jaargang 14 . nummer 2 . december 2010
WK voetbal in Nederland: een feestje kost wat geld
Luchthaven Twente: niet realistisch
Kosten en resultaten van re-integratietrajecten verschillen sterk
Investeren in duurzame energie loont
inhoud Colofon Topics is een uitgave van SEO Economisch Onderzoek
4 Investeren in duurzame energie loont
SEO Economisch Onderzoek Roetersstraat 29 1018 WB Amsterdam T 020 525 1630 F 020 525 1686 E
[email protected] I www.seo.nl
7 Kosten en resultaten van re-integratiet rajecten verschillen sterk
Redactie Barbara Baarsma (hoofdredactie) Tessa Kempen (traffic) Yolanda van Empel (redacteur)
11 Duitse vliegtax leidt tot 2,5 miljoen minder passagiers
Fotografie Yon Gloudemans Grafisch ontwerp & Illustratie Wazza, Amsterdam Druk StolwijkGrafax ISSN 1385-0970
6 Bridging the gap
8 Nieuwe provisieregels: sancties voorkomen voert de boventoon 9 WK voetbal in Nederland: een feestje kost wat geld 10 Zorg op afstand en elektronische patiëntendossiers kunnen kosten besparen
12 Zwangerschapsverlof: van zestien naar twintig weken 13 Luchthaven Twente: niet realistisch 14 Faits divers 16 Markt en Overheid
Industriebeleid is niet meer van deze tijd. Door structuurbeleid kan de best mogelijke econo mische structuur tot ontplooiing komen, betogen Barbara Baarsma en Jules Theeuwes. Barbara Baarsma en Jules Theeuwes
Brood en beleg Waar verdienen we over tien jaar onze boterham mee? Dat is een dwingende vraag. Die vraag is niet alleen relevant voor adolescenten bij hun studiekeuze of voor dertigers die tekenen voor een zware hypotheek, maar ook voor de Nederlandse samenleving. Er zijn genoeg redenen om die vraag nu te stellen. Grote aantallen oudere werknemers gaan dit decennium met pensioen, en het is allerminst evident dat de jonge generatie wil doen wat de ouderen deden. Grote Aziatische landen staan klaar. Niet alleen om Nederlandse diplomaten van hun stoel te wippen in internationale organisaties, maar ook om Nederlandse bedrijven de duvel aan te doen op de wereldmarkt. Niemand weet waarmee Nederland in de toekomst zijn boterham verdient. De markt zal het uitwijzen. Toch heeft de overheid in het verleden geprobeerd met industriebeleid de markt te sturen. Dat industriebeleid oude stijl – van voor de RSV-tragedie – weggegooid geld is, daar is iedereen wel van overtuigd. Maar werkt industriebeleid nieuwe stijl – backing the winners – wel? Dat begon in de jaren tachtig na de commissie Wagner met het aanwijzen van speerpunten die het beleid dan zou koesteren. Eerst waren er 7 speerpunten, toen 14 en uiteindelijk 21. In deze eeuw was er het innovatieplatform dat koos voor zes sleutelgebieden. Het huidige kabinet zet in op negen economische topgebieden: water, voedsel, tuinbouw, hightech, life sciences, chemie, energie, logistiek en creatieve industrie.
Het kiezen van speerpunten, sleutelsectoren die doorgroeien of nieuwe bedrijven die uit het of topgebieden betekent dat Nederland in elk niets ontstaan. Dat kan zowel industrie zijn als geval met die sectoren zijn boterham wil verdiensten. Industriebeleid is in ieder geval niet dienen. Dat er keuzes worden gemaakt, klinkt meer van deze tijd. Het gaat om structuurbeleid logisch. Immers, de overheid kan niet alles in dat het mogelijk maakt dat de best mogelijke de lucht houden. Er zijn economische structuur ‘Backing the winners heeft in de loop van de tijd tot echter grote nadelen aan verbonden. Dat deze secontplooiing komt. nog altijd trekjes van het toren nu succesvol zijn, nationale kampioenenbeleid Bij dit structuurbeleid garandeert niet dat ze dat straks ook nog zijn. Het zoals de Fransen dat voeren’ draait het om een algebedrijvenkerkhof ligt vol mene innovatieregeling, omgevallen reuzen, en de overheid is de laatste en niet om de huidige versnippering over secdie in staat is om overlevingskansen te voorspeltorspecifieke postjes. Het gaat om een stevige len. Het maken van keuzes betekent ook dat kennisinfrastructuur met goed onderwijs en insiders steun genieten en outsiders buiten de grensverleggend fundamenteel onderzoek. Om stadspoorten blijven. lastenverlichting en minder regeldruk en om ingrijpen waar kapitaalmarkten onvoldoende Backing the winners heeft nog altijd trekjes van concurrerend zijn. het nationale kampioenenbeleid zoals de Fransen dat voeren: er wordt gekozen voor bedrijven Op die manier ontstaat een beleid waarin de die al sterk zijn en die desondanks extra steun vraag waarmee we straks ons brood gaan verkrijgen. Dit beleid heeft geen oog voor nieuwdienen niet nu al wordt beantwoord. Een beleid komers, voor de nieuwe ondernemers die in de waarin de economische voorwaarden worden garage of op zolder nieuwe producten ontwikkegeschapen die ervoor zorgen dat we straks onze len die eventueel bestaande bedrijven, ook die boterham verdienen met die dingen waarin we in speerpunten, omver kunnen blazen. niet alleen goed zijn, maar beter dan de rest van de wereld. Zodat niet alleen onze boterham is Er is beleid nodig om nieuwe winnaars te laten gegarandeerd, maar ook nog een rijkelijk beleg. • bloeien. Omdat niemand weet waar die nieuwe winnaars ontstaan, kan dat alleen door generiek Barbara Baarsma (algemeen directeur SEO beleid waarin een klimaat wordt gecreëerd dat Economisch Onderzoek) gunstig is voor iedereen met ondernemingsJules Theeuwes (wetenschappelijk directeur SEO lust. Dat kunnen zowel bestaande bedrijven zijn Economisch Onderzoek)
3
Investeren in duurzame energie loont Investeren in een duurzame energiehuishouding loont, blijkt uit onderzoek van SEO Economisch Onderzoek. Of het nu gaat om een duurzamer verbruik van fossiele energie of om inzet van duurzame energiebronnen. Private investeerders zijn echter huiverig om in te stappen, terwijl de overheid de hand op de knip houdt. Maar de overheid kan private, duurzame investeringen stimuleren zonder zelf financieel veel te hoeven bijdragen.
