Jaarverslag 10
www.degroof.be
10 Jaarverslag
Bank Degroof is de grootste onafhankelijke private en zakenbank van België met een uitstekende reputatie in alle domeinen waarin zij actief is: vermogensbeheer, financiële markten, corporate finance, credit & structured finance, vastgoedactiviteiten, financiële analyse alsook oprichting en administratie van beveks. De Bank is in zes landen aanwezig en telt een duizendtal medewerkers die zich toespitsen op het beheer van de toekomst.
Al 140 jaar lang is zij dé referentie voor particuliere en professionele cliënten.
Bank Degroof Marketing & Communicatie0 Nijverheidsstraat 44 BE – 1040 Brussel RPR Brussel BTW: BE 0403 212 172 T +32 2 287 95 11 F +32 2 233 95 11
[email protected] Ce document est également disponible en français. This document is also available in English at www.degroof.be. De jaarverslagen van Banque Degroof Luxembourg en Degroof Banque Privée (Zwitserland) zijn beschikbaar op www.degroof.be. Algemene coördinatie: Bettina Helewaut Verantwoordelijke uitgever: Regnier Haegelsteen Grafisch concept: www.propaganda.be Dit jaarverslag is gedrukt op PEFC-gecertificeerd papier.
INHOUDSOPGAVE
jaarverslag 05
Mededeling van de raad van bestuur
07
kerncijfers
11
markante feiten
12 Vermogensbeheer voor particuliere cliënten 15 Beheer van beveks 16 Institutioneel vermogensbeheer 17 Oprichting en administratie van beveks 18 Degroof Corporate Finance 20 Financiële markten 22 Credit & Structured Finance 24 Vastgoedactiviteiten 25 Financiële analyse 26 Maatschappelijk verantwoord ondernemen 28 Internationale aanwezigheid
33
Corporate governance
41
beheersverslag
51
geconsolideerde jaarrekening
127
Enkelvoudige jaarrekening
136
Contactadressen
Mededeling van de Raad van bestuur
Ondanks het feit dat het boekjaar afgesloten op 30 september 2010 in betere economische en financiële omstandigheden verliep dan het voorgaande, had het toch nog te kampen met heel wat onzekerheid, een zeer grote volatiliteit van de markten en een aanhoudende risicoaversie. In die context boekte Bank Degroof een netto geconsolideerde winst van EUR 67,8 miljoen tegenover EUR 18,6 miljoen het voorgaande boekjaar. De courante nettowinst bereikte ongeveer hetzelfde peil als het voorgaande boekjaar en bedroeg EUR 65,1 miljoen. De activa onder beheer klokten af op EUR 24,8 miljard op 30 september 2010 tegenover EUR 22,9 miljard bij het afsluiten van het voorgaande boekjaar. De resultaten van vermogensbeheer, corporate finance en kredieten gingen in stijgende lijn. De transformatieactiviteit was opnieuw goed geplaatst om te profiteren van het gunstige verloop van het kortetermijngedeelte van de rentecurve. Toch zag zij haar resultaten gedrukt door de boeking tegen marktwaarde van de overheidsobligaties en de dekkingsinstrumenten. Dat laatste is onder meer toe te schrijven aan de toename van de rentespread van de Belgische leningen ten opzichte van de rente van de interest rate swaps. Op 30 september 2010 boekte de Bank een solvabiliteitsratio (CRD-ratio na dividend) van 16,4 % en een Tier 1-ratio van 13,8 %, wat merkbaar hoger is dan de reglementaire vereisten. Het begin van het boekjaar 2010-11 werd gekenmerkt door de aankondiging in oktober 2010 dat de familie Cigrang voor 10,7 % in het kapitaal van Bank Degroof stapt. De Antwerpse ondernemersfamilie van Luxemburgse oorsprong die zeer internationaal gerichte activiteiten ontplooit, ondertekende ook de aandeelhoudersovereenkomst die alle referentieaandeelhouders van de Bank verbindt. Zij deelt de strategie en de fundamentele waarden van de Bank en zal de Degroof-cultuur bestendigen en onze visie op lange termijn versterken. Wij houden eraan om onze cliënten onze oprechte dank te betuigen voor het vertrouwen dat zij in ons stellen. Verder bedanken wij ook al onze medewerkers voor hun enthousiasme en motivatie, en voor hun vastberadenheid om te blijven werken in het belang van de cliënten en de Bank.
Regnier Haegelsteen
Voorzitter van het directiecomité
Alain Siaens
Voorzitter van de raad van bestuur
Bank Degroof
05
kerncijfers
(in miljoen EUR)
Verdeling van de bedrijfsopbrengsten Asset Management
30.09.2010
30.09.2009
30.09.2008
181,2
171,0
223,0
Corporate Finance en Credit & Structured Finance
32,6
32,1
25,4
Marktactiviteiten
37,2
68,0
22,2
Genormaliseerd rendement van de aandelenportefeuille voor eigen rekening
18,9
16,6
24,2
269,9
287,8
294,8
Totaal
Beheerde instellingen voor collectief beheer
(in miljard EUR)
30.09.2010
16,6
30.09.2009
15,6
30.09.2008
15,2 (in miljard EUR)
Activa onder beheer1 Particuliere cliënten
30.09.2010
30.09.2009
30.09.2008
19,1
17,8
18,3
Institutionele cliënten
3,6
2,9
2,6
ICB’s in bezit van derden
2,1
2,2
2,2
24,8
22,9
23,1
30.09.2010
30.09.2009
30.09.2008
67.779
18.583
82.913
Totaal
Geconsolideerde kerncijfers volgens IFRS Aandeel van de groep Gepubliceerde winst (in duizenden EUR) Voorzieningen en buitengewone resultaten (in duizenden EUR)
7.739
42.086
Afschrijvingen van de handelsfondsen (in duizenden EUR)
1.842
1.842
Overige diverse aanpassingen (in duizenden EUR)
1.731
10.591
(14.029)
(6.978)
Boekhoudkundig rendement van de portefeuille Holding 2
(4.141) 896 (1.947) (422)
(in duizenden EUR)
Courante nettowinst (in duizenden EUR)
65.062
66.124
77.299
18.884
16.575
24.238
83.946
82.699
101.537
Aantal aandelen
8.019.131
7.945.796
7.778.431
Aangepast aantal aandelen voor ingenottreding
7.989.364
7.901.309
7.721.301
Genormaliseerd rendement van de portefeuille Holding 3 (in duizenden EUR)
Genormaliseerde nettowinst (in duizenden EUR)
Genormaliseerde nettowinst per aandeel (in EUR) Brutodividend per aandeel 4 (in EUR)
10,51
10,47
13,15
5,25
5,00
4,50 20,45
Genormaliseerde ROE (in %)
15,99
16,47
CRD-ratio 6 (in %)
16,39
16,94
12,34
Cost income ratio 7 (in %)
67,81
66,27
56,21
5
1 100 % van de activa onder beheer van de vennootschappen van de groep. 2 Dit bedrag komt overeen met de som van de IFRS boekhoudresultaten van de effectenportefeuille Holding groep in aandelen en andere niet-vastrentende effecten na aftrek van de administratiekosten voor het beheer van de betrokken portefeuille. 3 Het genormaliseerde rendement van de effectenportefeuille Holding komt overeen met 8,5 % van de geschatte jaarlijkse gemiddelde waarde van de portefeuille. 4 Dividend op 30.09.2010: onder voorbehoud van goedkeuring door de algemene vergadering van aandeelhouders op 28.02.2011. 5 Genormaliseerde groepsnettowinst gedeeld door het boekhoudkundig eigen vermogen (met inbegrip van de AFS-reserves) in jaargemiddelde. 6 De CRD-ratio op 30.09.2009 houdt rekening met de afwikkeling van de aankooptransactie van de aandelen van Degroof door Cobepa.
08 Jaarverslag 2010
400
28
300
21
200
netto-opbrengst EUR 247,2 miljoen (-1,3 %)
100
miljoen EUR 2010 2009
14
miljard EUR
Activa onder beheer 1 EUR 24,8 miljard (+8,1 %)
7
2008
2010 2009
2008
60 100
45
75
30
50
miljoen EUR
Courante nettowinst 8 EUR 65,1 miljoen (-1,6 %)
25 2010 2009
Activa in open bewaarneming EUR 47,9 miljard (+6,9 %)
15
miljard EUR 2010 2009
2008
2008
1250 120
1000
90
750
60
miljoen EUR
Genormaliseerde nettowinst 8 personen EUR 83,9 miljoen (+1,5 %)
30 2010 2009
2008
Personeelsbestand 1.030 personen (-0,9 %)
500 2010 2009
kapitaalstructuur9
2008
(in %)
Vóór uitoefening stock options
Na uitoefening stock options
64,06
63,33
11,79
12,82
75,85
76,15
Parmafin nv (familie Theo Maes)
3,51
3,46
Marinvest nv (familie Luc Waucquez)
3,16
3,12
Levimmo nv
4,40
4,34
Overige
9,45
9,34
20,52
20,26
3,63
3,59
100,00
100,00
8.019.131
8.121.701
1. Verklaring van handeling in onderling overleg Guimard Finance nv, Cobepa nv, CLdN Finances sa en families Philippson, Siaens, Schockert en Haegelsteen
2. Management en personeel Andere dan rubriek 1
Totaal van rubrieken 1 en 2 3. Financiële partners
Totaal van rubriek 3 4. Autocontrole
Totaal van rubrieken 1, 2, 3 en 4 Totaal aantal aandelen
7 Cost income ratio berekend op basis van een netto genormaliseerde opbrengst, dat wil zeggen met inbegrip van de genormaliseerde return van de portefeuille Holding. De cost income ratio berekend op basis van het boekhoudresultaat van de portefeuille Holding bedraagt 60,79 % in 2008, 69,96 % in 2009 en 68,88 % in 2010. 8 Aandeel van de groep. 9 Toestand per 20 december 2010 opgesteld rekening houdend met de intrede in het kapitaal van Compagnie Luxembourgeoise de Navigation Finances sa (familie Cigrang), overeenkomstig de overeenkomst getekend na de afsluiting van het boekjaar en onder de opschortende voorwaarde van het ontbreken van bezwaar vanwege de betrokken toezichthoudende autoriteiten.
Bank Degroof
09
MArkante feiten
Vermogensbeheer voor particuliere cliënten De Bank heeft tijdens het voorbije boekjaar de maatregelen voortgezet die zij genomen had als gevolg van de financiële crisis. Zo heeft zij het beheersaanbod dusdanig geherstructureerd dat het aan de verwachtingen van haar cliënteel beantwoordt. De risicoperceptie en de tolerantie zijn de voorbije jaren immers veranderd.
Elke financiële crisis brengt nieuwe inzichten met zich mee die toelaten om de beheersprocessen te verbeteren. De werkgroepen die werden opgericht om lessen te trekken uit de crisis, hebben concrete resultaten geboekt. Zo wordt voortaan rekening gehouden met nieuwe marktindicatoren. Die moeten, de beheersteams helpen om de best mogelijke asset allocatie te bepalen voor de portefeuilles van hun cliënten. De Bank ontwikkelde ook een nieuwe beheersaanpak die de benadering aanvult waarmee de Bank in het verleden succes oogstte. Tijdens het vorige boekjaar werden de aandelen in de portefeuilles van de cliënten overwogen zodat zij ten volle konden profiteren van het herstel van de aandelenmarkten vanaf mei 2009. De overweging werd in het boekjaar 2009-10 behouden. Die beslissing bleek lonend en stelde de verschillende portefeuilles in staat om hun referentie-index te overtreffen. Voor de aandelen was de overweging van de opkomende landen bijzonder lonend, terwijl de aandelen van de eurozone het nog altijd moeilijk hadden.
Bevoorrechte aandelen
Het deel ”obligaties” van de portefeuilles deed het bijzonder goed. Trouw aan haar traditie om het risicovrije deel van het vermogen van haar cliënten zeer voorzichtig te beheren, bleef de Bank ver uit de buurt van de landen die kampten met de problemen van de euro. De hoogwaardige bedrijfsobligaties die tijdens het voorbije boekjaar in de portefeuilles werden opgenomen, zetten goede resultaten neer in een context van dalende rente. De traditionele ”value-aanpak” van de Bank bleef lonend met lichte meerprestaties ten opzichte van de referentie-indexen. Bij die aanpak gaat de voorkeur uit naar ondergewaardeerde effecten met aantrekkelijke ratio’s: lage koers-winstverhouding, hoog rendement, gevoelig disagio ten opzichte van het geherwaardeerd nettoactief enzovoort. De Bank biedt haar cliënten, parallel met haar traditionele benadering, een nieuwe asymmetrische beheerswijze aan die in het beheersaanbod haar plaats vindt tussen de risicovrije portefeuilles
12 Jaarverslag 2010
Markante feiten
−− Inschakeling van nieuwe marktindicatoren om de best mogelijke asset allocatie voor de portefeuilles te bepalen. −− Lonende overweging van de aandelen in de portefeuille, onder andere in de opkomende landen. −− Nieuwe beheersaanpak die de traditionele benadering van de Bank aanvult. −− Lancering van een vermogensbijstandscontract.
(liquide middelen, obligaties, enzovoort om regelmatige inkomsten te genereren) en de long-only portefeuilles (aandelen, vastgoed, enzovoort om naar groei op lange termijn te streven). De vele crisissen van de laatste tien jaar zetten de Bank ertoe aan om haar beheersaanbod aan te passen. Zij wou tegemoetkomen aan de vraag van beleggers die zich zorgen maakten over het risicobeheer en op zoek waren naar meer flexibiliteit en reactiviteit. Daarom ontwikkelde de Bank een nieuw instrument met het doel redelijke prestaties te realiseren en de verliezen te beperken. Degroof Global Reactive Allocation (DGRA) is een vermogensfonds dat belegt in alle activaklassen en in alle regio’s. Het fonds is ”reactief en flexibel”: het reageert automatisch op de marktontwikkelingen en het gewicht van de verschillende activaklassen kan snel variëren. De weging van de verschillende activaklassen (aandelen, obligaties, grondstoffen, enzovoort) hangt af van hun recente prestatie. De bedoeling is om te profiteren van aanhoudende positieve resultaten en activa te vermijden waarvan de recente prestaties negatief waren. De markten dalen namelijk meestal geleidelijk aan. Die aanpak werd geconcretiseerd in de fondsen Degroof Global Reactive 5 en 10 (DGRA 5 en DGRA 10). In de nabije toekomst zal de notie asymmetrie nog verder uitgewerkt worden. Ze zal binnen het private beheer een volwaardige plaats krijgen, maar het “value” beheer van de Bank nog altijd aanvullen.
Asymmetrisch beheer
De Bank is ervan overtuigd dat een open architectuur haar traditionele beheer aanvult en beantwoordt aan de toenemende vraag van de beleggers naar meer openheid. Daarom heeft zij haar aanbod ontwikkeld rond twee pijlers. Ten eerste vertrouwt de Bank met een “managed accounts”-aanbod beheersmandaten toe aan zogenoemde “nichebeheerders”, die een actief en gespecialiseerd beheer voeren. Naast het fonds Asia Pacific Performance ontwikkelde de Bank bijvoorbeeld twee nieuwe gelijkaardige fondsen voor Japan en de opkomende landen. Ten tweede wil zij met een selectie van aandelen- en obligatiefondsen haar asset allocation in dezelfde verhouding weergeven via fondsen van derden. Dat is bestemd voor privaat beheer. De selectie wordt opzettelijk beperkt gehouden om de geselecteerde beheerders grondig te kunnen opvolgen
Open architectuur
Bank Degroof
13
»
(zowel kwantitatief als kwalitatief). In tegenstelling tot een platform kan een dergelijke analyse een reële meerwaarde realiseren voor de belegger. Bank Degroof breidde haar aanbod ook uit met een flexibel en thematisch beheer. Het thematisch beheer trekt profijt uit enerzijds de onevenwichten tussen vraag en aanbod en anderzijds de primaire behoeften (voeding, gezondheid, energie enzovoort). Het beheer is flexibel omdat de beheerder tussen 0 en 100 % belegt. Vijf thema’s komen in aanmerking voor dit bijzondere beheer: (alternatieve) energie, landbouwgrondstoffen, grondstoffen, vergrijzing van de bevolking en gezondheid evenals de opkomende landen.
Thematisch beheer
De Bank heeft ook besloten om, door de ondertekening van een bijstands contract, de begeleiding te formaliseren die ze biedt aan een aantal families met een groot en complex vermogen. Na een crisis beseffen velen dat een echte globale vermogensbegeleiding een goede manier is om moeilijke momenten sereen door te komen. Die families kunnen een beroep doen op de diensten van meer dan 250 professionele vermogensadviseurs die in staat zijn om alles wat te maken heeft met vermogensbeheer, te integreren in het vermogensadvies: −− keuze van het juiste evenwicht tussen de verschillende activaklassen, zowel roerende als onroerende goederen, in overeenstemming met de schulden en verbintenissen om de levensstandaard, de investeringen en de andere geplande en niet-geplande uitgaven veilig te stellen zonder daarbij de liquiditeit, de solvabiliteit en het voortbestaan van het vermogen in het gedrang te brengen; −− structurering van het vermogen met de bedoeling de inkomstenverdeling, de harmonieuze overdracht en de bescherming tegen fiscaal verlies onder controle te houden.
Globaal vermogensadvies
14 Jaarverslag 2010
Beheer van beveks Degroof Fund Management Company beheerde eind september 2010 een kapitaal van EUR 9,7 miljard. Eind september 2009 bedroeg dat EUR 8,6 miljard.
Markante feiten
−− Lancering van een nieuw fonds Degroof Global Reactive. −− Aanbod in asymmetrisch beheer.
Degroof Fund Management (DFMC) is een Belgische dochteronderneming van Bank Degroof die instaat voor het beheer van instellingen voor collectieve belegging (ICB’s, bekend onder de naam beveks). De toename van het beheerd kapitaal met EUR 1 miljard of 12,3 % is te danken enerzijds aan de prestatie van de beheerders die een meerwaarde van 8,1 % noteren voor het geheel van de door hen beheerde fondsen, en anderzijds aan een nettobedrag aan inlagen van 4,2 %, vooral door institutionele cliënten. Na de uitbreiding van het gamma obligatiefondsen in 2008-09, lanceerde DFMC in 2009-10 nieuwe gebalanceerde fondsen. Daarmee beantwoordt DFMC aan de verwachtingen van cliënten die wilden/willen deelnemen aan de stijging van de markten maar het risico op minwaarden wilden/willen beperken. Het nieuwe gamma, Degroof Global Reactive, is samengesteld uit verschillende fondsen die zich toespitsen op de toewijzing van beloftevolle activa binnen de aandelen, obligaties, genoteerde vastgoedeffecten, grondstoffen en deviezen. Die fondsen, waarvan de lanceringen worden gespreid op het ritme van de seizoenen (autumn, winter enzovoort) stellen zich tot doel om een redelijke prestatie te bieden en de verliezen bij een daling van de markten te beperken.
NIEUW GAMMA
Door de vrees voor een tanend economisch herstel en de nog altijd hoge risicoaversie kozen de beleggers voor fondsen met minder risico’s, zoals obligatiefondsen (+ EUR 95 miljoen) en gebalanceerde fondsen (+ EUR 315 miljoen, waarvan EUR 180 miljoen voor het nieuwe gamma Degroof Reactive), ten nadele van aandelenfondsen. De aandelenfondsen tekenen een lichte daling van hun beheerde activa op. DFMC beheert ongeveer 50 ICB-compartimenten. Het aanbod van aandelen- en obligatiefondsen (een jaar geleden uitgebreid met kwantitatief beheerde fondsen en fondsen met een vaste vervaldag) en gebalanceerde fondsen (geïntegreerd portefeuillebeheer), vult DFMC aan met een asymmetrisch beheer, waaronder het fondsengamma Degroof Global Reactive.
ASYMMETRISCH BEHEER
ORGANISATIE
De interne organisatie van DFMC werd herzien. Het beheersteam werd in vier teams ingedeeld. Elk team stemt overeen met een van de vier activiteitsgebieden in het beheer. Tegelijk werd ook het risk management versterkt.
Bank Degroof
15
Institutioneel vermogensbeheer In het voorbije boekjaar werd opnieuw, voor het negende jaar op rij, een belangrijke nettoaanbreng van nieuwe kapitalen gerealiseerd. Voor het eerst werd de kaap van EUR 3 miljard beheerd vermogen overschreden.
Markante feiten
−− Kaap van 3 miljard euro beheerd vermogen overschreden. −− Toename van de activa met 12,7 % voor DGI.
Per eind september 2010 stond de teller op EUR 3,6 miljard. Dat wil zeggen dat het beheerd vermogen de voorbije tien jaar verviervoudigd is, ondanks de zwakke resultaten van de financiële markten. Belangrijk is ook dat zo goed als geen enkele cliënt de Bank in die periode verlaten heeft en dat het aantal mandaten zelfs verdrievoudigd is. In 2010 kon de Bank haar groei bestendigden onder meer omdat het obligatiebeheer goede resultaten boekte tijdens de crisis en omdat we niet belegd hadden in « toxische » activa zoals CDO’s en dergelijke. In het voorbije boekjaar zetten de pensioenfondsen die Bank Degroof beheerde, een prestatie neer die boven het marktgemiddelde lag. Het nieuwe boekjaar dient zich aan onder een gunstig gesternte. Nieuwe mandaten die in het vorige boekjaar waren toegezegd, worden nu uitgevoerd. Bank Degroof bekleedt een bevoorrechte positie dankzij haar positionering als een echte partner van de institutionele cliënten en de nabijheid die ze haar cliënten kan aanbieden. Gezien haar leiderschap in de toepassing van de “beste marktpraktijken” verwerft Bank Degroof in november 2010 als eerste Belgische vermogensbeheerder de “SAS 70” certificering op het hoogste niveau (“Level II”). Die internationale auditnorm bevestigt de kwaliteit van onze interne processen en laat onze pensioenfondsencliënten toe om gemakkelijker te voldoen aan de Corporate Governance vereisten die de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen (CBFA) oplegt.
INSTITUTIONELE PORTEFEUILLES
Degroof Gestion Institutionnelle-Luxembourg (DGI) heeft zijn groei voortgezet als beheersvennootschap van instellingen voor collectieve belegging in effecten, zowel voor de groep als voor externe cliënten. De activa zijn met 12,7 % toegenomen. De hoge inbreng van externe cliënten, vooral uit Europa en Azië, getuigt van de pertinentie van het businessmodel van de vennootschap. Als kenniscentrum van multi-management diversifieert DGI zijn productaanbod door het accent te leggen op de opkomende landen, zowel voor de aandelen- als de obligatiemarkten.
LUXEMBURG
Glossarium CDO’s (collateralized debt obligations): gebundelde en herverpakte kredieten of andere financiële instrumenten. Een CDO spreidt het kredietrisico van de onderliggende portefeuille kredieten over diverse tranches met verschillende ratings. De betaling van zowel de hoofdsom als de interestbetalingen wordt gefinancierd met de kasstromen uit de onderliggende kredieten. Mogelijke verliezen worden verdeeld over de tranches, te beginnen met de tranche met de laagste rating.
16 Jaarverslag 2010
Oprichting en administratie van beveks Tijdens het boekjaar 2009-10 is in de sector van de beleggingsfondsen de rust enigszins teruggekeerd.
Markante feiten
−− EUR 19,6 miljard activa onder administratief beheer op 30 september 2010 (stijging met 9,6 %). −− Oprichting van een groot aantal compartimenten voor fondsen van derden.
Ondanks de moeilijke omstandigheden, de grote onrust en de volatiliteit van de financiële markten, staan de activa van de Luxemburgse markt globaal gezien opnieuw op het niveau van vóór de crisis, met EUR 2.083 miljard op 30 september 2010 (EUR 2.059 miljard eind 2007). Het aantal compartimenten onder Luxemburgs beheer haalt een historisch record van 12.755 compartimenten tegenover 12.325 compartimenten eind 2008. De activiteit dankt haar groei grotendeels aan nieuwe intekeningen. Het is een teken van vertrouwen in het beleggingsfonds als dusdanig en in Luxemburg, ondanks een situatie van aanhoudende concurrentie tussen de financiële centra en een zekere terugkeer naar protectionisme. De actoren leggen zich toe op strengere richtlijnen ter bescherming van de beleggers, het informeren en vormen van de beleggers en, in het algemeen, op een versterking van de regelgeving waarbij hun benadering pragmatisch en doelgericht is. De afdeling instellingen voor collectieve belegging of ICB van de Bank plukt verder de vruchten van een commerciële dynamiek die wordt gekenmerkt door de creatie van een groot aantal compartimenten voor fondsen van derden. Zij zijn weliswaar kleiner dan de fondsen van de groep Degroof, maar getuigen van het streven naar groei en diversificatie van de activiteiten. Op 30 september 2010 bedroegen de activa onder administratief beheer EUR 19,6 miljard, een stijging met 9,6 % of 257 compartimenten ten opzichte van het vorige boekjaar. Een van de vele uitdagingen waarmee de ICB-afdeling geconfronteerd zal worden, is de aanzienlijke versterking van het reglementaire kader, met vooral UCITS IV, de fiscale ontwikkelingen, de AIFMD-richtlijn en de rol van de depothoudende bank. De ICB-afdeling is actief vertegenwoordigd in verschillende commissies in het Luxemburgs financieel centrum, waardoor ze bevoorrechte informatie kan verkrijgen over die onderwerpen.
Bank Degroof
17
Degroof Corporate Finance Degroof Corporate Finance kon haar activiteiten op een stevig niveau handhaven door 43 opdrachten met succes af te ronden in de volgende domeinen: studies & advies, fusies & overnames, private plaatsingen en publieke kapitaalmarktverrichtingen.
De omstandigheden waren nochtans niet gunstig. De economische crisis, die volgde op de financiële crisis van 2008, heeft er namelijk toe geleid dat het boekjaar 2009-10 ook een moeilijke start kende, zowel op economisch als op financieel vlak. Degroof Corporate Finance heeft verschillende fairness opinions uitgegeven met betrekking tot omvangrijke opdrachten die in totaal een bedrag van meer dan EUR 17 miljard vertegenwoordigen: −− fairness opinion over de financiële voorwaarden in het kader van de inbreng van GDF SUEZ Energie International in International Power; −− fairness opinion over de financiële voorwaarden van de overname door Fluxys van een participatie in Fluxys LNG en van de overname door Publigas van de garanties aan Fluxys door SuezTractebel; −− fairness opinion over de prijs van de verkoop door Fluxys aan Fluxys Holding (Publigas) van de deelnemingen in de niet-gereguleerde activiteiten; −− waardering van de spaarbank Argenta ter gelegenheid van een kapitaalverhoging.
STUDIES EN ADVIES
Degroof Corporate Finance heeft eveneens verschillende waarderingsopdrachten gerealiseerd voor rekening van privégroepen, waarvan enkele met terugkerend karakter (in het kader van plannen om het personeel te laten delen in de winst of van een intern marktsysteem). De voornaamste opdrachten die Degroof Corporate Finance gerealiseerd heeft, zijn de volgende: −− verkoop door Cofinimmo van zes kantoorgebouwen in het bedrijvenpark Les Collines de Wavre en de uitgifte en private plaatsing van vastgoedcertificaten om deze overname te financieren; −− verkoop van een participatie van 25 % door de aandeelhouders van nWave Studios aan Studio Canal, begunstigde van een aankoopoptie voor de resterende 75 %; −− private plaatsing van aandelen van het bedrijf Uteron bij Saffelberg Investments ter financiering van klinische testen; −− verkoop door Leasinvest Real Estate van zeven kantoorgebouwen in het bedrijvenpark Axxes Business Park in Merelbeke, evenals de uitgifte en private plaatsing van vastgoedcertificaten om deze overname te financieren;
FUSIES EN OVERNAMES – PRIVATE PLAATSINGEN
18 Jaarverslag 2010
Markante feiten
−− 43 met succes afgeronde opdrachten. −− Fairness opinions in het kader van transacties die een totaalbedrag van meer dan EUR 17 miljard vertegenwoordigen. −− Hervatting van de kapitaalmarktverrichtingen, voornamelijk op het vlak van obligatie-uitgiftes. −− Gunstige vooruitzichten voor het boekjaar 2010-11.
−− overname van de activiteiten van Foruminvest in België en Luxemburg door Immobilière Huon. Hierbij is Degroof Corporate Finance opgetreden als raadgever van Immobilière Huon in de financiële structurering, de bankfinancieringen en de zoektocht naar investeerders van die overname. Banimmo was de voornaamste investeerder met een investering van EUR 54 miljoen in aandelen en in mezzaninefinanciering; −− private plaatsing van een obligatielening van EUR 50 miljoen op drie jaar, uitgegeven door Cofinimmo. De hervatting van de kapitaalmarktverrichtingen door beursgenoteerde bedrijven, voornamelijk op het vlak van obligatie-uitgiftes, heeft het voorbije boekjaar gekenmerkt. Degroof Corporate Finance is, in samenwerking met Bank Degroof, opgetreden in de volgende opdrachten: openbare uitgifte van obligaties op vijf jaar door Atenor voor een bedrag van EUR 75 miljoen; openbare uitgifte van obligaties met warranten door Banimmo voor een bedrag van EUR 75 miljoen; openbare uitgifte van obligaties op vijf jaar door Intervest Offices voor een bedrag van EUR 75 miljoen; private plaatsing in het kader van een “accelerated bookbuilding” procedure van 212.500 D’Ieteren aandelen voor rekening van Cobepa voor een bedrag van meer dan EUR 80 miljoen.
PUBLIEKE KAPITAALMARKT– VERRICHTINGEN −− −− −− −−
De vooruitzichten voor het boekjaar 2010-11 zijn zeer gunstig, gezien het aantal lopende opdrachten, waarvan enkele nu al met succes werden gerealiseerd, zoals de openbare uitgifte van nieuwe aandelen door de vastgoedbevak Aedifica voor een bedrag van EUR 67 miljoen en de private plaatsing van achtergestelde obligaties door de Sarens groep voor EUR 40 miljoen. Sarens is wereldleider in kranenverhuur en speciale hijs- en transportprojecten.
VOORUITZICHTEN
Glossarium Accelerated bookbuilding: een procedure om op een snelle en efficiënte manier (doorgaans binnen een à twee dagen) een belangrijk pakket effecten bij professionele beleggers te plaatsen.
Bank Degroof
19
Financiële markten De economische omgeving werd getekend door onzekerheden en volatiliteit. De dienst financiële markten stelde zich daarom als eerste doel zijn cliënten oplossingen te bieden aangepast aan hun behoeften. In een context van hernemende activiteiten werden de teams uitgebreid om de dienstverlening te versterken.
Het voorzichtige liquiditeitenbeheer vertaalde zich hoofdzakelijk in het hervatten van beleggingen in overheidseffecten van landen met het beste soevereine risico en in activa die in aanmerking komen voor herfinanciering bij de Europese Centrale Bank. Het einde van de daling van de kortetermijnrente werd gunstig gecompenseerd door de steile rentecurve. De resultaten zijn behoorlijk, maar liggen onder die van vorig jaar.
Thesaurie
Na een recordjaar op de obligatiemarkten bevinden de resultaten zich opnieuw op een normaal niveau. De crisis in Griekenland en meer in het algemeen die van de perifere landen (Spanje, Portugal, Ierland) had een negatieve impact op de activiteit. Maar de stijging van de volumes in bedrijfsobligaties heeft dat gedeeltelijk gecompenseerd. De vermindering van de kredietspreads en de verbetering van de liquiditeit op de secundaire markt hebben de obligatieactiviteit ondersteund. Heel wat bedrijven hebben obligaties uitgegeven om hun financieringsbronnen te diversifiëren. Zij profiteerden van de grote belangstelling van private en institutionele beleggers voor dat type effecten dat een hogere rente bood dan overheidsobligaties. De Bank nam deel aan verschillende uitgiften en structureerde obligatiefinancieringen voor verschillende vastgoedmaatschappijen, hoewel de primaire markt in handen is van grote krediet verlenende banken. Na een sterke activiteitsdaling in 2009 wekten de gestructureerde producten opnieuw de belangstelling van de institutionele en private cliënten. De activiteit richtte zich hoofdzakelijk op oplossingen die een aantrekkelijk rendement bieden dat ver boven de obligatierente ligt, en die in geringe mate blootgesteld zijn aan aandelen. De cliënten konden terugvallen op de knowhow van de Bank om bestaande producten te herstructureren en oplossingen uit te werken die de risico’s verbonden aan uitgevende banken opheffen. Voor de promotie van fondsen versterkte de Bank haar initiatieven zowel in België als in het buitenland. Dankzij de motivatie van het team werden recordresultaten behaald en dat hoewel de markten nog niet hersteld zijn. Het volume is nog altijd grotendeels te danken aan cliënten uit België en Luxemburg. De toegenomen bijdrage van de Franse markt is toe te schrijven aan de ontwikkelings inspanningen. Nieuwe vergunningen voor de verkoop van fondsen in Duitsland openden de weg voor nog meer initiatieven op nieuwe markten.
Institutionele activiteiten
De kostendaling en de lancering van een systeem dat institutionele cliënten aandelenblokken aanbiedt, konden de daling van het volume van verhandelde kapitalen enigszins compenseren. Het aantal beurstransacties bleef bijzonder hoog, ondanks het gebrek aan reële trends op de markten.
Verhandeling van aandelen
20 Jaarverslag 2010
Markante feiten
−− Resultaten van de marktenzaal in lijn met de verwachte doel stellingen. −− Belangrijke bijdrage daartoe door de verhandeling van fondsen, gestructureerde producten en obligaties. −− Vermindering van de inbreng van de thesaurie omdat de nominale kortetermijnrente niet langer daalde.
De OTC- en beursgenoteerde derivaten voor de professionele cliënten kenden een uitstekend jaar, ondanks een toenemende concurrentie. In die context is de Bank uitgegroeid tot een van de marktleiders van de futures op Europese indexen. Zij ontving de prijs “Best Derivatives House” op de Belgische markt voor 2009. De reglementering (Bazel III , Solvency II enzovoort) en het latente systemische risico (schuldenlast van sommige staten) hebben de risicoaversie die ook vorig jaar al aanwezig was, nog aangescherpt. De effectieve liquiditeit van de markten, met uitzondering van de professionele markten, is nog verder afgenomen. De institutionele cliënten waren op zoek naar ofwel zeer veilige aandelen met een hoog rendement, of naar aandelen van de opkomende landen met een hoger beursrendement. Bank Degroof wist zich te positioneren in het plaatsen van aandelenblokken voor rekening van Belgische cliënten (3,8 % van het kapitaal van D’Ieteren, 6 % van het kapitaal van Cofinimmo enzovoort). Zij profiteerde tegelijkertijd van haar lidmaatschap van het European Securities Network om deel te nemen aan gelijkaardige transacties voor buitenlandse bedrijven. Ondersteund door de sterke daling van de rente werd een zeker aantal aandelen aan een notering onttrokken (door OOB’s, fusies enzovoort) op (Belgische en Europese) beurzen. Hoewel het aantal zeer grootschalige beursintroducties (IPO’s) in de opkomende landen toeneemt, konden zowel in België als in de rest van Europa een aantal IPO’s zich niet concretiseren. Sommige werden zelfs geannuleerd bij gebrek aan belangstelling.
Verkoop van aandelen
In een beurscontext die nog altijd ongunstig is voor kleine en middelgrote bedrijven, heeft de Bank haar expertise op het vlak van marktanimatie verder ingezet. Voorts bevestigde ze haar intentie om die bedrijven te blijven ondersteunen.
Marktanimatie
Glossarium Spread: renteverschil. Future: een future of termijncontract is een verhandelbare gestandaardiseerde overeenkomst om op een overeengekomen datum in de toekomst een bepaalde hoeveelheid van een product (een onderliggende waarde) te leveren tegen een vooraf vastgestelde prijs. OOB: openbaar overnamebod.
Bank Degroof
21
Credit & Structured Finance Alle Credit & Structured Finance-activiteiten zijn in het boekjaar 2009-10 blijven groeien. De vermogenskredieten blijven de belangrijkste pijler.
De belangrijkste pijler van de activiteit Credit & Structured Finance is de toekenning van vermogenskredieten aan het private banking cliënteel. Vermogenskredieten bieden de private cliënten flexibele financieringsoplossingen aan, namelijk in het kader van het langetermijnbeheer van hun bestaande vermogen. Vermogenskredieten worden toegekend op basis van zakelijke zekerheden op roerende en onroerende goederen of op basis van persoonlijke zekerheden. Zij vormen een interessante alternatieve bron van liquide middelen voor: −− de verwerving of herfinanciering van een onroerend goed in België of in het buitenland; −− een financiële beleggingsopportuniteit; −− de aankoop van een uitzonderlijk roerend goed (kunstwerk); −− de consolidatie van een bestaande schuldenlast; −− de uitoefening van een aandelen optie plan; −− de uitgifte van een bankgarantie in het kader van een bedrijfsoverdracht of vastgoedontwikkeling; −− een tijdelijke behoefte aan liquide middelen.
