 5. Draagvlak Soms heeft een kandidaat wel de benodigde kennis en ervaring opgebouwd, maar heeft hij of zij het draagvlak verspeeld. Dat kan gebeuren door gemaakte fouten in het verleden, het onvoldoende passen in een team, etc. Gouda Positief ontraadt ten stelligste de benoeming van kandidaten, waarvan de loyaliteit aan collega fractieleden of aan collega wethouders niet is gegarandeerd. Ook dat is in deze tijd van crisis, waarbij het bestuursteam echt samen moet optrekken en waarbij men voor elkaar door het vuur moet willen gaan, onontbeerlijk. Tevens benadrukken wij dat elke crisis de basis is voor fundamentele vernieuwing. Voor wethouders zou dan niet teveel op mensen uit het verleden moeten worden gewed.
pagina 17
Reactie 1e informatieronde 2010
Gouda Positief
De door ons gewenste bestuurscultuur Gouda Positief stelt zich ten doel om te zorgen dat we in Gouda de beschikking krijgen over een creatief, ondernemend en innovatief gemeentebestuur dat Gouda niet alleen door de aankomende stormen gaat loodsen, maar dat Gouda significant beter en scherper zal ontwikkelen dan andere gemeenten zodat over 4 jaar Gouda een voorsprong heeft op anderen! Wij hopen dat de behoefte aan “change” goed begrepen zal worden. Belangrijke aandachtsgebieden zijn voor ons een wethouder Stadsmarketing, betrokken wijkteams, ondernemers proactief naar Gouda halen, bevorderen van meer evenementen, gezonde financiën, veiligheidssenator, etc. Het doel is een beter en mooier Gouda. Daar moet je de juiste mensen bij zoeken. Om een dergelijk bestuur op een zo objectief mogelijke manier te bereiken hebben wij aan de informateur voorgesteld dat er externe expertise moet worden ingehuurd om te bepalen of kandidaat wethouders voldoende capabel zijn. Niet om mensen persoonlijk te raken; zuiver in het belang van henzelf en van de toekomst van Gouda.
pagina 18
Reactie 1e informatieronde 2010
Gouda Positief
HOOFDSTUK III. HET GOUDSE BESTURINGSMODEL ZOALS VOORGESTELD DOOR GOUDA POSITIEF
In dit hoofdstuk gaan wij in op het waarom en hoe van het besturingsmodel, zoals wij dat propageren. Het is voor ons een zeer belangrijk thema; toch benadrukken wij steeds weer dat het groeien en bloeien van Gouda ons hoogste doel is. Zeker in deze tijden van crisis zien wij een belangrijke versterking van het stadsbestuur wel als een zeer belangrijk middel. Een breed college met parttime partijonafhankelijke professionele wethouders De ernst van de Goudse problematiek, versterkt door de crisis, vraagt dat oplossingen moeten worden gezocht die een breed draagvlak hebben. Een zo breed mogelijke verankering van het collegeprogramma onder zo veel mogelijk partijen dient voor ons als basis. Op gemeentelijk niveau is overigens op vele inhoudelijke onderwerpen de mogelijkheid om tot een gezamenlijke visie en werkprogramma te komen. Rekening houden in de uitvoering met zoveel mogelijk bewoners, vertegenwoordigd in zoveel mogelijk partijen, is ons streven. Het door ons ontwikkelde Goudse besturingsmodel gaat uit van parttime wethouders. Die gaan zich concentreren op een beperkt takendomein waarbij vakkennis en bestuurlijk vermogen het uitgangspunt vormen bij de aanstelling als wethouder. Bijkomend voordeel is dat de beperkte tijdbesteding van de wethouders (wij stellen voor om 7 wethouders te benoemen met een tijdbeslag van 2 dagen per week) brengt met zich mee dat ambtenaren een grotere eigen verantwoordelijkheid krijgen en dat de ambtelijke organisatie sterker moet worden. Vanuit het bedrijfsleven kennen wij uitgekiende methoden om dit veranderingsproces bij de ambtenaren aan te sturen, vanuit de organisatie zelf dus zonder de inhuur van dure organisatieadviseurs. Een extra voordeel ontstaat wanneer wethouders worden aangesteld zonder expliciete politieke affiniteit. Zij nemen geen deel aan het politieke “gekonkel” dat het functioneren kan belemmeren. Dan worden zij beter door bewoners en ondernemers herkend (“one of us”) en wellicht kan dat bijdragen aan het slechten van de kloof tussen burger en politiek. De gemeenteraad, als hoogste orgaan van de stad, stuurt de wethouders aan en zal veel meer dualisme kunnen bedrijven omdat er geen of minder “eigen”
