Jaarverslag 2013 - 2014
Naam School: Obs de Boemerang
Adres: Jachtwagenstraat 64
Plaats Purmerend
Brinnummer: 16UC
Voorwoord Voor u ligt het jaarverslag 2013-2014. Hierin vindt u de kengetallen en verantwoording voor het gevoerde beleid in het schooljaar 2013-2014. Voor de samenstelling van het verslag is gebruik gemaakt van de informatie vanuit de verschillende leerling volg systemen maar ook van het rapport van de onderwijsinspectie, het tevredenheidsonderzoek van Beekveld & Terpstra, de verzuimrapportage van Tredin en de evaluatiebijeenkomsten. Schooljaar 2013-2014 is een roerig jaar geweest waarin zowel een aantal personeelsmutaties hebben plaatsgevonden als een locatie wisseling met voor de organisatie ingrijpende gevolgen.
Margreet Klein Dennis van Alfen Directie obs De Boemerang
1
Inhoud 1. Externe kengetallen 2. Resultaten en Opbrengsten 2.1 Kwaliteitszorg, monitor Goed Onderwijs 2.2 Verbeterplan 2.3 Inspectiebezoek 2.4 Tevredenheidsonderzoek 2.5 Viseon 2.6 Ondersteuning
3. Uitstroom groep 8 3.1 Resultaten eindonderzoek en verwijzingen VO 4. Interne kengetallen 4.1 Mutaties personeel 4.2 Ziekteverzuim 4.3 RI & E 5. Ontwikkelingsgericht Onderwijs 6. Bijzondere activiteiten 7. Gebouw en inventaris 8. Klachtenregistratie 9. Strategisch beleid
2
1. Externe kengetallen
Aantal leerlingen Percentage leerlingen onderbouw Percentage leerlingen bovenbouw Percentage gewichtsleerlingen 1,00
Verwijzing percentage SO Verwijzingspercentage SBO
groep
2010 2011 210 55% 45% 78% 1,30 13% 2,20 9% 0% 2%
20112012 206 55% 45% 80% 13% 7% 0% 1%
2012 2013 202 51 % 49% 82% 12% 6% 0% 1%
20132014 193 41% 59% 84% 6% 10% 0% 0%
Totaal aantal leerlingen per leerjaar
Aantal kinderen begin schooljaar (teldatum 1-10-13)
1-2
Leerjaar 1
14
1-2
Leerjaar 2
26
3-4
leerjaar 3
23
3-4
leerjaar 4
28
5-6
Leerjaar 5
26
5-6
Leerjaar 6
27
7-8
Leerjaar 7
25
7-8
Leerjaar 8
24
Instroom – uitstroom tussen 1-10-2013 en 1-10-2014 Instroom nieuwe leerlingen in groep 0 of 1
15
Instroom nieuwe leerlingen in de overige groepen
14
Uitstroom van leerlingen in verband met verhuizing
7
Uitstroom leerlingen vanwege andere redenen
29
De verhuizing van de school naar een andere locatie heeft tot een daling van het leerlingaantal geleid. In schooljaar 2013-2014 betreft dit 28 leerlingen. Op de teldatum van 1-10-2013 bedroeg het leerlingaantal nog 193 ll. maar een aantal ouders had al aangegeven niet mee te gaan naar de nieuwe locatie. Dat zorgde voor een flinke uitstroom gedurende het schooljaar. De school heeft daarnaast te kampen met een klein instroom van leerlingen. Vanwege de verplaatsing naar een andere locatie zijn er een aantal redenen hiervoor aan te wijzen:
3
Obs De Boemerang is nog onbekend op de huidige locatie, waardoor potentiele ouders de school nog niet zo snel weten te vinden. Veel van de potentiele leerlingen hebben broertjes of zusjes op andere in de nabijheid gelegen scholen. Aantal acties: -PR-campagne gericht op verwerven van meer bekendheid in de wijk. -In samenwerking met het bestuur er voor geijverd om PSZ Pinkeltje binnen te halen. De instroom die we gewend waren door de hechte samenwerking met PSZ Pinkeltje en de bijna vanzelfsprekende doorgaande lijn is verbroken door het verplaatsen van de Boemerang naar de Jachtwagenstraat. Een groot aantal gezinnen heef t, vaak door persoonlijke omstandigheden, gezien de afstand gekozen voor een school op een locatie op geringere afstand
Kinderen die doubleren per jaargroep uitgewerkt (overgang naar 2013 - 2014) jaargroep jaargroep
2 4
2 1
De schoolrijpheid waar vele jaren over gesproken is, is naar de achtergrond verdwenen. Toch blijven wij constateren dat jonge kinderen (geboortemaanden van september t/m december) pas na januari echt op hun plaats zijn in groep 3. Cognitieve vaardigheden, sociaal emotionele en motorische ontwikkeling lopen zelden synchroon. Het programma in groep 3 laat daar echter weinig tijd voor, waardoor de druk op de intellectuele prestaties soms wel erg groot is. In het zorgplan staat beschreven op grond van welke criteria besloten wordt tot een verlenging. In ieder geval geldt dat een verlenging een meerwaarde moet hebben. Het kind moet er cognitief en sociaal-emotioneel voordeel van hebben. Het kind gaat in het extra leerjaar door waar het gebleven is, het moet geen complete herhaling zijn van het jaar ervoor En een doublure komt tot stand in goed overleg met de ouders, maar de uiteindelijke beslissing ligt bij school.