KREDIETEN
De Bank gaat uit van een globale vermogensbenadering. Daarom biedt zij haar cliënten ook gestructureerde kredieten aan. Op die manier positioneert zij zich als bevoorrechte partner van bedrijfsleiders-aandeelhouders bij de structurering en financiering van hun beroepsvermogen tijdens elke ontwikkelingsfase van hun onderneming. Namelijk −− bij haar oprichting: overname van het bedrijf met hefboomeffect (management buy-out & buy-in); −− tijdens haar bestaan: reorganisatie van het aandeelhouderschap, uitkering van reserves, winstdeling van het management; −− bij haar overdracht: verkoop aan een derde, overdracht aan de volgende generatie, uitstap van een aandeelhouder. Het opzetten en toekennen van gesyndiceerde kredieten aan financiële of familiale holdings en vastgoedbevaks vullen het aanbod van gestructureerde kredieten van Bank Degroof aan. In die kredietcategorie positioneert de Bank zich zowel als structureerder, agent als lener, zoals dat het geval was bij het gesyndiceerde krediet van EUR 210 miljoen dat in juli 2010 werd gerealiseerd voor de residentiële vastgoedbevak Aedifica.
22 Jaarverslag 2010
Markante feiten
−− Brutogroei van het uitstaande bedrag aan cliëntenkredieten met 36 % over het boekjaar, dankzij de activiteit van de vermogens kredieten. −− Corporate Portfolio van EUR 264 miljoen, gedaald ten opzichte van het boekjaar 2009 door de terugbetaling van obligaties op de eindvervaldag.
De afdeling Credit & Structured Finance beheert een gediversifieerde portefeuille van Europese investment grade obligaties met variabele rente, met een nominale waarde van EUR 264 miljoen (65 verschillende posities) en een korte looptijd (24 maanden). De beperkte activiteit van de portefeuille en de terugbetalingen van obligaties op de eindvervaldag verklaren de daling van het uitstaande kredietbedrag met 29 % ten opzichte van het boekjaar 2009.
OBLIGATIES MET VARIABELE RENTE
De afdeling Credit & Structured Finance is ook betrokken bij het opzetten en het financiële beheer van private beleggingsfondsen die zijn gestructureerd in de vorm van club deals. Die club deals hebben de bijzonderheid dat ze investeren in niet-beurs genoteerde activa en een vorm van governance bieden waarmee de beleggers hun belegging van dichtbij kunnen opvolgen of zelfs een actieve rol kunnen vervullen in het investeringscomité. In 2010 richtte De afdeling Credit & Structured Finance in samenwerking met de vennootschap CETIM een opvolger op voor zijn club deal Optimmo. Net als deze laatste, investeert Optimmo Secundo in professioneel vastgoed in Frankrijk. Het boekjaar 2009-10 werd eveneens gekenmerkt door een aanhoudende activiteit van het Degroof Green Fund, dat voor 80% geïnvesteerd is in projecten voor hernieuwbare energie in België, Frankrijk en Spanje. Steunend op dit eerste succes, werkt de Bank momenteel samen met TTR Energy aan de lancering van een opvolger voor het Green Fund.
CLUB DEALS
Bank Degroof
23
Vastgoedactiviteiten De trend die al in 2008-09 opgetekend werd, werd dit boekjaar bestendigd. Met veertien volbrachte opdrachten heeft Bank Degroof de positie van marktleider in België ingenomen.
Markante feiten
−− Uitvoering van veertien zeer verschillende opdrachten. −− Toename van de effectiseringsactiviteit. −− Vijf uitgiftes van obligaties. −− Positieve vooruitzichten voor het lopende boekjaar.
Steunend op het succes van Atlantic Certificates kon de Bank de uitgifte en private plaatsing van twee vastgoedcertificaten verwezenlijken voor een bedrag van bijna EUR 80 miljoen: het certificaat “Collines de Wavre” met betrekking tot zes kantoorgebouwen in Waals Brabant en het certificaat “Axxes” met betrekking tot zeven kantoorgebouwen in de regio Gent.
EFFECTISERINGS- ACTIVITEIT
De Bank realiseerde vijf uitgiftes van obligaties voor een bedrag van meer dan EUR 250 miljoen voor rekening van emittenten, zoals Atenor, Intervest Offices, Banimmo en Cofinimmo. Tijdens het boekjaar 2009-10 werden ook de volgende transacties tot een goed einde gebracht: −− de verkoop van huurvorderingen aan een pensioenfonds; −− de optimalisering van de vastgoedverwervingsstructuren voor rekening van een verzekeringsmaatschappij; −− de overname door Immobilière Huon van de activiteiten van Foruminvest in België en Luxemburg.
VASTGOEDEFFECTISERING
PERSPECTIEVEN
24 Jaarverslag 2010
Het boekjaar 2010-11 ziet er veelbelovend uit gezien het aantal lopende opdrachten. Een daarvan werd al in oktober 2010 met succes afgerond.
FINANCIËLE ANALYSE Bank Degroof heeft een team van zeven sell-side analisten. De bedrijven die zij volgen vertegenwoordigen bijna 95 % van de Belgische beurskapitalisatie.
Markante feiten
−− Bekroning voor de beste analist in Europa, alle landen samen, voor de aanbevelingen over de Bel 20-bedrijven. −− Prestatie van meer dan 10 % per jaar sinds de oprichting van het fonds Degroof Equities Belgium Active in 1991, dankzij een beheer op basis van een model van actualisering van de dividenden dat is opgesteld door de analisten van de Bank.
Het team van analisten kan bogen op een lange ervaring. Het versterkte zijn naambekendheid door regelmatig “pole positions” te bekleden in internationale rangschikkingen voor zijn analyses van Belgische aandelen, maar ook Europese aandelen (Reuters, AQ, Financial Times Starmine enzovoort). In 2010 kende AQ de prijs van beste analist, alle landen samen, toe aan een analist van de Bank voor de aanbevelingen over de Bel 20-bedrijven. In 2009 was een ander lid van het team door FT Starmine al uitgeroepen tot de beste Europese analist voor de holding- en investeringsmaatschappijen. De sell-side analist verricht primair onderzoek dat hij publiceert in modelmatige vorm (persoonlijke vooruitzichten op korte en lange termijn, verschillende waarderingstechnieken) en becommentarieert. De buy-side analist daartegenover baseert zijn conclusies op het primair onderzoek van sell-side analisten. De analisten publiceren hun onderzoek in verschillende vormen, gaande van de “Analyser” (iedere morgen vóór 9 uur en vóór de Belgische concurrenten, met de gebeurtenissen van de vorige dag of de ochtend zelf) tot uitvoerigere en grondigere rapporten (company reports & updates). Ieder jaar in oktober wordt ook de Belgian Stock Guide gepubliceerd. Die bevat per aandeel een fiche en een becijferde en becommentarieerde beschrijving van de belangrijkste beurs- en economische trends in België op historisch en prospectief vlak.
SELL-SIDE/BUY-SIDE
Tijdens het boekjaar 2009-10 lag het accent op de dagelijkse integratie van de analisten van de Bank in het ESN (European Securities Network). ESN positioneert zich als een van de grootste spelers van de brokerage-sector met een lokale verankering die de concurrenten niet hebben. Deze samenwerking bevordert een van nature internationale sectorale aanpak.
EUROPEES NETWERK
Bank Degroof beheert het fonds Degroof Equities Belgium Active op basis van een actualisering van de dividenden (Dividend Discount Model) die worden geraamd door haar financiële analisten. Het fonds boekt, sinds zijn oprichting in 1991, een prestatie van meer dan 10 % per jaar. Deze aanpak is uniek in België en vereist een uitstekende kennis van de historische en toekomstige gegevens gezien over een lange periode, zodat een ex-ante risicopremie van de markt kan worden gecreëerd.
UNIEKE AANPAK
Bank Degroof
25
Maatschappelijk verantwoord ondernemen De Bank heeft haar initiatieven om maatschappelijk verantwoord te ondernemen, nog verder opgedreven. Zij werkt rond drie pijlers die elkaar aanvullen: profit, planet, people.
Een onderneming met verantwoordelijkheidszin denkt niet alleen maar aan winsten op korte termijn. De cultuur van de Bank, die steunt op stabiel aandeelhouderschap en langetermijnvisie, werd versterkt door nieuwe familiale aandeelhouders.
Profit
Het Green Team heeft zijn inspanningen om de ecologische voetafdruk van de Bank te verkleinen, nog opgevoerd. In 2010 werden onder meer isolatiewerken uitgevoerd en werd enkele beglazing vervangen door dubbele beglazing. Verder werden de verantwoordelijken van de regionale kantoren ertoe aangezet om het vervoer van documenten naar de maatschappelijke zetel te verminderen. Het team dat bestaat uit personeelsleden uit alle afdelingen, stelde dit jaar wel vast dat het aantal afgelegde kilometers per voertuig toegenomen is. De vernieuwing van het wagenpark zal met zich meebrengen dat de gemiddelde milieu-impact van de voertuigen zal verminderen.
Planet
De Bank besloot om papier te gebruiken met het FSC-label (dit label garandeert dat het papier geproduceerd is uit hout afkomstig uit een duurzaam beheerd bos). Dankzij de standaardconfiguratie van dubbelzijdig printen is het globale papierverbruik gedaald. Dat blijkt echter niet rechtstreeks uit de brutoverbruikscijfers omdat een groot deel van de publicaties nu intern wordt afgedrukt om de druk- en transportkosten te verlagen. Op de pioriteitenlijst voor 2011 staan inspanningen op het vlak van verlichting, verwarming en klimaat regeling. De vervanging van het telebeheer is volop aan de gang en begin 2011 zullen ook enkele koudeproductiemachines worden vervangen. Door de samenwerking met CO2Logic zal de Bank de gevolgen die de groei van haar activiteiten met zich meebrengt, compenseren door de aanplanting van bomen. Bank Degroof Foundation die zich inzet voor een betere toekomst, heeft haar strategie versterkt. Daarmee wil zij zich afstemmen op de doelstellingen die Bank Degroof op zeer lange termijn nastreeft. Dit jaar spitste de stichting zich vooral toe op projecten die het ondernemerschap stimuleren. Naast de vermindering van het aantal voortijdige schoolverlaters en de opwaardering van de technische en beroepsopleiding wordt ondernemerschap dus het belangrijkste werkdomein van Bank Degroof Foundation.
People
26 Jaarverslag 2010
Markante feiten
−− Bank Degroof Foundation: ontwikkeling van de pijler “Ondernemerschap”. −− Motivering van het personeel voor het mecenaat. −− Consolidatie van acties op cultureel gebied. −− Verbetering van de CO2-impact van de Bank. −− Organisatie van filantropische evenementen voor de cliënten.
Enkele projecten die zij steunt, zijn: −− NFTE. Deze vereniging biedt opleidingsmodules van 60 uur aan kansarme jongeren om hen te helpen bij de oprichting van hun eigen bedrijf. −− Het Netwerk Ondernemen. Netwerk gebaseerd op de visie van André Mulliez: “Om banen te creëren moeten we eerst werkgevers creëren”. Het begeleidt jonge ondernemers bij de oprichting van hun bedrijf (businessplan, zoeken naar financiering, coaching tijdens de eerste jaren). −− Het Netwerk Ondernemen Internationaal. Deze vereniging tracht het Netwerk Ondernemen uit te bouwen in Europa en het Middellandse Zeegebied door de uitwisseling te bevorderen van de best practices voor ondernemers. −− De Stichting Ondernemen België (in wording). Bank Degroof Foundation steunde het project door haar competentie en netwerk ten dienste te stellen van deze Stichting om onder andere een uitvoerbaarheidstudie te realiseren. Motivering van het personeel tot het mecenaat: Bank Degroof Foundation bracht een partnerschap tot stand met de vzw Toolbox. Toolbox begeleidt verenigingen die actief zijn in de sociale sector in België en verbetert hun management. Bank Degroof zal de expertise van haar personeel ter beschikking stellen van verenigingen die dat wensen. Op cultureel gebied ten slotte heeft Bank Degroof haar steun aan het Museum van Buuren en aan Bozar verlengd. In het domein van de plastische kunsten verleende de Bank ook haar steun, als hoofdmecenas, aan de tentoonstelling “I Medici. Een Renaissance in papier” van Isabelle de Borchgrave die van november 2009 tot augustus 2010 plaatsvond in de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis.
ADVIES IN FILANTROPIE OP MAAT
De Bank heeft haar mecenaat in een structuur gegoten om de impact ervan op termijn te kunnen meten. Nu laat zij haar cliënten in die kennis delen. Behalve de gepersonaliseerde dienstverlening die haar competentiecentrum filantropie aanbiedt, organiseerde de Bank dit jaar drie seminaries voor haar cliënten en een avond om jongeren ontvankelijk te maken voor filantropie.
Bank Degroof
27
Internationale aanwezigheid
Groothertogdom Luxemburg Banque Degroof Luxembourg sa heeft het boekjaar 2009-10 mooi afgesloten. Haar twee basismetiers, namelijk het beheer van beveks en vermogensbeheer, zetten goede resultaten neer. Deze activiteit ging erop vooruit dankzij het herstel van de markten en de hernieuwde belangstelling van promotoren en beleggers voor nieuwe producten. De activa onder beheer namen toe met 9,6 %. Dat is drie keer zoveel als de stijging van het vorige boekjaar. Zuid-Europa blijft de prioriteit van de ontwikkelingsteams, maar de belangstelling gaat vandaag ook uit naar Azië.
Oprichting en administratie van beveks
Hoewel het herstel van de beursmarkten de cliënten enigszins heeft gerust gesteld, werd in het licht van de sterke onzekerheid over de economische toestand in Europa en een zeker verlies van houvast, meer dan ooit aandacht besteed aan het luisteren naar en het adviseren van het cliënteel. In die context wordt de lichte toename (+ 2,0 %) van de aan de Bank toevertrouwde activa als behoorlijk beschouwd.
Vermogensbeheer
Degroof Gestion Institutionnelle
28 Jaarverslag 2010
DGI kon als expertisecentrum voor het multi-managementbeheer groei optekenen (+ 12,7 %). U verneemt hierover meer op pagina 16.
Zwitserland Na een moeilijk jaar in 2009 lijkt de Zwitserse beleggingsmarkt in 2010 enigszins te herpakken. De cliënten tonen opnieuw belangstelling voor de diensten en producten in het aanbod en het land geniet bekendheid omwille van zijn stabiliteit. Die vaststelling geldt niet voor het bijkantoor in Lugano dat in 2008 werd opgericht. Daarom werd de beslissing genomen het te sluiten. Het cliënteel van Lugano zal voortaan door de zetel in Genève worden bediend.
» Bank Degroof
29
Frankrijk De Bank plukte in Frankrijk de eerste vruchten van twee jaar hard werken. Daardoor slaagde zij erin om van een aanbod vermogensbeheer over te schakelen op een aanbod private banking. De omstandigheden bleven moeilijk, meer bepaald om de bestaande teams uit te breiden die het hoofd moesten bieden aan de toename van de beheerde activa. Desondanks is Banque Degroof & Philippe ermee gestart succesvol specifieke doelgroepen te benaderen zoals zaakvoerders van beursgenoteerde bedrijven of oprichters.
GROEI VAN DE ACTIVA
Aforge Finance van zijn kant zag zijn corporate finance-activiteiten toenemen. In het segment dat zijn voorkeur geniet, namelijk dat van de mid-market, werden heel wat transacties afgesloten. Met de opening van een kantoor in New York en de aanwerving van een Amerikaanse senior banker in Parijs kan worden ingegaan op de vraag van Franse familiale groepen naar externe groeitransacties aan de andere kant van de Atlantische Oceaan. De vermogensactiviteit houdt stand ondanks de onzekerheden.
TOENAME VAN DE ACTIVITEITEN
Glossarium Mid-market: markt van middelgrote ondernemingen.
30 Jaarverslag 2010
spanje Tijdens het voorbije boekjaar werden de teams van Madrid en Barcelona uitgebreid en werd in Bilbao een nieuw kantoor geopend om de vermogensbeheeractiviteiten in het noorden van het land te ontwikkelen. PrivatBank Degroof is nu aanwezig in Barcelona, Madrid, Valencia en Bilbao en blijft zoeken naar nieuwe opportuniteiten om haar aanwezigheid in Spanje op te voeren en te consolideren. De economische situatie was nog altijd moeilijk tijdens het voorbije boekjaar, maar toch werden op de Spaanse markt een aantal tekenen van verbetering zichtbaar. De verschuivingen in het banklandschap zijn de laatste maanden beperkt gebleven. PrivatBank Degroof heeft daardoor mooie groeivooruitzichten en kan haar referentiestatus in de Spaanse privatebankingsector nog versterken.
GROEIVOORUITZICHTEN
ACTIVA ONDER BEHEER
Ondanks de moeilijke omstandigheden namen de activa onder beheer toe en kon PrivatBank Degroof mooie prestaties neerzetten op het vlak van beheer en in de sector van de kapitaalmarkten.
Tijdens het boekjaar 2010-11 zal PrivatBank Degroof zich erop toespitsen haar aanbod van diensten en oplossingen voor de private cliënten bij te stellen. Daardoor zou PrivatBank Degroof haar doelstellingen op het vlak van groei moeten behalen.
VOORUITZICHTEN
Bank Degroof
31
Corporate governance
Corporate governance
In de raad van bestuur van Bank Degroof hebben de bestuurders-leden van het directiecomité en de niet-uitvoerende bestuurders zitting. De samenstelling van de raad van bestuur is bepaald op basis van de volgende regels: −− de volledige raad van bestuur moet zo samengesteld zijn dat hij effectief en efficiënt kan werken vanuit een maatschappelijk belang. De samenstelling moet dan ook gediversifieerd zijn en de ervaring en competenties van de leden moeten elkaar aanvullen; −− geen enkele bestuurdersgroep of geen enkel individueel lid mag de besluitvorming door de raad domineren; −− de niet-uitvoerende bestuurders vormen de meerderheid.
SAMENSTELLING VAN DE RAAD VAN BESTUUR
In zijn aanbevelingen aan de algemene aandeelhoudersvergadering met het oog op de benoeming van bestuurders, ziet de raad erop toe dat de mandaten van de niet-uitvoerende bestuurders evenwichtig verdeeld zijn tussen: −− de vertegenwoordigers van aandeelhouders; −− de onafhankelijke bestuurders; −− de niet-uitvoerende bestuurders die een actieve functie bekleden in de dochterondernemingen van de groep. Tijdens het boekjaar vonden de volgende wijzigingen plaats in de samenstelling van de raad van bestuur en van het directiecomité: −− de gewone algemene vergadering van 22 februari 2010 heeft de heer Jean-Marie Laurent Josi en het bedrijf W. Invest benoemd tot niet-uitvoerende bestuurders van de vennootschap; −− diezelfde algemene vergadering heeft de volgende mandaten hernieuwd: • voor een termijn van drie jaar, de mandaten van de heren Regnier Haegelsteen, Alain Schockert, Pierre Paul De Schrevel, Patrick Keusters, Gautier Bataille de Longprey, Jan Longeval en Theo Maes; • voor een termijn van twee jaar, het mandaat van de heer Jean-Pierre de Buck van Overstraeten; • voor een termijn van één jaar, de mandaten van de heren Alain Siaens en Luc Missorten; −− op 2 mei 2010, heeft de heer Laurent Philippe om persoonlijke redenen zijn functie als bestuurder van de Bank neergelegd.
34 Jaarverslag 2010
Op 30 september 2010, was de raad van bestuur als volgt samengesteld: Vervaldatum van het mandaat Voorzitter van de raad van bestuur Alain Siaens 1
02/2011
Voorzitter van het directiecomité – gedelegeerd bestuurder Regnier Haegelsteen 1
02/2013
Bestuurders-leden van het directiecomité – gedelegeerd bestuurders Alain Schockert 1
02/2013
Pierre Paul De Schrevel
02/2013
Patrick Keusters
02/2013
Gautier Bataille de Longprey
02/2013
Jan Longeval
02/2013
Bestuurders Baron Philippson 1
Bestuurder van vennootschappen
Baron Boone
Voorzitter
Ridder Doumier
Gedelegeerd bestuurder
02/2011 Lotus Bakeries nv
02/2011
Compagnie du Bois Sauvage nv
02/2011
Damien Bachelot
Bestuurder van vennootschappen
Christian Jacobs 2
Bestuurder van vennootschappen
02/2011
Theo Maes
Bestuurder van vennootschappen
02/2013
Luc Missorten 2
Gedelegeerd bestuurder
W. Invest (permanente vertegenBestuurder woordiger: Gaëtan Waucquez) Jean-Pierre de Buck van Overstraeten Bestuurder van vennootschappen Jean-Marie Laurent Josi
Gedelegeerd bestuurder
02/2015
Corelio nv
02/2011
Floridienne nv
02/2013 02/2012
Cobepa nv
1
02/2013
Na advies van het benoemings- en remuneratiecomité besliste de raad van bestuur om aan de gewone algemene vergadering van 28 februari 2011 de hernieuwing van de volgende mandaten voor te stellen: Vervaldatum van het mandaat Alain Siaens
02/2012
Baron Philippson
02/2012
Baron Boone
02/2012
Luc Missorten
02/2015
Christian Jacobs
02/2015
Aan de algemene vergadering zal ook worden voorgesteld om de heren Frank Van Bellingen et JacquesMartin Philippson tot niet-uitvoerende bestuurders te benoemen voor een termijn van vier jaar. De raad van bestuur beschouwt als onafhankelijke personen de leden die voldoen aan de criteria opgenomen in artikel 526 ter van het Wetboek van Vennootschappen. De volgende personen dienen als onafhankelijke bestuurders te worden beschouwd: de heren Luc Missorten en Christian Jacobs. 1 Bestuurders die verklaarden gezamenlijk op te treden. 2 Onafhankelijk bestuurder.
Bank Degroof
35
»
Het interne reglement van de raad van bestuur schrijft voor dat het mandaat van de bestuurders afloopt op het einde van de gewone algemene vergadering van het kalenderjaar waarin ze 70 jaar worden, en dat het mandaat van de bestuurders die de leeftijdsgrens bereikt hebben, op voorstel van de raad van bestuur en na advies van het benoemings- en remuneratiecomité, door de algemene vergadering verlengd of hernieuwd kan worden voor maximaal drie jaar. De raad van bestuur is verantwoordelijk voor het uitstippelen van de strategie en het algemeen beleid. Hij ziet toe op de uitvoering ervan door het directiecomité en bepaalt, op basis van de voorstellen van het directiecomité, de middelen die daarvoor nodig zijn. De raad van bestuur bepaalt de bevoegdheid en de samenstelling van het directiecomité en controleert de werking ervan. Hij ziet erop toe dat de passende middelen worden aangewend om het voortbestaan van de onderneming te waarborgen.
WERKING VAN DE RAAD VAN BESTUUR
De raad van bestuur beraadslaagt en beslist over alle onderwerpen en materies die onder zijn bevoegdheid vallen, onder meer het opstellen van de jaarrekeningen en bestuursverslagen en het bijeenroepen van algemene vergaderingen. Bij elke kwartaalvergadering ontvangt de raad van bestuur ad-hocinformatie over de gang van zaken en de kerncijfers, zowel voor de vennootschap zelf als voor haar belangrijkste dochterondernemingen. Hij ontvangt eveneens het jaarlijkse budget. De raad van bestuur vergadert minstens vier keer per jaar. In de loop van het boekjaar 2009-10 heeft hij zes keer vergaderd. Aan het einde van elk kwartaal bestudeerde de raad van bestuur de resultaten van de groep. Hij sprak zich tevens uit over de volgende punten: −− een algemene strategische reflectie; −− de nieuwe communicatiecampagne; −− de positionering van de Bank in het buitenland; −− de interne gedragscode; −− de uitbreiding van het beheersaanbod; −− de samenstelling van het auditcomité en het benoemings- en remuneratiecomité; −− het remuneratiebeleid; −− de kapitaalverhoging zonder voorkeurrecht voor de werknemers en een stock option plan (SOP) voor bestaande aandelen. De raad van bestuur kan slechts geldig beraadslagen en beslissen op voorwaarde dat minstens de helft van zijn leden aanwezig of vertegenwoordigd is. Elke bestuurder mag niet meer dan twee van zijn collega’s vertegenwoordigen. De besluiten worden met gewone meerderheid van stemmen genomen. Bij staking van stemmen wordt het voorstel verworpen. Het totaal van de aan de leden van de raad van bestuur toegekende vergoedingen wordt in de toelichting bij de enkelvoudige jaarrekening vermeld (punt XXIX, subrubriek B1). De integrale versie van de jaarrekening is beschikbaar op de maatschappelijke zetel van de vennootschap.
36 Jaarverslag 2010
DAGELIJKS BESTUUR VAN DE GROEP – DIRECTIECOMITÉ
De raad van bestuur heeft overeenkomstig artikel 17 van zijn statuten een directiecomité opgericht. Het directiecomité is bevoegd voor het beheer van de activiteiten van de kredietinstelling in het kader van het door de raad van bestuur uitgestippelde algemeen beleid.
De raad van bestuur heeft hiertoe aan het directiecomité beslissings- en vertegenwoordigings bevoegdheid van de vennootschap verleend bij haar betrekkingen met personeel, cliënteel, andere kredietinstellingen, de economische en maatschappelijke omgeving en de overheid, alsook beslissingsbevoegdheid inzake de vertegenwoordiging van de vennootschap bij haar dochterondernemingen en bij de ondernemingen waarin zij een kapitaalbelang aanhoudt. De samenstelling van het directiecomité wordt bepaald op basis van de volgende regels: −− de naleving van de morele, deontologische en ethische criteria die van toepassing zijn binnen de groep; −− de passende opbouw van de leeftijdspiramide tussen de leden van het directiecomité; −− de evolutie van de behoeften en de geschiktheid van de bevoegdheidsverdeling tussen de leden van het directiecomité, om een evenwicht te verzekeren tussen de commerciële en organisatorische behoeften, en de risicobeheersing. Het directiecomité vergadert in principe vier keer per maand. In de loop van het afgelopen boekjaar heeft het directiecomité 51 keer vergaderd.
COMITÉS OPGERICHT DOOR DE RAAD VAN BESTUUR
Auditcomité Het auditcomité staat de raad van bestuur bij in zijn toezichthoudende functie en meer bepaald voor zaken die betrekking hebben op: −− de financiële informatie bestemd voor aandeelhouders en derden; −− het auditproces; −− de werking van de interne controle en de beheersing van de risico’s die de Bank loopt.
Leden op 30 september 2010 Christian Jacobs Baron Philippson Ridder Doumier Jean-Marie Laurent Josi
Het voorzitterschap van dit comité wordt sinds 16 juni 2009 waargenomen door de heer Christian Jacobs. Zij zijn allen bestuurders, niet-leden van het directiecomité. De heer Christian Jacobs zetelt in de raad van bestuur als onafhankelijk bestuurder. Hij beantwoordt aan alle criteria vastgesteld door artikel 526 ter van het Wetboek van Vennootschappen. Bovendien bezit hij geen maatschappelijke rechten in de groep waarin hij evenmin ooit enige functie bekleed heeft. Het hoofd van de groepsaudit en de voorzitter van het directiecomité, de bestuurder die verantwoordelijk is voor de audit, evenals de verantwoordelijken voor het risk management en de interne audit van Banque Degroof Luxembourg sa, nemen deel aan de vergadering van het comité zonder lid te zijn. Bij de controle van de halfjaar- en jaarrekeningen wordt de commissaris van de vennootschap uitgenodigd.
Bank Degroof
37
»
Het auditcomité heeft in de loop van het boekjaar vijf keer vergaderd. Het heeft systematisch verslag uitgebracht over zijn activiteiten aan de raad van bestuur. Die activiteiten hebben voornamelijk betrekking op de volgende elementen: het onderzoek van de activiteitenverslagen van de groepsaudit en van de audit van Banque Degroof Luxembourg sa, de vorderingsstaat van het auditplan, de studie van de halfjaar- en jaarrekeningen, de activiteitenverslagen van de compliance officer, van de inspectie en van het hoofd van het risk management, de prestatietabel van de fondsen, het evaluatieverslag van het directiecomité over de interne controle en de opvolging van de tenuitvoerlegging van de aan bevelingen van de groepsaudit. Het auditcomité heeft eveneens speciale aandacht besteed aan de samenstelling en de bestaansreden van het auditcomité van Banque Degroof Luxembourg sa, en heeft zich gebogen over het inspectieverslag van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen betreffende onder andere de functie van het risk management en de interne groepsaudit. Er werd ook een speciale sessie gewijd aan de liquiditeitsproblematiek 2010. Benoemings- en remuneratiecomité Het advies van het benoemings- en remuneratiecomité wordt gevraagd voor kwesties die verband houden met: −− de globale enveloppe van de variabele vergoedingen; −− het remuneratiebeleid van de bestuurders-leden van het directiecomité; −− de winstdelingsplannen voor personeelsleden van de Bank; −− de samenstelling en omvang van de raad van bestuur en van het directiecomité; −− de profielbepaling en selectieprocedures van de leden van de raad van bestuur en van het directiecomité; −− de benoemings- en herverkiezingsvoorstellen van de bestuurders en van de leden van het directiecomité; −− de benoemings- en herverkiezingsprocedures. Leden Alain Siaens
Voorzitter van de raad van bestuur
Baron Philippson
Bestuurder niet-lid van het directiecomité
Baron Boone
Bestuurder niet-lid van het directiecomité
Theo Maes
Bestuurder niet-lid van het directiecomité
Gaëtan Waucquez
Permanent vertegenwoordiger van de nv W. Invest, bestuurder niet-lid van het directiecomité
De voorzitter van het directiecomité wordt uitgenodigd op de vergaderingen van het benoemings- en remuneratiecomité zonder er lid van te zijn, behalve voor beraadslagingen over zijn vergoeding. Het benoemings- en remuneratiecomité heeft tijdens het afgelopen boekjaar vier keer vergaderd. Tijdens die vergaderingen werden de volgende punten besproken: −− voorzitterschap van de raad van bestuur en hernieuwing van bestuurdersmandaten; −− enveloppe van de variabele vergoedingen; −− variabele deel toegekend aan de leden van het directiecomité; −− toekenning van werknemersopties en kapitaalverhoging voorbehouden aan het personeel; −− remuneratiebeleid van de Bank; −− benchmarking van de remuneratie van de leden van het directiecomité en de sleutelpersonen.
38 Jaarverslag 2010
COMITÉS DIE AFHANKELIJK ZIJN VAN HET DIRECTIECOMITÉ
Specifieke comités staan het directiecomité bij in de volgende materies: −− dagelijks bestuur van de moedervennootschap Bank Degroof nv; −− personeelsbeleid; −− beheer van de eigen aandelenportefeuille; −− uitstippelen van de strategie in activabeheer; −− verbintenissen ten opzichte van bancaire tegenpartijen; −− verbintenissen in de transacties op de kapitaalmarkten; −− kredieten en verbintenissen ten opzichte van het cliënteel; −− beheer van de looptijden van balansactiva en -passiva (asset & liability management); −− tenuitvoerlegging van het risicomanagement binnen de dochtermaatschappijen.
WINST UITKERINGSBELEID
Het dividend wordt vastgesteld op basis van de evolutie van de geconsolideerde nettowinst, van de over te dragen winst en de groepsstrategie.
Overeenkomstig de prudentiële verwachtingen van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen inzake deugdelijk bestuur van de financiële instellingen heeft Bank Degroof een governance memorandum opgesteld. Daarin worden de basiskenmerken van haar beleidsstructuur geëvalueerd en getoetst aan de algemene principes zoals ze door de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen werden bepaald en die betrekking hebben op: −− betrouwbaarheid en financiële situatie van de belangrijkste aandeelhouders; −− transparante beleidsstructuur ten gunste van een gezond en voorzichtig bestuur; −− bepalen van competenties en verantwoordelijkheden van elk segment binnen de organisatie; −− collegiale karakter van de effectieve directie; −− onafhankelijke controlefuncties; −− geschikt profiel en bevoegdheden van de leidinggevenden; −− remuneratiebeleid van de leidinggevenden; −− bepalen van de strategische doelstellingen en waarden die de Bank zichzelf oplegt; −− degelijke kennis van de operationele structuur en de activiteiten door de directie; −− passende communicatie met betrekking tot het beleid en de controle met de verschillende betrokken partijen.
Governance MEMORANDUM
In de loop van het boekjaar werd een geamendeerde versie van dit memorandum bezorgd aan de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen. Deze informatie wordt periodiek bijgewerkt.
Bank Degroof
39
beheersverslag
beheersverslag
De geconsolideerde rekeningen zijn opgesteld conform de IFRS-normen.
1. COMMENTAAR BIJ DE REKENINGEN Voor het afgelopen boekjaar heeft Bank Degroof nv een nettowinst van EUR 45.985.631 geboekt. De geconsolideerde nettowinst (aandeel van de groep) bedraagt EUR 67.779.211 tegenover EUR 18.582.641 het voorgaande boekjaar. Na twee jaar sterke groei ligt de netto-intermediatiemarge voor alle activiteiten samen 15 % lager in vergelijking met de resultaten bij afsluiting van het vorige boekjaar. Ook al waren de omstandigheden minder gunstig dan de uitzonderlijke voorwaarden van het boekjaar 2008-09, toch bleef de intermediatiemarge in het boekjaar 2009-10 gehandhaafd op een goed algemeen niveau. De resultaten van de transformatieactiviteiten werden negatief beïnvloed door het boeken tegen marktwaarde van de overheidsobligaties, waarvoor het renterisico wordt gedekt door afgeleide financiële instrumenten. De negatieve impact kan worden verklaard door de toename van de kredietspread tussen de rente van de gedekte activa en die van de dekkingsinstrumenten. De resultaten van de andere zogenaamde marktactiviteiten hebben zich algemeen genomen gehandhaafd in vergelijking met die van vorig boekjaar. Binnen een alsnog onzekere economische en beurscontext stegen de nettocommissielonen globaal met 8 % in vergelijking met het vorige boekjaar. Deze vooruitgang betreft vooral commissielonen uit ICB-activiteiten van de groep, die belangrijker waren dan in 2009. Het niveau van de makelaarslonen op effecten daarentegen weerspiegelt de zwakke transactievolumes van het afgelopen boekjaar. De inkomsten van particuliere cliënten boeken vooruitgang, samen met een stijging van de gemiddelde kapitalen onder beheer met 9,8 %. Voor het tweede opeenvolgende jaar hield de netto-opbrengst van de corporatefinanceactiviteiten stand en boekten de makelaarslonen voor effecten (meer bepaald voor de vastgoedcertificaten) een mooie vooruitgang in vergelijking met vorig boekjaar. De totale algemene kosten liggen 2 % hoger dan vorig boekjaar. De personeelskosten zijn met 1,6 % gestegen zonder de IFRS-kosten voor de winstdelingsplannen erbij te rekenen; de daling van de loonuitgaven (door de afname van het gemiddelde personeelsbestand), van de sociale lasten en van de
42 Jaarverslag 2010
bijdragen aan de pensioenfondsen voor het personeel wordt gecompenseerd door de opwaartse herziening van de voorzieningen bij de afsluiting van het boekjaar. De andere algemene kosten voor het afgelopen boekjaar lopen terug. De IFRS-kosten voor de winstdelingplannen stijgen door een hogere valorisatie van de Degroofaandelen. De geconsolideerde boekhoudkundige resultaten van de AFS-aandelenportefeuilles (voornamelijk de holdingactiviteit van de Bank) boeken een mooie stijging vergeleken met vorig boekjaar, enerzijds dankzij een toename van de inkomsten en het realisatieresultaat en anderzijds door het uiterst lage niveau van de aanvullende “impairments”. Over het geheel beschouwd nemen de geschatte belastingen af met EUR 7,4 miljoen; dat betreft zowel de sociale lasten (door de lagere belastbare basis van de belangrijkste entiteiten van de groep) als de uitgestelde belastingen (door een daling van de belastinglatenties van de financiële instrumenten voor rente verbonden aan transformatieactiviteiten).
1.1. Bestemming van het resultaat Wij stellen aan de algemene vergadering voor om de winst van het boekjaar als volgt te bestemmen: (in EUR)
Winst van het boekjaar
45.985.631
+ Overgedragen winst
134.522.440
= Te bestemmen winst
180.508.071
- Wettelijke reserve - Tantièmes - Uit te keren winst
= Over te dragen winst
44.001 345.000 41.944.158
138.174.912
Aan de algemene vergadering wordt voorgesteld om een brutodividend van EUR 5,25 per aandeel uit te keren.
