Jaarverslag 2014

www.wvoranje.nl

Jaarverslag 2014

1

COLOFON

Stichting Willem van Oranje De Gaard 4 5146 AW, Waalwijk T. 0416 - 333 069 [email protected] wvoranje.nl Juliana van Stolbergschool Woeringenlaan 20 5144 CJ, Waalwijk T. 0416 - 332 287 julianavanstolbergschool.nl Daltonschool SBO De Leilinde Kasteellaan 41 5256 GV, Oudheusden T. 0416 - 339 483 deleilindesbo.nl Willem van Oranje College Waalwijk De Gaard 4 5146 AW, Waalwijk T. 0416 - 333 069 pr.het-willem.nl Willem van Oranje College Wijk en Aalburg Perzikstraat 7 4261 KC, Wijk en Aalburg T. 0416 - 691 722 pr.het-willem.nl Vormgeving & productie Reprovinci Achterwetering 31 2871 RK, Schoonhoven T. 0182 - 384 233 [email protected] reprovinci.nl Fotografie marcoversteeg.nl Shutterstock.nl

2

JAARVERSLAG 2014 | STICHTING WILLEM VAN ORANJE

Inhoud

www.wvoranje.nl

Colofon......................................................................................................................................................................... 02 Inhoud........................................................................................................................................................................... 02

Voorwoord..................................................................................................................................................................... 05

Locaties........................................................................................................................................................................ 06 01. Wie zijn wij ?................................................................................................................................................................. 08 02. Verantwoording prestatie box 2014.............................................................................................................................. 12 03. Van Raad van Toezicht................................... �� 17 04. Onderwijsprestaties PO Daltonschool SBO De Leilinde �� 18 05. Waar staat Daltonschool SBO De Leilinde in 2014?........... �� 20 06. Onderwijsprestaties PO Juliana van Stolbergschool........................... �� 24 07. Waar staat Juliana van Stolbergschool in 2014? �� 26 08. Verantwoording GMR................................................................................................................................................... 29 09. Onderwijsprestaties VO Willem van Oranje College Waalwijk.................. �� 30 10. Waar staat Willem van Oranje College Waalwijk in 2014?............. �� 34 11. Onderwijsprestaties VO Willem van Oranje College Wijk en Aalburg �� 38 12. Waar staat Willem van Oranje College Wijk en Aalburg in 2014? �� 42 13. Verantwoording MR Willem van Oranje College �� 44 14. Personeel..................................................................................................................................................................... 46 15. Financiële verantwoording........................................................................................................................................... 52 16. Continuïteitsparagraaf................................................................................................................................................. 62

3

4


Voorwoord “Wie ontmoet, bereikt meer…” is het motto van onze Stichting. Met dit motto willen we aangeven dat we interesse hebben in de ander en dat we de overtuiging hebben dat je samen meer bereikt dan in je eentje. Dat geldt voor leerlingen, ouders, maar ook voor scholen. Als Protestants-Christelijke school hebben we onze overtuiging vorm gegeven in een merkbelofte, geformuleerd in drie vragen: 1. Waar geloven we in? 2. Hoe kijken we naar de wereld? 3. Wat willen we betekenen voor leerlingen en ouders? “Wij geloven dat mensen een geschenk zijn van God en dat in de ontmoeting met elkaar groeikansen zijn in vertrouwen, hoop en liefde” In het voorliggende jaarverslag en jaarrekening 2014 presenteren wij wat we het afgelopen jaar bereikt hebben en geven we ook een doorkijkje naar de volgende jaren en de risico’s naar de toekomst. Het jaar 2014 is het voorlaatste jaar waarin ons strategisch beleidsplan afloopt. In 2014 werden onze eigen ambities gevoed door sectorakkoord PO en VO en de PO- en VO-agenda. Kernambitie is het vormgeven van een krachtige leeromgeving om enerzijds te komen tot goede leerprestaties en rendement en anderzijds te komen tot ontplooiing van talenten bij kinderen en personeel. Om deze ambitie te realiseren hebben we in navolging van Marzano ingezet op vier strategievelden: Onderwijs, Personeel, Organisatie en Omgeving. Er zijn diverse ontwikkelingen geweest en er zijn verbeteringen ingezet op schoolniveau, leraarniveau en leerlingniveau.

Op leerlingniveau is meer aandacht gekomen voor betrokkenheid van thuis en ondersteuning bij huiswerk of extra ondersteuning in het kader van Passend Onderwijs door middel van een zorgen opvanglokaal, autismespecialist, Remedial Teaching en tevredenheid. Met de eenmalige financiële impuls uit de Herfstakkoorden hebben we een investeringsprogramma opgezet dat gericht is op versterking van onderwijsprogramma’s, excellentie en digitalisering. De toenemende vraag naar maatwerk geformuleerd in de termen ‘gepersonaliseerd leren’ en ‘Passend Onderwijs’ vraagt veel tijd en inzet van docenten en ondersteunend personeel en nieuwe organisatievormen. We dienen te waken voor een te hoge druk op de organisatie en de werkdruk en werkdrukbeleving ven personeel in balans te brengen met vereisten en ambities. In onze opdracht voelen wij ons als bestuur, directie en personeel gedragen en geïnspireerd door Jezus Christus, die in woord en daad het leven en zo ook ons werk dagelijks betekenis geeft. Namens het College van Bestuur,

L. van Duijn voorzitter College van Bestuur

J.M. de Bruin lid College van Bestuur

Op schoolniveau is in 2014 ingezet op professionaliteit (lerarenbeurs), op verhoging van het percentage bevoegde docenten, op een veilige en ordelijke omgeving, op betrokkenheid van ouders door ouderplatforms en stakeholdermanagement en op horizontale verantwoording (www.scholenopdekaart.nl). Op leraarniveau hebben we in 2014 de kwaliteit in de klas met betrekking tot didactische aanpak, klassenmanagement en feedback benadrukt.

5

Locaties Gorinchem

Brakel

Rijswijk Poederoijen

Andel Giessen Waardhuizen

Veen

Almkerk

4 Wijk en Aalburg

Babyloniënbroek Genderen Dussen

Eethen Meeuwen

1 3 Waspik

Waalwijk Sprang-Capelle

6


Kaatsheuvel

Stichting Willem van Oranje vertegenwoordigt: BASISONDERWIJS 1

Juliana van Stolbergschool Woeringenlaan 20 5144 CJ, Waalwijk T. 0416 - 332 287 julianavanstolbergschool.nl SPECIAAL BASISONDERWIJS

2

Daltonschool SBO De Leilinde Kasteellaan 41 5256 GV, Oudheusden T. 0416 - 339 483 deleilindesbo.nl VOORTGEZET ONDERWIJS

Zuilichem

Nieuwaal

Zaltbommel Gameren

3

Aalst

Bruchem

Willem van Oranje College Waalwijk De Gaard 4 5146 AW, Waalwijk T. 0416 - 333 069 pr.het-willem.nl

Kerkwijk

4

Nederhemert

Willem van Oranje College Wijk en Aalburg Perzikstraat 7 4261 KC, Wijk en Aalburg T. 0416 - 691 722 pr.het-willem.nl

Ammerzoden Hedel

2 Oudheusden

Elshout

Haarsteeg

Vlijmen Nieuwkuijk Drunen

Scholen worden in schoonmaak ondersteund door Willem van Oranje Facilitairbedrijf B.V.

7

01

Wie zijn wij ?

DE OPBOUW VAN ONZE ORGANISATIE RAAD VAN TOEZICHT COLLEGE VAN BESTUUR SECRETARIAAT COLLEGE VAN BESTUUR

AFSTEMMINGSOVERLEG MET STAFORGANISATIE

- BEDRIJFSVOERING - FINANCIËN - PERSONEEL - ICT

GMR PO

LOCATIE DIRECTIE

LOCATIE DIRECTIE

MR PER SCHOOL

MR VO


WVOC WAALWIJK

BESTURINGSFILOSOFIE We hanteren het principe van verantwoordelijkheid diep in de organisatie leggen. We doen dit door op ieder niveau in de organisatie ruimte te geven voor eigen inrichting en uitvoering van beleid. Dat geldt voor scholen, voor teams en voor vaksecties/docenten. De centraal geformuleerde en afgesproken ambities als maatwerk in zorg en excellentie, horizontale verantwoordelijkheid, systematisch werken prestatieverbetering van leerlingen,

WVOC WIJK EN AALBURG

KERNDIRECTIE VO

SBO DE LEILINDE

JULIANA VAN STOLBERGSCHOOL

KERNDIRECTIE PO

MISSIE EN VISIE: WIE ZIJN WE, WAT DOEN WE EN HOE EN WAAROM DOEN WE DAT? De Stichting Willem van Oranje is een Protestants-Christelijke stichting die handelt vanuit het Evangelie. De scholen begeleiden leerlingen op weg naar volwassenheid. De school is daarbij een proeftuin waar geleerd wordt verantwoorde keuzes te maken. Samen leren, samen leven, samen leren samenleven in een samenleving met Messiaans perspectief. Leerlingen worden gestimuleerd te leren in een krachtige leeromgeving die hen de beste kansen biedt om hun talenten te ontplooien. Zij verwerven competenties die nu en straks bruikbaar zijn in leefsituatie, maatschappelijk verkeer en beroepsuitoefening. Om onze missie en visie te realiseren, hebben we aandacht voor sturing, voor toezicht en voor opbrengsten.

8

STAFORGANISATIE

uitdagend onderwijs en educatief partnerschap worden in alle plannen en persoonlijke ontwikkelingsplannen uitgewerkt naar indicator en beoogd resultaat. De Stichting Willem van Oranje hanteert de Code Goed Bestuur van het primair en voortgezet onderwijs, de Raad van Toezicht werkt volgens het Policy Governance model van John Carver. WAAR WILLEN WE NAARTOE - ONZE STRATEGISCHE DOELSTELLINGEN IN 2014 PER STRATEGIEVELD De ontwikkelingsrichting is opgenomen in ons strategisch beleidsplan en behandelt onze vier strategische velden: Onderwijs (Leren), Personeel, Organisatie en Omgeving. Het strategisch beleidsplan gaf voldoende input om voor 2014 een diversiteit aan doelen te realiseren, daarbij moet een balans gezocht worden in strategische keuzes. De scholen stellen jaarplannen op en formuleren daarin de doelen die uit de gemaakte keuzes voortvloeien. Het College van Bestuur bewaakt dat de scholen in te realiseren doelen niet te ver uit elkaar gaan lopen. ONDERWIJS Onze ambitie is om vorm te geven aan een krachtige leeromgeving. Onder een krachtige leeromgeving wordt verstaan: een leeromgeving waarin de talenten van leerlingen naar boven

worden gehaald en ontwikkeld die gericht zijn op het behalen van een waardevol diploma of uitstroom-kwalificatie en sociale vorming. De krachtige leeromgeving moet een stimulerende uitwerking hebben op de ontwikkeling van het kind en personeel. Ons onderwijsaanbod moet de leerling uitdaging bieden en inspelen op ontwikkelingen in het vervolgonderwijs en samenleving. Er is in 2014 sprake geweest van verdere actualisatie van programma’s, leerlingen en docenten zijn gestimuleerd om onderwijs meer uitdagend te maken. Opbrengsten en resultaten gaan verder dan alleen de cognitieve vorming. Ons onderwijs draagt ook bij aan de persoonsvorming en de beroepsvorming van onze leerlingen. Zo worden beter presteren, betere doorstroming en betere toerusting voor de maatschappij niet alleen uitgedrukt in ‘economische’ cijfers, maar ook beschreven in de kwaliteitsaspecten als sociale veiligheid, sociale empathie en respect. Scoren op onze kernwaarden, gevoed door onze Christelijke identiteit, hoewel moeilijk meetbaar, zal voor ons een ambitie blijven. Dit komt ook terug in de tevredenheidsenquêtes. De invoering van Passend Onderwijs heeft in 2014 geleid tot een inventarisatie en inrichting van ons ondersteuningsaanbod. Voor de scholen zijn ondersteuningsplannen opgesteld in relatie tot het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband. Aan ouders is duidelijk gecommuniceerd wat wij als Passend Onderwijs wel en (nog) niet kunnen aanbieden. Als er met extra ondersteuning een diploma op onze scholen te behalen is, dan wordt er een ontwikkelingsperspectief voor de leerling opgesteld en een arrangement samengesteld dat de leerling in staat stelt een succesvolle schoolloopbaan te volgen. Maatwerk leveren is niet alleen voor de leerling met een leer- of gedragsprobleem, maar ook voor de hoogbegaafde leerling. Individuele leerlijnen zullen ontworpen worden, passend binnen de organisatiestructuur van de school. PERSONEEL Onze ambitie is dat vakmanschap zich ontwikkelt naar meesterschap en dat op alle niveaus medewerkers bevoegd en bekwaam zijn. Onder vakmanschap en meesterschap verstaan we personeel dat initiatief neemt en ondernemend gedrag vertoont, de kunst verstaat zich te richten op prestaties, verschillen respecteert en hiernaar kan handelen, cultuurdrager wil zijn en verantwoording durft af te leggen aan zichzelf en aan relevante betrokkenen. Het bewust zijn van de eigen voorbeeldfunctie, invulling geven aan de Christelijke identiteit, omgaan met verschillen en dat laten zien en kunnen motiveren aan relevante betrokkenen zoals leerlingen, de ouders/verzorgers, de collega’s, de directie en het bestuur. In de ontwikkeling van het personeel blijft de wet BIO voor ons een richtlijn voor de ontwikkeling van de benodigde competenties. Het in kaart brengen van de eigen ontwikkeling is als uitgangspunt genomen voor het meerjarig professionaliseringsbeleid. Het formuleren van eigen professionaliseringdoelen wordt vanuit de resultaat ontwikkelingsgesprekken gevoerd. We constateren voor 2014 dat professionalisering nog onvoldoende structureel is ingebed. Eigenaarschap van eigen ontwikkeling vormt onze nieuwe uitdaging. Verantwoordelijkheid voor de eigen ontwikkeling strekt zich ook

uit naar verantwoordelijkheid voor eigen werkdruk en werkdrukbeleving. Een werkgroep vanuit de PMR heeft onder leiding van een deskundige een serie ‘tools’ voorgesteld om werkdruk bespreekbaar te maken en om te zorgen voor een goede balans tussen werk en rust. In het gehanteerde model ‘van werkdruk naar balans’ heeft ook de organisatie als werkdrukgenererende instelling een plek gekregen. Ambitie is om de organisatorische werkdruk te verlagen. In 2015 zal het werk zijn voltooiing krijgen. Strengere eisen met betrekking tot het bevoegd geraken, hebben geresulteerd in een hoger percentage bevoegde docenten. De lerarenbeurs heeft hierbij stimulans gegeven dat docenten hun bevoegdheid hebben behaald, zich hebben verbreed of een eerste graad bevoegdheid hebben behaald. Eind 2014 is een onderzoek opgestart wat zich richt op het vergroten van flexibiliteit, kwaliteit en dienstverlening van het onderwijsondersteunend personeel (OOP). Er is een persoonlijke talentschouw geweest en een klankbordgroep is opgericht. Doelstelling van dit onderzoek is dat het OOP zich ontwikkelt naar een moderne, ondersteunende organisatie. In 2015 zal het onderzoek zijn concrete uitwerking krijgen waarbij ingezet wordt op efficiënter werken (o.a. optimaal inrichten van processen, functies en taakverdeling), het vergroten van talentbenutting en stimuleren van ontwikkeling van eenduidige aansturing en een meer samenwerkende cultuur. Het verzuimprotocol is herzien en opgenomen in de gesprekkencyclus om, waar nodig, verzuim structureel bespreekbaar te maken. In 2014 hebben we door hun overlijden afscheid moeten nemen van twee zeer gewaardeerde personeelsleden uit onze organisatie, de heer A. Christ, conciërge en drukker. Vele jaren was hij een dragende kracht in onze school, ook in de sfeer van muziek en begeleiding, hij was enkele jaren ook muziekdocent. In Wijk en Aalburg is de heer J. van Hemert na een ziekbed overleden. Hij was als roostermaker en docent bouwkunde jarenlang de organisator van vele onderwijsactiviteiten op onze school. Beiden zijn wij veel dank verschuldigd. ORGANISATIE De ambitie in 2014 van de Stichting Willem van Oranje was om de bedrijfsvoering zo in te richten dat de kwaliteit van de bedrijfsvoering, besluitvorming en interne financiële beheersing een garantie zijn voor de continuïteit van de Stichting en het realiseren van haar ambities. In 2014 heeft het college van bestuur, medewerkers staf en directeuren VO in gezamenlijkheid de financiële leergang Financieel leiderschap VO gevolgd om vanuit gezamenlijkheid beleid, bedrijfsvoering, besluitvorming en financiële doelen met elkaar te verbinden. In 2014 hebben we het professioneel statuut opnieuw besproken en helder gemaakt wat in de beleidsvoorbereidende lijn met betrekking tot onderwijs en personeel de betrokkenheid van onderwijzend en onderwijsondersteunend personeel is. De procedures in besluitvorming liggen vast in de (G)MR-reglementen. Met betrekking tot de vaksectieorganisatie is geconstateerd dat versterking van de vaksectieleider en plangericht werken moet worden verbeterd. Dat krijgt een vervolg in 2015.

9

De oprichting Willem van Oranje Facilitairbedrijf B.V. heeft geleid tot werving van eigen schoonmaakpersoneel en begeleiding daarvan. Grotere betrokkenheid van eigen personeel leidde in 2014 tot betere schoonmaakresultaten en meer dienstverlening met betrekking tot schoonmaak. 2014 is ook het jaar geweest waarbij een nieuwe cao-VO en een nieuwe cao-PO is afgesloten. Late berichtgeving zorgde ervoor dat in 2014 veel voorlichting is gegeven aan het personeel over de essentie van de cao, met name insteek rondom duurzame inzetbaarheid, regulatie van werkdruk en het nemen van eigen beslissingen voor de persoonlijke loopbaan. De Werkkostenregeling is in 2014 voorbereid en ter instemming neergelegd bij personeel (MR) en zal in 2015 worden geeffectueerd. OMGEVING Onze ambitie is om het Protestants-Christelijk basis- en voortgezet onderwijs in onze regio te behouden en te versterken. Met waardengericht Christelijk onderwijs willen wij in onze regio een onderscheidende positie blijven uitdragen. Een goede relatie met de omgeving is essentieel voor je voortbestaan als school. Daartoe gaan we verbindingen aan met collega schoolbesturen en universiteiten en instellingen als kerken, kinderopvangorganisaties en bedrijfsleven. Onze leef- en leergemeenschap staat ergens voor en gaat ergens voor. Bij aanmelding vragen wij ouders/verzorgers onze vorm van Christelijk onderwijs te respecteren. Daarom maken we duidelijk wat wij bedoelen met respecteren (respecteren moet je leren) en hebben we onze waarden geformuleerd in merkbeloften. Een nieuwe ontwikkeling op directie- en bestuursniveau is het uitwerken van ‘stakeholder’-management. Stakeholders kunnen vanuit hun belangen invloed uitoefenen op het beleid en de activiteiten van de schoolorganisatie en andersom. Bewustwording van de belangrijkste stakeholders in relatie tot het strategisch en operationeel beleid is essentieel. Het geeft inzicht in risico en inzicht in kansen waarmee de schoolorganisatie te maken krijgt. Een versterkt contact met de omgeving en ouders heeft ook vorm gekregen in het installeren en uitbreiden van ouderplatforms in het voortgezet onderwijs en de ouderraad ‘omgeving van de school’ in het basisonderwijs, gericht op de natuurtuin en duurzaam tuinieren. Ook het basisonderwijs verantwoordt zich via Scholen op de kaart. Zowel basisonderwijs als voortgezet onderwijs verantwoorden zich via www.scholenopdekaart.nl. AGENDA VOOR DE TOEKOMST WAAR STRATEGISCH NAAR TOE? In alle ambities die we zelf hebben en die vanuit de samenleving, via bestuursakkoorden VO en PO, VO agenda 2014-2020), leraar 2020 en CAO’s op ons afkomen, is een strategie waarin de goede dingen worden gedaan essentieel. Ook is essentieel dat er verbinding plaatsvindt tussen de verschillende strategievelden. Van belang is om de risico’s helder te maken die te maken hebben met de gekozen strategie. Strategisch zullen we ons richting 2020 ontwikkelen met uit-

10


gangspunten van het bestuursakkoord PO (4 actielijnen) en 5 thema’s beschreven in de VO agenda 2014-2020. 1. TALENTONTWIKKELING DOOR UITDAGEND ONDERWIJS In het onderwijsaanbod, het primaire leerproces, staat de leerling centraal. Een goede observatie en signalering van leerprestaties moet gevolgd worden door adequaat onderwijsaanbod. Het in personeelsbeleid centraal zetten van de docent en onderwijsondersteunend personeel zal hierbij prioriteit krijgen. Daarbij zal de organisatie mechanismen ontwikkelen die interne en externe druk reguleren om zowel werkdruk bij personeel als leerlingen serieus en inzichtelijk te maken. Het benutten van talenten moet binnen werkbare grenzen plaats kunnen vinden. 2. DOORGAANDE ONTWIKKELLIJNEN TEN DIENSTEN VAN DE MAATSCHAPPIJ Naast het vergroten van marktaandeel zal het bestuur in haar streven naar schaalvergroting zoeken naar versterking en verbinding in het basisonderwijs. Lopend onderzoek naar zinvol samengaan van Protestants-Christelijk onderwijs zal moeten leiden tot risicospreiding en handhaving of flexibilisering van werkgelegenheid. Eventuele leegstand van lokalen zal door samengaan met andere partners worden bestreden. Schoolgebouwen zullen in de toekomst onderwijscentra blijven, maar wel een meer divers karakter en wellicht ook multifunctioneel. De zoektocht waarin scholen binnen Stichting Willem van Oranje nog meer hun maatschappelijke meerwaarde kunnen tonen, is de uitdaging. 3. EEN BREDE AANPAK VOOR DUURZAME ONDERWIJSVERBETERING De krimp in de regio zal zich de komende jaren duidelijk manifesteren. Onze doelstelling is ons marktaandeel te behouden door verbetering van kwaliteit van onderwijs maar ook door een bewuste verbetering van de communicatie met onze omgeving, waardoor er versterkte binding ontstaat tussen school en omgeving: te beginnen bij de leerlingen en ouders en verder uit te bouwen met bedrijven, collega-scholen en vervolgopleidingen. Een bewust stakeholdermanagement zal vorm worden gegeven. 4. PROFESSIONELE SCHOLEN Voor de verbetering van onze basiskwaliteit zullen we allereerst doorgaan met het gedegen analyseren van behaalde resultaten en daaraan ten grondslag liggende onderwijsprocessen. Het leren van ‘evidence based’ werken vraagt om een PDCA-cyclus binnen alle geledingen. Naast professionaliseren van personeel, zal dus ook aandacht besteed moeten worden aan professionalisering van de organisatie(vormen). De vernieuwing van de onderwijstijd geeft de ruimte om zowel voor leerling als organisatie ruimte te scheppen. Wijziging in onderwijsaanbod en lessentabel hangt mede samen met werkgelegenheid en dit samen met het loslaten van het oude onderwijstijd-denken zal nog voor de nodige discussie leiden. Op alle niveaus zullen we in verband met afgesproken kwaliteit verantwoording moeten afleggen voor zowel processen als resultaten. Dit dient te gebeuren in een professionele sfeer, waarbij ieder personeelslid op zijn ‘professional zijn’ zal worden aangesproken. Heldere formuleringen met betrekking tot kenmerken en verwachtingen van ons als professionals zal de basis vormen voor individuele verantwoordelijkheid en verantwoording.

