JONGEREN IN EEN ONTSPOORDE MAATSCHAPPIJ Gusty van Wijngaard Voor vragen en de volledige scriptie:
[email protected] Zo rond de leeftijd van 14 jaar gebeurt er iets met onze kinderen. Je kan het een strijd naar zelfstandigheid noemen, of puberteit. Meestal ontwikkelt zich na een paar jaar een blijvend karakter. In mijn beleving zijn er drie soorten processen. 1. Er is een groep waar het redelijk ongemerkt gaat. Ze blijven de dingen doen die ze al deden. Ze ondergaan alles min of meer gelaten. Blijven trouw naar school gaan en hun huiswerk maken, gaan mee naar verjaardagen en familie-uitjes. Ze zuchten en steunen, maar doen wat er van hen verwacht wordt. 2. Een tweede groep is nog redelijk hanteerbaar. Ze zijn geneigd zich bij de derde groep aan te sluiten maar er is toch iets in hen wat gezond verstand genoemd zou kunnen worden. Hun interesses verplaatsen zich wel maar uiteindelijk komt ook deze groep op zijn plek terecht. Meestal is dit na het voltooien van het voortgezet onderwijs. 3. De derde groep is extreem en gooit hun toekomst weg. Scholen worden zelden afgemaakt, en lukt dit, dan is alle eer voor de school en niet voor het kind. Dan is er een leraar die zich verantwoordelijk voelt voor dit kind en het door het examen heentrekt. Deze jongeren zijn vaak agressief en gebruiken drugs. Ze hebben de grootste moeite terug te keren in onze maatschappij. Ze zijn eenzaam en hebben een diep verdriet dat ze niet herkennen of niet begrijpen. Eigenlijk zijn ze op zoek naar geborgenheid en regelmaat, maar ergens hebben ze die boot gemist. Dit komt pas in een tweede sessie naar voren. Over deze laatste groep gaat mijn scriptie. Deze groep lijkt momenteel groter dan ooit. Ze voelen weerzin tegen deze maatschappij. Ze voelen zich er buiten staan. Ze hadden als kind een toekomstbeeld dat niet veel anders was als dat van de eerste twee groepen. Ook deze groep heeft de basisschool doorlopen en tikkertje gespeeld. In mijn onderzoek wil ik erachter komen waardoor ze hun spoor verliezen en of regressie- en reïncarnatietherapie deze groep kan helpen. Mijn doelgroep zijn jongeren van rond de twintig. Op deze leeftijd ervaren ze dat ze te ver zijn afgedreven. Hier slaat vaak de eenzaamheid toe en het machteloos afopen van het spoor die ze hebben gekozen. Negen personen werken aan mijn onderzoek mee.Van vier doe ik uitgebreid verslag. Ik wilde twee sessies met ieder doen.Vrij snel heb ik dit voor enkelen veranderd in drie sessies. Na de eerste sessie krijgen ze inzichten. Hierop gaan ze prompt een gesprek aan met hun ouders. In de tweede sessie lijkt het probleem boven te komen en in de derde sessie vind ik de oorzaak, de wond. Ook kan ik in deze laatste sessie een stuk therapie doen. Waar wil ik achter komen? • Is het spoor dat ze kozen deel van het levensplan? Zo ja, wat denken ze hiervan te leren? Zo nee, wat was dan wel het levensplan en hoe is hun spoor hierin te passen. Of was er wel een levensplan? • IWelk moment in het huidige leven was bepalend voor dit spoor? Wat was de trigger? • IHoe effectief is deze vorm van therapie is voor deze jongeren? En hoe kan je die het beste toepassen? In de eerste sessie blijf ik in dit leven en probeer het moment te vinden dat bepalend is. In de tweede sessie ga ik terug naar de geboorte, de zwangerschap en het tussenbestaan. Ik wil ontdekken met welke intentie ze dit leven zijn begonnen en of we een levensplan kunnen vinden. Na die sessie heb ik een duidelijk beeld van het ontstaan. In de derde sessie komt de wond naar boven en kan deze geheeld worden.Voorafgaande
1
aan de eerste sessie vullen de jongeren een vragenlijst in. Het volgende hoofdstuk vat de antwoorden samen. Een paar weken na de laatste sessie neem ik nogmaals contact met ze op. Waarom heb ik voor deze groep gekozen? Ik heb voor deze groep gekozen omdat ik weet waar ze zitten en waar ze doorheen moeten. Ik begrijp ze. Hierdoor voelen zij zich sneller begrepen en schaamte valt weg. Er ontstaat snel wederzijds vertrouwen waardoor ik eerlijke antwoorden krijg en ze ook makkelijker in trance komen. Zelf ben ik een trotse moeder van twee kinderen in deze leeftijdsgroep. Hun vrienden en kennissen behoren tot mijn doelgroep.Vele van hen zijn bij mijn thuis geweest en maken dankbaar gebruik van mijn verzoek mee te werken aan mijn onderzoek. Verder heb ik via het internet jongeren benaderd aan mijn onderzoek mee te werken. Reguliere hulp Over de groep