2. Resultaten / opbrengsten Opbrengsten: Nio groep 8 IQ Rekenen / Cito M8 Spelling / Cito M8 Begr. lezen / Cito M8 DMT groep 8 Cito DMT E3 leeskaart 1 Cito DMT E4 leeskaart 1 Cito Rekenen / Wiskunde E4 Cito Rekenen / Wiskunde M6 Cito Begrijpend lezen M6
Criterium 106 141 47 33 56 56 79 26
2010 - 2011 94,38 103 135,2 44,4 B8 89,6 29,5 53,3 53,5 81 29,3
4
2011 - 2012 94,96 107,8 141,2 50,7 M8 101,7 28,4 51 56,9 85,3 28,7
2012 - 2013 100,65 110,9 146,6 52,9 M8 109 33,2 62 54,7 81,8 29,7
2013-2014 97,92 107,6 147,6 47,3 M8 99,4 34,4 44,6 53 82,8 30,7
Ambities 20132014
Analyse opbreng sten
ll. sbo IQ<80 <2jr
Toets
Groep
Doel
LL
Rek v kleuters
M1
63
M2
79
M3
Rek
VSB
IV-V%
I-II%
10
70,8
10%
70%
21
83,9
31%
50%
23
19
28,8
47%
27%
M4
46
26
45
46,3
60%
30%
3
M5
70
23
65
65,5
60%
30%
3
M6
82
26
79
82,8
50%
34%
2
M7
96
26
94
95,5
53%
29%
5
M8
112
25
106
107,6
48%
38%
4
Doel Rek v kleuters Rekenen
BGL
DMT
Taal v. kleuters
5
E1
67
13
x
79,8
8%
69%
E2
84
21
x
90,4
31%
63%
E3
38
19
33
39,0
E4
58
25
56
53,0
4
E5
74
73
71,4
2
E6
88
84
89,4
2
E7
100
99
97,5
5
Doel
VSI
E3
?
17
-7,1
M4
10
24
-2,8
E4
?
25
3,9
M5
22
23
20
M6
29
26
26
M7
40
26
M8
47
25
5
76%
10%
3
20,8
62%
33%
2
30,7
46%
37%
3
38
39,6
57%
28%
5
47
47,3
53%
39%
4
VSI
M3
22
19
21
25,8
37%
47%
M4
49
26
48
41,7
65%
26%
3
M5
67
21
66
70,1
29%
53%
2
M6
83
24
x
81,4
38%
50%
2
M7
100
20
x
91,9
30%
60%
5
M8
93sbzw
21
x
99,4
20%
67%
4
Doel
VSI
E3
34
33
34,4
E4
57
56
44,6
4
E5
86
71
72,8
2
E6
90
x
88,5
2
E7
112
x
96,5
5
Doel
VSI
M1
47
10
x
58,1
10%
90%
M2
60
21
x
70,4
6%
69%
E1
?
13
x
59,5
16%
69%
E2
?
21
x
75,2
18%
81%
Doel Spelling
m.u.v.
VSI
Doel DMT
VSI
5 5
VSI
M3
110
19
x
100,6
85%
5%
M4
118
26
x
111,7
83%
4%
3
M5
125
23
x
124,7
57%
38%
2
M6
132
26
x
132,5
50%
38%
2
M7
138
26
x
138,9
43%
43%
5
M8
141
25
x
147,6
29%
52%
4
Doel
VSI
5
m.u.v.
E3
110
x
109,9
E4
119
x
113,5
4
E5
129
x
128,7
2
E6
136
x
137,0
2
E7
139
x
140,6
5
2.1 Monitor Goed onderwijs Dit schooljaar is de Monitor Goed onderwijs aangeschaft, een instrument om de kwaliteit van het onderwijs op obs De Boemerang goed in kaart te brengen. Via de monitor Goed onderwijs worden alle documenten en instrumenten die onderdeel uitmaken van het kwaliteitsbeleid van de school ondergebracht. Door de monitor te vullen ontstaat een overzicht of aan alle onderdelen van kwaliteitszorg wordt voldaan. Bijlagen van het Schoolplan zoals de Werkafspraken (pedagogische en didactische afspraken) en het Ondersteuning (zorg)plan, waarin beschreven hoe de zorg/ondersteuning op school is geregeld zijn via de Monitor makkelijk in te zien.
