Instapniveau pabo
Quickscan aardrijkskunde
Voorbereiding op de bijzondere nadere vooropleidingseisen voor aardrijkskunde, geschiedenis en natuur en techniek; Matching van bronnen/aanbevolen literatuur in het kader van de entreetoets met het werkdocument SLO ‘Specificatie leerdoelen instapniveau pabo’ april 2014.
Titel
:
Instapniveau pabo – quickscan aardrijkskunde
Project/Werkgroep
:
Instroom pabo
Auteur(s)
:
Jonne van Diggele
Illustraties
:
MBO Diensten
:
Houttuinlaan 6 Postbus 2051 3440 DB Woerden T: 0348 - 75 35 00 E:
[email protected] I: www.mbodiensten.nl
Woerden
:
Versienummer
:
Versie 0.3 concept, 23 april 2014
Inhoudsopgave 1
Inleiding
4
2
Onderzochte bronnen
5
3
Beknopte omschrijving van onderzochte bronnen
6
4
5
3.1
Algemene typering
6
3.2
Typering naar inhoud
7
Conclusie over nog te ontwikkelen leermateriaal voor aansluiting op SLO-doelen
10
4.1
Algemeen
10
4.2
Aanvulling is gewenst
10
4.3
Links naar vakinhoud op internet
10
Bijlage 1 SLO-leerdoelen in relatie tot onderzochte boeken
12
4
1 Inleiding Per 1 augustus 2015 gaan bijzondere nadere vooropleidingseisen gelden voor de pabo’s (pedagogische academie basisonderwijs). Dit betekent dat havoleerlingen en mbo-studenten landelijke kennistoelatingstoetsen moeten doen voor aardrijkskunde, geschiedenis en natuur en techniek. Voor leerlingen en studenten die zich niet goed op deze nieuwe eisen hebben kunnen voorbereiden, is vanaf september 2014 een tijdelijk ondersteuningsaanbod beschikbaar via het project Instroom pabo. Vanuit dit project is een matchingsonderzoek uitgevoerd om inzicht te krijgen in hoeverre bestaande bronnen aansluiten op de bijzondere nadere vooropleidingseisen. In dit geval zijn de bronnen bekeken die aangewezen zijn als relevante bronnen voor de bestaande entreetoets Mens en Wereld voor de pabo 1. SLO heeft leerdoelen geformuleerd 2 voor de bijzondere nadere vooropleidingseisen. In het onderzoek zijn de bronnen gerelateerd aan deze SLO-leerdoelen. Leeswijzer Na een inleiding over deze bronnen (algemene typering) volgt in dit rapport een samenvattend overzicht van de kenmerken van deze bronnen (content, verwerkingsopdrachten, toetsing en didactiek). In de bijlage is een gedetailleerd overzicht opgenomen van de quickscan, waarin de bronnen en de SLO-leerdoelen aan elkaar worden gerelateerd. Op basis van deze analyse is aangegeven welke onderwerpen de beschreven bronnen nog niet of onvoldoende afdekken. Hiermee legt deze analyse een basis om, in samenspraak met uitgevers, te komen tot afspraken over de ontwikkeling van aangepast leermateriaal voor de landelijke kennistoelatingstoetsen voor de pabo.
1
Uiteraard zijn er ook nog andere bronnen die aansluiten (zoals de bronnen voor de onderbouw havo en voor vmbo-t), maar we beperken ons hier tot de bronnen die zijn aanbevolen voor de entreetoets.
2
Specificatie leerdoelen instapniveau pabo; Specificering van de bijzondere nadere vooropleidingseisen voor aardrijkskunde, geschiedenis en natuur & techniek. Werkdocument 11 maart 2014. SLO, Enschede. Kenmerk: OB-VO/7155/E/14-077
5
2 Onderzochte bronnen (aanbevolen in verband met entreetoets, zie http://www.entreetoets-menw.nl/Informatie.htm) 1.
Baltus, R.C. (2011). Basiskennis aardrijkskunde – slaag voor de entreetoets!, Noordhoff Uitgevers, Groningen.
2.
Bas, J. de (2013). De pabotoets aardrijkskunde haal je zo, Coutinho, Groningen.
3.
Blokhuis J., en Peeters, H.(2009). Aardrijkskunde en didactiek. Bronnenboek. Noordhoff Uitgevers, Groningen.
4.
Hamer, A. de e.e.a.( 2007). Aardrijkskunde geven, van Gorcum, Assen.
5.
Notté, H. (2008). Aardrijkskunde voor de basisschool, een domeinbeschrijving, Cito, Arnhem.
6.
Peters A. en Westerveen, F. (2010). Geowijzer, Noordhoff Uitgevers, Groningen/Houten.
7.
Verheij J.K, en Notté H. e.e.a. (2009 ). Aardrijkskunde is overal, Cantal, Woerden.
Geraadpleegde studiewijzers •
Domeinbeschrijvingen entreetoets Mens en Wereld: aardrijkskunde, gekoppeld aan Geowijzer
•
Roger Baltus en Gerard Schotanus (2008), Literatuurverwijzingen domeinbeschrijvingen entreetoets aardrijkskunde, Cito
6
3 Beknopte omschrijving van onderzochte bronnen 3.1 Algemene typering 1. Basiskennis aardrijkskunde - slaag voor de entreetoets Beschrijving van de aardrijkskundeleerstof die wordt overhoord bij de eindtoets van Cito en bij de entreetoets voor aanstaande pabostudenten. De onderwerpen zijn op geografisch verantwoorde wijze logisch geordend: aarde, landschappen in de wereld, landschappen in Nederland, bevolking en bestaansmiddelen (landbouw, industrie en diensten). Compacte toelichting op thema’s, met kaarten en foto’s. De negen hoofdstukken zijn als volgt opgebouwd: inleiding, paragrafen met achtergrondinformatie en afsluitend enkele toetsvragen. De lesstof is gericht op de voorbereiding op de entreetoets voor aanstaande pabostudenten. Compact register achterin. 2. De pabotoets aardrijkskunde haal je zo De zeven domeinbeschrijvingen (afkomstig uit de uitgave ‘Aardrijkskunde voor de basisschool, een domeinbeschrijving’, Cito, 2008) dekken een groot deel van de SLO-leerdoelen. Zeer compacte beschrijving van de basisinzichten verdeeld naar onderwerpen, de bijbehorende begrippen en principes en de omschrijving van die begrippen en principes. Uitgave is in zwart-wit (is beperking voor het kaartmateriaal en de foto’s). De toetsvragen zijn geordend per domein en afsluitend zijn er toetsen die meerdere domeinen omvatten. Vooral gericht op kennis van begrippen (in de beschrijvingen), terwijl de toetsvragen ook ingaan op ‘inzicht’ en toepassing. Zonder voorkennis is het nodig om andere bronnen te raadplegen om de toetsvragen te maken. 3. Aardrijkskunde en didactiek. Bronnenboek Uitgebreide informatiebron, heldere structuur. Overzichtelijke indeling door ‘navigatieschema’s’ per hoofdstuk. Verwijzingen naar bronnen (kaarten, internet en relatie met leerlijnen basisschool). De eerste twee hoofdstukken (deel 1) betreffen aardrijkskunde en didactische aanpak. Deel 2, 3 en 4 betreffen vakinhoud. Voorzien van trefwoorden langs de kantlijn, samenvattingen per hoofdstuk en een uitgebreid trefwoordenregister. Op www.pabowijzer.nl zijn toetsvragen beschikbaar. Voor studenten en docenten met weinig of veel voorkennis een praktisch naslagwerk. 4. Aardrijkskunde geven. Praktische vakdidactiek voor het basisonderwijs Boek is vooral bedoeld als naslagwerk voor het lesgeven. Naast het boek is een digitale component beschikbaar op www.aardrijkskundegeven.nl (met extra lessuggesties en beeldmateriaal) en www.aardrijkskundegeven.vangorcum.nl (de verwijzing naar deze link werkt niet meer). De link is verplaatst naar Teachers channel. Deze site is slechts gedeeltelijk raadpleegbaar, dan wel tegen betaling beschikbaar (ook voor andere uitgaven). Zie bijvoorbeeld
