JAARVERSLAG
2014
Stg. Chr. Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
Inhoudsopgave Woord vooraf van het College van Bestuur Jaarverslag Raad van Toezicht
Bladzijde 2 4
A
BESTUURSVERSLAG, KENGETALLEN EN GRAFIEKEN
A.1
BESTUURSVERSLAG
A.2
KENGETALLEN
25
A.3
GRAFIEKEN
27
B
Jaarrekening
B.1.1 Balans
7
31
(Na resultaatbestemming) B.1.2 Staat van baten en lasten
32
B.1.3 Kasstroomoverzicht
33
B.2
34
TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN
B.2.1 Toelichting op de balans Overzicht op grond van de Wet overige OCW-subsidies Model G G1 Verantwoording van subsidies zonder verrekeningsclausule
41 45
B.2.2 Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen
45
B.2.3 Toelichting op de staat van baten en lasten
46
Wet Normering bezoldiging topfunctionarissen B.2.4 Verbonden partijen B.2.5 Gemiddeld aantal werknemers
C
Overige gegevens
C.1 C.2
Voorstel bestemming saldo baten en lasten Gebeurtenissen na balansdatum
48 54 54
55 55
Bijlagen College van Bestuur en Raad van Toezicht met nevenfuncties
56
Woord vooraf van het College van Bestuur Governance-structuur De school werkt sinds 1 augustus 2010 volledig met het College van Bestuur – Raad van Toezicht model. Dat betekent in de praktijk dat er sprake is van een eenhoofdig College van Bestuur. Deze wordt ondersteund door een directie, bestaande uit de vestigingsdirecteuren en de directeur bedrijfsvoering, en gecontroleerd door de Raad van Toezicht. Ontwikkelingen Het afstemmen van de rolverdeling tussen directie, CvB en RvT vindt op een kritische en prettige manier plaats. In open dialoog wordt regelmatig geëvalueerd hoe de rollen worden ingevuld. Tussen RvT en CvB is afgesproken om de contacten tussen RvT en het directieteam uit te breiden richting teamleiders. Daarnaast zullen afhankelijk van het onderwerp vaker teamleden worden uitgenodigd tijdens de vergadering van de RvT. Rode draad in de ontwikkeling zal ook in de komende periode zijn, het werken aan een excellent schoolklimaat. De teammonitor die in 2013 in elf teams is afgenomen (in 2015 zal dit opnieuw gebeuren), laat zien dat er stappen zijn gezet. Maar, ook is duidelijk dat er nog winst te boeken is bij het realiseren van een gemeenschappelijke pedagogische en didactische aanpak. De opbrengsten van conferentie “Ruimte voor professionals”, die op 6 januari 2014 Jan Arentsz breed heeft plaatsgevonden, laten zien dat er behoefte is aan het verder expliciteren van het thema excellent schoolklimaat, en het verder betrekken van de ouders bij de school. De tegenvallende aanmelding in Langedijk en de daaruit voortvloeiende heroriëntering heeft geleid tot een Jan Arentsz brede „profileringsvraag‟. Welk profiel is kenmerkend voor de verschillende vestigingen en wat onderscheidt de verschillende vestigingen van elkaar. Hoewel in de afgelopen paar jaar belangrijke voortgang is geboekt in het creëren van een gemeenschappelijk Jan Arentsz verhaal, zijn er nog stappen te zetten. De opbrengsten, zoals deze door de inspectie worden gemeten, zijn voor alle afdelingen voldoende. Maar, daarmee willen we niet tevreden zijn. De CSG Jan Arentsz wil de komende periode bereiken dat de opbrengsten boven het landelijk gemiddelde uit stijgen. De strategische keuze om te werken aan een gemeenschappelijk excellent pedagogisch didactisch klimaat en de integratie van resultaten van onderzoek zijn hierbij leidend. De tevredenheidsonderzoeken onder ouders en leerlingen laten zien dat er op onderdelen sprake is van een stijgende lijn. Toch is ook duidelijk dat er de komende jaren ruimte is voor verbetering, vooral op het gebied van didactiek. De onderzoeken vinden plaats in de brugklassen en in klas 3. Ook de uitkomsten van de ouderpanels, lesbezoeken door de directie, enquêtes die docenten uitzetten onder leerlingen in het kader van het pop-gesprek (persoonlijk ontwikkelingsplan) en het kritische vriendenbezoek dat vanuit de stichting Werkkring heeft plaatsgevonden, wijzen hierop. We mogen nog meer eisen stellen aan elkaar en aan onze leerlingen. In het verslagjaar heeft de school verder uitwerking gegeven aan het Convenant Leerkracht en zijn conform de streefpercentages een aantal LC- en LD-functies opengesteld. Daarmee is uitvoering gegeven aan het Plan van Aanpak „ Kwaliteit en Perspectief – naar een eigentijds functiegebouw‟ van augustus 2009. Op het gebied van kwaliteitsbeleid blijft het streven om, zoals in het verslagjaar, de data die verzameld worden te gebruiken voor goede gesprekken in de verschillende gremia, waarin betekenis wordt gegeven aan het kwantitatief verzamelde materiaal.
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
2|Pagina
Hoewel binnen afzienbare tijd ook de regio Alkmaar en omstreken te maken zal krijgen met een krimp van het leerlingenaantal, zal er geen sprake zijn van een ruime onderwijsarbeidsmarkt. De vervangingsvraag voor personeel zal toenemen. Dat de CSG Jan Arentsz onderdeel is van de Academische Opleidingsschool Noord-Holland-West geeft de organisatie bij de werving van haar personeel een voorsprong. De infrastructuur die in het verleden is opgebouwd levert echter niet alleen op deze wijze haar bijdrage. Met het, bij ontwikkelingsprocessen voor zittend personeel, steeds meer gebruik maken van de expertise en vaardigheden van de collega‟s die actief zijn in de opleidingsschool, zal de opleidingsschool (OPLIS) een steeds belangrijker rol krijgen in de professionalisering van de CSG Jan Arentsz. Een concreet voorbeeld hiervan is de bijdrage van OPLIS aan het traject “intervisie” binnen de vwo-teams. Het koppelen van de studentonderzoeken aan de probleemstellingen van teams zal in die zin ook steeds meer een bijdrage gaan leveren. Scholen werken niet in het luchtledige. Dat geldt ook voor de CSG Jan Arentsz. In de directe omgeving is zichtbaar dat demografische ontwikkelingen ertoe leiden dat de profilering van de vwoafdelingen een extra impuls krijgen. Niet alleen om deze reden, want ook op inhoudelijke gronden, heeft de CSG Jan Arentsz besloten de interne ontwikkelingen op het gebied van „onderzoek en ontwerpen‟, een prominentere plek te geven. Deze waren al zichtbaar in verschillende zogenaamde JacAdemic projecten. Dat heeft geleid tot aansluiting bij het keurmerk van de WONAkademie. Ook is aansluiting gezocht bij het Technasium-netwerk in Noord-Holland-Noord in oprichting. Bovendien is de CSG Jan Arentsz in het verslagjaar toegetreden tot het zogenaamde Jongeren en Techniek Netwerk (JetNet). Daarnaast werd het predikaat ELOS-school (Europese Leeromgeving op Scholen) verworven. In breder verband heeft de school te maken met een eerder toe- dan afnemende institutionele druk die het meer dan in het verleden noodzakelijk maakt dat alle geledingen van het Jan Arentsz samen optrekken bij het verwezenlijken van haar collectieve ambitie. Een duidelijk verhaal, waarin ouders en leerlingen herkennen dat de school een eigentijds antwoord heeft op maatschappelijke ontwikkelingen. Goede prestaties zijn nodig om duidelijk te maken waarom de school haar eigen koers vaart en niet zwalkt omdat de politiek steeds iets anders van haar verlangt. D. Bruinzeel Voorzitter College van Bestuur
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
3|Pagina
Jaarverslag van de Raad van Toezicht 1. De samenstelling van de Raad van Toezicht De personele bezetting van de raad was als volgt: G.F. Ruiten, voorzitter Mw. I.M.C. Verweel- Stokman, secretaris J.C. Schouten J.F.M. Feldberg Mw. L.A.J. Mulders C.P.A. Mosch 2. Samenvatting activiteiten Raad van Toezicht Hoewel niet helemaal passend binnen deze samenvatting van activiteiten, wil de raad toch melding maken van het feit dat de heer Bert van Horssen, kort na zijn vertrek uit de Raad van Toezicht is overleden (oktober 2014). Met groot respect denkt de raad terug aan de bijdrage die hij eerst in het bestuur en de laatste jaren in de raad heeft geleverd, met name aan het in praktijk brengen van de identiteit van de school. Onder punt 3 en 4 worden de activiteiten van de Raad van Toezicht opgesomd. De Raad van Toezicht heeft verschillende taken vanuit zijn verschillende rollen: het vervullen van de rol van werkgever van het College van Bestuur, het geven van goedkeuring voor bepaalde documenten of delen van het beleid en het zijn van een klankbord voor het College van Bestuur. De raad heeft in 2014 vooral veel aandacht besteed aan de volgende onderwerpen: Teamvorming: Het proces van teamvorming is een proces dat van groot belang is voor de onderwijskundige ontwikkeling van de school. De raad volgt dit proces belangstellend. Hierover is niet alleen met het College van Bestuur gesproken maar ook met de leden van de directie en de teamleiders. Zij hebben aangegeven hoe zij er binnen hun onderdeel invulling aan geven. De komende tijd zal dit een belangrijk onderwerp blijven voor de raad. Financiële positie: De ontwikkeling van de financiële positie staat onder druk door de voortdurende bezuinigingen van het Rijk. Gelukkig is eind 2013 een extra bijdrage ontvangen door de scholen wegens het zogeheten herfstakkoord. Het invullen van de bezuinigingen is breed in de school gedeeld. Het heeft geleid tot ontwikkeling van een financiële positie die beheersbaar is. De raad heeft de jaarrekening en begroting dan ook goedgekeurd. Inspectie: Met het bestuur constateert de raad dat het streven, om te komen tot een opbrengstenkaart die rendementen en opbrengsten laat zien die bovengemiddeld zijn, nog niet is gerealiseerd. De route om deze resultaten te bewerkstelligen blijft evenwel dezelfde. Blij was de raad met de positieve ontwikkeling bij de kaderafdeling Zorg en Welzijn van het Van der Meij College, die geresulteerd heeft in een basisarrangement, waarmee de inspectie haar vertrouwen uitspreekt. Verder zijn diverse onderwerpen de revue gepasseerd, zoals identiteitsontwikkeling, onderwijskwaliteit en specifieke initiatieven op dat terrein, ouder- en leerlingenparticipatie, samenwerking, ICT-ontwikkeling in het onderwijs enzovoorts. Ook heeft de raad contact gehad met de Medezeggenschapsraad en zijn leden aanwezig geweest bij diverse belangrijke bijeenkomsten.
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
4|Pagina
3. Toezichthoudende activiteiten Beschreven in artikel 7 van de statuten van de stichting staan de toezichthoudende taken van de raad. Bij het uitvoeren van de toezichthoudende taken wordt de “Code Goed Onderwijsbestuur in het voortgezet onderwijs” in acht genomen. De belangrijkste activiteiten in het verslagjaar waren in dit verband: a. De raad heeft de meerjarenbegroting 2014-2018 goedgekeurd. b. De raad heeft de jaarrekening 2013 en het voorstel voor de resultaatbestemming goedgekeurd. 4. Overzicht van de besproken zaken en ontwikkelpunten in het afgelopen jaar a. De raad heeft kennis genomen van de uitkomsten van de conferentie “Ruimte voor professionals” die op 6 januari 2014 plaatsvond. b. De raad heeft kennis genomen van de instemming van de medezeggenschapsraad om aansluiting te zoeken bij het Technasium-netwerk in oprichting. c. De raad heeft in het verslagjaar informatie gekregen over de identiteitsconferentie die de commissie identiteit voor tweedejaars docenten organiseert, over de bijeenkomst met teamleiders en directie en over de conferentie die Jan Arentsz breed in 2014 heeft plaatsgevonden. d. De raad heeft het thema teamvorming en de voortgang daarin regelmatig laten terugkomen op zijn agenda, als belangrijk onderdeel van de strategie. e. De raad heeft kennis genomen van en gesproken over analyse en aanpak van de tegenvallende aanmelding. f. De raad heeft kennis genomen van en gesproken over de wijze waarop de Balanced Scorecard bij de vieren zevenmaands rapportage is benut door het CvB, als evaluatiehulpmiddel bij het meerjarig strategisch beleid. g. De raad heeft kennis genomen van en gesproken over de meerjarenraming. h. De raad heeft kennis genomen van en gesproken over de invoering van het nieuwe taakbeleid, dat door het personeel met een twee derde meerderheid is goedgekeurd. i. De raad heeft kennis genomen van en gesproken over de initiatieven van de school op het gebied van Internationalisering die in het verslagjaar hebben geleid tot het verwerven van het ELOS keurmerk. j. De raad heeft kennis genomen van en gesproken over de initiatieven van de school op het gebied van de informatisering van het onderwijs en de wijze waarop vanuit de directie de secties worden gestimuleerd om meer digitale leermiddelen te gaan gebruiken. k. De raad heeft kennis genomen van en gesproken over de ontwikkelingen in de academische opleidingsschool waarvan de CSG Jan Arentsz onderdeel uitmaakt, die hebben geleid tot een positieve beoordeling van de NVAO voor zowel het opleidings- als het onderzoeksdeel. l. De raad heeft kennis genomen van en gesproken over de ontwikkelingen op het gebied van passend onderwijs. m. Leden van de raad hebben in het verslagjaar vergaderingen bijgewoond van contact-oudergroepen, evenals ouderraad- en medezeggenschapsraadsvergaderingen. Daarnaast is een begin gemaakt met werkplekbezoeken van teamleiders en diensthoofden. n. De raad heeft kennis genomen van de bevindingen van de inspectie, zoals besproken met het bevoegd gezag in het jaarlijkse bestuursgesprek. o. De raad heeft kennis genomen van de uitslagen van de tevredenheidsonderzoeken onder ouders en leerlingen, die gemiddeld een stijgende lijn laten zien. p. De raad heeft kennis genomen van en gesproken over de wijze waarop het transitieplan en de modernisering onderwijstijd tot stand wordt gebracht in de verschillende vestigingen.
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
5|Pagina
q. De raad heeft zich via presentaties van de directie op de hoogte gesteld van de wijze waarop per vestiging en door de afdeling bedrijfsvoering werk wordt gemaakt van het concretiseren van de collectieve ambitie zoals die in het meerjarig strategiedocument is verwoord. r. De raad heeft kennis genomen van de wijze waarop de school haar teamleiders wil ondersteunen door het ontwikkelen van een zogenaamde “digitale kennisbank”. s. De raad heeft kennis genomen van en gesproken over ontwikkelingen bij de afdeling bedrijfsvoering, zoals het vervangen van Raet door AFAS, het stroomlijnen van het proces om te komen tot een definitieve staat van lessen, het opstellen van een meerjarig onderhoudsplan (loopt tot 2023 ), de digitalisering van de facturenstroom en de realisatie van het digitaal overdrachtsdossier PO-VO. t. De raad heeft besloten haar eigen functioneren te evalueren met hulp van externen. Deze evaluatie moet op het moment van schrijven nog plaatsvinden. u. De raad is in het verslagjaar op de hoogte gesteld van een klacht van een personeelslid aan het adres van een collega. Ook is de raad in kennis gesteld van de uitkomsten van het onderzoek dat door het CvB naar aanleiding hiervan is ingesteld (klacht is niet gegrond verklaard). v. De raad heeft uit haar midden een remuneratiecommissie ingesteld die halfjaarlijks gesprekken zal voeren met de bestuurder. Het eerste gesprek heeft in het verslagjaar plaatsgevonden. w. De raad heeft gesproken over een toekomstige beloning voor de leden van de Raad van Toezicht. 5. Toekomstige ontwikkeling van het toezicht De invoering van de Balanced Scorecard liet al in 2013 zien dat een systematischer strategische update mogelijk is. Er wordt nog gezocht naar een wijze van presenteren die bondiger is. Zo kan de raad op aggregatieniveau nagaan of er voortgang is en daar waar deze ontbreekt besluiten om meer de diepte te zoeken. Datzelfde kan gezegd worden over het besluit om, naast de traditionele bezoeken aan vergaderingen van ouderraad, contact-oudergroepen en medezeggenschapsraad, te kiezen voor werkplekbezoeken aan de teamleiders en de diensthoofden. Ook deze bezoeken dragen bij aan het proces van beeldvorming over de kwaliteit van het bestuur en van hetgeen dat orgaan voortbrengt. Bij de verdere ontwikkeling van de school is ons vertrouwen gericht op God en mensen en vinden wij onze inspiratie in de blijde boodschap voor mensen uit het Evangelie. Wij weten ons daarbij verantwoordelijk voor alles wat wij hebben ontvangen als een zinvolle opdracht gericht op de ontwikkeling van onze leerlingen en ten dienste van onze omgeving. Wij hopen dat in die overtuiging alle inzet, geleverd vanuit een gastvrije en zorgzame houding, vrucht mag dragen. G.F. Ruiten Voorzitter Raad van Toezicht
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
6|Pagina
A
BESTUURSVERSLAG, KENGETALLEN EN GRAFIEKEN
A.1 Bestuursverslag Algemene informatie Kernactiviteiten De Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar en omstreken heeft tot doel voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, algemeen vormend onderwijs en voorbereidend beroepsonderwijs te bevorderen. Deze doelstelling wordt nagestreefd door het in stand houden van de Christelijke Scholengemeenschap Jan Arentsz. Zij verzorgt voortgezet onderwijs voor scholieren in het vmbo, de havo, het atheneum en het gymnasium. Een groot deel van de leerlingen is afkomstig uit Alkmaar en directe omgeving (buurgemeentes), ca. 80%. Het andere deel, ca. 20%, komt van de verder gelegen dorpen in alle windrichtingen.
1. 2. 3. 4. 5.
