Jaarverslag Leerplicht - RMC Schooljaar 2013 - 2014 Gemeenten Emmen en Coevorden
3
Leerplicht - RMC
Voorwoord In de Leerplichtwet 1969 zijn de leerplicht en de kwalificatieplicht geregeld. Leerplicht geldt voor kinderen van 5 tot en met 16 jaar. Na het laatste schooljaar van de leerplicht begint de kwalificatieplicht. De kwalificatieplicht geldt voor jongeren die nog geen startkwalificatie hebben behaald. Door de kwalificatieplicht moeten meer jongeren een startkwalificatie halen. Een startkwalificatie is een havo-, vwo- of mbo-diploma op minimaal niveau 2. Met de kwalificatieplicht wordt de leerplicht verlengd tot de dag dat de jongere een startkwalificatie heeft gehaald, of tot de dag dat de jongere 18 jaar wordt. Het team Jongeren en Leerplicht richt zich, naast de leerplichtige leerlingen tussen de 5 en 18 jaar oud, ook op jongeren van 18 tot 23 jaar oud. Het doel is dat alle jongeren naar school gaan en hun opleiding afronden met minimaal een startkwalificatie. De leerplichtambtenaren en de RMC-trajectbegeleiders bieden ondersteuning als de leerling door (dreigend) schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten in zijn vorming en ontplooiing wordt belemmerd. Hierbij wordt nauw samengewerkt met scholen, hulpverleningsinstanties,
justitie en anderen. De school is verplicht melding te maken als er sprake is van verzuim, spijbelgedrag, dreigende schooluitval, veelvuldig ziekmelden of vaak te laat komen. Naar aanleiding van de melding gaat de leerplichtambtenaar of de RMC-trajectbegeleider met de leerling in gesprek om de reden van het gedrag te achterhalen. Afhankelijk van de reden kunnen er sancties opgelegd worden. In alle gevallen is en blijft het hoofddoel het zoeken naar een oplossing waardoor de leerling een startkwalificatie behaalt. De gemeente Emmen voert de Leerplichtwet ook uit voor de gemeente Coevorden en Borger-Odoorn (met uitzondering van Nieuw-Buinen). Ook voor het schooljaar 2013- 2014 brengen de gemeenten Emmen en Coevorden gezamenlijk verslag uit over de uitvoering van de Leerplichtwet. De gemeente Borger-Odoorn brengt zijn eigen jaarverslag uit. Het jaarverslag van Emmen en Coevorden geeft inzicht in de resultaten en de ontwikkelingen op het gebied van Leerplicht en RMC-wetgeving voor het voorkomen en bestrijden van voortijdig schooluitval in het afgelopen schooljaar 2013 - 2014.
Leerplicht - RMC
4
Afkortingenlijst In het jaarverslag worden diverse afkoringen gebruikt. In onderstaande lijst wordt de betekenis van de afkortingen gegeven.
AMK
Algemeen Meldpunt Kindermishandeling
AWBZ
Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten
CJG
Centrum Jeugd en Gezin
DJP
Drents Jongeren Platform
DUO
Dienst Uitvoering Onderwijs
DVI
Drentse Verwijs Index
FIP
Flexibel Instroom Portaal
GGD
Gemeentelijke Gezondheidsdienst
Halt
Het alternatief
JCO
Justitieel Casusoverleg
Mbo
Middelbaar beroepsonderwijs
Ministerie van OCW
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
MKBGW
Midden- en Klein Bedrijf Goed Werknemerschap
NLP
Neuro Linguïstisch Programmeren
PV
proces verbaal
RMC
Regionale Meld- en Coördinatiefunctie
SBB
Stichting Beroepsonderwijs en Bedrijfsleven
Suwi
Structuur uitvoering werk en inkomen
UWV
Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen
Vmbo
Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs
VNN
Verslavingszorg Noord-Nederland
Vo
Voorgezet onderwijs
VSV
Voortijdig Schoolverlaten
Wmo
Wet maatschappelijke ondersteuning
WSNS
Weer Samen Naar School
WSW
Wet Sociale Werkvoorziening
WW
Werkloosheidswet
WWB
Wet Werk en Bijstand
ZAT
Zorgadviesteam
Leerplicht - RMC
5
Leerplicht en Kwalificatieplicht Inleiding Het toezicht op de leerplicht en de kwalificatieplicht is opgedragen aan Burgemeesters en Wethouders. De aanpak van verzuim is belangrijk in de strijd tegen schooluitval en draagt bij aan de verbetering van kansen voor jongeren. De Nederlandse overheid heeft in 1969 vastgelegd dat ieder kind vanaf 5 jaar tot zijn of haar 16e levensjaar volledig naar school moet. Op 1 augustus 2007 is in de Leerplichtwet van 1969 de kwalificatieplicht ingevoerd. De kwalificatieplicht volgt de leerplicht op om schooluitval van jongeren tussen de 16 en 18 jaar terug te dringen en hun kansen op de arbeidsmarkt te vergroten. Jongeren die zonder afgeronde opleiding op de arbeidsmarkt komen, hebben minder kans op een (duurzame) baan. Zij kunnen hun talenten minder makkelijk ontplooien, moeten vaker een beroep doen op sociale voorzieningen en dragen minder bij aan de samenleving. Om deze reden wordt er veel geïnvesteerd in het terugdringen van schoolverzuim en –uitval. Via een digitaal verzuimloket, uitgevoerd door de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO), en verbeterde registratiesystemen worden verzuim en uitval steeds beter in beeld gebracht. Een effectieve verzuimaanpak start bij een goede registratie. Het is van belang dat scholen verzuim goed
registreren en dit verzuim tijdig en volledig melden. De directeur van een school of onderwijsinstelling heeft een verzuimmeldingsplicht, gebaseerd op de Leerplichtwet. Dit houdt in dat de directeur schoolverzuim of praktijkverzuim, zonder geldige reden van een leerling, moet melden aan de gemeente waar de leerling staat ingeschreven. Deze melding gaat sinds 2007 via DUO. Het gaat om leerlingen die in een periode van vier opeenvolgende lesweken in totaal zestien uur of meer les- of praktijktijd hebben verzuimd. De melding wordt geautomatiseerd en volgens een vast format aan DUO gemeld. DUO zorgt ervoor dat elke melding bij de juiste gemeente terecht komt. De leerplichtambtenaren nemen vervolgens contact op met de school. De leerplichtambtenaar controleert of de Leerplichtwet wordt nageleefd. Hij bekijkt iedere melding nauwkeurig en zoekt passende oplossingen. Ook geeft hij voorlichting aan jongeren, ouders en onderwijsinstellingen over het belang van naar schoolgaan en de gevolgen van het overtreden van de Leerplichtwet. Daarnaast adviseert de leerplichtambtenaar scholen en besturen over verbetering van hun verzuimregistratie en meldgedrag. Verder beslist de leerplichtambtenaar over vrijstelling van geregeld schoolbezoek, indien dit meer dan tien dagen per jaar betreft. Bij niet nakomen van de Leerplichtwet heeft de leerplichtambtenaar de bevoegdheid tot het opmaken van een Proces Verbaal.
