Schoolplan 2011 – 2015
Naam school: obs Het Palet Brinnummer: 16MB Adres: Fl. Versterstraat 2B Postcode: 8932 BR Telefoon: 058-2124833 E-mail:
[email protected] Website: www.hetpaletleeuwarden.nl Identiteit: openbaar Directeur: dhr. B. Waage Bevoegd gezag: Proloog
FORMULIER ‘Instemming / vaststelling schoolplan’
School:
_____________________________________________
Brinnr.
_____________________________________________
Adres:
_____________________________________________
Postcode/plaats:
_____________________________________________
_________________________________________________________________________________ VERKLARING Hierbij verklaart de medezeggenschapsraad van bovengenoemde school in te stemmen met het schoolplan geldend voor de periode _______________________ Namens de MR, ________________________
plaats
________________________
datum
________________________
handtekening
________________________
naam
________________________ functie __________________________________________________________________________________________
Hierbij verklaart het bevoegd gezag van bovengenoemde school het schoolplan geldend voor de periode _______________________ te hebben vastgesteld. Namens het bevoegd gezag, Leeuwarden, ________________________
datum
________________________
handtekening
M.A. Kammeraad a.i. lid algemene directie PROLOOG September 2011
1
Inhoudsopgave Formulier instemming schoolplan
1
Inhoudsopgave
2
Hoofdstuk
0
Voorwoord
3
Hoofdstuk
1
Inleiding
4
Hoofdstuk
2
Onderwijsconcept, visie en missie
7
2.1
Missie
7
2.2
Visie
7
2.3
Identiteit van de school
7
2.4
Onderwijsconcept
7
2.5
Hoe geven wij onderwijs
7
2.6
Verwachtingen
8
3
Schoolbeschrijving
9
3.1
Beschrijving school en omgeving
9
3.2
Wijk- en buurtgegevens
10
3.3
Achtergrond ouders
10
3.4
Uitstroom leerlingen
10
3.5
Voorschoolse periode
11
4
Inrichting van ons onderwijs
12
4.1
Domein: zorg voor kwaliteit
12
4.1.1
Kwaliteitszorg bovenschools
12
4.1.2
Proloogacademie
12
4.1.3
Enquêtes en tevredenheidsonderzoeken
12
4.2
De instrumenteel cursorische vakken
12
4.3
De wereldoriënterende vakken
15
4.4
De muzisch/ expressieve vakken
15
4.5
Domein: zorg en begeleiding
20
Hoofdstuk
Hoofdstuk
Hoofdstuk
4.5.1
Zorgprofielen
20
5
Kwaliteitsprofiel
21
5.1
Toezichtskader inspectie
27
5.2
Eindresultaten
27
5.3
Sociale vaardigheden
27
5.4
Tussenopbrengsten
27
5.5
Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften
28
5.6
Doorstroming in een verwachte periode van 8 jaar
28
5.7
Adviezen vervolgonderwijs
28
5.9
Waardering en tevredenheid
28
5.9.1
Tevredenheid personeel
28
5.9.2
Tevredenheid afnemers
28
2
Hoofdstuk
Bijlagen
6
Meerjarenplanning
31
6.1
Overzicht meerjarenplanning
31
6.2
Schoolbegroting en investeringsbegroting
34
6.3
Formatie
34
6.4
Veiligheidsbeleidsplan
35
6.5
Beleidsplan ICT
36 40
3
Hoofdstuk 0: Voorwoord Kop op Tegen de leerlingen zouden we als opvoedkundigen, na een periode van verdriet, rouw of pijn zeggen: ‘Kop op, schouders omhoog, aan de slag’. Soms sturen we leerlingen naar weerbaarheidstrainingen om hen te leren hoe het voelt wanneer je ‘een rots in de branding bent, of zo flexibel als water’. Ook bij Proloog sluiten we in het schooljaar 2011-2012 hopelijk zo’n periode van ‘verdriet, rouw en pijn af’. We laten ons niet kennen. Moeten bezuinigen en tegelijker toch voldoen aan de bestaande kwaliteitsnormen is met recht een héle uitdaging te noemen. Voor alle betrokkenen van de Proloogorganisatie gelden de volgende uitgangspunten 1. Proloog, dat zijn wij. 2. Met minder mensen, moet er meer gedaan worden. 3. Door meer in oplossingen te denken en minder in problemen kan er meer bereikt worden. 4. Niet doemdenken, maar aanpakken. 5. Niet tezamen werken, maar samenwerken. Schouders omhoog Door terugloop van leerlingen en bezuinigingen in het kader van landelijk en gemeentelijk onderwijsbeleid zag het bevoegd gezaq van de Stichting Proloog zich genoodzaakt om per 1 augustus 2011 zestien leraren te ontslaan. De omvang van de algemene directie krimpt van 1,9 fte naar 1,0 fte. Twintig leraren en acht adjunct directeuren zijn per 1 augustus 2011 in het zogenoemde rddf geplaatst en hebben een aankondiging tot ontslag gekregen per 1 augustus 2012. Dat geldt voor medewerkers van Proloog op het bestuursbureau en op de scholen. Het schooljaar 2011-2012 wordt dan ook, mede door genoemde maatregelen die in meerdere opzichten als reorganisatie kunnen worden betiteld een overgangsjaar. Overplaatsingen, verschuivingen in de personeelsbezetting per school zullen in het schooljaar 2011-2012 veelvuldig plaats vinden. Naar verwachting wordt schooljaar 2011-2012 een enerverend schooljaar. Het bevoegd gezag heeft de directeuren in dit kader dan ook opgedragen zich bij het maken van de plannen in het Schoolplan te beperken tot het schooljaar 2011-2012. Jaarlijks zullen de plannen nader uitgewerkt worden in een schooljaarplan. Belangrijk voor de scholen van de stichting Proloog is om na augustus 2012 weer financieel gezond te zijn en de huidige onderwijskwaliteit (ondanks alle perikelen) te handhaven en zo mogelijk zelfs te verhogen. Dit vraagt om een gezonde werkhouding; dus vooral: ‘schouders omhoog!’ In hoofdstuk 1 van het bovenschoolse deel van het schooljaarplan staat aangegeven welke thema’s in de schooljaren 2011-2015 bij de scholen van de Stichting Proloog ‘op de rol’ staan. Aan de slag ‘As it net kin sa âs ‘t moat, dan moat ‘t mar sa âs it kin’, is een bekende Friese spreuk. Dat geldt ook voor de uitvoering van de reorganisatieplannen van Proloog. Dit Schoolplan beschrijft vooral plannen van de school in het schooljaar 2011-2012. De visie voor de komende jaren (periode 2011-2015) wordt echter in hoofdstuk 1 wel schetsmatig aangegeven. In de plannen van volgend jaar wordt dat nader uitgewerkt.
4
Hoofdstuk 1: Inleiding De scholen van Proloog richten zich in de periode 2011-2015 op de volgende actiepunten: : 1. Uitvoering herstelplan en reorganisatie Proloog Volgens herstelplan (met instemming GMR 30 juni 2011) en vastgesteld in het DGO van 4 juli 2011. Belangrijkste uitgangspunten zijn het financieel gezond maken van Proloog en de kwaliteit van het onderwijs op de scholen ten minste op het huidige niveau (juli 2011) houden en zo mogelijk verhogen. Het aantal leraren dat werkzaam is bij Proloog zal in de periode 2011-2015 dalen. 2. Passend onderwijs Het referentiekader Passend onderwijs geeft de betrokkenen aanwijzingen bij het vormgeven van passend onderwijs. Alle scholen van Proloog zullen in het schooljaar 20112012 hun onderwijsprofiel beschrijven. In samenwerking met de partners die deel uitmaken van het Samenwerkingsverband ‘Het Spectrum’ wordt naar een dekkend onderwijsaanbod gezocht, met name voor leerlingen met een speciale onderwijs- en/ of zorgbehoeften (zie Zorgplan 2011-2015). De Stichting Proloog is zich bewust van haar zorgplicht (zie Deelzorgplan 4 juli 2012). 3. Van handelingsgericht weken naar opbrengstgericht werken. De opbrengstgerichtheid is de laatste twee jaar bij de meeste schoolteams van de scholen van Proloog toegenomen. Anno juli 2011 hebben dan ook alle scholen van Proloog van de inspectie een zogenoemd ‘basisarrangement’ toegewezen gekregen. Bij alle scholen is het ‘handelingsgericht werken’, alsmede het werken met de P-D-C-A-cyclus bekend. In de komende jaren zal met name op het gebied van taal, lezen, rekenen en wiskunde op een meer doelgericht en systematische wijze gewerkt worden. In het kader van ‘opbrengstgericht werken’ wordt het werken met didactische en pedagogische groepsplannen geïmplementeerd. Een aantal scholen van Proloog experimenteert nu al met het werken met groepsplannen (zie handboek zorg van Proloog en uitgangspunten van de 1-zorgroute). Het werken met groepsplannen betekent niet automatisch dat de opbrengsten van taal, lezen, rekenen en wiskunde omhoog gaan. Het didactisch handelen van de leraar, alsmede de wijze waarop de leraar differentieert in aanbod, instructie, verwerking en tijd zijn van invloed op het onderwijsrendement en de resultaten van de leerlingen. Proloog zet de komende jaren dan ook in op het versterken van genoemde leerkrachtvaardigheden, alsmede het scholen van de directeuren op het gebied van opbrengst gericht werken. Deze programma’s zullen grotendeels samenvallen met de voorlichting en trainingen over het werken met referentielijnen bij taal en rekenen. 4. Implementatie referentielijnen taal en rekenen Sinds 1 augustus zijn scholen in hun aanbod verplicht om te werken volgens de door de regering vastgestelde referentieniveaus voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde. In referentieniveaus is beschreven wat leerlingen aan het einde van het primair onderwijs moeten kennen en kunnen. De referentieniveaus worden bereikt door het volgen van referentielijnen met ijkpunten per jaargroep. In de periode 2011-2015 worden de leraren van Proloog geschoold om in hun groepen te werken en te differentiëren in aanbod met ten minste drie niveaugroepen. In het Handboek Zorg van Proloog is dat al volgt uitgewerkt: Niveaugroep A: werkt naar niveau 1S (streefniveau) Niveaugroep B: werkt naar niveau 1F (fundamenteel niveau) Niveaugroep C: werkt zoveel als mogelijk naar niveau 1F. Werken met referentieniveaus vormt een belangrijk hulpmiddel om opbrengstgericht onderwijs te realiseren. 5. Overgang PO/VO Door het gebruik van referentieniveaus voor taal en rekenen sluiten de programma’s van de verschillende schooltypen, naar verwachting, in de komende jaren beter op elkaar aan. Voor de ontvangende school van Voortgezet Onderwijs is duidelijk hoe ver de leerling op het gebied van taal en rekenen is en worden herhalingen of hiaten vermeden. Dit maakt doorlopende leerlijnen, alsmede een effectieve overdracht tussen PO en VO mogelijk. Sinds 2010 maken de scholen in Leeuwarden gebruik van de zogenoemde ‘plaatsingswijzer
5
PO/VO’. Het gebruik van deze wijzer wordt jaarlijks geëvalueerd en krijgt mogelijk een provinciaal vervolg. De toetsresultaten van een leerling in de groepen 6, 7 en 8 in het primair onderwijs zijn sterk richtinggevend bij het advies, de keuze van en de toelating in het vervolgonderwijs. 6. Functiemix De functiemix is een onderdeel van het convenant ‘de leerkracht van Nederland’(2008). Bij Proloog zijn er drie functies van leraar (leraar LA, LB en LC) met ieder een eigen profiel ten aanzien van zijn loopbaanperspectief. De functiemix heeft tot doel de verhouding tussen die drie groepen op termijn te verdelen volgens de volgende verdeelsleutel: 58 procent LA functies, 40 procent LB functies en 2 procent LC functies. Mede door de voorgenomen reorganisatieplannen en de te verwachten extra mobiliteit van de medewerkers en leraren krijgt de uitwerking van de functiemix met name in de periode 2012-2014 extra aandacht. 7. Good-gouvernance Het bestuur van Proloog wil komen tot een nieuw bestuursprofiel Voor het functioneren van dat model is meer kennis over de voor- en nadelen nodig. Voor het bestuur is van belang welke keuzes bij de invulling van een nieuw bestuursprofiel gemaakt kunnen worden. Ook wil men graag weten welke ‘valkuilen en piketpaaltjes’ van belang zijn bij het implementatietraject van het huidige model met een bestuur en een algemene directie naar bijvoorbeeld een CvB – RvT model. Andere aandachtspunten voor het bestuur zijn de schaal en omvang van Proloog (3200 leerlingen, 15 basisscholen en één school voor SBO) in relatie tot de vormgeving van het model CvB en RvT. Ook speelt de opzet en structuur van het bestuursbureau een rol. Nu is de algemene directie leidinggevende van het bestuursbureau. 8. Veilgheidsbeleidsplan Op basis van de Arbowet zijn de scholen verplicht een veiligheidsbeleid te voeren. Ook in de Wet op het Primair onderwijs (WPO) en in het toezichtskader van de Onderwijsinspectie zijn de verantwoordelijkheden van de school op het gebied van veiligheid beschreven. Alle scholen voeren een digitaal registratiesysteem in, dat inzicht geeft inzicht op met name (gewelds)incidenten en veiligheid op de onderwijsinstellingen. Het kabinet voert een verplichte incidentenregistratie per 1 september 2012 in. In de periode 2012-2015 wordt er een nieuw bovenschools Veiligheidsbeleidsplan, inclusief een gedragscode voor leraren opgesteld. 9. Profielen Alle betrokkenen van scholen van Proloog worden gevraagd mee te denken om passende profielen per school op te stellen. Directie en teams zullen per school een zorgprofiel moeten aangeven (zie beleid SWV Het Spectrum over classificatie zorgbreedte) en vervolgens inrichten. Daarnaast worden de medewerkers van de Proloogscholen gevraagd hoe zij zich per school meer kunnen profileren op het gebied van aanbod (bijvoorbeeld creatieve vakken, techniek, muziek of drietalige school) en op het gebied van klantgerichtheid of klantvriendelijkheid (continuroosters, NSO met veel sport, muziek of ICT, enz.). Per school zullen profielen opgesteld worden. Bovenschools zal afstemming nodig zijn en worden de profielen vastgesteld. 10. Friese taal Uitvoering provinciaal actieplan: ‘it moat better en it in better’. De meeste leraren van de scholen van Proloog kennen de kerndoelen, hebben een methode voor Fries en een taalcoördinator. Toch zijn er met name in de stad weerstanden bij leerlingen, ouder, leraren en directies waargenomen bij het aanleren van de Friese taal. Mogelijk heeft het Fries als vak in sommige scholen van Proloog een extra impuls nodig. De provincie overweegt een beroepsregister te ontwikkelen waarin de leraren hun bekwaamheden en bevoegdheden voor het Fries kunnen registreren. Daarnaast worden er voor het vak Fries momenteel speciale toetsen voor het basisonderwijs ontwikkeld die gebruikt kunnen worden om het onderwijs in de Friese taal af te stemmen op de behoeften van de leerlingen en de leraar meer inzicht geven in het leerrendement. Proloog doet de komende periode onderzoek naar de bekwaamheden en bevoegdheden van de leraren in het basisonderwijs ten aanzien van de Friese taal en onderzoekt op welke wijze de scholen inzicht in het leerrendement van de leerlingen ten opzichte van het Fries vaststelt, registreert en met de ouders communiceert. Dit resulteert in een beleidplan Fries.
6
11. ICT-ontwikkelingen Een werkgroep van directeuren is bezig met het ontwikkelen van een bovenschools ICTbeleidplan. Centraal staat daarbij dat het computergebruik meer geïntegreerd wordt in het onderwijs. Zij richten zich op twee thema: onderwijs in ICT en ICT in het onderwijs. Speerpunt in de komende jaren is de omschakeling van het schriftelijk naar het digitaal verwerkingsmateriaal. Het gebruik van educatieve en methodische software en/of webbased programma’s zal sterk toenemen. Daarnaast is er aandacht voor het ontwikkelen van een meer flexibele leeromgeving voor de leerling. Welke gevolgen zijn er voor het didactisch handelen van de leraar, wanneer de leerling gebruik gaat maken van draadloze netwerken, verplaatsbare computers, tablet-pc’s of notebooks. Leerlingen kunnen ook na schooltijd aan de slag via een zogenoemde elektronische leeromgeving (ELO). Leraren van Proloog worden geschoold in het werken met het digibord, werken met de klas.nu, dotcomschool en het cito-lovs en het gebruik van de smartphone. Bij Proloog gaat men ervan uit dat alle medewerkers in staat zijn om te werken met internet, e-mail verkeer en in het programma Word. Elke leraar krijgt in de toekomst een eigen e-mail adres, het intranet van proloog word uitgebreid. Daarnaast wordt er een onderzoek gedaan naar de mogelijkheden van een centraal beheer van de licenties (inclusief budgetbewaking), centraal inkopen van hardware en de mogelijkheden van ELO. De taken en bevoegdheden van de netwerkbeheerder en die van de bovenschoolse ICT’er worden geëvalueerd. Er wordt voor de komende jaren een ICT-investeringsplan ontwikkeld. 12. Ontwikkelingen IPB Op het gebied van integraal personeelbeleid zijn in het recente verleden diverse beleidsvoornemens beschreven. In de komende periode 2012-2015 wordt er aandacht besteed aan de afstemming implementatie en het gebruik van persoonlijke ontwikkelingsplannen en het voeren van ontwikkelgesprekken, functioneringsgesprekken en beoordelingsgesprekken van directeuren met leraren.
7
Hoofdstuk 2: Onderwijskundig concept, visie en missie 2.1 Missie De school heeft naast het aanbieden van kennis en vaardigheden tevens een belangrijke pedagogische taak en daarom is het van belang om met de toename van complex gedrag in de omgang met gedragsproblematiek veel aandacht te blijven geven aan de sociaal-emotionele ontwikkeling. Hiervoor gebruiken we in alle groepen een speciale methode: “Kanjertraining”. Adaptief gericht onderwijs vinden we voor zowel de zwakkere als de sterkere leerlingen noodzakelijk om een meer preventieve aanpak van de zorgverbreding te realiseren. Hiervoor blijft de ontwikkeling van een gedifferentieerd leerstofaanbod wenselijk. We streven voor elke leerling naar een basisniveau. De zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid van onze leerlingen vinden we erg belangrijk; hierbij houden we rekening met onze methodes, (inrichting van ) ons gebouw, onze wijze van lesgeven en de open manier waarop we met leerlingen communiceren. De school hecht veel waarde aan de betrokkenheid van ouders en we willen daarom onze laagdrempeligheid en open communicatie naar buiten toe blijven versterken. Om onze doelen te kunnen verwezenlijken, vinden we goed personeel belangrijk en investeren hier dus ook in. Alle personeelsleden werken aan hun persoonlijk ontwikkelingsplan en van alle personeelsleden wordt een open communicatie verwacht naar leerlingen, ouders en collega’s onderling. 2.2 Visie De school heeft naast het aanbieden van kennis en vaardigheden tevens een belangrijke pedagogische taak. Daarom is het van belang om met de toename van complex gedrag in de omgang met gedragsproblematiek veel aandacht te blijven geven aan de sociaal-emotionele ontwikkeling. Hiervoor gebruiken we in alle groepen een speciale methode: “Kanjertraining”. Adaptief gericht onderwijs vinden we voor zowel de zwakkere als de sterkere leerlingennoodzakelijk om een meer preventieve aanpak van de zorgverbreding te realiseren. Hiervoor blijft de ontwikkeling van een gedifferentieerd leerstofaanbod wenselijk. We streven voor elke leerling naar een basisniveau. De zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid van onze leerlingen vinden we erg belangrijk; hierbij houden we rekening met onze methodes, (inrichting van ) ons gebouw, onze wijze van lesgeven en de open manier waarop we met leerlingen communiceren. De school hecht veel waarde aan de betrokkenheid van ouders en we willen daarom onze laagdrempeligheid en open communicatie naar buiten toe blijven versterken. Om onze doelen te kunnen verwezenlijken, vinden we goed personeel belangrijk en investeren hier dus ook in. Alle personeelsleden werken aan hun persoonlijk ontwikkelingsplan en van alle personeelsleden wordt een open communicatie verwacht naar leerlingen, ouders en collega’s onderling.
2.3 Identiteit van de school Het Palet is een openbare school. De school is toegankelijk voor alle kinderen ongeacht afkomst of geloofsovertuiging. Centraal staat het respect voor ieder kind, de ontmoeting en sociale vorming. De mensvisie is die van een individu als sociaal wezen, waarbij het ‘hele kind’ uitgangspunt is voor de persoonlijkheidsvorming. Kinderen leren door te doen, actief handelend aan de hand van hun beleving van de werkelijkheid. Het leren vindt plaats op school, de ontmoetingsplaats; de leraar instrueert en begeleidt de zelfontdekkende leerling. 2.4 Onderwijsconcept Het Palet is een openbare school. De school is toegankelijk voor alle kinderen ongeacht afkomst of geloofsovertuiging. Centraal staat het respect voor ieder kind, de ontmoeting en sociale vorming.
8
De mensvisie is die van een individu als sociaal wezen, waarbij het ‘hele kind’ uitgangspunt is voor de persoonlijkheidsvorming. Kinderen leren door te doen, actief handelend aan de hand van hun beleving van de werkelijkheid. Het leren vindt plaats op school, de ontmoetingsplaats; de leraar instrueert en begeleidt de zelfontdekkende leerling. De school heeft naast het aanbieden van kennis en vaardigheden tevens een belangrijke pedagogische taak en daarom is het van belang om met de toename van complex gedrag in de omgang met gedragsproblematiek veel aandacht te blijven geven aan de sociaal-emotionele ontwikkeling. Hiervoor gebruiken we in alle groepen een speciale methode: “Kanjertraining”. Adaptief gericht onderwijs vinden we voor zowel de zwakkere als de sterkere leerlingen noodzakelijk om een meer preventieve aanpak van de zorgverbreding te realiseren. Hiervoor blijft de ontwikkeling van een gedifferentieerd leerstofaanbod wenselijk. We streven voor elke leerling naar een basisniveau. De zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid van onze leerlingen vinden we erg belangrijk; hierbij houden we rekening met onze methodes, (inrichting van ) ons gebouw, onze wijze van lesgeven en de open manier waarop we met leerlingen communiceren. De school hecht veel waarde aan de betrokkenheid van ouders en we willen daarom onze laagdrempeligheid en open communicatie naar buiten toe blijven versterken. Om onze doelen te kunnen verwezenlijken, vinden we goed personeel belangrijk en investeren hier dus ook in. Alle personeelsleden werken aan hun persoonlijk ontwikkelingsplan en van alle personeelsleden wordt een open communicatie verwacht naar leerlingen, ouders en collega’s onderling. 2.5 Hoe geven wij onderwijs Wij helpen leerlingen bij het leren kennen en ontwikkelen van hun mogelijkheden. Het moet onze leerlingen duidelijk zijn, dat leren niet vrijblijvend is. Wij bieden de leerlingen uitdagende leersituaties, stimuleren hen en spreken hen op hun eigen niveau aan. Op die manier proberen zij en wij het maximale uit hun capaciteiten te halen. De wijze, waarop de instructie plaatsvindt kan verschillend zijn. Naast klassikale instructie is er ook groeps- en individuele instructie. Als we de hele groep iets nieuws willen leren kiezen we vaak voor een klassikale introductie en instructie. Kinderen ervaren de gezamenlijke beleving als iets fijns. Daarnaast werken zij aan opdrachten, in groepen of individueel. In alle groepen wordt de instructie aangeboden in drie niveaus: een basisgroep, een plus groep voor kinderen die meer aankunnen en een subgroep voor kinderen die meer instructie nodig hebben. Ook de bij de verwerking van de leerstof wordt rekening gehouden met deze drie groepen. Kinderen die extra uitleg nodig hebben, krijgen die in de vorm van groeps- of individuele instructie. Kinderen die meer aan kunnen, krijgen meestal minder instructie en kunnen eerder aan het werk met meer en/of moeilijkere opdrachten. In combinatiegroepen wordt gewerkt met twee niveaugroepen per leerjaar. 2.6 Verwachtingen Wij vinden het van belang dat leerlingen weten wat ervan hen verwacht wordt. Aan de verzorging en de inhoud van het werk stellen wij duidelijke eisen, rekeninghoudend met de mogelijkheden van elk kind. Tijdens werksituaties leren wij de kinderen rekening te houden met elkaar, zodat iedereen zijn werk ongestoord kan uitvoeren. Wij vinden het van groot belang dat kinderen zich thuis voelen op onze school. Elkaar helpen en stimuleren vinden we daarom belangrijk. Samen werken betekent ook rekening houden met elkaar. Op die manier leer je elkaar respecteren en waarderen.