1.2. Geconsolideerd eigen vermogen Het geconsolideerde eigen vermogen, met inbegrip van de belangen van derden, bedraagt aan het einde van het boekjaar EUR 581,7 miljoen. Dat komt neer op een toename met EUR 33,7 miljoen tegenover het vorige boekjaar. Dat verschil is vooral te verklaren door het gecombineerde effect van volgende factoren: de kapitaalverhogingen van de moedervennootschap (+ EUR 7 miljoen), de uitkeringen met betrekking tot het vorige boekjaar (- EUR 38,9 miljoen), de herwaardering van de financiële activa tegen hun reële waarde (+ EUR 19,6 miljoen), de herwaardering van de wisselkoersen (+ EUR 3,2 miljoen), de verrichtingen in eigen aandelen (- EUR 26,7 miljoen) en het resultaat van het boekjaar (aandeel van de groep) (+ EUR 67,8 miljoen).
Bank Degroof
43
»
Het eigen vermogen voor de berekening van de reglementaire coëfficiënten volgens Basel II bedraagt EUR 433,5 miljoen en overschrijdt ruimschoots de eisen van de prudentiële normen. De solvabiliteitsratio’s voor Tier 1 (kern eigen vermogen) en Tier 2 (eigen vermogen in de ruime zin) bedragen respectievelijk 13,84 % en 16,39 % per 30 september 2010.
1.3. Open bewaarnemingen Aan het einde van het boekjaar 2009-10 bedragen de geconsolideerde open bewaarnemingen EUR 47,9 miljard, tegenover EUR 44,8 miljard bij de afsluiting van het vorige boekjaar.
2. KAPITAALEVOLUTIE Op 30 september 2010 bedraagt het maatschappelijk kapitaal EUR 47.491.186. Het wordt vertegenwoordigd door 8.019.131 aandelen zonder vermelding van de nominale waarde. Alle aandelen zijn volledig geplaatst en volgestort. In de loop van het boekjaar werden de volgende kapitaalverrichtingen uitgevoerd: −− Overeenkomstig een besluit van de buitengewone algemene vergadering van dertig augustus tweeduizend en vijf om over te gaan tot een kapitaalverhoging zonder voorkeurrecht, en overeenkomstig de vaststelling gedaan door twee bestuurders op twaalf januari tweeduizend en tien met betrekking tot het werkelijk ingeschreven bedrag door de begunstigden van de intekening, werd het kapitaal verhoogd met achttienduizend driehonderd euro (EUR 18.300) om het te brengen op zevenenveertig miljoen negenenzestigduizend vierhonderd zesenzeventig euro (EUR 47.069.476). In ruil werden drieduizend en vijftig (3.050) nieuwe aandelen in omloop gebracht. −− Overeenkomstig een besluit van de buitengewone algemene vergadering van dertig augustus tweeduizend en vijf om over te gaan tot een kapitaalverhoging zonder voorkeurrecht, en overeenkomstig de vaststelling gedaan door twee bestuurders op zesentwintig maart tweeduizend en tien met betrekking tot het werkelijk ingeschreven bedrag door de begunstigden van de intekening, werd het kapitaal verhoogd met honderd negenentwintigduizend euro (EUR 129.000) om het te brengen op zevenenveertig miljoen honderd achtennegentigduizend vierhonderd zesenzeventig euro (EUR 47.198.476). In ruil werden eenentwintigduizend vijfhonderd (21.500) nieuwe aandelen in omloop gebracht. −− Overeenkomstig een besluit van de buitengewone algemene vergadering van dertig augustus tweeduizend en vijf om over te gaan tot een kapitaalverhoging zonder voorkeurrecht, en overeenkomstig de vaststelling gedaan door twee bestuurders op achtentwintig juni tweeduizend en tien met betrekking tot het werkelijk ingeschreven bedrag door de begunstigden van de intekening, werd het kapitaal verhoogd met tweeënvijftigduizend zevenhonderd en tien euro (EUR 52.710) om het te brengen op zevenenveertig miljoen tweehonderd eenenvijftigduizend honderd zesentachtig euro (EUR 47.251.186). In ruil werden achtduizend zevenhonderd vijfentachtig (8.785) nieuwe aandelen in omloop gebracht.
44 Jaarverslag 2010
−− Overeenkomstig een besluit van de raad van bestuur van tweeëntwintig maart tweeduizend en tien om over te gaan tot een kapitaalverhoging zonder voorkeurrecht, en overeenkomstig de vaststelling gedaan door twee bestuurders op zeven september tweeduizend en tien met betrekking tot het werkelijk ingeschreven bedrag door de begunstigden van de intekening, werd het kapitaal verhoogd met tweehonderd veertigduizend euro (EUR 240.000) om het te brengen op zevenenveertig miljoen vierhonderd eenennegentigduizend honderd zesentachtig euro (EUR 47.491.186). In ruil werden veertigduizend (40.000) nieuwe aandelen in omloop gebracht. Deze aan de personeelsleden voorbehouden kapitaalverhoging werd beslist door de raad van bestuur met aanwending van het toegestane kapitaal. De kapitaalverhoging werd uitgeschreven zonder voorkeurrecht voor de aandeelhouders. De maatschappelijke doelstelling van deze verhoging was de begunstigden te motiveren om actief bij te dragen tot de ontwikkeling van heel de groep. De restrictieve voorwaarden bepaald in artikel 609 van het wetboek van vennootschappen, waaronder deze kapitaalverhoging plaatsvond, die de overdraagbaarheid van de nieuwe aandelen vijf jaar lang beperken, dragen bij tot het vormen van een stabiel aandeelhouderschap. Het ongebruikte deel van het toegestane kapitaal bedraagt per 30 september 2010 EUR 6.624.994.
3. HET AANHOUDEN VAN EIGEN AANDELEN IN DE GROEP (ART. 624 VAN HET WETBOEK VAN VENNOOTSCHAPPEN)
Bank Degroof nv houdt geen eigen aandelen aan. Op 30 september 2010 houden de kleindochterondernemingen van de Bank, Fideuro nv, BD Square Invest nv en Cobimmo nv, 290.908 aandelen Bank Degroof nv aan, goed voor 3,63 % van het maatschappelijk kapitaal. De gemiddelde fractiewaarde per aandeel bedraagt EUR 5,922. De boekwaarde van alle door de kleindochterondernemingen aangehouden eigen aandelen bedraagt EUR 47.091.107 op 30 september 2010. De binnen de groep aangehouden aandelen dienen vooral om nieuwe winstdelingsplannen van het personeel te ondersteunen. Tijdens het afgelopen boekjaar steeg het totaal van de in zelfcontrole aangehouden effecten met 171.698 eenheden.
4. BELANGRIJKE GEBEURTENISSEN NA AFSLUITING VAN HET BOEKJAAR Ten gevolge van de overdracht van de deelneming van Compagnie du Bois Sauvage Finance in Bank Degroof na afsluiting van het boekjaar, verhoogde Cobepa nv haar aandeel in Bank Degroof en stapte de Compagnie Luxembourgeoise de Navigation in het kapitaal van de Bank. Deze nieuwe aandeelhouder maakt nu deel uit van de referentieaandeelhouders van de Bank, waar ook het management en Cobepa toe behoren, en waarmee hij in onderling overleg zal handelen. De aandeelhouders waarborgen de onafhankelijkheid van de Bank en zij delen de strategie, de langetermijnvisie en de fundamentele waarden van de Bank.
» Bank Degroof
45
5. OMSTANDIGHEDEN DIE EEN BELANGRIJKE INVLOED KUNNEN HEBBEN OP DE ONTWIKKELING VAN DE GROEP De groei en de rendabiliteit van de groep worden beïnvloed door: −− de constante zoektocht naar synergie-effecten en rationalisaties tussen de verschillende entiteiten van de groep; −− de aanhoudende inspanningen om de waarde van het handelsfonds te doen toenemen volgens de opportuniteiten; de overnames die in het verleden gedaan werden en waarvan de commerciële investeringen het bewijs zijn; −− de evolutie van het beheerde kapitaal en van de beursmarkten; −− de opdrachten voor corporate finance; −− de investeringen in spitstechnologie voor de groep; −− de macro-economische omstandigheden.
6. ACTIVITEITEN OP HET GEBIED VAN ONDERZOEK EN ONTWIKKELING Sinds de overdracht van de activiteiten van haar informaticadochter Finance Technology Systems nv in 2005 doet de groep niet langer rechtstreeks aan onderzoek en ontwikkeling.
7. REMUNERATIEBELEID Overeenkomstig de aanbeveling van de Belgische Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantie wezen heeft de Bank haar remuneratiebeleid voorgelegd aan die instelling. Dat maakt deel uit van het governance memorandum en werd opgesteld door het personeelscomité in overleg met de raad van bestuur, het benoemings- en remuneratiecomité en het directiecomité. Het remuneratiebeleid bevordert een gezond en doeltreffend risicobeheer. De personeelsleden en het directiecomité hebben geen verworven recht op een variabele vergoeding. De bepaling van de variabele vergoeding gebeurt onafhankelijk van de rendabiliteit voor de Bank van een activiteit of cliëntenportefeuille. Aangezien de rendabiliteit van een cliënt niet bepalend is voor het bedrag van de vergoeding, is het beleid in overeenstemming met de principes van de cliëntenbescherming. Door in de mogelijkheid te voorzien van opties voor werknemers en leden van het directiecomité, waardoor die worden aangemoedigd om deel te nemen in het kapitaal van de Bank, sluit het beleid rechtstreeks aan bij de bedrijfsstrategie en de langetermijnbelangen van de Bank . De raad van bestuur behoudt zich de mogelijkheid voor om een deel van de variabele vergoeding van de leden van het directiecomité en de belangrijkste leidinggevenden te bepalen in functie van beoordelingselementen opgesteld door het hoofd van het risk management.
46 Jaarverslag 2010
8. BELANGRIJKSTE RISICO’S WAARAAN DE BANK WORDT BLOOTGESTELD De Bank is door haar activiteiten blootgesteld aan bepaalde risico’s. De belangrijkste risico’s zijn: −− marktrisico’s, vooral verbonden aan de beleggingen in de effectenportefeuilles (aandelen, obligaties) en aan de rentetransformatie-activiteiten (ALM); −− liquiditeitsrisico’s ten gevolge van het verschil in vervaltermijnen tussen de financieringen (gewoonlijk op korte termijn) en de herbeleggingen; −− tegenpartijrisico verbonden aan de kredietactiviteit (dat risico wordt sterk beperkt door het nemen van waarborgen in de vorm van effectenportefeuilles); −− risico’s verbonden aan de activiteit van vermogensbeheer (risico van rechtsbedingen door cliënten van wie het beheersmandaat niet nageleefd zou zijn geweest, commercieel risico om ontevreden cliënten te verliezen en daarmee verbonden reputatierisico); −− operationeel risico.
9. BELEID INZAKE HET GEBRUIK VAN FINANCIËLE INSTRUMENTEN Binnen de groep wordt als volgt gebruik gemaakt van derivaten voor eigen rekening. In het kader van het ALM-beheer (asset and liability management) wordt gebruik gemaakt van rentederivaten (voornamelijk futures) om macro-hedges te realiseren, dat wil zeggen het afdekken van het globale renterisico van de groep. Er worden rentederivaten van het type “Interest rate swaps” gebruikt om een portefeuille van overheidsobligaties en door de overheid gewaarborgde bankobligaties te dekken, op korte termijn (minder dan 3 jaar), in een optiek van micro-hedge (de portefeuille wordt boekhoudkundig erkend als “Fair Value Option through P&L”, maar de afdekkingen gebeuren positie per positie). Het gebruik van derivaten staat onder toezicht van het almac-comité. De thesaurie van de Bank (renterisico < 2 jaar) maakt eveneens gebruik van rentederivaten en swaps om het renterisico en de thesaurie van de groep te beheren. Het beheer van de wisselpositie van de groep veronderstelt ook het gebruik van derivaten (termijn wisselcontracten en valutaswaps) om verbintenissen tegenover het cliënteel alsook de financiering van dochterondernemingen af te dekken in de valuta waarin zij hun activiteiten verrichten. Er werd een tradingactiviteit in opties voor eigen rekening opgezet om voordeel te halen uit de volatiele bewegingen op de financiële markten.
» Bank Degroof
47
Er wordt gebruik gemaakt van derivaten (aankoop van putopties met verkoop van callopties) om bepaalde posities van de beleggingsportefeuille af te dekken en het rendement ervan te sturen. Het almac-comité beheert ook twee posities in gestructureerde producten, die een alternatief vormen voor de belegging in renteproducten. Wanneer economische dekkingsverrichtingen met derivaten op aandelenposities worden uitgevoerd, worden ze boekhoudkundig verwerkt als financiële activa, en tegen reële waarde geboekt via de resultatenrekening.
10. AUDITCOMITÉ Overeenkomstig de wet van 17 december 2008 met betrekking tot het auditcomité in financiële ondernemingen moet de raad van bestuur in zijn jaarverslag de individuele en collectieve deskundigheid van de leden van het auditcomité aantonen. Op 30 september 2010 bestond het auditcomité uit de volgende personen: de heren Christian Jacobs, Alain Philippson, Vincent Doumier en Jean-Marie Laurent Josi. Bijkomende informatie: −− ze zijn allemaal niet-uitvoerende leden van de raad van bestuur; −− twee leden van het auditcomité hebben professionele ervaring in andere kredietinstellingen; −− één onafhankelijke bestuurder is lid en voorzitter van het auditcomité; −− elk lid van het auditcomité heeft professionele ervaring op het vlak van boekhouding of audit; −− elk lid van het auditcomité heeft professionele ervaring als bestuurder met een uitvoerende functie; −− alle leden van het auditcomité hebben bijkomende professionele ervaring in verschillende activiteitssectoren. De raad is dan ook van oordeel dat de leden van het auditcomité over de nodige deskundigheid beschikken om hun opdrachten uit te voeren. De bestuurders die aan alle criteria vermeld in artikel 526 ter van het Wetboek van Vennootschappen beantwoorden, worden als onafhankelijk bestuurder beschouwd. Op basis daarvan beschouwt de raad het volgende lid van het auditcomité als onafhankelijke bestuurder: de heer Christian Jacobs.
11. KWIJTING AAN BESTUURDERS EN COMMISSARIS Overeenkomstig de wet en de statuten wordt de algemene vergadering verzocht om kwijting te verlenen aan de bestuurders en de commissaris van Bank Degroof nv voor de uitoefening van hun mandaat tijdens het afgelopen boekjaar.
48 Jaarverslag 2010
12. HERNIEUWING VAN MANDATEN – BENOEMINGEN Wij stellen voor om voor een termijn van één (1) jaar, de mandaten van de heren Alain Philippson, Alain Siaens en Karel Boone te hernieuwen, en voor een termijn van vier (4) jaar de mandaten van de heren Luc Missorten en Christian Jacobs. Tot slot vragen wij u zich uit te spreken over de benoeming van twee nieuwe bestuurders voor een termijn van vier (4) jaar, namelijk de heer Frank Van Bellingen, wonende in de Sint-Amandsstraat 95 te 1853 Strombeek-Bever en de heer Jacques-Martin Philippson, wonende in de rue de Moriensart 3 te 1341 Céroux-Mousty.
13. TOEPASSING VAN DE WET VAN 3 MEI 2002
TOT WIJZIGING VAN DE ONVERENIGBAARHEIDSREGELING VOOR DE LEIDERS VAN KREDIETINSTELLINGEN EN BELEGGINGSONDERNEMINGEN EN VAN HET REGLEMENT VAN DE COMMISSIE VOOR HET BANK-, FINANCIE- EN ASSURANTIEWEZEN VAN 9 JULI 2002 IN TOEPASSING VAN DEZE WET
De lijst van de externe mandaten die door de bedrijfsleiders van Bank Degroof worden uitgeoefend en die onderworpen zijn aan bekendmaking, is beschikbaar op de website www.degroof.be. Opgemaakt te Brussel, op 14 december 2010
Glossarium ICB: instellingen voor collectieve belegging bekend onder de naam beveks. AFS: available for sale of voor verkoop beschikbaar. Impairment: bijzondere waardevermindering. Almac-comité: dit comité is voor de groep verantwoordelijk voor het beheer van de balans en de buitenbalans om een stabiele en toereikende financiële marge te behalen binnen aanvaardbare risicolimieten. Het beheert eveneens het geconsolideerde liquiditeitsrisico.
Bank Degroof
49
Geconsolideerde jaarrekening
51 geconsolideerde jaarrekening 54 Geconsolideerde balans 56 Geconsolideerde winst- en verliesrekening 57 Geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten 58 Geconsolideerde tabel van de vermogensmutaties 60 Geconsolideerd kasstroomoverzicht 62 Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening 62 62 64 64 65 65 70 71 71 72 73 73 75 75 76 77 77 78 78 78 79 79 80 80 80 81 82 85 86 87 88 88 88 89 89 89 89 90
52
Jaarverslag 2010
1. Algemene inlichtingen 2. Wijzigingen in de boekhoudkundige grondslagen en methodologie 3. Samenvatting van de boekhoudkundige grondslagen en methodologie 3.1 Consolidatieprincipes 3.2 Omrekening van vreemde valuta 3.3 Financiële instrumenten 3.4 Afdekkingstransacties 3.5 Lease overeenkomsten 3.6 Materiële vaste activa (met inbegrip van de vastgoedbeleggingen) 3.7 Immateriële activa 3.8 Overige activa 3.9 Bijzondere waardeverminderingen op activa 3.10 Voorzieningen 3.11 Belastingen 3.12 Personeelsbeloningen 3.13 Overige verplichtingen 3.14 Eigen vermogen 3.15 Rentebaten en -lasten 3.16 Dividenden 3.17 Erelonen en provisies 3.18 Resultaat van herwaardering of realisatie van financiële instrumenten 3.19 Geldmiddelen en kasequivalenten 4. Beoordelingen en schattingen aangewend bij de voorbereiding van de jaarrekeningen 5. Risicobeheer 5.1 Algemene principes 5.2 Liquiditeitsrisico 5.3 Marktrisico 5.4 Kredietrisico 5.5 Risico van het vermogensbeheer 5.6 Kapitaalbeheer 6. Consolidatiekring 6.1 Lijst van de belangrijkste dochterondernemingen van Bank Degroof 6.2 Lijst van de belangrijkste met Bank Degroof geassocieerde ondernemingen 6.3 Belangrijke wijzigingen van de consolidatiekring in dit boekjaar 7. Toelichting bij de geconsolideerde balans 7.1 Geldmiddelen en tegoeden bij centrale banken 7.2 Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden 7.3 Financiële activa aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening
inhoudsopgave
90 92 92 94 94 96 97 98 99 99 99 100 100 100 100 101 102 103 106 106 106 107 107 108 108 09 1 109 110 110 110 111 112 113 113 113 113 114 114 118 121 123
7.4 Voor verkoop beschikbare financiële activa 7.5 Leningen en vorderingen op kredietinstellingen 7.6 Leningen en vorderingen op cliënten 7.7 Tot einde looptijd aangehouden beleggingen 7.8 Materiële vaste activa en vastgoedbeleggingen 7.9 Immateriële activa en goodwill 7.10 Deelnemingen in ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast 7.11 Overige activa 7.12 Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden 7.13 Schulden aan kredietinstellingen 7.14 Schulden aan cliënten 7.15 In schuldbewijzen belichaamde schulden 7.16 Achtergestelde schulden 7.17 Voorzieningen 7.18 Overige passiva 7.19 Belastingen 7.20 Eigen vermogen 7.21 De reële waarde van financiële instrumenten 8. Toelichting bij de geconsolideerde winst- en verliesrekening 8.1 Rentebaten en -lasten 8.2 Geïnde dividenden 8.3 Ontvangen en betaalde provisies 8.4 Nettoresultaat op de financiële instrumenten die voor handelsdoeleinden worden aangehouden 8.5 Nettoresultaat op de financiële instrumenten aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening 8.6 Nettoresultaat op de financiële instrumenten niet gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening 8.7 Andere operationele nettoresultaten 8.8 Personeelskosten 8.9 Algemene en administratieve kosten 8.10 Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa 8.11 Netto bijzondere waardeverminderingen op activa 8.12 Belastingen 8.13 Elementen van het niet gerealiseerde resultaat 9. Rechten en verplichtingen 9.1 Activa in open bewaarneming 9.2 Rechten en verbintenissen in verband met kredieten 9.3 Gegeven en ontvangen waarborgen 10. Personeelsbeloningen en overige vergoedingen 10.1 Vergoedingen na uitdiensttreding 10.2 Op aandelen gebaseerde vergoedingen 11. Verbonden partijen 12. Na afsluiting opgetreden gebeurtenissen
24 Bezoldiging van de commissaris 1 125 Verslag van de commissaris
Bank Degroof
53
Geconsolideerde balans
(in duizenden EUR)
Activa
Toelichting
30.09.2010
30.09.2009
30.09.2008
Geldmiddelen en tegoeden bij centrale banken
7.1
284.963
227.325
82.000
Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden
7.2
108.459
60.477
325.279
Financiële activa aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst-en verliesrekening
7.3
1.046.951
1.164.047
22.093
Voor verkoop beschikbare financiële activa
7.4
973.035
598.844
673.337
Leningen en vorderingen op kredietinstellingen
7.5
176.440
195.110
1.279.589
Leningen en vorderingen op cliënten
7.6
1.870.790
1.923.081
2.296.081
Tot einde looptijd aangehouden beleggingen
7.7
136.392
265.740
319.820
Materiële vaste activa
7.8
70.046
74.152
78.731
Immateriële activa en goodwill
7.9
62.793
65.111
74.268
7.10
40.624
42.191
82.796
1.930
3.060
6.261
Deelnemingen in ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast Actuele belastingvorderingen Uitgestelde belastingvorderingen
7.19
9.998
7.617
10.185
Overige activa
7.11
71.884
60.824
62.205
4.854.305
4.687.579
5.312.645
Totaal activa
54
Jaarverslag 2010
(in duizenden EUR)
Passiva
toelichting
Schulden
30.09.2010
30.09.2009
30.09.2008
4.272.639
4.139.616
4.782.953
Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden
7.12
177.924
106.703
190.727
Schulden aan kredietinstellingen
7.13
268.669
385.503
489.085
Schulden aan cliënten
7.14
3.625.874
3.453.577
3.909.485
In schuldbewijzen belichaamde schulden
7.15
13.005
13.005
13.028
Achtergestelde schulden
7.16
50.531
51.115
51.045
Voorzieningen
7.17
3.537
2.993
1.093
47.135
46.159
40.520
Actuele belastingverplichtingen Uitgestelde belastingverplichtingen
7.19
10.997
10.515
9.218
Overige passiva
7.18
74.967
70.046
78.752
Eigen vermogen
581.666
547.963
529.692
Geplaatst kapitaal
7.20
47.491
47.051
46.047
Uitgiftepremies
7.20
180.517
173.474
159.030
Reserves en overgedragen resultaat
7.20
265.905
286.243
237.096
Herwaarderingsreserves
7.20
66.511
43.710
36.979
Eigen aandelen (-)
7.20
(47.091)
(20.946)
(33.016)
Nettoresultaat van de periode
7.20
67.779
18.583
82.913
554
(152)
643
4.854.305
4.687.579
5.312.645
Minderheidsbelangen
Totaal passiva
Bank Degroof
55
geconsolideerde winst- en verliesrekening
(in duizenden EUR) toelichting
30.09.2010
30.09.2009
30.09.2008
Rentebaten
8.1
86.764
134.868
201.357
Rentelasten
8.1
(22.115)
(72.579)
(159.965)
Dividenden
8.2
11.361
8.277
10.997
Provisiebaten
8.3
260.593
240.051
307.762
Provisielasten
8.3
(84.787)
(77.316)
(98.828)
Nettoresultaat op de financiële instrumenten die voor handelsdoeleinden worden aangehouden
8.4
(17.225)
(31.269)
26.442
Nettoresultaat op de financiële instrumenten aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening
8.5
886
39.769
(12.667)
Nettoresultaat op de financiële instrumenten niet gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening
8.6
8.862
12.618
31.249
Andere operationele nettoresultaten
8.7
4.381
2.160
12.360
(1.484)
(6.190)
565
247.236
250.389
319.272
Aandeel in het resultaat van de vennootschappen waarop vermogensmutatie is toegepast
Netto-opbrengst Personeelskosten
8.8
(113.667)
(107.717)
(111.073)
Algemene en administratieve kosten
8.9
(45.404)
(50.279)
(48.561)
Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa
8.10
(9.248)
(9.525)
(8.979)
Netto bijzondere waardeverminderingen op activa
8.11
(2.687)
(49.133)
(40.045)
76.230
33.735
110.614
(8.419)
(15.823)
(28.604)
67.811
17.912
82.010
67.779
18.583
82.913
32
(671)
(903)
Resultaat voor belastingen Belastingen
Nettowinst Waarvan toerekenbaar aan aandeelhouders van de moederonderneming
56
toerekenbaar aan minderheidsbelangen
Jaarverslag 2010
8.12
Geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten
(in duizenden EUR) toelichting
Nettowinst
30.09.2010
30.09.2009
30.09.2008
67.811
17.912
82.010
Herwaardering tegen de reële waarde Voor verkoop beschikbare financiële activa
8.13
19.540
5.884
(91.201)
Omrekeningsverschillen
8.13
3.236
832
783
Deel in het niet gerealiseerde resultaat van de vennootschappen verwerkt volgens de vermogensmutatie methode
8.13
0
0
(156)
Totaal niet-gerealiseerde resultaten 1
22.776
6.716
(90.574)
Totaal gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten
90.587
24.628
(8.564)
90.580
25.314
(7.615)
7
(686)
(949)
Waarvan toerekenbaar aan aandeelhouders van de moederonderneming
toerekenbaar aan minderheidsbelangen
1 Niet-gerealiseerde winsten en verliezen rechtstreeks tegen eigen vermogen verwerkt, netto van belastingen.
Bank Degroof
57
geconsolideerde tabel van de vermogensmutaties
Saldo op 30.09.2007 Kapitaalverhoging Lopende optieplannen
Geplaatst kapitaal
Uitgifte premies
Reserves en overgedragen resultaat
Herwaarderingsreserves
43.001
96.440
154.334
129.393
3.046
61.965
0
0
0
1.581
0
0
Transacties op eigen aandelen
0
(943)
0
0
Dividenden en tantièmes
0
0
(46.327)
0
Transacties met minderheidsaandeelhouders
0
0
(46)
0
Resultaatverwerking vorige periode
0
0
129.135
0
Nettoresultaat van de periode
0
0
0
0
Herwaardering tegen de reële waarde
0
0
0
(91.307)
Omrekeningsverschillen
0
0
0
0
Andere wijzigingen
0
(13)
0
0
46.047
159.030
237.096
38.086
Saldo op 30.09.2008
1.004
10.186
0
0
Lopende optieplannen
Kapitaalverhoging
0
1.003
0
0
Transacties op eigen aandelen
0
3.264
0
0
Dividenden en tantièmes
0
0
(33.746)
0
Transacties met minderheidsaandeelhouders
0
0
(20)
0
Resultaatverwerking vorige periode
0
0
82.913
0
Nettoresultaat van de periode
0
0
0
0
Herwaardering tegen de reële waarde
0
0
0
5.902
Omrekeningsverschillen
0
0
0
0
Andere wijzigingen
0
(9)
0
0
47.051
173.474
286.243
43.988 0
Saldo op 30.09.2009 Kapitaalverhoging
440
6.579
0
Lopende optieplannen
0
1.040
0
0
Transacties op eigen aandelen
0
(567)
0
0
Dividenden en tantièmes
0
0
(38.910)
0
Transacties met minderheidsaandeelhouders
0
0
(11)
0
Resultaatverwerking vorige periode
0
0
18.583
0
Nettoresultaat van de periode
0
0
0
0
Herwaardering tegen de reële waarde
0
0
0
19.573
Omrekeningsverschillen
0
0
0
0
Andere wijzigingen
0
(9)
0
0
47.491
180.517
265.905
63.561
Saldo op 30.09.2010
58
Jaarverslag 2010
(in duizenden EUR)
omrekeningsverschillen
eigen aandelen
Netto resultaat van de periode
Eigen vermogen: aandeel van de groep
Minderheidsbelangen
Totaal
(1.886)
(6.468)
129.135
543.949
1.772
545.721
0
0
0
65.011
0
65.011
0
0
0
1.581
0
1.581
0
(26.548)
0
(27.491)
0
(27.491)
0
0
0
(46.327)
(115)
(46.442)
0
0
0
(46)
(65)
(111)
0
0
(129.135)
0
0
0
0
0
82.913
82.913
(903)
82.010
0
0
0
(91.307)
(50)
(91.357)
779
0
0
779
4
783
0
0
0
(13)
0
(13)
(1.107)
(33.016)
82.913
529.049
643
529.692 11.190
0
0
0
11.190
0
0
0
0
1.003
0
1.003
0
12.070
0
15.334
0
15.334
0
0
0
(33.746)
(82)
(33.828)
0
0
0
(20)
(44)
(64)
0
0
(82.913)
0
0
0
0
0
18.583
18.583
(671)
17.912
0
0
0
5.902
(18)
5.884
829
0
0
829
3
832
0
0
0
(9)
17
8
(278)
(20.946)
18.583
548.115
(152)
547.963
0
0
0
7.019
0
7.019
0
0
0
1.040
0
1.040
0
(26.145)
0
(26.712)
0
(26.712)
0
0
0
(38.910)
(64)
(38.974)
0
0
0
(11)
763
752
0
0
(18.583)
0
0
0
0
0
67.779
67.779
32
67.811
0
0
0
19.573
(33)
19.540
3.228
0
0
3.228
8
3.236
0
0
0
(9)
0
(9)
2.950
(47.091)
67.779
581.112
554
581.666
Bank Degroof
59
Geconsolideerd kasstroomoverzicht
(in duizenden EUR) 30.09.2010
30.09.2009
30.09.2008
Nettowinst
67.811
17.912
82.010
Niet-monetaire elementen opgenomen in de winst en andere aanpassingen:
22.417
72.712
29.381
Courante en uitgestelde belastingen
8.419
15.823
28.604
Resultaat van geassocieerde ondernemingen na aftrek van ontvangen dividenden
1.484
6.190
(565)
Op aandelen gebaseerde vergoedingen
1.040
1.003
1.581
Bijzondere waardeverminderingen en afschrijvingen op (im)materiële vaste activa
9.504
47.037
9.494
Wijziging in voorzieningen
532
1.894
(726)
Nettoverlies (winst) op investeringen
196
807
69
toelichting
Overige aanpassingen Wijziging in bedrijfsactiva en -verplichtingen: Activa aangehouden voor handelsdoeleinden of aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde Leningen en vorderingen Voor verkoop beschikbare leningen en effecten
1.242
(42)
(9.076)
61.296
(1.183.537)
(108.041)
69.154
(877.148)
(23.202)
230.083
(203.799)
(642.510)
(353.491)
508.745
108.253
Overige activa
(4.379)
57.393
7.126
Verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden
71.182
(84.028)
(28.493)
(126.449)
(108.706)
115.330
203.264
(467.615)
352.907
0
(23)
13.028
Overige passiva
(28.068)
(8.356)
(10.480)
Betaalde winstbelastingen
(10.142)
(5.446)
(30.258)
Nettokasstromen uit bedrijfsactiviteiten (A)
141.382
(1.098.359)
(26.908)
6
0
0
(116.938)
6
0
5.314
0
(2.988)
(3.432)
(10.546)
Schulden aan kredietinstellingen Schulden aan cliënten Obligatieleningen
Overname van dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen verminderd met de verworven geldmiddelen (inclusief stijgingen in participatiepercentages) Afstotingen van dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen verminderd met de verkochte geldmiddelen (inclusief dalingen in participatiepercentages) Aankoop van (im)materiële vaste activa Verkoop van (im)materiële vaste activa
335
618
314
Aankoop van tot einde looptijd aangehouden effecten
(12.439)
0
0
Opbrengsten van de verkoop en de terugbetaling van tot einde looptijd aangehouden effecten
143.898
0
0
128.806
2.500
(127.170)
Uitgekeerde dividenden
(38.973)
(33.804)
(48.174)
Aankoop of verkoop van eigen aandelen
(26.712)
15.334
(27.492)
Nettokasstromen uit investeringsactiviteiten (B)
Opbrengst van de uitgifte of terugbetaling van achtergestelde schulden Opbrengst van de uitgifte van nieuwe aandelen Andere financieringen
Nettokasstromen uit financieringsactiviteiten (C)
60
Jaarverslag 2010
0
0
(50.000)
7.010
11.182
64.999
(4)
(69)
(111)
(58.679)
(7.357)
(60.778)
(in duizenden EUR) 30.09.2010
30.09.2009
30.09.2008
484
66
112
Nettotoename of -afname van de geldmiddelen en kasequivalenten (A + B + C + D)
211.993
(1.103.150)
(214.744)
Geldmiddelen en kasequivalenten bij het begin van het boekjaar
144.253
1.247.403
1.462.147
Geldmiddelen en kasequivalenten bij het einde van het boekjaar
356.246
144.253
1.247.403
101.408
181.026
252.981
toelichting
Gevolgen van wisselkoerswijzigingen op geldmiddelen en kasequivalenten (D)
Aanvullende informatie Ontvangen rente Ontvangen dividenden Betaalde rente
Samenstelling van de geldmiddelen en kasequivalenten
11.361
8.277
10.997
(38.212)
(104.194)
(228.885)
1.247.403
356.246
144.253
Geldmiddelen en tegoeden bij de centrale banken
183.481
4.386
3.607
Zichtrekeningen en daggeldleningen bij kredietinstellingen
133.565
95.637
200.702
39.200
44.230
1.043.094
0
0
0
Leningen en vorderingen op kredietinstellingen Waarvan onbeschikbaar
In overeenstemming met de gewijzigde IAS 7 worden de kasstromen die een gevolg zijn van wijzigingen in het belangenpercentage in een dochteronderneming die niet resulteren in een verlies van controle opgenomen onder de kasstromen uit financieringsactiviteiten. De bedragen opgenomen in de rubrieken met betrekking tot de kasstromen uit financieringsactiviteiten werden op die basis aangepast voor de vergelijkende boekjaren.
Bank Degroof
61
Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening 1. Algemene inlichtingen Het Koninklijk Besluit van 5 december 2004 legt de kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, ongeacht of ze al dan niet beursgenoteerd zijn, op om vanaf het boekjaar dat op 1 januari 2006 of na die datum aanvangt hun geconsolideerde jaarrekening op te maken op basis van de internationale boekhoudkundige normen IFRS (International Financial Reporting Standards) die door de Europese Unie zijn aangenomen. Daarom stelt Bank Degroof haar geconsolideerde jaarrekening op volgens de IFRS-normen die binnen de Europese Unie van toepassing zijn. Aangezien Bank Degroof echter geen effecten heeft die eigen vermogen of leningen vertegenwoordigen en die op een openbare effectenmarkt verhandeld worden of genoteerd zullen worden, worden de normen IFRS 8 (“Operationele segmenten”) en IAS 33 (“Winst per aandeel”) conform hun toepassingsgebied niet toegepast. Het is eveneens om die reden dat Bank Degroof geen tussentijdse informatie aan de markt bekendmaakt en bijgevolg slechts één verslagdatum heeft, die overeenkomt met de jaarlijkse afsluitdatum. Voor de boekhoudkundige principes die hierna niet specifiek vermeld worden, wordt verwezen naar de IFRS-normen zoals die door de Europese Unie aangenomen werden. De geconsolideerde jaarrekening wordt in duizenden euro voorgesteld, tenzij anders aangegeven.