5. DIGITALISERING Meer digitalisering In 2014 is met ICT een implementatieplan gemaakt waarin het onderwijsproces en bedrijfsproces voor de komende twee jaar is uitgewerkt. In dit kader is ook het methodekeuze- en leermiddelen beleid herzien. De toegankelijkheid van zowel lesmateriaal als schoolactiviteiten is door nieuwe communicatiemiddelen sterk verbeterd. Door inzet van instructieve filmpjes en apps in de lessituatie ondersteunt dit het leerproces van de leerling. Dit vergt wel de nodige aandacht van zowel de docent als de school als de leerling en ouders/verzorgers.

Passend Onderwijs organisatorisch is voor 2015 een uitdaging. Schoolondersteuningsplannen zijn opgesteld. De krachtige leeromgeving wordt steeds meer een leeromgeving op maat In 2014 hebben we in verband met de nieuwe aanbestedingsperiode leermiddelen een leermiddelenbeleid ontwikkeld. In dat beleid staat de docent als ontwerper van de krachtige leeromgeving centraal, maar zal in verband met uitdagende lessen en maatwerk vaardigheden vragen op digitaal leermiddelenterrein en zo staat hier ook de docent als regisseur van het leerproces centraal.

Digitalisering slimmer inzetten Flipping the Classroom wordt uitgevoerd. In het basisonderwijs is het rekenonderwijs zodanig gedigitaliseerd dat leerlingen en docent na verwerking een analyse kunnen opvragen van de sterke en zwakke punten van een leerling. De individuele analyse geeft direct mogelijkheden voor verbeteringen. In het voortgezet onderwijs zijn we nog niet zo ver. Er is een samenwerkingsovereenkomst in de maak met Ricoh om tot digitaal leren te komen met individuele feedback. 6. SAMENWERKINGSVERBAND EN PASSEND ONDERWIJS De financiering door het samenwerkingsverband en de daling van het aantal VSO-leerlingen en LWOO-leerlingen leidt tot een krappere financiering, hetgeen ons zorgen baart. Ook de inzet van de ambulante begeleiders en de verplichte afname in 2015 en 2016 bij de REC’s geven inpassingsproblemen die snel moeten worden opgelost.

11

02

Verantwoording prestatiebox 2014

Om de ambities uit het bestuursakkoord kracht bij te zetten, hebben we in 2014 naast de reguliere lumpsumbekostiging ook een bedrag via de zogenoemde prestatiebox ontvangen. Het geld uit de prestatiebox is bedoeld om specifieke investeringen te versterken, te verdiepen en te versnellen. Voor zowel

het PO als het VO worden de bedragen jaarlijks vastgesteld. Scholen kunnen dit bedrag naar eigen inzicht inzetten. Het doel is de prestaties van leerlingen, leerkrachten, schoolleiders en -bestuurders te verhogen.

PRESTATIEBOX PO PRESTATIEBOX PO

7/12 DEEL VAN 2014

5/12 DEEL VAN 2014

Schooljaar 2013-2014

Schooljaar 2014-2015

€ 89,70 per leerling


Professionalisering



Opbrengst gericht werken



Cultuureducatie



€ 1983

€ 1986

Bedrag per school voor schooljaar 2013-2014

PROFESSIONALISERING Doel:

Acties:

• Het vakmanschap van docenten en schoolleiders

• Inschrijven voor lerarenbeurzen. Drie collega’s starten

ontwikkelen naar meesterschap, dat wil zeggen dat personeel initiatief neemt (ondernemend is), dat verantwoording wordt afgelegd over resultaten en dat er een praktische horizontale verantwoording is. • Meer leraren die gaan studeren (verdieping of verbreding) • Professionalisering schoolleider en toewerken naar registratie

school. • Volgen opleiding directeur SBO De Leilinde in het kader van Daltononderwijs. • Vijf teamleden zijn bezig om het Daltoncertificaat voor leerkrachten te behalen.

Resultaat:

Het vraagt nog:

• Bewustwording van kwalitatief werken is verhoogd door

• De basisvaardigheden en aandacht voor kwaliteit in de klas

meer aandacht voor primaire proces en rendement. • Een collega heeft master SEN behaald, drie anderen in opleiding. • Resultaatontwikkelingsgesprekken heeft functiemix in een goede ontwikkeling gezet en functiemix gerealiseerd volgens streefcijfers. • Opleiding schoolleiding succesvol afgerond.

12

master SEN. • Volgen opleiding directeur Juliana van Stolber brede


zal aandacht blijven houden en worden versterkt. • ROG’s (Resultaat OntwikkelingsGesprekken) blijven als instrument belangrijk. Het is een goed middel om inzicht te geven in de prestaties en ontwikkelpunten van zowel het personeelslid als de organisatie.

OPBRENGSTGERICHT WERKEN Doel:

Acties:

• Opbrengstgericht werken moet een onderdeel zijn van

• Opstellen van Ontwikkelingsperspectief voor leerlingen

het bewust bekwaam worden en zijn van zowel docenten,

met extra ondersteuning, inclusief hoogbegaafde

teamleiders en directie.

leerlingen.

• Tijdig signaleren van kansen voor talentontwikkeling bij leerlingen.

• WMK analyses uitvoeren en dit doorvertalen naar locatieplan. • Tegenvallende Cito-scores analyseren (opvallende groepen) inzichtelijk maken en anticiperen /stimuleren van verbetering.

Resultaat:

Het vraagt nog:

• Uitkomsten analyses WMK geeft sterkte / zwakte punten

• Nog niet geheel tevreden, het vraagt in 2014-2015

aan. Door evaluatie en bespreking worden deze punten

aandacht voor de criteria voor opbrengst gericht werken.

opgepakt en worden nieuwe plannen ingezet. • Voor alle personeelsleden overzichtelijke cijferanalyses en herstelacties op leerlingniveau.

CULTUUREDUCATIE Doel:

Acties:

• Met de brede vorming en talentontwikkeling cultuur als

• Individuele nascholing cultuurcoördinator.

vormend onderwijs versterken.

• Activiteiten vanuit 2013 zijn verder geoptimaliseerd en opnieuw aangeboden aan leerlingen. • Inrichting natuurspeeltuin in het kader van duurzaamheid. • CKV herinrichten.

Resultaat:

Het vraagt nog:

• Team en leerlingen hebben zich in schooljaar 2013-2014

• Een opnieuw positioneren van de cultuurvakken ten

beziggehouden met cultuuractiviteiten zoals kinderboe-

opzichte van zogenaamde kernvakken. Cultuurdoelen en

kenweek, schoolontbijt, Voorleesontbijt Schoolgruiten (

brede vorming koppelen.

gezond fruit en groente), Nationale gedichtendag, Sinterklaasfeest, Kerstfeest, Paasviering e.d. • Natuurleertuin krijgt meer vorm.

13

PRESTATIEBOX VO VERSTERKING VAN

VRIJGEKOMEN BEDRAG IN 2014

1. Professionalisering leraren 2. Professionalisering schoolleiders 3. Opbrengstgericht werken 4. Beter presteren en ambitieuze leercultuur

Landelijk is hier 138 miljoen voor uitgetrokken. Dit wordt jaarlijks verdeeld over het aantal VO leerlingen, wat voor 2014 uitkwam op een bedrag van 146,00 euro per leerling.

5. Beta en techniek Landelijk is hier in 2014 12 miljoen voor uitgetrokken en is 6. Excellente leerling in de bovenbouw

bestemd voor stimulering van excellente leerlingen in de bovenbouw. Dit komt neer op 100 euro per bovenbouw leerling

1. PROFESSIONALISERING DOCENTEN Doel:

Acties:

• Het vakmanschap van docenten en schoolleiders ontwik-

• Nadruk op primaire processen, Kijkwijzers voor lesobser-

kelen naar meesterschap, dat wil zeggen dat personeel initiatief neemt (ondernemend is), dat verantwoording wordt afgelegd over resultaten en dat er een praktische horizontale verantwoording is. • Werkdrukbeheersing in verband met kwaliteit van het werk en personeel.

vaties en verbeteringen. • Professionalisering van personeel om activerende didactiek in praktijk te brengen. • Externe coaching van docenten met resultaten in bovenbouw beneden landelijk gemiddelde. • Inschrijven voor lerarenbeurzen. • Vaksectiepresentaties aan teamleiders en directie. • Werkgroep werkdrukbeheersing ingericht.

Resultaat:

Het vraagt nog:

• Bewustwording van kwalitatief werken is verhoogd door

• Versterking HRM-beleid met als doel om langer vitaal te

meer aandacht voor primaire proces en rendement. • Aantal onbevoegde docenten is afgenomen volgens het gestelde doel. • Resultaatontwikkelingsgesprekken heeft functiemix in

presteren en om werkplezier te verhogen. • De basisvaardigheden en de relatie docent/leerling in de klas zal aandacht blijven houden en worden versterkt door digitaal lesmateriaal.

een goede ontwikkeling gezet en functiemix gerealiseerd volgens streefcijfers. • Conceptplan werkdrukregulering is klaar.

2. PROFESSIONALISERING VAN SCHOOLLEIDERS Doel:

Acties:

• Opbrengstgericht werken, planmatig werken moet een

• Coaching directie en teamleiders op leiderschap.

onderdeel zijn van het bewust bekwaam worden en zijn van

• Introductie Kijkwijzer in de klas.

teamleiders en directie. • Tijdig signaleren van kansen voor talentontwikkeling en ondersteuning bij collega’s. Resultaat:

Het vraagt nog:

• Borging van objectief beoordelen via Kijkwijzer in de klas.

• Het vergroten van de professionaliteit door maatwerk te

• Bewustwording leiderschapsstijl en effect op professionalisering / zelfstandigheid van teamleden

bieden (ontvangen van lessen) en maatwerk te organiseren (klassenmanagement en schoolmanagement). • Versterken van sociale feedback in de klas. • Verbeteren van organisatievormen in de school.

14


3. OPBRENGSTGERICHT WERKEN EN MAXIMALISEREN VAN PRESTATIES VAN LEERLINGEN Doel:

Acties:

• Opbrengstgericht werken moet een onderdeel zijn van

• Invoering RTTI-toetsing.

het bewust bekwaam worden en zijn van zowel docenten, teamleiders en directie. • Tijdig signaleren van kansen voor talentontwikkeling bij leerlingen.

• Opstellen van Ontwikkelingsperspectief voor leerlingen met extra ondersteuning, inclusief hoogbegaafde leerlingen. • OOLA geïntroduceerd om in de klas systematischer te werken. • Aanstelling van een kwaliteitsmedewerker in verband met het maken van analyses. • Inhuren van externe analist voor VMBO-resultaten in Wijk en Aalburg.

Resultaat:

Het vraagt nog:

• In de lessen gedrag vertonen waaruit blijkt dat maatrege-

• Het vergroten van de professionaliteit door maatwerk te

len in het primaire proces gebaseerd zijn op onderliggende analyses. • Nog niet geheel voldaan aan de criteria voor opbrengst gericht werken.

bieden (ontvangen van lessen) en maatwerk te organiseren (klassenmanagement en schoolmanagement). • Verbetering van de sociale feedback in de klas. • Verbeteren van organisatievormen in de school.

• Verbetering van de toetskwaliteit. • Meer analyse vraagt ook om meer deskundige interventie. • Borging van gedrag via Kijkwijzer in de klas. • Nieuwe vorm van toetsvragen: RTTI (Reproductie, Toepassing in bekende situaties, Toepassing in nieuwe situaties en Inzicht).

4. BETER PRESTEREN EN AMBITIEUZE LEERCULTUUR Doel:

Acties:

• De leerlingen behalen een resultaat dat hoger ligt dan het

• Na analyse een aangepast programma om per vak en

landelijk gemiddelde (kernvakken). • Alle leerlingen behalen het gevraagde referentieniveau in de tijd die daarvoor staat. • Taal en rekenen borgen in het onderwijsprogramma en organisatie.

per individuele leerling verbeteringen te realiseren door middel van ondersteuningsinzet en lessen en ook sneller contact met ouders als prestaties achterblijven. • OOLA geïntroduceerd om in de klas systematischer te werken. • Aanscherping van de determinatie. • Rekenlessen van kwaliteitsmedewerker en rekendocenten. • Aanstelling van kwaliteitsmedewerker en rekendocenten. • Aanschaf van digitaal rekenprogramma.

Resultaat:

Toelichting:

• Er is een stijgende tendens in de resultaten.

• Het beleid wordt voortgezet om via maatwerk per vak,

• Er is een nieuw toelatings- en determinatiebeleid ontwikkeld. • De PTA’s zijn aangepast. • De referentieniveaus worden binnen de termijnen door een stijgend aantal leerlingen behaald. • Taal en rekenen zijn met te behalen doelen opgenomen in locatieresultatenplannen.

per docent en per leerling de opgaande lijn voor te zetten richting 2020. • In 2015 zal het onderwijsaanbod en keuzeproces in de bovenbouw opnieuw doorgelicht moeten worden op efficiëntie en waarde voor de leerling. • Aandacht voor foutenanalyse en aandacht voor reparatie en bijhouden van vaardigheden. • Aandacht voor meer herkenbaarheid taalbeleid in 2015.

15

5. BÈTATECHNIEK Doel:

Acties:

• Leerlingen werken met wetenschappelijke onderzoeks-

• Contacten met universiteiten aanhouden.

vaardigheden en raken enthousiast voor onderzoekend leren.

• Wedstrijden (wiskunde e.d.) worden gestimuleerd onder leerlingen.

Resultaat:

Het vraagt nog:

• Door bredere aandacht voor wetenschappelijke vaardig-

• Meer nadruk op gepersonaliseerd leren, mogelijk via digi-

heden betere aansluiting op WO en realiseren we deze

taal leermateriaal of andersoortig onderwijsaanbod.

gezamenlijke programma’s met WO.

6. EXCELLENTE LEERLING IN DE BOVENBOUW Doel:

Acties:

• Door aandacht te geven aan verschillen tussen leerlingen,

• Het concept 20-80 invullen met programmaonderdelen als

komen tot een betere ontwikkeling van individuele talenten. • 20-80 leren, inzetten in VWO door BRC (Business and Research College).

IBC en BRC. • Internationale uitwisselingsprogramma’s. • Inrichten van een Econasium. • Programma ontwikkeling voor onze Plusklas (PO en VO) voor hoogbegaafde leerlingen.

Resultaat:

Het vraagt nog:

• IBC-leerlingen zijn meer gemotiveerd om naar school te

• Het 20-80 principe zal in verband met aandacht voor

gaan en vertonen in vervolgonderwijs minder uitval. • BRC-programma is ingevoerd. • Leerprestaties van 20% best presterende VWO-leerlingen stijgen aantoonbaar.

verschillen tussen leerlingen zowel in bovenbouw als in onderbouw een verdere invulling krijgen. • Kansen benutten rondom op gepersonaliseerd leren, mogelijk via digitaal leermateriaal of andersoortig onderwijsaanbod.

16


03

Van Raad van Toezicht

VOORWOORD RAAD VAN TOEZICHT De Raad van Toezicht is per 1 augustus voor een groot deel als nieuwe club aangetreden. Als voorzitter heb ik het voorrecht om inleidend op dit jaarverslag ons aan u voor te stellen en om 2014 te bespiegelen vanaf het moment van aantreden. Allereerst wil ik een woord van dank uitspreken voor mijn voorganger, dr. F.A. Petter, thans burgemeester van Bergen op Zoom en de aftredende leden de heer J. Uijl en de heer F. van Rheen. Als nieuwe leden zijn we in twee studiebijeenkomsten ingeleid in de Policy Governance van John Carver. Het toezichtkader dat we hanteren is op zijn idee van toezicht houden gebaseerd. Op basis van de thema’s is samen met het College van Bestuur een agendaschema opgesteld, waarin naast de historische componenten steeds een doorkijk op de toekomst plaatsvindt. Voor ons als toezichthouders is het belangrijk dat de koers van de school zich afspeelt in de bedding van de samenleving die wij als Christelijke organisatie voor ogen hebben. Om die koers te verhelderen hebben we als organisatie met een aantal docenten en ouders merkbeloften geformuleerd voor zowel leerlingen, ouders als docenten. De beloften die we doen, willen we ook waarmaken en toezicht op de kwaliteit van onderwijs is voor ons ook toezicht op de identiteit van onderwijs zowel in godsdienstige zin als in pedagogische zin. Wanneer we leerlingen opleiden tot jong volwassenen, dan is het belangrijk dat zij in een steeds complexer wordende maatschappij hun rol en verantwoordelijkheid kunnen nemen. Dit jaarverslag laat zien dat wij dat als Stichting Willem van Oranje doen vanuit een Protestants-Christelijke overtuiging en in een goed samenspel tussen toezichthouder, bestuurder, directie en personeel. In dat samenspel hanteren we de code van Good Governance. In ons werk weten wij ons gesteund door onze overtuiging dat Gods belofte ten aanzien van een nieuwe hemel en een nieuwe aarde reeds begonnen is met de komt van Jezus Christus in deze wereld.

SAMENSTELLING De Stichting Willem van Oranje heeft een Raad van Toezicht met zeven personen: • De heer P.A.J. Pruijssers • De heer J.C. Lam • Mevrouw F. van den Hout-Slagter • Mevrouw M.B. Leusink-van Santen • De heer T. Groeneveld • De heer B.P. de Wit • De heer R. Opendorp (voorzitter) POLICY GOVERNANCE De Raad van Toezicht houdt toezicht op bestuur volgens de principes van John Carver de zgn. Policy Governance. Voor het toezicht is een toezichtkader opgesteld. De Raad van Toezicht laat zich coachen en scholen door de heer N. Mertens van Inverb. De Raad van Toezicht is gewijzigd in samenstelling, er zijn vijf leden afgetreden en vijf nieuwe leden benoemd. In 2014 is veel aandacht besteed aan de werving van nieuwe leden, zijn de kwaliteitsprofielen herzien en zijn voor de nieuwe leden twee scholingsbijeenkomsten georganiseerd inzake toezichthouden en besturen vanuit het gedachtengoed van Policy Governance. ONDERWERPEN De Raad van Toezicht legt middels dit jaarverslag 2014 verantwoording af. In 2014 zijn er vijf vergaderingen gehouden. De belangrijkste onderwerpen die in 2014 aan de orde kwamen zijn: • Begroting 2014 en meerjarenbegroting • Financiële rapportages • Managementletter Ernst & Young • Werving nieuwe leden • Fusiebeleid • Inspectierapporten • Vensters voor Verantwoording / Scholen op de kaart • Klachtenprocedure • Leerlingen- en oudertevredenheidsonderzoeken • Reflectie op vergaderingen en functioneren • Stakeholders • ISK Internationale Schakelklas • Meerjarig professionaliseringsplan

Namens de Raad van Toezicht, R. Opendorp RA

17

04

Onderwijsprestaties PO Daltonschool SBO De Leilinde

AANTAL LEERLINGEN De school telt op 1 augustus 2014 vijf groepen, totaal 62 leerlingen. Dit is een lichte daling ten opzichte van de voorgaande jaren. De school merkt dat passend onderwijs van invloed is op het leerlingenaantal op onze school. De leerlingen, die onze school bezoeken hebben steeds meer de problematieken van zeer moeilijk lerend of gedragsmatig. De school is dan ook met een speciale parelgroep gestart. In deze groep zitten kinderen , die extra veel zorg en aandacht nodig hebben.

Hoeveel leerlingen heeft de school?

Hoeveel leerlingen had de school afgelopen jaren?

150

150

Vergelijkingsgroep 120

122

120

Vergelijkingsgroep

90

90 60

62

School

60

School

30

0

30

10/11

11/12

13/14

12/13

Leerlingen verdeeld naar leeftijd

Leerlingen verdeeld per leerjaar

25

30

14/15

25

20

20

15

15 10

10

5

5

0

0

4 School

18

6

7

8

9

10

11

Vergelijkingsgroep


12

13

1

2

3

4

5

6

7

8

Voedingsgebied

Zaltbommel

6,5% 12,9%

Overig

CIJFERS?