9
Hoofdstuk 3: Schoolbeschrijving 3.1 Beschrijving school en omgeving De school staat in de wijk Huizum-West aan de Floris Versterstraat 2B. Dit splinternieuwe gebouw heeft negen leslokalen, een speellokaal en enkele multifunctionele ruimtes. Ook is er een aparte ruimte voor de voor- en naschoolse opvang en de tussenschoolse opvang. Deze school wordt door ongeveer 200 leerlingen bezocht. Kinderen die tijdelijk in een opvanghuis van Fier Friesland verblijven komen ook naar onze school. Huizum is deels een vooroorlogse en deels een naoorlogse wijk. Er staan veelal rijtjeswoningen. De bevolking is zeer gevarieerd: starters, jonge gezinnen, studenten in de flats en ouderen. Er zijn: - 2 peuterspeelzalen (waarvan één van de Vrije School) - 1 kinderdagverblijf, waarin dagopvang voor 0-4 jarigen - 2 BSO - 4 basisscholen: Christelijke Basisschool, Katholieke Jenaplanschool Vrije School en Openbare Basisschool Het Palet - 2 actieve buurtverenigingen met elk een speeltuin Nijlân is een naoorlogse wijk met veel flatwoningen. Ook hier een gevarieerde bevolking, maar met meer studenten, meer ouderen en meer allochtone bewoners. Er zijn: - 1 peuterspeelzaal - 1 kinderdagverblijf, waarin dagopvang 0-4 jarigen en BSO - 1 basisschool: Gereformeerde Basisschool - 1 actieve wijkvereniging De school telt ongeveer 180 leerlingen, waarvan ongeveer 80 % geen wegingsfactor heeft. Relatief veel ouders werken in loondienst of oefenen een beroep uit waarbij lichamelijke arbeid wordt verricht. Hogere opleidingen (HBO, Universiteit) komen weinig voor. De landelijke trend dat beide ouders geheel of gedeeltelijk aan het arbeidsproces deelnemen, is ook hier merkbaar. Het aantal éénoudergezinnen is de afgelopen jaren toegenomen. In de laatste 3 jaren zijn de 3 buurtgebonden basisscholen in de wijken Huizum-west en Nijlân in leerlingenaantallen teruggelopen. Dit is te wijten aan het feit dat steeds meer jonge gezinnen verhuizen naar de nieuwbouwwijken Goutum-Noord en Zuiderburen. Er voor in de plaats komen veelal starters zonder kinderen. Het marktaandeel in wijk Nijlân in de wijk Nijlân is ruim 50%. Het marktaandeel in de wijk Huizum ligt rond de 25%. In de wijk staan nog drie basisscholen. Het marktaandeel is gedaald door o.a. het verplaatsen van het gebouw in de richting van de Julianalaan. Hiermee is de school naar de rand van het voedingsgebied verhuisd. De Christelijke school zit middenin het voedingsgebied en het leerlingen aantal is daar ook gestegen. Ook de St. Paulusschool blijft redelijk constant. Vooral de onderbouw blijkt aantrekkelijk te zijn voor ouders. Andere mogelijke ooraken zijn mogelijk de onaantrekkelijkheid van het oude gebouw aan de L. van Leijdenstraat en aan de Antillenweg, en het imago dat de openbare school van oudsher heeft in de wijk. Het nieuwe gebouw en de kwaliteit van het onderwijs en de leerlingenzorg moeten nieuwe leerlingen trekken. De eerste groepen zitten redelijk vol. De verwachting is dat de leerlingendaling gering zal zijn en mogelijk stabiliseert.
10
3.2 wijk- en buurtgegevens G. Dou Julianapark Hollanderwijk 42% 34% 53% 29% 30% 26% 29% 36% 26% 63% 70% 70%
alleenstaanden echtpaar zonder kinderen gezin met kinderen eigen inkomen gemiddeld besteedbaar inkomen Laag inkomen hoog inkomen
€ 12.300 41% 14%
€ 12.500 36% 18%
€ 12.100 46% 9%
J. van Scorel 53% 26% 21% 84%
Nijlân 58% 28% 15% 81%
€ 11.800 47% 0%
€ 13.600 42% 12%
3.3 Achtergrond ouders
beroepsgroepen 50% 40% 30% 20% 10% 0%
1
2
3
4
5
6
Reeks1 4,70% 8,05% 8,72% 43,62% 16,78% 18,12%
1 2
3 4 5 6
Vrije en academische beroepen, directeuren van grote ondernemingen, leraren m.o., zeer hoge ambtenaren Hoge employés, directeuren kleine ondernemingen, hoofdambtenaren, grote landbouwers en tuinders, hogere technici Grote tot middelgrote middenstanders, ambtenaren in middenposities, middelgrote landbouwers en tuinders, kantoorbedienden, lage employés, lage ambtenaren Kleine middenstand, geschoolde arbeiders, kleine landbouwers en tuinders kantoorbedienden, lage employés, lage ambtenaren Geoefende arbeiders, lagere ambtenaren Ongeoefende arbeiders
3.4 Uitstroomgegevens leerlingen Het percentage leerlingen dat naar de diverse vormen van voortgezet onderwijs gaat, wisselt van jaar tot jaar. Dit is afhankelijk van de samenstelling van groep 8. In het onderstaand overzicht kunt u lezen hoeveel leerlingen van onze school naar een school van voortgezet onderwijs worden verwezen. 2009 – 2010 2010-2011 VMBO beroepsgericht 5 leerlingen 1 leerling VMBO kadergericht 4 leerlingen 6 leerlingen VMBO theoretisch gericht 8 leerlingen HAVO 5 leerlingen 9 leerlingen HAVO/VWO 2 leerlingen VWO 2 leerlingen 1 leerling Gymnasium 3 leerlingen P. Jelles 8+ Project 1 leerling
11
Doordat wij veel aandacht besteden aan de instructie en variatie in leerstofaanbod kunnen de meeste leerlingen het onderwijs bij ons op school volgen. In een enkel geval heeft het kind speciale zorg nodig en stroomt het kind door naar het speciaal onderwijs. In het schooljaar 2010-2011 zijn er geen leerlingen naar het speciaal basisonderwijs gegaan. 3.5 Voorschoolse periode De school onderhoudt contacten met de peuterspeelzalen in de wijk. Bij inschrijving van leerlingen ontvangen wij een dossier van de peuterspeelzaal.
12
Hoofdstuk 4: Inrichting van ons Onderwijs Dit hoofdstuk geeft inzicht in hoe wij het onderwijs op onze school georganiseerd hebben. 4.1 Domein: Zorg voor kwaliteit Bij kwaliteitszorg gaat het om een beschrijving van de maatregelen die de school neemt om de kwaliteit te verbeteren. 4.1.1: Kwaliteitszorg bovenschools De kwaliteit van de scholen van Proloog wordt bovenschools gevolgd. De gegevens worden per school geëvalueerd, geanalyseerd en gescreend op mogelijke risico’s. De school meet de resultaten door middel van wetenschappelijk erkende en landelijk genormeerde toetsen. De directeuren van de scholen rapporteren twee keer per jaar hun onderwijsresultaten aan de algemeen directeur van Proloog en jaarlijks schrijven de directeuren een jaarverslag. Daarnaast worden de scholen regelmatig, door middel van een zogenoemde audit of check-up door de onderwijskundige van Proloog onderzocht op mogelijke tekortkomingen. De onderzoeker levert een bijdrage aan de evaluatie van het onderwijs van de school, informeert en ondersteunt de directie en geeft zonodig scholing. De bevindingen van de onderzoeker na het verrichten een audit staan beschreven in een onderzoeksverslag. Alle scholen van Proloog worden regelmatig onderzocht door de onderwijskundige. Scholen met specifieke tekortkomingen of risico’s worden intensiever onderzocht, gecontroleerd of begeleid. Bij klachten van leerlingen, ouders of personeel kan de algemene directie besluiten de onderwijskundige extra of gericht onderzoek te doen verrichten. Bij het onderzoek maakt de onderwijskundige van Proloog gebruik van het instrumentarium dat in grote lijnen overeenkomt met dat van de inspectie van het onderwijs. Wanneer de inspectie op de school geen of nauwelijks tekortkomingen registreert wordt een zogenoemd ‘basisarrangement’ afgegeven. Het beleid van Proloog is er op gericht dat alle scholen een ‘basisarrangement’ van de inspectie verwerven. 4.1.2 Proloogacademie Naast de individuele scholingstrajecten en de scholingen op teamniveau worden de medewerkers van Proloog in de gelegenheid gesteld om zich in te schrijven voor de Proloogacademie. Daarin worden verschillende scholingen, cursussen en trainingen aangeboden die op het gebied van kwaliteitsverbetering die op dat moment actueel zijn. 4.1.3 Enquêtes en tevredenheidonderzoeken In de cyclus van kwaliteitszorg worden de directeuren van de scholen gevraagd elke twee jaren een tevredenheidonderzoek af te nemen bij leerlingen, leraren en personeel af te nemen. Op bovenschools niveau zijn daarvoor instrumenten ontwikkeld. De gegevens worden per school door de directeur verzameld en geanalyseerd. De gegevens worden tijdens de audit bovenschools geanalyseerd.
4.2 DE INSTRUMENTEEL-CURSORISCHE VAKKEN Rekenen en wiskunde Doelen van de school
Methoden / materialen
Volledigheid Beleidsvoornemens kerndoelen /plannen/afspraken
Onze doelstelling bij het onderwijs in rekenen en wiskunde is erop gericht, dat de leerling: een zo hoog mogelijk, bij hem of haar passend niveau van rekenvaardigheid behaalt; verbanden kan leggen tussen het onderwijs in rekenen en
gr.1/2: Schatkist rekenen gr.3/8: Wereld in getallen (versie 4)
methode voldoet voor zover bekend aan de kerndoelen
aanvullend: Maatwerk computerprogramma digitale toetsen methode Wereld in getallen
13
wiskunde en zijn/haar dagelijkse leefwereld; basisvaardigheden verwerft en eenvoudige wiskunde-taal begrijpt en kan toepassen in praktisch situaties; reflecteert op eigen wiskundige activiteiten en resultaten daarvan op juistheid controleert; op logische wijze kennis maakt met leerstofinhouden als meten, werken met roosters, bouwen met blokken, diagrammen leert maken evenals kansberekening. onderzoeks- en redeneerstrategieën in eigen woorden leert beschrijven en gebruiken
computerprogramma Wereld in getallen
Nederlandse taal Doelen van de school
Methoden / materialen
Volledigheid Beleidsvoornemens kerndoelen /plannen/afspraken
De doelstelling bij het onderwijs in de Nederlandse taal is er op gericht dat leerlingen: vaardigheden ontwikkelen waarmee ze deze taal doelmatig kunnen gebruiken in situaties die zich in het dagelijks leven voordoen het vergroten van de woordenschat kennis en inzicht verwerven omtrent betekenis, gebruik en vorm van taal plezier hebben en houden in het gebruiken en beschouwen van taal
gr.1/2: Schatkist taal/lezen en de activiteitenmap Idee
de methode voldoet voor zover bekend aan de kerndoelen
computerprogramma Schatkist gr.3: Veilig leren lezen computerprogramma Veilig leren lezen
gr.4/8: Taal Actief (nieuwe versie) computerprogramma spelling en woordenschat gr.4/8: Estafette lezen/Nieuweuwsbegrip en Nieuwsbegrip XL
gr3 t/m 6 : Pennestreken
aanvullend materiaal: Map speciale leesbegeleiding, Kijk- en luistermethode NT2: Knoop het in je oren en Laat eens wat van je horen
14
Engelse taal Doelen van de school
Methoden / materialen
Onze doelstelling met het gr.7/8: Real English – Let’s onderwijs in de Engelse taal do it is erop gericht dat de + computerprogramma leerlingen: vaardigheden ontwikkelen waarmee ze deze taal op een zeer eenvoudig niveau gebruiken als communicatiemiddel in contact met mensen die zich van deze taal bedienen kennis hebben van de rol die de Engelse taal speelt in de Nederlandse samenleving en als internationaal communicatiemiddel
Volledigheid Beleidsvoornemens kerndoelen /plannen/ afspraken methode voldoet grotendeels aan de kerndoelen
Friese taal: Doelen van de school
Methoden / materialen
Onze doelstelling met het Studio F onderwijs in het Fries is erop gericht dat de kinderen: vaardigheden ontwikkelen zodat ze het Fries zeker passief leren beheersen enige kennis en inzicht krijgen over het gebruik en de vorm van het Fries
Volledigheid Beleidsvoornemens kerndoelen /plannen/afspraken methode voldoet voor zover bekend aan de kerndoelen
Ontheffing voor Fries aangevraagd
15
4.3 DE WERELDORIENTERENDE VAKKEN Wereldoriëntatie Doelen van de school
in de groepen 1 t/m 4 werken wij hoofdzakelijk thematisch. Ons uitgangspunt is daarbij de eigen belevingswereld, de ervaring en de waarnemingen die bij voorkeur niet uitsluitend kijken betekenen maar ook voelen, tillen, ruiken, bewegen aanraken, betasten en luisteren
Methoden / materialen
Volledigheid Beleidsvoornemens kerndoelen /plannen/afspraken
gr.1/4: Thematisch werken n.a.v. de eigen belevingswereld en aansluitend bij seizoenen, actualiteit e.d. Schooltv (koekeloere, Huisje Boompje Beestje)
Onduidelijk is in hoeverre deze werkwijze leidt tot resultaten die beantwoorden aan de kerndoelen.
gr.5/8: Uittreksels leren maken, werkstukken en spreekbeurten en leren zoeken op Internet
beantwoordt aan de kerndoelen
Aardrijkskunde Doelen van de school
Methoden / materialen
Het aardrijkskundeonderwijs gr.5/8: Hier en daar is erop gericht, dat Kleine Bosatlassen leerlingen: Topografie op de computer zich een beeld vormen van de aarde en haar belangrijkste regio’s; inzicht verwerven in de manier waarop de natuur en het menselijk handelen de ruimtelijke inrichting beïnvloeden; zich geografische kennis en vaardigheden eigen maken.
Volledigheid kerndoelen
Beleidsvoornemens / plannen
De methode beantwoordt bijna aan de kerndoelen. De regionale aardrijkskunde ontbreekt.
16
Geschiedenis Doelen van de school
Het geschiedenisonderwijs is erop gericht, dat de leerlingen: besef krijgen van continuïteit en verandering in het leven en in de geschiedenis van de samenleving; zich enige historische basisvaardigheden eigen maken; kennis en inzicht verwerven omtrent inrichting en structuur van de maatschappij; kennis en inzicht verwerven omtrent enige hoofdzaken van en kenmerkende verschillen tussen geestelijke stromingen in de samenleving.
Methoden / materialen
gr.5/8: Bij de tijd + computerprogramma
Volledigheid Beleidsvoornemens kerndoelen /plannen/afspraken De methode voldoet voor zover bekend aan de kerndoelen
Actief Burgerschap
De leerlingen groeien op in een samenleving met verschillende bevolkingsgroepen. Wij vinden het belangrijk dat kinderen kennis hebben en kennis maken met verschillende achtergronden, religies en culturen van leeftijdsgenoten. Burgerschapsvorming is geen vak apart, maar een manier van omgaan met kinderen en lesgeven, waarbij kinderen uitgedaagd worden om na te denken over hun rol als burger in de Nederlandse samenleving. Het doel is, dat kinderen al vroeg leren hun verantwoordelijkheid te nemen in onze democratische samenleving. Om dit concreet te maken gebruiken we o.a. de schooltelevisie en lessen uit de aardrijkskunde en geschiedenismethode. We schenken aandacht aan feesten en vieringen in het kader van intercultureel onderwijs. Onze bovenbouw krijgt een mondiale speurtocht in de oude binnenstad. Daarnaast zijn leerlingen van groep 8 aanwezig bij de dodenherdenking in de Prinsentuin in Leeuwarden en bezoeken het Kazemattenmuseum. Wisselende Proloog scholen draaien mee in de Kinderraad van de gemeente Leeuwarden. In de groepen 7 en 8 kunnen de leerlingen Humanistisch Vormingsonderwijs
17
Natuuronderwijs en gezond gedrag Doelen van de school
Bij het natuuronderwijs staat bij ons voorop, dat de leerlingen; plezier beleven aan het verkennen van de natuur en zorg hebben voor een goed leefmilieu; kennis, inzicht en vaardigheden verwerven die mensen nodig hebben om op juiste wijze met de levende en nietlevende natuur om te gaan; kennis en vaardigheden ontwikkelen ten aan zien van een gezond gedragspatroon dat past bij henzelf en bij de omgeving waarin ze opgroeien; een respecterende houding ontwikkelen ten opzichte van een gezond leefmilieu.
Methoden / materialen Huisje, Boompje, Beestje, Nieuws uit de Natuur en vanaf groep 5/6 ook met het maken van werkstukjes, waarbij naast eigen verzameld materiaal ook boeken uit het documentatiecentrum worden geraadpleegd en vooral informatie uit Informatie Junior en Informatie , wordt gehaald.
Volledigheid kerndoelen
Beleidsvoornemens /plannen/afspraken
Het is onduidelijk of deze werkwijze voldoet aan de kerndoelen
Bevordering sociale redzaamheid waaronder gedrag in het verkeer Doelen van de school
Het onderwijs in sociale redzaamheid, waaronder gedrag in het verkeer is erop gericht, dat leerlingen kennis, inzicht en vaardigheden verwerven als deelnemer aan het verkeer en groepsprocessen.
Methoden / materialen gr.3/4: Klaar over gr. 5/6: Op voeten en fietsen
Volledigheid kerndoelen
Beleidsvoornemens /plannen/afspraken
De methode voldoet voor zover bekend aan de kerndoelen.
gr.7/8: Jeugdverkeerskrant verkeerslessen door Politie, schriftelijk en praktisch verkeersexamen
gr 1/8 Kanjertraining, doos vol gevoelens
18
4.4 DE MUZISCH-EXPRESSIEVE VAKKEN Muziek Doelen van de school
Het muziekonderwijs is erop gericht dat de leerlingen kennis, inzicht en vaardigheden verwerven om muziek te beluisteren en te beoefenen, met elkaar over muziek te praten en op muziek te bewegen
Methoden / materialen
Volledigheid kerndoelen
Beleidsvoornemens /plannen/afspraken
Naast diverse naslagwerken, bronnenboekenmuziek en liedjes op geluidsdragers gebruiken wij de methode Muziek in het basisonderwijs
Tekenen en handvaardigheid Doelen van de school
Het onderwijs in tekenen en handvaardigheid is erop gericht, dat leerlingen kennis, inzicht en vaardigheden verwerven waarmee zij hun gedachten gevoelens, waarnemingen en ervaringen op persoonlijke wijze kunnen vormgeven in beeldende werkstukken.
Methoden / materialen
Volledigheid kerndoelen
Beleidsvoornemens /plannen/afspraken
Naast diverse naslagwerken en bronnenboeken gebruiken wij de methodes: Tekenvaardig, Handvaardig, Moet je doen.
19
Bewegingsonderwijs Doelen van de school Voor de ontwikkeling van kinderen is bewegingsonderwijs van groot belang. In de kleutergroepen besteden we daar elke dag aandacht aan. In de andere groepen is er tweemaal per week gymnastiek. Het bewegingsonderwijs is erop gericht, dat de leerlingen:
Methoden / materialen
Volledigheid kerndoelen
Beleidsvoornemens /plannen/afspraken
Als leidraad gebruiken we de lessen die ontworpen zijn door vakdocenten van de PABO . Daarnaast worden de lessen verzorgd door studenten van CIOS Heerenveen
o kennis, inzicht en vaardigheden verwerven om hun bewegingsmogelijkheden te vergroten; o een positieve houding ontwikkelen met betrekking tot de diverse sporten, waarbij je leert omgaan met winnen en verliezen. Zintuiglijke aspecten betrekken we ook bij het onderwijsleerproces. We vinden het belangrijk dat kinderen concrete ervaringen opdoen.
20
Informatietechnologie Doelen van de Methoden / school materialen kinderen gebruik te leren maken van de moderne media
Schatkist Veilig leren lezen Maatwerk Wereld in getallen Taal Actief Woordenschat Hier en daar Bij de tijd Toetsen bij WIG Cito toetsen voor groep 1 t/m 8 Digitale schoolborden
Volledigheid kerndoelen
Beleidsvoornemens /plannen/afspraken
deze werkwijze voldoet actueel houden van voor zover bekend aan onderwijskundige de kerndoelen software (zowel ondersteunend als remediërend) actueel houden van de hardware(netwerk) (bovenschools geregeld)
4.5 Domein: Zorg & Begeleiding De scholen van Proloog verschillen in de wijze waarop zij aandacht schenken aan zorg en begeleiding. Maar de uitgangpunten van de visie op zorg, maar ook de structuur van de uitvoering staan beschreven in verschillende documenten. De meeste zijn te vinden op de website van Proloog. De zorgstructuur is beschreven in: 1. Het Zorgplan van het samenwerkingsverband Het Spectrum (vastgesteld 0p 21 juli 2011); 2. Det deelzorgzorgplan van Proloog (vastgesteld op 21 juli 2011); 3. Het ‘handboek zorg’ is een hulpmiddel voor leraren bij het uitvoeren van de afspraken zoals beschreven in het Zorgplan van Het Spectrum en het Deelzorgplan van Proloog. De structuur waarin de zorg bij Proloog wordt geleverd is echter eenduidig: begrippen, procedures, regels en het gebruik van de verschillende formats zijn beschreven en bovenschools door de algemene directie van Proloog vastgesteld. Alle betrokkenen in dienst van Proloog dienen zich aan de begrippen, procedures, regels en formats beschreven in dit handboek te houden. Scholen hebben in de uitwerking hun eigen verantwoordelijkheden en regels. Deze staan veelal verwoord in het intern zorgplan van de school. Jaarlijks worden de directeuren, de intern begeleiders en de leraren van de Proloogscholen in de gelegenheid gesteld om adviezen, suggesties, aanbevelingen en wijzigingsvoorstellen omtrent de inhoud van dit ‘handboek zorg’ aan te bieden. De algemene directie stelt het handboek jaarlijks - en zo nodig halfjaarlijks - bij. 4. Elke school van Proloog heeft een intern zorgplan. 4.5.1 Zorgprofielen Proloog kent een zorgplicht: ouders die hun kind aanmelden, krijgen een passend onderwijsaanbod. Liefst bij de school van aanmelding en als het niet anders kan, bij een andere school van Proloog. De keuze is dan afhankelijk van het zorgprofiel van de school. Op basis van een zorgprofiel kan worden vastgesteld of een leerling, al dan niet met een specifieke ondersteuningsbehoefte aangemeld moet worden bij een bepaalde school. De zorgprofielen van de scholen moeten duidelijk herkenbaar zijn voor leraren en ouders. Daarnaast moeten de specifieke kwaliteiten van de zorg en begeleiding van zo’n school voor langere tijd gegarandeerd zijn. Proloog zal in de loop van het schooljaar 2011-2012 onderzoek verrichten naar de verschillen in zorgprofielen van de scholen. In het schooljaar 2011-2012 zullen de zorgprofielen bepaald worden en schoolspecifiek worden uitgewerkt. Zie verder de bijlage 1 Zorgplan
21
Hoofdstuk 5: Kwaliteitsprofiel Onze school onderscheidt kwaliteit en kwaliteitszorg. We leveren kwaliteit, zorgen ervoor dat de kwaliteit op peil blijft en op basis van onze bevindingen verbeteren en borgen we onze kwaliteit. Kwaliteitszorg is op onze school gekoppeld aan integraal personeelsbeleid. Dit betekent o.a. dat we ernaar streven dat onze medewerkers competenties ontwikkelen die gerelateerd zijn aan de beleidsterreinen die we belangrijk vinden. Onze uitgangspunten m.b.t. kwaliteitszorg zijn: • • • • • • • • •
We hebben inzicht in de kenmerken van onze leerlingenpopulatie De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen. We hebben inzicht in de resultaten (opbrengsten) van de leerlingen We beschikken over (streef)doelen/afspraken bij diverse beleidsterreinen. We beschikken over een evaluatieplan waardoor geborgd is, dat de verschillende (streef)doelen/afspraken minstens 1 x per 4 jaar beoordeeld worden. We werken planmatig aan verbeteringen (Jaarplan/PvA/Auditrapport/Jaarverslag). We evalueren stelselmatig of onze verbeterplannen gerealiseerd zijn. We borgen onze kwaliteit (o.a. door zaken op schrift te stellen). We verantwoorden aan belanghebbenden (inspectie, bevoegd gezag en ouders). We waarborgen de sociale veiligheid van medewerkers en leerlingen.
