Colofon
------------------------------------------------Titel Invloed van huisvesting op innovatie en ontwikkeling van de creatieve industrie ------------------------------------------------Onderzoek en interviews H&S|Croonen - Jos Hensgens | Martijn Segers | Peter Smaal Hanneke van den Nieuwenhof ------------------------------------------------Fotografie Ruud Balk (Stichting Ruimte) en anderen ------------------------------------------------Opdrachtgever Gemeente Eindhoven in het kader van ECCE Innovation ------------------------------------------------Vertaling Julienne Peeters-Huybrechts ------------------------------------------------Uitvoering en coördinatie Brainport Development NV Hanneke van den Nieuwenhof ------------------------------------------------Ontwerp Volle-Kracht, Eindhoven ------------------------------------------------Niets uit deze publicatie mag worden gebruikt, zonder toestemming van de Gemeente Eindhoven -------------------------------------------------
Invloed van huisvesting op innovatie en ontwikkeling van de creatieve industrie
Rapport - 4 maart 2011
|3
Inhoudsopgave
1
Inleiding
1.1
Aanleiding
1.2
Leeswijzer
5
--------------------------------------------------------------
8
4 Betekenis van huisvesting voor de innovativiteit en ontwikkeling van de creatieve industrie en de rol van gemeenten 4.1
Inleiding
4.2
Het belang van samenwerking
2
Onderzoeksverantwoording
2.1
Inleiding
4.2.1 Innovatie
2.2
Onderzoeksdoel
4.2.2 Ontwikkeling
2.3
Onderzoekshypothese
4.3
2.4
Onderzoeksvragen
4.3.1 Innovatie
2.5
Onderzoeksafbakening
4.3.2 Ontwikkeling
2.6
Onderzoeksaanpak
4.4
--------------------------------------------------------------
13
Het belang van andere factoren
De rol van gemeenten
--------------------------------------------------------------
3
Vraag en aanbod
3.1
Inleiding
5.1
Inleiding
3.2
5 Conclusies en aanbevelingen
Vraagzijde: huisvestingseisen
5.2
Conclusies
3.2.1 Doelgroep / branches
5.3
Aanbevelingen
3.2.2 Levensstadia
5.3.1 Huisvestingsconcepten: innovatie en
3.2.3 Omvang 3.3
Aanbodzijde: huisvestingsconcepten
3.3.1 Investeringsmotieven
22
24
ontwikkeling 5.3.2 Huisvestingsconcepten: ontwikkeling, exploitatie en beheer
3.3.2 Historische aspecten 3.3.3 Ruimtelijke en economische aspecten 3.3.4 Service aspecten 3.3.5 Financiële aspecten 3.4
Vraag versus aanbod
--------------------------------------------------------------
--------------------------------------------------------------
4 | Invloed van huisvesting op innovatie en ontwikkeling van de creatieve industrie
|5
1 Inleiding 1.1 Aanleiding De creatieve industrie vormt een belangrijk economisch speerpunt in de Brainport Eindhoven regio. De nadruk ligt daarbij op het versterken van de samenwerking tussen het bedrijfs leven en de creatieve industrie. De aandacht voor het huisvestingsbeleid inzake de creatieve industrie neemt steeds meer toe. Om dit instrument gericht in te kunnen zetten, is Brainport Development NV (Brainport) gestart met een onderzoek naar de rol van huisvesting op de ontwikkeling en innovatie van de creatieve industrie. Dit onderzoek maakt deel uit van het Europese Interreg IVB project ECCE Innovation. Het onderzoek concentreert zich op de Nederlandse situatie, maar biedt aanknopingspunten voor andere Europese regio’s in de ontwikkeling van creatieve industrie aldaar. H&S I Croonen is gevraagd om Brainport te ondersteunen bij het uitvoeren van dit onderzoek, waarvan de resultaten in voorliggende rapportage zijn opgenomen.
1.2 Leeswijzer Hoofdstuk 2 bevat de onderzoeksverantwoording. In dit hoofdstuk wordt achtereenvolgens ingegaan op het onderzoeksdoel, -hypothese, -vragen, -afbakening en -aanpak. In hoofdstuk 3 wordt ingezoomd op de huisvestingseisen van de creatieve industrie (vraagzijde) en op de huisvestingsconcepten (aanbod). Uit de vraaganalyse kan worden afgeleid of huurders (veel) belang hechten aan samenwerking ten behoeve van innovatie en het gezamenlijk opereren op de markt. Uit de aanbodanalyse blijkt of de aanbieders in hun concepten (veel) aandacht schenken aan samenwerking ten behoeve van innovatie en het gezamenlijk opereren op de markt. In hoofdstuk 4 wordt vervolgens ingegaan op de daadwerkelijke samenwerking ten behoeve van innovatie en het gezamenlijk opereren op de markt. In dit hoofdstuk komt derhalve de relatie tussen huisvestingsconcepten en de innovatie en ontwikkeling van bedrijven in de creatieve industrie aan bod. De belangrijkste conclusies en aanbevelingen zijn opgenomen in het afsluitende hoofdstuk 5. Elk inhoudelijk hoofdstuk (hoofdstukken 3, 4 en 5) wordt geopend met een kort resumé met daarin de belangrijkste conclusie die kan worden afgeleid uit de onderzoeksresultaten die zijn opgenomen in betreffende hoofdstuk.
6 | Invloed van huisvesting op innovatie en ontwikkeling van de creatieve industrie
|7
8 | Invloed van huisvesting op innovatie en ontwikkeling van de creatieve industrie
|9
2 Onderzoeksverantwoording 2.1 Inleiding Dit hoofdstuk bevat de onderzoeksverantwoording. Achter eenvolgens wordt ingegaan op het onderzoeksdoel, de onder zoekshypothese, de onderzoeksvragen, de onderzoeksaf bakening en de onderzoeksaanpak. Bij de onderzoeksaanpak wordt ook ingezoomd op de respons.
Huisvestingsconcepten dragen bij aan de ontwikkeling van de creatieve sector, door meer te zijn dan een bedrijfs verzamelgebouw. Succesvolle concepten zorgen ervoor dat: • er samenwerking en synergie ontstaat die leidt tot extra innovatie; • bedrijven samen meer opdrachten krijgen doordat zij gezamenlijk sterker richting markt opereren.
2.2 Onderzoeksdoel
2.4 Onderzoeksvragen
In de praktijk zien we steeds meer bijzondere huisvestings concepten ontstaan voor de creatieve industrie. Dat zijn veelal aparte, levendige plekken waarin creatieve bedrijven vaak goed lijken te functioneren. Vanuit deze ervaring is de vraag ontstaan of en zo ja op welke wijze gezamenlijke huisvesting van belang is voor de innovatie binnen en ontwikkeling van de creatieve industrie.
Om de onderzoekshypothese te kunnen toetsen en zo het onderzoeksdoel te realiseren, moeten de volgende centrale onderzoeksvragen worden beantwoord: 1 Welke huisvestingsconcepten zijn er? 2 Hebben deze concepten (in verschillende mate) invloed op: • de samenwerking en synergie leidend tot innovatie? • het uitvoeren van (gezamenlijke) opdrachten leidend tot een versnelde ontwikkeling? 3 Wat zijn in kader van voorgaande onderzoeksvraag: • de sterke en zwakke kanten van de (verschillende) concepten? • de succes- en faalfactoren? 4 Welke huisvestingsconcepten kunnen het beste in de markt worden gezet?
Het doel van het onderzoek is om meer inzicht te geven in de rol die huisvesting speelt in de innovatie(1) en 0ntwikkeling(2) van de creatieve industrie, waarbij met name wordt inge zoomd op de rol van samenwerking van creatieve bedrijven. Het onderzoek gaat in op succes- en faalfactoren en geeft aanbevelingen, die bruikbaar zijn voor de • ontwikkeling van de huisvesting in de SRE-regio en • discussie en informatie-uitwisseling in Europees verband, zodat de creatieve industrie zich in de volle breedte kan ontwikkelen.
2.3 Onderzoekshypothese Verondersteld wordt dat huisvesting een belangrijk middel kan zijn in de ontwikkeling van de creatieve industrie, doordat huisvesting mede kan zorgen voor samenwerking en synergie binnen de sector en tussen de creatieve industrie en andere sectoren. Tevens wordt verondersteld dat de huisvestingsvraag van de creatieve industrie voor een deel afwijkt van de huisvestingsvraag in de meer reguliere economische sectoren. Deze veronderstellingen leveren gezamenlijk onderstaande onderzoekshypothese op:
2.5 Onderzoeksafbakening De belangrijkste begrippen in dit onderzoek zijn: creatieve industrie, huisvestingsconcepten, innovatie en ontwikkeling. Er bestaan diverse definities en afbakeningen van deze begrippen. In deze paragraaf wordt aangegeven wat wij, in kader van dit onderzoek, verstaan onder deze begrippen om zo de onderzoekscope af te bakenen. Deze afbakening is gebaseerd op deskresearch en eigen expertise en verder aangescherpt op basis van de eerste onderzoeksresultaten. Creatieve industrie De creatieve industrie is een heterogene groep van bedrijven binnen de clusters: kunsten, media en entertainment en crea tieve zakelijke diensten. De cluster kunsten is primair gericht op de exploitatie van kunstzinnigheid, terwijl de clusters media en entertainment en zakelijke diensten (in het vervolg van deze rapportage samengevoegd onder de noemer zakelijke
diensten) primair gericht zijn op de exploitatie van intellec tueel eigendom1. Vanwege verschillen in huisvestingseisen tussen beide groepen, wordt in de voorliggende studie de volgende tweedeling tussen bedrijven gehanteerd: • bedrijven waar kunstzinnigheid centraal staat; • bedrijven waar intellectueel eigendom centraal staat. Huisvestingsconcepten De gezamenlijke huisvesting van creatieve bedrijven (huisvestingsconcepten) kan op basis van een groot aantal verschillende indicatoren worden getypeerd. In deze studie worden alleen de belangrijkste indicatoren gebruikt die van invloed kunnen zijn op de samenwerking van creatieve bedrijven ten behoeve van innovatie en ontwikkeling van: • omvang van de huisvesting; • samenstelling bedrijvigheid (doelgroepen); • aanbod aan faciliteiten. Tussen de onderzochte cases zijn zowel overeenkomsten als verschillen waargenomen. In het kader van het onderzoek wordt het niet zinvol geacht om de verschillende cases op basis van de drie indicatoren te typeren en in te delen in een groot aantal huisvestingsconcepten, maar uit te gaan van de volgende tweedeling: • smalle concepten (geringe omvang, beperkt aantal doel groepen2 en weinig faciliteiten); • brede concepten (omvangrijk, groot aantal doelgroepen3 en veel faciliteiten). -----------------------------------------------------------------------------------Een voorbeeld van een huisvestingsconcept van relatief geringe omvang, met relatief weinig doelgroepen en relatief weinig faciliteiten vormt het huisvestingsconcept Kanaalstraat 8 in Eind hoven. Een voorbeeld van een huisvestingsconcept dat nog volop in ontwikkeling is, met een relatief grote omvang, relatief veel doelgroepen en relatief veel faciliteiten vormt de Gruyterfabriek in ’s Hertogenbosch. De meeste andere huisvestingsconcepten bevinden zich binnen het driedimensionale spectrum van deze huisvestingsconcepten. ------------------------------------------------------------------------------------
1
Innovatie Innovatie is het vernieuwen of verbeteren van producten, diensten, technologische en organisatieprocessen, inclusief haar diffusie (marktintroductie); de mate van nieuwheid is gerelateerd aan het bedrijf en/of de markt4. Zowel binnen de creatieve industrie als in de reguliere sectoren vormt innovatie een belangrijke voorwaarde voor bedrijven om zich te kunnen ontwikkelen. Qua rol van innovatie en de wijze waarop innovatie tot stand komt is, bestaan er echter binnen de creatieve industrie en tussen de creatieve industrie en de reguliere sectoren verschillen. In de voorliggende studie wordt het volgende onderscheid gemaakt: • Bij creatieve bedrijven waar kunstzinnigheid centraal staat, is creativiteit een vorm van innovatie. • Bij creatieve bedrijven waar intellectueel eigendom centraal staat, vormt creativiteit de belangrijkste bron voor innovatie. • Bij reguliere bedrijven vormt R&D de belangrijkste bron voor innovatie. Ontwikkeling Ontwikkeling staat in de economie voor duurzame groei met omzet, toegevoegde waarde, netto winst, export en werk gelegenheid als belangrijkste indicatoren5. Deze indicatoren zijn niet voor alle bedrijven even belangrijk. Binnen de creatieve industrie bestaat de volgende tweedeling: • Bij creatieve bedrijven waar kunstzinnigheid centraal staat, spelen de economische indicatoren veelal een ondergeschikte rol. • Bij creatieve bedrijven waar intellectueel eigendom centraal staat, ligt de nadruk vaak op de economische indicatoren, toegevoegde waarde en netto winst.