7 https://pabo.teacherschannel.nl/my/courses/book/131. Boek is geschreven vanuit didactisch perspectief. Inhoudelijke achtergrondinformatie is verwerkt in de hoofdstukken. 5. Aardrijkskunde voor de basisschool, een domeinbeschrijving Een domeinbeschrijving in zeven delen. Ieder deel bestaat uit basisinzichten (beknopt weergegeven), uitwerking en voorbeelden. Veel fotomateriaal. Alle basiskaarten zijn opgenomen. Uitgebreid register. Een informatief basisboek, geen didactiek. 6. Aardrijkskunde is overal Boek besteedt veel aandacht aan de didactiek van het aardrijkskundeonderwijs (hoofdstuk 1 tot en met 4). Hoofdstukken 5 tot en met 7 betreffen de ‘basiskennis van de leerkracht’. Deze inhoud is geordend naar gebieden. Dat betekent dat de thema’s (zoals landschappen en temperatuur) in verschillende paragrafen terugkomen. Dit maakt de aansluiting met de SLO-leerdoelen van de pabo iets lastiger, omdat die thematisch geordend zijn. De informatie staat dus in gedeeltes verspreid en bevat ook veel meer informatie dan de SLO-doelen. Een beperkt aantal SLO-leerdoelen is niet gedekt. Het boek is prettig geschreven en bevat veel kaarten en foto’s. Register maakt nazoeken makkelijk. Verwijzing naar www.sherpa-pro, zoals achterop boek is vermeld, is verwarrend. Bestaat deze nog, en onder welke voorwaarden toegankelijk? 7. Geowijzer Hoofdstuk 1 tot en met 9 betreffen de inhoudelijke kennisbasis, hoofdstuk 10 tot en met 16 staan in het teken van de didactische kennisbasis. De hoofdstukken zijn thematisch geordend. Het gebruik van trefwoorden in de kantlijn ondersteunt het snel terugvinden van relevante informatie. Prettig in het gebruik. Register ondersteunt het nazoeken van informatie. Aanvullende informatie via de website Pabowijzer. Daar zijn, na het inloggen met de code die je bij het boek ontvangt, ook samenvattingen van de hoofdstukken te vinden, oefentoetsen, et cetera. 3.2 Typering naar inhoud Content/vakinhoud
Verwerkings-
Toetsopgaven
Didactiek nee
opdrachten Baltus, R.C. (2011).
Compacte toelichting op
Per thema zijn
Zie bij
Basiskennis
de basisthema’s die
opgaven aanwezig.
verwerkings-
aardrijkskunde – slaag
kenmerkend zijn voor de
Te gebruiken als
opdrachten. De
voor de entreetoets!,
schoolaardrijkskunde,
‘verwerkings-
antwoorden zijn
Noordhoff Uitgevers,
met kaarten en foto’s.
opdracht’ en ter
in te zien op
Groningen.
Inhoudelijke aansluiting
toetsing van de
pabowijzer.nl
op SLO-doelen: redelijk -
kennis.
8 Content/vakinhoud
Verwerkings-
Toetsopgaven
Didactiek
Per thema zijn er
nee
opdrachten goed Bas, J. de (2013). De
Omschrijving van
Nee.
pabotoets
kernbegrippen per
toetsvragen en
aardrijkskunde haal je
thema.
aan het einde van
zo, Coutinho,
Inhoudelijke aansluiting
het boek zijn er
Groningen.
op SLO-doelen: redelijk
themaoverstijgende toetsen. Antwoorden achterin boek.
Blokhuis J., en
Uitgebreide informatie
Niet bij de
Beschikbaar via
Ja, deel 1
Peeters, H.(2009).
per thema en subthema.
hoofdstukken in
de internetsite
(hoofdstuk 1
Aardrijkskunde en
Met samenvattingen.
het boek.
Pabowijzer
en 2). In deze
didactiek.
Inhoudelijke aansluiting
(inlogcode nodig
hoofdstukken
Bronnenboek.
op SLO-doelen: goed
behorend bij
ook veel
boek).
inhoudelijke
Noordhoff Uitgevers, Groningen.
informatie.
Hamer, A. de e.e.a.(
Summiere inhoud.
Per hoofdstuk is
Per hoofdstuk zijn
Hoofdzakelijk
2007). Aardrijkskunde
Verwijzing naar bronnen
een ‘onderzoeks-
tien toetsvragen
aandacht voor
geven, van Gorcum,
op internet.
opdracht’
aanwezig. Meer
didactiek.
Assen.
Inhoudelijke aansluiting
aanwezig, ter
vragen plus
op SLO-doelen: matig,
verdieping van de
antwoorden zijn
gedeeltelijk.
lesstof.
beschikbaar via
Actualiteit niet altijd goed
website (teachers
(bijvoorbeeld EU-landen)
challenge).
Notté, H. (2008).
Zeven thema’s die samen
Geen verwerkings-
Geen
Geen
Aardrijkskunde voor
het domein
opdrachten.
toetsopgaven
didactiek
de basisschool, een
aardrijkskunde voor de
domeinbeschrijving,
basisschool omvatten.
Cito, Arnhem.
Inhoudelijke aansluiting op SLO-doelen: redelijkgoed
Peters A. en
Uitgebreide informatie
Nee. Niet in het
Niet aanwezig in
Bijna de helft
Westerveen, F.
per thema. Trefwoorden
boek. Via website
boek. Wel
van het boek
(2010). Geowijzer.
zijn opgenomen in de
Pabowijzer zijn
toegang tot
betreft de
Noordhoff Uitgevers,
kantlijn.
oefenopgaven
toetsen via
didactiek van
Groningen/Houten.
Inhoudelijke aansluiting
beschikbaar (met
website
aardrijkskun-
op SLO-doelen: goed
inlogcode).
Pabowijzer (met
deonderwijs
inlogcode)
9 Content/vakinhoud
Verwerkings-
Toetsopgaven
Didactiek
Geen toetsvragen
Bijna de helft
opdrachten Verheij J.K, en Notté
Uitgebreide behandeling
Geen
H. e.e.a. (2009 ).
van gebieden (NL,
verwerkingsop-
van het boek
Aardrijkskunde is
Europa, wereld) met
drachten
betreft de
overal. Cantal,
daarin de voorkomende
vakinhoudelijk. Wel
didactiek van
Woerden.
verschijnselen en
suggesties hoe de
aardrijkskun-
aardrijkskundige thema’s.
stof te verwerken
de onderwijs
Inhoudelijke aansluiting
in de klas.