Voorwaarden voor kwaliteit • Kwaliteitszorg is verbonden met het professioneel handelen van de medewerkers. • We laten de kwaliteit van onze school cyclisch beoordelen door ouders, leerlingen en leerkrachten. • De directeur is (eind)verantwoordelijk voor (de uitvoer van) het beleid m.b.t. kwaliteitszorg. Om het bovenstaande te realiseren maken we o.a. gebruik van Kwaliteitskaarten. We gebruiken dit kwaliteitszorginstrument op een cyclische en planmatige manier waarbij de informatie die het instrument oplevert vertaald wordt naar verschillende beleidsdocumenten waaronder het schoolplan. Ook voeren we elke twee jaar een ouder-, leerkracht-, en leerlingenquête uit. Een trendanalyse van de tussen- en eindopbrengsten de kwaliteitskaarten M en E ,de bovenschoolse monitoring van de opbrengsten en het inspectierapport leveren ons gegevens op grond waarvan we onze verbeteracties plannen en beschrijven. Afhankelijk van het kwaliteitsobject worden diverse geledingen betrokken bij de kwaliteitszorg. In de schoolgids geven we aan wat er gerealiseerd is en wat onze beleidsvoornemens zijn. Vanaf schooljaar 2011-2012 zal er weer gewerkt gaan worden met de Kwaliteitskaarten. Planning 2011-2012:
zorg en begeleiding afstemming op de onderwijsbehoeften van de leerlingen opbrengsten
planning 2012-2013:
didactisch handelen leerstofaanbod leertijd
planning 2013-2014:
actieve en zelfstandige rol van de leerlingen pedagogisch klimaat
planning 2014-2015:
het schoolklimaat contacten met ouders kwaliteitszorg
In de schoolplanperiode 2007-2011 zijn de activiteiten is de voortgang het eerste jaar tweemaal per jaar geëvalueerd en zo nodig bijgesteld. De activiteiten vanaf 2008 zijn aangepast door de deelname aan de taalpilot en het Plan van Aanpak.
22
2008-2009:
ontheffing aangevraagd voor Fries oriëntatie op nieuwe aardrijkskundemethode is opgeschort oriëntatie op nieuwe methode voor natuur is opgeschort planning wereldoriëntatie groep 1-4 is klaar. Groep 1 en 2 gebruiken de ankers van Schatkist, groep 3 volgt de methode die aansluit bij Veilig Leren Lezen. opzet voor dramatische expressie is opgeschort. experimenteren met nieuwe groeperingsvormen is opgeschort
2009-2010 2010-2011
Plan van aanpak en sluiting locatie Nijlân Uitvoeren Plan van Aanpak. Werken met een basis-, sub- en plusgroep in elk groep voor instructie en verwerking.
5.1 Toezichtskader Inspectie In nov 2008 heeft de Inspectie van het Onderwijs een kwaliteitsonderzoek uitgevoerd. De tussenopbrengsten waren nog wel voldoende, de eindopbrengsten waren al twee jaar onder het gemiddelde. Ook had de school door o.a. ziekte al veel te maken met wisselingen in de personeelsbezetting. De druk op personeel, organisatie en budgetdoor het openhouden van twee locaties neemt steeds meer toe. De school krijgt nog wel een voldoende van de onderwijsinspectie maar zal binnen enkele jaren afglijden naar het predicaat zwakke school als er geen ingrijpende maatregelen worden getroffen (zie conclusie).
Audit Het onderzoek is gedaan op verzoek van zowel de directie van de school als de algemene directie van Proloog. Naar aanleiding van de bevindingen van de inspectie van het onderwijs (verder: inspectie) (onderzoek 30 november 2009; rapport vastgesteld op 22 januari 2010) heeft de school een aangepast arrangement (zwak). Tijdens het eerste voortgangsgesprek (22 september 2010) tussen bestuur, school en inspectie bleek dat de voortgang op het gebied van zorg en begeleiding op een aantal onderdelen stagneerde. Vervolgens heeft de onderwijskundige van Proloog op 19 oktober 2010 overleg gevoerd met directie en intern begeleiders over de nog steeds aanwezige tekortkomingen van de curatieve zorg aan leerlingen. Het Proloogbeleid aangaande zorg en begeleiding en de daarbij te gebruiken formats zijn besproken. De school heeft aangegeven eerst de preventieve zorg aan te willen pakken en zich daarna meer te richten op de curatieve zorg aan leerlingen. Op 23 november heeft de onderwijskundige van Proloog, de heer J.S. Oudeboon, in opdracht van het bevoegd gezag van de school, een audit (onderzoek) uitgevoerd in de meeste groepen van de obs Het Palet. Er zijn geen specifieke lesobservaties uitgevoerd maar er is wel - in de groepen 1 t/m 8 - onderzoek gedaan naar de inhoud en functionaliteit van de planningsmap, de wijze van registreren van de schoolvorderingen en de zorgmap. De algemene directie wil weten hoe de leraren de zorg en begeleiding in de groepen
23
uitvoeren en of – en in welke mate - de geleverde zorg in overeenstemming is met de door de inspectie gestelde eisen. Samenvatting bevindingen van de inspectie over zorg en begeleiding Onderstaande bevindingen zijn gebaseerd op de bevindingen van de inspectieonderzoeken van oktober 2008 en november 2009. Opbrengsten De school kan niet aantonen of leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte (= ELL) zich naar hun mogelijkheden ontwikkelen (indicator 1.4). Afstemming De leraren volgen en analyseren onvoldoende systematisch de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen (indicator 7.2). Ten eerste omdat in de groepen 1 en 2 onvoldoende registratie van de leervorderingen plaatsvindt. De leraren hebben mede daardoor onvoldoende zicht op de ontwikkeling van de leerlingen op basis van de tussendoelen van de school. Ten tweede beschikt de school niet over betrouwbare en valide opbrengstgegevens met betrekking tot de sociale vaardigheden van de leerlingen (rapport oktober 2008: bladzijde 6 en 7). Zorg en begeleiding De leraren (en andere betrokken functionarissen) voeren in onvoldoende mate de afspraken uit de handelingsplannen uit. Uit de praktijk van de lessen en de leerlingendossiers blijkt niet dat zij consequent werken aan de uitvoering van de handelingsplannen. De inspectie geeft in het verslag het volgende aan: ‘De doelstellingen (van de handelingsplannen) zijn veelal niet in meetbare termen en beoogde effecten geformuleerd. Hierdoor is de uitvoering van de zorg te weinig gericht op het feitelijke leer- en/of gedragsprobleem.’ Daarmee is indicator 8.3 onvoldoende. Op 30 november heeft de onderwijsinspectie een kwaliteitsonderzoek uitgevoerd op de beide locaties van obs Het Palet (zie rapport van bevindingen).
24
Plan van aanpak Op basis van de audit en het inspectierapport is een Plan van Aanpak geschreven om de Het Plan van Aanpak is op 4 maart vastgesteld. Dit Plan Van Aanpak (PVA) is erop gericht om in een tijdsbestek van twee jaar de geconstateerde tekortkomingen weg te werken. Het plan verloopt in drie fasen: fase 1: augustus 2009 - maart 2010 fase 2: maart 2010 - juli 2010 fase 3: augustus 2010 – januari 2012 Toelichting fase 1: Sinds een aantal jaren geeft de schooldirectie bij de algemene directie aan, dat de tussen- en eindopbrengsten dalende zijn. Hoewel er al diverse interventies zijn gepleegd in de voorwaardelijke sfeer, heeft dit nog niet tot verbeteringen geleid. In december 2008 heeft de onderwijsinspectie een kwaliteitsonderzoek uitgevoerd. Het merendeel van de indicatoren was als voldoende beoordeeld. De eindopbrengsten over de laatste drie jaren waren 1x voldoende en 2x onvoldoende. Op grond van deze gegevens heeft de onderwijsinspectie de kwaliteit van het onderwijs als voldoende beoordeeld en de school een basisarrangement toegekend. Deze dalende opbrengsten worden in januari 2009 met de algemene directie en in maart 2009 met de onderwijskundige van Proloog besproken. Op verzoek van de schooldirectie zal in het najaar door de onderwijskundige een audit uitgevoerd worden. In eerste instantie zal dit betrekking
25
hebben op het werken in de onderbouw, echter gelet op de risico’s in de andere groepen zal de audit op alle groepen betrekking hebben. De uitkomsten van deze audit worden gecommuniceerd met de onderwijsinspectie. In maart 2009 was het duidelijk dat de eindopbrengsten van de laatste 3 schooljaren nu 3x onvoldoende waren. Op basis van deze uitkomsten heeft de onderwijsinspectie in november 2009 een onderzoek uitgevoerd en 22 januari 2010 een inspectierapport opgesteld. De onderwijsinspectie heeft de kwaliteit van het onderwijs op beide locaties nu als onvoldoende beoordeeld en de school een aangepast arrangement toegekend en het toezicht verscherpt. De volgende interventies zijn in gang gezet of al gerealiseerd in fase 1: •
• • • • • • •
• • • • • • • • •
De school is gestart met de deelname aan de taalpilot. Gezamenlijk met de leerkrachten van groep 1 en 2 van de andere scholen van het Cluster Zuid zijn scholings- en uitwisselingsbijeenkomsten georganiseerd. Opzet en didactiek van Schatkist, onderlinge afstemming, onderlinge uitwisseling, collegiale consultaties zijn hierin belangrijke onderdelen; Uitbreiding van het aantal uren taalonderwijs; Invoering van nieuwe methoden Veilig Leren Lezen, Estafette lezen, Nieuwsbegrip; Invoering nieuwe software voor Schatkist en Veilig Leren Lezen; Aanschaf en invoering leerlingvolgsysteem voor sociaal emotionele ontwikkeling (SCOL); Aanschaf en uitbreiding van de nieuwste versies van de CITO toetsen LVS (Technisch lezen voor groep 3 en 4, Rekenen Wiskunde groep 7, Spelling groep 3,4,5,6,Begrijpend lezen groep 3,4,5,6, DMT en AVI. Uitvoeren van klassenbezoeken door directie, waarbij gebruik wordt gemaakt van een kijkwijzer voor de lessen van Estafette lezen, klassenmanagement en het model directe instructie. Informatieve bijeenkomsten voor leerkrachten m.b.t. het invoeren van de nieuwe methoden. Herzien van de toetskalender. De bestaande werkafspraken in de teamvergadering bespreken, bijstellen en vastleggen in de afsprakenmap per klas. Herzien van de groepsadministratie. Invoering van een aparte planningsmap en registratie/zorgmap per klas. Analyseren van de toetsopbrengsten door directie, IB-ers in samenwerking met de onderwijskundige van Proloog. Uitvoeren van een audit door de onderwijskundige van Proloog. Inzet van extra formatie voor IB, directie en groepsformatie i.v.m. onderwijskundige en organisatorische problemen veroorzaakt door de 2 locatiestructuur. Gestart met de opleiding van een tweede IB-er. In januari/februari 2010 zijn de toetsen voor het leerlingvolgsysteem weer afgenomen. De opbrengsten zijn zeker in de onderbouw al belangrijk verbeterd (zie bijlage)
Toelichting fase 2: In januari 2010 zal een plan van aanpak geschreven worden voor de periode februari 2010 tot augustus 2010. In deze fase zullen de activiteiten gericht zijn op: • • • • •
•
De registratie van vorderingen en toetsresultaten. Het analyseren van vorderingen en toetsresultaten. De planning en de uitvoering van de zorg en begeleiding van leerlingen. Scholing en begeleiding van leerkrachten op deze onderdelen door externen. In overleg met de algemene directie maatregelen nemen om stabiliteit in de personele bezetting te realiseren voor de periode februari 2010 tot juli 2010 en voor de periode augustus 2010 – jan 2012. het bestuur neemt in maart 2010 een besluit over de status van de dislocatie. Zodra hierover duidelijkheid is, kan een plan van aanpak voor fase 3 geschreven worden.
Toelichting fase 3: Het besluit tot handhaving van beide locaties of het opheffen van de dislocatie heeft grote gevolgen voor de onderwijskundige visie, de schoolorganisatie, het personeelsbestand en de groepssamenstelling van leerlingen. Zodra dit bekend is, kan een gericht plan van aanpak geschreven worden voor de periode van augustus 2010 tot augustus 2011.
26
Omdat al een aantal interventies in gang zijn gezet is in overleg met de Inspecteur van het Onderwijs, de algemene directie van Proloog , de onderwijskundig adviseur en de directie van obs Het Palet besloten het traject met een jaar in te korten tot januari 2011
Afspraken voortgangsgesprek Zorg en begeleiding
De leraren analyseren de resultaten van de leerlingen middels de methodegebonden toetsen en passen hun aanbod en/of onderwijsleerproces hierop aan. Voor zorgleerlingen is handelingsplanning aanwezig. De handelingsplanning bevat minimaal een analyse van het probleem, de specifieke en meetbare leerdoelen, de uitvoering en de organisatie van de hulp en de evaluatie. De school voert consequent de afspraken van het handelingsplan uit, door begeleiding in de groep en/of buiten de groep, blijkend uit de planning en de registratie van de voortgang.
Afspraken voortgangsgesprek Kwaliteitszorg
Evaluatiemiddel
Resultaat
- Toetsanalyses - Dagplanning/ groepsmap
Voldaan.
Enkele voorbeelden van handelingsplannen
Voldaan. Wel is het van belang om bij de groepshandelingsplannen de analyse per leerling te expliciteren. Niet voldaan. In de dagplanning is nog in onvoldoende mate de uitvoering van de zorg gepland.
Enkele voorbeelden van een dag-/weekplanning (groepsmap)
Evaluatiemiddel
Resultaat
De school analyseert de gegevens van de Etoetsen van het leerlingvolgsysteem en de cito entreetoets van groep 7, trekt consequenties uit de uitkomsten en werkt planmatig aan de verbetering van de geconstateerde problemen en/of hiaten.
Analyses
Niet voldaan. De gegevens zijn onlangs beschikbaar gekomen. Men is net gestart met het analyseren van de gegevens.
De gerealiseerde kwaliteit (van afgesloten verbeteractiviteiten) is vastgelegd in procedures en afspraken. De school houdt regelmatig toezicht op de (nieuwe) gang van zaken, door het regelmatig agenderen op het bouw- en teamoverleg en het afleggen van klassenbezoeken (m.b.v. kijkwijzers) door de directie, externen en/of middels collegiale consultatie. De uitkomsten van de controle-activiteiten worden in het team besproken.
Borgingsdocumenten
Voldaan.
Verslagen van teambijeenkomsten en klassenbezoeken
Voldaan.
Verslagen van teamen/of bouwbijeenkomsten
Voldaan.
Het onderzoek naar de kwaliteitsverbetering vindt plaats op 15 maart 2011 In januari 2011 heeft de directie een tussenevaluatie opgesteld: Op 23 november 2010 is er opnieuw een audit door dhr. Jan Oudenboon uitgevoerd. Een belangrijk aantal doelen zijn gerealiseerd. Helaas is door de sluiting van de locatie Nijlân en de samenvoeging van beide locaties vertraging ontstaan in het verbeteringstraject. Het schoolteam heeft gezocht naar een organisatievorm om zowel de curatieve als de preventieve zorg te kunnen realiseren. Uiteindelijk is gekozen om te werken met een basis-, een plus- en een
27
subgroep. Hiermee kan meer in tijd, aanbod, instructie en verwerking gedifferentieerd worden. Daarnaast wordt er gewerkt met groeps- en individuele handelingsplannen en eigen leerlijnen (curatieve zorg). De groepsadministratie is herzien. De standaard formats van Proloog en de mappen structuur (registratie-, zorg- en planningsmap zijn nu structureel ingevoerd. In de maanden november en december hebben de leerkrachten de eerste ervaringen hiermee opgedaan. Vanaf januari 2011 is deze werkwijze structureel ingevoerd. De gepleegde interventies –deelname aan de taalpilot, aanpassing van de onderwijstijd en het leerstofaanbod (uitbreiding Schatkist, invoering Veilig Leren Lezen, nieuwe rekenmethode en intensivering van begrijpend lezen ) hebben een positief effect gehad op de tussenopbrengsten. Een groot punt van aandacht blijft de cyclus van het handelingsgericht werken. De analyses van de registratie van toets- en observatiegegevens zijn nog onvoldoende. Hierdoor worden de (groeps)handelingsplannen nog niet “smart” beschreven. Ook bij de evaluaties wordt het P-P-A-A model (product, proces, aanbevelingen en afspraken) nog onvoldoende gehanteerd. In de team- en bouwvergaderingen worden de teamleden hierover nogmaals geïnformeerd. De IBers zullen deze maanden de leerkrachten extra ondersteunen in het maken van analyses, opstellen van (groeps) handelingsplannen en de evaluatie. De studiedag begin februari zal vooral besteed worden aan de praktische uitvoering van het handelingsgericht werken. Begin maart zal dhr. J.Oudeboon nogmaals een korte audit uitvoeren, die gericht is op de structuur van de zorg en begeleiding, de leerlingendossiers, de (groeps) handelingsplannen en de eigen leerlijnen. Op 15 maart 2011 heeft de onderwijsinspectie naar de kwaliteitsverbetering verricht.
5.2 Eindresultaten De resultaten van de CITO Eindtoets liggen boven het gemiddelde. Gelet op de gedragsproblematiek in de huidige groep is de kans groot dat de opbrengsten In het schooljaar 2011-2012 niet boven het gemiddelde zullen zijn. Op basis van de uitslagen van de entreetoets zal voor deze leerlingen een speciaal aanbod beschreven worden.
5.3 Sociale Vaardigheden Wij besteden veel aandacht aan de sociale vaardigheden. In het leerstofaanbod is de Kanjertraining opgenomen. Wij zien wel een toename in de sociaal-emotionele problematiek. Het aantal leerlingen met gedragsproblemen en gedragsstoornissen neemt toe. Ook nemen de problemen in de gezinssituatie toe. Desondanks zijn de sociale vaardigheden nog boven het niveau dat verwacht mag worden. 5.4 Tussenresultaten De school monitort de tussentijdse vorderingen en maakt deze zichtbaar in een overzicht, waarin de vorderingen per groep te volgen zijn. Bovenschools worden de tussentijdse resultaten gevolgd middels de kwaliteitskaarten Midden en Eind (zie overzichten). Door een aantal maatregelen (zie plan van aanpak) zoals de • Uitbreiding van het lesaanbod in groep 1 en 2 • Invoering van de nieuwe leesmethode voor groep 3 • Invoering van de leesmethode Estafette voor groep 4 t/m 8 • Aanpassing van de lestijd voor taal, lezen en rekenen • Verbetering van de differentiatie (basis-plus en subgroep) • Strakkere monitoring van de toetsresultaten zijn de resultaten sterk verbeterd.
28
5.5 Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften Voor leerlingen die ondanks de gedifferentieerde instructie en verwerking niet voldoende vooruitgang boeken wordt een individueel handelingsplan opgesteld. Voor enkel leerlingen is een eigen leerlijn opgesteld. 5.6 Doorstroming in een verwachte periode van 8 jaar Het aantal verlengingen in de kleuterperiode en het aantal doublures ligt ruim onder het landelijk gemiddelde. 5.7 Adviezen vervolgonderwijs Op basis van het leerlingvolgsysteem, de entreetoets in groep 7, de drempeltoets en de Eindtoets Basisonderwijs stelt de leerkracht van groep 8 een schoolkeuze advies op. Dit wordt met de ouders en de leerling besproken. Dit schooljaar wordt voor het eerst gebruik gemaakt van een plaatsingswijzer, die in overleg met het voortgezet onderwijs is ontwikkeld. Na plaatsing is er een naast de schriftelijke overdracht van gegevens ook een gesprek over de leerling met het voortgezet onderwijs. 5.8 Functioneren in het vervolgonderwijs Regelmatig worden wij geïnformeerd over de vorderingen van oudleerlingen. Uit de ervaringen met het voortgezet onderwijs is gebleken dat onze adviezen goed op maat zijn en dat de leerlingen voldoen aan de verwachtingen. 5.9 Waardering en tevredenheid 5.9.1 Tevredenheid personeel Elke twee jaar wordt een vragenlijst aan de leerkrachten uitgereikt. De uitkomsten worden op schoolniveau verwerkt in een overzicht. De uitkomsten worden met het team en de MR besproken. Het bestuur krijgt een kopie van de uitslagen. Conclusie vragenlijsten leerkrachten: Op vrijwel alle onderdelen worden door de leerkrachten positief gewaardeerd. 25% is niet tevreden over de gedragsregels of de naleving hiervan voor leerlingen en medewerkers en is onvoldoende op de hoogte van het veiligheidsbeleid. Er zijn onvoldoende ontwikkelingsmogelijkheden voor het personeel en het loopbaanbeleid is volgens 30% onvoldoende. 5.9.2 Waardering afnemers Elke twee jaar wordt een vragenlijst aan ouders en leerlingen. De uitkomsten worden op schoolniveau verwerkt in een overzicht. De uitkomsten worden met het team en de MR besproken. Het bestuur krijgt een kopie van de uitslagen. Conclusie vragenlijst ouders: De school scoort op vrijwel alle onderdelen positief. Aandachtsgebieden zijn de veilige weg naar school en het gedrag van leerlingen onderling. De veiligheid wordt beïnvloedt door het sluiten van de locatie Nijlân. Hierdoor moeten een aantal leerlingen de drukke Julianalaan oversteken. Er is ondertussen begonnen met de aanleg van een fietstunnel. Deze zal in maart 2012 klaar zijn. Het aantal leerlingen met gedragsmoeilijkheden en gedragstoornissen neemt toe. Wij besteden veel aandacht aan de sociale vaardigheden. Wij onderhouden intensieve contacten met Jeugdgezondheidszorg /Kinnic. Conclusie vragenlijsten leerlingen: groep 6: minpunten: - veel leerlingen (1 op de 3) zijn niet tevreden over de overblijfruimte - de pauzes zijn te kort - veel leerlingen noemen de pesterijen als negatief punt. - de helft vindt dat er te weinig computers zijn - leerlingen houden zich te vaak niet aan de regels pluspunten: - digibord wordt vaak genoemd - leuke school - leerzaam, veel leerlingen vinden dat ze veel leren van het werken op de computers
29
-
mooi gebouw
groep 7: minpunten: - veel leerlingen (1 op de 3) zijn ontevreden met overblijfruimte - je moet tussen de middag wachten tot het hek opengaat - leerlingen vinden het schoolplein te klein - veel leerlingen willen vaker van leerkracht horen hoe ze het doen op school - leerlingen willen meer complimenten van de leerkracht. - te vaak houden kinderen zich niet aan de regels - bijna de helft van de leerlingen zegt zich wel eens te vervelen pluspunten: - leuke gezellige school - goede juffen/meesters - digibord - veel verschillende kinderen op school groep 8: minpunten: - vaak wordt genoemd dat de muziekles niet leuk/saai is - pauzes zijn te kort (om te eten) - vaak houden leerlingen zich niet aan de regels - leerlingen zeggen geen inspraak te hebben bij het opstellen van de regels - 1 op de 3 leerlingen is niet tevreden over de overblijfruimte - leerkrachten delen te weinig complimenten uit en vertellen niet vaak genoeg hoe leerlingen het doen op school. - pesten pluspunten: - gezellig, netjes, mooi - goede leraren - manier van werken - moderne materialen totaal conclusies: - leerlingen zijn tevreden over schoolgebouw, de leerkrachten, materialen, manier van werken en de sfeer op school en in de klas. - leerlingen zijn niet tevreden over de overblijfruimte, uit alle groepen 1 op de 3. - leerlingen vinden dat kinderen zich vaak niet aan de regels houden en dat er nog te veel pesterijen zijn. - leerlingen van groep 7/8 willen vaker horen van hun leerkracht hoe ze het doen op school - leerlingen van groep 7/8 willen vaker complimenten van hun leerkrachten - in groep 6 en 7 vinden leerlingen dat toetsvragen niet altijd goed corresponderen met het geleerde. Wat verder opvalt:
-
leerlingen uit groep 6 zeggen veel en uit groep 8 zeggen weinig te leren van het werken met de computer. 10 van de 28 leerlingen uit groep 8 en 5 van de 23 leerlingen uit groep 7 hebben geen mening over de website van school .