4
Nederland staat aan de vooravond van belangrijke keuzes over de toekomst van haar energievoorziening. Kiezen we voor een toekomst met fossiele of duurzame energie? Eén ding is zeker: van de fossiele energie zijn we nog lang niet af. Energietransitie is een enorme omwenteling – met hoge investeringen – om de Nederlandse economie op een duurzame koers richting 2050 te krijgen. Want, ‘energiebesparing is geen free lunch’, zo schrijven de onderzoekers van SEO Economisch Onderzoek eufemistisch in Investeren in een schone toekomst – een onderzoek naar de maatschappelijke kosten en baten van investeren in duurzame energie in Nederland. Om meer grip te krijgen op de kosten en baten van investeringen in energie rekenden zij in opdracht van het Regieorgaan Energietransitie twee alternatieve investeringspakketten door: de zogenaamde fossiele en hernieuwbare route. ‘Twee extremen’, aldus Carl Koopmans, onder-
zoeksdirecteur van SEO Economisch Onderzoek. In beide routes staat reductie van CO2 met 80 procent in 2050 voorop. De fossiele route zet in op gas, kolen en kernenergie; reductie van CO2 wordt behaald door ondergrondse opslag. In de hernieuwbare route ligt het accent op duurzame energiebronnen zoals wind, zon en biomassa. De hernieuwbare route is nauwelijks duurder dan de fossiele route, zo blijkt uit het onderzoek. Sterker nog, beide scenario’s hebben een positief kosten-batensaldo. Wanneer in de fossiele route alle baten zoals energiebesparing, voorzieningszekerheid en CO2-reductie worden afgezet tegen kosten als productie, regulering en besparingsmaatregelen blijft er onder de streep tussen de 185 en 340 miljard over. Het kostenbatensaldo in de hernieuwbare route ligt tussen de 185 miljard en 315 miljard euro. Ofwel: zo-
wel investeren in kerncentrales en CO2-opslag als in duurzame energie levert de samenleving op termijn meer welvaart op. ‘Verbaasd’ waren de onderzoekers van SEO Economisch Onderzoek naar eigen zeggen over de onderzoeksresultaten. Onderzoeker Bert Tieben: ‘Vaak worden beide routes afgedaan als te duur en onrealistisch. Eerdere studies kwamen vaak tot een negatief resultaat op de welvaart.’ Zelfs in landen als Denemarken en Duitsland, voorlopers op het gebied van duurzame energie, zijn de resultaten van investeren in groene energie allerminst bemoedigend. Hoe kan het dan dat het kosten-batensaldo in het SEO-onderzoek positief is? Tieben: ‘Vaak worden alleen de hoge kosten van energietransitie benadrukt. Dit onderzoek laat zien dat naast kosten ook flinke maatschappelijke baten te ver-
wachten zijn. Energiebesparing genereert bijvoorbeeld welvaartswinst bij burgers en bedrijven. Ook verbetert de voorzieningszekerheid als Nederland niet meer alle energie uit het buitenland importeert en geven de investeringen een tijdelijke impuls aan de werkgelegenheid.’ De welvaartswinsten zijn zelfs zo omvangrijk dat het effect van verduurzaming op de welvaart per saldo positief is. Dat is een conclusie die nog niet eerder zo duidelijk uit onderzoek is gebleken. Koopmans: ‘De techniek staat bovendien niet stil. Vast staat dat duurzame energiebronnen door technologische innovaties goedkoper worden. Daardoor worden ze serieuze concurrenten voor de fossiele opties.’ Duurzame energie neemt nu nog geen belangrijke plaats in. Een schamele drie procent van alle energie in Nederland is nu af komstig van hernieuwbare bronnen. Groene subsidies staan onder druk. Dat energiebedrijf Nuon af wil van zijn zonnecelfabriek Helianthos is tekenend voor deze trend; het Zweedse moederbedrijf wil investeren in kernenergie. Tieben: ‘Private investeerders zijn terecht huiverig. Veel hangt nu nog af van subsidies. Maar de overheid is soms onbetrouwbaar. Er moet in deze tijden van crisis bezuinigd worden, en dan zijn de groene subsidies een serieuze kandidaat. Dat creëert investeringsonzekerheid bij partijen die zich voor decennia vastleggen.’ De kosten om de CO2-reductie in 2050 te halen zijn bovendien aanzienlijk. ‘En voor veel duurzame projecten geldt: de kosten gaan voor de baat uit. De aanvangsinvesteringen zijn hoog en worden pas op lange termijn terugverdiend’, aldus SEO-onderzoeker Marco Kerste die in Financing the transition to sustainable energy de financieringsproblematiek rondom duurzame projecten onderzocht. ‘We moeten eerst door ‘the valley of death’: een periode waarin nieuwe, veelbelovende duurzame technieken nog niet kunnen concurreren met fossiel omdat hun risico te hoog is of hun rendement ondermaats.’ En dat maakt het moeilijk voor investeerders. ‘Waar de markt faalt, kan de overheid een rol spelen in het stimuleren van private investeringen in duurzame energie’, aldus Kerste. ‘Ook zonder zelf financieel veel te hoeven bijdragen.’ Daarbij is het van belang om in kaart te brengen waarom investeren niet interessant is. Zijn het innovatieve projecten? Bevindt een project zich nog in de ontwikkelfase of gaat het om een uitontwikkeld product? Is er al sprake van overheidsingrijpen in de markt? Al deze vragen hebben invloed op de redenen waarom investeerders terughoudend kunnen zijn. Overheidsingrijpen moet zich richten op die specifieke overwegingen. ‘Maar’, vervolgt Kerste, ‘de overheid moet daarbij niet alleen kijken naar hoe ze projecten interessanter kan maken voor investeerders, maar ook naar waar zij de nadruk op wil leggen vanuit haar maatschappelijke doelstelling. Naast het financiële rendement speelt vooral het ‘duurzaamheidsrendement’ een rol:
hoe meer CO2 bespaard wordt, hoe interessanter het voor de maatschappij is.’
overheid kan een belangrijke rol spelen door Europees mee te praten en de ontwikkeling verder de juiste richting in te duwen.’
De overheid kan allereerst een stimulerende rol spelen door zelf haar afspraken na te komen en ‘Het mooie is’, aldus Kerste, ‘dat genoemde zo de onzekerheid bij investeerders over haar eimaatregelen niet om grote overheidsinvestegen beleid weg te nemen. Maar de Nederlandse ringen vragen maar wel de investeringen in overheid heeft op dit gebied een slechte naam. duurzame energie door private investeerders Kerste: ‘In het onderzoek Innovations in Finanstimuleren.’ Dan zijn er nog de zogenaamde cing Environmental and Social Sustainability ‘bronrisico’s’ waar investeerders rekening mee hebben we gekeken naar opkomende, innovamoeten houden; de afwezigheid van bijvoortieve financiële instrumenten beeld wind of zon. Tieben: om private investeringen in ‘Private investeerders ‘Wind is een logisch alternaduurzaamheid te stimuleren. tief voor een winderig land zijn terecht huiverig’ Een voorbeeld daarvan in de als Nederland, en bovendien hoek van reguleringsonzekereen ver ontwikkelde techheid zijn de zogenaamde Index Linked Carbon niek. Maar wat doe je als het niet waait? De faBonds: overheidsobligaties waarbij de rente die brieken stil zetten?’ Er is bij windenergie met de overheid betaalt hoger wordt naarmate zij andere woorden extra reservecapaciteit nodig. haar afspraken – bijvoorbeeld over de hoogte Die kan ook uit het buitenland komen, denk aan van subsidies – niet nakomt. Dit is een relatief zonne-energie uit Spanje. Maar om die energie simpele manier om vertrouwen te vergroten.’ hier te krijgen zou geïnvesteerd moeten worden in pan-Europese energienetwerken. Ook geen Een tweede voorbeeld is het reduceren van subsigeringe klus.’ diëring van fossiele brandstoffen. Dat heeft een dubbel effect. Het leidt tot minder overheidsuitDe SEO-onderzoeken ondersteunen een verdegaven en het stimuleert duurzame energie. Ook re maatschappelijke discussie. Daarbij kan worcarbon trading, dat centraal staat in het gelijkden gezocht naar een beleidsmix die de kosten namige SEO-onderzoeksrapport, speelt volgens beperkt en erop gericht is om private investeerKerste een belangrijke rol. ‘Het rendement van ders aan boord te krijgen en te houden. Tieben: duurzame projecten is vaak laag omdat de na‘Laten we energiebedrijven nu vijf kolencentradelen voor de maatschappij van de CO2-uitstoot les bouwen die nog vijftig jaar mee gaan? Of niet in de prijs zijn opgenomen. Anders gezegd: investeren we in hernieuwbare energie? Kansde fabriek die de CO2 uitstoot betaalt daar niet rijke opties kunnen verder worden uitgewerkt, voor.’ Door bedrijven die CO2 uitstoten elk jaar zodat de politiek goed geïnformeerd besluiten uitstootrechten te geven, maar het aantal kan nemen.’ • rechten jaarlijks te laten afnemen, ontstaat er schaarste in die rechten. Partijen met te weinig rechten kunnen die kopen van partijen met te M. Kerste, J. Weda, N. Rosenboom: Carbon veel rechten. Op die manier ontstaat een prijs trading. In opdracht van Duisenberg School of voor CO2-uitstoot en gaan bedrijven daarmee Finance (SEO-rapport 2010-65). rekening houden in hun investeringsbeslissinM. Kerste, J. Weda, N. Rosenboom: Innovations gen. Kerste: ‘Dit systeem is overheidsgedreven, in Financing Environmental and Social Sustaimaar het zijn de bedrijven die gaan investeren nability. In opdracht van Duisenberg School of in duurzaamheid.’ Hoewel het systeem al beFinance (SEO-rapport 2010-66). staat, zitten er nog wel wat haken en ogen aan. M. Kerste, J. Weda: Financing the transition to Zo zijn er veel rechten weggegeven en is er nog sustainable energy. In opdracht van Duisenberg niet echt sprake van schaarste. ‘De Nederlandse School of Finance (SEO-rapport 2010-68).
5
De Europese Unie stevent af op een ‘werkgelegenheidskloof’ van 15 procent in 2010. Dat becijferde SEO Economisch Onderzoek in opdracht van Randstad Holding.