Bron: www.ccaa.nl | 2 Uitsluitend creatieve industrie | 3 Ook ruimte voor reguliere bedrijvigheid | 4 Bron: www.Syntens.nl | 5 Bron: www.Syntens.nl
10 | Invloed van huisvesting op innovatie en ontwikkeling van de creatieve industrie
Relatie tussen innovatie en ontwikkeling Innovatie wordt in de economie gezien als een belangrijke voorwaarde voor duurzame ontwikkeling. In het innovatiegroeimodel van Syntens is deze relatie tussen innovatie en ontwikkeling gevisualiseerd. Duurzame groei Effecten Innovaties Kansen Innovatievermogen Voorwaarden
Omzet Toegevoegde waarde Netto winst Export Werkgelegenheid Product & Dienst Markt & Marketing Technologie & ICT Organisatie & Proces Strategie Organisatie & Processen Cultuur Financiering Vaardigheden
Verkrijgen van kennis en technologie
Genereren van ideeën Concretiseren van ideeën
Vermarkten van nieuwe producten Exploiteren van nieuwe producten
| 11
2.6 Onderzoeksaanpak Gekozen is voor een kwalitatieve empirische aanpak. Dat wil zeggen dat het onderzoek niet is gebaseerd op een uitge werkte theoretische onderbouwing, maar dat is gekeken naar de opgedane ervaringen en resultaten in de praktijk aan de hand van een aantal cases. De onderzoeksresultaten zijn gekoppeld aan het eigen onderzoek c.q. de onderzoeks hypothese en –vragen. Dit betekent dat niet alle onderwerpen over bijvoorbeeld huisvestingsconcepten tijdens het onder zoek aan bod zijn gekomen en in de voorliggende rapportage worden besproken. De nadruk van het onderzoek ligt op de casestudies, die voor namelijk zijn gebaseerd op mondelinge interviews met de exploitanten6 en (aselecte) telefonische enquêtes onder de huurders. Ter voorbereiding van de casestudies heeft ook deskresearch plaatsgevonden, waarbij met name relevante websites zijn onderzocht. De interviews zijn door de project medewerkers van H&S I Croonen en/of Brainport afgenomen en de telefonische enquêtes zijn uitgevoerd door H&S I Croonen. De telefonische enquête bestond voornamelijk uit open vragen. Uiteindelijk hebben 74 bedrijven deel genomen aan de enquête7. De antwoorden van deze bedrijven op deze open vragen zijn achteraf gecategoriseerd; op basis van de meest voorkomende antwoorden zijn er per vraag 5 antwoordcate gorieën geformuleerd. De resultaten zijn grafisch weergegeven in de rapportage en als tabellen opgenomen in bijlage 3.
Bron: Syntens
Nr.
Naam
Plaats
Gesprekspartner
Response
Website
1
AINSI
Maastricht
Dhr. De Jong
3
www.ainsi.nl
2
BINK 36
Den Haag
Mevr. Koks
6
www.bink36.nl
3
Cabellerofabriek
Den Haag
Dhr. v.d. Broek
5
www.cabfab.nl
4
Creatieve Fabriek
Hengelo
Mevr. Klein Haarhuis
4
www.creativefabriek.nl
5
C-Mill
Heerlen
Dhr. Simonis
5
www.c-mill.nl
6
De Gruyterfabriek
‘s-Hertogenbosch
Dhr. Bolhuis
8
www.degruyterfabriek.nl
7
De Puddingfabriek
Groningen
Dhr. v.d. Veen
4
www.depudding.nl
8
Het Blushuis
Breda
Dhr. Bruins
5
www.blushuis.nl
9
Hooghiemstra
Utrecht
Mevr. Stekelenburg
5
www.hooghiemstra.com
10
Kanaalstraat 8
Eindhoven
Dhr. v.d. Lest
5
www.stichtingruimte.nl
11
Kauwgomballenfabriek
Amsterdam
Dhr. Jansen
3
www.kauwgomballenfabriek.nl
12
Klokgebouw
Eindhoven
Mevr. Aussems
7
www.klokgebouw.nl
13
R10
Zwolle
Dhr. Aukes
5
www.r10.nl
14
TAC
Eindhoven
Dhr. v.d. Cruijsen
4
www.tac.nl
15
Van Nelle Ontwerpfabriek
Rotterdam
Dhr. Overdam
5
www.ontwerpfabriek.nl
totaal
Nr.
Naam
Huisvestingsconcept
Aantal bedrijven
Kunstzinnig
Intelectueel
% Kunszinnig
1
AINSI
narrow
24
16
8
67 %
2
BINK 36
broad
240
67
173
28 %
3
Caballerofabriek
broad
79
7
72
9%
4
Creatieve Fabriek
narrow
27
5
22
19 %
5
C-Mill
broad
-
-
-
-
6
De Gruyterfabriek
broad
47
1
46
2%
7
De Puddingfabriek
narrow
35
11
24
31 %
8
Het Blushuis
broad
42
4
38
10 %
9
Hooghiemstra
broad
86
18
68
21 %
10
Kanaalstraat 8
narrow
34
-
-
-
11
Kauwgomballenfabriek
broad
62
13
49
21 %
12
Klokgebouw
broad
63
10
53
16 %
13
R10
narrow
24
24
0
100 %
14
TAC
narrow
61
47
14
77 %
15
Van Nelle Ontwerpfabriek
broad
98
2
96
2%
6 In de meeste gevallen was de exploitant ook de initiatiefnemer, investeerder en beheerder. | 7 Daar er is gekozen voor een kwalitatieve benadering en niet voor een kwantitatieve onderbouwing van de onderzoeksresultaten is bij de telefonische enquête niet gekozen voor een representatieve steekproef per case, maar is voor elke case 2 uur besteed aan het telefonisch benaderen en afnemen van enquêtes onder huurders. De verschillen in respons zijn vooral het gevolg van de telefonische bereikbaarheid van huurders.
74
922
25 %
12 | Invloed van huisvesting op innovatie en ontwikkeling van de creatieve industrie
| 13
3 Vraag en aanbod
Zowel voor de interviews als voor de enquête is gebruik gemaakt van een checklist (zie bijlagen). Conform afspraak met de geïnterviewde en geënquêteerden zijn er geen woordelijke verslagen opgenomen. Onderstaande illustratie geeft de ligging van de 15 bezochte locaties op nationaal niveau weer.
7
De casestudies bevestigen dat gezamenlijke huisves ting van belang is voor de creatieve industrie. Hierbij wordt echter aangetekend dat de mogelijkheden voor samenwerking ten behoeve van de innovatie of het gezamenlijk opereren op de markt voor de meeste bedrijven geen grote rol speelt in het huisvestings keuzeproces. Wat wel belangrijk is voor de bedrijven, zijn spontane ontmoetingen. In de meeste huisvestings concepten wordt dan ook aandacht geschonken aan de gewenste ontmoetingsfunctie.
3.1 Inleiding 13 11 4 2-3
9
15 8
6 10-12-14
1
In dit hoofdstuk wordt ingezoomd op de huisvestingseisen van de creatieve industrie (vraagzijde) en op de huisvestings concepten (aanbod), om vervolgens vraag en aanbod met elkaar te confronteren. Uit deze vraag- en aanbodanalyse kan worden afgeleid in hoeverre samenwerking ten behoeve van innovatie en het gezamenlijk opereren op de markt van belang is voor huurders en aanbieders van huisvestingsconcepten voor de creatieve industrie. Dit hoofdstuk vormt daarmee de opmaat voor het volgende hoofdstuk waarin wordt ingegaan op de daadwerkelijke samenwerking ten behoeve van innovatie en het gezamenlijk opereren op de markt. In het volgende hoofdstuk komt dus de centrale onderzoeksvraag aan de orde ofwel de relatie tussen huisvestingsconcepten en de innovatie en ontwikkeling van bedrijven in de creatieve industrie.
3.2 Vraagzijde: huisvestingseisen Uit de casestudies blijkt dat gezamenlijke huisvesting belangrijk is voor creatieve ondernemers, maar dat de mogelijkheden voor samenwerking en synergie ten behoeve van de innovatie of het gezamenlijk opereren op de markt voor de meeste bedrijven geen of een ondergeschikte rol speelt in het huisves tingskeuzeproces. De creatieve broedplaatsfunctie (inspirerende omgeving en eventueel begeleiding), de behoefte aan ruimte (betaalbaar, korte huurtermijn en representativiteit), de iden titeit (imago en naamsbekendheid) en de omvang en kwaliteit van de faciliteiten spelen een belangrijkere rol (zie figuur). Niet alle creatieve ondernemers stellen dezelfde eisen aan hun huisvesting. De huisvestingsbehoefte van een creatieve onder neming wordt vooral bepaald door: • de doelgroep waartoe deze behoort, en de branche binnen deze doelgroep; • het levensstadium waarin de onderneming zich bevindt; • de omvang van de onderneming. In de volgende subparagrafen wordt hier nader op ingegaan. 1. Wat was de reden voor vestiging in de huidige bedrijfsruimte? ■ ■ ■ ■ ■
1. Creatieve broedplaats 2. Professionele ruimte nodig 3. Identiteit 4. Faciliteiten en omgeving 5. Combinatie
n = 74
5 3.2.1 Doelgroep / branches Bedrijven waar kunstzinnigheid centraal staat Binnen deze groep bestaat een onderscheid tussen beeldende en podium kunsten voor wat betreft de huisvestingseisen.