die ik als object heb gekozen zegt het Riagg: Individuele psychotherapie met de jongere kan geadviseerd worden.Voorwaarde is dat de jongere zelf een oplossing kan en wil zoeken voor zijn/haar problemen.Voorbeelden van klachten zijn: depressieve buien, zelfmoordgedachten, verwerking van het verleden, extreme verlegenheid/zich terugtrekken, zich niet los van thuis kunnen handhaven op school of werk, extreme angsten en fobieën. Een individuele psychotherapie vindt een keer per week of eens in de veertien dagen plaats. De jongere bespreekt met zijn therapeut zijn of haar problemen, de achtergrond van deze problemen én mogelijke oplossingen. De ouders worden incidenteel bij de therapie betrokken. Dit kan op verzoek van de jongere, de ouders of van de therapeut. Een psychotherapie bij jongeren kan enkele maanden duren en in een enkel geval langer dan een jaar. M. heeft op aandrang van haar moeder een paar keer het Riagg bezocht. Hierdoor wist ze heel mooi haar kindertijd te omschrijven: Mijn broertje was een huilbaby en mijn zusje het lievelingetje. Ik had liefde nodig en die heb ik daardoor niet gekregen. Ze dacht dat haar moeder misschien meer aan een Riagg-bezoek zou hebben dan zij ooit gehad heeft. L. heeft 2 bezoeken bij het Riagg gehad. Ze heeft toen voornamelijk gesproken over thuis, hoewel het naar haar mening alles te maken had met op de verkeerde verliefd worden. Een luisterend oor is prettig. En is het altijd fjn een uur over jezelf te mogen praten zonder tegengesproken te worden. Maar na het uur ga je met je verwondingen weer naar huis. Op steeds meer sites kom ik EMDR aan. Dit heeft te maken met het bewegen van de ogen. De EMDR is afgeleid van het buiten lopen in de natuur. Dan beweeg je gedachteloos met je ogen heen en weer en na een goede wandeling voel je je bijna altijd een stuk beter. Geen van mijn cliënten heeft deze manier echter ondergaan. Verder is de aanpak verandering van gedrag, denken en gewoonten. Dit zal zeker wel eens resultaat hebben, maar inzicht waarom iemand op een bepaalde manier denkt en doet ontbreekt. Mede hierdoor duurt het proces meestal lang. B. heeft jaren bij psychiaters en psychologen gelopen. Na zijn zelfmoordpoging heeft hij een aantal weken intern gezeten. Het lijkt wel of ze zitten te raden en te gokken. Probeer dit eens. En als dat niet werkt, komen ze met een volgend idee. Als hij de deur uitliep, had hij nooit het gevoel opgeschoten te zijn. Tijdens de regressies viel hem op dat altijd de juiste vraag of opdracht werd aangegeven. Na één sessie bij mij zei hij geen hulp meer nodig te hebben van de reguliere zorg. Ikzelf heb ooit drie maanden in een psychiatrisch ziekenhuis gezeten om af te kicken. Ik kan me niet herinneren een echt gesprek met een psychiater of psycholoog te hebben gehad. Zes weken isoleercel had ik en ik ben ontluisd. Meer konden ze niet doen. Dat was weliswaar1974, maar is er sindsdien veel veranderd?
2
Verschillende sites over verslaafdenzorg heb ik bezocht en het is nog steeds de zelfde soort hulp. • Het afbreken van de persoonlijkheid om daarna een nieuwe te vormen. Dit gaat in de vorm van haren afknippen en andere kleding.Vervolgens krijg je de opdracht je levensverhaal te schrijven waarop ze het ego proberen onderuit te halen. Ook wordt de persoon uit zijn eigen omgeving gehaald. Deze manier van afkicken vergt erg veel doorzettingsvermogen er zijn er dan ook maar weinige die het op deze manier permanent redden. • Nieuwe vrienden maken. Wat een verslaafde verslaafd doet blijven is bijna altijd ‘de scene’, de lotgenoten om hem heen. Door deze groep te vervangen voor een andere groep kan het resultaat heel behoorlijk zijn. Maar zodra iemand genezen is verklaard, komt hij ook weer los van deze nieuwe kring. De kans is dan ook groot dat iemand alsnog terugvalt als er niet op tijd weer vervanging voor gekomen is. Geen van mijn personen heeft ervaring gehad met deze vorm van hulpverlening. Algemene hulp is van bv. de GGD (o.a. in Utrecht). Er is daar een hostel voor verslaafden. De beheerder van het hostel biedt zorg op maat door deskundig personeel. Daarbij vermijdt hij drang zoveel mogelijk, maar 'verleidt' de bewoners gebruik te maken van het aanbod. Hij streeft laagdrempeligheid na door het aanbieden van de juiste combinatie van: • • • • • •
een woonplek, een structuur (dag-/nachtritme), toegankelijke begeleiding, zorg op maat, behandeling, de 'juiste' bejegening.