2.2 Verbeterplan Eind november 2012 heeft de inspectie van het basisonderwijs een bezoek gebracht aan de Boemerang om te onderzoeken of er mogelijk tekortkomingen waren m.b.t. de kwaliteit van het onderwijs. Er waren een aantal aandachtspunten die verbeterd moeten worden: De eindresultaten van groep 8 waren voor de derde keer op rij net niet voldoende. De doelen voor kinderen die extra aandacht behoeven dienen nog concreter beschreven te worden. De taakgerichtheid van de leerlingen tijdens het zelfstandig werken dient nog verbeterd te worden. Genoemde tekortkomingen maakten dat de inspectie de school in februari 2013 het predicaat zwak had gegeven. Ieder schooljaar werken wij aan verbeteringen van ons onderwijs, beschreven in het Kwaliteitsplan. In samenwerking met de Schoolbegeleidingsdienst en het schoolbestuur is het genoemde plan verder aangescherpt om zo snel mogelijk alles op orde te krijgen. Deze aanscherping was geformuleerd in een Plan van aanpak. Het Plan van aanpak was gedurende het schooljaar 2013-2014 de leidraad en richtinggevend voor het handelen van alle medewerkers op OBS Boemerang. Het Plan van aanpak had een relatie met de al ingezette verbeteractiviteiten en bevatte concrete verbetermaatregelen, omschreven in verbeterpunten, waarbij telkens werd aangegeven wat er gedaan moest worden, met welk resultaat, wie het ging doen en wie verantwoordelijk was voor de procesbewaking en controle en tot slot wanneer en met welke tussenstappen het doel gerealiseerd zou worden. 2.3 Inspectiebezoek In maart 2014 heeft de inspectie voor het onderwijs een onderzoek gedaan naar de kwaliteitsverbetering op obs De Boemerang. De inspectie beoordeeld de kwaliteit van het onderwijs weer voldoende en heeft de school een basisarrangement toegekend. In de beschouwing stelt de inspectie dat ondanks de veranderingen (verhuizing, nieuwe directeur en intern begeleider), het de school is gelukt om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren zodat de leerresultaten voldoende zijn. Verbeterpunten liggen volgens het oordeel van de inspectie vooral bij de leerling zorg.
6
Het gaat dan om het eenduidig vastleggen van de gegevens die vanuit de analyse van toetsen vastgelegd worden in de groepsplannen en het observatiesysteem. Verder worden de analyses van mogelijke oorzaken van achterstanden nog onvoldoende diepgaand uitgevoerd volgens de inspectie. Bij het aanbieden van de zorg/ondersteuning door de leerkrachten aan de leerlingen dienen de doelen nog specifieker te worden geformuleerd voor een periode van zes tot 8 weken. Dit is nodig om bij de evaluatie te bepalen of de extra begeleiding effectief is geweest. We zijn ons zeer bewust van het feit dat de leerresultaten weliswaar voldoende maar kwetsbaar zijn. Vooral op het gebied van technisch en begrijpend lezen. Daarom vormen deze twee gebieden voor de komende periode dan ook speerpunten voor ons onderwijskundig beleid. Voor de resultaten speelt komend schooljaar ook mee dat het percentage gewichtsleerlingen geleidelijk steeds verder gedaald is. In schooljaar 2013-2014 bedroeg het percentage gewichtsleerlingen + 16 %. In schooljaar 2014-2015 zal het percentage < 15% zijn, wat een aanscherping van de normen betekent in de berekening van de resultaten komend schooljaar. Daarnaast nemen we de verbeterpunten vanuit de inspectie ter harte. Hoewel de school vooruitgang heeft geboekt in de ontwikkeling van groepsplannen blijkt vanuit de analyse van de inspectie dat de gestelde doelen specifieker en concretere moet worden gemaakt. Tevens dient hier een uniforme hantering te worden gebruikt. 2.4 Tevredenheidsonderzoek Beekveld & Terpstra In maart – april 2014 is er een tevredenheidsonderzoek afgenomen door Beekveld & Terpstra onder leerlingen, ouders, medewerkers en management. De uitkomsten laten het volgende beeld zien:
De tevredenheid van ouders en vooral bij leerlingen is veel groter dan enkele jaren geleden, zowel op pedagogisch als didactisch gebied.
Leerlingen en ouders ervaren de school als veilig, prettig en sfeervol. Het schoolklimaat wordt als goed beoordeeld, net als de wijze waarop met elkaar omgegaan wordt.
