JAARPLAN STIGAS Voor 2014 Stigas: de weg naar duurzame inzetbaarheid!
Stigas MC/september 2013
INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 2. Ontwikkelingen 2.1. Maatschappelijke ontwikkelingen 2.2. Ontwikkelingen sector 2.3. Veiligheid, gezondheid en verzuim 2.4. Nieuwe gezondheidsrisico’s 2.5. Arbomarkt onder druk 3. Speerpunten voor 2013 4. Vertaling naar dienstverlening 4.1. Kennis- en regiefunctie 4.2. Communicatie en PR 4.3. Brancheprojecten 4.3.1. Interne Stigas projecten 4.3.2. Projecten externe opdrachtgevers 4.3.3. Verzuimpreventie 4.4. Advisering ondernemers en werknemers 4.4.1. Bedrijfsadvies 4.4.2. Individueel gezondheidsadvies 4.4.3. Cursussen en trainingen 5. Samenwerking met verzekeraars 6. Versterking draagvlak 7. Continue verbeteren
1 1. INLEIDING Stigas: sectorinstituut voor duurzame inzetbaarheid Hieronder treft u aan het Werkplan Stigas voor 2014. Stigas heeft de ambitie hèt sectorinstituut te zijn als het gaat om de zorg voor gezond en veilig werk en verzuimpreventie. In de titel van dit jaarplan kortweg ‘duurzame inzetbaarheid’ genoemd. De komende jaren zal daarbij een belangrijk accent komen te liggen op het zoeken van oplossingen om langer gezond te kunnen doorwerken. Deze ambitie is de rode draad in dit jaarplan. Daarnaast is rekening gehouden met actuele ontwikkelingen. Het werkveld van Stigas bestaat uit drie aandachtsgebieden die elkaar ondersteunen, te weten: a. Kenniscentrum op het gebied van duurzame arbeid; b. Uitvoerder van preventiediensten aan bedrijven, hun medewerkers en aan sectoren; c. Regisseur op verzuimmanagement. Dit jaarplan is als volgt opgebouwd. Allereerst wordt een aantal actuele ontwikkelingen geschetst, die van invloed zijn op de dienstverlening van Stigas en de speerpunten die hieruit voor Stigas voortvloeien. Vervolgens wordt een vertaling gemaakt naar de reguliere dienstverlening. Het accent ligt daarbij op de functies van kenniscentrum en preventiezorg (a en b), die mede op grond van de doelstellingen van Colland Arbeidsmarkt worden uitgevoerd. Specifieke diensten voor SAZAS op het gebied van verzuimpreventie worden in een apart plan uitgewerkt. 2. ONTWIKKELINGEN 2.1. Maatschappelijke ontwikkelingen Werkgevers en werknemers zelf verantwoordelijk claims en compensaties - langer doorwerken De verantwoordelijkheid voor arbo- en verzuimbeleid is grotendeels op het bord van werkgevers, werknemers en hun organisaties komen te liggen. De overheid heeft zich hierbij steeds meer teruggetrokken. Een voorbeeld van dit laatste is de arbocatalogus, waarin werkgevers en werknemers zelf afspraken hebben gemaakt over veilig en gezond werken. Deze ontwikkeling zal zich de komende jaren naar het zich laat aanzien voortzetten. Ondermeer uit zich dit in het aankondigen van een stimuleringsprogramma voor bedrijven en sectoren om mogelijkheden van zelfregulering te onderzoeken. Ook leggen de toenemende claimcultuur bij schade en ongevallen, de discussie over compensatie van beroepsziekten (risk professional) en de recente Modernisering van de Ziektewet, waarbij werkgevers ook verantwoordelijk worden voor de kosten van verzuim en arbeidsongeschiktheid van tijdelijke werknemers die ziek uit dienst gaan, een grotere druk bij bedrijven om de arbeidsomstandigheden en verzuimpreventie op het bedrijf goed te regelen. Daarnaast zal de komende vergrijzing in toenemende mate aandacht vragen. Duurzame inzet van arbeid zal daarmee voor de komende jaren maatschappelijk een toenemend punt van aandacht worden. Zowel uit sociaal als uit economisch oogpunt zullen we op de vergrijzing moeten inspelen. Naast aandacht voor arbeidsomstandigheden vraagt dit ook in toenemende mate aandacht voor vitaliteit. Tot slot is ook de economische recessie een factor om rekening mee te houden. Daar waar de verantwoordelijkheden voor bedrijven toenemen, is door de recessie preventiezorg vooral bij kleinere bedrijven meer en meer onder druk komen te staan.
