Uit de fractie De afgelopen maanden zijn enkele belangrijke zaken onze gemeenteraadsdesk gepasseerd. Ik zal u daar namens de fractie hierbij over 'bijpraten', voor zover u er al niet van wist. In februari hebben we samen met de PvdA het initiatief tot een motie genomen, waarin we het college hebben gevraagd hele concrete maatregelen te treffen om waar het van gemeentezijde mogelijk is de financieel-economische crisis te lijf te gaan. Ik geef u de motie in zijn geheel door. Dan weet u waar we het over hadden. De raad overweegt / is van oordeel dat: 1. de gevolgen van de financiële crisis en de (aankomende) recessie steeds duidelijker worden; 2. ook bedrijven in de gemeente Emmen de gevolgen hiervan merken in hun order intake; 3. (een aantal) bedrijven hierdoor in 2009 in zwaar weer terecht kunnen komen; 4. de werkgelegenheid in de gemeente hierdoor sterk onder druk kan komen te staan; 5. de gemeente de komende jaren diverse (o.a. infrastructurele) projecten zal uitvoeren; 6. de middelen daarvoor (deels) al zijn gereserveerd c.q. beschikbaar zijn in reserves en fondsen; 7. de gemeente een impuls kan geven aan deze bedrijven en de werkgelegenheid door deze projecten versneld uit te voeren; 8. de gemeente door aanbestedingsregels slechts beperkt kan sturen op aanbesteding binnen Emmen; 9. door de financiële crisis de banken in het geheel niet toeschietelijk zijn bij het verschaffen van startkapitaal voor beginnende ondernemers; 10. juist in deze tijd startende ondernemers van groot belang zijn, omdat starters zorgen voor extra bedrijvigheid; Verzoekt het college, A • nog voor de commissievergadering Bestuur Middelen en Economie (BME) van maart een brief aan te bieden aan de raad met de mogelijke projecten die kunnen worden versneld en deze ter bespreking aan te bieden in de commissievergadering van maart, • aan de raad kenbaar te willen maken hoe het college denkt om te kunnen gaan met de mogelijkheid van aanbesteding waarbij de effecten voor de economische bedrijvigheid en werkgelegenheid zoveel mogelijk ook ten goede komen aan Emmense bedrijven en voor de Emmense arbeidsmarkt, B • een startlening en/of een startgarantie voor beginnende ondernemers in het leven te roepen, waardoor banken sneller geneigd zullen zijn dergelijke ondernemers (aanvullend) krediet te verschaffen, dit onder nader te formuleren voorwaarden, • te bezien of als mogelijke financieringsbron hiervan de momenteel nauwelijks gebruikte tuinbouw stimuleringsregeling is te benutten,
•
de raad spoedig te dienen met een voorstel waarin het voorgaande (onder B) is vervat,
C diverse maatregelen te nemen, waaronder: • de aanpak van groen en grijs projecten in de Emmer dorpen en wijken, • het voorstellen van bepaalde subsidieregels m.b.t. kleine verbouwingen aan huizen, zoals dakkapellen, dubbele beglazing, zonnecollectoren e.d., • versneld herstel aan de wegen als gevolg van de winterschade, • bepaalde herstelactiviteiten aan (school/welzijn/sport)gebouwen en velden, • het versneld opzetten spel- en sportvoorzieningen (conform eerdere raadsbesluiten), • etc., D ruimte te nemen om gedurende een bepaalde periode eventueel belemmerende regels buiten werking te stellen, en hiervan in de raadscommissie BME maandelijks melding te doen. Het college kwam vervolgens in maart en april met een uitgebreide verantwoording van allerlei maatregelen, waarvan een groot deel mee voortkwam uit de motie. Verder speelde de affaire rond het gat in het Willinkplein, u weet wel, daar waar een parkeergarage en een hoge woontoren (genaamd Azimut en Zenit) zou moeten komen. Dat laatste komt nu te vervallen en de gemeente heeft juist op tijd het geheel van de oorspronkelijke ontwikkelaar los kunnen weken om de gewenste ontwikkelingen (een grote parkeerkelder) voor verder vertraging te kunnen behoeden. Ik geef u onze bijdrage aan raadsdebat hierbij door. "Het gedoe rondom de bouw van de parkeerkelder Willinkplein kreeg de laatste maanden in de pers het karakter van een politiek smeuïg verhaal, waaruit wel de nodige spreekwoordelijke staarten zouden voortkomen. Dat de werkelijkheid niet zo smeuïg was, zullen de betrokken wethouders kunnen beamen. De overeenkomst met d'Haan Vastgoed BV in 2006 was helder. Het bedrijf zou een parkeerkelder met een woontoren met daartussen commerciële ruimten ontwikkelen en wel na een grondtransactie. Deze grondtransactie was nodig om dat d'Haan Vastgoed niet de juiste plek