Dit soort hulp bestaat al heel lang. Het verzorgende en hygiënische gedeelte is uitstekend, maar leidt zelden tot terugkeer in de maatschappij. De sessies Vragen voor de eerste sessie waren: 1. Als je teruggaat naar de tijd dat je zo acht bent, wat voor een kind ben je dan? Omschrijf jezelf eens. • 2 omschrijven zichzelf als verlegen en teruggetrokken. • 7 zijn spontane en actieve kinderen die graag met andere kinderen spelen en graag buiten spelen. 2. Wat was de daadwerkelijkse aanleiding dat je aan regressietherapie begonnen bent. Door vrienden, door de omgeving of kwam het uit jezelf? • 4 leggen de aanleiding bij de ouders • 5 hebben zich door vrienden laten meeslepen. 3. Als je terugkijkt naar deze periode, wat is je algemene gevoel? Wat is je dan het meeste bijgebleven? Wat heeft de meeste impact op je gehad? • 1 kijkt met een goed gevoel terug; vooral de kameraadschap onder vrienden is hem bijgebleven. • 2 zien het als een harde levensles waarin ze veel geleerd hebben. • 3 voelen verdriet om de eenzaamheid die ze voelden. • 3 herinneren zich vooral boosheid en negativiteit. 4. Als je iemand de schuld hiervan zou kunnen geven, wie zou je de schuld geven? Hoe ga je hiermee verder? • 3 leggen de schuld bij hun ouders. • 5 leggen de schuld bij zichzelf • 1 wist geen antwoord te geven. Op het tweede deel van de vraag bleven ze allemaal het antwoord schuldig. 5. Als je terugkijkt naar de laatste jaren, hoe zou je jezelf omschrijven? Wat voor iemand was of ben je? • 2 omschrijven zichzelf als verdrietig en down.
3
• 3 omschrijven zichzelf als agressief en egoïstisch • 1 omschrijft zichzelf als onzeker. • 3 omschrijven zichzelf als tof en stoer. 6. Wat vind je het meest positieve van je huidige levenssituatie? En wat het minst positieve? Positief: • 1 haar dochtertje die haar een doel in haar leven geeft. • 1 dat de wisselwerking met de ouders is verbeterd. • 3 de nieuwe relatie • 2 vast werk hebben • 1 het ondervinden van goed en kwaad. Negatief • 4 zijn bang voor de emoties die naar boven kunnen komen. • 5 konden of wilden hier geen antwoord op geven 7. Wat is je gevoel over de toekomst? • 3 beseffen dat ze er hard aan moeten trekken. • 1 moet aan veel verplichtingen voldoen. • 2 zijn gematigd. • 3 verwachten veel goeds. Michel M. is een jongen van 25 jaar.Voor zijn gevoel heeft hij als kind enkel straf gehad. Kamer arrest. Eerst nog met tv en speelgoed. Op den duur ging er steeds meer weg tot hij enkel nog maar kon zitten. Als hij twaalf is, gaat zijn moeder weg en blijven hij en zijn zus bij zijn vader. Hij heeft het zijn moeder nooit vergeven. Nooit meer ging hij naar haar toe. Ook als zijn zusje later het contact met hun moeder oppakt, blijft hij weigeren. Inmiddels is zijn moeder overleden. Hij weet haar sterfdag niet en is ook niet naar de begrafenis geweest. Als zijn vader een nieuwe vriendin krijgt verbreekt hij op een gegeven moment ook het contact met zijn vader. M. is dan 15 jaar. Roken en blowen begint al met 12 jaar. Met 15 jaar wordt hij van school gestuurd. Zijn eerste huis is hij uitgezet door geldproblemen. Sinds twee jaar heeft hij weer een eigen huisje en zijn grootste angst is dit kwijt te raken. Ik mag niet met de politie in aanraking komen, anders raak ik mijn huis kwijt. Ik moet werk hebben anders raak ik mijn huis kwijt. Momenteel is hij steigerbouwer. Hij heeft de ruimte en vrijheid nodig. Zijn grootste angst is in de gevangenis te belanden. Wiet gebruikt hij dagelijks (ook tijdens zijn werk) en cocaïne bijna elk weekend. Ook de andere drugs kent hij uit ervaring. De dagelijkse wiet heeft hij nodig om zijn woede te onderdrukken. Deze woede voelt hij smeulen en hij is er bang van. Tot zijn twintigste ongeveer reageerde hij deze woede af met vandalisme en vechtpartijen, in groepsverband of alleen. We doen drie sessies. De eerste sessie lijkt in het teken van zijn moeder te staan. Hij krijgt veel beelden en symbolen die met haar te maken hebben. M. kan haar niet vergeven en geeft haar geen kans voor toenadering. Na energie-uitwisselingen sturen we haar dan ook weg. Op dat moment raakt M. even bezorgd en vraagt of hij haar alsnog kan vergeven als hij er klaar voor is. Dat dit kan geeft hem rust. Als zijn oma Fie verschijnt wordt M. emotioneel en wil haar niet laten gaan. Hij heeft haar nodig om uit de gevangenis te blijven, geen gekke dingen te doen. We maken de afspraak dat ze blijft zolang als M. haar nodig heeft en zolang het oma Fie haar eigen groei niet in de weg staat. Wel zal ze buiten M. zijn energie blijven en M. zal luisteren naar haar goede raad. Bij de tweede sessie gaan we terug tot voor de conceptie. Hierin gaat M. makkelijk mee, enkel rond zijn vierde jaar is een leegte. Eigenlijk zou hier een sessie op gedaan moeten worden.
