Jaarstukken 2013 Stichting Christelijke Scholengemeenschap Het Streek
1
2
Inhoud Voorwoord ..................................................................................................................5 DEEL I – Raad van Toezicht ...................................................................................................6 Hoofdstuk 1 – Verslag Raad van Toezicht .............................................................................6 1.1 Samenstelling ....................................................................................................6 1.2 Governance .......................................................................................................6 1.3 Werkwijze.........................................................................................................6 1.4 Vergaderingen ....................................................................................................7 1.5 Onderwerpen .....................................................................................................7 1.6 Evaluatie Raad van Toezicht ..................................................................................8 DEEL II – BESTUUR .............................................................................................................9 Hoofdstuk 2 – De organisatie ............................................................................................9 2.1 Missie en onderwijsvisie ........................................................................................9 2.2 Profiel van de school .......................................................................................... 10 2.3 Organigram ..................................................................................................... 11 2.4 Facilitaire organisatie ........................................................................................ 11 2.5 Medezeggenschap ............................................................................................. 12 Hoofdstuk 3 - Het onderwijs .......................................................................................... 13 3.1 Groei ............................................................................................................. 13 3.2 Kwaliteit ........................................................................................................ 13 3.3 Nieuwe onderwijsontwikkelingen ........................................................................... 16 3.4 Lerende cultuur ................................................................................................ 17 3.5 Horizontale verantwoording ................................................................................. 18 Hoofdstuk 4 – Samenwerking .......................................................................................... 21 4.1 Kenniscampus .................................................................................................. 21 4.2 Food Valley Scholennetwerk................................................................................. 22 4.3 Bedrijfsleven ................................................................................................... 22 4.4 Overheid ........................................................................................................ 22 Hoofdstuk 5 - Personeel ............................................................................................... 23 5.1 Formatie ........................................................................................................ 23 5.2 Leeftijdopbouw ................................................................................................ 24 5.3 Arbeidsomstandigheden ...................................................................................... 24 5.4 Functiemix ...................................................................................................... 25 Hoofdstuk 6 – Huisvesting en ICT ..................................................................................... 26 6.1 Huisvesting...................................................................................................... 26 6.2 ICT................................................................................................................ 26 Hoofdstuk 7 – Financiën ................................................................................................ 28 7.1 Financiële situatie op balansdatum ........................................................................ 28 7.2 Gang van zaken gedurende het verslagjaar .............................................................. 30 7.3 Ontwikkeling van de leerlingaantallen .................................................................... 37 7.4 Treasurymanagement ........................................................................................ 37 7.5 Toekomstige ontwikkelingen ................................................................................ 38 7.6 Continuiteitsparagraaf ....................................................................................... 39 DEEL III - JAARREKENING ................................................................................................... 42 Hoofdstuk 8 - Jaarrekening ........................................................................................... 42 8.1 Algemene grondslagen voor de opstelling van de jaarrekening ...................................... 43 8.2 Balans na resultaatsbestemming ........................................................................... 49 3
8.3 Staat van Baten en Lasten ................................................................................... 51 8.4 Kasstroomoverzicht ........................................................................................... 52 8.5 Toelichting op de onderscheiden posten van de balans ................................................ 53 8.6 Niet uit de balans blijkende verplichtingen .............................................................. 60 8.7 Overige relevante zaken ..................................................................................... 62 8.8 Overzicht verbonden partijen .............................................................................. 62 8.9 G verantwoording geoormerkte subsidies ................................................................ 63 8.10 Toelichting op de onderscheiden posten van de Staat van Baten en Lasten ...................... 64 8.11 Verplichte toelichting ....................................................................................... 69 DEEL IV - OVERIGE GEGEVENS Hoofdstuk 9 - Overige gegevens ...................................................................................... 70 9.1 Controleverklaring ............................................................................................ 70 9.2 Voorstel bestemming van het resultaat ................................................................... 73 9.3 Gebeurtenissen na balansdatum ........................................................................... 73 9.4 Ondertekening van de Jaarrekening ....................................................................... 74
4
Voorwoord In een jaarverslag kijken we over de schouder naar wat geweest is. Dat doen wij met een goed gevoel. 2013 was het eerste jaar waarvoor wij de koers hebben uitgezet in het Strategisch Beleidsplan 2013-2017. Centraal daarin staat het belang van het primaire proces. De onderwijskwaliteit heeft in dit verslagjaar alle aandacht gekregen. We hebben belangrijke stappen gezet om nog beter daarop te sturen. Ook in het verslagjaar hebben we laten zien, dat we op een aantrekkelijke manier het beste uit leerlingen kunnen halen. Ik geef daarvan twee voorbeelden die u ook in het vervolg van dit verslag aantreft. Zo kregen meer leerlingen dan ooit het prestigieuze CPE-certificaat uitgereikt. Dankzij het onderwijs op Het Streek kunnen zij zich beschouwen als near native speakers van het Engels. Iets om trots op te zijn. Aan de andere kant van het spectrum nam Het Streek het voortouw om jongeren die via het reguliere onderwijs geen startkwalificatie kunnen halen toch naar de arbeidsmarkt te geleiden via het project ‘Waar Onderwijs Werkt’. Een project waarvoor in de opstartfase al belangstelling werd getoond door de gemeente Ede, de provincie Gelderland en scholen in onze directe omgeving. 2013 was ook een jaar met zorgelijke aspecten. Zo noopten de leeropbrengsten in mavo en vmbo-kbl op de locatie Zandlaan tot een forse verbeterslag. De onderwijsinspectie was tevreden over de genomen maatregelen ter verbetering. Onze facilitaire dienst hebben we in 2013 gereorganiseerd. Dit maakt het mogelijk om nog adequater het onderhoud van beide locaties ter hand te nemen. In het verslagjaar hebben we op de locatie Bovenbuurtweg een belangrijke verbetering in uitstraling gerealiseerd met een aparte entree voor leerlingen en een vernieuwing van de gemeenschappelijke ruimte. In financieel opzicht hebben we het verslagjaar goed afgesloten. In de loop van 2013 was dat niet altijd vanzelfsprekend. Wij baseren onze begroting op een inschatting van de beschikking die we van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap verwachten te krijgen. Die beschikkingen zijn niet altijd makkelijk te voorspellen. Aan het begin van het verslagjaar misten we de voor ons belangrijke subsidie voor het Leerplusarrangement. Aan het einde van het jaar kwam vanuit het herfstakkoord en het onderwijsakkoord veel geld beschikbaar dat we in 2013 als resultaat moesten meenemen en waarvan we in ieder geval een deel de komende jaren zullen moeten uitgeven. Aan het begin van 2014 kunnen we gelukkig constateren, dat de exploitatie van Het Streek in het verslagjaar ook positief was geweest zonder de meevaller van het ministerie. Dat is een groot compliment aan onze medewerkers die kostenbewust hun werk hebben gedaan. Wij zijn met vertrouwen 2014 ingegaan. En met het streven om vooral de goede dingen te blijven doen én die dingen ook goed te doen. Ede, mei 2014 drs. I. Sterenborg-van der Schaaf voorzitter College van Bestuur
5
DEEL I – Raad van Toezicht Hoofdstuk 1 – Verslag Raad van Toezicht De Raad van Toezicht van Christelijke Scholengemeenschap Het Streek heeft formeel drie rollen. Hij houdt toezicht op het bestuur van de school, is werkgever van de bestuurder en geeft haar advies. In het verslagjaar was de relatie tussen raad en bestuurder goed. Hierna leest u onder meer over de samenstelling en de werkwijze van de raad en over de governance van Het Streek.
1.1 Samenstelling De Raad van Toezicht van CSG Het Streek bestaat uit vijf onafhankelijke leden. Zij voelen zich betrokken bij het christelijke onderwijs en hebben een ruime bestuurlijke ervaring. Gedurende het verslagjaar vonden geen veranderingen plaats in de samenstelling van de raad. Deze bestond in 2013 uit de volgende leden: Naam
Functie in de raad
Functie in de samenleving
mw. mr. M.J. van Dasselaar
voorzitter commissie benoeming en bezoldiging
zelfstandig adviseur, juriste
mw. I.E.E. van der Dussen
voorzitter
zelfstandig counselor
dhr. drs. Th. A.M. van der Meer
vicevoorzitter
zelfstandig manager en adviseur
dhr. prof.drs. J.A. Oosterhaven
voorzitter auditcommissie
zelfstandig directieadviseur, parttime hoogleraar Management van IT aan de Vrije Universiteit Amsterdam
dhr. drs. E.M. Riemersma
lid
Vice President en Global Client Director van Capgemini
1.2 Governance Het Streek laat zich in haar governance leiden door de code Goed Bestuur van de VO-raad. In de praktijk impliceert dit dat de school een transparante organisatiestructuur heeft; iedereen binnen beide locaties van de school weet wat zijn of haar rol is; de onderlinge verhoudingen goed zijn geregeld tussen de raad en de bestuurder, de bestuurder en de directie en de bestuurder en de GMR; de raad jaarlijks een beoordelingsgesprek voert met de bestuurder; de raad ieder jaar zijn eigen handelen evalueert en die evaluatie terugkoppelt naar de bestuurder.
1.3 Werkwijze De Raad van Toezicht kent twee commissies: de auditcommissie en de benoemings- en bezoldigingscommissie. 6
Auditcommissie De auditcommissie adviseert de raad over vooral de financiële informatieverschaffing door de bestuurder en over het door haar gevoerde financiële beleid. De commissie voerde in het verslagjaar met de bestuurder en de controller voorgesprekken over zowel de begroting en de meerjarenraming als de jaarrekening. Ook de actuele kwartaalrapportages en de planning en controlsystematiek in het algemeen kwamen daarbij ter sprake. Na deze zaken besproken te hebben, kon de commissie aan de raad steeds een positief advies geven. Benoemings- en bezoldigingscommissie De taak van de benoemings- en bezoldigingscommissie is onder andere invulling geven aan de werkgeversfunctie van de raad. Daartoe voerde de commissie ook in het verslagjaar een beoordelingsgesprek met de bestuurder. Op deze wijze is de bestuurder geïntegreerd in de organisatiebreed ingezette cyclus van functionerings- en beoordelingsgesprekken. Het beoordelingsgesprek van de bestuurder vond plaats op basis van 360 graden feedback. Zij vroeg de medewerkers aan wie zij leiding geeft haar feedback te geven. Deze bracht zij vervolgens in in het beoordelingsgesprek. De geboden feedback gaf het gesprek een diepgaander karakter. De commissie en daarmee de gehele raad waren in het verslagjaar zeer tevreden over de werkwijze, de stijl en het optreden van de bestuurder.
1.4 Vergaderingen De Raad van Toezicht vergaderde in 2013 vijf keer: op 12 februari, 18 april, 13 juni, 16 september en 19 november. Ruim voor iedere vergadering informeerde de bestuurder de raad transparant over de agendapunten. Tijdens de vergaderingen bevroegen de leden van de raad de bestuurder kritisch op inhoud en proces.
1.5 Onderwerpen De Raad van Toezicht sprak in 2013 onder meer over de volgende onderwerpen:
Inspectiebezoeken De bestuurder informeerde de Raad van Toezicht regelmatig over de bezoeken die de onderwijsinspectie aan onze school bracht. Onder meer over het gesprek dat zij in september voerde over de kwaliteit van de verschillende onderwijsafdelingen op CSG Het Streek, vooral de mavo en het vmbo-kbl. Aangaande het eindoordeel van de inspectie over het praktijkonderwijs diende de bestuurder een formele zienswijze in, onder meer op advies van de Raad van Toezicht.
De nieuwbouw aan de locatie Bovenbuurtweg De raad sprak in het verslagjaar regelmatig over de verbouwing van de leerlingenentree en de gemeenschappelijke ruimte van de locatie Bovenbuurtweg. De bestuurder lichtte de raad in over de bouwplannen en het bouwproces. Voorafgaand aan de vergadering van 16 september konden de leden van de raad het resultaat van de verbouwing zelf zien. Zij waren zeer tevreden over het feit dat de locatie Bovenbuurtweg een betere uitstraling had gekregen binnen het daarvoor gestelde budget.
Strategisch Beleidsplan 2013-2017 De bestuurder informeerde de raad regelmatig in het verslagjaar over de status van het Strategisch Beleidsplan 2013-2017. In de vergadering van 19 november spraken de raadsleden met haar over de inhoud van het plan en gaven zij daaraan hun goedkeuring.
Keuze accountant In 2012 besloot de raad te kiezen voor een andere accountant. Daaraan werd in het verslagjaar een gevolg gegeven. Na een aanbesteding viel de keuze van de Raad van Toezicht op Flynth. Doorslaggevende argumenten bij deze keuze waren: de goede match tussen Het Streek enerzijds en de controleleider en de accountant anderzijds; 7
het feit dat de onderwijssector voor Flynth een speerpunt vormt; de schaalgrootte van Flynth die past bij die van Het Streek.
Jaarrekening en begroting Nadat de accountant de jaarrekening had toegelicht, keurde de raad haar goed. Ook de begroting werd akkoord bevonden.
Kwartaalrapportages In het verslagjaar kreeg de Raad van Toezicht vier keer een kwartaalrapportage van de bestuurder. Daarin informeerde zij de raad over de financiën, het personeel en het onderwijs. De leden van de raad waardeerden deze uitgebreide rapportages. Hierdoor werden zij systematisch over bovengenoemde zaken geïnformeerd. De raad sprak tevens over de managementletters van de accountant.
Schoolondersteuningsprofielen De bestuurder informeerde de raad in 2013 over de drie schoolondersteuningsprofielen die Het Streek moest maken in het kader van de Wet passend onderwijs én over de rol die de school in dat kader had binnen het Samenwerkingsverband Gelderse Vallei.
1.6 Evaluatie Raad van Toezicht Conform artikel 9 van het Reglement voor de Raad van Toezicht evalueerde de raad ook in 2013 zijn eigen functioneren, dat van de leden en dat van de voorzitter en vicevoorzitter. Ook nam de raad zijn omgang met de bestuurder onder de loep. Dit gebeurde in het verslagjaar met externe begeleiding van de heer H. Klifman, specialist op het gebied van good governance. Naar het oordeel van de leden functioneert de raad als een kritisch orgaan vanuit een gespreide deskundigheid in een klimaat van openheid en transparantie. De leden ervaren wel een zekere tijdsdruk op de agenda. Per agendapunt zal de status ervan worden toegevoegd, zodat de leden zich gerichter kunnen voorbereiden.
8
DEEL II – BESTUUR Hoofdstuk 2 – De organisatie In dit hoofdstuk beschrijven wij onze schoolorganisatie gedurende het verslagjaar 2013. U leest achtereenvolgens over onze missie en onderwijsvisie, over het profiel van de school en de medezeggenschap. In ons organigram bieden wij u zicht op de besluitvormingslijnen van onze organisatie. Ook leggen wij verantwoording af van de reorganisatie die we hebben doorgevoerd om de facilitaire zaken binnen de school naar een hoger professioneel plan te tillen.
2.1 Missie en onderwijsvisie In het verslagjaar zijn onze missie en onderwijsvisie ongewijzigd gebleven. Wel was het nodig onze statuten te wijzigen. Missie Stichting Christelijke Scholengemeenschap Het Streek stelt zich ten doel het verzorgen van christelijk voortgezet onderwijs. De school weet zich geworteld in het evangelie en heeft de Bijbel als bron van inspiratie. Ons onderwijs heeft oog en respect voor de diversiteit waarin de christelijke traditie tot uitdrukking komt en biedt daar ruimte voor. Wij stimuleren de onderlinge ontmoeting en dialoog. De beide locaties van Het Streek zijn uitnodigend voor allen die het onderwijs willen volgen. Daarin positioneert de school zich weloverwogen in onze multiculturele en multireligieuze samenleving. Zo bevorderen de docenten van Het Streek vanuit de eigen inspiratie het (toekomstig) burgerschap van onze leerlingen. Het christelijk onderwijs van CSG Het Streek beoogt dat leerlingen zich ontwikkelen tot evenwichtige en sociaal vaardige mensen met gevoel voor eigenwaarde; besef hebben van levensbeschouwelijke en zingevingsvraagstukken; beschikken over voldoende ‘bagage’ om zich zelfstandig te handhaven in de maatschappij en zich verder te ontwikkelen. Deze missie is vastgelegd in de statuten van de school. Zij geeft tevens de kernactiviteiten van de school weer. Onderwijsvisie In de onderwijsvisie van CSG Het Streek zijn onderstaande vier gedachten essentieel: Haal het beste uit jezelf. Voor alle leerlingen en medewerkers biedt de school graag ruimte om hun sterke kanten te ontplooien. Daarbij werken de docenten mee aan de ontwikkeling van de sterke kanten van de individuele leerlingen. Leer betekenis te geven aan het leven. In ons onderwijs sluiten wij aan bij de belevingswereld van de jongeren. We verbinden die met de leergebieden en kijken daarbij ook naar onze cultuur en traditie. Leer de ander echt te zien. Op school respecteren wij de ander zoals hij of zij is. Als we de ander echt zien, komt hij of zij volledig tot zijn of haar recht. Voor de goede orde. Wij geven onze leerlingen ruimte, maar stellen hun ook grenzen. In die begrenzing geven wij hun structuur. Statuten In het verslagjaar bleek het nodig te zijn om de statuten van Het Streek te veranderen. Dat is sinds 2007 niet meer gedaan. In die periode is de wet- en regelgeving verder ontwikkeld. Ook is de algemeen 9
geaccepteerde governancecode binnen het voortgezet onderwijs geëvolueerd. Met de wijziging die in 2014 haar beslag moet krijgen, wil Het Streek haar statuten aanpassen aan de genoemde ontwikkelingen. Aan de missie en visie van de school verandert niets.