Klokgebouw Eindhoven - Martijn Koch
De meeste (startende) beeldend kunstenaars hebben vooral behoefte aan betaalbare ateliers. Zij nemen genoegen met casco ruimtes. De huurprijs is voor hen vaak doorslaggevend. Bovendien hebben zij behoefte aan kortlopende huurcon tracten. De behoefte aan gezamenlijke faciliteiten is beperkt. Er bestaat hooguit behoefte aan gezamenlijke expositie mogelijkheden. Gezamenlijke huisvesting is veelal niet vereist
14 | Invloed van huisvesting op innovatie en ontwikkeling van de creatieve industrie
| 15
“De uitstraling werkt in positieve zin mee aan de ontwikkeling mijn bedrijf. De rest van mijn huisvesting is geheel onderschikt aan mijn ontwikkelend en innoverend vermogen.”
en er kan vaak worden volstaan met tijdelijke huisvesting. Tijdelijk leegstaande panden zijn daarom geschikt, ook als de termijn waarop het pand verlaten moet worden onbekend is. Podiumkunstenaars hebben vooral behoefte aan een werk plaats of ‘try out’ theater van redelijke omvang en met de nodige faciliteiten, waaronder horeca. Vanwege de investeringen en exploitatiekosten die hier mee gemoeid zijn, hebben podium kunstenaars meer behoefte aan gezamenlijke faciliteiten dan de beeldende kunstenaars. Ook voor hen spelen huurprijzen en flexibele huurcontracten een belangrijke rol. Tijdelijke huis vesting, waarbij onzekerheid bestaat over de termijn waarop een pand verlaten moet worden, is voor podiumkunstenaars minder interessant. Bedrijven waar intellectueel eigendom centraal staat Bedrijven waar niet de kunstzinnigheid, maar het intellectueel eigendom centraal staat, stellen andere eisen aan de huisvesting dan de kunstenaars. Zij hebben vooral behoefte aan inspireren de ruimtes en voldoende faciliteiten. Belangrijk voor hen is dat er naast de eigen bedrijfsruimte ook voldoende ontmoetings ruimtes en vergaderfaciliteiten zijn. Voor startende bedrijven zijn een lage huurprijs en een korte huurtermijn van groot belang en eventueel startersbegeleiding. Zij onderscheiden zich hiermee overigens nauwelijks van andere startende bedrijven (binnen de zakelijke dienstverlening). Gevestigde creatieve ondernemers zijn daarentegen bereid marktconforme huur prijzen te betalen, maar houden wel vaak behoefte aan tijdelijke huurcontracten vanwege de grote dynamiek in de sector.
zich daarmee nauwelijks van andere starters (in de zakelijke dienstverlening). Vanwege de ruimtebehoefte, hebben kunstenaars vaak al direct na hun afstuderen behoefte aan ruimte ‘buitenhuis’. Vaak ontstaat al in de startfase een moment waarop de ondernemers in de creatieve zakelijke dienstverlening behoefte krijgen aan gezamenlijke (representatieve) huisvesting en faciliteiten. Ook in de (vroege) groeifase hebben deze onder nemers nog vaak behoefte aan gezamenlijke huisvesting en faciliteiten. Er ontstaat echter een tweedeling. Voor een deel van de bedrijven zijn lage huurprijzen en korte huurtermijnen in deze fasen doorslaggevend, terwijl voor een ander deel de representativiteit doorslaggevend is. In beperkte mate onderscheiden de ondernemers in de creatieve zakelijke dienst verlening zich in deze fasen van andere ondernemers in de zakelijke dienstverlening. Er bestaat vaak eerder en langer behoefte aan gezamenlijke huisvesting. Dit komt omdat bedrijven in de creatieve zakelijke dienstverlening vaak meer behoefte hebben aan ‘spontane’ ontmoetingen en een inspirerende creatieve omgeving en bovendien vaak relatief klein zijn. Voor kunstenaars veranderen de huisvestingseisen in deze fases nauwelijks.
3.2.2 Levensstadia Het levensstadium waarin een creatieve onderneming verkeert (zie onderstaand schema levenstadia ondernemingen)8, heeft invloed op de huisvestingseisen.
In de groeifase en volwassenheidsfase ontstaat een twee deling, zowel bij de kunstenaars als bij de creatieve zakelijke dienstverlening. Voor veel kunstenaars en kleinere creatieve dienstverleners veranderen de huisvestingseisen nauwelijks. Alleen wordt het belang van lage huurprijzen en korte huurtermijnen minder belangrijk. De meer gerenommeerde kunstenaars en de grotere creatieve dienstverleners vliegen vaak uit. Hun voorkeur gaat daarbij vaak uit naar een creatieve omgeving.
In de idee-/planfase en ook in de startfase zijn ondernemers in de creatieve industrie vaak werkzaam aan huis. Dit geldt vooral voor de creatieve zakelijke dienstverlening. Zij onderscheiden
3.2.3 Omvang Binnen de creatieve industrie zijn relatief veel ZZP’ers en kleine bedrijven actief. Ook in de volwassenheidsfase behoren
idee/ planfase
8
startfase
Bron: www.Syntens.nl
vroege groeifase
groeifase
“Huisvesting voor ondernemers in de creatieve industrie exploiteren is hetzelfde als het maken van een milkshake. Bij keuze van de juiste ingrediënten krijg je een smakelijk geheel”
volwassenheids fase
neergangs of doorstartfase
Kauwgomballenfabriek
nog veel ondernemers en kunstenaars tot deze groep. Het zijn met name deze ondernemers en kunstenaars waarvan de huisvestingseisen in de loop der tijd nauwelijks veranderen. Voor de bedrijven die doorgroeien tot een middelgroot- of zelfs grootbedrijf veranderen de huisvestingseisen wel. De behoefte aan gezamenlijke huisvesting en faciliteiten neemt af. Echter ook de middelgrote en grotere bedrijven blijven wel vaak behoefte hebben aan een creatief milieu. Een voorbeeld hiervan is Q-music dat zich in de Kauwgomballenfabriek in Amsterdam heeft gevestigd en Studio 100 dat een vestiging heeft geopend op de Triple O Campus in Breda9.
3.3 Aanbodzijde: huisvestingsconcepten Het succes van huisvestingsconcepten voor de creatieve industrie is afhankelijk van de mate waarin zij aansluiten bij de huisvestingsbehoeften van creatieve bedrijven. Om hier een goed beeld van te krijgen is tijdens de deskresearch en de inter views met de exploitanten10 van de huisvestingsconcepten voor de creatieve industrie aandacht geschonken aan de vol gende onderwerpen: • investeringsmotieven; • historische aspecten; • ruimtelijke en economische aspecten; • service aspecten; • financiële aspecten. In de volgende subparagrafen wordt hier nader op ingegaan.
9
3.3.1 Investeringsmotieven De verwachtingen van huisvestingsconcepten voor de creatieve industrie zijn hoog gespannen. Er wordt uitgegaan van een culturele, economische, sociale en fysieke impact. De directe culturele en fysieke impact van huisvestingconcepten voor de creatieve industrie is met zekerheid vastgesteld, maar dat geldt in mindere mate voor de economische en sociale impact11. Naast het versterken van de economische kracht en het vestigingsklimaat vormen ook het behoud van industrieel erfgoed en bestrijding van leegstand vaak concrete investerings motieven. Daarnaast wordt de huisvesting voor creatieve industrie vaak ingezet als impuls voor gebiedsontwikkeling, waarbij de investeringen moeten leiden tot versterking van de identiteit van (en traffic binnen) een gebied om zo te komen tot sociaal-maatschappelijke en economische waardecreatie (gentrification). Voorbeelden hiervan zijn Bink36 (tijdelijk) en Cabellerofabriek (permanent) die beide een bijdrage moeten leveren aan de transformatie van het gebied Binkhorst in Den Haag. -----------------------------------------------------------------------------------De nadruk in dit onderzoek ligt primair op de economische impact en dan met name op de aspecten innovatie en ontwikkeling. -----------------------------------------------------------------------------------3.3.2 Historische aspecten Jonge concepten De massale aandacht voor de creatieve industrie is ongeveer een decennium geleden ontstaan. Zowel internationaal als nationaal wordt Richard Florida met zijn boek ‘the Rise of the Creative Class’ (2002) gezien als de grondlegger van het gedachtegoed dat heeft geleid tot het groot aantal huisvestings concepten voor de creatieve industrie in Nederland en elders. Het is evident dat de meeste concepten relatief jong zijn en nog niet volledig doorontwikkeld. Meerdere exploitanten gaven tijdens de interviews aan dat zij door het gebrek aan ervaring ook fouten hebben gemaakt, waardoor de exploitatie onder druk staat, en dat zij het nu terugkijkend op bepaalde onder delen anders zouden doen. Enkele private ontwikkelaars en exploitanten hebben zich inmiddels gespecialiseerd in het ontwikkelen en exploiteren van huisvestingsconcepten voor creatieve industrie. Voorbeelden hiervan vormen Lingotto, Red Concepts en TCN Charlemagne. Enkele publiek-private ontwik kelaars en exploitanten hebben Het Dutch Creative Residency Netwerk (DCR Netwerk) opgericht, onder andere om ervaringen
Het Blushuis – een van de cases – maakt deel uit van de Triple O Campus. | 10 In de meeste gevallen was de exploitant ook de initiatiefnemer, investeerder en beheerder. | Bron: ‘Conceptontwikkeling voor creatieve broedplaatsen’; Mieke Verschoor, Tu/e & La Group (2009).
11
16 | Invloed van huisvesting op innovatie en ontwikkeling van de creatieve industrie
| 17
“Klanten komen graag bij ons over de vloer en vinden het leuk om hier rond te lopen. Wij gebruiken onze huisvesting dan ook voor uitstraling, imago en identiteit”
“Je moet ook het geluk hebben dat je op het juiste moment een grote huurder met een befaamde naam kunt aantrekken”
uit te wissen. Onder andere Bink36, Strijp-S (Klokgebouw) en de Puddingfabriek participeren in dit platform.
C-mill Heerlen – C-magne b.v.