Juridische structuur De rechtspersoonlijkheid is een stichting. De stichting is opgericht in 1995, na een fusie van een vereniging en twee stichtingen. Statutaire vestigingsplaats en adres De Stichting is gevestigd in de statutaire vestigingsplaats Alkmaar, aan de Mandenmakerstraat 11. Identiteit, missie, visie en ambitie Ouders van CSG Jan Arentsz noemen de school betrokken en betrouwbaar. Betrokken en betrouwbaar zijn twee van de in totaal vijf kernwaarden (de zogenaamde vijf B‟s) die de medewerkers van de school heel erg de moeite waard vinden. Betrokken, betrouwbaar, binden, boeien en bewegen! Deze 5 B‟s helpen ons om trouw te blijven aan wat we in het verleden met elkaar hebben opgebouwd. Ze helpen ons ook om het Jan Arentsz nog beter vorm te geven. Kernwaarden hebben immers alleen waarde als we ze vertalen in wat we „goed gedrag‟ vinden in situaties in de dagelijkse praktijk.
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
De CSG Jan Arentsz kenmerkt zich in de eerste plaats door haar open christelijke identiteit, waarin we vertrouwen in elkaar en in elkaars mogelijkheden en talenten. We voelen ons thuis bij het erfgoed van onze christelijke identiteit en willen onze leerlingen, ouders en medewerkers vanuit een open, respectvolle benadering daarin laten delen. In het beleidsplan Identiteitsontwikkeling wordt uitgewerkt hoe we samen werken aan dit deel van de schoolcultuur. Uit onze missie en visie valt onze ambitie af te leiden. De CSG Jan Arentsz wil een school zijn die leerlingen: Helpt om hun talenten te ontdekken en te ontwikkelen; Zin in leren bijbrengt; Stimuleert sociaal te groeien; Leert om op een positieve manier naar zichzelf te kijken; en Een goede basis laat verwerven voor hun vervolgopleiding en hun plek in de maatschappij. Voor een uitgebreide beschrijving van missie, visie en ambitie: zie www.ja.nl Organisatiestructuur De Christelijke Scholengemeenschap Jan Arentsz is een, vanuit een eenhoofdig College van Bestuur geleide organisatie. Het CvB is verantwoordelijk voor het strategisch beleid, de beleidsontwikkeling en de samenwerking met andere organisaties in de regio. Uitvoerende, tactische verantwoordelijkheden, maar ook enkele specifieke onderdelen van de beleidsontwikkeling ten aanzien van het onderwijs-, personeels- en huisvestingsbeleid en een deel van de contacten met derden, zijn gemandateerd aan de vestigingsdirectie van de vier vestigingen en de directeur bedrijfsvoering. Drie van deze vestigingen, de twee vestigingen aan de Mandenmakerstraat en de vestiging vmbo-beroepsonderwijs „Zorg en Welzijn‟ van het „Van der Meij College‟ liggen in de gemeente Alkmaar. De vierde ligt in de gemeente Langedijk. Het CvB en de afdeling bedrijfsvoering zijn gehuisvest in het gebouw aan de Mandenmakerstraat te Alkmaar.
7|Pagina
De vestiging Mandenmakerstraat vmbo heeft de vmbo-beroepsgerichte en vmbo/havo-brugklassen en omvat voorts leerjaar 2 in de beroepsgerichte en 2 tot en met 4 in de theoretische en gemengde leerwegen. De leerlingen in de beroepsgerichte leerwegen krijgen na leerjaar 2 toegang tot de beroepsgerichte leerwegen van het vmbo, die verzorgd worden op het Van der Meij College. Lwoo-leerlingen zijn verspreid over de klassen. De vestiging Mandenmakerstraat havo/vwo omvat alle leerjaren havo, atheneum en gymnasium. De vestiging Bosgroet in Zuid-Scharwoude (gemeente Langedijk) heeft vmbo-, vmbo/havoen havo/vwo-brugklassen. (Ook hier kan een lwoo-traject worden aangeboden aan de vmbo-leerlingen die dat nodig hebben.) Na de brugklas worden de leerlingen geplaatst in de afdelingen vmbo, havo of atheneum. Na het derde leerjaar havo of atheneum kunnen de leerlingen hun opleiding vervolgen op de vestiging Mandenmakerstraat tweede fase. De vestiging „Zorg en Welzijn‟ in het Van der Meij College is een vestiging waarin op grond van een samenwerkingsovereenkomst wordt samengewerkt met de Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs NoordHolland-Noord („SOVON‟). Daartoe is de coöperatie Van der Meij College opgericht, waarvan ons bestuur en het SOVONbestuur de dragende besturen zijn. Het cooperatiebestuur treedt op als beheerder van gebouw en goederen, niet als werkgever of bevoegd gezag. In de vestiging die is ondergebracht in het Van der Meij College verzorgen wij het onderwijs en het personeelsbeleid in de sector Zorg en Welzijn voor het derde en vierde leerjaar van de beroepsgerichte leerwegen in het vmbo. Governance De „Code Goed Onderwijsbestuur Voortgezet Onderwijs‟ wordt nageleefd. Klachtenafwikkeling De school hanteert een klachtenregeling, die is gepubliceerd op de website van de school, www.ja.nl.
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
Toelaatbaarheid en toegankelijkheid De school is toegankelijk voor alle leerlingen die kunnen voldoen aan de toelatingseisen, zoals verwoord op de website van de school bij de rubriek „Aanmelden‟. Aan ouders en leerlingen wordt bij de inschrijving gevraagd of zij de grondslag van de school kunnen onderschrijven dan wel respecteren. Daarmee beogen we als open christelijke school, dat alle leerlingen met instemming van hun ouders kunnen meedoen aan de identiteitsactiviteiten die wij in het kader van onze vorming en ons onderwijs aanbieden, zoals dagopeningen, de vieringen en de lessen godsdienst. De CSG Jan Arentsz is onderdeel van het samenwerkingsverband VO/SVO NoordKennemerland. Binnen dit samenwerkingsverband is de afgelopen jaren hard gewerkt aan de invoering van Passend Onderwijs. Het samenwerkingsverband heeft in die periode een samenhangend geheel van ondersteuningsvoorzieningen binnen en tussen de scholen ontwikkeld. De CSG Jan Arentsz heeft, zoals de andere scholen in samenwerkingsverband, in haar schoolondersteuningsprofiel beschreven welke basisondersteuning en welke extra ondersteuning voorhanden is. Mocht een leerling zich aanmelden met een zodanig complexe ondersteuningsproblematiek, dat deze niet door de school adequaat begeleid kan worden, dan zijn er binnen het samenwerkingsverband voldoende mogelijkheden om een passende onderwijsplek te realiseren. Belangrijkste elementen van het gevoerde beleid Scholen werken niet in het luchtledige. Dat geldt ook voor de CSG Jan Arentsz. In voorgaande verslagjaren werd in de directe omgeving zichtbaar dat demografische ontwikkelingen ertoe leiden dat de profilering van de vwo-afdelingen een extra impuls dient te krijgen. Hierop heeft de CSG Jan Arentsz in het verslagjaar 2012 een begin van een antwoord geformuleerd. In 2013 heeft het profileren van het projectonderwijs dat al plaatsvond in het zogenoemde JAcademic, geleid tot aansluiting bij de WON-Akademie en bij het Jongeren
8|Pagina
en Techniek Netwerk (JetNet). Het WONkeurmerk is inmiddels ook toegekend. In het verslagjaar is Cambridge Engels ingevoerd, is met instemming van de medezeggenschapsraad een begin gemaakt met de noodzakelijke netwerkvorming om te komen tot een Technasium-afdeling in de Havo-opleiding en is het ELOS-keurmerk verworven. De vestiging Jan Arentsz Langedijk heeft haar Sport en Cultuurprofiel, waarvoor in 2013 werd gekozen, in het verslagjaar verder vorm gegeven. In breder verband heeft de school eerder te maken met een toe- dan een afnemende institutionele druk, die het meer dan in het verleden noodzakelijk maakt dat alle geledingen van de CSG Jan Arentsz samen optrekken bij het verwezenlijken van haar collectieve ambitie. Een duidelijk verhaal, waarin ouders en leerlingen herkennen dat de school een eigentijds antwoord heeft op maatschappelijke ontwikkelingen. Goede prestaties zijn nodig om duidelijk te maken waarom de school haar eigen koers vaart, en niet zwalkt omdat de politiek steeds iets anders van haar verlangt. De strategische keuzes die gemaakt zijn, vormen geen breuk met het verleden, maar zorgen wel voor andere accenten. De CSG Jan Arentsz heeft op basis hiervan in het verslagjaar de focus gelegd op een viertal zaken. 1. Horizontalisering van het veranderproces. 2. Het integreren van wetenschappelijke inzichten over „wat werkt‟ met de impliciete kennis die bij onze goede docenten aanwezig is. 3. Het creëren van „gelegenheid‟ om met elkaar het gesprek te voeren over onderwijs en leerlingbegeleiding. 4. Het in de etalage zetten van de „bloemen die bloeien‟ in boeketvorm. 1. Horizontalisering
Hiermee bedoelen we dat we in veranderingsprocessen meer invloed willen geven Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
aan alle betrokkenen tijdens het denkproces. Dat geldt ook voor het proces van reflectie en evaluatie als veranderingsprocessen eenmaal hun beslag krijgen. Met betrokkenen bedoelen we personeel, ouders en leerlingen. Op een aantal terreinen heeft deze horizontalisering haar beslag gekregen. Zo is het personeel gevraagd mee te denken over de noodzakelijke bezuinigingen en over de realisatie van een taakbeleid dat past bij de teamvorming die plaatsvindt. 2. Integratie van wetenschappelijke inzichten
Het kennis nemen van wat er aan resultaten bekend is uit vijfendertig jaar onderwijsonderzoek kan ons helpen om onze kennis over de dagelijkse praktijk te koppelen aan wat uit onderzoek bekend is. Op alle vestigingen wordt op dit moment expliciet gewerkt aan het doorvoeren van elkaar aanvullende concepten, die bovendien de toets van vijfendertig jaar onderzoek kunnen doorstaan. Waar Langedijk en de vestiging VMBO Alkmaar zich, onder begeleiding van Peter Teitler (lessen in orde), al langer vooral richten op het creëren van een gemeenschappelijk pedagogisch klimaat, heeft het lyceum onder druk van de mindere examenresultaten van 2009 eerder gekozen voor het met elkaar doordenken van het zogenaamde „leren1/leren2‟ concept. In het lyceum is sterk geïnvesteerd in de coaching van leerlingen. In het verslagjaar is de vwo-afdeling gestart met een professionaliseringstraject door middel van lesbezoeken en collegiale consultatie, daarbij begeleid door de opleiders vanuit de opleidingsschool. Vanuit de opleidingsschool vindt ook begeleiding plaats van enkele nieuwe teamleiders. In de havo-afdeling is momenteel sprake van integratie van coaching- en mentoruren. In het vmbo in Alkmaar wordt gewerkt aan de invoering van een vergelijkbaar didactisch concept, RTTI genaamd. Dat laatste geldt ook voor de vestiging Langedijk. In het vwo is inmiddels ook een groep docenten gestart met het onder-
9|Pagina
zoeken van de mogelijkheden van RTTI voor haar onderwijs. De keuze voor RTTI laat ook zien dat er door de vestigingen werk wordt gemaakt van het thema integratie van wetenschappelijke inzichten. De nadruk die hierbij ligt op formatief toetsen en op het geven van feedback, waarmee de leerling aantoonbaar betere resultaten boekt in de leercyclus, heeft als positief neveneffect dat de gesprekken binnen de teams en met de ouders een kwalitatieve impuls krijgen. Essentie van de concepten die momenteel op alle vestigingen worden ingevoerd, is ook dat zij laten zien dat het werkklimaat in de klas niet los kan worden gezien van de rest van de school. De afdeling Zorg en Welzijn van het VMC heeft in het verleden gekozen voor het PBS concept (Positive Behaviour Support). Nu dit succesvol blijkt als pedagogisch concept in de gemeenschappelijke ruimtes, is in het verslagjaar een begin gemaakt met de invoering van PBS in de lessen. Daarbij wordt gebruik gemaakt van een vorm van praktijkonderzoek die de afdeling Special Educational Needs van de Vrije Universiteit naar Nederland heeft gehaald, het zogenaamde lesson study. Het gaat hier om een methode van praktijkonderzoek waarbij docententeams samen lessen ontwerpen, uitvoeren en evalueren. 3. Creëren van „gelegenheid‟
Zonder gelegenheid om elkaar te spreken, standpunten uit te wisselen en elkaar goed te leren kennen, zal er weinig veranderen. Door het creëren van teams die een duidelijke opdracht hebben op pedagogisch didactisch gebied is de benodigde veranderruimte ontstaan. Gedragsverandering ontstaat niet alleen door „gelegenheid‟. Bij de invoering van de teamstructuur waren we ons ervan bewust dat we aandacht moeten blijven besteden aan de dialoog waarin de visievorming langzamerhand concreter kan worden en richtinggevend voor de dagelijkse praktijk. Ook realiseerden we ons dat we daar waar teamleiders dit van ons vragen, ervoor moeten zorgen dat er voldoende
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
ondersteuning is op het gebied van kennis en vaardigheden. In het verslagjaar is daarom nagedacht over en uitvoering gegeven aan de vorm waarin de komende jaren de teamleiders kunnen worden ondersteund bij hun „trektocht‟. Er is een start gemaakt met de ontwikkeling van een zogenaamde kennisbank ten behoeve van de teamontwikkeling. Belangrijk in dit verband is ook dat bedrijfsvoering weet heeft van het proces en dit waar mogelijk ondersteunt en in toenemende mate als hitteschild fungeert als druk van buiten de koers bedreigt of door haar werkzaamheden en adviezen het primaire proces ondersteunt. 4. De 3 K‟s Kenmerken
Kwaliteit Klimaat
Scholen worden beoordeeld op Kwaliteit (in de zin van rendement en opbrengsten), op onderwijs Kenmerken en op school Klimaat. Externe evaluaties lieten in het verleden zien dat de CSG Jan Arentsz op geen van de drie terreinen excelleert. De strategische keuze van de vestigingen in Alkmaar uit het verleden, voor een excellent schoolklimaat, worden steeds beter waargemaakt. Waar Jan Arentsz Langedijk van meet af aan de focus gelegd heeft op excellentie op het gebied van onderwijskenmerken, heeft de heroriëntatie die heeft plaatsgevonden als gevolg van de mindere aanmelding in 2011 en 2012, ertoe geleid dat ook hier de focus is komen te liggen op het streven naar een excellent schoolklimaat. Voor alle vestigingen geldt dat met het vormen van teams een begin is gemaakt met de weg omhoog. De conferentie
10 | P a g i n a
“Ruimte voor Professionals” laat zien dat het vertrouwen in elkaar en in de leiding groeiende is en dat er motivatie is om te werken aan de gemeenschappelijke opdracht. De opbrengstenkaarten laten voor alle afdelingen een voldoende rendementen en opbrengsten zien en er is sprake van een toekenning van het basisarrangement door de inspectie voor alle afdelingen. De stijgende lijn in tevredenheid bij ouders en leerlingen geeft een steuntje in de rug die nodig is om verder te werken aan een excellent schoolklimaat, en via een omweg, een kwaliteitsverbetering tot gevolg zal hebben. Werd in vorige jaarverslagen nog opgemerkt dat de CSG Jan Arentsz op het terrein van onderwijskenmerken onvoldoende in staat was een geloofwaardig alternatief neer te zetten tegenover concepten als tweetalig onderwijs, LOOT, enzovoorts, dan kan nu vermeld worden dat met het versterken en uitbreiden van het bestaande JacAdemic-concept, wat ook heeft geleid tot het verwerven van het WONkeurmerk, het JetNet-lidmaatschap en het ELOS-keurmerk, een aantrekkelijk alternatief gevormd is. Datzelfde kan gezegd worden van de duidelijkere profilering van de vestiging in Langedijk, die met de nadruk op sport en cultuur een duidelijker gezicht heeft gekregen. Leerlingen Van oudsher wordt op school positieve persoonlijke aandacht voor de leerlingen belangrijk gevonden. Het beleid van de school is erop gericht de leerling zo goed mogelijk op te vangen en zich snel te laten thuis voelen op onze school. Er is daarom veel aandacht voor het mentoraat. We hanteren daarbij een leerlingvolgsysteem. Nieuwe leerlingen krijgen van hun mentor een introductieprogramma om wegwijs te worden op onze school. De mentor bezoekt de brugklasleerling en de ouders thuis in de loop van het eerste schooljaar, en waar nodig ook in de volgende jaren. Veel zorg wordt besteed aan een veilig leef- en leerklimaat. Toch lieten tevredenheidsonderzoeken onder ouders en leerlingen in het
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
verleden zien dat het nagestreefde excellente schoolklimaat er nog niet was. De tevredenheid over het mentoraat en de veiligheid scoren in de recente onderzoeken onverminderd hoog. Het Emovo-onderzoek dat jaarlijks wordt afgenomen laat zien dat de CSG Jan Arentsz zich in die zin ook positief onderscheidt van de omliggende scholen. Hiervoor is al aangegeven hoe de school in de toekomst verder wil werken aan excellentie door teamvorming, horizontalisering en het integreren van „wat werkt‟ in de dagelijkse praktijk. Veel tijd wordt geïnvesteerd in de begeleiding en opvang van leerlingen met problemen. De school werkt hierin nauw samen met de partners in het regionale samenwerkingsverband voor de leerlingenzorg, de leerplichtambtenaren en de gemeentes. Binnen het samenwerkingsverband is in het verslagjaar veel werk verzet om voorbereid te zijn op de invoering van de wet passend onderwijs per 1 augustus 2014. De school heeft een enthousiaste en groeiende leerlingenraad, die zich in het verslagjaar weer voor tal van zaken sterk heeft gemaakt. Dat heeft ook geresulteerd in een steeds grotere belangstelling voor diezelfde raad. Ook in de vestiging Langedijk is het enthousiasme voor leerlingparticipatie groeiende. De leerlingenraad is met vier leden ook nauw betrokken bij de medezeggenschapsraad. Ook buiten de leerlingenraad of in samenwerking met de leerlingenraad worden door leerlingen steeds meer initiatieven genomen. Net als in 2013 organiseerden leerlingen ter inspiratie van hun collega-leerlingen een inspiratiedag, maar nu op het strand, en was er opnieuw een groep leerlingen die zorgde voor een „Paarse Vrijdag‟. Ouders Het contact met de ouders onderhoudt de school middels brieven, de website, met ouderavonden en spreekuren. Samen met de ouders is enkele jaren geleden besloten om het contact meer langs digitale weg te laten verlopen. Deze digitale communicatie raakt inmiddels ingeburgerd. Daarnaast heeft elke vestiging zijn contact-
11 | P a g i n a
oudergroep, die periodiek overleg voert met de vestigingsdirectie over het gevoerde vestigingsbeleid. De overkoepeling daarvan is de ouderraad, die samen met de voorzitter CvB de MR-vergadering voorbereidt. De ouders zijn met vier personen vertegenwoordigd in de MR. In 2013 is een begin gemaakt met zogenaamde ouderpanels, een groep ouders die een paar keer per jaar gevraagd wordt digitaal input te leveren rond een door de school gekozen thema. In het verslagjaar zijn deze panels opnieuw bevraagd. Personeel Centraal in ons personeelsbeleid staat de professionalisering van schoolleiding en leraren. Niet als doel op zich, maar als middel om te komen tot goed onderwijs. Uiteraard is daarbij ook aandacht voor de ontwikkeling van het personeel in relatie tot hun loopbaan. Bij dit streven maakt de CSG Jan Arentsz gebruik van de gesprekscyclus en een 360 graden feedbacksysteem. In het verslagjaar is er ook voor het management een 360 graden feedback instrument ontwikkeld. Dit instrument is gebaseerd op de zeven domeinen van leiderschap die in opdracht van de VO-raad zijn ontwikkeld ten behoeve van het bekwaamheidsdossier van schoolleiders. Overigens staat het personeelsleden vrij om op een andere wijze hun eigen feedback te halen. In het verslagjaar hebben we verder nagedacht over zowel de horizontale als verticale integratie van ons personeelsbeleid. Hieronder verstaan we dat we inzet, kennis en bekwaamheden van onze medewerkers en inhoudelijke en organisatorische doelen van de school doorlopend op elkaar proberen af te stemmen. Al een aantal jaren werken we aan een infrastructuur voor het opleiden in school. We ontvingen er van de overheid ook een (overbruggings-)subsidie voor, in het kader van de „Dieptepilot voor de opleidingsschool en de academische school‟. In 2010 (januari) verkregen we de definitieve status van Academische opleidingsschool.