pagina 19
Reactie 1e informatieronde 2010
Gouda Positief
wethouders in het bestuur zitten. Beoordeling zal veel inhoudelijker en ook afstandelijker kunnen zijn, waardoor de kwaliteit van het besturen zal toenemen. De consequentie van parttime wethouderschap is ook dat betrokkenen een aanvullende parttime baan ernaast zullen hebben. Dat biedt ook de mogelijkheid om van de wethouders, die worden aangesteld, te vragen om af te zien van rechten op wachtgeld in de toekomst. Dat fenomeen leidt bij burgers tot veel ergernis en is in tijden van crisis, waarin vele medeburgers hun baan verliezen of hun bedrijf op de fles zien gaan, niet uit te leggen. En tenslotte biedt het parttime wethouderschap de mogelijkheid dat de mensen van het juiste hoge niveau qua vakkennis en bestuurlijke vermogen zich toch opwerpen om de parttime wethouderspost te aanvaarden. Zij hoeven dan hun carrière niet te onderbreken en velen hebben de behoefte om bij te dragen aan de toekomstige ontwikkeling van de stad. Gouda zou daar veel voordeel van kunnen hebben. De Stadssenaat Een belangrijk aspect van het Goudse besturingsmodel is de aanstelling door de gemeenteraad van de Senaat van Gouda (functionerend als stadssenaat). Formeel een adviesorgaan voor de wethouders die als wettelijke status dezelfde basis heeft als een reguliere adviesgroep. Door deze adviesgroep structureel in te richten als “senaat” ontstaat echte betrokkenheid van de leden bij de stad, en worden zij ook herkenbaar voor onze inwoners. Dat maakt de slaagkans van hun bijdrage erg groot. De facto is het de bedoeling dat de betreffende senatoren een rol spelen die vergelijkbaar is aan die van commissarissen bij ziekenhuizen, scholengemeenschappen of grotere bedrijven. Primair de rol van coach van de bestuurders, het inbrengen van langdurige en specifieke kennis en bestuurlijke ervaring, en het bijdragen in het netwerk van bestuurlijke organen. Wij stellen ons voor dat de stadssenatoren, 7 in getal, allemaal een specifieke wethouder als individuele coach ondersteunen. In alle organisaties, waarin dit zo is geregeld, geeft dat een flinke vertrouwensbasis. Daarbij kan de betreffende wethouder gevoelige en inhoudelijk ingrijpende beslissingen eerst toetsen en ze vervolgens met een betere onderbouwing nemen. Daarnaast stellen wij ons voor dat het college van B&W 2 maandelijks het programma en de uitvoering daarvan toelicht aan de voltallige stadssenaat. Dit is analoog aan een
pagina 20
Reactie 1e informatieronde 2010
Gouda Positief
presentatie of toelichting aan een raad van commissarissen of raad van toezicht. De kwaliteit van het stadsbestuur zal daarvan grote (en vergelijkbare) vruchten plukken. Voor de bemanning van de stadssenaat denken wij aan ervaren senior bestuurders, bijvoorbeeld ereburgers, die door de gemeenteraad worden benoemd. Wederom bij voorkeur met een 2/3e meerderheid in de gemeenteraad. Voor de continuïteit denken wij dat het verstandig is om de senatoren te laten rouleren: ze worden voor een 7 jarige periode aangesteld waarbij de gemeenteraad, nadat een senator aftreedt, elk jaar 1 nieuwe senator benoemd (en eventueel aanvullende benoemingen in geval van calamiteiten). De senaat is daarmee een adviesorgaan dat door de gemeenteraad wordt aangesteld en dus een volledig legitiem democratisch instituut. Bij het benoemen van wethouders achten wij een adviserende rol van de stadssenaat van groot belang. Het wordt daarmee mogelijk dat er een kwalitatieve toets plaats vindt van de betrokken personen op het gebied van vakkennis en het bestuurlijke vermogen. Bij het eventueel ontraden van de benoeming helpen we de gemeente Gouda om niet van minder capabele mensen afhankelijk te zijn; bij het aanraden van een benoeming geeft dat aan de betreffende wethouder een steviger fundament en basis in de gemeente.