30
Hoofdstuk 6: Meerjarenplanning
N R 1
x x
2012 – 2013**
2013 – 2014***
2014 – 2015***
2013 – 2014***
2014 – 2015***
Samenwerking met de Stichting Jantje Beton Verbeteren van de schoolomgeving (veiligheid en spelen)
2012 – 2013**
N R 1
x
N R
Interne communicatie
Domein
Beleidsvoornemens / comp.ontwikkeling In termen van gewenst resultaat
2011 – 2012*
Externe contacten
Domein
Beleidsvoornemens / comp.ontwikkeling In termen van gewenst resultaat
2011 – 2012*
Didactisch handelen
2
Leerkrachten kunnen werken met de basis-plus en subgroep In combigroepen met 2 niveaugroepen Leerkrachten kunnen het model directe instructie goed toepassen
2013 – 2014** * 2014 – 2015** *
Beleidsvoornemens / comp.ontwikkeling In termen van gewenst resultaat
2012 – 2013**
Overzicht meerjarenplanning 2011 – 2012*
Domein
6.1
31
Invoeren beoordelingsgesprekken met leerkrachten Zie verder bovenschools IPB
2014 – 2015***
2012 – 2013**
2013 – 2014***
2014 – 2015***
2013 – 2014***
N R 1
x
Leerstof-aanbod
Onderzoek naar uitbreiding van het leerstofaanbod voor woordenschat
2013 – 2014***
2014 – 2015*** 2014 – 2015***
N R 1
2013 – 2014***
Domein
Beleidsvoornemens / comp.ontwikkeling In termen van gewenst resultaat
2012 – 2013**
3
Kwaliteitskaartzorg en begeleiding Kwaliteitskaart afstemming op de onderwijsbehoeften van de leerlingen Kwaliteitskaart opbrengsten
2012 – 2013**
N R 1 2
x x x
2011 – 2012*
Kwaliteitszorg
Domein
Beleidsvoornemens / comp.ontwikkeling In termen van gewenst resultaat
2011 – 2012*
IPB
Domein
Beleidsvoornemens / comp.ontwikkeling In termen van gewenst resultaat
x x x x
2012 – 2013**
Orientatie nieuwe aardrijkskunde methode Gefaseerde invoering schrijfmethode Pennestreken Vervanging ontwikkelingsmateriaal Aanschaf materialen Studio F (Fries)
2011 – 2012*
N R 1 2 3 4
2011 – 2012*
Inzet van middelen
Domein
Beleidsvoornemens / comp.ontwikkeling In termen van gewenst resultaat
x
32
2014 – 2015***
2013 – 2014***
2012 – 2013**
2011 – 2012*
N R
De tussen- en eindopbrensten voldoen minimaal aan de normen van de onderwijsinspectie
2014 – 2015***
2013 – 2014***
2012 – 2013**
N R 1
x
2012 – 2013**
2013 – 2014***
2014 – 2015***
2013 – 2014***
2014 – 2015***
Invoeren nieuwe rapportage van leervorderingen
2012 – 2013**
N R 1
x
N R
Pedagogisch klimaat
Domein
Beleidsvoornemens / comp.ontwikkeling In termen van gewenst resultaat
2011 – 2012*
Oudercontacten
Domein
Beleidsvoornemens / comp.ontwikkeling In termen van gewenst resultaat
2011 – 2012*
Opbrengsten
Domein
Beleidsvoornemens / comp.ontwikkeling In termen van gewenst resultaat
2011 – 2012*
Leertijd
Domein
Beleidsvoornemens / comp.ontwikkeling In termen van gewenst resultaat
33
Up to date houden van de toetsen voor het LVS
2014 – 2015***
2013 – 2014***
2011 – 2012*
2012 – 2013**
2014 – 2015*** 2014 – 2015***
N R 1
x x x
x
Toetsinstrumenten
Domein
Beleidsvoornemens / comp.ontwikkeling In termen van gewenst resultaat
2013 – 2014***
3
Leerkrachten passen consequent de schoolregels toe Leerkrachten voeren structureel de lessen van de kanjertraining uit Leerkrachten signaleren in een vroeg stadium gedragsproblemen bij leerlingen en brengen dxeze in in de leerlingbespreking
2013 – 2014***
N R 1 2
2012 – 2013**
Schoolklimaat
Domein
Beleidsvoornemens / comp.ontwikkeling In termen van gewenst resultaat
x
2012 – 2013**
Invoering Meta Managementsysteem
2011 – 2012*
Schooladministratie + procedures
N R 1
2011 – 2012*
Domein
Beleidsvoornemens / comp.ontwikkeling In termen van gewenst resultaat
34
2012 – 2013**
2013 – 2014***
2014 – 2015***
2012 – 2013**
2013 – 2014***
2014 – 2015***
Reorganisatie van de taken van de schoolleiding wegens het vervallen van de functie adjunt-directeur
2011 – 2012*
N R 1
x
N R 1
Leerkrachten kunnen adequate handelingsplannen schrijven en deze uitvoeren
x
Zorg en begeleiding
Domein
Beleidsvoornemens / comp.ontwikkeling In termen van gewenst resultaat
2011 – 2012*
Schoolleiding
Domein
Beleidsvoornemens / comp.ontwikkeling In termen van gewenst resultaat
6.2 schoolbegroting en investeringsbegroting Gezien de financiële positie van Proloog is verzocht de uitgaven tot de meest noodzakelijk zaken te beperken. Ook zal per maand een inschatting van de uitgaven gemaakt worden. De voorgenomen investeringen zullen waar mogelijk opgeschort worden.
6.3 formatie Als gevolg van de financiële situatie van Proloog zijn er in de formatie aanpassingen gedaan in de verdeelsleutels. De gemiddelde groepsgrootte is verhoogd naar 28 leerlingen en ook de formatie voor directie en ICT is gewijzigd. Bij de start van het schooljaar is niet de telling van 1 oktober 2010 maar de situatie op 1 aug 2011. Dit heeft grote consequenties voor het aantal personeelsleden. Twee (parttime) leerkrachten (0,8520 en 0,6177 WTF) en de onderwijsassistent zijn overgeplaatst. De conciërge is voor 0,4 FTE overgeplaatst. Eén leerkracht (1,000) is in het RDDF geplaatst en wordt ingezet in de grote kleutergroep. De adjunct-directeur (0,7345) is ook in het RDDF geplaatst en wordt nog ingezet voor directietaken en de ondersteuning in de combinatiegroepen 5-6 en 6-7. Eén leerkracht ( 0,6177) heeft in de laatste vakantieweek besloten gebruik te maken van het aanbod van het Sociaalplan en is per 1 september gestopt met werken. Gelukkig kon op korte termijn in de vacature voorzien worden. Ook de vakleerkracht muziek is per 1 september gestopt met werken. Op grond van deze maatregelen zijn we het schooljaar 2011-2012 niet met acht maar met 7 groepen gestart, waaronder een grote kleutergroep van 35 leerlingen en twee combinatiegroepen, een groep 5-6 en 6-7.
35
6.4 Veiligheidsbeleidsplan. De school is vanaf schooljaar 2012/2013 verplicht om incidenten te registreren. Proloog zal daarom per september 2012 op alle scholen haar registratiesysteem actualiseren. Het nieuwe registratiesysteem moet de overheid op termijn inzicht verschaffen op het aantal (gewelds)incidenten en de mate van veiligheid op de school. Het kabinet streeft ernaar dat de verplichte incidentenregistratie per 1 september 2012 in te voeren. Om een landelijk beeld te kunnen opmaken, is het noodzakelijk dat scholen op dezelfde manier incidenten registreren. Daarom worden eenduidige en duidelijke definities van verschillende incidenten gehanteerd. De geregistreerde incidenten bevatten geen persoonsgegevens, maar slechts het feit én of de betrokkene een leerling, leerkracht of een derde is. Scholen moeten zich daarbij houden aan de Wet bescherming persoonsgegevens. De registratiegegevens van de incidenten blijven in bezit van de school en zijn niet openbaar. De Inspectie van het Onderwijs krijgt wel inzage in deze gegevens tijdens haar schoolbezoek.
Het veiligheidsbeleidsplan van de school kent verder de volgende elementen: voldoende inzicht hebben in: o de beleving van sociale veiligheid door leerlingen o de beleving van sociale veiligheid door teamleden -
-
preventieve maatregelen o het zoveel mogelijk voorkomen van incidenten o het voor leerlingen en teamleden zo veilig mogelijk maken o ontruimingsplan o BHV-maatregelen curatieve maatregelen o een heldere aanpak m.b.t. adequaat optreden na incidenten
6.5 BELEIDSPLAN ICT 2012-2013/2016 Inleiding Leerlingen die instromen in onze basisscholen hebben te maken met allerlei technische ontwikkelingen. Al jong raken ze vertrouwd met moderne hulpmiddelen, zoals computers, spelcomputers, mobiele telefonie (SMS, MMS). Leerlingen communiceren steeds meer en vaker d.m.v. communities op internet (Myspace, MSN, Hyves, enz.). De informatiemaatschappij vereist dat leerlingen steeds zelfstandiger met informatie omgaan. Proloogscholen gaan in op deze ontwikkeling. Voor veel leerkrachten en voor veel scholen heeft dat de afgelopen jaren een omslag betekend van klassikaal frontaal gericht werken naar meer op de leerlingen afgestemd werken. Computers spelen daarbij een steeds grotere rol, zeker nu computers niet meer weg te denken zijn uit ons dagelijks bestaan. ICT is binnen Proloogscholen een speerpunt. Scholen en leerkrachten ruimen in het onderwijsaanbod een plaats in voor ICT-ontwikkelingen. Proloog onderscheidt twee richtingen, te weten: onderwijs in ICT ICT in het onderwijs Dit vraagt van alle leerkrachten dat zij op de hoogte zijn en blijven van de laatste ontwikkelingen.
Uitgangspunten Binnen Proloog is samenwerking een essentieel gegeven. Proloogscholen maken waar nodig gebruik van de expertise van de bovenschools ict-er. De kaders waarbinnen Proloogscholen werken, worden centraal vastgelegd, conform het besluitvormingstraject binnen Proloog. Binnen Passend Onderwijs bieden computers uitstekende mogelijkheden het onderwijs af te stemmen op de individuele leerling.
36
Samenwerking De scholen van Proloog werken samen op deze terreinen: hard- en software o uniformiteit van netwerk en beheer (bijv. glasvezel/ cloud) o oriëntatie en gebruik maken van de nieuwste ontwikkelingen o ict infrastructuur binnen de scholen (LAN, WLAN) o centraal beheer van een basispakket licenties via APS o centrale aanschaf hardware -
-
zorg d.m.v. de inzet van ICT voorzieningen o het leerlingvolgsysteem (Dotcomschool en Cito-LOVS) o het digitaal overdrachtsdossier o het digitale onderwijskundig rapport o het digitale zorgrapport o de zorgmonitor beleidsondersteuning o Meta Management Systeem o Cito-LOVS
-
scholingstrajecten gericht op ict-vaardigheden voor alle personeelsleden in dienst van Proloog gecoördineerd door de bovenschools ICT-er
-
identieke websites betreffende onderhouds- en beheerssystematiek
Bovenschools Proloogscholen maken van moderne technieken gebruik. Uiteraard worden deze technieken toegepast binnen de ontwikkelingsplannen van de school. Proloog stelt de kaders vast. Op schoolniveau vindt de op de school toegesneden uitwerking plaats. Daarbij ondersteund door de bovenschools ICT-er. Proloog kiest voor een systeem- en netwerkbeheer van alle scholen bij één bedrijf/instantie. Via een Service Level Agreement (SLA) zijn afspraken met de beheerder uitgewerkt en vastgelegd. Proloog wil dat personeelsleden in dienst van Proloog in de dagelijkse praktijk werken met: het Heutink concept ‘deklas.nu’ in de Windows omgeving Word, PowerPoint Internet en email Educatieve software zoals die door de school gebruikt wordt. Toepassingen toegespitst op het gebruik bij een digitaal schoolbord Dotcom-school en Cito-LOVS. Proloog biedt iedere leerkracht gerichte scholing aan, waar mogelijk/wenselijk gebruik makend van de expertise van de bovenschools ict-er. Proloog werkt met een intranet, waarop de leerkrachten, IB’ers en directeuren kunnen inloggen. Het computergebruik wordt meer en meer geïntegreerd in het onderwijs. De verwachting is dat de komende vier jaar minder gebruik wordt gemaakt van schriftelijk verwerkingsmateriaal. Daarvoor in de plaats wordt software –al dan niet webbased- behorende bij de methodes gebruikt. Onderwijskundige ontwikkelingen vragen om: Verdergaande invoering van educatieve software. Het verder ontwikkelen van een flexibele leeromgeving, met gebruikmaking van bijvoorbeeld draadloze netwerken, verplaatsbare computers basisvaardigheden die voor multimediagebruik op het lesrooster te staan: o Muisoefeningen o Typevaardigheidstraining o Kennis van deklas.nu in de Windows omgeving en bestandsbeheer o Tekstverwerking o Gebruik van E-mail o Internettoepassingen o Toepassingen voor het digitale schoolbord
37
Het aanschaffen van methodegebonden software ter verbetering/verbreding van het onderwijsleerproces. Bij aanschaf van nieuwe methoden wordt hiermee rekening gehouden.
Proloog gaat uit van een verhouding computer per leerlingen van 1 op 10. Het streven is dat onze leerlingen op elk moment van de dag toegang tot informatie d.m.v. ict toepassingen/voorzieningen als internet, pc, een pda, tablet-pc of notebook hebben. Leerlingen kunnen dan ook thuis hun werk kunnen doen via een zgn. Elektronische Leeromgeving (ELO). Op schoolniveau De directeur zorgt voor een ICT-plan, aan de hand waarvan binnen school gewerkt wordt. Daarbij wordt uitgegaan van één computer per 10 leerlingen. In dit plan kan onderwijskundig onderbouwd worden, dat meer computers noodzakelijk zijn. In overleg met de bovenschools directeur kan dan van de 1:10-regeling worden afgeweken. Het plan wordt door de bovenschools directeur vastgesteld, na consultatie van de bovenschools ICT’er. Onderwijspersoneel Alle personeelsleden in dienst van Proloog kunnen werken met: o Het digibord o De op school aanwezige softwareprogramma’s (methodegebonden/niet methodegebonden) o De klas.nu o Dotcomschool o Cito-LOVS o Internet o Email o Word In elke school is een onderwijsbevoegde persoon aanwezig die aan de hand van het storingsstappenplan de eerste eenvoudige storingen op lost. Swot-analyse Sterk
Zwak - het gebruik van de klas.nu - bovenschoolse ICT-coördinator - goede netwerken in de scholen - onderhoud door Heutink - op een aantal scholen deskundige/ betrokken leerkrachten m.b.t. ICT - lln. werken met moderne media - digitale borden
Kansen -
onderwijskundige ontwikkelingen passend onderwijs eigen leerlijn administratie resultaten lln. Elektronische leeromgeving moderne, eigentijdse uitstraling nascholing leerkrachten communicatie, email, website web-based werken technologische ontwikkelingen
- structuur/communicatie - positie/verantwoordelijkheden algemene directie-schooldirecteuren - onduidelijke taakomschrijving bovenschools ICT-coördinator - ICT-overleg - afleggen van verantwoording wat betreft inzet van ICT op schoolniveau - te weinig samenwerking tussen scholen - op een aantal scholen geen deskundige/betrokken leerkrachten m.b.t. ICT aanwezig Bedreigingen - financiële situatie - individueel werkende scholen - het niet nakomen van afspraken - onwil/ onkunde van leerkrachten en directies - snelle technologische ontwikkelingen (bijbenen)
Beleidsvoornemens - er wordt een ict-investeringsplan opgesteld - hardware en licenties worden centraal ingekocht
38
- het aantal PC’s wordt bepaald door het onderwijskundig concept van de school, uitgewerkt in een ict-plan - jaarlijks wordt bekeken of een herschikking van computers op basis van leerlingenaantallen en onderwijskundig concept nodig is - er wordt een keuze gemaakt m.b.t. ADSL, kabel of glasvezel - er wordt een keuze voor een provider (internet+telefoon+tv) gemaakt - vervangen van de huidige hardware eind 2012, begin 2013 - stoppen met het gebruik van een server in elk schoolgebouw en gaan werken met web-based opslag en web-based applicaties - helder afspreken welke kosten m.b.t. ICT voor de individuele school zijn en welke kosten bovenschools - 2 x per jaar vindt op elke school een teamvergadering plaats waarbij de bovenschools ICT’er aanwezig is - elk personeelslid krijgt een emailadres …@proloog - bij de aanstellingsbrief - reeds aan Proloog verbonden personeel eenmalig - het adres wordt opgeheven bij het versturen van de ontslagbrief - het intranet van Proloog wordt verder uitgebouwd - elke leerkracht beheerst het werken met: - het digitale schoolbord - Dotcom en LOVS-Cito - de software bij de op school aanwezige softwareprogramma’s - E-mail, Word, PowerPoint - de Klas.nu - de directies van de scholen werken met een metamanagement systeem - de Klas.nu wordt geëvalueerd. Er wordt een besluit genomen wel of niet met de klas.nu verder te gaan. - bij het kiezen van nieuwe methoden wordt nadrukkelijk meegenomen in welke mate het digitale bord en het werken met de computer geïntegreerd is - onderzocht wordt hoe ict bij kan dragen tot een meer flexibele leeromgeving en welke consequenties dit heeft voor het didactisch handelen van de leerkracht - er wordt gestreefd naar een verschuiving van schriftelijk naar digitaal verwerkingsmateriaal Planning Activiteit
20122013
20132014
20142015
20152016
Er wordt een ict-investeringsplan opgesteld Elke school beschikt over een ict-plan Eventuele herschikking van computers Er wordt een keus gemaakt tussen ADSL, kabel en glasvezel Er wordt een provider gekozen Vervanging huidige hardware Web-based opslag i.p.v. server in gebouw Afspraken m.b.t. kosten (boven)schools Bovenschools ICT woont 2* teamvergadering bij Elk personeelslid krijgt een email-adres Het Intranet van Proloog wordt uitgebouwd Deskundigheidsbevordering leerkrachten d.m.v. een cursusaanbod Het metamanagement systeem wordt ingevoerd De Klas.nu wordt geëvalueerd Nieuwe methoden worden sterk beoordeeld op het gebruik van ICT Onderzoek naar een meer flexibele leeromgeving met behulp van ICT In kaart brengen welke consequenties dit heeft voor het didactisch handelen van de leerkracht Er vindt een verschuiving plaats van schriftelijk naar digitaal verwerkingsmateriaal
39
bijlagen 1. Zorgplan 2. Veiligheidsplan 3. Eindopbrengsten 4. Tussenopbrengsten 5. Begroting 6. Investeringsbegroting 7. Groepsregistratie 8. Dagplanning 9. Jaarplanning zorg 10. Toetskalender 11. Agenda groeps- en leerlingbespreking 12. Model handelingsplan 13. Model formulier eigen leerlijn
40
Bijlage 1
intern zorgplan januari 2011
41
1.
Visie van de school op zorg en begeleiding (basiszorg) De school heeft naast het aanbieden van kennis en vaardigheden tevens een belangrijke pedagogische taak en daarom is het van belang om met de toename van complex gedrag in de omgang met gedragsproblematiek veel aandacht te blijven geven aan de sociaal emotionele ontwikkeling. Adaptief gericht onderwijs vinden we voor zowel de zwakkere als de sterkere leerlingen noodzakelijk om een meer preventieve aanpak van de zorgverbreding te realiseren. Hiervoor blijft de ontwikkeling van een gedifferentieerd leerstofaanbod wenselijk. We streven voor elke leerling naar een basisniveau. Daarnaar wordt gewerkt met een plusgroep voor de leerlingen, die meer dan de basisstof aankunnen. Voor de leerlingen die meer instructie nodig hebben wordt gewerkt met een subgroep. Voor deze groep worden ook aanpassingen in de leerstof en het tempo gemaakt. Voor een enkele leerling met een specifiek zorgbehoefte wordt een individueel handelingsplan of een Eigen Leer Lijn gehanteerd,.
2.
Onderwijszorgprofiel De school streeft er naar om de kinderen uit de wijk zoveel mogelijk te plaatsen,ook als zij een extra zorgbehoefte hebben. De school hanteert bij de toelating wel een protocol. Leidraad hierbij is het criterium of wij de zorg die het kind nodig heeft kunnen bieden. Deskundigheid van de leerkracht en het aantal zorgleerlingen, die in de betreffende groep zitten zijn hiervoor de grondslag.
3.
Contextgegevens Tot 1 augustus 2010 heeft de school twee locaties gehad. Op beide locaties werd onderwijs gegeven aan de groepen 1 t/m 8. Vanaf 1 augustus 2010 zijn beide locaties samengevoegd. De school telt ongeveer 200 leerlingen verdeeld over 9 groepen. Drie kleutergroepen en zes groepen 3 t/m 8. De groepen zijn allen enkelvoudige groepen. Vrijwel alle groepen hebben twee leerkrachten, uitgezonderd groep 3. Om de taal- en leesresultaten te verbeteren neemt de school deel aan de Taalpilot. Samen met de andere scholen van het cluster Zuid in Leeuwarden wordt het accent vooral in de onderbouw gelegd. De activiteiten zijn vooral gericht op de invoering van het programma Schatkist, de registratie en planning leerdoelen en activiteiten. Naast scholing wordt gebruik gemaakt van collegiale consultatie. Voor het aanvankelijk lezen is het vorig schooljaar de nieuwe methode Veilig Leren Lezen ingevoerd. Voor het voortgezet technisch lezen is vorig schooljaar gestart met de invoering van de methode Estafette en Nieuwsbegrip (XL). Op basis van de tussen- en eindopbrengsten heeft de Onderwijsinspectie een kwaliteitsonderzoek uitgevoerd en is een plan van aanpak opgesteld. Vanwege de samenvoeging van beide groepen leerlingen van de verschillende locaties, is de eerste maanden van het nieuwe schooljaar veel aandacht besteed aan de sociale vaardigheden en het gedrag van de leerlingen. De school kent weinig leerlingen met een extra gewicht volgens de leerlingenweging.