2
2.2. Ontwikkelingen in de sector Innovatie - specialisatie - schaalvergroting nevenactiviteiten De agrarische en groene sector verandert snel. In veel sectoren wordt geïnnoveerd en gespecialiseerd en worden bedrijven verplaatst. Dit laatste leidt in verschillende sectoren tot bedrijven met meer personeel en verdergaande professionalisering van werkgeverschap. Daarnaast zien we een tendens naar toenemende mechanisatie en efficiency om bedrijven voldoende rendabel te houden met weinig of geen personeel. Deze schaalvergroting stelt nieuwe eisen aan werkgeverschap en de wijze waarop arbobeleid wordt vormgegeven. Vooral bij grotere bedrijven zien we meer behoefte aan een adviseur die meedenkt en de ondernemer helpt in het zelf vinden van oplossingen, terwijl kleinere bedrijven vaak behoefte hebben aan concrete en praktische adviezen. Naast schaalvergroting en mechanisatie zien we ook in veel sectoren de uitbesteding en flexibilisering van arbeid toenemen. Het goede nieuws is dat veel traditioneel zwaar werk ‘weg-gemechaniseerd’ wordt, het minder goede nieuws is dat eenvoudige, niet of moeilijk te mechaniseren arbeid overblijft en steeds meer wordt uitbesteed aan uitzendkrachten, vaak van buitenlandse afkomst. Gevolg is dat deze medewerkers meer met eenzijdig belastende arbeid geconfronteerd worden en tegelijkertijd moeilijker te bereiken zijn met preventieadvies. Meer bedrijven nemen ook hun toevlucht tot nevenactiviteiten, zoals het beheer van natuur en landschap, zorg- en kampeerboerderijen en ‘winkel aan huis’. Daarnaast zien we ook dat bedrijven in de hoveniers- en bos- en natuursector traditioneel rustigere perioden gebruiken om extra inkomsten uit aanpalende sectoren te halen. Deze nieuwe activiteiten brengen ook nieuwe arbovraagstukken met zich mee. Tot slot de vergrijzing, waardoor we langer gaan doorwerken. Deze zal ook niet aan de agrarische en groene sector voorbij gaan. Statistieken tonen dit al aan. Er zijn meerdere redenen om als sector hierop in te spelen. De uitdaging is hoe ondernemers en werknemers op een gezonde en productieve manier aan het werk kunnen blijven tot hun pensioen en/of AOW-leeftijd. Hierbij is niet alleen preventie van belang, maar ook het vinden van nieuwe oplossingen waarmee oudere ondernemers en werknemers aan het werk kunnen blijven. Kortom het creëren van duurzame arbeid. Door Stigas is als antwoord hierop in 2012 ondersteund vanuit ESF-middelen het project ‘Werken aan morgen’ gestart. Bezien moet worden op welke wijze hieraan een vervolg gegeven kan worden. 2.3. Veiligheid, gezondheid en verzuim Stabilisatie dodelijke ongevallen en verzuim In 2012 heeft voor het eerst in jaren een daling van het aantal dodelijke ongevallen plaatsgevonden. Het is echter te vroeg om van een trendbreuk te kunnen spreken. Dit tonen de cijfers over het eerste half jaar 2013 helaas aan. Vooral de ongevallen met kinderen en ouderen blijven zorgwekkend. Belangrijke knelpunten zijn verstikking door mestgassen, het werken met machines, het vallen van hoogten, vallende voorwerpen, het omgaan met dieren en ongevallen met kinderen. Ook is het aantal en de ernst van ongevallen met ouderen toegenomen. Dezelfde tendens zien we bij de ontwikkeling van het verzuim. Na een stijging van het verzuim de laatste jaren laat 2012 een kleine daling zien. Desondanks vragen de stijging van de verzuimduur en het hogere verzuim boven pak weg 55 jaar extra aandacht. In enkele sectoren ligt de oorzaak vooral in een stijging van klachten van het bewegingsapparaat. Alleen al de vergrijzing betekent dat als we geen maatregelen nemen, we de komende jaren moeten rekenen op een substantiële stijging van het verzuim.
3
2.4. Nieuwe gezondheidsrisico’s Trend: relatie arbeidsrisico’s volksgezondheidsrisico’s. De afgelopen jaren doen zich nieuwe gezondheidsrisico’s voor. Genoemd worden infectieziekten bij dieren die (mogelijk) op de mens overdraagbaar zijn, de zogenaamde zoönosen. Voorbeelden zijn VMRSA, Q-koorts, ziekte van Lyme, Vogelgriep, de EHEC-bacterie en chlamydia-abortus bij schapen en geiten. Vaak is hier niet alleen sprake van een arbeidsrisico maar ook van een volksgezondheidsrisico. Het beheersen van deze ziekten raakt niet alleen het belang van de gezondheid van de agrarische beroepsbevolking, maar soms ook dat van de volksgezondheid. Daarmee is ook de publieke opinie en de maatschappelijke positie als agrarische en groene sector in het geding. Ook blijkt het werken met planten soms tot gezondheidsproblemen te kunnen leiden, zoals allergieën als gevolg van blootstelling aan pollen in de paprika- of aardbeienteelt onder glas of aandoeningen als gevolg van biologische agentia. De rol van Stigas is om risico’s voor de agrarische ondernemers en werknemers tijdig te signaleren en zo nodig preventiemaatregelen te initiëren. 2.5. Arbomarkt onder druk Vereenvoudiging samenwerkingsmodel De afgelopen jaren zien we dat mede onder invloed van de economische recessie de arbomarkt steeds meer onder druk staat. Ondermeer heeft dit geleid tot de verkoop van Achmea Vitale aan het Zorg van de Zaak Netwerk (ZvdZ). Naar aanleiding hiervan hebben de besturen van Stigas en SAZAS met de nieuwe eigenaar afspraken gemaakt om ons ‘sectormodel’ in stand te houden. Onderdeel hiervan zijn de oprichting van AGAP door Stigas en ZvdZ, waarin de preventieadviseurs zijn gepositioneerd en afspraken met betrekking tot de regiefunctie van Stigas op verzuimmanagement voor SAZAS. Gesteld kan worden dat het sturingsmodel werkt, maar wel complex is. Het komende de jaar zullen we moeten zoeken naar mogelijkheden om de Stigas dienstverlening helderder te positioneren. 3. SPEERPUNTEN STIGAS VOOR 2014 Het voorgaande is richtinggevend voor onze dienstverlening in 2014 (en volgende jaren). Hieronder wordt deze samengevat in een aantal speerpunten. Uitwerking van deze speerpunten zal deels via de reguliere dienstverlening en deels in de vorm van projecten plaatsvinden. a. Langer doorwerken Inspelen op vergrijzing: Werken aan Morgen Zoals gezegd is het van belang dat de sector inspeelt op de komende vergrijzing. Er zullen voorwaarden gecreëerd moeten worden om het voor ouderen mogelijk te maken langer gezond en productief door te werken. Hierbij is preventie (voorkomen) niet alleen van belang, maar ook het vinden van nieuwe oplossingen voor werkenden, die vanwege hun leeftijd of gezondheid bepaalde werkzaamheden niet meer kunnen uitvoeren. In 2012 is daartoe het project ‘Werken aan morgen’ gestart, ondersteund vanuit ESF subsidies. In het kader van dit project worden ondermeer voor de verschillende sectoren de werkzaamheden en omstandigheden in kaart gebracht, die op langere termijn tot gezondheidsklachten kunnen leiden dan wel voor ouderen (te) belastend zijn. Verder worden nieuwe oplossingen (good practices) gezocht en worden instrumenten ontwikkeld om vitaliteit te stimuleren. Ook maakt de aanpak WerkenInBalans, waarin met de WerkVermogensMonitor is gewerkt, onderdeel uit van de aanpak. Dit project loopt vanwege subsidievoorwaarden medio 2013 af. Voor 2014 zal een vervolg aan dit project gegeven worden. Inmiddels lijkt duidelijk te worden dat er niet één enkele oplossing bestaat om ‘langer doorwerken’ mogelijk te maken, maar dat dit vraagt om maatregelen op meerdere gebieden. Deze zijn in een vijftal pijlers samen te vatten:
4 -
goede arbeidsomstandigheden; bevordering van vitaliteit; faciliteiten op het gebied van personeelsbeleid; organisatorische oplossingen; periodieke evaluatie om na te gaan of genomen maatregelen afdoende zijn.