40,3%

Aalburg

40,3%

Heusden

Schooladvies vervolgonderwijs

48,1%

Onbekend

3,7%

VWO

7,4%

VMBO-K

25,9%

VMBO-B

14,8%

PRO 0

10

20

30

40

50

* De inspectie oordeelt met basisarrangement. 19

05

Waar staat Daltonschool SBO De Leilinde in 2014?

ZICHTBAARHEID EN MISSIE VAN DE SCHOOL Onze ambitie is vorm te geven aan een krachtige leeromgeving. Een omgeving waar de talenten van leerlingen naar boven worden gehaald. Onze SBO school is momenteel de enige SBO Daltonschool in Nederland. De school heeft zich vanaf 2006 t/m 2010 ontwikkeld tot gecertificeerde Daltonschool. We geven invulling aan die talentontwikkeling door met name het accent te leggen op zelfstandigheid, vrijheid in gebondenheid (durven en kunnen nemen van verantwoordelijkheid) en samenwerking centraal. IDENTITEIT Identiteit geven we vorm met dagopeningen en met aandacht voor thema’s waarin waarden en normen worden uitgedragen vanuit Christelijk perspectief (respect, iets over hebben voor de ander, ik wil wat voor jou betekenen). Daarnaast heeft de school dit jaar de paasviering gehouden in het Willem van Oranje College te Wijk en Aalburg. Hierbij waren, inclusief alle kinderen, 250 personen aanwezig. Vanuit onze Christelijke identiteit besteden wij aandacht aan Pasen d.m.v. een sfeervolle, innemende paasviering. KWALITEIT VAN HET ONDERWIJS De school heeft op 13 juni 2013 bezoek gehad van een inspecteur. Zij heeft de school gecontroleerd volgens de normen van de Inspectie. De school heeft opnieuw een basisarrangement gekregen. Het volgende bezoek van de Inspectie is ingepland in 2015. Op onze school werken we met WMK kwaliteitskaarten, welke volgens een vaste cyclus worden afgenomen. In het afgelopen jaar zijn de volgende beleidsterreinen via een quickscan in beeld gebracht: leerstofaanbod; afstemming naar passend onderwijs; integraal personeelsbeleid; contacten met ouders; inzet van middelen; wet-en regelgeving; taal-leesonderwijs en beroepshouding. Tevens is er een sociale vaardigheidslijst afgenomen bij de bovenbouwleerlingen, de leerkrachten en de ouders. Daarnaast is er, voor leraren, een vragenlijst afgenomen over Schoolklimaat. De resultaten zijn vastgelegd in een overzicht en de verbeterpunten (en de daarbij behorende argumenten) zijn via de nieuwsbrief aan ouders/verzorgers bekend gemaakt. De verbeterpunten uit de bovengenoemde beleidsterreinen van de quickscan zijn opgenomen in het Daltonontwikkelplan 2013-2014. ONDERWIJS Ons onderwijs kenmerkt zich door structuur, aansluiten op de behoefte en mogelijkheden van onze leerlingen met daarbij de

20


uitgangspunten van het Daltononderwijs. Drie pijlers Zelfstandigheid, Vrijheid in gebondenheid ( verantwoordelijkheid) en Samenwerking staan centraal in ons onderwijs. Dit is door de hele school terug te vinden bij bijvoorbeeld het werken met de taakkaart, het zelf leren plannen, het nemen en geven van verantwoordelijkheid aan elkaar/van elkaar en het samenwerken en leren met een maatje. In dit schooljaar heeft de school zich verdiept in de drie nieuw ontwikkelde Daltonpijlers, ook wel kernwaarden genoemd. De drie nieuwe kernwaarden zijn: Reflectie; Effectiviteit / Leertijd/ Doelmatigheid en Borging. De school is bezig deze kernwaarden in de school in te voeren, op basis van de richtlijnen van de Nederlandse Dalton Vereniging. • Daltondagen op SBO De Leilinde Elk jaar wordt er op de derde woensdag in maart de nationale Daltondag gehouden. Op deze dag herdenken en vieren we dat Helen Parkhurst in 1922 een Daltonschooltje startte in het plaatsje Dalton in de Verenigde Staten van Amerika. Voor onze kinderen is het een feestdag. Dit jaar is circus “Hannes” geweest. Twee docenten, met veel ervaring met SBO leerlingen, hebben alle kinderen kennis laten maken met diverse acts die in een circus te zien zijn. De kinderen hebben zelfs acts uitgevoerd en met materialen gewerkt om er vervolgens een voorstelling, voor o.a. de ouders/ verzorgers, over te geven. Iedereen kijkt terug op een zeer geslaagde en leerzame Daltondag. Eenmaal per jaar houden we in onze school een open middag. Alle ouders/verzorgers en belangstellenden zijn dan welkom in de klas. Zo krijgen ze een indruk “Hoe er volgens Dalton gewerkt wordt”. We mochten dit jaar op zeer veel belangstellenden rekenen, die als afsluiting allerlei optredens van de kinderen te zien kregen tijdens het open podium. • Nieuwe rekenmethode Een werkgroep heeft zich intensief bezig gehouden met de oriëntatie en implementatie van een nieuwe rekenmethode. De keuze zal in juli 2014 gemaakt worden en in het schooljaar 2014-2015 ingevoerd gaan worden. • Meer aandacht voor Techniek Alle groepen hebben dit jaar een techniekexcursie gemaakt. De groep Kwikstaarten bezochten een boerderij/veehouderij in Herpt. De groep Vinken gingen naar de Ontdekhoek in ’s-Hertogenbosch. Zelf allerlei technische onderdelen aanraken, opbouwen, in-en uit elkaar halen. De leerlingen

van de Spechtengroep bezochten de brandweer in Heusden. Ze mochten in de brandweerauto zitten, zelf spuiten en leerden “hoe” de brandweer te werk gaat. De groep Valken hadden een hele bijzondere techniekexcursie naar het Eneco-Windlab in Etten-Leur. Daar moesten allerlei opdrachten over windmolens uitvoeren en bekeken een 105 meter hoge windmolen van binnen. Op 15 mei is er een techniekdag georganiseerd door Platform Techniek. Twee docenten hebben vier groepen van onze school kennis laten maken met vele verschillende facetten van techniek. • Projecten Ook dit schooljaar ( 2013-2014) heeft de school zich weer bezig gehouden met diverse projecten zoals het nationale schoolontbijt, het rode draad-project, het goede doel: de Voedselbanken in de Gemeente Heusden, het PEST-project “met een afsluitende tentoonstelling”. • Touchscreens/digiborden: Om het onderwijs in deze digitale tijd nog beter te kunnen geven heeft de school nieuwe software aangeschaft. Met het programma Active inspire zijn er voor leerkracht en leerling veel meer mogelijkheden op het digibord/touchscreen bijgekomen.

• Taal en rekenen Op onze school wordt structureel aandacht geschonken aan taalonderwijs via het project Krachtig Taalrijk. Op onze school wordt het niveau van het rekenonderwijs verhoogd middels extra leertijd, rekening houdend met het OPP van de leerling. ORGANISATIE • In 2013 is de website helemaal vernieuwd. Sinds begin september hebben we ook een nieuwe websitebeheerder die de site erg actueel houdt. • Directeur en intern begeleider(s) hebben maandelijks overleg gevoerd over beleidsmatige zaken en de zorgstructuur en zorgleerlingen van de school. • Schoolreis. Op 29 augustus 2014 zijn we met alle kinderen, veel hulpouders, stagiaires en teamleden op schoolreis geweest naar Kernie’s Wunderland in Kalkar (Duitsland). De onderbouw kinderen gingen o.l.v. hulpouders of stagiaires het park in en de bovenbouwleerlingen deden dit zelfstandig in kleine groepjes. We kunnen terugkijken op een zeer geslaagde, zonnige schoolreis. PERSONEEL Binnen het personeel hebben in 2014 de volgende ontwikkelingen plaatsgevonden. Alle medewerkers werken (samen) aan hun

21

persoonlijke ontwikkeling gerelateerd aan de schoolontwikkeling. Dit uit zich in: • Ontwikkeling van vakmanschap naar meesterschap en de initiatiefrijke professional De directeur heeft met alle teamleden een functioneringsgesprek gevoerd. Hierbij is gebruik gemaakt van het binnen Stichting Willem van Oranje geldende ROG-gespreksformulier( Resultaat Ontwikkel Gesprek). Vervolgens heeft de leerkracht een verslag gemaakt wat door de desbetreffende leerkracht en directeur is ondertekend. Alle gemaakte afspraken staan in het gespreksformulier beschreven. Dit heet het persoonlijk ontwikkelplan (POP). Daarnaast vult de leerkracht het portfolio met relevante gegevens. Verder is voor de leerkracht een competentieboekje ontwikkeld. De leerkracht beantwoordt hierin vragen over o.a. beroepshouding, effectieve leertijd, didactisch en pedagogisch handelen. De verbeterpunten neemt de leerkracht mee in een volgend gesprek. • De functiemix is ingevoerd. Dit schooljaar is er geen leerkracht in een LC-functie benoemd omdat de enige leerkracht die deze functie heeft een grotere werktijdsfactor (WTF) had dan er op schoolniveau aan LC-functies mocht worden beloond ( een LC-functie is een vastgelegde leerkrachtfunctie binnen het SBO). • Ziekteverzuim Er is een verzuimprotocol opgesteld. Hiermee is binnen de school bij de schoolleiding extra aandacht gekomen voor het gesprek over ziekteverzuim en ziekmelding. • Scholing Gehele team: Hechtingsstoornissen en hechtingsproblematiek. Individuele nascholingtrajecten: BHV (2 personen), Video Interactie Begeleiding (1 persoon), Cultuurcoördinator (1 persoon), Flitsbezoeken (1 persoon). • Stagiaires De school heeft dit jaar ook weer een beroep kunnen doen twaalf studenten/stagiaires. Deze stagiaires komen van het KW1 College, de Avans Hogeschool, de Hogeschool voor Pedagogiek of Calibris opleidingen. OMGEVING In het schooljaar 2013-2014 heeft de school intensieve contacten onderhouden met de volgende partijen: • Bibliotheek Heusden • Gemeente Heusden • KPC Den Bosch vanwege advisering nieuwe rekenmethode voor het SBO • Taxibedrijven (in verband met het leerlingenvervoer) • Regionale expertise centra (voor ambulante begeleiding van de rugzakleerlingen) • Collegascholen in Heusden: samenwerking met BS De Dromenvanger en RKBS Johannes Paulus • Samenwerkingsverband Over Maas & Duin en Samenwerkingsverband Heusden • Samenwerking met o.a: KW1C, Calibris, Avans Hogeschool

22


CONTACT MET OUDERS De jaarlijkse stamgroepouderavond is dit jaar door heel veel ouders/verzorgers, bezocht. We zijn, als school, erg dankbaar voor deze grote betrokkenheid. De ouders/verzorgers van de kinderen kregen eerst een algemene uitleg door de directeur over de geplande activiteiten welke op onderwijskundig gebied in het schooljaar 2013-2014 gaan plaatsvinden. Deze onderwijskundige activiteiten betroffen onder andere: verkeersactiviteiten, inzet van stagiaires, de vernieuwingen in het Daltononderwijs, projecten in de school, de aanschaf van een nieuwe taalmethode en een verslag van het inspectiebezoek van juni 2013. Daarna konden ze in de groep/klas van hun kind van de leerkracht horen “hoe het jaarprogramma eruit ziet”. TROTS VANUIT HET JAAR 2014 Alle gestelde doelen van het Daltonontwikkelplan zijn behaald in schooljaar 2013 en 2014 en zullen worden geborgd in het borgboek 2014-2015. Een vooruitblik naar 2015 laat zien dat we in januari 2015 een heel goed inspectiebezoek hebben gehad. Hierop zijn we trots. Het laat zien dat de inspanningen verricht in 2014 ook zichtbaar worden in kwaliteit. Het hardwerkende en bevlogen, goed samenwerkende team en directeur krijgen van de inspecteurs grote complimenten voor de fijne en mooie plek die de school voor leerlingen, ouders en het personeel is. Tijdens het onderzoek zijn op de onderzochte kwaliteitsaspecten geen knelpunten gezien. De school wordt als sterk beoordeeld op onder andere burgerschap, met de sociale competenties en het respectvol met elkaar omgaan. Dit wordt zichtbaar geoefend en uitgedragen; het is te zien in hoe leerkrachten met leerlingen omgaan, maar vooral ook in hoe leerkrachten leerlingen begeleiden om ook onderling zo met elkaar om te gaan. Een ander sterk punt is de structuur van de school en de structuur in alle lessen. Routines zijn ingebouwd en daardoor zijn lessen en interventies voorspelbaar. Leerkrachten zijn heel bewust bekwaam! De school kan met haar structuur, werkwijze en resultaten een voorbeeld zijn voor andere scholen, ook voor VO-scholen en -afdelingen. In 2014 hebben we hier ook al invulling aan gegeven. Onze school heeft zich opengesteld voor andere Daltonscholen in Nederland. Collegadirecteuren, Daltonspecialisten en Daltonleerkrachten hebben een bezoek gebracht aan onze SBO Daltonschool. De bezoekers kwamen o.a. vanuit Friesland, Almelo, Hattem, Nieuw Bergen. UITDAGINGEN VOOR 2015 De terugloopt van het aantal leerlingen is een groot punt van zorg. Worden we niet te klein? Betekent het dat er een personeelsoverschot gaat komen? Wat is de toekomst van SBO De Leilinde ten opzichte van de andere collega SBO scholen? Ook het gebouw wordt ouder, het gebouw gaat meer onderhoud vragen. Nadenken over investeren in huisvesting of samen met andere besturen nadenken over huisvesting is een uitdaging voor de toekomst.

23

06

Onderwijsprestaties PO Juliana van Stolbergschool

AANTAL LEERLINGEN De school telt op 1 augustus 2014 326 leerlingen. Dit is een lichte daling ten opzichte van de voorgaande jaren. In 2014 heeft een grote groep 8 de school verlaten. Juliana van Stolberg ziet echter wel een groei van de jonge kinderen, waardoor de school in 2014 geheel vol zit (14 groepen). Naar verwachting zal het nodig zijn om in 2015 een 15e groep te starten.

Hoeveel leerlingen heeft de school op 1 oktober 2014?


350

400

326

300

380 350

School

250

School

346 200

213

150

326

300

Landelijk gemiddelde

100

250


50 0

200

2010/2011

2011/2012

Leerlingen verdeeld naar leeftijd

Leerlingen verdeeld per leerjaar

60

60

50

50

40

40

30

30

20

20

10

10

0

2012/2013

2013/2014

0

4 School

24

336

5

6

7

8

9



10

11

1

2

3

4

5

6

7

8

Voedingsgebied

0,9% 1,8%

0,5%

Loon op Zand Heusden

96,8%

Overig

Waalwijk

Gemiddelde Resultaten eindtoets

600

538,0

500

533,1

539,2

400 300 200 100 0

Boven gemiddeld

WAT WAREN DE GEMIDDELDE RESULTATEN VAN DE EINDTOETSEN DE AFGELOPEN JAREN? 2011/2012 Aantal leerlingen leerjaar 8: % gewichtenleerlingen:

37 10%

2012/2013 Aantal leerlingen leerjaar 8: % gewichtenleerlingen:

45 5%

2013/2014 Aantal leerlingen leerjaar 8: % gewichtenleerlingen:

23 2%

Onder gemiddeld

Schooladvies vervolgonderwijs

34,8%

VWO

39,1%

HAVO

17,4%

VMBO G/T

8,7%

VMBO B/K 0

5

10

15

20

25

30

35

40%

* De inspectie oordeelt met basisarrangement. 25

07

Waar staat Juliana van Stolbergschool in 2014?

ZICHTBAARHEID EN MISSIE VAN DE SCHOOL De missie van de Stichting maken we zichtbaar binnen onze school vanuit de slogan ”Wie ontmoet bereikt meer”. Juliana van Stolbergschool zet zich met name in op burgerschap (betekenis geven aan de omgeving) en we richten ons zeer sterk op de sociale veiligheid. Ook zien we in 2014 dat we ook meer buiten de school gaan doen of de buurt meer in de school halen (bv project Natuurleertuin, inzet van ouderen en samenwerking met de Kerken). IDENTITEIT In schooljaar 2013/2014 is actief samenwerking gezocht met de PKN-kerken in de omgeving. Dit leidt tot allerlei activiteiten om het Protestants-Christelijke karakter van de school meer te uiten. Bijvoorbeeld: Er is een kerk-schoolviering georganiseerd rondom een thema. In de school wordt met de kinderen maandelijks het lied van de maand geoefend, wat weer in de kerk terugkomt. We hanteren de bijbelmethode Kind op Maandag. In 2014 is tijdens de kerstviering ook ingespeeld dat de populatie van onze leerlingen/ouders veranderd. Hoe kunnen we dan toch de Bijbel zodanig binnen laten komen dat het gesprek over het Verhaal plaatsvindt? De Kerstviering is in 2014 ruimer ingezet. Een keer in de 3 jaar kiezen we voor een alternatief voor de traditionele kerstviering in de kerk. In december 2014 hebben was er een kerstdiner met bezoek van een Engel, een herder en Wijzen. Ze waren op zoek naar de stal en werden begeleid door dominee de heer Grevink en diaken de heer Van Diessen. Het kerstverhaal kwam hiermee tot verbeelding en leidde tot gesprek. Ook op deze manier was de visie “wie ontmoet bereikt meer”, meer dan zichtbaar. KWALITEIT VAN HET ONDERWIJS We zijn als school zeer tevreden met ons uitstroomniveau. De Cito-score lag in 2014 op 539,2. Dat ligt boven de bovengrens die de Inspectie hanteert (538,9). In maart 2014 heeft de Inspectie de school bezocht en kwam tot de conclusie dat de kwaliteit van onderwijs is verbeterd. Met name op de punten omgaan met verschillen tussen leerlingen, het werken vanuit groepsplannen en een betere inbedding van rekenen, taal en begrijpend lezen. De populatie kinderen binnen de school is aan het veranderen. Er waren voorheen meer rugzakleerlingen. Dat is verminderd, maar de zorgproblematiek is wel toegenomen. In 2014 hebben er 46 externe onderzoeken plaatsgevonden. Er is bij 13 leerlingen dyslexie vastgesteld, hebben 9 leerlingen last van concentratiestoornissen, 4 leerlingen hebben PDD-NOS en er volgen 27 leerlingen logopedie vanwege spraakstoornis. Daarnaast bemerken de leerkrachten dat de ouderpo-

26


pulatie verandert. Waar voorheen taal het probleem was (met name op Oranjeplein – gewichtenregeling) merken we meer en meer op dat er thuis weinig tijd wordt besteed aan voorlezen, waardoor de woordenschat afneemt. Dit vraagt extra aandacht om de kwaliteit van onderwijs op dit niveau te houden of te verhogen. In 2014 is er ingezet op: • Eigen schooldoelen formuleren naast die van de inspectienorm. • Verschillen tussen parallelgroepen (bijvoorbeeld groep 4) analyseren op het gebied van spelling, technisch lezen en rekenen. • Groepsindeling kritischer bekijken zodat de zorgzwaarte beter verdeeld kan worden. • Uit de entreetoets groep 7 en 8 is geanalyseerd dat de score op wereldoriëntatie, woordenschat, meten/meetkunde en studievaardigheden verbeterd kan worden. Er is in 2014 ook een nieuwe aardrijkskunde methode aangeschaft (Arcus Clou) wat beter aansluit op de eisen van wereldoriëntatie. Er zijn extra materialen ontwikkeld en met de aanschaf van methode Blits komt meer structuur in het aanleren van studievaardigheden. Met Blits leren kinderen studievaardigheden versterken: studieteksten, begrijpen en verwerken van allerlei informatiebronnen, lezen van kaarten, schema’s en tabellen. De methode sluit hiermee beter aan op de Cito-toetsen. Eén rekenles wordt omgezet naar PARWO. PARWO staat voor passend rekenen en wiskunde onderwijs. Door rekenactiviteiten worden de leerlingen geactiveerd om op een andere manier zich het rekenen eigen te maken. ONDERWIJS Juliana van Stolbergschool probeert het onderwijs steeds te verbeteren en te versterken. In 2014 hebben we opnieuw verbeterslagen gemaakt op: • VVTO – Early Bird We zijn in alle groepen natuurlijk Engels, maar wat levert het op? In juni 2014 is de Oxford Young Learners Placement Test afgenomen. Hieruit kan afgeleid worden dat de deelnemende leerlingen tot HAVO-niveau zijn gegroeid. Hier zijn we als school zeer tevreden mee. Uitdaging ligt nu nog in het feit leerlingen nog beter te laten aansluiten bij de Cambridge klassen van het Willem van Oranje College te Waalwijk. • Doorgaande lijnen zijn meer vastgelegd. Het team is in 2014 bezig geweest met het maken van groepsplannen spelling/lezen en ervoor te zorgen dat de

groepsplannen aansluiten op de volgende jaren. Er is een borgboek rekenen en spelling opgesteld. Hiermee worden de gemaakte afspraken voor een doorgaande leerlijn duidelijker. • Sociale ontwikkeling De methode Goed Gedaan is overgekomen vanuit De Fontein (Heusden) en zorgt voor een intensievere aandacht binnen de school op het gebied van sociaal emotionele ontwikkeling. • Nieuwe kleutermethode In 2014 hebben de leerkrachten van de kleuterbouw een onderzocht welke nieuwe kleutermethode men in de toekomst wil gaan gebruiken. Men is uitgekomen op Kleuterplein. De nieuwe methode wordt ingezet vanaf schooljaar 2015-2016, omdat de school meteen met de nieuwe versie wil gaan werken. • Themakisten techniek Voor Techniek zijn er in 2013-2014 themakisten gemaakt. Dit zorgt voor extra verrijking naast de methode en een grotere praktische insteek.