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
Voor de verantwoording van het gevoerde personeelsbeleid en de behaalde resultaten wordt sinds 2010 verwezen naar Scholenopdekaart.nl. De volledigheid van de inhoud hiervan zal de komende jaren steeds meer verbeteren. Om te voorkomen dat op verschillende plaatsen en momenten informatie moet worden verschaft en om de eenduidigheid te bewaren, is ertoe besloten om zoveel als mogelijk naar Scholenopdekaart te verwijzen. Via Scholenopdekaart kan het schoolresultaat ook worden vergeleken met de resultaten van andere scholen. In het verslagjaar heeft de afdeling p&o en de afdeling financiën voorbereidende werkzaamheden verricht om het ERP-systeem Afas met ingang van 1 januari 2015 in gebruik te kunnen nemen. Zowel voor financien als HRM maken we nu gebruik van hetzelfde ERP-systeem. De komende jaren zullen de uitgebreide mogelijkheden hiervan verder worden benut.
Verzuimcijfers personeel Ziekteverzuimpercentage Meldingsfrequentie Gem. ziekteverzuimduur
2012 4,44 1,6 6,9
2013 3,91 1,65 5,4
2014 4,87 1,42 8,2
De verzuimpercentages zijn dit jaar niet uitgesplitst naar OP en OOP. De reden hiervoor is dat we deze gegevens niet meer uit het inmiddels afgesloten Personeelsinformatie-systeem kunnen halen. Het landelijk (CBS) ziekteverzuimpercentage onderwijs over 2014 is 4,9%. Het ziekteverzuimpercentage ligt hoger dan in 2013. Er is een aantal langdurige ziektegevallen geweest, vrijwel allen met een fysieke oorzaak. In de evaluatie met de bedrijfsarts kwam naar voren dat het verzuimpercentage heel redelijk is. Ze constateerde ook dat in vergelijking met andere scholen in de omgeving het verzuim goed gevolgd en begeleid wordt. Ze vermoedt dat de schaalomvang en de betrokkenheid hier positief aan bijdragen. We hebben een minimale instroom in de WIA. Afgelopen
12 | P a g i n a
jaar hebben we voor het eerst een sanctie opgelegd gekregen door het UWV, hiertegen is bezwaar gemaakt. De reden van de sanctie was volgens de bedrijfsarts niet het ontbreken van inspanningen van alle betrokkenen, maar het moeilijk kunnen duiden van het ziektebeeld en de willekeur van het UWV. In het voorjaar van 2015 zal een training verzuimgesprekken voor teamleiders plaatsvinden. Onderwijs Doelstelling
Belangrijke onderwijsdoelen voor het verslagjaar waren: Het verder versterken van de onderwijskwaliteit. In de paragraaf „resultaten en ontwikkelingen‟ wordt duidelijk dat alle afdelingen het basisarrangement hebben gekregen. Vooral de kaderafdeling van Zorg en Welzijn van het VMC laat een stijgende lijn zien op de opbrengstenkaart. De inspectie heeft bij haar laatste bezoek in 2014 de afdeling een voldoende gegeven en haar vertrouwen uitgesproken in de duurzaamheid van de verbeteringen. De doorstroming Langedijk-Alkmaar voor wat betreft de havo- en vwoleerlingen is in het verslagjaar verder verbeterd door gezamenlijke initiatieven van de betrokken teamleiders uit beide vestigingen. Een betere samenwerking tussen onderbouw (CSG Jan Arentsz) en bovenbouw (Van der Meij College) voor het vmbo-beroepsonderwijs. In het vorige verslagjaar is door de directeuren van de moederscholen (OSG Willem Blaeu, Stedelijk Dalton College Alkmaar, vestiging vmbo Jan Arentsz Alkmaar) en het VMC hard gewerkt aan het verwezenlijken van een collectieve ambitie, „Samen 1 top vmbo‟. Om deze ambitie verder vorm te geven en uit te werken is, zoals in 2013, voor al het vmbo-personeel van de moederscholen en het personeel van het VMC een conferentie-dag georganiseerd. Met de opbrengsten van die dag wordt nu verder gewerkt aan het creëren van de collectieve ambitie.
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
Resultaten en ontwikkelingen
In het verslagjaar zijn de opbrengsten van alle afdelingen, over een periode van drie jaar gemeten, voldoende. Zorg
De school spant zich doorlopend in om het voortijdig schoolverlaten terug te dringen en werkt daarin nauw samen met de andere scholen in de regio. In de voorgaande jaren wist de school de met de overheid overeengekomen doelstellingen van de vermindering van de uitval te halen. Het Van der Meij College participeert mede namens Jan Arentsz in het project „Plusjongeren‟. Tevens is met de regioscholen in het verslagjaar hard gewerkt aan de voorbereiding van de invoering van 'passend onderwijs'. Het Ondersteuningsplan 20142018 is gereed en de ambitie om alle leerlingen in onze regio een plek te bieden wordt op dit moment waargemaakt. De afspraken over de basiszorg die geboden wordt en de trajectvoorzieningen, voor leerlingen die meer dan de basiszorg nodig hebben, worden uitgevoerd. De goede onderlinge afstemming in het Regionaal Samenwerkingsverband van de scholen maakt een optimale inzet van de mogelijkheden haalbaar. Op het moment van schrijven van dit jaarplan weten we dat de inspectie voor het onderwijs een zeer positief oordeel heeft over de wijze waarop het samenwerkingsverband opereert. In het kader van de zorg neemt Jan Arentsz deel aan het Emovo-onderzoek (Elektronische Monitor en Voorlichting) dat wordt uitgezet door GGD Hollands Noorden onder leerlingen van de 2e en 4e klassen van het voortgezet onderwijs in de regio. Het doel van dit onderzoek is om inzicht te krijgen in de gezondheidssituatie van jongeren. Na afloop krijgt elke jongere een persoonlijk gezondheidsadvies op maat. Ook adviseert de GGD, op basis van de verzamelde gegevens, scholen en gemeenten over hun gezondheidsbeleid.
13 | P a g i n a
Taal- en rekenonderwijs
Ook in 2014 is er veel aandacht besteed aan de kwaliteit van het taal- en rekenonderwijs. In 2008 was al onderzocht welke problemen de school tegenkomt bij het reken- en taalonderwijs. Vervolgens is er in 2009 een verbeterplan opgesteld, met inzet van al bestaande activiteiten (hulplessen, dyslexie- en dyscalculietesten) èn met inzet van nieuwe (digitale) middelen en methoden. Op alle vestigingen zijn docenten aangesteld met de opdracht uitvoering te geven aan het verbeterplan, namelijk de kwaliteit van het reken- en taalonderwijs te helpen verhogen. Docenten volgden daarnaast een scholing „coaching‟ om de leerlingen beter te kunnen begeleiden. Eén docent volgde eerder een meerjarige cursus gericht op het specifiek begeleiden van hoogbegaafde leerlingen, die weer om een andere aanpak vragen. In 2010 werd al professionele samenwerking gezocht met het APS en het CPS om een taal-verbeterbeleid te leren opzetten. Aan dit beleid is in 2012 verder vormgegeven. Voor remedial teaching is in 2010 een nieuwe rekenmethode aangeschaft. Schoolleiding en docenten volgen de ontwikkelingen op de voet, met extra scholing en het bezoeken van werkconferenties. In 2012 is een rekenprogramma voor de bovenbouw havo/vwo opgesteld om ervoor te zorgen dat de leerlingen goed voorbereid de rekentoets doen. Goede en betrouwbare schoolexamens
In het kielzog van de zogenaamde 90dagen plannen die zijn gestart om te komen tot betere opbrengsten in de vwoafdeling, zijn de secties in 2011 aan de slag gegaan met het verbeteren van de kwaliteit van de schoolexamens. Ook wordt nu meer dan in het verleden werk gemaakt van het analyseren van de resultaten die door de leerlingen behaald worden bij de centrale examens. Dat geldt niet alleen voor de vwo-afdeling. Ook in de andere afdelingen is, naar voorbeeld van het vwo, werk gemaakt van het thema opbrengstgericht werken. Bij de jaarlijkse sectiegesprekken met de directie staat het thema „goede en
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
betrouwbare examens‟ agenda.
standaard op de
(Zeer) zwakke scholen weer goed, goede scholen nog beter
Eerder in dit verslag is al melding gemaakt van het feit dat de kaderafdeling Zorg en Welzijn van de inspectie het basisarrangement heeft gekregen. Daarmee hebben de collega‟s de beloning gekregen voor het harde werken dat heeft geresulteerd in veel betere resultaten voor de leerlingen. Uitblinken op alle niveaus en een passende kwalificatie voor alle leerlingen
In het algemeen geldt dat de CSG Jan Arentsz zich inspant om de leerlingen zodanig te begeleiden, dat zij tenminste het schooladvies realiseren. Meer aandacht aan excellentie is in het verslagjaar gegeven via de zogenaamde gymnasium+ projecten en door het aanbieden van JacAdemic projecten, ELOS activiteiten en lessen Cambridge Engels. Ook kunnen in dit verband de zogenaamde WON-uren genoemd worden, waarin de leerlingen van de brugklas en de tweede klassen zich orienteren op de wetenschap. Daarbij worden leerlingen via lezingen en masterclasses gestimuleerd meer uit zichzelf te halen. Burgerschapsvorming
De maatschappelijke stage is sedert 1 augustus 2014 niet langer verplicht. Dat wil echter niet zeggen dat de CSG Jan Arentsz stopt met het organiseren van activiteiten ter bevordering van de burgerschapsvorming. Integendeel, leerlingen worden meer dan ooit gestimuleerd een maatschappelijke bijdrage te leveren. De school organiseert, hoewel deze niet meer verplicht is, nog steeds een maatschappelijke stage. Het afgelopen jaar zijn in dit licht tal van activiteiten georganiseerd in de vorm van vaak Goede-doelen-projecten (sponsorloop, sponsorschaatsen, Zip Your Lip), Amnestyacties e.d. Ook de paasbloemenactie is een activiteit in het kader van de maatschappelijke stage. Verder waren er enige grotere projecten in school zoals hulpmentoraat (MV), leerling kantine (L), inzet van leerlingen bij open dagen (L) en het project
14 | P a g i n a
Schoolwacht (L). Daarnaast waren er grotere projecten zoals Globaland, een onderwijsproject dat gericht is op derde-wereldlanden (MV), enzovoorts. Nieuw was de Kenia-reis die werd georganiseerd door Edukans. Daarnaast verzorgt het vak maatschappijleer in 4 VWO elk jaar deelname aan het zogenaamde Model European Parliament. Een tweetal leerlingen is daarbij in 2014 zelfs doorgedrongen tot de finale die elk jaar in een van de landen van de Europese Unie wordt gespeeld. Maatschappelijk ondernemen - Projecten
In 2014 organiseerde de school verschillende onderwijskundige projecten, die van bijzondere vormende waarde zijn. Te denken valt aan: Milieu- en duurzaamheidprojecten: de school in de wijk, waterkwaliteit, zonne-energie, deeltjesonderzoek, een en ander met partnerscholen in Duitsland, met docenten in het kader van een Europees Comeniusproject, in samenwerking met de gemeentes Alkmaar en Langedijk en diverse bedrijven, met „Cross your borders‟ (ontwikkelingswerkproject); • Sociale- en maatschappelijke projecten: vrijwilligersdag, maatschappelijke stages in onderbouw en bovenbouw, met medewerking van vele bedrijven in de regio, „jong ontmoet oud‟; De vestiging Langedijk organiseerde een jeugdgemeenteraad in samenwerking met de gemeente Langedijk. Culturele projecten: in samenwerking met cultuurinstellingen en theaters in de regio, met theater in de school (met, voor en door de leerlingen), met film- en muziekvoorstellingen, met museumexcursies in binnen- en buitenland; Sportieve projecten: Jan Arentsz is erkend als 'sportactieve school', waartoe de school vele mogelijkheden van sportbeoefening moet aanbieden. De school wint regelmatig eerste prijzen met teamwedstrijden in regionaal en landelijk verband;
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
Economische projecten: deelname aan het project 'terugdringen voortijdig schoolverlaten'; deelname aan het project 'plus-jongeren'; Opleiden van studenten in het kader van de Academische Opleidingsschool Noord-Holland-West (Jan Arentsz is lid en penvoerder).
Ruimte voor de leraar
Het verslagjaar stond wederom bovenal in het teken van de teamvorming. Elf teams verspreid over drie vestigingen zijn hun derde jaar in gegaan. Teamvorming die ruimte moet bieden voor de leraar om te groeien als collega en professional. Ook na invoering is er sprake van een begeleiding van het teamvormingsproces, die maakt dat ook als de teams eenmaal gevormd zijn, de teamvorming een grote kans van slagen heeft. Samen met Bureau Kock wordt het proces nauwkeurig gemonitord en is samen met de teamleiders en de directie voor alle betrokkenen een begeleidingsprogramma op maat opgezet. De teamscan die in 2012 werd afgenomen kreeg in 2013 een vervolg met de teammonitor en in 2014 met de conferentie “Ruimte voor professionals”, waardoor we kunnen zien wat de vorderingen zijn. En hoewel duidelijk is dat wat we verstaan onder een excellent schoolklimaat nog steeds concreter moet worden en dat de regelruimte die er voor de teams is nog beter benut zou kunnen worden, er door alle teams forse stappen vooruit zijn gezet. Er is een start gemaakt met de ontwikkeling van een zogenaamde kennisbank ten behoeve van de teamontwikkeling. Huisvesting en materiële voorzieningen ICT
Jan Arentsz is een moderne school waarin ICT een belangrijke pijler vormt voor het onderwijs en de bedrijfsvoering. Jan Arentsz streeft naar eigentijds onderwijs, gebruik makend van moderne media die nieuwe mogelijkheden bieden om de educatie van leerlingen zodanig vorm te geven, dat er meer (massa)maatwerk mogelijk is.