pagina 21
Reactie 1e informatieronde 2010
Gouda Positief
HOOFDSTUK IV. ONZE AANBEVELINGEN AAN DE INFORMATEUR
Door de ernstige situatie waarin Gouda is beland hebben wij gemeend een uitgebreide aanbeveling te doen die verschillende componenten bevat. Deze zijn besproken met de informateur en schriftelijk toegelicht aan hem en aan de formateur. De strekking van de gesprekken en de correspondentie nemen wij nu op in dit document. Waarom kiezen voor een fundamenteel nieuwe aanpak Om de noodzaak voor echte veranderingen te begrijpen is misschien een analogie verhelderend, en daarbij denken wij aan het Nederlandse volleybal. Gedurende vele jaren gaven de Nederlandse volleyballers altijd aan in persconferenties waarom het Nederlandse volleybal nooit wat zou kunnen worden: alle problemen en moeilijkheden werden uitgediept (geen faciliteiten, geen budget, etc.). Tot op een gegeven moment een handjevol mannen tegen elkaar zei: “Wat moeten we doen om Olympisch goud te halen?” Dat proces begon derhalve met een fantastische ambitie (zeker in de omstandigheden van toen). Vervolgens werden de beste talenten bij elkaar gehaald (een combinatie van 2 stromingen: de Amsterdamse en de Friese). Onderkend werd de noodzaak voor een supertrainer (Arie Selinger kwam). Ze moesten budget hebben (top sponsors kwamen af op die ambitie), en ze zijn als bezetenen gaan trainen. Die aanpak staat bekend als het Bankras model. Een aanpak die nog nooit was vertoond en die veel bloed zweet en tranen kostte. De omgeving heeft de betrokkenen voor idioot versleten, maar ze hebben doorgezet. Dat team haalde overigens zilver in Barcelona; de door hen gemotiveerde jonkies goud in Atlanta. Het betreffende Bankras model was niet het doel van die mannen, maar werd door hen gezien als noodzakelijke voorwaarde om het maximale te bereiken. Ter vergelijk: het gaat Gouda Positief allereerst om de ambitie die we met Gouda willen verwezenlijken: dat is het “groeien en bloeien” in ons motto. Dat we een stad worden met allure, enthousiaste mensen, kansen op werk en ondernemerschap, onderling respect, veiligheid, duurzaam ingericht, gastvrij, bereikbaar, hoogwaardige voorzieningen, een adequaat sociaal vangnet, etc.: kortom, van een probleemstad een topstad worden. (Dat dit mogelijk is bewijst bijvoorbeeld de stad Gent: naar wij hebben begrepen stond 20 jaar geleden het toenmalige stadsbestuur voor dezelfde keuze en
pagina 22
Reactie 1e informatieronde 2010
Gouda Positief
zijn ze met elkaar gegaan voor ambitie. Met respect voor alle groepen is er nu een prachtige stad van gemaakt. Het aanzien van het stadsbestuur is daardoor in Gent nu ook heel erg hoog. Wij moeten dat met elkaar ook kunnen, maar daar is wat voor nodig.) Voor een dergelijk hoge ambitie krijg je mensen enthousiast, ontstaat er positieve passie en betrokkenheid. Maar het vraagt om een aansturing waar de woorden concessie en compromis nauwelijks geaccepteerd kunnen worden. Waar voor de volleyballers het Bankras model het middel was, is het Goudse besturingsmodel in onze ogen een noodzakelijk middel. (Zeker is het niet ons doel: wanneer op gronden van slaagkansen andere modellen beter