• Natuurleertuin De Natuurleertuin is nog volop in ontwikkeling. Het ontwerp is nu af, begeleiding en verankering in curriculum zal in 2014 aandacht vragen. PERSONEEL In 2014 hebben we op het gebied van personeel aandacht besteed aan: • Ziekteverzuim Er is een verzuimprotocol opgesteld. Hiermee is binnen de school bij de schoolleiding extra aandacht gekomen voor het gesprek over ziekteverzuim en ziekmelding. • Uitgroeien tot een brede school In 2014 lag de ambitie er om vanuit het schoolteam, TSO, BSO, Kinderopvang meer toe te groeien naar een organisatie, om hiermee het uitgangspunt Brede School te kunnen uitdragen. Door de reorganisatie van MIKZ is deze ambitie nog niet gerealiseerd en de ambitie zal in 2015 een verder vervolg krijgen.

• Versterking van ICT in het onderwijs Er is een ICT beleidsplan opgesteld. Dit was nodig om bewustwording te creëren hoe veilig om te gaan met de digitale omgeving. Ook zijn kinderen in groep 6 gaan werken met Snappet. Leerkracht geeft hierbij les en de kinderen verwerken hun lesstof op de tablet. Snappet registreert de vorderingen van de leerlingen en biedt op maat juist ondersteuning of uitdaging. Leerkrachten zijn tevreden over het maatwerk wat Snappet op het gebied van rekenen en spelling kan bieden. Effectmeting op prestaties krijgt in 2015 meer een vervolg. Verder hebben twee leerkrachten een opleiding tot digicoach in 2014 gevolgd. Zij zetten hun kennis in om het team op het gebied van ICT te enthousiasmeren en te ondersteunen. ORGANISATIE • Van Esis naar Parnassys Begin 2014 is georiënteerd op een nieuw leerlingvolgsysteem. We waren als school niet tevreden met het ESIS vanwege bruikbaarheid en het was minder gebruiksvriendelijk. Met ingang van 1 augustus 2014 zijn we als school overgestapt op Parnassys. De implementatie, het overzetten van gegevens is vlekkeloos verlopen. De laatste maanden van 2014 laat ook zien dat Parnassys intensiever gebruikt wordt, waardoor de ontwikkeling van een kind beter gevolgd kan worden. • Stagebeleid Er is ook een stagebeleid opgesteld. Juliana van Stolbergschool werkt samen met Marnix (pabo Utrecht) en in 20132014 hebben we drie LIO-ers een plaats aangeboden. Er is een nieuw stagebeleid opgesteld door de interne coördinator in samenspraak met Marnix, zodat er een kwaliteitsverbetering rondom ontwikkeling van jonge docenten gemaakt kan worden.

27

• Professionalisering Het team heeft zich op diverse vlakken geprofessionaliseerd in 2014:

• Omgaan met digitale schoolborden (gehele team) • Scholing Taalonderwijs aan jonge kinderen/kleuters • Scholing Kids Skills (sociale vaardigheden) • Scholing Vroeg Signaleren • Extra scholing VVE voor de leerkrachten in kleuterbouw • BHV • Scholing WMK door de schoolleiding • Opleiding directeur brede school door locatiedirecteur • Scholing op het gebied van dyslexie • Drie leerkrachten volgen master SEN, waarvan één leerkracht het in 2014 heeft behaald • Scholing digicoach

OMGEVING In 2014 is Juliana van Stolberg gestart met het opzetten van een Vriendenstichting. Er is een avond georganiseerd en er zijn doelen geformuleerd wat de Vriendenstichting kan betekenen voor de school. Met de Vriendenstichting wil Juliana van Stolberg menskracht vanuit de omgeving aan de school binden. In 2014 is ook twee keer een resonancegroep bij elkaar geweest. Dat is een klankbordgroep die van buiten naar binnen kijkt. Opbrengst is o.a. versterkte aandacht van gezonde pauzehapjes met als gevolg het invoeren van de zogenaamde ‘gruitweek’.

28


TROTS VANUIT HET JAAR 2014 Als school hebben we laten zien dat kinderen zich in een sociaal veilig klimaat kunnen ontwikkelen. We handelen als school vanuit het principe herstelrecht. Het pedagogisch klimaat wordt door de Inspectie tijdens het bezoek goed beoordeeld. We zijn als school meer ingezoomd op verschillen tussen leerlingen en hebben mogelijkheden gegrepen om werkelijk wat te kunnen doen aan maatwerk en talentontwikkeling. Zo draaien we als school ook mee aan de Plusklas. Verder zien we dat de schoolorganisatie zichzelf professionaliseert, met name extra aandacht op cyclisch ontwikkelen en evalueren heeft in 2014 meer voet aan de grond gekregen. De school heeft nog steeds het Brabant Veiligheidslabel (verkeer) en Early Bird certificaat (natuurlijk Engels). UITDAGINGEN VOOR 2015 Vanuit de Inspectie hebben we de opdracht gekregen de zorg rondom de individuele leerling beter te verankeren. Naast groepsplannen moeten we meer inzoomen op individuele plannen waarbij we in moeten inzetten op meer evaluatiemomenten en individuele doelstellingen. Daar waar we afwijkingen zien in scoren van Cito of leerlijn dienen we vanuit analyse hiaten op te sporen en hierop in te spelen. Het cyclisch ontwikkelen en evalueren blijft hierbij een speerpunt. Vanuit het principe Brede School mag samenwerking tussen verschillende partijen worden versterkt. Aandacht voor het uitdragen van de Protestants-Christelijke identiteit blijft bestaan, we zijn immers nog de enige Protestants-Christelijke school in Waalwijk.

08

Verantwoording GMR

SAMENSTELLING Vanuit de oudergeleding Mevrouw J. Konijn, Juliana van Stolbergschool De heer P. van Dueren den Hollander, SBO De Leilinde Vanuit personeelsgeleding Mevr. D. Oomkes, SBO De Leilinde Mevr. L. de Rooij, Juliana van Stolbergschool Mevr. L. Westerveld, Juliana van Stolbergschool BESPROKEN IN 2014 De GMR heeft zich in 2014 beziggehouden met de gebruikelijke onderwerpen en taken. De onderwerpen die zijn behandeld, zijn gerangschikt naar strategieveld. LEREN/ONDERWIJS • Voortgang, consequenties van Passend Onderwijs voor de scholen PERSONEEL • Verzuimprotocol • Professionaliseringsnota PO • Nieuwe CAO-PO OMGEVING • Opheffing SWV Over Maas en Duin ORGANISATIE • DGO en sluiting sociaal plan • Meerjarenbegroting: GMR heeft ingestemd met de begroting, prognoses en uitgangspunten begroting 2015-1018 • Meerjaren bestuursformatieplan: Toelichting op meerjarenformatieplan, inzet van personeel in relatie tot geprognotiseerde groepen. GMR heeft ingestemd. • Informatie rondom werving en selectie nieuwe leden Raad van Toezicht • Vakantierooster • Managementstatuut • Reorganisatie-onderzoek OOP TENSLOTTE Een woord van dank aan allen die meegewerkt hebben aan het functioneren van de raad.

29

09

Onderwijsprestaties VO Willem van Oranje College Waalwijk

Hoeveel leerlingen heeft de school op 1 oktober 2014? 1500

Hoeveel leerlingen had de school afgelopen jaren? 2000

1.491

1200

School

1.579

1.570

900

1.185

1.491

1500

School


600

Landelijk gemiddelde 300

0

1000

Hoe zijn de examenleerlingen verdeeld over de verschillende onderwijssoorten in 2013/2014?

Hoe zijn de examenleerlingen verdeeld over de verschillende onderwijssoorten de afgelopen jaren?

38,3%

40 35

2013/2014

2012/2013

50%

33,2%

40%

28,4%

30

2012/2013

25

30%

0

VWO

HAVO

10%

VWO

5

HAVO

10

20%

VMBO-(G)T

15

VMBO-(G)T

20

0%

School


2011-2012

2012-2013

2013-2014

Hoe zijn de bovenbouwleerlingen verdeeld over de verschillende VWO-typen in 2013/2014?

84,8%

Atheneum

15,2%

Gymnasium 0

30

20


40

60

80

100

Voedingsgebied

8,7%

8,7%

49,9%

90,4%

88,3%

92,1%

Wat was het slaagpercentage van de school de afgelopen jaren? 100

60

40

40

20

VWO

60

HAVO

80

VMBO-(G)T

80

0

20

HAVO

Wat is het slaagpercentage van de school in 2013-2014?

100

Waalwijk

32,7%

VMBO-(G)T

Loon op Zand

Overig

VWO

Aalburg

0

School

Vergelijkingsgroep

2011-2012

Hoeveel leerlingen hebben deelgenomen aan het examen en hoeveel leerlingen zijn geslaagd in 2013/2014? VMBO (G)T Aantal deelnemers: Aantal geslaagden: Percentage geslaagden:

104 94 90,4%

HAVO Aantal deelnemers: Aantal geslaagden: Percentage geslaagden:

120 160 88,3%

VWO Aantal deelnemers: Aantal geslaagden: Percentage geslaagden:

89 82 92,1%

2012-2013

2013-2014

SLAAGPERCENTAGES Het Willem van Oranje College heeft als ambitie om met de resultaten van de leerlingen boven het landelijk gemiddelde te scoren. Dit geldt zowel voor de slagingspercentages, de gemiddelde Centraal Examen-cijfers, als voor de vakresultaten. Ook de zittenblijfpercentages moeten lager liggen dan het landelijk gemiddelde. Het continue volgen van resultaten van de leerlingen en vakken is daarbij essentieel. Voor VWO en MAVO maken we onze ambitie waar. Al jarenlang zijn de resultaten van het VWO op een hoog niveau. Voor de HAVO is een verbeterprogramma doorgevoerd waardoor de resultaten in 2014 zijn verbeterd. Door inzet van leerlingen, inzet van docenten en inzet van de organisatie heeft het Willem dit gerealiseerd. In de organisatie hebben wij meer aandacht voor opvang van leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, daarvoor hebben wij een zorg-/opvanglokaal ingericht. Persoonlijke aandacht voor zowel leerlingen als ouders is de kern voor ouderbetrokkenheid bij school.

31

Wat zijn de gemiddelde examencijfers van de school in 2013-2014?

Wat zijn de gemiddelde examencijfers van de school de afgelopen jaren?

8

8 7

5

5

4

4

3

3

VWO

1

2

HAVO

2

1

0

VWO

6

VMBO-(G)T

6

HAVO

6,5

VMBO-(G)T

6,6

7

6,8

0

School

Vergelijkingsgroep

2011-2012

2012-2013

2013-2014

Wat zijn de gemiddelde per onderwijssoort de afgelopen jaren?

2011-2012

2012-2013

Schoolexamen

Centraalexamen

Eindcijfer

Schoolexamen

Centraalexamen

Eindcijfer

Schoolexamen

Centraalexamen

Eindcijfer

VMBO-(G)T

6,6

6,5

6,6

6,5

6,2

6,5

6,6

6,4

6,6

HAVO

6,4

5,8

6,3

6,3

6,1

6,3

6,5

6,3

6,5

VWO

6,9

6,2

6,8

7,0

6,7

7,0

6,9

6,5

6,8

DOORSTROOM EN VERVOLGONDERWIJS De samenleving hecht er steeds meer belang aan dat scholen transparant zijn over hun resultaten en hierover rekenschap afleggen. Door zich hierover te verantwoorden winnen scholen legitimiteit en vertrouwen. Bovendien kan (horizontale) verantwoording het gesprek over onderwijskwaliteit binnen de school aanjagen, en zo tot verdere verbeteringen leiden. Horizontale verantwoording is daarom een speerpunt van de sector. Via de site www.scholenopdekaart.nl tonen zowel basisscholen als scholen voor voortgezet onderwijs in een ‘SchoolVenster’ informatie over diverse indicatoren (aantal leerlingen, examencijfers, doorstroomcijfers, doorstroom naar vervolgonderwijs, tevredenheid, personeel, etc.). Brede onderwijsresultaten van scholen - naast cognitieve opbrengsten bijvoorbeeld ook brede groei leerlingen en veiligheid – zijn zichtbaar gemaakt. INSPECTIE De externe boordeling van de kwaliteit van ons onderwijs wordt geleverd door de Inspectie van het Onderwijs, zij geven tevens een oordeel over de schoolontwikkeling. De Inspectie beoordeelt het Willem van Oranje College Waalwijk voor de afdelingen VMBO (G)T, HAVO en VWO met een basisarrangement. Scholen die in het basisarrangement vallen, zijn scholen waarvan de

32

2013-2014


Inspectie geen tekortkomingen heeft vastgesteld. Het toekennen van een basisarrangement is een signaal dat de Inspectie vertrouwen heeft in de kwaliteit van de school. Op de site www. onderwijsinspectie.nl is hierover meer informatie opgenomen.

Het Willem van Oranje College Waalwijk scoort in 2013-2014 het volgende cijfer op de stelling: ‘Ik voel me veilig op deze school’. 8 7 6 5 4 3 2 1 0

7,8 School

8,0 Landelijk gemiddelde

TEVREDENHEID LEERLINGEN

TEVREDENHEID OUDERS

Hoe tevreden zijn leerlingen over de school in 2013-2014?

Hoe tevreden zijn ouders over de school in 2013-2014?

8

8

7

7

6,8

6

6,8

School

5

7,2

6

Vergelijkingsgroep

7,3

School

5


4

4

3

3

2

2

1

1

0

0

Hoe tevreden zijn leerlingen over de school de afgelopen jaren?

Hoe tevreden zijn ouders over de school de afgelopen jaren?

8

8

School

Benchmarketing kwaliteitsscholen

School

7


7,2

7

6,6

6,8 6,5

6,5 6,1

6

2012/2013

2012/2013

2013/2014

6

2012/2013

2012/2013

8

8

6,7

6,8

7

5

5

4

4

3

3

1 0

2

VWO

2

HAVO

6

VMBO-(G)T

6

1

7,1

VMBO-(G)T

7

6,9

7,1

7,2

VWO

Hoe tevreden zijn ouders over de school, uitgesplitst naar onderwijssoort?

HAVO

Hoe tevreden zijn leerlingen over de school, uitgesplitst naar onderwijssoort?

2013/2014

0

School

Vergelijkingsgroep

School


33

10

Waar staat Willem van Oranje College Waalwijk in 2014?

ZICHTBAARHEID EN MISSIE VAN DE SCHOOL De missie van de Stichting Willem van Oranje maken we zichtbaar binnen onze school door aan te sluiten bij de Protestants-Christelijke waarden bij dagopeningen, maar met name in het omgaan met elkaar. In de maatschappij is een individualisering zichtbaar en als school kunnen we als leer- en leefgemeenschap duidelijk maken dat het samen ervoor elkaar zijn belangrijk is. Sociale vorming en er willen zijn voor de ander maakten we in 2014 zichtbaar door middel van het project Edukans, lentoren die verantwoordelijk worden gemaakt voor de brugklassers en aandacht voor pestprotocol en Challenge Day “Over de Streep”. We zoeken mogelijkheden in ons onderwijs om meer aan te sluiten bij de behoefte en het talent van de leerling. Daarom heeft omgaan met verschillen in 2014 accent gekregen, evenals de uitdaging om de leeromgeving krachtig te maken met activerende didactiek. IDENTITEIT We borgen de Christelijke waarden door middel van dagopeningen en gebed (methode OASE). In 2014 is meer zichtbaar geworden dat we hierin ook een uitdaging hebben, want hoe zoek je verbinding met leerlingen en ouders die het Christelijk geloof niet meer kennen? We zoeken hierbij ook het contact met de kerken in de omgeving, met name op het gebied van rouwverwerking – ook in 2014 bieden zij onze school goede tools.

34

HAVO HAVO heeft een verbetertraject moeten inzetten sinds 2012. In 2013 is er al een verbetering geconstateerd. Voor 2014 lag de opdracht dit door te zetten. Er is ingezet op: • Verbetering van leskwaliteit door lesbezoeken Er is ingestoken op intensivering van lesbezoeken waarbij met name is ingestoken op OLA dat is Omgaan met verschillen en het stimuleren van het Leerproces van de leerling en inzetten van Activerende didactiek. Binnen HAVO ligt de doelstelling om leerlingen actiever en betrokken in de les te krijgen door middel van opdrachtgerichte instructie. • Het zogenaamde benen op tafel gesprek In deze gesprekken is meer ingezet op zorgvraag en onderwijsbehoefte van leerlingen. Hoe verbind je je onderwijs meer aan de doelgroep, hoe zet je daarbij de taal in, herken je de onderwijsbehoefte van de leerling? Ook het meer planmatig werken in het leerlingvolgsysteem is hierbij aan bod gekomen. • Met leerlingen spreken Leerlingen zijn actief bevraagd op hoe zij het onderwijs ervaren. In 2014 zijn hier de eerste ervaringen mee opgedaan die in 2015 breder worden uitgezet.

KWALITEIT VAN HET ONDERWIJS

• Borging van IBC (International Business College).

VMBO De kwaliteit van het VMBO laat een stabiel beeld zien. De basis is op orde qua programma structuur. Kwetsbaarheid laat zich wel zien op pedagogische bekwaamheid en het benaderen van de doelgroep. In 2014 is extra ingezet op: • Betere ondersteuning van het team. Teamleider laat hierin goede resultaten zien. • Op docentenniveau meer stimuleren om te verbinden met de doelgroep: het spreken van hun taal, meer aansluiten bij hun belevingswereld, inzetten van digitale middelen en activerende didactiek. • Kwetsbare leerjaren worden nauw gevolgd en zijn onderwerp van gesprek. Er worden verbeteracties ingezet vanuit de effectieve leerlingbespreking en de analyse van vakresultaten. • Aandacht voor zorgbehoefte van leerlingen middels scholingen, leerlingbegeleiders en specialisten in de school (autismespecialist, orthopedagoog) die het docenten team ondersteunen en coachen.

VWO Cambridge is een blijvend succes. Leerlingen behalen goede examenresultaten (level CAE) en er is een lage uitstroom uit klas 1AG. Er is een themabezoek van de Inspectie geweest en de Inspectie constateert dat er grote stappen gemaakt worden om programma’s op het gebied van excellentie. In de klassen is zichtbaar dat docenten verschillende zaken ondernemen om tegemoet te komen aan de behoefte van de VWO-leerling. Dit vraagt extra aandacht om de kwaliteit van onderwijs op dit niveau te houden of te verhogen. In 2014 zijn de volgende acties ondernomen:


• Start van BRC Excellente leerlingen krijgen de mogelijkheid om hun VWO-diploma in 80% van de tijd te doen en de resterende tijd te excelleren in het BRC-programma (Business and Research College). In 2014 is vanuit ONO subsidiegelden het Econasium opgestart. • Stimuleren van hogere cijfers en uitdaging. Ook binnen het VWO zijn lesbezoeken geweest die het

principe OLA hebben gemonitord: een docent in het VWO dient het verschil te zien in behoefte, dient het leerproces/denkniveau van de VWO-leerlingen te triggeren met behulp van activerende didactiek en een juiste ondersteuning.

bezig geweest. Zij hebben de referentieniveau vertaald in hun programma en de focus gelegd op de vereisten in het examen. Taalbeleid moet in 2015 nog een doorvertaling krijgen naar alle vakken.

ONDERWIJS In het voorgaande stuk is al aangegeven op welke wijze we het onderwijs steeds willen verbeteren en versterken. Kijkend naar het onderwijs verder hebben we in 2014 ook verbeterslagen gemaakt op:

• Internationalisering In 2014 heeft onze locatie deelgenomen aan het Comeniustraject waarbij vier scholen (België, Nederland, Turkije en Spanje) van elkaar geleerd hebben van elkaars cultuur en onderwijs. Naar elk land zijn acht leerlingen gegaan. De resultaten van deze leerervaring worden meegenomen in een verdere uitwerking van internationalisering. Zo hebben we goede ervaringen opgedaan door aan de hand van een thema (Water) een gehele uitwisseling op te zetten. Vanuit een thema worden de verschillen van de landen in denkwijze, cultuur en oplossingen aan leerlingen veel beter duidelijk gemaakt.

• Versterking van opbrengstgericht werken Teamleiders hebben in de resultaatgesprekken met personeel de schooldoelen rondom Omgaan met verschillen, Leerproces stimuleren en Activerende didactiek geëxpliciteerd in persoonlijke leerdoelen. Middels een PDCA-cyclus wordt er op de doelen teruggekomen. We constateren dat dit in 2014 hier een verbeterslag heeft plaatsgevonden, personeel is bewuster aan de slag met wat een leerling vraagt. Het vraagt nog wel een kwaliteitsslag binnen teams (wat wordt de gezamenlijke doelstelling) en binnen vaksecties. • Versterking rekenen Extra rekenen is opgenomen in de vakken wiskunde, economie en aardrijkskunde. In 2015 krijgt het navolging dat rekenbeleid wordt door vertaald in de vakwerkplannen. In 2014 heeft een eerste ronde van rekentoetsen van Cito plaatsgevonden. Samen met het programma Muiswerk zijn analyses van resultaten gemaakt door de kwaliteitsmedewerker die daarnaast expertise heeft op rekenen. Leerlingen met een te laag rekenniveau hebben RT aangeboden gekregen. Op dit moment is nog niet voor elk leerjaar een scherp beeld wat het effect is van RT. In 2014 is met name de focus gelegd op de leerjaren onderbouw (klas 1 en 2) en de examenjaren. Een verdere effectvolging over de andere jaren krijgt in 2015 navolging. • Versterking Met het taalbeleid is met name de vakgroep Nederlands

• Inzet van RTTI In 2014 is RTTI als middel ingezet om scherp en transparant de vier te onderscheiden cognitieve niveaus van leren in kaart te brengen. RTTI maakt de leerprocessen van leerlingen inzichtelijk en werkt binnen de school als motor voor onderwijsontwikkeling. De digitale behoefte neemt echter toe en hiervoor dienen we in 2015 een oplossing te vinden. • Lesmethoden De nadruk op leerproces, inspelen op de behoefte van de leerling geeft in 2014 meer de vraag op welke wijze een methode meer op dit gepersonaliseerd leren kan inspelen. ORGANISATIE • Versterking van de rol van de sectievoorzitter Het sectie/directie-overleg is in 2014 geïntensiveerd. Ook de teamleider heeft in dit overleg een rol gekregen. De rol van de sectievoorzitter moet meer sturend zijn. Hier moet meer borging komen voor wat betreft inhoud en doorlopende leerlijn. Dit krijgt in 2015 een vervolg.