15 | P a g i n a
Ook in 2014 heeft een groep voortrekkers succesvolle ICT-workshops georganiseerd waar collega‟s gericht worden geïnformeerd over de mogelijkheden die ICT biedt in het onderwijs en daarmee ervaring kunnen opdoen. Leermiddelen
Het krachtenveld op de leermiddelenmarkt is eerder complexer dan overzichtelijker aan het worden. Langzaam maar zeker worden meer digitale leermiddelen ingezet. Dat maakt het mogelijk voor docenten om meer op de persoonlijke leerbehoeften van leerlingen in te spelen. De ontwikkeling staat echter nog in de kinderschoenen en de marktpartijen doen “whatever it takes” om docenten/scholen aan zich te binden; Digitale licenties worden goedkoop in de markt gezet waarna, de jaren erop, forse prijsstijgingen worden doorgevoerd. Via VO-content wordt steeds meer open digitaal materiaal aangeboden. Helaas is de bruikbaarheid daarvan ook in het verslagjaar voor veel vakken nog onvoldoende om over te gaan tot brede invoering hiervan. Wel wordt in de onderbouw meer gebruik gemaakt van de zogenaamde stercollecties die VO-content levert. Tot nu toe nog vooral als aanvulling op commercieel materiaal. Er wordt naar gestreefd steeds meer gebruik te maken van deze stercollecties. Het voordeel daarvan is dat de kosten voor leermiddelen laag kunnen blijven, er ruimte blijft voor docenten om open leermateriaal aan te vullen en te arrangeren en voor infrastructuur. We streven ernaar de komende jaren secties/docenten nog meer te faciliteren als zij de stap willen zetten naar het gebruik van open leermiddelen. De commerciële druk vanuit de uitgevers, die veel investeren in de ontwikkeling van digitaal leermateriaal, is in het verslagjaar alleen maar toegenomen. Die investeringen moeten worden terugverdiend en daarom doen uitgevers veel moeite om hun methoden bij docenten en vaksecties te promoten. Zo worden docenten uitgenodigd om voor hun vak gebruik te maken van een licentiemodel waarvoor een bedrag per Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
leerling/per vak/per jaar moet worden betaald. Een snelle berekening leert dat de kosten van het boekenpakket daarmee vele malen hoger zou worden dan nu het geval is. Dit is een belangrijke reden voor onze school om het gebruik en de verdere ontwikkeling van open leermiddelen via VOcontent te stimuleren. VO-content nodigt docenten overigens nadrukkelijk uit om zelf bij te dragen aan de ontwikkeling en het actueel houden van de digitale methoden. Binnen de onderbouw vwo wordt inmiddels in de eerste twee leerjaren gewerkt met een device per leerling. Na een zorgvuldige afweging is voor de goed betaalbare en flexibel inzetbare Chromebook gekozen. Omdat het schoolbudget daarvoor onvoldoende ruimte biedt, wordt het device door de ouders zelf aangeschaft. Het wordt daarmee van de ouder/leerling zelf. Hierdoor lijkt zorgvuldiger met de devices te worden omgegaan. Jan Arentsz heeft voor de levering afspraken gemaakt met een partij die de ouders ook de mogelijkheid van termijnbetaling biedt. Huisvesting
Wij vinden de omgeving, waarin we ons werk met elkaar doen, belangrijk voor de motivatie en het welbevinden van de leerlingen en de personeelsleden. We proberen de kwaliteit en de sfeer van de schoolgebouwen optimaal te houden. In het verslagjaar is een vooronderzoek verricht naar een verbetering van de ventilatie in de gymzalen waar de examens plaatsvinden. Metingen hebben aangetoond dat het, zonder aanvullende maatregelen, bij de examens een continue uitdaging is het CO2-gehalte in de lucht op niveau te houden. Met de maatregelen die begin 2015 worden genomen zal dit probleem tot het verleden gaan horen. Het Van der Meij College In de gemeente Alkmaar zijn vier brede scholengemeenschappen die allemaal te kampen hebben met een teruglopend leerlingaantal waar het gaat om het beroepsgericht vmbo. Dit heeft geresulteerd in het
16 | P a g i n a
opheffen van opleidingen op verschillende scholen. Op initiatief van de gemeente Alkmaar is overleg tussen de (besturen van) verschillende scholen op gang gebracht om te komen tot een concentratie in Alkmaar op twee locaties van bovenbouw vbo: Facilitair Centrum Zuid (FCZ) en Facilitair Centrum Noord (FCN). Het FCZ is uiteindelijk bij één school (dus één bestuur) ondergebracht, te weten het Petrus Canisius College, het FCN bij drie scholen en twee besturen. De gemeente Alkmaar heeft een gebouw neergezet voor het FCN, nu bekend onder de naam Van der Meij College (VMC). De (besturen van de) drie scholen hebben, in overleg met en op dringend advies van de onderwijsinspectie, hun licenties via een Regionaal Arrangement herschikt: elke school heeft nu één sector vbo. Dit Regionaal Arrangement is goedgekeurd door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Drie nevenvestigingen van de moederscholen vormden samen de onderdelen van het 'schoolverzamelgebouw' VMC. Er was dus sprake van drie Brinnummers met voor elke vestiging een vestigingsnummer. Elke nevenvestiging heeft een licentie voor één sector respectievelijk Techniek, Economie en Zorg en Welzijn. De leerlingen zijn per 1 augustus 2008 overgeschreven naar een andere moederschool, als hun eigen school geen licentie heeft voor de sector waarin zij onderwijs volgen. Personeel is in dienst van één van de moederbesturen. Zij hebben een bestuursaanstelling en een plaats van tewerkstelling: de nevenvestiging gehuisvest in het VMC. De medezeggenschap is geregeld met het instellen van een boven-bestuurlijke medezeggenschapsraad voor het VMC. De medezeggenschapsraad van CVO heeft daartoe bevoegdheden overgedragen aan de bovenbestuurlijke medezeggenschapsraad. Deze raad functioneert sinds de zomervakantie 2008. De financiën worden, waar van toepassing en noodzakelijk, voor gemene rekening genomen. De te hanteren verdeelsleutel van de kosten wordt gemaakt op basis van de Rijksvergoeding. Grofweg is de verdeelsleutel 1:2,9. De moederbesturen
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
verantwoorden hun eigen nevenvestigingen in de eigen jaarrekening. De afdeling Handhaving van de Onderwijsinspectie heeft in het verslagjaar geconstateerd dat SOVON en Jan Arentsz op een drietal punten wet- en regelgeving overtreden voor wat betreft het Van Der Meij College. Op twee punten, het publiceren van drie schoolgidsen in plaats van een, het presenteren van drie schoolplannen in plaats van een, hebben herstelwerkzaamheden plaatsgevonden die op het moment van schrijven nog wachten op goedkeuring van de inspectie. Het derde punt ligt ingewikkelder. Het betreft hier het feit dat de wijze waarop de medezeggenschap is georganiseerd door de inspectie niet wordt geaccepteerd, terwijl diezelfde inspectie niet kan aangeven hoe het dan wel zou moeten. Vooralsnog gaat het bestuur van SOVON en Jan Arentsz ervan uit dat, ook bij de andere genoemde zaken overigens, gehandeld is in de geest van de wet. Overleg dat in het voorjaar van 2015 zal plaatsvinden met de inspectie zal hieromtrent ongetwijfeld uitsluitsel geven. Omgeving De CSG Jan Arentsz participeert actief in de volgende samenwerkingsverbanden: 1. De Stichting Werkkring, een provinciaal samenwerkingsverband voor onder andere de oprichting en instandhouding van een mobiliteitscentrum. Met de schoolbesturen die participeren in de Stichting Werkkring is afgesproken om, waar mogelijk, gezamenlijk integraal personeelsbeleid te voeren. Dat krijgt vorm in tal van projecten, zoals gemeenschappelijke scholing, kennisconferenties, gemeenschappelijk onderzoek op P&O-gebied, gemeenschappelijke invoeringstrajecten van nieuw eigen beleid en overheidsbeleid. Voor een overzicht en nadere uitwerking wordt verwezen naar de website www.werkkring.nl 2. Het samenwerkingsverband Noord Kennemerland voor VO en SVO, waarbinnen de gehele zorgstructuur voor de leer-
17 | P a g i n a
lingen wordt geregeld. „Passend onderwijs‟ is voor de komende jaren een belangrijk thema in dit bestuurlijk overleg. Op grond van de nieuwe wetgeving moeten besturen voor voortgezet onderwijs in de regio in de komende jaren samen de verantwoordelijkheid nemen voor de verschillende soorten van speciaal onderwijs, die nu nog bestuurlijk zelfstandig functioneren. Zie ook www.swvnoord-kennemerland.nl 3. Het bestuur voor de coöperatieve vereniging van het „Van der Meij College‟. Hierin wordt samengewerkt met „SOVON‟, het bestuur voor het openbaar en interconfessioneel voortgezet onderwijs in onze regio. De samenwerking betreft het beheer van gebouw en goederen. Zie ook: www.vandermeijcollege.nl 4. De Academische Opleidingsschool NoordHolland-West. Een partnerschap voor het opleiden van leraren met drie opleidingsinstituten en zes scholen voor voortgezet onderwijs (project OPLIS): de Hogeschool van Amsterdam (Onderwijs & Opvoeding), de Hogeschool INHolland, het Onderwijscentrum VU, de ILO van de Universiteit van Amsterdam, het Petrus Canisius College te Alkmaar, het eerste Christelijk Lyceum te Haarlem, Jac. P. Thijsse College te Castricum, Trinitas College te Heerhugowaard en het Kaj Munk College te Hoofddorp. Zie ook: www. aonhw.nl 5. Het Regionaal Platform Onderwijsarbeidsmarkt Voortgezet Onderwijs NoordHolland-Noord waarin vijftien schoolbesturen in Noord-Holland Noord en drie opleidingsinstituten participeren. Hierbij gaat het om gezamenlijke afspraken over het binden, opleiden en werven van personeel in de eigen sub-regio, het uitvoeren van gezamenlijke (project-) activiteiten en het aanpakken van lerarentekorten.
Financiële informatie Financiële situatie op balansdatum Solvabiliteit en liquiditeit1 De solvabiliteit, de omvang van het eigen vermogen en voorzieningen ten opzichte van het balanstotaal, neemt iets toe. Ook de liquiditeitspositie is toegenomen ten opzichte van het vorige verslagjaar. In hoofdstuk A3 Grafieken is in grafiek 1 het verloop van de liquiditeit en solvabiliteit in beeld gebracht. Risicomanagement Het beoordelingskader van de Onderwijsinspectie (op basis van de commissie Don) laat het volgende beeld zien: Publieke
Publiek
Vermogensbeheer Middelen +Privaat Solvabiliteit 0,67 0,73 Kapitalisatiefactor 37,7% 46,4% Financiële Buffer 9,8% 18,6%
Kader Inspectie
≥0,3 ≤35% ≤5%
Budgetbeheer Liquiditeit Rentabiliteit
2,11 0,1%
2,82 0,4%
0,5-1,5 0-5%
De Inspectie van het Onderwijs beoordeelt de waarden van de instelling in eerste instantie inclusief private middelen, terwijl dat uitsluitend de publieke middelen zou moeten beslaan. Omdat de Inspectie op basis hiervan vaststelt of er sprake is van een optimale inzet van het beschikbare kapitaal voor het onderwijs is een kolom toegevoegd die aangeeft welke waarden gehanteerd moeten worden door de Inspectie ten aanzien van de publieke middelen. Een overzicht van het beoordelingskader is in grafiekvorm te vinden in hoofdstuk A3 Grafieken. Voor het risicoprofiel wordt uitgegaan van de risico‟s door de Commissie Vermogensbeheer Onderwijsinstellingen (Don) vertaald in de kapitalisatiefactor en financiële buffer. In 2011 is een voorzichtige start gemaakt met een eerste risicopro-
1
Solvabiliteit is het vermogen van de organisatie om haar schulden te voldoen. Liquiditeit is het vermogen om aan de korte termijn verplichtingen te voldoen. Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
18 | P a g i n a
fiel, waarbij rekening gehouden werd met de specifieke omstandigheden en risico‟s van de instelling. Uit deze inventarisatie zijn vooralsnog geen grotere risico‟s voortgekomen dan de risico‟s die de Commissie Don heeft vervat in haar kengetallen. Daarom is het financieel beleid thans nog gebaseerd op het beoordelingskader. Het college van bestuur heeft voldoende beheersmaatregelen geïmplementeerd om de risico‟s op een adequate wijze te beheersen. Op het gebied van het personeelssalarisproces zijn in het verslagjaar vorderingen gemaakt, maar behoeven verdere verbetering. Wij verwachten o.a. door middel van de ingebruikname van het ERPsysteem de noodzakelijke kwaliteitsverbetering te kunnen ondersteunen. De offerte procedure zal in het inkoopbeleid worden vastgelegd dat zal moeten voldoen aan de Europese en Nationale Aanbestedingswet. In hoofdstuk A3 Grafieken is in grafiek 2 het verloop van het voorzieningenniveau en het eigen vermogenniveau in beeld gebracht. Treasury management Het beleid van de school is om tijdelijk overtollige liquide middelen zo defensief mogelijk te beleggen. Het beleid is erop gericht om vrijwel uitsluitend beleggingen of spaarvormen aan te gaan in risicoloze vastrentende financieringsvormen, zoals termijndeposito‟s en bedrijfsspaarrekeningen. In het verslagjaar werden de middelen op direct opneembare bedrijfspaarrekeningen gestald (bij een double A bank). Een gering deel van de private middelen is belegd in een direct opzegbaar mixfonds.
Gang van zaken gedurende het verslagjaar Leerlingen Het gemiddelde aantal leerlingen (exclusief VAVO-leerlingen) daalde in 2014 met 63 naar 2.464. Per teldatum, 1 oktober 2014, daalde het aantal leerlingen met 65 naar 2.426 (exclusief VAVO leerlingen).
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
Investeringen in inventaris en apparatuur Het investeringsniveau is afgenomen ten opzichte van 2013 voornamelijk door lagere vervangingsinvesteringen. Exploitatieresultaat Resultaat Begroot Verschil t.o.v. begroting
€ 77.008 € -585.000 € 662.008
Belangrijke invloeden op het resultaat: Rijkssubsidie 165.000 Personele kosten 298.000 Afschrijvingen 43.000 Huisvestingskosten 132.000 Financiële baten 33.000 De verschillen van de vermelde baten zijn incidenteel. De Rijkssubsidie is hoger dan geraamd door een verhoging van de lumpsum vergoeding vanwege cao en premiekostenontwikkelingen, een toename van de vergoeding voor vreemdelingen en een wijziging van de financieringssystematiek Passend Onderwijs (geen achteraf financiering meer). Ook de afwijkingen van de lasten zijn incidenteel. De personele kosten worden grotendeels beïnvloed door lagere loonkosten als gevolg van de dalende formatie per 1 augustus, lagere vervangingskosten voor ziekte en zwangerschapsverlof, het vervallen van het „trekkingsrecht‟ door wijziging in de cao en onttrekkingen uit de voorziening langdurig zieken. Voor een gedetailleerde analyse zie toelichting op de staat van baten en lasten onder 4.1 Personeelslasten. Omdat voornamelijk investeringen niet zijn gerealiseerd zijn de afschrijvingskosten substantieel lager. Met name ten gunste van de huisvestingkosten zijn gebracht geplande onderhoudsuitgaven van de voorziening onderhoud gebouw, voornamelijk door besparingen op dak en plafondwerkzaamheden en diverse onjuist opgenomen werkzaamheden in het onderhoudsplan. Als gevolg van stijgende beurskoersen is het rendement van de private middelen hoger dan geraamd.
19 | P a g i n a
In hoofdstuk A3 Grafieken is in grafiek 3 het verloop van het resultaat in absolute zin en in verhouding tot de baten weergegeven.
Toekomstige ontwikkelingen Verwezen wordt naar het voorwoord van het CVB, waarin wordt ingegaan op de toekomstige ontwikkelingen. Begroting 2015 (meerjarenbegroting 2015-2019) Baten 19.638.000 Lasten -19.936.000 Saldo -298.000 De belangrijkste doelen hebben betrekking op: Onderwijsbeleid Excellent schoolklimaat Onderwijskwaliteit Onderwijskenmerken Personeelsbeleid - Voldoen aan eisen functiemix - Teamontwikkeling Facilitairbeleid - Ondersteuning primaire proces - ICT In de begroting zijn geen substantiële nieuwe beleidsuitgaven opgenomen. Het tekort wordt gedekt uit de Algemene Reserve. Ontwikkelingen in het kader van de wet onderwijstijd, met name de effecten van het transitieplan zijn in de begroting 2015 nog niet tot uitdrukking gebracht. Vanwege de leerling aanmeldingen in maart 2015 zal de personeelsformatie per 1 augustus 2015 lager zijn dan begroot. De verwachting is dat door beide ontwikkelingen het begrote tekort met ca. € 240.000 zal verminderen. Voor nadere informatie mede in het kader van het meerjarenperspectief wordt verwezen naar de continuïteitsparagraaf.