2.2 Profiel van de school In deze paragraaf leest u welke soorten onderwijs CSG Het Streek aanbiedt en welke ambities wij in het verslagjaar nastreefden inzake onze profilering. Soorten onderwijs De stichting Christelijke Scholengemeenschap Het Streek bestaat uit: de Christelijke Scholengemeenschap Het Streek voor lwo, vmbo, havo en vwo (brinnummer 25 GE); De Opstap, een school voor praktijkonderwijs (brinnummer 26 HV). De stichting biedt voltijd dagonderwijs op twee locaties in Ede aan: locatie Zandlaan voor lwo, praktijkonderwijs, vmbo en mavo; locatie Bovenbuurtweg voor mavo, havo en vwo. Ambities in profilering Ouders moeten weten waarom zij Het Streek kiezen als school voor hun zoon of dochter. Daarom hebben wij in het Strategisch Beleidsplan 2013-2017 ambities in profilering verwoord. In het verslagjaar konden we een aantal van die ambities verwezenlijken. Identiteitsprofiel Het Streek hecht aan authenticiteit, ook als het gaat om identiteit. Wij zijn een christelijke school. Maar wat betekent dit nu in de lespraktijk van elke dag? Daarover werd het gesprek met medewerkers voortgezet in het verslagjaar. Richtinggevend was daarbij de in 2012 gemaakte identiteitsfolder ‘CSG Het Streek als inspirerende omgeving’. Deze gesprekken leidden ertoe, dat de inhoud van de folder op onderdelen werd aangepast, waardoor medewerkers van Het Streek zich meer eigenaar voelden van wat daarin wordt beschreven. Huisstijl en motto De in 2012 ingevoerde huisstijl hebben we in 2013 geborgd. Alle uitingen werden in de huisstijl uitgevoerd. Het Streekmotto ‘Ondernemende school, een goede basis voor een succesvolle toekomst’ gaven we concreet invulling in een aantal pr-uitingen. Wervingsinstrumenten Om onze profilering als school zo goed mogelijk voor het voetlicht te brengen bij ouders en potentiële leerlingen, besteedden wij ook in 2013 veel aandacht aan onze wervingsinstrumenten: de website, leerlingenfolders, Streeknieuws Special. We deden dat op dezelfde professionele wijze als in het voorgaand jaar. Het wervende karakter van de website hebben we verder uitgebouwd met een speciale landingspagina voor de Open Dag. Verder profilering per locatie Beide locaties van Het Streek bieden samen een volledig en gedifferentieerd onderwijsaanbod. In 2013 speelden wij verder in op de wens van ouders en leerlingen om ons nog verder te profileren. Dat deden we op de locatie Zandlaan als op de locatie Bovenbuurtweg. Zandlaan Leerlingen op de locatie Zandlaan kunnen op deze locatie al vele jaren een volwaardige mavoopleiding volgen, gedifferentieerd naar de interesse van de individuele leerlingen: met aandacht voor technologie en met de ondernemersroute van Jong Ondernemen. 10
In het verslagjaar hebben wij die profilering verdiept. Zo hadden vmbo-leerlingen de mogelijkheid om extra tijd te besteden aan sport en bewegen. Voor wie veel kwaliteiten had op dat gebied was het mogelijk om deel te nemen aan de Sport High School in Ede. Bovenbuurtweg Profilering was vóór 2013 ook op de locatie Bovenbuurtweg al een belangrijk beleidspunt. Havo- en vwo-leerlingen konden ook toen al kiezen voor het technasium. Havoleerlingen konden zich opgeven voor het vak cultuur en media. Vwo-leerlingen voor het gymnasium. In 2013 hebben we het onderwijsaanbod op de locatie Bovenbuurtweg verder gedifferentieerd. Naast de al genoemde mogelijkheden kregen mavoleerlingen de kans om deel te nemen aan het Bèta Challenge Programma. Dit beoogt mavoleerlingen met gebruikmaking van technologische projectopdrachten eerder en beter een beeld te geven van de diverse branches in het bedrijfsleven. Zo kreeg het onderwijs op de Bovenbuurtweg in het verslagjaar een nog betere balans tussen traditionele kennisoverdracht en vernieuwing. Docenten besteedden daarbij voldoende aandacht aan het welbevinden van de leerlingen.
2.3 Organigram In onderstaand organigram geven we de organisatiestructuur van CSG Het Streek weer.
Raad van Toezicht
Bestuurder
Bureau Managementondersteuning
Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad
rector locatie Bovenbuurtweg
teamleiders
directeur locatie Zandlaan
teamleiders
Figuur 2.1: Organigram CSG Het Streek
2.4 Facilitaire organisatie De bestuurder besloot in het verslagjaar de structuur van de facilitaire organisatie van Het Streek te wijzigen. De doelstelling daarvan was tweeledig: een verbetering van de facilitaire organisatie en een vergroting van de synergie tussen de twee schoollocaties. Er werd een wervings- en selectieprocedure gestart voor een facilitair manager. Zij kon in november 2013 worden aangesteld. In de korte periode die haar in het verslagjaar restte, zorgde zij voor een de centralisering van inkoopcontracten en voor meer efficiency in de werkprocessen. In 2014 verwachten wij meer resultaten te kunnen boeken uit deze reorganisatie. 11
2.5 Medezeggenschap In het verslagjaar voerde de bestuurder maandelijks overleg met de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR). Deze bestaat uit personeelsleden, ouders en leerlingen van de twee locaties. Zij was alleen aanwezig tijdens het informele deel van de GMR-vergaderingen. Conform het vastgestelde reglement legde zij daar de GMR-besluiten voor ter instemming of advisering. Waar nodig vergezelde een lid van de directie of een stafhoofd de bestuurder naar de GMR-vergaderingen. De leden van de GMR ontvingen dezelfde kwartaalrapportages die ook aan de Raad van Toezicht waren gestuurd. Aan iedere GMR-vergadering ging een agendaoverleg vooraf tussen de bestuurder en het dagelijks bestuur van de medezeggenschapraad. Maandelijks vergaderde ook de personeelsgeleding van de GMR, de PGMR. Ook daarmee voerden bestuur en directie regelmatig overleg over beleid dat vooral op het personeel betrekking had. In het verslagjaar stemde de GMR onder meer in met: het antipestbeleid en het pestprotocol;
het verzuimbeleid voor leerlingen;
de meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling; de lessentabellen; de formatiebegroting 2013-2014; de regeling voor bevordering en plaatsing 2013-2014 van Het Streek; het vakantierooster 2014-2015.
De bestuurder organiseerde een interactieve sessie met de GMR om daarin het Strategisch Beleidsplan 2013-2017 te bespreken. Het overleg met de GMR was gedurende heel 2013 positiefkritisch en constructief van aard.
12
Hoofdstuk 3 - Het onderwijs 2013 was het eerste jaar waarin wij de doelen en ambities nastreefden die in het Strategisch Beleidsplan 2013-2017 zijn geformuleerd. Om draagvlak en eigenaarschap te vergroten, werd voor de medewerkers een handzame samenvatting gemaakt. Het Strategisch Beleidsplan 2013-2014 is onder meer geënt op de ambities van het Bestuursakkoord1. We vermelden in dit hoofdstuk welke resultaten zijn geboekt op de diverse doelstellingen die op uitvoeringsniveau in de Plannen van Aanpak bij het Bestuursakkoord zijn geformuleerd.
3.1 Groei De ambitie van Het Streek is om in 2017 2.400 leerlingen te tellen van een grote diversiteit. En om daarbij een voorkeurschool te zijn voor in ieder geval ouders en leerlingen in het voedingsgebied die bewust kiezen voor christelijk onderwijs. Om die bewuste keuze voor ouders makkelijker te maken, zette Het Streek behalve een identiteitsfolder (zie paragraaf 2.2) ook ‘Vensters voor Verantwoording’ in als online indicator van de kwaliteit van ons onderwijs (zie paragraaf 3.4). In het verslagjaar lagen we prima op koers om de groeiambitie te halen. Vergeleken met het voorgaande jaar steeg het aantal leerlingen op Het Streek: van 2.300 leerlingen in augustus 2012 naar 2.357 leerlingen in augustus 2013. In de meerjarenbegroting gingen we nog uit van 2.308 leerlingen in 2013. Onderstaande tabel laat een bestendiging zien van de groei van het aantal leerlingen vanaf augustus 2011.
Locatie
2010-2011
2011-2012
2012-2013
Amsterdamseweg
349
297
Bennekom
365
357
Oranjelaan
142
125
totaal vmbo/pro
856
Bovenbuurtweg totaal Het Streek
2013-2014
Zandlaan
Zandlaan
779
790
835
14892
15283
15104
15225
2345
2307
2300
2357
Figuur 3.1: Totaal aantal leerlingen per locatie van seizoen 2010-2011 tot en met 2013-2014.
3.2 Kwaliteit In het Strategisch Beleidsplan 2013-2017 hebben we als ambitie geformuleerd dat Het Streek in 2017 bekend staat als een school met een goede sfeer en een uitstekende onderwijskwaliteit. Dat we behalve aan de cognitieve resultaten ook aandacht schenken aan de brede vorming van onze leerlingen. En dat we 1
In het Bestuursakkoord hebben de VO-raad en het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in 2011 vijf ambities geformuleerd,: 1. ‘Leerlingen behalen goede prestaties op de kernvakken én worden breed gevormd.’ 2. ‘Scholen werken opbrengstgericht.’ 3. ‘Leraren signaleren verschillen tussen leerlingen en gaan op een adequate wijze hiermee om.’ 4. ‘Op scholen is sprake van een ambitieuze leercultuur waar excellentie wordt gestimuleerd en hoogbegaafdheid wordt ondersteund.’ 5. ‘Op scholen is sprake van een lerende cultuur ook wat betreft het leren van leraren en schoolleiders.’ 2 Inclusief 38 leerlingen voortgezet algemeen onderwijs voor volwassenen (vavo). 3 Inclusief 19 leerlingen vavo. 4 Inclusief 38 leerlingen vavo. 5 Inclusief 33 leerlingen vavo.
13
bewust hebben gekozen voor vernieuwingen in het onderwijs, waarbij we optimaal hebben gebruikgemaakt van digitale mogelijkheden. Prestaties op kernvakken Als een van de resultaten van Ambitie 2 in ons strategisch beleidsplan6 moeten in 2017 de cijfers van het Centraal Examen voor de kernvakken op of boven het landelijke gemiddelde liggen. Al in het verslagjaar streefde Het Streek ernaar om de cijfers voor dit Centraal Examen voor de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde op beide locaties minimaal gelijk te laten zijn aan het landelijke streefdoel. Op de locatie Bovenbuurtweg benaderden de resultaten dit streven: daar lagen de eindexamenresultaten in het verslagjaar voor de kernvakken Engels en wiskunde op het niveau van of boven het landelijke streefdoel. De resultaten voor Nederlands lagen daar net iets onder. Met de sectie Nederlands zijn afspraken gemaakt om in 2014 tot een beter resultaat te komen. Het lesprogramma is aangepast. Voor 2014 zullen we de streefdoelen enigszins bijstellen. Op de locatie Zandlaan waren in 2013 de eindexamenresultaten voor de kernvakken nog niet geheel op landelijk niveau. Alle afdelingen van deze locatie werken hard aan een verbeterslag conform het handboek voor onderwijsgevenden. Gekozen profiel Het Plan van Aanpak van de locatie Bovenbuurtweg formuleert de ambitie om 50 procent van alle havo- en vwo-leerlingen te laten kiezen voor het NT- of NG-profiel en om 30 procent van de mavoleerlingen te laten kiezen voor natuur- en scheikunde. In het verslagjaar heeft deze locatie de streefdoelen omtrent het NT- of NG-profiel gehaald. Nog te weinig mavoleerlingen op de locatie Bovenbuurtweg kozen in 2013 voor natuur- en scheikunde (24 procent; streefdoel was 30 procent). De school heeft maatregelen genomen om dit doel in 2014 beter te benaderen. In het Plan van Aanpak van de locatie Zandlaan wordt als streefdoel genoemd, dat 38 procent of meer van de bbl/kbl-leerlingen kiest voor techniek en dat 47 procent van de mavoleerlingen kiest voor natuur- en scheikunde. Dat streven bleef in het verslagjaar buiten bereik. De technieksector bleek nog te weinig uitstraling te hebben om veel leerlingen te trekken. Ambitieuze leercultuur Het Streek streeft ernaar een ambitieuze leercultuur te realiseren, waarin excellentie wordt gestimuleerd en hoogbegaafdheid wordt ondersteund. In dat kader werd ook voor het verslagjaar onder meer als doel gesteld, dat de best presterende vwo-leerlingen op deze locatie beter moesten zijn dan het landelijke gemiddelde van best presterende vwo-leerlingen. Sinds 2011 voldoet de locatie Bovenbuurtweg aan deze ambitie. Leeropbrengsten Onderstaande figuur laat zien, dat de examenresultaten op de locatie Bovenbuurtweg in het verslagjaar opnieuw prima waren. Terwijl de opbrengsten op de mavo en het vwo hoger zijn dan het landelijke gemiddelde, blijven de opbrengsten op de havo iets achter. In 2014 zal daarom extra aandacht worden gegeven aan de didactiek in de deze afdeling. De leeropbrengsten op de locatie Zandlaan laten voor 2013 een gedifferentieerd beeld zien. De scores voor vmbo-bbl zitten boven het gemiddelde. Het gemiddelde cijfer voor het centraal examen daalt licht. De Onderwijsinspectie kende in 2013 aan vmbo-kbl het predicaat ‘zwak’ toe, omdat de leeropbrengsten voor het derde opeenvolgende jaar onder de norm bleven. In het verslagjaar al werd veel gedaan om de resultaten te verbeteren. 6
Ambitie 2 van het Strategisch Beleidsplan 2013-2017 luidt: ‘In 2017 staat Het Streek bekend als een school met een goede sfeer en een uitstekende onderwijskwaliteit. Behalve aan de cognitieve resultaten schenken we ook aandacht aan de brede vorming van onze leerlingen. Er zijn bewust gekozen vernieuwingen in het onderwijs dat optimaal gebruikmaakt van digitale mogelijkheden.’
14
Eerder gaf de inspecteur het predicaat ‘zwak’ aan de mavo. In 2013 zagen we een verbetering optreden in de leeropbrengsten van deze afdeling: de eerste resultaten van alle inspanningen om de leeropbrengsten structureel te verbeteren. Het praktijkonderwijs komt in onderstaande figuur niet voor. Het voldeed in 2013 net als in voorgaande jaren aan de eis om voldoende leerlingen te plaatsen op de arbeidsmarkt. Slagingspercentages 2013 aantal examenkandidaten BBW
ZLN
aantal geslaagden
slagingspercentage
landelijk slagingspercentage
vwo
106
97
92%
92 %
havo
108
93
86%
88 %
mavo
69
66
96%
92 %
mavo
75
61
81%
92 %
vmbo-gl
19
15
79%
89 %
vmbo-kbl
39
31
79%
93 %
vmbo-bbl
32
29
91%
97 %
Figuur 3.2: Slagingspercentages van Het Streek in 2013 per locatie en onderwijssoort
Inspectiebezoeken Op 10 september 2013 voerde de bestuurder een gesprek met de onderwijsinspecteur over de kwaliteit van de onderwijsafdelingen op CSG Het Streek en de arrangementen die de inspectie dienaangaande heeft verstrekt. Dat de inspectie behalve de mavoafdeling ook de afdeling vmbo-kbl het predicaat ‘zwak’ had gegeven (zie hierboven onder ‘Leeropbrengsten’), was voor directie en bestuur niet verrassend. Aan beide oordelen ligt immers dezelfde problematiek ten grondslag. Voor de genoemde afdelingen is hetzelfde verbeterplan relevant, dat in 2013 voluit in uitvoering werd gebracht. De resultaten daarvan zullen de komende jaren zichtbaar moeten worden. De verwachting is dat dan zowel de afdeling mavo als de afdeling vmbo-kbl weer voldoende op orde zal zijn. Wel verrassend was het oordeel van de inspectie naar aanleiding van haar onderzoek in mei 2013 op de afdeling praktijkonderwijs. De inspecteur beoordeelde de kwaliteit van deze afdeling als onvoldoende, met name omdat het werken met de individuele ontwikkelingsplannen (IOP’s) van de leerlingen in de ogen van de inspecteur onvoldoende op orde was. Het team, schoolleiding en bestuur konden zich niet vinden in dit oordeel, onder andere omdat de opbrengsten van het praktijkonderwijs aantoonbaar voldoende zijn. De bestuurder diende daarom een formele zienswijze in bij de inspectie, waarin zij bezwaar aantekende tegen het oordeel. Deze zienswijze nam de inspecteur op in het eindrapport over het praktijkonderwijs, maar zij veranderde het oordeel niet. Om weer tot een voldoende oordeel te komen, werkt de afdeling praktijkonderwijs aan een verbeterplan. Passend onderwijs In samenspel met het Samenwerkingsverband Gelderse Vallei zette Het Streek in het verslagjaar belangrijke stappen inzake de Wet passend onderwijs die op 1 augustus 2014 ingaat. Het Samenwerkingsverband Gelderse Vallei, waarin Het Streek participeert, stelde de basiszorg voor de deelnemende scholen vast. In concept kwam het samenwerkingsverbandbrede Ondersteuningsplan gereed dat begin 2014 werd goedgekeurd door de voorlopige ondersteuningsplanraad. Met de gemeente Ede voerde het samenwerkingsverband op overeenstemmingsgericht overleg (oogo). Ook stelden de deelnemende scholen de begroting vast van het samenwerkingsverband en werden zij het eens over de verdeling van de middelen. Iedere participerende school stelde in 2013 haar eigen schoolondersteuningsprofiel vast. Het Streek maakte drie van deze profielen: één voor de locatie Bovenbuurtweg, één voor de afdelingen vmbo en mavo op de locatie Zandlaan en één voor het praktijkonderwijs op die locatie. Onze docenten kregen in het verslagjaar extra scholing om vanaf augustus 2014 – wanneer de Wet passend onderwijs van kracht 15
wordt - basiszorg te kunnen bieden aan iedere individuele leerling. Hoe te komen tot meer differentiatie in de klas was een belangrijk aandachtspunt tijdens deze scholingsdagen. Het samenwerkingsverband en alle participerende scholen realiseerden hiermee alles wat in 2013 inzake passend onderwijs gedaan moest worden.
3.3 Nieuwe onderwijsontwikkelingen Beide locaties van Het Streek lieten in het verslagjaar nieuwe onderwijsontwikkelingen zien. We geven hieronder ter verantwoording een uitgebreide bloemlezing daarvan.
Cultuur en media Op de locatie Bovenbuurtweg werd de stroom cultuur en media verder verdiept en breder aangeboden. Alle brugklassen mavo/havo en havo/vwo maakten in het verslagjaar kennis met dit vak. Daarbij werd de component mediawijsheid steeds belangrijker. In dat kader ontving de school begin 2013 het aspirant-keurmerk Mediawijsheidschool.
Bèta Challenge Programma Op de mavoafdeling van de locatie Bovenbuurtweg deed het Bèta Challenge Programma (BCP) zijn intrede. Dit programma beoogt mavoleerlingen door middel van technologische projectopdrachten eerder en beter een beeld te geven van diverse branches in het bedrijfsleven. Het BCP was in 2013 een pilot waaraan behalve Het Streek nog elf andere scholen voor voortgezet onderwijs in Nederland deelnamen. De projectmatige technologische insteek in nauw contact met het bedrijfsleven moet de aantrekkelijkheid van het mavo-onderwijs vergroten. De brugklassen mavo/havo op de locatie Bovenbuurtweg startten in het verslagjaar met het project ‘Lekker zitten’, waarin leerlingen in groepjes hun eigen stoel ontwikkelden en vormgaven.