In onderstaande tabel ziet u het aantal leerplichtigen en kwalificatieplichtigen van de gemeente Emmen en de gemeente Coevorden.
Gemeente Coevorden
Gemeente Emmen Jongeren 5 t/m 12 jaar
9.711
Jongeren 5 t/m 12 jaar
3.250
13 t/m 15 jaar
4.074
13 t/m 15 jaar
1.434
16 en 17 jaar
2.661
16 en 17 jaar
800
Leerplicht - RMC
Soorten verzuim
6
Gemeente Emmen
Soms wil een kind of een jongere niet naar school omdat hij/ zij problemen heeft. Deze problemen kunnen verschillende oorzaken hebben, privé of op school. De leerplichtambtenaar is er niet alleen om de jongeren aan te spreken op het spijbelgedrag en de mogelijke consequenties hiervan. De leerplichtambtenaar wil er ook voor zorgen dat jongeren niet uitvallen op school. De bemiddelende functie van een leerplichtambtenaar valt onder preventief werken. Deze preventieve bemiddeling kan uit meerdere acties bestaan, zoals bijvoorbeeld verzuimcontrole, gesprekken met leerlingen, spreekuren binnen het onderwijs en huisbezoeken. Doordat er op elke school een spreekuur gehouden wordt, signaleren we verzuim snel. Er zijn in totaal 1.214 preventieve acties uitgevoerd in de gemeente Emmen en Coevorden. In de Leerplichtwet wordt onderscheid gemaakt tussen drie soorten verzuim: Relatief verzuim Relatief verzuim is zonder reden niet op school aanwezig zijn en ongeoorloofd ziek zijn zonder te melden. Regelmatig ongeoorloofd verzuimen varieert van structureel te laat komen en/of uren verzuimen tot regelmatig een dag of dagdeel ongeoorloofd verzuimen. In veel gevallen is ongeoorloofd verzuimen het gevolg van achterliggende problematiek. Dan spreken we ook wel van ‘zorgwekkend verzuim’ of ‘signaalverzuim’. Hiervan is sprake als het verzuim een signaal is voor problemen als: • leerproblemen, leerstoornissen; • sociaal-emotionele problemen of stoornissen; • (ernstige) gedragsproblemen of gedragsstoornissen; • gezondheidsproblemen/frequent ziekteverzuim (fysiek en psychisch/psychiatrisch) • gezinsproblemen. De ouders of verzorgers, maar ook leerplichtige leerlingen vanaf 12 jaar, kunnen voor relatief verzuim verantwoordelijk worden gesteld. Luxe verzuim Van luxe verzuim is sprake als de leerplichtige of kwalificatieplichtige leerling buiten de schoolvakanties op vakantie gaat. Dit verzuim valt onder volledige verantwoordelijkheid van de ouders. Absoluut verzuim Wanneer een leerplichtige jongere zonder geldige reden niet ingeschreven staat op een school, is er sprake van absoluut verzuim. De leerplichtambtenaar onderzoekt waarom de leerling (nog) niet op een school staat ingeschreven en biedt ondersteuning aan de ouders en jongere naar een passende opleiding. Mochten de jongere en/of ouders hier niet aan meewerken, dan wordt er een proces-verbaal opgemaakt.
Signaal verzuim
386
Luxe verzuim Absoluut verzuim
14 7
Gemeente Coevorden
Signaal verzuim Luxe verzuim
186 11
Leerplicht - RMC
7
Middelen
Aantal PV’s gemeente Emmen en Coevorden Schooljaar 2012 - 2013
Schooljaar 2013 - 2014
Luxe
8
11
Emmen
Zorg
37
40
Emmen
Halt
14
8
Coevorden
Luxe
1
2
Coevorden
Zorg
3
7
Coevorden
Halt
4
4
Een leerplichtambtenaar beschikt over diverse middelen om het verzuim te stoppen.