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
20 | P a g i n a
Continuïteit Begroting Kengetal (stand 31/12) Personele bezetting in FTE* Directie (incl.CVB) Onderwijzend Personeel Overige medewerkers
Verslagjaar
2015
2016
2017
7,9 166,7 58,9 233,5
7,2 161,6 57,1 225,9
7,2 161,6 57,1 225,9
7,2 161,6 57,1 225,9
Leerlingenaantallen
2.461
Ontwikkelingen op basis aanmeldingen maart 2015 2.323 2.228 2.143
*In het verslagjaar is de vermelde gemiddelde personele bezetting inclusief vervangingsaanstellingen. In de begrotingen worden voor vervangingskosten bedragen opgenomen. Toelichting op de kengetallen Personeelsformatie Op grond van de leerlingenaanmeldingen maart 2015 zal de personeelsformatie per 1 augustus 2015 met ongeveer 6 fte onderwijzend personeel moeten afnemen. De krimp in de formatie zal kunnen worden opgevangen met 5 fte door natuurlijk verloop en de flexibele schil. Wanneer het aantal aanmeldingen de komende twee jaar op het niveau van 2015 zal blijven, zal de personeelsformatie naar verwachting verder afnemen. In de meerjarenbegroting is geen rekening gehouden met een dalende personele bezetting, zodat de effecten van een ongewijzigde personeelsbezetting zichtbaar worden. Voor ons werkgelegenheidsbeleid is het gemeenschappelijk sociaal statuut van de stichting Werkkring van toepassing. Als de daling van de werkgelegenheid onverhoopt groter wordt dan het natuurlijk verloop en de tijdelijke aanstellingen/uren uitbreidingen dan treedt fase 1 van het sociaal statuut in werking. Dat betekent dat dan overleg met de bonden (DGO) moet worden gevoerd en een sociaal plan moet worden opgesteld. Voor schooljaar 2015-2016 is de daling van de werkgelegenheid (op een enkel vakgebied na) op te vangen door natuurlijk verloop en niet (of slechts beperkt) verlengen van tijdelijke aanstellingen en tijdelijke uren uitbreidingen. We blijven hiermee in fase 0 van het gemeenschappelijk sociaal statuut (de permanente fase). Dat betekent dat er geen sociaal plan hoeft te worden opgesteld en de gebruikelijke mobiliteits-bevorderende maatregelen (uit het sociaal statuut) van toepassing zijn. Voor de details hierover wordt verwezen naar dit gemeenschappelijk sociaal statuut. Onze school hanteert bewust een “flexibele schil” van personeel. Dit uiteraard binnen de kaders van de wet- en regelgeving. Deze flexibele schil is bedoeld om fluctuaties in de werkgelegenheid op te kunnen vangen. Ook voor de komende jaren zal dit beleid, binnen de kaders van de Wet werk en zekerheid, worden voortgezet. Daarnaast wordt door P&O jaarlijks in kaart gebracht hoe groot het personeelsverloop door pensionering de komende jaren zal zijn. Er wordt actief beleid gevoerd om er voor te zorgen dat bij schaarstevakken tijdig voldoende personeel beschikbaar zal zijn. Hierbij wordt, via de AONHW (opleidingsschool), opgetrokken met scholen in de regio. Leerlingenaantallen De ontwikkelingen van de leerlingaantallen van de voorgaande drie jaren laten een dalende trend zien. Bij gelijkblijvende leerlingenaanmeldingen zal het totaal aantal leerlingen in het
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
21 | P a g i n a
schooljaar 2015-2016 met 138 leerlingen en 95 leerlingen in het schooljaar 2016-2017 afnemen. Voor onze school blijkt voor het schooljaar 2015-2016 de aanmelding licht lager dan die van vorig schooljaar. Het totale leerlingaantal van de school daalt dit schooljaar echter wel aanzienlijk omdat we in 2009, 2010 en 2011 een forse piek in de aanmelding hebben gehad. Wellicht was dit mede te relateren aan de aanzuigende werking van de nieuwbouw. Deze pieken in de aanmelding stromen rond dit schooljaar (en ook de komende jaren) uit. De verwachting, op basis van demografische gegevens, is dat de totale leerlingaantallen binnen het voedingsgebied de eerste jaren nog redelijk stabiel blijven/licht dalen en na 2018-2019 wat sterker zullen teruglopen. Wij verwachten dat het ingezette beleid (goede onderwijsresultaten, een sterke profilering en het bieden van eigentijds onderwijs) dé sleutel is om dit te voorkomen. Hierbij moet o.a. gedacht worden aan: -investeren in het Technasium in de Havo-afdeling; -het ontwikkelen van een pre-university-leerlijn die is ingezet met de WON lessen en de JAcademic-projecten in de Vwo-afdeling; -het verder investeren in het Sport en Cultuur-profiel in Langedijk en -de ontwikkeling van een duidelijker profiel bij de Vmbo-afdeling gericht op ruimte in de lessentabel voor het ontwikkelen van de talenten van onze leerlingen. Een verdere professionalisering Jan Arentsz-breed moet zorgen voor een kwaliteitsimpuls die leidt tot een grotere aantrekkingskracht van ons onderwijs. Daarbij moet de school ook haar bescheidenheid laten varen en helder naar buiten communiceren wat zij te bieden heeft. Meerjarenbalans Verslagjaar EUR
2015 EUR
Begroting 2016 EUR
2017 EUR
ACTIVA Vaste Activa Materiële vaste activa Totaal vaste activa
2.292.000 2.292.000
2.001.000 2.001.000
1.799.000 1.799.000
1.965.000 1.965.000
Vlottende activa
6.865.000
6.658.000
6.225.000
5.896.000
Totaal activa
9.157.000
8.659.000
8.024.000
7.861.000
3.471.000 79.000 1.727.000 5.277.000
3.173.000 79.000 1.727.000 4.979.000
2.714.000 79.000 1.727.000 4.520.000
2.341.000 79.000 1.727.000 4.147.000
Voorzieningen
1.443.000
1.243.000
1.067.000
1.277.000
Kortlopende schulden
2.437.000
2.437.000
2.437.000
2.437.000
Totaal passiva
9.157.000
8.659.000
8.024.000
7.861.000
PASSIVA Eigen Vermogen Algemene Reserve Bestemmingsreserve publiek Bestemmingsreserve privaat
Financieringsstructuur Het buffervermogen, het vermogen om onverwachte tegenvallers te kunnen opvangen is op 5% gesteld (van de publieke middelen). Per ultimo verslagjaar is het buffervermogen 9,8 %. Dit percentage zal de komende jaren dalen, maar zal naar verwachting niet onder 5% gaan uitkomen. Daar waar nodig zullen vanuit de reserves middelen beschikbaar worden gesteld om
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
22 | P a g i n a
ontwikkelingen op gebied van profilering, professionalisering en werving mogelijk te maken. Uitgangspunt daarbij is dat de school een gezonde financiële situatie behoudt en dat de vermogenspositie van de school minimaal blijft voldoen aan de Don normen op langere termijn. Huisvesting Er is besloten tot invoering van een Technasium als onderdeel van de profilering van de Havo (en wellicht later VWO) afdeling. Met name de inrichting van een werkplaats zal de nodige kosten en inspanning met zich meebrengen. Indien noodzakelijk zal het privaat vermogen hiervoor worden aangewend. Reserves De Algemene Reserve neemt af als gevolg van de geraamde exploitatietekorten bij ongewijzigde omstandigheden. Naar verwachting zal het vermogen minder afnemen dan begroot. Vanwege de lagere personele formatie per 1 augustus 2015 (zie toelichting op de Staat van Baten en Lasten) zal de Algemene Reserve in 2015 met ongeveer € 240.000 minder afnemen dan in de meerjarenbegroting is berekend. Staat van Baten en Lasten Verslagjaar EUR BATEN Rijksbijdragen Ov. Overheidsbijdragen/subs. Overige baten TOTAAL BATEN
Begroting 2016 EUR
2015 EUR
2017 EUR
18.756.000 117.000 801.000 19.674.000
18.725.000 33.000 823.000 19.581.000
18.670.000 33.000 823.000 19.526.000
18.906.000 33.000 823.000 19.762.000
Verslagjaar 15.766.000
2015 15.810.000
2016 15.940.000
2017 16.101.000
552.000 1.040.000 2.340.000 19.698.000
550.000 1.176.000 2.400.000 19.936.000
534.000 1.161.000 2.400.000 20.035.000
520.000 1.161.000 2.400.000 20.182.000
Saldo Baten en Lasten
-24.000
-355.000
-509.000
-420.000
Saldo financiële bedrijfsv. Saldo buiteng.baten en lasten
101.000
57.000
50.000
47.000
TOTAAL RESULTAAT Incidentele baten en lasten in totaal resultaat
77.000
-298.000
-459.000
-373.000
-
-
-
-
LASTEN Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten TOTAAL LASTEN
Toelichting Zoals onder „toekomstige ontwikkelingen‟ is vermeld, zijn de financiële effecten van het transitieplan onderwijstijd in de begroting 2015 nog niet meegenomen. Als gevolg van de invoering van het transitieplan per 1 augustus 2015 wordt een lagere inzet onderwijzend personeel van 3,3 fte voorzien, geschat effect begroting 2015 ca. € 94.000. en structureel in de jaren daarna ca. € 234.000. Hierdoor daalt het tekort structureel in 2015 naar € 204.000, in 2016 en 2017 naar respectievelijk € 225.000 en € 139.000. Op grond van de verwachte leerlingenaantallen zal per 1 augustus 2015 tot en met 31 december 2015 de personele bezetting met ongeveer € 150.000 dalen. Hierdoor wordt het tekort in 2015 geraamd op € 58.000. Zoals in de begroting 2015 is opgenomen zal het begrotingstekort worden gedekt uit de Algemene Reserve. Het structureel tekort is dankzij de inspanningen van velen gedeeltelijk verminderd. Het eerste deel van het transitieplan heeft gezorgd voor substantiële structurele bezuinigingen. Toch lijkt Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
23 | P a g i n a
het niet te lukken om het tweede deel van het plan, waarin met alle betrokkenen de tijd genomen wordt om het thema modernisering van de onderwijstijd grondig uit te diepen, uit te voeren zonder dat daarbij de bezuinigingsnoodzaak geweken is. Maar, mede gelet op die hiervoor (grof) geschatte exploitatieresultaten is het van belang na oplevering van het formatieplan 2015-2016 de effecten nog eens goed door te rekenen om tot concrete doelstellingen te kunnen komen op het gebied van formatie en samenhangende financiële uitkomsten. In 2017 en 2018 is het verwachte tekort lager vanwege de toename van de Rijksvergoeding als gevolg van de stijging van de Prestatieboxmiddelen.
Uit Formatieplan 2015-2016 Beleidskeuzes en –voornemens formatieplan 2015/2016
Structureel: - Het streven naar een excellent schoolKlimaat, onderscheidende en aansprekende onderwijsKenmerken en goede onderwijsKwaliteit blijft onze leidraad. Van alle activiteiten dient duidelijk te zijn dat ze daaraan bijdragen. Het gaat ons immers ook en vooral om consistentie en coherentie. Incidenteel: - Er is besloten tot invoering van Technasium als onderdeel van de profilering van de Havo (en wellicht later VWO) afdeling. Voor de invoering van Technasium wordt voor komend schooljaar een inzet voor zien van 4 lesverminderende uren. Dit is in het formatieplan opgenomen. - Toch ruimte voor ontwikkeling Ondanks de krimp in formatie willen we niet stil blijven staan. We bieden daarom bewust wat ruimte voor ontwikkeling van eigentijds onderwijs en versterking profilering. Dat gebeurt op twee manieren: Er is een mogelijkheid om tijdelijk wat formatie (“jonge” leerkrachten) boven de sterkte aan te stellen. Een verzoek daartoe dient onderbouwd te worden en gericht te zijn op de ontwikkeling van eigentijds onderwijs (de trektocht zoals genoemd in het transitieplan onderwijstijd). Dit is nog niet (of beperkt) in het formatieplan verwerkt. Ook voor het onderzoeken van eigentijdse lesmethoden en arrangeren/aanvullen van digitaal lesmateriaal kan tijdelijk wat formatie boven de sterkte worden ingezet. Een verzoek daartoe dient ook goed onderbouwd te worden. Richtlijn hierbij is dat de helft van de besparing die door de inzet van open materiaal bereikt wordt op commercieel materiaal beschikbaar is voor uren voor docenten. De andere helft is nodig voor infrastructuur en apparatuur (en beheer daarvan). In feite is deze maatregel kostenneutraal omdat hij uit de besparing op leermiddelen wordt betaald.
26 mei 2015, Alkmaar Namens het college van bestuur:
D. Bruinzeel Voorzitter
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
24 | P a g i n a
A.2 KENGETALLEN In de onderstaande tabel staan de kengetallen voor de jaren 2011 tot en met 2014 die in het bestuursverslag gebruikt zijn bij de analyse van de financiële situatie op balansdatum. Voor 2011, 2012 en 2013 zijn extra kolommen opgenomen met vergelijkingscijfers van de sector (Bron: Duo Gegevensboek en Vensters voor Verantwoording).
NL GPL 4 TOELICHTING
2011
2012
2013
2014
2011
2012
2013
LEERLINGEN Aantal leerlingen per 1/10 Aantal leerlingen per 1/10 vallend onder samenwerking VAVO- VO- Gemeenten Gemiddeld aantal leerlingen (excl VAVO) Groei/krimp aantal leerlingen Index; basis 2006 (2.521) SOLVABILITEIT EN LIQUIDITEIT Eigen vermogen ( x € 1.000) Algemene reserve Liquiditeit (current ratio) Solvabiliteit 1 Solvabiliteit 2
vlottende activa / kortlopende schulden eigen vermogen / balans totaal (eigen vermogen + voorzieningen) / balans totaal
2.674
2.553
2.491
2.426
29
33
33
35
2.665
2.624
2.527
2.464
105,7
104,1
100,2
97,7
3.714
4.481
5.200
5.278
2,45
2,39
2,62
2,82
0,51
0,53
0,57
0,58
0,47
0,45
0,49
0,69
0,72
0,73
0,73
0,58
0,56
0,59
-0,5%
1,3%
3,0%
1,79
BATEN Overheidsbijdrage (x € 1.000)
19.592 20.101 19.683 18.874
Overige baten (x € 1.000) Financiële baten ( x € 1.000)
Saldo
1006
904
896
801
75
113
103
101
LASTEN Personele lasten (x € 1.000) Materiële lasten (x €. 1.000) Gemiddelde lasten per leerling (x €1) RESULTAAT (GEWONE BEDRIJFSVOERING) Exploitatieresultaat (x €baten – lasten (gewone be1.000) drijfsvoering) Rentabiliteit exploitatieresultaat / totale baten x 100% (gewone bedrijfsvoering)
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
15.925 16.003 15.919 15.767 3.893
4.348
4.043
3.932
7.436
7.756
7.900
7.994
855
767
719
77
4,1%
3,6%
3,5%
0,4%
25 | P a g i n a
NL GPL 4 TOELICHTING
2011
2012
2013
2014
2011
2012
2013
LASTENVERDELING Totaal Personele lasten
personele lasten / totale lasten x 100% 80,4% 78,6% 79,7% 80,0% 77,9% 78,0% materiële lasten / totale lasten x 100% 19,6% 21,4% 20,3% 20,0% 22,1% 22,0%
Materiële lasten
77,8% 22,2%
Personele lasten Kostensoorten Lonen en salarissen
lonen en salarissen / personele lasten x 100% 75,3% 75,0% 73,4% 73,6% sociale lasten + pensioenlasten / personele lasten x 100% 17,9% 19,0% 20,0% 20,6% overige personele lasten / personele lasten x 100% 6,8% 6,0% 6,6% 5,8%
Sociale lasten Overig
Materiële lasten Afschrijvingen
afschrijvingen / materiële lasten x 100% 9,9% 10,8% 13,5% 14,0% huisvestingslasten / materiële lasten x 100% 30,1% 37,2% 26,9% 26,5% overige materiële lasten / materiële lasten x 100% 60,0% 52,0% 59,7% 59,5%
Huisvestingslasten Overige materiële lasten
RISICOMANAGEMENT AFHANKELIJKHEID Voorzieningenniveau
EN
voorzieningen / totale baten x 100% 6,0% 7,5% 6,7% 7,3% 5,9% 5,7% Eigen vermogenniveau eigen vermogen / totale baten x 100% 18,0% 21,2% 25,1% 26,7% 24,6% 24,6% Afhankelijkheid Rijksbijdrage Rijksbijdrage / totale baten x 100% 93,4% 94,3% 94,5% 94,8% 93,1% 92,9%
5,5% 26,4% 93,3%
INVESTERINGEN Investeringsniveau inventarissen en apparatuur
Investeringen inventaris en apparatuur / totale baten x 100%
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
1,6%
3,8%
1,8%
1,3%
2,1%
2,1%
2,0%
26 | P a g i n a
A.3 GRAFIEKEN Hieronder staan drie grafieken. Naar deze grafieken wordt verwezen in het bestuursverslag. De grafieken geven het verloop van bepaalde kengetallen.
Grafiek 1: Liquiditeit en solvabiliteit 3,00
2,50
2,00
1,50
1,00
0,50
0,00
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Liquiditeit (current ratio)
2,27
2,30
2,01
1,54
1,11
1,80
2,45
2,39
2,62
2,82
Solvabiliteit 1
0,30
0,39
0,34
0,13
0,21
0,41
0,51
0,53
0,57
0,58
Solvabiliteit 2
0,65
0,63
0,56
0,55
0,39
0,58
0,69
0,72
0,73
0,73
Grafiek 2: Voorzieningen en eigen vermogen 40,0%
(in procenten van de baten)
35,0%
30,0%
25,0%
20,0%
15,0%
10,0%
5,0%
0,0%
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Voorzieningenniveau
11,4%
9,8%
11,5%
10,9%
5,5%
5,9%
6,0%
7,5%
6,7%
7,3%
Eigen vermogenniveau
10,0%
16,1%
18,0%
3,5%
6,5%
14,2%
18,0%
21,2%
25,1%
26,7%
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
27 | P a g i n a
Grafiek 3: Exploitatieresultaat en rentabiliteit gewone bedrijfsvoering
1.500
8,0%
6,0% 1.000 4,0% 500 2,0%
0
0,0%
-2,0% -500 -4,0% -1.000 -6,0%
-1.500 Exploitatieresultaat gewone bedrijfsvoering (x € 1.000) Rentabiliteit gewone bedrijfsvoering
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
289
995
491
-1.224
73
35
855
767
719
77
1,9%
6,4%
3,0%
-6,0%
0,4%
0,2%
4,1%
3,6%
3,5%
0,4%
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
-8,0%
28 | P a g i n a
Beoordelingskader Onderwijsinspectie
Vermogensbeheer
Budgetbeheer
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
29 | P a g i n a
B
Jaarrekening
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
30 | P a g i n a
B.1.1 BALANS (na resultaatbestemming)
1
Activa 31-12-2014 EUR
31-12-2013 EUR
Vaste Activa 1.2
Materiële vaste activa
2.292.245
Totaal vaste activa
2.597.291 2.292.245
2.597.291
Vlottende activa 1.5 1.6 1.7
2
Vorderingen Effecten Liquide middelen
211.357 351.040 6.302.704
373.206 306.243 5.773.591
Totaal vlottende activa
6.865.101
6.453.040
Totaal activa
9.157.346
9.050.331
Passiva 31-12-2014 EUR
2.1 2.2 2.4
Eigen Vermogen Voorzieningen Kortlopende schulden
31-12-2013 EUR
5.277.501 1.443.320 2.436.525
Totaal passiva
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
5.200.493 1.384.039 2.465.799 9.157.346
9.050.331
31 | P a g i n a
B.1.2 Staat van Baten en Lasten 3
Baten
3.1 Rijksbijdragen 3.2 Overige overheidsbijdragen en subsidies 3.5 Overige baten Totaal baten 4
2014 EUR 18.756.544
Begroting 2014 EUR 18.577.000
2013 EUR 19.553.201
117.013 800.886
132.000 791.000
129.765 895.928
19.674.443
19.500.000
20.578.894
Lasten 2014
4.1 4.2 4.3 4.4
5
Begroting 2014
2013
Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten
EUR 15.766.724 551.811 1.039.910 2.339.874
EUR 16.065.000 595.000 1.172.000 2.321.000
EUR 15.919.178 544.547 1.085.838 2.412.964
Totaal lasten
19.698.319
20.153.000
19.962.527
Saldo baten en lasten
-23.876
-653.000
616.367
Financiële baten en lasten
100.884
68.000
102.662
77.008
-585.000
719.029
Resultaat
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
32 | P a g i n a
B.1.3 Kasstroomoverzicht 2014 EUR Saldo Baten en Lasten
2013 EUR
-23.876
616.367
558.386
552.552
59.281
-196.197
Vorderingen
161.849
-21.347
Schulden
-29.274
116.260
726.366
1.067.635
100.884
102.662
-
-
827.250
1.170.297
-253.341 1
-364.942
-44.797
-35.196
-298.137
-400.138
Aflossing langlopende schulden
-
-
Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten
-
-
529.113
770.159
5.773.591
5.003.432
529.113
770.159
6.302.704
5.773.591
Aanpassing voor: Afschrijvingen Mutaties voorzieningen Veranderingen in vlottende middelen
Totaal kasstroom uit bedrijfs-operaties Ontvangen interest Betaalde interest -/Totaal kasstroom uit operationele activiteiten Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in materiële vaste activa Desinvesteringen in materiële vaste activa Overige investeringen in financiële vaste activa Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten Kasstroom uit financieringsactiviteiten
Mutatie liquide middelen Het verloop van de geldmiddelen is als volgt: Stand per 1 januari Mutatie boekjaar Stand per 31 december
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
33 | P a g i n a
B.2
TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN
1
Algemene toelichting 1.1
Activiteiten
De activiteiten van de instelling bestaan voornamelijk uit dienstverlening op het gebied van onderwijs.