bezat voor de gewenste ontwikkelingen. Daarna is het stil geworden, figuurlijk welteverstaan, want intussen moesten aan gemeentelijke zijde allerlei procedures worden doorlopen voor de ruimtelijke ordening en de bouwplannen. De vraag is: wat is in die tijd, zegmaar tot en met het voorjaar 2008, door d'Haan Vastgoed ondernomen om het financiële fundament te leggen voor de ontwikkeling. Was het college daarvan op de hoogte. Heeft d'Haan Vastgoed BV stukken overlegd waaruit bleek dat er van haar kant ook schot in de zaak zat. Was voor u überhaupt duidelijk dat d'Haan Vastgoed een project als Azimut en Zenit zou kunnen trekken? Natuurlijk beseffen we dat d'Haan met het bezit van zegmaar de oude locatie Big Fun een zeker onderhandelingswapen en positie had bij het tot stand komen van de overeenkomsten in 2006. Maar wat waren destijds en in de tussenliggende tijd de nadere zekerheden in het bijzonder op het financieel vlak?
Aan het einde van deze figuurlijke stilte – medio 2008 - was de financiële wereld in Nederland behoorlijk onrustig aan het worden. Fortis leek zich meer en meer vertild te hebben aan een veel te dure overname van ABN-AMRO en was in zwaar weer terechtgekomen en de hypotheekmarkt in de VS, waar de grote Nederlandse Financials door beleggingen in participeerden, toonde de eerste verschijnselen van een dreigende ineenstorting. Het moment voor Fortis – de kennelijke financier van d'Haan Vastgoed - om de onderhandelingen over de financiering met de ontwikkelaar van nieuwe zekerheidswensen en argumenten te voorzien, juist ook op de gemeente gericht, waardoor Fortis zich onder dekking van deze wensen en argumenten schielijk kon terugtrekken. (Het geharrewar over het woord herijking is dan ook veelzeggend en als argument gezocht.) Vervolgens kon d'Haan Vastgoed geen nieuwe geldverstrekker vinden, waardoor de ontwikkelaar niet meer aan de ontwikkelovereenkomst kon voldoen. Dit alles mag je toch wel een opeenstapeling van onbeheersbare ontwikkelingen noemen waar de gemeente eerlijk gezegd bar weinig aan kon veranderen. Laat dat hier maar eens gezegd zijn! En dan de sprong naar de huidige realiteit. De gemeente neemt het project over en de aannemer die al met het project bezig was, bouwt het af. Het is in dit geval de parkeerkelder zonder woontoren en commerciële ruimten. En dat voor een totaalprijs die de zaak exploitabel maakt onder aannames die heel redelijk lijken te zijn. Eigenlijk zit er goedbeschouwd geen gat in financiële zin tussen wat vóór deze vervelende gang van zaken was overeengekomen en de situatie nu. Of je zou moeten vallen over de annuitaire afschrijvingsmethode en de afschrijvingstermijn van 40 jaren, waardoor de zaak beter exploitabel gemaakt wordt. Maar dat is o.i. alleszins redelijk in deze casus. Dat voor een sluitende exploitatie het parkeertarief per uur naar € 1,75 zou moeten voor deze en vermoedelijk ook de aanpalende locaties, is denkt onze fractie nog een zaak van discussie bij de behandeling van de parkeernota die nu toch wel extra dringend gewenst is. Waarom zou de rekenmethode uit de oudere stukken van € 1,35 voor de gehele omgeving niet meer kloppen? Het college wilde immers voorheen in elk geval gegarandeerd drie jaar voor de kelder € 1,75 doorgeven bij een bezetting van 60%. En dat kon betaald worden uit de marge verkregen vanuit de omgevingsplaatsen. Met het voorgenomen besluit kan onze fractie instemmen, want hiermee wordt op een aanvaardbare wijze het gat op het Willinkplein gedicht en de schade voor de gemeente behoorlijk beperkt." U kent intussen de afloop: de gemeente kreeg alles in handen en intussen zijn na bijstelling van de bouw en ontwerpplannen de werkzaamheden hervat. Tenslotte doet het nieuws rond het Sociale wervoorzieningsbedrijf EMCO noagal wat stof opwaaien. We krijgen binnenkort een discussie in de raad over het verleden en de toekomst van het bedrijf. Maar intussen heeft de raad zich al moeten uitspreken op verzoek van het college over een aantal zaken rond de structuur van de EMCO. Ook nu geef ik graag onze raadsbijdrage aan u door. Het ging er overigens in deze discussie alsook over het Willinkplein bij tijd en wijle heet aan toe. Bij de EMCO discussie luke het ons bijna een de college fracties deels mee te krijgen in onze opvattingen. Uiteindelijk werden, jammer genoeg, via de weg van lange schorsingen en daarbij behorend intern fractie overleg de gelederen nagenoeg gesloten.