Bridging the gap Maximaal 4 procent van de beroepsbevolking werkloos in 2010. Dat was een van de doelstellingen van de EU-landen, die zij in 2000 in Lissabon vastlegden. Die beoogde 4 procent steekt nu schril af tegen de 11 procent – het huidige gemiddelde werkloosheidspercentage in de Europese Unie. Nederland doet het met een werkloosheidspercentage van 4,6 procent relatief goed. Geen van de 27 EU-landen haalt de 4 procent in 2010. Dat is niet zo gek, want toen de landen de afspraken maakten, was er nog geen economische crisis die roet in het eten gooide. Behalen van een werkloosheidspercentage van 4 procent is echter niet het grootste probleem. Want door de vergrijzing van de beroepsbevolking verkrapt de arbeidsmarkt, zoveel is zeker. En niet zo’n beetje ook. In 2050 zal er in de Europese Unie een ‘werkgelegenheidskloof’ zijn van ongeveer 15 procent van de totale vraag naar arbeid, zo becijferde SEO Economisch Onderzoek. Ofwel: dan is er in alle 27 EU-landen samen een tekort van 35 miljoen mensen op de arbeidsmarkt. Die kloof zal in het Verenigd Koninkrijk (9 procent) en Denemarken en Zweden (10 procent) het kleinst zijn. Polen en Spanje (20 procent) en de Tsjechische Republiek en Slowakije (20 procent) en Slovenië (22 procent) stevenen af op een veel prangender tekort aan arbeidskrachten. In Nederland is in 2050 naar verwachting 13 procent van de totale vraag naar arbeid niet vervuld. Zonder migratie zou in Nederland in 2050 zelfs 16 procent van de totale vraag naar arbeid onvervuld blijven. En dan is Nederland nog een middenmoter. Vooral Portugal, Spanje en Italië en Oostenrijk doen er goed aan om hun grenzen niet te sluiten voor arbeidsmigranten. Zonder arbeidsmigranten zou in die landen de werkgelegenheidskloof namelijk aanzienlijk groter zijn. Het pessimistische scenario dat opdoemt uit het onderzoek hoeft echter allerminst werke-
6
lijkheid te worden, als je het aan SEO-onderzoeker Ernest Berkhout vraagt. ‘Wat kunnen de EU-landen doen om de ‘potentiële kloof’ te overbruggen? ‘Ten eerste zijn verhogen van de arbeidsparticipatie en -productiviteit noodzakelijk’, aldus Berkhout. ‘Stijging van de gemiddelde participatiegraad in de Europese Unie naar 78 procent zorgt in theorie voor voldoende arbeidskrachten.’ Maar die vlieger gaat niet op voor alle landen binnen de EU. In Scandinavische landen, Oostenrijk, Nederland en Finland is de arbeidsparticipatie al bovengemiddeld, waardoor er ook minder winst te behalen is door de verhoging ervan. Want ‘al zouden de kwantitatieve kloven zijn overbrugd, dan kan het gebrek aan kwalificaties nog tot fricties leiden’, zo schrijven de onder-
zoekers in Bridging the gap. Het ontbreekt niet alleen aan voldoende arbeidskrachten, ook sluit de vraag naar arbeid niet voldoende aan op het aanbod. Zo neemt de vraag naar hooggekwalificeerde arbeid alleen maar toe. Berkhout: ‘Verhogen van de arbeidsproductiviteit vraagt bijvoorbeeld om innovaties, en dus om hoogopgeleiden. Sommigen beweren dat de stijging van de productiviteit alles vanzelf oplost. Dat lijkt mij iets te gemakkelijk. Zeker voor onze hoogproductieve Westerse diensteneconomie komt die stijging niet langer meer uit de lucht vallen. Sectoren als zorg en recreatie zijn nu eenmaal arbeidsintensieve sectoren, en daar willen we in de toekomst steeds meer van hebben.’
Kloof tussen arbeidsaanbod en -vraag in 2050 in % van arbeidsvraag Verenigd Koninkrijk
9
15 13
Nederland
16 15
EU27
19 20
Polen
20
Spanje
0
10 Baseline scenario 2050
20 No migration 2050
27 30
Gemeenten gaven in 2008 ruim 2 miljard euro uit aan re-integratie, het UWV ruim 400 miljoen euro. Samen startten zij zo’n 200.000 trajecten. Gesubsidieerde banen zijn met 25.000 euro per baan per jaar het duurst.
Kosten en resultaten van re-integratietrajecten verschillen sterk Laagopgeleiden zullen hun inzetbaarheid moeten vergroten. ‘Bijvoorbeeld door aangepaste arbeid of scholing’, aldus Berkhout. ‘Uitzendwerk kan een belangrijke rol spelen om ook de onderkant van de arbeidsmarkt te mobiliseren. Zo zie je bijvoorbeeld dat uitzendwerk beter werkt als springplankfunctie op de arbeidsmarkt dan tijdelijke contracten. Werkgevers verlengen het contract niet wanneer er geen werk meer is, terwijl uitzendbureaus makkelijker de overstap naar andere sectoren maken. Er is ook voor hen een prikkel om de werknemer weer aan het werk te krijgen.’ Er is echter geen standaardrecept om de naderende werkgelegenheidskloof te dichten, benadrukt Berkhout. Wel doen alle EU-landen er goed aan om deeltijdwerk, tijdelijke contracten, uitzendwerk en zelfstandig ondernemerschap te stimuleren. ‘Deeltijdwerk is onmisbaar voor een hoge arbeidsparticipatie in een moderne economie, waarin mannen en vrouwen werk en gezin willen combineren’, aldus de onderzoeker. ‘Het is de afgelopen tien jaar, vooral voor vrouwen in Nederland, de belangrijkste motor achter participatie. In landen als Italië en Spanje is de arbeidsparticipatie van vrouwen relatief laag, dus daar is nog veel winst te behalen.’ Inbrengen van flexibele elementen in een arbeidscontract is een andere belangrijke, maar in veel landen nog onbenutte, motor achter participatie. Berkhout: ‘In Nederland zie je bijvoorbeeld dat de zzp’ers de grootste klappen hebben opgevangen van de economische crisis. Mede daardoor is het werkloosheidspercentage in Nederland nu zo laag vergeleken bij andere EU-landen.’ • E. Berkhout, E. van den Berg: Bridging the gap. International database on employment and adaptable labor. In opdracht van Randstad Holding (SEO-rapport 2010-01).
UWV en gemeenten geven jaarlijks veel geld uit aan re-integratie. Maar hoe groot zijn die kosten precies? En: wat zijn de resultaten van re-integratietrajecten? Dat onderzocht SEO Economisch Onderzoek in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Daarvoor analyseerden de onderzoekers data van CBS en gegevens van UWV en Divosa – de vereniging van managers van sociale diensten. Gemeenten gaven in 2008 ruim 2 miljard euro uit aan re-integratie, zo blijkt uit het onderzoek. Het leeuwendeel (1,6 miljard) daarvan ging op aan trajecten, terwijl een half miljard werd opgeslorpt door uitvoeringskosten zoals inkoop van trajecten. Het UWV gaf op haar beurt 377 miljoen euro uit aan trajecten. ‘Hoewel de kosten en Samen startten zij ruim 200.000 re-integratietrajecten: 91.000 door gemeenten resultaten van trajecten sterk en 114.000 door UWV. fluctueren hoeft dit niets te Gesubsidieerde banen, ingezet door gezeggen over het nut ervan’ meenten, zijn met 25.000 euro per baan per jaar het duurst. De duurste trajecten van het UWV zijn die voor mensen met een WAO-uitkering; de kosten daarvan bedragen 6.000 tot 8.000 euro per traject. De kosten van de re-integratietrajecten voor zelfstandigen met een arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAZ) drukken met maximaal 2.000 euro per traject het minst op de begroting van UWV. Voor gemeenten kennen de ondersteunende activiteiten als kinderopvang de laagste kosten per traject: zo’n 2.500 tot 3.800 euro. Een halfjaar na start van een traject is 35 procent van de WW’ers aan het werk, en van de mensen met een bijstandsuitkering (WWB) 25 procent. Onderzoeker Caren Tempelman: ‘Opmerkelijk is dat veel arbeidsongeschikten niet uit de uitkering stromen, maar wel aan het werk gaan. Vinden van werk gaat vooraf aan uitstroom uit de uitkering.’ Van de arbeidsongeschikten heeft ongeveer 30 procent een halfjaar na start van een traject een baan, of is uitgestroomd uit de uitkering zonder baan. Na een jaar is dit opgelopen tot zo’n 37 procent. Van de Wajongers, de jonggehandicapten, is 36 procent na een jaar aan de slag, maar zij stromen niet uit de uitkering. Kortom, de kosten en resultaten van re-integratietrajecten fluctueren sterk. Toch hoeft dat niets te zeggen over nut en noodzaak van re-integratietrajecten, benadrukken de onderzoekers. Tempelman: ‘Het percentage mensen dat uitstroomt naar werk na de inzet van re-integratieondersteuning is niet geheel toe te schrijven aan deze ondersteuning. Ook arbeidsmarktomstandigheden en persoonskenmerken spelen een rol. WW’ers hebben bijvoorbeeld een kleinere afstand tot de arbeidsmarkt dan bijstandsgerechtigden. Het is dus logisch dat zij sneller weer aan het werk gaan.’ • C. Tempelman, C. Berden, L. Kok: Kosten en resultaten van re-integratie. In opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SEO-rapport 2010-33).