35

• Ouderportaal Met de komst van het ouderportaal in schooljaar 2013/2014 willen we de digitale communicatie met ouders verbeteren. Het effect is dat we sneller zaken kunnen publiceren. We constateren in 2014 een goede ontvangst in de onderbouw. Ouders van de bovenbouw zijn minder enthousiast, dit vraagt aandacht.

taald. Dit wordt nu uitgetest door scholen daar in de buurt. De scholing gaf een impuls aan theoretisch inzicht (hoe beter metacognitieve denkprocessen inzetten, hoe slimmer inspelen op de hersenen), uitwisseling en anders kijken naar didactiek. Dit heeft zich in 2014 vertaald in de oprichting van de werkgroep Addict (Activerende Didactiek en ICT) die activiteiten gaat ontplooien in 2015.

• Passend onderwijs - zorgstructuur In 2014 is op de locatie het ondersteuningsplan helder geworden. Om betere zorgondersteuning te bieden is het gehele personeel geschoold in orthobeelden. Personeel kan ondersteuning vragen aan leerlingbegeleiders, autismespecialist en een orthopedagoog. Leerlingbegeleiders hebben ervoor gezorgd dat de leerlingbespreking meer in een planmatige cyclus is gezet (registratie behoeften → doelen → resultaten). Daarnaast hebben zij ervoor gezorgd dat zij mentoren meer aansturen wat heeft geleid tot een verbetering van het mentorprogramma. In 2015 zal gekeken worden of deze impuls werkelijk effect heeft in een verbeterde zorgstructuur en zullen ook ouders en leerlingen hierop bevraagd worden. In 2013/2014 is er naast een zorglokaal ook een opvanglokaal ingericht. Hier komen leerlingen die tijdelijk de les zijn ontzegd. We constateren nog geen vermindering van eruit gestuurde leerlingen, wel dat het gesprek over gedrag en de relatie tussen leerling-docent sneller hersteld, waarna ze ‘samen door één deur kunnen’.

Het team heeft zich op diverse vlakken geprofessionaliseerd in 2014: • Aantal bevoegden is gestegen • Scholing rondom omgaan met verschillen • Interventietrajecten rondom balans tussen werk/ school/eigen autonomie en verantwoordelijkheid • Scholing financieel leiderschap directie school • S choling en coaching van teamleiders. Accent lag op hoe je collega’s zodanig faciliteert dat zij zich ontwikkelen en jij het niet overneemt.

• Uitdaging in het rooster: vestigingen vol met leerlingen In 2014 zaten zowel De Gaard als de Burgemeester van Casterenstraat bomvol. Dit vroeg extra aandacht met betrekking tot roostering. Een nieuw roosterprogramma en scholing van de roostermaker heeft ervoor gezorgd dat het lesrooster een goede basis had ondanks de volle vestigingen. In 2015 worden de mogelijkheden binnen de mogelijkheden van het roosterprogramma verder geoptimaliseerd. • Teamleiders zijn meer betrokken bij beleidsmatige zaken Vanuit cursus leiderschap kwam in 2014 de constatering dat teamleiders teveel in de uitvoering zaten en de lange termijn lijn nodig hebben om koers te zetten in teamontwikkeling. In 2014 heeft de teamleider dan ook een rol gekregen in het sectie/directie-overleg en zijn zij meer betrokken bij beleidsvorming. PERSONEEL In 2014 hebben we op het gebied van personeel aandacht besteed aan: • Ziekteverzuim Er is een verzuimprotocol opgesteld. Hiermee is binnen de school bij de schoolleiding extra aandacht gekomen voor het gesprek over ziekteverzuim en ziekmelding. • Professionalisering De schoolleiding en vier docenten hebben deelgenomen aan een scholing “Thinking for Learning” in Newcastle (Engeland). De universiteit aldaar heeft wetenschappelijke inzichten rondom leren en denken omgezet en praktisch ver-

36


• Functiemix en entreerecht Beiden zijn volledig ingezet. Streefcijfers voor 2014 zijn behaald. OMGEVING In 2014 zijn we gestart met een Ouderklankbordgroep. Het resultaat in 2014 is dat er richting school goede feedback wordt gegeven. In de klankbordgroep is in 2014 met name gesproken over communicatie van de school, kwaliteit in zijn algemeenheid en wat de omgeving vindt van het docentenkorps, de gemaakte keuzes rondom onze zorgondersteuning en de impuls naar versterken van sociale veiligheid. Verder hebben we contacten met • Universiteit Tilburg • Bedrijven platform • Lionsclub en Rotaryclub in het kader van beroepsvoorlichting • Kerken • Technet en Jetnet voor intensivering van LOB in HAVO en VMBO TROTS VANUIT HET JAAR 2014 Als school hebben we laten zien dat we resultaten kunnen ombuigen, dat we een inhoudelijke slag kunnen maken daar waar onderwijs om gaat: in de klas, met de leerling, de focus op de leerling. UITDAGINGEN VOOR 2015 Goede resultaten op zowel VMBO, HAVO als VWO blijft een basisvoorwaarde. We willen op de locatie Waalwijk ondernemend en innovatief onderwijs bieden gericht op wat de leerling nodig heeft. Daarnaast willen we inzetten op een persoonsgerichte benadering. We merken op dat rondom dit totaalplaatje bij de omgeving hoge verwachtingen liggen. Onze ambitie heeft kansen, maar ook grenzen. Kunnen we effectieve zorg bieden? kan het personeel dit pakket aan in relatie tot de geconstateerde werkdruk? Vormt ambitie op innovatie en ondernemerschap risico op rendement? Deze balans is de uitdaging voor 2015.

37

11

Onderwijsprestaties VO Willem van Oranje College Wijk en Aalburg

Hoeveel leerlingen heeft de school op 1 oktober 2014?

800


800

700 600

640

500

590

School

400

700

School


300

640

624

613

600

200


100 0

500

Hoe zijn de examenleerlingen verdeeld over de verschillende onderwijssoorten in 2013/2014? 48,1%

50

20% 10%

VMBO-(G)T

30%

VMBO-K

VMBO-K

VMBO-B

VMBO-(G)T

25,6%

VMBO-B

26,3%

0

0%

School

38

Hoe zijn de examenleerlingen verdeeld over de verschillende onderwijssoorten de afgelopen jaren?

40%

20 10

2013/2014

50%

40 30

2012/2013

2012/2013



2011-2012

2012-2013

2013-2014

Voedingsgebied

16,6% 7,3%

43,8% 32,3%

100

94,3%

100%

97,1%

Wat was het slaagpercentage van de school de afgelopen jaren? 100

60

40

40

20

VMBO-(G)T

60

VMBO-K

80

VMBO-B

80

0

20

VMBO-K

Wat is het slaagpercentage van de school in 2013-2014?

VMBO-B

Zaltbommel

Aalburg

VMBO-(G)T

Heusden

Overig

0

School


2011-2012

Hoeveel leerlingen hebben deelgenomen aan het examen en hoeveel leerlingen zijn geslaagd in 2013/2014? VMBO-B Aantal deelnemers: Aantal geslaagden: Percentage geslaagden:

35 33 90,3%

VMBO-K Aantal deelnemers: Aantal geslaagden: Percentage geslaagden:

64 64 100%

VMBO-(G)T Aantal deelnemers: Aantal geslaagden: Percentage geslaagden:

34 33 97,1%

2012-2013

2013-2014

SLAAGPERCENTAGES Het Willem van Oranje College heeft als ambitie om met de resultaten van de leerlingen boven het landelijk gemiddelde te scoren. Dit geldt zowel voor de slagingspercentages, de gemiddelde Centraal Examen-cijfers, als voor de vakresultaten. Ook de zittenblijfpercentages moeten lager liggen dan het landelijk gemiddelde. Het continue volgen van resultaten van de leerlingen en vakken is daarbij essentieel. In schooljaar 2013-2014 hebben we onze ambitie waargemaakt: de resultaten voor alle leerwegen liggen boven het landelijke gemiddelde. EXAMENCIJFERS Het is onze ambitie als Willem van Oranje College om boven het landelijk gemiddelde te scoren. Dit geldt zowel voor slagingspercentages als voor gemiddelde cijfers CE als voor vakresultaten en rendement. Voor alle leerwegen scoren we in schooljaar 2013-2014 (ruim) boven het landelijke gemiddelde.

39

Wat zijn de gemiddelde examencijfers van de school in 2013-2014?

Wat zijn de gemiddelde examencijfers van de school de afgelopen jaren?

8

8

6,5

7

5

5

4

4

3

3

1

VMBO-K

2

VMBO-(G)T

6

VMBO-B

6

2 1

0

VMBO-(G)T

6,5

VMBO-K

7

VMBO-B

6,7

0

School


2011-2012

2012-2013

2013-2014

Wat zijn de gemiddelde per onderwijssoort de afgelopen jaren?

2011-2012

2012-2013

Schoolexamen

Centraalexamen

Eindcijfer

Schoolexamen

Centraalexamen

Eindcijfer

Schoolexamen

Centraalexamen

Eindcijfer

VMBO-B

6,6

6,7

6,7

6,5

6,6

6,6

6,6

6,9

6,7

VMBO-K

6,3

6,1

6,3

6,6

6,4

6,6

6,3

6,5

6,5

VMBO-(G)T

6,4

6,0

6,3

6,3

6,0

6,3

6,3

6,6

6,5

DOORSTROOM EN VERVOLGONDERWIJS Als norm hanteert het Willem van Oranje College dat doorstroompercentages boven het landelijk gemiddelde liggen en uitstroompercentages onder het landelijk gemiddelde. In het vierde leerjaar begeleiden de decanen onze leerlingen bij het kiezen van een vervolgopleiding. Na het behalen van een diploma blijft er tijdens het eerste jaar op het MBO contact tussen de oud-leerling en decaan over de gemaakte keuze en de resultaten. Opvallend is dat leerlingen van het Willem op het MBO zeer succesvol zijn. Meer informatie over het Willem van Oranje College is te vinden op www.scholenopdekaart.nl. TEVREDENHEID LEERLINGEN De onlangs afgenomen enquête onder leerlingen en ouders van leerjaar 3 geeft een zeer positief beeld van het Willem. Op alle items scoren we ruim boven het landelijk gemiddelde. Fysieke en sociale veiligheid is de basis voor welbevinden en succesvol leren en leven. Er is een veiligheidsplan dat zowel proactief als corrigerend wordt ingezet om het schoolklimaat op het Willem van Oranje College te optimaliseren. Het Willem van Oranje College scoort in 2013-2014 op de stelling ‘ik voel me veilig op deze school’: 8,3. TEVREDENHEID OUDERS Onze ambitie is ouders te betrekken bij het onderwijs van hun kind. Wij zijn blij dat de uitslag van de onlangs afgenomen en-

40

2013-2014


quête onder ouders van leerlingen van leerjaar 3 deze betrokkenheid van ouders laat zien en dat zij tevreden zijn hierover. De enquête geeft een zeer positief beeld van onze school. Op alle items scoren we opnieuw boven het landelijk gemiddelde. Het uiteindelijke eindcijfer ligt een halve punt hoger dan het landelijke cijfer. Met name informatie en communicatie, leerlingenzorg en leerlingbegeleiding scoren hoog. Om de betrokkenheid van ouders te vergroten, hebben wij op het Willem ‘ouderplatforms’ ingesteld. In deze ouderplatforms gaan wij als school in gesprek met ouders over ons onderwijs. INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS De uitvoerende organisatie van de externe evaluatie is de Inspectie van het Onderwijs. De Inspectie houdt wettelijk toezicht om te komen tot handhaving en verbetering van kwaliteit van onderwijs. Informatie over deze evaluatie is interessant voor ouders, leerlingen, personeel en bestuur. Een inspectiebezoek bestaat uit gesprekken met het College van Bestuur, de locatiedirectie, lesbezoeken, dossieronderzoeken en gegevens uit Vensters voor Verantwoording. De uitkomsten van dit onderzoek bevatten aanbevelingen en aandachtspunten. Deze worden verwerkt in herstel- en verbeterplannen op de locatie en voor de verschillende vakken. Zie ook de site van de Onderwijsinspectie en www.scholenopdekaart.nl.

TEVREDENHEID LEERLINGEN

TEVREDENHEID OUDERS

Hoe tevreden zijn leerlingen over de school in 2013-2014?

Hoe tevreden zijn ouders over de school in 2013-2014?

8

8

7

7

7,2

6

School

5

7,5

6

7,3

School


5

4

4

3

3

2

2

1

1

0

0

Hoe tevreden zijn leerlingen over de school de afgelopen jaren?

Hoe tevreden zijn ouders over de school de afgelopen jaren?

8

8

7,6

7,5 7,3

7,2

7,2

7

7


2013/2014

7,2

7

7,1

8

6,6

4

3

3

0

HAVO

4

VMBO-(G)T

5

VMBO-K

5

VMBO-B

6

1

2013/2014

7,6

7,6

7,4

7,4

7

6

2

2012/2013

HAVO

7,5

2012/2013

Hoe tevreden zijn ouders over de school, uitgesplitst naar onderwijssoort?

Hoe tevreden zijn leerlingen over de school, uitgesplitst naar onderwijssoort? 8

6

VMBO-(G)T

2012/2013


VMBO-K

2012/2013

School

2 1

VMBO-B

School

6

7,5

0

School

Landelijkgemiddelde (onbekend)

School

Landelijkgemiddelde (onbekend)

41

12

Waar staat Willem van Oranje College Wijk en Aalburg in 2014?

ZICHTBAARHEID EN MISSIE VAN DE SCHOOL “Wat is het beste voor onze leerlingen?” is dé centrale vraag die ons gehele onderwijsproces stuurt en draagt. In keuzes die gemaakt worden staat het welzijn van onze leerling voorop. Met name om die reden staat het Willem in Wijk en Aalburg bekend als een veilige school met veel aandacht en begeleiding voor de jong volwassene. Daarnaast is samenwerken op alle niveaus zichtbaar. We ervaren de kracht van het leren van elkaar zowel binnen als buiten de muren van de school. IDENTITEIT De identiteit komt op een praktische wijze gedurende een schooljaar tot uiting: we geven aan alle klassen godsdienstonderwijs, we beginnen en eindigen elke schooldag met een dagopening en dagsluiting. We vieren gezamenlijk het Kerstfeest en Paasfeest. Centrale bijeenkomsten met leerlingen , ouders en personeel worden geopend met een gedeelte uit de Bijbel en gebed. We zoeken verbindingen met de andere vakken zodat leerlingen op meerdere plaatsten in de school zien hoe identiteit leeft en werkt bij samenwerken en samenleven. Daarmee kleurt onze Christelijke identiteit onze manier van doen en laten. Liefde voor onze Schepper en voor onze medemens is zichtbaar in de manier waarop we met elkaar praten en in de keuzes die we maken. • We zetten ons in voor goede doelen (die leerlingen ook zelf mogen aandragen)en maken onze leerlingen bewust van het betekent om onderdeel te zijn van onze samenleving. Jongeren uit andere landen en uit andere culturen bezoeken onze school en volgen onderwijs samen met onze leerlingen. • Leerlingen kunnen solliciteren naar de functie van ambassadeur, gaan naar een ontwikkelingsland en vertellen bij terugkomst aan leerlingen over hun ontmoeting met leeftijdsgenoten. • Leerlingen nomineren klasgenoten die om een bepaalde reden een steuntje in de rug nodig hebben voor een aanmoedigingsprijs. • De school faciliteert een opvanglokaal waar een medewerker 9 uur per dag aanwezig is om extra aandacht en zorg te geven aan een leerling die het nodig heeft. Samen met leerlingen, personeelsleden, ouders en kerken willen in gesprek blijven over de manier waarop we vorm geven aan onze Christelijke identiteit. In openheid communiceren we over onze manier van doen en zullen we ook aan een ieder die werkt en leert op onze school blijven vragen om zich hieraan mee te werken.

42


KWALITEIT VAN HET ONDERWIJS Het onderwijs is een proces van voortdurende ontwikkeling van een ieder die deel uit maakt van dat onderwijs. Het formuleren van concrete doelen, het benoemen van resultaten, de uitwerking van een gerichte aanpak en de reflectie op dit proces is een cyclus die we met elkaar doorlopen op zowel leerlingniveau als op medewerkersniveau. Resultaten realisatie onderwijstijd, percentage geslaagde leerlingen voor o.a. de rekentoets (20% boven het landelijke gemiddelde) zijn in 2014 behaald. Het door de school gestelde doel is dat tenminste 85% van onze docenten een positieve score behaalt in de kwaliteitsmetingen die worden gedaan. Ons percentage ligt 10% boven de door de onderwijsinspectie gehanteerde norm van 75%. Een voortdurende bewaking van de kwaliteit vertaalt zich in een positieve waardering door de onderwijsinspectie, een hoog slagingspercentage en positieve uitslagen van tevredenheids-onderzoeken onder leerlingen en ouders met cijfers die ruim boven het landelijke gemiddelde liggen, zie www.scholenopdekaart.nl. VMBO-BB EN VMBO-KB Laat al jaren een stabiel beeld zien in borging van de kwaliteit van het onderwijs waarbij zelfs de KB groeit in de gemiddelde score van het CE-cijfer. Gemiddeld behalen leerlingen voor hun Centrale Examens een 6,5 wat betekent dat het Willem behoort tot de 30% van de best scorende scholen van het land. VMBO-GT Hier zijn de resultaten in juli 2014 “spectaculair verbeterd” (citaat uit onderwijsrapport onderwijsinspectie maart 2015). Daar ligt het gemiddelde CE cijfer zelfs nog hoger dan bij de KB namelijk op een 6,6. De vakken Engels en wiskunde behoren tot de 10% beste scorende scholen van het land als het gaat om een verbetering van de resultaten. ONDERWIJS In 2014 heeft het team zich georiënteerd op de implementatie van de vernieuwde beroepsgerichte programma’s VMBO. Het biedt kansen en betere afstemming met het vervolgonderwijs en het bedrijfsleven. Het rijkere aanbod aan programma’s sluit aan de visie van krachtige leeromgeving waarin leerlingen keuzemogelijkheden hebben passend bij hun interesses en talenten. In 2014 kunnen we constateren dat in de klas leerlingen meer zichtbaar eigenaar worden van hun eigen leerproces. In de didactische vaardigheden van de docent worden nieuwe doelen gesteld die behoren tot een uitbreiding van hun zogenaamde complexere vaardigheden. Analyses op leerling en op klassenniveau met behulp van RTTI* legt de basis voor onderwijs op maat.

RTTI maakt de leerprocessen van leerlingen inzichtelijk en werkt binnen de school als motor voor onderwijsontwikkeling. * RTTI is een middel om scherp en transparant de vier te onderscheiden cognitieve niveaus van leren in kaart te brengen.