op SLO-doelen: redelijk goed
10
4 Conclusie over nog te ontwikkelen leermateriaal voor aansluiting op SLO-doelen 4.1 Algemeen De leerdoelen onder A in de SLO-leerdoelen, gericht op vakgebonden vaardigheden, zijn niet aan een kernthema gebonden, maar hebben met het vakgebied te maken op een abstracter niveau. De onderzochte boeken sluiten hier niet of nauwelijks op aan. De door SLO beschreven leerdoelen onder B (de acht kernthema’s) bevatten naast een inhoudelijke component ook een indirecte verwijzing naar een taxonomie van het leerdoel: kennis hebben van begrippen en definities of kennis die meer verklarend van aard is. De onderzochte boeken sluiten aan op beide aspecten (weliswaar in verschillende mate). Voor de leerdoelen onder C genoemd (kaarten) bieden de meeste boeken geen directe ondersteuning. Ze hebben hoogstens een verwijzende functie. 4.2 Aanvulling is gewenst De SLO-leerdoelen zijn breder dan alle boeken tezamen bieden. Dat betekent dat er aanvullend materiaal beschikbaar moet komen. Voor de volgende onderwerpen is er niet of nauwelijks informatie beschikbaar in de onderzochte boeken: •
Stedelijke problematiek (oorzaken en gevolgen) (B2.4)
•
Proces van globalisering (B3.3)
•
Arm en rijk, kenmerken onderontwikkelde gebieden en hun bewoners (B4.1)
•
Wereldgodsdiensten en taalgebieden (B5.4)
•
Bronnen van energie (B7.1, B7.2)
•
Water: fasen van de kringloop (B8.1), waterverdeling zoet en zout water (B8.2), ruimtelijke maatregelen overstromingsrisico als gevolg van zeespiegelstijging (B8.3), maatregelen in verband met overstromingsrisico rivieren (B8.4) en belang van schoonwater (B8.5).
In de bijlage vindt u per onderzocht boek welke onderwerpen in relatie tot de SLO-leerdoelen onderbelicht zijn. Het is mogelijk dat de ontbrekende informatie beschikbaar is in andere leerboeken, internetsites, et cetera. Hier wordt vanuit het project Instroom pabo nader onderzoek naar gedaan, mede in samenspraak met de uitgevers. 4.3 Links naar vakinhoud op internet Studio VO - Stercollecties http://www.vo-content.nl/stercollectie/aardrijkskunde
11 Community digischool – kennisnet aardrijkskunde: http://aardrijkskunde.vakcommunity.nl/ Vaklokaal aardrijkskunde: http://wp.digischool.nl/aardrijkskunde/ Toetsen bovenbouw: http://wp.digischool.nl/aardrijkskunde/oefenen/toetsen-bovenbouw/ Teachers Channel Pabo: https://pabo.teacherschannel.nl/infopage/128/ Toetsen Bij: Aardrijkskunde is overal: https://pabo.teacherschannel.nl/my/courses/206/chapter/1640/quiz/
5 Bijlage 1 SLO-leerdoelen in relatie tot onderzochte boeken In deze bijlage is het resultaat opgenomen van de quickscan matching SLO leerdoelen 3 met de zeven bronnen die in hoofdstuk 2 beschreven zijn. In kernwoorden wordt aangegeven welke onderwerpen deze boeken behandelen, met een aanduiding van hoofdstuk, paragraaf of bladzijde. Als onderwerpen ontbreken, staat dit aangeven met ‘niet’. •
Onder A staan leerdoelen gericht op ‘vakgebonden vaardigheden aardrijkskunde’
•
Onder B staan vakinhoudelijke leerdoelen, geordend naar tien thema’s
•
Onder C staan de kaarten genoemd die geselecteerd zijn in verband met de leerdoelen
•
De kleuren in de balken geven een globale aanduiding aan van de ‘match’ tussen het boek en het leerdoel: Geen of nauwelijks aansluiting
1.
Basiskennis AK
2.
Pabotoets
A. Vakgebonden vaardigheden aardrijkskunde
Aansluiting redelijk
3 AK en Didactiek
4 AK geven
Aansluiting goed 5 AK basisschool
Aansluiting uitstekend 6 Geowijzer
7 AK is overal
4
A.1 Geografische vragen beantwoorden A.1.1 De aspirant-student kan geografische vragen waarbij gebiedskenmerken belangrijk zijn herkennen en beantwoorden. Thema’s, begrippen niet nader genoemd Waar gaat
Wat is aardrijkskunde;
aardrijkskunde over en
Geografisch leren
wat is de werkwijze?
kijken (1.1, 1.2)
(1.2) A.2 Geografische werkwijzen hanteren A.2.1 De aspirant-student kan verschijnselen en gebieden vergelijken in ruimte en tijd. • Thema’s, begrippen niet nader genoemd De geografische
De geografische kubus
werkwijze
(H1.2), fig. 1.3; fig 1.1.
3
De auteur van de quickscan heeft onderstreping en vetgedrukte markering toegevoegd om accenten te verduidelijken.
4
Deel A betreft leerdoelen die vakinhoudoverstijgend zijn. Deze leerdoelen zijn volgens SLO vooral bedoeld als aanwijzing voor het ontwikkelen van de instaptoets.
13 1.
Basiskennis AK
2.
Pabotoets
3 AK en Didactiek
4 AK geven
5 AK basisschool
6 Geowijzer
7 AK is overal
(1.2) A.2.2 De aspirant-student kan relaties leggen binnen een gebied en tussen gebieden. • Thema’s, begrippen niet nader genoemd De geografische
De geografische kubus
De geografische kubus
werkwijze
(2.1)
(H1.2), fig. 1.3; fig. 1.1.
(1.2) A.2.3 De aspirant-student kan verschijnselen en gebieden vanuit verschillende perspectieven beschrijven en verklaren. Hoogtelijn
Geografische
(informatiebronnen)
zienswijze;
2.1.1; Breedtelijn
multiperspectiviteit;
(bestaansdimensies)
meervoudig
(2.1.2);
bronnengebruik. De
Dieptelijn: geografische
geografische kubus
vierslag (2.1.3)
(H1.2), fig. 1.3; fig 1.1.
A.2.4 De aspirant-student kan verschijnselen en gebieden op verschillende schaalniveaus beschrijven en verklaren. Wat is een kaart,
Schaalniveas binnen
Schaalniveaus, schaal
Kaarten maken, theorie
schaalbegrip (3.1)
regio (2.1)
op de kaart; schaalgetal
(3.1.5) perspectief,
omrekenen. (1.3)
kaartschaal, kaartsymbolen
A.2.5 De aspirant-student kan verschijnselen en gebieden beschrijven en verklaren door relaties te leggen tussen het bijzondere en algemene De geografische kubus (H1.2), fig. 1.3; fig 1.1. A.2.6 De aspirant-student kan verschijnselen en gebieden in hun geografische context plaatsen. De geografische kubus (H1.2), fig. 1.3; fig 1.1. A.3 Geografische hulpmiddelen inzetten A.3.1 De aspirant-student kan een (digitale) kaart selecteren en lezen als informatiebron op basis van titel, legenda, schaal, windroos, kaartsoort en kaarttype.
14 1.
Basiskennis AK •
2.
Pabotoets
3 AK en Didactiek
Kaartselectie, kaartlezen, atlas, digitale interactieve kaart Kaarten lezen: kaartvaardigheden (3.4)
4 AK geven
5 AK basisschool
6 Geowijzer
7 AK is overal
Vakdidactiek: lesgeven
Atlas (1.4); soorten
Geschikte kaarten
met de kaart (3.1)
kaarten;
(3.1.7)
Kaarten: gebruik en
Hfd. 12: Kaartlezen
toepassingen (H4) A.3.2 De aspirant-student kan patronen in een gebied op een (digitale) kaart beschrijven. •
Kaartanalyse Kaartanalyse (12.3)
A.3.3 De aspirant-student kan op een (digitale) kaart patronen in een gebied verklaren met algemene geografische kennis. •
Kaartinterpretatie Kaartinterpretatie (12.3)
15 1.