7
Banken en tussenpersonen houden zich doorgaans aan de nieuwe provisieregels. Zij informeren klanten beter over hypotheken en levensverzekeringen, en de kosten ervan. Maar de beoogde cultuurverandering blijft uit: het voorkomen van sancties en het uitsluiten van aansprakelijkheid voert de boventoon.
Nieuwe provisieregels: sancties voorkomen voert de boventoon
8
‘Verbod op provisie hypotheken’, kopte de Volkskrant 13 oktober jl. ‘Afschaffen van provisies die de verzekeringsbranche een slechte naam hebben bezorgd, moet leiden tot een cultuuromslag’, zo schreef minister De Jager van Financiën aan de Tweede Kamer. Klanten gaan vanaf 2013 direct betalen voor hypotheekadvies. Nieuwe provisie- en transparantieregels probeerden al eerder een streep te zetten door de ondoorzichtige beloningsstroom van verzekeraars richting intermediairs. Het bewust en welwillend informeren van klanten over de dienstverlening en de kosten ervan, staat in die regels voorop om zo de positie van de consument op de markt voor complexe verzekeringsproducten en hypotheken te verstevigen.
En dan de hamvraag: heeft de toegenomen beloningstransparantie geleid tot een betere kwaliteit van de advisering? Dat is niet te zeggen. Zolang consumenten niet hun kritische positie willen of kunnen innemen, hebben marktpartijen de mogelijkheid om kosten en beloningen kunstmatig hoog te houden. ‘Om de perverse beloningsprikkels weg te nemen is een voldoende grote groep kritische, shoppende consumenten nodig’, aldus Risseeuw. ‘Maar op een verschraalde markt heeft shoppen weinig zin. En als we niet uitkijken leiden de huidige provisieregels tot verschraling, doordat tussenpersonen de open normen van de wet op sterk overeenkomstige wijze invullen.’
Hard nodig, met het oog op de woekerpolisaffaire en de financiële crisis. Verbieden van omzetgerelateerde provisie voor tussenpersonen verkleint de kans op miskopen, is de achterliggende gedachte. Immers, zonder zo’n beloning kunnen tussenpersonen een objectief en deskundig advies geven, zonder vooral te denken aan hun eigen portemonnee. ‘Hitand-run-advisering’ is daarmee van de baan. Maar is dat ook zo? En breder: verschaft het de intermediair nu meer inzicht in de inhoud en kosten van zijn advisering?
Of meer transparantie leidt tot mondiger en kritischer consumenten is dan ook zeer de vraag. De meeste mensen die een hypotheek afsluiten of een levensverzekering aanschaffen, schuiven de ontoegankelijke documenten die daarbij horen nog steeds het liefst terzijde. Risseeuw: ‘Laat staan dat ze shoppen en offertes met elkaar vergelijken.’ Degenen die dat wel doen, voelen zich overigens wel goed geïnformeerd, zo blijkt uit het onderzoek. Maar consumenten oriënteren zich nauwelijks actief op dienstverleners en producten, wat essentieel is voor een goede onderhandelingspositie. Risseeuw: ‘Dat neemt niet weg dat de regelgeving bijdraagt aan een proces waarin de belangen van de klant beter gewaarborgd worden.’ •
Strikt genomen wel, zo blijkt uit onderzoek van SEO Economisch Onderzoek, uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Financiën. ‘Maar, niet altijd van harte’, aldus Peter Risseeuw, projectleider van het onderzoek. ‘Er is een afvinkcultuur ontstaan, gericht op het voldoen aan de eisen van de toezichthouder om sancties te voorkomen en aansprakelijkheid uit te sluiten.’ Dat is natuurlijk iets anders dan de bedoelde cultuuromslag in denken en gedrag. Aan de andere kant: klanten hebben nog moeite met het besef dat advies niet ‘gratis’ is.
P. Risseeuw, M. Kerste, B. Baarsma, R. Dosker: Evaluatie provisieregels complexe producten. In opdracht van het ministerie van Financiën (SEO-rapport 2010-44).
De financieel-economische baten van een WK Voetbal wegen niet op tegen de kosten. Wel leidt een WK in eigen land gemiddeld tot meer geluk, trots en nationale identiteit. En dat kan de balans doen omslaan.
WK voetbal in Nederland: een feestje kost wat geld Nederland en België zijn in ‘the running’ om in 2018 of 2022 het WK Voetbal te organiseren. Bij het ter perse gaan van deze Topics zal duidelijk zijn wie de organiserende landen zijn; 2 december maakt de FIFA dat bekend. Een WK Voetbal in eigen land betekent een impuls voor het imago van ons land en meer toerisme en economische groei, zo luidt de veronderstelling. Organiserende landen ontvangen bovendien een bijdrage van de FIFA, terwijl de opbrengsten van tickets, tv-rechten en merchandising naar de FIFA gaan. Maar wat zijn de effecten van het WK Voetbal in geld uitgedrukt? Zijn die echt zo rooskleurig? Nee, zo blijkt uit de kosten-batenanalyse die SEO Economisch Onderzoek deed in opdracht van het ministerie van Economische Zaken. In het meest gunstige scenario levert het WK Voetbal Nederland per saldo 404 miljoen euro op, en in het meest ongunstige scenario kost het ruim 1 miljard euro meer dan er financiële baten zijn. De bedragen kunnen echter sterk fluctueren. Zo variëren de beveiligingskosten tussen de 77 en 307 miljoen euro. Wanneer de verschillende kosten tegenvallen, kunnen de totale kosten zelfs stijgen tot 1,25 miljard euro. De waarheid zal ergens in het midden liggen: in het meest waarschijnlijke scenario kost het WK Voetbal Nederland bijna 155 miljoen euro. De kosten van een WK in Nederland bedragen
dan zo’n 476 miljoen euro; het aanpassen van de stadions (bijna 280 miljoen euro) en beveiliging (ruim 153 miljoen euro) slokken het merendeel van die kosten op. De toeristensector spint wel garen bij een WK in eigen land: meer toeristen zorgen voor een tijdelijke bestedingsimpuls van bijna 142 miljoen euro. Samen leveren bestedingen van toeristen, media, teams, sponsors en voetbalsupporters ongeveer 321 miljoen op voor Nederland, aldus het onderzoek. Dat bedrag is gecorrigeerd voor ‘crowding out’ van reguliere toeristen; toeristen die Nederland juist mijden door het WK. Hoewel de kosten kunnen fluctueren, is duidelijk dat de financieel-economische baten van een WK Voetbal in Nederland waarschijnlijk niet opwegen tegen de kosten. Tenminste, de in geld uitgedrukte baten. Het WK in Nederland leidt ook tot meer gevoelens van trots, geluk en saamhorigheid. En niet te vergeten: een grotere succeskans door het thuisvoordeel. Als dit effect per Nederlander minstens 9 euro bedraagt en de kosten worden beperkt, dan kan het WK maatschappelijk renderen, aldus de onderzoekers. • M. van den Berg, M. de Nooij, C. Koopmans: Kengetallen kosten-batenanalyse van het WK. In opdracht van het ministerie van Economische Zaken (SEO-rapport 2010-13).