2. wijzigingen in de boekhoudkundige grondslagen en methodologie De volgende IFRS-normen (nieuwe, herziene of gewijzigde) en IFRIC-interpretaties zijn voor het eerst van toepassing voor het huidige boekjaar. Critères d’utilisation
−− wijzigingen van IFRS 1 en van IAS 27 “Kost van deelneming in een dochteronderneming, een gezamenlijk gecontroleerde entiteit of een geassocieerde deelneming”; −− IAS 23 (herzien) “Financieringskosten”; −− IAS 1 (herzien) “Presentatie van de jaarrekening”; −− IFRS 8 “Operationele segmenten”; −− wijzigingen van IFRS 2 “Voorwaarden van verwerving en annuleringen”; −− wijzigingen van IAS 32 en IAS 1 “Financiële instrumenten terugbetaalbaar op initiatief van de houder en verplichtingen als gevolg van een vereffening”; −− wijzigingen van IAS 39 “Elementen in aanmerking komend voor indekking”; −− verbetering van de IFRS-normen (2006-2008); −− wijziging van IFRS 7 “ Verbetering van de informatie te verstrekken over financiële instrumenten”; −− IFRIC 15 “Overeenkomsten bouw onroerende goederen”; −− IFRIC 17 “Uitkering van niet monetaire activa aan eigenaars”; −− IFRIC 18 “Overdracht van activa voortkomend van klanten”; −− Verbetering van de IFRS-normen (2007-2009) wat betreft de wijzigingen van IAS 18 en IFRIC 16. De toepassing van deze nieuwe bepalingen heeft geen weerslag op het resultaat en het eigen vermogen van Bank Degroof. De herziening van de norm IAS 1 en de wijziging van IFRS 7 daarentegen hebben gevolgen gehad voor de voorstelling van de jaarrekening:
62
Jaarverslag 2010
IAS 1: afzonderlijke mededeling van de geconsolideerde resultatenrekening (een afzonderlijke resultatenrekening gevolgd door een staat van het globale resultaat beginnend met het resultaat en dan een detail van de samenstellende andere elementen van het globale resultaat) en voorstelling in de toelichting van nieuwe bijkomende informatie met betrekking tot de samenstelling van de andere elementen van het globale resultaat. IFRS 7: voorstelling in de toelichting van de instrumenten geboekt tegen reële waarde volgens een hiërarchie gesteund op drie niveaus en nieuwe informatie te verstrekken over de bepaling van de reële waarde en de blootstelling aan het liquiditeitsrisico. Ter herinnering (zie “Algemene inlichtingen”): de toepassing van IFRS 8 (die IAS 14 “Segment informatie” vervangt) is niet verplicht voor Bank Degroof. Te noteren dat IFRS 3 (herzien) “Bedrijfscombinaties” en de wijzigingen van IAS 27 “Geconsolideerde jaarrekening en enkelvoudige jaarrekening” ook van toepassing zijn vanaf dit boekjaar, maar dat Bank Degroof ze vervroegd heeft toegepast per 30 september 2008. Tussen de normen, wijzigingen van normen of interpretaties gepubliceerd door de IASB (International Accounting Standards Board) op datum van 30 september 2010 worden deze hierna vermeld van toepassing tijdens latere boekjaren: Critères d’utilisation
−− wijzigingen aan IFRS 1 “Bijkomende vrijstellingen voor eerste toepassers” van toepassing vanaf boekjaren beginnend op 1 januari 2010 of na die datum; −− wijzigingen van IFRS 2 “Intragroeps op aandelen gebaseerde betalingen en die worden geregeld in cash” van toepassing vanaf boekjaren beginnen op 1 januari 2010 of na die datum; −− diverse wijzigingen “Verbeteringen van de normen IFRS (2007-2009)”. Behalve andere vermelding (zie hiervoor) zijn deze wijzigingen van toepassing vanaf de boekjaren beginnend op 1 januari 2010 of na die datum; −− wijzigingen aan IAS 32 “Voorstelling van uitgegeven inschrijvingsrechten”, van toepassing vanaf de boekjaren beginnend op 1 februari 2010 of na die datum; −− wijzigingen aan IFRS 1 “Beperkte uitzondering voor de verplichting vergelijkende informatie volgens IFRS 7 te leveren voor eerste toepassers”, van toepassing vanaf de boekjaren beginnen op 1 juli 2010 of na die datum; −− IFRIC 19 “Aflossing van financiële verplichtingen met eigen-vermogensinstrumenten”, van toepassing vanaf boekjaren beginnend op 1 juli 2010 of na die datum; −− IAS 24 (herzien) “Informatieverschaffing over verbonden partijen”, van toepassing vanaf boekjaren beginnend op 1 januari 2011 of na die datum; −− diverse wijzigingen “Verbeteringen van de IFRS-normen (2008-2010)”, van toepassing, in het algemeen, vanaf de boekjaren die beginnen op 1 januari 2011 of na die datum; −− wijzigingen van IFRIC 14 “Voorafbetalingen van minimum financieringsvereisten”, van toepassing vanaf de boekjaren die beginnen op 1 januari 2011 of na die datum; −− IFRS 9 “Financiële instrumenten”, van toepassing vanaf de boekjaren die beginnen op 1 januari 2013 of na die datum.
Bank Degroof
63
De Bank zal de hiervoor vermelde teksten toepassen vanaf hun inwerkingtreding en verwacht, met uitzondering voor IFRS 9, geen belangrijke impact. Wat IFRS 9 betreft die nieuwe vereisten oplegt inzake de indeling en waardering van financiële instrumenten, zou de implementatie afhankelijk van de gemaakte keuzes een impact kunnen hebben op waar de winsten of verliezen worden geregistreerd (het resultaat of het eigen vermogen). Wat betreft de andere becijferde impact, deze zijn wellicht niet significant. Betreffende de datum van invoering van deze norm is nog geen enkele beslissing genomen. Bovendien dient te worden gepreciseerd dat de norm IFRS 9 evenals de verbeteringen van de IFRS-normen (2008-2010) nog niet werden aangenomen door de Europese Unie.
3. Samenvatting van de boekhoudkundige grondslagen en methodologie 3.1 Consolidatieprincipes Consolidatiekring De geconsolideerde jaarrekening omvat de rekeningen van de moedermaatschappij en haar dochterondernemingen die een materialiteitsdrempel overschrijden. Dochterondernemingen zijn alle vennootschappen die door Bank Degroof gecontroleerd worden, namelijk de entiteiten waarvan de Bank rechtstreeks of onrechtstreeks het financieel en operationeel beleid controleert om uit deze activiteiten voordeel te halen. De materialiteitsdrempel is gebaseerd op de analyse van diverse criteria waaronder het aandeel in het eigen vermogen van de groep, het aandeel in het resultaat van de groep en het aandeel in het balanstotaal van de groep. De dochterondernemingen worden geconsolideerd volgens de globale integratiemethode vanaf de overdrachtsdatum van de effectieve controle aan Bank Degroof en verdwijnen uit de consolidatiekring op de datum waarop deze controle ophoudt te bestaan. De rekeningen van de moedermaatschappij en de dochterondernemingen worden op dezelfde datum en volgens gelijkaardige boekhoudkundige methodes opgesteld, indien nodig met herwerking van de rekeningen. De intragroepsaldi, transacties, baten en lasten worden geëlimineerd. De minderheidsbelangen worden afzonderlijk weergegeven in het geconsolideerd resultaat en in de geconsolideerde balans binnen het eigen vermogen.
Joint ventures Joint ventures zijn alle ondernemingen waarover Bank Degroof rechtstreeks of onrechtstreeks een gezamenlijke controle uitoefent, dat wil zeggen dat geen enkele strategische, financiële en operationele beslissing genomen kan worden zonder unaniem akkoord van de partijen die de controle delen. Als deze joint ventures de materialiteitsdrempel overschrijden, worden zij volgens de vermogensmutatiemethode geboekt vanaf de datum van verwerving van de gezamenlijke controle en worden zij als dusdanig niet meer geboekt wanneer er van de gezamenlijke controle afstand gedaan wordt. De materialiteitsdrempel is gebaseerd op de analyse van diverse criteria waaronder het aandeel in het eigen vermogen van de groep, het aandeel in het resultaat van de groep evenals het aandeel in het balanstotaal van de groep. De rekeningen van de joint venture worden op dezelfde datum en volgens gelijkaardige boekhoudkundige methodes als deze van de moedermaatschappij van de groep opgesteld, indien nodig met herwerking van de rekeningen.
64
Jaarverslag 2010
Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening
Geassocieerde ondernemingen De geassocieerde ondernemingen zijn alle ondernemingen waarin Bank Degroof een aanzienlijke invloed uitoefent. Dit betekent dat zij inspraak heeft in de beslissingen over het financiële en operationele beleid zonder echter de controle of de gezamenlijke controle over dit beleid in handen te hebben. Als deze geassocieerde ondernemingen de materialiteitsdrempel overschrijden, worden zij volgens de vermogensmutatiemethode geboekt vanaf de datum waarop de aanzienlijke invloed verworven werd en worden zij als dusdanig niet langer geboekt op de datum dat deze aanzienlijke invloed ophoudt te bestaan. De materialiteitsdrempel is gebaseerd op de analyse van diverse criteria waaronder het aandeel in het eigen vermogen van de groep, het aandeel in het resultaat van de groep evenals het aandeel in het balanstotaal van de groep. De rekeningen van de geassocieerde onderneming worden op dezelfde datum en volgens gelijkaardige boekhoudkundige methodes opgesteld als deze van de moedermaatschappij van de groep, indien nodig met herwerking van de rekeningen.
3.2 Omrekening van vreemde valuta Omrekening van de rekeningen in vreemde munt Bij de consolidatie worden de balansen van entiteiten waarvan de functionele munt verschilt van deze van Bank Degroof (EUR), omgerekend aan de wisselkoers op balansdatum. De winst- en verliesrekening en de kasstroomoverzichten van deze zelfde entiteiten worden omgerekend aan de gemiddelde wisselkoers van de betreffende periode. Deze omrekeningsverschillen worden in het eigen vermogen verwerkt. De goodwill en de aanpassingen van de reële waarde die het resultaat zijn van de overname van een buitenlandse onderneming worden als activa en verplichtingen van deze entiteit beschouwd en worden bijgevolg omgerekend aan de wisselkoers op balansdatum. Deze omrekeningsverschillen worden in het eigen vermogen verwerkt. Wanneer bovenstaande entiteiten overgedragen worden, worden de in het eigen vermogen geboekte omrekeningsverschillen opgenomen in de berekening van de meer- of minwaarden en dus in de winst- en verliesrekening verwerkt.
Omrekening van de transacties in vreemde munt De transacties in vreemde valuta binnen de individuele rekeningen van de entiteiten van Bank Degroof worden geboekt aan de wisselkoers op transactiedatum. De monetaire activa en verplichtingen worden omgerekend aan de wisselkoers op balansdatum wat een omrekeningsverschil veroorzaakt dat in de winst- en verliesrekening wordt verwerkt. De niet-monetaire posten die tegen reële waarde gewaardeerd worden, worden omgerekend aan de wisselkoers op balansdatum. Het omrekeningsverschil dat uit deze omrekening voortvloeit, wordt in het eigen vermogen of in het resultaat verwerkt volgens de boekhoudkundige toewijzing van het betreffende element. De overige niet-monetaire posten worden gewaardeerd aan de historische wisselkoers, namelijk aan de wisselkoers op transactiedatum.
3.3 Financiële instrumenten 3.3.1 Boekhoudkundige verwerkingsdatum van financiële instrumenten Alle derivaten en alle aankopen of verkopen van effecten op basis van een contract dat de levering van het effect oplegt binnen de termijn die in het algemeen bepaald wordt door de reglementering of door een conventie op de betreffende markt, worden op transactiedatum geboekt. Vorderingen en deposito’s worden opgenomen op de afwikkelingsdatum.
Bank Degroof
65
3.3.2 Verrekening De financiële activa en verplichtingen worden enkel en alleen gesaldeerd, indien Bank Degroof een juridisch uitvoerbaar recht heeft om de geboekte bedragen te salderen, en zij het nettobedrag wenst te vereffenen of de activa te verzilveren en tegelijkertijd de verplichtingen wenst te vereffenen.
3.3.3 Financiële activa en verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden Financiële activa of verplichtingen die voor handelsdoeleinden worden aangehouden, zijn financiële activa of verplichtingen die hoofdzakelijk verworven of aangegaan werden voor verkoop of terugkoop op korte termijn of die deel uitmaken van een portefeuille financiële instrumenten die samen beheerd worden en waarvan het recente profiel op korte termijn op winstneming wijst. Deze activa of verplichtingen worden initieel tegen hun reële waarde geboekt (zonder transactie kosten die rechtstreeks in het resultaat worden geboekt) en daarna aan hun reële waarde geherwaardeerd. De schommelingen in reële waarde worden in het resultaat opgenomen in de rubriek “Nettoresultaten op de financiële instrumenten die voor handelsdoeleinden worden aangehouden”. De ontvangen of betaalde interesten op niet afgeleide instrumenten worden geboekt onder de rubriek “Rentebaten of -lasten”. De ontvangen dividenden zijn begrepen in de rubriek “Dividenden”. Alle afgeleide financiële instrumenten met een positieve (negatieve) vervangingswaarde worden beschouwd als financiële activa (verplichtingen) die aangehouden worden voor handelsdoeleinden, met uitzondering van de derivaten die als afdekkingsinstrumenten worden betiteld. De derivaten die voor handelsdoeleinden aangehouden worden, worden tegen hun reële waarde opgenomen aan het begin van de operatie en later tegen hun reële waarde gewaardeerd. De wijzigingen in reële waarde, met inbegrip van de gelopen rente worden in de rubriek “Nettoresultaten op de financiële instrumenten die voor handelsdoeleinden worden aangehouden” geboekt.
3.3.4 De financiële activa en verplichtingen aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van de waardeverandering in de winst- en verliesrekening De aanmerking van financiële activa en verplichtingen als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening (of optie van reële waarde) vindt plaats bij de initiële boekhoudkundige verwerking van het financiële instrument waarbij de volgende gebruikscriteria worden nageleefd: Critères d’utilisation
−− d eze toewijzing schakelt de incoherentie uit in de waardering of de boekhoudkundige verwerking (soms “boekhoudkundige mismatch” genoemd), of beperkt deze sterk, die zou ontstaan indien de toewijzing niet had plaatsgevonden; of −− een groep financiële activa, verplichtingen of beide wordt beheerd en de prestatie ervan wordt gewaardeerd op basis van de reële waarde volgens een goed gedocumenteerde risicobeheerstrategie of investeringsstrategie; of −− het financiële instrument bevat een niet nauw verbonden in contracten besloten derivaat. De keuze van de reële waardeoptie is onomkeerbaar vanaf het ogenblik dat de activa of verplichtingen in de balans worden opgenomen. Deze categorie heeft dezelfde waarderingsregels als deze die op de categorie “Financiële activa en verplichtingen die voor handelsdoeleinden worden aangehouden” toegepast worden. Voor de erkenning van de rentes en dividenden worden dezelfde rubrieken gebruikt als deze voor de “Financiële activa en verplichtingen die voor handelsdoeleinden worden aangehouden”. De variaties in reële waarde worden echter verwerkt in de rubriek “Nettoresultaat op de financiële instrumenten aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening”.
3.3.5 Leningen en vorderingen Leningen en vorderingen zijn niet afgeleide financiële activa met vaste of bepaalbare betalingen die niet op een actieve markt genoteerd staan. De leningen en vorderingen worden in het begin tegen hun reële
66
Jaarverslag 2010
Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening
waarde geboekt en later gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs volgens de effectieve rentevoetmethode gecorrigeerd met eventuele bijzondere waardeverminderingen. De effectieve rentevoet is de rentevoet die de uitbetalingen of inningen van toekomstige kasverrichtingen actualiseert over de verwachte looptijd van het financiële instrument of, naargelang van het geval, over een kortere periode waardoor de nettoboekwaarde van het financiële actief of de verplichting wordt verkregen. De geamortiseerde kost die volgens de effectieve rentevoetmethode wordt bepaald, wordt berekend door rekening te houden met premies en disagio’s evenals met transactieprovisies en -kosten die integraal deel uitmaken van de effectieve rentevoet. De amortisatie volgens de effectieve rentevoetmethode wordt in de winst- en verliesrekening verwerkt via de rubriek “Rentebaten”. De bedragen van de bijzondere waardevermindering worden in het resultaat geboekt in de rubriek “Bijzondere waardeverminderingen”. Leningen en vorderingen groeperen hoofdzakelijk de interbancaire leningen en vorderingen en die aan het cliënteel.
3.3.6 Beleggingen die tot einde looptijd aangehouden worden Beleggingen die tot einde looptijd aangehouden worden, zijn niet afgeleide financiële activa met vaste of bepaalbare betalingen en met een vaste looptijd die Bank Degroof wil en kan houden tot hun vervaldag. De tot einde looptijd aangehouden financiële activa worden aanvankelijk tegen hun reële waarde geboekt en vervolgens aan de geamortiseerde kost volgens de effectieve rentevoetmethode gewaardeerd, na eventuele aftrek van een bijzondere waardevermindering ten gevolge van waardeverlies. De amortisatie volgens de effectieve rentevoetmethode wordt in de winst- en verliesrekening verwerkt via de rubriek “Rentebaten”. De bedragen van de bijzondere waardeverminderingen worden in het resultaat geboekt in de rubriek “Bijzondere waardeverminderingen”.
3.3.7 Voor verkoop beschikbare financiële activa Voor verkoop beschikbare financiële activa zijn niet afgeleide financiële activa die worden aangeduid als voor verkoop beschikbare activa of die niet tot één van de bovenvermelde categorieën behoren. Deze activa worden aanvankelijk tegen hun reële waarde gewaardeerd en vervolgens tegen hun reële waarde geherwaardeerd. Alle schommelingen van reële waarde worden geboekt in een specifieke rubriek van het eigen vermogen. Bij de verkoop of een bijzondere waardevermindering van deze activa worden de gecumuleerde herwaarderingsresultaten, voorheen geboekt onder eigen vermogen, in het resultaat opgenomen onder de rubriek “Nettoresultaat op de financiële instrumenten niet gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening” of voor de bijzondere waardeverminderingen onder de rubriek “Bijzondere waardeverminderingen”. Voor rentedragende instrumenten worden de opbrengsten geboekt volgens de effectieve rentevoetmethode onder de rubriek “Rentebaten”. De ontvangen dividenden zijn begrepen in de rubriek “Dividenden“. De voor verkoop beschikbare activa omvatten hoofdzakelijk de vastrentende of niet vastrentende effecten die niet behoren tot de categorie van de financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden, deze aangemerkt als gewaardeerd tegen hun reële waarde via de winst- en verliesrekening, de categorie van de tot einde looptijd aangehouden beleggingen evenals de categorie van de leningen en vorderingen.
3.3.8 Overige financiële verplichtingen De overige financiële verplichtingen bevatten alle andere financiële al dan niet achtergestelde schulden (met uitzondering van derivaten) die niet als voor handelsdoeleinden aangehouden of als aangemerkt via de winst- en verliesrekening tegen hun reële waarde gewaardeerde verplichtingen geklasseerd worden. De overige financiële verplichtingen worden aanvankelijk tegen hun reële waarde gewaardeerd (met inbegrip van de transactiekosten indien ze betekenisvol zijn) en vervolgens aan de geamortiseerde kostprijs met behulp van de effectieve rentevoetmethode. De gelopen rente (met inbegrip van elk verschil tussen het ontvangen nettobedrag en de terugbetalingswaarde) wordt volgens de effectieve rentevoetmethode in de rubriek “Rentelasten” in het resultaat geboekt.
Bank Degroof
67
3.3.9 Reële waarde van de financiële instrumenten De reële waarde is het bedrag waartegen de activa verhandeld kunnen worden of een verplichting vereffend kan worden tussen goed geïnformeerde, toestemmende en in normale concurrentieomstandigheden handelende partijen. De reële waarde wordt bepaald op basis van de prijzen die op een actieve markt genoteerd zijn (noteringen vastgelegd door een beurs, een makelaar of elke andere bron die door de beleggers erkend is). Wanneer er geen markt bestaat of er geen marktprijzen beschikbaar zijn, worden er waarderingstechnieken toegepast. Deze technieken maken maximaal gebruik van een aantal waarneembare marktgegevens, courant gebruikte berekeningsmethodes en een reeks andere factoren zoals tijdswaarde, kredietrisico en liquiditeitsrisico. De reële waarde die door deze technieken geraamd wordt, wordt dus beïnvloed door de gekozen gegevens. De waarderingstechnieken betreffen meer bepaald de methode van de verdiscontering van kasstromen, de verwijzing naar de marktwaarde van andere vergelijkbare instrumenten en de waarderingsmodellen van de opties en andere passende waarderingsmodellen. Bij de initiële boekhoudkundige verwerking is de waarde van een financieel instrument de transactieprijs (namelijk de waarde van de gestorte of ontvangen compensatie) tenzij er een andere reële waarde verkregen kan worden op basis van actuele waarneembare markttransacties die op hetzelfde instrument betrekking hebben of op basis van een waarderingstechniek die enkel op waarneembare marktgegevens gebaseerd is. In de zeldzame gevallen dat de reële waarde niet op een betrouwbare wijze bepaald kan worden, wordt het financiële instrument aan kostprijs gewaardeerd. Om de reële waarde van de financiële instrumenten te bepalen, gebruikt de Bank hoofdzakelijk de volgende waarderingsmethodes:
Actieve markt De financiële instrumenten worden tegen hun reële waarde gewaardeerd met verwijzing naar de prijzen die op een actieve markt genoteerd staan wanneer ze gemakkelijk verkrijgbaar zijn. De genoteerde effecten en de derivaten op georganiseerde markten (futures en opties) worden zo gewaardeerd. OTC-derivaten (“Over the counter”-derivaten) zoals renteswaps, opties, wisselcontracten worden gewaardeerd aan de hand van universeel erkende modellen (verdiscontering van toekomstige kasstromen, Black and Scholes-model, enz.) die van waarneembare marktgegevens gebruik maken. Voor de waarderingen die de koers van het “marktgemiddelde” gebruiken als basis voor het bepalen van de reële waarde, wordt er per risicopositie een koersaanpassing toegepast op de open nettoposities door, naargelang van het geval, gebruik te maken van de biedkoers of de laatkoers.
Geen actieve markt De meeste derivaten worden op actieve markten verhandeld. Wanneer de prijs van een transactie in een inactieve markt niet overeenstemt met de reële waarde van andere transacties die in deze markt waarneembaar zijn voor hetzelfde instrument of met de waardering door een intern model dat op waarneembare marktgegevens gebaseerd is, wordt dat verschil rechtstreeks in het resultaat geboekt. Wanneer dat verschil (gebruikelijk “Day 1 profit and loss” genoemd) echter door een waarderings model wordt gegenereerd waarvan geen enkele parameter uit waarneembare marktgegevens voortkomt, wordt het in het resultaat over de looptijd van de transactie gespreid opgenomen of uitgesteld totdat het instrument afgeboekt wordt. In alle gevallen wordt het nog niet erkende verschil onmiddellijk in het resultaat geboekt indien de aanvankelijk niet waarneembare parameters waarneembaar worden of indien de reële waarde bepaald kan worden door te refereren aan een prijs die genoteerd is op een actieve markt met betrekking tot hetzelfde instrument. De geschikte methode om dit verschil ten laste van het resultaat te erkennen wordt voor elke transactie individueel bepaald.
68
Jaarverslag 2010
Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening
Geen actieve markt – Eigen-vermogensinstrumenten (niet genoteerde aandelen) Bij gebrek aan een recente transactieprijs die in normale marktomstandigheden tot stand is gekomen, wordt de reële waarde van de niet genoteerde aandelen geraamd via erkende waarderingstechnieken, zoals de verdisconteringsmethode van de toekomstige kasstromen, de toepassing van de beursratio’s van vergelijkbare vennootschappen en de vermogensmethode. De boekwaarde van de financiële instrumenten op korte termijn komt overeen met een redelijke benadering van hun reële waarde.
3.3.10 Een in contract besloten derivaat Een in contract besloten derivaat wordt gedefinieerd als een component van een samengesteld instrument dat tegelijk een afgeleid financieel instrument en een niet afgeleid basiscontract bevat. Een in contract besloten derivaat moet van het basiscontract gescheiden worden en als een derivaat worden geboekt wanneer: Conditions de comptabilisation
−− er geen nauw verband bestaat tussen de economische kenmerken en risico’s van het in het contract besloten derivaat en de economische kenmerken en risico’s van het basiscontract; −− een afzonderlijk instrument met dezelfde voorwaarden als het in het contract besloten derivaat aan de definitie van een derivaat zou beantwoorden; −− het hybride (samengestelde) instrument niet voor handelsdoeleinden wordt aangehouden. Dat (in contract besloten) derivaat wordt tegen reële waarde gewaardeerd met verwerking van de waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening op dezelfde wijze als voor een autonoom derivaat. Het basiscontract wordt geboekt en gewaardeerd volgens de principes van de categorie waartoe het behoort. Voor zover de scheiding van het (in contract besloten) derivaat toegelaten is (zie hoger), kan het volledige hybride contract als een financieel actief of een verplichting tegen reële waarde via de winst- en verliesrekening gewaardeerd worden. Als het echter niet mogelijk is het (in contract besloten) derivaat afzonderlijk te waarderen, moet het volledige hybride contract als een financieel actief of een verplichting tegen reële waarde via de winst- en verliesrekening gewaardeerd worden.
3.3.11 Afboeking van financiële instrumenten Een financieel actief wordt afgeboekt wanneer: Conditions de décomptabilisation
−− d e contractuele rechten op de kasstromen die aan het financiële actief verbonden zijn op vervaldag komen; of −− de Bank nagenoeg alle risico’s en voordelen die aan het eigendom van dit financiële actief verbonden zijn, heeft overgedragen. Als de Bank niet substantieel alle risico’s en voordelen die aan het eigendom van het financiële actief verbonden zijn, overdraagt of houdt, wordt dit financiële actief afgeboekt indien de controle van het financiële actief niet behouden blijft. Anders behoudt de Bank het financiële actief in de balans in zoverre zij bij dit actief betrokken is. Een financiële verplichting wordt afgeboekt indien deze verplichting is uitgedoofd, namelijk wanneer de verplichting die het contract bevat, geannuleerd wordt of verstrijkt.
Bank Degroof
69
3.4 Afdekkingstransacties De afdekkingstransacties hebben tot doel de blootstelling aan schommelingen van de wisselkoersen, rentevoeten of prijzen te verminderen of weg te werken door afgeleide of niet afgeleide financiële instrumenten. Opdat een verrichting als afdekkingstransactie in aanmerking zou komen en de relatie tussen de afdekkingsinstrumenten en de afgedekte elementen tot stand gebracht zou worden, moeten de volgende voorwaarden nageleefd worden: Conditions à respecter
−− opstellen van een geformaliseerde documentatie over het afdekkingsinstrument en het in te dekken onderliggende element dat de afdekkingsrelatie, de strategie en de aard van het afgedekte risico omschrijft, evenals de methodes om de effectiviteit van de relatie te evalueren; −− aantonen dat de afdekking effectief zal zijn om de schommelingen in reële waarde of in kasstromen te compenseren die toe te schrijven zijn aan het afgedekte risico, toen het genomen werd en tijdens de verdere boekjaren; −− de mogelijkheid hebben om de effectiviteit van de dekking op een betrouwbare manier te meten; en −− de efficiëntie van de afdekking op continue wijze meten (retrospectieve en prospectieve effectiviteitstests) bij elke boekhoudkundige afsluiting tot de afdekking is verstreken. De boekhoudkundige verwerking van de afdekkingsverrichtingen hangt af van hun indeling in de volgende categorieën:
Afdekking van de reële waarde De schommelingen in de reële waarde van het derivaat of het niet afgeleide afdekkingsinstrument dat in een hedgerelatie in reële waarde aangeduid en gekwalificeerd is, worden in het resultaat geboekt in de post “Nettoresultaat op afdekkingstransacties” op dezelfde manier als de schommelingen in reële waarde van afgedekte activa of verplichtingen die aan het afgedekte risico toegeschreven kunnen worden. Als de afdekking niet meer voldoet aan de voorwaarden voor de administratieve verwerking van afdekkingstransacties, wordt de gecumuleerde aanpassing die in de balans op het afgedekte item is ingeschreven, bij een rentedragend financieel instrument, geamortiseerd in het resultaat over de resterende looptijd van het afgedekte item via een aanpassing van de effectieve rentevoet. Bij een afdekking van het renterisico van een portefeuille instrumenten, wordt deze aanpassing lineair geamortiseerd. Voor een niet rentedragend financieel instrument wordt de gecumuleerde aanpassing op het afgedekte item slechts op de vervaldag (of bij de afboeking) van het afgedekte item in resultaat geboekt.
Afdekking van de kasstromen Het effectieve deel van de schommelingen in reële waarde van de als afdekking van de kasstromen aangeduide en gekwalificeerde derivaten wordt tijdelijk ingeschreven in een specifieke rubriek van het eigen vermogen als “herwaarderingsreserves”. Het niet effectieve deel van de schommelingen in reële waarde wordt rechtstreeks in de winst- en verliesrekening geboekt. De winsten en verliezen die voorheen in het eigen vermogen werden ingeschreven, worden naar het resultaat overgebracht en als baten en lasten geboekt naarmate het afgedekte instrument het resultaat beïnvloedt. Als de afdekkingsrelatie onderbroken wordt of als de afdekking niet meer aan de voorwaarden voor de administratieve verwerking van afdekkingstransacties voldoet, worden de gecumuleerde bedragen die in het eigen vermogen werden ondergebracht, in het eigen vermogen gehandhaafd tot op het ogenblik dat de geplande transactie het resultaat beïnvloedt. Indien men niet meer verwacht dat de voorziene transactie zal worden afgeboekt, worden deze bedragen onmiddellijk in het resultaat geboekt.
Afdekking van de netto-investering in een buitenlandse entiteit De afdekking van de netto-investering in een buitenlandse entiteit volgt dezelfde boekhoudkundige principes als de afdekking van de kasstromen. De winsten en verliezen ingeschreven in het eigen vermogen, worden naar het resultaat overgebracht bij overdracht of vereffening van de buitenlandse activiteit.
70
Jaarverslag 2010
Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening
3.5 Lease overeenkomsten Een lease overeenkomst is een financiële lease overeenkomst als de overeenkomst nagenoeg alle risico’s en voordelen die aan het eigendom van het actief verbonden zijn, overdraagt. Een operationele lease overeenkomst is elke andere overeenkomst die geen financiële lease overeenkomst is.
Een entiteit van de groep als leasingnemer Als de leasing met een operationele lease overeenkomst overeenkomt, wordt het geleasde goed niet in de balans opgenomen en worden de huurgelden lineair over de looptijd van de lease overeenkomst in de winst- en verliesrekening geboekt. Als de leasing een financiële lease overeenkomst is, wordt het geleasde actief als vastliggend en tegen zijn reële waarde geboekt of, indien deze lager ligt, tegen de verdisconteerde waarde van de minimale contractuele huurgeldstromen. Vervolgens wordt het actief afgeschreven volgens dezelfde afschrijvingsregels die worden toegepast op gelijkaardige activa, over de gebruiksduur van het actief ofwel over de leaseperiode indien deze laatste korter is. De overeenkomstige financiële schuld wordt als lening in de verplichtingen van de balans ingeschreven. De financiële last wordt in het resultaat opgenomen voor elke periode die gedekt is door de lease overeenkomst zodat er een constante periodieke rentevoet wordt verkregen tegenover het resterende schuldsaldo.
Een entiteit van de groep als leasinggever De goederen die geleased worden in het kader van een operationele lease overeenkomst worden in de activa opgenomen als vaste activa en afgeschreven volgens dezelfde afschrijvingsregels die op gelijkaardige activa worden toegepast. De huurinkomsten worden lineair over de duur van de lease overeenkomst in het resultaat verwerkt. Voor de financiële lease overeenkomst wordt de actuele waarde van de minimumbetalingen – indien nodig verhoogd met de restwaarde van het goed – verwerkt als een vordering en niet als materiële vaste activa. De financiële baten van de financiële lease overeenkomst worden verdeeld over de contractduur op basis van een schema dat een constant rendabiliteitspercentage weergeeft tegenover de uitstaande netto-investering volgens het contract.
3.6 Materiële vaste activa (met inbegrip van de vastgoedbeleggingen) De materiële vaste activa worden tegen hun aankoopkost geboekt (met inbegrip van de rechtstreeks toerekenbare kosten) verminderd met de gecumuleerde afschrijvingen en eventuele waardeverliezen. Bank Degroof past de boekhoudkundige verwerkingsmethode van vaste activa per onderdeel toe (hoofdzakelijk voor de panden) en het afschrijfbare bedrag wordt bepaald na aftrek van zijn restwaarde. De afschrijving wordt lineair berekend in functie van de gebruiksduur van de betrokken activa. De gebruiksduur die de Bank hanteert, wordt hierna weergegeven: Aard van het vaste actief of onderdelen Grond Ruwbouw
gebruiksduur Onbeperkt 40 tot 50 jaar
Technische installaties
10 jaar
Algemene installaties
20 jaar
Afwerking
5 tot 10 jaar
Informatica- en telecommateriaal
4 jaar
Divers materiaal/uitrustingen
5 jaar
Kantoormeubilair
10 jaar
Rollend materiaal
4 jaar
Bank Degroof
71
Gronden en kunstwerken hebben een onbeperkte gebruiksduur en worden dus niet afgeschreven maar kunnen waardeverliezen kennen. Bij elke afsluitingsdatum wordt er, wanneer er om het even welke aanwijzing bestaat dat een materieel actief waarde heeft kunnen verliezen, een toets van bijzondere waardevermindering (waarbij de nettoboekwaarde van het actief wordt vergeleken met de realiseerbare waarde) uitgevoerd. Een bijzonder waardeverminderingsverlies wordt erkend wanneer de boekwaarde van het vaste actief hoger is dan de geschatte realiseerbare waarde. De gebruiksduur en de restwaarde van de materiële vaste activa worden bij elke afsluitingsdatum herzien. De vastgoedbeleggingen zijn onroerende goederen die aangehouden worden om er huur uit te halen en/of de waarde van het geïnvesteerde kapitaal te valoriseren. Indien het voor eigen rekening gebruikte gedeelte afzonderlijk afgestaan of verhuurd kan worden via een financiële lease overeenkomst, wordt dit deel als materieel vast actief geboekt. Zoniet wordt het onroerend goed enkel als vastgoedbelegging beschouwd indien het voor eigen rekening gebruikte gedeelte slechts een onbeduidend percentage is van de totale investering.
3.7 Immateriële activa Immateriële activa zijn niet-monetaire, identificeerbare activa zonder materiële kenmerken. Deze activa worden aanvankelijk geboekt aan kostprijs als ze geacht worden toekomstige financiële voordelen voort te brengen en als de aankoopkost van deze elementen op een betrouwbare manier bepaald kan worden. De immateriële activa bevatten voornamelijk aangekochte of intern ontwikkelde software evenals het handelsfonds dat werd aangekocht of dat werd verworven in het kader van een bedrijfscombinatie van ondernemingen. De aangekochte software wordt lineair afgeschreven volgens de aard ervan, over een gebruiksduur van 3 tot 5 jaar, vanaf het ogenblik dat zij bruikbaar is. De onderhoudskosten van de software worden ten laste genomen wanneer deze kosten gemaakt worden. De uitgaven die de kwaliteit van de software verbeteren of de gebruiksduur ervan verlengen, worden daarentegen bij de oorspronkelijke aankoopkost gevoegd. De ontwikkelingskosten van de intern ontwikkelde software worden lineair afgeschreven over de periode waarin men verwacht van de voordelen van de activa te kunnen genieten. De onderzoekskosten worden rechtstreeks ten laste genomen wanneer zij gemaakt worden. De handelsfondsen die een bepaalde gebruiksduur hebben, worden lineair afgeschreven over de periode waarin men verwacht van de voordelen van de activa te kunnen genieten. Deze gebruiksduur overschrijdt meestal niet een periode van 20 jaar. Bij elke afsluitingsdatum wordt er, wanneer er om het even welke aanwijzing bestaat dat immateriële activa waarde hadden kunnen verliezen, een toets van bijzondere waardevermindering (waarbij de nettoboekwaarde van de activa wordt vergeleken met de realiseerbare waarde) uitgevoerd. Er wordt een bijzondere waardevermindering erkend wanneer de boekwaarde van de activa hoger is dan de geschatte realiseerbare waarde. De immateriële activa worden tegen hun kost geboekt, verminderd met de gecumuleerde afschrijvingen en waardeverliezen. De gebruiksduur en de restwaarde van de immateriële activa worden bij elke afsluitingsdatum herzien.
Goodwill Er kan goodwill optreden bij de verwerving van een dochteronderneming, een joint venture of een geassocieerde onderneming. Deze goodwill heeft betrekking op het verschil tussen de aankoopkost (met inbegrip van de kosten die rechtstreeks toe te schrijven zijn aan de bedrijfscombinatie van ondernemingen) en het volgens de IFRS herwerkte eigen vermogen, namelijk na de boekhoudkundige verwerking aan reële waarde (via het eigen vermogen) van alle in de zin van de IFRS identificeerbare activa en verplichtingen. Als dat verschil positief is, wordt het in de
72
Jaarverslag 2010
Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening
balans als immaterieel actief ingeschreven. Als het negatief is, wordt het in het resultaat opgenomen na controle van identificeerbare activa en verplichtingen en hun waardering. Vervolgens zal elk geboekt item gewaardeerd worden volgens dezelfde waarderingsregels die op gelijkaardige activa worden toegepast. Na de initiële boekhoudkundige verwerking wordt de positieve goodwill tegen kostprijs gewaardeerd, verminderd met de gecumuleerde bijzondere waardevermindering. De positieve goodwill wordt immers niet afgeschreven maar ondergaat eenmaal per jaar een toets van bijzondere waardevermindering of vaker, indien gebeurtenissen of gewijzigde omstandigheden aantonen dat hij in waarde verminderd kan zijn. Om de toets van bijzondere waardevermindering uit te voeren, en aangezien een goodwill nooit op onafhankelijke wijze kasstromen voortbrengt, moet hij toegepast worden op elke eenheid die kasmiddelen voortbrengt waarvoor synergieën genoten kunnen worden die uit de bedrijfscombinatie van ondernemingen voortkomen. De eenheden die kasmiddelen voortbrengen, kunnen een juridische entiteit of een activiteitensector zijn; deze kunnen ook op basis van geografische criteria of van meerdere voornoemde elementen vastgesteld zijn. Een wijziging in het belangenpercentage in een dochteronderneming (organisatie waarover Bank Degroof al de controle heeft) moet beschouwd worden als een verrichting onder aandeelhouders. Bijgevolg wordt er, indien de verrichting geen verandering van de consolidatiemethode teweegbrengt, geen enkele aanpassing uitgevoerd en wordt het verschil tussen de aankoop- of verkoopprijs en de boekwaarde van het aangekochte of verkochte eigen vermogen rechtstreeks onder het eigen vermogen geboekt. Indien een bedrijfscombinatie in fasen tot stand komt, wordt het acquisitieverschil berekend na de herwaardering van de voorheen aangehouden deelneming in de onderneming tegen de reële waarde op datum van de bijkomende acquisitie. De eventuele winst die of het mogelijke verlies dat voortvloeit uit deze herwaardering wordt naar resultaat geboekt.