Basiskennis AK
2 Pabotoets
3 AK en Didactiek
4 AK geven
5 AK basisschool
6 Geowijzer
7 AK is overal
B.1 Aarde, klimaat en landschap B.1.1 De aspirant-student kan de positie van de aarde ten opzichte van de zon toelichten. •
Zonnestelsel, aarde, draaiing aarde om de zon, aardbaan, aardrotatie, dag-nacht, aardas, seizoen, evenaar, geografische coördinaten (parallel, meridiaan, oosterlengte, westerlengte), noordelijk halfrond, zuidelijk halfrond, noordpool, zuidpool, tijdzone.
Aarde en zonnestelsel
Aarde, eb en vloed,
Zonnestelsel (5.1.2)
De aarde fysisch ; als
Aarde, zonnestelsel,
Planeet aarde,
Dampkring,
(2.1), seizoenen (2.2),
maan, sterren, zon,
aardas (fig. 5.6),
één van de planeten
dag-nacht, noordpool,
zonnestelsel,
zonnestelsel, dag en
getijden (2.3)
dag, nacht, seizoenen,
evenaar, seizoenen.
(2.2.2)
zuidpool, noordelijk en
dampkring, weer,
nacht, seizoenen (6.1 -
tijdsverschillen,
Dag-nacht, poolnacht,
zuidelijk halfrond,
klimaat, dag-nacht,
De aarde)
geografische
midzomernacht.
geografische
draaiing aarde om zon,
coördinaten,
Niet: tijdzones
coördinaten, zomer,
seizoenen (2.1)
werelddelen, zeeën en
winter (2.1 De Aarde)
oceanen, noordelijk
Coördinatensysteem
halfrond, zuidelijk
(3.4.2, figuur 3.17) .
Niet: tijdzones
halfrond (H1) Niet: tijdzones
B.1.2. De aspirant-student kan spreiding en kenmerken van hoofdklimaten op aarde beschrijven. • tropische regenklimaten, droge klimaten, gematigde klimaten, poolklimaten, poolklimaten, vegetatie Van evenaar tot Klimaat, Klimaatfactoren: Klimaatfactoren (3.2.2). Verschillen in klimaat
Tropisch regenwoud,
Poolgebieden, tropen,
poolgebied: tropen
vegetatiezones,
breedteligging,
Klimaten op aarde
veroorzaken verschillen
savanneklimaat,
bergen (6.1 – Klimaten
(tropisch bos, savanne,
tropisch bos, savanne,
hoogteligging,
(3.2.3): tropisch
in landschappen; van
steppeklimaat,
en plantengroei)
steppe, woestijn),
steppe, woestijn,
gebergten, land en
regenwoud, savanne,
tropisch naar pool.
woestijnklimaat,
subtropen, gematigde
loofbos, naaldbos,
water (5.3.3.)
steppe, woestijn,
Neerslag in warme
gematigde zone
zone, poolgebied
sneeuw en ijsvlaktes,
Middellandse Zee,
gebieden: tropisch bos,
(Middellands
(toendra poolijs) (3.1,
toendra
Hoofdklimaten (5.4)
gematigd zeeklimaat,
tropisch grasland,
Zeeklimaat,
3.2)
(H2- Klimaten)
Tropische zone
landklimaat, toendra,
woestijn
zeeklimaat);
Kenmerken
(tropisch regenwoud en
poolklimaat.
Koud klimaat: naarmate
landklimaat, polair
landschappen en
savanne) (5.4.1)
kouder: loofbos,
klimaat met
vegetatie : tropisch
Droge klimaten (steppe,
naaldbos, toendra,
beschrijving van
regenwoud,
woestijn), (5.4.2)
sneeuw en
vegetatie (2.5
Niet: vegetatie
16 1.
Basiskennis AK
5 AK basisschool
6 Geowijzer
savanne/steppe,
2 Pabotoets
Gematigde zone (mid.
3 AK en Didactiek
4 AK geven
ijsvlaktes.(2.2.
Plantengroei en
woestijn, middel. zee,
zee klimaat, gem.
Landschappen op de
Klimaten)
zee/land, toendra,
zeeklimaat); (5.4.3)
wereld)
pool, hooggebergte
Landklimaat; (5.4.4)
(3.3)
Polaire zone: (toendra
7 AK is overal
en poolklimaat) (5.4.5). Beschrijving van vegetatie.
B.1.3 De aspirant-student kan de ligging van een klimaat verklaren. •
Breedteligging, ligging ten opzichte van zee/oceaan, hoogteligging, (boomgrens, sneeuwgrens),reliëf, wind- en zeestroom, aanlandige wind, aflandige wind, lijzijde, loefzijde, passaat, moesson
Verklaring van de
Hoogland, laagland,
Windsystemen
Weer en klimaat (3.2.1)
Ligging in relatie tot
Temperatuurfactoren,
Klimaten en
verschillen in
reliëf
(passaat, moesson,
De klimaatfactoren:
klimaat, zie hierboven.
breedte/hoogteligging,
plantengroei (p. 178)
landschappen (H3.2)
(H2 Hoogte en reliëf)
aflandige wind,
Breedteligging
(2.2)
aanlandige wind,
aanlandige wind (5.2.2).
hoogteligging,
aflandige wind,
Overige begrippen in
Hoogteligging:
gebergten (3.2.2)
zeestromen, gebergten
dit hoofdstuk matchen
boomgrens (5.3.3
met andere
(p.137)
leerdoelen.
sneeuwgrens/eeuwige
Niet: aanlandige wind,
Moesson
sneeuw (5.4.6
aflandige wind,
is beschreven als
p152,153).
passaat, moesson
onderdeel van
(2.2)
paragraaf over weer en Loefzijde, lijzijde
klimaat. (2.3)
(stuwingsregen, fig.
Ook filmpjes en kaarten
5.16, 5.3.3)
op de website.
B.1.4 De aspirant-student kan aan de hand van een kaartbeeld van de wereld de ligging van de hoofdklimaten aanwijzen. •
Geen nadere specificatie (thema’s, begrippen). Verwijzing naar Grote
Wereldkaart 11, p 102
Symbolen geven aan
Pagina 178-179 (H6.1)
17 1.
Basiskennis AK
2 Pabotoets
3 AK en Didactiek
4 AK geven
5 AK basisschool
6 Geowijzer
Indeling en ligging van
Bosatlas, kaart De
dat student een kaart
de belangrijkste
aarde- Klimaatgebieden
moet bestuderen. Op
landschappen (H3.1;
en kaart Ecologische
de website staat een
Figuur 3.1a)
landschapszones
verwijzing naar de
(Figuur 5.18)
betreffende atlaskaart.
7 AK is overal
In dit geval de kaarten over klimaten en plantengroei
B.1.5 De aspirant-student kan klimaatverandering en de gevolgen daarvan beschrijven. • IJstijden, warme tijden, fossiel, broeikaseffect (versterkt broeikaseffect, broeikasgas [CO2], zeespiegelstijging), verdroging (verwoestijning) IJstijden Klimaatverandering Broeikaseffect (2.2.2;) Landschappen in NL: de Klimaten vroeger en nu, Stijging zeespiegel, (4.2.2)
(5.5.1) Versterkt broeikaseffect
IJstijd (p 118);
vorming van Nederland
zonneactiviteit,
(p30 en 32: ijstijd)
vulkaanuitbarsting, El Niño, broeikaseffect,
(zeespiegelstijging). Niet: fossiel Niet: broeikaseffect
broeikaseffect (6.1)
ozonlaag.
IJstijden, warme tijden
Vooral uitleg van de
(7.2.1)
begrippen, minder gericht op ‘gevolgen’.