Saldo kosten en baten van het WK voetbal 2018 voor Nederland (contante waarden, x € miljoen)
ongunstig
waarschijnlijk
gunstig
totale kosten totale baten saldo kosten en baten*
- € 1.251,0 –PM** € 187,5 –PM +PM - € 1.063,4 –PM+PM
- € 475,8 –PM** € 321,0 –PM+PM - € 154,8 –PM+PM
- € 301,1 –PM** € 704,8 –PM+PM € 403,7 –PM+PM
* Uitgaande van een ongunstig kosten- en batenniveau in het ongunstige scenario en van een gunstig kosten- en batenniveau in het gunstige scenario ** PM staat voor pro memorie en betreft kosten (-PM) en baten (+PM) die niet in geld zijn uitgedrukt in het onderzoek.
9
foto:Istock
Zorg op afstand en elektronische patiëntendossiers kunnen kosten besparen Investeringen in zorg op afstand en elektronische patiëntendossiers zijn in potentie kostenbesparend. In de praktijk wordt vaak nog in te dure technologieën geïnvesteerd. Dat blijkt uit onderzoek van SEO Economisch Onderzoek. 10
Elektronische overdrachtdossiers, teleconsultatie tussen huisarts en specialist, zorg op afstand voor ouderen en chronisch zieken en internetbehandelingen voor alcoholverslaving. Er zijn in Nederland zo’n 195 projecten in de zorg, waarbij ict een rol speelt, en die (deels) gefinancierd worden door de overheid. De meeste projecten beogen betere zorg tegen lagere kosten en minder administratieve lasten. Zo is er door tekort aan personeel en vergrijzing een sterke prikkel om de zorg voor chronisch zieken op een kosteneffectievere manier in te richten. Telemonitoring van patiënten op afstand met hulp van ict is dan een optie. Pa-
tiënten meten dan bijvoorbeeld zelf hun bloedwaarde en hartritme en sturen deze via internet naar deskundigen. Maar dragen dit soort ict-investeringen bij aan een betere kwaliteit van de zorg? Of aan de verlaging van kosten? Dat onderzocht SEO Economisch Onderzoek in opdracht van het ministerie van Economische Zaken. Nu is de brede range aan ict-investeringen natuurlijk niet over een kam te scheren. Daarom maakten de onderzoekers onderscheid tussen ict gericht op verbetering van communicatie tussen en binnen instellingen, of verbetering
van de communicatie tussen instelling en patiënt of leerling. Ook het effect van ict op marktwerking werd onderzocht. Daarvoor werden ict-projecten in de zorg in Nederland geïnventariseerd en aan een maatschappelijke kosten-batenanalyse onderworpen. Ook nationale en internationale literatuur- en casestudies maakten deel uit van het onderzoek. Wat blijkt? Investeringen in zorg op afstand en elektronische patiëntendossiers zijn potentieel kostenbesparend. In de praktijk wordt echter vaak nog in te dure technologieën geïnvesteerd waardoor niet alle investe ringen baten opleveren. De rendementen verschillen sterk per project. Zo bedraagt het kostenbatensaldo van het gebruik van elektronische medische gegevens door huisartsen in de Verenigde Staten minimaal 231 euro per patiënt per jaar. De investeringen in ict zijn gering (17 euro per patiënt), terwijl de baten groot zijn door minder zorggebruik (doelmatiger voorschrijven van medicijnen, minder schade door medicatiefouten en minder gebruik van laboratorium- en radiologietesten) (229 euro), besparing van loonkosten (9 euro) en minder declaratiefouten (9 euro). Daarentegen waren de kosten van een project waarbij de huisarts via een videoverbinding een dermatoloog in het ziekenhuis kon raadplegen hoger dan de baten. Via de videoverbinding kon de huisarts beelden laten zien van de huidproblemen, waardoor doorverwijzing ‘Vooral telemonitoring van van de patiënt naar het chronisch zieken kan forse ziekenhuis vaak niet nodig was. Onderzoeker gezondheidswinst opleveren Lucy Kok: ‘Het project tegen relatief lage kosten’ leidde tot gunstige resultaten doordat de patiënt minder hoefde te reizen. Bovendien leerde de huisarts van de adviezen van de specialist waardoor deze in de toekomst minder hoefde door te verwijzen. Doordat echter voor een dure technologie was gekozen, waren de kosten toch hoger dan de baten. Met een goedkopere technologie zou het project wel kosteneffectief zijn geweest.’ De kosten-batensaldi van ict-investeringen die zich richten op verbetering van de communicatie tussen patiënt en instelling fluctueren sterk. De kosten van zorg op afstand voor ouderen en chronisch zieken, een project van KPN, Menzis en Thuiszorg Groningen, lopen op tot bijna 20.000 euro per patiënt in vijf jaar. De baten zijn gering: 1.000 euro per patiënt. Voor zorg op afstand bestaan veel goedkopere oplossingen, zo blijkt uit ervaringen in het buitenland. Daardoor wegen de baten wel op tegen de kosten. Kok: ‘Vooral telemonitoring van chronisch zieken kan forse gezondheidswinst opleveren tegen relatief lage kosten.’ Het kosten-batensaldo van het project alcoholdebaas.nl pakt daarentegen positief uit met 806 euro per cliënt. Het project biedt mensen met een alcoholprobleem een laagdrempelige internetbehandeling. De kosten voor ict en internetbehandeling bedragen 2.145 euro per persoon per jaar. Maar die wegen niet op tegen de baten (2.951 euro) door minder ziekteverzuim en zorggebruik en gezondheidswinst. De overheid zou zich dus vooral moeten richten op ict-innovaties gericht op de communicatie tussen instellingen of tussen instellingen en patiënt, aldus het onderzoek. Die leiden niet alleen het vaakst tot kostenbesparingen en een betere zorg, maar deze investeringen komen ook moeilijk van de grond. ‘Het vergt veel coördinatie tussen verschillende instellingen’, aldus Kok. ‘Bovendien komen de baten niet altijd terecht bij de partij die de investeringen moet doen. Als de investering vanuit maatschappelijk perspectief rendabel is, is er een rol voor de overheid.’ • L. Kok, C. Tempelman, S. van der Werff, C. Koopmans: ICT in zorg en onderwijs. In opdracht van het ministerie van Economische Zaken (SEOrapport 2010-10).
Invoering van de belasting op vliegtickets in Duitsland kan nog weleens duur uitpakken. De Duitse luchthavens moeten rekenen op ongeveer 2,5 miljoen minder vertrekkende passagiers, waarvan er zo’n 900.000 uitwijken naar buitenlandse luchthavens.
Duitse vliegtax leidt tot 2,5 miljoen minder passagiers Staat Duitsland eenzelfde scenario te wachten als Nederland door invoering van een belasting op vliegtickets? Duitsland gaat voor alle vluchten die vanaf 1 januari 2011 vertrekken een vliegtax invoeren. De hoogte ervan is af hankelijk van de lengte van de vlucht. Op binnenlandse vluchten en interEuropese vluchten bedraagt de tax 8 euro per passagier. Op de middellange afstand moet 25 euro worden betaald, terwijl de hoogte van de belasting op langeafstandsvluchten oploopt tot 45 euro. Kinderen jonger dan twee jaar zonder een eigen zitplaats betalen de belasting niet. En ook transferpassagiers blijft de ‘ticket tax’ bespaard. De prijsverhoging leidt onherroepelijk tot minder vraag naar vliegtickets, zo blijkt uit berekeningen van SEO Economisch Onderzoek in opdracht van het Duitse Ministerie van Wirtschaft, Verkehr, Landwirtschaft und Weinbau in Rheinlandpfalz. De Duitse luchthavens moeten rekenen op ongeveer 2,5 miljoen minder vertrekkende passagiers. Dat is bijna 3,5 procent van het totale aantal passagiers. Van deze 2,5 miljoen zullen ongeveer 900.000 passagiers uitwijken naar buitenlandse luchthavens. Ook gaan er zo’n 13.000 arbeidsplaatsen verloren. De vraag is of deze kosten opwegen tegen de verwachte baten: de vliegtax moet de Duitse schatkist jaarlijks één miljard euro opleveren. In Nederland werd de ticket tax, ingevoerd in 2008, al een jaar na invoering afgeschaft. Reden: een toenemend aantal reizigers vertrok door invoering tax vanaf luchthavens in omringende landen. Dat was precies zoals de onderzoekers van SEO Economisch Onderzoek voorspeld hadden. De economische schade werd geschat op ruim een miljard euro. • P. Berster, M. Gelhausen, W. Grimme, H. Keimel, S. Maertens, H. Pabst, J. Veldhuis, D. Wilken, J. Zuidberg: Studie zur geplanten Luftverkehrsabgabe der Bundesregierung. In opdracht van Ministeriums für Wirtschaft, Verkehr, Landwirtschaft und Weinbau in Rheinland-Pfalz (SEO-rapport 2010-47).