LESSEN EN LESMETHODEN De lessen zijn activerend, richten zich op de belevingswereld van leerlingen en bieden aandacht aan de verschillen tussen leerlingen. Op het moment dat leerlingen meer begeleiding nodig heeft, dan er in de les kan worden geboden wordt er buiten de les maatwerk gegeven. De lesmethodes en de mogelijkheden van digitalisering moeten aansluiten op onze visie op onderwijs: activerende lessen, activerend, actueel, dichtbij de belevingswereld van leerlingen, afwisselend en betekenisvol. De effecten zijn zichtbaar geweest in de stijgende resultaten van 2014. Structureel scoren de leerlingen van het Businessprogramma hoger dan de leerlingen die het reguliere programma volgen. Dit heeft te maken met een meer gemotiveerde leerling. ORGANISATIE Met een aantal van ruim 600 leerlingen is het Willem een middelgrote school voor VMBO met een uitstekende onderbouw opleiding voor HAVO en Atheneum. Het grote voordeel van kleinschaligheid wordt nog eens extra benut door onze verticale teamstructuur, waarbij leerlingen gedurende hun opleiding lessen volgen in een zelfde team van docenten en onderwijsassistenten.Elk team heeft een eigen teamleider en een eigen leerlingbegeleider. Elke klas heeft een mentor die vaak meegaat van het ene leerjaar naar het andere. De zorg coördinator is niet gebonden aan een team maar werkt teamoverstijgend. Op deze manier is er veel aandacht voor de leerlingen en is het team goed op de hoogte wat een leerlingen nodig heeft aan ondersteuning en begeleiding. Het onderwijsondersteunend personeel (OOP) heeft een cruciale rol in ons onderwijsproces. Een uitstekend functionerend team (conclusie onderzoek Impact 2014) van conciërges, administratieve medewerkers en ICT-ers zorgt ervoor dat de aan alle randvoorwaarden is voldaan die aan het geven van goed onderwijs vooraf gaan. Een belangrijke doelstelling voor ons OOP is dat zij meer uitdaging gaan krijgen door samen te werken met docenten en leerlingen in de organisatie van ons onderwijs. Ons onderwijs wordt gegeven in een moderne, schone en rustige omgeving. De lokalen zijn ruim opgezet en ingericht met moderne apparatuur. De praktijkafdelingen zijn zo toegerust dat ze praktijksituaties zo dicht mogelijk benaderen.

veiligheid om op de momenten waarop het nodig is met elkaar te spreken. De klankbordgroep ouders stelt zich op vertegenwoordigers spreekt met de schoolleiding 3x per jaar over allerlei onderwerpen zoals vernieuwing VMBO, rekenbeleid, veiligheid, ouderbetrokkenheid, organisatie kamp- en reisweek. Voor 2015 staat op de agenda om met ouders te spreken over burgerschapsvorming. We zijn blij met een oudertevredenheid die jaarlijks boven het landelijke gemiddelde uitkomt. Dit is ook onze doelstelling voor de komende jaren. TROTS VANUIT HET JAAR 2014 De tevredenheidsonderzoeken onder leerlingen laten al jaren en tendens zien waarbij het cijfer dat we krijgen van leerlingen ruim boven het landelijke gemiddelde ligt. In een aanvullend onderzoek door de onderwijsinspectie werd geconcludeerd dat 100% van de leerlingen zich veilig voelt op het Willem. Dat is een unieke score. UITDAGINGEN VOOR 2015 Naast de zaken die al zijn benoemd zullen we ons de komende jaren gaan profileren als een school waarbij je leert door ervaren. De oriëntatie op de beroepsmogelijkheden zal hierin een rode draad zijn. Belangrijk daarin is dat we een eigen “Vriendenkring” gaan oprichten waarbij het bedrijfsleven een wezenlijk en onmisbaar deel gaat uitmaken van ons gehele onderwijs.

PERSONEEL De kwaliteit van het didactisch handelen is hoog. Ruim 90% van onze leraren is bevoegd en de overige 10% is bezig met het behalen van een bevoegdheid. Docenten zijn professionals en verantwoordelijk voor het primair proces, resultaten en hun eigen ontwikkeling. In 2014 is sterk gewerkt aan daling van het ziekteverzuim. OMGEVING We communiceren 6x per jaar met ouders door middel van onze algemene Nieuwsbrief en daarnaast is er de openheid en

43

13

Verantwoording MR Willem van Oranje College

SAMENSTELLING Ondersteunend personeel De heer M.C. Bax Onderwijzend personeel Waalwijk De heer W.P. van der Aa De heer drs. M.A. de Bie De heer G. Hulsbos De heer drs. N. van de Laar Mevrouw W.J. van Roon Onderwijzend personeel Wijk en Aalburg De heer K. Scherff De heer P. van Dijk Mevrouw M.G.R. Koopman De heer M. van Weelden Oudergeleding De heer C. Nieuwenhuizen (afgetreden in juli 2014, locatie Wijk en Aalburg) De heer R.J.M. Spohr (locatie Waalwijk) Mevrouw A. de Bruin-van Drongelen (afgetreden in juli 2014, locatie Waalwijk) De heer P.A.J. van Harten (locatie Waalwijk) Mevrouw M. van As (aangetreden oktober 2014, locatie Wijk en Aalburg) Leerlinggeleding Kiran Boer (aangetreden oktober 2014, locatie Wijk en Aalburg) Daniel van den Broek (afgetreden in juli 2014, locatie Waalwijk) Pim Bruurmijn (locatie Waalwijk) Niels den Dekker (afgetreden in juli 2014, locatie Wijk en Aalburg) Lucas Paulides (locatie Waalwijk) Bentley van der Ree (afgetreden in juli 2014, locatie Wijk en Aalburg) Fleur Snijders(aangetreden oktober 2014, locatie Waalijk) Rick Stuij (aangetreden oktober 2014, locatie Wijk en Aalburg BESPROKEN IN 2014 De MR is in 2014 zeven keer bij elkaar gekomen. De MR heeft zich in 2014 beziggehouden met de gebruikelijke onderwerpen en taken. Enkele van de onderwerpen die zijn behandeld, zijn gerangschikt naar strategieveld. LEREN/ONDERWIJS • Toekomst beroepsgerichte programma’s VMBO. Na een

44


financiële onderbouwing stemt de MR in met het nieuwe programma te Wijk en Aalburg. • ISK (Internationale Schakelklas). De Onderwijsgroep Tilburg heeft verzocht om overname van ISK. De MR is akkoord met deze overname. • Toelatingsbeleid. De MR brengt het advies uit om een paragraaf over passend onderwijs op te nemen. • Onderwijsaanbod VMBO. De MR gaat op basis van argumentatie van het CvB akkoord met het opheffen van Frans in leerjaar 3 en 4 VMBO. • De inspectiebezoeken in zowel Waalwijk als Wijk en Aalburg zijn inhoudelijk besproken. De Inspectie heeft een kwaliteitsonderzoek bij HAVO uitgevoerd en een basisarrangement afgegeven. • Excellentie. In dit kader wordt gesproken over programmalijnen en over Econasium en BRC (Business and Research College) in het VWO. • Examenreglement. Op het examenreglement zijn wijzigingen aangegeven. Nadat deze zijn doorgevoerd, geeft de MR unaniem akkoord. • Excursieplan. De paragraaf met betrekking tot drugsbezit en alcoholbezit en gebruik daarvan wordt herzien. Instemming wordt gegeven. PERSONEEL • Verzuimprotocol. Na bespreking in de PMR en de wijzigingen die zijn doorgevoerd, is de MR unaniem akkoord met het verzuimprotocol. • Sollicitatieprocedure adjunct directeur. De procedure is besproken en er zijn wijzigingen aangegeven. Na doorvoering hiervan stemt de MR hiermee in. In de sollicitatiecommissie zal ook een MR-lid zitting nemen. • Werkdruk. Er is een werkgroep samengesteld die zich, samen met het College van Bestuur, zal gaan bezighouden met dit onderwerp. Dit onderwerp krijgt een vervolg in 2015. • Functiemix en formatievoorbereidingen. Op beide locaties zijn informatiebijeenkomsten geweest, er zijn geen wijzigingen in het beleid. Wel wordt de formatie vertraagd vanwege de nieuwe CAO. OMGEVING • Vakantieregeling. De MR heeft unaniem ingestemd met de vakantieregeling. ORGANISATIE • Voordracht lid Raad van Toezicht. Een bindende voordracht zou samen met de GMR moeten plaatsvinden. Hierover is uitgebreid gesproken. Ook de kwaliteitsprofielen van de

leden van de Raad van Toezicht zijn besproken en daarmee wordt ingestemd. • WKR (Werkkostenregeling). Over de inhoud van de WKR is gesproken. Er zijn wijzigingen voorgesteld. Dit onderwerp krijgt een vervolg in 2015. • Begroting 2014 en meerjarenbegroting 2014-2018. De MR heeft een positief advies op de begroting 2014 gegeven. • OPR (Ondersteuningsplanraad). Namens de MR hebben mevrouw Koopman en de heer Spohr zitting in de OPR. Gesproken is in dit kader ook over het samenwerkingsverband en het schoolondersteuningsplan. • Verkiezingen. Vanwege het aftreden van enkele MR-leden uit zowel de ouder- als leerlinggeleding, zijn in 2014 verkiezingen gehouden. Vrijwel alle vacatures zijn vervuld.

TENSLOTTE Een woord van dank aan allen die meegewerkt hebben aan het functioneren van de medezeggenschapsraad. N. van de Laar (voorzitter)

Verder zijn tijdens de MR vergaderingen nog een aantal andere onderwerpen aan de orde geweest: • Vrijwillige ouderbijdrage • Een eerste aanzet tot een meerjarig professionaliseringsplan • Jaarverslag • Schoolgids • Reglement MR

45

14

Personeel

INSTROOM, DOORSTROOM, UITSTROOM VAN PERSONEEL In 2014 is ook een kritische blik geworpen op de oproepkrachten korttijdelijk. Medewerkers die niet meer invallen, zijn uit dienst gemeld (met name bij de Juliana van Stolbergschool). In 2014 is een deels nieuwe Raad van Toezicht benoemd wat leidt tot een uitstroom en een nieuwe instroom van leden van de Raad. In Waalwijk is per 1 augustus 2014 een nieuwe adjunct-directeur benoemd. Dit in verband met het aankomend vertrek van mevrouw R. Rynja-Treffers (adjunct-directeur). Het uit dienst gaan van docenten lag met name in het niet

verlengen van het tijdelijk contract of het vinden van ander werk. Slechts één medewerker heeft de organisatie verlaten vanwege pensioengerechtigde leeftijd (conciërge). In Wijk en Aalburg werden voorheen de diensten van de orthopedagoog ingekocht. Dit was aanzienlijk kostbaarder dan eigen personeel. Sinds 2014 is daarom een eigen orthopedagoog in dienst. Vanuit het samenwerkingsverband is verplicht gesteld een deskundige door bevoegd gezag te benoemen (voor PO). Deze deskundige is voor 0,2 fte in dienst en valt vanwege de centrale functie onder het stafbureau.

Locatie

Functie

In dienst

Uit dienst

De Leilinde

Oproepkracht korttijdelijk

2

2

Juliana van Stolbergschool


4

9

Raad van Toezicht

RvT

5

5

WvOC Waalwijk

Directie

1

OOP dagdienstmedewerker

2

OOP concierge Docent

WvOC Wijk en Aalburg

1 3


2

LIO stagiaire

1

Docent

6

OOP orthopedagoog

1

Oproepkracht korttijdelijk Stafbureau

Deskundige bevoegd gezag (verplicht)

Eindtotaal

46

5


3

2 1 25

30

FTE in dienst per 31 december 2014

31-12-13

31-12-14

Verschil

2,0000

2,0000

0,0000

Directie

3,8000

4,4341

0,6341

OP

150,3971

150,3506

-0,0465

- waarvan OOP op school

30,3983

30,3657

0,1674

- waarvan OOP op school

9,1312

9,3312

0,2000

Directie

2,0000

2,0000

0,0000

OP

20,4376

22,5543

2,1167

OOP

5,2088

5,4883

0,2795

Totaal

223,3201

226,6713

3,3512

College van bestuur Directie Voortgezet onderwijs

Primair onderwijs

VERDELING DIRECTIE, OP EN OOP Primair onderwijs

Directie

OOP

OP

De Leilinde

11%

31%

58%

Juliana van Stolbergschool

9%

10%

81%

Voorgezet onderwijs

Directie

OOP

OP

WvOC Waalwijk

2%

16%

82%


3%

18%

79%

OOP-ONDERZOEK VO In oktober is er voor de gehele Stichting een OOP-onderzoek ingezet. We constateren een onbalans in de OOP-formatie. Vanwege de kleinschaligheid dienen we na te denken over een betere inzet van OOP-personeel en op welke wijze samenwerking gestimuleerd kan worden. Het OOP-onderzoek had een aantal doelstellingen en richtte zich op vergroten van flexibiliteit, kwaliteit en dienstverlening. Daarbij is ook aandacht voor: • Optimale inrichten van processen, functies en taakverdeling (efficiëntie) • Het vergroten van talentbenutting en interne mobiliteit (ontwikkelingsperspectief) • Aandacht voor meer samenwerken voor de (interne/externe) klant en over de muren van de eigen afdeling/school kijken (samenwerken en cultuur) • Betere inrichting van eenduidige en krachtige aansturing van het OOP, met aandacht voor zowel persoon als prestatie (aansturing/leiding). In 2015 worden de uitkomsten van het onderzoek verder gebruikt voor een herinrichting van het OOP binnen de Stichting.

47

SCHOLING ONBEVOEGDEN IN HET VO

Scholing onbevoegden in het VO

WvOC Waalwijk

Status bevoegdheid

Bevoegd

ZW--> Bio

PABO

Bevoegd 1e graads

45,8283

Bevoegd 2e graads

37,3816

Andere bevoegdheid

2,1584

2,1584

In opleiding

8,577

8,577

45,8283 0,9455

2,363

40,6901

Eindtotaal

97,2538

Scholing onbevoegden in het VO


Status bevoegdheid

Bevoegd

PABO

Bevoegd 1e graads

5,947

Bevoegd 2e graads

36,3011

Andere bevoegdheid

2,5175

2,5175

In opleiding

5,025

5,025

5,947 5,9931

42,2942

Eindtotaal

55,7837

PERCENTAGE STUDERENDEN TEN OPZICHTE VAN HET TOTAAL AAN FTE Locatie Waalwijk Aantal medewerkers

Situatie

FTE

Pecentage tov totaal

12

Onbevoegdheid

8,577

8,8%

6

Verdere professionalisering / verdieping

18

Opleidingen 2egraads DU, Ec, Gs, NS, NE, Tn, Wi 1e graads Ec, En,

5,0338

5,2%

Gs, Wi, master SEN

13,6108

14,0%

FTE

Pecentage tov totaal

6,025

10,8%

3,5500

6,4%

Locatie Wijk en Aalburg Aantal medewerkers 9

4

Situatie Onbevoegdheid (8) en onderbevoegdheid (1) Verdere professionalisering / verdieping

13

48


Opleidingen 2egraads Wi, Tn, Zw, Du, Gd + HTS 2e graads Bi, 1e gr En, 1e gr Gs, master SEN

9,575

17,2%

ZIEKTEVERZUIM Ziekteverzuim wordt sinds 2013 anders weergegeven dan voorgaande jaren. Voorgaande jaren werd een splitsing gehanteerd tussen OP en OOP. Binnen de Stichting is aangegeven om op dat moment een meer gedetailleerde verzuimanalyse op te maken op locatieniveau om daarmee zicht te krijgen op de verschillende functiegroepen en leeftijdscategorieën. Hierbij zal worden gekeken naar de kengetallen ziekteverzuimpercentage, meldingsfrequentie, gemiddelde verzuimduur en nulverzuim.

Volledige Stichting

2011

2012

2013

2014

Conclusie voor 2014

Verzuimpercentage

7,85

5,76

7,09

5,17%

Daling t.o.v. 2013

Meldingsfrequentie

2,51

1,98

1,88

1,51

Daling t.o.v. 2013

Gemiddelde verzuimduur

5,70

18,06

5,65

18,32

Stijging t.o.v. 2013

Primair onderwijs

2011

2012

2013

2014

Conclusie voor 2014

Verzuimpercentage

7,98

14,43

10,29

7,92%

Daling t.o.v. 2013

Meldingsfrequentie

0,49

0,64

2,21

1,00

Daling t.o.v. 2013


8,50

24,93

5,80

44,88


Nulverzuim

48,72

Speciaal Basisonderwijs

2011

2012

2013

2014

Conclusie voor 2014

Verzuimpercentage

8,17

10,74

2,00

2,87%


Meldingsfrequentie

2,16

0,49

0,50

1,02



7,48

24,00

0,30

31,64


Nulverzuim

37,50

Voortgezet onderwijs

2011

2012

2013

2014

Conclusie voor 2014

Verzuimpercentage

7,93

4,46

7,00

4,98%

Daling t.o.v. 2013

Meldingsfrequentie

3,16

2,34

1,93

2,04



5,81

3,48

5,63

12,34


Nulverzuim

35,18

Juliana van Stolberg

Landelijke cijfers

Eigen cijfers

Primair onderwijs OP

2011

2012

2013

Verzuimpercentage

6,7

6,8

6,5

9,71

Meldingsfrequentie

1,1

1,1

1,2

0,82


24

25

21

59,20

Nulverzuim

42,4

43,9

46,8

45,16

Primair onderwijs OOP+DIR

2011

2012

2013

Verzuimpercentage

7,4

7,0

6,7

1,73

Meldingsfrequentie

0,9

0,9

0,9

1,71


31

31

27

5,11

Nulverzuim

53,1

54,6

55,8

62,5

2013

2013

2014

2014

49

SBO De Leilinde

Landelijke cijfers

SBO onderwijs OP

2011

2012

2013

Verzuimpercentage

6,7

6,8

6,5

4,39

Meldingsfrequentie

1,1

1,1

1,2

1,09


24

25

21

52

Nulverzuim

43,3

44,7

47,6

30

SBO OOP+DIR

2011

2012

2013

Verzuimpercentage

8,0

7,6

7,2

0,96

Meldingsfrequentie

1,5

1,4

1,4

0,94


21

21

18

4,5

Nulverzuim

44,2

36,9

39,4

50

WvOC Waalwijk

Landelijke cijfers

OP

2011

2012

2013

Verzuimpercentage

5,0

5,2

5,0

5,96

Meldingsfrequentie

1,8

1,7

1,7

2,33


14

14

12

14,29

Nulverzuim

41,2

37,9

40,2

33,59

OOP+DIR

2011

2012

2013

Verzuimpercentage

5,2

5,5

5,4

2,15

Meldingsfrequentie

1,4

1,3

1,4

1,55


19

18

16

7,48

Nulverzuim

47,7

43,4

43,6

54,84


Landelijke cijfers

OP

2011

2012

2013

Verzuimpercentage

5,0

5,2

5,0

5,53

Meldingsfrequentie

1,8

1,7

1,7

1,96


14

14

12

Nulverzuim

41,2

37,9

40,2

OOP+DIR

2011

2012

2013

Verzuimpercentage

5,2

5,5

5,4

Meldingsfrequentie

1,4

1,3

1,4


19

18

16

5,48

Nulverzuim

47,7

43,4

43,6

36,84

= Verbetering t.o.v. landelijkgemiddelde 2013 = Verslechtering t.o.v. landelijkgemiddelde 2013

50


Eigen cijfers 2013

2013

2014

2014

Eigen cijfers 2013

2013

2014

2014

Eigen cijfers

Cijfers zijn landelijk nog niet bekend gemaakt

2014

2014

9,98 34,78 2014 1,43 1,09

-

MELDINGSFREQUENTIE EN EXTRA AANDACHT VOOR ZIEKTEVERZUIM De maanden februari, september (vorig jaar oktober) en november komen terug als maanden waarin de ziekmeldingsfrequentie en het verzuimpercentage stijgt. Binnen het intern Sociaal Medisch Team (SMT) wordt hierover gesproken om hierin meer preventief te kunnen gaan richten. Er zijn afspraken gemaakt dat

bij > 2 keer ziekmelden een gesprek plaatsvindt. Bij de 3e keer ziekmelden wordt officieel gesproken met de werknemer en worden afspraken gemaakt hoe het ziekteverzuim te voorkomen. Zorg is daarnaast de hoge kosten in 2014 voor tweede spoortrajecten en preventieve interventietrajecten. In 2015 zal daarom gezondheidsbeleid in relatie tot regulering van werkdruk bijzondere aandacht krijgen binnen de scholen.

MELDINGSFREQUENTIE VOOR TOTALE STICHTING

BEHEERSINGSMAATREGELEN WERKLOOSHEID EX-MEDEWERKERS Voor elke werknemer die de organisatie verlaat en een uitkering aanvraagt, draagt Stichting Willem van Oranje 25% van de uitkeringskosten. Binnen het Primair Onderwijs wordt de bijdrage voor deze wachtgelders vanuit het participatiefonds gefinancierd als het vergoedingsverzoek is gehonoreerd. De accountant heeft geadviseerd hiervoor een wachtgeldvoorziening te vormen, omdat er opgebouwde rechten zijn die doorlopen. Vanaf 2015 zullen periodiek de wachtgelders in het Voortgezet Onderwijs worden geanalyseerd vanuit een UWV-bestand. Op deze wijze is zichtbaar voor welke uitdiensttreders we nog uitkeringskosten betalen. Als ex-werkgever kunnen we dan ook een pro-actieve benadering gaan hanteren om deze ex-werknemers te stimuleren naar ander werk.

51

15

Financiële verantwoording

In de uitwerking van dit financieel hoofdstuk beschrijven we de jaarcijfers van Stichting Willem van Oranje (Stichting Willem van Oranje vormt het bevoegd gezag van twee scholen voor primair onderwijs en van een brede scholengemeenschap voor voortgezet onderwijs met drie locaties). In de jaarrekening is ook de geconsolideerde staat van baten en lasten (pagina 6) te vinden. Hierin zijn Stichting Willem van Oranje en Willem van Oranje Facilitairbedrijf BV samengevoegd. Dit hoofdstuk is opgebouwd uit: • Financieel beeld van de Stichting • Afwijking tussen begroting versus realisatie voor de sector PO, VO en centraal • Toelichting op de hoofdlijnen van balans • Kengetallen • Conclusie FINANCIEEL BEELD VAN DE STICHTING Voor kalenderjaar 2014 presenteert Stichting Willem van Oranje een positief exploitatiesaldo van € 109.792,-.