Er wordt goed ingegrepen bij pestgedrag.
Er is tevredenheid bij ouders en leerlingen over het team en de directie. Ze worden gezien als betrokken, aanspreekbaar en zijn goed op de hoogte.
De communicatie en informatievoorziening vanuit school worden als prettig en voldoende ervaren.
Als aandachtspunten komen naar voren:
Door de verhuizing van de school, wordt de weg naar school als minder veilig gezien dan voorheen. Niet alle ouders zijn blij met de verhuizing.
De betrokkenheid van ouders bij de school is gestegen sinds het vorige kwaliteitsonderzoek in 2010, maar blijft nog wat achter bij de gemiddelde landelijke cijfers.
7
Het grote en open schoolplein worden door veel leerlingen als heel prettig ervaren, maar staat daarmee ook in directe verbinding met de omliggende straten. Meer toezicht voor- en na schooltijd is daarom wellicht wenselijk.
De inzet van ICT, ter ondersteuning van het leerproces zou vergroot kunnen worden. Het betreft hier zowel de beschikbaarheid van voldoende computers als de bijdrage die ICT kan leveren aan een uitdagende leeromgeving.
De uitkomsten vormen geen verrassing voor de school en zijn betrokken bij de evaluatie aan het eind van schooljaar 2013-2014. Daarbij is besproken wat er in de schoolontwikkeling meegenomen gaat worden en op welke manier. 2.5 Viseon Dit schooljaar hebben we het sociaal-emotioneel leerlingvolgsysteem Viseon (Cito) ingevoerd. Viseon helpt om de gegevens over het sociaal-emotioneel functioneren van de leerlingen, één of meerdere keren per jaar systematisch in beeld te brengen. Er is een meetinstrument voor kleuters, deze bestaat uit een digitale vragenlijst die de leerkracht invult. Voor groep 3 t/m 8 is er ook een digitale vragenlijst voor de leerkracht. Vanaf groep 5 vullen leerlingen ook zelf een vragenlijst in op de computer. De lijsten worden 1x per jaar ingevuld, mits er onvoldoende gescoord wordt. Dan pleegt de leerkracht interventies op het gebied van de zorg en na een half jaar ongeveer vullen ze de lijst nogmaals in om te kijken of er verbetering is. Dit kan ook gelden voor leerlingen vanaf groep 5. (zie monitor Goed onderwijs). 2.6 Ondersteuning De interne en externe ondersteuningsteams zijn goed ingevuld met leerlingen, maar zaten niet overvol. Er was voldoende tijd. De interne overleggen waren verdeeld over gr1-4 en 5-8. Volgend jaar gaan we het weer samenvoegen van 1-8, dit heeft te maken met leerlingenaantal en tijd in de jaarplanner. De opbouw van groepsbezoek, groepsbespreking, interne en externe ondersteuningsteam was goed op elkaar afgestemd. De leerkrachten voeren voorafgaand aan een inbreng in intern ondersteuningsteam, een gesprek met de ouders om de zorgen te delen, daarnaast vullen ze een formulier in met hulpvragen van leerkracht, ouder en leerling. Dit is nog in ontwikkeling. We hebben aan het eind van het schooljaar deelgenomen aan de pilot werken met een ondersteuningsadviseur. Deze adviseur was al onze leerlingbegeleider en nam deel aan het ondersteuningsteam. Hij heeft een andere rol gekregen binnen de school. We zijn met de pilot gestart om 3 leerkrachten bekend te maken met het handelingsgericht en oplossingsgericht werken. Zij brachten eigen hulpvragen in en de ondersteuningsadviseur kwam in de groepen en/of er waren gesprekken met de leerkracht. Na de pilot gaan we verder met het hele team. Leerlingen die onderzocht zijn: SBZW Lucertis
3 2
Leerlingen die gediagnosticeerd zijn: dyslexie ASS
1 1
8
3. Uitstroom groep 8
VWO Havo/VWO Havo VMBO TL/Havo VMBO -T VMBO- K VMBO-B LWOO Praktijkonderwijs Totaal
2010 2011 2 5
2011 2012 1 3
2012 2013 3 6
5
9 9
8 6 1 27
2 1 uit gr 7 25
7 5 1 1 0 23
20132014 1 3 4 3 3 5 3 3 0 25
Scholen voor voortgezet onderwijs waar schoolverlaters heen zijn gegaan PSG-Bladergroen
1
PSG-Jan van Egmond
5
PSG-Nelson Mandela
2
PSG-Da Vinci
3
PSG-Antoni Gaudi
3
Clusius-college
10
SG Trias (Krommenie)
1
3.1 Resultaten eindonderzoeken en verwijzingen voortgezet onderwijs Op grond van de indruk van de school wordt er een eindadvies voor het voortgezet onderwijs bepaald Voor de uiteindelijke advisering naar het VO is een procedure opgesteld vanaf het formuleren van het voorlopig advies in groep 7 tot aan de eindadvisering en warme overdracht. De eindonderzoeken, waarvan een deel door het bureau School-en-onderwijs-service worden afgenomen, helpen om het advies van school te onderbouwen. Het eindonderzoek wordt gedaan volgens de methodiek van “De Waterlandse overstap”. Hierin worden het volgende onderzoeken afgenomen: De NIO, de PMTK-2, het Drempelonderzoek1, de Cito-M8 toetsen voor rekenen, spelling en begrijpend lezen, de DMT-3. Het eindadvies wordt in een adviesgesprek aan de ouders van de kinderen verteld. De ouders zijn vrij om hun kind bij de school van hun eigen keus aan te melden. Op enkele uitzonderingen na volgen de scholen 1
Het drempelonderzoek wordt afgenomen bij kinderen waarbij tijdens de NIO een IQ van <90 wordt gevonden.