"Eerst even wat inleidende opmerkingen. Wat een belangrijke zaak ligt voor en een aantal besluiten met verstrekkende gevolgen. Het gaat nota bene om een zeer belangrijke gemeentelijke taak: de uitvoering van de Sociale Werkvoorziening en de toekomst van de honderden SW en tientallen ambtelijke medewerkers. Maar wat een rommelige manier van informatieverstrekking aan de raad en wat een inhoudelijk onduidelijkheid. De notulen van de commissies teruglezend bekruipt me het gevoel dat er koste wat het kost een besluit moet komen omdat het nu urgent is. Er koste wat het kost nu een besluit moet worden genomen omdat dit zo met de andere colleges (Coevorden en Borger/Odoorn) is afgesproken. Waar is de eigen verantwoordelijkheid van de raad gebleven? De raad heeft maar één keer de gelegenheid om de Gemeenschappelijke Regeling (GR) Emco op te heffen. Welke directie van welke onderneming neemt een cruciaal besluit zonder voldoende geïnformeerd te zijn over de consequenties? Moet de raad van Emmen dat dan wel? De ambtelijke notitie over de opheffing geeft nog wel een heel andere richting van denken aan. Het voelt op dit moment voor ons een beetje als bowlen op sokken met een veel te zware bal op een baan waar baan en kegels slecht zichtbaar zijn door te zwakke verlichting. Je kunt lelijk uitglijden of je vertillen en je weet niet goed waar het heen gaat en wat de uitkomst zal zijn. In de commissie BME memoreerde ik dat we de afgelopen maanden over diverse zware agendazaken besluiten hebben genomen die veel beter waren onderbouwd en veel beter waren uitgelicht en voorzien van duidelijke informatie. Waarom nu en hier niet? Moeteen we het doen met de toezegging, dat het goed komt? Dat denken we toch al jaren bij dit dossier? Onze fractie houdt een unheimisch gevoel. Graag zou ik wensen en willen dat het college dat gevoel bij onze fractie vanavond weg kan nemen. Dan de kadernotitie "aan de slag met de vermaatschappelijking van de WSW" We hebbeen nu een notitie over de toekomst van de WSW voorliggen met een heleboel goede zaken er in genoemd, maar die deels in haar uiterste consequenties achterhaald lijkt te zijn. In de notitie speelt de GR nog steeds een rol. Daardoor zijn de aanbevelingen voor een deel van hun waarde en inhoudelijke uitvoerbaarheid beroofd. Ik heb in de afgelopen vijftien jaar nog nooit een notitie hoeven vaststellen die driekwart af was. Moeteen we die dan vanavond wel vaststellen? Of stellen we alleen hoofdstuk 1 tot een met 5 vast? Dat staat niet in het besluit. Wanneer we de kadernotitie vaststellen volgens de besluittekst, impliceert dit het handhaven van de GR Emco. Wel kan ik u namens de fractie meedelen dat de uitgangspunten betreffende vermaatschappelijking in de notitie door ons worden onderschreven. Daarom nog wat inhoudelijke opmerkingen. •
Het is van belang dat zoveel mogelijk WSW geïndiceerde arbeidsgehandicapten in een zo regulier mogelijke omgeving arbeid verrichten. Dat kan o.i. veel beter worden gerealiseerd wanneer de sociale werkvoorziening niet langer als een losstaande voorziening zal fungeren, maar onderdeel gaat uitmaken van het regionale arbeidsmarktbeleid.