Vecon-route Geheel passend bij Het Streek als ondernemende school werd de Vecon-route in de havo in 2013 verder verdiept en uitgerold. Als Vecon Business School biedt de locatie Bovenbuurtweg aan havoleerlingen met het vak economie speciale lessen waarin aandacht wordt gevraagd voor de economische aspecten van de maatschappij en voor goed ondernemerschap. In 2013 verkeerde de Vecon-route nog in de opstartfase. Vanaf het cursusjaar 2014-2015 kunnen alle havoleerlingen met het vak economie in hun pakket hiervoor kiezen.
Cambridge-certificaten In november 2013 kregen 46 vwo-leerlingen, meer dan ooit tevoren, op de locatie Bovenbuurtweg het prestigieuze Certificate of Proficiency in English (CPE). Daarmee laten zij zien dat zij het Engels op een zeer hoog niveau beheersen. De jongeren gelden daarmee als near native speakers van het Engels. Van hen kregen 27 leerlingen een certificaat op het hoogste niveau (C2). 17 leerlingen mochten een Cambridge Certificate of Advanced English (CAE) in ontvangst nemen. Het certificaat wordt erkend door veel buitenlandse universiteiten en werkgevers.
‘De Goede Les’ Op de locatie Zandlaan lag de focus van de onderwijsontwikkelingen in het verslagjaar geheel op de verbeteracties in het kader van ‘De Goede Les’. Daarin zette elke afdeling zich intensief in om de kwaliteit van lesgeven te verbeteren. Per afdeling werden afspraken gemaakt, waarop medewerkers tijdens feedbackgesprekken afgerekend kunnen worden. Leden van het managementteam bezochten lessen, waarna intercollegiale consultatie plaatsvond. Medewerkers van de Christelijke Hogeschool Ede schoolden medewerkers van Het Streek op de Zandlaan in het bewerkstelligen van een goed klassenmanagement en differentiatie in klassenverband.
‘Waar Onderwijs Werkt’ 16
In het praktijkonderwijs werd het driejarige project ‘Waar Onderwijs Werkt’ gestart. Dit WOWproject, gesubsidieerd door de gemeente Ede en de provincie Gelderland, wil kansarme jongeren toeleiden naar de arbeidsmarkt. Omdat aan het onderwijs hogere kwaliteitseisen worden gesteld, kunnen deze jongeren niet meer via de reguliere weg aan een startkwalificatie komen. Het WOWproject biedt voor hen een alternatief met een begeleide plaatsing bij daartoe aangezochte bedrijven onder het motto ‘Werken leer je door te werken’. Al direct in de opstartfase bleken gemeente, provincie en andere vo- en mbo-scholen geïnteresseerd in het project. De eerste resultaten verwachten we in 2014.
Maatwerk in praktijkonderwijs Bieden van maatwerk is zeker in het praktijkonderwijs belangrijk. In 2013 hebben we dat verbeterd door de organisatie van het praktijkonderwijs aan te passen. Daarbij is het computerprogramma Prodigi ondersteunend. Hierin zijn de leerroutes en het volgsysteem van de leerlingen opgenomen.
‘Jong ondernemen’ De mavo bouwde in 2013 het project ‘Jong ondernemen’ verder uit. In het kader van dat project stichtten groepjes leerlingen een eigen bedrijf, schreven zij een ondernemingsplan, verkochten zij aandelen en brachten zij een product of dienst in de markt om daarmee winst te maken. Aan het einde van het project ontvingen de jongeren een certificaat.
Loopbaanleren Voor de brugklas werden in het verslagjaar projecten ontwikkeld in het kader van loopbaanleren in combinatie met de learning companies. Deze learning companies vormen op de locatie Zandlaan het uitgangspunt voor alle onderwijsprocessen, waarbij de leerling centraal staat en waarbij elke learning company een verzameling uitstroomprofielen en beroepenvelden vertegenwoordigt.
Nieuwe landelijke eisen vmbo In de tweede helft van het verslagjaar begon de locatie Zandlaan met de voorbereiding van de verandering die het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap vanaf 1 augustus 2015 in het vmbo wil doorvoeren. Het departement komt met geheel nieuwe eisen en programma’s, waaraan de plannen van de vmbo-scholen moeten voldoen. In het verslagjaar ontwierp Het Streek de eerste concepten hiervoor. Voor de zomer van 2014 zullen wij met een definitief plan komen. Voor de locatie Zandlaan komt deze verandering ongelegen. Wij willen op deze locatie alle prioriteit geven aan de verbetering van het onderwijs. Dit naar aanleiding van de inspectiebezoeken. De voorgenomen aanpassing van het vmbo betekent hierin een extra belasting.
Rekentoets Sinds het schoolseizoen 2013-2014 is voor alle examenkandidaten de rekentoets verplicht. Vmboleerlingen moeten voldoen aan niveau 2F; havo- en vwo-leerlingen aan niveau 3F. In het verslagjaar deed Het Streek mee aan een pilot in de pre-examenklassen. Leerlingen die een onvoldoende haalden, kunnen in 2014 de toets opnieuw afleggen. Het cijfer van deze toets telt nog niet mee in de slaagzakregeling. Het wordt aan de leerlingen uitgereikt op een aparte bijlage bij het diploma.
3.4 Lerende cultuur Het Streek stelt zich ten doel bij Ambitie 3 van het Strategisch Beleidsplan 2013-20177 om de lerende en ondernemende cultuur in de school te versterken. In deze paragraaf beschrijven wij welke resultaten de school op dit punt kon realiseren. 7
Ambitie 3 in het Strategisch Beleidsplan 2013-2017 luidt: ‘In 2017 werken bij Het Streek goed gekwalificeerde medewerkers. Zij hebben een professionele houding naar elkaar, naar leerlingen en naar ouders en andere belanghebbenden van de school.’
17
Opbrengstgericht In lijn met de derde ambitie uit het strategisch beleidsplan moet in 2017 minimaal 80 procent van de docenten in staat zijn om opbrengstgericht te werken. Meer dan in voorgaande jaren hebben we daarom opbrengstgericht werken en reflectie op eigen gedrag ingebracht in de feedbackgesprekken met medewerkers. Het doel daarvan was om bij alle medewerkers een houding te genereren of te versterken, waarin continu verbeteren als een belangrijk ontwikkelingsdoel wordt ervaren. In dat kader stond ook de borging van een goede omgang met elkaar, met de leerlingen, hun ouders en andere belanghebbenden. Als een van de beoogde resultaten omschrijft het strategisch beleidsplan, dat de docenten - om opbrengstgericht te kunnen werken – een goed zicht moeten hebben op de leerresultaten. In dat kader was een van de beleidsdoelstellingen van Het Streek in 2013 om alle cijfers van leerlingen tijdig in te voeren in Magister en om het leerlingvolgsysteem op orde te houden. Beide locaties boekten op dit punt vooruitgang. Signaleren van verschillen Om de derde ambitie uit het strategisch beleidsplan te kunnen verwezenlijken, moeten docenten de gegevens over de ontwikkeling van hun leerlingen kunnen analyseren en interpreteren. Zij moeten verschillen kunnen signaleren en daar adequaat mee omgaan. Voor het verslagjaar vertaalde Het Streek dit in een tweeledige beleidsdoelstelling: Elke sectie heeft een vakwerkplan, waarin de algemene leerdoelen en het niveau per leerjaar zijn opgenomen, inclusief verdiepingsopdrachten en genormeerde toetsen. De collegiale consultaties leveren rendement op en vestigen de aandacht op de verschillen tussen leerlingen. Op de locatie Bovenbuurtweg had nagenoeg iedere sectie in het verslagjaar een vakwerkplan. De focus van de teamleiders lag op de actualisering daarvan. Op de locatie Zandlaan werden de secties opnieuw ingericht en werd een begin gemaakt met de realisering van vakwerkplannen. Dat laatste proces gaat in 2014 door. Op de locatie Bovenbuurweg werd de collegiale consultatie schoolbreed uitgerold. Het managementteam borgt de continuïteit van dit proces. De locatie ontwikkelde vakoverstijgende werkvormen met als doel de differentiatie te bevorderen in de middenbouw. De locatie Zandlaan maakte op dit punt vorderingen in de mavoafdeling. In 2014 voert de Zandlaan de collegiale consultaties door in andere afdelingen. Om beter om te leren gaan met verschillen tussen leerlingen, werden op de locatie Bovenbuurtweg lessen nagesproken. De locatie Zandlaan maakte in het verslagjaar een begin met de ontwikkeling van een groepshandelingswijzer, op basis waarvan adequaat kan worden gedifferentieerd. Signaleren van verschillen was ook een thema tijdens de scholingsdagen voor de verschillende teams op de locatie Zandlaan.
3.5 Horizontale verantwoording Het Streek ziet de horizontale verantwoording als nuttig en nodig. Onder horizontale verantwoording verstaan wij het complex van informatieverstrekking aan derden, het voeren van discussies en het maken en nakomen van afspraken met belanghebbenden van de school zoals medewerkers, leerlingen, medezeggenschapsraden, ouders en de gemeente. De horizontale verantwoording onderscheidt zich van de verticale verantwoording richting het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). In het verslagjaar maakte Het Streek op onderstaande manieren werk van de horizontale verantwoording:
De bestuurder voerde maandelijks overleg met de GMR. De directeur van de locatie Zandlaan en de rector van de locatie Bovenbuurtweg voerden periodiek overleg met de Contactraad Ouders op hun locatie. Dat overleg betrof lopende, locatiegebonden zaken. 18
Beide hiervoor genoemde personen voerden ook periodiek overleg met de leerlingenraad op hun locatie over lopende, locatiegebonden zaken. In allerlei vergaderingen voerden het management en de directie overleg met de medewerkers. De school stelde een drietal nieuwe regelingen vast en plaatste die op de website: het antipestbeleid en pestprotocol, het verzuimbeleid voor leerlingen en de meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling. Het Streek publiceerde de jaarstukken inclusief jaarrekening en de publieksversie daarvan op de website. Beide locaties van Het Streek zorgden met Streeknieuws voor een periodieke informatievoorziening aan ouders. De school bracht wekelijks een nieuwsbrief voor medewerkers uit met daarin voor hen relevante informatie. De school hield de website up-to-date, inclusief de daarop gepubliceerde ‘Vensters voor Verantwoording’. Het Streek was betrokken bij allerlei vormen van overleg met de gemeente en met bedrijven.
Vensters voor Verantwoording Beide locaties van Het Streek maken gebruik van ‘Vensters voor Verantwoording’. Dit online instrument, gecoördineerd en beheerd door de VO-raad, stelt scholen voor voortgezet onderwijs in staat zich te verantwoorden naar ouders en andere externe belanghebbenden. Zij kunnen de onderwijskwaliteit van onze beide locaties afmeten aan de kwaliteitsstandaarden met betrekking tot onderwijsprestaties, kwaliteitszorg, effectief onderwijsbeleid en bedrijfsvoering. Magister Managementplatform In 2013 voerde Het Streek op beide locaties het Magister Managementplatform in. Op basis van de in Magister ingebrachte data krijgen de teamleiders de informatie die zij nodig hebben om adequaat leiding te geven aan hun afdeling. Tevredenheidsonderzoeken In het verslagjaar vonden op de locatie Bovenbuurtweg tevredenheidsonderzoeken plaats. De resultaten overtroffen die van voorgaande onderzoeken. De gemiddelde tevredenheid van leerlingen was met 7,0 iets hoger dan het landelijke gemiddelde (6.8). ‘Ik voel me veilig op school’ scoorde een 8.3. ‘De sfeer op school is prettig’ een 7.9. Minder hoog scoorde de locatie op de volgende stellingen: ‘De docenten houden rekening met wat ik wel en niet kan’ (5.9) en met ‘De mening van leerlingen telt mee op deze school’ (6.3). Ook de tevredenheid onder ouders was met 7.4 hoger dan het landelijke gemiddelde (7.2). De hoogste scores haalden ‘Mijn kind voelt zich veilig op school’ (8.2), ‘De school zorgt voor een goede begeleiding op keuzemomenten’ (7.8) en ‘De docenten behandelen mijn kind met respect’ (7.6). Minder hoog scoorde de locatie op de stelling ‘De school biedt leerlingen goede hulp bij leer- of gedragsproblemen’ (6.2). Op de locatie Zandlaan vinden conform het tweejaarlijks ritme in 2014 tevredenheidsonderzoeken plaats. Maatschappelijk verantwoord ondernemen Een van de ambities van Het Streek is om samen te werken met andere scholen, met de gemeente en met bedrijven. Onze school is daarmee op diverse manieren verankerd in de samenleving. In afgeleide vorm zien we die verankering ook terug in ons streven om zoveel mogelijk maatschappelijk verantwoord te ondernemen. De leerlingenraad van de locatie Bovenbuurtweg organiseerde ook in het verslagjaar weer de Zip Your Lip-actie. Zoveel mogelijk leerlingen van de Bovenbuurtweg eten 24 uur niets en halen daarmee zoveel mogelijk geld op bij hun sponsors. De opbrengsten daarvan gingen naar kinderen in het door burgeroorlog verscheurde Zuid-Soedan die in hongersnood leven. Leerlingen van het technasium werkten ook in 2013 mee aan milieugerelateerde opdrachten vanuit het bedrijfsleven. 19
In de accommodatie aan de Zandlaan zijn diverse moderne inzichten verwerkt op het gebied van milieubescherming (zonnepanelen en warmte-koudeopslag). Het Grand Café op de locatie Zandlaan werd in het verslagjaar één dag per week opengesteld voor buurtbewoners. Zij konden genieten van een heerlijke, door leerlingen bereide en gepresenteerde lunch. Op de locatie Zandlaan werd ook een zogenoemde smoothiebar ingericht. Leerlingen van het praktijkonderwijs verkopen daar aan medeleerlingen en docenten door hen gemaakte smoothies. De catering op beide locaties schakelde in het verslagjaar om naar een nieuw en duurzaam concept richting De Gezonde School.
20
Hoofdstuk 4 – Samenwerking Ook in het verslagjaar zocht Het Streek constructief de samenwerking met andere onderwijspartners, bedrijfsleven en overheid. Het doel daarvan, omschreven in ons Strategisch Beleidsplan 2013-2017 is ‘om ons onderwijs te versterken en de continuïteit van de school te garanderen’. In dit hoofdstuk beschrijven wij de ontwikkelingen in de samenwerking gedurende het verslagjaar. Het Streek leidt jongeren op voor een vervolgopleiding of voor een plaats op de arbeidsmarkt. Een vroegtijdige kennismaking met de verschillende sectoren van de arbeidsmarkt is voor onze leerlingen van belang om bewust een keuze te kunnen maken voor een passend vervolgtraject. Daarom hecht Het Streek in alle leerstromen grote waarde aan samenwerking met andere onderwijsaanbieders, het bedrijfsleven en de overheid. De samenwerking met andere onderwijsaanbieders gebeurt onder de vlag van de Kenniscampus Ede en het Food Valley-scholennetwerk.
4.1 Kenniscampus Bestuurlijk leverde Het Streek in het verslagjaar een proactieve rol in de verdere ontwikkeling van de Kenniscampus. Zo maakte de bestuurder onderdeel uit van het bestuur, was de rector van de locatie Bovenbuurtweg voorzitter van de taakgroep Communicatie en was de directeur van de locatie Zandlaan lid van de taakgroep Onderwijs. In 2013 kreeg de Kenniscampus in de regio een steeds grotere bekendheid. Begin 2014 is dat ook fysiek ondersteund door een heldere bewegwijzering op en rond de Zandlaan. Op bilateraal niveau leidde de samenwerking op de Kenniscampus tot een verdere uitbouw van de contacten met ROC A12, de Christelijke Hogeschool Ede en het Groenhorst College. We geven hieronder een korte bloemlezing.
ROC A12 De locatie Zandlaan van Het Streek en ROC A12 intensiveerden in het verslagjaar hun samenwerking met tal van kleine projecten. Het project met leerwerkteams was zeer succesvol. Daarin werkten leerlingen van de Zandlaan nauw samen met studenten van het roc aan levensechte opdrachten als het bouwen van een bijenstal. Vmbo-leerlingen bouw/techniek kregen in het verslagjaar les op ROC A12. Studenten sport en bewegen van het roc liepen stage bij Het Streek. Studenten van ROC A12 gebruikten de keukens van Het Streek aan de Zandlaan voor hun opleiding. De doorlopende leerlijnen tussen Het Streek en ROC A12 werden in 2013 versterkt voor de vmboen mavoleerlingen.
Groenhorst Ede Het Streek werkte in 2013 samen met Groenhorst Ede aan de praktische sectororiëntatie Groen.
Christelijke Hogeschool Ede Het Streek en de CHE maakten in het verslagjaar een soepeler overgang van Het Streek naar CHE mogelijk door onderwijsvormen meer op elkaar af te stemmen. Studenten Management, Economie en Recht (MER) van de CHE gaven bovenbouwleerlingen van de locatie Bovenbuurtweg sollicitatietraining.. Docenten Engels van de locatie Bovenbuurtweg van Het Streek gaven studenten van de CHE bijles om hun Engels op Cambridgeniveau te brengen. Medewerkers van de Christelijke Hogeschool Ede schoolden medewerkers van Het Streek op de Zandlaan om te komen tot een goed klassenmanagement en differentiatie in klassenverband.
21
4.2 Food Valley Scholennetwerk Rond de Wageningen Universiteit & Research Centre (WUR) functioneerde in het verslagjaar het Food Valley Scholennetwerk goed. Daarin krijgen zowel studenten als docenten de mogelijkheid om te excelleren in een creatieve, uitdagende en innoverende leeromgeving. Het netwerk wil toponderwijs mogelijk maken door een platform te creëren voor onderwijs, onderzoek en het bedrijfsleven. In het verslagjaar bestond het netwerk uit tien scholen voor voortgezet onderwijs en vier scholen voor hoger onderwijs. Ook in dit netwerk participeerde Het Streek prominent. Zo maakte de bestuurder van Het Streek een groot deel van het verslagjaar deel uit van de stuurgroep binnen het netwerk. Het Food Valley Scholennetwerk faciliteert onder meer nascholingsbijeenkomsten voor bètadocenten. De WUR ondersteunde ook in het verslagjaar het technasium op de locatie Bovenbuurtweg. Leerlingen van het technasium konden op de WUR terecht voor research.
