Jouw talent is er thuis
ZORGBROCHURE 2014-2015
Inleiding Op het Ludger College vinden wij een goede begeleiding van onze leerlingen heel belangrijk. In deze zorgbrochure geven wij een overzicht van de voorzieningen die onze school op het gebied van leerlingenzorg biedt.
Zorgcoördinator (ZC) De zorgcoördinator organiseert de zorg binnen de school. Zij coördineert het zorgbeleid, adviseert de schoolleiding, coacht collega’s bij de uitvoering van leerling-zorgtaken, coördineert de rugzakbegeleiding en stuurt het zorgteam en het zorgadviesteam (ZAT) aan. Verder neemt de zorgcoördinator deel aan het Samenwerkingsverband voor zorgcoördinatoren van het voortgezet onderwijs (SZVO) en onderhoudt de contacten met de externe instanties. Zorgcoördinator: mevr. Y. van Bemmel
onderwijskundige zorg Z-uren in alle leerjaren Voor wie: alle leerlingen Tijdens de zelfwerkzaamheidsuren leren leerlingen hun werk te plannen en zelfstandig te werken. Elke week hebben de leerlingen naast de vaklessen een aantal verplichte Z-uren in hun rooster. In de loop van de jaren krijgen de leerlingen steeds meer vrijheid om die uren zelfstandig in te vullen. Ze maken tijdens deze uren huiswerk, werken aan de computer of in de mediatheek, overleggen voor groepsopdrachten etc. In de Z-uren zijn mentoren beschikbaar aan wie leerlingen om extra uitleg kunnen vragen.
Huiswerkbegeleiding Voor wie: alle leerlingen Studeren op school kan op het Ludger College: elke dag van 14.30 tot 17.30 uur. Voor leerlingen die gebaat zijn bij meer hulp dan tijdens de Z-uren geboden kan worden is er, tegen betaling, de huiswerkklas. Begeleiding en tips worden gegeven door een orthopedagoog op het gebied van leren studeren en plannen en organiseren??. Daarnaast is een tutor-leerling beschikbaar voor extra uitleg bij vakken en om te overhoren. Contactpersonen: mevr. M. Freriks en mevr. O. van Setten
[email protected]
1
onderwijskundige zorg Extra begeleidingsuren (IC uren) Voor wie: onderbouwleerlingen die meer begeleiding nodig hebben Onderbouwleerlingen die meer begeleiding nodig blijken te hebben op het gebied van studievaardigheden worden in een kleinere groep begeleid. Dit gebeurt intensief gedurende een korte periode en er wordt doelgerichte studiehulp geboden. We noemen het IC-uren (intensive care-uren). Te denken valt aan leerlingen die meer dan gemiddeld moeite hebben met studievaardigheden zoals plannen en organiseren. Contactpersonen: klas 1: mevr. N. van Andel klas 2: mevr. N. Reuling
2
onderwijskundige zorg Dyslexiebegeleiding Voor wie: alle leerlingen Dyslectische leerlingen hebben in het bijzonder problemen met het lezen en begrijpen van teksten en met het spellen. Op de meeste basisscholen worden leerlingen al getest op dyslexie. Bij de overige leerlingen vindt op onze school alleen een dyslexieonderzoek plaats als het onderwijskundig rapport daartoe aanleiding geeft. Leerlingen met een dyslexieverklaring kunnen op vrijwillige basis coaching krijgen. De coaching begint ongeveer vier weken na de start van het schooljaar. Zo spoedig mogelijk daarna wordt begonnen met de begeleiding van de vermoedelijke dyslecten. Wie dyslectisch is, heeft recht op extra faciliteiten. Zij kunnen dan met een extra-faciliteitenkaart gebruik maken van de bijzondere voorzieningen, zoals meer tijd bij toetsen, het gesproken boek en ICT-hulpmiddelen zoals Kurzweil, dat op een door de leerling zelf aangeschafte computer/laptop geïnstalleerd kan worden, indien de leerling er baat bij heeft. Hiervoor vraagt de school een borgsom. Contactpersonen: mevr. E. Duivenvoorden, mevr. A. Hettema en dhr. H. Koldijk
3
onderwijskundige zorg Examencoaching Voor wie: examenleerlingen die zeer gespannen zijn voor schooltoetsen en landelijke eindexamentoetsen De cursus richt zich op het leren omgaan met spanning bij toetsen. Wat zijn de oorzaken en wat kun je eraan doen. In zes bijeenkomsten leren leerlingen op een andere manier omgaan met deze spanning. Contactpersoon en coach: dhr. P. Miedema