1.2
Stelselwijzigingen
In 2014 hebben zich geen stelselwijzigingen voorgedaan.
1.3
Schattingswijzigingen
In 2014 hebben zich geen schattingswijzigingen voorgedaan.
1.4
Verbonden partijen
Als verbonden partij worden alle rechtspersonen aangemerkt waarover overheersende zeggenschap, gezamenlijke zeggenschap of invloed van betekenis kan worden uitgeoefend. Ook rechtspersonen die overwegende zeggenschap kunnen uitoefenen worden aangemerkt als verbonden partij. Ook de statutaire directieleden, andere sleutelfunctionarissen in het management van de instelling en nauwe verwanten zijn verbonden partijen. Transacties van betekenis met verbonden partijen worden toegelicht voor zover deze niet onder normale marktvoorwaarden zijn aangegaan. Hiervan wordt toegelicht de aard en de omvang van de transactie en andere informatie die nodig is voor het verschaffen van het inzicht.
1.5
Toelichting op het kasstroomoverzicht
Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit de liquide middelen, met uitzondering van deposito‟s met een looptijd langer dan drie maanden. Kasstromen in vreemde valuta zijn omgerekend tegen een geschatte gemiddelde koers. Koersverschillen op geldmiddelen worden afzonderlijk in het kasstroomoverzicht getoond. Ontvangsten en uitgaven uit hoofde van interest, ontvangen dividenden en winstbelastingen zijn opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. Transacties waarbij geen instroom of uitstroom van kasmiddelen plaatsvindt, waaronder financiële leasing, zijn niet in het kasstroomoverzicht opgenomen. De betaling van de leasetermijnen uit hoofde van het financiële leasecontract zijn voor het gedeelte dat betrekking heeft op de aflossing als een uitgave uit financieringsactiviteiten aangemerkt en voor het gedeelte dat betrekking heeft op de interest als een uitgave uit operationele activiteiten.
1.6
Schattingen
Om de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening te kunnen toepassen, is het nodig dat de leiding van de instelling over verschillende zaken zich een oordeel vormt, en dat de leiding schattingen maakt die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen bedragen. Indien het voor het geven van het in art. 2:362 lid 1 BW vereiste inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de betreffende jaarrekeningposten.
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
34 | P a g i n a
2
Grondslagen voor waardering van activa en passiva 2.1
Algemeen
De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de bepalingen van de Regeling jaarverslaggeving onderwijs, Titel 9 Boek 2 BW, Hoofdstuk 660 van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving en de stellige uitspraken van de overige hoofdstukken van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, uitgegeven door de Raad voor de Jaarverslaggeving en met de bepalingen van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT). De jaarrekening is opgesteld in euro‟s. Activa en verplichtingen worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs of de actuele waarde. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. In de balans, de staat van baten en lasten en het kasstroomoverzicht zijn referenties opgenomen. Met deze referenties wordt verwezen naar de toelichting.
2.2
Vergelijking met voorgaand jaar
De gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar.
2.3
Materiële vaste activa
Overige vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs inclusief direct toerekenbare kosten, onder aftrek van lineaire afschrijvingen gedurende de verwachte toekomstige gebruiksduur, of lagere bedrijfswaarde. Er wordt rekening gehouden met bijzondere waardeverminderingen die op balansdatum worden verwacht. Voor een uiteenzetting ten einde vast te kunnen stellen of voor een materieel vast actief sprake is van een bijzondere waardevermindering wordt verwezen naar paragraaf 2.4. De inventarissen en apparatuur worden afgeschreven in 4, 5, 10 en 15 jaar. Alleen activa met een verkrijgingsprijs van € 500 en hoger worden geactiveerd. Voor de toekomstige kosten van groot onderhoud aan de gebouwen is een voorziening voor groot onderhoud gevormd. De toevoeging aan de voorziening wordt bepaald op basis van het geschatte bedrag van het toekomstig onderhoud en de periode die telkens tussen de werkzaamheden van groot onderhoud verloopt.
2.4
Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa
Door de instelling wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat een vast actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig kan zijn. Indien dergelijke indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief vastgesteld. Indien het niet mogelijk is de realiseerbare waarde voor het individuele actief te bepalen, wordt de realiseerbare waarde bepaald van de kasstroomgenererende eenheid waartoe het actief behoort. Van een bijzondere waardevermindering is sprake als de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde; de realiseerbare waarde is de hoogste van de opbrengstwaarde en de bedrijfswaarde. Een bijzondere-waardeverminderingsverlies wordt direct als een last verwerkt in de staat van baten en lasten. Indien wordt vastgesteld dat een bijzondere waardevermindering die in het verleden verantwoord is, niet meer bestaat of is afgenomen, dan wordt de toegenomen boekwaarde van de desbetreffende activa niet hoger gesteld dan de boekwaarde die bepaald zou zijn indien geen bijzondere waardevermindering voor het actief zou zijn verantwoord. Er heeft geen bijzondere waardevermindering van vaste activa plaatsgevonden. Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
35 | P a g i n a
2.5
Vorderingen
Vorderingen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde van de tegenprestatie. Handelsvorderingen worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. Als de ontvangst van de vordering is uitgesteld op grond van een verlengde overeengekomen betalingstermijn wordt de reële waarde bepaald aan de hand van de contante waarde van de verwachte ontvangsten en worden er op basis van effectieve rente ten gunste van de staat van baten en lasten gebracht. Voorzieningen wegens oninbaarheid dienen in mindering te worden gebracht op de boekwaarde van de vordering.
2.6
Effecten
De eerste waardering en vervolgwaardering van effecten vindt plaats tegen reële waarde indien de effecten opgenomen zijn onder vlottende activa, en worden aangehouden voor handelsdoeleinden. Waardeveranderingen van deze effecten worden direct verwerkt in de staat van baten en lasten. Transactiekosten die direct zijn toe te rekenen aan de verwerving van de effecten worden direct in de staat van baten en lasten verwerkt. Indien effecten niet worden aangehouden voor handelsdoeleinden en de marktwaarde van deze effecten niet betrouwbaar kan worden vastgesteld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. Effecten als onderdeel van de vlottende activa hebben een looptijd korter dan 1 jaar.
2.7
Liquide middelen
De liquide middelen bestaan uit kas en banktegoeden (gewaardeerd tegen nominale waarde).
2.8
Eigen vermogen
Het eigen vermogen bestaat uit een algemene reserve, een bestemmingsreserve publieke middelen en een bestemmingsreserve private middelen. De bestemmingsreserves zijn reserves met een beperktere bestedingsmogelijkheid, welke door het bestuur is aangebracht. Bestemmingsreserve uitgesteld Bapo-verlof Het saldo per 31-12-2014 bedraagt € 78.766 en is bedoeld voor het financieren van de kosten van opname van uitgesteld Bapo-verlof. Bestemmingsreserve (privaat) Het saldo per 31-12-2014 bedraagt € 1.727.000 en is bedoeld voor niet gesubsidieerde uitgaven. Per 1 januari 2010 is de Stichting Jan Arentsz opgeheven. Het vermogen is per die datum overgedragen aan de Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
2.9
Voorzieningen
Algemeen Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan, waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten.
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
36 | P a g i n a
De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen, tenzij anders vermeld. Wanneer de verwachting is dat een derde de verplichtingen vergoedt, en wanneer het waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal worden ontvangen bij de afwikkeling van de verplichting, dan wordt deze vergoeding als een actief in de balans opgenomen. Voorziening onderhoud gebouw Voor uitgaven voor groot onderhoud wordt een voorziening gevormd om deze lasten gelijkmatig te verdelen over een aantal boekjaren. De toevoegingen aan de voorziening worden bepaald op basis van het geschatte bedrag van het groot onderhoud en de periode die telkens tussen de werkzaamheden voor groot onderhoud verloopt. Voorziening Jubilea De voorziening jubilea wordt opgenomen tegen de contante waarde van de verwachte uitkeringen gedurende het dienstverband. Bij de berekening van de voorziening wordt onder meer rekening gehouden met verwachte salarisstijgingen en de blijf kans. Bij het contant maken is de risicovrije reële discontovoet in maatschappelijke kosten-baten analyses voor investeringsprojecten ad. 2,5 % (2013 2,5%) als disconteringsvoet gehanteerd. Overige voorzieningen De overige voorzieningen worden opgenomen tegen nominale waarde van de voor de afwikkeling van de voorziening naar verwachting noodzakelijke uitgaven. Voorziening Spaarverlof De voorziening is gevormd voor verplichtingen aan werknemers die sparen voor verlof en dit in de toekomst opnemen. De minimale spaartermijn bedraagt 4 en de maximale spaartermiijn bedraagt 12 jaar. Voorziening Wachtgelden De voorziening is gevormd voor toekomstige wachtgeldverplichtingen voor geheel of gedeeltelijk afgevloeid personeel. De verplichtingen betreffen 25% van de werkeloosheidsuitkeringen door UWV en 25% van de bovenwettelijke uitkeringen door Loyalis. 75% van de sectorale uitkeringslasten wordt collectief over de sector Voortgezet Onderwijs omgeslagen op basis van de normatieve Rijksvergoeding en jaarlijks door het Ministerie van OCW verrekend. Voorziening Langdurig zieken De voorziening voor langdurig zieken heeft betrekking op verplichtingen tot het in de toekomst doorbetalen van beloningen aan personeelsleden die op balansdatum naar verwachting blijvend geheel of gedeeltelijk niet in staat zijn om werkzaamheden te verrichten door ziekte of arbeidsongeschiktheid. Vanwege het eigenrisicodragerschap voor de Wet Gedeeltelijke Arbeidsongeschiktheid (WGA) worden tevens deze verplichtingen opgenomen. Voorziening Levensfase Bewust Personeelsbeleid De voorziening is gevormd voor duurzame inzetbaarheid in het kader van Levensfase Bewust Personeelsbeleid. De nieuwe cao-afspraken per 1 augustus 2014 bieden de mogelijkheid om een spaartegoed op te bouwen dat eerst later tot opname van doorbetaald verlof zal leiden. De verplichtingen betreffen de geïnventariseerde verlofuren per 31 december 2014 rekening houdend met de blijf kans.
2.10
Schulden
Schulden worden bij de eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde. Transactiekosten die direct zijn toe te rekenen aan de verwerving van de schulden worden in de waardering bij eerste verwerking opgenomen. Schulden worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
37 | P a g i n a
geamortiseerde kostprijs, zijnde het ontvangen bedrag rekening houdend met agio of disagio en onder aftrek van transactiekosten. Het verschil tussen de bepaalde boekwaarde en de uiteindelijke aflossingswaarde wordt op basis van de effectieve rente gedurende de geschatte looptijd van de schulden in de staat van baten en lasten als interestlast verwerkt.
2.11
Leasing
Operationele leasing Bij de instelling kunnen er leasecontracten bestaan waarbij een groot deel van de voor- en nadelen die aan de eigendom verbonden zijn, niet bij de instelling ligt. Deze leasecontracten worden verantwoord als operationele leasing. Verplichtingen uit hoofde van operationele leasing worden, rekening houdend met ontvangen vergoedingen van de lessor, op lineaire basis verwerkt in de staat van baten en lasten over de looptijd van het contract.
2.12
Financiële instrumenten
De effecten opgenomen onder de financiële vaste activa en de vlottende activa, alsmede derivaten met een onderliggende beursgenoteerde waarde worden gewaardeerd tegen de reële waarde. Alle overige in de balans opgenomen financiële instrumenten zijn gewaardeerd tegen de (geamortiseerde) kostprijs. De reële waarde is het bedrag waarvoor een actief kan worden verhandeld of een passief kan worden afgewikkeld tussen ter zake goed geïnformeerde partijen, die tot een transactie bereid en onafhankelijk van elkaar zijn.
3
Grondslagen voor bepaling van het resultaat 3.1
Algemeen
De baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn verwezenlijkt. Verliezen en risico‟s die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen, indien zij voor het vaststellen van de jaarrekening bekend zijn geworden.
3.2
Opbrengstverantwoording
Verlenen van diensten Opbrengsten uit het verlenen van diensten geschieden naar rato van de geleverde prestaties, gebaseerd op de verrichte diensten tot aan de balansdatum in verhouding tot de in totaal te verrichten diensten.
3.3
Rijksbijdragen
Rijksbijdragen worden als baten verantwoord in de staat van baten en lasten in het jaar waarop de toekenning betrekking heeft.
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
38 | P a g i n a
3.4
Overige overheidsbijdragen en subsidies
Exploitatiesubsidies worden als bate verantwoord in de staat van baten en lasten in het jaar waarin de gesubsidieerde kosten zijn gemaakt of opbrengsten zijn gederfd, of wanneer een gesubsidieerd exploitatietekort zich heeft voorgedaan. De baten worden verantwoord als het waarschijnlijk is dat deze worden ontvangen en de instelling de condities voor ontvangst kan aantonen. Subsidies met betrekking tot investeringen in materiële vaste activa worden in mindering gebracht op het desbetreffende actief als onderdeel van de afschrijvingen of als baat verwerkt in de staat van baten en lasten.
3.5
Overige baten
Overige bedrijfsopbrengsten bestaan uit baten uit verhuur, detachering, ouderbijdragen en overige baten.
3.6
Afschrijvingen materiële vaste activa
Materiële vaste activa worden vanaf het moment van ingebruikneming afgeschreven over de verwachte toekomstige gebruiksduur van het actief. Indien een schattingswijziging plaatsvindt van de economische levensduur, dan worden de toekomstige afschrijvingen aangepast. Boekwinsten en -verliezen bij verkoop van materiële vaste activa zijn begrepen onder de afschrijvingen.
3.7
Personeelsbeloningen
Periodiek betaalbare beloningen Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de staat van baten en lasten voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers. Pensioenen De instelling heeft een pensioenregeling bij Stichting Bedrijfspensioenfonds ABP. Op deze pensioenregeling zijn de bepalingen van de Nederlandse Pensioenwet van toepassing en worden op verplichte of contractuele basis premies betaald door de instelling. ABP hanteert het middelloon als pensioengevende salarisgrondslag. ABP probeert ieder jaar de pensioenen te verhogen met de gemiddelde stijging van de lonen in de sectoren overheid en onderwijs. Wanneer de dekkingsgraad lager is dan 105% vindt er geen indexatie plaats. De premies worden verantwoord als personeelskosten zodra deze verschuldigd zijn. Vooruitbetaalde premies worden opgenomen als overlopende activa indien dit tot een terugstorting leidt of tot een vermindering van toekomstige betalingen. Nog niet betaalde premies worden als verplichting op de balans opgenomen. De dekkingsgraad van Stichting Bedrijfspensioenfonds ABP per 31 december 2014 is 101,1%. ABP werd in 2008 zwaar geraakt door de crisis op de financiële markten. Daarom hebben ze toen een herstelplan opgesteld. Hierin staat wat ze doen om de financiële situatie binnen 5 jaar te verbeteren. Dit plan is goedgekeurd door De Nederlandsche Bank, de toezichthouder van de Nederlandse pensioenfondsen. De belangrijkste punten uit het herstelplan zijn: • Zolang de dekkingsgraad lager is dan 105% worden de pensioenen niet aangepast aan de loonontwikkeling.
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
39 | P a g i n a
• De premie moet minimaal kostendekkend zijn en bij een lage dekkingsgraad (dekkingstekort) bijdragen aan herstel van het fonds. Om de financiële positie te verbeteren, geldt er een tijdelijke herstelopslag op de premie voor ouderdoms- en nabestaandenpensioen. • Het beleggingsbeleid is aangepast waardoor het beleggingsrisico lager is. • In het herstelplan is ruimte opgenomen om tegenvallers op te vangen. Als het herstel trager verloopt dan verwacht, kan het ABP bijvoorbeeld korten op de pensioenen.
3.8
Financiële baten en lasten
Rentebaten en rentelasten Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen die als onderdeel van de berekening van de effectieve rente worden meegenomen. Waardeveranderingen van de volgende financiële instrumenten worden rechtstreeks verwerkt in de winst en verliesrekening: Aangehouden eigen vermogensinstrumenten die beursgenoteerd zijn.
4
Financiële instrumenten en risicobeheersing 4.1
Marktrisico
Prijsrisico De instelling loopt risico‟s ten aanzien van de waardering van effecten, opgenomen onder vlottende activa. De instelling beheerst het marktrisico door stratificatie aan te brengen in de portefeuille, en limieten te stellen. Rente-en kasstroomrisico De instelling loopt renterisico over de rentedragende vorderingen (met name onder liquide middelen) en rentedragende kortlopende schulden . Voor schulden met variabele renteafspraken loopt de instelling risico ten aanzien van toekomstige kasstromen; met betrekking tot vastrentende schulden loopt de instelling risico's over de reële waarde als gevolg van wijzigingen in de marktrente. De instelling heeft geen significante risico‟s.
4.2
Kredietrisico
De instelling heeft geen significante concentraties van kredietrisico. De instelling heeft vorderingen verstrekt aan participanten en instellingen waarin wordt deelgenomen. Bij deze partijen is geen historie van wanbetaling bekend.
4.3
Liquiditeitsrisico
De instelling heeft geen kredietfaciliteit. Er zijn geen significante risico‟s.
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
40 | P a g i n a
B.2.1 Toelichting op de balans
Vaste activa
1.2 Materiële vaste activa 1.2.2
Materiële vaste activa v.d.Meij College Materiële vaste activa
Inventaris en apparatuur Aanschaf Prijs 01-01-2014
Afschrijving Cumulatief 01-01-2014
Boekwaarde 01-01-2014
EUR
EUR
EUR
Investeringen EUR
Aanschafprijs desinvesteringen EUR
Afschrijving AfschrijAanschaf Afschrijving Cumulatief vingen Prijs cumulatief desinveste31-12-2014 31-12-2014 ringen EUR EUR EUR EUR
Boekwaarde 31-12-2014 EUR
5.076.933
3.142.656
1.934.277
213.410
202.729
202.729
485.066
5.087.614
3.424.993
1.662.621
1.095.891
432.877
663.014
39.931
112.448
112.447
73.320
1.023.374
393.750
629.624
6.172.824
3.575.533
2.597.291
253.341
315.177
315.176
558.386
6.110.988
3.818.743
2.292.245
De investeringen ad € 253.341 bestaan voor € 42.090 uit uitbreidingsinvesteringen.