Wel neemt het aantal zorgleerlingen toe m.n. het aantal leerlingen met gedragsproblemen. Er zijn regelmatig contacten met de Jeugdhulpverlening. Bij een behoorlijk aantal leerlingen is sprake van een éénoudergezin, gescheiden ouders of andere gezinsproblematiek.
42
45% 40% 35% 30%
aantal ll' en
a
a
b
b
1a
18
3
17%
3
17%
1b
19
1
5%
4
leerlingen 21%
2 20% 3
22
2
9%
4
18% gezinnen
24
2
8%
9
38%
4 15%
19
3
16%
9
47%
5
20
2
10%
8
40%
22
5
23%
8
36%
24
6
25%
8
33%
28
5
18%
9
32%
25%
5%
8
0% totaal
196
1a
1b
29
2
3
4
15%
5
62
6
7
8
32%
totaal
De school is ingedeeld in schoolgroep 2 en de ouders hebben een gemiddeld opleidingsniveau.
35% 30% 25% 20%
verzorger 1
15%
verzorger 2
10% 5%
ei t
o un iv
er
sit
vw
hb o
ha vo
m bo
o
ea o
le ao
m
ba si
so
nd lb o/ vm bo
0% av
7
10%
m
6
In het overzicht van de beroepsgroepen zijn vooral de midden en lagere beroepsgroepen vertegenwoordigd.
70% 60% 50% 40%
verzorger 1
30%
verzorger 2
20% 10% 0% 1
2
3
4
5
6
43
1 2 3 4 5 6
Vrije en academische beroepen, directeuren van grote ondernemingen, leraren m.o., zeer hoge ambtenaren Hoge employés, directeuren kleine ondernemingen, hoofdambtenaren, grote landbouwers en tuinders, hogere technici Grote tot middelgrote middenstanders, ambtenaren in middenposities, middelgrote landbouwers en tuinders, kantoorbedienden, lage employés, lage ambtenaren Kleine middenstand, geschoolde arbeiders, kleine landbouwers en tuinders kantoorbedienden, lage employés, lage ambtenaren Geoefende arbeiders, lagere ambtenaren Ongeoefende arbeiders
Schooljaar 2010-2011 Aantal zorgleerlingen
Taal/lezen
zie bijlage met toetsuitslagen en kwaliteitskaart M
Rekenen
zie bijlage met toetsuitslagen en kwaliteitskaart M
Gedrag
16 leerlingen
Eigen Leerlijn
2 leerlingen + 1 in ontwikkeling
Ambulante begeleiding 3 leerlingen Rugzakjes (LGF) 2 leerlingen
Inrichting interne zorgstructuur In de informatiegids van Proloog staat het algemene zorgbeleid beschreven. De school heeft voor een organisatie gekozen, waarbij het uitgangspunt is preventief te werken. Er wordt met een organisatiemodel gewerkt met drie groepen. Een basisgroep, een plusgroep voor de leerlingen die meer dan de basisstof aan kunnen en een subgroep voor de leerlingen die meer instructie nodig hebben. Voor de laatste twee groepen worden aanpassingen gedaan in tijd, het niveau en de hoeveelheid leerstof. Voor leerlingen die specifieke zorg nodig hebben wordt een individueel handelingsplan of een eigen leerlijn opgesteld.
44
REGISTRATIE
EVALUATIE
ANALYSE
DIDACTISCHE AANWIJZING UITVOERING
DIDACTISCH GROEPSPLAN
PEDAGOGISCHE AANWIJZING INDIVIDUEEL HANDELINGSPLAN EIGEN LEERLIJN
PLANNING
BASISGROEP PLUSGROEP SUBGROEP IND. HANDELINGSPLAN EIGEN LEERLIJN
45
Leerling dossier De school houdt een leerling-dossier bij waarin alle gegevens van de leerlingen worden vermeld. Hierin staan: • persoonlijke gegevens van de leerling • verslagen van de gesprekken met ouders en/of externen • de toets- en rapportgegevens van de leerling • plannen en uitvoering voor extra hulp aan het kind • onderzoeksgegevens Het leerling-dossier is strikt vertrouwelijk en ligt op een veilige plaats in school. Ouders/verzorgers hebben het recht om dit op school in te zien. Hiervoor moeten zij een afspraak maken met de directeur om het dossier te raadplegen. Het kan zijn dat de school het leerlingdossier van een kind aan derden moet laten zien, bijvoorbeeld aan de leden van het leerlingzorgteam of aan Proloogmedewerkers. Dat kan alleen als ouders daarvoor toestemming verlenen.
Rugzakleerlingen (leerlinggebonden financiering) Criteria eigen leerlijn Enkele jaren geleden heeft de inspectie met samenwerkingsverbanden WSNS in Friesland gereflecteerd op criteria voor individuele leerlijnen op reguliere basisscholen. Het samenwerkingsverband WSNS Zuid-Oost Friesland heeft daarop een notitie en een formulier beschrijving eigen leerlijn vastgesteld. “We spreken van een eigen leerlijn wanneer een leerling een eigen programma volgt met aangepaste tussen/einddoelen die afwijken van de tussen/einddoelen van de groep. Een individuele leerlijn is mogelijk, nadat de volgende procedure is doorlopen: a. Uit genormeerde toetsen blijkt dat de leerling voor het betreffende vak een leerachterstand heeft van minimaal een jaar. Wanneer er sprake is van bijkomende sociaal-emotionele problematiek, dan mag de achterstand een aantal maanden minder zijn. Deze problematiek is dan mede omschreven bij de probleemomschrijving c.q. beginsituatie en besproken met de externe deskundige. b. De school heeft de mogelijkheden in kaart gebracht ten aanzien van de individuele instructie en begeleiding. c. De mogelijkheden van de leerling nu en in de toekomst zijn in kaart gebracht en met een externe deskundige (A.B.-er of psycholoog) besproken. d. Het verdere traject is beschreven met tussen- en einddoelen1, passend bij de mogelijkheden van de leerling en de school2. e. De afspraken, beschreven in de “beschrijving eigen leerlijn” worden ondertekend door de ouders en de schoolleiding + IB-ër en worden minimaal jaarlijks geëvalueerd. Eventuele aanpassingen zijn mogelijk. Ook deze worden schriftelijk vastgelegd en door ouders en school ondertekend. “ Binnen de samenwerkingsverbanden WSNS heerst onduidelijkheid over de vraag welke criteria de inspectie hanteert bij het werken met individuele leerlijnen. Die onduidelijkheid spitst zich toe op de onderbouwing met behulp van extern onderzoek. Om aan die onduidelijkheid een eind te maken, is de volgende concretisering gegeven.
1
Als einddoel dient te zijn aangegeven, dat er een goede aansluiting wordt gecreëerd naar een vervolgschool.
2
Er is in dit kader sprake van een teambeslissing, aangezien de individuele leerlijn waarschijnlijk gedurende de hele basisschoolperiode gecontinueerd moet worden.
Uitgangspunt voor de inspectie bij het plaatsen van leerlingen in een individuele leerlijn met aangepaste lagere einddoelen is dat de leerlijn zo mogelijk onderbouwd is met extern onderzoek naar de aard en mate van cognitieve en gedragsmatige belemmeringen. Wanneer de mogelijkheden tot dit type extern onderzoek beperkt zijn, blijft een goede onderbouwing door de school in overleg met een externe deskundige (psycholoog of ambulante begeleider) noodzakelijk. De consequenties van deze beslissing kunnen immers voor de leerling aanzienlijk zijn. In een goede onderbouwing zijn de volgende conclusies opgenomen: • De gegevens van het leerlingvolgsysteem geven over meerdere jaren goed zicht op het ontwikkelingsverloop en zijn bruikbaar als voorspeller voor het verwachte ontwikkelingstempo voor de verdere schoolloopbaan. •
De school heeft zich met behulp van handelingsplanning gedurende meerdere jaren gericht op het bijspijkeren van de leerling naar de bandbreedte van het reguliere aanbod voor het leerjaar (C-niveau Cito LVS) waarin de leerling zich bevindt. Er zijn met andere woorden geen aanwijsbare factoren uit het reguliere aanbod op individueel of groepsniveau of de leerlingenzorg van invloed op het achterblijvende ontwikkelingsniveau van de leerling.
Omgekeerd geldt dat onvoldoende zicht op het ontwikkelingsverloop, dan wel een grillig ontwikkelingsverloop aanleiding vormen voor extern onderzoek door een psycholoog/orthopedagoog, waarbij dat onderzoek duidelijkheid moet verschaffen over mogelijke oorzaken voor de problematiek en de doelen en aanpak bij de op te stellen individuele leerlijn. Extern onderzoek komt eveneens nadrukkelijk in beeld als het onderbouwde eindperspectief voor de leerling na de eerste tussenevaluaties (een half jaar tot een jaar na de start) onhaalbaar blijkt. Dat is immers in tegenspraak met het voorgaande ontwikkelingsverloop en geeft daarmee twijfel over de juistheid van de gekozen aanpak en/of doelen van de individuele leerlijn. In het verlengde hiervan ligt de vraag of de belemmeringen van de leerling wel binnen de zorgbreedte van de school passen. Dat kan zowel door gedragsmatige belemmeringen het geval zijn, als door een cognitieve problematiek die dusdanig groot is dat ze de mogelijkheden voor (extra) instructie en begeleiding tijdens de verwerking van leerstof in de school te boven gaan. Dan komt het extern onderzoek vanuit traditionele perspectief van eventuele plaatsing op een SBaO of expertisecentrum in beeld. Enkele kanttekeningen bij de procedure die het samenwerkingsverband schetst: • De achterstand van minimaal een jaar blijkt uit de d.l.e.’s, het terugtoetsen van leerlingen naar een voldoende niveau van minimaal een leerjaar terug, ofwel een vaardigheidsscore die een achterstand van minimaal een leerjaar aangeeft. • Waarom de school bij sociaal-emotionele problematiek eerder tot een individuele leerlijn over zou kunnen gaan is niet inzichtelijk. Het belang van succeservaringen is voor leerlingen met gedragsproblematiek zo mogelijk groter dan bij de leerlingen met leerproblemen, maar de kernvraag is of een vroegtijdige niveauverlaging een beter resultaat geeft dan een op de gedragsproblematiek toegesneden aanpak van de leerstof. De inspectie onderstreept het belang van een beslissing over het al dan niet overgaan tot een individuele leerlijn door het team en ouders, met directie en intern begeleider als eindverantwoordelijken. Ook de expliciete betrokkenheid van ouders bij evaluaties is terecht in de procedure opgenomen. •
Indien extern onderzoek wordt uitgevoerd naar de aard van de problematiek, zijn naast een conclusie over de problematiek aanbevelingen over concreet haalbare didactische (eindniveaus en een geschikte aanpak, belangrijke elementen voor de door de school op te stellen individuele leerlijn. •
• Het perspectief van de leerling aangeduid in streefniveaus voor het leerjaar of het eind van de schoolperiode kan het best worden uitgedrukt in meetbare leerprestaties, waarbij een landelijk genormeerde toets (tevens) als evaluatiemiddel wordt gebruikt.
Ten slotte, het bovenstaande komt voort uit de goede praktijken die de inspectie hanteert bij de beoordeling van kwaliteitsaspecten van zorg en begeleiding en (deels) de resultaten uit haar toezichtkader. Streefdoelen en minimumdoelen voor uitstroom naar VMBO Uitstroom VMBO DL DLE Streefdoel DLE min. doel
Groep 3 5 10 5 10 0 5
Groep 4 15 20 14 18 9 13
Groep 5 25 30 22 26 17 21
Groep 6 35 40 30 34 24 29
Groep 7 45 50 38 42 33 37
Groep 8 55 60 46 50 41 45
Groep 7 45 50 28 32 21 24
Groep 8 55 60 35 38 27 30
Groep 7 45 50 20 22 12 13
Groep 8 55 60 25 27 14 15
Streefdoelen en minimumdoelen voor uitstroom naar LWOO Uitstroom LWOO DL DLE Streefdoel DLE min. doel
Groep 3 5 10 3 6 0 0
Groep 4 15 20 9 12 3 6
Groep 5 25 30 15 19 9 12
Groep 6 35 40 22 25 15 18
Streefdoelen en minimumdoelen voor uitstroom naar PrO Uitstroom PrO DL DLE Streefdoel DLE min. doel
Groep 3 5 10 1 2 0 0
Groep 4 15 20 5 7 1 3
Groep 5 25 30 10 12 5 7
Groep 6 35 40 15 17 9 11
Ambulante begeleiding
P r o t o c o l a m b u la n t e b e g e le id in g S W V H e t S p e c t r u m Inleiding In deze notitie worden de kaders van de ambulante begeleiding beschreven. Hierin zijn opgenomen de plaats van de ambulant begeleiding in het samenwerkingsverband, de organisatie en de inhoud van de ambulante begeleiding. 1. Wat is ambulante begeleiding? 1.1 Ambulante begeleiding in het samenwerkingsverband het Spectrum Sinds de Wet op het Primair Onderwijs in augustus 1998 van kracht is geworden, behoort ondersteuning van de basisscholen officieel tot één van de taken van de speciale school voor basisonderwijs. Een samenwerkingsverband kan echter zelf bepalen hoe zij vorm en inhoud aan dit uitgangspunt wil geven. In het samenwerkingsverband het Spectrum maakt ambulante begeleiding deel uit van dat ondersteuningsaanbod. Door een gedeelte van het zorgbudget aan te wenden voor ambulante begeleiding: • krijgt ambulante begeleiding een vaste plaats binnen de zorgstructuur van de basisschool; • wordt aanvullende externe hulp voor zorgleerlingen geoormerkt; • blijft de specifieke, toevoegende, expertise van de AB-ers behouden voor het basisonderwijs;
• •
wordt de overdracht van deze expertise structureel geregeld; kan deze expertise beschikbaar komen aan het totale samenwerkingsverband.
1.2 Doel van de ambulante begeleiding Ambulante begeleiding moet bijdragen aan verbreding van de zorg voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften in het basisonderwijs. We willen dit bereiken door het vergroten van de deskundigheid van de leerkracht. De ambulante begeleiding richt haar activiteiten daarom primair op de leerkracht / interne begeleider en niet op de leerling. Uitgangspunt is de hulpvraag die weergegeven is in het zorgdossier. 1.3 De vormen van ambulante begeleiding en bijbehorende aanmeldingsprocedure We onderscheiden in het samenwerkingsverband verschillende vormen van ambulante begeleiding, zoals: Collegiale consultatie We spreken van collegiale consultatie wanneer het vragen van de basisschool aan de AB dienst vanuit het Spectrum betreft die na een eenmalig consult beantwoordt kunnen worden. Dit kan bijvoorbeeld een vraag zijn naar andere methodieken of een bepaalde aanpak. De keuze om collegiale consultatie los te koppelen van de overige vormen van ambulante begeleiding is ontstaan vanuit de behoefte aan korte lijnen en beperking van administratieve handelingen. Voor verzoeken om een eenmalig consult, kan de basisschool,na toestemming van ouders en de CIBer contact opnemen met de AB dienst. Van het consult wordt door de AB-er geen schriftelijk verslag gemaakt. De school maakt het verslag voor het leerling-dossier. Eenmalige observatie Een eenmalige observatie houdt in dat een leerling geobserveerd wordt door de ambulant begeleider en dat er een nagesprek met leerkracht en IB-er plaats vindt. Van de observatie en het nagesprek maakt de AB-er een kort verslag en stuurt dit naar de school. Er is geen vervolgafspraak. Wel kan vanuit het advies nadien AB aangevraagd worden bij het zorgteam. Voor verzoeken om een eenmalige observatie levert de school het ingevulde intakeformulier met duidelijke hulpvraag, het ouderformulier en het schoolformulier uit het zorgdossier aan. Zo mogelijk ook de toetsgegevens die bekend zijn van het kind. De AB-er maakt het verslag van de observatie en het nagesprek. Ambulante begeleiding Het betreft hier activiteiten die bedoeld zijn om leerkrachten van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften in een vroegtijdig stadium te begeleiden, waarbij aan de ondersteuningsbehoeften van de leerkracht tegemoet wordt gekomen. Onderwijskundig zien wij dit dan ook als een belangrijke vorm van begeleiding. Wanneer de basisschool in aanmerking wil komen voor ambulante begeleiding, dan dient zij daartoe een verzoek in bij het Leerlingzorgteam (LZT). De school doet dit pas na overleg met en toestemming van de ouders van de betreffende leerling. Aanmelding bij het LZT vindt plaats door het aanleveren van een zorgdossier met duidelijke hulpvraag. Voor de inhoud hiervan wordt verwezen naar de inhoudslijst in het rode deel van de zorgmap. In het LZT wordt op basis van de verkregen informatie bepaald of ambulante begeleiding gewenst is. Vervolgens wordt bepaald in welke vorm, voor welke periode en door wie de begeleiding wordt gegeven. Voor dit laatste wordt gekeken naar specifieke deskundigheid op grond van de vraagstelling. Dit kan in sommige situaties betekenen dat niet de aangestelde ambulant begeleider, maar een andere AB-er van de AB dienst met specifieke deskundigheid wordt ingezet. Het verslag van de observatie en de handelingssuggesties vormen tezamen het begeleidingsplan. Dit plan wordt met de leerkracht en/of de intern begeleider besproken. In bepaalde uitzonderingsgevallen kan de ambulant begeleider betrokken zijn bij het informeren van de ouders over het begeleidingsplan/observatieverslag. Dit kan alleen na schriftelijke toestemming van de CIB-er De leiding van dit informatiegesprek en de verslaglegging ervan ligt bij de school. De evaluatie van de uitvoering van het begeleidingsplan valt onder verantwoordelijkheid van de school.
Ambulante begeleiding bij aanmelding PCL Wanneer er sprake is van een zeer gecompliceerde problematiek of wanneer er verwijzing naar het speciaal basisonderwijs overwogen wordt, wordt de zorgleerling besproken in de PCL. Voorafgaand aan de bespreking in de PCL, dient er 3 maanden begeleiding van de ambulant begeleider van het Spectrum geweest te zijn.. De ouders vullen het formulier aanvraag bespreking PCL in. De IB-er zorgt ervoor dat het volledige dossier ( zie zorgmap) via de CIB-er bij de ambulant begeleider komt. De ambulant begeleider observeert de leerling,maakt een dossieranalyse en brengt de leerling bij de PCL in. De ambulant begeleider belt de school na afloop van de PCL en mailt de CIB-er over de uitspraak van de PCL. Ambulante begeleiding bij terugplaatsing in het bao Plaatsing van een leerling op de speciale school voor basisonderwijs is in principe tijdelijk van aard. Bij terugplaatsing naar een basisschool binnen ons Samenwerkingsverband maakt ambulante begeleiding deel uit van de procedure. Ambulante begeleiding van kinderen, in afwachting van plaatsing Soms hebben ouders reeds een PCL-beschikking voor hun kind, maar is directe plaatsing op de speciale school voor basisonderwijs nog niet mogelijk, gezien de 3 plaatsingdata. Het is ook mogelijk dat alle partijen overeenkomen om een kind het schooljaar op de basisschool af te laten maken. Aangezien de ouders en de basisschool met het aanvragen van een beschikking hebben aangegeven dat de grenzen van haar zorg bereikt zijn, is aanvullende hulp in de vorm van ambulante begeleiding veelal wenselijk.
Ambulante begeleiding bij wachtlijstkinderen Moet een kind met een beschikking wachten op een plek in het speciaal basisonderwijs, dan heeft de basisschool recht op ambulante begeleiding. Zij kan hiervoor, na overleg met de CIB-er, direct contact opnemen met de AB dienst. NB. Kinderen die reeds een indicatie Speciaal Onderwijs (REC) hebben, vallen buiten de AB van Het Spectrum. 1.4 Specialismen Binnen de dienst ambulante begeleiding zullen de AB-ers zich steeds verder specialiseren in nieuwe vormen van begeleiding. Op dit moment zijn dit:
Coaching: Coachen kan voor verschillende doeleinden gebruikt worden. Bij ons staat coachen in relatie met het werk centraal. Wij hebben gekozen voor deze positionering en afbakening. De verbetering van je persoonlijke en individuele professionaliteit staan daarmee steeds in relatie met arbeidsprestaties. Naast de individuele coaching is ook het coachen van een team of intervisie/supervisie mogelijk. Video-interactiebegeleiding op school Een doeltreffende methode voor het verbeteren van de interactie tussen leerkracht en leerling. Door middel van videobeelden, kunnen leerkrachten samen met de vib-s begeleider, hun instructiemomenten, hun aandeel in het begeleiden van de groep, van een individuele leerling evalueren. De beelden geven niet alleen zicht op de interactie tussen leerkracht en leerling en de leerlingen onderling, maar ook in de klassenorganisatie en de didactiek. De werkwijze is concreet, leerkrachtvriendelijk en effectief en richt zich specifiek op de interactie in de groep. Het jonge risicokind: De ambulant begeleider die een specifieke deskundigheid heeft op het gebied van het jonge risicokind kan gevraagd worden de taak van consulent jonge risicokind op zich te willen nemen. Daartoe zal de consulent deelnemen aan het team van het VTO en vandaar uit deze taak voor Het Spectrum (en eventuele andere werkvelden binnen de toegewezen regio) uitvoeren. De consulent is verantwoording schuldig voor dit werk aan Het Spectrum en aan VTO (en indien ook andere werkvelden hierbij betrokken worden aan de coördinatoren van deze werkvelden). De consulent is de schakel tussen de zorg die via VTO geleverd wordt en de basisscholen. Voor
zorgkinderen in de leeftijd van 3-7 jaar bekijkt de consulent welke extra hulp nodig is binnen het basisonderwijs en / of een andere vorm van onderwijs, en adviseert daarin zowel het VTO-team als de school. 1.5 Het begeleidingsplan Alle afspraken die m.b.t. ambulante begeleiding worden gemaakt, worden schriftelijk vastgelegd. In het begeleidingsplan is de specifieke hulpvraag van het kind uitgangspunt. De hulpvraag van het kind laat zich vertalen naar een hulpvraag van de leerkracht t.a.v. de begeleiding van dit kind in deze setting. De ambulant begeleider richt zijn inzet op de laatste. Naast de leerkracht zijn in vele gevallen ook anderen bij het kind betrokken, zoals een remedial teacher, de leerlingbegeleider, logopedist e.d. Een optimale afstemming tussen de activiteiten van de verschillende betrokkenen is noodzakelijk. Deze afstemming vindt plaats in het LZT en binnen de school. Zij is vastgelegd in het begeleidingsplan. De ambulant begeleiders sturen een kopie van het begeleidingsplan / observatieverslag naar de school en de CIB-er van het betreffende deelverband.