11
Verlenging van het doorbetaalde zwangerschapsverlof met vier weken kost de samenleving 322 miljoen euro per jaar. Terwijl de kosten voor werkgevers stijgen, zijn vrouwen nauwelijks minder ziek en verbetert de gezondheid van kinderen er niet door.
Zwangerschapsverlof:
van zestien naar twintig weken Werkende vrouwen in de Europese Unie krijgen minimaal twintig weken zwangerschapsverlof, zo besloot het Europese parlement 20 oktober jl. Vaders krijgen minstens twee weken verlof. In Nederland duurt het zwangerschapsverlof minimaal zestien weken.
de arbeidsproductiviteit van vrouwen er niet door. Mislopen van werkervaring door langer verlof zorgt zelfs voor daling van de arbeidsproductiviteit. De maatschappelijke kosten daarvan zijn veel hoger dan de baten van het marginaal lagere ziekteverzuim en van een lager beroep op kinderopvang.
Tijdens hun verlof krijgen vrouwen hun loon volledig doorbetaald, zelfstandigen ontvanVoor werkende moeders zelf pakt verlenging gen een uitkering van maximaal het wettevan het verlof met twee weken overigens wel lijk minimumloon. Uitbreiding van het verpositief uit. Zij vinden de extra verloftijd lof zou positieve prettig, terwijl hun effecten hebben verdienvermogen ‘Nederlandse werkgevers gaven op de gezondheid vrijwel niet daalt. eerder al aan ‘onthutst’ te zijn van moeder en Voor werkgevers is over de plannen van de EU’ kind. Ook maakt uitbreiding van het dit het voor vrouzwangerschaps- en wen aantrekkelijker om te werken, doordat bevallingsverlof een kostenpost. De vrouw zij werk en gezin beter kunnen combineren, werkt niet, maar de werkgever moet wel het zo luidt de veronderstelling. En dat is weer loon doorbetalen en zorgen voor vervanging. goed voor de arbeidsparticipatie. UWV vergoedt het grootste deel van deze kosten, zo’n 70 miljoen euro per week verlof, Nederlandse werkgevers gaven eerder al maar werkgevers betalen daarvoor premie. • aan ‘onthutst’ te zijn over de plannen van de EU. En ook het kabinet is geen voorstander. Reden: de kosten van een langer zwangerE. van den Berg, A. Heyma, T. Smid: Kosten schaps- en bevallingsverlof wegen niet op teen baten verlenging zwangerschaps- en bevalgen de baten. Dat blijkt uit een kosten-batenlingsverlof. In opdracht van het ministerie van analyse, uitgevoerd door SEO Economisch Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SEOOnderzoek in opdracht van het ministerie rapport 2010-35). van SZW. Langer zwangerschapsverlof kost de samenleving 117 miljoen euro bij een verlenging van twee weken (tot achttien weken) en 322 miljoen euro per jaar bij een verlenging van vier weken (tot twintig weken).
12
Langer verlof heeft nauwelijks effect op ziekteverzuim van vrouwen en geen aantoonbaar effect op de gezondheid van kinderen, zo blijkt uit het onderzoek. Bovendien stijgt
Luchthaven
Komt er op de voormalige militaire vliegbasis in Twente een luchthaven, of niet? Ja, als je het aan het merendeel van de Twentenaren vraagt. Nee, als je het aan omwonenden van de luchthaven vraagt. Zij vrezen geluidsoverlast en vervuiling. En ook Natuurmonumenten schrijft: ‘Een vliegbasis in het hart van Twente? Niet als het aan Natuurmonumenten ligt.’ Provinciale Staten stemde op 16 juni jl. in met de doorstart van het omstreden vliegveld, dat in 2007 gesloten werd. De provincie en de gemeente Enschede gaan nu op zoek naar een exploitant. De Twentse luchthaven moet niet alleen de voormalige militaire vliegbasis een nieuwe invulling geven, maar ook de economie van Twente een boost geven. Dat is nodig, want Twente kampt met een hogere werkloosheid dan gemiddeld. Bovendien wil Twente veranderen in een innovatieve kenniseconomie. De industriële en regionaal georiënteerde regio wil zich ontwikkelen tot ‘Technology Valley’, zo staat in de Ruimtelijke Ontwikkelingsagenda van Twente. Om samen met Health (Nijmegen) en Food (Wageningen) een sterk economisch driemanschap te vormen. ‘Een regionale luchthaven is voor de ontwikkeling van Twente tot Technology Valley een wezenlijke voorwaarde’, aldus de ontwikkelingsagenda. Jaarlijks zou luchthaven Twente tussen de 190.000 en 5.200.000 passagiers in 2020 vervoeren, zo luidt de berekening van de Provincie Overijssel. Voor de kosten-batenanalyse is uiteindelijk als uitgangspunt gekozen voor 1,2 mil-
Een luchthaven in Twente is niet realistisch. In het meest optimistische scenario vervoert luchthaven Twente 500.000 passagiers in 2030, zo blijkt uit berekeningen van SEO Economisch Onderzoek. De provincie gaat uit van 1,2 miljoen passagiers. Provinciale Staten stemde op grond van deze prognose in juni 2010 in met een doorstart van de voormalige militaire vliegbasis.
Twente: niet realistisch
joen passagiers en 30.000 ton vracht in 2030. Maar hoe realistisch zijn die passagiersaantallen? Dat onderzocht SEO Economisch Onderzoek in opdracht van de Vereniging Omwonenden Luchthaven Twente. In het meest optimistische scenario, dat uitgaat van een verdrievoudiging van het vliegverkeer in 2030, vervoert luchthaven Twente een half miljoen passagiers in 2030: 200.000 uit Twente, 200.000 uit de regio’s binnen 75 kilometer en 100.000 daarbuiten, zo becijferde SEO Economisch Onderzoek. Maar dat is het optimistische scenario: meer realistisch is 300.000 passagiers. Dat is dus beduidend minder dan de 1,2 miljoen passagiers waar de provincie vanuit gaat. Een luchthaven in Twente is dan ook niet realistisch, zo concluderen de onderzoekers.
Onderzoeker Jan Veldhuis: ‘De kans dat reizigers uit de eigen regio kiezen voor luchthaven Twente is weliswaar groot, maar dat geldt in veel mindere mate voor reizigers uit verder weg gelegen regio’s. De provincie verwacht in onze ogen teveel van passagiers uit andere regio’s.’ Maar ook al zullen veel Twentenaren op hun eigen luchthaven instappen, niet álle Twentenaren zullen dat doen. Schiphol is bijvoorbeeld per trein goed te bereizen vanuit Twente, en ook de nabijgelegen Duitse luchthavens zoals Münster, Weeze en Düsseldorf zijn goed bereikbaar.
zal te veel concurrentie hebben; andere luchthavens in de buurt zijn eenvoudigweg te sterk’, aldus Veldhuis. ‘Alleen wanneer de prijzen van vliegtickets in Twente extreem laag zijn, zou de luchthaven concurrerend kunnen zijn.’ Dat zou het geval kunnen zijn als Twente een uitvalsbasis zou worden van een zogenaamde low cost carrier. Die zou zelfs mensen uit andere regio’s via Twente tegen bodemprijzen naar vakantiebestemmingen kunnen laten vliegen. Maar de kansen op zo’n low cost carrier zijn niet groot, zo blijkt uit het onderzoek. •
Daar komt bij dat Twente geen vluchten zal aanbieden naar álle bestemmingen: voor intercontinentale vluchten zijn reizigers bijvoorbeeld toch aangewezen op Schiphol. ‘Kortom, Twente
J. Veldhuis: Het passagierspotentieel van de Luchthaven Twente. In opdracht van de Vereniging Omwonenden Luchthaven Twente (SEO-rapport 2010-29).