Extra faciliteiten Voor wie: leerlingen met een dyslexieverklaring of met een zorgindicatie Leerlingen met een dyslexieverklaring hebben recht op extra werktijd tijdens het maken van opdrachten en toetsen. Leerlingen met een zorgindicatie kunnen ook recht hebben op meer tijd en/of vergrote opgaven. Soms hebben leerlingen om andere redenen recht op deze extra faciliteiten, zoals aangepaste software, werken met een laptop of een Daisy-speler. Tijdens toetsweken werken deze leerlingen in een apart lokaal. Zij zijn in het bezit van een extra-faciliteitenkaart. Contactpersoon: mevr. C. Weeverink
4
onderwijskundige zorg Aanbod hoogbegaafden (TOM) Voor wie: meer- en hoogbegaafde leerlingen Vanaf 1 vwo tot en met 6 vwo heeft het Ludger College TOM (Trajecten op Maat) voor meer- en hoogbegaafde leerlingen. TOM 1 is een intensief programma voor hoogbegaafden. TOM 2 is de ‘lichtere’ variant voor vwo'ers die meer uitdaging willen en aankunnen. Het programma bestaat uit denklessen (hoe ga je effectief met je begaafdheid om), vakmodules (filosofie, ICT, film, wetenschap, etc.) en projecten naar eigen keuze. Daarbij wordt gerichte groepsgewijze begeleiding geboden. De leerlingen volgen het TOM-programma (drie tot vijf lesuren per week) in plaats van hun reguliere lessen. De TOM-docenten zijn dhr. E. Soontiëns, mevr. A. Hey, dhr. J. Steenbakkers en dhr. B.de Wild. Contactpersoon: dhr. E. Soontiëns
5
sociaal-emotionele zorg Mentor Voor wie: alle leerlingen Elke klas heeft een eigen mentor. Leerlingen die overstappen van de basisschool naar het voortgezet onderwijs krijgen te maken met allerlei nieuwe zaken: zij krijgen les in meer vakken van verschillende docenten en in verschillende lokalen. In het begin is dat even wennen voor de leerlingen en dan is het belangrijk dat zij met hun vragen bij iemand terecht kunnen. De mentor is in deze situatie de meest aangewezen persoon. In alle leerjaren is de mentor het eerste aanspreekpunt en de vertrouwenspersoon voor de leerling en de ouders. Verder geeft de mentor studielessen/mentor-Z-uur en begeleidt hij/zij de klas als leefgemeenschap.
6
sociaal-emotionele zorg Zorg Advies Team (ZAT) Voor wie: leerlingen met een zwaardere sociaal-emotionele problematiek Alle scholen voor voortgezet onderwijs in Doetinchem hebben sinds enkele jaren consultatieteams, ook wel zorgadviesteams geheten. Het zorgadviesteam ondersteunt de school bij het oplossen van complexe problemen bij leerlingen, waarvoor de school geen kant en klare oplossingen heeft. Het betreft dan psychosociale en/of psychiatrische problemen. Het zorgadviesteam bestaat uit interne en externe deskundigen. Het team komt zes keer per jaar bijeen. Vanuit de school zitten de zorgcoördinator, de mentor en eventueel de afdelingsleider in het team. De externe deskundigen zijn de jeugdarts, een vertegenwoordiger van Bureau Jeugdzorg, de orthopedagoog en de leerplichtambtenaar. Op verzoek kan het team uitgebreid worden met andere deskundigen. Contactpersoon: mevr. Y. van Bemmel
7
sociaal - emotionele zorg Zorgteam Het zorgteam komt wekelijks bijeen om leerlingen te bespreken die door mentoren en/of afdelingsleiders zijn aangemeld. Vervolgens wordt bekeken welk hulptraject moet worden gestart om deze leerlingen zo goed mogelijk te helpen. Dit zorgteam bestaat uit zorgcoördinator mevr. Y. van Bemmel, ambulant begeleider mevr. M. de Graaf, pedagogisch medewerker mevr. C. van Vliet, orthopedagoog mevr. L. Wullink en jeugdmaatschappelijk werker mevr. M. Kraaijeveld. Contactpersoon: mevr. Y. van Bemmel
Orthopedagoog Voor wie: leerlingen met specifieke hulpvragen De orthopedagoog geeft leerlingen met specifieke hulpvragen op het gebied van welbevinden, gedrag, werkhouding en leren een tijdelijke professionele ondersteuning. Dit gebeurt zoveel mogelijk op het Ludger College zelf. De orthopedagoog onderzoekt, adviseert mentoren, leerlingbegeleiders en afdelingsleiders, onderhoudt contact met externe deskundigen en geeft begeleiding c.q. (kortdurende) behandeling. Daarnaast heeft de orthopedagoog op het Ludger College een adviserende rol met betrekking tot de toelating van leerlingen met specifieke behoeften en de verdere ontwikkeling van het zorgbeleid. Bij ons zijn werkzaam: orthopedagoog mevr. L. Wullink en pedagogisch medewerker mevr. C. van Vliet.