Het netto resultaat (pagina 43 jaarrekening) bestaat uit: reguliere bedrijfsvoering inzet middelen herfstakkoord (voor sector PO) eenmalige inkomsten behoud jonge leerkrachten PO Totaal

Geconsolideerde balans-financiele kerngegevens (x €1000,-)

2012 realisatie

2013 realisatie

2014 begroting

2014 realisatie

2015 begroting

18.519.698

19.414.030

18.244.000

18.311.521

17.986.499

391.508

353.499

320.527

315.920

273.690

Overige baten

1.397.497

1.456.787

1.111.623

1.432.828

1.342.020

Totaal baten

20.308.703

21.224.316

19.676.150

20.060.269

19.602.209

Personele lasten/loonkosten

15.009.164

15.236.362

15.130.800

15.508.594

15.425.850

473.089

446.471

480.596

462.722

510.096

Huisvesting*

1.351.823

1.350.779

1.235.900

1.217.791

Overige instellingslasten

2.838.491

2.780.193

2.611.254

2.718.144

1.209.250 2.588.380 2.588.380

19.672.567

19.813.805

19.458.550

19.907.251

19.733.576

Saldo financiele baten en lasten Resultaat vanwege herfstakkoord

-30.969

-36.283 1.374.229

-53.700

-43.225

-45.700

Resultaat uit gewone bedrijfsvoering Bezuinigingsmaatregelen Koers voor 2015

605.168

630.500

164.000

109.792

-177.067 125.000 -52.067

3,0%

6,5% 3,0%

0,8%

0,5%

-0,3%

Rijksbijdragen OCW Overige overheidsbijdragen

Afschrijvingen

Totaal lasten

Rendement incl. herfstakkoord Rendement gewone bedrijfsvoering

* De personele lasten van het facilitair bedrijf zijn verwerkt in de huisvestingslasten (schoonmaakkosten) ** Rendement = resultaten / totale baten

52


€ 13.072,€ 109.792,-

De realisatie ligt € 54.000,- onder het begrote resultaat voor 2014 van € 164.000, -Er zijn verschillende aanwijsbare factoren te noemen, die hebben gezorgd voor hogere baten en ook hogere kosten. Zoals u in onderstaand overzicht ziet, zal 2015 met een negatief resultaat worden afgesloten. We dienen heel bewust financiële keuzes te maken en grenzen te stellen voor het nieuwe schooljaar 2015-2016. Onze denkwijze hoe te komen tot een financieel gezonde toekomst en noodzaak tot bezuinigingsmaatregelen worden verwoord in de continuïteitsparagraaf.

Stichting Willem van Oranje - financiele kerngegevens (x €1000,-) Exploitatiepost

€ 103.800,€ 7.080,-

Exploitatiepost

Rijksbijdragen OCW Overige overheidsbijdragen

2013 realisatie

2014 realisatie

19.414.030

18.311.521

353.499

315.920

Overige baten

1.456.787

1.432.828

Totaal baten

21.224.316

20.060.269

Personele lasten/loonkosten

15.549.817

15.815.100

446.471

462.722

Afschrijvingen Huisvesting

1.039.873

911.285


2.782.540

2.718.144

19.818.701

19.907.251

Saldo financiele baten en lasten Resultaat vanwege herfstakkoord

-36.283 1.374.232

-43.225

Resultaat gewone bedrijfsvoering

630.500

109.792

6,5% 3,0%

0,5%

Totaal lasten

Rendement incl. herfstakkoord Rendement gewone bedrijfsvoering

VERSCHIL BEGROTING 2014 EN REALISATIE 2014 In dit jaarverslag verantwoorden we het resultaat van de Stichting en gaan we niet meer in op de geconsolideerde balans. We

zoomen in op de drie sectoren en geven in dit jaarverslag een korte analyse van de verschillen tussen begroting en realisatie 2014 van de scholen die onderdeel zijn van de Stichting.

SECTOR PO Realisatie 2014

Begroting 2014

Verschil

Realisatie 2013

Rijksbijdragen OCenW

2.079.880

2.057.500

22.380

2.355.558

Overige overheidsbijdragen

20.230

17.600

2.630

7.300

Overige baten

286.441

221.260

65.181

225.275

Totaal baten

2.386.550

2.296.360

90.190

2.588.133

Personele lasten

1.998.223

1.885.100

113.123

2.017.363

Afschrijvingen

47.333

56.000

-8.667

41.850

Huisvestingslasten

81.715

89.200

-7.485

130.479


226.261

186.660

39.601

231.987

Totaal lasten

2.353.532

2.216.960

136.572

2.421.679

Saldo baten en lasten

33.018

79.400

-46.382

166.454

Financiële baten en lasten

-

-

-

-

Nettoresultaat

33.018

79.400

-46.382

166.454

Baten

Lasten

BEGROTING EN REALISATIE Begroting 2014 Realisatie 2014

€ 79.400,€ 33.018,-

VERKLARING In de sector PO ligt de realisatie €46.382,- onder de begroting. Hiermee is met name de sector PO verantwoordelijk voor de afwijking tussen begroting en realisatie van de Stichting. Locatie

Begroting 2014

Realisatie 2014

Afwijking begroting

Juliana van Stolberg

+ 49.900

- 14.111

- 64.011

SBO De Leilinde

+ 29.500

+ 47.129

+ 17.629

BATEN + OC&W baten zijn hoger dan begroot: Baten zijn hoger dan begroot • extra gelden groeiformatie Juliana van Stolbergschool • verhoging P&A budget • extra inkomsten door de lerarenbeurs + Overige baten zijn hoger dan begroot: Te weten: • meer verhuuropbrengsten (Juliana van Stolberg verhuurt aan MIKZ en verhuurt gymzaal, ook De Leilinde is ruimte aan verhuren). • meer detachering personeel De Leilinde. • meer gelden voor Passend onderwijs, maar we zien hierbij

voor De Leilinde echter ook meteen dezelfde afname van de bijdrage van het samenwerkingsverband. LASTEN - Hogere personeelslasten In het PO liggen de personeelslasten ca. € 110.000 hoger dan begroot. Juliana van Stolberg is een groeischool en wordt bekostigd voor 326 leerlingen, maar bood in 2014 onderwijs aan 347 leerlingen. Door de groei is een extra groep geformeerd en daarmee 1 fte extra OP. Daarnaast zijn hierin ook de extra detacheringen meegenomen. Deze waren bij het maken van de begroting nog niet bekend. Daarnaast zijn er extra kosten gemaakt in relatie tot sociaal

53

plan. - Invloed van cao-PO Daarnaast zorgt ook de cao-PO, onder andere door invoering persoonlijk budget en loonsverhoging voor hogere personeelslasten op beide scholen. + Lagere huisvestingslasten De Leilinde wijkt nauwelijks af van de begroting. Het oude gebouw leidt tot enige toename van energiekosten, maar schoonmaakkosten zijn minder geworden. Op de Juliana van Stolberg constateren we minder kosten

aan energie, schoonmaak, heffingen. Er is wel een toename van onderhoudscontracten. Er was in 2014 geen dotatie aan de onderhoudsvoorziening Juliana van Stolberg. - Toename overige lasten op de Juliana van Stolberg Veroorzakers zijn hogere ICT licenties, meer kosten aan buitenschoolse activiteiten en het budget leermiddelen is fors overschreden (68% boven budget). Vanaf 2015 zal dan ook rondom leermiddelen met budgetten gewerkt gaan worden.

Verklaring verschil (zie ook jaarrekening pagina 7, 78 en 85)

SECTOR VO Realisatie 2014

Begroting 2014

Verschil

Realisatie 2013


16.231.641

16.186.500

45.141

17.058.473

Overige overheidsbijdragen

295.690

302.927

-7.237

346.200

Overige baten

1.075.407

889.163

186.244

1.173.045

Totaal baten

17.602.737

17.378.590

224.147

18.577.718

Personele lasten

13.454.018

13.245.700

208.318

13.169.026

Afschrijvingen

410.678

419.596

-8.918

399.673

Huisvestingslasten

1.121.076

1.131.700

-10.624

1.205.216


2.442.246

2.408.294

33.952

2.560.069

Totaal lasten

17.428.019

17.205.290

222.729

17.333.984


174.719

173.300

1.419

1.243.734


-118.513

-113.700

-4.813

-128.919

Nettoresultaat

56.206

59.600

-3.394

1.114.815

Baten

Lasten

De sector VO heeft het begrote resultaat op € 3.500 na behaald. Begroot was een exploitatieoverschot van € 59.600 en er is een positief resultaat gerealiseerd van € 56.206,-. Er wordt in de jaarrekening geen splitsing gemaakt tussen de VO-locaties; het voortgezet onderwijs is vanuit bekostiging één school met één bekostigingsnummer. Een analyse laat zien dat er tussen de locaties grote verschillen bestaan in de bijdrage aan het resultaat. Door het positieve resultaat van Waalwijk wordt het negatieve resultaat van Wijk en Aalburg opgeheven. Voor precieze cijfers, zie pagina 7 en 87 van de jaarrekening.

54

Locatie

Begroting 2014

Realisatie 2014

Afwijking begroting

Waalwijk

- 56.500

+ 207.215

+ 150.715

Wijk en Aalburg

+ 3.100

- 151.009,80

- 154.109


VERKLARING BEGROTING EN REALISATIE 2014 Wat maakt het dat locatie Wijk en Aalburg zijn doelstelling niet haalt? BATEN + Hogere baten Met name de overige incidentele vergoedingen hebben ervoor gezorgd dat de baten voor 2014 hoger dan zijn verwacht, zoals afwikkeling VMBO Business, iets hogere prestatiebox, teruggave van collectieve uitkeringskosten. LASTEN - Hogere personeelslasten De totale personele lasten liggen ruim € 240.000 hoger dan begroot. Voor € 217.000 wordt dit veroorzaakt door hogere loonkosten. De oorzaken zijn gelegen in verschuivingen en aanvullingen in het onderwijsondersteunend personeel en door keuzes die gemaakt zijn bij de formatie 2014-2015. Daarnaast is vanaf 1 augustus 2014 de cao kosten verhogend (persoonlijk budget en loonsverhoging). Alle personeelsleden hebben salarisverhoging ontvangen en ten gevolge van de uren voor duurzame inzet is de lestaak verlaagd waardoor meer personele inzet nodig is. Functiemix is volledig gerealiseerd. - Hogere kosten medische begeleiding De kosten voor medische begeleiding zijn gestegen, o.a. tweede spoor en preventieve trajecten. - Overige kosten Er zijn meer kosten gemaakt ten aanzien van werving, toetsen en testen.

162.000,- en het OOP - € 50.000,-. In de begroting van 2014 is gerekend met 64 klassen, schooljaar 2014-2015 is georganiseerd met 61 klassen. Het verschil van deze klassen verklaart over de laatste 5 maanden van 2014 een resultaat van ongeveer € 130.000,-. Verklaring minder OOP-personeelslasten: een conciërge-functie is in 2014 niet opnieuw ingevuld. - Hogere overige personeelskosten De kosten voor medische begeleiding zijn verdubbeld, o.a. tweede spoor trajecten. Het verlagen van de medische kosten zal in 2015 punt van aandacht moeten worden. - Hogere overige kosten We constateren ook meer inzet van schoonmaakkosten en overige huisvestingskosten in 2014 (ca. + € 15.000), hogere juridische kosten en hoger verbruik van leermaterialen. Locatie Waalwijk heeft 2014 positief afgesloten, maar we zien in de toekomst een somber beeld. Vermindering van het aantal leerlingen in de toekomst en de hoge personeelslast vragen voor de toekomst een structureel antwoord op inzet personeel, groepsgrootte en keuzemogelijkheden in lessentabel. Met ingang van schooljaar 2015-2016 zal ook op de locatie Waalwijk de formatie scherp neergezet moeten worden en zal er ook een bezuinigingsmaatregel moeten worden doorgevoerd.

De vermindering van het aantal leerlingen in de toekomst en de hoge personeelslast vragen voor de toekomst een structureel antwoord op inzet personeel, groepsgrootte en inzet van extra leerlingbegeleiding. Met ingang van schooljaar 2015-2016 zal de formatie scherp neergezet moeten worden en zullen er ook een bezuinigingsmaatregelen moeten worden doorgevoerd. Wat maakt het dat locatie Waalwijk zijn doelstelling wel haalt en meer overhoudt ? BATEN + Hogere baten De bekostiging OCW is binnengekomen conform verwachting. We constateren voor 2014 meer inkomsten in overige baten (ca. € 140.000), d.i. meer opbrengsten detachering personeel, hogere bijdrage samenwerkingsverband en enkele overige vergoedingen. LASTEN - Meer personeelslasten Door een (tijdelijke) uitbreiding van de directie Waalwijk (+ € 28.000) en hogere loonkosten derden (€ 95.000) is er een afwijking t.o.v. de begroting. Voor het totale personeel zijn er ook hogere loonkosten vanwege nieuwe cao-VO, entreerecht (14 medewerkers van LB/LC naar LD) en volledige inzet van functiemix. + Minder personeelslasten Ondanks bovenstaande toename van de kosten zien we dat de personeelslasten lager zijn dan begroot. Het OP - €

55

CENTRAAL (COLLEGE VAN BESTUUR EN STAFBUREAU) Het resultaat van centraal ligt lager dan begroot. Realisatie 2014

Begroting 2014

Verschil

Realisatie 2013


-

-

0

-

Overige baten

70.981

1.200

69.781

58.466

Allocatie/doorbelasting loonkosten

787.500

814.000

-26.500

766.000

Allocatie/doorbelasting ov.pers.kst.

40.300

49.000

-8.700

42.000

Allocatie/doorbelasting overigen

230.900

250.900

-20.000

223.000

Totaal "baten"

1.129.681

1.115.100

14.581

1.089.466

Personele lasten

884.152

863.000

21.152

857.973

Afschrijvingen

4.711

5.000

-289

4.948

Huisvestingslasten

15.000

15.000

0

15.000


280.537

267.100

13.437

211.221

Totaal lasten

1.184.400

1.150.100

34.300

1.089.142


-54.719

-35.000

-19.719

324


75.288

60.000

15.288

92.636

Nettoresultaat

20.569

25.000

-4.431

92.960

Baten

Lasten

BEGROTING EN REALISATIE Begroting 2014 Realisatie 2014

€ 25.000,€ 20.569,-

VERKLARING BATEN + Meer overige baten In de begroting waren bepaalde inkomsten niet meegerekend. Dit verklaart het verschil van € 70.981 aan overige baten, bestaande uit een subsidie Arbeidsmarkt platform PO, teruggave van Belastingdienst (zgn. pro rato regeling) en detachering van voorzitter CvB aan het samenwerkingsverband. + Minder allocatie Door deze extra inkomsten (in relatie tot de extra lasten) droegen de scholen (via de zgn. allocatie) minder af aan centraal (- € 55.200). LASTEN - Hogere personeelslasten We noteren ca. € 20.000 euro aan hogere personeelslasten. De extra personeelslasten zijn te verklaren door de invloed van de cao-VO. Keuzebudget en 1,2% loonsverhoging zorgen voor hogere personeelslasten. Ook zijn extra gewerkte uren in 2014 verrekend. - Toename overige lasten Juridische kosten (fiscale eenheid Facilitair bedrijf BV) zijn hoger dan verwacht. In 2014 zijn ook enkele initiatieven ontplooid die hebben

56


geleid tot iets hogere kosten dan gepland: • een OOP onderzoek naar efficiëntie en een betere samenwerking. • ontwikkeling sturingsmodellen voor bedrijfsvoering en formatie. Hierdoor is een extra toename aan overige lasten(13.437) ten opzichte van de begroting te constateren. Verklaring verschil (zie ook jaarrekening pagina 7, 78 en 85)

TOELICHTING OP HOOFDLIJNEN VAN DE BALANS De jaarrekening laat de volgende balans zien per 31-12-2014.Het positief resultaat draagt bij aan een groei van het eigen vermogen.

Activa

31-12-14

31-12-13

Passiva

31-12-14

31-12-13

Materiële vaste activa

5.905.394

5.620.100

Eigen vermogen

4.285.116

4.175.324

Financiële vaste activa

657.998

711.502

Voorzieningen

1.475.378

1.432.147

Voorraden

19.172

26.949

Langlopende schulden

2.641.720

2.782.184

Vorderingen

601.377

499.108

Kortlopende schulden

2.819.893

3.171.870

Effecten

51.078

-

Totaal passiva

11.222.106

11.561.525

Liquide middelen

3.987.086

4.703.867

Totaal activa

11.222.106

11.561.525

Activa St. WvO

31-12-14

31-12-13

Passiva St. WvO

31-12-14

31-12-13

Materiële vaste activa

5.905.394

5.620.100

Eigen vermogen

4.285.113

4.175.321

Financiële vaste activa

657.999

711.503

Voorzieningen

1.475.378

1.432.147

Voorraden

19.172

26.949

Langlopende schulden

2.641.720

2.782.184

Vorderingen

601.377

498.539


2.745.460

3.121.891

Effecten

51.078

-

Totaal passiva

11.147.671

11.511.544

Liquide middelen

3.912.650

4.654.453

Totaal activa

11.147.671

11.511.544

ACTIVA Materiële activa zijn gegroeid en dat komt vooral door de aankoop door het perceel grond Burgemeester van Casteren € 586.000,-. Deze aankoop is vanuit eigen middelen bekostigd en dat verklaart de verlaging van de liquide middelen. PASSIVA 1. Het eigen vermogen is toegenomen door positief exploitatieresultaat. 2. Stichting Willem van Oranje hanteert een drietal voorzieningen: • Voorziening spaarverlof De voorziening spaarverlof heeft betrekking op de op grond van de cao opgebouwde verlofrechten en bedraagt ultimo 2014 € 269.000,- (ultimo 2013: € 259.000,-). • Voorziening jubilea De voorziening jubileumverplichtingen bedraagt eind 2014 € 181.000,- (ultimo 2013 € 180.000,-) • Voorziening groot onderhoud De hoogte van de voorziening is gebaseerd op een meerjarig onderhoudsplan (opgesteld in 2008). Jaarlijks vindt een dotatie plaats van € 137.500,- op basis van de uitgaven voor het geplande groot onderhoud in de jaren 2008 - 2018. In 2014 heeft een onttrekking plaatsgevonden van € 105.000,-. Het onderhoudsplan wordt in 2015 geactualiseerd en daarbij wordt meteen ook een meerjarenonderhoudsplan voor de Juliana van Stolbergschool opgemaakt. De accountant heeft erop gewezen dat we in 2014 ook twee andere voorzieningen hadden kunnen vormen. Omdat de hoogte van de eventueel te vormen voorzieningen ruim binnen de

tolerantiegrenzen valt hebben wij er in dit kalenderjaar voor gekozen deze voorzieningen niet te vormen. Het betreft: • een voorziening inzake een (juridisch) geschil. Hiervoor is een bedrag gereserveerd via de begroting van 2015 (afrekening vindt dan plaats), waardoor we niet tot een voorziening overgaan. • een wachtgeldvoorziening VO Dit laten we op dit moment verlopen via de exploitatie (in de begroting wordt hierin wel degelijk rekening mee gehouden). Door de geringe omvang van het bedrag (ca. € 15.000,-) is het vormen van een voorziening vanuit voorzichtigheidsbeginsel vooralsnog niet aan de orde. Een groei van wachtgelders (we betalen als werkgever 25% van de uitkeringskosten) kan ervoor zorgen dat we in 2015 voor wachtgeld alsnog een voorziening gaan opnemen. Ook dient nagedacht te worden over een voorziening persoonlijk budget of wel de duurzame inzetbaarheid (mogelijkheid tot sparen: in de sector PO: 3 jaar en in de sector VO: 5 jaar). LANGLOPENDE SCHULDEN Langlopende schulden zullen steeds verder afnemen conform het lopende aflossingsschema. Verdere specificatie van de balans is te vinden in de jaarrekening op pagina 8, 9, 30 en 31. BELEGGEN EN BELENEN Op basis van het treasurystatuut voeren we beleid op de effectenportefeuille. Deze portefeuille is niet gewijzigd ten opzichte van 2013. De vrijval wordt gebruikt voor het aflossen van langlopende hypotheken. De soorten en omvang van beleggingen en looptijden staan vermeld in de jaarrekening op pagina 9 en 17.

57

WEERSTANDVERMOGEN Het weerstandsvermogen laat het eigen vermogen zien als een percentage van de omzet (de totale baten). We vallen met de huidige percentages binnen de marges van het ministerie van OC&W. Het ministerie hanteert hiervoor een norm van 10% tot 40%. Door de positieve resultaten van afgelopen jaren en het positieve resultaat in 2014 groeit het weerstandsvermogen. Voldoende weerstandsvermogen is nodig om risico’s op te vangen. Om te voorkomen dat het nu opgebouwde weerstandsvermogen daalt, is het nodig exploitatietekorten te voorkomen. De ver-

58

wachting is nu dat we 2015 met een negatief exploitatieresultaat zullen afsluiten. Het weerstandsvermogen zal hierdoor dalen. We zien door daling van leerlingenaantallen en te hoge (met name personele) lasten, ook in de toekomst negatieve exploitatieresultaten. Hierop anticiperen we met bezuinigingsmaatregelen; voor 2015, 2016 en 2017 heeft de sector VO een taakstellende bezuinigingsopdracht van in totaal € 725.000,-. We dienen door sterk sturen van de afgesproken resultaten (taakstellend), toepassing risicomanagement in de organisatie en het goed laten functioneren van de planning & controlcyclus, onverwachte risico’s te voorkomen.

Jaar

Eigen vermogen

Jaaromzet

Weerstandsvermogen

2010

1.479

19.632

75,30%

2011

2.196

20.055

10,95%

2012

2.801

20.409

13,72%

2013

4.175

21.317

19,59%

2014

4.285

20.136

21,28%


KAPATALISATIEFACTOR De kapitalisatiefactor wordt gedefinieerd als: totaal kapitaal (min gebouwen en terreinen) gedeeld door de totale baten. De Inspectie van het Onderwijs kent aan de kapitalisatiefactor drie functies toe: 1. De transactiefunctie: om schulden op korte termijn te voldoen. 2. De financieringsfunctie: om materiële vaste activa te vervangen. Denk hierbij aan inventaris, computers, digiborden, methoden/leermiddelen. 3. De bufferfunctie: er moeten middelen zijn om onvoorziene

risico’s af te dekken zoals fluctuaties in leerlingen aantallen, de financiële gevolgen van arbeidsconflicten, instabiliteit in bekostiging en onvolledige indexatie van de bekostiging. Voor deze laatste functie wordt door de Inspectie een ondergrens van 5% voor grote besturen gehanteerd en van 10% voor kleine besturen. Stichting Willem van Oranje wordt gezien als een groot bestuur. In het overzicht is te zien de kapitalisatiefactor eind 2014 36% bedraagt. Daarmee ligt de kapitalisatiefactor net boven de bovengrens van 35%.