Niet: fossiel
B.1.6 De aspirant-student kan de elementen van het weer beschrijven en weersveranderingen verklaren. •
Temperatuur, neerslag (stuwingsregen, stijgingsregen), wind, (windkracht [storm, orkaan, tornado], windrichting), luchtdruk (hoge drukgebied, lage drukgebied, front), wolk, reliëf Weer en klimaat (5.3)
Weer en klimaat (3.2.1)
Kringloop van het
Gebergten, land en
water,
water, Golfstroom
neerslagvormen/typen
niet: windkracht,
wolken, moesson (2.3)
orkaan, tornado,
Luchtbewegingen,
wolken
wind, windsystemen,
18 1.
Basiskennis AK
2 Pabotoets
3 AK en Didactiek
4 AK geven
5 AK basisschool
6 Geowijzer
7 AK is overal
orkaan, tornado (2.4)
B.1.7 De aspirant-student kan de ligging en kenmerken van Nederlandse landschappen beschrijven. •
Zandlandschap (dekzand, stuwwal), rivierkleilandschap (rivierklei, rivierbedding, uiterwaarde, rivierdijk), zeekleilandschap (zeedijk, polder [droogmakerij], duinlandschap (duin, getijde), veenlandschap (veen, polder), lösslandschap (löss, heuvel)
Hoog NL
Hoog NL:
6 landschappen:
Water en landschappen
Ligging en kenmerken
Zand, löss, veen,
Landschappen
(heuvellandschap,
Heuvellandschap,
krijt/löss
in Nederland (5.2)
van:
zeeklei, duin, rivierklei:
Nederland (heuvel,
zandlandschap,
rivierlandschap,
zand
Hoog-NL:
ontstaan, bewoning en
zand, rivier, veen, kust,
hoogveenlandschap).
zandlandschap (H3)
rivierklei
heuvellandschap,
specifieke kenmerken.
zeeklei) ( H6.1)
veen
zandlandschap,
(3.1 t/m 3.6)
(4.2) Laag NL
Laag NL:
zeeklei
rivierlandschap
(duinlandschap,
kustlandschap,
duin
Laag NL:
laagveenlandschap,
veenlandschap,
Kenmerken; (niet
veenlandschap,
zeekleilandschap,
zeekleilandschap (H3)
ligging)
kustlandschap.
rivierlandschap). (4.3) : löss (4.2.1)
Zeekleilandschap. Niet: löss
Uiterwaarden, rivierdijk, polder, veen
Extra: beschermde
Met name het
landschappen (4.4)
ontstaan en de ligging.
(Niet: löss)
Minder: de kenmerken van de landschappen
Extra: beschermde landschappen
B.1.8 De aspirant-student kan de ontstaanswijze van het Nederlandse landschappen verklaren. •
Rivier, (land)ijs, wind, zee, stuwwal, dekzand, grond(soort), sedimentatie, erosie
Polders (4.1)
19 1.
Basiskennis AK
2 Pabotoets
3 AK en Didactiek
4 AK geven
5 AK basisschool
6 Geowijzer
7 AK is overal
Stuwwallen en landijs
De vorming van
Vorming van NL in het
Relatie Nederlandse
Verklaring ontstaan:
Ontstaan van de
Landschappen
(4.2.1);
Nederland (ijstijd) (H3
kwartair:
‘bergen’en ijs (5.2.1)
ijs, wind, zee,
landschappen
Nederland (H6.3)
hoogveenmoeras
basisinzicht 1):
stuwwallen,
rivierwater, landijskap,
(zandlandschap, löss,
(4.2.3);
IJstijd, sedimentatie,
gletsjertongen,
stuwwallen.
veen, zeeklei, duin,
Ontwikkelingen in Laag
stuwwallen
strandwalen, dekzand.
(2.1
rivierklei)
Zandverstuiving,
Achtergrondinformatie
Paragraaf ‘Ontstaan’ bij
sedimentatie
c.)
resp. 3.1 t/m 3.6
(erosie en sedimentatie
Niet: sedimentatie,
ook in H6.3.2 vanwege
erosie
Nederland (4.3)
aardkorst)
B.1.9 De aspirant-student kan aan de hand van een kaartbeeld de spreiding van en het grondgebruik in (cultuur)landschappen in Nederland toelichten. •
Akkerbouwgebied, (glas)tuinbouwgebied, veeteeltgebied, bosgebied, bedrijventerrein industriegebied, haven), recreatiegebied, infrastructuur, bodem (bodemvruchtbaarheid), natuurgebied Verwijzing naar Grote
Kaart Nederland
Zie opmerkingen bij
Bosatlas
Landschappen
B1.4
kaarten 20, 21, 22, 23,
Bijlage 1, kaart 2 p. 93
6.3: Kaart p 220
24, 44.
B.2 Bevolking en ruimte B.2.1 De aspirant-student kan de bevolkingsspreiding in Nederland, Europa en de wereld beschrijven en verklaren. •
Bevolkingsdichtheid, klimaat, reliëf, ontwikkelingspeil
Wereld, Europa,
Landen en hun
Bevolkingsspreiding
Verdeling, verspreiding
Bevolkingsaantallen,
Bevolking Wereld (p.
Nederland: dicht- en
bevolking (H4)-
Bevolkingsgroei en
van bevolking over
demografie, geboorte
184);
dunbevolkte gebieden.
Bevolkingsspreiding,
leefomstandigheden
wereld,
en sterfte, emigratie,
Bevolkingsdichtheid
Relatie met klimaat.
dichtheid
(4.2.1) .
afhankelijk van diverse
immigratie,
Europa (p. 212);
factoren.
demografische transitie
Bevolkingsspreiding NL
(dus ook verklaren).
(6.)1
(p.225);
Verschillen in
20 1.
Basiskennis AK
2 Pabotoets
3 AK en Didactiek
4 AK geven
5 AK basisschool
6 Geowijzer
7 AK is overal
= niet
bevolkingsgroei (arm en rijke landen) (=
Ontwikkelingspeil niet
bevolkingsspreiding in
ontwikkelingspeil)
als begrip, maar in de
NL et cetera
tekst: verschillen in welvaart stad, platteland, tussen landen.
B.2.2 De aspirant-student kan ontwikkelingen in de bevolking in Nederland, Europa en de wereld beschrijven en verklaren. •
Natuurlijke bevolkingsgroei, geboortecijfer, sterftecijfer, geboorteoverschot, sterfteoverschot, migratie(stroom (immigratie, emigratie), gezinshereniging, vestigings- en vertrekfactor, demografische transitie, leeftijdsopbouw (bevolkingspiramide), vergrijzing
Migraties naar
Emigratie,
Migratie,
Migratie tussen en
Migratie, motieven,
Bevolkingsaantallen,
Wereldbevolking (p.
koloniën, jaren ‘50,
immigratie,
bevolkingsexplosie,
binnen landen (4.2.2).
vergrijzing, cultuur
demografie, geboorte
184); migratie (p. 187);
illegale migraties,
migratie,
geboortecijfer,
(3.2).
en sterfte, emigratie,
groei (p. 188)
migraties in Europa.
remigratie,
vergrijzing (9.1.1)
Bevolkingsopbouw
immigratie,
Bevolkingsdichtheid
(voorbeelden 5,6)
allochtoon,
Immigranten (9.2)
demografische transitie
Europa (p. 212),
Niet: demografische
vertrekfactoren,
autochtoon, allochtoon.
(6.1)
migratie (p. 213)
transitie,
vestigingsfactoren.
Migratiestromen.
Bevolkingsopbouw,
vergrijzing (p. 215)
leeftijdsopbouw
autochtoon,
Migratieredenen
demografische druk
vergrijzing,
(arbeid).