Gemeente Emmen
Waarschuwingsbrief/gesprek Eén van de middelen om ongeoorloofd verzuim verder te voorkomen, is het houden van een waarschuwingsgesprek en/of het versturen van een waarschuwingsbrief. In de gemeente Emmen zijn er door leerplichtambtenaren 168 waarschuwingen gegeven en in de gemeente Coevorden 85 waarschuwingen. Halt-straf Bij licht spijbelverzuim of te laat komen is er de mogelijkheid om een HALT afdoening op te maken. HALT biedt oplossingen bij het terugdringen van jeugdcriminaliteit om zo een bijdrage te leveren aan een veilige en leefbare samenleving. HALT maakt jongeren die een lichte misstap (kunnen) begaan bewust van de gevolgen van hun gedrag en stimuleert hen om die keuzes te maken die nodig zijn voor deelname aan de samenleving. Dit doen ze samen met ouders, docenten en andere professionals die een grote invloed hebben op de jongeren. Een verwijzing naar de alternatieve straf, de HALT-afdoening, leidt in eerste instantie niet tot strafvervolging. Wanneer de jongere de opgelegde straf positief afrondt, wordt de overtreding geseponeerd. Proces-verbaal Het doel van de Leerplichtwet is dat jongeren een ononderbroken schoolcarrière hebben. (Signaal)Verzuim is vaak één van de eerste signalen van een zorgelijke (thuis) situatie. Leerplichtambtenaren bekijken daarom elke melding nauwkeurig en zoeken de meest passende oplossing, zoals het inschakelen van diverse hulpverleners. Als blijkt dat de doorverwijzing niet helpt of dat ouders/verzorgers niet bereid zijn mee te werken, wordt alsnog overgegaan tot handhaving. Oftewel, tot het opmaken van een procesverbaal. Er zijn drie soorten processen-verbaal, namelijk luxe, zorg en HALT. Een proces-verbaal zorg wordt opgemaakt bij structureel verzuim van een kind. Het doel hiervan is het gedwongen inzetten van hulpverlenging voor het kind. Naast de Officier van Justitie is ook de Raad voor de Kinderbescherming adviserend betrokken bij de afhandeling van een proces-verbaal. De processen-verbaal worden door een kinder- c.q. kantonrechter behandeld. De betrokken leerplichtambtenaar wordt uitgenodigd om de laatste stand van zaken toe te lichten. De rechter kan vervolgens een taakstraf opleggen, Maatregel Hulp en Steun vanuit jeugdreclassering en/of een geldboete.
Vrijstelling Leerplichtige leerlingen die niet in staat zijn om naar school te gaan, kunnen vrijgesteld worden van de Leerplichtwet. De ouders van deze jongeren zijn voor de aanvraag van de vrijstelling verantwoordelijk. Er zijn drie soorten vrijstelling, namelijk: • Vrijstellingen voor leerlingen van 5 jaar. Is de leerling nog geen 6 jaar, dan mag de leerling vijf uur per week thuis worden gehouden. Dit moet gemeld worden bij de schooldirecteur of het bestuur van de school. • Vrijstelling van inschrijving. Dit kan in de volgende gevallen: - een jongere is ongeschikt om naar school te gaan door lichamelijke of psychische oorzaken; - een ouder heeft bezwaren tegen de levensbeschouwelijke richting van de school; - een jongere staat ingeschreven bij een Nederlandse gemeente, maar verblijft in het buitenland en volgt daar onderwijs; - ouders leiden met hun kind een trekkend bestaan, bijvoorbeeld als kermisexploitant of circusmedewerker. • Vrijstelling van geregeld schoolbezoek. In bepaalde gevallen kunnen de ouders van de schooldirecteur toestemming krijgen om hun kind niet naar school te laten gaan. Voorbeelden hiervan zijn: religieuze feestdagen, verhuizing, bruiloft, bij ziekte, noodzaak vanwege specifieke aard van het beroep van één van de ouders of gewichtige omstandigheden. Vrijstellingen gemeente Emmen en Coevorden Schooljaar 2012 - 2013
Schooljaar 2013- 2014
Vrijstellingen Emmen
47
53
Vrijstellingen Coevorden
30
31
Leerplicht - RMC
8
Regionale meld- en coördinatiefunctie (RMC) Inleiding Het RMC is ingesteld om jongeren van 18 tot 23 jaar, die niet meer leerplichtig zijn, te motiveren om een startkwalificatie te behalen. Een startkwalificatie is een havo-, vwo- of mbodiploma op minimaal niveau 2. Scholen zijn verplicht om jongeren tussen de 18 en 23 jaar, die zonder startkwalificatie de opleiding verlaten, te melden. Ook hebben zij een meldplicht als een jongere meer dan zestien uur verzuimt binnen een periode van vier weken. Deze meldingen worden gedaan aan het verzuimloket van DUO, die vervolgens de melding doorgeeft aan de juiste contactgemeente van de leerling. De trajectbegeleider van RMC neemt contact op met de school en de desbetreffende leerling. Dit wordt gedaan door middel van een uitnodiging voor een gesprek, huisbezoeken, brieven en telefonisch contact. De RMCtrajectbegeleider probeert de jongere weer terug te laten stromen naar school. Is dat niet haalbaar, om wat voor reden dan ook, dan biedt de RMC-trajectbegeleider de jongere ondersteuning naar werk.
Preventief In de regio Zuidoost-Drenthe werken scholen, RMCtrajectbegeleiders en andere instanties nauw samen om schooluitval, in een zo vroeg mogelijk stadium, te voorkomen. Op alle mbo-scholen in de regio worden spreekuren gehouden door trajectbegeleiders. Jongeren die verzuimen worden, in overleg met de scholen, uitgenodigd voor een gesprek of er wordt een huisbezoek afgelegd. Er zijn in het schooljaar 2013 – 2014 356 preventieve gesprekken gevoerd met leerlingen. Deze gesprekken vinden veelal plaats tijdens het spreekuur op school. In de gesprekken worden de jongeren gewaarschuwd voor de gevolgen van veelvuldig verzuim. Als er uit de gesprekken naar voren komt dat een jongere verzuimt door bijvoorbeeld problemen in de thuissituatie of op school, wordt er in gezamenlijkheid met de onderwijsinstelling en de jongere gezocht naar een passende oplossing. Verzuim is één van de eerste tekenen van uitval. Ter voorkoming van Voortijdig Schoolverlaten (VSV) wordt er geen onderscheid gemaakt in het melden en oppakken van verzuim naar leeftijd. Dit houdt in dat er zowel bij 18- als bij 18+ na zestien uur ongeoorloofd verzuim binnen vier weken gemeld wordt. In het schooljaar 2013 – 2014 zijn vanuit het mbo 402 DUO verzuimmeldingen gedaan voor leerlingen van 18 tot 23 jaar. Na een DUO melding neemt de RMC-trajectbegeleider contact op met de mentor van de desbetreffende leerling en vraagt informatie op over het actuele verzuim van de jongere. Met de jongere en school worden afspraken gemaakt over het vervolg.