Oude gebouwen en complexen Veelal wordt voor het realiseren van deze concepten gebruik gemaakt van vrijgekomen industrieel erfgoed en tijdelijk leegstaande panden in steden. Dit geldt ook voor de onder zochte cases. Over de relatie tussen industrieel erfgoed en de creatieve industrie bestaat tussen de exploitanten van de bezochte huisvestingsconcepten geen overeenstemming. Sommige exploitanten menen dat industrieel erfgoed leidt tot inspiratie en letterlijk en figuurlijk ruimte biedt voor creati viteit. Andere exploitanten zijn van mening dat voor industrieel erfgoed wordt gekozen omdat deze anders niet behouden zouden kunnen worden. Ook zijn er exploitanten die stellen dat er geen geschikte ruimte meer beschikbaar is voor nieuw bouw of dat nieuwbouw te duur is. Tot slot zijn er ook exploi tanten die geen enkele gegronde reden zien om te kiezen voor industrieel erfgoed en stellen dat er zelfs exploitatietechnische nadelen kleven aan oude gebouwen (bijvoorbeeld achterstallig onderhoud, hoge energiekosten et cetera). Bestaande, grotere bedrijven uit reguliere sectoren Uit de interviews met exploitanten blijkt dat er in veel gebouwen (complexen) ook oudere bedrijven en bedrijven uit de reguliere sectoren zijn gevestigd. De telefonische enquête die is uitgevoerd bevestigt dit. De gemiddelde leeftijd van de bedrijven die telefonisch zijn geënquêteerd bedroeg 8 jaar, gemiddeld waren de geënquêteerde bedrijven 4 jaar op de huidige locatie gevestigd, de gemiddelde grootte bedroeg 4 personen en gemiddeld beschikte men over circa 165 m2
12
bedrijfsof atelierruimte. Van de geënquêteerde bedrijven rekende bovendien 28% zich niet tot de creatieve industrie. Hierbij wordt aangetekend dat niet alle bedrijven zijn geënquêteerd. Op basis van de interviews, de bezoeken aan de concepten en de websites wordt aangenomen dat de daadwerkelijke gemiddeldes aanzienlijk lager zullen zijn12. Voorbeelden van huisvestingsconcepten waarin meerdere oudere, grotere creatieve bedrijven zijn gevestigd en bedrijven die niet tot de creatieve industrie worden gerekend, zijn De Gruyterfabriek en C-Mill.
landelijke stichtingen geëxploiteerd, zoals Stichting Ruimte (Eindhoven, waaronder Kanaalstraat 8) en Stichting Boei (lande lijk, waaronder de Creatieve Fabriek Hengelo).
Voorgaande geldt niet voor alle concepten. Enkele concepten vervullen wel uitsluitend de broedplaatsfunctie, waarover in de literatuur vaak wordt gesproken. De Kanaalstraat 8 en TAC vormen hier voorbeelden van. De gemiddelde leeftijd van de bedrijven die telefonisch zijn geënquêteerd, bedroeg bij beide concepten minder dan 4 jaar, gemiddeld waren deze bedrijven 3 jaar gevestigd op deze locatie, behoorden alle geënquêteer den tot de creatieve industrie, bedroeg de gemiddelde bedrijfs omvang 1 tot 2 personen en beschikte men over 20-300 m2. Wederom wordt aangetekend dat niet alle huurders zijn geën quêteerd.
Brede concepten In deze concepten wordt vaak uitgegaan van een ketenbenade ring en ligt de focus op het creëren van een creatief milieu. De toelatingscriteria zijn vaak minder strikt en er is ruimte voor diverse branches en onderwijsinstellingen. Ook oudere, grotere en/of reguliere bedrijven zijn vaak welkom als zij een bijdrage leveren aan de identiteit en een gezonde exploitatie van het concept. Er wordt meestal met gedifferentieerde huurprijzen, servicekosten en huurtermijnen gewerkt. Alleen starters betalen lage huurprijzen. De oudere en grotere bedrijven betalen marktconforme huurprijzen. De servicekosten bestaan vaak uit een vast deel (standaardpakket) en een flexibel deel (keuzepakket). In toenemende mate kunnen er behalve ruimtes ook werkplekken per uur of dag worden gehuurd. Er zijn relatief veel faciliteiten beschikbaar. In enkele gevallen worden creatieve bedrijven binnen deze concepten juist afgewezen omdat er al een of meerdere vergelijkbare bedrijven gevestigd zijn. Deze concepten zijn, mits de rendabele top in de inves teringsfase is afgetopt (subsidies en/of afschrijving), veelal rendabel. Ten behoeve van de exploitatie vindt op gebouwof complexniveau kostenverevening plaats. Enkele private ont wikkelaars richten zich primair op dit concept.
n =74 Gemiddeld Leeftijd 8 Gevestigd op locatie (jaren) 4 Aantal personen 4 Oppervlakte (m2) 166
Minimum 1 1 1 16
Maximum 43 20 30 3.500
Bron: Telefonische enquête (H&S I Croonen)
3.3.3 Ruimtelijke en economische aspecten Smalle concepten Deze concepten zijn vaak thematisch van opzet en aan strikte criteria verbonden en gehuisvest in kleine en middelgrote panden. De focus ligt hier op een beperkt aantal branches en/ of de broedplaatsfunctie. Zij richten zich bijvoorbeeld alleen op (beginnende) kunstenaars of op starters binnen de crea tieve zakelijke diensten. De huurprijzen zijn niet marktconform en er worden kortlopende huurcontracten afgesloten. Ook de servicekosten zijn laag. In deze concepten wordt relatief vaak startersbegeleiding aangeboden en ingezet op samenwerking bij innovatie en/of marktbewerking. Vaak is er een maximum verbonden aan het aantal jaren dat een kunstenaar of onder nemer er gevestigd mag blijven. Deze concepten kennen vaak een onrendabele exploitatie en worden meestal door lokale of
De telefonische bereikbaarheid van ZZP’ers is meestal slechter dan die van grotere bedrijven.
-----------------------------------------------------------------------------------Een voorbeeld is te vinden in Zwolle. In de culturele werkplaats R10 worden kunstenaars, theatermensen, grafisch ontwerpers en musici intensief begeleid bij het starten van hun creatieve onder neming. De maximale huurperiode bedraagt 4 jaar. ------------------------------------------------------------------------------------
-----------------------------------------------------------------------------------Een voorbeeld is te vinden in Heerlen. C-mill is een voormalig Philipsterrein dat uit meerdere gebouwen en kavels bestaat. In enkele verzamelpanden ligt de nadruk op de creatieve en inno vatieve bedrijven. Het gaat daarbij om jonge en oudere bedrijven, kleine en grotere bedrijven en bedrijven uit de reguliere sector. Daarnaast zijn er enkele solitaire panden voor oudere, grotere bedrijven uit de reguliere sector. Er zijn en komen ook ruimtes en faciliteiten voor zowel beeldende- als podiumkunstenaars, praktijkonderwijs, woonwerkateliers, evenementen etcetera. ------------------------------------------------------------------------------------
Er zijn ook gecombineerde concepten. Het gaat dan om brede concepten in grotere gebouwen, waarvan een deel door een hoofdhuurder wordt onderverhuurd aan starters. De onder huurders krijgen een intensieve begeleiding en werken vaak intensief samen bij het verkrijgen en uitvoeren van opdrachten. De hoofdhuurder legt daarvoor vaak contacten met reguliere bedrijven. -----------------------------------------------------------------------------------Een voorbeeld is te vinden in Eindhoven. Het Klokgebouw, als onderdeel van Strijp S, is door de Trudo woningstichting ontwik keld voor een zeer brede doelgroep en bevat veel faciliteiten. In het gebouw is ook de open werkomgeving van Little Mountain gevestigd. Afgestudeerden van de Design Academy Eindhoven en de Tu/e kunnen een deel van de kantoorvloer huren. De startende ondernemers ondersteunen elkaar bij het vermarkten van hun producten en het opzetten van een bedrijf. -----------------------------------------------------------------------------------3.3.4 Service aspecten Het aantal faciliteiten is in de meeste concepten hoog. Alleen bij de kleine, smalle concepten in een tijdelijke huisvesting zijn er weinig faciliteiten. Naast standaardfaciliteiten die in de meeste verzamelgebouwen worden aangetroffen, gaat het met name om ontmoetingsplaatsen en het organiseren van bijeenkomsten. Literatuur, interviews en telefonische enquêtes tonen aan dat het elkaar (spontaan) ontmoeten en elkaar leren kennen als belangrijk wordt ervaren in de creatieve indus trie. Vanuit de onderzoekscoop wordt ingezoomd op faciliteiten die het ‘spontaan’ ontmoeten faciliteren. Deze faciliteiten vormen namelijk een voedingsbodem voor com merciële samenwerking tussen huurders en tussen huurders en derden. ‘Openbare’ ruimtes voor spontane interne ontmoetingen In de meeste concepten is de beschikbare ruimte niet volledig benut voor de verhuur van ateliers en kantoorruimtes, maar zijn er zithoeken, koffiecorners, ‘pleinen’ en andere open ruimtes gecreëerd binnen de panden, zodat de huurders elkaar kunnen ontmoeten. Bij de grotere complexen is ook aandacht besteed aan de inrichting van de buitenruimte als ontmoe tingsplaats. Evenementenruimte, expositieruimte en theater voor in- en externe ontmoetingen Er wordt veel aandacht geschonken aan het faciliteren van ontmoetingen. Veelal wor den in de beginfase regelmatig ontmoetingen georganiseerd
18 | Invloed van huisvesting op innovatie en ontwikkeling van de creatieve industrie
| 19
“Sfeer bleek het belangrijkste criterium in de zoektocht naar mijn nieuwe huisvesting. De rol van bedrijfsvoering speelt hierbij duidelijk een ondergeschikte rol”
door de exploitant, variërend van een interne borrel tot een symposium. De regelmaat neemt vaak af naarmate de huurders elkaar beter kennen dan wel wordt het organiseren van bijeen komsten overgelaten aan de huurders zelf. In enkele concepten zijn voor dergelijke evenementen, evenementenruimtes gerealiseerd, die ook door derden gehuurd kunnen worden. Ook zijn in enkele concepten expositieruimtes en/of een (try out) theater gevestigd, om traffic te genereren, zodat niet alleen interne, maar ook externe ontmoetingen plaats kunnen vinden. -----------------------------------------------------------------------------------Een voorbeeld is te vinden in Den Haag. Een van de etages in het gebouw de Centrale van het Bink 36 complex is ingericht als evenementenlocatie met drie verschillende ruimtes die gehuurd kunnen worden (fullservice) via een commerciële evenementen organisatie. Borrels, diners, presentaties, workshops, feesten en evenementen en dergelijke zijn mogelijk. In het gebouw het Maga zijn bevindt zich een theaterzaal. In de Hangar kunnen de daar gevestigde designers hun werk laten zien en in het gebouw de Kazerne is er ruimte voor urban culture. -----------------------------------------------------------------------------------Horeca In een aantal concepten vormt een restaurant of kantine gedeelte de belangrijkste ontmoetingsplaats. In een aantal gevallen is de horecavoorziening vooral voor intern gebruik, maar in andere gevallen ook voor extern gebruik. In veel gevallen is een rendabele exploitatie van de horeca niet mo gelijk, maar worden de exploitatietekorten gedekt door de vastgoedeigenaar c.q. exploitant, omdat deze er van overtuigd is dat dit een positief effect heeft op een duurzame exploitatie van het gehele complex. -----------------------------------------------------------------------------------Een voorbeeld is te vinden in Amsterdam. Op de begane grond van het kantoorpand van de Kauwgumballenfabriek (gebouw D) is brasserie ‘Under Construction’ gevestigd, waar je kunt eten, borrelen en vergaderen. Zonder een bijdrage van Lingotto zou deze brasserie (nog) geen bestaansrecht hebben. -----------------------------------------------------------------------------------3.3.5 Financiële aspecten In het algemeen zijn met de ontwikkeling en exploitatie van huisvestingsconcepten hoge investerings- en exploitatiekosten
“Huisvesting is niet essentieel voor de ontwikkeling van mijn bedrijf. Wel draagt het bij aan het imago”
gemoeid. Daarom leveren overheden meestal een financiële bijdrage in de vorm van investerings- en/of exploitatiesubsidies. Ook als het gaat om concepten die worden ontwikkeld door private partijen. Voor een aantal concepten volstaan investe ringssubsidies om te komen tot een rendabele exploitatie, terwijl andere concepten ondanks exploitatiesubsidies toch hebben te kampen met financiële problemen. Over het alge meen zijn het met name de smalle concepten die zich primair richten op starters en/of kunstenaars die worden geconfron teerd met een onrendabele exploitatie. De exploitatiekosten zijn relatief hoog, vanwege faciliteiten zoals een ‘try out theater’, terwijl de huurinkomsten en servicekosten juist relatief laag zijn. In de meeste onderzochte cases is echter niet alleen ruimte voor starters en/of kunstenaars. Met name in de grotere gebouwen en complexen zijn vaak ook oudere en grotere be drijven opgenomen. Veelal bedrijven die hier al lang gevestigd zijn en behoren tot de reguliere sector. Zij leveren via hun huur een belangrijke bijdrage aan een gezonde exploitatie (verdien model). Met uitzondering van een horecavoorziening, worden onrendabele faciliteiten, zoals een ‘try out’ theater vaak pas later toegevoegd aan het concept.