3.8 Overige activa De overige activa bevatten hoofdzakelijk de te ontvangen baten (zonder rente), de over te dragen lasten en de overige debiteuren. Wij vinden er eveneens vorderingen op het personeel terug evenals elk surplus van de reële waarde van de activa van het pensioenstelsel bovenop de actuele waarde van de verplichting voor wat de vaste toezeggingen betreft (geboekt volgens de IAS 19-norm).
3.9 Bijzondere waardeverminderingen op activa Er moet een bijzondere waardevermindering op een actief geboekt worden wanneer de boekwaarde (na afschrijving indien het actief wordt afgeschreven) hoger is dan de realiseerbare waarde. Op elke verslagdatum gaat Bank Degroof na of er enige aanwijzing (gebeurtenis die voor verlies zorgt) bestaat dat een actief waarde heeft kunnen verliezen. Indien een dergelijke aanwijzing bestaat, wordt er een toets van bijzondere waardevermindering uitgevoerd en indien nodig wordt de bijzondere waardevermindering in de winst- en verliesrekening verwerkt. Zelfs als er geen objectieve aanwijzing van waardeverlies is, wordt een dergelijk onderzoek ten minste eenmaal per jaar op dezelfde datum uitgevoerd voor de immateriële activa met onbepaalde gebruiksduur en voor de goodwill.
Financiële activa Bijzondere waardeverminderingen worden op een financieel actief of op een groep financiële activa geboekt zodra er een objectieve aanwijzing bestaat dat er een meetbare bijzondere waardevermindering is ontstaan ten gevolge van één of meerdere gebeurtenissen die na de aanvankelijke boekhoudkundige verwerking van het actief of de groep activa plaatsvonden, en dat deze gebeurtenissen die verliezen hebben voortgebracht, de toekomstige geraamde kasstromen van dit actief of die groep activa beïnvloeden.
Bank Degroof
73
De volgende aanwijzingen worden onder andere beschouwd als een objectieve aanduiding dat het actief in waarde is verminderd: Signes de dépréciation
−− grote financiële moeilijkheden van de emittent; −− contractbreuk zoals het niet of laattijdig betalen van interesten of kapitaal; −− faciliteiten toegekend aan de kredietnemer om wettelijke of economische redenen die met zijn financiële moeilijkheden te maken hebben; −− faillissement of financiële herstructurering is heel waarschijnlijk; −− actieve markt voor dit actief verdwijnt (ten gevolge van de financiële moeilijkheden); −− andere waarneembare gegevens die aan een groep activa verbonden zijn, zoals een ongunstige wijziging van het terugbetalingsgedrag van de kredietnemers in de groep of een ongunstige wijziging in een activiteitensector die de kredietnemers van de groep treft; −− gevoelige of langdurige vermindering van de reële waarde van een eigen-vermogensinstrument onder de kostprijs. De analyse van het eventuele bestaan van een bijzondere waardevermindering wordt enkel op individuele basis verricht. De collectieve waardering (portefeuillebenadering) voor de berekening van een bijzondere waardevermindering is niet geschikt voor de kredietactiviteiten van Bank Degroof. De bijzondere waardeverminderingen van de financiële activa die boekhoudkundig werden verwerkt tegen de geamortiseerde kostprijs komen overeen met het verschil tussen hun boekwaarde en de tegen de oorspronkelijke effectieve rentevoet verdisconteerde waarde van de geraamde kasstromen. Als het effect van de verdiscontering verwaarloosbaar is, wordt het genegeerd. De bijzondere waardeverminderingsverliezen worden in het resultaat verwerkt onder de rubriek “Bijzondere waardeverminderingen” als tegenpost voor een rekening voor waardecorrectie van de boekwaarde van de in waarde verminderde financiële activa. Indien uit een gebeurtenis die zich na de bijzondere waardevermindering voordoet, blijkt dat het bijzondere waardeverminderingsverlies geen reden tot bestaan meer heeft of dit slechts ten dele het geval is, wordt dit voordien ingeschreven verlies in de winst- en verliesrekening teruggenomen onder de rubriek “Bijzondere waardeverminderingen”. Zodra de waarde van een actief verminderd is, worden de verdere rentebaten geboekt op basis van de rentevoet waaraan de toekomstige kasstromen verdisconteerd worden. De realiseerbare waarde van de voor verkoop beschikbare financiële activa is in het algemeen gebaseerd op de prijsnoteringen van de markt en, indien ze niet beschikbaar zijn, op de verwachte stromen geactualiseerd aan de huidige marktrente voor een gelijkaardig actief. Wanneer er een objectieve aanwijzing voor een bijzonder waardeverminderingsverlies bestaat, wordt het gecumuleerde verlies dat rechtstreeks op het eigen vermogen is geboekt uit het eigen vermogen gehaald en erkend in het resultaat in de post “Bijzondere waardeverminderingen”. Wanneer de reële waarde van een in waarde verminderd vastrentend effect stijgt ten gevolge van een gebeurtenis die zich na de bijzondere waardevermindering voordoet, wordt het bijzondere waardeverminderingsverlies in de winst- en verliesrekening teruggenomen (“Bijzondere waardeverminderingen”). Elke latere terugname van de reële waarde van een eigen vermogeninstrument wordt rechtstreeks in het eigen vermogen ingeschreven.
Overige activa De realiseerbare waarde van een niet financieel actief is het hoogste bedrag van zijn reële waarde verminderd met de verkoopkosten, en zijn bedrijfswaarde. De reële waarde verminderd met de verkoopkosten komt overeen met het bedrag dat verkregen kan worden uit de verkoop van een actief bij een transactie in normale concurrentieomstandigheden tussen geïnformeerde en toestemmende partijen na aftrek van de uitstapkosten. De bedrijfswaarde van een actief is de actuele waarde van de toekomstige kasstromen die uit dit actief kunnen voortvloeien.
74
Jaarverslag 2010
Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening
Indien de realiseerbare waarde van een geïsoleerd actief niet geraamd kan worden, wordt het aan een kasstroomgenererende eenheid (KGE) toegevoegd om de eventuele bijzondere waardeverminderingsverliezen op dit samenvoegingsniveau te bepalen. Een bijzondere waardevermindering wordt rechtstreeks in de winst- en verliesrekening verwerkt onder de post “Bijzondere waardeverminderingen”. Indien het actief geherwaardeerd wordt, wordt het bijzondere waardeverminderingsverlies als een vermindering van herwaardering behandeld. De bijzondere waardevermindering van een KGE wordt toegerekend om de boekwaarde van de activa van die eenheid in deze volgorde te verminderen: Ordre d’allocation
−− in de eerste plaats aan de goodwill die met de KGE verband houdt; −− daarna aan de andere activa van de KGE in verhouding tot de boekwaarde van elk actief van de KGE. Een bijzondere waardevermindering die in een vroeger boekjaar werd vastgesteld, wordt teruggenomen indien er zich een gunstige wijziging voordeed in de ramingen die gehanteerd werden om de realiseerbare waarde van het actief te bepalen sinds de laatste boekhoudkundige verwerking van een bijzonder waardeverminderingsverlies. Indien dat het geval is, moet de boekwaarde van het actief verhoogd worden tot zijn realiseerbare waarde zonder de boekwaarde van het actief te overschrijden, zoals die bepaald zou worden zonder de eerder geboekte bijzondere waardevermindering, dus na toepassing van de normale afschrijvingsregel. Een bijzondere waardevermindering op goodwill kan later niet teruggenomen worden.
3.10 Voorzieningen Een voorziening wordt geboekt wanneer: Conditions de comptabilisation
−− Bank Degroof een actuele juridische of impliciete verplichting heeft die uit een gebeurtenis in het verleden voortkomt; −− er naar alle waarschijnlijkheid middelen vrijgemaakt moeten worden om de verplichting na te komen; −− het bedrag van de verplichting op een betrouwbare manier geraamd kan worden. Wanneer het effect van de tijdswaarde van het geld belangrijk is, wordt de voorziening geboekt tegen zijn geactualiseerde waarde.
3.11 Belastingen Over de verslagperiode verschuldigde en verrekenbare belastingen De belastingvorderingen en -verplichtingen die betrekking hebben op de verslagperiode komen overeen met de te betalen of te recupereren bedragen, bepaald op basis van de regels en belastingtarieven die gelden in elk land waar vennootschappen van de groep op de afsluitingsdatum van de rekeningen gevestigd zijn, evenals met de aanpassingen van belastingen die betrekking hebben op de vorige boekjaren.
Uitgestelde belastingen Uitgestelde belastingen worden geboekt van zodra er een tijdelijk verschil bestaat tussen de fiscale waarde van de activa en verplichtingen en hun boekwaarde. De uitgestelde belastingen worden gewaardeerd volgens de methode van variabele overdracht die erin bestaat bij elke afsluitdatum de belastinglatenties te berekenen op basis van de belastingvoet die van kracht is of van kracht zal zijn (voor zover deze gekend is) op het ogenblik dat de tijdelijke verschillen omgekeerd zullen worden.
Bank Degroof
75
De uitgestelde belastingverplichtingen worden geboekt voor alle belastbare tijdelijke verschillen met uitzondering van deze die: Différences temporelles taxables exceptées
−− worden voortgebracht door de aanvankelijke boekhoudkundige verwerking van goodwil; −− te maken hebben met de aanvankelijke erkenning van een actief of een passief in een transactie die geen bedrijfscombinatie van ondernemingen is en die noch de boekhoudkundige winst noch de belastbare winst beïnvloedt; of −− verband houden met de investeringen in dochterondernemingen, verbonden ondernemingen en joint ventures in de mate waarin de datum waarop het tijdelijke verschil omgekeerd zal worden, gecontroleerd kan worden en het waarschijnlijk is dat het tijdelijke verschil niet binnen afzienbare tijd omgekeerd zal worden. De uitgestelde belastingvorderingen worden geboekt voor alle aftrekbare tijdelijke verschillen, de overdraagbare belastingverliezen en niet aangewende belastingkredieten in zoverre het waarschijnlijk is dat een toekomstig belastbaar voordeel, waarop de verschillen kunnen toegewezen worden, beschikbaar zal zijn, tenzij het aftrekbare tijdelijke verschil:
Différences temporelles taxables exceptées
−− voortgebracht wordt door de inboeking van een actief of een verplichting in een transactie die geen bedrijfscombinatie van ondernemingen is en die noch de boekhoudkundige winst noch de belastbare winst treft; of −− te maken heeft met investeringen in dochterondernemingen, verbonden ondernemingen en joint ventures in zoverre dit verschil niet binnen afzienbare tijd afgewikkeld zal worden. De opeisbare en uitgestelde belastingen worden in het resultaat opgenomen als belastinglasten of -baten, tenzij ze te maken hebben met elementen die in het eigen vermogen zijn ingeschreven (herwaardering tegen reële waarde van de voor verkoop beschikbare activa en de derivaten die als dekking van de kasstromen zijn aangewezen). In het laatste geval worden ze in het eigen vermogen geboekt en vervolgens in het resultaat verwerkt op hetzelfde ogenblik als de gerealiseerde meer- of minwaarden.
3.12 Personeelsbeloningen Pensioenverplichtingen Bank Degroof biedt verschillende pensioenregelingen aan, zowel op basis van toegezegde bijdragen als op basis van toegezegde pensioenen met naleving van de nationale reglementering of de praktijken van de sector. Voor de stelsels op basis van toegezegde bijdragen waarbij de Bank zich verbindt tot het storten van het daartoe voorziene bedrag aan de stelsels, wordt dat laatste ten laste genomen van het boekjaar. De stelsels op basis van toegezegde pensioenen zijn de plannen waarbij de Bank verplicht is om de bijkomende bijdragen aan de stelsels te storten als die laatste niet genoeg activa bezitten om aan hun verplichtingen tegenover het personeel te voldoen voor de huidige en vroegere diensten. Voor die stelsels wordt de last die in de winst- en verliesrekening is opgenomen, bepaald volgens de methode van de “projected unit credits” om de kost van het toekomstige pensioen te verdelen over de voorziene activiteitsduur van het personeelslid. De eventuele aanvulling van de verplichtingen van de Bank tegenover de activa die de stelsels aanhouden, wordt op het passief van de balans verwerkt. Alle noodzakelijke berekeningen worden door een onafhankelijke actuaris uitgevoerd. De Bank hanteert de “corridorbenadering” om rekening te houden met de actuariële verschillen die tijdens de al vermelde berekeningen bepaald werden. Deze benadering laat toe dat enkel het gedeelte van de actuariële verschillen die de “corridor” te buiten gaan, op een over de gemiddelde resterende activiteitsduur van de personeelsleden gespreide wijze in het resultaat wordt verwerkt. De corridor wordt bepaald door de hoogste waarde van deze die 10 % van de geactualiseerde waarde van de brutoverplichting bedraagt en deze die 10 % van de reële waarde van de activa van het stelsel bedraagt.
76
Jaarverslag 2010
Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening
Andere verbintenissen na uitdiensttreding Bepaalde vennootschappen van Bank Degroof bieden een volledige of gedeeltelijke betaling van de “Gezondheidszorg” verzekering aan personeelsleden die op het ogenblik van hun pensioen in dienst van de onderneming zijn. De geraamde verbintenis van de groep wordt in het passief opgenomen tijdens de activiteitsduur van de personeelsleden en wordt bepaald op basis van een methode die lijkt op deze die toegepast wordt voor de pensioenstelsels op basis van vaste toezeggingen. De verschillende berekeningen worden eveneens door een onafhankelijke actuaris uitgevoerd.
Voordelen inzake eigen vermogen Aandelenopties worden aan de directie en aan bepaalde bedienden toegekend. De kost van de bewezen diensten wordt bepaald tegenover de reële waarde van de aandelenopties en wordt progressief geboekt over de periode van de verwerving van de rechten die met de periode van bewezen diensten overeenkomen. De reële waarde van de opties wordt berekend op basis van de Black and Scholes-waarderingstechnieken. In het kader van de plannen die een uitbetaling in aandelen voorzien, is de gebruikte reële waarde deze die bepaald wordt bij de uiteindelijke aanvaarding door de begunstigden. Het aantal opties wordt echter bijgewerkt om enkel rekening te houden met deze die waarschijnlijk uitgeoefend zullen worden. In overeenstemming met IFRS 2 wordt er enkel rekening gehouden met aandelenoptieplannen die een uitbetaling voorzien in aandelen die na 7 november 2002 zijn uitgegeven. De kost van deze regeling wordt in de winst- en verliesrekening opgenomen, met als tegenpost het eigen vermogen. Voor de plannen die een uitbetaling in cash voorzien wordt de reële waarde bij elke afsluiting opnieuw berekend waarbij er met de marktgegevens en het aantal uitoefenbare opties rekening gehouden wordt. De kost van deze herwaardering wordt in de winst- en verliesrekening verwerkt met als tegenpost de inboeking van een schuld.
3.13 Overige verplichtingen De overige verplichtingen omvatten met name de personeelsvoordelen op korte termijn, de bedragen die ingeboekt werden voor de pensioenstelsels en de andere personeelsvoordelen op lange termijn. In deze post zijn ook de te betalen dividenden, de te betalen kosten (zonder rente), de over te dragen baten en de overige schulden opgenomen.
3.14 Eigen vermogen Uitgiftekosten van kapitaal De kosten voor de uitgifte van nieuwe aandelen die niet verbonden zijn aan een bedrijfscombinatie van ondernemingen, worden in mindering gebracht van het eigen vermogen netto van elke belasting die erop betrekking heeft.
Dividenden De dividenden op aandelen van het boekjaar worden niet van het eigen vermogen afgetrokken op de afsluitingsdatum. Het dividendbedrag voorgesteld op de algemene vergadering, wordt opgenomen in het hoofdstuk over de gebeurtenissen die na de afsluiting hebben plaatsgevonden.
Eigen aandelen Wanneer Bank Degroof of één van haar dochterondernemingen eigen aandelen inkoopt, wordt de inkoopprijs rechtstreeks in mindering van het eigen vermogen gebracht. De resultaten die voortvloeien uit de verkoop van eigen aandelen, worden eveneens rechtstreeks in het eigen vermogen verwerkt. De dividenden op eigen aandelen die door de Bank of haar dochterondernemingen aangehouden worden, worden geëlimineerd en maken dus geen deel uit van het totale bedrag van de voorgestelde uitkering.
Bank Degroof
77
Overige elementen De overige elementen die het eigen vermogen beïnvloeden zoals onder andere de verwerking van de optieplannen op eigen aandelen, de herwaardering tegen reële waarde van bepaalde financiële instrumenten, de transacties onder aandeelhouders of ook de impact van vreemde valuta en de consolidatieboekingen werden hiervoor onder hun respectievelijke punten uiteengezet.
3.15 Rentebaten en -lasten Rentebaten en -lasten worden in de winst- en verliesrekening geboekt voor alle rentedragende instrumenten waarbij de effectieve rentevoetmethode wordt gehanteerd. De effectieve rentevoet is de rentevoet die de toekomstige kasstromen verdisconteert over de looptijd van het financiële instrument, of naargelang van het geval, over een kortere periode om de nettoboekwaarde van het instrument te bekomen. De berekening van deze rentevoet bevat alle ontvangen of betaalde provisies die er betrekking op hebben, de transactiekosten en de premies of disagio’s. De transactiekosten zijn bijkomende kosten die rechtstreeks te maken hebben met de aanschaf, de uitgifte of de verkoop van een financieel instrument. Zodra de waarde van financiële activa verminderd werd ten gevolge van een bijzondere waardevermindering, worden de rentebaten verder geboekt aan de rentevoet die gehanteerd werd voor de verdiscontering van de toekomstige kasstromen, om het realiseerbare bedrag te bepalen. De rentebaten en -lasten op derivaten die voor handelsdoeleinden aangehouden worden, staan gerubriceerd onder dezelfde rubriek (“Nettoresultaat op de financiële instrumenten die voor handelsdoeleinden worden aangehouden”) als de schommelingen van de reële waarde. De gelopen rente wordt in de balans opgenomen in dezelfde post als de overeenkomstige financiële activa of financiële verplichtingen.
3.16 Dividenden De dividenden worden geboekt wanneer het recht van de aandeelhouder om de betaling te innen, is vastgesteld.
3.17 Erelonen en provisies Bank Degroof neemt erelonen en provisies in de winst- en verliesrekening op die voortkomen uit diverse diensten die aan haar cliënten verleend werden. De boekhoudkundige verwerking van deze erelonen en provisies hangt af van de aard van die prestaties. De provisies die integraal deel uitmaken van de effectieve rentevoet van een financieel instrument worden in het algemeen aangewend om die rentevoet te bepalen. Het gaat namelijk om provisies voor het toekennen van leningen en kredietopeningen. De provisies die een dienst over een gegeven periode vergoeden, worden gespreid naarmate de dienst verleend wordt of lineair over de duur van de verrichting die aan de basis van de provisie ligt. Dat is het geval voor de beheerprovisies, administratieve provisies, provisies voor financiële diensten, bewaarneming en andere dienstverlening. Als de verbintenisprovisies op kredietlijnen aanzienlijk zijn en de cliënt de lening waarschijnlijk afsluit, worden die uitgesteld en verwerkt als een aanpassing van de effectieve rentevoet van de lening. Zoniet worden ze pro rata temporis over de duur van de verbintenis in rekening gebracht. De provisies die verband houden met het verwezenlijken van een belangrijke handeling, zoals bemiddelings-, plaatsings-, prestatieprovisies en makelaarslonen worden uitgesteld en in het resultaat verwerkt bij de uitvoering van deze handeling.
78
Jaarverslag 2010
Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening
3.18 Resultaat van herwaardering of realisatie van financiële instrumenten De resultaten van verrichtingen met handelsdoeleinden bevatten alle winsten en verliezen die het gevolg zijn van schommelingen in reële waarde van financiële activa en verplichtingen die voor handelsdoeleinden worden aangehouden, evenals de rentebaten en -lasten van derivaten die niet als afdekkingsinstrumenten gekwalificeerd zijn en elke ineffectiviteit die in een afdekkingsrelatie wordt vastgesteld. De (niet) gerealiseerde winsten en verliezen (zonder gelopen rente en dividenden) op financiële instrumenten aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening, worden opgenomen in de herwaarderingsresultaten die op die instrumenten betrekking hebben. De winsten en verliezen die gerealiseerd worden op de verkoop of de cessie van financiële instrumenten die niet tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening worden verwerkt of die voor handelsdoeleinden aangehouden worden, worden ingeschreven onder de rubriek “Nettoresultaat op de financiële instrumenten niet gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening”.
3.19 Geldmiddelen en kasequivalenten Het begrip geldmiddelen en kasequivalenten omvat de kas, de saldi bij de centrale banken, de zichtrekeningen bij de kredietinstellingen en de leningen en vorderingen aan kredietinstellingen die binnen minder dan drie maanden na verwervingsdatum vervallen. Bank Degroof geeft de kasstromen weer die te maken hebben met operationele activiteiten op basis van de indirecte methode waarbij het nettoresultaat wordt aangepast om rekening te houden met de gevolgen van transacties van niet-contante aard, latenties of voorzieningen voor al of nog te ontvangen of te betalen kasstromen uit de bedrijfsactiviteiten en baten of lasten die verband houden met investerings- of financieringskasstromen. De belastingstromen, de ontvangen en de betaalde interesten worden volledig bij de operationele activiteiten weergegeven. De ontvangen dividenden worden bij de kasstromen ingedeeld die met de bedrijfsactiviteiten verbonden zijn. De uitgekeerde dividenden worden als kasstromen van de financieringsactiviteiten ingeschreven. De eigen-vermogensinstrumenten die in de portefeuille “Voor verkoop beschikbare financiële activa” zijn ingeschreven, zijn in de operationele activiteiten begrepen.
Bank Degroof
79
4. Beoordelingen en schattingen aangewend bij de voorbereiding van de jaarrekeningen De opstelling van de jaarrekeningen volgens de IFRS-normen verplicht tot het gebruik van beoordelingen en schattingen. Alhoewel de directie meent dat zij met alle beschikbare informatie rekening heeft gehouden om die beoordelingen en schattingen te bepalen, kan de werkelijkheid verschillen en kunnen die verschillen de jaarrekeningen beïnvloeden. De schattingen en beoordelingen betreffen hoofdzakelijk de volgende onderwerpen: Xxxxxxxx xxxx xx xxxx xxxxx xxx
−− bepaling van de reële waarde van de niet genoteerde financiële instrumenten; −− bepaling van de verwachte gebruiksduur en restwaarde van de immateriële en materiële vaste activa; −− veronderstellingen over de waardering van de verplichtingen verbonden aan de vergoedingen na uitdiensttreding; −− schatting van de realiseerbare waarde bij bijzondere waardeverminderingen; −− schatting van de bestaande verplichting die voortvloeit uit gebeurtenissen in het verleden bij de inboeking van voorzieningen.
5. Risicobeheer 5.1 Algemene principes Het directiecomité van de Bank heeft het beleid inzake risicobeheer van de groep vastgelegd, in overeenstemming met de risicoappetijt die gedefinieerd is in het model van economisch kapitaal (ICAAP 1) van de Bank en gevalideerd door het auditcomité. Om het beleid inzake risicobeheer uit te voeren, heeft het directiecomité enkele van zijn verantwoordelijkheden aan de volgende comités gedelegeerd: Responsabilités des comités
−− Het portefeuillecomité is voor de groep verantwoordelijk voor het beheer van de effectenportefeuille op middellange en lange termijn binnen de vastgelegde risicolimieten. −− Het almac-comité is voor de groep verantwoordelijk voor het beheer van de balans en de buitenbalans teneinde een stabiele en toereikende financiële marge te behalen binnen aanvaardbare risicolimieten. Het beheert eveneens het geconsolideerde liquiditeitsrisico. −− Het kredietcomité is verantwoordelijk voor het toekennen van nieuwe kredietlijnen en nieuwe limieten (op marktverrichtingen) aan niet bancaire tegenpartijen. Het verzekert eveneens de herziening van de bestaande kredietlijnen en -limieten. −− Het limietencomité is voor de groep verantwoordelijk voor het toekennen van nieuwe limieten voor elk producttype aan de tegenpartijen die bankiers en brokers zijn. Het verzekert eveneens de regelmatige herziening van de bestaande limieten. Het dagelijkse beheer van de risico’s en de controle van de naleving van de limieten worden door het risk management departement verzekerd. Dat staat in voor de opvolging van de marktrisico’s, de risico’s inzake liquiditeit, tegenpartij, vermogensbeheer en het operationele risico.
1 Internal Capital Adequacy Assessment Process.
80
Jaarverslag 2010
Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening
5.2 Liquiditeitsrisico Het liquiditeitsrisico is het risico dat Bank Degroof niet aan haar financiële verplichtingen kan voldoen op hun vervaldag tegen een redelijke kost. Het liquiditeitsbeheer heeft als voornaamste doelstelling de groep een voldoende financiering te verzekeren, zelfs in zeer ongunstige omstandigheden. De liquiditeitsstrategie op het geconsolideerde niveau wordt maandelijks uitgewerkt door het almac-comité. Het beheer van dag tot dag werd gedelegeerd aan de thesauriedepartementen van de marktenzaal van Brussel en Luxemburg onder toezicht van het risk management. Het risk management verzekert zich ervan dat Bank Degroof haar liquiditeit kan verzekeren in alle crisisscenario’s, of het over een algemene liquiditeitscrisis van de markt gaat of een liquiditeitscrisis specifiek aan Bank Degroof. De hypotheses van deze scenario’s worden regelmatig opnieuw beoordeeld. De kasstromen moeten positief blijven in elk van deze scenario’s, die dagelijks gevolgd worden. De interne stress test scenario’s worden aangevuld met de reglementaire stress tests van de CBFA. Het liquiditeitsmodel van Bank Degroof kunnen we als volgt samenvatten: Modèle de liquidité
−− een belangrijke basis aan cliëntendeposito’s, voortkomend van meerdere entiteiten van de groep; −− een totale onafhankelijkheid van interbancaire financiering: de Bank dient geen beroep te doen op de interbancaire markt om zich te financieren; −− een lage “loan to deposit” ratio, wat het feit weerspiegelt dat de toegekende kredieten in belangrijke mate lager zijn dan het totaal van de deposito’s van het cliënteel; −− effectenportefeuilles die liquide zijn en gemakkelijk omzetbaar in liquide middelen via repo transacties bij de Europese Centrale Bank. De volgende tabel geeft de vervaldata van onze activa en passiva gedetailleerd weer. De liquiditeitsgap is gebaseerd op de contractuele vervaldata. De gecorrigeerde liquiditeitsgap wordt berekend door rekening te houden met de mogelijkheid om de obligatieportefeuilles 1 te mobiliseren: (in duizenden EUR)
op zicht
tot drie maanden
meer dan 3 maanden tot één jaar
Vorderingen op kredietinstellingen 2
418.671
91.543
3.318
0
0
Vorderingen op cliënten
30.09.2010
van één tot vijf jaar
Meer dan vijf jaar
Financiële activa 196.617
356.017
202.550
704.635
102.151
Obligaties en andere vastrentende effecten
0
75.933
412.720
1.481.257
152.031
Derivaten
0
2.256.587
450.029
43.609
0
Rentederivaten
0
10.794
16.680
43.439
0
IRS
0
6.223
16.680
43.239
0
Andere rentederivaten
0
4.571
0
200
0
Wisselkoersderivaten
0
2.245.793
433.349
170
0
615.288
2.780.080
1.068.617
2.229.501
254.182
Totaal activa
1 95 % van de portefeuille niet-overheidspapier en 100 % van de portefeuille overheidspapier worden beschouwd als snel mobiliseerbaar via repo. 2 Inclusief de geldmiddelen en tegoeden bij centrale banken.
Bank Degroof
81
(in duizenden EUR)
30.09.2010
op zicht
tot drie maanden
meer dan 3 maanden tot één jaar
van één tot vijf jaar
Meer dan vijf jaar
Financiële passiva Schulden aan kredietinstellingen Schulden aan cliënten
67.610
131.752
65.046
0
0
2.549.129
941.628
129.539
3.632
14.072
Achtergestelde schulden
0
0
0
58.610
13.000
Derivaten
0
2.289.721
463.024
52.491
72
Rentederivaten
0
19.774
28.452
52.331
72
IRS
0
16.366
28.452
52.256
0
Andere rentederivaten
0
3.408
0
75
72
Wisselkoersderivaten
0
2.269.947
434.572
160
0
Financiële garanties uitgegeven
0
85.515
0
0
0
Betekende kredietlijnen
0
193.212
0
0
0
2.616.739
3.641.828
657.609
114.733
27.144
(2.001.451)
(861.748)
411.008
2.114.768
227.038
1.962.555
(86.531)
(397.306)
(1.365.620)
(113.098)
(38.896)
(948.279)
13.702
749.148
113.940
Totaal passiva Liquiditeitsgap Rekening houdend met de repocapaciteit van de obligatieportefeuille Gecorrigeerde liquiditeitsgap
5.3 Marktrisico 5.3.1 Beleid De marktrisico’s zijn de risico’s van een ongunstig verloop van de marktfactoren (rente, aandelenkoersen, wisselkoersen, enz.) die de waarde van de posities voor eigen rekening van de Bank beïnvloeden. De thesaurie-, wissel-, en tradingactiviteiten in aandelen en opties worden dagelijks gevolgd door middel van indicatoren zoals de Value-at-Risk (VAR), de rentegevoeligheid, scenarioanalyses, de gevoeligheid van de opties (delta, gamma, vega, enz.) en eenvoudigweg de nominale volumes. Deze activiteiten worden vergeleken met de limieten die door het directiecomité zijn vastgelegd en worden gekenmerkt door uitstaande bedragen die van minder belang zijn in vergelijking met ons eigen vermogen.
5.3.2 Trading 5.3.2.1 Renterisico De voornaamste activiteit van de Bank voor het rentebeheer op korte termijn is het beheer van de thesaurie. De tradingactiviteiten op rentevoetproducten zijn heel beperkt in omvang. Het risk management volgt dagelijks het renterisico via twee indicatoren: Indicateurs
−− de Basis-Point-Value (“BPV”) tegenover de limieten die door het almac-comité aan de thesaurieactiviteiten opgelegd werden; −− de historische VAR.
5.3.2.2 Wisselrisico Het gaat hoofdzakelijk om de afdekking van het wisselrisico dat door alle departementen van de Bank en in mindere mate door de trading op valuta gegenereerd wordt.
82
Jaarverslag 2010
Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening
De indicatoren die gebruikt worden om het dagelijkse aandelenrisico te volgen, zijn: Indicateurs
−− de limieten die vastgelegd zijn in nominale termen; −− de historische VAR.
5.3.2.3 Aandelen- & optierisico De indicatoren die gebruikt worden om het dagelijkse aandelenrisico te volgen, zijn: Indicateurs
−− de limieten die vastgelegd zijn in nominale termen; −− de historische VAR. Voor wat de opties betreft, worden de risico’s gevolgd op basis van verschillende indicatoren, voornamelijk de gevoeligheid voor bewegingen van de voornaamste onderliggende factoren (delta, gamma en vega) en Value-at-Risk. Samenvattende tabel van de gevoeligheidsindicatoren van de tradingactiviteiten: (in duizenden EUR)
2010 30.09.2010 (57,4)
Gemiddelde (37,5)
Minimum
Maximum
Renterisico
BPV
Wisselrisico
Nominaal
1.994
2.578
940
(22,5)
8.801
(57,4)
Aandelenrisico
Nominaal
700
8.333
700
12.000
Optierisico
Delta-equivalent
0
8
0
100
2009 30.09.2009 (27,9)
Gemiddelde (30,2)
Minimum
Maximum
Renterisico
BPV
Wisselrisico
Nominaal
2.570
2.649
1.191
(24,0)
6.685
(35,9)
Aandelenrisico
Nominaal
1.000
7.298
1.000
11.600
Optierisico
Delta-equivalent
0
27
0
100
2008 30.09.2008 (31,5)
Gemiddelde
Minimum
Maximum
(37,2)
(21,9)
(51,7)
Renterisico
BPV
Wisselrisico
Nominaal
3.750
4.320
1.840
10.080
Aandelenrisico
Nominaal
1.700
11.330
1.700
15.000
Optierisico
Delta-equivalent
0
120
0
400
5.3.3 Lange termijn 5.3.3.1 Renterisico Het gaat om het financiële risico dat voortvloeit uit de impact van een verandering in rentevoeten op de rentemarge en op de reële waarde van de rente-instrumenten. Dit risico wordt maandelijks door het almac-comité beheerd met behulp van een norm die in termen van “duration gap” wordt gedefinieerd. Deze norm werd vastgelegd op basis van het maximaal aanvaardbare verlies bij een rentestijging met 1 % dat door het directiecomité aan de transformatieactiviteit van de groep wordt toegekend. Deze omvat alle balansposten 1 en dus ook de thesaurieposities.
1 De posten waarvoor de duration niet kan worden berekend, zoals aandelen, zichtrekeningen, enz., maken het voorwerp uit van een hypothese.
Bank Degroof
83
In overeenstemming met Bazel II wordt deze analyse aangevuld met een stress test waarbij het verlies dat zich bij een parallelle stijging van de rentevoeten met 2 % zou voordoen, vergeleken wordt met het eigen vermogen. Het resultaat van deze test bedroeg 4 % van het eigen vermogen per 30 september 2010 (banken met een resultaat van meer dan 20 % worden beschouwd als banken met een overmatig renterisico 1). Deze analyse wordt vervolledigd door een opvolging op basis van Basis-Point-Value, die enkel rekening houdt met de elementen die gevoelig zijn voor renterisico, voor alle vervaldata. Het verlies bij een rentestijging van 1 % bedroeg: (in duizenden EUR)
2010 Het verlies bij een rentestijging van 1 % bedroeg Op 30.09.2010
11.100
Gemiddelde van de periode
10.000
Maximum van de periode
11.100
Minimum van de periode
7.200
2009 Op 30.09.2009
8.142
Gemiddelde van de periode
8.852
Maximum van de periode
10.218
Minimum van de periode
6.514
2008 Op 30.09.2008
9.400
Gemiddelde van de periode
7.060
Maximum van de periode
11.900
Minimum van de periode
3.850
5.3.3.2 Aandelenrisico Het aandelenrisico buiten trading is het risico dat de waarde van het eigen vermogen van de Bank afneemt ten gevolge van de koersdaling van de aandelen die in de aandelenportefeuille van de Bank voor eigen rekening worden aangehouden. Marktwaarde van de aandelenportefeuille voor eigen rekening: (in duizenden EUR)
Positie 30.09.2010
248.852
30.09.2009
197.791
30.09.2008
239.708
Het effect op het eigen vermogen van de Bank van een koersbeweging van de aangehouden aandelen is de volgende (onder voor het overige gelijkblijvende omstandigheden): (in duizenden EUR)
Relevante indices 2 Relevante markten of indices
Beweging
Impact op het eigen vermogen 30.09.2010 30.09.2009 30.09.2008
Bel 20
10 %
2.485
2.666
5.669
Andere Belgische waarden
10 %
18.571
12.475
13.815
Andere Europese waarden
10 %
2.353
4.637
4.300
Rest van de wereld
10 %
1.475
0
0
1 Een bank die de grens van 20 % overschrijdt, wordt door de CBFA beschouwd als een “outlier”. Dat statuut impliceert extra controles en kan aanleiding geven tot een verhoging van de vereisten van het economisch kapitaal. 2 Die een impact op de portefeuille hebben.
84
Jaarverslag 2010
Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening
5.4 Kredietrisico 5.4.1 Het kredietrisico is het risico op verlies ten gevolge van het niet tijdig voldoen door een (professionele, institutionele, corporate, particuliere, enz.) tegenpartij aan zijn contractuele verplichtingen. Dat risico wordt dagelijks gevolgd. Voor wat de tegenpartijlimieten betreft, worden de risico’s berekend in functie van de evoluties van de marktwaarde waaraan een coëfficiënt (“add-on”) wordt toegevoegd, die het toekomstige evolutierisico ervan weergeeft, en vergeleken met de limieten die door het limietencomité en het kredietcomité zijn toegestaan.