(6.2)
Bevolkingsgroei,
arbeidsmigratie.
Gezinshereniging.
Buitenlandse migratie
emigratie, (p. 226, 227)
Emigratie (9.6);
(pull &push factoren)
emigratiemotieven.
(6.3)
Bevolkingsontwikkeling, groei, krimp, vertrekoverschot, geboorteoverschot. (9.7)
21 1.
Basiskennis AK
2 Pabotoets
3 AK en Didactiek
4 AK geven
5 AK basisschool
6 Geowijzer
7 AK is overal
(Niet: sterfteoverschot, demografische transitie, bevolkingspiramide)
B.2.3 De aspirant-student kan het proces van de groei van steden beschrijven en verklaren. •
Industrialisatie, mechanisatie, urbanisatie, suburbanisatie, re-urbanisatie, platteland, stad, stadsdelen (centrum, wijken) stedelijk gebied Bevolkingsspreiding
Urbanisatie (9.1.2)
Urbanisatie,
Ruimtelijke aspecten
Urbanisatie,
Steden en stedelijke
Forensisme
mechanisatie, trek naar
suburbanisatie; (6.2.3).
van industrie: (p65).
wederopbouw,
gebieden (p. 211);
Suburbanisatie
de steden,
Stedelijke zones (6.2.4).
Ruimtelijke aspecten
suburbanisatie,
platteland (p. 211).
Urbanisatie
suburbanisatie (9.1.3)
van dienstverlening (p
groeikernen (6.4)
Industrialisatie (206)
NL en rest wereld
re-urbanisatie (9.1.4)
Wat is een stad (6.2.1)
80, 81)
Stad en dorp,
groeikernen,
Hoe zijn de steden
stedenbeleid (6.5)
ontstaan (2.2.2)
B.2.4 De aspirant-student kan oorzaken en gevolgen van huidige stedelijke problematiek onderscheiden. • Agglomeratievorming, megastad, grondprijs, bereikbaarheid (forensisme), segregatie, krottenwijken, stadvernieuwing (leefbaarheid) Zie bij B2.3
Hoe zijn de steden
Stedelijke gebieden,
Agglomeratie,
ontstaan (2.2.2) ;
forensen,
forensisme,
krottenwijken (p 29);
stadsvernieuwing (6.5);
Nadelen van wonen in
Autoverkeer in steden
Stedelijke netwerken,
de stad (6.2.3 p 152)
(p 83)
krachtige steden (6.6)
Groei steden (p. 226)
B.3 Bestaansmiddelen B.3.1 De aspirant-student kan economische sectoren en hun verspreiding en kenmerken beschrijven. • Landbouw (extensieve landbouw, intensieve landbouw), drainage, irrigatie, kunstmest, bosbouw, mijnbouw, visserij, industrie (chemische industrie [olieraffinage], textielindustrie, metaalindustrie [hoogoven], high techindustrie), dienstverlening (transport, handel), toerisme, informele sector, import, export, grondstof, recycling, halffabricaat, eindproduct, arbeid kennis(economie), kapitaal, afzetmarkt, afstand (relatieve afstand, absolute afstand), delfstof ijzererts, steenkool, aardolie, aardgas), infrastructuur (autoweg, spoorweg, kanaal, rivier, sluis), bruto nationaal product (BNP) (per inwoner)
22 1.
Basiskennis AK
2 Pabotoets
3 AK en Didactiek
4 AK geven
5 AK basisschool
6 Geowijzer
7 AK is overal
Akkerbouw, tuinbouw,
Primaire sector
Primaire sector: (8.2)
Landelijk gebied in NL
Landbouw (4.1) :
Primaire sector
Toerisme (Europa,
veeteelt, bosbouw (6.1)
Landbouw
Landbouw, Visserij
Veeteelt, akkerbouw,
(akkerbouw, tuinbouw,
(akkerbouw, veeteelt,
Nederland);
(6.2)
Grondstoffen
tuinbouw, bosbouw
bosbouw)
tuinbouw, bosbouw,
Industrie (p. 189, 230,
(9.2.1)
Intensieve
visserij, mijnbouw -
335)
Secundaire sector
Secundaire sector: (8.3)
Vestigingsfactoren
Eindproducten
Metaalindustrie, Elektr.
tuinbouw=glastuinbou
delfstoffen);
fabriek (grondstoffen,
Industrie
Industrie, chemische
w/kassen.
(8.2)
arbeiders, afzetmarkt,
Tertiaire sector
industrie, Voedings-
Veehouderij (extensief
Secundaire sector (ind.
Landbouw, akkerbouw,
transport) (7.2)
Diensten
grondstoffen,
en intensief, (extra
revolutie, zware
tuinbouw, veeteelt,
Quartaire sector (H6)
bouwnijverheid,
begrippen:
industrie, lichte
industrie ,
energiebedrijven.
hokdierhouderij,
industrie); (8.3)
dienstverlening (p. 229-
scharreldierhouderij).
Tertiaire sector
232)
Olieraffinaderij, chemische fabrieken,
Akkerbouw,
ijzer en staal,
Glastuinbouw,
Dienstverlening: (8.4)
Verspreiding:
(verkeer en vervoer,
landbouwverwerkende
bosbouw, veehouderij,
Transport, verkeer en
ruimtelijke aspecten
mainports, recreatie en
Verbindingen (water,
fabrieken ,
Intensieve landbouw
communicatie,
van landbouw (klimaat
toerisme);
weg, spoor, lucht) (p.
textiel/confectie,
(H7)
Toerisme en recreatie,
en grond) en menselijke
infrastructuur
238-240)
steen/keramiek,
Niet: Visserij
Non profit
factoren.
Quartaire sector. (8.4).
Niet: Visserij
cement,
(H6.3) NIET expliciet, (wel
elektrotechn./hightech
Productie in de
(7.3)
industrie
Productie in de
verwerkt in diverse
Veranderende
(eindproducten,
industrie: halffabricaat,
paragrafen)
vestigingsfactoren
grondstoffen,
grondstof,
Import, export,
(meer transporteren,
halffabricaten,
arbeidskracht,
eindproduct, kapitaal,
specialisatie,
mijnbouw,
grondstof, eindproduct,
afzetmarkt, ,
schaalvergroting,
arbeidskrachten,
afnemers
verhuizing) (7.4).
productiemiddelen)
Dienstverlenende
Afzetmarkt, transport,
bedrijven (8.2)
infrastructuur
Afzetmarkt,
(=fabrieken) (H8)
Infrastructuur
Ruimtelijke aspecten:
Transport (goederen en
(vestiging bij goede
23 1.
Basiskennis AK
2 Pabotoets
3 AK en Didactiek
4 AK geven
5 AK basisschool
personen, via weg,
Dienstverlening,
aan- en
water en lucht) (8.3)
toerisme, transport
afvoermogelijkheden
(H9)
zoals spoor,
Niet: bisserij Niet: BNP
6 Geowijzer
7 AK is overal
autosnelweg en Niet: infrastructuur =
havens)
wegen, kanalen, etc.
Niet: rivier, kanaal, sluis.
BNP Industrie: (H5) Metaalindustrie, chemische industrie, elektrotechnisch, hightech industrie. Delfstoffen Dienstverlening (6.1, 6.2) Transport, handel, overheid, onderwijs, toerisme, recreatie, Niet: BNP
B.3.2 De aspirant-student kan aan de hand van een kaartbeeld van Nederland en de wereld belangrijke economische gebieden aangeven. •
Niet nader genoemd Verwijzing naar kaarten
Kaart 3: industrie NL
op internet
Kaart 6 autosnelwegen en luchthavens Kaart 9 Toerisme EU
Kaart p. 228
24 1.