Verder geven de trajectbegeleiders voorlichting binnen het mbo om jongeren en ouders in te lichten over de gevolgen van voortijdig schoolverlaten. Ook nemen de trajectbegeleiders deel aan de zorgadviesteams van zowel het Drenthe College, AOC Terra als het Alfa College in Hardenberg.
Curatief RMC heeft de wettelijke verplichting om jongeren te volgen tot hun 23e jaar zolang ze geen startkwalificatie hebben. Er wordt onderscheid gemaakt tussen nieuw-VSV en oud-VSV. Nieuw-VSV zijn de jongeren die in het lopende schooljaar uitvallen en voor 1 oktober van het daaropvolgende schooljaar geen nieuwe schoolinschrijving hebben. De RMC-trajectbegeleiders starten met deze jongeren het curatieve traject. Ook worden de VSV’ers meegenomen die het onderwijs al eerder hebben verlaten en via de ketenpartners of administratie in beeld komen, de oud VSV’ers. Het curatieve traject houdt in dat de jongeren door de trajectbegeleiders in eerste instantie terug worden begeleid naar school voor het volgen van een opleiding. Mocht dit niet haalbaar zijn, om wat voor reden dan ook, dan wordt de jongere begeleid in het vinden van werk. Er is altijd een groep jongeren die geen ondersteuning wil vanuit het RMC bij terugkeer naar school of het vinden van werk. Ook deze jongeren worden gevolgd, zolang ze de leeftijd van 23 jaar nog niet hebben bereikt en niet in het bezit zijn van een startkwalificatie. Dit gebeurt door periodieke controle en een koppeling met de gegevens van Suwi. In het schooljaar 2013-2014 zijn 1.360 VSV jongeren benaderd door het RMC. Hiervan hebben 470 jongeren een intakegesprek gehad en zijn 409 jongeren in begeleiding genomen. In onderstaande tabel worden de resultaten van deze trajecten weergegeven Bestemming RMC Bestemming (Terug) naar opleiding
Schooljaar 2013 – 2014 159
Combinatietraject werken/leren
26
Uitstroom werk
85
Einde traject zonder dagbesteding
16
Verhuisd of niet meer te traceren
11
Overig*
112
Totaal
409
*= leeftijd 23+, niet gemotiveerd voor scholing, startkwalificatie behaald.
9
Leerplicht - RMC
VSV-Convenant Inleiding
Versterking samenwerking mbo-RMC
Jaarlijks verlaten duizenden jongeren in Nederland het onderwijs zonder diploma. Dit vermindert hun kansen op geschoold werk. De overheid probeert de jongeren te stimuleren tot het behalen van een startkwalificatie. In Zuidoost-Drenthe werken scholen, gemeente, RMC en leerplicht samen aan het terugdringen van het voortijdig schoolverlaten in deze regio.
In deze maatregel wordt de samenwerking tussen het mbo en het RMC intensiever om zo samen voortijdig schooluitval aan te kunnen pakken. Eén van de meest voorkomende signalen van voortijdig schooluitval is verzuim. Dit kan ongeoorloofd verzuim zijn, maar ook veelvuldige afwezigheid door ziekte. Met de DUO-meldingen wordt direct een gezamenlijk preventief traject gestart om uitval te voorkomen. De RMC-medewerker heeft wekelijks spreekuur bij de mbo-scholen. Hierdoor is hij een bekend gezicht binnen de school en is er een goed contact met de studentenadviseurs en de studieloopbaanbegeleiders (mentoren). Als de leerling voortijdig dreigt uit te vallen wordt er gezamenlijk op een preventieve manier geprobeerd de leerling binnen de school te houden. Overleg en afstemming is hierin van belang. Om de herkenbaarheid en bewustwording over VSV te vergroten, wordt er voorlichting gegeven aan leerlingen, ouders en docenten. In de voorlichting wordt gesproken over leer- en kwalificatieplicht, RMC en de risico’s van schooluitval. Wanneer een jongere toch zonder diploma uitgeschreven wordt, sluit de RMCtrajectbegeleider aan bij het exitgesprek voor een goede overdracht. De jongere wordt dan naar een alternatief traject buiten school geleid, bijvoorbeeld een traject gericht op werk of zorg. Het aansluiten van de RMC-trajectbegeleider bij de exitgesprekken is een blijvend aandachtspunt.