2. De organisatie rond de ambulante begeleiding 2.1 De relatie met de basisschool De ambulante begeleiding richt zich primair op ondersteuning van de leerkracht en de IB-er. De hulp aan het kind wordt geboden door kennis en vaardigheden van genoemden te helpen vergroten. Hieronder de taken die deel uit maken van de ambulante begeleiding: 1. Hulp aan de leerkracht en de interne begeleider bij het stellen van een specifieke hulpvraag. 2. Ondersteunen bij het opstellen, uitvoeren en evalueren van handelingsplannen cq leerlijnen. 3. Observatie van werkmomenten met de leerling. Deze is vooral bedoeld om bouwstenen te verzamelen voor de advisering. Het uitschrijven van een handelingsplan/leerlijn behoort tot de verantwoordelijkheden van de leerkracht. De ambulante begeleider verricht geen remedial-teaching met de leerling. 4. Verwijzen naar geschikte remediërende materialen. De IB -er is primair verantwoordelijk voor de communicatie tussen betrokkenen. Hij/zij is dan ook de eerst aanspreekbare persoon.Voor een goede uitvoering van de ambulante begeleiding worden er van de basisschool een aantal zaken verwacht: • Uitvoering van het gezamenlijk opgestelde advies; • Verslaglegging van de effecten van het handelingsplan / de leerlijn na evaluatie; • Aanleveren van voor de AB-er relevante gegevens. 2.2 De relatie met het Leerlingzorgteam. De ambulant begeleider maakt deel uit van het leerlingzorgteam (LZT) en rapporteert aan het LZT over de voortgang. 2.3 De relatie met de ouders Alhoewel de ambulante begeleiding zich primair zal richten op ondersteuning van de leerkracht is het toch noodzakelijk dat de ouders van het betreffende kind vanaf het eerste moment bij het proces betrokken worden. Gedurende de periode van ambulante begeleiding, informeert de school de ouders over de voortgang. 2.4 Preventie In het kader van de ontwikkelingen binnen de zorgstructuur van het basisonderwijs kan de ambulante dienst van het Spectrum ook preventief worden ingezet. • • • •
Geven van video-interactiebegeleiding ter ondersteuning van de leerkracht bij de uitvoering van het onderwijs-zorgarrangement. Bij verwijzing richting SBaO is 3 maanden begeleiding vanuit de dienst ambulante begeleiding nodig om een goede afweging in het PCL te kunnen maken. Ondersteunen van leerkrachten en intern begeleiders van scholen bij het opstellen van de hulpvraag voor externe ondersteuning. Spreekuur instellen voor het geven van adviezen aan leerkrachten en intern begeleiders
• • • •
Uitvoeren van ELB op basisscholen, ter ondersteuning van de leerlingenzorg Advisering op het gebied van klassenmanagement en zorgleerlingen Coaching van leerkrachten Voorlichting geven t.a.v. zorgaspecten
Procedure aanvraag Ambulante Begeleiding •
•
•
•
Collegiale consultatie: School vraagt toestemming aan de CIB-er School vraagt, wanneer het een leerling betreft, toestemming aan de ouders. School maakt een afspraak met de AB-er. Er wordt geen verslag gemaakt door de AB-er. Eenmalige observatie: School vraagt toestemming aan de CIB-er School vraagt toestemming aan de ouders. School vult schoolformulier in en vraagt ouders om het ouderformulier in te vullen. School vult intakeformulier in met duidelijke hulpvraag en voegt de aanwezige toetsgegevens toe. De AB-er maakt verslag van observatie en nagesprek. Ambulante begeleiding: School vraagt toestemming aan ouders. Ouders vullen ouderformulier in. School levert volledig ingevuld zorgdossier met duidelijke hulpvraag in bij Cib-er. Cib-er vult intakeformulier in en leerling wordt besproken in LZT. Het LZT bepaalt welke vorm / specialisme van AB nodig is. Na toestemming van het LZT maken school en AB-er een afspraak. Ab-er maakt een verslag van observatie en nagesprek. Observatie, nagesprek, handelingssuggesties en advies vormen samen het begeleidingsplan. Vervolgafspraken voor AB worden met toestemming van de CIB-er gemaakt. Ambulante begeleiding bij aanmelding PCL: Voorafgaand aan de PCL 3 maanden ambulante begeleiding De ouders vullen het formulier aanvraag bespreking PCL in. De intern begeleider zorgt er voor dat het dossier ter controle via de CIB-er bij de ambulant begeleider komt. De CIB-er zorgt er voor dat het volledige zorgdossier 2 weken voor de PCL bespreking bij de ambulant begeleider is. De ambulant begeleider observeert de leerling en maakt een analyse nog vóór de PCL bespreking. De ambulant begeleider belt de school na afloop van de PCL en mailt de CIB-er over de uitspraak van de PCL.
Stappenplan zorgleerling • de leerkracht signaleert zorg en bespreekt dit met de ouders/verzorgers • de leerkracht stelt zo nodig een handelingsplan op • de leerkracht houdt het dossier van de leerling up-to-date • zijn er na de evaluatie geen resultaten dan bespreekt de leerkracht de leerling met de IB-er
Met de IB-er worden de vervolgstappen besproken; deze kunnen zijn • inbrengen in de leerling-bespreking • meteen actie ondernemen zoals: observatie en nader onderzoek door de IB-er korte interventie in het I-team van Proloog via bovenschoolse IB-er externe hulp (schoolmaatschappelijk werk, jeugdzorg) • de leerkracht houdt de ouders op de hoogte • de leerkracht volgt de adviezen vanuit de leerling-bespreking/anderen op • leveren de voorgaande stappen onvoldoende op dan wordt de leerling in het leerlingzorgteam (LZT) gebracht Handelingsplannen en de evaluaties worden altijd met de ouders besproken, daarvoor wordt een afspraak gemaakt. Het handelingsplan moet door de ouders voor gezien worden ondertekend. Leerlingzorgteam Mocht er sprake zijn van inbreng in het leerlingzorgteam dan: • wordt in een gesprek met de ouders, leerkracht en IB-er om toestemming van de ouders • gevraagd, de ouders krijgen een folder mee over het LZT • na toestemming meldt de IB-er de leerling aan bij het LZT • de ouders krijgen het ouderformulier en leveren het weer in bij de leerkracht • de leerkracht vult het zorgrapport in, levert dit samen met het ouderformulier in bij de IBer • IB-er maakt het zorgrapport digitaal en zorgt dat het hele dossier compleet is • de leerkracht en/of IB-er bespreekt het dossier met de ouders en deze tekenen het formulier “gesprek ouders/verzorgers” • nadat de leerling is ingebracht brengt de IB-er verslag uit bij de leerkracht en deze doet verslag bij de ouders NB: ouders/verzorgers worden altijd ingelicht wanneer er een extern iemand komt voor onderzoek of observatie! De leerling wordt zo nodig voorbereid.
Schoolmaatschappelijk werk Er is de mogelijkheid gebruik te maken van schoolmaatschappelijk werk, voor problemen die soms wat verder liggen dan de school, maar wel degelijk invloed hebben op het functioneren van het kind of het gezin. Centrum Jeugd en Gezin De school participeert al enkele jaren in het buurtnetwerk. Dit schooljaar gaat dit over naar het Centrum Jeugd en Gezin. Doel is om zo snel mogelijk middels een effectieve overlegstructuur op effectieve wijze zorg voor leerlingen te bewerkstelligen. Stappenplan aanmelding van leerlingen met een specifieke hulpvraag 1. Aanmelding door de ouders bij de directie van de school In een gesprek met de ouders wordt een toelichting gegeven op de visie van de school, de procedure en het tijdpad. Aan de ouders wordt schriftelijk toestemming gevraagd. 2. Informatie verzamelen De school vraagt gegevens op bij de vorige school, de onderwijsbegeleidingsdienst, het kinderdagverblijf en de ambulante begeleider. Deze informatie wordt bestudeerd en besproken door de directeur, de interne begeleider en de groepsleerkracht(en)en eventueel kan worden besloten om het kind te observeren. 3. Besluitvorming De betreffende inventarisatie van de hulpvragen van het kind worden afgezet
tegen de visie van de school en de mogelijkheden om een passend onderwijsaanbod te realiseren. Een besluit over de toelating van leerlingen is een teambesluit.
5.
Algemene taakomschrijving zorgfunctionarissen Taakomschrijving intern begeleider De intern begeleider organiseert, coördineert en bewaakt de leerlingenzorg binnen de school gericht op de aandacht voor de zorgleerling en de begeleiding van de leerkracht. Hij/zij ondersteunt collega’s bij het uitvoeren van zorgverbredingactiviteiten en zorgt voor een afstemming van deze activiteiten op schoolniveau. Hij/zij voert gesprekken met leerkrachten, externe contacten en ziet er op toe dat gemaakte afspraken worden nageleefd. Coördinerende taken; scheppen van randvoorwaarden voor de leerlingenzorg o Verantwoordelijk voor de procedures en afspraken op gebied van leerlingvolgsysteem en leerlingdossier (bijlage 1). o Opstellen toetskalender, zorgdragen voor voldoende toetsmateriaal en eventueel implementatie van nieuwe toetsen. o Organiseren van groeps- en leerlingbesprekingen (bijlage 2). o Zicht hebben op en bewaken van de doorgaande lijn in het onderwijsaanbod op het gebied van lezen, rekenen, taal, spelling en sociaal emotioneel. o Opzetten, implementeren en bewaken van de protocollen op het gebied van lezen, rekenen, taal, spelling en sociaal emotioneel. o Coördinatie en onderhouden van externe contacten op het gebied van de leerlingenzorg (bijlage 3) o Verantwoordelijk voor de orthotheek. o Informeren directie, management team over de leerlingenzorg. Begeleidende taken o Analyseren en interpreteren van toetsresultaten op leerling-, groep- en schoolniveau. o Hulp geven bij handelingsplannen op het gebied van leer- en gedragsproblematiek; opzetten, tussentijds bespreken en evalueren, eventueel vervolg. De i.b.’er is altijd op de hoogte van de lopende handelingsplannen en de inhoud hiervan. o Ondersteunen en adviseren bij gebruik van speciale hulpmiddelen. o Zicht hebben op het traject voor leerlingen die de leerstof van groep 8 niet behalen (bijlage 4). o Leiden van de gesprekken over zorgleerlingen met: leerkrachten, ouders, r.t.’ers, externen. De intern begeleider maakt aantekeningen en voegt deze bij in het dossier. o Ondersteuning bij klassenmanagement, eventueel groepsanalyse. o Leiden van groeps- en leerlingbesprekingen.
Innoverend o Op de hoogte blijven van actuele ontwikkelingen op het gebied van leerlingenzorg. o Doen van voorstellen die leiden tot verbetering van het onderwijs op het gebied van leerlingenzorg. o Adviserende rol bij het opstellen van het meerjarenbeleidplan op het gebied van de leerlingenzorg. Bijlage 1: Verantwoordelijk voor de procedures en afspraken op het gebied van leerlingvolgsysteem en leerlingdossier Leerlingvolgsysteem • De intern begeleider maakt afspraken met het team over het invullen van de toetsresultaten en het analyseren hier van; wie doet wat en wanneer.
•
De intern begeleider draagt er zorg voor dat duidelijk is wanneer er gesproken wordt over een zorgleerling (niet alleen afhankelijk van de Cito-scores), wie de zorgleerling signaleert en de vervolgstappen neemt.
Leerlingdossier • De intern begeleider maakt samen met het team afspraken over de inhoud van het leerlingdossier en beschrijft wie wat er in doet. • Intern begeleider draagt er zorg voor dat het leerlingdossier compleet is, inclusief verslagen van externe deskundigen (logopedist, audiologisch centrum, fysiotherapie, orthopedagoog, ambulant begeleider, kinderarts, schoolmaatschappelijkwerk, etc.) Bijlage 2: Organiseren van groeps- en leerlingbesprekingen • De intern begeleider beschrijft het doel van zowel de groep- als de leerlingbespreking. • De intern begeleider geeft aan wanneer de groep- en leerlingbespreking plaatsvinden en wie hierbij aanwezig zijn. • De intern begeleider heeft standaardformulieren voor de groep- en leerlingbespreking en geeft de inleverdata aan. • De intern begeleider zit de groep- en leerlingbespreking voor. • Gegevens uit de leerlingbespreking worden vastgelegd en komen in het dossier van de betreffende leerling. • Gegevens uit de groepsbespreking worden vastgelegd en komen in het dossier van de groep. • De intern begeleider houdt overzicht over de gemaakte afspraken, de uitvoering hiervan en het resultaat. Bijlage 3: Coördinatie en onderhouden van externe contacten op het gebied van de leerlingenzorg • De intern begeleider coördineert de contacten met de schoolarts. Verwijzing sbo of so: intern begeleider vult samen met de leerkracht het onderwijskundig rapport in en draagt er zorg voor dat deze wordt aangevuld met verslagen van fysiotherapie, logopedie, audiologisch centrum, orthopedagoog, gz/psycholoog, etc. Intern begeleider zorgt voor de verdere afhandeling. • Ambulant begeleider/Orthopedagoog: o Intern begeleider zorgt er voor dat de aanvraag & informatie van het LVS omtrent deze leerling bij de ambulant begeleider/orthopedagoog komt. o Intern begeleider is aanwezig bij gesprekken met de leerkracht en de ambulant begeleider/orthopedagoog, eventueel met ouders. o Intern begeleider maakt aantekeningen van dit gesprek en draagt er zorg voor dat deze in het dossier van de betreffende leerling komt. o Intern begeleider draagt er zorg voor dat de afspraken omtrent deze leerling nagekomen worden. • Intern begeleider neemt deel aan het buurtnetwerk en koppelt informatie terug indien nodig. • Intern begeleider zorgt er voor dat een ieder op de hoogte is van het aanbod van het schoolmaatschappelijk werk. Tevens coördineert de intern begeleider de aanvragen. • Intern begeleider woont de ib-netwerk bijeenkomsten bij. Bijlage 4: Zicht hebben op het traject voor leerlingen die de leerstof van groep 8 niet behalen • Intern begeleider en team hebben duidelijke afspraken op papier staan wanneer overgegaan wordt tot het aanbieden van de tweede leerweg of eventueel verwijzing sbo/so. • Intern begeleider heeft er zicht op waarom de betreffende leerling de leerstof van groep 8 niet behaalt (IQ, leerstoornis, gedragsstoornis). • Intern begeleider bepaalt met de leerkracht welke leerstof ze de betreffende leerling aanbieden en welke doelen hij/zij moet behalen. De toetsen worden hier op aangepast.
•
Intern begeleider zet de gemaakte afspraken op papier, bespreekt deze met ouders en laat het door hen ondertekenen.
6.
Definitie zorgleerling In principe zijn alle leerlingen die een D of een E score hebben leerlingen die curatieve zorg nodig hebben. Door de werkwijze met een basis-, plus en subgroep proberen we ook preventieve zorg te verlenen zeker aan de leerlingen die een lage C score hebben. Voor leerlingen die een zeer hoge A score hebben zorgen we een extra leerstofaanbod.
7.
Specifieke taken De IB-ers nemen deel aan het overleg van het Centrum Jeugd en Gezin, het overleg van IB-ers van Proloog, het Leerlingzorgteam en de IB scholing door Proloog. Daarnaast coördineren zij de inzet van de onderwijsassistent.
8.
Partners De school onderhoudt contacten met de volgende instellingen: Proloog: logopediste,orthopedagoog, bovenschoolse IB-er GGD: schoolarts Centrum Jeugd en Gezin Buurtnetwerk Kinnik/Kaleidoscoop Tienerwerk Huizum Wijkagent Peuterspeelzalen Speeltuin Gerard Dou Jantje Beton
9.
Afspraken over dossierbeheer en beheer orthotheek Zie hoofdstuk 5 taakomschrijving IB-er.
10.
Faciliteiten Voor de taken van IB-er zijn 3 dagen formatie door Proloog toegekend. De school heeft twee IB-ers Femke Kuipers op dinsdag aanwezig (donderdag en vrijdag lestaken) Molle Eisma aanwezig op dinsdag en donderdag (maandag en woensdag lestaken) Voor het schooljaar 2010-2011 is door Proloog 5 ochtenden per week een onderwijsassistent toegekend.
11
Gedelegeerde beleidstaken De Ib-er stellen op verzoek van de directie een toetsplanning op. Zij voeren de toetsresultaten in en maken groepsoverzichten. Op verzoek van de directie voeren zij klassenbezoeken uit. De IB-er doet voorstellen aan de directie voor het invoeren van nieuwe toetsen en extra hulpmaterialen.
12
Afspraken omtrent contacten met ouders De groepsleerkracht heeft overleg met de ouders over de extra zorg die geboden wordt. Handelingsplannen worden met ouders besproken en ondertekend. Indien er extra onderzoek noodzakelijk is meldt de leerkracht dit bij de IB-ers. De IB-er houdt dan contact met de betrokken instelling en de ouders. Verslagen van onderzoeken worden door de leerkracht, de IB-er en de ouders besproken.
13
Procedure bij klachten Zie hiervoor de klachtenregeling in de algemene schoolgids van Proloog. De klachtenregeling staat ook op de website van de school (www.hetpaletleeuwarden.nl) of op de website van Proloog ( www.proloog.nl).
14
Toetskalender
Ordenen
sept.
okt.
jan. M1-
Taal voor kleuters
M1-
E1-E2
M3-
E3-E7
LOVS DMT en AVI
M3-
E3-E7
Leestechniek&Leestempo
M6-
E6-E7
LOVS Technisch lezen gr. 3-4-5
M3-
E3-E5
LOVS Begrijpend lezen
M4-
E3-E4
Toetsen Begrijpend Lezen
M8
LOVS Spelling
M3-
LOVS Rekenen-Wiskunde
nov.
dec.
B8
feb.
maart
april
mei
juni E1-E2
E3-E7
SVS Niet-werkwoorden
M8
SVS Werkwoorden
M8 E5-E6
LOVS Studievaardigheden 1-8
SCOL sept.
okt.
nov.
1-8 dec.
jan.
feb.
maart
april
mei
juni
•
LOVS Spelling groep 3, 4, 5, 6 en 7 De opgaven zijn verdeeld in drie toetsmodules (start/vervolg1/vervolg2). Elk kind maakt de startmodule. De toewijzing van de vervolgmodules staan beschreven in de handleiding. De afnametijd is per module ongeveer 30 minuten. M3 wordt door de kinderen in het opgavenboekje gemaakt. Vanaf E3 worden de woorden op een antwoordblad geschreven. De startmodule en vervolg1 bestaan in de toets M4, E4, M5 en E5 uit zinsdictees. Module vervolg2 bevat in de toets M4, E4, M5 en E5 meerkeuzevragen welke de kinderen zelfstandig kunnen maken. Hierbij is geen maximale afnameduur maar gemiddeld is 30 minuten voldoende. De startmodule van M6 en E6 bestaat uit een zinsdictee. De modules vervolg1 en vervolg2 bevatten bij M6 en E6 alleen meerkeuzevragen en kunnen dus zelfstandig gemaakt worden. NB: de antwoorden op de meerkeuzevragen worden op een antwoordenblad ingevuld!
•
Schaal Vorderingen in Spelling 3 (SVS 3) Voor groep 8. o Niet-werkwoorden Op een schrijfblaadje laten maken. De nadruk ligt op het spellen van complexere niet-klankzuivere woorden en een uitbreiding van het aantal inhoudelijke categorieën (in vergelijking met SVS 1 en 2).
Per afnamemoment zijn er twee dictees (A en B). Aan de hand van het laatst behaalde groepsgemiddelde laat je de gehele groep de A op B versie maken. In de handleiding is er per afnamemoment nog een tweede dictee opgenomen om te gebruiken na een interventieperiode. Verder is er een Hulpboek met per spellingscategorie aanwijzingen en verwijzingen (naar o.a. Spelling in de Lift) voor remediëring. Werkwoorden Op een stencil (dicteekaart) laten maken. Deze toets beperkt zich tot de correcte schrijfwijze van vervoegde werkwoordsvormen. Er wordt van de leerlingen niet gevraagd om zelf werkwoorden te vervoegen. De onderdelen zijn: 1. Onvoltooid tegenwoordige tijd 2. Onvoltooid verleden tijd 3. Voltooid deelwaard 4. Bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord 5. Infinitief Verder is er een Hulpboek met per spellingscategorie aanwijzingen en verwijzingen (naar o.a. Spelling in de Lift) voor remediëring. o
LOVS Rekenen-Wiskunde Voor groep 3 en 4 De toets bestaat uit twee delen. Deze delen kunnen het beste op twee opeenvolgende ochtenden worden afgenomen. De toets wordt groepsgewijs afgenomen. U leest elke opgave voor uit de handleiding. De leerlingen schrijven hun antwoord in het opgavenboekje.
•
Voor groep 5 De toets bestaat uit twee delen. Deze delen kunnen het beste op twee opeenvolgende ochtenden worden afgenomen. De leerlingen maken hun toets zelfstandig. Zij lezen de opdracht uit het boekje en schrijven hun antwoord op het antwoordblad. Voor groep 6, 7 en 8 De toets bestaat uit drie delen en kan het beste op drie opeenvolgende ochtenden worden afgenomen. De leerlingen maken hun toets zelfstandig. Zij lezen de opdracht uit het boekje en schrijven hun antwoord telkens op het antwoordblad. Bij deel 2 en 3 hebben de leerlingen naast het opgavenboekje en het antwoordblad ook een liniaal en een kladblaadje nodig. Voor groep 6 en 7 is er een M en E afname. Voor groep 8 doen we de B afname (en dus niet de M). B8 wordt in oktober/november afgenomen. Het is de bedoeling dat de 4 modules van B8 op afzonderlijke dagen worden ingepland. •
LOVS Technisch lezen Groep 3 Het toetspakket technisch lezen bevat de toetsen Leestechniek (M3+E3) en Leestempo (E3). Er kan voor gekozen worden om pas als de kinderen bij Leestechniek uitvallen verder te toetsen met DMT en AVI. In het kader van de taalpilot nemen we echter deze testen bij alle leerlingen af. Aan de hand van oefenopgaven of oefentoets leg je de kinderen uit hoe ze te werk moeten gaan. Voorafgaand aan de toets Leestechniek behandel je de 3 voorbeeldopgaven klassikaal. De eerste drie opgaven van de oefentoets Leestempo maak je ook weer samen met de leerlingen waarna je ze 3 minuten laat oefenen. De toetsen bestaan uit 3 onderdelen waarvan de kinderen er 2 maken. Groep 4 en 5 Het toetspakket Technisch lezen voor groep 4 bevat 6 toetsen: Leestempo M, M-extra 1, M-Extra 2, E, E-extra 1, E-extra 2. Aan de hand van de oefentoets legt u uit hoe de leerlingen te werk moeten gaan. U maakt de eerste 3 opgaven samen en laat de leerlingen vervolgens zelfstandig 4 minuten oefenen. De echte toets duurt 8 minuten. De totale afnametijd zal ongeveer 20 minuten zijn. Er kan voor gekozen worden om pas als de kinderen bij Leestechniek uitvallen verder te toetsen met DMT en AVI. In het kader van de taalpilot nemen we echter deze testen bij alle leerlingen af.
•
Leestempo voor groep 6 t/m 8 (toetsroute 1) Het gaat met Leestempo niet om een pure snelheidsmeting. De toets stelt vast of een leerling dat wat hij in een bepaalde tijd gelezen heeft ook goed gelezen heeft; althans zo goed dat hij kan uitmaken dat bepaalde woorden wél in het gelezene thuishoren en andere niet. De leerlingen krijgen, afhankelijk van de groep waarin ze zitten, een bepaalde tijd om de tekst te lezen. Om achteraf vast te kunnen stellen tot wáár in de tekst een leerling gevorderd is, laten we hem woorden in de tekst onderstrepen. Alle geplaatste streepjes samen geven aan hoe ver hij gekomen is. Ieder streepje geeft een keuze aan die de leerling maakt tussen drie orthografische (wat hun spelling betreft) minimaal verschillende alternatieven: het woord dat in de tekst ‘hoort’ en twee daarvan afgeleide (foute) woorden. Beide afleiders staan voor door zwakke lezers min of meer frequent gemaakte (technisch) leesfouten. Iedere toets is in een eigen opgavenboekje opgenomen. Aan de toets gaat steeds een geïllustreerde voorbeeldtoets vooraf. Het aantal opgaven in iedere toets loopt op, van vijf in het voorbeeld bij M4 t/m negen in het voorbeeld bij M8. Naast de zes standaardtoetsen bevat het pakket zes zogenaamde extra toetsen. In paragraaf 8.1 wordt duidelijk gemaakt wanneer deze toetsen gebruikt moeten worden.