Vorderingen 1.5
Vorderingen
Debiteuren OC&W Overige overheden Overige vorderingen Overlopende activa Vorderingen
31-12-2014 EUR 8.805 359 840 43.198 158.155 211.357
31-12-2013 EUR 11.328
Uitsplitsing 1.5.7.1 Personeel 1.5.7.2 Renten 1.5.7.3 Overige Overige vorderingen
14.215 17.647 11.336 43.198
12.130 14.489 46.862 73.481
158.155 158.155
218.752 218.752
1.5.1 1.5.2 1.5.6 1.5.7 1.5.8
1.5.8.1 Vooruitbetaalde kosten 1.5.8.2 Overige overlopende activa Overlopende activa
69.645 73.481 218.752 373.206
1.5.2 betreft een herziening bekostiging lesmateriaal en maatschappelijke stage 2014, kenmerk 2015/2/389036, d.d. 20-1-2015. Onder 1.5.6 was in 2013 een vordering op de Belastingdienst opgenomen inzake gedeeltelijke restitutie basispremie WAO/WIA ad. € 64.983. Het bedrag vermeld onder 1.5.7.1 Personeel betreft vorderingen inzake detacheringen. 1.5.7.3 daalt omdat per 31 december 2013 incidentele vorderingen zijn opgenomen inzake een loonschade uitkering ad. € 11.878 en het teveel verrekende individueel deel wachtgeldverplichtingen door OCW ad. € 16.940.
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
41 | P a g i n a
1.5.8.1 neemt af door lagere vooruitbetalingen van scholingskosten ad. € 17.440, kopieerkosten € 17.734, softwarekosten salarisadministratie € 15.001, werkweken € 17.086. Voor kijken luistertoetsen werd € 4.005 meer vooruitbetaald, het restant € 2.659 betreft diverse mutaties. Alle vorderingen hebben een looptijd korter dan één jaar.
Effecten & Liquide middelen 1.6
Effecten Boekwaarde 01-01-2014 EUR
1.6.3
Overige effecten Effecten
Investeringen EUR
306.243 306.243
Desinvesteringen EUR
4.655 4.655
Waarde mutatie EUR -
Boekwaarde 31-12-2014 EUR
40.142 40.142
351.040 351.040
Onder overige effecten is een mixfonds van private middelen opgenomen. De investeringen betreft de herbelegging van dividend. Het bedrag ad. € 351.040 is de gezamenlijke waarde van ter beurze genoteerde overige effecten. Dit fonds staat ter vrije beschikking van de instelling.
1.7
1.7.1 1.7.2
Liquide middelen
Kasmiddelen Tegoeden op bank- en girorekeningen Liquide middelen
31-12-2014 EUR 4.235 6.298.469 6.302.704
31-12-2013 EUR 4.666 5.768.925 5.773.591
De liquide middelen staan volledig ter vrije beschikking. 1.8
Toelichting bij het kasstroomoverzicht
Onder de ontvangsten uit operationele activiteiten in de kasstroom uit operationele activiteiten is een ontvangst van € 44.797 begrepen uit hoofde van effecten. Onder de investeringen in materiële vaste activa zijn alleen opgenomen de investeringen waarvoor in 2014 geldmiddelen zijn opgeofferd. Van de totale investeringen van € 253.341 kan een bedrag van ongeveer € 42.090 worden aangemerkt als uitbreidingsinvesteringen.
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
42 | P a g i n a
Eigen vermogen 2.1
2.1.1 2.1.2 2.1.3
Eigen Vermogen
Algemene reserve Bestemmingsreserve (publiek) Bestemmingsreserve (privaat) Eigen vermogen
2.1.2
Stand per 01-01-2014 EUR 3.393.745
Overige mutaties
Resultaat EUR 77.990
-
Stand per 31-12-2014 EUR 3.471.735
EUR
90.491
-11.725
-
78.766
1.716.257
10.743
-
1.727.000
5.200.493
77.008
-
5.277.501
90.491
-11.725
-
78.766
Bestemmingsreserve (publiek) Uitgesteld Bapo-verlof
2.1.3. In verband met de anti-oppot eis is het schenkingsvermogen vanaf 1 januari 2010 van de private reserve geïndexeerd met het inflatiecijfer. Het gerealiseerde rendement van dit vermogen is onder aftrek van de inflatiecorrectie gebruikt ter dekking van de exploitatielasten in het verslagjaar van niet door het rijk gesubsidieerde uitgaven.
Voorzieningen 2.2
Voorzieningen
2.2.1 2.2.3
Personeelsvoorzieningen Onderhoudsvoorziening Voorzieningen
Stand per 01-01-2014
491.515 892.524 1.384.039
Stand per 01-01-2014
Dotaties
192.505 188.000 380.505
Dotaties
Onttrekkingen
177.320 61.457 238.777
Onttrekkingen
Vrijval
Stand per 31-12-2014
82.447 82.447
Vrijval
506.700 936.620 1.443.320
Stand per 31-12-2014
Kortlopend deel<1 jaar
77.223 415.718 492.941
Kortlopend deel<1 jaar
Langlopend deel>1 jaar
429.477 520.902 950.379
Langlopend deel>1 jaar
2.2.1.1
Voorziening Spaarverlof
147.374
11.606
58.734
-
100.246
5.752
94.494
2.2.1.2
Voorziening Jubilea
139.821
26.789
19.766
-
146.844
6.302
140.542
2.2.1.3
Voorziening Wachtgeld
70.320
58.632
59.252
-
69.700
34.700
35.000
2.2.1.4
Voorziening Langdurig zieken
134.000
45.268
39.568
-
139.700
30.469
109.231
2.2.1.5
Voorziening LBP
491.515
50.210 192.505
177.320
-
50.210 506.700
77.223
50.210 429.477
Personeelsvoorzieningen
De voorziening Jubilea is tegen contante waarde opgenomen. De overige voorzieningen tegen nominale waarde. 2.2.1 De voorziening Wachtgeld is gevormd voor toekomstige wachtgeldverplichtingen voor geheel of gedeeltelijk afgevloeid personeel. De verplichtingen betreffen 25% van de werkeloosheidsuitkeringen door UWV en 25% van de bovenwettelijke uitkeringen door Loyalis. Door wachtgeldverplichtingen als gevolg van ontslagen personeel is € 58.632 toegevoegd. Daarbij worden verplichtingen in acht genomen van de komende drie jaar. De voorziening Levensfase Bewust Personeelsbeleid (LBP) is gevormd voor duurzame inzetbaarheid personeel. De nieuwe cao-afspraken per 1 augustus 2014 bieden de mogelijkheid om een spaartegoed op te bouwen dat eerst later tot opname van doorbetaald verlof zal leiden. De verplichtingen betreffen de geïnventariseerde verlofuren per 31 december 2014 rekening houdend met de blijf kans.
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
43 | P a g i n a
2.2.3 Van de geplande onderhoudsuitgaven 2014 wordt € 151.595 doorgeschoven naar 2015 en € 5.518 naar 2016. De vrijval ad. € 82.447 betreft schilderwerk € 39.347 partieel door interne uitvoering, gerealiseerde besparing € 24.489 op de geplande werkzaamheden aan dakbedekking, systeemplafond, entreematten, overbodig geraamde keuringskosten elektrische installaties, reiniging plafond, vervanging cv-ketel € 18.611. Kortlopende schulden 2.4
Kortlopende schulden 31-12-2014 EUR
2.4.1 2.4.3 2.4.4 2.4.7 2.4.8 2.4.9 2.4.10
Kredietinstellingen Crediteuren OCW Belastingen en premies sociale verzekeringen Schulden ter zake van pensioenen Overige kortlopende schulden Overlopende passiva Kortlopende schulden
31-12-2013 EUR
267.079 89.830
376.115 75.687
653.047 202.224 123.678 1.100.667 2.436.525
662.327 232.915 157.530 961.225 2.465.799
2.4.4
Vooruitontvangen € 73.640 Maatschappelijke stage 2015, brief 2014/2/384843, datum 20-10-2014. Vooruitontvangen € 16.190 Studieverlof 2015, brief 2014/2/374469, datum 206-2014
2.4.7.1 2.4.7.2 2.4.7.3
Loonheffing Omzetbelasting Premies sociale verzekeringen Belastingen en premies sociale verzekeringen
478.726 369 173.952 653.047
497.562 494 164.271 662.327
2.4.9.2
Overige Overige kortlopende schulden
123.678 123.678
157.530 157.530
De afname van de overige kortlopende schulden wordt voornamelijk veroorzaakt door de restitutie subsidie taalklas schooljaar 2013/2014 ten opzichte van 2012/2013 en het vrijvallen van een schuld met langlopend karakter inzake baporechten. 2.4.10.2 Vooruitontvangen subsidies OC&W geoormerkt 2.4.10.5 Vakantiegeld en –dagen 2.4.10.6 Accountants- en administratiekosten 2.4.10.8 Overige Overlopende passiva
35.000 555.036 18.505 492.126 1.100.667
34.986 555.395 16.505 354.339 961.225
In 2.4.10.8 is verantwoord het saldo € 63.336 van het project opleiden in de school en academische opleidingsschool, € 96.597 vooruitontvangen ouderbijdragen, diversen € 105.979 en het saldo project versterking samenwerking lerarenopleidingen € 226.214 dat de toename van € 96.219 veroorzaakt. De vooruitontvangen ouderbijdragen voor excursies nemen met € 28.452 toe. Onder 2.4.9.2 is een bedrag ad. € 14.383 opgenomen met een langlopend karakter, inzake baporechten. De overige kortlopende schulden hebben alle een resterende looptijd van korter dan één jaar.
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
44 | P a g i n a
Overzicht op grond van de Wet overige OCW-subsidies Model G G1 Verantwoording van subsidies zonder verrekeningsclausule (Regeling ROS art.13, lid 2 sub a en EZ regelingen betrekking hebbend op de EZ subsidies) Ontvangen Bedrag van Toewijzing t/m verslagPrestatie afgerond toewijzing Omschrijving jaar Kenmerk
Lerarenbeurs, verlof
Totaal
2014/2/374469
Datum
20-6-2014
EUR
EUR
27.754
27.754
27.754
27.754
Ja/Nee
Nee
B.2.2. Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen Vordering op OC&W Dit betreft de vordering „vereenvoudiging bekostiging‟ als gevolg van de invoering van de lumpsum-bekostiging. In verband met het voorwaardelijke karakter van de vordering op het ministerie van OCW is deze in de balans niet gewaardeerd. Contracten huur kopieermachines Er is een overeenkomst afgesloten met een looptijd van 60 maanden voor de huur van printen kopieerapparatuur. De overeenkomst loopt door tot 1 oktober 2015. Per 31 december 2014 bestond nog een verplichting van € 24.394 (< 1 jaar). Er is een overeenkomst afgesloten voor de huur van print- en kopieerapparatuur. De overeenkomst is ingegaan op 1 januari 2014 en eindigt op 1 januari 2019. Per 31 december 2014 is de verplichting € 59.363 (< 1 jaar € 14.106, >1 jaar - < 5 jaar € 45.257). Schoonmaakcontracten Ten behoeve van schoonmaakwerkzaamheden is een overeenkomst afgesloten. De overeenkomst is ingegaan per 9 mei 2014 en loopt door tot 9 mei 2016. Het verschuldigd bedrag per 31 december 2014 bedraagt € 386.783 (< 1 jaar € 285.483, >1 jaar - < 5 jaar € 101.300). Contract Service onderhoud lift Voor service-onderhoud is een contract afgesloten ten behoeve van de lift Mandenmakerstraat gebouw F. De overeenkomst is ingegaan op 14 augustus 2003 en loopt door tot 14 augustus 2023. Het verschuldigd bedrag per 31 december 2014 bedraagt € 43.780 (< 1 jaar € 4.585, >1 jaar - < 5 jaar € 18.340, > 5 jaar € 18.340). Huurcontract De Binding Gemeente Langedijk Met de gemeente Langedijk is een overeenkomst afgesloten voor het gebruik van het gebouw De Binding, Bosgroet 14 te Zuid-Scharwoude. De overeenkomst is aangegaan voor onbepaalde duur, ingaande op 1 januari 2008. De gebruikersvergoeding wordt jaarlijks per 1 januari verhoogd met het percentage „aanpassing huurbedragen‟ dat jaarlijks door de gemeente wordt vastgesteld. Eens in de vijf jaar worden de werkelijke kosten van de componenten van de gebruikersvergoeding uit bijlage 2 onderzocht en, na overleg met gebruikers en huurders, aangepast. Voor het eerst per 1 januari 2017. Het verschuldigde bedrag per 31 december 2014 tot en met de evaluatiedatum 31 december 2016 bedraagt € 360.688 . (< 1 jaar € 180.344, >1 jaar - < 5 jaar € 180.344).
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
45 | P a g i n a
B.2.3 Toelichting op de staat van baten en lasten Overheidsbijdragen 3.1
Rijksbijdragen 2014 EUR
3.1.1 3.1.2 3.1.3
3.1.1.1 3.1.1.2 3.1.1.3 3.1.1.4 3.1.1.5 3.1.1.6 3.1.1.7 3.1.1.8
Begroting 2014 EUR
2013 EUR
Rijksbijdragen OCW Overige subsidies OCW Ontvangen doorbetalingen rijksbijdr. SVW Rijksbijdragen
18.220.904 18.125.000 19.129.979 462.147 452.000 423.222 73.493 18.756.544 18.577.000 19.553.201
Uitsplitsing OCW, Norm, Nieuwkomers, 1e Opvang Leerling Gebonden Financiering Maatschappelijke stage Gratis schoolboeken Prestatiesubs. Voortijdig School Verlaters Prestatiebox middelen Bekostiging jonge leerkrachten Lerarenbeurs Rijksbijdragen OCW
16.701.686 16.620.000 17.307.616 175.836 170.000 189.904 128.287 129.000 133.950 752.670 753.000 850.853 48.986 43.000 50.000 401.875 401.000 409.662 178.299 11.564 9.000 9.695 18.220.904 18.125.000 19.129.979
3.1.2.1.1 3.1.2.2.1 3.1.2.2.2 3.1.2.2.3
Geoormerkte subsidies Zij-instromers Niet-geoormerkte subsidies Opl.school Niet-geoormerkte subs. academ. Opl.sch. Niet-geoormerkte subs. Samenw.ler.opl. Overige subsidies OCW
361.394 66.977 33.776 462.147
355.000 70.000 25.000 452.000
5.445 329.786 87.991 423.222
3.1.3
Ontvangen doorbetalingen rijksbijdr. SVW
73.493 73.493
-
-
Analyse verschillen begroting Verhoging lumpsum (met 0,43%, € 36.921) vanwege premiekostenontwikkeling en primaire arbeidsvoorwaarden en toename vergoeding vreemdelingen € 44.765. 3.1.2.2.3 De baten zijn gelijk aan de lasten van dit project. Lagere inzet voor overhead dan geraamd en een bijdrage aan Partnerscholen, € 8.776. 3.1.3 In afwijking van de gedragslijn van OCW zijn de vergoedingen schooljaar 20142014, van 1 augustus 2014 (voorheen Leerling Gebonden Financiering) t/m 31 december 2014 voor het Passend Onderwijs niet achteraf betaalbaar gesteld, € 73.493. 3.1.1.1
3.2
3.2.1 3.2.2
3.2.2.1 3.2.2.2 3.2.2.3
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
Participatiebudget Overige overheidsbijdragen en -subsidies Overige overheidsbijdragen en subsidies Uitsplitsing Gemeente Alkmaar verbouwing/renovatie Gemeenten diversen Overige Overige overheidsbijdragen en -subsidies
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
2014 EUR 117.013
Begroting 2014 EUR 132.000
2013 EUR 129.765
117.013
132.000
129.765
33.051 83.962 117.013
37.000 95.000 132.000
9.256 24.300 96.209 129.765
46 | P a g i n a
3.2.2.3
Analyse verschillen begroting De doorbetaling REC van het Project Optimaal Speciaal verloopt per 1 augustus 2014 via het Samenwerkingsverband € -27.137. Vergoedingen voor projecten „Op de Rails‟ en Surplus, Visueel gehandicapten € 14.715.
Andere baten
3.5
3.5.1 3.5.2 3.5.5 3.5.6
3.5.6 3.5.2 3.5.6
Overige baten
Verhuur Detachering personeel Ouderbijdragen Overige Overige baten Uitsplitsing Kantineverkopen Overige personele baten Diversen Overige
2014 EUR 16.344 227.571 414.481 142.490 800.886
Begroting 2014 EUR 12.000 252.000 405.000 122.000 791.000
2013 EUR 16.874 209.970 437.631 231.453 895.928
91.117 37.826 13.547 142.490
93.000 20.000 9.000 122.000
91.901 105.541 34.011 231.453
Analyse verschillen begroting Lagere detachering v.d.Meij College € 13.193, lagere detachering Stichting Werkkring € 10.705. Overige personele baten: Opstroombeurs € 4.167, Re-integratie vergoeding € 3.995, deelname centraal examen commissie Frans € 3.244, Heliomare 2.043, zomercursus en project MAKI vmbo € 3.587. Diversen: Schadevergoeding kunstwerk Langedijk € 3.963.