Het kabinet Rutte II heeft de doelstelling voor het tegengaan van het voortijdig schoolverlaten aangescherpt. Landelijk mag het aantal nieuwe voortijdige schoolverlaters in 2016 maximaal 25.000 zijn. Voor de regio Zuidoost-Drenthe betekent dat dat het aantal vsv-ers teruggebracht moet worden van 420 in 2010-2011 naar 280 in 2014-2015. Om dit doel te bereiken wordt er tot 2015 gewerkt met vijf maatregelen. Dit zijn: • Versterking samenwerking mbo-RMC • Overstap vo naar mbo • Mbo 1 – opstroom naar mbo niveau 2 en uitstroom naar werk • Mbo – ‘de leerling is gezien’ • Plusvoorziening
Leerplicht - RMC
Overstap vo naar mbo Jaarlijks doen in Zuidoost-Drenthe zo’n 1.200 vmboleerlingen eindexamen. Een aantal van hen doet het jaar een keer over, een aantal gaat door naar de havo. Het merendeel gaat echter naar het mbo. Het doel van deze maatregel is om de overstap van het voortgezet onderwijs naar het middelbaar beroepsonderwijs zo goed mogelijk te laten verlopen. De vo-scholen in de regio werken hierin samen met de mbo-scholen en team RMC/Leerplicht aan drie onderdelen die van belang zijn bij de overstap. Deze drie onderdelen zijn: • Optimale begeleiding van de vmbo-leerlingen bij het maken van een goede beroeps- en opleidingskeuze. • Een goede overdracht van leerlingen die een verhoogd risico hebben om school voortijdig te verlaten. Dit maakt het mogelijk om deze leerlingen op het mbo vanaf het begin goed te begeleiden. • In beeld houden van leerlingen met het systeem Intergrip. Dit programma registreert de vervolgkeuze van de leerlingen en aanmeldingen bij het mbo. Leerlingen die op 1 mei nog geen keuze hebben gemaakt, krijgen extra aandacht. In het schooljaar 2013 -2014 was vlak voor de zomervakantie een kleine groep leerlingen in Intergrip geplaatst die nog niet opnieuw stond ingeschreven bij een vervolgopleiding. Deze leerlingen zijn benaderd en geplaatst op een vervolgtraject.
Mbo 1 – opstroom naar niveau 2 en uitstroom naar werk Opleidingen op niveau 1 zijn bedoeld voor jongeren die geen vo-diploma hebben of om een andere reden (nog) geen opleiding op een hoger niveau aankunnen. Het doel van deze maatregel is om deze leerlingen optimaal te begeleiden bij het behalen van een startkwalificatie: een diploma op
10
niveau 2. Wanneer een startkwalificatie niet haalbaar is, worden jongeren begeleid bij het vinden van duurzaam werk voor minimaal twaalf uur per week. Die begeleiding kan onder andere bestaan uit coaching op het gebied van werknemersvaardigheden of het rechtstreeks in contact brengen van jongeren met potentiële werkgevers.
Mbo – ‘De leerling is gezien’ Deze maatregel is in eerste instantie gericht op mboleerlingen van niveau 3 en 4. Er wordt geprobeerd het aantal leerlingen dat kort verzuimt terug te dringen. Het gaat niet om overbelaste of zorgleerlingen, maar juist om onopvallende leerlingen. Er wordt contact opgenomen met alle leerlingen die één of meer uren ongeoorloofd verzuimen. Door goed in beeld te hebben wat de redenen van deze groep zijn om kort te verzuimen, kunnen ouders voorgelicht worden en kan men hierover in gesprek gaan. Het is net zo belangrijk dat de leerling door de docent wordt gezien. Docenten en ouders hebben een signalerende functie om voortijdig schoolverlaten te voorkomen.
Plusvoorziening Een Plusvoorziening is een combinatieprogramma van zorg en hulpverlening, onderwijs en (indien nodig) arbeidstoeleiding. Een duidelijke structuur voor en verbondenheid met de jongere staan hierin voorop. Een Plusvoorziening biedt ondersteuning aan overbelaste jongeren in de leeftijd van 12 tot en met 23 jaar. Overbelaste jongeren beschikken in principe over de capaciteiten om hun schoolloopbaan met minimaal een startkwalificatie af te sluiten, maar lopen door een opeenstapeling van problemen een groot risico op zowel school- als maatschappelijke uitval. Bij de Plusvoorziening zijn sinds mei 2013 zevenenvijftig leerlingen aangemeld, 64% van deze jongeren volgt nog steeds onderwijs. In het schooljaar 2013-2014 zijn achtendertig jongeren aangemeld bij de Plusvoorziening.
Leerplicht - RMC
11
VSV cijfers Voor de nieuwe convenantperiode van 2012 tot 2015 is door het ministerie van OCW een vernieuwde meetsystematiek ingevoerd. VSV wordt vanaf deze periode gemeten aan de hand van doelpercentages per onderwijssoort. Onderwijsinstellingen krijgen een prestatiebeloning wanneer het VSV onder de voor hen geldende doelstelling eindigt. De oude meetsystematiek richtte zich op absolute aantallen ten opzichte van een peiljaar, hierin werd geen onderscheid gemaakt in onderwijssoort. In onderstaande tabel worden de definitieve cijfers over schooljaar 2012 - 2013 van de regio Zuidoost Drenthe weergegeven volgens oude systematiek
2010-2011
Regio Zuidoost-Drenthe Landelijk
2011-2012
2012-2013
aantal
percentage
aantal
percentage
aantal
percentage
420
3.0
415
2.9
288
2.0
39.115
3.0
36.245
2.8
27.936
2.1
In de volgende tabel worden de definitieve VSV cijfers over schooljaar 2012 – 2013 weergegeven op basis van de nieuwe meetsystematiek.
2012-2013
deelnemers
vsv’ers
%vsv
14.414
288
2,0%
Totaal vo
9.902
44
0,40%
Vo-onderbouw
5.170
10
0,20%
1,00%
Vmbo-bovenbouw
2.647
18
0,70%
4,00%
Havo/vwo
2.085
16
0,80%
0,50%
Totaal mbo
4.512
244
5,40%
Mbo-niveau 1
76
20
26,30%
32,50%
Mbo-niveau 2
1.182
130
10,3%
13,50%
Mbo-niveau 3+4
3.254
94
2,92%
4,25%
Totaal
norm/doelpercentage
In onderstaande tabel worden de voorlopige VSV cijfers over schooljaar 2013 – 2014 weergegeven volgens de nieuwe meetsystematiek (peildatum 1-10-2014). De definitieve cijfers worden op een later moment in 2015 bekend gemaakt.