•
LOVS Drie Minuten Toets (DMT) voor groep 3 t/m 8 De normering van deze toets is gewijzigd. De toetskaarten zijn gelijk gebleven. Lezen van woordrijen op een kaart. 1 minuut per kaart. Welke kaart wanneer getoetst moet worden staat in de handleiding op blz. 11. In je toetsmap zit ook een overzicht. Bij uitval in groep 3 en 4 is er een Grafementoets en een Toets Auditieve Synthese. Bij 3x een D/E score wordt het kind ingebracht in de groepsbespreking (of 2x D/E in groep 3). Vanaf groep 5 is er een afnameschema waarin staat vermeld wanneer je na kaart 3 ook kaart 1 en 2 moet afnemen (blz. 12 in je handleiding). Bij het inleveren van de toetsscores per kaart de toetsscores aangeven en het totaal aantal gelezen woorden (alle kaarten bij elkaar opgeteld) op het reguliere toetsscoresformulier.
•
LOVS Begrijpend lezen groep 3, 4, 5, 6 en 7 De afname is verdeeld over drie toetsmodules. Afhankelijk van de resultaten van de eerste module (START) maken de kinderen één van de twee vervolgmodules. De toewijzing van deze vervolgmodules staat beschreven in de handleiding. De afnameduur is per module 40 minuten. De kinderen werken in groep 3 en 4 in een gekopieerd opgavenboekje. In groep 5, 6 en 7 werken ze met een antwoordblad. Toetsafnames: E3, M4, E4, M5, M6, M7
•
Begrijpend lezen 4 (voor groep 8) De opgaven staan in een opgavenboekje. De antwoorden komen op een antwoordformulier. Elke toets bestaat uit drie modules van elk 25 opgaven (= ±40 minuten per module). De drie modules verschillen in moeilijkheid. De eerste past bij de gemiddelde vaardigheid van de groep. Alle leerlingen maken deze module. Minder goede lezers maken vervolgens de tweede module. De betere lezers maken de derde module. (voor de toewijzing van de juiste toets zie blz. 19 van de handleiding). De meting van de vaardigheid heeft een nauwkeuriger resultaat naarmate de moeilijkheid van de opgaven beter past bij het vaardigheidsniveau van de leerlingen.
•
LOVS Studievaardigheden groep 5 en 6 De toets studievaardigheden bestaat uit twee delen en wordt in mei/juni afgenomen. Het is de bedoeling dat de afname van deel 1 en 2 op verschillende dagen wordt ingepland. De afnameduur zal per dele uitkomen op ongeveer 40 minuten (dit is een richtlijn). Voor elk kind is er een opgavenboekje, bronnenboekje (voor elke deel één) en antwoordblad nodig.
•
SCOL groep 1 t/m 8 Door de SCOL en de LeerlingSCOL(alleen bovenbouw) tweemaal per jaar voor elke leerling in te vullen, worden de ontwikkelingen van de sociale competenties gevolgd. Eerst wordt de SCOL door de leerkracht ingevuld, daarna pas de LeerlingSCOL zodat je niet beïnvloed kan worden door de ingevulde resultaten van de leerlingen.
Het eerste scoringsmoment is 6 weken na de vakantie, de tweede na de meivakantie. Het is belangrijk de in de handleiding beschreven procedure te volgen, want die zorgt ervoor dat de betrouwbaarheid van de resultaten optimaal is. Bij duobanen is het de meest zuivere manier om beiden onafhankelijk van de leerlingen de lijsten te scoren. Vervolgens bespreek je samen de scores en kom je tot een gezamenlijke score die ingevuld wordt in het programma van de SCOL. De SCOL bestaat uit 26 vragen die je in het computerprogramma kan invoeren. De vragen beschrijven telkens concreet sociaal competent gedrag. De 26 vragen zijn ondergebracht in acht categorieën. De kinderen van groep 6, 7 en 8 vullen zelf ook de leerling-scol op de computer in. Ook hier gaat het om 26 vragen in acht categorieën. Aan het einde van de vragenlijst krijgen ze een persoonlijk overzicht waarin staat waar ze goed en minder goed in zijn.
Algemene aanwijzingen: •
Controleer op tijd of je genoeg opgavenboekjes hebt. Of je genoeg boekjes (gekopieerd of origineel) hebt is de verantwoordelijkheid van de leerkracht zelf. Controleer dus niet pas op het laatste moment.
•
Als de kinderen in het boekje zelf moeten werken dan is dat in een gekopieerde versie. Als ze op antwoordbladen de antwoorden in kunnen vullen, kunnen ze met de originele boekjes werken.
•
Bekijk vooraf de inhoud van de toetsen waardoor je weet wat er aan de orde komt. Zo kan je daar met je lessen op inspelen zodat de leerlingen alles wat gevraagd wordt ook daadwerkelijk aangeboden hebben gekregen.
•
De toetsscores worden per groep ingeleverd bij de IB-er. Dus geen combinatiegroepen op 1 formulier! Je krijgt na het invoeren een uitdraai van je groep. Let er op dat nieuwe leerlingen niet onderaan de lijst worden gezet maar op alfabetische volgorde worden opgenomen in de leerlingenlijst.
•
Maak een analyse van de toetsresultaten. Aanwijzingen hiervoor staan in de handleidingen van de toetsen. Ook zijn er voor o.a. spelling en rekenen-wiskunde hulpboeken die je hier stap voor stap bij ondersteunen. Bespreek vervolgens deze analyses met de IB-er zodat er een plan opgesteld kan worden.
•
Bij D/E scores volgt altijd een analyse. N.a.v. deze analyse wordt er door de leerkracht in overleg met de IB-er een interventieperiode opgestart. Deze duurt maximaal 8 weken. Je stelt hiervoor een handelingsplan op (zie Dotcomschool voor het format).
16. planning zorg Data groeps- en leerlingbesprekingen Oktober 2011, februari 2012, juni 2012 Didactische groepsplannen, groepsplannen en handelingsplannen worden geëvalueerd en met de IB er besproken. 17.
Overlegmomenten directie, intern begeleider/leraren/ouders
18.
Consultatiemogelijkheden leraren Op de dinsdag en de donderdag is de IB-er aanwezig. De IB-ers hebben op maandag, woensdag, donderdag en vrijdag lestaken. In voorkomende gevallen zijn zij bereikbaar voor de leerkrachten.
19.
Datum groepsoverdracht In de laatste twee weken voor de zomervakantie vindt de overdracht naar de nieuwe groepsleerkracht(en) plaats.
20.
Jaarverslag (evaluatie) In november is door dhr. J. Oudeboon(onderwijskundige Proloog) een audit afgenomen. (zie verder het audit verslag). In december heeft de Inspectie van het onderwijs een Kwaliteitsonderzoek uitgevoerd.(zie inspectieverslag). Een aantal indicatoren met name op het gebied van zorg en begeleiding waren onvoldoende en de school heeft de beoordeling zwak gekregen. Hiervoor is een Plan van Aanpak opgesteld om in maart 2011 de indicatoren die als onvoldoende waren beoordeeld weer op een voldoende niveau te brengen In september 2010 is een tussenevaluatie opgesteld en hiervan heeft de inspectie een verslag opgesteld. In november 2010 heeft dhr J. Oudeboon opnieuw een audit uitgevoerd. (zie auditverslag In januari 2011 is het plan van aanpak geëvalueerd en bijgesteld (zie tussenevaluatie januari 2011) Tweemaal per jaar wordt een kwaliteitskaart met de toetsresultaten ingevuld, besproken met het team en opgestuurd naar Proloog.
Bijlage 2 Veiligheidsbeleidsplan.
De school is vanaf schooljaar 2012/2013 verplicht om incidenten te registreren. Proloog zal daarom per september 2012 op alle scholen haar registratiesysteem actualiseren. Het nieuwe registratiesysteem moet de overheid op termijn inzicht verschaffen op het aantal (gewelds)incidenten en de mate van veiligheid op de school. Het kabinet streeft ernaar dat de verplichte incidentenregistratie per 1 september 2012 in te voeren. Om een landelijk beeld te kunnen opmaken, is het noodzakelijk dat scholen op dezelfde manier incidenten registreren. Daarom worden eenduidige en duidelijke definities van verschillende incidenten gehanteerd. De geregistreerde incidenten bevatten geen persoonsgegevens, maar slechts het feit én of de betrokkene een leerling, leerkracht of een derde is. Scholen moeten zich daarbij houden aan de Wet bescherming persoonsgegevens. De registratiegegevens van de incidenten blijven in bezit van de school en zijn niet openbaar. De Inspectie van het Onderwijs krijgt wel inzage in deze gegevens tijdens haar schoolbezoek. Het veiligheidsbeleidsplan van de school kent verder de volgende elementen: - voldoende inzicht hebben in: o de beleving van sociale veiligheid door leerlingen o de beleving van sociale veiligheid door teamleden -
-
preventieve maatregelen o het zoveel mogelijk voorkomen van incidenten o het voor leerlingen en teamleden zo veilig mogelijk maken o ontruimingsplan o BHV-maatregelen curatieve maatregelen o een heldere aanpak m.b.t. adequaat optreden na incidenten
veiligheidsbeleidplan
OBS Het Palet Fl. Versterstraat 2B 8932 BR Leeuwarden Tel: 058-2124833 Email:
[email protected] Website: www.hetpaletleeuwarden.nl
1. Inleiding In de afgelopen jaren is steeds meer aandacht gekomen voor veiligheid op scholen. Het gaat dan niet alleen om het feit dat leerlingen, ouders en onderwijspersoneel veilig zijn op school, maar er zich ook veilig voelen. Proloog heeft als bestuur een aantal verantwoordelijkheden op zich genomen. In dit plan leest u hoe obs Het Palet werkt aan een zo groot mogelijke veiligheid in en rond het gebouw van de school. Het doel van schoolveiligheidsbeleid: • Duidelijkheid creëren naar alle betrokken partijen; • Een leesbaar document dat gemakkelijk te vinden is en nageslagen kan worden door leerkrachten en ouders als er vragen rijzen over hoe zaken geregeld zijn. • Verantwoording kunnen afleggen naar bestuur en inspectie. 2. Hoe ziet een veilige school eruit? Allereerst gaat het daarbij om de fysieke veiligheid. Middels een regelmatige risico-inventarisatie, een plan van aanpak, het naleven van wettelijke veiligheidsbepalingen en het maken van afspraken met leerkrachten, kinderen en ouders al dan niet naar aanleiding van incident- en ongevallenregistratie wordt hieraan gewerkt. Hierbij moet worden aangetekend dat een school nooit volledige veiligheid herbergt. Kinderen moeten zich kunnen exploreren en hebben daarbij uitdaging nodig zeker op plaatsen als een gymzaal en een speelterrein. Kinderen willen de grenzen kunnen verkennen van hun mogelijkheden. Als ieder risico wordt uitgesloten, is de uitdaging afwezig en doe je kinderen tekort. Naast fysieke veiligheid staat sociale veiligheid. Op een veilige school voelen leerlingen zich thuis. Ze komen graag naar school en voelen zich serieus genomen door de leraren. Leerlingen op een sociaal veilige school pesten niet, en dragen vanzelfsprekend geen wapens bij zich. De school tolereert geen discriminatie en seksuele intimidatie. De school gebruikt de afspraken uit het pestprotocol, een vertrouwenspersoon, er is een klachtenregeling. De kanjertraining is structureel opgenomen in het lesprogramma. Ook werkt de school samen met het Centrum voor Jeugd en Gezin en zo nodig met justitie en politie. De school gaat bestaand sociaal onveilig gedrag tegen, maar voorkomt dat gedrag ook door een actieve, positieve stimulering van sociaal gedrag door het invoeren van gedragsregels. Het veiligheidsbeleid van de school is niet alleen bedoeld om leerlingen een veilige plek te bieden. Leraren (en ander personeel) hebben vanzelfsprekend ook recht op een veilige omgeving. Geweld (fysiek en verbaal) tegen leraren is ontoelaatbaar. De verantwoordelijkheid voor een veilig schoolklimaat ligt primair bij de school zelf. Zij moeten zorgen voor een veilige (leer)omgeving voor personeel en leerlingen. Wettelijke maatregelen zijn een sluitstuk op het veiligheidsbeleid dat de school voert. De onderwijsinspectie ziet toe op de naleving van de wettelijke regels. OBS Het Palet verantwoordt zich middels haar veiligheidsbeleid.
3. Eisen Inspectie van het Onderwijs. In het toezichtskader van de inspectie is een aantal passages opgenomen dat over veiligheid op scholen gaat. De twee aspecten zijn: 1. Het pedagogisch handelen van de leraren leidt tot een fysiek en psychisch veilige en ondersteunende leeromgeving. - De leraren geven de leerlingen positieve persoonlijke aandacht. - De leraren tonen in gedrag en taalgebruik voor alle leerlingen respect. - De leraren zorgen ervoor dat leerlingen op een respectvolle manier met elkaar omgaan. - De leraren bevorderen het zelfvertrouwen van de leerlingen. - De leraren maken weloverwogen gebruik van complimenten en correcties. 2. De sfeer op school is veilig en ondersteunend voor de leerlingen. - De leerlingen tonen zich betrokken bij de school. - Het personeel toont zich betrokken bij de school. - De ouders/verzorgers tonen zich betrokken bij de school door de activiteiten die de school daartoe onderneemt.
- De leerlingen en het personeel tonen in gedrag en taal ook buiten de lessen respect voor elkaar. - De leerlingen en het personeel voelen zich aantoonbaar veilig op school. - De leerlingen, het personeel en de ouders/verzorgers ervaren dat de schoolleiding positief bijdraagt aan het schoolklimaat. In de toelichting geeft de inspectie het volgende aan: van scholen wordt verwacht dat zij een actief beleid voeren op het gebied van de sociale veiligheid voor leerlingen en personeel. 1. Indicatief daarvoor is in de eerste plaats dat de school op de hoogte is van de feitelijke situatie. Dit houdt in dat de school inzicht heeft in de beleving van de sociale veiligheid door leerlingen en personeel en incidenten die zich op het gebied van de sociale veiligheid voordoen. 2. In de tweede plaats mag van de school worden verwacht dat zij aan preventie doet. Dit houdt in dat de school een uitgewerkt veiligheidsbeleid heeft, gericht op preventie van incidenten, dat zij gedragsregels handhaaft, dat zij in het onderwijsaanbod gericht aandacht besteedt aan aspecten van sociale veiligheid en dat zij op het gebied van sociale veiligheid structureel samenwerkt met relevante ketenpartners zoals schoolmaatschappelijk werk, Centrum voor Jeugd en Gezin en GGD . 3. In de derde plaats moet de school incidenten adequaat kunnen aanpakken. Dit houdt in dat zij een uitgewerkt veiligheidsbeleid heeft, gericht op het optreden na incidenten en dat zij zorgt op de korte en langere termijn voor begeleiding van slachtoffers van incidenten. 4. Wat doet de school feitelijk aan veiligheid. De school is op de hoogte van de feitelijke situatie: Fysieke veiligheid. Eens in de 4 jaar wordt een risico-inventarisatie uitgevoerd. De directie communiceert middels een plan van aanpak over de geconstateerde risico’s (naar de m.r., het bestuur en de ouders) Regelmatig worden alle kinderen gecontroleerd op hoofdluis. De school heeft hiervoor een hoofdluisprotocol opgesteld. (behandeling is en blijft een zaak van de ouders) De school houdt incident- / ongevallen-registratie bij, alsmede een registratie van virussen; deze zal bijgehouden worden door de schoolleiding; deze is in te zien voor zover het belanghebbenden betreft. De school vangt ook kinderen op van Fier Friesland (blijf van mijn lijf huis). Dit stelt speciale eisen aan de veiligheid. Buitendeuren zijn onder schooltijd alleen van binnenuit te openen. Het schoolgebouw en de technische installaties voldoen aan de nieuwste veiligheidseisen. Sociale veiligheid. Leerkrachten laten zich informeren door ouders over de ervaren veiligheid van hun kinderen Twee maal per jaar vullen leerlingen vanaf groep 6 de SCOL vragenlijst in. Leerkrachten van alle groepen vullen deze twee maal per jaar in. Om de 2 jaar vullen de ouders een vragenlijst lijst in waarvan veiligheid een onderdeel is. Deze wordt besproken door de directie met de leerkrachten Zo nodig worden vervolggesprekken gevoerd De school houdt incident- / ongevallenregistratie bij, alsmede een registratie van virussen. Wat wordt hier geregistreerd?: Alle ongelukken waarbij een arts bij te pas komt; hetzij meteen; hetzij achteraf Alle incidenten die nadat ze op school uitgepraat zijn, nog niet opgelost zijn en waarbij anderen dan de ouders en de leerkrachten betrokken zijn,
• • • •
Alle incidenten die nadat ze op school uitgepraat zijn, verder besproken moeten worden met de ouders van meerdere kinderen. Alle incidenten waar de politie bij betrokken is. Alle incidenten waar sprake is van materiële schade. Vandalismeproblemen worden door de directie rechtstreeks met politie en meldpunt overlast van de gemeente Leeuwarden opgenomen en gemeld bij het schoolbestuur.
Wie registreert?: De schoolleiding. Leerkrachten maken een notitie in de (digitale) groepsadministratie. Hoe ziet de registratie eruit? Naast wat er gebeurd is, gaat het ook om wie de betrokkenen zijn, hoe er gecommuniceerd is en wat er zo mogelijk van geleerd zou kunnen worden Voor wie is de registratie in te zien? Voor direct betrokkenen en de schoolleiding Wat gebeurt er met de registratie? • Wordt gebruikt bij de evaluatie van dit plan (evt. aanpassing van het veiligheidsbeleid) • Kan gebruikt worden bij het invullen van de risico-inventarisatie (ARBO) • Materiaal wordt 4 jaar bewaard en dan vernietigd. Preventie: Fysieke veiligheid. Kinderen zijn onder toezicht van leerkrachten. Moderne media. De school heeft afspraken over het gebruik van mobiele telefoons en andere communicatiemiddelen in de school. Voor het maken van foto en/of video-opnames wordt aan ouders toestemming gevraagd. Voor-, tussen- en naschoolse opvang. Kinderen kunnen gebruik maken van de voor- tussen en naschoolse opvang. De verantwoordelijkheid voor deze opvang berust bij de Stichting Kinderopvang Friesland. De voor de school geldende afspraken gelden ook voor de opvang. Kinderen mogen niet van het schoolterreinterrein af. Goed en veilig gebouw. Voor het onderhoud van verbandtrommels en de controle van brandblusmiddelen is door het bestuur een contract afgesloten. Er is een ontruimingsplan dat twee keer per jaar wordt uitgevoerd. Installaties. Voor de brandmeldinstallatie is een overzichtelijk schema en dagboek (ruimte conciërge) Een gecertificeerd bedrijf (Wolter&Dros) test maandelijks de brandalarmapparatuur en dvoert het onderhoud uit. Er is een gebruikersvergunning op school i.v.m. brandveiligheid en milieuwetgeving Voor de inbraakinstallatie is een overzichtelijk schema en dagboek (ruimte conciërge) Een gecertificeerd bedrijf (Wolter&Dros) voert het onderhoud uit. De school is aangesloten op een landelijke alarmcentrale (G4S). Voor de controle, het onderhoud en storingen aan de technische installaties cv en energie heeft het schoolbestuur contracten afgesloten. Voor de controle, het onderhoud en storingen aan de lift heeft het schoolbestuur contracten afgesloten. Het schoolbestuur heeft onderhoudsafspraken gemaakt t.a.v. legionella-bestrijding. Legionellacontrole bij de gymnastiekzaal lokalen gebeurt onder verantwoordelijkheid van BV. Sport. Speeltoestellen. Er zijn onderhoudscontracten t.a.v. speeltoestellen in het speellokaal.
Eisen aan speeltoestellen OBS Het Palet gaat uit van de wettelijke regeling 'Besluit veiligheid van attractie- en speeltoestellen'. Dat besluit stelt onder andere eisen aan het ontwerp, het fabricageproces en aan onderhoudswerkzaamheden. Alle toestellen voldoen aan een veiligheidscertificaat en zijn voorzien van een gecertificeerde valbodem. Het schoolbestuur heeft een contract afgesloten voor de jaarlijkse keuring en onderhoud van de speeltoestellen. BHV. Er zijn goed opgeleide en gecertificeerde bedrijfshulpverleners. Elke 2 jaar wordt deelgenomen aan een herhalingscursus LEH en brandbestrijding. Verkeer. Voor de school is een “parkeerverbod” ingesteld, zodat leerlingen veilig het schoolterrein kunnen betreden en verlaten. Op het schoolterrein mag niet gefietst worden en er is een afgesloten fietsenstalling. Er wordt verkeersonderwijs gegeven, dat wordt afgesloten met in groep 8 een praktische en in groep 7 theoretische verkeersproef . Sociale veiligheid. • Kinderen zijn onder toezicht van leerkrachten. • Methode Kanjertraining; nadere informatie www.kanjertraining.nl. • In het zorgteam van de school is schoolmaatschappelijk werk opgenomen • Samenwerking met de GGD, centrum Jeugd en Gezin • Bindende afspraken t.a.v. surveillance, aanwezigheid in de klas (afsprakenmap) • De leerlingen kunnen gebruik maken van internet. Er worden geen “filters” toegepast. We besteden in de lessen aandacht van de gevaren van internet, email en chatten. Op het bewust zoeken naar ongewenste sites staan sancties. (zie schoolgids) Arbeidsomstandigheden. • Het gebouw en het meubilair voor de medewerkers is “arbo-proof” . • Er is taakbeleid vastgesteld en jaarlijks wordt in samenspraak met de leerkrachten een verdeling van de schooltaken alsmede een overzicht van de afwijkende werktijden vastgesteld. • Er zijn afspraken gemaakt t.a.v. de rusttijden; iedere medewerker houdt dagelijks pauze van 12:30 - 13:00 uur. • In de avonduren wordt er naar gestreefd dat (vrouwelijke) leerkrachten niet alleen op school zijn. • Er zijn duidelijke bij alle werknemers bekende afspraken t.a.v. ziekmeldingen. • Er is een contract met een gecertificeerde ARBO-dienst. Aanpak van incidenten en ongelukken. Fysiek (ongelukken) • Kleine ongelukjes worden door de aanwezige leerkracht afgehandeld . • Als er twijfel over de ernst is, wordt de bedrijfshulpverlener ingeschakeld, e.h.b.o. toegepast en zo nodig de huisarts bezocht dan wel de ambulance gebeld. Op basis van professioneel pedagogisch handelen. • Een incident is een leermoment. • Niet het kind wordt afgekeurd, maar eventueel zijn/haar gedrag . • Er wordt teruggekoppeld naar de Kanjer-afspraken die in iedere klas zichtbaar opgehangen zijn. • Er wordt gewerkt op basis van 3 partijen: slachtoffer, dader, omstanders. • Incidenten worden genoteerd en bij herhaling gecommuniceerd met ouders; dit gebeurt ook als de ernst dermate is dat ouders op de hoogte moeten worden gebracht. • Als er sprake is van pesten, worden incidenten aangepakt op basis van de uitgangspunten van de Kanjertraining.
Communicatie.
• • •
Ouders die een incident opmerken waar hun kind slachtoffer van is, nemen met de leerkracht contact op. Mocht dit onverhoeds niet tot een acceptabel resultaat leiden, dan kan de ouder contact opnemen met de directie. Leerkrachten nemen met de ouders contact op als er incidenten hebben plaats gevonden. Bij incidenten van wat grotere omvang wordt een kort verslag gemaakt t.b.v. de incidentregistratie.
Wapenbezit. Het is verboden wapens mee te nemen naar school. Dat geldt voor alles wat door de wet is verboden. Het is verboden lucifers of aanstekers mee te nemen naar school. Ouders die gevaarlijke situaties waarnemen, nemen daarover contact op met de leerkracht of de directie. Meestal zal het niet om feitelijke wapens gaan, maar om dingen waar anderen mee te verwonden zijn. Wat in die zin een wapen is, is ter beoordeling aan de leerkracht. Op overtreding staan sancties. Zo nodig wordt de politie ingeschakeld. Er is een aanname-, schorsings- en verwijderingsbeleid.