5.4.2 Op het gebied van het eigenlijke krediet wordt het risico nominaal gevolgd. Onderstaande tabel geeft in detail de risico’s weer (nominaal uitgedrukt, zonder aftrek van de ontvangen waar borgen) per type tegenpartij: (in duizenden EUR) tegenpartijen
30.09.2010
30.09.2009
30.09.2008 1.279.589
Vorderingen op kredietinstellingen
a
176.440
195.110
Vorderingen op cliënten
b
1.819.142
1.848.417
2.145.895
2.091.238
2.086.435
1.206.579
Obligaties en andere vastrentende effecten Publiekrechtelijke emittenten Andere emittenten: banken Andere emittenten: handelsvennootschappen Aandelen en andere niet-vastrentende waardepapieren Rentederivaten Wisselkoersderivaten Kredietderivaten Aandelenderivaten Andere derivaten Financiële garanties uitgegeven
e
778.859
844.315
138.465
c+e
990.878
713.212
476.427
d
321.501
528.908
591.687
317.460
277.006
318.938
7.791
328
1.824
48.201
8.855
130.548
10
0
313
44.973
35.408
45.708
25
0
0
85.515
117.820
129.257
Er kunnen vijf kredietcategorieën binnen de groep onderscheiden worden: a) Het toekennen van limieten voor de bancaire tegenpartijen Het toekennen van limieten, met name voor interbancaire deposito’s, wordt gecentraliseerd op groepsniveau en berust op de toekenning en de herziening van de limieten door het limietencomité dat op maandelijkse basis de verantwoordelijken van Brussel en Luxemburg samenbrengt. Op 30 september 2010 is het bedrag van de vorderingen op kredietinstellingen zeer laag en bestaat het hoofdzakelijk uit zichtrekeningen (EUR 134 miljoen). b) Het toekennen van kredieten aan het cliënteel voor de niet-bancaire tegenpartijen Deze activiteit bestaat hoofdzakelijk uit gewaarborgde kredieten. Ongeveer 85 % van het geconsolideerd uitstaande bedrag aan krediet van de Bank is gedekt door reële waarborgen (voornamelijk gediversifieerde effectenportefeuilles met vaste afdekkingsratio’s die bepaald zijn in functie van de in waarborg genomen portefeuille). c) De beleggingsportefeuille van Banque Degroof Luxembourg De beleggingsportefeuille van Banque Degroof Luxembourg werd opgezet om te voldoen aan de behoefte om de thesaurietegoeden te herbeleggen en komt overeen met ongeveer 10 % van de gelden die te Luxemburg in thesaurie zijn gedeponeerd. Deze portefeuille bestaat uit obligaties met gemiddeld een AA rating die uitgegeven zijn door bancaire tegenpartijen van de Europese Unie. De diversificatie per emittent is zeer belangrijk (meer dan 15 verschillende emittenten).
Bank Degroof
85
d) De “Corporate Portfolio” van Bank Degroof in Brussel Deze post bestaat voornamelijk uit de “Corporate Portfolio”, een portefeuille van Europese effectiseringen met een vlottende rente, die gebruikt wordt om de thesaurietegoeden te beleggen. Deze portefeuille neemt af, en de gemiddelde resterende levensduur is lager dan 2 jaar. In naleving van conservatieve richtlijnen, laat de omloop “Corporate Portfolio” de Bank toe haar risico te diversifiëren en tegelijkertijd te investeren in liquide activa die omzetbaar zijn in liquiditeiten via repo transacties bij de Europese Centrale Bank. Een bijzondere waardevermindering is geboekt op de junior posities aangehouden in Barion en Mazarin, wat een bedrag vertegenwoordigt van EUR 826.000. Deze bijzondere waardevermindering is verantwoord door de onzekerheid over de terugbetaling op vervaldag van deze twee achtergestelde posities in het licht van de evolutie van de onderliggende portefeuille die is blootgesteld aan de Amerikaanse vastgoedmarkt. e) De portefeuille overheidsobligaties en bancaire obligaties met staatswaarborg Deze post bestaat uit overheidsobligaties en bancaire obligaties die genieten van een waarborg van een staat van de Europese Unie.
5.4.3 Geografisch risico Op geografisch vlak heeft de Bank geen risico in de groeilanden en zij concentreert haar activiteit op de Europese Unie.
5.4.4 Dubieuze debiteuren De verliezen geleden op de kredietportefeuille zijn gering, zoals de volgende tabel aantoont (die als gecumuleerd moet worden geïnterpreteerd over een periode van 10 jaar voor de niet-afgesloten dossiers): (in duizenden EUR)
30.09.2010 Dubieuze debiteuren
30.09.2009
30.09.2008
14.726
14.505
19.901
(11.575)
(11.435)
(13.331)
Dubieuze debiteuren na bijzondere waardeverminderingen 1
3.151
3.070
6.570
Gemiddelde looptijd van niet afgeschreven dubieuze debiteuren
7 jaar
6 jaar
5 jaar
Geboekte bijzondere waardeverminderingen
5.5 Risico van het vermogensbeheer Het risico van het vermogensbeheer is het financiële risico dat voortkomt uit een eventueel gebrek aan coherentie of het nemen van overdreven risico’s in de beheerstrategie toegepast in de hele groep. Dit risico wordt binnen elke entiteit opgevolgd door de respectieve controledepartementen en op geconsolideerd niveau via samengebrachte gegevens. De controles gaan over de naleving van de beheersbeperkingen vastgelegd zowel door de cliënt als door het directiecomité 2 van de groep, evenals over de opvolging van de prestaties. De samenhang van de beheerprincipes en controles doorheen de verschillende dochterondernemingen wordt verzekerd door het risk management van de groep.
1 Omvat een niet afgeschreven dubieuze vordering van EUR 3 miljoen, waaraan een zekerheid is gekoppeld met een waarde van EUR 3 miljoen. 2 Meer bepaald inzake diversificatie, equity ratio en producten toegelaten in beheer.
86
Jaarverslag 2010
Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening
5.6 Kapitaalbeheer Het kapitaalbeheer van Bank Degroof heeft als eerste doelstelling zich ervan te verzekeren dat de Bank aan de reglementaire vereisten beantwoordt en een kapitalisatieniveau aan te houden dat compatibel is met het niveau van de activiteit en de gelopen risico’s. Vanaf 31 december 2007 wordt de berekening van de vereisten aan reglementair eigen vermogen volgens pijler 1 van de Bazel II-reglementering gehanteerd. De Bank heeft gekozen voor de volgende benaderingen: Choix de la Banque
−− basisbenadering voor het operationele risico; −− standaardbenadering gebaseerd op externe notaties voor het kredietrisico; −− standaardbenadering voor het marktrisico. Reglementair eigen vermogen: (in duizenden EUR)
30.09.2010
30.09.2009
30.09.2008
Eigen vermogen Tier 1
366.102
356.512
321.957
Eigen vermogen Tier 2
67.438
55.147
34.721
Gewogen risicovolume
2.645.254
2.511.389
2.890.943
16.39 %
16,39 %
12,34 %
Ratio
De evolutie van het eigen vermogen ten opzichte van de vorige periode is te verklaren door de volgende elementen: Eléments caractérisants
−− het risicoprofiel van de Bank is licht gestegen hoofdzakelijk als gevolg van de slechtere rating van bepaalde Europese landen zoals Griekenland, Spanje, Portugal en Ierland evenals van bepaalde effectiseringseffecten aangehouden door de Bank; −− het Tier 1 eigen vermogen is gestegen als gevolg van een kapitaalverhoging voorbehouden aan personeelsleden en het gedeelte van het resultaat van het boekjaar dat niet zal worden uitgekeerd, gedeeltelijk gecompenseerd door de negatieve impact verbonden aan de stijging van de autocontrole; −− het Tier 2 eigen vermogen is toegenomen als gevolg van de toename van de herwaarderingsreserves op aandelen in de “voor verkoop beschikbare” portefeuille. De combinatie van deze elementen vertaalt zich in een ratio van 16,39 %, wat ruim boven de reglementaire vereisten is. Dat cijfer houdt rekening met de voorziene dividenduitkering. Conform met pijler 2 van Bazel II wordt dit boekhoudkundige beheer van het eigen vermogen aangevuld met een beheer van het economisch kapitaal door een ICAAP 3 -model. Met behulp van dat model controleert de Bank de toereikendheid van haar eigen vermogen met de behoeftes aan kapitaal die voortvloeien uit de verschillende risico’s waaraan de Bank is blootgesteld door haar verschillende activiteiten. De Bank verzekert zich er ook van dat deze voldoende zullen blijven voor de komende drie jaren en dat onder verschillende scenario’s, gaande van de realisatie van de budgetten tot een belangrijke crisis in de markt. De gedetailleerde informatie over dit onderwerp is beschikbaar op de website www.degroof.be van Bank Degroof.
3 Internal Capital Adequacy Assessment Process.
Bank Degroof
87
6. Consolidatiekring 6.1 Lijst van de belangrijkste dochterondernemingen van Bank Degroof (in %)
Deel van aangehouden kapitaal
naam
zetel
Banque Degroof Luxembourg sa
Bearbull (Belgium) nv
Rue Eugène Ruppert 12 – 2453 Luxembourg Cloche d’Or 1 Rond-Point des Champs-Elysées 75008 Paris Waterloosesteenweg 880 – 1000 Brussel
Degroof Banque Privée sa
Avenue Louis Casaï 18 – 1209 Genève
99,93
Kredietinstelling
Bearbull Degroof International Ltd
PO Box N-4287, Unit no. 2., Offices Old Fort Bay, Nassau, Bahamas
99,93
Beleggingsonderneming
Banque Degroof Square Invest nv
Guimardstraat 18 – 1040 Brussel
100,00
Andere onderneming
Cobimmo nv
Guimardstraat 18 – 1040 Brussel
100,00
Andere onderneming
Degroof Corporate Finance nv
Guimardstraat 18 – 1040 Brussel
100,00
Andere onderneming
Degroof Fund Management Company nv Degroof Gestion Institutionnelle Luxembourg sa
Guimardstraat 18 – 1040 Brussel
100,00
Beleggingsonderneming
99,93
Beleggingsonderneming
Banque Degroof & Philippe sa
Activiteit
99,93
Kredietinstelling
100,00
Kredietinstelling
100,00
Beleggingsonderneming
Degroof Holding Luxembourg sa
Rue Eugène Ruppert 12 – 2453 Luxembourg Cloche d’Or Rue Eugène Ruppert 12 – 2453 Luxembourg Cloche d’Or
100,00
Andere onderneming
Degroof Investissements nv
Guimardstraat 18 – 1040 Brussel
100,00
Andere onderneming
Degroof Structured Finance nv
Guimardstraat 18 – 1040 Brussel
100,00
Andere financiële instelling
DS Lux sa
Rue Eugène Ruppert 12 – 2453 Luxembourg Cloche d’Or
sa Fideuro nv
99,93
Andere onderneming
Guimardstraat 18 – 1040 Brussel
100,00
Andere onderneming
Fitech Systems nv
Guimardstraat 18 – 1040 Brussel
100,00
Andere onderneming
Guimard Investissements nv
Guimardstraat 18 – 1040 Brussel
100,00
Andere onderneming
Imofig nv
Guimardstraat 18 – 1040 Brussel
100,00
Andere onderneming
Philippe Gestion sa
1 Rond-Point des Champs-Elysées 75008 Paris
PrivatBank Degroof, S.A.U.
Avenida Diagonal 464 – 08006 Barcelona
100,00
Kredietinstelling
PrivatBank Patrimonio, S.A.U., S.G.I.I.C
Avenida Diagonal 464 – 08006 Barcelona
100,00
Beleggingsonderneming
99,99
Beleggingsonderneming
6.2 Lijst van de belangrijkste met Bank Degroof geassocieerde ondernemingen (in %)
88
Deel van aangehouden kapitaal
naam
zetel
Aforge Finance Holding sa
25 Avenue de Messine – 75008 Paris
50,00
Beleggingsonderneming
Thesaurus nv
Louizalaan 505 bus 2 – 1050 Brussel
25,78
Andere onderneming
Jaarverslag 2010
Activiteit
Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening
6.3 Belangrijke wijzigingen van de consolidatiekring in dit boekjaar Geen enkele acquisitie van een vennootschap werd gerealiseerd tijdens het voorbije boekjaar. De vennootschappen Degroof & Co en Varius Conseil werden in vereffening gebracht. Die wijzigingen hebben geen betekenisvolle impact op de jaarrekening.
7. Toelichting bij de geconsolideerde balans 7.1 Geldmiddelen en tegoeden bij centrale banken Het detail per aard van de rubriek “Geldmiddelen en tegoeden bij centrale banken” wordt als volgt weergegeven: (in duizenden EUR)
30.09.2010
30.09.2009
30.09.2008
3.935
3.425
2.576
1
101.461
222.924
78.324
Saldi bij de centrale banken andere dan verplichte reserves
179.546
961
1.030
21
15
70
284.963
227.325
82.000
Kastegoeden Saldi bij de centrale banken – Verplichte reserves
Gelopen rente
Totaal
De kastegoeden en saldi bij de centrale banken, andere dan de verplichte reserves, zijn in onze definitie van geldmiddelen en kasequivalenten begrepen.
7.2 Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden De financiële activa die voor handelsdoeleinden worden aangehouden, zijn als volgt samengesteld: (in duizenden EUR)
1. Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden Vastrentende effecten Overheidspapier en staatsobligaties Obligaties van andere emittenten Overige vastrentende instrumenten
30.09.2010
30.09.2009
30.09.2008
7.371
10.831
117.104
6.580
6.990
113.124
496
993
7.676
6.084
5.741
105.448
0
256
0
Niet-vastrentende effecten
791
3.841
3.980
Aandelen
521
612
3.979
Overige niet-vastrentende effecten
270
3.229
1
94.339
44.592
178.393
48.201
8.856
130.548
1.155
328
1.824
44.973
35.408
45.708
10
0
313
6.749
5.054
29.782
108.459
60.477
325.279
2. Derivaten Wisselkoersderivaten Interestderivaten Aandelenderivaten Kredietderivaten
3. Gelopen rente
Totaal financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden
1 Verplichte reserves: minimumreserves die door de kredietinstellingen bij de ECB of bij andere centrale banken zijn gedeponeerd.
Bank Degroof
89
7.3 Financiële activa aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening Effectenbeleggingen worden op hun aankoopdatum aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening (optie van reële waarde), wanneer zij verbonden zijn aan derivaten, indien een dergelijke waardering een boekhoudkundige mismatch die er anders zou uit voortkomen, uitschakelt of sterk vermindert en wanneer er een risico bestaat dat niet wordt voldaan aan de eisen (of de voorwaarden) voor afdekkingstransacties. Meer bepaald wordt deze aanmerking toegepast teneinde elke afwijking als gevolg van de waardering van bepaalde overheidsobligaties en bancaire obligaties bijna allemaal gewaarborgd door een lidstaat van de Europese Unie (reële waarde rechtstreeks tegen eigen vermogen erkend) te vermijden. Deze werden aangekocht in een optiek van liquiditeitssteun en zijn, in overeenstemming met een strategie van risicobeheer, verbonden aan interest rate swap contracten (reële waarde verwerkt als resultaat). De optie van reële waarde wordt eveneens toegepast op bepaalde aandelenposities die economisch gezien door een optiestructuur gedekt worden. De financiële activa aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening, bestaan uit: (in duizenden EUR)
30.09.2010
30.09.2009
30.09.2008
1.004.411
1.109.816
0
Overheidspapier en staatsobligaties
467.754
691.835
0
Obligaties van andere emittenten
536.657
417.981
0
Niet-vastrentende effecten
31.890
37.205
22.093
Aandelen
31.890
37.205
22.093
Gelopen rente
10.650
17.026
0
1.046.951
1.164.047
22.093
Vastrentende effecten
Totaal financiële activa aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening
7.4 Voor verkoop beschikbare financiële activa De voor verkoop beschikbare financiële activa worden vertegenwoordigd door beleggingen in al dan niet beursgenoteerde effecten met vaste of variabele opbrengst waarvan hier de verdeling per aard volgt: (in duizenden EUR)
30.09.2010
30.09.2009
30.09.2008
1.014.467
648.843
712.798
693.252
370.760
380.565
Overheidspapier en staatsobligaties
249.869
108.069
130.789
Obligaties van andere emittenten
442.309
261.091
248.032
Boekwaarde voor bijzondere waardeverminderingen Vastrentende effecten
Overige vastrentende instrumenten
1.074
1.600
1.744
317.051
277.050
326.455
Aandelen
213.679
198.281
250.287
Overige niet-vastrentende effecten
103.372
78.769
76.168
4.164
1.033
5.778
Bijzondere waardeverminderingen
(41.432)
(49.999)
(39.461)
Totaal voor verkoop beschikbare financiële activa
973.035
598.844
673.337
Niet-vastrentende effecten
Gelopen rente
90
Jaarverslag 2010
Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening
Onderstaande tabel is een weergave van de beweging met betrekking tot bijzondere waardeverminderingen: (in duizenden EUR)
Eindsaldo op 30.09.2007 Geboekte bijzondere waardeverminderingen Aangewende bijzondere waardeverminderingen
Eindsaldo op 30.09.2008 Geboekte bijzondere waardeverminderingen Aangewende bijzondere waardeverminderingen Omrekeningsverschillen
Eindsaldo op 30.09.2009
Vast rentende effecten
Niet-vast rentende effecten
Totaal
0
(2.936)
(2.936)
(5.872)
(31.283)
(37.155)
0
630
630
(5.872)
(33.589)
(39.461)
(3.107)
(10.271)
(13.378)
0
2.771
2.771
69
0
69
(8.910)
(41.089)
(49.999)
Geboekte bijzondere waardeverminderingen
0
(1.499)
(1.499)
Aangewende bijzondere waardeverminderingen
0
10.315
10.315
(249)
0
(249)
(9.159)
(32.273)
(41.432)
Omrekeningsverschillen
Eindsaldo op 30.09.2010
De volgende tabel geeft de beweging weer in verband met de herwaardering van voor verkoop beschikbare financiële activa: (in duizenden EUR)
Eindsaldo op 30.09.2007 Toename (afname) van de latente bruto herwaarderingswinsten
1
Afname (toename) van de latente bruto herwaarderingsverliezen1 In het resultaat opgenomen bijzondere waardeverminderingen
Eindsaldo op 30.09.2008 Toename (afname) van de latente bruto herwaarderingswinsten1 Afname (toename) van de latente bruto herwaarderingsverliezen
1
In het resultaat opgenomen bijzondere waardeverminderingen
Eindsaldo op 30.09.2009
Vast rentende effecten
Niet-vast rentende effecten
Totaal
(6.935)
134.331
127.396
(864)
(74.939)
(75.803)
634
(12.232)
(11.598)
0
2.765
2.765
(7.165)
49.925
42.760
5.081
841
5.922
(115)
(6.990)
(7.105)
0
7.667
7.667
(2.199)
51.443
49.244
Toename (afname) van de latente bruto herwaarderingswinsten1
1.933
9.410
11.343
Afname (toename) van de latente bruto herwaarderingsverliezen1
2.164
5.112
7.276
0
85
85
1.898
66.050
67.948
In het resultaat opgenomen bijzondere waardeverminderingen
Eindsaldo op 30.09.2010
1 Met inbegrip van de wijzigingen van latente winsten en verliezen overgedragen van het eigen vermogen naar de winst- en verliesrekening ten gevolge van de afboeking van deze beleggingen.
Bank Degroof
91
7.5 Leningen en vorderingen op kredietinstellingen De interbancaire vorderingen worden als volgt gedetailleerd weergegeven: (in duizenden EUR)
30.09.2010
30.09.2009
30.09.2008
176.440
195.110
1.279.850
133.708
95.877
201.443
32.907
19.070
59.924
Terugverkoop (reverse repo)
6.372
76.295
1.006.512
Overige
3.264
3.578
4.624
189
290
7.347
0
0
(261)
176.440
195.110
1.279.589
Boekwaarde voor bijzondere waardeverminderingen Zichtrekeningen Leningen op termijn
Gelopen rente
Bijzondere waardeverminderingen
Totaal van leningen en vorderingen op kredietinstellingen
De zichtrekeningen en deposito’s waarvan de oorspronkelijke looptijd korter is dan drie maanden, zijn begrepen in onze bepaling van geldmiddelen en kasequivalenten.
7.6 Leningen en vorderingen op cliënten De vorderingen op cliënten en de bewegingen van bijzondere waardeverminderingen op deze vorderingen zien eruit als volgt: (in duizenden EUR)
Boekwaarde voor bijzondere waardeverminderingen Voorschotten in rekening-courant
30.09.2009
30.09.2008
1.883.191
1.934.517
2.309.151 205.363
208.006
193.396
Handelseffecten
228
584
725
Consumentenkrediet
758
1.313
1.524
108.956
100.678
65.156
1.201.990
1.027.439
1.063.555
757
912
952
52.343
46.209
485.130
245.687
343.737
400.942
Hypothecaire leningen Leningen op termijn Financiële leasing Terugverkoop (reverse repo) Schuldinstrumenten Achtergestelde leningen
27.500
27.900
16.600
Overige
24.108
172.778
40.045
Gelopen rente
Bijzondere waardeverminderingen
Totaal van leningen en vorderingen op cliënten
92
30.09.2010
Jaarverslag 2010
12.858
19.571
29.159
(12.401)
(11.436)
(13.070)
1.870.790
1.923.081
2.296.081
Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening
Mutaties van bijzondere waardeverminderingen op vorderingen op cliënten: (in duizenden EUR)
30.09.2010
30.09.2009
30.09.2008
(11.436)
(13.070)
(10.584)
(1.143)
(276)
(2.415)
211
2.043
40
Aangewende bijzondere waardeverminderingen
24
139
28
Omrekeningsverschillen
(4)
(1)
0
Beginsaldo Geboekte bijzondere waardeverminderingen
1
Terugname van bijzondere waardeverminderingen
Wijzigingen van de consolidatiekring
0
83
0
(53)
(354)
(139)
(12.401)
(11.436)
(13.070)
Overige
Eindsaldo
De bijzondere waardeverminderingen bevatten enkel de bijzondere waardeverminderingen op basis van individuele waarderingen en niet op basis van een collectieve waardering (benadering per portefeuille) die gezien de kredietactiviteit van Bank Degroof niet geschikt is. De onderstaande tabellen geven de bijkomende informatie weer met betrekking tot de voor verkoop beschikbare financiële activa die gereclasseerd werden naar leningen en vorderingen: (in duizenden EUR)
boekwaarde
reële waarde
herwaarderingsreserve
Eindbalans op 30 september 2010
234.883
218.542
(4.725)
Eindbalans op 30 september 2009
334.024
303.071
(7.649)
Eindbalans op 30 september 2008
400.942
396.415
(11.174) (in duizenden EUR)
Bedragen erkend in resultaat of in eigen vermogen Op 30 september 2010
resultaat
Intresten
2.533
Afschrijvingen
(826)
Gerealiseerde winsten (verliezen)
eigen vermogen
14
Bedragen getransfereerd van de herwaarderings reserves naar de resultatenrekening
2.925
Op 30 september 2009 Intresten
10.192
Afschrijvingen
0
Gerealiseerde winsten (verliezen)
11
Bedragen getransfereerd van de herwaarderings reserves naar de resultatenrekening
3.724
Op 30 september 2008 Intresten
4.637
Afschrijvingen
0
Gerealiseerde winsten (verliezen)
7
Bedragen getransfereerd van de herwaarderings reserves naar de resultatenrekening
1.224
1 Inclusief een waardevermindering van EUR 826.000 op de schuldinstrumenten.
Bank Degroof
93
De winsten/verliezen door de verandering van de reële waarde die geboekt zouden zijn naar het eigen vermogen na de datum van reclassering, mocht de reclassering niet hebben plaatsgevonden, bedragen een gecumuleerd nettoverlies van EUR 9,3 miljoen (per 30 september 2009: nettoverlies van EUR 26,1 miljoen; per 30 september 2008: nettoverlies van EUR 3,3 miljoen).
7.7 Tot einde looptijd aangehouden beleggingen De tot einde looptijd aangehouden beleggingen bestaan uit plaatsingen in vastrentende effecten waarvoor hierna de uitsplitsing per aard wordt gegeven: (in duizenden EUR)
Boekwaarde voor bijzondere waardeverminderingen Vastrentende effecten
30.09.2010
30.09.2009
30.09.2008
136.392
265.740
319.820
134.688
264.042
317.819
Overheidspapier en staatsobligaties
54.608
43.419
0
Obligaties van andere emittenten
80.080
220.623
317.819
1.704
1.698
2.001
0
0
0
136.392
265.740
319.820
Gelopen rente
Bijzondere waardeverminderingen
Totaal van de tot einde looptijd aangehouden beleggingen
7.8 Materiële vaste activa en vastgoedbeleggingen De materiële vaste activa kunnen op de volgende manier worden onderverdeeld: (in duizenden EUR)
Terreinen en gebouwen Nettoboekwaarde bij afsluiting op 30.09.2010
Kantoor uitrustingen
Overige uitrustingen
Totaal
62.751
2.036
1.797
3.462
70.046
95.517
17.746
7.089
8.508
128.860
Gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen
(32.766)
(15.710)
(5.292)
(5.046)
(58.814)
Nettoboekwaarde bij afsluiting op 30.09.2009
65.804
2.397
2.039
3.912
74.152
95.067
17.209
6.925
9.444
128.645
Gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen
(29.263)
(14.812)
(4.886)
(5.532)
(54.493)
Nettoboekwaarde bij afsluiting op 30.09.2008
68.879
3.208
2.368
4.276
78.731
94.857
17.368
7.028
10.141
129.394
(25.978)
(14.160)
(4.660)
(5.865)
(50.663)
Aanschaffingswaarde
Aanschaffingswaarde
Aanschaffingswaarde Gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen
94
InformaticamateriaaL
Jaarverslag 2010
Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening
(in duizenden EUR)
Eindsaldo op 30.09.2007 Aanschaffingen
Terreinen en gebouwen
InformaticamateriaaL
Kantoor uitrustingen
Overige uitrustingen
67.616
2.839
1.741
4.598
4.548
1.587
815
856 (374)
Overdrachten
(6)
(3)
0
Wijzigingen van de consolidatiekring
165
195
252
344
(3.451)
(1.415)
(436)
(1.129)
0
(2)
(2)
(30)
Afschrijvingen Geboekte bijzondere waardeverminderingen Omrekeningsverschillen
7
7
5
3
Overige
0
0
(7)
8
68.879
3.208
2.368
4.276
349
584
265
1.026 (536)
Eindsaldo op 30.09.2008 Aanschaffingen Overdrachten
0
(2)
0
(23)
(32)
(98)
0
(3.486)
(1.359)
(402)
(831)
0
(7)
(1)
(22)
Omrekeningsverschillen
(20)
5
8
3
Overige
105
0
(101)
(4)
65.804
2.397
2.039
3.912
313
840
111
845
Wijzigingen van de consolidatiekring Afschrijvingen Geboekte bijzondere waardeverminderingen
Eindsaldo op 30.09.2009 Aanschaffingen Overdrachten
0
0
0
(531)
Afschrijvingen
(3.457)
(1.225)
(361)
(758)
Geboekte bijzondere waardeverminderingen
(2)
0
0
(20)
Omrekeningsverschillen
93
24
8
14
62.751
2.036
1.797
3.462
Eindsaldo op 30.09.2010
De bedragen die onder “Overige” geboekt worden, slaan hoofdzakelijk op overdrachten tussen categorieën van materiële vaste activa. Met uitzondering van rollend materieel (begrepen in de rubriek “Overige uitrustingen”), wordt de restwaarde op nul ingeschat. De aangekochte auto’s worden in het algemeen na vier jaar verkocht en bijgevolg wordt de gemiddelde restwaarde gewaardeerd op 40 % van de aankoopwaarde exclusief BTW. Bank Degroof heeft geen vastgoedbeleggingen.
Bank Degroof
95
7.9 Immateriële activa en goodwill De immateriële activa en goodwill kunnen op de volgende manier worden onderverdeeld: (in duizenden EUR)
Nettoboekwaarde bij afsluiting op 30.09.2010
Goodwill
Handelsfonds
Software
Overige immateriële activa
Totaal
27.144
32.862
2.782
5
62.793
Aanschaffingswaarde
29.968
38.181
22.368
6
90.523
Gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen
(2.824)
(5.319)
(19.586)
(1)
(27.730)
Nettoboekwaarde bij afsluiting op 30.09.2009
26.926
34.766
3.419
0
65.111
Aanschaffingswaarde
29.750
38.181
21.323
0
89.254
Gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen
(2.824)
(3.415)
(17.904)
0
(24.143)
32.833
37.059
3.763
613
74.268
32.833
39.738
20.656
900
94.127
0
(2.679)
(16.893)
(287)
(19.859)
Nettoboekwaarde bij afsluiting op 30.09.2008 Aanschaffingswaarde Gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen
(in duizenden EUR)
Overige immateriële activa
Goodwill
Handelsfonds
Software
29.932
6.389
2.835
0
0
0
1.839
900
2.824
31.998
474
0
Afschrijvingen
0
(860)
(1.400)
(287)
Geboekte bijzondere waardeverminderingen
0
(468)
(13)
0
77
0
28
0
32.833
37.059
3.763
613
Eindsaldo op 30.09.2007 Aanschaffingen Wijzigingen van de consolidatiekring
Omrekeningsverschillen
Eindsaldo op 30.09.2008 Aanschaffingen Overdrachten Afschrijvingen Geboekte bijzondere waardeverminderingen Omrekeningsverschillen Overige
Eindsaldo op 30.09.2009 Aanschaffingen Afschrijvingen Omrekeningsverschillen
Eindsaldo op 30.09.2010
0
0
1.208
0
(3.154)
(358)
(15)
(613)
0
(1.904)
(1.543)
0
(2.824)
0
(46)
0
71
0
21
0
0
(31)
31
0
26.926
34.766
3.419
0
0
0
874
6
0
(1.904)
(1.542)
(1)
218
0
31
0
27.144
32.862
2.782
5
Rekening houdend met de marktomstandigheden die de Bank heeft beschouwd als objectieve indicator van bijzonder waardeverminderingsverlies van haar handelsfondsen, heeft de Bank een toets van bijzondere waardevermindering uitgevoerd voor al haar handelsfondsen zoals vermeld in de boekhoudkundige grondslagen en methodologie. De realiseerbare waarde is bepaald op basis van de hoogste van de reële waarde en de gebruikswaarde. Deze twee methodes worden hierna beschreven.
96
Jaarverslag 2010
Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening
De resultaten van deze toets van bijzondere waardevermindering zijn gelijk of hoger dan de boekwaarde van de handelsfondsen en, bijgevolg, diende geen enkel bijzonder waardeverminderingverlies te worden geboekt. In overeenstemming met de boekhoudkundige grondslagen en methodologie voert de Bank minstens bij het afsluiten van elk boekjaar een toets van bijzonder waardeverminderingverlies uit voor de positieve acquisitieverschillen. Hiertoe werden deze acquisitieverschillen toegewezen aan kasstroomgenererende eenheden die thans gedefinieerd zijn op niveau van de juridische entiteiten. De realiseerbare waarde van een kasstroomgenererende eenheid wordt bepaald als de hoogste van de reële waarde of de gebruikswaarde. De reële waarde wordt geraamd ofwel op basis van het toepassen op de resultaten van beursmultiplicatoren, ofwel op basis van het geherwaardeerd nettoactief. De toegepaste multiplicator is de “price/ earnings” voor een staal van vergelijkbare beursgenoteerde vennootschappen. De herwaardering van het nettoactief bestaat uit het overlopen van de verschillende posten van actief en passief van de balans van de vennootschap en een vergelijking van de geschatte waarde met de boekwaarde, teneinde de eventuele latente meer- of minderwaarden af te leiden in vergelijking met de boekwaarde. De gebruikswaarde wordt bepaald volgens de methode van de actualisering van de toekomstige vrije “cash flows” die alle toekomstige kasstromen actualiseert die door de activiteit van de onderneming zullen worden gegenereerd. De uitsplitsing van de positieve goodwill per kasstroomgenererende eenheid wordt als volgt voorgesteld: (in duizenden EUR)
Kasstroomgenererende eenheid Bank Degroof Brussel nv (ex – de Buck Bankiers) Banque Degroof & Philippe sa Banque Degroof Luxembourg sa
Methode gebruikt voor de realiseerbare waarde
Boekhoudkundige waarde 30.09.2010 30.09.2009 30.09.2008 9.625
9.625
9.625
Reële waarde
0
0
2.824
Reële waarde
2.023
2.023
2.023
Reële waarde Reële waarde
Bearbull (Belgium) nv
3.700
3.700
3.700
Degroof Banque Privée sa
8.278
8.060
7.988
Reële waarde
0
0
3.177
Reële waarde
3.518
3.518
3.496
Reële waarde
27.144
26.926
32.833
Degroof Vermogensbeheer nv PrivatBank Degroof S.A.U.
Totaal
7.10 Deelnemingen in ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast De deelnemingen in ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast, worden als volgt in detail weergegeven: (in duizenden EUR)
Geassocieerde ondernemingen Thesaurus nv Groupe Aforge
Totaal
30.09.2010
30.09.2009
30.09.2008
40.624
42.191
82.796
0
271
275
40.624
41.920
82.521
40.624
42.191
82.796
Bank Degroof
97
De financiële informatie van bovenstaande ondernemingen (opgesteld conform de lokale boekhoudkundige normen) wordt in de volgende tabel samengevat: (in duizenden EUR)
Totaal van de activa
Totaal van Totaal van de de passiva opbrengsten
Totaal van de kosten
Toestand op 30.09.2010 Groupe Aforge Thesaurus nv
18.316
10.332
16.939
19.834
1.024
115
105
197
22.876
12.301
17.735
25.313
1.207
156
236
218
37.735
15.181
37.342
33.866
1.242
174
788
260
Toestand op 30.09.2009 Groupe Aforge Thesaurus nv
Toestand op 30.09.2008 Groupe Aforge Thesaurus nv
7.11 Overige activa De post “Overige activa” bevat de volgende elementen: (in duizenden EUR) toelichting Verworven opbrengsten en over te dragen kosten Fondsbeleggingen van pensioenregelingen Diverse debiteuren Overige activa
Totaal overige activa
10
30.09.2010
30.09.2009
30.09.2008
47.004
35.853
37.663
88
99
140
18.748
19.442
19.359
6.044
5.430
5.043
71.884
60.824
62.205
De post “Diverse debiteuren” omvat vorderingen uit facturatie en voorschotten op belastingen of terug te vorderen belastingen die volgens de nationale bepalingen zijn vastgelegd.
98
Jaarverslag 2010
Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening
7.12 Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden Het detail per type financiële verplichting dat voor handelsdoeleinden wordt aangehouden, ziet er als volgt uit: (in duizenden EUR)
30.09.2010
30.09.2009
30.09.2008
8.042
7.796
6.665
1. Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden Vastrentende effecten
2.890
3.242
5.635
Niet-vastrentende effecten
5.152
4.554
1.030
2. Derivaten
145.350
76.300
161.328
Wisselkoersderivaten
74.105
14.645
121.057
Interestderivaten
18.821
18.993
3.641
Aandelenderivaten
42.531
38.278
35.793
9.893
4.384
837
24.532
22.607
22.734
177.924
106.703
190.727
Kredietderivaten
3. Gelopen rente
Totaal van financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden
7.13 Schulden aan kredietinstellingen De interbancaire schulden worden als volgt gedetailleerd weergegeven: (in duizenden EUR)
30.09.2010 Zichtdeposito’s Termijndeposito’s
67.610
39.314
118.372
345.503
314.968
0
0
55.154
9.480
0
0
209
686
591
268.669
385.503
489.085
Gelopen rente
Totaal van schulden aan kredietinstellingen
30.09.2008
191.370
Terugkoopovereenkomsten (repo) Overige deposito's
30.09.2009
7.14 Schulden aan cliënten De schulden aan cliënten worden als volgt weergegeven:
(in duizenden EUR)
30.09.2010
30.09.2009
30.09.2008
Zichtdeposito’s
2.549.129
2.019.541
1.767.504
Termijndeposito’s
1.045.066
1.360.539
1.996.567
Terugkoopovereenkomsten (repo) Overige deposito's Gelopen rente
Totaal van schulden aan cliënten
5.426
0
54.642
21.429
62.333
65.461
4.824
11.164
25.311
3.625.874
3.453.577
3.909.485
Bank Degroof
99
7.15 In schuldbewijzen belichaamde schulden (in duizenden EUR)
30.09.2010
30.09.2009
30.09.2008
13.000
13.000
13.000
5
5
28
13.005
13.005
13.028
Overige schuldbewijzen Gelopen rente
Totaal van de in schuldbewijzen belichaamde schulden
7.16 Achtergestelde schulden De achtergestelde schulden van Bank Degroof bestaan uit een niet-converteerbare achtergestelde lening op termijn. Zij bevatten een achtergestelde lening die door Bank Degroof werd uitgegeven voor een bedrag van EUR 50 miljoen met vervaldag op 1 juli 2015 en een jaarlijkse vaste rentevoet van 4,245 %.