4
Als we in het tussenleven komen, zegt M. dat zijn levensdoel is: Het nu goed doen en gelukkig worden. Dit komt op mij over als een herhaling van een levensles. Toen ik hierop door wilde gaan, schoot M. in een kort leven van zijn huidige gids waarin hij diens gids was. (onbewust ontwijken?) In het nagesprek vertelt M. over zijn woede die diep in hem zit en waar hij bang van is. Deze woede onderdrukt hij door het roken van wiet. We spreken af dat we dit in de derde sessie zullen behandelen. M. zijn woede neemt de gestalte aan van een legopoppetje. Deze zet hij op het dressoir en kijkt ernaar. Dit poppetje draait en tolt en slaat zichzelf met voorwerpen. Het lijkt razend.Vervolgens komt er een leven van een man. Een rustig leven, de man is getrouwd heeft kinderen en werk. Hij overlijdt vreedzaam. Deze man ziet M. vervolgens in de hoek van de kamer staan als hij als babytje door zijn vader in bad wordt gedaan. Zijn vader zit op een stoel naast hem en houdt hem vast. M. geniet van dit beeld. Plots ervaart M. dat zijn vader hem onder water houdt. Dan een zucht: Hij kan het niet…..en M. wordt weer boven water gehaald. Op het moment dat M. boven komt en zijn levenslucht inademt, zuigt hij de entiteit mee naar binnen. Ditzelfde moment neemt zijn vader hem zijn geborgenheid af. Opmerkelijk is dat M. naderhand aan mij vroeg wat het woord geborgenheid betekende, hij kende dit woord niet. De entiteit die M. naar binnen zoog, kon niet meer weg. Dit veroorzaakte de toestand die zo beeldend is in het legopoppetje. Zijn vader had zijn geborgenheid afgenomen. Wanneer zijn vader zich van hem afdraait omdat hij een nieuwe vriendin heeft, ervaart M. geen geborgenheid meer bij zijn vader. Siendsdien is hij hiernaar op zoek. Een huis geeft ook geborgenheid. Zijn eerste huis wordt hij uitgezet. Nu is hij bang zijn huidige huis te verliezen. Toen zijn moeder wegging, is M. drugs gaan gebruiken. Dan is hij pas twaalf jaar, opmerkelijk jong. Als hij met 15 jaar zijn geborgenheid niet meer kan ervaren raakt hij stuurloos. Dan is er een aanhechting die niet weg kan en daardoor obsessief wordt. M. is nog lang niet klaar met zichzelf. Eigenlijk zou hij nog verschillende sessies moeten ondergaan. • Zijn vader die hij haat . • Zijn moeder die hij niet kan vergeven. • De periode rond zijn vierde jaar zou goed bekeken moeten worden. • Het leven dat bepalend is voor het levensdoel: “Het nu goed doen”. • Verder heeft hij een dwang te slopen, hiervan gaf hij zelf aan er eigenlijk is naar te willen kijken. Alle keren is er iets met de opnamen. Bij de eerste sessie stopt deze na vijftien minuten. Bij de tweede sessie is na drie kwartier de batterij leeg. De derde sessie, zorgvuldig in de computer gezet, is gewoon verdwenen. Als ik M. na 2 maanden bel is hij opstandig. De euforie is inmiddels gezakt en M. is gewend aan zijn huidige gemoedstoestand. Ik had de indruk dat ik hem verraste met mijn telefoontje.Vermoedelijk was hij stoned, verder voelde hij zich moe. Als je terugdenkt aan de periode tussen de laatste sessie en nu, wat is er veranderd? Het eerste dat hij zegt, is dat er niets veranderd is. Na doorvragen komen er echter opmerkelijke antwoorden: • Hij is gestopt met cocaïne omdat hij er geen behoefte meer aan heeft. • Hij neemt geen wiet meer mee naar zijn werk. Hij is hierdoor overdag wel sneller boos. • Zijn moeder heeft hij vergeven. Hij voelt enkel spijt dat ze er niet meer is. Dit neemt hij haar moordenaar erg kwalijk. Zijn er nog inzichten gekomen n.a.v. die 3 sessies? Hij begrijpt meer dingen; alles is meer op zijn plek gevallen. Hij weet dat hij nog veel heeft om aan te werken.