b. Kennis en vernieuwing dienstverlening Integrale dienstverlening Stigas moet direct kunnen inspelen op voorziene en onvoorziene ontwikkelingen. Daartoe is het noodzakelijk de kennis van (innovatieve) ontwikkelingen en de arbo-consequenties in de verschillende sectoren te versterken en up-to-date te houden. Hiertoe zijn het afgelopen jaar stappen gezet om gegevens uit onze primaire processen, zoals Preventief Medisch Onderzoek (PMO) en Werken in Balans te aggregeren op sectorniveau. Wat betreft PMO zullen komend jaar aan de gegevens uit het belevingsonderzoek ‘Gezondheid en werkbeleving’ ook de meetresultaten uit biometrie worden toegevoegd. Wat betreft risico-inventarisatie (RIE) is dit minder gemakkelijk voor elkaar te krijgen en vraagt dit om een vernieuwing van het huidige instrumentarium. Nagegaan zal worden of dit gecombineerd kan worden met een modernisering van de RIE en of hierbij kan worden ingespeeld op het stimuleringsprogramma ‘Zelfregulering’ dat de overheid medio 2013 heeft aangekondigd. Tot slot zal vergroting van sectorspecialisatie bij de uitvoerende professionals worden nagestreefd, enerzijds door naast de preventieadviseurs ook bij de dedicated bedrijfsartsen en reintegratieadviseurs sectorspecialisten te benoemen en anderzijds door de integrale samenwerking tussen preventie- en re-integratieadviseurs en bedrijfsartsen te bevorderen. c. Stigas dicht bij de sectoren Samen met de sectoren Het afgelopen jaar is een start gemaakt om Stigas dichter bij de sectoren te plaatsen. Doel is om meer wisselwerking tussen sectorbeleid en de uitvoering van arbozorg tot stand te brengen en daarmee het draagvlak van Stigas in de sectoren te versterken. Kernpunten hierbij zijn: - het benoemen van adviseurs in de rol van sectorspecialist voor een aantal grotere sectoren als vast aanspreekpunt voor de sector en inhoudsverantwoordelijk voor de branche-RIE, de arbocatalogus, het arbo-brancheprofiel en het anticiperen op ontwikkelingen in de sector daar waar deze gevolgen hebben voor de arbeidsomstandigheden; - het opstellen van jaarlijkse sector-activiteitenplannen in afstemming met de sector klankbordgroepen; - de communicatie waar mogelijk en zinvol meer sectoraal inrichten. Uitgangspunten hierbij zijn dat de paritaire sturing en de synergievoordelen van een landelijk werkzame adviesdienst behouden blijven en dat de binding met de bedrijven gewaarborgd blijft. d. Gezondheidsbewaking Aandacht voor specifieke risicogroepen Nieuwe gezondheidsrisico’s en de vergrijzing vragen om meer aandacht voor gezondheidsbewaking. Om deze reden is het PMO het afgelopen jaar vernieuwd. Onder andere is de aan het PMO gekoppelde vragenlijst gedigitaliseerd en is de Stigas Gezondheidsbus geïntroduceerd voor grotere bedrijven. Hiermee kan het PMO op locatie worden uitgevoerd. Het vernieuwde PMO zal het komende jaar een extra impuls worden gegeven. Dat zal ook het geval zijn voor het preventiespreekuur, dat een belangrijk middel is om vroegtijdig langdurig verzuim te onderkennen. Daarnaast is het mogelijk gemaakt om het PMO te koppelen aan de WerkVermogensMonitor, waarmee de inzetbaarheid van medewerkers nu en op langere termijn beter in te schatten is.
5
Tot slot blijft de afstemming tussen de preventieve en de curatieve zorg een belangrijk aandachtspunt. Het afgelopen jaar is deze zogenaamde arbocuratieve samenwerking praktisch vormgegeven door het instellen van een zogenaamd tekenspreekuur voor werkenden, die een tekenbeet oplopen en het risico lopen op de ziekte van Lyme. Hiermee zijn onze bedrijfsartsen zelf in staat om de juiste diagnose te stellen en zonodig direct naar de juiste behandeling (in dit geval het Radboud of Gelre ziekenhuis) door te verwijzen. Zowel het stimuleren van PMO, het preventiespreekuur als de beoogde arbocuratieve samenwerking zijn ook onderwerpen van overleg bij de uitwerking van het zorgarrangement Colland Zorg voor 2014. e. Veiligheid Blijvende aandacht voor veiligheid noodzakelijk Het afgelopen jaar is de veiligheidscampagne ‘Altijd alert – straks ook weer veilig thuis’ afgerond. In hoofdzaak bestond deze campagne uit communicatie, bedrijfsadvies, voorlichtingen en het onderzoeken van ongevallen. Er zijn veel kennis en instrumenten ontwikkeld, die hun weg in onze reguliere dienstverlening hebben gevonden, zoals ondermeer de arbocatalogus. Vooral ongevallen met kinderen en ouderen, verstikking door mestgassen en ongevallen met landbouwvoertuigen zullen het komende jaar extra aandacht krijgen in onze communicatie. f.