zouden zijn, staat ons model zeker open voor discussie). Wil je een fundamenteel beter perspectief bieden aan de mensen in Gouda, dan zul je voor een fundamenteel andere aanpak van problemen moeten durven te kiezen. Lange termijn versus korte termijn Onze aanbevelingen hebben wij gedaan vanuit de door ons gewenste einddoelen. “Wat wil je bereiken” is ons vertrekpunt. Dan pas: waar sta je, en vervolgens: hoe komen we waar we wezen willen. In klassieke taal: eerst visie, missie en strategie. Dan pas tactiek en operatie. Tevens zijn wij ambitieus. Waarom gaan voor “van de 3e klasse onderbond naar de 2e klasse onderbond, want dat is al heel wat.” Waarom niet kiezen voor het maximaal haalbare: vanuit die instelling krijgt het leven echt zin. Normaal is er in veranderingstrajecten alleen sprake van een afweging van wat je wilt. Maar nu is het in Gouda alle hens aan dek. We moeten daarom nu ook een afweging van de ernst van de situatie maken. Het gaat momenteel al zo enorm slecht en het toekomstperspectief is zo somber, dat wij oprecht denken dat op ons de verantwoordelijkheid rust om fundamenteel na te denken over de gewenste en noodzakelijke veranderingen voor onze stad. Wanneer de visie en missie is vastgesteld ontstaat een discussie over de weg daarheen. Dat vertaalt zich in een stappenplan waarvan stap 1 voor velen (die niet denken vanuit het einddoel) niet begrijpelijk is. Onze discussie met de informateur ging helaas vooral over “hoe kunnen we de klassieke weg zodanig bijsturen dat we jullie een beetje tegemoet komen.” Wij begrijpen de positieve intentie van zijn kant. Maar wij hebben niet gesproken over de vraag waarom die aanpassing beter zou zijn voor het bereiken van het einddoel. Wij denken oprecht dat de informateur op een aanzienlijk minder kansrijke variant heeft aangestuurd (voor dat einddoel) en dat geeft aanleiding voor onze teleurstelling over zijn conclusies. Wij zien overigens wel degelijk dat zijn voorstellen de
pagina 23
Reactie 1e informatieronde 2010
Gouda Positief
korte termijn acceptatie (en daarmee de korte termijn haalbaarheid bij andere partijen) had kunnen vergroten. Polarisatie versus coöperatie We leven in een tijd waarin tegenstellingen heel erg worden uitgediept. We hadden al links versus rechts (met verschillende gradaties in fundamenten), confessioneel of niet, we hebben de verschillende bevolkingsgroepen die min of meer tegen elkaar in gaan etc. Mensen voelen zich steeds minder thuis in een bepaalde vertegenwoordigende groep. Wanneer we met elkaar een hoge ambitie voor Gouda willen realiseren, doch wanneer daarbij een belangrijke groep in de aansturing zou ontbreken, neemt door gebrek aan draagvlak de slaagkans voor het lange termijn succes enorm af. Aangezien een goed economisch fundament van de stad het absoluut minimum vereiste is, kun je niet anders dan constateren dat daarbij werkgevers en werknemers zich in de ontwikkeling moeten herkennen. Daarnaast speelt in Gouda voor het draagvlak ook mee de betrokkenheid van christelijke partijen. Daarom hebben wij als Gouda Positief gekozen voor een voorkeur voor een brede coalitie. Willen we de komende jaren de