5
Mariska M. is een meisje van 22 die veel liefde nodig heeft. Ze krijgt niet genoeg van haar ouders. In het gezin wordt ze aan haar lot overgelaten. De ouders lijken meer betrokken te zijn op hun andere twee kinderen. Deze zijn beiden jonger als M. Op de basisschool is ze gepest. Als ik hierop doorvraag, blijft ze erbij dat ze er nooit echt mee zat. Na de basisschool haalt ze haar diploma bij het LBO, maar tijdens het eerste jaar op de MBO strandt ze. Met seks is ze er heel vroeg bij. Het is een manier om aandacht en liefde te ervaren. Na het krijgen van haar dochtertje is deze drang er niet meer en gaat al haar liefde naar haar dochtertje toe. Een poosje terug heeft ze weer even bij haar ouders gewoond. Momenteel woont ze weer samen met de vader van haar kind. Haar voorkeur gaat uit naar hasj, maar wiet is ook goed. Aan wat zwaarders heeft ze nooit willen beginnen; enkel een pil bij een feest.Vanaf haar 18de gebruikt ze dagelijks hasj en wiet. Over geweld is ze terughoudend. Ze zegt af en toe in elkaar geslagen te zijn door haar vrienden. Momenteel heeft ze zware geldproblemen. In haar prostitutietijd had ze het fnancieel goed, maar dat boeide haar toen niet. In de prostitutie is ze ingerold. Ze woonde in bij een bevriend stel. Hiervan werkte de vrouw als hoer. Na een korte periode ging M. toen ook dit beroep uitoefenen. Dit was zonder dwang. Hoereren gaf haar de aandacht die ze nooit had gekregen. Ze heeft het ongeveer acht maanden gedaan. Toen is ze terug naar huis gegaan en was er klaar mee. Inmiddels was ze zwanger van haar dochtertje. Dus een tienermoeder. We doen drie sessies. Twee vreemde energieën zitten bij haar. Met elf jaar gaat het fout, als ze voor de eerste keer van huis wegloopt. Als reden komt ze niet verder dan dat ze niet meer bij deze ouders wil wonen. Bij de echte oorzaak komen we niet. Hier zal nog een sessie voor nodig zijn. Ze loopt weg om naar haar oma te gaan.Van haar ouders mag ze dan niet meer naar oma. Diezelfde dag loopt ze weer weg en gaat naar vrienden. Het weglopen blijft zich herhalen. Tot slot wisselen we nog energie uit met haar vader. Ze heeft veel boosheid bij zich van hem. Bij de tweede sessie stopt het teruggaan even bij vijftien jaar. Bij vijf jaar ook even. Bij drie jaar niet echt vrolijk, maar ook niet verdrietig. Ze ziet van achter het raam een auto-ongeluk. De man overleeft het, maar er gebeurt een energie-uitwisseling tussen hun. Dit wordt eerst teruggegeven. Na de geboorte ervaart M. leegte. Ze ziet haar vader zonder veel gevoel. Dit veroorzaakt haar leegte, maar de leegte is niet van haar vader. De verwachting tijdens de geboorte was dat ze geboren moest worden. De indaling van de ziel was een goed gevoel. Haar moeder had haar nodig. M. voelt veel liefde voor haar moeder. Ze besloot tot een nieuw leven nadat ze haar moeder had gezien. We zoeken een vorig leven dat M. samen met haar huidige moeder heeft geleefd. Daar zijn ze zussen. Het voelt gezellig, goed. Haar huidige moeder is 24 en M. 18. Er zijn drie kinderen. De oudste zus (niet haar moeder) zit in een rolstoel en woont daardoor ergens anders. Ze verliest die zus uit het oog en voelt zich daarover schuldig. Haar moeder is dood en ze groeit op bij haar vader. Het is een eenzaam en hard leven van veel werken maar toch ook een goed leven. Haar leven draait eigenlijk om de zus die 6 jaar ouder is dan zij. Haar laatste gedachte was dan ook: Dag zus! En als we terugblikken is het weer de zus die voor haar van belang is geweest. Na vier jaar incarneert M. opnieuw als ze meent haar zus als volwassen vrouw te zien. Maar het blijkt dat haar huidige moeder niet haar geliefde zus is. M. heeft zich vergist. Dit zou de leegte kunnen verklaren na de geboorte.Vermoedelijk is haar huidige moeder de oudste zuster. Na integratie ervaart ze de geboorte niet meer als leegte. Het doel van het huidige leven is zelfstandig zijn. Samen met man en kind gelukkig zijn. Maar eerst zelfstandig worden. Dit zou de reden kunnen zijn dat ze met elf jaar al zelfstandig wilde worden. Ze had haast. Het spoor dat ze heeft gekozen, was geen bewuste keuze die in haar levensplan hoorde. Het is haar min of meer overkomen; ze heeft zich laten meevoeren. In een eerder gesprek huilde M. omdat ze haar zelfvertrouwen kwijt was. Ze heeft wel vertrouwen in zichzelf, maar naast anderen voelt ze zich klein. Dan voelt ze zich niemand. Dus gebruiken we de derde sessie om haar zelfvertrouwen te vinden.