Duidelijk is dat de aanwezigheid van creatieve bedrijven, de identiteit, de faciliteiten (inclusief ligging) en de organisatie (beheer) zeer belangrijk zijn voor de huurders (figuur 2 en 3). Over de aanwezigheid van creatieve bedrijven en de identiteit zijn de huurders relatief tevreden. Over de faciliteiten (inclusief ligging), maar vooral de organisatorische aspecten is de tevredenheid van de huurders minder groot. De meest voorkomende klachten betroffen de externe bereikbaarheid (inclusief parkeren) van het pand of complex en de vind baarheid van de eigen ruimte binnen het pand of complex.
3.4 Vraag versus aanbod
Uit het feit dat er weinig verhuisplannen zijn (figuur 4), kan worden afgelezen dat de huurders over het algemeen tevreden zijn en dat de dynamiek in de creatieve industrie minder groot is dan in de literatuur vaak wordt aangenomen. Het gemiddelde verhuizingspercentage is in sterke mate afhankelijk van de conjunctuur, maar schommelt in Nederland volgens diverse bronnen rond de 8%. De meest mobiele sector is de zakelijke dienstverlening.
Om te bezien in hoeverre het aanbod tegemoet komt aan de eisen en wensen van de huurders, is tijdens de telefonische enquête de huurders gevraagd naar het belangrijkste sterkste en zwakste punt van hun huidige vestigingsplaats. Dit geeft zowel inzicht in het belang van diverse aspecten als van de kwaliteit van deze aspecten. Het is dan ook niet verwonderlijk dat dezelfde aspecten worden genoemd bij de sterkten als zwakten van de verschillende huisvestingsconcepten voor de creatieve industrie. 2. Wat zijn de belangrijkste sterke punten aan de huidige ruimte? ■ ■ ■ ■ ■
1. Creatieve bedrijven 2. Identiteit 3. Faciliteiten en ligging 4. Organisatie 5. Combinatie
n = 74
De Gruyterfabriek 3. Belangrijkste zwakke punten van de huidige ruimte? ■ ■ ■ ■ ■
1. Creatieve bedrijven 2. Identiteit 3. Faciliteiten en ligging 4. Organisatie 5. Combinatie
n = 74
4. Heeft u verhuisplannen? ■ 1. Ja ■ 2. Nee ■ 3. Weet niet n = 74
20 | Invloed van huisvesting op innovatie en ontwikkeling van de creatieve industrie
| 21
22 | Invloed van huisvesting op innovatie en ontwikkeling van de creatieve industrie
| 23
4 Betekenis van huisvesting voor de innovativiteit en ontwikkeling van de creatieve industrie en de rol van gemeenten Innovatie en ontwikkeling zijn van groot belang voor de creatieve industrie. Gezamenlijke huisvesting draagt bij aan de innovativiteit en ontwikkeling van creatieve bedrijven. Niet primair doordat bedrijven structureel samenwerken. Het zijn met name spontane ont moetingen, inspiratie, identiteit en bekendheid van de huisvesting en de directe omgeving die een positieve invloed hebben op de innovatie en ontwik keling van individuele bedrijven. Gemeenten spelen daarbij voornamelijk een belangrijke faciliterende rol.
5% Klokgebouw Eindhoven
0% 5.
4.
3.
et k
rij ng
k
k
rij ng
la
be
la
be
zo
ld
de
id
k
rij ng
m
et
Ni
Ni
Ge
la
4.2.2 Ontwikkeling De spontane ontmoetingen leveren regelmatig commerciële relaties op. In de meeste gevallen gaat het daarbij om het onderling leveren van diensten en/of producten. Dit komt het meeste voor bij brede huisvestingsconcepten (creatief milieu) en minder bij de smalle concepten (thematische clusters). Het gezamenlijk opereren richting de markt komt minder vaak voor. Uitzonderingen hierop vormen de broedplaatsen waarbij een hoofdhuurder onderverhuurt aan starters en hen intensief begeleidt bij het verkrijgen en uitvoeren van gezamenlijke opdrachten. Een voorbeeld hiervan vormt Little Mountain in het Klokgebouw in Eindhoven.
10%
rij ng
n = 74
15%
Be
■ 1. Ja, wordt wel beinvloed door mijn huisvesting ■ 2. Ja, wordt gedeeltelijk beinvloed door mijn huisvesting ■ 3. Ja, wordt niet beinvloed door mijn huisvesting ■ 4. Innovatie is niet belangrijk voor mij
20%
la
6. Belang van innovatie en de rol van huisvesting hierin
25%
2.
4.2.1 Innovatie Innovatie is een belangrijk thema binnen de creatieve industrie. Voor tweederde van de geënquêteerde huurders is innovatie van belang (figuur 6). Dit bevestigt dat de creatieve industrie een innovatieve sector is. Het belang van samenwerking bij innovatie en de directe rol die de huisvesting daarbij speelt is minder groot. Voor éénderde van geënquêteerde huurders speelt de huisvesting een grote rol. Zowel de interviews als enquêtes hebben maar weinig voorbeelden opgeleverd van samenwerking die heeft geleid tot innovaties.
30%
be
Er wordt zowel door huurders als door aanbieders van huisvestingsconcepten, zoals blijkt uit het vorige hoofdstuk, veel waarde gehecht aan ‘spontane’ ontmoetingen. Deze ontmoetingen hebben echter niet per definitie samenwerking tot doel. Bovendien hoeft samenwerking geen betrekking te hebben op innovatie en/of het gezamenlijk benaderen van de markt. Dat er in de praktijk veel sprake is van interactie en zelfs synergie wordt bevestigd door de telefonische enquêtering (figuur 5). Het gaat daarbij echter slechts in beperkte mate om structurele samenwerking. Bijna een op de vijf geënquêteerde huurders geeft aan dat zij vaak samenwerken, terwijl bijna de helft van de huurders soms of nooit samenwerken.
n = 74
35%
el
4.2 Het belang van samenwerking
1. Continu 2. Vaak 3. Gemiddeld 4. Soms 5. Nooit
He
In dit hoofdstuk wordt stilgestaan bij het belang van innovatie en ontwikkeling en de rol die gezamenlijke huisvesting daarbij speelt. In de onderzoekshypothese wordt er van uitgegaan dat gezamenlijke huisvesting van belang is voor innovatie en ontwikkeling, omdat gezamenlijke huisvesting zou leiden tot samenwerking op het gebied van innovatie en het gezamenlijk opereren op de markt. Daarom wordt in dit hoofdstuk eerst ingegaan op de rol van samenwerking op innovatie en ontwik keling en vervolgens op het belang van andere factoren. Tot slot wordt ingegaan op de rol die gemeenten hierbij spelen.
■ ■ ■ ■ ■
7. Hoe belangrijk is huisvesting en de omgeving voor uw ontwikkeling als bedrijf?
1.
4.1 Inleiding
5. Is er sprake van synergie/interactie met andere bedrijven op deze vestigingsplaats?
4.3 Het belang van andere factoren Volgens exploitanten en huurders heeft de huisvesting een positief effect op de innovatie en ontwikkeling van de individu ele ondernemers en kunstenaars. Het is niet de samenwerking, maar het zijn andere factoren die daarbij een rol spelen. 4.3.1 Innovatie Uit de interviews en de telefonische enquête blijkt dat met name een inspirerende omgeving en (inspiratie die voortkomt uit) spontane ontmoetingen van invloed zijn op de innova tiviteit van individuele creatieve bedrijven. De gezamenlijke huisvesting wordt door de bedrijven vaak als inspirerend ervaren en als ontmoetingsplaats gezien. De huisvestings concepten hebben op die wijze een positieve invloed op de innovatie van individuele bedrijven. 4.3.2 Ontwikkeling Volgens de huurders spelen bij hun ontwikkeling de identiteit en bekendheid van de huisvesting een rol. Veel ondernemers en kunstenaars profiteren bij het benaderen van de markt van het imago en de naamsbekendheid van het huisvestingsconcept waar zij zijn gevestigd. Bovendien zijn zij relatief makkelijk vindbaar voor potentiële klanten, omdat de website van het huisvestingsconcept door potentiële klanten als een portal of zelfs zoekmachine wordt gebruikt.