2013-2014
deelnemers
vsv’ers
%vsv
Totaal
14.671
250
1,71%
Totaal VO
10.064
43
0,43%
VO onderbouw
5.154
17
0,33%
1,00%
VMBO bovenbouw
2.847
23
0,81%
4,00%
HAVO/VWO bovenbouw
2.063
3
0,15%
0,50%
Totaal MBO
4.607
207
4,53%
94
37
40,22%
27,50%
MBO niveau 2
1.116
90
8,25%
11,50%
MBO niveau 3+4
3.397
80
2,36%
3,50%
MBO niveau 1
Norm/doelpercentage
In de regio Zuidoost-Drenthe wordt de landelijke trend gevolgd en neemt het VSV verder af. Voor het schooljaar 2013-2014 lijken, buiten MBO niveau 1, de doelpercentages behaald.
Leerplicht - RMC
12
Samenwerkingsverbanden Om de functie van leerplichtambtenaar en RMC-trajectbegeleider goed te kunnen uitvoeren zijn netwerken en samenwerkingsverbanden noodzakelijk. De leerplichtambtenaar en RMC-trajectbegeleider nemen deel in de volgende overlegstructuren: • Jeugdnetwerken Sedna 0 tot 23 jaar • JCO • CJG • Consultatieteam • Leerplicht en RMC-overleg met de ambtenaren van de gemeenten Stadskanaal, Vlagtwedde, Aa en Hunze en Borger-Odoorn in het kader van het Samenwerkingsverband • Overleg met de leerplichtambtenaren in Drenthe en met de officier van Justitie en de Raad voor de Kinderbescherming in Drents Breed • Landelijke en regionale opleidings- en informatiebijeenkomsten van Ingrado (brancheorganisatie voor leerplicht en vroegtijdig schoolverlaten) • ZAT’s, een zorgoverleg binnen het voorgezet onderwijs en het middelbaar beroeps onderwijs met instanties als GGD, orthopedagoog, School Maatschappelijk Werk (Sedna/ Welzijn 2000), VNN, decanen en zorgcoördinatoren • RMC regio overleg, overleg met de RMC trajectbegeleiders uit de naaste RMC regio’s • DUO-overleg • RMC-coördinatorenoverleg
Overige contacten: • Jongeren, ouders/verzorgers • Directeuren, leerlingbegeleiders, docenten van scholen/ onderwijsinstellingen • Bureau Jeugdzorg Drenthe • Yorneo • AMK • DVI • Raad voor de Kinderbescherming • Jeugdagent en wijkagenten • Algemeen en/of School Maatschappelijk Werk (Sedna) • GGD • VNN • Regionale Expertise Centra (voor clusterindicatie) • Samenwerkingsverband WSNS • Onderwijsconsulent • Inspectie voor het Onderwijs • Accare • Halt Noord-Nederland • Werkplein - UWV - Sociale Zaken - WWB - WW - Wajong - Leerwerkloket • Uitzendbureaus • Werkgeversteam • SBB • DJP
Leerplicht - RMC
13
8. Belangrijke ontwikkelingen Leerplicht en RMC Artikel 13 WWB
Focus op vakmanschap 2011-2015
Door de aanpassing van de WWB is het voor jongeren niet vanzelfsprekend dat zij een WWB-uitkering krijgen. Jongeren krijgen een zoekperiode van vier weken. In deze periode moeten zij aantonen wat zij hebben ondernomen om niet afhankelijk te zijn van de WWB. Op 1 juli 2012 is de scholingsplicht ingevoerd voor jongeren tussen de 18 en 27 jaar oud die een WWB uitkering aanvragen/ontvangen op grond van artikel 13 WWB. De scholingsplicht houdt in dat de jongeren de verplichting hebben om te onderzoeken of zij regulier onderwijs kunnen volgen. Er worden voor deze jongeren scholingsgesprekken ingepland met een RMCtrajectbegeleider. RMC biedt ondersteuning bij het vinden van een geschikte opleiding.
Het actieplan ‘Focus op Vakmanschap’ geeft richting aan de sector mbo. Het is een plan gericht op verbetering van het mbo door het verhogen van de kwaliteit van het onderwijs, vereenvoudiging van het stelsel en een efficiëntere en betere bedrijfsvoering. Met ingang van 1 augustus 2014 zijn de volgende maatregelen van ‘Focus op Vakmanschap’ ingegaan. • Gewijzigde urennorm: de bol-opleidingen gaan van 850 uur naar minimaal 1.000 uur per schooljaar en leerlingen krijgen in het eerste jaar meer begeleide onderwijstijd. • Niveau 4 verkort van vier naar drie jaar: de duur van de mbo-4-opleidingen wordt verkort van vier naar drie jaar met uitzondering van een beperkte lijst mbo-4-opleidingen die vierjarig blijven. Deze maatregel zorgt ervoor dat studenten versneld naar het hbo kunnen doorstromen.
Leerplicht - RMC
• Einde aan drempelloze instroom voor niveau 2: voor toelating tot een mbo niveau 2 is voortaan een vmbodiploma of een mbo-diploma op niveau 1 nodig. Na een toelatingstoets en –onderzoek kunnen leerlingen zonder diploma op een niveau 2, 3 of 4 worden geplaatst als de verwachting is dat ze de opleiding met succes kunnen voltooien. • Herpositionering niveau 1 onder de noemer van ‘entree-opleidingen’ (met bindend studieadvies na vier maanden): de entree-opleidingen zijn drempelloos en de duur bedraagt één studiejaar tot maximaal twee jaren. De entree-opleidingen leiden op voor een diploma dat toegang geeft tot een niveau 2 opleiding of er wordt geadviseerd richting toeleiding tot de arbeidsmarkt. De entree-opleidingen zijn uitsluitend voor leerlingen vanaf 16 jaar of ouder en zonder diploma voortgezet onderwijs. • Bekostiging volgens cascademodel: de bekostiging wordt minder naarmate de verblijfsduur van leerlingen toeneemt binnen het mbo. Voor het eerste jaar geldt een bekostiging van 120%, voor de volgende drie jaar 100%, voor het 5e en 6e jaar 50% en voor het 7e jaar en de volgende jaren is de bekostiging nul. Voor het entree onderwijs geldt de volgende bekostiging: een factor (van de cascade) van 120% voor het eerste jaar van de deelnemer in het mbo en een factor van 60% voor het tweede jaar. Na het tweede jaar is er geen bekostiging meer voor het entree onderwijs.