4.3 Bedrijfsleven De verbindingen tussen onze school en het bedrijfsleven waren ook in 2013 intens. Beide locaties maakten dankbaar gebruik van het enthousiasme waarmee bedrijven in Ede en omgeving wilden werken met de leerlingen van Het Streek. Op deze wijze konden we leerlingen van het praktijkonderwijs en van het Vakcollege stageplaatsen en leerwerkplekken bezorgen, als dan niet in het kader van het project ‘Waar Onderwijs Werkt’; vmbo-leerlingen bij de opleiding techniek en bij de richting Dienstverlening & Commercie zo snel mogelijk in aanraking brengen met het bedrijfsleven; de mavoleerlingen bij technologie aan projecten laten werken die het bedrijfsleven hun had aangereikt; de technasiumleerlingen en de brugklasleerlingen mavo/havo bezig laten gaan met projecten vanuit het bedrijfsleven. De laatste groep deed dat in het kader van het Bèta Challenge Programma. CSG Het Streek was ook in 2013 vertegenwoordigd in diverse gremia, onder andere het Platform Onderwijs Arbeidsmarkt (POA), waarin wordt nagedacht over afstemming tussen onderwijs en bedrijfsleven.
4.4 Overheid In het kader van de Zorgadviesteam (ZAT) voerde Het Streek in het verslagjaar structureel overleg met de gemeente, de politie, de jeugdhulpverlening en het schoolmaatschappelijk werk. Het Zorgadviesteam verwees daarbij zelfstandig leerlingen door. Samen met andere scholen nam CSG Het Streek deel aan een bestuurlijk overleg. Participanten waren de gemeente, de politie en het Openbaar Ministerie. In dat bestuurlijk overleg stond de veiligheid centraal. In het verslagjaar ondertekenden de partijen een veiligheidsconvenant.
22
Hoofdstuk 5 - Personeel De regelingen rond het personeel zijn voortdurend punt van aandacht en continu in ontwikkeling. Het verzuimbeleid is de afgelopen periode verder aangescherpt. Door in het verslagjaar het feedbackbeleid breder in de organisatie neer te zetten, ontstond meer expliciete aandacht voor de ontwikkeling van onze medewerkers. Onderdeel van de feedbackgesprekken is de zelfevaluatie. Het vragen om feedback bij collega’s en andere belanghebbenden wordt al gedaan op management- en stafniveau en zal in de komende periode ook op andere niveaus worden gebruikt.
5.1 Formatie De formatie liet in het verslagjaar een vergelijkbaar beeld zien met de voorgaande jaren. In juli en augustus was er een significante daling wegens beëindiging van de tijdelijke contracten. De instroom van nieuw personeel ten gevolgde van het nieuwe formatiejaar zorgde in september voor een duidelijke stijging. De totale formatie-inzet nam de afgelopen jaren iets af als gevolg van de noodzakelijke bezuinigingen. Ook in het verslagjaar werd gestuurd op zo min mogelijk lesuitval. De inspanningen om het ziekteverzuim tegen te gaan, begonnen in 2013 positieve resultaten te geven. Er was minder vervanging nodig dan in 2012. De ontwikkeling van de formatie gedurende de twaalf maanden van het verslagjaar laten we hieronder zien in figuur 4.2. In dit overzicht hebben we de inzet van externe vervangers – docenten die via een uitzendbureau hun werkzaamheden verrichten - niet meegenomen, omdat deze medewerkers niet op de loonlijst staan. Uit kostenoverwegingen streefden we in 2013 zoveel mogelijk naar de inzet van eigen personeel. 2013-01
2013-02
2013-03
2013-04
2013-05
2013-06
Regulier
220
221
221
222
221
219
Vervanging
4
5
7
6
7
7
Totaal
224
226
228
228
228
226
2013-07
2013-08
2013-09
2013-10
2013-11
2013-12
Regulier
212
208
215
215
214
215
Vervanging
4
2
5
5
6
6
Totaal
216
210
220
220
220
221
Figuur 5.1: Ontwikkeling formatie per maand in 2013
Bepaalde vacatures bleken steeds moeilijker te vervullen te zijn. Denk aan docenten voor de moderne talen en voor vakken als wiskunde, natuur- en scheikunde en techniek. Ook de inspanningen van VIA ten gunste van de risicoregio leverden in het verslagjaar nog geen aantoonbare resultaten op. Als gevolg daarvan moest ook Het Streek incidenteel overgaan tot de inzet via het uitzendbureau van een externe medewerker.
23
5.2 Leeftijdopbouw De leeftijdsverdeling van medewerkers in onze school liet in het verslagjaar een beeld zien dat geheel paste binnen het landelijke beeld. De leeftijdsgroep van 45 tot en met 64 jaar was het zwaarst vertegenwoordigd. Jongere medewerkers waren ondervertegenwoordigd, vooral de groep van 35 tot en met 45 jaar. Wel was nieuw aangenomen personeel in het algemeen jonger dan 45 jaar. Wij kijken jaarlijks naar uitstroom die we de komende vier jaren verwachten op basis van leeftijd. Dit levert voorlopig nog geen probleem op met de bezetting op. Leeftijdscategorie
Vrouw
Man
Totaal
15 tot 25 jaar
3,50%
1,27%
4,78%
25 tot 35 jaar
9,24%
7,96%
17,20%
35 tot 45 jaar
8,28%
6,69%
14,97%
45 tot 55 jaar
15,92%
9,55%
25,48%
55 tot 64 jaar
15,92%
18,47%
34,39%
0,96%
2,23%
3,18%
53,82%
46,18%
100,00%
65+ jaar Totaal
Figuur 5.2: Leeftijdsverdeling medewerkers Het Streek
5.3 Arbeidsomstandigheden In de afgelopen jaren kreeg het verzuim op Het Streek veel aandacht. Zo werden met medewerkers extra gesprekken gevoerd wanneer zij frequent verzuimden. Die inspanningen begonnen in het verslagjaar resultaten op te leveren. Ten opzicht van de jaren 2011 en 2012 vertoonde het verzuimpercentage in 2013 een duidelijke daling. Het verzuimpercentage lag net onder het landelijke gemiddelde voor het onderwijs (bron: CBS 2013). Het verzuim blijft ook de komende jaren wel een belangrijk aandachtsgebied. In onderstaande figuur hebben we het verzuim op Het Streek in het verslagjaar weergegeven in drie waarden: het verzuimpercentage, de meldingsfrequentie en de verzuimduur (op basis van de CBSdefinities).8 Totaal verzuimpercentage
Meldingsfrequentie
Gemiddelde verzuimduur
Totaal Het Streek
4,9%
1,3%
19
Landelijk 2012
5,0%
1,6%
12
(bron DUO/Voion) Figuur 5.3: Verzuim op Het Streek in 2013
Arbodienstverlening In 2013 was arbodienst Perspectief voor het tweede jaar verbonden aan Het Streek. Bij Perspectief neemt de verzuimconsultant een centrale positie in. Hij heeft contact met de zieke medewerker. Pas als het nodig is, wordt de bedrijfsarts ingeschakeld. De verzuimconsultant is ook het eerste aanspreekpunt voor de leidinggevende. In deze driespraak wordt geprobeerd de medewerker zo snel mogelijk weer aan het werk te krijgen. De afdeling P&O heeft een registrerende en adviserende rol in het geheel. Positief gevolg is dat er meer overleg is tussen de betrokken partijen, bijvoorbeeld directie, leidinggevenden, P&O en medewerkers. De positieve effecten op het verzuim hebben we hiervoor al besproken.
8
Meldingsfrequentie: de verhouding tussen het aantal verzuimgevallen en het aantal personeelsleden op jaarbasis.
24
5.4 Functiemix Het Streek voerde in 2010 de functiemix in. Daartoe werd een beleidsvormend traject opgestart. In 2011 werd dat traject nog gevolgd zoals het eerder was uitgezet. Maar Het Streek besloot in 2012 en 2013 geen nieuwe ronde in het kader van de functiemix in gang te zetten. Dit vooral vanwege de onduidelijkheid over een nieuwe cao voor het voortgezet onderwijs en de financiering van de extra middelen die nodig zijn om de functiemix uit te voeren. Het Streek handelde daarin conform het advies van de VO-raad. Gevolgen entreerecht voor LD-formatie Wel was sprake van een natuurlijke uitstroom van vaak oudere medewerkers, gevolgd door een instroom van nieuwe, jonge medewerkers. Zoals blijkt uit de figuren hieronder had dit echter slechts weinig invloed op de verdeling van de LB-, LC- en LD-formatie. Bij het voltooien van dit jaarverslag was nog geen nieuwe cao afgesloten. Wel lijkt het steeds duidelijker, dat het entreerecht van kracht wordt op 1 augustus 2014. Dit betekent, dat iedere docent met een eerstegraads bevoegdheid recht heeft op een LD-functie indien hij of zij structureel 50 procent of meer van zijn lessen geeft in de bovenbouw van havo of vwo. Invoering van dit entreerecht zal direct gevolg hebben voor de LD-formatie. Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de VO-raad en de onderwijsvakbonden CNVO, AOb en FvOv hebben inmiddels een rekentool ontwikkeld, daarbij ondersteund door CentERdata. In deze rekentool wordt per brinnummer weergegeven in hoeverre een school kan voldoen aan de functiemixdoelstellingen bij het toegekende functiemixbudget. 25GE 1-10-2013
1-10-2012
1-10-2011
Schaal
dv
WTF
% WTF
dv
WTF
% WTF
dv
WTF
% WTF
LB
93
68
50
97
68
48
100
72
50
LC
44
38
28
46
41
29
49
42
29
LD
33
30
22
34
32
23
33
30
21
Totaal
170
137
100
177
140
100
182
144
100
26HV 1-10-2013
1-10-2012 dv
WTF
1-10-2011
Schaal
dv
WTF
% WTF
% WTF
dv
WTF
% WTF
LB
12
9
55
11
9
53
10
8
48
LC
7
7
39
7
7
41
7
7
40
LD
1
1
6
1
1
6
2
2
12
Totaal
20
17
100
19
16
100
19
16
100
Figuur 5.4: Verdeling LB-, LC- en LD-functies in 2013
Uit bovenstaande figuur is op te maken, dat in het verslagjaar de groei van de LC-en de LD-formatie achterbleef. Door instroom van nieuwe medewerkers steeg de formatie LB. Deze ontwikkeling kunnen we verklaren uit de hierboven genoemde motivatie om de groei van de LC- en LD-formatie voorlopig niet verder te bevorderen. Als er duidelijkheid ontstaat over de nieuwe cao, zal Het Streek de invoering van de functiemix weer oppakken. Hierbij zullen we gebruikmaken van het ter beschikking gestelde nieuwe rekenmodel.
25
Hoofdstuk 6 – Huisvesting en ICT Sinds augustus 2012 is het onderwijs op CSG Het Streek geconcentreerd op twee locaties: een nieuwbouwlocatie op de Zandlaan en een locatie van veel ouder datum op de Bovenbuurtweg. Beide locaties vergen een adequaat huisvestingsbeleid. Op beide locaties is ook in 2013 gewerkt aan een verdere optimalisering van de ICT. Over beide onderwerpen leest u meer in dit hoofdstuk.
6.1 Huisvesting Energieneutraal De locatie Zandlaan die Het Streek in augustus 2012 betrok, is voorzien van zonnepanelen en warmtekoudeopslag. Op termijn moet dit leiden tot een energieneutraal functioneren van deze locatie. In het Plan van Eisen is de inregeltermijn daarvoor gesteld op vijf jaar vanaf 2012. Naar verwachting zal het gebouw aan de Zandlaan al in het schooljaar 2014-2015 energieneutraal kunnen functioneren. Onderhoud In het verslagjaar stuurde de facilitaire organisatie sterk op de meerjarenonderhoudsplanning (MOP) van de gebouwen. Op de locatie Zandlaan had dit onderhoud vooral betrekking op het goed inregelen van de verschillende nieuwe systemen. Op de locatie Bovenbuurtweg was dringend onderhoud nodig aan de eigen riolering. Een combinatie van overvloedige regen, een gebrek aan overstortcapaciteit van de gemeentelijke riolering en een minder goed functionerende riolering op het schoolterrein zorgde in 2013 voor een overstroming van de mediatheek. De rioleringswerkzaamheden werden uitgevoerd. De mediatheek werd gerenoveerd. De school nam preventieve maatregelen om nieuwe wateroverlast te voorkomen. Verbouwing In de laatste week voor de zomervakantie begon op de locatie Bovenbuurtweg de verbouwing van de entree en de aanpassing van de gemeenschappelijke ruimte. Onder de gymzaal werd een nieuwe entree met garderobe en lockerruimte gerealiseerd voor de leerlingen. De hoofdentree met receptieruimte kreeg een modernere uitstraling. De lockers verdwenen uit de gemeenschapsruimte en maakten plaats voor ziten statafels. Met deze aanpassingen kreeg de locatie een betere uitstraling. De verbouwing kon binnen de daarvoor gestelde tijd en het daarvoor gestelde budget worden gerealiseerd.
6.2 ICT Werkgroep Leermiddelen en ICT Het Streek slaagde er in het verslagjaar in om de goed functionerende ICT te borgen en die verder te bevorderen. In de toekomst wil Het Streek ICT meer koppelen aan nieuwe leermiddelen. De werkgroep Leermiddelen en ICT maakte in 2013 een begin met de beleidsvorming op dit punt. In deze werkgroep zitten de bestuurder, de beide directieleden, het hoofd ICT en enkele teamleiders. Dit proces is aan het begin van 2014 nog volop gaande. In juni 2014 moet het beleidsplan zijn geschreven. Vervolgens kan op basis daarvan in 2015 de nieuwe aanbesteding van de leermiddelen plaatsvinden. Ontwerpstudio In het verslagjaar werd de inrichting van de radio- en tv-studio voor het vak cmo afgerond. ICT richtte een ontwerpstudio in met Apple-werkstations om video’s en ander beeldmateriaal te bewerken. 26
Tablets Het Streek deed op diverse ervaring op met het gebruik van tablets door leerlingen. De locatie Bovenbuurtweg nam een iPad-kar in gebruik die flexibel ingezet kan worden, bijvoorbeeld bij uitval van een leerkracht. In het technolab is het aantal laptops van de school gereduceerd ten gunste van vaste computers. De school moedigt leerlingen aan om ook eigen laptops of tablets in te zetten. Op de locatie Zandlaan werd een pilot uitgebreid door een groep leerlingen behalve met tablets van school ook te laten werken met eigen apparatuur. Verbetering netwerk De afdeling ICT verbeterde in 2013 verder het netwerk. Zij verhoogde vooral de capaciteit van de internetverbindingen. Daarmee gaat zij in 2014 verder. Het doel is om zowel draadloos als bekabeld de capaciteit, stabiliteit en veiligheid van het netwerk verder te laten toenemen. Webshop ouderbijdrage Met een representatieve groep van 254 leerlingen is proefgedraaid met de nieuw gebouwde webshop ouderbijdrage. Ouders van deze leerlingen ontvingen alle correspondentie aangaande de vrijwillige ouderbijdrage per e-mail en konden hun toestemming voor automatische incasso via een website doorgeven of de betaling via iDEAL uitvoeren. Deze pilot heeft veel inzicht gegeven in verdere verbetering van de webshop. Met deze aandachtspunten wil ICT een belangrijke stap voorwaarts zetten op weg naar een volledig papierloos innen van de vrijwillige ouderbijdrage.
27
Hoofdstuk 7 – Financiën 7.1 Financiële situatie op balansdatum Het balanstotaal per 31-12-2013 is 4,6%9 hoger dan dat van het jaar ervoor (2012 was 49,3% lager dan 2011). Het lagere balanstotaal per 2012 was een direct gevolg van de afloop van het voorschot van de gemeente per ultimo 2012 ter bekostiging van de nieuwbouw voor het VMBO en Praktijkonderwijs aan de Zandlaan. Na eliminatie van de voorfinanciering van de nieuwbouw in 2011 was het balanstotaal per ultimo 2012 nog 25,9% lager dan het balanstotaal per ultimo 2011. Hierbij was de liquide positie met circa € 1,8M afgenomen als gevolg van het terugdringen van de kortlopende schulden met ongeveer een zelfde bedrag (zie verder kopje liquiditeit). De solvabiliteitratio en de liquiditeitsratio zijn gestegen. Het resultaat is, door incidentele meevallers ad € 671K als gevolg van het herfstakkoord 2013, aanzienlijk positiever dan begroot maar was ook zonder deze meevaller in absolute zin positief.
SOLVABILITEIT De solvabiliteit 1 (eigen vermogen gedeeld door balanstotaal) per 31 december 2013 bedraagt 0,41 (per 31-12-2012: 0,31). Hiermee wordt voldaan aan de in 2010 door het bevoegd gezag gestelde norm dat de solvabiliteit tenminste 0,35 moet bedragen. De aangepaste solvabiliteit 2 (eigen vermogen + egalisatierekening + voorzieningen gedeeld door balanstotaal) bedraagt op 31 december 2013 0,55 (per 31-12-2012: 0,41).