Basiskennis AK
2 Pabotoets
3 AK en Didactiek
4 AK geven
5 AK basisschool
6 Geowijzer
7 AK is overal
B.3.3 De aspirant-student kan het proces van globalisering en de gevolgen voor verschillende gebieden toelichten. •
Kolonie, global shift, schaalvergroting, transportkosten, werkgelegenheid, innovatie
Schaalvergroting
Industrie:
Globalisering (8.1.2)
Globalisering,
Globalisering (H6.2, p.
(7.4)
schaalvergroting,
(8.5.4)
multinationals, global
207)
transport,
shift, centrum en
infrastructuur
periferie (8.5)
Niet: global shift
Keerzijde van globalisering (8.6)
B.4 Arm en rijk B.4.1 De aspirant-student kan kenmerken van meer en minder ontwikkelde gebieden en de situatie van bewoners in die gebieden beschrijven en verklaren. •
Centrum-periferie (kolonie), levensverwachting, analfabetisme, voedselzekerheid (ondervoeding[honger]) gezondheidszorg, waterkwaliteit leeftijdsopbouw (bevolkingspiramide), verstedelijking (verstedelijkingstempo), welvaart (BNP per inwoner, handel [import, export, ruilvoet], verdeling beroepsbevolking)
In H5.1 spreiding van
Beroepsbevolking 8.1;
Onderontwikkeling
Migratiemotieven (3.2):
Indicatoren van
de bevolking (dicht/dun
ontwikkelingslanden.
(4.2.3) : kenmerken van
Rijke landen (p 45);
ontwikkeling,
‘arme’ landen, BNP,
Bevolkingsdichtheid en
gezondheidszorg,
voedselverbouwing en
levensomstandigheden:
onderwijs, BNP (9.1)
wonen).
(p 43)
bevolkt in relatie tot
Bevolkingsgroei en
Verstedelijking,
welvaart.
bevolkingsgroei, migratie, overurbanisatie (9.2)
B.5 Grenzen en identiteit B.5.1 De aspirant-student kan verschillende soorten grenzen beschrijven •
Natuurlijke grens (zee, oceaan, rivier, woestijn), politieke grens (land, provincie, gemeente)
B.5.2 De aspirant-student kan de relatie tussen grenzen en identiteit verklaren.
Arm en Rijk (6.1; p. 189)
25 1.
Basiskennis AK
•
2 Pabotoets
3 AK en Didactiek
4 AK geven
5 AK basisschool
6 Geowijzer
7 AK is overal
(streekproduct), grensconflict, vluchteling (economische-, politieke-, etnische, religieus)
B.5.3 De aspirant-student kan het ontstaan, de doelstellingen, de namen en de ligging van de belangrijkste landen van de Europese Unie beschrijven. •
Europese samenwerking (verkeer, migratie, handel) Europese Unie
Europese Unie
Europese Unie, doel,
Ontstaan EU,
Europese Unie (p. 213-
Internationale
(aanleiding tot
ligging en welke landen
(doelstelling, landen)
214), kaart (p. 212)
samenwerking
oprichting EEG) ( 8.5.1)
(=kaart 8), migratie
(7.3)
(3.2)
Europees beleid
Niet: namen en ligging
Niet: ligging/welke
landen
landen
(landbouw, regio, Niet: handel
innovatie (7.5) Niet: de ligging van de landen (zie opmerking bij B1.4 over kaarten)
B.5.4 De aspirant-student kan de spreiding van wereldgodsdiensten en belangrijke taalgebieden op een wereldkaart beschrijven. •
Christendom, Islam, Jodendom, Hindoeïsme, Boeddhisme, taalgrens Kaart Wereld 15: Talen; 16: Godsdiensten
B.6 Krachten der aarde B.6.1 De aspirant-student kan de landschapsvormende werking van endogene krachten beschrijven en verklaren. •
Aardkorst, continent, plaattektoniek, aardbeving, gebergtevorming (plooiing, breuk [horst, slenk], gesteente [zandsteen, kalksteen]), reliëf, vulkanisme (vulkaan, krater, lava, magma, geiser, hotspot), trog
Aardkorst, aard,
Aardbeving, vulkanen
Aardkorst,
De aarde fysisch:
Landschappen op de
Endogene en exogene
Hoog en Laag; Levende
beving, vulkanen
(2)
(schollen)=plaattekto-
schuivende platen
wereld; Hoogte en
krachten,
aarde (6.1 – de wereld):
niek, (6.1.1)
(2.2.2, p. 34).
reliëf (2.2): Aardkorst,
platentektoniek (5.1).
Aard korst, aardbeving,
(alleen de begrippen,
Gebergtevorming
Aardbeving (p. 35,37.
Aardbeving, vulkanen
Plaatbewegingen,
platen, plooi, vulkaan,
niet verklaren)
(6.1.2)
Trog (p. 36)
(p. 25)
divergentie,
lava, kloven, vloedgolf
(gebieden, soorten, magma, lava, etc.) (2.4)
26 1.
Basiskennis AK
6 Geowijzer
7 AK is overal
Niet plaattektoniek,
2 Pabotoets
Aardbevingen (6.1.3;
3 AK en Didactiek
4 AK geven
5 AK basisschool
convergentie (5.2).
(p. 175-176)
geiser, hotspot, trog
6.5.1)) Endogene
Vulkanisme, lava,
krachten (6.1.4).
krater, hotspot,
Vulkanisme (6.1.5):
doorsnede vulkaan
lava, hotspot. Geisers
(5.3)
(6.1.6) Magma (6.2.6) Niet: trog
B.6.2 De aspirant-student kan de landschapsvormende werking van exogene krachten beschrijven en verklaren. •
Verwering, erosie, sedimentatie, water (rivier, zee), wind, ijs (gletsjer), dal, fjord, gesteente (grind, zand, klei)
Rivieren (2.5): erosie,
Verwerking, erosie, (2)
Stollingsgesteenten
Waterkringloop,
Hoogte en reliëf:
Bergen, reliëf, gletsjers
Hoog en Laag; levende
sediment, grind, zand,
Sedimentatie (3)
(6.2.3),
gesteentekringloop,
gletsjer. Rivieren: grind,
(5.5)
wereld (6.1 – de
Sedimentgesteenten,
verweringsmateriaal,
zand klei (p. 26,27)
Gesteente, erosie (5.6)
Wereld):
(6.2.4).
rivier, sedimentatie,
Kringlopen- regenwater,
Verwering (6.3.1)
fossielen (2.2.3)
sneeuw, gletsjer,
klei. (begrippen)
Erosie en sedimentatie
ijsrivier, erosie, kiezel,
(6.3.2)
zand en klei, gesteente.
(gletsjers, rivieren,
(p176-177)
wind, zee, grotten) Grondsoorten en bodems (6.3.3) Klei, zand, slib, et cetera.
B.6.3 De aspirant-student kan natuurrampen beschrijven en verklaren en maatregelen noemen om schade te beperken. •
Vulkaanuitbarsting, aardbeving (tsunami), orkaan, tornado, overstroming, droogte
Vulkanen en
Aardbevingen,
Aardbeving, voorbeeld
Vulkanisme (5.3);
Vulkaan (p. 176),
aardbevingen (2.4) als
tsunami’s,
27 p. 25.
Orkaan, tornado (1.2, p.
tsunami (p. 176);
natuurverschijnsel, niet
vulkaanuitbarsting,
48, 49)
Overstroming:
27 1.