4.4 De rol van gemeenten Gemeenten spelen een belangrijke rol bij het creëren van een inspirerende omgeving, het versterken van de identiteit en het vergroten van de bekendheid, maar profiteren hier ook van. Uit gesprekken met private en (semi)publieke initiatiefnemers blijk dat er vaak in overleg met de overheid naar een passende locatie en concept is gezocht. Het concept moet namelijk binnen de visie van de gemeente passen en de gemeente moet een duidelijk beeld hebben over hoe zij zichzelf in de markt wil zetten. Dit is de basis voor een intensieve publiek private samen werking, waarbij de gemeente een cruciale faciliterende rol speelt. Vaak zijn de gebouwen of delen van gebieden in bezit van de gemeente, biedt de gemeente in de eerste periode financiële ondersteuning danwel zorgt zij er voor dat de kwali teit van publieke omgeving op orde wordt gebracht. Deze inspanningen blijven meestal niet onbeloond. Gemeenten pro fiteren van de identiteit en bekendheid van de huisvestings concepten, doordat zij hierdoor zelf een creatief imago krijgen, waardoor het vestigingsklimaat verbetert en de werkgelegen heid toeneemt en een wijk of stadsdeel zich op sociaal, cultu reel en economisch gebied positief ontwikkelt (gentrification).
24 | Invloed van huisvesting op innovatie en ontwikkeling van de creatieve industrie
| 25
5 Conclusies en aanbevelingen
De belangrijkste conclusie is opgenomen in de leader van dit hoofdstuk. In paragraaf 5.2 is een beknopte beantwoording van de onderzoeksvragen opgenomen. Voor een toelichting of onderbouwing wordt verwezen naar de voorgaande hoofd stukken. In paragraaf 5.3 zijn enkele aanbevelingen opgenomen, waarbij wordt aangetekend dat deze niet uitsluitend betrekking hebben op het vergroten van de samenwerking ten behoeve van de innovatie binnen en ontwikkeling van de creatieve industrie.
5.2 Conclusies 1. Welke huisvestingsconcepten zijn er? De huisvestingsconcepten kunnen op basis van een groot aantal verschillende indicatoren worden getypeerd. In deze studie is dat gebeurd op basis van de indicatoren omvang, doelgroepen en faciliteiten. Dit heeft de volgende tweedeling opgeleverd: • smalle concepten (kleinschalig, thematisch en weinig faciliteiten); • brede concepten (grootschalig, brede doelgroepbenadering en veel faciliteiten). 2. Hebben deze concepten (in verschillende mate) invloed op de samenwerking en synergie leidend tot innovatie en het verkrijgen van gezamenlijke opdrachten leidend tot een
3. Wat zijn in kader van voorgaande onderzoeksvraag de sterke en zwakke kanten van de verschillende concepten en de succes- en faalfactoren? Gezien het antwoord op de vorige onderzoeksvraag is de voorliggende onderzoeksvraag minder relevant. Desondanks kunnen wel de belangrijkste elementen worden genoemd die bepalend zijn voor innovatie en ontwikkeling, waarbij wordt aangetekend dat de succes- en faalfactoren in het kader van dit onderzoek de twee zijden van een medaille vormen: • voor innovatie zijn van belang: een inspirerende omgeving en spontane ontmoetingen; • voor ontwikkeling zijn van belang: creatieve identiteit en grote bekendheid. Samenstelling en omvang bedrijvigheid identiteit bekendheid ontmoetingen inspiratie
Ontwikkeling
5.1 Inleiding
versnelde ontwikkeling van creatieve bedrijven? De invloed van deze concepten op de (samenwerking en syner gie leidend tot extra) innovatie en (het verkrijgen van gezamen lijke opdrachten leidend tot een versnelde) ontwikkeling van creatieve bedrijven is beperkt, met uitzondering van de ‘echte’ broedplaatsen voor starters. Hierbij wordt aangetekend dat voorgaande ook geen primair doel is van de huurders en aan bieders van ruimte in de verschillende huisvestingsconcepten. Desondanks hebben de concepten een positief effect op zowel innovatie als de ontwikkeling van bedrijven. De brede concepten hebben in het algemeen een positievere invloed dan de smalle concepten, met name voor wat betreft de ont wikkeling van bedrijven.
Innovatie
De theoretische hypothese wordt gedeeltelijk onder bouwd door het uitgevoerde empirisch onderzoek. Huisvestingsconcepten hebben een positieve invloed op de innovatie en ontwikkeling van creatieve bedrij ven, maar dat komt niet of nauwelijks door samen werking bij innovatie en het gezamenlijk opereren op de markt. Voor innovatie zijn vooral spontane ont moetingen en inspiratie van belang en voor de ontwik keling vooral de identiteit en bekendheid van de vestigingsplaats. Gemeenten spelen een belangrijke rol bij het creëren van een positieve identiteit en bekendheid.
Samenstelling en omvang faciliteiten
4. Welke huisvestingsconcepten kunnen het beste in de markt worden gezet? In het algemeen is de zakelijke creatieve dienstverlening voor innovatie, maar vooral voor hun ontwikkeling gebaat bij een breed concept. Dit hangt met name samen met het feit dat brede concepten meestal worden gerealiseerd in grotere en bekendere panden of complexen. Hierdoor is er meer ruimte voor bedrijven van verschillende leeftijden en omvang en uit
“Als jong bureau is het vooral erg belangrijk om een eigen betaalbare professionele werkruimte te hebben. Innoverend vermogen komt hierbij echt op de tweede plaats.”
verschillende creatieve branches en reguliere sectoren. Dit komt vooral de bekendheid en het aantal ontmoetingen ten goede, wat een positieve uitwerking heeft op de inspiratie (innovatie) en commerciële transacties (ontwikkeling). Boven dien is het (financiële) draagvlak voor faciliteiten groter. Een positief neveneffect is dat de kans op een rendabele exploitatie groter is. Vaak kan worden volstaan met het aftoppen van de onrendabele investeringstop. Voorgaande betekent niet dat er geen toekomst is voor smalle concepten. De identiteit van smalle concepten is vaak eendui diger en gemakkelijker te bewaken. Bovendien is de onderlinge bekendheid en verbondenheid binnen smalle concepten vaak groter. En indien er voldoende massa is, is er ook meer ruimte voor hele specifieke faciliteiten. Met name voor kunstenaars heeft het smalle concept vaak de voorkeur boven een breed concept. In de praktijk is vaak naast een onrendabele inves teringstop ook sprake van een structureel exploitatietekort, wat vraagt om structurele exploitatiesubsidie.
Innovatie Aanvullend onderzoek zal inzicht moeten leveren of de creatieve industrie gebaat is bij ‘open innnovatie’, en zo ja, op welke wijze ‘open innovatie’ binnen de creatieve industrie geïntroduceerd en geïmplementeerd kan worden. Een belang rijke vraag daarbij is of dit binnen de bestaande, vaak solitaire, huisvestingsconcepten kan, of dat het wenselijk is om te komen tot een fysieke en/of organisatorische koppeling met (techno logische) bedrijven. Ontwikkeling Aanvullend onderzoek zal inzicht moeten leveren of creatieve bedrijven gebaat zijn bij structurele strategische samenwerking of juist bij wisselende tactische en operationele partnerschap op de markt en zo ja, of deze samenwerking bij voorkeur plaats
5.3 Aanbevelingen 5.3.1 Huisvestingsconcepten: innovatie en ontwikkeling Uit de casestudies blijk dat innovatie en ontwikkeling van belang zijn voor de creatieve industrie. De casestudies tonen daarnaast aan dat binnen de creatieve industrie relatief weinig wordt samengewerkt op het gebied van innovatie en marktbewerking. De casestudies hebben niet aangetoond of samenwerking binnen de creatieve sector wel of niet van invloed kan zijn op de innovativiteit en ontwikkeling van de creatieve industrie. Als een parallel wordt getrokken met de technologische sector, dan zien we dat technologische bedrijven in het verleden ook niet of nauwelijks samenwerkten, maar dat binnen deze sector nu steeds vaker gebruik wordt gemaakt van ‘open innovatie’. In toenemende mate zoeken de technologische bedrijven de fysieke nabijheid op om samen te werken (technologische campussen). Een vraag die voorligt en niet op basis van de voor liggende studie kan worden beantwoord is of de creatieve industrie ook gebaat is bij samenwerking op het gebied van innovatie en marktbewerking en of de huidige huisvestings concepten daar een rol bij kunnen spelen. Hiervoor is aanvullend onderzoek vereist. Dit heeft de volgende twee aanbevelingen opgeleverd.
Creatieve Fabriek Hengelo
26 | Invloed van huisvesting op innovatie en ontwikkeling van de creatieve industrie
| 27
“Innovatie is voor mij erg belangrijk in de context van toepassen en gebruiken van materialen. Daarnaast wordt door dit pand mijn manier van denken en mijn manier van werken positief gestimuleerd”
moet vinden binnen de creatieve sector of juist sectorover schrijdende samenwerking de voorkeur heeft. Een belangrijke vraag daarbij is of de (bestaande) huisvestingsconcepten daar een rol bij (kunnen) vervullen. -----------------------------------------------------------------------------------De regio Eindhoven kan een voortrekkersrol vervullen, daar juist in de Brainport Eindhoven regio zowel de technologische als de creatieve sector zeer sterk is vertegenwoordigd. Bovendien is er in deze regio inmiddels veel ervaring opgedaan met samenwerking en open innovatie binnen de technologische sector. -----------------------------------------------------------------------------------5.3.2 Huisvestingsconcepten: ontwikkeling, exploitatie en beheer Deze aanbevelingen hebben betrekking op de verschillende fasen in de ontwikkeling en exploitatie en beheer van huis vestingsconcepten. Deze adviezen moet er toe leiden dat de concepten een duurzaam karakter krijgen, zodat de huurders zich optimaal kunnen focussen op hun doelstellingen, waar de innovatie en ontwikkeling ten goede komt. Idee- en planfase: gebruik ervaring experts • Uit de casestudies blijkt dat er uit gebrek aan ervaring vaak fouten worden gemaakt die zwaar drukken op de exploitatie. Het is daarom van groot belang dat het concept is gebaseerd op een gedegen marktstudie en investeringsen exploitatieplan. Geadviseerd wordt om in deze fase gebruik te maken van experts en ervaringen uit te wisselen. Startfase: ga uit van een verdienmodel ten behoeve van voorinvesteringen • Een succesvol concept vergt voorinvesteringen. Dit betekent dat in de startfase niet alleen rekening moet worden gehou den met een onrendabele investeringstop, maar ook met relatief lage rendementen gedurende een langere periode. Geadviseerd wordt te zoeken naar een gebouw of complex waar enkele grotere bedrijven, al dan niet in de creatieve sec tor, gevestigd zijn (verdienmodel). Vroege groeifase: zet in op een duurzame exploitatie en financiële verevening • Geadviseerd wordt om in deze fase het vastgoed (nog) niet te verkopen aan een (andere) commerciële partij en in de exploitatie een financiële verevening tussen rendabele en
onrendabele onderdelen toe te passen. Dit om te voor komen dat het concept ongewenste wijzigingen ondergaat. Groeifase: laat meer over aan (hoofd)huurders • In dit stadium treedt een autonoom proces op dat leidt tot de versterking van de identiteit. Geadviseerd wordt om in deze fase meer over te laten aan de markt en (hoofd)huurders. Overwogen kan worden om de exploitatie en beheer van delen van het concept over te dragen (bijvoorbeeld broed plaatsfunctie, horeca en evenementenruimte). Volwassenheidsfase en neergangs- of doorstartfase: voer aanvullend Europees onderzoek uit • Het aantal huisvestingsconcepten dat zich al in deze fasen bevinden is nog zeer gering in Nederland. Op basis van de casestudies kunnen dan ook nog geen concrete adviezen voor deze fase worden geformuleerd. Overwogen kan worden om middels internationale casestudies meer inzicht te krijgen in deze fasen.