5. Regelgeving Scholen hebben te maken met huisvestingseisen uit de volgende regelgeving: • de Arbo-wet. De eisen daarin zijn onder andere gericht op een verantwoorde inrichting van het gebouw, omgang met gevaarlijke stoffen, brandveiligheid en algemene veiligheid. • het landelijk Bouwbesluit van het Ministerie van VROM. Dit richt zich op regels voor nieuwbouw en verbouw, maar ook op bestaande gebouwen. Ook voor schoolgebouwen zijn er regels opgenomen. • De gemeentelijke bouwverordening. De richtlijnen daarin verschillen per gemeente. Het Ministerie van Onderwijs vaardigt géén richtlijnen meer uit voor voorzieningen in schoolgebouwen. De gemeenten zijn verantwoordelijk voor de huisvesting van primair en voortgezet onderwijs.
6. Aansprakelijkheid Wanneer een leerling onder schooltijd een ongeval krijgt, is het afhankelijk van de omstandigheden waaronder het ongeluk gebeurde om te bepalen wie hier nu aansprakelijk voor gesteld kan worden. Als het ongeval op het terrein van de school gebeurt, of onder toezicht van de leerkracht kunnen verschillende partijen aansprakelijk zijn: De school, een leerkracht of een leerling. In deze gevallen neemt de schoolleiding contact op met het schoolbestuur hoe dit verder afgehandeld dient te worden.
7. Klachtenregeling. Sinds 1 augustus 1998 is op elke school voor primair onderwijs een klachtenregeling verplicht. Deze garandeert een zorgvuldige behandeling van klachten. Zowel leerlingen en hun ouders als personeelsleden kunnen een klacht indienen bij de klachtencommissie, onder andere over gedragingen van het personeel. Als de klachtencommissie na onderzoek de klacht gegrond verklaart, dan volgt rapportage en advies naar het schoolbestuur. Het schoolbestuur neemt vervolgens maatregelen. De volledige regeling is te vinden op de website.
8. Seksuele intimidatie. Op 28 juli 1999 is de wetswijziging bestrijding van seksueel misbruik en seksuele intimidatie in het onderwijs in werking getreden. Het schoolbestuur heeft voor al haar scholen een regeling vastgesteld. De school heeft een vertrouwenspersoon. De school stelt alles in het werk om seksuele intimidatie te voorkomen. Er zijn gescheiden toiletten voor jongens/meisjes en voor dames/heren. Alle werkruimtes zijn voorzien van doorzichtichtig glas. Er zijn gescheiden douches bij de gymzaal en zijn afspraken gemaakt voor de controle bij het douchen door manlijke of vrouwelijke leerkrachten. Het schoolgebouw heeft een overzichtelijke open structuur. Wat doet de leerkracht met signalen van ouders en/of kinderen?
Hij/zij probeert zich op discrete wijze te laten informeren en neemt contact op met de schoolleiding. Deze laat zich desgewenst adviseren door de vertrouwensarts en het schoolbestuur en in overleg wordt gehandeld. 10. Evaluatie Eens per jaar zal het beleidsplan Veiligheid besproken worden in de medezeggenschapsraad. Hierbij zal besproken moeten worden in hoeverre afspraken toereikend zijn.
bijlage 3
bijlage 4
Versie 5 juli 2011
Brinnumme r: School:
16 MB
Schooljaar:
2010-2011
Het Palet
aantal leerlingen per 1-10-2010 aantal gewogen lln per 1-10-2010 perc. gewogen lln.
194
invullen
38
invullen
19,59
Leerlingen Groep 1 aantal
% 30
lln Onderdeel getoets in t groep Taal voor kleuters 40 40 Rekenen voor kleuters 39 39 Leerlingen Groep 2 aantal
Gr. Score 68 56
norm
Aantal D+E 4 4
% D/E
streefnorm
10,00 10,26
30 30
30
lln Onderdeel getoets in t groep Taal voor kleuters 22 22 Rekenen voor kleuters 22 22 Leerlingen Groep 3 aantal
Gr. Score 78 66
norm
Aantal D+E 2 1
% D/E
streefnorm
9,09 4,55
30 30
30
lln Onderdeel getoets in t groep Rek - wisk v.a. 2008 23 23 Spelling SVS 2009 23 23 DMT 1 + 2 + 3 (versie 2009)* 23 23 Leerlingen Groep 4 aantal
Gr. Score 51 119 46
norm 39 114 33
Aantal D+E 0 1 0
% D/E
streefnorm
0,00 4,35 0,00
30 30 30
30
lln Onderdeel getoets in t groep Rek-wisk (nieuwe versie)* 17 17 Spelling SVS 2009 17 17 DMT 1 + 2 + 3 (versie 2009)* 17 17 Leerlingen Groep 5 aantal
Gr. Score 74 125 65
norm 56 123 56
Aantal D+E 0 0 2
% D/E
streefnorm
0,00 0,00 11,76
30 30 30
30
lln Onderdeel getoets in t groep Rek-wisk (nieuwe versie)* 19 19
Gr. Score 79
norm 73
Aantal D+E 1
% D/E
streefnorm
5,26
30
Spelling SVS 2009 19 DMT 1 + 2 + 3 (versie 2009)* 19 Leerlingen Groep 6 aantal
19 19
133 82
132 71
1 1
5,26 5,26
30 30
30
lln Onderdeel getoets in Gr. t groep Score Rek-wisk (nieuwe versie) 21 21 86 Spelling SVS 2009 21 21 138 DMT 3 (versie 2009)* 21 21 103 Entreetoets Groep 7 Schoolrapport correctie LG Onderdeel gecorrigeerd aantal goed Taal Rekenen en wiskunde studievaardigheden Totaal
149,3 79,4 52,9 281,3
norm 84 140 83
Aantal D+E 2 4 0
% D/E
streefnorm
9,52 19,05 0,00
30 30 30
30 norm 149,6 81,6 54,4 285,6
bijlage 5
bijlage 6
Bijlage 7
Groepsadministratie I afsprakenmap 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15.
II
Lesrooster Plattegrond Leerlingenlijst+ noodadressen/telefoonnummers (Medische) bijzonderheden van leerlingen Algemene groepsadministratie Algemene afspraken Gedragsregels Taakverdeling Vakgebieden Didactiek Differentiatie Instroom/doorstroom/uitstroom Zelfstandig werken ICT Nieuwe leerkrachten
registratiemap per vakgebied
Registratieformulieren van de methodegebonden toetsen Analyse van de toetsen Resultatenoverzicht van de Cito toetsen LVS Analyse van de toetsen
III
zorgmap Groepsplan Individueel handelingsplan Eigen leerlijn Pedagogische en didactische aanwijzingen Verslagen van de leerlingbesprekingen Verslagen van de groepsbesprekingen
IV
planningsmap 1. 2. 3. 4. 5. 5.1 5.2 6. 7. 8.
V
Lesrooster Plattegrond Leerlingenlijst+ noodadressen/telefoonnummers (Medische) bijzonderheden van leerlingen. Dagplanning planningsformulier voor groep 1-2 planningsformulier voor groep 3-8 Jaarplanning per vakgebied Jaaragenda (outlook) Toetskalender
toetsmap In de toetsmap worden bewaard: • Toetskalender • Verkorte handleiding/instructie voor het afnemen van toetsen • de handleidingen • de opgavenboekjes van de CITO toetsen De IB-ers zorgen dat de nieuwste versies beschikbaar zijn voor elke groep. De leerkracht houdt de toetsmap up to date
Bijlage 8
Dag:
Tijd
Datum:
Vak
Les
Basisgroep
Instructiegroep
08.30
13.15
Didactische groepsplannen: □ Rekenen □ □ Begrijpend lezen □ Individueel plan / ELL:
Afspraak met AB-er:
Computergebruik: Technisch lezen Spelling Opmerkingen:
ZORGZUIL Plusgroep
Analyse/evaluatie
Bijlage 9
Planning zorg schooljaar 2011-2012 week 36 38 38 39 39 44 44 45 45 46
5 September 20 22 27 29 31 Oktober 31 7 November 11 17
lesweek 1 3 3 4 4 8 8 9 9 10
Start groepsplannen/handelingsplannen gr. 1-8 Groepsbespreking gr. 5-6 en 6-7 Groepsbespreking gr. 1 en 2 Groepsbespreking gr. 8 Groepsbespreking gr. 3 en 4 Afname SCOL leerkrachtendeel gr. 1-8 Afname SCOL leerlingendeel gr. 6-8 Evalueren groepsplannen/handelingsplannen gr. 1-8 Inleveren uitdraai SCOL + Analyse Drempeltest Groep 8
47 48 48 49 49 4 5 5 6 6 6
21 29 1 December 6 8 23 Januari 30 2 Februari 7 8 9
11 12 12 13 13 16 17 17 18 18 18
Start groepsplannen/handelingsplannen gr. 1-8 Groepsbespreking gr. 5-6 en 6-7 Groepsbespreking gr. 1 en 2 Groepsbespreking gr. 8 Groepsbespreking gr. 3 en 4 Start LOVS toetsen groep 1-8 (zie afnameschema) Evalueren groepsplannen/handelingsplannen gr. 1-8 Inleveren toetsresultaten LOVS gr 1-8 + Analyses CITO Eindtoets groep 8 CITO Eindtoets groep 8 CITO Eindtoets groep 8
7 10 10 11 11 17 19 19
13 6 Maart 8 13 15 23 April 7 Mei 7
19 21 21 22 22 28 29 29
Start groepsplannen/handelingsplannen gr. 1-8 Groepsbespreking gr. 5-6 en 6-7 Groepsbespreking gr. 1 en 2 Groepsbespreking gr. 8 Groepsbespreking gr. 3 en 4 Evalueren groepsplannen/handelingsplannen gr. 1-8 Afname SCOL leerkrachtendeel gr. 1-8 Afname SCOL leerlingendeel gr. 6-8
20 21 22 22 23 23 23 24 28 30
14 24 29 31 4 Juni 5 7 15 9 Juli 21
30 31 32 32 33 33 33 34 38 40
Start groepsplannen/handelingsplannen gr. 1-8 Inleveren uitdraai SCOL + Analyse Groepsbespreking gr. 5-6 en 6-7 Groepsbespreking gr. 1 en 2 Start LOVS toetsen groep 1-7 (zie afnameschema) Groepsbespreking gr. 8 Groepsbespreking gr. 3 en 4 Inleveren toetsresultaten LOVS gr 1-7 + Analyses Evalueren groepsplannen/handelingsplannen gr. 1-8 Zomervakantie
Bijlage 10
Toetskalender schooljaar 2011-2012 (versie mei 2011)
gro taal voor kleuters (nieuw) ep 1
rekenen voor kleuters (nieuw)
M 231* jan
M 231* jan
SCOL (leerkrachtdeel)
gro taal voor kleuters (nieuw) ep 2 ordenen
31okt
M 2
23jan
E 2
04jun
M 2
23jan 31okt
E 2
04jun 07mei
M 3
23jan
E 3
04jun
M 3 M 3
23jan 23jan
M 3
23jan 31okt
E 3 E 3 E 3 E 3
04jun 04jun 04jun 04jun 07mei
M 4
23jan
E 4
04jun
M 4 M 4 M 4 M 4
23jan 23jan 23jan 23jan 31okt
E 4 E 4 E 4 E 4
04jun 04jun 04jun 04jun 07mei
SCOL (leerkrachtdeel) gro LOVS technisch lezen ep 3 LOVS DMT (en AVI) LOVS rekenen wiskunde LOVS begrijpend lezen LOVS spelling SCOL (leerkrachtdeel) gro LOVS technisch lezen ep 4 LOVS DMT (en AVI) LOVS rekenen wiskunde LOVS Begrijpend lezen LOVS spelling SCOL (leerkrachtdeel) gro LOVS technisch lezen ep 5
E 04- * M1 1* jun kinderen * gestart vóór 24 okt. E 04- ** E1 1* jun kinderen * gestart vóór 1 jan. 07- ** M1 mei kinderen gestart ná 1 jan.
LOVS (Leestechniek &) Leestempo
M 5
23jan
LOVS DMT en AVI
M 5 M 5 M 5 M 5
23jan 23jan 23jan 23jan
LOVS rekenen wiskunde LOVS spelling LOVS begrijpend lezen LOVS studievaardigheden
E 5
SCOL (leerkrachtdeel) gro LOVS technisch lezen ep 6 LOVS (Leestechniek &) Leestempo
LOVS DMT (en AVI) LOVS rekenen wiskunde LOVS spelling LOVS begrijpend lezen
31okt
M 6
23jan
M 6 M 6 M 6 M 6
23jan 23jan 23jan 23jan
LOVS studievaardigheden
LOVS DMT (en AVI) LOVS rekenen wiskunde LOVS spelling niet-werkwoorden LOVS spelling werkwoorden LOVS begrijpend lezen SCOL (leerkrachtdeel)
31okt 31okt
M 7
23jan
M 7 M 7 M 7
23jan 23jan 23jan
M 7
23jan 31okt
04jun 07mei
E 04- * Afname 6* jun met toetsboekj e "Extra" E 046 jun E 046 jun E 046 jun
E 6
SCOL (leerkrachtdeel) SCOL (leerlingdeel)
gro LOVS technisch lezen ep 7 LOVS (Leestechniek &) Leestempo
E 04- * Afname 5* jun met toetsboekj e "Extra" E 045 jun E 045 jun E 045 jun
04jun 07mei 07mei
E 04- * Afname 7* jun met toetsboekj e "Extra" E 047 jun vervalt vervalt vervalt
07mei
SCOL (leerlingdeel)
31okt
07mei 24apr
Entreetoets
gro LOVS technisch lezen ep 8 LOVS (Leestechniek &) Leestempo
LOVS DMT (en AVI) LOVS rekenen B 15-nov wiskunde 8 LOVS spelling SVS-3 niet werkwoorden SVS-3 werkwoorden LOVS begrijpend lezen Toetsen begrijpend lezen LOVS studievaardigheden SCOL (leerkrachtdeel) SCOL (leerlingdeel) Drempeltoets CITO eindtoets
M 8
23jan
M 8 M 8
23jan 23jan
M 8 M 8
23jan 23jan
M 8
23jan
M 07- * Afname 8* mei met toetsboekj e "Extra"
31okt 31okt
17-nov 789 feb
07mei 07mei
Bijlage 11
Groepsbespreking obs het Palet Groepsbespreking datum: groep: leerkracht(en):
Inventariseren van vragen en gesprekpunten.
Evalueren vorig groepsplan Zijn geplande activiteiten uitgevoerd? Zijn gestelde doelen bereikt?
Aandachtspunten voor de hele groep. N.a.v. het groepsoverzicht en evaluatie Signaleren van kinderen die extra aandacht nodig hebben. Leerling met achterstand. Leerling met leervoorsprong. Leerling met eigen leerstijl. Leerling met ‘rugzak’
Toelichting. Opmerkingen. Afspraken.
Verhelderen/aanscherpen van onderwijsbehoeften. Voor welke kinderen is het nodig of gewenst om hun onderwijsbehoeften nader te bespreken. Is het nodig om onderzoek te doen? Wie voert het onderzoek uit? Welk kind naar leerlingbespreking?
Clusteren van leerlingen met vergelijkbare onderwijsbehoeften. Hebben de betrokken leerlingen vergelijkbare onderwijsbehoeften? Leren de kinderen zo optimaal van elkaar? Is de clustering haalbaar qua klassenmanagement?
Opstellen van een nieuw groepsplan. Op basis van de vorige gesprekspunten worden aandachtspunten en handvatten verzameld voor het opstellen van een nieuw groepsplan. Begeleidingsvraag van de leerkracht(en) Hoe richten we begeleiding in? Wie en hoe? Aanmelding leerlingbespreking. Welke begeleidingsvraag heeft de leerkracht? Verzamelen van gegevens van deze leerling. Gesprek met de ouders. Externe instanties.
Leerkracht; Datum: Handtekening:
Intern begeleider; Datum; Handtekening:
Bijlage 12
Individueel Handelingsplan Specifiek: Wat is het probleem, wat is de beginsituatie? Analyse
S: Beginsituatie en behaalde (toets)resultaten
Meetbaar: Wat is het doel? Concreet en in meetbare termen. na te streven einddoel
na te streven tussendoelen
Accountable:
Wie doet wat, welke persoon is waar verantwoordelijk voor? Leraar, remedial teacher, klassenassistent, ouders
Wie Betrokken leraren
Externe deskundigen Orthopedagoog, Logopedist fysio e.d. Assistentie RT, LIO’er onderwijsassistent e.d. Hulp van ouders Huiswerk trainingen
wat
wanneer
waar
Realistisch: Middelen, organisatie, waar houd je rekening mee? Aanpak, belonen, motiveren? Middelen op korte termijn Voorwaardelijk succesfactoren
Pedagogisch- didactische aanpak m.b.t. de sociaal-emotionele ontwikkeling.
Tijdpad: wanneer en met wie evalueren, is er een tussenevaluatie, is er een vervolg Met wie overleggen en/of evalueren Bijvoorbeeld: Collega leraar, remedial teacher, intern begeleider, externe deskundige, ouders, Leerling zelf (evt. bij contractonderwijs)
wanneer
middelen
Evaluatie (na 4 weken programma zo nodig bijstellen) Toetsscores: Proces leerling: Aanbevelingen: Vervolgafspraken
Evaluatie (na 8 weken) Toetsscores: Proces leerling: Aanbevelingen: Vervolgafspraken
Handtekening (voor gezien) ouders Datum:
Handtekening leraar Datum:
Verslaggeving door:
Bijlage 13
Eigen leerlijn (ELL: elk half jaar opnieuw invullen). Naam leerling: Geboortedatum: Adres: Telefoonnummer: Leraar of leraren Intern begeleider: Vakgebied(en): Groep: DL: Volgnummer eigen leerlijn: Periode: Datum:
S: Wat is het probleem (probleemstelling) Verklaring / belemmering / handicap / reden eigen leerlijn:Ontwikkeling bij rekenen stagneert ernstig!! Uit het psychologisch onderzoek van ….. blijkt dat …….. Bij ……………….is ……………geconstateerd. Deze ELL alleen maken voor leerlingen die naar verwachting de kerndoelen in groep 8 helemaal niet kunnen halen. S: Beginsituatie / toetsresultaten Huidige niveau / leerprestaties / wat is er tot nu toe gedaan? / Beknopt aangeven en eventueel verwijzen naar HP, verslagen onderzoek en stukken in leerlingendossier / feitelijke informatie met data.
M: Ontwikkelperspectief en doelen voor de volgende periode ( tot ….) Ontwikkelperspectief van de leerling (het te verwachten niveau aan het einde van groep 8) Dit hoeft alleen uitgewerkt te worden voor die vakgebieden waar problemen mee zijn. Maximaal vier vakgebieden uitwerken: R&W, BL,TL en SVS. Tussendoel februari (ELL per vakgebied aangeven) Tussendoel juni. (ELL per vakgebied aangeven)
Toetsgegevens groepen tot nu toe (= zwarte inkt) Streefdoelen (= in rode inkt)
Peiode Toets ?? DL datum toetsafname R&W
BL
TL - DMT
SVS
E4 M4?
M5 M4?
E5 E4?
M6 E4?
E6 M5?
M7 M5?
E7 E5?
M8 M6?
E8 E6?
DLE: v.sc: A/E DLE: v.sc: A/E DLE: v.sc: A/E: DLE: v.sc: A/E
DLE: v.sc: A/E DLE: v.sc: A/E DLE: v.sc: A/E: DLE: v.sc: A/E
DLE: v.sc: A/E DLE: v.sc: A/E DLE: v.sc: A/E: DLE: v.sc: A/E
DLE: v.sc: A/E DLE: v.sc: A/E DLE: v.sc: A/E: DLE: v.sc: A/E
DLE: v.sc: A/E DLE: v.sc: A/E DLE: v.sc: A/E: DLE: v.sc: A/E
DLE: v.sc: A/E DLE: v.sc: A/E DLE: v.sc: A/E: DLE: v.sc: A/E
DLE: v.sc: A/E DLE: v.sc: A/E DLE: v.sc: A/E: DLE: v.sc: A/E
DLE: v.sc: A/E DLE: v.sc: A/E DLE: v.sc: A/E: DLE: v.sc: A/E
DLE: v.sc: A/E DLE: v.sc: A/E DLE: v.sc: A/E: DLE: v.sc: A/E
Opvallende zaken n.a.v. analyse leer- ontwikkelingsproces
Beschermende factoren: -
goede werkhouding score C op …. concentratie verwerkingssnelheid
Risicofactoren: -
snel vermoeid -zwakke concentratie wisselende prestaties veel ziek /afwezig kleine woordenschat
Onderwijsbehoeften -
maatjes leren - verlengde instructie - veel aanmoedigen - korte opdrachten - minimum programma - rustige werkplek - inspanning en ontspanning afwisselen - extra oefentijd - toetsen op maat
ART Rekenen Methode: …………………… Boek + software
Planning periode februari 2010 t/m juli 2010 Planning en inhoud Wat / wat niet Planning toetsen
Tussendoel juli 2010 Methode: CITO: Proces: Motivatie/ werkhouding: Spelling Methode/ aanpak
Planning en inhoud
Tussendoel juli 2010 Methode: CITO: Proces: Motivatie/ werkhouding: Begrijpend lezen Methode/ aanpak
Planning en inhoud
Tussendoel juli 2010 Methode: CITO: Proces: Motivatie/ werkhouding: DMT Methode/aanpak
Planning en inhoud
Tussendoel juli 2010 Methode: CITO: Proces: Motivatie/werkhouding:
Organisatie / wie /wat Org. Weektaak Verlengde instructie Oefenen op computer
tijd Wanneer: tijdens weektaak
Evaluatie Datum: Met wie: Doel bereikt: Verloop proces: Aanbevelingen: Afspraken: Organisatie/ wie /wat
tijd
Evaluatie: Datum: Met wie: Doel bereikt: Verloop proces: Aanbevelingen: Afspraken Organisatie wie /wat
tijd
Evaluatie Datum: Met wie: Doel bereikt: Verloop proces: Aanbevelingen: Afspraken: Organisatie wie /wat
tijd
Evaluatie: Datum: Met wie: Doel bereikt: Verloop proces: Aanbevelingen: Afspraken:
Extra tussenevaluatie april/mei 2010 (periode van 8 weken) PPAA-model R&W SVS BL Toetsscores/ methode toetsen/ aanpak/ resultaten
TL
Proces leerling: (motivatie, inzet werkhouding) en evt. contextfactoren Aanbevelingen en aanknopingspunten vervolgperiode
Afspraken vervolgtraject tot juli 2010
Evaluatie van de gerealiseerde doelen (deze vergelijken met de streefdoelen) Periode E4 M5 E5 M6 E6 M7 E7 M8 Toetsen DL datum toetsafname R&W
BL
TL - DMT
SVS
DLE: v.sc: A/E DLE: v.sc: A/E DLE: v.sc: A/E: DLE: v.sc: A/E
DLE: v.sc: A/E DLE: v.sc: A/E DLE: v.sc: A/E: DLE: v.sc: A/E
DLE: v.sc: A/E DLE: v.sc: A/E DLE: v.sc: A/E: DLE: v.sc: A/E
DLE: v.sc: A/E DLE: v.sc: A/E DLE: v.sc: A/E: DLE: v.sc: A/E
DLE: v.sc: A/E DLE: v.sc: A/E DLE: v.sc: A/E: DLE: v.sc: A/E
DLE: v.sc: A/E DLE: v.sc: A/E DLE: v.sc: A/E: DLE: v.sc: A/E
DLE: v.sc: A/E DLE: v.sc: A/E DLE: v.sc: A/E: DLE: v.sc: A/E
Opvallende zaken n.a.v. analyse leer- ontwikkelingsproces
Handtekening ouder Datum: 10 - 01 - 2011-
Handtekening leraar Datum:
DLE: v.sc: A/E DLE: v.sc: A/E DLE: v.sc: A/E: DLE: v.sc: A/E
E8
DLE: v.sc: A/E DLE: v.sc: A/E DLE: v.sc: A/E: DLE: v.sc: A/E