LIQUIDITEIT De liquiditeit (current ratio = vlottende activa gedeeld door kortlopende verplichtingen) geeft aan in welke mate de stichting op korte termijn aan haar betalingsverplichtingen kan voldoen. Als de currrent ratio tussen 0,5 en 1,5 ligt, wordt daarmee aangegeven dat in voldoende mate alle schulden die op korte termijn opeisbaar zijn, kunnen worden betaald. Op 31 december 2013 bedraagt de liquiditeit 0,76 (per 31-12-2012: 0,72, zie ook kengetallen). De belangrijkste oorzaak van de stijging ten opzichte van 2012 is de afname van de liquide middelen met € 650K, een toename van de kortlopende vorderingen met € 333K en een afname van de kortlopende schulden met € 618K. De afname van de liquiditeit kan als volgt worden gespecificeerd: o o o o o o o o
Resultaat 2013 Investering in nieuwbouw en inventaris Desinvestering in financiële vaste activa Toevoeging per saldo aan de voorzieningen Afschrijvingen Toename van de vorderingen Afname crediteuren en betalingen onderweg Totaal
€ 761K € -1.103K € 10K € 149K € 484K € -333K € -618K € -650K
Door een lager beginsaldo maar een iets betere liquiditeit gedurende 2013 is deze per saldo ongunstiger dan gepland volgens de meerjarenbegroting 2013-2017. Hierin was een liquide saldo van € 1.540K gepland, in werkelijkheid is deze per ultimo 2013 € 1.251K. Deze verslechtering is ook als volgt weer te geven:
9
Bij alle berekeningen van percentages en kengetallen over 2013 en de vergelijkende jaren 2011 en 2012 wordt de post lang financiële vaste activa onder punt 1.3 niet meegenomen. 28
Meerjarenbegroting 2013-2017 o o o
Beginsaldo Mutatie liquide middelen Verschil
€ 2.288K € -748K € 1.540K
Werkelijk 2013
Verschil
€ € €
€ -387K € 99K € -288K
1.901K -650K 1.251K
WEERSTANDSVERMOGEN Het weerstandsvermogen, door de VO-raad gedefinieerd als “Het weerstandsvermogen is het eigen vermogen uitgedrukt in een percentage van alle baten in een jaar inclusief de financiële baten en exclusief de buitengewone baten", bedraagt eind december 2013 13,1%10 (per 31-12-2012 8,9%). Dit is een direct gevolg van het positieve resultaat ad € 761K. Komende jaren probeert Het Streek het weerstandsvermogen met positieve exploitatieresultaten omhoog te brengen. KAPITALISATIEFACTOR Een belangrijk nieuw kengetal voor de beoordeling van het vermogensbeheer (gedefinieerd als: “de mate waarin het beschikbare kapitaal wordt ingezet voor het onderwijs”) van onderwijsinstellingen in dit kader is de kapitalisatiefactor oftewel: “de mate waarin het kapitaal wordt benut voor de vervulling van taken”. Deze wordt als volgt berekend: KP = Totale kapitaal (= balanstotaal) – Waarde gebouwen en terreinen Totale baten De maximale waarde mag voor Het Streek 37,5% bedragen (er geldt geen minimumnorm). Ultimo 2013 bedraagt deze waarde: KP = (5.803.000 - 2.186.000) = 18,2% (was ultimo 2012 21,0%). 19.827.000 Deze waarde werd in 2013 in hoge mate beïnvloed door de investering in de verbouwing op de locatie Bovenbuurtweg en de activering (investering minus subsidie) van de nieuwbouw VMBO/PRO aan de Zandlaan, totaal € 766K. Het Streek voldoet hiermee aan de norm. De signaleringsgrens voor de categorie grote besturen (baten > € 12M) is maximaal 35%. OVERZICHT FINANCIËLE KENGETALLEN11
2013
2012
2011
2010
2009
2008
2007
2006
Solvabiliteit 1
0,41
0,31
0,24
0,28
0,28
0,23
0,28
0,32
Solvabiliteit 2
0,55
0,41
0,32
0,45
0,44
0,48
0,60
0,66
Liquiditeit (current ratio)
0,76
0,72
0,86
0,86
0.75
0,83
1,14
1,70
Rentabiliteit
3,8
-0,1
-0,6%
-0,9%
-2,1%
-2,2%
-0,4%
-0,5%
Weerstandsvermogen
13,1
8,9
8,4%
8,6%
9,4%
11,1%
13,8%
14,5%
Kapitalisatiefactor
18,2
21,0
35,4%
33,0%
34,6%
37,8%
10
De bestemmingsreserve flex-bapo is niet meegeteld als vrij beschikbaar eigen vermogen. Alle kengetallen vanaf 2010 zijn berekend exclusief het effect van de voorfinanciering door de gemeente van de nieuwbouw aan de Zandlaan. 11
29
7.2 Gang van zaken gedurende het verslagjaar RESULTAAT Het jaar 2013 is afgesloten met een exploitatiesaldo van € 761K. Dit resultaat is € 832K beter dan de begroting 2013 ad € -/-71K. Hierin zijn de incidentele baten ad € 671K de belangrijkste oorzaak. De rentabiliteit, zijnde het exploitatieresultaat uit gewone bedrijfsvoering als percentage van de totale baten bedroeg op de balansdatum 3,84% (per 31-12-2012 -0,12%). Het betere resultaat ad € 832K kan op basis van de getallen uit de exploitatierekening in hoofdlijnen als volgt worden verklaard: Rijksbijdragen (3.1) De opbrengsten uit rijkssubsidies lumpsum personeel zijn € 512K hoger dan begroot door een incidentele bate als gevolg van het herfstakkoord 2013 ad € 512K. Hiertegenover staan overigens ook hogere loonkosten ad € 144K. (in onderstaande tabel € -55K en € 199K). Een deel van dit bedrag ad € 122K was al in de begroting van 2014 opgenomen;
De opbrengsten uit rijkssubsidies lumpsum materieel zijn € 135K lager dan begroot doordat in de begroting hogere tarieven (begroot op klassenniveau) zijn gehanteerd dan werkelijk volgens de beschikking;
De rijksvergoeding leerplusarrangement ad € 202K vervalt omdat we niet voldoen aan de norm van het aantal leerlingen binnen het postcodegebied. De subsidie wordt (voor twee jaren tegelijk) vastgesteld op basis van postcodes. Tijdens het begroten konden we niet voorzien dat we de norm niet zouden halen temeer omdat we in de vorige jaren wel aan de norm voldeden. Deze subsidie was bedoeld voor extra ondersteuning aan leerlingen uit achterstandswijken en kwam alleen toe aan de locatie ZLN. (zie ook de opmerkingen onder het hoofdstuk Algemene inleiding);
De rijksvergoeding prestatiebeurs is € 60K hoger dan begroot omdat enerzijds conservatief begroot is en anderzijds is er voor € 40K doorgeschoven vanuit vorige jaren. Hiertegenover staan alleen personele kosten;
De rijksvergoeding prestatiebox ad € 93K is vanuit 2012 doorgeschoven;
Via het Nationaal Onderwijsakkoord (NOA) is een incidentele extra rijkssubsidie ad € 159K ontvangen voor jonge leerkrachten. Dit bedrag moet in de jaren 2016 en 2017 weer worden terugbetaald;
De rijksvergoeding voor het Samenwerkingsverband VO/SVO 17.1 zijn € 18K hoger. Hiertegenover staat een zelfde bedrag aan hogere kosten.
Overige overheidsbijdragen en –subsidies (3.2)
De rijkssubsidie ESF-project is € 41K hoger dan begroot omdat de omzet waarover subsidie wordt ontvangen moeilijk is in te schatten. Daarom wordt er voorzichtig begroot. De subsidie is nog niet definitief vastgesteld door het agentschap;
De niet begrote projectopbrengsten zijn € 43K. Sinds september 2013 loopt het project WOW (Waar Onderwijs Werkt) waarvoor we 3 jaar lang € 100K gemeentesubsidie ontvangen. Een deel van het eerste jaar wordt voor 5 maanden aan 2013 toegerekend;
Overige baten (3.5)
De overige opbrengsten komen € 105K hoger uit dan de begroting ad € 20K. Op deze rekening zijn o.a. de volgende opbrengsten geboekt: € 27K subsidie Passend Onderwijs van het SWV 17.1, € 26K voor afrekening VSV 2013 van het ROC Midden Brabant, € 26K diverse kleine projecten, € 5K teruggaf belastingdienst 2012, € 13K afboeking openstaande facturen uit 2011 en 2012 en € 29K vrijval transitorische posten uit voorgaande jaren;
De opbrengsten uit detacheringen vallen € 24K hoger uit dan begroot. Deels wordt dit veroorzaakt door opbrengsten over 2012; 30
De ouderbijdrage voor buitenschoolse activiteiten vallen € 14K hoger uit dan begroot. Daarentegen zijn materiele kosten € 13K lager (zie ook 4.4). Het positieve verschil betreft voornamelijk personele kosten die niet expliciet zijn doorbelast maar gewoon in de loonkosten (onder 4.1) zijn meegenomen. Per saldo zijn de buitenschoolse activiteiten in 2013 kostendekkend;
De ouderbijdrage voor algemene schoolkosten zijn € 32K hoger dan begroot. Er staan voor € 22K hogere kosten tegenover (zie ook 4.4);
De kantineopbrengsten zijn € 18K lager dan begroot. Hiertegenover staan ook lagere inkoopkosten ad € 15K (zie ook 4.4).
Personeelslasten (4.1)
De loonkosten inclusief sociale lasten zijn € 144K (€ -55K + € 199K) hoger dan begroot. Hiertegenover staan voor € 512K hogere opbrengsten uit subsidie lumpsum (zie ook 3.1). Na eliminatie van de loonkostenboeking voor het ESF-project (ad € 199K, zie ook 3.1 en 4.4), de inhuur derden e.d. (ad € 153K) en de uitkeringen UWV en risicofonds (ad € -343K) zijn de totale loonkosten (€ 41K) hoger dan begroot.
Dit kan ook als volgt in tabelvorm worden weergegeven: Omschrijving post
(x € 1.000)
EFJ-code
Werkelijk
Begroot
Verschil
OPBRENGSTEN Opbrengs Rijkssubsidie lumpsum
3.1.1.1
Af: lumpsum materiele bekostiging Bij: eliminatie boete onderwijstijd 2010/2011 Opbrengst lumpsum personele bekostiging
16.611
16.234
377
1.877
2.012
-135
14.734
14.222
512
0
0
0
14.734
14.222
512
14.300
14.355
KOSTEN Loonkosten conform grootboek (incl. inhuur ter vervanging)
4.1.1
Bij: geëlimineerde loonkosten t.l.v. ESF-project
199
-55 199
Bij: mutatie VU 2012 (incl. 5% soc.lst.)
-2
-2
Bij: restitutie ZVW (code 01543)
56
56
-153
-153
Af: inhuur ter vervanging Af: eindheffing 2012 Af: eliminatie mutatie vakantiedagen + overige Loonkosten conform loonadministratie Af: uitkeringen UWV
4.1.3
Af: uitkeringen risicofonds
4.1.3
Bruto loonkosten vast personeel Verschil opbrengsten minus kosten vast personeel Aantal FTE (gemiddeld) Gemiddelde Personele Last (GPL)
0
0
11
11
14.412
14.355
57
-57
-27
-30
-286
-300
14
14.069
14.028
41
665
194
471
216,8
214,8
2,0
64,9
65,3
-0,4
Efficiencyverschil
133
Prijsverschil
-92
De werkelijk gemiddelde formatie12 (216.8 FTE) is 2,0 FTE gestegen ten opzichte van de begrote formatie (214,8 FTE). Mede door een iets lagere werkelijke GPL (€ 64,9K) dan begroot (€ 65,3K) komen de loonkosten € 41K hoger uit (€ 133K door meer FTE en € -/-92K door een gemiddeld lagere GPL); De kosten voor inhuur personeel zijn € 25K hoger dan begroot. Deze worden hoofdzakelijk veroorzaakt door de inhuur van een facilitair manager voor locatie BBW;
12
De cijfers m.b.t. FTE zijn inclusief declaratiecode 5 voor vervanging en gewogen gemiddelden.
31
De kosten verstrekkingen aan personeel zijn € 19K hoger dan begroot. De bedoeling was zo veel mogelijk kosten op meer specifieke kostensoorten te boeken. Daarom was deze post laag begroot. Daarbij is abusievelijk geen rekening gehouden met kosten van kerstpakketen en –vieringen; De kosten van tussentijds vertrekkende leerlingen vallen € 22K lager uit dan begroot. Er is maar één leerling vertrokken waarvoor een deel van de lumpsum is meegegeven naar de vervolgschool. Met betrekking tot de voorziening spaarverlof was in de begroting rekening gehouden met vrijval van € 15K, per saldo is dit een vrijval geworden van € 36K, een positief verschil derhalve van € 21K. Deels wordt dit veroorzaakt door correcties per ultimo 2012. Afschrijvingen (4.2) De afschrijvingskosten zijn € 36K lager dan begroot. Hoofdzakelijk is dit het gevolg van lagere investeringen in 2013. Huisvestingslasten (4.3) Op de totale huisvestingskosten is een budgetonderschrijding ontstaan van € 101K. Dit is bijna 8% van het totale budget ad € 1.326K. De belangrijkste afwijking betreft de dotatie aan de voorziening groot onderhoud (€ 108K lager dan begroot). Na doorrekening van de geplande detailposten van het onderhoudsplan groot onderhoud voor de locatie Zandlaan blijkt een lagere dotatie ad € 132K te volstaan, begroot was € 240K. Andere afwijkingen ten opzichte van de begroting zijn: huren (€ 17K hoger), energiekosten (€ 35K hoger), onderhoud gebouwen en terreinen (€ 48K lager) en onderhoud en aanschaf kleine inventaris 14K hoger). Overige lasten (4.4) De werkelijke kosten voor de totale rubriek zijn € 71K hoger dan de begrote kosten. De belangrijkste verschillen staan in onderstaande tabel:
Kostensoort
Verschil W en B Administratie- en beheerlasten Kosten automatisering € -/-24K
Licentiekosten Kosten open huis
Overige Europese aanbesteding
€ €
Oorzaak
Dit zijn de niet bestede materiele projectkosten van diverse ICT-werkgroepen.
-/-12K Het verschil is te verklaren door lagere uitgaven ten opzichte van de begroting van de licenties Magister en Microsoft. +16K
Specifieke kosten op locaties die niet onder de streekbrede kosten open huis zijn begroot. Deze kosten (open dag op de locaties) zijn abusievelijk niet begroot.
€ -/- 37K Kopieerkosten (-/- 14K), kosten decanaat (-/-11K), telefoonkosten (-/-12K) € -/-10K Er is geen Europese aanbesteding geweest.
Inventaris, apparatuur en leermiddelen Leermiddelen € -/-8K Tegenover de kostenonderschrijding van de sectiebudgetten ad € -/-30K staan extra kosten uit leermiddelen vrijwillige ouderbijdrage (€ +22K). Studie- en € -/-19K De begroting is te hoog vastgesteld. De uitgaven in 2013 beroepskeuzetests hebben een zelfde verloop als die in 2012. Inkoop Boekenfonds € -/-109K In de begroting zijn de kosten even hoog begroot als de subsidieopbrengsten. Door boeken langer te huren dan de normatieve vier jaar kon over het schooljaar 2013-2014 een aanzienlijk bedrag ad € 55K worden bespaard. Overige onderwijskosten € -/-13K Door onder andere zuiver te boeken is deze post minder uitgeput. Overige lasten Inkoop kantine € -/-15K Hiertegenover staan ook lagere opbrengsten kantine ad € 18K. 32
Subsidiabele kosten ESFproject
€ Tegenover de materiele projectkosten ad € 32K en personele +231K kosten ad € 199K staan ook hogere opbrengsten.
Buitenschoolse activiteiten
€ -/-13K
Projectkosten VO/VSO
€
Projectkosten
€
Overige beheerlasten
€
Taakstelling
€
Zie ook de hiertegenover staande hogere opbrengsten ad € 14K (3.5)
+18K
Hiertegenover staan voor een zelfde bedrag hogere opbrengsten. +31K Het project WOW (Waar Onderwijs Werkt) is het belangrijkste project. Deze projectkosten waren niet begroot. Tegenover deze kosten staan ook extra opbrengsten. -/-23K Op diverse overige lasten is minder uitgegeven dan begroot, onder andere projectkosten maatschappelijke stage (€ -/-13K) . +60K In de begroting was een taakstellend kostenpost van € -/- 60K opgenomen. Dit bedrag moest taakstellend nog worden bezuinigd op de verschillenden posten maar dit kon niet meer in de begrotingen worden verwerkt. Feitelijk, gezien de besparingen op diverse posten, is de taakstelling wel gelukt (zie regels hierboven).
Financiële baten en lasten (5.1) In tegenstelling tot vorig jaar, toen er nog een tijdelijk hoog saldo aan liquide middelen bestond, onder andere door de voorfinanciering van de nieuwbouw, zijn de rentenbaten ten opzichte van de begroting € 19K lager.
33
INVESTERINGEN Gedurende het verslagjaar werd totaal voor een bedrag van € 1.102K geïnvesteerd (2012 € 606K), waarvoor voor nieuwbouw en verbouwingen € 766K. Begroot was € 900K. Met betrekking tot overige inventaris is er voor € 296K geïnvesteerd en voor schoolboeken € 40K. In de volgende tabel is een en ander gespecificeerd.
Totaal per categorie
Begroting
Nieuwbouw (activering)
Werkelijk
Verschil
138.439
138.439
900.000
627.357
-272.643
Schoolinventaris
95.100
162.232
67.132
Automatisering
Verbouwingen
175.209
63.428
-111.781
Audio-visuele middelen
70.000
32.081
-37.919
Kantoormeubilair
11.900
4.301
-7.599
5.528
5.528
8.900
3.050
-5.850
Gymzaalinrichting
34.480
13.813
-20.667
Gereedschap
14.300
Schoonmaakinventaris Secties
Algemeen
-14.300
1.000
12.157
11.157
1.310.889
1.062.387
-248.502
40.000
40.000
1.102.387
-208.502
Schoolboeken 1.310.889
Toelichting: De lagere investering in 2013 ten opzichte van de begroting ad € 248K wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door de lagere verbouwings- en inrichtingskosten van de entree aan de Bovenbuurtweg met circa € 205K. Het grootste deel hiervan betreft de begroting van de lockers. Deze was te hoog ingeschat. In de categorie automatisering (inclusief audiovisuele middelen) is € 150K minder geïnvesteerd waaronder de telefooncentrale locatie Bovenbuurtweg ad € 35K (uitstel). Op de overige categorieën is in totaal € 32K minder geïnvesteerd. Daartegenover staat de activering van de nieuwbouw ad € 138K die voorheen op een tussenrekening op de balans was geboekt. Op dit bedrag is de subsidie voor praktijkgerichte omgeving ad € 514K al in mindering gebracht. Nieuwbouw VMBO/PRO: Per ultimo 2013 is voor de nieuwbouw aan de Zandlaan voor € 652K geïnvesteerd. Hiertegenover staat de subsidie voor praktijkgerichte leeromgeving uit 2006 ad € 514K. Het saldo ad € 138K is opgenomen onder de rubriek materiele vaste activa. In 2013 wordt de nieuwbouw financieel afgerond. De accountant heeft een accountantsverklaring afgegeven. In maart 2014 is van de Gemeente nog de laatste subsidietermijn ad € 96K ontvangen.
34
VOORZIENINGEN
Personeelsvoorzieningen Voorziening spaarverlof Het saldo van de personele voorzieningen per 31-12-2013 komt overeen met de waarde van de door het personeel opgebouwde rechten voor spaarverlof tegen eindwaarde en bedraagt € 258K (was ultimo 2012 € 294), een vrijval derhalve van € 36K.
Voorziening ambtsjubilea Op basis van Richtlijn 271 van de Raad voor de Jaarverslaggeving is een voorziening opgenomen voor verplichtingen uit hoofde van toekomstige uitkeringen bij ambtsjubilea van personeelsleden. De voorziening is opgenomen tegen de contante waarde van de toekomstige uitbetalingen en is afhankelijk van de ingeschatte blijfkans, gemiddelde salarisstijging en disconteringsvoet. De werkelijke jubileauitkeringen worden ten laste van deze voorziening gebracht.