9
voor voortgezet onderwijs het eindadvies van de school op. Wanneer afgeweken wordt van het advies van de school, wordt er altijd eerst met elkaar overlegd.
4. Interne kengetallen 2009 2010 nv nv 6% 1,10%
FTE-omvang Gemiddelde gewogen leeftijd Verzuimpercentage Meldingsfrequentie
2010 2011 nv nv 7,7% 0,94%
2011 2012 11,2 40,45 7,3% 1,41%
2012 2013 11,94 42,16 4,23 % 1,21 %
20132014 11,72 41,5 2,4 % 2,9 %
4.1 Mutaties Personeel Aan het eind van het vorige schooljaar is de directeur met pensioen gegaan en dit schooljaar is een nieuwe directeur begonnen. Tevens is dit het eerste jaar dat de nieuwe intern begeleider alleen functioneert. Eén medewerker was aan het begin van het schooljaar nog met zwangerschapsverlof. Zij is voor een periode van 8 weken vervangen door een invalleerkracht die in het schooljaar 2012-2013 ook al invalwerkzaamheden had gedaan op de Boemerang en bekend was met de werkwijze. Vanwege minder rijks financiering, hogere werkgeverslasten en aangescherpt bestuursbeleid zijn de formaties voor komend schooljaar verder gedwongen af te slanken. Dat heeft als gevolg dat er personeel zal worden herplaatst.
4.2 Ziekteverzuim Overzicht meldingsfrequentie en verzuimpercentage. Meldingsfrequentie school
09-10
10-11
11- 12
2012
2013
1,10%
0.94%
1,41%
1,21
2,9
Meldingsfrequentie Opso
1,25%
1,11%
0,98%
1,00
1,2
Verzuimpercentage school
6%
7,7%
7,3%
4,23
2,4 %
Verzuimpercentage Opso
6,9%
5,8
8,32%
8,9
7,3 %
De jaarrapportage voor OPSO van Tredin (Arbodienst) beslaat het kalenderjaar 2013. In de rapportage komt de Boemerang naar voren als organisatie met een verzuimpercentage dat zich onder het gemiddelde van de Stichting maar ook onder het gemiddelde van de branche (6,5%) bevindt. Dat is een goede prestatie. De meldingsfrequentie (gem. aantal ziekmeldingen pj/werknemer) echter is met 2,9 zowel boven het landelijk gemiddelde (1,1) als dat van de Stichting OPSO (1,2).2
2
Gezien het verzuimpercentage lijkt de meldingsfrequentie niet in overeenstemming hiermee. De ARBO deskundige van Tredin kon echter geen verklaring geven over de berekening die hieraan ten grondslag ligt.
10
Eén leerkracht is door persoonlijke omstandigheden in het najaar vier weken buiten het werkproces geweest. In het voorjaar is opnieuw een medewerker eveneens door persoonlijke (medische) omstandigheden voor een periode van 2 weken buiten het werkproces gesteld. 4.3 RI & E Periodiek wordt er een risico-inventarisatie en evaluatie uitgevoerd. Hiermee wordt in kaart gebracht waar in de organisatie, risico’s liggen voor wat betreft veiligheid en welzijn van leerlingen en werknemers. Vervolgens wordt er een plan van aanpak opgesteld met daarin de maatregelen welke zullen worden genomen naar aanleiding van de eventueel geconstateerde risico’s. In verband met de verhuizing naar een andere locatie is er na de verhuizing een nieuwe RI&E gemaakt die betrekking heeft op de nieuwe situatie. Uit deze RI&E wordt een nieuw plan van Aanpak geformuleerd .