Lasten
Lonen en salarissen Overige personele lasten Af: uitkeringen Personeelslasten
2014 EUR 14.853.005 1.040.649 126.930 15.766.724
Begroting 2014 2013 EUR EUR 15.260.000 14.856.342 920.000 1.109.314 115.000 46.478 16.065.000 15.919.178
Uitsplitsing Brutolonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremies Lonen en salarissen
11.601.415 1.498.608 1.752.982 14.853.005
p.m. 11.680.356 p.m. 1.384.685 p.m. 1.791.301 16.065.000 14.856.342
4.1
Personeelslasten
4.1.1 4.1.2 4.1.3
4.1.1.1 4.1.1.2 4.1.1.3
4.1.1
Analyse verschillen begroting Minder ondersteunend personeel, lagere formatie onderwijzend personeel per 0108-2014 voornamelijk vestiging Langedijk en lagere kosten voor stagiaires, hogere kosten per 1 augustus 2014 door cao verhoging (1,2%) totaal € 168.820; lagere
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
47 | P a g i n a
vervangingskosten ziekte- zwangerschapsverlof € 37.086; vervallen van het „Trekkingsrecht' € 90.000; spaarverlof, jubilea-uitkeringen onttrekking uit de voorziening langdurig zieken, vrijval baporecht € 111.089, totaal verschil € 406.995. 4.1.2.1 4.1.2.2 4.1.2.3
4.1.2.3
4.1.2.1 4.1.2.2 4.1.2.3
Dotaties personele voorzieningen Personeel niet in loondienst Overig Overige personele lasten
192.505 73.291 774.853 1.040.649
26.000 44.000 850.000 920.000
220.415 74.343 814.556 1.109.314
Uitsplitsing Werkzaamheden derden Scholingskosten Diverse andere kosten Overig
247.354 187.543 339.956 774.853
269.000 233.000 348.000 850.000
287.510 152.066 374.980 814.556
Werkzaamheden boeken WNK Diversen Werkzaamheden derden
93.570 22.274 131.510 247.354
90.000 27.000 152.000 269.000
95.230 28.573 163.707 287.510
Analyse verschillen begroting Dotatie voorziening langdurig zieken ad.€ 40.268, dotatie voorziening wachtgeld € 50.632, dotatie voorziening jubilea en spaarverlof € 25.395, dotatie voorziening levensfase bewust personeelsbeleid € 50.210. Vervanging ziekte receptioniste en vervanging zwangerschap docente € 29.291. Lagere scholingskosten€ 45.457, begroot op basis cao per werknemer. Lagere diverse werkzaamheden derden inz. Oplis ad. € 13.942 en overige € 7.704. Diverse andere kosten: lagere lasten voor teamcoaching/ontwikkeling € 23.745 (deels via loonkosten van der Meij College), werving en selectie € 7.082, vieringen/afscheid personeel € 6.270. Hogere collectieve uitkeringskosten wachtgeld € 25.933, medische begeleiding € 10.466 en overige lasten totaal € 8.742.
Wet Normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semi-publieke sector (WNT) WNT-verantwoording 2014 Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o. Per 1 januari 2013 is de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) ingegaan. Deze verantwoording is opgesteld op basis van de volgende op Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o. van toepassing zijnde regelgeving: het WNT-maximum voor het voortgezet onderwijs, plafond € 182.948.
Het bezoldigingsmaximum in 2014 voor Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o is € 184.448. Het weergegeven toepasselijke WNT-maximum per persoon of functie is berekend naar rato van de omvang (en voor topfunctionarissen tevens de duur) van het dienstverband, waarbij voor de berekening de omvang van het dienstverband nooit groter kan zijn dan 1,0 fte. Uitzondering hierop is het WNTmaximum voor de leden van de Raad van Toezicht; dit bedraagt voor de voorzitter 7,5% en voor de overige leden 5% van het bezoldigingsmaximum.
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
48 | P a g i n a
4.1 Vermelding bezoldiging topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen Leidinggevende topfunctionarissen (vermelding alle bestuurders met dienstbetrekking en vermelding alle interim-bestuurders) bedragen x € 1
D. Bruinzeel
Functie(s)
College van Bestuur
Voorzittersclausule (J/N)
van
toepassing
Ja
Ingangsdatum dienstverband
01-04-2011
Duur dienstverband in 2014
1/1 – 31/12
Omvang dienstverband (in fte)
1,0
Einddatum dienstverband Gewezen topfunctionaris?
nee
(Fictieve) dienstbetrekking?
ja
Zo niet, langer dan 6 maanden binnen 18 maanden werkzaam?
nvt
Bezoldiging Beloning
114.283
Belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen Voorzieningen termijn
beloning
betaalbaar
op
19.326
Totaal bezoldiging
133.609
Toepasselijk WNT-maximum
184.448
Motivering indien overschrijding: Gegevens 2013 Functie(s) in 2013 Duur dienstverband in 2013 Omvang dienstverband (in fte)
College van Bestuur 1/1 – 31/12 1,0
Bezoldiging Beloning
102.689
Belastbare onkostenvergoedingen
-
Beloningen betaalbaar op termijn
18.105
Totaal bezoldiging 2013 Totaal ontslagvergoeding 2013
120.794 -
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
49 | P a g i n a
Toezichthoudende topfunctioarissen (vermelding alle toezichthouders) G.F. Ruiten
I.M.C. VerweelStokman
J.F.M. Feldberg
J.C. Schouten
Voorzitter R.v.T.
Lid R.v.T
Lid R.v.T.
Lid R.v.T.
J
N
N
N
1/1- 31/12
1/1- 31/12
1/1- 31/12
1/1- 31/12
Beloning
-
-
-
-
Belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen
-
-
-
-
Voorzieningen op termijn
-
-
-
-
-
-
-
-
13.834
9.222
9.222
9.222
bedragen x € 1 Functie(s) Voorzitter of lid (J/N) Duur dienstverband (ingangsdatum – einddatum) in 2014 Bezoldiging
beloning
betaalbaar
Totaal bezoldiging Toepasselijk WNT-maximum Motivering indien overschrijding: zie Gegevens 2013 Functie(s) in 2013
Voorzitter
-
-
-
1/1 – 31/12
1/1 - 31/12
1/1 - 31/12
1/1 - 31/12
nvt
nvt
nvt
nvt
Beloning
-
-
-
-
Belastbare onkostenvergoedingen
-
-
-
-
Beloningen betaalbaar op termijn
-
-
-
-
Totaal bezoldiging 2013
-
-
-
-
Totaal ontslagvergoeding 2013
-
-
-
-
C.P.A. Mosch
L.A.J. Mulders
H.J.M. van Horssen
M.P.M. Harlaar-Bot
Lid R.v.T
Lid R.v.T
Lid R.v.T.
Lid R.v.T.
N
N
N
N
1/1- 31/12
1/1- 31/12
-
-
Beloning
-
-
-
-
Belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen
-
-
-
-
Voorzieningen op termijn
-
-
-
-
-
-
-
-
9.222
9.222
9.222
9.222
Duur dienstverband in 2013 Omvang dienstverband (in fte) Bezoldiging
bedragen x € 1 Functie(s) Voorzitter of lid (J/N) Duur dienstverband (ingangsdatum – einddatum) in 2014 Bezoldiging
beloning
betaalbaar
Totaal bezoldiging Toepasselijk WNT-maximum Motivering indien overschrijding: zie Gegevens 2013 Functie(s) in 2013
-
-
-
-
1/8 - 31/12
1/8 - 31/12
1/1 - 31/7
1/1 – 31/7
nvt
nvt
nvt
nvt
Beloning
-
-
-
-
Belastbare onkostenvergoedingen
-
-
-
-
Beloningen betaalbaar op termijn
-
-
-
-
Totaal bezoldiging 2013
-
-
-
-
Totaal ontslagvergoeding 2013
-
-
-
-
Duur dienstverband in 2013 Omvang dienstverband (in fte) Bezoldiging
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
50 | P a g i n a
Overige rapportageverplichtingen op grond van de WNT Naast de hierboven vermelde topfunctionarissen zijn er geen overige functionarissen die in 2014 een bezoldiging boven het toepasselijke WNT-maximum hebben ontvangen, of waarvoor in eerdere jaren een vermelding op grond van de WOPT of de WNT heeft plaatsgevonden of had moeten plaatsvinden. Er zijn in 2014 geen ontslaguitkeringen aan overige functionarissen betaald die op grond van de WNT dienen te worden gerapporteerd. Begroting 4.2 Afschrijvingen 2014 2014 2013 EUR EUR EUR 4.2.2 Materiële vaste activa 551.811 595.000 544.547 Afschrijvingen 551.811 595.000 544.547 Een bedrag ad. € 6.575, de opbrengst van afgeschreven computerapparatuur, is verantwoord onder afschrijvingen. Analyse verschillen begroting 4.2.2 Van de geraamde investeringen is € 120.883 niet gerealiseerd. Het betreft voornamelijk vervangingsinvesteringen. Begroting 4.3 Huisvestingslasten 2014 2014 2013 EUR EUR EUR 4.3.1 Huur 79.846 95.000 91.361 4.3.3 Onderhoud 262.425 381.000 311.848 4.3.4 Energie en water 233.977 225.000 225.468 4.3.5 Schoonmaakkosten 379.018 389.000 374.681 4.3.6 Heffingen 14.670 14.000 14.590 4.3.7 Overige 69.974 68.000 67.890 Huisvestingslasten 1.039.910 1.172.000 1.085.838 Uitsplitsing Renovatie, aanpassing gebouw Dotatie onderhoud gebouw Overige onderhoud 4.3.3 Onderhoud
4.3.1 4.3.3
4.3.4 4.3.5
4.4
4.4.1 4.4.2 4.4.4
105.553 156.872 262.425
188.000 193.000 381.000
59.882 72.825 179.141 311.848
Analyse verschillen begroting Door daling van het aantal lesuren gymnastiek en het gebruik van andere sportzalen dalen de huurkosten. Totale daling € 15.154. Ten gunste van de dotatie onderhoud is in mindering gebracht € 82.447, zijnde besparingen ad. € 24.488 op dak en plafondwerkzaamheden en diverse onjuist opgenomen werkzaamheden € 57.959 in het onderhoudsplan. Een afrekening v.a. 2008 voor waterverbruik ad. € 14.200 veroorzaakt de stijging van de kosten onder aftrek van de afname van het overig verbruik ad. € 5.223. O.a. door lagere kosten voor afvoer huisvuil en overige schoonmaakkosten zijn de kosten met € 9.982 afgenomen.
Overige lasten
Administratie en beheerslasten Inventaris, apparatuur en leermiddelen Overige Overige lasten
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
2014 EUR 677.074 883.205 779.595 2.339.874
Begroting 2014 EUR 676.000 855.000 790.000 2.321.000
2013 EUR 669.745 913.595 829.624 2.412.964
51 | P a g i n a
Uitsplitsing
4.4.1 4.4.1
4.4.2
4.4.2
Administratie en beheer Algemene kosten Administratie en beheerslasten
510.716 166.358 677.074
477.000 199.000 676.000
437.396 232.349 669.745
Analyse verschillen begroting De stijging ad. € 33.716 van de kosten van administratie en beheer is voornamelijk het gevolg van een verbetering van de internetverbinding en de implementatie van e.r.p.-software. Voor het e.r.p. systeem was ¤ 20.000 begroot onder 4.1.2.3 Werkzaamheden derden. Van de algemene kosten zijn de repro-kosten substantieel gedaald, enerzijds door en lagere contractprijs en anderzijds door een verbeterde registratie, waardoor een hogere doorbelasting aan secties (4.4.2) heeft plaatsgevonden, totale daling € 32.642.
Digitale leermiddelen en boeken Rijksubsidie VAVO-leerlingen Overige Inventaris, apparatuur en leermiddelen
2014 EUR 451.546 136.074 295.585 883.205
Begroting 2014 EUR 384.000 131.000 340.000 855.000
2013 EUR 478.964 125.885 308.746 913.595
Analyse verschillen begroting Aan digitale leermiddelen en boeken is € 67.546 meer uitgegeven. De aanschaf van deze middelen is afhankelijk van een vijfjarige levenscyclus. De kosten van maatschappelijke stage zijn € 13.434 lager dan begroot. Aan overige middelen is per saldo € 30.981 minder uitgegeven.
Partners Opleiden in school Partners verdieping ac. Opleidingsschool Partners Samenwerk.Lerarenopleidingen Overige kosten 4.4.4 Overige
2014 EUR 183.500 42.550 14.460 539.085 779.595
Begroting 2014 EUR 189.500 37.500 563.000 790.000
2013 EUR 204.030 59.125 566.469 829.624
Analyse verschillen begroting 4.4.4 De werkweken, meerdaagse reizen en excursies laten een daling zien ad.€ 25.613, voornamelijk doordat werkweek vmbo 3 verplaatst is van september 2014 naar juni 2015. De lasten van deze activiteiten worden gedekt door bijdragen van de ouders. Het restant ad.€ -1.698 kan worden toegeschreven aan een grote diversiteit overige leerlingactiviteiten.
Accountantshonoraria Controle van de jaarrekening school Andere controle werkzaamheden van de jaarrekening; Academische Opleidingsschool Overige controle werkzaamheden Fiscale advisering Andere niet controle diensten
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
2014 EUR 29.250
Begroting 2014 EUR 31.600
2013 EUR 24.629
3.000 32.250
3.000 34.600
3.000 27.629 52 | P a g i n a
Financieel en buitengewoon 5
Financiële baten en lasten
5.1 Rentebaten 5.3 Waardeveranderingen financiële vaste activa en beleggingen 5.5 Rentelasten(-/-) Financiële baten en lasten
2014 EUR 56.087
Begroting 2014 EUR 58.000
2013 EUR 67.466
44.797 100.884
10.000 68.000
35.196 102.662
De waardeveranderingen financiële vaste activa betreft het rendement van een deel van de private middelen. Het uitgekeerde dividend wordt herbelegd. Door stijgende beurskoersen is het rendement € 34.797 hoger dan begroot. Het resterende rendement van de private middelen bestaat uit een deel van de rentebaten onder 5.1. Deze rentebaten worden niet aan het private vermogen toegerekend.
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
53 | P a g i n a
B.2.4 Verbonden partijen Naam
VMC
Juridische vorm 2014
coörporatie
Statutaire zetel
Code activiteiten
Alkmaar
Eigen vermogen 31-12-2014
Resultaat jaar 2014
Art 2: 403 BW
Deelname
Consolidatie
EUR
EUR
Ja/Nee
%
J/N
4
Nee
Nee
B.2.5 Gemiddeld aantal werknemers Gedurende het jaar 2014 waren gemiddeld 233,5 werknemers in dienst op basis van een volledig dienstverband (2013: 238,0). Hiervan zijn er 0 werkzaam in het buitenland (2013: 0). Directie 7,9 FTE (2013 9,2) Onderwijzend Personeel 166,7 FTE (2013 169,0) Overig Personeel 58,9 FTE (2013 59,8) Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar en omstreken Alkmaar, 26 mei 2015, Namens het college van bestuur,
D. Bruinzeel Voorzitter
Alkmaar, 8 juni 2015 Goedgekeurd door de Raad van Toezicht
G.F. Ruiten Voorzitter
I.M.C. Verweel-Stokman
J.F.M. Feldberg
J.C. Schouten
C.P.A. Mosch
L.A.J. Mulders
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
54 | P a g i n a
C
Overige gegevens
C.1 Voorstel bestemming saldo baten en lasten
Voorgesteld wordt het resultaat als volgt te verdelen:
Toevoeging aan Algemene Reserve Onttrekking aan bestemmingsreserve uitgesteld Bapo-verlof
EUR 77.990 -11.725
Toevoeging aan bestemmingsreserve privaat
10.743
Totaal
77.008
C.2
Gebeurtenissen na balansdatum
Er hebben zich geen belangrijke gebeurtenissen voorgedaan na balansdatum.
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
55 | P a g i n a
BIJLAGEN College van Bestuur en Raad van Toezicht met nevenfuncties
College van Bestuur De heer D. Bruinzeel, voorzitter (per 1-8-2011) Nevenfuncties: - Penningmeester Samenwerkingsverband Noord-Kennemerland - Voorzitter Bestuur Stichting Werkkring Raad van Toezicht De heer G.F. Ruiten, voorzitter (per 01-08-2010) (per 07-05-1998 tot 1-8-2010 voorzitter bestuur)
Functie: - Directeur bij EFK Interim-management en advies Nevenfuncties: - Penningmeester ChristenUnie - Voorzitter Raad van Toezicht Stichting Forte Kinderopvang - Penningmeester Nederlands Bijbelgenootschap - Penningmeester Stichting Vrienden van Pryluky - Penningmeester Stichting 180 - Burgerraadslid gemeente Langedijk - Lid auditcommissie gemeente Langedijk Mevrouw I.M.C. Verweel-Stokman, secretaris/juridische zaken (per 28-11-2011) Functie: - Mediator bij Verweel Mediation Nevenfuncties: - Lid Raad van Commissarissen Rabobank Alkmaar e.o. - Vice-voorzitter raad van commissarissen WOONopMAAT, een woningcorporatie te Heemskerk - Lid Raad van Toezicht Stichting Geriant te Heerhugowaard De heer J.F.M. Feldberg, onderwijskundige zaken (per 28-11-2011) Functie: - Associate professor Business Intelligence & Analytics, Faculty of Economics and Business Administration VU University Amsterdam - Director Amsterdam Center for Business Analytics Nevenfuncties: - Eigenaar Pivot I&E Management BV (eBusiness strategy & Business Analytics consultancy) - Lid Raad van Commissarissen Rabobank Alkmaar e.o. - Lid raad van afgevaardigden ONVZ Zorgverzekeraar De heer C.P.A. Mosch, personeel (per 01-08-2013) Functie: - Manager Personele, Juridische & Algemene Zaken bij Bejo Zaden B.V. Nevenfuncties: - Lid begeleidingscommissie post HBO-Bedrijfskunde INholland - Bestuurder Stichting Seed Valley - Lid cao-onderhandelingsdelegatie werkgevers Tuinzaadbranche - Lid Raad van Commissarissen Rabobank Noord-Kennemerland - Lid bestuur Ondernemersfederatie Schagen - Lid bestuur Ondernemersfederatie Schagen, sector Industrie & Bedrijven
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar
56 | P a g i n a
Mevrouw L.A.J. Mulders, identiteit/levensbeschouwing (per 01-08-2013) Functie: - Lerarenopleider en vakdidacticus Godsdienst Levensbeschouwing bij bij VU Faculteit Pedagogiek en Psychologie, ULO - Lid visitatiecommissie Diploma Christelijk Basisonderwijs bij de Besturenraad Nevenfuncties: - Protestantse Kerk Amsterdam, voorzitter kerngroep Vorming en Toerusting, - lid bestuur en moderamen - Toutatis, Nederlands vakdidactisch genootschap Godsdienst Levensbeschouwing - Redactielid Narthex, tijdschrift voor levensbeschouwing en educatie De heer J.C. Schouten, bouwkundige zaken (per 01-08-2010) (per 22-09-1999 tot 01-08-2010 bestuurslid)
Functie:
- Projectleider Vastgoed bij de gemeente Den Helder - Zelfstandig adviseur Ruimtelijke Ordening en Huisvesting
Mevrouw A.C.P.M. Koenders-Odijk, Ambtelijk secretaris van de Raad van Toezicht
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alkmaar e.o.
57 | P a g i n a