‘Geen uitvluchten, maar chartervluchten’ ‘Geen uitvluchten, maar chartervluchten’, zo verdedigt VVD’er Han ten Broeke 2 oktober jl. in de Telegraaf de komst van een luchthaven in Twente. Het vliegveld is broodnodig voor de regio en banen, stelt Ten Broeke. ‘Kijk eens naar al die regionale luchthavens. Ze zijn allemaal sneller gegroeid dan de vooraf gestelde prognoses. Er is gewoon een markt voor vliegen. De luchtvaart is het busvervoer van de toekomst.’ Nol Graas, Vereniging Omwonenden Luchthaven Twente, spreekt dat tegen: ‘Voorstanders van een luchthaven wijzen op successen van andere regionale luchthavens, maar Twente is niet te vergelijken met een industriële regio als Rotterdam of Eindhoven. Eerder met Eelde of Maastricht, en die maken zwaar verlies. Onze angst is dat de provincie een zacht bedje spreidt voor een exploitant maar dat de inwoners van Overijssel letterlijk de rekening gepresenteerd krijgen van een niet rendabele luchthaven die door de overheid op de been wordt gehouden. Beter zou de provincie investeren in een goede treinverbinding met het Duitse vliegveld Münster op 60 kilometer van Twente. En in een gezondheidslandgoed met bijvoorbeeld een oncologisch centrum en een link naar de medische noviteiten van TU Twente.’
13
Faits divers arbeid en kennis afgerond onderzoek Bèta-loopbaanmonitor 2010, M. Volkerink & E. Berkhout. Opdrachtgever: Platform Bèta Techniek, KIVI NIRIA, KNCV, VHTO en ECHO, SEO-rapport 2010-71. Langdurig verblijf in de flexibele schil van de arbeidsmarkt, A. Heyma, J.P. Hop & T. Smid. Opdrachtgever: ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, SEO-rapport 2010-43. Studie & Werk 2010, E. Berkhout & T. Smid. Opdrachtgever: Elsevier, SEO-rapport 2010-28. Monitor jonge fiscalisten 2010, T. Smid & D. de Graaf. Opdrachtgever: Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (NOB), SEO-rapport 2010-27. International Bachelor Law & Economics (IBLE), E. van den Berg, E. Berkhout & S.G. van der Werff. Opdrachtgever: Erasmus Universiteit Rotterdam, SEO-rapport 2010-02. publicaties en lezingen Berkhout, E. & Berkhout, P. (2010). Tweede fase leidt niet tot betere aansluiting. Economisch Statistische Berichten, 95, (4585), 298-300. Berkhout, E. & Heyma, A. (2010, 4 June). De Mythe van massamigratie. Het Financieele Dagblad, 9.
14
Heyma, A. (2010, 3 November). Langer bevallingsverlof is te duur. De Volkskrant, p.23. Heyma, A., Werff, S. van der & Prins, J. (2010). Inzetbaarheid niet gebaat bij baanmobiliteit. Over Werk, 20, (2), 50-55. Theeuwes, J. (2010). Markten met zoekfricties. Economisch Statistische Berichten, 95, (4596), 646-649. Theeuwes, J. & Heyma, A. (2010). Knelpunten op de arbeidsmarkt van de publieke sector. De grote uittocht. Negen essays over de arbeidsmarkt van de onderwijs- en overheidssectoren, (pp. 21-46). Den Haag: Verbond Sectorwerkgevers Overheid; Samenwerkende Centrales Overheidspersoneel; ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
regio, bedrijf en infrastructuur afgerond onderzoek De toekomst van de arbeidsmarkt in de Metropoolregio Amsterdam, R. Dosker & P.A. Risseeuw. Opdrachtgever: Kamer van Koophandel Amsterdam, SEO-rapport 2010-45. Second opinion basisgegevens Anders Betalen voor Mobiliteit, C.C. Koopmans, L. Steg, B. van Wee & R. Dosker. Opdrachtgever: ministerie van Verkeer en Waterstaat, SEO-rapport 2010-38.
De vaart erin: De overheid en de rol van binnenen kustvaart bij achterlandcongestie, B. Baarsma. Opdrachtgever: Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid, SEO-rapport 2009-79. publicaties en lezingen Annema, J.A. & C.C. Koopmans (2010). Een lastige praktijk: Ervaringen met waarderen van omgevingskwaliteit in de kosten-batenanalyse, in: Koetse, M.J. en P. Rietveld (red.) Economische waardering van omgevingskwaliteit. Casestudies en toepassingen in de MKBA. (pp. 197213). Den Haag: Sdu. Bakker, P., Koopmans, C. & Nijkamp, P. (2010). Appraisal of Integrated Transport Policies, in: Givoni, M. & Banister, D. (eds.), Integrated Transport. From Policy to Practice. Chapter 7, 117-136. Oxford (UK): Routledge. Koopmans, C.C. (2010). Mobiliteit en leefomgeving, in: Kam, C.A. de, J.H.M. Donders en A.P. Ros (red.) Miljardendans in Den Haag. (pp. 149167). Den Haag: Sdu. Koopmans, C.C. (2010). Zonder prijs geen kwaliteit: de heroverwegingen bij mobiliteit en leefomgeving. Tijdschrift voor openbare financiën, 42, (2), 135-144. Koopmans, C., Marlet, G., Poort, J. & Woerkens, C. van (2010). Kilometerprijs en arbeidsmarkt. Economisch Statistische Berichten, 95, (4591), 502-504.
Koopmans, C., Verhoef, E., Wee, B. van, Meurs, H., Polak, J. Rietveld, P. & Steg, L. (2010, 28 August). Filebestrijding kan alleen met finan ciële middelen. www.nrc.nl. Nooij, M. de, Baarsma, B., Bloemhof, G., Slootweg, H. & Dijk, H. (2010). Development and application of a cost-benefit framework for energy reliability: Using probabilistic methods in network planning and regulation to enhance social welfare: the N-1 rule. Energy Economics, 32, (6), 1277-1282. Nooij, M. de, Berg, M.R. van den & Koopmans, C.C., Bread or games? Social cost-benefit analysis of the World Cup in the Netherlands, SEO Discussion Paper 60. Koopmans, C. (2010). Kosten en baten van het Centraal Planbureau: verleden, heden en toekomst. TPEdigitaal, 4, (3), 19-30. Nooij, M. de, Berg, M. van den & Koopmans, C. (2010). Brood of spelen? Kosten-batenanalyse van het WK Voetbal in Nederland. TPEdigitaal, 4, (3), 79-100. personalia Op 4 november heeft Carl Koopmans zijn inaugurele rede als hoogleraar Infrastructuur en Economie uitgesproken bij de Vrije Universiteit, onder de titel “Van zacht naar hard: Natuur en milieu in kosten-batenanalyses”.
luchtvaart afgerond onderzoek Luchthavenkeuzegedrag van passagiers, G. Burghouwt & J. Zuidberg. Opdrachtgever: ministerie van Verkeer & Waterstaat, SEO-rapport 2010-41. Onderbouwing van de passagiersaantallen van de luchthaven Twente in 2030, J. Veldhuis. Opdrachtgever: Vereniging Omwonenden Luchthaven Twente, SEO-rapport 2010-29A. Werkgelegenheidsmonitor Lelystad Airport, J. Zuidberg, G. Burghouwt & J. de Wit. Opdrachtgever: Gemeente Lelystad, SEO-rapport 2010-14. publicaties en lezingen Burghouwt, G. (2010). Book Review: David Starkie (2008) Aviation Markets: Studies in Competition and Regulatory Reform. European Journal of Transport and Infrastructure Research, 10, (2), 197-199. Burghouwt, G. & Veldhuis, J. (2010, 13 October). Het economisch nut van transferpassagiers. Het Parool, 30.
Veldhuis, J. (2010). The impact of airline network strategies for airports: the case of Amsterdam Schiphol and Paris Charles de Gaulle. In Rosário Macário & Eddy Van de Voorde (red.) Critical Issues in Air Transport Economics and Business. Chapter 10. London: Routledge. Wit, J. de & Burghouwt, G. (2010). Slot allocation and use at hub airports, perspectives for secondary trading. In Rosário Macário & Eddy Van de Voorde (red.) Critical Issues in Air Transport Economics and Business. Chapter 12. London: Routledge. Zuidberg, J. & Burghouwt, G. (2010). Lucht haventarieven en de concurrentiepositie van Schiphol. Economisch Statistische Berichten, 95, (4582), 214-216.
mededinging en regulering afgerond onderzoek Sustainable Investment, J. Weda, M. Kerste & N. Rosenboom. Opdrachtgever: Duisenberg School of Finance, SEO-rapport 2010-67. Vouchers voor vaardigheden: Over de rol van de overheid op de markt voor postinitieel onderwijs, B. Baarsma. Opdrachtgever: NRTO, SEO-rapport, 2010-48. Publiek belang en de gerechtsdeurwaarder. Professionele publieke dienstverlening of een gild?, B. Baarsma & J. Theeuwes. Opdrachtgever: DAS, SEO-rapport 2010-32. Economic contribution of EU industries relying on exceptions and limitations to copyright, R. van der Noll, I. Akker, J. Poort & F. Tewes. Opdrachtgever: Computer & Communications Industry Association, SEO-rapport 2010-30. De publieke omroep en de creatieve sector, J. Poort, E. Scavenius & K. Janssen. Opdrachtgever: NPO, SEO-rapport 2010-25. publicaties en lezingen Baarsma, B. (2010). Moeilijke marktwerking en meedogenloze mededinging: Een welvaartseconomisch perspectief. TPEdigitaal, 4, (1), 147-176. Baarsma, B. (2010). Kroonverjaardag marktwerking in het notariaat: Tijd voor een feestje? In: Marktwerking in het notariaat; droom of nachtmerrie? Ars Notariatus: Deventer: Kluver. Baarsma, B. (2010, 2 April). Stop de politisering van marktwerking en de juridisering van mededinging. Me Judice, 3. Baarsma, B.E. (2010), Oproep tot herziening van het kartelverbod, in: W. VerLoren van Themaat (red.), Ontwikkelingen Mededingingsrecht 2009, Zwijndrecht: Elsevier, pp. 67-72.