5. Ontwikkeling Gericht Onderwijs Vanwege de aandachtspunten geformuleerd in het Verbeterplan is het afgelopen schooljaar de nadruk in de nascholing komen te liggen op opbrengstgericht werken (analyseren van de data, stellen van doelen in groepsplannen en evalueren) en de taakgerichtheid van de leerlingen. Tevens is aandacht besteed aan het nieuw in te voeren Leerlingvolgsysteem voor de sociaal-emotionele ontwikkeling VISEON. Gevolg is geweest dat er minder aan teamscholing is gedaan dan andere jaren op het gebied van Ontwikkelings Gericht Onderwijs (OGO). Geconstateerd was dat er binnen school geen sprake was van een uniforme manier van thematiseren. Onder leiding van de taal coördinatoren is dit opgehaald en wordt het thematiseren weer meer op eenduidige manier uitgevoerd. Ook komend jaar zal dit aandachtspunt blijven. Rode draad is dat er binnen de organisatie veel kennis en deskundigheid is. Hier wordt echter nog in onvoldoende mate gebruik van gemaakt en de gezamenlijke lijn hierin behoeft aanscherping.
6. Bijzondere activiteiten
Studiedagen Jaarlijks heeft de school een aantal margedagen die gebruikt worden voor nascholing en deskundigheidsbevordering. Voor de verhuizing zijn er drie marge dagen gebruikt om de schoolinventaris t verplaatsen en opnieuw in te richten. Muzieklessen en uitvoeringen groep 5 Kinderen uit groep 5 hebben wekelijks les gehad in het bespelen van een muziekinstrument. Dit onder leiding van een muziekdocent van de Muziekschool. Waterland. Aan he t einde van het jaar hebben zij een uitvoering gegeven voor hun ouders in school. Workshops kunst Vanuit de ICC (cultuur coördinatoren) zijn er gedurende het jaar workshoprondes georganiseerd. Dit werd verzorgd door de de leerkrachten CMK, Samen leren In het kader van CMK (Cultuureducatie met kwaliteit)neemt de Boemerang deel aan het project ‘ Samen leren’, en hebben twee groepen deelgenomen aan een pilot van een aantal
11
lessen die verzorgd werden door een kunstenaar van Cultuurhuis Wherelant. Het doel van dit 4 jarige project is om cultuurvakken te verbinden met de algemene lesstof. Binnen ons OGO onderwijs doen we dit al door thematisch te werken. Samen met de kunstenaar Anita Manshanden zijn we gaan kijken hoe je het vak van beeldende kunst kunt versterken in je lessen. Hoe kun je de lesstof verrijken door beeldende kunst te verbinden met de inhoud van vakken als wereldoriëntatie, taal en rekenen. Open huis. Op de nieuwe locatie aan de Jachtwagenstraat hebben we een open dag georganiseerd in juni 2014. Het wegblijven van belangstellenden maakte duidelijk dat we als school nog onbekend zijn in de wijk en nog moeite hebben om een nieuwe doelgroep te bereiken. PR-plan. Vanwege de situatie waarin de Boemerang is gekomen is de noodzaak om bekendheid in de wijk te generen duidelijk geworden. Met financiële steun vanuit het bestuur is er een PRplan opgesteld met behulp van een externe adviseur. Het plan bevat onder andere de inzet van gedrukte en digitale middelen, het zoeken van free-publicity en het hanteren van een duidelijke boodschap en een herkenbare stijl. Invoering Tutorlezen Dit schooljaar hebben we het Tutorlezen ingevoerd. Tutor lezen is gebaseerd op de samenwerking tussen twee leerlingen. Zij gaan één keer per week samen lezen. Ze lezen in een boek/tekst op het niveau van de tutee. Dit niveau wordt bepaald door de AVI toets. Er moet minstens twee AVI-niveaus verschil zijn tussen de tutor en de tutee. Ook de kleuters doen mee aan het tutor lezen; aan hen wordt een prentenboek voorgelezen. Kleuters die zelf al een beetje lezen mogen een boekje voorlezen aan hun tutor. Doelstellingen: effectieve leestijd verhogen, betere leesaccuratesse bevorderen van leesplezier en leesbegrip bevorderen van het hardop lezen, woordherkenning en vloeiend lezen. sociale doelen: elkaar helpen, verantwoordelijkheid dragen opdoen positieve leeservaringen De betrokkenheid van de kinderen is enorm. En dat wordt beloond…… In de gang hangen foto`s van de tutoren die extra hun best hebben gedaan en tutoren van de week zijn geworden. Continurooster In maart 2013 is als voortvloeisel van de verhuizing besloten gezien de ontstane situatie, om een continurooster per 19-08-2013 in te voeren. Het betreft dan 5 schooldagen van 8.30-14.00 uur. ( ma-di-woe-do-vrij) De kinderen lunchen op school met de leerkracht. Zij eten dan een kwartier in de eigen groep en spelen daarna een kwartier buiten. De schoolweek kent daardoor 5 identieke schooldagen die 5,5 uur duren. Een half uur van deze tijd wordt ingevuld met een kwartier lunchtijd en een kwartier speeltijd, vrij spel buiten. De arbeidstijdenwet, die van toepassing is op alle medewerkers in de school, schrijft dwingend voor dat leerkrachten moeten pauzeren na 5,5 uur