6
Daar ze als kind op school gepest werd en haar ouders haar nooit voor vol zagen, had ik het idee een leven te zoeken waarin ze veel zelfvertrouwen had. Dit leven vinden we snel. Ze is een jonge weduwe met twee kinderen en een baan.Verder een druk sociaal leven. Ze voelt zich gelukkig en krachtig in dit leven. Regelmatig heb ik gecontroleerd of het zelfvertrouwen nog intact was. Beide levens willen goed zijn voor iedereen. • Tijdens de personifcatie komt in plaats van de bovenstaande vrouw iemand anders. Deze entiteit kwam bij haar toen ze acht jaar was, tijdens een schooldag toen M. zich boos en ongelukkig voelde omdat ze gemeen behandeld was. De vrouw is boos en vol wrok, ze wil wraak. De doktoren hebben een fout gemaakt waardoor ze overleed. Met de energie uitwisseling krijgt M. warmte terug. Opvallend was dat ik deze warmte ook voelde in mijn gezicht. Later zegt M. deze warmte ook echt te hebben ervaren, even was ze een kacheltje. Hierna kan het vorige leven met het zelfvertrouwen wel komen en volgt integratie. M. voelt zich nu sterker. Dit wordt verankerd in haar hart. En haar huiswerk wordt dat ze elke morgen tegen haar spiegelbeeld zegt: Ik ben Mariska! Na afoop glanzen haar ogen. De dofheid heeft plaats gemaakt voor intensiteit. Nu vertelt M. hoe haatdragend en wraakzuchtig ze was. Regelmatig was ze zo boos op iemand dat ze met een mes iop zak op wegfetste om vergelding te halen. Gelukkig kreeg ze altijd haar bezinning terug na vijf minuten fetsen. Opmerkelijk was dat de obsessor tussen haar en het leven van zelfvertrouwen stond. Alsof de obsessor teerde op haar zelfvertrouwen. Ook voor M. zijn 3 sessies te weinig. Zaken waar ze nog aan zou moeten werken: • Het gepest worden op de lagere school • De leegte die ze ervaart op haar vijfde en haar vijftiende. • Een groot verdriet. • Wat gebeurde er toen ze 11 jaar was en besloot niet meer bij deze ouders te willen wonen? Bram Hij is geboren met vier hartafwijkingen en heeft al verschillende zware operaties ondergaan. Zijn jeugd staat in het teken van zijn hart; andere kinderen mogen leuke dingen doen, hij moet aan zijn hart denken. Dit geldt voor voetballen, maar ook voor bv de achtbaan van de Efteling tijdens een schoolreisje. Zijn vader is altijd ongerust. Altijd is er het excuus: je hart ... Met 15 jaar begint hij met wiet te roken en ruim een jaar rookt hij dagelijks. Het laatste halfjaar echter niet meer. Aan vechtpartijen heeft hij ook meegedaan. Een keer zo ernstig dat die jongen naar het ziekenhuis moest. B. heeft veel agressie in zich. B. is 17 jaar als hij een serieuze zelfmoordpoging doet. Hij had dit al langer overwogen.Vlak na zijn zelfmoordpoging neemt hij me in vertrouwen. Hij is opgenomen in het ziekenhuis en wordt begeleid door psychologen. Hij merkt echter geen verbetering. Na vier weken intern mag hij weer naar huis en vervolgens komt hij bij mij. B. oogt depressief en loopt krom. We doen een sessie en B. komt hier herboren uit en wil meteen naar zijn ouders toe om zich te laten zien. Het thema ging over jaloezie die hevige vormen kon aannemen. Een thema at je niet als genezend zou verwachten. Snel hierna heeft hij de bezoeken bij de psychologen beëindigd. Nu, een jaar later, wil hij meewerken aan mijn scriptie. Als ik hem zie, ben ik blij met zijn houding: rechtop. We gaan terug naar de aanleiding van de zelfmoordpoging. Een ruzie tussen hem en zijn moeder en zus. Al vrij snel stuiten we op een aanhechting. Deze aanhechting heeft een redelijk goed leven gehad en overlijdt aan een ziekte.Vlak na de geboorte van B. komt deze energie al bij B. Hij maakt zich zorgen over B. en wilde helpen.Vervolgens komt deze man vast te zitten in de energie van B. Na energie-uitwisseling laten we deze man ophalen. Als we die ruzie in het restaurant opnieuw doorleven, is de situatie heel anders. Bram is nu in staat het uit te praten. Die zelfmoordpoging is een poging van die man geweest. Deze entiteit kon niet meer los komen van B. en zag dit als een oplossing. B. voelt zich licht en zuiver. Het zelfvertrouwen is verankerd in zijn borst. Zijn vader kijkt nu optimistisch, zo heeft B. zijn vader nog nooit gezien. Zijn moeder kijkt opgelucht en B. kijkt