Baarsma, B. (2010). Afwegingskader bij het gebruik van zelfreguleringsinstrumenten. Tijdschrift voor Toezicht, 1, (3), 7-29. Baarsma, B. & Tieben, L.A.W. (2010). Markt en overheid: oplossing zoekt probleem. Markt & Mededinging, 2010, (4), 136-144. Baarsma, B. (2010, 3 May). Met je ouders naar een film voor boven de 16. De Volkskrant, 15. Baarsma, B., Koopmans, C. & Theeuwes, J. (2010, 8 May). …maar zonder marktwerking zaten we nu nog met de PTT. NRC Handelsblad, 5. Baarsma, B. & G. Goor, G. van den (2010, 2 Oktober). Risicoaverse overheid moet af van reflex om alles in eigen beheer te willen doen. Het Financieele Dagblad, 23. Baarsma, B. & Manunza, E. (2010, 2 September). Aanbestedingsrecht lijkt markt te wantrouwen. Het Financieele Dagblad, 9. Baarsma, B. & Snoep, M. (2010, 22 Oktober). Gefuseerde NMa staat sterker. Het Financieele Dagblad, 7. Poort, J & Theeuwes, J.J.M. (2010). Prova d’Orchestra. AMI. Tijdschrift voor Auteurs-, Media- & Informatierecht, 2010-5, 137-145. Poort, J & Theeuwes, J. (2010). Economisch Perspectief: De auteur als zwakke partij? Vereniging voor Auteursrecht, 11 juni 2010. Tieben, B. (2010, 22 Oktober). Economen hebben meer diepgang dan Achterhuis denkt. Me Judice, 3. Tieben, B. & Graaf, D. de (2010). Meer vrijheid voor het hoger onderwijs. Tijdschrift voor Hoger Onderwijs & Management, 17, (2), 45-50.
zorg en zekerheid afgerond onderzoek Effecten voedingszorg door LZK-scholen, C.D.A.M. Berden & L.M. Kok. Opdrachtgever: InnovatieNetwerk, SEO-rapport 2010-46. publicaties en lezingen Berden, C.D.A. & Kok, L.M. (2010). Effect kinderopvangtoeslag op arbeidsparticipatie van moeders. Economisch Statistische Berichten, 95, (4590), 461-462. Kok, L. & Baarsma, B. (2010, 9 November). Overheid faalt bij kinderopvang. NRC Handelsblad, p.7. Koning, J. de, Collewet, M.M.F., Tempelman, C., Berretty, T.Y. & Gravesteijn-Ligthelm, J.H. (2010). Gezondheid en arbeidsgerelateerde baten. Economisch Statistische Berichten, 95, (4587), 377-378.
15
koert van buiren
Markt en Overheid Het wetsvoorstel Markt & Overheid lijkt een vroege dood gestorven. Want dat wetsvoorstel is te vrijblijvend om doeltreffend te zijn, betoogt Koert van Buiren, clusterhoofd Markt en Overheid bij SEO Economisch Onderzoek.
16
SEO Economisch Onderzoek heeft een nieuw En: het miskent het belang van de consument. cluster: Markt en Overheid. Eerlijk gezegd heb De overheid concurreert op verschillende markik de naam Markt en Overheid gepikt van de ten met particuliere aanbieders: gemeentelijke naam van het wetsvoorstel ‘Markt & Overheid’. met particuliere jachthavens, gemeentelijke Onder het motto: beter goed gejat dan slecht begrond voor tennisverenigingen met particudacht. Dat wetsvoorstel liere, verhuur van dvd’s moet leiden tot gedrags- ‘De overheid maakt het zichzelf door bibliotheken met regels voor de overheid videotheken, overheidsechter wel erg makkelijk’ bij economische activibedrijven in het verteiten. Dat wil zeggen, voer met particuliere activiteiten waar de overheid concurreert met vervoersbedrijven, publieke met private onderandere aanbieders. Doel: stoppen van de verstowijsinstellingen. Soms zijn het grote markten. ring van concurrentie tussen overheid en partiVaker klein, maar wel veelvoorkomend en wijd culiere aanbieders. verspreid over alle sectoren van de economie. Hopelijk vergaat het ons nieuwe cluster beter En hoe klein ook, als de bibliotheek door subsidan het wetsvoorstel. De aankomende wet lijkt die dezelfde dvd verhuurt tegen de helft van de een vroege dood gestorven. De royale ontsnapprijs van de videotheek om de hoek, dan heeft pingsclausule voor overheden slaat een effectief dat drastische gevolgen voor de ondernemer, en instrument uit handen van gedupeerde onderneuiteindelijk de keuzevrijheid van de consument. mers, en van de NMa als beoogd toezichthouder. Zulke vormen van oneerlijke concurrentie zijn
eigenlijk verboden door de Europese staatssteunregels. Maar deze regels gelden helaas niet voor lokale activiteiten als de verhuur van dvd’s of jachthavens. Dat komt doordat er geen sprake is van invloed op het ‘interstatelijk handelsverkeer’. Het wetsvoorstel Markt & Overheid beoogt juist dat gat op te vullen. Echter, door de jaren heen is het dusdanig uitgekleed dat wat rest echt te mager is. En, afwijkt van de staatssteunregels en de Mededingingswet. Waar zit ‘m die afwijking in? Welnu, het wetsvoorstel Markt & Overheid schrijft voor dat de bibliotheek dvd’s tegen ‘integrale kosten’ moet aanbieden. Op die manier is er voor de huidige en toekomstige videotheken een boterham te verdienen, en behoudt de consument keuzemogelijkheden. Klinkt goed. De overheid maakt het zichzelf echter wel erg makkelijk, omdat die gedragsregel straks alleen voor economische activiteiten geldt. De Mededingingswet en de staatssteunregels zijn van toepassing op het hele scala aan economische activiteiten – ook economische activiteiten ‘van algemeen belang’ zoals openbaar vervoer. Voor die laatste categorie gelden de Markt & Overheid-regels straks echter niet. Dat is vreemd, want ook bij economische activiteiten van algemeen belang vindt concurrentie plaats. Maar nu komt het: het wetsvoorstel laat het vervolgens aan de overheid om te bepalen of de betreffende economische activiteit er een is van algemeen belang of niet. Met andere woorden, de gemeente Hoorn kan de verhuur van ligplaatsen van algemeen belang bevinden, onder de integrale kostprijs aanbieden, en daarmee de concurrentie verstoren met de particuliere jachthaven ernaast. En Volendam kan zijn binnenhaven als puur economische activiteit bestempelen en marktconforme tarieven voorschrijven. Willekeur troef. Met de Mededingingswet verbiedt de overheid oneerlijk gedrag in de concurrentie tussen ondernemingen. Ten bate van burgers en bedrijven en dus de maatschappelijke welvaart. Met de Markt & Overheid-regels wil de overheid zichzelf gedragsregels opleggen met hetzelfde doel. Dit wetsvoorstel is te vrijblijvend om doeltreffend te kunnen zijn. Aansluiten bij hoe het toepassingsbereik van de staatssteunregels is geformuleerd, is consistenter. Die regels gelden namelijk voor álle economische activiteiten: van algemeen belang of niet. • Koert van Buiren (clusterhoofd Markt & Overheid)