Kengetal

Activa van de balans

Totale baten

Percentage

2010

4.831.700

19.632.311

24,61%

2011

5.545.142

20.055.022

27,65%

2012

6.447.380

20.408.931

31,59%

2013

8.088.109

21.316.952

37,94%

2014

7.277.733

20.135.556

36,14%

De bufferfunctie bedraagt eind 2014: 10,74% en ligt daarmee boven de signaleringsgrens van 5% voor grote besturen. In euro’s houdt dit in dat er een bedrag van ruim € 2,1 miljoen beschikbaar is voor het afdekken van risico’s. Brengen we daar op het privaat vermogen en de langlopende vordering op OCW in mindering,

dan resteert een bedrag van ruim € 1,9 miljoen. Op basis van het normpercentage (5%) is een bedrag van iets meer dan € 1 miljoen voldoende om risico’s zoals fluctuaties in leerlingenaantallen, financiële gevolgen van arbeidsconflicten, instabiliteit in de bekostiging en onvolledige indexatie van de bekostiging op te vangen.

59

SOLVABILITEIT De solvabiliteit geeft de verhouding aan tussen het eigen vermogen en het totaal vermogen en daarmee ook de verhouding met het vreemde vermogen. Het verschaft zo inzicht in de financieringsopbouw. Als ondergrens voor de solvabiliteit geldt de norm van 30%. Dit houdt in dat van het totale vermogen ten minste 30% uit Eigen Vermogen moet bestaan en maximaal 70% aan vreemd vermogen mag bedragen. Mede door de financiële crisis is de norm voor solvabiliteit door de overheid van 20% verhoogd naar 30%. Eind 2013 was de solvabiliteit van Stichting Willem van Oranje 36,3% en voldeed daarmee aan de verhoogde norm. Vorig jaar schreven we dat we de solvabiliteit willen laten toenemen naar ruim 40%. Hiertoe zijn we op koers. De toename naar 38,4% wordt met name veroorzaakt door de toename van het eigen vermogen als gevolg van het positieve resultaat over het boekjaar. Ook vinden er aflossingen plaats op het vreemde vermogen (hypothecaire leningen). LIQUIDITEIT De liquiditeit geeft aan in hoeverre de instelling op korte termijn aan haar verplichtingen kan voldoen. Bij een liquiditeit van 100% zijn we in staat om alle korte termijn verplichtingen te betalen. De liquiditeitsratio is ten opzichte van voorgaand jaar licht gestegen van 166% naar 167%. De Inspectie van het Onderwijs hanteert een signaleringsgrens van 50%, waaraan Willem van Oranje ruim voldoet. RENTABILITEIT De rentabiliteit geeft aan of er sprake is van een positief dan wel negatief exploitatieresultaat in relatie tot de totale baten (inclusief de financiële baten). Door het bijzonder resultaat in 2013 van ruim € 743.000 is er in 2013 een hoog rendement van 6,45%. Nemen we het bijzondere resultaat niet mee in de berekening van het rendement dan bedraagt de rentabiliteit over 2013: 3,06%. In 2014 is de rentabiliteit 0,55%. De rentabiliteit over 2014 ligt boven de signaleringsgrenzen van de Inspectie van het Onderwijs (meerjarig negatief).

Jaar

Eigen vermogen

Totaal vermogen

Solvabiliteit

2010

1.479

8.803

16,8%

2011

2.196

9.381

23,4%

2012

2.801

10.146

27,6%

2013

4.175

11.490

36,3%

2014

4.285

11.148

38,4%

Jaar

Vlottende activia

Kortl. schulden

Liquiditeit

2010

1.573

3.264

0,48

2011

2.742

3.391

0,81

2012

3.729

3.665

1,02

2012

3.729

3.061

1,22

2013

5.180

3.122

1,66

2014

4.584

2.745

1,67

Jaar

Bedrijfsvoering

Totale baten

Rentabiliteit

2010

-19

19.632

-0,10%

2011

716

20.055

3,57%

2012

605

20.409

2,96%

2013

630

20.573

3,06%

2013

1.374

21.317

6,45%

2014

110

20.136

0,55%

CONCLUSIE Ultimo 2014 is sprake van een gezonde financiële positie. Om deze gezonde financiële positie te behouden, is het nodig dat er in de meerjarenbegroting sprake is van sluitende begrotingen.

60


61

16

Continuïteitsparagraaf

In deze paragraaf worden mededelingen gedaan van toekomstige ontwikkelingen. Het hierbij gaat om verwachte gang van zaken rond leerlingen, de personele bezetting, komende investeringen, financieringsstructuur en andere belangrijke gebeurtenissen. EFFECT DALING LEERLINGENAANTALLEN Volgens de meerjarenprognose worden de komende jaren verliezen verwacht, met name als gevolg van de verdere daling van leerlingenaantallen. Leerlingenaantallen Sector VO Regulier LWOO Subtotaal Sector PO Basisonderwijs Speciaal basisonderwijs Subtotaal Totaal leerlingen

1-10-2014 1-10-2015 1-10-2016 1-10-2017 1973 1874 1815 1765 187 180 160 160 2160 2054 1975 1925 347 62 409 2569

349 54 403 2457

334 44 378 2353

322 44 366 2291

WILLEM VAN ORANJE COLLEGE WIJK EN AALBURG Vanaf 2015 is een daling aan leerlingen geprognotiseerd (minder leerlingen en verlies marktaandeel). Voor de locatie Wijk en Aalburg betekent dit dat naast een reguliere daling ook minder bekostiging voor LWOO-leerlingen komt. Dit betekent een goed overwegen in te maken keuzes qua formatie (hoeveel zet ik nog in?), de mate van zorgbegeleiding (minder LWOO-leerlingen), de inzet van de vernieuwde examenprogramma’s (kunnen we nog alles aanbieden?) en wat te doen met de huisvesting ? Het gebouw van Wijk en Aalburg is berekend op 700 leerlingen. Deze vraagstukken worden meegenomen in het in te zetten beleid vanaf 2015-2016.

WILLEM VAN ORANJE COLLEGE WAALWIJK Sinds 2013 is een daling van leerlingenaantallen ingezet (minder leerlingen in de omgeving, marktaandeel wordt behouden). Dit leidt tot minder bekostiging en een vraagstuk hoe we de toekomst tegemoet dienen te treden. De formatie zal gaan werken met minder klassen, maar er worden wel eisen gesteld aan gepersonaliseerd leren, excellentie, digitalisering. Dat vraagt om keuzes in relatie tot in te zetten formatie, investeringen en in de verre toekomst wellicht het afstoten van de locatie Burgemeester van Casterenstraat.

62


SBO DE LEILINDE Ten gevolge van demografische krimp en de gevolgen van passend onderwijs verwachten we dat het aantal leerlingen zal gaan krimpen tot 44 leerlingen. Een zorgwekkend aantal leerlingen. Kan hiermee deze school blijven bestaan? Het bestuur is voornemens om met ingang van 2015-2016 over te gaan tot RDDF-plaatsing. Verder zijn er op dit moment wel ontwikkelingen met een mogelijke fusie van SBO De Regenboog (Scala), hetgeen betekent dat Scala de deuren sluit en SBO De Leilinde kan blijven bestaan. Ouders en besturen zijn hierover al met elkaar in gesprek. Wat het werkelijk aan leerlingen gaat opleveren is nog niet te voorspellen. Intentie is om vanaf 1 augustus 2015 met elkaar te gaan samenwerken in Heusden en dat per 1 augustus 2016 de fusie een feit kan zijn.

JULIANA VAN STOLBERGSCHOOL Juliana van Stolbergschool is een uitzondering op de regel en vormt op dit moment een groeischool. Het prachtige nieuwe gebouw en het aanbod van onderwijs (VVTO, natuurleertuin, PARWO e.d.) zorgt ervoor dat het marktaandeel groter wordt, echter ook in Waalwijk wordt het aantal 4-12 jarigen minder, dus voorzien we ook in de toekomst een afname van leerlingen. Dit leidt voor 2015 nog niet tot risico’s, maar in de jaren daarna dient er goed gekeken te worden naar inzet van de formatie.

GEVOLGEN VOOR DE PERSONELE BEZETTING Door de krimp van de scholen komen er minder inkomsten waardoor we terdege rekening moeten houden met een krimp van de formatie. Dit overzicht staat in de jaarrekening gepresenteerd en laat op alle vlakken een afnemend benodigd aantal FTE zien, niet alleen op leerkracht-/docentniveau, maar ook op directieniveau en OOP-niveau. Hierin worden de voorgenomen aanpassingen in de formatie omvang al zichtbaar. In 2015 is al ingezet om tijdelijke contracten niet te vernieuwen/ te verlengen met ingang van het nieuwe schooljaar 2015/2016. De leeftijdsopbouw van ons personeelsbestand laat zien dat we de reductie niet alleen met natuurlijk verloop kunnen oplossen. Dit vraagt van de organisatie goed nadenken over inzet van personeel, inzet van taakbeleid, niet automatisch opvullen van vrijgekomen vacatures. De nieuwe Wet Werk Zekerheid als ook

de plichten inzake transitievergoeding, veranderende afvloeiingsregeling in het PO zorgen ervoor dat meerjarenformatiebeleid in zowel PO als het VO grote aandacht zal krijgen binnen de directieberaden.

Realisatie*

Prognose

Prognose

Prognose

Personele bezetting in FTE

2014

2015

2016

2017

Directie / management

8,4341

7,8000

7,8000

7,8000

Onderwijzend personeel

172,9049

161,1934

154,8296

150,5172

Ondersteund personeel

45,3323

42,2200

42,2200

42,2200

Totaal

226,6713

211,2134

204,8496

200,5372

*Stand per 31-12

SOMBER BEELD VOOR DE TOEKOMST In de huidige meerjarenbegroting zien we voor de jaren 2015 t/m 2017 een somber beeld. De meerjarenbegroting is opgesteld conform financiële kadernota en de meerjarenbegroting is goedgekeurd door de Raad van Toezicht. STAAT / RAMING VAN BATEN EN LASTEN Baten

Realisatie 2014

Prognose 2015

Prognose 2016

Prognose 2017

Rijksbijdrage

18.311.521

17.986.499

17.327.568

16.775.592

Bijdrage gemeenten

315.920

273.690

244.113

218.397

Overige baten

1.432.828

1.342.020

1.272.800

1.249.294

Totaal baten

20.060.268

19.602.209

18.844.481

18.243.282

Baten

Realisatie 2014

Prognose 2015

Prognose 2016

Prognose 2017

Loonkosten

15.119.554

15.087.400

14.539.901

14.319.400

Overige personele kosten

389.040

338.450

333.450

331.700

Personeelslasten

15.508.594

15.425.850

14.873.351

14.651.100

Afschrijvingen

462.722

510.096

510.096

510.096

Huisvesting

1.217.791

1.209.250

1.214.177

1.218.549

Administratie & beheerslasten

321.202

317.650

240.705

237.774

Leer- & hulpmiddelen

508.523

444.100

438.593

435.734

Overige

1.888.419

1.826.630

1.681.245

1.642.796

Overige materiële lasten

2.718.144

2.588.380

2.360.543

2.316.304

Totaal lasten

19.907.251

19.733.576

18.958.167

18.696.049

Saldo baten & lasten

153.018

-131.367

-113.686

-452.766

Rente / dividend / ov.fin.baten

77.714

60.000

53.000

51.000

Rente lasten / overige fin.lasten

-120.939

-105.700

-100.700

-95.700

Saldo rente

-43.225

-45.700

-47.700

-44.700

Totaal resulaat

109.792

-177.067

-161.386

-497.466

125.000

477.083

725.000

-52.067

315.697

227.534

93.376

80.343

Taakstellende bezuinigingen Saldo exploitatie

109.792

Incidentele baten en lasten in totaal resultaat

13.072

63

BALANS Activia

Realisatie 2014

Prognose 2015

Prognose 2016

Prognose 2017

Materiële Vaste Activa

5.905.394

5.767.752

5.486.565

5.191.961

Financiële Vaste Activa

657.999

659.077

619.077

459.077

Totale vaste activa

6.563.394

6.426.829

6.105.642

5.651.038

Vlottende activa

4.584.277

4.203.161

4.848.034

5.298.108

Totaal Activa

11.147.671

10.629.990

10.953.676

10.949.146

Passiva

Realisatie 2014

Prognose 2015

Prognose 2016

Prognose 2017

Algemene reserve

4.236.933

4.184.866

4.500.563

4.728.097

Bestemmingsreserve

36.560

36.560

36.560

36.560

Bestemmingsreserve fondsen

11.621

11.620

11.620

11.620

Totaal eigen vermogen

4.285.113

4.233.046

4.548.743

4.776.277

Voorzieningen

1.475.378

1.423.913

1.498.819

1.589.794

Langlopendeschulden

2.641.720

2.491.256

2.340.792

2.190.328


2.745.460

2.481.775

2.565.322

2.392.747

Totaal Passiva

11.147.671

10.629.990

10.953.676

10.949.146

Vaste activa

Eigen vermogen

Incidentele baten en lasten in totaal resultaat betreft de regeling behoud jonge leerkrachten. Dit betreft een eenmalige bekostiging uit 2013. ** Betreft inzet regeling jonge leerkrachten PO (7/12 deel in 2014). *** We verwachten dat we de toegekende bekostiging in 2016 en 2017 wordt ingehouden op de intensiveringsmiddelen.

VERWACHTE ONTWIKKELINGEN IN DE BALANS • Financieringsstructuur: stichting Willem van Oranje ontvangt bekostiging vanuit rijksoverheid, overige rijksbijdragen en overige baten. In de toekomst verwachten we hier geen andere inkomsten. • Op elk pand zit een hypotheek. Renteswaps zijn ingezet bij de hypothecaire leningen. Dit fixeert de rentelast. Hypotheken zullen we de komende jaren we conform afspraken aflossen. (p 19 jaarrekening) • Huisvestingsbeleid: vooralsnog houden we de huidige panden aan. Daling van leerlingen kan ertoe leiden dat een pand afgestoten moet worden of een deel van het pand voor andere doeleinden dient te worden ingezet. Hierover is nog geen besluit genomen. • Mutaties van reserves e.d: Bestemmingsreserves en fondsen worden gelijk gehouden. Positieve exploitatiesaldo’s worden toegevoegd aan de algemene reserve. In 2015 zal een voorziening worden ingericht inzake wachtgeldvoorziening VO en lang sparen (keuzebudget cao PO en cao VO). ROL TOEZICHTHOUDEND ORGAAN Het College van Bestuur zet het toekomstig beleid uit. Het toezichthoudend orgaan adviseert het College van Bestuur in de toekomstige vraagstukken en de financiële keuzes die gemaakt moeten worden.

64


De wijze waarop zij dat doen staat beschreven op pag 15/16 van dit jaarverslag. BEZUINIGINGSMAATREGELEN We verwachten grote tekorten en nietsdoen is hierbij geen optie. Dat is de reden dat er vanaf schooljaar 2015- 2016 bezuinigingsmaatregelen worden ingezet in het voortgezet onderwijs. Voor de komende twee schooljaren (2015/2016 en 2016/2017) hebben de VO-locaties de opdracht te komen tot een structurele bezuiniging van € 725.000,-. Met ingang van 1 augustus 2015 vindt een bezuiniging plaats van € 300.000,- op jaarbasis. Voor de maanden augustus t/m december is dit een bezuiniging van € 125.000,-. Met ingang van 1 augustus 2016 wordt een bezuiniging voorbereid van € 425.000,-. Voor het eerst in het kalenderjaar 2017 zal door de maatregelen een bezuiniging van € 725.000,- structureel gerealiseerd zijn. Verdere toelichting meerjarenbegroting, zie jaarrekening pagina 11, 12 en 24. KOMENDE INVESTERINGEN Om onderwijs wel op de toekomst te laten aansluiten zal met name in 2015 een investering noodzakelijk blijken van ICT. De komende periode zal er steeds meer gewerkt gaan worden vanuit de cloud. De noodzaak van lokale servers en storage zal geleidelijk afnemen. De vraag naar een stabiele en snelle verbinding

zal steeds meer toenemen. Dat zal leiden tot een noodzakelijke investering bestaande uit drie onderdelen: • Investering in switches en firewalls. De huidige switches zijn 8-10 jaar oud en een deel van de switches wordt gedeeld met het Da Vinci College. Met deze investering willen we de connectiviteit aan laten sluiten bij toekomstbehoefte. • Uitbreiding wireless netwerk Het WiFi netwerk is qua apparatuur goed op orde, maar op dit moment is er onvoldoende dekking en de performance is nog niet optimaal. De behoefte aan digitale leermiddelen en het werken met een eigen device is een toekomst die dichtbij is. Hierop willen we ons voorbereiden om op deze wijze aan te sluiten bij de toekomst van morgen. • Van drie domeinen naar een domein (identity management) Voor de komende jaren is het noodzakelijk om een hybride netwerk aan te houden, zodat de “oude” client server applicaties en het Cito Examen gebruikt kunnen worden en tevens gebruik gemaakt kan worden van cloud diensten zoals Office 365, Kennisnet, Prowise, enz. Om het voor de gebruiker werkbaar te houden is het van essentieel belang dat deze maar één identiteit van de school toegewezen krijgt en deze voor alle diensten kan gebruiken. RISICO’S OMZETTEN IN BEHEERSINGSMAATREGELEN We constateren binnen onze organisatie de volgende risico’s. Deze dienen we om te zetten naar een beheersingsniveau dat er geen onverwachte lasten ontstaan. • Huisvestingslasten Minder leerlingen leidt tot minder inkomsten, maar de gebouwen blijven even groot. Daar waar mogelijk komen tot herbezetting van vierkante meters. • Personeelslast wordt de komende jaren te hoog Omvang van personeel moet reduceren. Er zal kritischer worden omgegaan met tijdelijke contracten, ook zal het taakbeleid vernieuwd en aangepast aan de nieuwe cao moeten worden, eventuele gedwongen ontslagen worden in de toekomst niet uitgesloten. • Digitale veiligheid Door de ambities die binnen de sectorakkoorden zijn geformuleerd, dienen we aan te sluiten bij maatwerk voor de leerlingen, meer gepersonaliseerd leren, inzet van digitalisering. Dat vraagt om nadenken op welke wijze de verhoogde vraag van persoonlijke content en hardware kunt realiseren. Dit vraagt naast aanpassing van het netwerk, ook hogere beveiligingsmaatregelen ICT. • Ziekteverzuim We constateren in 2014 hoge kosten in ziekteverzuimtrajecten. Met name preventieve aanpak, goed reguleren van werkdruk, overzicht en planning kan helpen om uitval te gaan voorkomen. Dit zal in het komend cursusjaar alle aandacht vragen van de leidinggevende (meer structuur | planning | gesprekken | werkdrukverlaging). • Professionalisering In de nieuwe cao’s wordt extra aandacht besteed aan professionalisering en begeleiding van jonge leerkrachten. In 2014 is een professionaliseringsnota opgesteld die in 2015 een verdere concretisering zal krijgen. Zowel de collectieve als individuele professionalisering vraagt om beleid, volgen bin-

nen ROG-gesprekken en budget om hiermee de schoolontwikkeling voor de komende jaren te continueren. Tijdens de evaluaties van de jaarplannen en de opstart naar de nieuwe jaarplannen wordt gesproken over risico’s en worden de risico’s opnieuw geïnventariseerd en verwerkt in het risicobeheersingssysteem. Door de risico’s inzichtelijk te maken, in te schatten wat we ermee aan moeten (= denken in beheersingsmaatregelen), kunnen we prioriteren en beheersingsmaatregelen gaan uitzetten. Dit accent heeft al in 2014 aandacht gekregen in de ronde tafel gesprekken tijdens de begrotingscyclus, maar zal in het begrotingsproces november 2015 opnieuw aandacht moeten krijgen. Nodig: intern risicobeheersing- en controlesysteem, denken in scenario’s en beheersingsmaatregelen Binnen Stichting Willem van Oranje wordt gewerkt met een P&C cyclus. In het controlejaar 2013 heeft de accountant nog een aantal adviezen gegeven om bepaalde processen te optimaliseren. Plan en control rondom het begrotingsproces zal verder worden geoptimaliseerd. Aansluiting vinden bij de strategische koers, sturen op prestatie indicatoren en aansluiting vinden bij mogelijke risico’s en dat borgen in het risicomanagementsysteem geeft zicht op de te zetten koers. In 2017 en 2018 laat de meerjarenbegroting ernstige tekorten zien, zoals beschreven is in paragraaf 9.9 en 9.10. Stilzitten en afwachten is hierbij niet de oplossing. De te zetten koers moet daarin bepaald gaan worden en zal bij het opstellen van de begroting voor 2015 en de meerjarenbegroting 2015–2019 aandacht vragen. STURING EN MONITORING Het volgen en monitoren van de financiële baten en uitgaven zal in 2015 nog strakker georganiseerd moeten worden. MARAP’s moeten input leveren in hoeverre we binnen de bandbreedte van het gestelde financiële resultaat blijven. Bezuinigingsmaatregelen moeten behaald worden. Belangrijk is om meer te gaan werken met scenario’s. Dat is de reden dat in 2014 twee scenariomodellen zijn ontwikkeld (financieel – meerjarig en formatief). Deze scenariomodellen moeten in 2015 zodanig in gebruik worden genomen dat zij argumentatie achter te maken keuzen beter financieel kunnen onderbouwen en kunnen aangeven wat de gevolgen zijn voor belangrijke financiële parameters.

65

Jaarverslag 2014

Recommend Documents