7
vrolijk. De tweede sessie is een paar keer verschoven door ziekte van hem en van mij. Rodger R. is een jongeman van 25 jaar. Hij is enig kind van een Indische moeder en een Hollandse vader. Zijn vader was een artistieke man en tevens zijn beste vriend. Als R. veertien is krijgt zijn vader een beroerte en overlijdt een paar maanden later. In het voorgezet onderwijs werd R. de eerste twee jaren gepest. Het derde jaar draaide hij de rollen om. De pesters werden van school gestuurd en R. had besloten dit niet meer te laten gebeuren en werd een pester. Na de beroerte van zijn vader keert R. zich van zijn familie af en brengt zijn tijd door op hangplekken. Hij steelt geld en reekt in bij auto’s. Hij rookt wiet en vanaf zijn zeventiende stapt hij over op cocaïne en partypillen. Hij verdient goed geld met de verkoop van partypillen op feesten. Momenteel woont hij met een vriendin samen bij zijn moeder en studeert in Den Haag. In de eerste sessie komen we meteen bij veertien jaar uit. Zjn vader krijgt een beroerte en overlijdt kort daarop. R heeft nooit het verband gelegd tussen het verlies van zijn vader en zijn eigen ontsporing. De vader is zijn hele jeugd zijn beste vriend geweest. Meteen na de beroerte is hij deze vriend kwijt. Hij keert zich af van zijn vader en krijgt foute vrienden. We doen personifcatie en R. krijgt nu de tijd goed afscheid te nemen van zijn vader. Dit raakt hem. En doet hem erg goed. In feite hebben we rouwverwerking gedaan. In de tweede sesie gaat het teruggaan probleemloos. Met één maand verbindt de ziel zich aan het lichaampje. Het voelde niet als zijn keuze. Hij moest. In het tussenbestaan voelt hij zich slecht. Het is donker en de zielen rondom herkent hij niet. We gaan terug naar het leven hiervoor, wat de reden is dat de ziel in het donker bleef. Hij is een zoon van een welgestelde familie. Ze behandelen de lokale bevolking echter gemeen en deze komen in opstand. Het huis wordt in brand gestoken en hele gezin verbrandt. R. echter wist op tijd te vluchten. De angst die hij voelt tijdens de vlucht gaat in zijn hart zitten. Hij had deze angst niet gekregen als hij beter was geweest voor de mensen. Nu hij dit inzicht heeft kunnen we de angst in het hart aanpakken. De rest van zijn leven woont hij in het bos in een huisje bij een oude vrouw. Na haar overlijden leeft hij eenzaam voort. Laatste gedachte als de ziel het lichaam verlaat:” Ik ben bang”. Les van dat leven: Ik was altijd gemeen en dat is niet goed. Ik laat hem zijn excuus aanbieden aan de bevolking. Dit voelt goed bij R. Bij de uitwisseling geeft hij hun haat terug. Doordat hij de haat kwijt is, is hij nu ook in het licht! Als oude man komt het vorige leven binnen. Hij kijkt vrolijk. R. voelt zich blij worden als hij hem binnen ziet komen. Hij is uit zijn duisternis, eindelijk. Planning voor het huidige leven blijkt: 1) goed zijn voor de mensen, 2) Genieten van het leven, 3) Succesvol zijn. Angst en zelfhaat zijn weg. De derde sessie moet op zijn verzoek over zijn woede-aanvallen gaan. Hij blijft het maar uitstellen. Conclusies en aanbevelingen In mijn puberteit werd de schuld bij de ouders gelegd als een kind niet goed functioneerde naar algemene begrippen. Toen mijn generatie zelf ouder werd, werd de tendens dat het niet altijd bij de ouders lag, maar ook in het karakter van het kind. Ik heb ontdekt dat de feitelijke aanleiding nog steeds bij de ouders ligt. Dat hoeft niet verwaarlozing of mishandeling te wezen. Kijk naar de jongen wiens vader overlijd als hij 14 is. Een ander vindt zijn moeder na een zelfmoordpoging. Hij was toen 12 jaar oud en hij heeft dit, 14 jaar later, zijn moeder nog steeds niet vergeven. Of het meisje dat er meteen na de geboorte achter komt dat ze bij de verkeerde moeder is geboren.