Basiskennis AK
2 Pabotoets
als natuurramp Niet: tsunami, orkaan,
6 Geowijzer
7 AK is overal
lawine (verschijnselen
3 AK en Didactiek
4 AK geven
5 AK basisschool
Aardbeving, tsunami
Maatregelen: dijken (p.
en maatregelen om
(5.4)
177)
schade te beperken)
Overstroming (NL 1953)
tornado, overstroming
en maatregel
maatregelen.
Deltawerken (4.3); Hoogwater (NL 1993, 1995) (4.4); Te veel water (4.6); Verwoestijning, bodemerosie en maatregelen (9.3)
B.7 Bronnen van energie B.7.1 De aspirant-student kan soorten energiebronnen beschrijven. •
Duurzame energie (windenergie, waterkracht [stuwdam], zonne-energie), fossiele brandstof steenkool, aardgas, aardolie), kernenergie, biobrandstof Duurzame energie (p. 234)
B.7.2 De aspirant-student kan het verband aangeven tussen welvaart, welzijn en energieverbruik in Nederland en wereldwijd. •
Energieproductie, energieverbruik, welvaartsstijging, vervuiling (luchtvervuiling) Kyoto protocol: kiezen voor economie en milieu? (8.5.3)
B.8 Water B.8.1 De aspirant-student kan de verschillende fasen van de waterkringloop beschrijven en verklaren. •
Waterkringloop, verdamping, condensatie (wolk), neerslag, grondwater (aquifer), oppervlakte water (rivier [bovenloop, gletsjer, middenloop, benedenloop, delta] stroomrichting, stroomgebied [zijrivier], waterscheiding, meer, zee, oceaan)
Rivieren 2.4
Vocht (5.2.3):
Kringlopen: water en
Neerslag en de
Hoog en Laag; levende
28 1.
Basiskennis AK
Niet: waterkringloop,
2 Pabotoets
3 AK en Didactiek
4 AK geven
Waterdamp, de
gesteente (2.2.3)
5 AK basisschool
6 Geowijzer
7 AK is overal
kringloop van het water
wereld (6.1 – de
e
kringloop van water,
(1 paragraaf 2.3)
Wereld): Kringlopen- regenwater,
neerslag
sneeuw, gletsjer, ijsrivier, erosie, kiezel, zand en klei, gesteente. (p. 176-177)
B.8.2 De aspirant-student kan waterverdeling tussen zoet en zout water in Nederland en in de wereld op hoofdlijnen beschrijven. •
Zoet water, zout water, brak water, grondwater, landijs, drinkwater(winning), waterstand (NAP), getijde (eb, vloed), wad
De getijden eb en vloed
Zoutwatermilieu ,
Fig. 4.1.1 Afsluitdijk
(2.3)
doodtij, NAP (7.4.2)
(zoet/zoutwater); Fig. 4.1.3 zoet/zout water NL/Deltawerken; NAP (4.1);
Niet: zoet en zout
Getijde, wad (4.5);
water NL en wereld
Waterproblemen wereldwijd (schoon, vervuild, drinkwater) (4.6) ; Drinkwater NL (3.5); Getijde, eb en vloed (4.5) p. 107
B.8.3 De aspirant-student kan ruimtelijke maatregelen, met name in Nederland, om het overstromingsrisico als gevolg zeespiegelstijging laag te houden, beschrijven en verklaren. •
Deltawerken (Oosterscheldedam), Zuiderzeewerken (Afsluitdijk), zeedijk, stormvloedkering, strand, kust, delta
Duinen (Duinlandschap
7.4: Eeuwige strijd
Nederland en
Laag Nederland (2.3):
Zuiderzeewerken,
Waterbeheer (p224).
(4.3.1);
tegen het water:
overstroming (5.2.3):
dijken en duinen,
Afsluitdijk (4.2);
Deltawerken (p342)
29 1.
Basiskennis AK
3 AK en Didactiek
4 AK geven
5 AK basisschool
6 Geowijzer
7 AK is overal
Dijken, ringvaart
2 Pabotoets
Zuiderzeewerken
Afsluitdijk,
Deltaplan, (p. 33);
Deltawerken,
Duinen en zeewering (p.
(Laagveenlandschap
(7.4.1)
deltawerken.
Afsluitdijk (p. 36)
Oosterscheldekering,
343)
4.3.2);
Deltaplan (7.4.2)
(4.3); Kustverdediging,
Oosterscheldedam
Stormvloedkering,
kustbeleid, (4.5).
(4.3.3.)
dammen. Broeikaseffect en zeespiegelstijging (7.5.2) dijken.
B.8.4 De aspirant-student kan ruimtelijke maatregelen, met name in Nederland, het overstromingsrisico bij rivieren laag te houden, beschrijven en verklaren. •
Rivierdijk, stroomgebied (verstening, neerslag), waterbekken, stuw
Dijken , Stuw
Deltaplan Grote
Rivieren en
Laag Nederland:
Deltaplan grote
(Rivierlandschap 4.3.4)
Rivieren (7.5.1)
Waterbeheer (p. 124,
Rivierlandschap (2.3):
rivieren,
125- 5.2.3)
dijken, uiterwaarde,
hoogwaterbeleid (4.4)
Rivierkleilandschap:
Waterbeheer (p. 224)
stuwen, sluizen
oorzaken van overstromingen (7.3.4)
B.8.5 De aspirant-student kan aangeven wat het belang is van schoon water voor de kwaliteit van leven van mensen. •
Drinkwater, sanitatie, watervervuiling, waterzuivering, watertekort, verdroging
Duinlandschap (4.3.1):
Drinkwater (7.3.6)
Water vervuiling,
Watercrisis (p. 182)
drinkwater zuivering.
infiltratiewater , duinen
Drinkwater (p. 44)
watertekort, verdroging
Drinkwater,
(p. 233)
(4.6);
waterbeheer,
Drinkwater (3.5)
schoonwater
30 1.
Basiskennis AK
2 Pabotoets
3 AK en Didactiek
4 AK geven
5 AK basisschool
6 Geowijzer
7 AK is overal
C. Kaarten De kaarten dekken de topografie af. Bij aardrijkskunde wordt gewerkt met een standaardlijst van 300 topografische namen die CITO heeft opgesteld en het KNAG heeft overgenomen. Het gaat om de volgende negen kaarten: Bijlage p. 272: de 300
H13: standaardlijst is
topo items.
opgenomen. Zie opmerking bij B1.4 over kaarten
Kaart 1 Klimaten wereld + vegetatiezones (B.1.4) Figuur 3.1a (p. 24)
Bijlage 1, kaart 11 (p. 102)
Kaart 2 (cultuur)Landschappen Nederland (B.1.9) Figuur 4.1 (p. 44)
Bijlage 1, kaart 2, (p.
Figuur 4.2 (p. 45)
93)
p. 228
Kaart 3 Bevolkingspreiding/dichtheid Nederland (B.2.1) Figuur 5.4 (p. 69)
p. 41
p. 225
Kaart 4 Bevolkingspreiding/dichtheid Europa (B.2.1) Figuur 5.3 (p. 68)
p. 40
p. 212
Kaart 5 Bevolkingspreiding/dichtheid wereld (B.2.1) Figuur 5.1 (p. 66)
Kaart 13 (p. 104)
Kaart 6 Arme en rijke landen wereld (B.4.1) Figuur 5.2 (p. 67)
Kaart 14 (p.-105)
Kaart 7 Godsdiensten en cultuurgebieden wereld (B.5.4) Kaart 16 (p. 107) Kaart 8 Taalgebieden wereld (B.5.4) Figuur 5.5 (p. 71)
Kaart 15 (p. 106)
p. 245
31