Overige voorzieningen Onderhoudsvoorziening De onttrekkingen aan de onderhoudsvoorziening (totaal € 138K) bestaat uit groot onderhoud van locatie Bovenbuurtweg ad € 92K en locatie ZLN ad € 46K. Begroot was € 263K (zie tabel op pagina 35). Het verloop van de uitgaven ten laste van de voorziening voor het meerjarenonderhoud op de locatie Bovenbuurtweg ad € 92K wijkt behoorlijk af van de begroting ad € 263K. Deze onderschrijding wordt met name veroorzaakt door een verschuiving van in 2011 en 2012 geplande uitgaven (ad ca. € 50K van het totaal aan onderschrijding ad € 171K) naar latere jaren. Voor alsnog gaan we er van uit dat deze opgeschoven bedragen niet in 2014 en latere jaren worden uitgegeven. Derhalve is het budget voor 2014 gelijk aan het oorspronkelijke budget ad € 292K. De dotatie aan de voorziening groot onderhoud voor locatie Zandlaan is structureel met € 108K verlaagd op basis van de uitgewerkte detailplanning.
BESTEMMINGSRESERVE Bestemmingsreserve flexibele Bapo De voorziening voor flexibele Bapo is op grond van medio 2010 gepubliceerde, nieuwe richtlijnen door het ministerie van OCW komen te vervallen. De vrijval aan baten ten gevolge van opname van dit verlof mag niet langer als exploitatieopbrengst worden verantwoord, maar dient via het resultaat op de nieuwe bestemmingsreserve te worden verminderd. Deze “technische” omzetting heeft uiteindelijk op de omvang van deze bestemmingsreserve hetzelfde effect: deze is op elk moment gelijk aan die van de “oude”, hiervoor bestemde voorziening. De mutatie in deze bestemmingsreserve voor 2013 is € 119K (2012 was € 104K) , het saldo per ultimo 2013 is € 209K.
BESTEMMINGSFONDS Bestemmingsfonds vandalisme In 2012 is besloten om het bestemmingsfonds vandalisme onder de post transitorische passiva (2.4.10.8) onder te brengen en niet meer als onderdeel van het eigen vermogen aan te merken. 35
Omschrijving BBW MOP Saldo 1/1/2013
Begroting Begroting
Schilderwerk 0 Onderhoud verwarming Onderhoud electra Onderzoek/advies Gebouwen Bouwkundige voorzieningen Stoffering e.d. 0 Buitenterrein 0 Diverse 263.000 Loonkosten H.Lam/Ruud vd Brandhof 15 uur0 Bezuiniging 0 Dotatie 2012 263.000
Bedrag dt Bedrag cr Mutaties 2013 770.732,04 709,03 9.367,82 14.646,26 0,00 37.733,80 227,81 0,00 28.134,94 1.233,23 0,00
Begroting Begroting
Bedrag dt
Saldo 1/1/2013 Schilderwerk Onderhoud verwarming Onderhoud electra Onderzoek/advies Gebouwen Bouwkundige voorzieningen Stoffering e.d. Buitenterrein Diverse
Bedrag cr Mutaties 2013 100.099,71
92.052,89
92.052,89
200.000,00 970.732,04 878.679,15
Saldo 31/12-2013
200.000,00
Mutatie 2013
45.897,64
45.897,64
Totalen
Totalen 870.831,75
709,03 9.367,82 46.851,62 0,00 37.733,80 227,81 0,00 33.863,52 9.196,93 0,00 0,00 0,00 137.950,53
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
332.000,00 1.202.831,75
186.202,07
0,00
1.064.881,22
132.000,00
137.950,53
332.000,00
0,00 0,00 32.205,36 0,00 0,00 0,00 0,00 5.728,58 7.963,70
0
Begroting Begroting
0,00 0 0 0 0 0 0 0 0 263.000 0 0
0,00
Saldo 31/12-2013 Mutatie 2013
Omschrijving ZLN
132.000,00 232.099,71
263.000
0,00
Toelichting De geplande uitgaven uit de voorziening meerjarenonderhoudsplan (MOP) voor de locatie BBW ad € 263K is dit jaar voor een groot deel niet uitgeput. (Zie toelichting op pagina 33). De begrote uitgaven ad € 263K was geheel voor de locatie BBW bestemd. De werkelijke uitputting bedraagt € 92K (totaal Streekbreed € 138K) en is daarmee aanzienlijk lager dan de geplande uitgaven. Het meerjarenonderhoudsplan voor locatie Zandlaan is gebaseerd op het definitief ontwerp –exploitatiekosten van PRC. De dotatie aan de voorziening is vastgesteld op € 132K.
36
7.3 Ontwikkeling van de leerlingaantallen Het totaal aantal leerlingen Streekbreed steeg met 57 leerlingen. Per peildatum 1 oktober 2012, bepalend voor de lumpsumfinanciering 2013, telde de school 2302. Ontwikkeling leerlingenaantal van Het Streek (25GE+26HV) Cursus 03-04 04-05 05-06 06-07 07-08 08-09 09-10 10-11 11-12 12-13 13-14
ADW ZLN 670 0,97 652 0,94 610 0,92 561 0,80 451 0,91 409 0,93 380 0,92 349 0,85 297 2,17 645 1,07 688 0,99
BKM
Opstap
492 1,00 492 0,99 487 0,95 463 0,94 436 0,92 401 0,96 385 0,95 365 0,98 357 0,00
138 1,06 146 0,93 136 1,07 146 0,84 123 1,02 126 1,17 147 0,97 142 0,88 125 1,16 145 1,01 147 0,98
Tot. VMBO/PRO 1300 1290 1233 1170 1010 936 912 856 779 790 835
BBW 1118 1,20 1347 0,96 1292 1,02 1321 1,06 1403 1,04 1455 1,01 1464 0,99 1489 1,03 1528 0,99 1510 1,01 1522 1,00
Streek 2418 1,09 2637 0,96 2525 0,99 2491 0,97 2413 0,99 2391 0,99 2376 0,97 2345 0,98 2307 1,00 2300 1,02 2357 1,00
Mutatie
BSW
WAG
323
BG
Mutatie
262
3003
219
251
2888
-115
-112
211
2736
-152
-34
2491
-245
-78
2413
-78
-22
2391
-22
-15
2376
-15
-31
2345
-31
-38
2307
-38
-7
2300
-7
57
2357
57
Verloop van de leerlingen vanaf cursusjaar 2003-2004 met peildatum 1 oktober13
7.4 Treasurymanagement Er is geen sprake van beleggingen, in welke vorm dan ook. Alle zogenaamde (tijdelijk) overtollige liquiditeiten staan op gewone bankrekeningen of een depositorekening, waarbij de tegoeden direct opvraagbaar zijn. Evenmin is er sprake van kortlopende en/of langlopende leningen. Per juli 2010 maakt Het Steek gebruik van schatkistbankieren via een overeenkomst met het Ministerie van Financiën. Daarmee is zowel op de korte als de middellange termijn het risico van een liquiditeitstekort afgewend In het begin van 2011 is door het bestuur een treasurystatuut vastgesteld, waarin de afgesproken kaders voor beleggen en belenen, indien daarvan gebruik wordt gemaakt, opnieuw werden vastgesteld.
13
De peildatum is 1 oktober van het lopende schooljaar voor het komende kalenderjaar.
37
7.5 Toekomstige ontwikkelingen Zoals al eerder in dit verslag is vermeld, wordt het resultaat over 2013 positief beïnvloed met een bedrag van € 671K inzake een eenmalige toekenning van OCW als gevolg van het Herfstakkoord. In de begroting 2014 was echter al rekening gehouden met een bedrag van € 122K en met de incidentele bate ad € 169K als gevolg van de regeling “Jonge Leerkrachten”. Pas na het vaststellen van de begroting is bepaald dat deze middelen niet mogen worden verwerkt in de exploitatie van 2014 en moeten vrijvallen in 2013. Dit betekent dat het begrote resultaat 2014 moet worden teruggebracht van € 431K naar € 140K. Dit vergt opnieuw strakke managementsturing, waarbij vooral de personele lasten nauwlettend bewaakt moeten worden. Hiervoor zal in 2014 een nieuw loonkostenbewakingssysteem in gebruik worden genomen. Verder zal voor de begroting 2015 een verbeterd rekeningschema worden ingevoerd, waarmee vanaf 2015 een naadloze aansluiting kan worden gemaakt met de jaarverslaglegging volgens de vereisten van OCW. Met dit verbeterde rekeningschema kunnen de maand- en kwartaalrapportage’s sneller en efficiënter worden gerealiseerd. In 2015 is een resultaat begroot van € 482K, waarna in 2016 een fors lager resultaat te verwachten is van € -/-56K. In de begroting 2014-2018 is er namelijk vanuit gegaan, dat de gelden uit de Prestatiebox vanaf 2016 niet meer verstrekt zouden worden. Ook is in de begroting nog rekening gehouden met het effect van de negatieve kasschuif als gevolg van de regeling Behoud Werkgelegenheid 2014 voor Jonge leraren. In het sectorakkoord 2014-2017 is echter aangegeven, dat de Prestatieboxgelden zullen blijven bestaan en dat de bestaande regelingen Kwaliteitsverbetering en Jonge Leerkrachten hierin zullen worden opgenomen. Een groot deel van de kosten die voortvloeien uit de nieuwe cao moeten met de middelen uit de Prestatiebox worden gefinancierd.
38
7.6 Continuïteitsparagraaf Deze paragraaf is gebaseerd op de door Het Streek al gemaakte meerjarenbegroting 2014-2018. Uit deze meerjarenbegroting is de jaarbegroting 2014 opgesteld. De begrotingen voor 2015 en 2016 zijn geëxtrapoleerd vanuit de begroting 2014. 7.6 A Gegevensset 7.6.1 Kengetallen Leerlingaantallen
2.302
2.359
2.359
2.398
Balans 31-12-2013
Balans 31-12-2014
Balans 31-12-2015
Balans 31-12-2016
7.6.2 Balans
Balans 1
Activa
1.2 1.3
Vaste Activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa
3.787.350 1.064.583
3.633.049 1.064.583
3.340.750 1.064.583
3.281.550 1.064.583
Totaal vaste activa
4.851.933
4.697.633
4.405.333
4.346.133
Vlottende activa Voorraden Vorderingen Liquide middelen
52.600 711.838 1.251.149
52.600 711.838 1.969.949
52.600 711.838 2.892.349
52.600 711.838 3.038.648
Totaal vlottende activa
2.015.587
2.734.387
3.656.787
3.803.086
Totaal activa
6.867.520
7.432.020
8.062.120
8.149.220
Balans 31-12-2013
Balans 31-12-2014
Balans 31-12-2014
Balans 31-12-2014
1.4 1.5 1.7
2
Passiva
2.1 2.2 2.4
Eigen vermogen Voorzieningen Kortlopende schulden
2.796.889 1.419.915 2.650.715
3.227.989 1.553.315 2.650.715
3.709.689 1.701.716 2.650.715
3.653.389 1.845.116 2.650.715
Totaal passiva
6.867.520
7.432.020
8.062.120
8.149.220
39
STAAT VAN BATEN EN LASTEN
Aantal leerlingen bekostiging per 01-10
Werkelijk
Begroting
Begroting
Begroting
2013
2014
2015
2016
2.302
2.359
2.359
2.398
€
€
€
18.792.590
18.311.000
18.528.300
18.419.700
3
Baten
3.1
Rijksbijdragen
3.2
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
383.504
252.800
133.000
91.000
3.5
Overige baten
652.845
571.500
571.100
578.700
19.828.939
19.135.300
19.232.400
19.089.400
14.794.353
14.817.600
14.892.900
15.344.600
Totaal baten 4
Lasten
4.1
Personeelslasten
4.2
Afschrijvingen
438.955
484.800
481.300
468.100
4.3
Huisvestingslasten
1.225.545
1.209.600
1.209.600
1.215.500
4.4
Overige lasten
2.606.754
2.192.200
2.166.900
2.117.500
Totaal lasten
19.065.608
18.704.200
18.750.700
19.145.700
763.331
431.100
481.700
-56.300
Saldo baten en lasten 5
Financiële baten en lasten Resultaat
-2.163
0
0
0
761.168
431.100
481.700
-56.300
40
7.6 B. Overige rapportages B1. Rapportage aanwezigheid en werking van het interne risicobeheersings- en controlesysteem. Door CSG Het Streek wordt eens in de 4 jaar een risico analyse uitgevoerd. De laatste keer dat dit is uitgevoerd was op 25 september 2012. Binnen onderstaande aandachtsgebieden zijn de risico’s in kaart gebracht en per risico is een gewicht toegekend aan kans en impact.
Bedrijfsstrategie (denk aan imagoschade, leerlingtevredenheid en demografische ontwikkelingen) Processen (denk aan lesuitval, faciliterend vermogen en veiligheid in de school) Middelen (kwantiteit en kwaliteit personeel, functiegebouw, ICT-infrastructuur, Treasury, faciliteiten en bekostiging geldstromen) Beleid (externe verantwoording, prestatiemanagement en Planning & Control cyclus)
De belangrijkste risico’s worden bewaakt in de Planning & Control cyclus.
B2. Beschrijving van de belangrijkste risico’s en onzekerheden De belangrijkste risico’s en onzekerheden zijn de leerlingaantallen en de bekostiging van de geldstromen. Het risico leerlingaantallen raakt direct een aantal andere risico’s, als leerlingtevredenheid en kwaliteit van het onderwijs. Dit onderwerp staat hoog op de bestuurlijke agenda van Het Streek en is een belangrijk onderdeel in de sturingsinformatie ten behoeve van de directie. Het risico bekostiging van de geldstromen is enerzijds een direct gevolg van het aantal leerlingen en anderzijds een grote onzekerheid. Het leeuwendeel van de bekostiging is afkomstig van het ministerie van OCW, waardoor we te maken hebben met het politieke krachtenveld. CSG Het Streek houdt deze ontwikkelingen nauwlettend in de gaten en past haar beleid zo snel mogelijk aan op zaken als aangekondigde bezuinigingen, wijzigingen in bekostigingsmaatregelen en extra incidentele of structurele budgetten. Denk hierbij aan de gevolgen van het Herfstakkoord, Nationaal Onderwijs Akkoord (NOA) en Voorjaarsakkoord.
Ede, .. mei 2014
Drs. I. Sterenborg – van der Schaaf Voorzitter College van Bestuur
41
DEEL III - JAARREKENING
42
Hoofdstuk 8 – Jaarrekening 8.1 Algemene grondslagen voor de opstelling van de jaarrekening Algemene grondslagen De jaarrekening is opgesteld aan de hand van de Regeling jaarverslaggeving onderwijs, Richtlijnen van de Raad voor de jaarverslaggeving en Titel 9 Boek 2 BW. De waardering van activa en passiva en de bepaling van het resultaat vinden plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij de desbetreffende grondslag voor de specifieke balanspost anders wordt vermeld, worden de activa en passiva gewaardeerd volgens het kostprijsmodel. Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verplichtingen en mogelijke verliezen die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.
Grondslagen voor waardering van de activa en passiva De activa en passiva zijn opgenomen tegen nominale waarde, tenzij anders is vermeld.
Vaste activa
Materiële vaste activa De materiële vaste activa worden gewaaardeerd tegen de netto verkrijgingsprijs, bestaande uit de investeringen verminderd met ontvangen investeringssubsidies. De netto verkrijgingsprijzen worden verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en indien van toepassing met bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingen worden gebaseerd op de geschatte economische levensduur en worden berekend op basis van een vast percentage van de netto verkrijgingsprijs, rekening houdend met een eventuele restwaarde. Er wordt afgeschreven vanaf het moment van ingebruikname. Voor alle materiële vaste activa wordt een ondergrens van € 500 gehanteerd. Mutaties door verkoop, tenietgaan of buitengebruikstelling zijn afzonderlijk vermeld.
De volgende afschrijvingspercentages en -termijnen worden gehanteerd: Permanente gebouwen
2,0 %
50 jaar
Noodlokalen
6,7 %
15 jaar
Meubilair leerlingen
6,7 %
15 jaar
10,0 %
10 jaar
Overig meubilair en muziekinstrumenten
43
Verbouwingen, zonwering/stoffering
5,0 %
20 jaar
Computers
25,0 %
4 jaar
Audiovisuele middelen
20,0 %
5 jaar
Schoolborden
6,7 %
15 jaar
Machines
6,7 %
15 jaar
20,0 %
5 jaar
Investeringen gebouwen VMBO/PRO (oppimpen gebouwen)
33,3%
3 jaar
Schoolboeken en werkkleding
33,3%
3 jaar
Overige inventaris
Kosten voor groot onderhoud worden ten laste van de daartoe gevormde voorziening gebracht. Subsidies en bijdragen met betrekking tot investeringen in materiële vaste activa worden in mindering gebracht op het desbetreffende actief en per saldo als onderdeel van de afschrijvingen verwerkt in de winst-en-verliesrekening.
Financiële vaste activa De vordering op OCW is gevormd op grond van RJ 660.204 en artikel 5 van de Regeling ‘Onvoorziene gevallen bij invoering vereenvoudiging bekostiging voortgezet onderwijs’ en is gemaximeerd op de hoogste van 7,5% van de lumpsumvergoeding personeel per 31 december 2013.
Vlottende activa
Voorraden Voorraden grond- en hulpstoffen en handelsgoederen worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of lagere netto-opbrengstwaarde. Deze lagere netto-opbrengstwaarde wordt bepaald door individuele beoordeling van de voorraden.
Vorderingen De vorderingen en overlopende activa worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. De reële waarde en geamortiseerde kostprijs zijn gelijk aan de nominale waarde. Noodzakelijk geachte voorzieningen voor het risico van oninbaarheid worden in mindering gebracht. Deze voorzieningen worden bepaald op basis van individuele beoordeling van de vorderingen.
Liquide middelen 44
De liquide middelen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. Liquide middelen die niet ter directe beschikking staan worden verwerkt onder de vorderingen. Liquide middelen die gedurende langer dan 12 maanden niet ter directe beschikking staan van de stichting worden verwerkt onder de financiële vaste activa.