8
sociaal - emotionele zorg Contactpersonen: mevr. L. Wullink en mevr. Y. van Bemmel
Jeugdarts en assistente Jeugdgezondheidszorg Voor wie: alle leerlingen en in het bijzonder de leerlingen van leerjaar 2 Alle leerlingen uit leerjaar 2 worden uitgenodigd voor een onderzoek door de assistente jeugdgezondheidszorg. Aan de hand van vragenlijsten aan de ouders en de jongeren zelf, eventuele vragen vanuit school, het onderzoek en het gezondheidsdossier vanuit de basisschool overlegt de assistente of de leerling ook nog wordt uitgenodigd door de jeugdarts. Ook de school en de ouders kunnen leerlingen aanmelden voor een onderzoek of gesprek bij de jeugdarts. Relevante gegevens worden besproken met de afdelingsleiders na toestemming van leerling en ouders. Leerlingen uit alle leerjaren kunnen bij de jeugdarts terecht met vragen op het gebied van groei en lichamelijke of psychische gezondheid. Ze mogen komen als op de monitor staat dat de schoolarts op school is of ze kunnen om een afspraak vragen via de mail. De jeugdarts kan ook leerlingen uit alle klassen voor controle oproepen. De jeugdarts is tevens betrokken bij het zorgadviesteam. Contactpersonen: Jeugdarts mevr. E. van den Ingh-Bijlsma E
[email protected]
9
sociaal - emotionele zorg Assistente: mevr. E.Nuyten-Waayer E
[email protected] De contactgegevens zijn: GGD Noord- en Oost-Gelderland, locatie Doetinchem Gezellenlaan 10, Doetinchem, T 088 - 443 32 00 W www.ggdnog.nl Werkdagen: ma-di-do
Vertrouwenspersonen Voor wie: leerlingen met klachten over seksueel misbruik, seksuele intimidatie, fysiek geweld en geestelijk geweld, zoals grove pesterijen In ons land zijn enkele onderwijsinspecteurs belast met de opdracht op te treden als vertrouwensinspecteur, en wel voor klachten over seksueel misbruik, seksuele intimidatie, fysiek geweld en geestelijk geweld, zoals grove pesterijen. Dat geldt ook voor signalen over discriminatie, onverdraagzaamheid, fundamentalisme, radicalisering, e.d. Het landelijke telefoonnummer voor de vertrouwensinspecteurs is: 0900-1113111.
10
sociaal - emotionele zorg Er zijn op onze school enkele vertrouwenspersonen aangesteld, die in eerste instantie de klachten behandelen. De vertrouwenspersoon probeert eerst te bemiddelen. Lukt het niet een oplossing te vinden, dan informeert de vertrouwenspersoon na overleg met de rector de vertrouwensinspecteur. Vertrouwenspersonen handelen met de grootst mogelijke zorgvuldigheid. Vertrouwenspersonen: mevr. J. van Gennip en dhr. J. Jacobs
Beter Omgaan met Faalangst (BOF) leerjaar 1 Voor wie: faalangstige leerlingen uit leerjaar 1 Ongeveer tien procent van de leerlingen in het voortgezet onderwijs heeft last van faalangst. Dit houdt in dat ze door hun angst om te falen zo zenuwachtig of gespannen zijn dat ze slechter presteren op school dan ze eigenlijk zouden kunnen. Het doel van bovengenoemde training is om de leerlingen hulp te bieden bij het leren omgaan met faalangst. Mentoren kunnen leerlingen bij wie ze faalangst vermoeden, aanmelden voor de faalangsttraining. In leerjaar 1 wordt dit gedaan naar aanleiding van de GSV (Geldergroep Schoolbelevingsvragenlijst). Ouders worden samen met hun kind uitgenodigd voor een informatieavond. Zij beslissen of hun kind wel of niet deelneemt aan de training.