7.17 Voorzieningen De voorzieningen van de Bank betreffen enkel de voorzieningen voor hangende geschillen met verschillende tegenpartijen. Deze evolueren als volgt: (in duizenden EUR)
30.09.2010
30.09.2009
30.09.2008
2.993
1.093
1.782
1.946
2.026
97
Gebruik van voorzieningen
(617)
(132)
(338)
Terugneming van niet aangewende voorzieningen
(797)
0
(485)
0
0
24
12
6
13
3.537
2.993
1.093
Beginsaldo Toevoegingen aan voorzieningen
Wijzigingen van de consolidatiekring Omrekeningsverschillen
Eindsaldo
Omwille van de aard van haar activiteiten en de aanhoudende economische crisis is de Bank betrokken in een beperkt aantal juridische geschillen. De Bank blijft nochtans overtuigd dat zij in de betreffende gevallen volledig in conformiteit heeft gehandeld met de verplichtingen waaraan zij is onderworpen. Rekening houdend met de onzekerheid die inherent is aan elke juridische procedure, blijft de inschatting van de risico’s nochtans onvermijdelijk aleatoir. Een voorziening die gedeeltelijk bepaalde betwiste bedragen dekt, is opgenomen in de jaarrekening per 30 september 2010.
7.18 Overige passiva De post “Overige passiva” bevat de volgende elementen: (in duizenden EUR)
30.09.2010
30.09.2008
Bezoldigingen en sociale lasten
38.286
35.616
41.228
Toe te rekenen kosten en over te dragen opbrengsten
16.484
13.082
11.023
Diverse crediteuren
17.129
17.326
15.998
Verplichtingen m.b.t. betalingen in aandelen
1.339
1.198
7.076
Overige schuldbewijzen
1.729
2.824
3.427
74.967
70.046
78.752
Totaal overige passiva
100
30.09.2009
Jaarverslag 2010
Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening
De diverse crediteuren vertegenwoordigen hoofdzakelijk de te betalen facturen evenals de te betalen belastingen andere dan die welke op het resultaat van het boekjaar berekend werden.
7.19 Belastingen De evolutie van de uitgestelde belastingen wordt verklaard door: (in duizenden EUR)
Beginsaldo Baten (lasten) in de winst- en verliesrekening
30.09.2010
30.09.2009
30.09.2008
(2.898)
967
(1.167)
3.840
(1.457)
(260)
(1.775)
(2.536)
2.511
Impact op de wijziging van het belastingpercentage – winst- en verliesrekening
0
165
0
Impact op de wijziging van het belastingpercentage – eigen vermogen
0
6
0
Wijzigingen van de consolidatiekring
0
0
(41)
(166)
(43)
(24)
0
0
(52)
(999)
(2.898)
967
Elementen die rechtstreeks bij het eigen vermogen worden geboekt
Omrekeningsverschillen Overige
Eindsaldo
De uitgestelde belastingen worden berekend op de volgende tijdelijke verschillen: (in duizenden EUR)
Uitgestelde belastingvorderingen Personeelsvergoedingen Immateriële en materiële vaste activa Voorzieningen voor risico’s en kosten
30.09.2010
30.09.2009
30.09.2008
13.680
14.030
10.962
5.582
4.615
5.147
243
255
269 308
0
1
5.516
5.812
136
944
2.364
4.156
1.087
761
826
308
222
120
14.679
16.928
9.995
4.786
4.741
4.442
570
545
565
29
0
0
Financiële instrumenten aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening
2.274
5.402
0
Voor verkoop beschikbare financiële activa
1.384
1.016
163
Overige
5.636
5.224
4.825
(999)
(2.898)
967
Derivaten Voor verkoop beschikbare financiële activa Overgedragen verliezen Overige
Uitgestelde belastingverplichtingen Materiële en immateriële activa Voorzieningen voor risico’s en kosten Derivaten
Netto uitgestelde belastingen
Bepaalde uitgestelde belastingvorderingen worden niet geboekt in zoverre de Bank geen zekerheid heeft om over de toekomstige belastbare winsten in de betrokken fiscale entiteiten te beschikken, waardoor deze belastingen teruggevorderd kunnen worden.
Bank Degroof
101
Het detail van deze niet-geboekte uitgestelde belastingvorderingen staat hieronder: (in duizenden EUR)
30.09.2010
30.09.2009
30.09.2008
Recupereerbare fiscale verliezen
11.317
12.506
8.217
Overige
0
5
7
Totaal
11.317
12.511
8.224
De uitoefenperiode van de niet-geboekte uitgestelde belastingvorderingen 1 tot 5 jaar Onbepaalde vervaldatum
Totaal
0
5
7
11.317
12.506
8.217
11.317
12.511
8.224
Uitgestelde belastingen werden niet geboekt voor een bedrag van EUR 3,6 miljoen (30 september 2009: EUR 2,9 miljoen; 30 september 2008: EUR 3,1 miljoen) op tijdelijke verschillen met betrekking tot uitkeerbare reserves van dochterondernemingen, aangezien het niet waarschijnlijk is dat die verschillen op korte termijn zullen omkeren.
7.20 Eigen vermogen Onderstaande tabel geeft de samenstelling weer van het eigen vermogen dat aan de aandeelhouders toewijsbaar is: (in duizenden EUR)
30.09.2010 Geplaatst kapitaal Uitgiftepremies Wettelijke reserve Belastingvrije reserve Beschikbare reserve Overige reserves en overgedragen resultaat Herwaarderingsreserves Eigen aandelen (-) Nettoresultaat van de periode
Totaal
30.09.2009
30.09.2008
47.491
47.051
46.047
180.517
173.474
159.030
4.705
4.605
4.300
22.881
22.881
22.881
50.000
50.000
50.000
188.319
208.757
159.915
66.511
43.710
36.979
(47.091)
(20.946)
(33.016)
67.779
18.583
82.913
581.112
548.115
529.049
Het kapitaal van Bank Degroof wordt vertegenwoordigd door 8.019.131 gewone aandelen zonder nominale waarde. Alle aandelen zijn volledig geplaatst en volgestort. De evolutie van dit kapitaal wordt hierna in detail weergegeven: (in duizenden EUR; in eenheden)
30.09.2010
Beginsaldo
30.09.2009
30.09.2008
Bedrag
Aantal aandelen
Bedrag
Aantal aandelen
Bedrag
Aantal aandelen
47.051
7.945.796
46.047
7.778.431
43.001
7.270.710
Kapitaalverhoging
240
40.000
0
0
1.635
272.501
Uitoefening van aandelen optieplannen
200
33.335
1.004
167.365
1.411
235.220
47.491
8.019.131
47.051
7.945.796
46.047
7.778.431
Eindsaldo
Indien alle opties op de aandelen Bank Degroof die op 30 september 2010 in omloop zijn, worden uitgeoefend, wordt het aantal aandelen met 102.790 verhoogd voor een bedrag van EUR 616.740 aan kapitaal. Het toegestane kapitaal werd door de algemene vergadering van 11 februari 2008 wedersamengesteld
102
Jaarverslag 2010
Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening
voor een periode van vijf jaar en voor een maximumbedrag van EUR 8.500.000, uitgiftepremies niet inbegrepen. Op 30 september 2010 bedroeg het niet aangewende deel van het toegestane kapitaal EUR 6.624.994, wat overeenkomt met 1.104.165 aandelen met een fractiewaarde van EUR 6. De andere reserves en het overgedragen resultaat weerspiegelen in essentie de initiële impact van de overgang naar de internationale IFRS-normen, het niet uitgekeerde resultaat van de groep evenals het verschil tussen de overname- of cessieprijs en de boekwaarde van het eigen vermogen dat verworven of afgestaan werd bij een verandering in het belangenpercentage aangehouden in een dochteronderneming die geen wijziging in de consolidatiemethode teweegbrengt. De herwaarderingsreserves bevatten de niet gerealiseerde winsten en verliezen op voor verkoop beschikbare financiële activa (zie toelichting 7.4) evenals de omrekeningsverschillen die voortvloeien uit de consolidatie van de rekeningen van ondernemingen die opgesteld zijn in andere functionele valuta dan die van Bank Degroof. Per 30 september 2010 bezit de groep Degroof 290.908 aandelen Bank Degroof nv, wat 3,63 % van het geplaatst kapitaal vertegenwoordigt. Deze eigen aandelen dienen in het algemeen als ondersteuning van de motivatieplannen van het personeel.
7.21 De reële waarde van financiële instrumenten De boekwaarde en de reële waarde van de financiële instrumenten worden, per categorie financiële instrumenten, in onderstaande tabel weergegeven: (in duizenden EUR)
boekwaarde
30.09.2010 Reële waarde
boekwaarde
30.09.2009 Reële waarde
boekwaarde
30.09.2008 Reële waarde
284.963
284.963
227.325
227.325
82.000
82.000
176.440
176.438
195.110
195.115
1.279.589
1.279.222
1.870.790
1.892.551
1.923.081
1.915.524
2.296.081
2.300.606
108.459
108.459
60.477
60.477
325.279
325.279
1.046.951
1.046.951
1.164.047
1.164.047
22.093
22.093
973.035
973.035
598.844
598.844
673.337
673.337
136.392
134.731
265.740
263.264
319.820
316.080
4.597.030
4.617.128
4.434.624
4.424.596
4.998.199
4.998.617
177.924
177.924
106.703
106.703
190.727
190.727
3.958.079
3.962.903
3.903.200
3.905.364
4.462.643
4.456.888
Financiële activa Geldmiddelen en tegoeden bij centrale banken Leningen en vorderingen op kredietinstellingen Leningen en vorderingen op cliënten Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden Financiële activa aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van de waarde veranderingen in de winst- en verliesrekening Voor verkoop beschikbare financiële activa Tot einde looptijd aangehouden beleggingen
Totaal Financiële verplichtingen Financiële verplichtingen aangehouden voor handels doeleinden Financiële verplichtingen gewaardeerd tegen geamortiseerde kost Schulden aan kredietinstellingen
268.669
268.736
385.503
385.422
489.085
488.945
3.625.874
3.627.159
3.453.577
3.454.273
3.909.485
3.907.299
Achtergestelde leningen
50.531
54.003
51.115
52.664
51.045
47.616
In schuldbewijzen belichaamde schulden
13.005
13.005
13.005
13.005
13.028
13.028
4.136.003
4.140.827
4.009.903
4.012.067
4.653.370
4.647.615
Schulden aan cliënten
Totaal
Bank Degroof
103
Voor de financiële instrumenten die niet tegen hun reële waarde gewaardeerd worden in de jaar rekening, worden de volgende methodes en veronderstellingen gebruikt om hun reële waarde te bepalen: Méthodes et hypothèses utilisées
−− de boekwaarde van de financiële instrumenten op korte termijn of zonder vaste vervaldag, zoals de zichtrekeningen, is een redelijke benadering van de reële waarde; −− de overige leningen en ontleningen worden geherwaardeerd op basis van de laatst geobserveerde prijs of door de verdiscontering van hun toekomstige kasstromen met de rentecurve per afsluitdatum. Bank Degroof hanteert een hiërarchie op drie niveaus voor wat betreft de reële waarde, in functie van de gegevens gebruikt om de reële waarde te bepalen: Niveau 1 – Gepubliceerde marktprijs: de reële waarde van de financiële instrumenten van deze categorie komt overeen met de genoteerde prijs op een actieve markt. Niveau 2 – Waarderingsmethode gebaseerd op waarneembare marktgegevens: de reële waarde van de financiële instrumenten van deze categorie wordt bepaald door waarderingstechnieken met parameters die waarneembaar zijn op of afgeleid worden van een actieve markt. Niveau 3 – Waarderingsmethode zonder waarneembare marktgegevens: voor de financiële instrumenten binnen deze categorie is een significant deel van de parameters die gebruikt worden voor het bepalen van de reële waarde niet waarneembaar. De reële waarden van de financiële instrumenten gewaardeerd aan reële waarde (gelopen interesten niet inbegrepen) werden op de volgende manier ingedeeld: (in duizenden EUR)
30.09.2010
Niveau 1
Niveau 2
Niveau 3
Totaal
Financiële activa Derivaten
275
94.064
0
94.339
6.318
1.053
0
7.371
1.036.301
0
0
1.036.301
767.977
116.652
84.231
968.860
1.810.871
211.769
84.231
2.106.871
0
145.350
0
145.350
7.341
701
0
8.042
7.341
146.051
0
153.392
Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden Financiële activa aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van de waarde veranderingen in de winst- en verliesrekening Voor verkoop beschikbare financiële activa 1
Totaal Financiële passiva Derivaten Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden
Totaal
1 Financiële activa gewaardeerd aan aanschaffingswaarde niet inbegrepen.
104
Jaarverslag 2010
Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening
De tabel hieronder bevat de bewegingen van de financiële activa die volgens het niveau 3 gewaardeerd worden tegen reële waarde: (in duizenden EUR)
Voor verkoop beschikbare financiële activa
30.09.2010
Beginsaldo
70.139
Winsten of verliezen erkend in resultaat
0
Winsten of verliezen erkend in eigen vermogen
13.512
Acquisities
100
Emissies
480
Terugbetalingen
0
Transferten naar niveau 3
0
Transferten uit niveau 3
0
Veranderingen van de consolidatiekring
0
Andere
0
Eindsaldo
84.231
In het resultaat van deze periode werden geen winsten of verliezen geboekt die afkomstig zijn van activa van het niveau 3 die werden aangehouden per afsluitdatum. De instrumenten die gewaardeerd worden volgens een model van het niveau 3 zijn uitsluitend niet-genoteerde aandelen. De methode die hierbij hoofdzakelijk gebruikt wordt, is de methode van de market-multiples van vergelijkbare en genoteerde ondernemingen op basis van de meest recente geconsolideerde gepubliceerde resultaten. Op de aldus verkregen waarden wordt vervolgens nog een illiquiditeitsdiscount toegepast. De waarderingen worden uitgevoerd door een departement dat onafhankelijk is van de front office. Een alternatieve waardering, die van redelijkerwijs mogelijke doch globaal minder gunstige veronderstellingen gebruik maakt, zou het volgende effect hebben op de waarde van de portefeuille: (in duizenden EUR)
Niet genoteerde aandelen
Waarde
Alternatieve waarde
Impact op het resultaat
Impact op het eigen vermogen
84,231
71,826
0
(12,405)
De gebruikte redelijkerwijs mogelijke alternatieve veronderstellingen omvatten, afhankelijk van de waarden, het gebruik van een hogere risicopremie voor de discontering (voor de waarden berekend op basis van het discounted cash flow model), het gebruik van een alternatieve berekening gebaseerd op de market-multiples methode van vergelijkbare ondernemingen, of het gebruik van een hogere illiquiditeitsdiscount.
Bank Degroof
105
8. Toelichting bij de geconsolideerde winst- en verliesrekening 8.1 Rentebaten en -lasten Het detail van de rentebaten en -lasten per soort financieel instrument dat rentemarge genereert, wordt weergegeven als volgt: (in duizenden EUR)
30.09.2010
30.09.2009
30.09.2008
86.764
134.868
201.357
268
371
711
28.561
24.088
0
28.829
24.459
711 64.358
Rentebaten Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden Financiële activa aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening Rentebaten op activa die tegen hun reële waarde gewaardeerd zijn Leningen en vorderingen op kredietinstellingen
1.844
16.474
Leningen en vorderingen op cliënten
41.255
70.795
87.090
Voor verkoop beschikbare effecten
11.035
15.657
45.373
3.251
7.437
3.686
544
42
71
6
4
68
57.935
110.409
200.646
Tot op de vervaldag aangehouden effecten Rente op financiële activa met bijzondere waardevermindering Overige Rentebaten op activa die niet tegen hun reële waarde gewaardeerd zijn
Rentelasten
(22.115)
(72.579)
(159.965)
Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden
(16)
(91)
(48)
Rentelasten op verplichtingen die tegen hun reële waarde gewaardeerd zijn
(16)
(91)
(48)
(5.888)
(5.546)
(18.575)
(13.934)
(64.434)
(137.634)
(94)
(351)
(98)
(2.157)
(2.092)
(3.426)
Schulden aan kredietinstellingen Schulden aan cliënten In schuldbewijzen belichaamde schulden Achtergestelde schulden Overige
(26)
(65)
(184)
Rentelasten op verplichtingen die niet tegen hun reële waarde gewaardeerd zijn
(22.099)
(72.488)
(159.917)
Netto renteresultaten
64.649
62.289
41.392
8.2 Geïnde dividenden De geïnde dividenden per categorie financiële activa worden hierna in detail weergegeven: (in duizenden EUR) Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden
30.09.2009
30.09.2008
216
208
243
Financiële activa aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening
2.459
2.087
1.957
Voor verkoop beschikbare financiële activa
8.686
5.982
8.797
11.361
8.277
10.997
Totaal
106
30.09.2010
Jaarverslag 2010
Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening
8.3 Ontvangen en betaalde provisies De ontvangen en betaalde provisies worden op basis van de volgende prestaties onderverdeeld: (in duizenden EUR)
30.09.2010
30.09.2009
30.09.2008
260.593
240.051
307.762
Uitgiftes en plaatsingen van effecten
25.385
24.775
27.498
Dienstverlening i.v.m. effecten (andere dan bewaarneming)
54.644
61.247
82.536
Ontvangen provisies
Bewaarneming
37.874
32.170
39.894
127.042
99.818
140.114
Verbinteniskredieten en waarborgen
520
447
316
Betalingsdiensten
560
597
699
Beheer van activa
Financiële structurering
8.047
9.435
5.989
Overige
6.521
11.562
10.716
(98.828)
Betaalde provisies
(84.787)
(77.316)
Uitgiftes en plaatsingen van effecten
(19.210)
(23.021)
(24.035)
Dienstverlening i.v.m. effecten (andere dan bewaarneming)
(17.020)
(17.553)
(22.864)
(4.954)
(5.419)
(6.310)
Bewaarneming Beheer van activa
(39.423)
(27.327)
(36.057)
Verrekening, vereffening/levering en andere betalingsdiensten
(2.659)
(2.837)
(3.038)
Overige
(1.521)
(1.159)
(6.524)
175.806
162.735
208.934
Netto-opbrengsten van provisies
8.4 Nettoresultaat op de financiële instrumenten die voor handelsdoeleinden worden aangehouden Onderstaande tabel geeft de verdeling weer van winsten en verliezen op de financiële instrumenten die voor handelsdoeleinden worden aangehouden per type van financieel instrument: (in duizenden EUR)
30.09.2010
30.09.2009
30.09.2008
12.836
14.538
13.465
Vastrentende effecten
8.397
11.530
7.442
Niet-vastrentende effecten
4.439
3.008
6.023
(30.061)
(45.807)
12.977
Gerealiseerde en niet gerealiseerde winsten (verliezen) op de financiële instrumenten die voor handelsdoeleinden worden aangehouden
Winsten (verliezen) op afgeleide financiële instrumenten Wisselkoersderivaten Interestderivaten Aandelenderivaten Afgeleide producten – op goederen gebaseerde contracten Afgeleide producten – overige contracten
Nettoresultaat op de financiële instrumenten die voor handelsdoeleinden worden aangehouden
13.134
10.336
8.991
(31.796)
(36.797)
(6.918)
(5.740)
(16.574)
10.912
227
55
23
(5.886)
(2.827)
(31)
(17.225)
(31.269)
26.442
Met uitzondering van de derivaten worden alle ontvangen en betaalde rentes op financiële instrumenten geboekt onder de renteresultaten. Bijgevolg bevatten de hierboven vermelde winsten en verliezen de herwaardering tegen reële waarde, met inbegrip van de gelopen rente, voor de derivaten en enkel de wijziging van de marktwaarde voor de andere financiële instrumenten.
Bank Degroof
107
8.5 Nettoresultaat op de financiële instrumenten aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening Onderstaande tabel toont de verdeling van winsten en verliezen op de financiële instrumenten aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst- en verlies rekening, per type financieel instrument: (in duizenden EUR)
30.09.2010 Vastrentende effecten Niet-vastrentende effecten
Nettoresultaat op de financiële instrumenten aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen
30.09.2009
30.09.2008
(1.510)
23.146
(14)
2.396
16.623
(12.653)
886
39.769
(12.667)
Alle ontvangen en betaalde rente op financiële instrumenten wordt geboekt onder de renteresultaten. Bijgevolg bevatten de bovenvermelde winsten en verliezen enkel de wijziging in de marktwaarde van die financiële instrumenten.
8.6 Nettoresultaat op de financiële instrumenten niet gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening Onderstaande tabel toont de verdeling van winsten en verliezen op de financiële instrumenten niet gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst- en verlies rekening, per categorie en type financieel instrument: (in duizenden EUR)
Winsten (verliezen) op voor verkoop beschikbare financiële activa Vastrentende effecten – publieke leningen Vastrentende effecten – overige leningen Niet-vastrentende effecten
Nettoresultaat op de verkoop van leningen en vorderingen
30.09.2010
30.09.2009
30.09.2008
8.709
12.607
31.278
81
5.340
161
0
58
(296)
8.628
7.209
31.413
153
11
(29)
Winsten op de verkoop van leningen en vorderingen
172
33
0
Verliezen op de verkoop van leningen en vorderingen
(19)
(22)
(29)
8.862
12.618
31.249
Nettoresultaat op de financiële instrumenten niet gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening
Zijn inbegrepen in de winsten en verliezen op voornoemde voor verkoop beschikbare activa, de bedragen niet langer opgenomen onder het eigen vermogen ten gevolge van afboeking van de financiële instrumenten.
108
Jaarverslag 2010
Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening
8.7 Andere operationele nettoresultaten De andere operationele resultaten zijn op de volgende manier samengesteld: (in duizenden EUR)
Andere operationele baten Huurinkomsten Meerwaarden op verkoop van immateriële en materiële vaste activa Terugneming van voorzieningen
30.09.2010
30.09.2009
30.09.2008
6.761
5.928
15.388
2.148
2.039
1.773
43
88
29
797
0
485
3.773
3.801
13.101
(2.380)
(3.768)
(3.028)
(239)
(621)
(98)
(1.946)
(2.026)
(97)
(195)
(1.121)
(2.833)
4.381
2.160
12.360
30.09.2010
30.09.2009
30.09.2008
Vergoedingen en bezoldigingen
(89.762)
(87.109)
(88.185)
Sociale zekerheid, sociale verzekering en extralegale verzekeringen
(14.760)
(15.514)
(13.613)
Kosten verbonden aan pensioenen
(4.000)
(4.464)
(3.017)
Voordelen toegekend aan personeelsleden gebaseerd op betalingen in aandelen
(3.237)
1.041
(4.319)
Overige kosten
(1.908)
(1.671)
(1.939)
(113.667)
(107.717)
(111.073)
Diversen
Andere operationele kosten Minwaarden op verkoop van immateriële en materiële vaste activa Toevoegingen aan voorzieningen Diversen
Andere operationele nettoresultaten
8.8 Personeelskosten De personeelskosten bestaan uit de volgende kosten: (in duizenden EUR)
Personeelskosten
Toelichting 10 geeft gedetailleerde informatie over de vergoedingen na uitdiensttreding en de op aandelen gebaseerde vergoedingen. Het aantal tewerkgestelde personeelsleden uitgedrukt in “Voltijdse equivalenten” bedraagt per categorie: (in eenheden)
VTE op datum van
30.09.2010
30.09.2009
30.09.2008
Directiepersoneel
245
238
234
Bedienden
776
791
857
9
10
11
1.030
1.039
1.102
Arbeiders
Totaal
Bank Degroof
109
8.9 Algemene en administratieve kosten Het detail van de algemene en administratieve kosten is als volgt: (in duizenden EUR)
30.09.2010
30.09.2009
30.09.2008 (2.842)
Marketing, reclame en public relations
(1.917)
(1.447)
Professionele honoraria
(7.507)
(8.543)
(9.130)
Operationele leasing
(5.878)
(5.598)
(5.288)
Informatica- en telecommunicatiekosten
(7.629)
(8.648)
(8.458)
Herstelling en onderhoud
(5.294)
(5.602)
(5.471)
Bedrijfsbelastingen
(5.005)
(5.326)
(5.114)
Overige algemene en administratieve kosten
(12.174)
(15.115)
(12.258)
(45.404)
(50.279)
(48.561)
Algemene en administratieve kosten
De overige algemene en administratieve kosten bestaan hoofdzakelijk uit representatie- en reiskosten, leverings- en documentatiekosten, opleidingskosten en bijdragen en verzekeringen die niet aan het personeel verbonden zijn.
8.10 Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Op 30 september 2010 bedragen de afschrijvingen op materiële vaste activa EUR 5,8 miljoen (op 30 september 2009: EUR 6,1 miljoen; op 30 september 2008: EUR 6,4 miljoen) en de afschrijvingen op immateriële activa EUR 3,4 miljoen (op 30 september 2009: EUR 3,4 miljoen; op 30 september 2008: EUR 2,5 miljoen). Het detail van deze afschrijvingen per categorie materiële vaste en immateriële activa wordt gegeven in de toelichtingen 7.8 en 7.9.
8.11 Netto bijzondere waardeverminderingen op activa De wijzigingen in de bijzondere waardeverminderingen per categorie van activa zijn als volgt weer gegeven: (in duizenden EUR)
30.09.2010
30.09.2009
30.09.2008
Terugneming van bijzondere waardeverminderingen
211
2.043
40
Leningen en vorderingen
211
2.043
40
(2.898)
(51.176)
(40.085)
Toevoegingen aan bijzondere waardeverminderingen Leningen en vorderingen
(1.143)
(276)
(2.415)
Voor verkoop beschikbare financiële activa
(1.499)
(13.378)
(37.155)
Materiële vaste activa Immateriële activa Deelnemingen in ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast Overige
Nettowijzigingen van bijzondere waardeverminderingen op activa
(22)
(30)
(34)
0
(2.870)
(481)
(234)
(34.612)
0
0
(10)
0
(2.687)
(49.133)
(40.045)
Het detail van de wijzigingen in de bijzondere waardeverminderingen op materiële vaste en immate riële activa wordt gegeven in de toelichtingen 7.8 en 7.9, per categorie van materiële vaste activa en immateriële activa.
110
Jaarverslag 2010
Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening
8.12 Belastingen De nettobelastingen worden door de volgende elementen verklaard: (in duizenden EUR)
30.09.2010
30.09.2009
30.09.2008
Belastingen op het resultaat van het boekjaar
8.946
15.460
28.463
Belastingen op de winst van het boekjaar
12.786
14.168
28.203
Uitgestelde belastingen
(3.840)
1.292
260
Overige belastingen
(527)
363
141
(643)
253
46
116
110
95
8.419
15.823
28.604
Belastingen op de winst van de vorige jaren Overige elementen
Totaal nettobelastingen
De tabel hieronder verantwoordt het verschil tussen het normale belastingpercentage in België (33,99 %) en het effectieve belastingpercentage van Bank Degroof. (in duizenden EUR) Winst voor belastingen Resultaat van de ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast Belastingbasis
30.09.2010
30.09.2009
30.09.2008
76.230
33.735
110.614
1.484
6.190
(565)
77.714
39.925
110.049
Belastingpercentage toepasbaar bij afsluiting
33,99 %
33,99 %
33,99 %
Theoretische belasting op de winst
26.415
13.571
37.406
Effect van verschillen in belastingpercentage in andere rechtsgebieden
(3.103)
(2.876)
(3.765)
Fiscale impact van verworpen uitgaven
6.737
22.644
19.954
(22.589)
(24.561)
(23.074)
0
(165)
0
Permanente verschillen
1.329
2.455
(5.545)
Gevolgen van overige elementen
(420)
74
(462)
577
4.318
3.949
8.946
15.460
28.463
11,51 %
38,72 %
25,86 %
Fiscale impact van niet belastbare inkomsten Impact op de wijziging van het belastingpercentage op de tijdelijke verschillen
Niet opgenomen uitgestelde belastingvorderingen (overdraagbare fiscale verliezen)
Belastingen op het resultaat van het boekjaar Gemiddeld effectief belastingpercentage
De fiscale impact van de niet belastbare inkomsten bestaat voornamelijk uit meerwaarden op aandelen en niet belastbare dividenden.
Bank Degroof
111
8.13 Elementen van het niet gerealiseerde resultaat Het detail van de samenstellende elementen van het niet gerealiseerde resultaat is als volgt. (in duizenden EUR)
Omrekeningsverschillen Bruto bedrag Belastingen
Herwaarderingsreserves - financiële activa
30.09.2009 832
30.09.2008 783
3.236
832
783
0
0
0
(91.201)
19.540
5.884
Vastrentende effecten
4.957
6.302
(8.486)
Aanpassing tegen reële waarde voor belastingen
4.181
10.100
(14.631)
Overdracht van de reserve naar resultaat, voor belastingen
3.064
(1.023)
1.775
Bijzondere waardeverminderingen
61
0
212
(81)
(5.397)
135
3.084
4.374
1.428
Belastingen rechtstreeks geïmputeerd op reserves
(2.288)
(2.775)
4.370
Niet-vastrentende effecten
14.583
(418)
(82.715)
23.151
1.059
(55.759)
(8.543)
458
(28.648)
Netto verliezen (winsten) op overdrachten Proratisering van de reserve voor herwaardering van voor verkoop beschikbare financiële activa die gereclasseerd werden
Aanpassing tegen reële waarde voor belastingen Overdracht van de reserve naar resultaat, voor belastingen Bijzondere waardeverminderingen Netto verliezen (winsten) op overdrachten Belastingen rechtstreeks geïmputeerd op reserves
85
7.667
2.765
(8.628)
(7.209)
(31.413)
(25)
(1.935)
1.692
Aandeel in de andere elementen van het resultaat
0
0
(156)
Bruto bedrag
0
0
(156)
22.776
6.716
(90.574)
Totaal van het niet gerealiseerde resultaat over het boekjaar
112
30.09.2010 3.236
Jaarverslag 2010
Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening
9. Rechten en verplichtingen 9.1 Activa in open bewaarneming De activa in open bewaarneming betreffen hoofdzakelijk effecten die door de cliënten in bewaring werden gegeven ongeacht of het recht op vrije beschikking van de houder al dan niet beperkt is en deze activa al dan niet onder beheersovereenkomst met Bank Degroof staan. Deze activa worden tegen hun reële waarde gewaardeerd. De open bewaarnemingen van de Bank voor de boekjaren die op 30 september van de jaren 2010, 2009 en 2008 afgesloten werden, bedragen respectievelijk EUR 47,9 miljard, EUR 44,8 miljard en EUR 46,1 miljard.
9.2 Rechten en verbintenissen in verband met kredieten Bank Degroof heeft de verbintenis in te staan voor de kredietlijnen die aan de cliënten verstrekt werden waarvan het niet-opgenomen bedrag op 30 september 2010 EUR 193,2 miljoen bedraagt (op 30 september 2009: EUR 269,1 miljoen; op 30 september 2008: EUR 248,8 miljoen).
9.3 Gegeven en ontvangen waarborgen Bank Degroof gaf voor eigen rekening en voor rekening van haar cliënten financiële instrumenten als waarborg voor een bedrag van EUR 85,7 miljoen (op 30 september 2009: EUR 104,6 miljoen; op 30 september 2008: EUR 173,5 miljoen). Bank Degroof kreeg als waarborg van haar cliënten activa voor een bedrag van EUR 2.386,9 miljoen op 30 september 2010 (op 30 september 2009: EUR 1.856,6 miljoen; op 30 september 2008: EUR 4.361,5 miljoen). Die waarborgen zijn in het algemeen niet door de Bank aanwendbaar met uitzondering van deze die verworven worden in het kader van cessie-retrocessieverrichtingen die EUR 58,7 miljoen bedragen op 30 september 2010 (op 30 september 2009: EUR 122,5 miljoen; op 30 september 2008: EUR 1.491,6 miljoen). Van deze aanwendbare waarborgen die werden verkregen, werd EUR 5,4 miljoen in waarborg gegeven ten gevolge van cessie-retrocessieverrichtingen per 30 september 2010 (bekomen waarborgen opnieuw aangewend als waarborg op 30 september 2009: geen; op 30 september 2008: EUR 109,8 miljoen).