28 | Invloed van huisvesting op innovatie en ontwikkeling van de creatieve industrie
| 29
Literatuurlijst Gebruikte literatuur • Saris, J. – v. Dommelen S. – v. Bemmel A. Huisvestingsstrategie creatieve economie Heerlen [2009] de Stad b.v. • Verschoor, M. Conceptontwikeling voor creatieve broedplaatsen [ 2009] Tu/e & La Group • KvK. Ondernemer in de creatieve sector [ 2010] Kamer van koophandel • B.I.M. vastgoed voor ondernemer [2009] N.V. Bossche investeringsmaatschappij • They. Restructief [2009]. Lingotto
Bijlage 1 Interviewschema Internet Literatuur www.ainsi.nl www.bink36.nl www.cabfab.nl www.creatievefabriek.nl www.c-mill.com www.degruyterfabriek.nl www.depudding.nl www.blushuis.nl www.hooghiemstra.com www.stichtingruimte.nl www.kauwgomballenfabriek.nl www.klokgebouw.nl www.r10.nl www.tac.nu www.ontwerpfabriek.nl www.syntens.nl www.destadbv.nl www.ccaa.nl
De nadruk ligt op het verkrijgen van kwalitatieve informatie. -------------------------------------------------------------------------------Beknopte toelichting geven over jezelf en je organisatie en het doel van onderzoek, interview en rondleiding herhalen. Benadrukken dat het om enkele kwalitatieve vragen gaat en dat vertrouwelijkheid gegarandeerd is. Aangegeven dat ook huurders telefonisch worden benaderd. -------------------------------------------------------------------------------1. Historische schets a. Planvorming b. Ontwikkeling c. Exploitatie 2. Ruimtelijk concept a. Oorspronkelijke functie b. Huidige functie & indeling 3. Economische concept a. Aanleiding b. Doel c. Uitgangspunten d. Randvoorwaarden e. Soort bedrijven
4. Service concept (voorzieningen / faciliteiten) a. Individueel b. Gezamenlijk; verplichte afname (standaard) c. Gezamenlijk; vrijwillige afname (standaard) d. Gezamenlijk; vrijwillige afname (flexibel) 5. Synergie / interactie a. Aard geformaliseerde synergie / interactie b. Aard informele synergie / interactie c. Resultaten synergie / interactie d. Effecten op innovatie en/of ontwikkeling 6. Evaluatie a. Oorspronkelijk versus huidig concept b. Sterke en zwakke kanten van het concept c. Succes- en faalfactoren van het concept d. Leereffecten -----------------------------------------------------------------------------------Afsluiten middels een korte schets van het vervolgtraject. Tot slot de respondent bedanken voor zijn/haar deelname. ------------------------------------------------------------------------------------
30 | Invloed van huisvesting op innovatie en ontwikkeling van de creatieve industrie
| 31
Bijlage 2 Enqueteschema
Bijlage 3 Enqueteresultaten
De nadruk ligt op het verkrijgen van kwalitatieve
1. Welke activiteiten staan centraal binnen het ge-enqueteerde bedrijf?
informatie. -----------------------------------------------------------------------------------Indien het bedrijf meer dan 1 werknemer heeft, vragen naar oprichter/eigenaar. Starten met korte toelichting van het onderzoek en achtergrond van het onderzoek. Vertellen waarom je belt (interview). Daarbij benadrukken dat het met name om kwalita tieve vragen gaat, dat er geen bedrijfseconomische vragen gesteld worden en dat vertrouwelijkheid gegarandeerd is. Aangeven dat het telefonische enquête circa 10 minuten in beslag zal nemen. In je achterhoofd houden: Het gaat om innovatie en huisvesting; Is innovatie belangrijk / wat zijn de belangrijkste factoren voor innovatie / welke rol speelt de vestigingslocatie hierin? En zo con creet mogelijk maken! Voorbeelden. -----------------------------------------------------------------------------------1. Welke activiteiten staan centraal in uw bedrijf (corebusiness / branche)?
7. Is er sprake van synergie / interactie met andere bedrijven op deze vestigingsplaats? • Indien ja: kunt u dat toelichten? 8. Hoe belangrijk is huisvesting en de omgeving voor uw ontwikkeling als bedrijf? • Welke factoren bepalen uw ontwikkeling het meest? • Welke rol speelt uw huisvesting hierin? 9. Is innovatie voor u belangrijk? • Indien ja: beïnvloed de huidige vestigingsplaats uw innovatie? • Indien ja: kunt u dat toelichten? 10. Worden er activiteiten georganiseerd tbv synergie tussen de bedrijven? • Zo ja: Wat vindt u daarvan? • Zo nee: is dat een gemis?
3. Wanneer is uw bedrijf ongeveer opgericht?
11. Heeft u verhuisplannen? Zo ja? • Hoe concreet zijn de verhuisplannen? • Waarom wilt u verhuizen? • Waaraan moet de nieuwe vestigingsplaats voldoen? • Zijn dergelijke vestigingsplaatsen beschikbaar?
4. Wanneer bent u naar de huidige vestigingsplaats verhuisd?
12. Welke verbetermogelijkheden ziet u op de huidige vestigingsplaats en elders in de gemeente of regio?
5. Waarom bent u naar deze vestigingsplaats verhuisd?
-----------------------------------------------------------------------------------Afsluiten middels een korte schets van het vervolgtraject. Tot slot de respondent bedanken voor zijn/haar deelname. ------------------------------------------------------------------------------------
2. Hoeveel mensen zijn er in dienst, inclusief u zelf?
6. Wat zijn de sterke en zwakke kanten van deze vestigingsplaats?
1 2 3 4 5 6 7 8 Ansi 0 0 0 Bink 36 1 1 1 1 1 0 De Caballerofabriek 0 1 1 1 1 De Creatievefabriek 1 0 1 0 De Gruyterfabriek 0 1 0 0 1 1 1 0 Kanaalstraat 1 1 1 1 1 De Kauwgomballenfabriek 1 1 0 Het Klokgebouw 1 0 1 0 0 1 1 De Puddingfabriek 1 1 1 1 R10 1 1 1 1 1 Het Blushuis 1 1 0 1 1 De Van Nelle Ontwerp Fabriek 1 1 1 1 0 C-mill 1 0 0 1 0 Hooghiemstra 1 1 0 1 1 TAC 1 1 1 1 0 = Geen creatieve bedrijvigheid 1 = Creatieve bedrijvigheid Percentage creatieve bedrijven
Totaal 3 6 5 4 8 5 3 7 4 5 5 5 5 5 4 74 72%
Totaal creatief 0 5 4 2 4 5 2 4 4 5 4 4 2 4 4 53
Totaal 14 17 22 5 41 11 35 38 7 8 36 17 35 11 5 4
Gemiddeld 5 3 4 1 5 2 12 5 2 2 7 3 7 2 1
2. Hoeveel personen zijn er in dienst? 1 2 3 4 5 6 7 8 Ansi 10 0 4 Bink 36 1 1 8 4 2 1 De Caballerofabriek 7,5 1 1 2 10 De Creatievefabriek 1 1 1 2 De Gruyterfabriek 10 3 12 5 5 1 3 2 Kanaalstraat 1 2 1 6 1 De Kauwgomballenfabriek 30 1 4 Het Klokgebouw 4 1 2 2 25 2 2 De Puddingfabriek 2 3 1 1 R10 1 4 1 1 1 Het Blushuis 1 1 5 3 26 De Van Nelle Ontwerp Fabriek 3 5 1 3 5 C-mill 2 25 5 1 2 Hooghiemstra 6 1 2 1 1 TAC 1 1 1 2 Gemiddelde hoeveelheid personeel per bedrijf
32 | Invloed van huisvesting op innovatie en ontwikkeling van de creatieve industrie
| 33
Bijlage 3 Enqueteresultaten 3. Hoe veel jaar bestaat het bedrijf? 1 2 3 4 5 6 7 8 Ansi 15 3 4 Bink 36 6 5 14 2 3 3 De Caballerofabriek 4 6 4 4 9 De Creatievefabriek 2 3 3 14 De Gruyterfabriek 10 20 25 21 9 12 3 9 Kanaalstraat 3 3 1 4 4 De Kauwgomballenfabriek 43 4 2 Het Klokgebouw 4 3 3 15 15 2 5 De Puddingfabriek 1 7 21 15 R10 4 10 3 9 6 Het Blushuis 4 6 5 7 6 De Van Nelle Ontwerp Fabriek 5 13 14 11 1 C-mill 28 17 11 5 4 Hooghiemstra 4 6 6 10 9 TAC 5 1 3 5 Gemiddelde huidige levensduur per bedrijf