11
sociaal - emotionele zorg De training zelf bestaat uit een achttal bijeenkomsten in de tweede helft van het schooljaar. Deze training wordt gegeven door dhr. R. Janssen en mevr. L. Wullink Contactpersoon: dhr. R. Janssen
Beter Omgaan met Faalangst (BOF) leerjaar 3 Voor wie: faalangstige leerlingen uit leerjaar 3 De GSV-test in leerjaar 3 geeft de mentor vaak voldoende aanleiding om leerlingen te adviseren deel te nemen aan de cursus faalangstreductie. De inhoud is vergelijkbaar met de cursus in leerjaar 1 maar wordt nu gegeven door dhr. E. Bitter en mevr. L. Wullink. Contactpersoon: dhr. E. Bitter
12
sociaal - emotionele zorg Sociale Vaardigheidstraining (SOVA) leerjaar 2 Voor wie: minder sociaalvaardige leerlingen uit leerjaar 2 Voor sommige leerlingen is het niet vanzelfsprekend dat zij gemakkelijk contact maken. Leerlingen die sociaal minder vaardig zijn, kunnen een sociale vaardigheidstraining op onze school volgen. Tijdens deze training krijgen leerlingen handreikingen aangeboden om gemakkelijker om te gaan met bijvoorbeeld verlegenheid, het innemen van een eigen plek en de weerstand in sociale contacten. In overleg tussen mentor, leerling, ouders/verzorgers, schoolorthopedagoog en soms externe hulpverlening wordt besloten of een leerling deze training van ongeveer acht bijeenkomsten gaat volgen. De training in leerjaar 2 wordt gegeven door mevr. A. Postma en dhr. R. Janssen. Contactpersoon: dhr. R. Janssen
13
sociaal - emotionele zorg Bijzondere leerlingbegeleiding ( BLB ) Voor wie: leerlingen met sociaal-emotionele problemen Een leerling met sociaal-emotionele problemen kan begeleiding krijgen van een leerlingbegeleider. Deze geeft advies en/of hulp. De leerlingbegeleider kan naast een luisterend oor ook praktische hulp bieden. Hij streeft ernaar binnen maximaal vijf gesprekken het probleem samen met leerling en ouders op te lossen of, wanneer dit niet lukt, samen te zoeken naar een externe oplossing (huisarts, psycholoog, Bureau jeugdzorg, Younieq of bij een huiswerkinstituut). De mentor of afdelingsleider meldt de leerling schriftelijk aan bij het zorgteam. Leerlingen en ouders kunnen zelf ook contact opnemen. De leerlingbegeleiders zijn: mevr. H. van den Bosch, dhr. P. Miedema, mevr. M. Scheers en dhr. R. Janssen Contactpersoon: mevr. H. van den Bosch
Leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte Wanneer bij de overdracht van leerlingen uit groep 8 van de basisschool, door de groepsleerkracht, aangegeven wordt dat een leerling extra ondersteuningsbehoefte heeft, worden de ouders uitgenodigd voor een afstemmingsgesprek. Bij dit gesprek zijn de afdelingsleider en orthopedagoog aanwezig. Samen met de ouders wordt bekeken welke ondersteuning wenselijk is en of dit door de school geboden kan worden. Contactpersoon: mevr. Y. van Bemmel
14
sociaal - emotionele zorg Verwijsindex De verwijsindex is een databank waarin diverse instanties (school, leerplichtambtenaar, jeugdzorg, maatschappelijk werk, politie, justitie e.d.) een jongere kunnen registreren. Zij doen dit wanneer zij vermoeden dat er sprake is van meervoudige problematiek. Daardoor kunnen hulp- en dienstverleners eenvoudig en in een vroeg stadium contact met elkaar opnemen voor efficiëntere hulp aan jongeren. Zo kan men informatie met elkaar uitwisselen en afspraken maken over de coördinatie van de zorg aan de jongere. Indien de school besluit een registratie te doen, worden de ouders hiervan op de hoogte gesteld. Indien twee instanties met elkaar in overleg willen treden, moeten de ouders hiervoor toestemming geven.
Protocol verwijsindex De mentor of de afdelingsleider brengt de leerling in bij het zorgteam. Het zorgteam geeft advies aan de mentor en de afdelingsleider. Een van die adviezen kan zijn dat de mentor de leerling moet inbrengen in het zorgadviesteam. De mentor vult hiertoe een formulier in dat hij ontvangt van de zorgcoördinator. In het zorgadviesteam wordt bepaald of er een registratie moet worden gedaan bij de verwijsindex. De zorgcoördinator doet vervolgens eventueel de registratie. Wanneer er een match ontstaat, nemen de betrokken instanties contact met elkaar op.
15