Zorgverzekeraars Preventieve gezondheidszorg via ‘zorgarrangement’
Zorgverzekeraars kunnen een belangrijke rol spelen bij het tot stand brengen en stimuleren van preventieve (bedrijfs)gezondheidszorg en de samenwerking met de curatieve zorg. Hier biedt het nieuwe zorgarrangement van Colland Zorg, in samenwerking met Zilveren Kruis Achmea en VGZ, kansen. Het afgelopen jaar is besloten de samenwerking met beide genoemde verzekeraars zonder tussenpersoon voort te zetten en een nieuwe impuls te geven. De rol van Stigas is hierbij: - het leveren van een bijdrage aan het formuleren en regisseren van het zorgarrangement; - het (mede) uitvoeren van (bedrijfs)gezondheidsdiensten die vanuit het zorgarrangement worden aangeboden (in de rol van provider); - het bieden van dé centrale loketfunctie voor de sector voor arbeidsgerelateerde diensten, die vanuit het zorgarrangement worden aangeboden dan wel financieel ondersteund. g. Specifieke gezondheidsrisico’s Stigas: brugfunctie tussen instituten De afgelopen jaren is in onze sector meer aandacht gekomen voor specifieke gezondheidsrisico’s, zoals stof (en endotoxinen), asbest, zoönosen en allergieën. Al geruime tijd is de toelaatbare hoeveelheid agrarisch stof een politiek discussiepunt. De sectoren spannen zich in om de blootstelling aan agrarisch stof te verminderen. Dit vraagt om intensivering van de voorlichting en het formuleren en invoeren van beheersmaatregelen. Ook een vorm van gezondheidsbewaking kan hier deel van uitmaken. Vanuit de Productschappen is hiertoe in het verleden de aanpak ‘Stof, pak het aan’ ontwikkeld. Als gevolg van de opheffing van de Productschappen zal deze aanpak door Stigas worden voortgezet. In het verlengde zullen ook de risico’s van asbest en de voornemens het aanwezige asbest de komende 10 jaar op te ruimen onze expertise vragen. Daarnaast blijven ook de zoönosen onze aandacht vragen. Van belang is dat Stigas tijdig op calamiteiten kan inspelen met preventiemaatregelen voor ondernemers, werknemers en de sector. Hiertoe zullen de contacten met instituten als RIVM, GGD-en, veeartsen, Erasmus MC, WUR, landelijke en provinciale overheden en de reguliere gezondheidszorg worden voortgezet.
6 Tot slot is ook in de tweede nota duurzame gewasbescherming 2013-2023 van de overheid een rol voor Stigas weggelegd als het gaat om voorlichting over veilig omgaan met gewasbeschermingsmiddelen. Nagegaan wordt hoe hierop ingespeeld kan worden. h. Positionering en profilering Stigas Stigas: sectormodel voor duurzame inzetbaarheid Stigas heeft te maken met ontwikkelingen om zich heen, die het noodzakelijk maken om opnieuw koers te bepalen. Daarbij is het van belang de specifieke èn onderscheidende kenmerken van ons ‘sectormodel’ goed voor ogen te houden, namelijk: - De sectorspecialisatie van onze professionals; - De integrale dienstverlening als het gaat om preventie en verzuimaanpak. Het voorgaande wordt gewaarborgd door de integrale sturing vanuit Stigas op zowel de preventieadviseurs als de vanuit ArboVitale gedetacheerde bedrijfsartsen en re-integratieadviseurs. In de bijlage is de werking hiervan schematisch weergegeven. Voor de continuïteit is het van belang de positie van Stigas als sectorinstituut voor duurzame inzetbaarheid te versterken binnen de sector. Nog te vaak blijken ondernemers niet direct aan Stigas te denken bij plannen om bijvoorbeeld een RIE te doen. Speerpunten zijn daarom: - Vergroten van de naamsbekendheid; - Opeisen van de rol van opinieleider voor de sector; - Vooruitlopen in innovatie van diensten en producten; - Een sterker draagvlak creëren bij de (deel)sectoren; - Een sterker financieel draagvlak door verbreding van markt en/of dienstverlening; - Een helderder positie als sectorinstituut creëren. Het voorgaande vraagt om een nieuwe strategiebepaling van de gewenste toekomstige positie van Stigas. Overigens wordt buiten de agrarische en groene sector de Stigas aanpak breed gewaardeerd als sectormodel. 4. VERTALING NAAR DIENSTVERLENING Hieronder wordt een vertaling gemaakt van de hiervoor genoemde speerpunten naar de dienstverlening. Onderscheid wordt hierbij gemaakt naar de volgende activiteiten: - Kennis- en regiefunctie; - Communicatie en PR; - Brancheprojecten; - Advisering ondernemers en werknemers. 4.1. Kennis- en regiefunctie Centrale staf – adviseurs in de regio Stigas vervult namens sociale partners de functie van kenniscentrum van en voor de agrarische en groene sector. De kennisfunctie wordt vervuld door de landelijke staf, waarin alle kerndeskundigen verenigd zijn. De adviseurs in de regio, gespecialiseerd in een bepaalde deelsector of onderwerp, fungeren als ‘wortels’ van de kennisfunctie. Instrumenten als branche-RIE, arbocatalogus en arbobrancheprofiel spelen een belangrijke rol als het gaat om de verankering van specifieke branchekennis op arbogebied. Tot slot wordt een netwerk van contacten met kennisinstituten onderhouden (rol als kennismakelaar). Vanuit het kenniscentrum worden de volgende taken verricht: - Het bieden van één landelijke loketfunctie voor alle vragen en diensten op het gebied van preventie, verzuim- en gezondheidsmanagement. - Het opbouwen en onderhouden van kennis, deels vanuit de rol van kennismakelaar;
7 -
Infodesk-functie voor werkgevers- en werknemersorganisaties en hun aangesloten leden; Regisseur van diensten op het gebied van gezondheidsmanagement vanuit de samenwerking met arbodiensten, gezondheidsinstellingen en verzekeraars (o.a. SAZAS, Colland Zorg, Erasmus MC, Blik op Werk). Het organiseren van voorlichting en onderhoud van de website www.stigas.nl. Het ontwikkelen en onderhouden van sectorspecifieke diensten en instrumenten, zoals het PMO, de branche-RIE’s en de arbocatalogi (www.agroarbo.nl). Het initiëren, coördineren en mede-uitvoeren van onderzoeken en projecten in de sectoren gericht op gezond en veilig werken en verzuimpreventie. Opstellen van (sector)analyses over verzuim, arbeidsongeschiktheid en gezondheid en mogelijke vervolgacties. Ondersteunen van de organisaties van werkgevers en werknemers in hun taken als belangenbehartiger bij specifieke gezondheidsthema’s, zoals de ziekte van Lyme en Q-koorts.