•
• •
•
Overigens missen we onder de visievorming in de notitie de externe gerichtheid. Veel wordt gezegd over interne zaken, zoals loket, interne contacten en communicatie, etc. Maar het ontbreekt aan het benoemen van een actieve houding naar de arbeidsmarkt: het opzoeken van werkgevers en netwerken opzoeken en onderhouden. De in hoofdstuk 3 genoemde bestuurlijke kaders kan de fractie in algemene zin onderschrijven. Individuele benadering en klantgerichte aanpak, m.b.v. arbeidsontwikkeling, vergroten de kans een geslaagd traject naar meer zelfstandig werken van de SW-ers, waardoor sneller aansluiting wordt gevonden bij de reguliere arbeidsmarkt. Vermaatschappelijking van de WSW is een goede zaak. De geïsoleerde aanpak van WSW-ers is niet meer van deze tijd (participatie!). Nieuwe beloningsinstrumenten zoal loonwaardebepaling, PGB en PVB dienen op een rechtszekere en rechtvaardige manier te worden opgezet en gehanteerd.
Dan het besluit tot opheffing van de GR. Ik zei het al in mijn inleiding, zegmaar samengevat als: waarom nu en waarom zo? Dat het zo niet verder kan met de GR Emco is voor ons ook wel duidelijk. Al jaren vinden wij deze GR een bestuurlijk gedrocht. December 2007 heeft de fractie dat nog weer eens herhaald hier. Het is als het ware een telkens op afstand waarnemen en vervolgens met gepaste vreugde of pijn de jaarlijks oplopende financiële bijdrage leveren. De SW medewerkers zijn het meer dan waard zeggen we hier dan keurig, maar voor de rest kan het zo niet langer. Er is nu echter een enorme urgentie tot handelen, zegt het college. Die urgentie is dan vooral financieel ingegeven. Wat kunt u dan morgen allemaal voor goeds doen wat nu niet kan? U geeft aan heel 2009 nog nodig te hebben voor het uitwerken van de toekomstige opzet en het Algemeen Bestuur (AB) van de Emco moet de nodige tijd krijgen om een liquidatiebesluit voor te bereiden. Als dat de onderbouwing is, kunt u toch ook met de stuurgroep voorstellen aan de colleges de GR tijdelijk aan te passen en de bestuursstructuur te gaan wijzigen waardoor adequaat ingrijpen beter mogelijk wordt? Tegelijk creëert u dan tijd om de nodige informatie samen te stellen, waardoor de raad wel tot een afgewogen besluit kan komen. Meer dan nu het geval is in elk geval. Eind vorige week voor radio Emmen (tijdens het politiek café in de Boemel) kwam wethouder Kuper met het aangepaste voorstel tot opheffing waaruit hij voorlas. Op grond van hetgeen ik in die setting meekreeg, leek me er een behoorlijke verbetering te zijn aangebracht in het besluit. Echter, ik ben daar meer en meer aan gaan twijfelen. Is het niet slechts een cosmetische verbetering? Onze fractie vindt nog steeds dat het raadsvoorstel vaag blijft betreffende de personele, financiële en organisatorische consequenties. Immers het besluit is t.o.v. het vorige slechts uitgebreid met een soort motie richting het AB van de Emco: een verzoek aan het AB. We doen een dringend beroep op het college meer duidelijkheid te verschaffen. En wanneer dat onmogelijk is, om dan in elk geval de argumenten waarom het alleen op deze manier kan en moet, vanavond open en transparant met ons te delen. Dan kan de CU fractie in elk geval beter tot een oordeel komen dan nu het geval is."
We hebben uiteindelijk tegen het collegevoorstel gestemd omdat het college eigenlijk al onze vraagpunten niet goed kon beantwoorden en onze twijfel niet kon wegnemen. Ik besef dat ik u heel wat te lezen heb gegeven, maar hoop dat u het informatief vond en de moeite waard. Ik spreek u graag weer een volgende keer. Namens de fractie, Henk Huttinga fractievoorzitter