8
Na elke sessie zijn ze gelukkig en voelen dat er werkelijk dingen zijn opgeruimd. Ze voelen zich begrepen en krijgen eindelijk inzicht in zichzelf. Maar na de derde sessie zijn ze weer terug geworpen op zichzelf. In het nagesprek is éen wat verbitterd, de ander zit in een depressie. Drie sessies is dus niet genoeg. Ik heb ze aangeboden de behandeling te vervolgen tot alles is opgeruimd. Wat ze allemaal gemeen hebben is een diepe woede.Van deze woede zijn ze bang en ze onderdrukken deze met drugs. Mar als er alcohol bijkomt, explodeert de woede en ontsteken ze in razernij. Wat ze ook allemaal gemeen hebben is drugs. In de jaren 60 en 70 voedden de drugs gevoelens van liefde en vrede. Tegenwoordig lijkt het een medicijn om woede te onderdrukken. Allemaal hebben ze aanhechtingen die al op jonge leeftijd bij hen is gekomen. Bij drie met de beste bedoelingen. Maar als de aanhechting merkte dat hij vastzat, ontstond er een strijd om los te komen. Tijdens deze sessies hebben we ze bevrijd. Ze hadden nog steeds sympathie voor mijn cliënten en het speet ze dat ze het hen zo moeilijk hadden gemaakt. De andere zes hadden obsessoren. Ook deze zijn verwijderd, hoewel ik niet verbaasd zou zijn als er nog meer zouden zitten. Negen jongeren hebben helemaal of gedeeltelijk meegewerkt. Twee kwamen zoveel oud zeer tegen, en zoveel woede naar hun ouders, dat ze even wilden stoppen. De woede houdt ze op de been, menen ze. Drie van de negen waren meisjes. Twee daarvan hebben enkel cocaïne gesnoven toen ze verkering hadden met een verslaafde jongen. Beiden hebben momenteel verkering met een ‘gezonde’ jongen en zijn toen ook meteen gestopt. Mijn algemene conclusies 1. Bij het levensplan bleek geen een bewust gekozen hebben dit spoor te nemen. De belangrijkste plannen waren eigenlijk: iets verbeteren of zelfstandig worden.Verder hadden van zeven van de negen als toegift: gelukkig worden. Dit laatste lijkt mij meer een wens die uit hun huidige situatie voorkomt. 2. Bij acht personen heb ik de trigger gevonden. Eigenlijk was dit nog het makkelijkste van alles. Deze emotie ligt zo bloot en is zo kwetsbaar dat het me verbaasde dat de meesten het nooit eerder zo ervaren hebben. Enkel bij het meisje M. heb ik het nog niet kunnen vinden. 3. Ik denk dat regressie effectief kan zijn in deze groep. Door mijn manier van onderzoek heb ik helaas niet de kans gekregen alles op te ruimen. Er ligt immers zo veel bij deze groep. Wel hebben ze veel inzichten gekregen. 4. Ook bij agressie is regressietherapie effectief. Standaard is eerst vreemde energieën opruimen. Onder de agressie zit altijd verdriet. Dit verdriet moet ook behandeld worden, anders blijft er een voedingsbodem voor agressie. 5. De reguliere hulpverlening benoemt de problemen en zoekt hier oplossingen voor. Tevens willen ze het denken veranderen. Regressie zoekt juist de emoties en zoekt dan uit hoe deze emoties zijn ontstaan en waaroor ze met iemand aan de haal gaan. 6. Regressietherapie in samenwerking met een maatschappelijk werker zal heel effectief zijn voor onze ontspoorde jongeren. De regressietherapeut kan helpen bij het vinden en verwerken van de wonden en het krijgen van inzicht. De maatschappelijk werker kan helpen met het terugkeren in de maatschappij.
9