Passiva
Eigen Vermogen
Algemene reserve De algemene reserve betreft een buffer ter waarborging van de continuïteit van het bevoegd gezag en wordt opgebouwd uit resultaatbestemming van overschotten die ontstaan uit het verschil tussen de baten en lasten. Deze reserve dient ter dekking van eventuele toekomstige exploitatietekorten. Reserves worden geacht uit publieke middelen te zijn opgebouwd tenzij expliciet anders is vermeld in de toelichting op de balans. Bestemmingsreserves worden gevormd met als doel deze in de toekomst aan te wenden voor een specifiek doel. Bestemmingsreserves zijn gevormd op basis van een besluit van het bevoegd gezag. Aan de bestemmingsreserves ligt een plan ten grondslag waarin is opgenomen welke uitgaven ten laste van de reserve komen.
Bestemmingsreserve publiek Deze publieke reserve betreft het door het bestuur reeds bestemde gedeelte van de exploitatieoverschotten van het bevoegd gezag tot en met het verslagjaar.
Resultaatbestemming De bestemming van het resultaat aan de algemene reserve dan wel de bestemmingsreserve vindt plaats op basis van een besluit van het bestuur. Het resultaat wordt in principe toegevoegd of onttrokken aan de publieke reserve tenzij aan de middelen een private herkomst ten grondslag ligt.
Voorzieningen Voorzieningen worden gevormd voor concrete of specifieke verliezen en verplichtingen, die op de balansdatum bestaan. Op de balans worden voorzieningen opgenomen tegen:
Voorziening groot onderhoud De voorziening ter gelijkmatige verdeling van lasten voor groot onderhoud van gebouwen wordt bepaald op basis van de te verwachten kosten over een reeks jaren. De voorziening wordt lineair opgebouwd. Het uitgevoerde onderhoud wordt ten laste van deze voorziening gebracht.
45
Uitgestelde beloningen Op basis van Richtlijn 271 van de Raad voor de Jaarverslaggeving is een voorziening opgenomen voor verplichtingen uit hoofde van toekomstige uitkeringen bij ambtsjubilea van personeelsleden. De voorziening is opgenomen tegen de contante waarde van de toekomstige uitbetalingen en is afhankelijk van de ingeschatte blijfkans, gemiddelde salarisstijging en disconteringsvoet. De werkelijke jubilea-uitkeringen worden ten laste van deze voorziening gebracht.
Spaarverlof De voorziening spaarverlof is gevormd voor personeelsleden die gedurende 4 of meer schooljaren 60 klokuren hebben gespaard en dit in een aaneengesloten periode gaan opnemen.
Kortlopende schulden Dit betreffen schulden met een op balansdatum resterende looptijd van ten hoogste één jaar. Kortlopende schulden worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. De reële waarde en geamortiseerde kostprijs zijn gelijk aan de nominale waarde van de schuld.
Overlopende passiva De overlopende passiva betreffen vooruit ontvangen bedragen die aan opvolgende perioden worden toegerekend en nog te betalen bedragen, voor zover ze niet onder de andere kortlopende schulden zijn te plaatsen.
46
Grondslagen voor de bepaling van het resultaat Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben.
Baten
Rijksbijdragen De ontvangen (normatieve) rijksbijdrage en de niet-geoormerkte OCW-subsidies (vrij besteedbare doelsubsidies zonder verrekeningsclausule) waar geen bestedingsplan aan ten grondslag ligt worden in het jaar waarop de toekenningen betrekking hebben volledig verwerkt als bate in de staat van baten en lasten. Niet-geoormerkte subsidies waaraan een specifiek bestedingsdoel is gekoppeld, worden op basis van een bestedingsplan toegerekend aan de periode waar ze betrekking op hebben. Geoormerkte OCW-subsidies met een vrij besteedbaar overschot (doelsubsidies waarbij het overschot geen verrekeningsclausule heeft) worden ten gunste van de staat van baten en lasten verantwoord naar rato van de voortgang van de gesubsidieerde activiteiten. Het deel van de subsidies waar nog geen activiteiten voor zijn verricht per balansdatum worden verantwoord onder de overlopende passiva. Geoormerkte OCW-subsidies (doelsubsidies met verrekeningsclausule) worden ten gunste van de staat van baten en lasten verantwoord in het jaar ten laste waarvan de gesubsidieerde lasten komen. Niet bestede middelen worden verantwoord onder de overlopende passiva zolang de bestedingstermijn nog niet is verlopen. Niet bestede middelen worden verantwoord bestedingstermijn is verlopen op balansdatum.
onder
de
kortlopende
schulden
zodra
de
Overige overheidsbijdragen Dit betreft subsidies van Gemeenten en andere overheidsinstanties m.u.v. het Ministerie van OCW voor zover de bijdragen niet als doelsubsidies in het kader van de huisvestingsverordening in mindering zijn gebracht op de lasten.
Overige baten Alle overige baten die kunnen worden toegerekend aan de exploitatie van het bevoegd gezag.
Lasten
Personeelslasten Onder de personele lasten zijn opgenomen de lonen en salarissen van het personeel in dienst van het bevoegd gezag verminderd met ontvangen uitkeringen van Vervangingsfonds en uitkeringsinstanties. Tevens zijn onder deze noemer opgenomen de overige personele lasten.
47
Afschrijvingen De afschrijvingslasten worden berekend over de aanschaffingsprijs op basis van de onder materiële vaste activa vastgelegde criteria rekening houdend met de economische levensduur.
Huisvestingslasten Onder de huisvestingslasten worden de kosten van huisvesting opgenomen. De lasten worden toegerekend aan het verslagjaar waarop ze betrekking hebben.
Overige lasten De overige lasten hebben betrekking op kosten die voortvloeien uit de aangegane afspraken dan wel noodzakelijk zijn voor het geven van onderwijs en betrekking hebben op het verslagjaar waarop ze betrekking hebben.
Rentebaten en rentelasten De rentebaten en -lasten betreffen de op de verslagperiode betrekking hebbende rente opbrengsten en -kosten van de bankrekeningen.
Resultaat Onder resultaat wordt verstaan het resultaat van het bevoegd gezag inclusief de financiële baten en lasten. Het resultaat is in de balans verwerkt conform de in de jaarrekening opgenomen resultaatbestemming.
Grondslagen voor de opstelling van het kasstroomoverzicht Kasstroomoverzicht Het overzicht van kasstromen is opgesteld door toepassing van de indirecte methode. In het kasstroomoverzicht wordt onderscheid gemaakt tussen de kasstromen uit operationele activiteiten en investeringsactiviteiten. Ontvangsten en uitgaven voor winstvaststelling, alsmede renteontvangsten en -betalingen maken deel uit van de nettokasstroom uit operationele activiteiten.
48
8.2 Balans 1
(na resultaatbestemming)
Activa 31-12- 2013
31-12- 2012
EUR
EUR
Vaste Activa 1.1
Immateriële vaste activa
1.2
Materiële vaste activa
3.787.350
3.169.133
1.3
Financiële vaste activa
1.064.583
1.074.273
Totaal vaste activa
4.851.933
4.243.406
Vlottende activa 1.4
Voorraden
1.5
Vorderingen
52.600
52.600
711.838
423.233
1.7
Liquide middelen
1.251.148
1.900.649
Totaal vlottende activa
2.015.586
2.376.482
Totaal activa
6.867.519
6.619.888
49
2
Passiva
31-12- 2013
31-12- 2012
EUR
EUR
2.1
Eigen vermogen
2.796.890
2.035.722
2.2
Voorzieningen
1.419.915
1.270.723
2.4
Kortlopende schulden
2.650.714
3.313.443
Totaal passiva
6.867.519
6.619.888
50
8.3 Staat v. Baten en Lasten 3
Baten 2013
3
Begroot 2013
2012
Baten 2013
Begroot 2013
2012
EUR
EUR
EUR
18.792.590
18.314.600
18.415.045
3.1
Rijksbijdragen
3.2
Overige overheidsbijdragen en subsidies
383.504
267.700
285.907
3.5
Overige baten
652.844
479.800
533.496
19.828.938
19.062.100
19.234.448
2013
Begroot 2013
2012
EUR
EUR
EUR
14.794.354
14.805.900
14.875.621
438.955
474.600
432.547
Totaal Baten Lasten
4.1
Personeelslasten
4.2
Afschrijvingen
4.3
Huisvestingslasten
1.225.545
1.326.100
1.238.356
4.4
Overige lasten
2.606.753
2.535.800
2.717.074
Totaal Lasten
19.065.607
19.142.400
19.263.598
763.331
-80.300
-29.150
-2.163
9.100
6.853
761.168
-71.200
-22.297
Saldo Baten en Lasten
5
Financiële baten en lasten Resultaat
51
8.4 Kasstroomoverzicht
(volgens de indirecte methode) 31-12- 2013
31-12- 2012
EUR
EUR
763.331
-29.150
Afschrijvingen
484.170
432.547
Mutaties voorzieningen
149.192
-88.688
0
0
288.605
-211.410
-662.729
-1.839.525
445.359
-1.313.406
515
14.834
2.678
7.981
-2.163
6.853
Kasstroom uit operationele activiteiten Saldo Baten en Lasten Aanpassing voor:
Verandering in vlottende middelen: Voorraden (-/-) Vorderingen (-/-) Schulden Totaal Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen interest Betaalde interest (-/-) Buitengewoon resultaat
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten Investeringen in materiële vaste activa
443.196
1.102.387
629.865
Desinvesteringen in materiële vaste activa Overige inv. in financiële vaste activa (-/-)
-1.306.553
79.975 -9.690
Totaal kasstroom uit investeringensactiviteiten
-10.394
-1.092.697
Investeringssubsidie nieuwbouw
-539.496
3.458.387
Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten
-3.458.387
Mutatie liquide middelen Saldo liquide middelen per primo boekjaar Mutatie liquide middeln Saldo liquide middelen per ultimo boekjaar
-649.501
5.304.436
1.900.649
7.205.085
-649.501
-5.304.436
1.251.148
1.900.649
52
8.5 Toelichting op de onderscheiden posten van de balans. Vaste activa 1.2
Materiële vaste activa Aanschaf prijs 1-1- 2013 EUR
Afschrijving cumulatief 1-1- 2013 EUR
Boekwaarde 1-1- 2013 EUR
Investering
Desinvestering
Afschrijvingen
EUR
EUR
EUR
Aanschaf prijs 31-12- 2013 EUR
Afschrijving cumulatief 31-12- 2013 EUR
Boekwaarde 31-12- 2013 EUR
1.2.1
Gebouwen en terreinen
1.816.981
309.520
1.507.461
765.796
0
87.154
2.582.777
396.674
2.186.103
1.2.2
Inventaris en apparatuur
3.516.580
1.854.908
1.661.672
336.591
0
397.016
3.853.171
2.251.924
1.601.247
Materiele vaste activa
5.333.561
2.164.428
3.169.133
1.102.387
0
484.170
6.435.948
2.648.598
3.787.350
1.3
1.3.5
Financiële vaste activa
Vorderingen op OCW Financiële vaste activa
Boekwaarde 1-1- 2013 EUR 1.074.273 1.074.273
Mutatie 2013
Boekwaarde 31-12- 2013
EUR 9.690
EUR 1.064.583
9.690
1.064.583
Toelichting 1.2 Materiele vaste activa: Gebouwen en terreinen € 139K In september 2012 is de nieuwbouw voor het VMBO /PRO aan de Zandlaan 25 in Ede in gebruik genomen. Per ultimo 2013 is deze bouwkundig en financieel geheel afgerond. Tot en met 31 december 2013 is voor € 20.493K hierin geïnvesteerd. Deze investering is voor een groot deel gefinancierd met subsidies van de gemeente Ede. Tot en met 31 december 2013 zijn voor een bedrag ad € 19.644K aan subsidies ontvangen van de Gemeente en € 100.000 van de Provincie Gelderland. Het resterende deel ad € 653K is een eigen investering in de nieuwbouw van scholengemeenschap Het Streek geweest. Hiervoor is de investeringssubsidie praktijkgerichte leeromgeving ad € 514K aangewend. Deze subsidie is in mindering gebracht op de investeringen in de nieuwbouw in 2012.Per saldo is € 139K geactiveerd. In maart 2014 is van de Gemeente de laatste termijn ad € 96K ontvangen.
53
Verbouwingen € 627K In de verbouwing van de entree van de locatie Bovenbuurtweg, inclusief nieuwe lockers ad € 100K, is € 627K geïnvesteerd. Inventaris en apparatuur € 297K De investeringen inventaris en apparatuur bestaat voor € 297K uit inventaris en apparatuur, daarnaast is voor € 40K aan schoolboeken geactiveerd. Deze schoolboeken worden in drie jaar afgeschreven. De afschrijvingen ad € 45K zijn opgenomen onder de kosten schoolboeken. Toelichting 1.3 Financiële vaste activa: De vordering op OCW is gevormd op grond van RJ 660.204 en artikel 5 van de Regeling ‘Onvoorziene gevallen bij invoering vereenvoudiging bekostiging voortgezet onderwijs’ en is gemaximeerd op de hoogste van 7,5% van de lumpsumvergoeding personeel per 31 december 2013.
54
Voorraden en Vorderingen 1.4
Voorraden
1.4.1
Gebruiksgoederen
1.4.1.1
Uitsplitsing Verkrijgingsprijs gebruiksgoederen
1.5
Vorderingen
31-12- 2013 EUR 52.600
31-12- 2012 EUR 52.600
52.600
52.600
31-12- 2013 EUR
31-12- 2012 EUR
122.236
138.835
81.611
0
1.5.1
Debiteuren
1.5.2
OCW
1.5.7
Overige vorderingen
282.125
259.397
1.5.8
Overlopende activa
242.147
43.787
1.5.9
Af: Voorzieningen wegens oninbaarheid
-/-16.281 711.838
-/-18.786 423.233
259.397 259.397
Vorderingen Uitsplitsing 1.5.7.1 1.5.7.2
Personeel Overige Overige vorderingen
1.000 281.125 282.125
1.5.8.1 1.5.8.3
Vooruitbetaalde kosten Overige overlopende activa (aut.)
242.147 0
43.787
Overlopende activa
242.147
43.787
1.5.9.1
Stand per 1-1
18.786
3.163
1.5.9.2
Onttrekking
18.786
3.163
1.5.9.3
Dotatie
16.281
18.786
Af: Voorzieningen wegens oninbaarheid
16.281
18.786
Voorraden € 52.600 Per ultimo 2013 is er geen voorraad-inventarisatie geweest. Op basis van de uit te voeren inventarisatie ultimo 2014 zal de waarde van de voorraad worden bepaald en bijgesteld. OCW € 81.611 In 2013 hebben we voor het eerst de beschikkingen van OCW apart geboekt en onder EFJ-nummer 1.5.2 verwerkt. Het te vorderen bedrag ad € 81.611 heeft betrekking op de verwerkte LGFbeschikking waarvan de bedragen pas in augustus 2014 worden ontvangen. Het vergelijkende cijfer voor 2012 is achteraf niet meer te bepalen. Overige vorderingen € 281.125 (1.5.7.2) De overige vorderingen ad € 281.125 betreffen vorderingen op de Gemeente (€ 111K voor te restitueren OGB-belasting en uit te keren waterschade locatie Bovenbuurtweg, deze vorderingen lopen deels begin 2014 af), een vordering ad € 58K met betrekking tot het ESF-project dat nog moet worden afgerekend door het Agentschap van het Ministerie van Financiën en een vordering ad € 78K op een leverancier vanwege te ontvangen korting schoolboeken over schooljaar 2013-2014. 55
Liquide middelen 1.7
Liquide middelen 31-12- 2013 EUR
31-12- 2012 EUR
1.7.1
Kasmiddelen
1.487
1.678
1.7.2
Tegoeden op bank- en girorekeningen Overige liquide middelen
1.249.661
1.898.971
Liquide middelen
1.251.148
1.900.649
1.7.4
56
Eigen vermogen 2.1
Eigen vermogen
2.1.1
Algemene reserve
2.1.2
Bestemmingsreserve (publiek) Eigen vermogen
Stand 1-1- 2013
Resultaat
Overige mutaties
Stand 31-12- 2013
EUR
EUR
EUR
EUR
1.637.281
880.291
2.517.572
398.441
-119.123
279.318
2.035.722
761.168
2.796.318
328.519
-119.123
209.396
Uitsplitsing 2.1.2.N
Flex-Bapo T.b.v. praktijkonderwijs Bestemmingsreserve (publiek)
69.922 398.441
69.922 -119.123
279.318
Flex-Bapo De voorziening voor flexibele Bapo is op grond van medio 2010 gepubliceerde, nieuwe richtlijnen door het ministerie van OCW komen te vervallen. De vrijval aan baten ten gevolge van opname van dit verlof mag niet langer als exploitatieopbrengst worden verantwoord, maar dient via het resultaat op de nieuwe bestemmingsreserve te worden verminderd. Deze “technische” omzetting heeft uiteindelijk op de omvang van deze bestemmingsreserve hetzelfde effect: deze is op elk moment gelijk aan die van de “oude”, hiervoor bestemde voorziening. De mutatie in deze bestemmingsreserve voor 2013 is € 119K (2012 was € 104K) , het saldo per ultimo 2013 is € 209K.
57
Voorzieningen 2.2
Voorzieningen Stand per 1-1- 2013
Dotaties
Onttrekkingen
Vrijval
36.298
2.2.1
Personeelsvoorzieningen
399.892
44.000
52.560
2.2.3
Overige voorzieningen
870.831
332.000
137.950
1.270.723
376.000
190.510
Voorzieningen
36.298
Rente mutatie contant
Stand per 31-12- 2013
Kortlopend deel <1 jaar
Langlopend deel >1 jaar
355.034
86.300
268.734
1.064.881
532.200
532.681
1.419.915
618.500
801.415
2.2.1: De personeelsvoorzieningen ad € 355K bestaan per ultimo 2013 uit: een voorziening voor spaarverlof ad € 258K. Deze langlopende voorziening is gebaseerd op het aantal per ultimo 2013 gespaarde uren van medewerkers die actief in dienst zijn; een voorziening voor jubilea en gratificaties ad € 97K. Deze voorziening is opgenomen tegen de contante waarde van de toekomstige uitbetalingen en is afhankelijk van de ingeschatte blijfkans, gemiddelde salarisstijging en disconteringsvoet. De werkelijke jubilea-uitkeringen worden ten laste van deze voorziening gebracht.
2.2.3: De post overige voorzieningen ad € 1.065K bestaat uit: een voorziening voor groot onderhoud ad € 1.065K. Het grootste deel, namelijk € 879K is bestemd voor de locatie Bovenbuurtweg en gebaseerd op een in 2010 bijgesteld meerjarenonderhoudsplan. Het resterende deel, ad € 186K, is voor het VMBO/PPRO-onderwijs op de locatie Zandlaan. Het meerjarenonderhoudsplan voor locatie Zandlaan is gebaseerd op het definitief ontwerp –exploitatiekosten van PRC.