5. Wat was de reden voor vestiging in de huidige bedrijfsruimte? Gemiddeld aantal jaar 7 6 5 6 14 3 16 7 11 6 6 9 13 7 3.5 8
4. Hoeveel jaar zit u in de huidige bedrijfsruimte? 1 2 3 4 5 6 7 8 Ansi 2 2 4 Bink 36 4 2 1 2 2 1 De Caballerofabriek 4 3 3 2 6 De Creatievefabriek 2 1 4 1 De Gruyterfabriek 9 20 5 20 9 2 3 9 Kanaalstraat 2 3 3 4 3 De Kauwgomballenfabriek 3 4 1 Het Klokgebouw 2 3 3 1 2 1 2 De Puddingfabriek 1 6 1 9 R10 3 5 2 6 2 Het Blushuis 2 1 3 1 5 De Van Nelle Ontwerp Fabriek 5 7 4 4 1 C-mill 1 17 3 2 2 Hooghiemstra 4 4 2 2 1 TAC 2 3 3 4 Gemiddelde gebruiksduur van huidig kantoor per bedrijf
Gemiddeld aantal jaar 3 2 4 2 10 3 3 2 4 4 2 4 5 3 3 4
1 2 3 4 5 6 7 8 Ansi 1 4 2 Bink 36 5 5 4 5 1 5 De Caballerofabriek 1 1 4 5 1 De Creatievefabriek 5 1 3 3 De Gruyterfabriek 5 5 2 2 5 1 5 5 Kanaalstraat 2 1 5 2 1 De Kauwgomballenfabriek 5 1 2 Het Klokgebouw 1 1 5 5 1 1 2 De Puddingfabriek 5 1 1 1 R10 5 1 1 2 2 Het Blushuis 3 3 5 3 5 De Van Nelle Ontwerp Fabriek 3 2 4 4 3 C-mill 2 5 4 3 2 Hooghiemstra 2 2 4 4 5 TAC 2 1 1 1 1. Creatieve broedplaats 2. Professionele ruimte nodig 3. Identiteit 4. Faciliteiten en omgeving 5. Combinatie
Totaal
Percentage
22 15 8 8 21
30% 20% 11% 11% 28%
Totaal
Percentage
19 11 11 6 27
26% 15% 15% 8% 36%
6a. Wat zijn de belangrijkste sterke punten aan de huidige ruimte? 1 2 3 4 5 6 7 8 Ansi 2 5 3 Bink 36 1 5 1 2 1 5 De Caballerofabriek 1 3 1 2 1 De Creatievefabriek 1 5 1 2 De Gruyterfabriek 5 5 3 3 5 5 5 3 Kanaalstraat 5 5 1 4 4 De Kauwgomballenfabriek 3 1 3 Het Klokgebouw 5 2 5 4 2 1 3 De Puddingfabriek 2 1 5 1 R10 1 4 5 1 1 Het Blushuis 5 5 5 5 5 De Van Nelle Ontwerp Fabriek 2 5 3 2 2 C-mill 5 5 3 2 5 Hooghiemstra 1 1 5 4 5 TAC 4 1 3 5 1. Creatieve bedrijven 2. Identiteit 3. Faciliteiten en omgeving 4. Organisatie 5. Combinatie
34 | Invloed van huisvesting op innovatie en ontwikkeling van de creatieve industrie
| 35
Bijlage 3 Enqueteresultaten 6b. Belangrijkste zwakke punten van de huidige kantoorruimte? 1 2 3 4 5 6 7 8 Ansi 4 3 5 Bink 36 4 2 3 4 5 3 De Caballerofabriek 3 5 3 1 1 De Creatievefabriek 4 4 4 5 De Gruyterfabriek 5 3 3 3 3 3 5 5 Kanaalstraat 5 2 2 5 3 De Kauwgomballenfabriek 1 5 3 Het Klokgebouw 3 3 5 4 3 3 4 De Puddingfabriek 2 2 5 5 R10 4 2 3 5 4 Het Blushuis 4 3 4 4 5 De Van Nelle Ontwerp Fabriek 2 3 4 1 1 C-mill 5 3 4 1 3 Hooghiemstra 5 1 4 3 1 TAC 4 4 5 4 1. Creatieve bedrijven 2. Identiteit 3. Faciliteiten en omgeving 4. Organisatie 5. Combinatie
8. Hoe belangrijk is huisvesting en de omgeving voor uw ontwikkeling als bedrijf? Totaal
Percentage
8 7 22 19 18
11% 9% 30% 26% 24%
1 2 3 4 5 6 7 8 Ansi 1 3 2 Bink 36 4 2 5 2 3 4 De Caballerofabriek 1 2 3 4 4 De Creatievefabriek 2 2 2 2 De Gruyterfabriek 2 2 4 4 3 4 3 4 Kanaalstraat 2 3 4 3 3 De Kauwgomballenfabriek 3 3 1 Het Klokgebouw 2 2 4 5 4 2 4 De Puddingfabriek 4 3 4 2 R10 3 3 2 3 1 Het Blushuis 1 1 3 4 4 De Van Nelle Ontwerp Fabriek 4 3 1 4 3 C-mill 4 4 5 1 4 Hooghiemstra 3 5 4 5 4 TAC 3 1 2 2 1. Heel belangrijk 2. Belangrijk 3. Gemiddeld 4. Niet zo belangrijk 5. Niet belangrijk
7. Is er sprake van synergie/interactie met andere bedrijven op deze vestigingsplaats?
9. Is innovatie voor u belangrijk?
1 2 3 4 5 6 7 8 Ansi 3 4 5 Bink 36 3 3 5 3 2 4 De Caballerofabriek 3 4 4 4 3 De Creatievefabriek 4 3 3 5 De Gruyterfabriek 2 2 4 3 3 2 4 4 Kanaalstraat 3 3 3 4 4 De Kauwgomballenfabriek 4 2 4 Het Klokgebouw 4 3 4 3 3 3 4 De Puddingfabriek 3 2 3 2 R10 2 2 2 2 4 Het Blushuis 4 2 3 4 3 De Van Nelle Ontwerp Fabriek 4 3 4 4 5 C-mill 4 3 4 4 4 Hooghiemstra 3 4 3 4 TAC 4 3 2 4 1. Continu 2. Vaak 3. Gemiddeld 4. Soms 5. Nooit
1 2 3 4 5 6 7 8 Ansi 4 4 4 Bink 36 2 1 3 3 1 4 De Caballerofabriek 2 3 4 3 1 De Creatievefabriek 3 2 3 4 De Gruyterfabriek 4 4 4 4 3 3 1 1 Kanaalstraat 4 3 4 3 1 De Kauwgomballenfabriek 3 1 1 Het Klokgebouw 3 2 3 4 2 2 3 De Puddingfabriek 3 4 4 2 R10 3 3 4 4 4 Het Blushuis 3 1 2 2 3 De Van Nelle Ontwerp Fabriek 3 2 4 2 2 C-mill 3 4 2 3 3 Hooghiemstra 3 3 4 2 2 TAC 2 4 4 3 1. Ja, wordt wel beinvloed door mijn huisvesting 2. Ja, wordt gedeeltelijk beinvloed door mijn huisvesting 3. Ja, wordt niet beinvloed door mijn huisvesting 4. Innovatie is niet belangrijk voor mij
Gemiddeld 4,0 3,3 3,6 3,8 3,0 3,4 3,3 3,4 2,5 2,4 3,2 4,0 3,8 3,4 3,3 0 13 27 30 4
0% 18% 36% 41% 5%
Gemiddeld 2,0 3,3 2,8 2,0 3,3 3,0 2,3 3,3 3,3 2,4 2,6 3,0 3,6 4,2 2,0 9 18 19 23 5
12% 24% 26% 31% 7%
Totaal
Percentage
9 16 26 23
12% 22% 35% 31%
36 | Invloed van huisvesting op innovatie en ontwikkeling van de creatieve industrie
| 37
Bijlage 3 Enqueteresultaten 10. Worden er activieiten georganiseerd om synergie en samewerking op te wekken? 1 2 3 4 5 6 7 8 Ansi 1 2 2 Bink 36 3 2 2 2 1 1 De Caballerofabriek 1 2 1 2 1 De Creatievefabriek 1 2 2 1 De Gruyterfabriek 1 1 2 3 4 3 1 4 Kanaalstraat 3 2 3 3 3 De Kauwgomballenfabriek 3 3 4 Het Klokgebouw 3 2 2 2 2 2 2 De Puddingfabriek 2 2 2 3 R10 3 3 2 3 3 Het Blushuis 3 2 3 2 2 De Van Nelle Ontwerp Fabriek 2 3 3 2 3 C-mill 2 3 2 2 3 Hooghiemstra 3 2 2 3 2 TAC 2 3 2 3 1. Ja, vaak 2. Ja, regelmatig 3. Ja, soms 4. Nee
12. Welke verbetermogelijkheden ziet u nog? Totaal
Percentage
11 34 26 3
15% 46% 35% 4%
Totaal
Percentage
1 2 3 4 5 6 7 8 Ansi 3 5 2 Bink 36 1 2 5 5 5 5 De Caballerofabriek 4 2 5 5 5 De Creatievefabriek 3 4 3 3 De Gruyterfabriek 3 2 2 3 5 4 2 2 Kanaalstraat 1 2 4 5 4 De Kauwgomballenfabriek 2 4 2 Het Klokgebouw 2 2 5 2 2 2 2 De Puddingfabriek 3 5 1 4 R10 4 4 3 4 1 Het Blushuis 5 2 4 4 5 De Van Nelle Ontwerp Fabriek 4 2 4 1 3 C-mill 4 4 2 2 1 Hooghiemstra 5 5 5 1 2 TAC 3 5 2 2 1. Creatieve bedrijven / concept 2. Faciliteiten en ligging 3. Organisatie 4. Combinatie 5. Geen mening
Totaal
Percentage
7 23 10 16 18
9% 31% 14% 22% 24%
Totaal 110 375 238 95 2721 530 530 1400 163 426 403 290 3660 250 101 166
Gemiddeld 55 63 60 32 389 106 177 200 41 85 81 97 732 50 25
11. Heeft u verhuisplannen? 13. Gebruiksoppervlakte per bedrijf in m² 1 2 3 4 5 6 7 8 Ansi 2 2 2 Bink 36 2 2 2 2 2 2 De Caballerofabriek 2 2 2 2 2 De Creatievefabriek 2 2 3 2 De Gruyterfabriek 2 2 2 3 2 2 2 1 Kanaalstraat 1 2 2 1 2 De Kauwgomballenfabriek 2 2 3 Het Klokgebouw 2 2 2 2 2 2 2 De Puddingfabriek 2 2 2 2 R10 1 1 2 3 1 Het Blushuis 2 2 3 2 2 De Van Nelle Ontwerp Fabriek 2 2 2 2 2 C-mill 2 2 2 2 3 Hooghiemstra 2 2 1 1 2 TAC 1 1 2 2 1. Ja 2. Nee 3. Weet niet
10 58 6
14% 78% 8%
1 2 3 4 5 6 7 8 Ansi 60 50 Bink 36 100 50 45 110 30 40 De Caballerofabriek 30 28 30 150 De Creatievefabriek 35 23 37 De Gruyterfabriek 120 1800 100 500 54 120 27 Kanaalstraat 80 80 20 300 50 De Kauwgomballenfabriek 450 55 25 Het Klokgebouw 90 40 50 50 1000 85 85 De Puddingfabriek 40 60 35 28 R10 80 60 16 120 150 Het Blushuis 23 65 47 18 250 De Van Nelle Ontwerp Fabriek 50 150 90 C-mill 65 3500 35 35 25 Hooghiemstra 70 40 50 60 30 TAC 18 40 18 25 Totaal gemiddelde aantal m² per bedrijf
38 | Invloed van huisvesting op innovatie en ontwikkeling van de creatieve industrie
| 39