Passend onderwijs De Wet passend onderwijs is op 9 oktober 2012 aangenomen door de Eerste Kamer. De wet is ingegaan op 1 augustus 2014. De scholen hebben vanaf 1 augustus 2014 een zorgplicht. Dit betekent dat scholen verantwoordelijk zijn om elk kind een goede onderwijsplek te bieden. Voorheen moesten de ouders van een kind dat extra ondersteuning nodig heeft, zelf op zoek gaan naar een geschikte school. Vanaf 1 augustus 2014 melden ouders hun kind aan bij de school van hun keuze. De school heeft vervolgens de taak om het kind een passend onderwijsaanbod te bieden. Dit kan op de eigen school of op een andere school in het reguliere onderwijs of het (voortgezet) speciaal onderwijs.
Actieplan Jeugdwerkloosheid Jongeren die heel veel kunnen maar toch geen baan hebben, zijn geen uitzondering. De gemeente Emmen zet zich er voor in om de jongeren te begeleiden, hetzij terug naar school, hetzij (terug) naar werk. In december 2013 vond de officiële aftrap plaats van het project Actieplan Jeugdwerkloosheid in de gemeente Emmen. Het actieplan is voor jongeren tussen de 16 en 27 jaar en heeft als doel de jeugdwerkloosheid terug te dringen van ruim 2.000 naar
14
1.500 werkzoekende jongeren eind 2014. Er zijn diverse instrumenten en activiteiten ontwikkeld, zoals bijvoorbeeld FIP en MKBGW, om de jeugdwerkloosheid terug te dringen en terugkeer naar onderwijs te bevorderen. Er wordt hierbij ook actief samengewerkt met werkgevers in de regio, maar ook met andere gemeentes uit de arbeidsmarktregio Drenthe, het UWV en het onderwijs.
Transitie Jeugdzorg Gemeenten bereiden zich voor op drie transities in het sociaal domein: invoering Participatiewet, de transitie van de Jeugdzorg, overheveling AWBZ-begeleiding en persoonlijke verzorging naar Wmo. Het nieuwe jeugdstelsel gaat op 1 januari 2015 in werking. Dan komt de gehele jeugdzorg onder verantwoordelijkheid van de gemeenten. Deze transitie zal gepaard gaan met een inhoudelijke vernieuwing, de transformatie. Voorzieningen en hulpverleners moeten zich meer gaan richten op de versterking van de eigen kracht van kinderen, jongeren en opvoeders.
Participatiewet Vanaf 1 januari 2015 treedt de Participatiewet in werking. De gemeente is al verantwoordelijk voor mensen met een arbeidsbeperking die in de WWB zitten. Vanaf 1 januari 2015 wordt de gemeente ook verantwoordelijk voor mensen met een arbeidsbeperking die ondersteuning nodig hebben en nu nog vallen onder de WSW en de Wajong. Met de Participatiewet wil de overheid meer mensen met een arbeidsbeperking aan het werk krijgen. Gemeenten worden verantwoordelijk voor de re-integratie van mensen die nog kunnen werken, maar daarbij wel de nodige ondersteuning nodig hebben.
Gebiedsgericht werken Met de decentralisaties van de Wet op de Jeugdzorg, de Participatiewet en de Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015 wil de gemeente op grotere schaal gebiedsgericht gaan werken. Daarin staat de mens centraal en niet de systemen. Er wordt uitgegaan van wat mensen (nog) wel kunnen in plaats van wat zij niet kunnen. Als ondersteuning nodig is, wordt ook gekeken naar de eigen mogelijkheden en het eigen sociale netwerk. Door meer gebruik te maken van preventieve en lichtere vormen van ondersteuning kan de afhankelijkheid van inwoners van formele, individuele zorg worden verkleind en de druk op meer gespecialiseerde zorg verminderen. De wijze waarop de maatschappelijke dienstverlening wordt georganiseerd, dient daarbij aan te sluiten.