Bank Degroof
113
10. Personeelsbeloningen en overige vergoedingen 10.1 Vergoedingen na uitdiensttreding De vergoedingen na uitdiensttreding bestaan uit pensioenregelingen en een gedeeltelijke betaling van de zorgverzekeringspremies nadat de medewerkers met pensioen zijn gegaan. Binnen de pensioenregelingen bestaan er regelingen op basis van toegezegde bijdragen en regelingen op basis van toegezegde pensioenen. De regelingen op basis van toegezegde pensioenen bestaan uit een reële regeling met toegezegde pensioenen en uit regelingen op basis van toegezegde bijdragen met een gewaarborgd rendement volgens de lokaal geldende verplichtingen. De regeling op basis van toegezegde pensioenen is sinds december 2004 afgesloten. Voor de regelingen op basis van toegezegde bijdragen bedragen de kosten van dit boekjaar EUR 1,7 miljoen (op 30 september 2009: EUR 1,8 miljoen; op 30 september 2008: EUR 0,8 miljoen). Voor de andere regelingen geeft de volgende tabel het detail weer van de verplichtingen van Bank Degroof en de voornaamste actuariële hypotheses die gekozen werden: Pensioenregelingen 30.09.2010 30.09.2009 30.09.2008 Actuele waarde van de gefinancierde verplichtingen
33.183
29.187
23.768
Waarde van de fondsbeleggingen van de pensioenregelingen
24.677
22.842
20.611
8.506
6.345
3.157
0
0
0
(8.488)
(6.182)
(2.695)
0
0
0
18
163
462
29.187
23.768
23.419 1.579
Tekort (overschot) van de pensioenregelingen Actuele waarde van de niet-gefinancierde verplichtingen Niet geboekte actuariële winst (verlies) Niet geboekte winst (kost) van de verstreken diensttijd
A. Nettoverplichtingen (activa) van de vergoedingen na uitdiensttreding B. Wijziging in de verplichtingen
Beginsaldo Kost van de verstreken diensttijd
2.059
1.820
Rentelasten
1.461
1.445
1.159
Actuarieel verlies (winst)
2.598
2.591
(1.132)
(2.167)
(500)
(1.358)
45
63
101
33.183
29.187
23.768
22.842
20.611
25.289
1.271
1.292
1.541
61
(918)
(6.716)
Bijdragen betaald in het jaar Netto overdracht
Eindsaldo C. Wijziging in de waarde van de fondsbeleggingen van de pensioenregelingen
Beginsaldo Verwacht rendement Actuariële winst (verlies) Werkgeversbijdragen Prestaties betaald in het jaar Aanschaffingen
Eindsaldo
114
Jaarverslag 2010
2.625
2.294
1.754
(2.167)
(500)
(1.358)
45
63
101
24.677
22.842
20.611
Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening
(in duizenden EUR)
Overige vergoedingen 30.09.2010 30.09.2009 30.09.2008 0
0
0
0
0
0
0
0
0
6.971
4.850
3.246
(2.746)
(1.248)
(22)
(128)
(145)
(161)
4.097
3.457
3.063
4.850
3.246
2.762
385
237
189
250
206
144
1.553
1.226
208
(67)
(65)
(57)
0
0
0
6.971
4.850
3.246
0
0
0
0
0
0
0
0
0
67
65
57
(67)
(65)
(57)
0
0
0
0
0
0
Bank Degroof
115
Pensioenregelingen 30.09.2010 30.09.2009 30.09.2008 D. Samenstelling van de lasten Kost van de verstreken diensttijd
2.059
1.820
1.579
Rentelasten
1.461
1.445
1.159
(1.271)
(1.292)
(1.540)
0
0
0
231
23
(40)
2.480
1.996
1.158
1.332
374
(5.175)
Verwacht rendement van de fondsbeleggingen van de pensioenregelingen Afschrijving van de kost van de verstreken diensttijd Afschrijving van het actuariële verlies (winst)
Nettolasten van de vergoedingen na uitdiensttreding Effectief rendement van de fondsbeleggingen van de pensioenregelingen
E.1 Voornaamste actuariële hypotheses voor de bepaling van de verplichtingen Disconteringsvoet
4,00 %
5,20 %
6,40 %
Toekomstige stijging van de bezoldigingen
3,25 %
3,25 %
3,25 %
Inflatiepercentage
2,25 %
2,25 %
2,25 %
E.2 Voornaamste actuariële hypotheses voor de bepaling van de nettokosten Disconteringsvoet
5,20 %
6,40 %
5,25 %
Verwacht rendementspercentage van de fondsbeleggingen van de pensioenregelingen
5,51 %
6,34 %
6,19 %
Toekomstige stijging van de bezoldigingen
3,25 %
3,25 %
3,00 %
Inflatiepercentage
2,25 %
2,25 %
2,00 %
F. Fondsbeleggingen van de pensioenregelingen Aandelen
51,40 %
52,25 %
53,15 %
Obligaties
38,96 %
38,03 %
37,04 %
Vastgoed
9,64 %
9,72 %
9,81 %
Overige
0,00 %
0,00 %
0,00 %
G. Historiek van verlies en winst Verschil tussen het effectief rendement en het verwacht rendement Bedrag Percentage
(61)
918
6.717
(0,25 %)
4,02 %
32,59 %
Verschil tussen de hypotheses en de parameters voor de verplichting Bedrag Percentage
116
Jaarverslag 2010
(831)
(332)
1.170
(2,50 %)
(1,14 %)
4,92 %
Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening
(in duizenden EUR)
Overige vergoedingen 30.09.2010 30.09.2009 30.09.2008 385
237
189
250
206
144
0
0
0
16
16
16
56
0
0
707
459
349
0
0
0
4,00 %
5,20 %
6,40 %
0,00 %
0,00 %
0,00 %
5,25 %
5,25 %
5,25 %
5,20 %
6,40 %
5,25 %
0,00 %
0,00 %
0,00 %
0,00 %
0,00 %
0,00 %
5,25 %
5,25 %
5,00 %
0,00 %
0,00 %
0,00 %
0,00 %
0,00 %
0,00 %
0,00 %
0,00 %
0,00 %
0
0
0
0,00 %
0,00 %
0,00 %
(198)
111
471
(2,84 %)
2,29 %
14,51 %
Bank Degroof
117
De tabel hierna bevat de gegevens en een sensitiviteitstest als gevolg van een variatie met 1 % van de jaarlijkse evolutie van de gezondheidsindex. (in duizenden EUR)
30.09.2010
30.09.2009
30.09.2008
Rechtstreeks percentage
5,25 %
5,25 %
5,25 %
Uiteindelijk percentage
5,25 %
5,25 %
5,25 %
NA
NA
NA
Evolutiepercentage van de gezondheidskosten
Jaar
Gevoeligheid voor een wijziging van het jaarlijkse aangroeipercentage van de kosten van de gezondheidszorg
1%
Effect op de kost van verstreken diensttijd en de rentelast Effect op de verplichting
(1 %)
1%
(1 %)
1%
(1 %)
204
(148)
124
(92)
98
(72)
2.094
(1.527)
1.323
(981)
758
(576)
10.2 Op aandelen gebaseerde vergoedingen Bank Degroof heeft de laatste jaren meerdere optieplannen op aandelen uitgegeven ten voordele van haar bestuurders of haar hogere kaderleden of van beiden tegelijkertijd om hen aan de Bank te binden en hun belangen met die van de Bank te doen samenvallen. Die plannen zijn conform de plaatselijke wettelijke bepalingen opgesteld. De uitgegeven optieplannen bevatten plannen die in geldmiddelen zullen worden afgewikkeld, en plannen die in aandelen zullen worden afgewikkeld. In beide gevallen is er in het algemeen in een periode van rechtenverwerving van 3 tot 4 jaar voorzien. De optieplannen op aandelen die uitbetaald zullen worden door levering van aandelen, betreffen nieuwe of bestaande aandelen en zijn na de periode van rechtenverwerving, driemaandelijks of jaarlijks uitoefenbaar. Op 30 september 2010 kunnen die optieplannen als volgt per finale eindvervaldag worden onderverdeeld: (in eenheden; in EUR)
finale uitoefendatum
30.09.2010 Gewogen Aantal gemiddelde uitoefen opties in prijs omloop
30.09.2009 Gewogen Aantal gemiddelde opties in uitoefen omloop prijs
30.09.2008 Gewogen Aantal gemiddelde opties in uitoefen omloop prijs
30.09.2010
0
0,00
34.235
67,60
206.950
67,00
30.09.2015
102.790
192,30
105.265
192,30
106.210
192,30
30.09.2018
104.903
148,92
0
0,00
0
0,00
207.693
170,39
139.500
161,70
313.160
109,50
118
Jaarverslag 2010
Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening
De bewegingen voor opties op aandelen zien eruit als volgt: (in eenheden; in EUR)
30.09.2010 Gewogen Aantal gemiddelde uitoefen opties in prijs omloop
Beginsaldo
139.500
161,70
30.09.2009 Gewogen Aantal gemiddelde opties in uitoefen omloop prijs
313.160
109,50
30.09.2008 Gewogen Aantal gemiddelde opties in uitoefen omloop prijs
555.830
85,53
Toegekende opties
104.903
148,92
0
0,00
0
0,00
Geannuleerde opties
(2.875)
174,95
(6.295)
86,32
(1.450)
106,30
Uitgeoefende opties
(33.335)
67,60
(167.365)
66,86
(241.220)
54,28
(500)
67,60
0
0,00
0
0,00
207.693
170,39
139.500
161,70
313.160
109,50
0
0,00
34.235
67,60
10.230
55,50
Vervallen opties
Eindsaldo waarvan uitoefenbaar
Bij de hiervoor aangehaalde plannen, en zoals in onze boekhoudkundige principes vermeld werd, paste Bank Degroof IFRS 2 toe op de opties die na 7 november 2002 werden toegekend, indien die laatste door levering van aandelen worden uitgeoefend. Bijgevolg heeft de Bank de kosten van EUR 1 miljoen voor dit boekjaar onder de personeelskosten geboekt (op 30 september 2009: EUR 1 miljoen; op 30 september 2008: EUR 1,6 miljoen). Zolang die opties niet worden uitgeoefend, heeft de boekhoudkundige verwerking van de kosten geen invloed op het eigen vermogen omdat dat met eenzelfde bedrag verhoogd wordt. Bij de uitoefening van de opties wordt het eigen vermogen verhoogd met een bedrag dat gelijk is aan het aantal uitgeoefende opties vermenigvuldigd met de uitoefenprijs. Om de oorspronkelijke kosten van de optie te bepalen die ten laste zullen worden genomen, gebruikt de Bank een Black and Scholes-model dat de volgende parameters op de toekenningsdatum van de plannen bevat. 30.09.2010 Opties toegekend in de loop van het boekjaar afgesloten op: Toekenningsdatum van de opties Eindvervaldag Prijs bij contante betaling (EUR)
28 mei 2010 31 maart 2018 148,92
Dividenden (EUR) Uitoefenprijs (EUR) Volatiliteit Rentevoeten Reële waarde van de toegekende opties (EUR)
50,14 148,92 25,00 % 2,84 % 23,94
Naast de hoger vermelde plannen lopen er per 30 september 2010 drie optieplannen op aandelen, die in geldmiddelen zullen worden afgewikkeld. De reële waarde van die opties wordt jaarlijks berekend nadat de waarde van het onderliggende bepaald werd. Het eerste plan werd in 2006 uitgeschreven op een dochteronderneming (Fideuro) waarvan de activiteit enkel bestaat in het aanhouden van aandelen van Bank Degroof, gefinancierd met eigen vermogen en schulden. Het aantal opties toegekend op 14 juli 2006 bedroeg 8.655 waarvan er nog 270 in omloop zijn op 30 september 2010 en 1.077 opties het voorwerp hebben uitgemaakt van een afwikkeling in geld tijdens dit boekjaar. De resterende opties hebben een eindvervaldag op 15 juni 2011 en een uitoefenprijs van EUR 422,37. Betreffende dit plan werd in de loop van het boekjaar een last van EUR 0,4 miljoen geboekt, onder de personeelskosten. Het tweede plan werd uitgegeven in 2009 op een dochteronderneming (PrivatBank Degroof) en is uitsluitend bestemd voor de leiders van de vennootschap PrivatBank Degroof. Het aantal toegekende
Bank Degroof
119
opties per 15 april 2009 was 434.700. Die zijn nog in omloop per 30 september 2010. Die opties hebben als eindvervaldag 15 september 2016 en een uitoefenprijs van EUR 14,58. Een personeelskost van EUR 0,1 miljoen werd geboekt voor dit plan. Het derde plan werd eveneens uitgegeven in 2009 op de aandelen van een dochteronderneming (BD Square Invest) waarvan de activiteit uitsluitend bestaat uit het aanhouden van aandelen Bank Degroof, gefinancierd met eigen vermogen en schulden. Het aantal opties toegekend op 10 juni 2009 was 103.190 waarvan er nog 102.825 in omloop waren op datum van 30 september 2010. Die opties hebben als eindvervaldag 15 maart 2014 en de uitoefenprijs is EUR 60,60. Dit plan heeft een personeelskost gegenereerd van EUR 1,7 miljoen. Het plan op de dochterondernemingen Fideuro en dat op BD Square Invest worden gewaardeerd op basis van een intern arbitragemodel dat de emittent van de optie toelaat zijn positie af te dekken. Dit model neemt in overweging de waarde van het geherwaardeerde nettoactief van de dochteronderneming, de financieringskosten voor de resterende duur van de optie waarbij er rekening gehouden wordt met eventuele dividenden van de dochteronderneming, de afdekkingskost van de waarde van de activa van de dochteronderneming en de uitoefenprijs van de optie. Met dit model kan de reële waarde van de optie op de dochteronderneming met hefboomeffect geraamd worden, waarvan de volatititeit veel te moeilijk ingeschat kan worden. De gegevens van dit model per plan zijn in de onderstaande tabel weergegeven: Opties gewaardeerd op datum van:
30.09.2010
30.09.2009
30.09.2008
Opties op Fideuro Geherwaardeerd nettoactief (EUR)
1.203,78
887,58
1.425,07
Financieringskost (EUR)
3,75
11,32
54,34
Afdekkingskost (EUR)
2,12
38,94
15,73
Uitoefenprijs (EUR)
422,37
422,37
422,37
Reële waarde van de toegekende opties (EUR)
787,28
515,47
1.072,77
90,46
59,55
3,38
6,56
Opties op BD Square Invest Geherwaardeerd nettoactief (EUR) Financieringskost (EUR) Afdekkingskost (EUR) Uitoefenprijs (EUR) Reële waarde van de toegekende opties (EUR)
10,08
19,5
60,6
60,6
43,32
25,01
Daar het plan op de dochteronderneming PrivatBank Degroof geen plan is op een dochteronderneming met hefboomeffect waarvan de inschatting van de volatiliteit te gevaarlijk is, gebeurde de waardering op basis van een Black and Scholes-model dat rekening houdt met volgende parameters op de datum van waardering: Opties gewaardeerd op datum van:
30.09.2010
30.09.2009
Toekenningsdatum van de opties
15 april 2009
15 april 2009
Eindvervaldag
15 sept. 2016
15 sept. 2016
14,18
15,88
Opties op PrivatBank Degroof
Prijs bij contante betaling (EUR) Dividenden (EUR) Uitoefenprijs (EUR) Volatiliteit Rentevoeten Reële waarde van de toegekende opties (EUR)
120
Jaarverslag 2010
2,87
3,50
14,58
14,58
20,00%
22,00 %
2,06%
3,04 %
1,75
3,36
Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening
11. Verbonden partijen De partijen die met Bank Degroof verbonden zijn, zijn geassocieerde deelnemingen, joint ventures, pensioenfondsen, leden van de raad van bestuur en het directiecomité van Bank Degroof Brussel evenals dichte familieleden van voornoemde personen of elke vennootschap die gecontroleerd of sterk beïnvloed wordt door één van de hoger vermelde personen. Onderstaande tabellen geven, per aard, de transacties weer van de laatste drie jaar die met de aan de groep verbonden partijen werden verricht: 30.09.2010
(in duizenden EUR)
Entiteiten die een gezamenlijke controle of een aanzienlijke invloed uitoefenen
Geassocieerde ondernemingen
Voornaamste bestuurders
Overige verbonden partijen
Totaal
0
0
1.125
0
1.125
16.889
2.500
1.537
0
20.926
16.889
2.500
2.662
0
22.051
28.958
0
8.841
1.386
39.185
0
0
0
3
3
28.958
0
8.841
1.389
39.188
19.965
0
16.858
0
36.823
Balans Voorschotten in rekening-courant Leningen op termijn
Totaal activa Deposito’s Overige schuldbewijzen
Totaal passiva Door de groep ontvangen waarborgen
(in eenheden) Aandelenopties Toegekend Uitgeoefend/overgedragen
0
0
9.000
0
9.000
3.000
0
750
0
3.750
30.09.2010
(in duizenden EUR)
Entiteiten die een gezamenlijke controle of een aanzienlijke invloed uitoefenen
Geassocieerde ondernemingen
Voornaamste bestuurders
Overige verbonden partijen
879
0
247
3
1.128
0
0
0
2.663
2.663
879
0
247
2.666
3.792
2.235
57
1.058
0
3.350
0
0
0
12
12
3.104
18
401
0
3.523
1
0
0
0
1
5.340
75
1.459
12
6.886
Totaal
Winst- en verliesrekening Financiële lasten Personeelskosten
Totaal lasten Rentebaten Winsten op afgeleide instrumenten Erelonen en commissies Overige
Totaal baten
Bank Degroof
121
30.09.2009
(in duizenden EUR)
Entiteiten die een gezamenlijke controle of een aanzienlijke invloed uitoefenen
GeassocieerVoorde ondernaamste nemingen bestuurders
Overige verbonden partijen
Totaal
Balans Voorschotten in rekening-courant Leningen op termijn
Totaal activa Deposito’s
Totaal passiva Door de groep ontvangen waarborgen
0
0
964
0
964
8.053
2.500
4.721
0
15.274
8.053
2.500
5.685
0
16.238
5.985
2.500
7.574
597
16.656
5.985
2.500
7.574
597
16.656
3.981
0
17.071
0
21.052 (in eenheden)
Aandelenopties Toegekend
0
0
11.544
0
11.544
Uitgeoefend/overgedragen
0
0
19.100
0
19.100
GeassocieerVoorde ondernaamste nemingen bestuurders
Overige verbonden partijen
Totaal 394
30.09.2009
(in duizenden EUR)
Entiteiten die een gezamenlijke controle of een aanzienlijke invloed uitoefenen Winst- en verliesrekening 157
0
222
15
Verliezen op afgeleide instrumenten
Financiële lasten
0
0
0
13
13
Personeelskosten
0
0
0
2.506
2.506
Totaal lasten
157
0
222
2.534
2.913
Rentebaten
368
0
198
0
566
15
6
25
0
46
1
0
0
0
1
384
6
223
0
613
GeassocieerVoorde ondernaamste nemingen bestuurders
Overige verbonden partijen
Erelonen en commissies Overige
Totaal baten 30.09.2008
(in duizenden EUR)
Entiteiten die een gezamenlijke controle of een aanzienlijke invloed uitoefenen
Totaal
Balans Voorschotten in rekening-courant Leningen op termijn
Totaal activa Deposito’s Overige passiva
Totaal passiva Door de groep ontvangen waarborgen
122
Jaarverslag 2010
0
0
2.276
0
2.276
6.776
0
7.466
0
14.242
6.776
0
9.742
0
16.518
6.390
0
3.785
911
11.086
0
0
0
0
0
6.390
0
3.785
911
11.086
4.587
0
18.753
0
23.340
(in eenheden) Aandelenopties Uitgeoefend/overgedragen
0
0
156.000
30.09.2008 Entiteiten die een gezamenlijke controle of een aanzienlijke invloed uitoefenen
GeassocieerVoorde ondernaamste nemingen bestuurders
0 0 (in duizenden EUR)
Overige verbonden partijen
Totaal
29
1.091
Winst- en verliesrekening Financiële lasten
473
0
Erelonen en commissies
0
51
0
0
51
Personeelskosten
0
0
0
1.845
1.845
473
51
589
1.874
2.987
431
0
474
0
905
30
0
21
0
51
461
0
495
0
956
Totaal lasten Rentebaten Erelonen en commissies
Totaal baten
589
Alle transacties met de verbonden partijen die in voorafgaande tabellen zijn opgenomen, werden tegen normale marktvoorwaarden verricht. De vergoeding die aan de leden van het directiecomité werd uitbetaald evenals de tantièmes betaald aan de leden van de raad van bestuur alsook de kosten van de toekenning van opties aan deze zelfde personen, worden weergegeven volgens de categorieën van de aan het personeel toegekende voordelen die door de IAS 19 en IFRS 2-normen bepaald worden: (in duizenden EUR)
30.09.2010
30.09.2009
30.09.2008
Personeelsbeloningen op korte termijn
4.345
6.269
6.899
Vergoedingen na uitdiensttreding
1.090
1.132
2.336
435
(366)
1.026
5.870
7.035
10.261
Op aandelen gebaseerde betalingen
Totaal
12. Na afsluiting opgetreden gebeurtenissen De raad van bestuur van 14 december 2010 besliste om aan de algemene vergadering voor te stellen een brutodividend uit te keren van EUR 5,25 per aandeel voor een totaalbedrag van EUR 40.450.428, buiten de groep, en gaf toestemming tot het publiceren van de jaarrekening.
Bank Degroof
123
Bezoldiging van de commissaris
(in duizenden EUR)
30.09.2010 Bezoldiging van de commissaris Bezoldiging voor uitzonderlijke werkzaamheden of bijzondere opdrachten uitgevoerd binnen de vennootschap door de commissaris Andere controleopdrachten
124
621 32 8
Andere opdrachten buiten de revisorale opdrachten
24
Bezoldiging voor uitzonderlijke werkzaamheden of bijzondere opdrachten uitgevoerd binnen de vennootschap door personen met wie de commissaris verbonden is
84
Belastingadviesopdrachten
62
Andere opdrachten buiten de revisorale opdrachten
22
Jaarverslag 2010
Verslag van de commissaris Verslag van de commissaris aan de Algemene Vergadering der Aandeelhouders van Bank Degroof NV over de geconsolideerde jaarrekening over het boekjaar afgesloten op 30 septembre 2010 Overeenkomstig de wettelijke en statutaire bepalingen, brengen wij u verslag uit in het kader van ons mandaat van commissaris. Dit verslag omvat ons oordeel over het getrouw beeld van de geconsolideerde jaarrekening evenals de vereiste bijkomende vermelding.
Verklaring over de geconsolideerde jaarrekening zonder voorbehoud Wij hebben de controle uitgevoerd van de geconsolideerde jaarrekening van Bank Degroof NV (“de vennootschap”) en haar dochterondernemingen (samen “de groep”) opgesteld in overeenstemming met International Financial Reporting Standards (IFRS), zoals aanvaard binnen de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften. Deze geconsolideerde jaarrekening omvat de geconsolideerde balans op 30 september 2010, de geconsolideerde winst- en verliesrekening, het geconsolideerde mutatieoverzicht van het eigen vermogen en het geconsolideerde kasstroomoverzicht voor het boekjaar afgesloten op die datum, evenals een overzicht van de voornaamste gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Het geconsolideerde balanstotaal bedraagt ¤ 4.854.305(000) n de geconsolideerde winsten verliesrekening sluit af met een winst van het boekjaar, aandeel van de groep, van ¤ 67.779(000). Het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening valt onder de verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan. Deze verantwoordelijkheid omvat: het opzetten, implementeren en in stand houden van een interne controle met betrekking tot het opstellen en de getrouwe weergave van de geconsolideerde jaarrekening die geen afwijkingen van materieel belang, als gevolg van fraude of van fouten, bevat; het kiezen en toepassen van geschikte waarderingsregels; en het maken van boekhoudkundige ramingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. Het is onze verantwoordelijkheid een oordeel over deze geconsolideerde jaarrekening tot uitdrukking te brengen op basis van onze controle. Wij hebben onze controle uitgevoerd overeenkomstig de Internationale Controlestandaarden, de wettelijke bepalingen en volgens de in België geldende controlenormen, zoals uitgevaardigd door het Instituut der Bedrijfsrevisoren. Deze controlenormen vereisen dat onze controle zo wordt georganiseerd en uitgevoerd dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de geconsolideerde jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Overeenkomstig deze controlenormen hebben wij controlewerkzaamheden uitgevoerd ter verkrijging van controle-informatie over de in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen bedragen en toelichtingen. De selectie van deze controlewerkzaamheden is afhankelijk van onze beoordeling welke een inschatting omvat van het risico dat de geconsolideerde jaarrekening afwijkingen van materieel belang bevat als gevolg van fraude of van fouten. Bij het maken van onze risico-inschatting houden wij rekening met de bestaande interne controle van de groep met betrekking tot het opstellen en de getrouwe weergave van de geconsolideerde jaarrekening ten einde in de gegeven omstandigheden de gepaste werkzaamheden te bepalen maar niet om een oordeel over de effectiviteit van de interne controle van de groep te geven. Wij hebben tevens de gegrondheid van de grondslagen voor financiële verslaggeving, de redelijkheid van de boekhoudkundige ramingen gemaakt door de vennootschap, alsook de voorstelling van de geconsolideerde jaarrekening als geheel beoordeeld. Ten slotte, hebben wij van het bestuursorgaan en van de verantwoordelijken van de vennootschap de voor onze controlewerkzaamheden vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie een redelijke basis vormt voor het uitbrengen van ons oordeel. Naar ons oordeel geeft de geconsolideerde jaarrekening afgesloten op 30 september 2010 een getrouw beeld van het vermogen, de financiële toestand van de groep evenals van haar resultaten en kasstromen voor het boekjaar eindigend op die datum, in overeenstemming met International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals aanvaard binnen de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en bestuursrechterlijke voorschriften.
Bijkomende vermelding Het opstellen en de inhoud van het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening vallen onder de verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan. Het is onze verantwoordelijkheid om in ons verslag de volgende bijkomende vermelding op te nemen die niet van aard is om de draagwijdte van onze verklaring over de geconsolideerde jaarrekening te wijzigen:
Indicateurs
−− Het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening behandelt de door de wet vereiste inlichtingen en stemt overeen met de geconsolideerde jaarrekening. Wij kunnen ons echter niet uitspreken over de beschrijving van de voornaamste risico’s en onzekerheden waarmee de groep wordt geconfronteerd, alsook van haar positie, haar voorzienbare evolutie of de aanmerkelijke invloed van bepaalde feiten op haar toekomstige ontwikkeling. Wij kunnen evenwel bevestigen dat de verstrekte gegevens geen onmiskenbare inconsistenties vertonen met de informatie waarover wij beschikken in het kader van ons mandaat.
Kontich, 10 januari 2011 KPMG Bedrijfsrevisoren Commissaris Vertegenwoordigd door Erik Clinck, Bedrijfsrevisor
Bank Degroof
125
Enkelvoudige jaarrekening De hierna opgenomen verkorte jaarrekening is de jaarrekening van Bank Degroof Brussel waarvan de maatschappelijke zetel in de Nijverheidsstraat 44 te 1040 Brussel gevestigd is. Deze jaarrekening werd opgesteld overeenkomstig de Belgische boekhoudkundige normen. De vermelde bedragen zijn in duizenden euro’s. De commissaris heeft een verklaring zonder voorbehoud gegeven over de volledige maatschappelijke jaarrekening die neergelegd zal worden bij de Nationale Bank van België binnen de bij wet vastgelegde termijn.
balans na winstverdeling
(in duizenden EUR)
Activa I Kas, tegoeden bij centrale banken, postcheque- en girodiensten III Vorderingen op kredietinstellingen
30.09.2009
30.09.2008
73.884
141.702
78.088 972.398
65.696
58.078
A Onmiddellijk opvraagbaar
25.182
19.595
51.440
B Overige vorderingen (op termijn of met opzegging)
40.514
38.483
920.958
1.241.657
1.111.579
1.103.775
1.127.206
1.246.613
636.976
A Van publiekrechtelijke emittenten
457.792
571.921
96.226
B Van andere emittenten
669.414
674.692
540.750
IV Vorderingen op cliënten V Obligaties en andere vastrentende effecten
VI Aandelen en andere niet-vastrentende effecten VII Financiële vaste activa A Deelnemingen in verbonden ondernemingen B Deelnemingen in ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat C Andere aandelen die tot de financiële vaste activa behoren D Achtergestelde vorderingen op verbonden ondernemingen en ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat VIII Oprichtingskosten en immateriële activa
44.597
20.477
31.776
340.310
301.447
318.826
245.713
211.402
304.135
59.000
48.919
784
8.097
13.626
13.907
27.500
27.500
0
22.757
25.544
23.379
IX Materiële vaste activa
9.659
10.151
11.256
XI Overige activa
6.251
6.169
7.408
42.437
42.854
66.350
2.974.454
2.964.614
3.250.232
XII Overlopende rekeningen
Totaal activa
128
30.09.2010
Jaarverslag 2010
(in duizenden EUR)
Passiva
30.09.2010
30.09.2009
30.09.2008
582.239
647.683
706.325
61.482
63.537
49.850
520.757
584.146
656.475
II Schulden aan cliënten
1.764.527
1.708.958
1.903.868
B Andere schulden
1.764.527
1.708.958
1.903.868
1 Onmiddellijk opvraagbaar
1.236.272
964.075
940.401
528.255
744.883
963.467
13.000
13.000
13.000
13.000
13.000
13.000
I Schulden aan kredietinstellingen A Onmiddellijk opvraagbaar C Overige schulden op termijn of met opzegging
2 Op termijn of met opzegging III In schuldbewijzen belichaamde schulden A Obligaties en andere vastrentende effecten in omloop IV Overige schuldbewijzen V Overlopende rekeningen VI A Voorzieningen voor risico’s en kosten 3 Overige risico’s en kosten B Uitgestelde belastingen VII Fonds voor algemene bankrisico’s VIII Achtergestelde schulden
Eigen vermogen IX Kapitaal A Geplaatst kapitaal X Uitgiftepremies XII Reserves A Wettelijke reserve
75.678
74.588
70.797
38.909
31.969
50.215
2.196
1.196
1.209
2.196
1.196
1.209
309
320
330
10.100
10.100
10.100
50.000
50.000
50.000
437.496
426.800
444.388
47.491
47.051
46.047
47.491
47.051
46.047
173.600
167.021
156.835
78.230
78.206
78.127
4.749
4.705
4.605
C Belastingvrije reserves
23.481
23.501
23.522
D Beschikbare reserves
50.000
50.000
50.000
138.175
134.522
163.379
2.974.454
2.964.614
3.250.232
XIII Overgedragen winst (overgedragen verlies (-))
Totaal passiva
Bank Degroof
129
(in duizenden EUR)
Posten buiten-balanstelling I Eventuele passiva B Kredietvervangende borgtochten C Overige borgtochten E Activa bezwaard met zakelijke zekerheden voor rekening van derden II Verplichtingen met een potentieel kredietrisico
30.09.2009
30.09.2008
253.967
324.893
226.968
197.138
249.294
204.826
1.317
1.291
11.213
55.512
74.308
10.929
170.046
250.365
224.249
A Vaste verplichtingen tot fondsenverstrekking
2.701
0
0
B Verplichtingen wegens contantaankopen van effecten en andere waarden
27.171
61.024
63.371
C Beschikbare marge op betekende kredietlijnen
140.174
189.341
160.878
III Aan de kredietinstelling toevertrouwde waarden
22.069.679
20.509.344
22.083.080
22.069.679
20.509.344
22.083.080
B Open bewaring en gelijkgestelde
130
30.09.2010
Jaarverslag 2010
Bank Degroof
131
winst- en verliesrekening
(in duizenden EUR)
Kosten II Rentekosten en soortgelijke kosten V Betaalde provisies VI Verlies uit financiële transacties A Uit het wissel- en handelsbedrijf in effecten en andere financiële instrumenten VII Algemene beheerkosten
30.09.2010
30.09.2009
30.09.2008
34.715
60.042
96.374
4.157
5.164
7.742
4.365
0
0
4.365
0
0
76.960
77.415
74.441
A Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen
58.718
58.645
54.525
B Overige beheerkosten
18.242
18.770
19.916
5.003
4.786
4.761
44
0
2.312
794
0
18.212
1.000
1.000
0
6.104
7.600
5.310
371
44.980
5.374
6
57
22
B Waardeverminderingen op financiële vaste activa
190
43.684
2.533
D Minderwaarden bij de realisatie van vaste activa
32
154
23
143
1.085
2.796
4.196
3.713
2.976
XXI Winst van het boekjaar
45.965
11.089
43.490
XXIII Te bestemmen winstsaldo
45.986
11.110
43.511
VIII Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa IX Waardeverminderingen op vorderingen en voorzieningen voor de posten buiten-balanstelling “I Eventuele passiva” en “II Verplichtingen met een potentieel kredietrisico” X Waardeverminderingen op de beleggingsportefeuille in obligaties, aandelen en andere vastrentende of niet-vastrentende effecten «Voorzieningen voor andere risico’s en kosten XII dan bedoeld in de posten buiten-balanstelling “I Eventuele passiva” en “II Verplichtingen met een potentieel kredietrisico” XV Overige bedrijfskosten XVIII Uitzonderlijke kosten A Uitzonderlijke afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa
E Andere uitzonderlijke kosten XX Belastingen
132
Jaarverslag 2010
(in duizenden EUR)
Opbrengsten I Rente-opbrengsten en soortgelijke opbrengsten waaronder: uit vastrentende effecten III Opbrengsten uit niet-vastrentende effecten A Aandelen en andere niet-vastrentende effecten B Deelnemingen in verbonden ondernemingen C Deelnemingen in ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat D Andere aandelen en deelnemingen die tot de financiële vaste activa behoren IV Ontvangen provisies VI Winst uit financiële transacties A Uit het wissel- en handelsbedrijf in effecten en andere financiële instrumenten B Uit de realisatie van beleggingseffecten IX Terugneming van waardeverminderingen op vorderingen en terugneming van voorzieningen voor de posten buiten-balanstelling “I Eventuele passiva“ en “II Verplichtingen met een potentieel kredietrisico“ X Terugneming van waardeverminderingen op de beleggingsportefeuille in obligaties, aandelen en andere vastrentende of niet-vastrentende effecten XI Besteding en terugneming van voorzieningen voor andere risico’s en kosten dan bedoeld in de posten buiten-balanstelling “I Eventuele passiva” en “II Verplichtingen met een potentieel kredietrisico” XIV Overige bedrijfsopbrengsten XVII Uitzonderlijke opbrengsten B Terugneming van waardeverminderingen op financiële vaste activa C Terugneming van voorzieningen voor uitzonderlijke risico’s en kosten D Meerwaarden bij de realisatie van vaste activa
30.09.2010
30.09.2009
30.09.2008
58.499
88.080
114.049
27.405
32.862
26.105
33.524
46.724
42.462
1.908
559
833
30.874
45.701
41.285
428
110
0
314
354
344
72.326
66.195
86.844
9.457
8.343
12.619
0
937
12.047
9.457
7.406
572
0
492
0
0
250
0
0
0
39
3.638
4.314
3.936
5.643
1.380
998
618
0
0
0
1.038
446
4.796
134
57
E Andere uitzonderlijke opbrengsten
229
208
495
XIX Bis B Onttrekking aan de uitgestelde belastingen
11
11
11
576
0
34
21
21
21
XX B Regularisering van belastingen en terugneming van belastingvoorzieningen XXII Onttrekking aan de belastingvrije reserves
Bank Degroof
133
(in duizenden EUR)
Resultaatverwerking A Te bestemmen winstsaldo (te verwerken verliessaldo (-)) 1 Te bestemmen winst van het boekjaar (te verwerken verliessaldo (-)) 2 Overgedragen winst van het vorige boekjaar (overgedragen verlies (-)) C Toevoeging aan het eigen vermogen 2 Aan de wettelijke reserve D Over te dragen resultaat 1 Over te dragen winst F Uit te keren winst
134
30.09.2010
30.09.2009
30.09.2008
180.508
174.489
198.784
45.986
11.110
43.511
134.522
163.379
155.273
(44)
(100)
(305)
(44)
(100)
(305)
(138.175)
(134.522)
(163.379)
(138.175)
(134.522)
(163.379)
(42.289)
(39.867)
(35.100)
1 Vergoeding van het kapitaal
(41.944)
(39.507)
(34.746)
2 Bestuurders of zaakvoerders
(345)
(360)
(354)
Jaarverslag 2010
Bank Degroof
135
contactadressen Wij verwelkomen u graag in onze kantoren.
BELGië Bank Degroof nv Maatschappelijke zetel Nijverheidsstraat 44 1040 Brussel T +32 2 287 91 11 Regionale kantoren Van Putlei 33 2018 Antwerpen T +32 3 233 88 48 Quai de Brabant 15 6000 Charleroi T +32 71 32 18 25 Fleurusstraat 2 9000 Gent T +32 9 266 13 66
136
President Kennedypark 8 8500 Kortrijk T +32 56 26 54 00 Parc d’affaires Zénobe Gramme Square des Conduites d’Eau 7 – 8 4020 Liège T +32 4 252 00 28 Avenue de la Plante 20 5000 Namur T +32 81 42 00 20 Les Collines de Wavre Avenue Einstein 12 1300 Wavre T +32 10 24 12 22 Degroof Fund Management Company
Runkstersteenweg 356 3500 Hasselt T +32 11 77 14 60
Guimardstraat 16 – 18 1040 Brussel T +32 2 287 91 11
Zoutelaan 134 8300 Knokke-Heist T +32 50 63 23 70
Degroof Corporate Finance Guimardstraat 18 1040 Brussel T +32 2 287 97 11
Jaarverslag 2010
Groothertogdom LUXEMBURG Banque Degroof Luxembourg Zone d’activité La Cloche d’Or 12, Rue Eugène Ruppert 2453 Luxembourg T +352 45 35 45 1 Degroof Gestion Institutionnelle Luxembourg Zone d’activité La Cloche d’Or 12, Rue Eugène Ruppert 2453 Luxembourg T +352 26 64 50 Zwitserland Degroof Banque Privée 18, Avenue Louis Casaï 1209 Genève T +41 22 817 35 00 Aforge Capital Management 6, Cours de Rive 1204 Genève T +41 22 707 82 40
België
Luxemburg
Zwitserland
Frankrijk
Spanje
•
•
•
•
•
Beheer van Sicav
•
•
•
•
•
Beheer van institutionele portefeuilles
•
•
•
•
•
Oprichting & administratie van beveks
•
•
Vastgoedactiviteiten
•
•
•
•
Corporate Finance
•
•
•
•
Credit & Structured Finance
•
•
•
•
Financiële markten
•
•
Financiële analyse
•
Vermogensbeheer Institutioneel beheer
FRankrijk Banque Degroof France 1, Rond point des Champs Elysées 75008 Paris T +33 1 45 61 55 55
Spanje PrivatBank Degroof Avenida Diagonal 464 08006 Barcelona T +34 93 445 85 00
25, Allée des Tourny 33000 Bordeaux T +33 5 56 44 61 06
Gran Via, 45, 1º Office 101 48010 Bilbao T+34 94 679 23 02
28, Rue des Jardins 59000 Lille T +33 3 20 74 53 96
Calle Montalbán 5 28014 Madrid T +34 91 523 98 90
2, Allée des Mitaillères 38240 Meylan (Grenoble) T +33 4 76 18 16 30
Plaza del Ayuntamiento, 26 6º Pta. 32 46002 Valencia T +34 96 353 20 94
17, Rue de Metz 31000 Toulouse T +33 5 62 89 05 40 Aforge Finance 25, Avenue de Messine 75008 Paris T +33 1 53 81 71 20 17, Rue de la République 69002 Lyon T +33 4 72 40 92 00
•
Wind Corporate Avenida Diagonal 453 bis, 1° 08036 Barcelona T +34 93 419 49 00 BAHAMAS Bearbull Degroof International P.O. Box N-4287 Unit No. 2, Offices Old Fort Bay Nassau, Bahamas T +1242 362 59 59
PrivatBank Patrimonio Avenida Diagonal 464 08006 Barcelona T +34 93 445 85 80 Suma Capital Avenida Diagonal 464 08006 Barcelona T +34 93 368 02 03
Bank Degroof
137
Bank Degroof is de grootste onafhankelijke private en zakenbank van België met een uitstekende reputatie in alle domeinen waarin zij actief is: vermogensbeheer, financiële markten, corporate finance, credit & structured finance, vastgoedactiviteiten, financiële analyse alsook oprichting en administratie van beveks. De Bank is in zes landen aanwezig en telt een duizendtal medewerkers die zich toespitsen op het beheer van de toekomst.
Al 140 jaar lang is zij dé referentie voor particuliere en professionele cliënten.
Bank Degroof Marketing & Communicatie0 Nijverheidsstraat 44 BE – 1040 Brussel RPR Brussel BTW: BE 0403 212 172 T +32 2 287 95 11 F +32 2 233 95 11
[email protected] Ce document est également disponible en français. This document is also available in English at www.degroof.be. De jaarverslagen van Banque Degroof Luxembourg en Degroof Banque Privée (Zwitserland) zijn beschikbaar op www.degroof.be. Algemene coördinatie: Bettina Helewaut Verantwoordelijke uitgever: Regnier Haegelsteen Grafisch concept: www.propaganda.be Dit jaarverslag is gedrukt op PEFC-gecertificeerd papier.
Jaarverslag 10
www.degroof.be
10 Jaarverslag