Voor 2014 zullen sectoranalyses en arbo-brancheprofielen worden doorontwikkeld, ondermeer door meer gegevens uit onze dienstverlening te gebruiken, zoals PMO, de werkvermogensmonitor en daarnaast te streven naar gegevens uit de RIE. Zoals eerder aangegeven zal voor dit laatste een heroriëntatie op het huidige RIE-proces en –instrument plaats moeten vinden. 4.2. Communicatie en PR Aandacht voor vermarkten diensten Zoals gezegd is meer aandacht gewenst voor het vermarkten van onze diensten en producten. Daartoe zal de communicatie meer gericht worden op promotie van Stigas en het dienstenaanbod en het komen tot interactie met de klant. Daarnaast zijn te noemen: - Het bewustmaken van ondernemers en werknemers van het belang van goed arbobeleid; - Informeren over de wijze waarop veilig en gezond kan worden gewerkt; - Onder de aandacht brengen van de arbocatalogi en stimuleren van het gebruik hiervan; - Informeren van derden, die als intermediair optreden richting ondernemers en werknemers, zoals werkgevers- en werknemersorganisaties, scholen en huisartsen. Communicatie vindt langs verschillende wegen plaats. Hierbij wordt zoveel mogelijk aangehaakt bij bestaande voorlichtingskanalen of activiteiten. Enkele belangrijke zijn: - De vakbladen, via het genereren van ‘free publicity’ en aanleveren van artikelen; - Voorlichting via het magazine VanColland; - Deelname, samen met andere Colland-onderdelen, aan beurzen; - Verbreding bereik websites en digitale nieuwsbrief; - Samenwerking met voorlichters en consulenten van de ‘dragende’ organisaties; - Voorlichtingsbijeenkomsten, meestal op verzoek van of in samenwerking met de ‘dragende’ organisaties. . Het afgelopen jaar is de Stigas website vernieuwd. De inzet van moderne communicatiemiddelen, zoals websites, social media en dergelijke zal worden doorontwikkeld. Een concreter communicatieplan voor 2014 zal apart aan het bestuur worden voorgelegd. In ieder geval zal hierin aandacht zijn voor: - Promotie van Stigas naar de sector (beleid Stigas dichterbij sectoren); - Promotie van Stigas naar de bedrijven (verhoging naamsbekendheid); - De verkoop van diensten; - Duurzame inzetbaarheid/langer doorwerken; - Nagaan of het zinvol/wenselijk is de website agroarbo.nl (arbocatalogus) te vernieuwen.
8
Casus: workshop over laaggeletterden in de agrarische en groene sector Binnen de Nederlandse beroepsbevolking is 1,1 miljoen mensen laaggeletterd. Precieze cijfers zijn niet bekend, maar het spreekt voor zich dat deze problematiek ook in de agrarische en groene sectoren speelt. Voor Stigas is dit een beleidspunt, niet alleen omwille van het werkplezier, de productiviteit maar ook de veiligheid. Tijdens een workshop op 27 juni 2013 op een gepaste agrarische locatie kwamen staf, preventieadviseurs, reintegratieadviseurs en bedrijfsartsen bij elkaar rond vragen als wat doe je als je merkt dat iemand moeite heeft met lezen en schrijven en hoe kan Stigas in haar dienstverlening rekening houden met laaggeletterdheid. De bijeenkomst werd gefaciliteerd door de Stichting Lezen en Schrijven.
4.3. Brancheprojecten Om kleinschalige bedrijven te kunnen bedienen Eén van de uitdagingen voor Stigas is om preventie inhoud te geven in een sector met relatief veel kleinschalige bedrijven. Kenmerkend daarvoor is de projectmatige aanpak van diverse thema’s. Deze zogenaamde brancheprojecten zijn veelal gericht op het ontwikkelen en implementeren van preventiezorg. Uitgewerkte projectvoorstellen worden ter goedkeuring aan het Stigasbestuur voorgelegd. Onderscheid wordt gemaakt naar een 3-tal soorten projecten. 4.3.1. Sector activiteitenplan Stigas heeft het afgelopen jaar de eerste stappen gezet om zich dichter bij de sectoren te positioneren. Voor een aantal grote sectoren zijn sectorspecialisten benoemd, die ondermeer verantwoordelijk zijn voor het aanhalen van de relatie met de betreffende sector en het ondersteunen van de sectorklankbordgroep bij het opstellen van een jaarlijkse sector-activiteitenplan. De omvang van het sector activiteitenplan staat in verhouding tot de grootte van een bepaalde sector. Financiering vindt in principe vanuit de bijdrage van Colland Arbeidsmarkt plaats. De sectorplannen voor 2014 worden in het najaar 2013 voorbereid en in december ter kennisgeving aan het bestuur Stigas voorgelegd. Uitdaging voor 2014 zal zijn om meer synergie tussen de afzonderlijke plannen tot stand te brengen. 4.3.2. Projecten voor externe opdrachtgevers Stigas voert ook projecten uit voor externe opdrachtgevers en/of gefinancierd door externe partijen. Deze projecten hebben als kenmerk dat ze: - een éénmalig karakter hebben; - een externe financier kennen; - de dienstverlening versterken of het mogelijk maken nieuwe diensten te ontwikkelen.