58
Kortlopende schulden 2.4
Kortlopende schulden 31-12- 2013 EUR
31-12- 2012 EUR
2.4.3
Crediteuren
383.924
478.971
2.4.4
OCW
313.820
-
2.4.7
Belastingen en premies sociale verzekeringen
663.784
661.682
2.4.8
Schulden terzake van pensioenen
214.255
204.922
2.4.9
Overige kortlopende schulden
0
100.259
2.4.10
Overlopende passiva
1.074.931
1.867.611
Kortlopende schulden
2.650.714
3.313.443
659.442
655.412
4.264
4.487
78
1.783
663.784
661.682
-
475.190
30.284
44.204
581.075
620.479
8.000
12.129
455.572
715.609
1.074.931
1.867.611
Uitsplitsing 2.4.7.1
Loonheffing
2.4.7.2
Omzetbelasting
2.4.7.3
Premies sociale verzekeringen Belastingen en premies sociale verzekeringen
2.4.10.2
Vooruitontvangen subsidies OCW geoormerkt
2.4.10.3
Vooruitontvangen investeringssubsidies
2.4.10.5
Vakantiegeld en -dagen
2.4.10.6
Accountants- en administratiekosten
2.4.10.8
Overige Overlopende passiva
Het totaal van de loonheffing (2.4.7.1) bestaat voor 2013 uit de loonheffing over december 2013. In de post overige (2.4.10.8) zijn onder andere de volgende grote posten opgenomen:
vooruit ontvangen bedragen
projectkosten Samenwerkingsverband
2013 € 362K -
2012 € 361K € 331K
Het vooruit ontvangen bedrag ad € 362K bestaat voor € 71K uit vooruit ontvangen vrijwillige ouderbijdragen. In 2013 is de kassiersfunctie voor het Samenwerkingsverband 17.1 gestopt en zijn de saldi die in het beheer van Het Streek waren naar het nieuwe Samenwerkingsverband overgemaakt.
59
8.6 Niet uit de balans blijkende verplichtingen A. Langlopende contracten: De stichting Christelijke Scholengemeenschap Het Streek te Ede heeft de volgende langlopende contracten met een substantieel bedrag afgesloten: b. CSU cleaning services:
Voor twee gebouwen zijn per 1 januari 2013 de schoonmaakcontracten herzien. De contracten hebben een looptijd van drie jaar en worden stilzwijgend voor twee maal een één jaar verlengd. Omzet op jaarbasis € 286K. opzegtermijn zes maanden. Het contract is Europees aanbesteed.
c. Veltwerk:
Management en ondersteuning van ICT afdeling. Het contract heeft een looptijd van twee jaar, van 1 augustus 2012 tot 31 juli 2014 met een omzet van gemiddeld € 150.000 per jaar. Er is een optie voor één jaar.
d. DVEP:
De Vrije Energie Producent, voorheen Energie:Direct B.V., Per 1 januari 2013 levert DVEP elektriciteit voor groot- en kleinverbruik op basis van maandelijkse facturering van het werkelijke verbruik. Het verbruik op jaarbasis is ongeveer € 105.000. Het nieuwe contract loopt t/m 31-122014 en is Europees aanbesteed.
f. Ricoh Ned. BV:
Huur kopieermachines en printers inclusief een vast bedrag voor afdrukken ad. € 140.000 per jaar voor de periode 01-04-2011 t/m 01-092016.
g. Dong Energy:
Levering van gas voor groot- en kleinverbruik per jaar. Het contract loopt tot en met 31 december 2014 en is Europees aanbesteed. Het volume bedraagt ca. € 120.000 per jaar. Middels een nieuwe Europese aanbesteding is per 1 januari 2015 Eneco, de nieuwe leverancier. Door overname van Dong Energy door Eneco is Eneco nu al onze gasleverancier maar worden alle afspraken ongwijzigd nagekomen.
h. Uniplan:
Onderhoud schilderwerk locatie BBW tot en met 2016. Volume circa € 35.000 op jaarbasis. Het contract is per april 2013 opgezegd. Er heeft een verrekening plaatsgevonden over 2012.
i. Iddink VO BV:
Levering schoolboeken voor de schooljaren 2011-2012 tot en met 20142015 via Europese aanbesteding. De omzet is afhankelijk van het aantal leerlingen en de samenstelling van het boekenpakket en bedroeg voor 2013 ca. € 638.000. Dit geldt voor nog een jaar. In 2014 vindt er een nieuwe aanbesteding plaats.
j. Diverse kleine contracten Alle kleine contracten met een contractduur langer dan 1 jaar vertegenwoordigen een waarde van ca. € 60.000. k. Pensioenrechten
De pensioenrechten worden jaarlijkse geïndexeeerd, indien en voor zover de dekkingsgraad van het pensioenfonds (het vermogen van het pensioenfonds gedeeld door haar financiële verplichtingen) dit toelaat. Naar de stand van ultimo 2013 is de dekkingsgraad van het pensioenfonds 105,9% (bron: website www.abp.nl). In 2014 dient het pensioenfonds een dekkingsgraad van ten minste 105% te hebben. Het pensioenfonds verwacht hieraan te kunnen voldoen en voorziet geen noodzaak voor de aangesloten onderwijsinstellingen om extra stortingen 60
te verrichten of om bijzondere premie- verhogingen door te voeren (bron: website www.abp.nl). Stichting Het Streek heeft geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen in geval van een tekort bij het pensioenfonds, anders dan het effect van hogere toekomstige premies. Stichting Het Streek heeft daarom alleen de verschuldigde premies tot en met het einde van het boekjaar in de jaarrekening verantwoord.
61
8.7 Overige relevante zaken Er zijn geen overige relevante zaken.
8.8 Overzicht verbonden partijen Er zijn geen verbonden partijen.
62
8.9 G Verantwoording geoormerkte subsidies G1 Subsidies zonder verrekeningsclausule Omschrijving Lerarenbeurs
Ontvangen
Toewijzing
Toewijzing
Bedrag
Kenmerk
datum
toewijzing
550285-1
20-8-2012
EUR
Totaal
t/m verslagjaar EUR
Prestatie afgerond? Ja/Nee
20.243
20.243
20.243
20.243
Ja
G2 Subsidies met verrekeningsclausule Omschrijving
Ontvangen
Toewijzing
Toewijzing
Bedrag
Kenmerk
datum
toewijzing
BEK-09/128738U
31-12-2010
313.820
313.820
0
BVO-06/31707
31-12-2006
597.727
597.727
597.727
0
911.547
911.547
597.727
313.820
EUR Binnenmilieu Praktijkgerichte leeromgeving
t/m verslagjaar EUR
Totale
Te
kosten
verrekenen
EUR
EUR 313.820
G2A Aflopend per ultimo verslagjaar G2B Doorlopend tot in een volgend verslagjaar Omschrijving
Totaal
Toewijzing
Toewijzing
Bedrag
Saldo 1-1-
Kenmerk
datum
toewijzing
2013
EUR
EUR 0
Ontvangen in verslagjaar EUR 0
Lasten in verslagjaar EUR
0
0
Totale
Saldo nog te
kosten 31-
besteden 31-
12-2013
12-2013
EUR
EUR 0
0
De subsidie Praktijkgerichte leeromgeving mag worden aangewend voor vervangende nieuwbouw VMBO. Per ultimo 2013 is deze subsidie ad € 514K, bij de afronding van de nieuwbouw, als investeringsfinanciering verantwoord. De subsidie voor aanpassing binnenmilieu met betrekking tot locatie Amsterdamseweg is door de gemeente aangevraagd maar wordt niet geeffectueerd. 63
8.10 Toelichting op de onderscheiden posten van de Staat van Baten en Lasten Overheidsbijdragen 3.1
Rijksbijdragen 31-12- 2013 EUR
3.1.1
Rijksbijdragen OCW
3.1.2
Overige subsidies OCW Rijksbijdragen
Begroot 2013
31-12- 2012 EUR
16.611.594
16.234.700
16.290.705
2.180.996
2.079.900
2.124.340
18.792.590
18.314.600
18.415.045
16.611.594
14.222.300
16.290.705
-
13.000
154.279
2.167.077
2.053.000
1.949.302
13.919
13.900
20.759
2.180.996
2.079.900
2.124.340
Uitsplitsing 3.1.1.1
OCW OCW
3.1.2.1.1
Geoormerkte subsidies
3.1.2.2.1
Niet-geoormerkte subsidies
3.1.2.3.1
Toerekening investeringssubsidies Overige subsidies OCW
3.2
Overige overheidsbijdragen en subsidies 31-12- 2013
Begroot 2013
EUR
31-12- 2012 EUR
3.2.1
Participatiebudget
112.911
75.000
191.522
3.2.2
Overige overheidsbijdragen en subsidies Overige overheidsbijdragen en subsidies
270.593
192.700
94.385
383.504
267.700
285.907
Bijdrage educatie
112.911
75.000
191.522
Participatiebudget
112.911
75.000
191.522
Uitsplitsing 3.2.1.1
64
Andere baten 3.5
Overige baten 31-12- 2013
Begroot 2013
EUR
31-12- 2012 EUR
3.5.1
Verhuur
15.171
6.000
2.475
3.5.2
Detachering personeel
82.606
58.700
99.921
3.5.5
Ouderbijdragen
387.293
340.600
343.804
3.5.6
Overige
167.774
74.500
87.296
Overige baten
652.844
479.800
533.496
De opbrengsten uit ouderbijdragen (3.5.5) zijn aanzienlijk hoger dan begroot. Deels komt dit doordat in de begroting nog niet de opbrengsten van de profielwerkweken zijn meegerekend omdat de tarieven op dat moment nog niet bekend waren. Tegenover de opbrengsten ad € 387K staan overigens ook hogere kosten ad € 350K (begroot € 340K). Het verschil bestaat hoofdzakelijk uit niet aan de projecten doorbelaste personele kosten.
65
Lasten 4.1
Personeelslasten 31-12- 2013 EUR
Begroot 2013
31-12- 2012 EUR
4.1.1
Lonen en salarissen
14.300.335
14.354.700
14.361.084
4.1.2
Overige personele lasten
836.634
778.200
843.172
4.1.3
Af: uitkeringen
342.615
327.000
328.635
14.794.354
14.805.900
14.875.621
Personeelslasten Uitsplitsing 4.1.1.1
Brutolonen en salarissen
4.1.1.2
Sociale lasten
4.1.1.3
Pensioenpremies Lonen en salarissen
12.018.153
12.189.835
575.318
545.857
1.706.864
1.625.392
14.300.335
Gemiddeld aantal FTE 4.1.2.1
14.354.700
14.361.084
216,8
221,8
44.000
40.000
-44.183
4.1.2.2
Dotaties personele voorzieningen Personeel niet in loondienst
179.914
155.000
270.159
4.1.2.3
Overig
612.720
583.200
617.196
Overige personele lasten
836.634
778.200
843.172
4.2
Afschrijvingen 31-12- 2013
Begroot
EUR 4.2.2
Materiële vaste activa Afschrijvingen14
4.3
2013
EUR
438.955
474.600
432.547
438.955
474.600
432.547
Huisvestingslasten 31-12- 2013
Begroot
EUR 4.3.1
Huur
4.3.2
Verzekeringen
4.3.3
Onderhoud
4.3.4
Energie en water
4.3.5
Schoonmaakkosten
4.3.6
Heffingen
4.3.8
Dotatie overige onderhoudsvoorzieningen Overige
4.3.7
31-12- 2012
Huisvestingslasten
2013
31-12- 2012 EUR
71.897
60.600
245.153
-
-
1.961
112.090
146.000
90.596
296.374
261.400
191.053
359.708
351.900
365.568
33.930
40.000
23.781
332.000
440.200
300.100
19.546
26.000
20.144
1.225.545
1.326.100
1.238.356
14
De post afschrijvingen ad € 438.955 wijkt € 45.214 af van de afschrijvingen in het overzicht vaste activa onder EFJ-nummer 6.5 omdat de afschrijvingen van de schoolboeken in de exploitatie zijn verwerkt onder de kostensoort schoolboeken EFJ-nummer 4.4.2 (volgende pagina). De schoolboeken worden in drie jaar afgeschreven.
66
4.4
Overige lasten 31-12- 2013
Begroot
EUR
2013
31-12- 2012 EUR
4.4.1
Administratie en beheerslasten
612.807
691.200
727.264
4.4.2
913.283
1.054.700
936.193
4.4.3
Inventaris, apparatuur en leermiddelen Dotatie overige voorzieningen
0
0
15.622
4.4.4
Overige
1.080.663
789.900
1.037.995
Overige lasten
2.606.753
2.535.800
2.717.074
Onderzoek jaarrekening
16.900
22.000
20.499
Accountantslasten
16.900
22.000
20.499
Specificatie honorarium 4.4.1.1
67
Financieel en buitengewoon 5
Financiële baten en lasten 31-12-2013 EUR
5.1
Rentebaten
5.5
Rentelasten (-/-) Financiële baten en lasten
Begroot 2013
31-12-2012 EUR
515
19.100
14.834
2.678
10.000
7.981
-2.163
9.100
6.853
68
8.11
Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector
Vermelding van alle bestuurders met dienstbetrekking Functie Voorzitters-clausule Naam Ingangsdatum dienstverband van toepassing
Voorzitter C ollege Ja van Bestuur
Mevr. I. Sterenborg - van der Schaaf
Einddatum dienstverand
1-9-2007
Ingangsdatum dienstverband
Einddatum dienstverand
Vermelding alle toezichthouders Functie Voorzitters-clausule van toepassing
Ingangsdatum dienstverband
Einddatum dienstverand
Voorzitter
Ja
Vicevoorzitter
Nee
Vz commissie benoeming en bezoldiging Vz. auditcommissie Lid
Nee
Nee Nee
Beloning
Belastbare vaste en variabele onkostenvergoeding
Voorzieningen beloning betaalbaar op termijn 17.474
Uitkeringen wegens beëindiging dienstverband
Beloning
Belastbare vaste en variabele onkostenvergoeding
Voorzieningen beloning betaalbaar op termijn
Uitkeringen wegens beëindiging dienstverband
Beloning
Belastbare vaste en variabele onkostenvergoeding
Voorzieningen beloning betaalbaar op termijn
Uitkeringen wegens beëindiging dienstverband
Belastbare vaste en variabele onkostenvergoeding
Voorzieningen beloning betaalbaar op termijn
Uitkeringen wegens beëindiging dienstverband
1
Vermelding van alle interimbestuurders Functie Voorzitters-clausule Naam van toepassing
Naam
Omvang dienstbetrekking FTE
Omvang dienstbetrekking
98.833
Mevr. I.E.E. van der Dussen Dhr. drs. Th.A.M. van der Meer Mevr. mr. M.J. van Dasselaar
1-5-2008
1
1.500
1-5-2008
1
0
1-5-2008
1
1.000
Dhr. prof. drs. J.A. Oosterhaven Dhr. drs. E. Riemersma
1-5-2008
1
1.000
1-6-2011
1
1.000
Vermelding gegevens van eenieder van wie de bezoldiging de WNT - norm te boven gaat Functie Naam Ingangsdatum Einddatum Omvang dienstdienstverband dienstverand betrekking
Beloning
Er zijn geen bezoldigingen die de WNT - norm te boven gaan.
69
DEEL IV – Overige gegevens Hoofdstuk 9 Overige gegevens 9.1 Controleverklaring
Meander 261 Postbus 9221 6800 KB ARNHEM telefoon (026) 354 28 00 e-mail
[email protected]
Aan Stichting Christelijke Scholengemeenschap Het Streek te Ede
CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit verslag onder het hoofdstuk “jaarrekening” opgenomen jaarrekening 2013 van Stichting Christelijke Scholengemeenschap Het Streek te Ede gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2013 en de staat van baten en lasten over 2013 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de Stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en resultaat getrouw dient weer te geven, in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs en de Beleidsregels toepassing Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT), alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor de financiële rechtmatigheid van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming dienen te zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen. Het bestuur is voorts verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de naleving van die relevante wet- en regelgeving mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle, als bedoeld in artikel 18, lid 3 van het Bekostigingsbesluit W.V.O. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden, het onderwijscontroleprotocol OCW/EZ 2013 en de Beleidsregels toepassing WNT, exclusief het Controleprotocol WNT. Dit vereist dat wij voldoen aan voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan alsmede in het kader van de financiële rechtmatigheid voor de naleving van die relevante wet- en regelgeving, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risicoinschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de Stichting. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële rechtmatigheidscriteria en van de redelijkheid van de door het bestuur van de Stichting gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening.
71
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel betreffende de jaarrekening Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Christelijke Scholengemeenschap Het Streek per 31 december 2013 en van het resultaat over 2013 in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs en de Beleidsregels toepassing WNT. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties over 2013 in alle van materieel belang zijnde aspecten voldoen aan de eisen van financiële rechtmatigheid. Dit houdt in dat de bedragen in overeenstemming zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals vermeld in paragraaf 2.3.1. Referentiekader van het onderwijscontroleprotocol OCW/EZ 2013. Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393, lid 5 onder e en f van het BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 van het BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392, lid 1 onder b tot en met h van het BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391, lid 4 van het BW. Tenslotte vermelden wij dat het jaarverslag voldoet aan de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals vermeld in paragraaf 2.2.5 Jaarverslag van het onderwijscontroleprotocol OCW/EZ 2013.
Arnhem, 4 juni 2014 Flynth Audit B.V.
Was getekend
drs. A.F.J. van der Velden RA
72
9.2 Voorstel bestemming van het resultaat Voorgesteld wordt het resultaat als volgt te bestemmen: Een deel van het resultaat ad € 880.291 wordt toegevoegd aan de algemene reserve en een deel ad € 119.123 wordt ten laste gebracht van de bestemmingsreserve flexibele bapo.
9.3 Gebeurtenissen na balansdatum Er zijn geen bijzondere gebeurtenissen na balansdatum.
73
9.4 Ondertekening van de jaarrekening Ondertekening van de jaarrekening Ede, .. juni 2014 Bestuurder Mevr. I. Sterenborg- van der Schaaf
…………………………….
Raad van Toezicht Mevr. I.E.E. van der Dussen (Voorzitter)
…………………………….
Dhr. drs. Th.A.M. van der Meer (Vice-Voorzitter)
…………………………….
Mevr. mr. M.J. van Dasselaar (Voorzitter commissie benoeming en bezoldiging)
…………………………….
Dhr. prof. drs. J.A. Oosterhaven (voorzitter auditcommissie)
…………………………….
Dhr. drs. E.S. Riemersma (lid)
…………………………….
74