problematiek echt oplossen en aan iedereen persoonlijk perspectief bieden dan moeten we op zoek naar intensieve samenwerking. Dat er voor de korte termijn praktische problemen spelen (zoals aarzeling in onderling persoonlijk vertrouwen) zou naar onze mening daaraan ondergeschikt moeten worden gemaakt (en eventueel door bemiddeling van derden worden opgelost). Vanuit de historische achtergrond zijn er voor Gouda 3 fundamenteel verschillende partijen nodig voor het verkrijgen van een breed draagvlak voor de oplossing van onze problemen: de PvdA, CDA en VVD. Bij afwezigheid van een van deze drie is er altijd sprake van een gevoel van “ze doen van alles ten koste van ons” bij een bepaalde groep in onze stad. In deze tijd is D66 van toegevoegde waarde waar het aan komt op bijdragen in de redelijkheid bij het maken van keuzes en processen (daar zijn ze veelal op hun sterkst). De rol van Gouda Positief moet zijn het versterken van de lokale inbreng (als lokale partij) en het aanjagen van de verandering. Dit zouden de kern partijen kunnen zijn. De overige, nog niet genoemde partijen, hebben veelal een rol als versterker van een bepaalde stroming. Je zou kunnen zeggen dat de PvdA de politieke behoefte van de SP en Groen Links mee zou kunnen vertegenwoordigen, het CDA die
pagina 24
Reactie 1e informatieronde 2010
Gouda Positief
van de CU en de SGP, de VVD die van TON, D66 de 50+ partij en wij als Gouda Positief die van GBG. Wij zouden er voor pleiten om ook deze andere partijen mee te laten denken in het collegeprogramma, zodat we een echt breed gedragen traject in gaan. Maar de afwezigheid van 1 van de kernpartijen in het nieuwe stadsbestuur lijkt ons echt geen goede keuze. Maximum versus minimum In onze gesprekken met de informateur kwam ook een belangrijk deel van onze teleurstelling over de insteek van het gesprek: “wat is bij jullie het minimum waarbij je toch nog mee doet”. De titels van betrokkenen (senator, consul, topadviseur) vormen niet ons vertrekpunt; wel de ambitie in de bestuurskwaliteit. Gouda Positief is tot stand gekomen op basis van “nu willen we het echt goed gaan doen en stoppen met doormodderen.” Ooit werd aan Johan Cruijff gevraagd om bondcoach te worden van het Nederlands elftal voor het WK in Amerika. Dat wilde hij doen vanuit de ambitie om dan ook wereldkampioen te worden. Daarvoor stelde hij de eisen om de succeskans maximaal te maken. Toen de bestuurders van de KNVB daar slechts gedeeltelijk op ingingen (“wat wij willen doen is al meer dan dat gebruikelijk is”) heeft hij voor de eer moeten bedanken (Nederland werd vervolgens voortijdig uitgeschakeld, terwijl het om een van de beste spelersgroepen ooit ging). Een enorm gemiste kans. Wat wij als Gouda Positief ambiëren is een intensief traject met alle cruciaal benodigde partijen om ons maximaal voor de toekomst van Gouda in te zetten. Dat is mogelijk, dat is zwaar, maar als het lukt doen we met elkaar echt iets bijzonders. Maar ons gevoel na de gesprekken met de informateur was een inschatting dat op voorhand voor een afzwakking is gekozen. Voor ons zeer teleurstellend, en naar onze overtuiging heeft dat grote gevolgen voor Gouda.