Leerplicht - RMC
15
Activiteiten en ontwikkelingen Leerplicht en RMC Dag van de Leerplicht De Dag van de Leerplicht op donderdag 20 maart 2014 stond in het teken van het basisonderwijs. De verschillende basisscholen in de regio werden getrakteerd op een heerlijk Smakbrood uit de bakkerij van het Veenpark. Daarnaast ontvingen de basisscholen de ‘Verzuimwijzer voor de Leerkracht’. Ongeoorloofd verzuim komt binnen het basisonderwijs minder voor dan in het vo. Wel zijn er kinderen die problemen hebben waardoor een geregelde schoolgang verstoord raakt. Vaak worden de eerste signalen van problemen met kinderen opgemerkt binnen het basisonderwijs. Leerplicht vindt het belangrijk dat er een goede en solide samenwerking is met alle basisscholen in de regio. Door preventief in een vroeg stadium samen op te trekken, wordt bij verzuim of problematische situaties een passend traject gezocht en ingezet. Door interventie binnen het basisonderwijs wordt op de langere termijn binnen het vo en mbo uitval voorkomen. Deelname aan activiteiten vanuit Actieplan Jeugdwerkloosheid Binnen het Actieplan Jeugdwerkloosheid zijn diverse acties ontwikkeld. Voor RMC waren de belangrijkste: Jonge moeders Het combineren van zorg en onderwijs is voor veel jonge moeders een hele uitdaging. Twintig jonge moeders zijn in het voorjaar van 2014 gestart met het traject Jonge Moeders. Van een ervaringsdeskundige kregen zij coaching en training. Op deze wijze is een groot aantal jonge, veelal alleens Flexibel Instroom Portaal (FIP) Drieëntwintig jongeren zijn eind juni gestart met FIP. FIP is ontwikkeld op verzoek van de WWB en RMC als instroombevordering in het mbo. Aandachtspunten in het FIP zijn rekenen en taal, planning, beroepsoriëntatie, praktische kennis met betrekking tot de te volgen opleidingsrichting. Last Minute Event Op 8 juni 2014 vond voor de derde keer het, door RMC georganiseerde, Last Minute Event plaats. Jongeren in de leeftijd van 15 tot 27 jaar worden gestimuleerd terug te keren naar de schoolbanken. Het evenement heeft inmiddels een structureel karakter gekregen. Ongeveer vijftig jongeren hebben dit evenement bezocht. Zij kregen informatie van o.a. UWV, WWB, diverse mbo- en hboonderwijsinstellingen, DUO en SBB. Job-hunters van de gemeente waren aanwezig om te ondersteunen bij het
vinden van een leer-/werkbaan. Twaalf jongeren zijn naar aanleiding van deze bijeenkomst in augustus 2014 gestart met een beroepsopleiding. Voorlichtingen Er zijn diverse voorlichtingen gegeven met betrekking tot Leerplicht, Kwalificatieplicht en de RMC- wetgeving aan ondermeer docenten, opleidingsmanagers, leerlingen en ouders. Deskundigheidsbevordering Medewerkers van team Jongeren en Leerplicht worden gestimuleerd om zich te blijven ontwikkelen door middel van cursussen en trainingen. Het afgelopen jaar heeft een aantal medewerkers deelgenomen aan ondermeer de volgende opleidingen en cursussen: Buitengewoon Opsporings Ambtenaar, Vakopleiding Leerplicht en Algemeen Projectmanagement. Ingrado Noord Ook dit jaar heeft een Noordelijke Rayondag vanuit Ingrado plaatsgevonden. Ingrado is de landelijke brancheorganisatie voor Leerplicht en RMC. Tijdens deze dag werd informatie over landelijke ontwikkelingen vanuit Ingrado gedeeld. Ingrado heeft vooral contact met het ministerie van OCW over ontwikkelingen en trends voortkomend uit de Leerplichtwet en RMC. Tijdens de noordelijke rayondag werden workshops gegeven over ‘studeren en schulden’, Entreeonderwijs, Transitie Jeugdzorg en de effecten/gevolgen van pesten binnen onderwijs. RMC in de wijk In samenwerking met het DJP heeft het RMC een pilot uitgezet om Jongeren actief te benaderen in de wijk. Jongeren werden aangesproken door jongeren van het DJP over onderwijs. Jongeren kregen de gelegenheid om een competentietest te maken en kregen advies over de diverse opleidingsmogelijkheden. Bijeenkomst ‘het traject na uitschrijving’ 23 september heeft het team RMC een middag georganiseerd voor mbo-instellingen. Doel hiervan was om onderwijs kennis te laten maken met het Werkplein Zuidoost Drenthe, waar jongeren in traject kunnen komen na uitschrijving op het mbo. Er is informatie gegeven over de taken van RMC bij (nieuwe en oude) VSV. Door de klantmanagers van de WWB is aandacht besteed aan de eisen die de WWB stelt aan jongeren bij het aanvragen en verkrijgen van een uitkering. Het Leerwerkloket heeft informatie gegeven over de mogelijkheden die zij jongeren biedt zoals competentie- en capaciteitentesten en arbeidsmarktinformatie.
Leerplicht - RMC
VSV een jaar later Op verzoek van het Ministerie van OCW is een analyse gemaakt van de VSV-ers van 2012-2013. Aan de hand van een aantal categorieën is een beeld ontstaan waar de VSVjongere zich op peildatum 1 mei 2014 bevindt. Van de 274 VSV jongeren zijn eenendertig jongeren weer gestart met een opleiding, drie hebben een startkwalificatie behaald en ongeveer de helft van de jongeren had een betaalde baan boven de bijstandsnorm. De overige jongeren hebben een sociale uitkering, zijn in traject bij RMC of zijn verhuisd. Kerstkaartenactie In december 2013 hebben VSV-jongeren een kerstkaart ontvangen van RMC. Met deze kaart hadden de jongeren de mogelijkheid zichzelf een cadeau te geven en hiermee meer richting te geven aan hun loopbaan. Zij konden onder andere kiezen uit deelname aan een NLP-training van Sedna, een competentietest om meer inzicht te krijgen in eigen kwaliteiten of bemiddeling vanuit RMC.
16
Zomerschool Afgelopen zomer is de zomerschool voor de veertiende keer georganiseerd. De zomerschool wordt gehouden in de laatste weken van de zomervakantie en is bedoeld voor kinderen uit de taalklas (allochtone kinderen en voor jongeren uit kwetsbare gezinnen). Het doel van de zomerschool is kinderen kennis te laten maken met diverse mogelijkheden op het gebied van kunst, cultuur en sport. De zomerschool biedt de kinderen de mogelijkheid om actief te blijven in de Nederlandse taal. Aan de zomerschool namen dit jaar zeventig jongeren deel. Protocol Ziekteverzuim Ziekteverzuim is het ‘nieuwe spijbelen’. Het komt steeds vaker voor dat jongeren worden afgemeld vanwege ziekte. Om het ziekteverzuim terug te dringen zijn er afspraken gemaakt met basis-, voorgezet- en middelbaar onderwijs, leerplicht en jeugdarts (GGD). Deze afspraken zijn vastgelegd in een protocol. Bij ziekteverzuim van leerlingen geldt voor alle scholen dit protocol voor registratie, signalering en doorverwijzing. De samenwerking tussen de diverse instanties moet leiden tot het terugdringen van ziekteverzuim van de schoolgaande leerlingen.
Colofon Redactie: Team Jongeren en Leerplicht Team Communicatie Vormgeving: Team Communicatie