werken. Dit betekent dat zij na schooltijd om 14.00 uur niet in de gelegenheid zijn voor overleg met ouders e.d. maar er eerst een half uur gepauzeerd moet worden. Ouders die door het feit dat hun zoon of dochter een uur eerder uit school komt (om 14.00 uur) in de problemen kwamen met hun werkzaamheden buitenshuis, zijn hierin tegemoet gekomen. Aan hen (zij die dus geen gebruik maken van de BSO van KOP) is de gelegenheid geboden om in het schooljaar (2013-2014) voor hun kinderen tot 15.00 uur op school opvang te organiseren. Deze opvang wordt verzorgd door ouders van de voormalige TMO. Hierbij werd dan hetzelfde strippenkaartensysteem gehanteerd tegen de zelfde prijs. De TMO is met de invoering van het continurooster opgeheven.
12
Ook voor gezinnen, die gebruik maken van de BSO; Kinder Opvang Purmerend (KOP) voor de opvang van hun kind(eren) na 15.00 uur, is met KOP geregeld dat zij uitgaande van de huidige contracten tot einde 2013 geen extra kosten in rekening zullen brengen voor het extra uur van 14.00-15.00 uur. BHV Ook dit jaar zijn er weer een aantal collega’s op herhalingscursus geweest. Een dagdeel wordt besteed aan e.h.b.o., een dagdeel aan het oefenen van brand blussen en een theorieonderdeel. Er zijn dit jaar geen ontruimingen geweest. Wel is er een datum gepland om direct na de zomervakantie een ontruiming op de locatie jachtwagenstraat te houden. Excellente leerlingen: Afgelopen schooljaar heeft één leerling deelgenomen aan Vostok. Vostok is een bovenschools programma voor begaafde leerlingen. Deze leerlingen komen 1 dagdeel per week samen op een school van het bestuur. Daar krijgen ze een voor hun capaciteiten aangepast programma, dat wil zeggen een passend onderwijs aanbod. Pilot Jeugdhulpverlening De stichting Samenwerkingsverband Waterland PO, de stichting OPSO en Altra hebben afspraken gemaakt over het starten van een pilot jeugdzorg onder andere verbonden aan onze school. In de pilot wordt gezocht naar meer mogelijkheden om de leerkracht en het gezin te versterken. Daarnaast moet ervaring worden opgedaan hoe de contacten met het sociale wijkteam verlopen. Uitgangspunt is dat de ambulante hulpverlener gestationeerd is op de school en vanuit de school in de gezinnen werkt, maar ook ondersteuning biedt aan de leerkracht en zijn/haar handelen versterkt. De hulpverlener die op de scholen gestationeerd wordt, wordt “schoolmaatschappelijk werker+” genoemd omdat naast schoolmaatschappelijk werk bredere expertise aanwezig is om in gezinnen te ondersteunen en leerkrachten en school te begeleiden. De schoolmaatschappelijk werker+ is verantwoordelijk voor: - Het opstellen van het hulpplan in overleg met ouders, kinderen en de school - De dagelijkse uitvoering van de hulp - Afstemming met de school De pilot duurt tot en met december 2014. Pilot Ondersteuningsadviseur Onze school heeft deelgenomen in de kopgroep werken met een ondersteuningsadviseur. De ondersteuningsadviseurs van de SBZW worden ingezet om de basisondersteuning te versterken. De ondersteuningsadviseur helpt de school bij de verdere vormgeving van Passend Onderwijs, waarbij het accent wordt verlegd van curatief naar preventief, van leerling naar leerkracht en van incident naar systeem. Het Schoolondersteuningsprofiel (SOP) is richtinggevend voor maatwerk per school. Pilot ‘ Van indiceren naar arrangeren’ Vanaf februari 2014 tot en met juli 2014 (en soms tot en met september 2014) hebben we in een pilot gedraaid, waarin scholen budget tot hun beschikking kregen, om extra ondersteuning voor kinderen te regelen. De route van signalering naar het vormgeven van een adequaat aanbod/arrangement, dat tegemoet komt aan de ondersteuningsbehoeften van de leerling. Dit is een proces dat start bij het door een leerkracht signaleren van een ondersteuningsbehoefte en eindigt op het moment dat passend onderwijs voor deze leerling gerealiseerd is. De leerkracht signaleert de ondersteuningsbehoefte van het kind. In de lichtste vorm organiseert de leerkracht de ondersteuning, zo nodig in samenwerking met de ouders. Bij een complexere vorm van ondersteuning zal de leerkracht in contact treden met de interne begeleider. Samen zoeken ze naar een passende ondersteuning. Ook hier organiseert de leerkracht de ondersteuning, zo nodig in samenwerking met de ouders. Is de ondersteuning nog niet optimaal gerealiseerd, dan wordt het multidisciplinaire
13
ondersteuningsteam ingeschakeld. Is men in dit team van mening dat optimale ondersteuning niet plaats kan vinden zonder expertise van buiten de school, dan wordt een plan voor externe ondersteuning gemaakt, inclusief een ontwikkelingsperspectief. Als deze basisvoorwaarden op orde zijn kan de intern begeleider van de school de aanvraag bespreken met haar clustercollega’s.