pagina 25
Reactie 1e informatieronde 2010
Gouda Positief
Positie van Gouda Positief De essentie van onze partij is dat we aan fundamentele verbeteringen voor Gouda willen bijdragen. Dat zit in al onze doelstellingen ingebed. Naar de informateur hebben wij ook onze grenzen aangegeven. Wanneer wij voor de keuze zouden komen te staan waarin wij denken dat de fundamentele verbeteringen niet haalbaar zijn, zullen we daar geen verantwoordelijkheid voor (mogen) nemen. Niet naar onze kiezers, niet naar Gouda, en zeker niet naar iedereen die zich voor ons heeft ingezet. Het heeft onze absolute voorkeur om aan de fundamentele verbeteringen van Gouda te gaan werken en de problemen op te lossen. Maar als alternatief komen wij, wanneer wij in de oppositie moeten komen, uit op een traject waarin wij op alle terreinen fundamenteel kritiek moeten leveren. Omdat er waarschijnlijk door het nieuwe college op vele terreinen zal worden doorgeborduurd op de lopende weg, is er voor ons veelal alle aanleiding om die dan ter discussie te stellen. Wij vrezen dat dit tot een verdere polarisatie zal leiden, maar wanneer wij zaken niet fundamenteel (mee) kunnen oplossen, is het onze resterende verantwoordelijkheid om deze fundamenteel aan de orde te stellen. Een voorbeeld: wij zijn van plan om een team van enkele topmensen op financieel gebied te vragen om de financiële positie van Gouda te analyseren. Bij voorkeur zouden wij dat doen als Gouda-breed initiatief met als doel de hiaten en valkuilen te benoemen, de kansen op te sporen en maatregelen te bepalen die significant de financiële positie versterken zonder dat dit als partijpolitieke afweging wordt gezien, en zonder dat dit als verwijt naar zittende bestuurders en ambtenaren wordt geformuleerd. Wanneer de andere partijen daar echter niet voor voelen, zullen wij dit initiatief als Gouda Positief nemen. Alle aanbevelingen zullen dan per definitie als partijpolitiek worden opgevat en de betrokkenen zullen zich dan waarschijnlijk aangevallen voelen. Wij hebben naar de informateur de hoop uitgesproken dat het zover niet hoeft te komen; het ziet er nu echter naar uit dat het wel onze weg wordt.
pagina 26
Reactie 1e informatieronde 2010
Gouda Positief
De aanbeveling van de informateur: vooral doorgaan op de bestaande weg Met als uitgangspunt de werkwijze van het zittende college wordt het nieuwe stadsbestuur gedwongen in een rol van “op de winkel passen” waarbij de winkel er steeds kariger voor komt te staan. De keuze voor “oude politiek” heeft nu echt grote risico’s. Wij op onze beurt zullen hierdoor in de oppositie komen. Wij zullen vervolgens de problemen van het stadsbestuur steeds fundamenteel aan de orde gaan stellen, overigens wel met respect. Baanbrekende successen ontstaan wanneer mensen vanuit een verschillende achtergrond en oriëntatie elkaar opzoeken en een gezamenlijke weg bepalen. Links en rechts bij het akkoord van Wassenaar, of Amsterdam en Friesland bij de volleyballers, en zo zijn er vele voorbeelden. Gouda heeft nu de kans om echt baanbrekend de problemen te lijf te gaan; de aanbevelingen van de informateur (hij kon niet anders door de opstelling van de zittende partijen) kiezen echter voor de bestaande weg met nauwelijks verandering. Echt een gemiste kans. Gouda Positief is een partij van enthousiasme, creativiteit, motivatie en brede samenwerking. Maar ook een partij die fundamenteel haar verantwoordelijkheid wil nemen. In de keuzes en onderbouwing van de informateur zien wij zelf ook geen plaats voor onze partij in het college: de zittende partijen zien nog onvoldoende de noodzaak voor echte veranderingen. Zodra dat besef wel doordringt zullen wij de eerste zijn die samenwerkingsbereid zijn. Zoals altijd gaat het ons om Gouda en blijven wij naar iedereen Positief.
pagina 27