9
Het afgelopen jaar zijn de Veiligheidscampagne ‘Altijd alert – straks weer veilig thuis’ en het project ‘Werken aan morgen’ afgerond. Voor 2014 staan in ieder geval de volgende projecten op het programma: - uitvoering van de pilot ‘Modernisering van de Ziektewet’ conform de besluiten die in juni 2013 genomen zijn; - een vervolg geven aan het project ‘Werken aan morgen’, dat formeel 1 augustus 2013 afliep; - voortzetten van de aanpak ‘Stof, pak het aan’ van de Productschappen; - inspelen op het stimuleringsprogramma ‘Zelfregulering’ van de overheid/modernisering RIE. Onderwerpen die verder mogelijk voor projecten in aanmerking komen zijn: hygiëne in de dierhouderij (in verband met zoönosen) en asbest. 4.3.3. Verzuimpreventie Zoals gezegd is de integrale aanpak van preventie en verzuimmanagement één van de onderscheidende kenmerken van ons sectormodel. Aanvullend aan onze preventiediensten worden in dat kader ondermeer voor SAZAS de volgende diensten op het gebied van verzuimpreventie uitgevoerd: - Regie op de uitvoering van het verzuimmanagement in samenwerking met ArboVitale; - Een pilot waarin de eigen re-integratieadviseurs een deel van de 2e spoor re-integraties uitvoeren; - Werkplekonderzoeken (WPO’s) in geval werknemers als gevolg van fysieke klachten uitvallen en de verwachting bestaat dat werkplekaanpassing dé oplossing kan bieden. Effectevaluaties tonen aan dat het WPO aantoonbaar bijdraagt aan schadelastbeheersing. Komend jaar wordt gerekend op 200 WPO’s; - Arbeidsdeskundige onderzoeken (AD-onderzoeken). Hier komt de combinatie van de kennis van preventieadviseur en arbeidsdeskundige tot zijn recht. Voor 2014 wordt gerekend op 80 ADonderzoeken; - Actie VerzuimOnderDeDuim®, waarin bedrijven met ‘hoogverzuim’ begeleiding krijgen om het eigen verzuimbeleid op orde te krijgen. Al jaren blijkt deze actie succesvol in de aanpak van het verzuim. Voor kleine bedrijven is een vorm van e-learning toegevoegd. 4.4. Advisering ondernemers en werknemers Preventiezorg in de praktijk Op grond van de bijdrage vanuit Colland Arbeidsmarkt levert Stigas de volgende preventiediensten aan bedrijven (het ‘Basispakket preventiezorg’): - Kosteloos gebruik van de ‘Infodesk-functie’; - Signaleren van het moment van update van de risico-inventarisatie en evaluatie (RIE); - Bedrijfsadvies in het kader van ondermeer RIE en introductie arbocatalogus (tegen legestarief); - Ondersteuning bij het opstellen van een Plan van Aanpak; - Kosteloze toegang tot preventiespreekuur voor werknemers; - Periodieke jaarevaluatie en hulp bij het opstellen van jaarplannen bij grote bedrijven; - Deskundige hulp bij problemen met instanties als het gaat om de toepassing van regels op het gebied van veilig en gezond werken en verzuimpreventie (zoals Arbeidsinspectie, kwaliteitsauditors, verzekeraars); - Gereduceerd uurtarief van Stigasadviseur voor aanvullende diensten. Een beperkt aantal bedrijven heeft bovenop dit basispakket nog een individueel aanvullend pakket (ca. 50 bedrijven) afgesloten. Dit geeft recht op extra adviesuren en een kosteloze risicoinventarisatie. Meer gedetailleerd is het voorgaande hieronder uitgewerkt.
10
Casus: deskundige ondersteuning werkgever met officiële instantie Een hoveniersbedrijf dat de interieurbeplanting in een groot kantoorgebouw verzorgt, wordt al meer dan een jaar belemmerd in de uitvoering van het werk. Zij schakelen Stigas in. Voor het verzorgen van hangende plantenbakken verankeren de medewerkers zich om vallen te voorkomen. Door een keuringsbedrijf zijn de ankers afgekeurd en de opdrachtgever wil niet dat het hoveniersbedrijf nog van de ankers gebruik maakt. Aan de adviseur wordt gevraagd of er een andere veilige oplossing is. Tijdens het bezoek aan de werklocatie constateert de adviseur dat de afgekeurde ankers, waar de medewerkers zich normaal aan vastzetten, zijn gekeurd als verankering voor valbescherming. De hoveniers gebruiken de ankers echter niet voor het vastmaken van valbescherminggordels, maar om positioneringsgordels aan te bevestigen. (Op plaatsen waar geen hek aanwezig is kan dit voorkomen dat je per ongeluk over de rand stapt.) Een anker dat een val moet opvangen moet grotere krachten kunnen weerstaan dan een anker waaraan een positioneringsgordel wordt bevestigd. De adviseur neemt contact op met de keurende instantie. Na overleg en herkeuring komt men tot de conclusie dat de ankers wel geschikt zijn voor het gebruik van positioneringsgordels. Mits een label wordt aangebracht dat de ankers niet geschikt zijn voor het bevestigen van valbescherming, kan het hoveniersbedrijf het werk weer op de oude voet voortzetten.
4.4.1. Bedrijfsadvies Stigas streeft ernaar zowel kleine als grote bedrijven aan te blijven spreken. Het is niet alleen een bedrijfsbelang maar ook een sectorbelang dat de dienstverlening zo goed mogelijk toegankelijk is voor alle bedrijven. Hierop is ook de tariefstelling gebaseerd. De eerste kennismaking is laagdrempelig en naarmate men meer ondersteuning wenst gaat het tarief voor de bedrijven omhoog. Het bedrijfsadvies vindt langs de volgende wegen plaats. Adviseur op het bedrijf Stigasadviseurs bezoeken jaarlijks een groot aantal bedrijven en hebben daarmee een uniek netwerk opgebouwd in hun regio. Doel van de bedrijfsbezoeken is meerledig, namelijk: - Het uitvoeren van specifieke acties, zoals recent de implementatie van de arbocatalogus, de veiligheidscampagne en het project ‘Werken aan morgen’; - Ondersteuning bij de risico-inventarisatie en het gebruik van de arbocatalogus; - Ophalen