7. Gebouw en inventaris. 7.1 Verhuizing In april 2013 werd bekend dat na een besluit van de Gemeente Purmerend en het bestuur, er in de Purmer-Noord een verschuiving van scholen zou plaatsvinden. Voor obs De Boemerang is verhuisd naar De Jachtwagenstraat, een locatie elders in de wijk op ongeveer 1,2 kilometer afstand van de vorige locatie. 7.2 Onderhoud Vanuit de schouw die vooraf is gehouden zijn de kosten voor het op orde brengen van het gebouw in kaart gebracht. In overleg met de gemeente en de vorige gebruikers is vastgesteld welk onderhoud door deze partijen bekostigd worden. Het meerjarig onderhoud budget is naar voren geschoven om de kosten voortkomend uit de verbouwing te kunnen financieren. Omdat het gebouw nu op orde is gebracht voor wat betreft schilder- en installatiewerk is de verwachting dan ook dat er weinig onderhoud voor de komende jaren hoeft te worden uitgevoerd. . Er was een proef uitgezet m.b.t. het gebruik van schuimzeeppompjes, papieren handdoekjes en wc rol automaten. Dit heeft ertoe geleid dat we besloten hebben mede op hygiënische gronden deze zeepdispensers, handdoek- en wc rolautomaten voor de hele school in te voeren met ingang van januari 2014. 7.3 PSZ Pinkeltje Lokaal vrij houden voor vestiging van PSZ Pinkeltje. Samen met het bestuur zijn we intensief in overleg geweest met PSZ Pinkeltje om een dependance in onze huidige locatie te vestigen. Daarbij is tevens overleg geweest met de Gemeente Purmerend over toestemming en ondersteuning. Dat heef t er toe geleid dat voor de zomervakantie 2014 het besluit van PSZ Pinkeltje is gekomen om een dependance te starten op de Jachtwagenstraat. De planning is dat de Peuterspeelzaal rond de kerst 2014 zal beginnen. 7.4 Schoolplein Het schoolplein voor de groepen 3 t/m 8 heeft een open karakter doordat er geen omheining om heen staat. Dat geeft een ruimtelijk gevoel en wordt door de leerlingen als prettig ervaren tegelijk betekent dit dat het plein in direct contact staat met de omliggende straten en dat dit wellicht om extra aandacht vraagt. (zie het tevredenheidsonderzoek). Het kleuterplein vraagt nog aandacht. Vanuit de middelen die bij het opknappen van het gebouw waren vrijgemaakt was geen ruimte om het speeltoestel op het kleuterplein te vervangen. De inrichting van het kleuterplein vraagt echter wel om nieuwe impulsen om het spel van de kinderen en de uitstraling van de school te bevorderen.
8. Klachtenregistratie Er waren geen klachten voor zo ver bekend.
14
1. Strategisch beleid schooljaar 2014 - 2015
Voor komend schooljaar staan de volgende zaken gepland: • • • • • •
Verbetertraject n.a.v. Inspectierapport m.n. op het gebied van taakgerichtheid en opbrengsten Concreter analyseren van opbrengsten en resultaten en dit vertalen naar specifieke doelen in de groepsplannen Werken en uitvoering geven aan de verbeterde groepsplannen. Verdere implementatie Viseon en het verwerken van de gegevens op het groepsplan. Speerpunten Begrijpend lezen en technisch lezen. Aanscherpen OGO visie/missie en uniforme hantering. Opstellen nieuw Schoolplan Laika op de Boemerang, o.a. hulp bij themaplanningen m.b.t. hoog- begaafden. Traject Onderwijsondersteuner ter versterking van de basisondersteuning.
15