van actuele kennis over (nieuwe) arbeidsrisico’s en oplossingen als input voor de kennisfunctie van Stigas. Daarmee leveren de bedrijfsbezoeken essentiële input voor het onderhoud van de branche-RIE’s en arbocatalogi en het opstellen van arbo-brancheprofielen. Voor 2014 is gerekend op 720 bedrijfsbezoeken Grote bedrijven op maat adviseren Bij vooral grote agrarische bedrijven zien we een professionalisering van werkgeverschap en dus ook van de wijze waarop arbo- en verzuimbeleid wordt ingevuld. Deze bedrijven hebben minder behoefte aan standaarddiensten, maar meer aan op maat gesneden advies. Grotere bedrijven (vanaf ongeveer 80-100 werknemers) worden jaarlijks benaderd voor een jaarevaluatie van het gevoerde (arbo- en verzuim)beleid en het opstellen van een vervolg-jaarplan. Het afgelopen jaar zijn in dit kader nog ongeveer 35 bedrijven bezocht. Voor 2014 zal deze activiteit in de reguliere dienstverlening worden ondergebracht. Arbocheck Met de arbocheck wordt ingespeeld op de tendens, dat de werkgever zelf meer zijn verantwoordelijkheid neemt voor de uitvoering van zijn arbobeleid, maar wel prijs stelt op een check van een deskundige of hij op het goede spoor zit. Ten gunste van de sectorbenadering zullen arbochecks niet meer actief worden aangeboden. WerkenInBalans en Vitaliteitscan Stigas heeft de aanpak WerkenInBalans (WIB) ontwikkeld als middel om met werkgevers en werknemers in gesprek te gaan over hun werkvermogen en eventuele risico het werk op enig moment niet meer aan te kunnen. Deze aanpak heeft ondermeer deel uitgemaakt van het project Werken aan Morgen en blijkt een goed instrument in het kader van het beleid ‘langer doorwerken’. Daarnaast is een scan ontwikkeld als eerste kennismaking met alle gezondheids- en vitaliteitsaspecten, die van
11 invloed zijn op inzetbaarheid en langer doorwerken. De scan wordt vrij toegankelijk aangeboden via de Stigas website en geldt als verdieping op ondermeer de RIE. Overig advies Bedrijven vanaf tien werknemers hebben een budget voor aanvullende adviesuren. De grootte van dit budget is afgeleid van de bijdrage van het bedrijf via Colland Arbeidsmarkt. De ruimte voor aanvullende advisering is gekoppeld aan een actuele risico-inventarisatie. Met andere woorden, bedrijven moeten eerst de risico-inventarisatie voor elkaar hebben om in aanmerking te kunnen komen voor extra budgeturen. Er wordt terughoudend omgegaan met het aanbieden van budgeturen. In de praktijk blijkt dat markttarieven voor veel bedrijven een te grote drempel vormen om preventiezorg af te nemen. Daarom geldt voor aangesloten klanten bij Stigas een speciaal gereduceerd tarief voor adviesdiensten. Dit blijkt belangrijk bij te dragen aan de binding met Stigas. 4.4.2. Gezondheidsbewaking en -advies Om na te gaan of de genomen preventiemaatregelen voldoende zijn kan het gewenst (of verplicht) zijn aan bepaalde risicogroepen een vorm van gezondheidsbewaking aan te bieden. De aanleiding kan liggen in de risico-inventarisatie maar ook in vastgestelde risico’s op sectorniveau, bijvoorbeeld op grond van leeftijd. Preventiespreekuur Belangrijk onderdeel van de dienstverlening vormt het preventiespreekuur, waarbij een werknemer of ondernemer een gesprek kan hebben met de gespecialiseerde Stigas bedrijfsarts of -adviseur. Het preventiespreekuur is een goed middel om dreigend langdurig verzuim vroeg te onderkennen. Het preventiespreekuur wordt in de communicatie extra gepromoot. Daarbij zal ook worden gewezen op de mogelijkheid van een telefonisch consult. Tevens zal geprobeerd worden de toegankelijkheid van het preventiespreekuur te vergroten via het Colland Zorg arrangement voor 2014. PMO en Gezondheidscheck Aanvullend op het basispakket worden Preventief Medisch Onderzoek (PMO) en gezondheidschecks aangeboden op basis van tariefsfinanciering. In het vernieuwde PMO wordt niet alleen naar werkgerelateerde maar ook naar algemene gezondheidsaspecten gekeken. In het licht van langer doorwerken wordt de inzet van het PMO belangrijker om vroegtijdig de kans op uitval op te sporen. Daarom zijn in verschillende cao’s nieuwe afspraken gemaakt over een toenemend recht op PMO met het toenemen van de leeftijd. Om hierop in te spelen heeft Stigas het afgelopen jaar het PMO vernieuwd. De vragenlijst is geactualiseerd en gedigitaliseerd. Voor grotere werkgevers wordt het PMO desgewenst op locatie uitgevoerd met behulp van de Stigas Gezondheidsbus. Voor kleinere groepen en individuele keuringen zijn afspraken met ArboVitale gemaakt. Mede gelet op de vergrijzing en stijging van de ziekteduur zal een extra impuls worden gegeven aan het PMO. Dit zal op de volgende manieren gebeuren: - De werkvermogensmonitor als onderdeel van de aanpak WerkenInBalans modulair onderdeel maken van het PMO; - Nagaan of het PMO gekoppeld kan worden aan de opleiding spuitlicentie; - Het PMO waar gewenst onderdeel maken van het op te stellen sector activiteitenplan; - Proberen het PMO financieel aantrekkelijk(er) te maken als onderdeel van het Colland Zorgarrangement voor 2014. Gerichte gezondheidsbewaking (o.a. tekenspreekuur) Het kan van belang zijn voor bepaalde risicogroepen een gerichte vorm van gezondheidsbewaking te organiseren. Een voorbeeld vormt het tekenspreekuur, dat het afgelopen jaar in samenwerking met het Gelre en het Radboud ziekenhuis is ingericht voor werknemers in de groene sectoren. Doel van deze aanpak is om sneller en beter een juiste diagnose te kunnen stellen om daarmee sneller de juiste behandeling te kunnen inzetten.
12 Een soortgelijke benadering is denkbaar bij de aanpak van allergische klachten vanwege blootstelling aan pollen van de paprikabloem en de problematiek van stof, c.q. endotoxinen. 4.4.3. Cursussen en trainingen Door Stigas wordt een aantal cursussen en trainingen verzorgd als aanvulling op de bedrijfs- en individuele adviesdiensten. Hierbij gaat het ondermeer om de cursussen preventiemedewerker, bedrijfshulpverlener en verzuimbeleid. Deze cursussen worden tegen kostendekkende tarieven - incompany - aan studiegroepen en ondernemingsraden aangeboden. Voor 2014 staan gepland: - Het verder ontwikkelen van e-learning als ondersteuning van cursussen om daarmee kosten en tijdsbeslag voor bedrijven te reduceren; - Experimenteren met het koppelen van PMO aan de opleiding voor spuitlicentie. 5. SAMENWERKING MET VERZEKERAARS Goede relatie met verzekeraars essentieel Stigas heeft groot belang bij een goede relatie met verzuim- en zorgverzekeraars. Zij zijn direct belanghebbenden bij preventiediensten en een goede verzuimbegeleiding. De samenwerking met verzekeraars is al concreet vormgegeven bij SAZAS en Colland Zorg. Voor wat betreft SAZAS komt de samenwerking tot uiting in: - Het realiseren van integrale klantenteams voor preventie, verzuim en re-integratie; - Het bevorderen van specifieke sectorkennis en sectorspecifieke dienstverlening; - Het samen met SAZAS vormgeven van een totale ketenaanpak als het gaat om preventieverzuimbeheersing-verzekeren. Wat betreft Colland Zorg heeft de samenwerking met zorgverzekeraars tot dusverre nog onvoldoende voordelen kunnen opleveren. Medio 2013 is besloten om de samenwerking rechtstreeks met de aangesloten zorgverzekeraars Zilveren Kruis Achmea en VGZ zonder tussenpersoon voort te zetten en een nieuwe impuls te geven aan het Colland Zorgarrangement. De samenwerking met de zorgverzekeraars biedt ondermeer de volgende kansen en mogelijkheden: - Ontdubbelen van kosten op het gebied van preventie- en interventiediensten; - Het financieel ondersteunen en mogelijk aanvullen van het pakket van preventie- en interventiediensten van Stigas; - Het verbreden van de toegankelijkheid van preventiezorg voor niet-werknemers (zelfstandigen, ZZP’ers). Stigas kan de volgende rol spelen bij Colland Zorg: - bieden van het centrale loket voor deze preventie- en interventiediensten (via de Stigas ServiceDesk), die in het kader van het zorgarrangement worden aangeboden; - het leveren van expertise bij het formuleren van een toesneden zorgarrangement; - uitvoering van bepaalde preventiediensten (als provider voor de zorgverzekeraar). 6. VERSTERKING DRAAGVLAK Als één van de speerpunten is genoemd het versterken van het draagvlak van Stigas. Naast het versterken van de band met de sectoren moet dit ook gezocht worden in verbreding van de markt en dienstverlening. Preventiediensten voor gezinsbedrijven In het kader van de raamovereenkomsten met LTO en VHG voor gezinsbedrijven worden 2 keuzepakketten aangeboden, te weten:
13 -
Pakket A = geeft recht op de kosteloze ‘Helpdesk-functie’, preventiespreekuur, kosteloze toezending van de risico-inventarisatielijst, voorlichtingsmateriaal, arbocheck en schriftelijke of telefonische ondersteuning bij het gebruik van de arbocatalogus of de RIE; Pakket B = pakket A aangevuld met bedrijfsbezoek preventieadviseur voor de introductie van de arbocatalogus, de uitvoering van risico-inventarisatie en -evaluatie of de uitvoering van een werkplekonderzoek.
Via deze raamovereenkomst wordt nog een te beperkt aantal gezinsbedrijven bereikt (ca. 2.500). Het streven is om meer gezinsbedrijven aan te sluiten. Ontwikkelingen als vergrijzing, zoönosen, veiligheid en gezondheid zijn onderwerpen, die ook direct gezinsbedrijven raken. In 2013 zal worden onderzocht in hoeverre gezinsbedrijven kunnen worden aangesproken door speciale regionaal te organiseren acties, in dit geval op het gebied van PMO en bedrijfshulpverlening. Mede op basis hiervan zal worden nagegaan of dit een concept is om de dienstverlening naar gezinsbedrijven verder uit te bouwen. Tot slot zal Stigas alert zijn op mogelijkheden om haar dienstverlening naar aanpalende sectoren en bedrijven uit te breiden, daar waar deze (kunnen) bijdragen aan versterking van het draagvlak. Zo maakt Staatsbosbeheer gebruik van de diensten van Stigas. Verbreding dienstverlening: verzuimbegeleiding Er komen steeds meer signalen van bedrijven, die belangstelling hebben voor onze integrale sectoraanpak als het gaat om preventie en verzuimbegeleiding. Punten die aanspreken daarin zijn: - de sectorspecialisatie van re-integratieadviseurs en bedrijfsartsen; - de bedrijfsbezoeken die door re-integratieadviseurs en bedrijfsartsen worden gedaan; - de centrale regiefunctie vanuit Stigas als representant van sociale partners. Nagegaan kan worden of er mogelijkheden zijn de rol van Stigas op dit terrein in de agrarische markt te verbreden. Dit raakt tevens ook de strategie van Stigas. Het lijkt raadzaam een verkenning naar de mogelijkheden te doen en dit mee te nemen in de voorgenomen strategieverkenning voor Stigas voor de komende jaren. 7. CONTINUE VERBETEREN Dedicated klantenteams, waarborg voor kwaliteit Stigas streeft er voortdurend naar de kwaliteit, efficiency en effectiviteit van haar diensten te verhogen. Dit heeft afgelopen jaar ondermeer geleid tot het benoemen van de drie kernwaarden voor Stigas, namelijk klantgerichtheid, betrouwbaarheid en kwaliteit. Voor 2014 zal in dit kader de nadruk liggen op: De vertaling van de 3 kernwaarden naar de uitvoering voor de verschillende afdelingen en disciplines. - Het vergroten van de integrale samenwerking tussen preventieadviseurs, re-integratieadviseurs en bedrijfsartsen; dit ondermeer door het organiseren van periodiek landelijk overleg en door regionaal de disciplines nog meer tot ‘agrarische klantenteams’ te smeden. - Een verschuiving realiseren van een overwegende advies- en ondersteuningsfunctie van de adviseurs naar die van coachen en begeleiden. - Meer aantoonbaar maken van de kwaliteit en effectiviteit van de adviesdiensten, onder andere door over uitgevoerde diensten achteraf evaluaties bij klanten te doen. Ondermeer zal voor de kernprocessen RIE, WPO, PMO en verzuimbegeleiding een standaard evaluatie na afronding van de dienst worden ingevoerd om de klantbeleving te peilen. - Het bieden van meer gemak voor ondernemers en werknemers, ondermeer door het elektronisch aanbieden van instrumenten, diensten en rapportages.
14 BIJLAGE: Schema integrale dienstverlening Stigas
Schematisch ziet het volledige werkproces van Stigas er als volgt uit. Fout! Objecten kunnen niet worden gemaakt door veldcodes te bewerken.