Inspectierapport KDV Moeder's Schoot (Locatie BSO) (BSO) Dr. H.Colijnstraat 483 1067 CE AMSTERDAM Registratienummer: 557581047
Toezichthouder: GGD Amsterdam In opdracht van: Gemeente Amsterdam Datum inspectie: 05-08-2014 Type onderzoek: Onderzoek na aanvraag Status: definitief Datum vaststellen inspectierapport: 01-09-2014
KDV Moeder's Schoot (Locatie BSO) - Onderzoek na aanvraag 05-08-2014
1/16
Inhoudsopgave Het onderzoek Observaties en bevindingen Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang Pedagogisch klimaat Personeel en groepen Veiligheid en gezondheid Accommodatie en inrichting Ouderrecht Inspectie-items Gegevens voorziening Gegevens toezicht
KDV Moeder's Schoot (Locatie BSO) - Onderzoek na aanvraag 05-08-2014
2/16
Het onderzoek Onderzoeksopzet 'Kindercentrum Moeders Schoot B.V.' heeft op 24 juli 2014 een verzoek ingediend tot overname van twee kinderdagverblijven en één buitenschoolse opvang genaamd 'KDV Moeder's Schoot (Locatie BSO)' Dit rapport is opgesteld naar aanleiding van een onderzoek na aanvraag voor de buitenschoolse opvang 'Kinderdagverblijf KDV Moeder's Schoot (Locatie BSO)' aan de Dr. H. Colijnstraat 483. Het onderzoek na aanvraag is uitgevoerd op 5 augustus 2014 op grond van artikel 1.62, eerste lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. In dit onderzoek is beoordeeld in hoeverre de vestiging redelijkerwijs zal gaan voldoen aan de kwaliteitseisen; kwaliteitseisen met betrekking tot de praktijk zijn hierbij niet beoordeeld. De toezichthouder heeft meerdere malen contact gezocht met de directeur omdat de aangeleverde documenten niet compleet waren.
Beschouwing Algemeen In de praktijk is er sprake van een doorstart van de organisatie. De voormalige houder 'Kinderdagverblijf Moeder's Schoot B.V.' is onlangs failliet verklaard en er wordt onder de naam 'Kindercentrum Moeders Schoot B.V.' een doorstart gemaakt. Kindercentrum Moeders Schoot B.V. heeft twee bestuurders die beide zelfstandig bevoegd zijn. Eén van beide bestuurders is de voormalig directeur van de vorige houder. De tweede bestuurder exploiteert elders in Nederland verschillende kindercentra. Tijdens het onderzoek is verklaard dat deze persoon geen invloed zal uitoefenen op de beleidsvoering. Het merendeel van de beroepskrachten heeft een nieuwe arbeidsovereenkomst ontvangen. De plaatsingsovereenkomsten van alle ouders worden niet vervangen maar lopen door. Ouders hebben naar aanleiding van het faillissement wel de mogelijkheid gehad om de plaatsingsovereenkomst per direct op te zeggen. De doorstart wordt gemaakt met drie locaties: de beide kinderdagverblijven aan de Dr. H. Colijnstraat 250 en 252 en de buitenschoolse opvang aan de Dr. H. Colijnstraat 483. De locatie aan de Ewoud Worststraat zal geen doorstart maken. Tot 1 augustus jl. was de curator verantwoordelijk voor de opvang op alle locaties, daarna is de verantwoordelijkheid overgedragen aan de nieuwe houder 'Kindercentrum Moeders Schoot B.V.' Voor de exploitatie door de nieuwe houder is echter nog geen besluit genomen. De locaties blijven, totdat er een besluit is genomen op de aanvragen door de nieuwe houder, geregistreerd in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen op basis van de eerdere registraties. Tijdens het inspectieonderzoek waren de directeur en de intern begeleider aanwezig. Aangezien er voorafgaand aan het onderzoek nog geen beleid is opgesteld door de houder heeft de toezichthouder de gelegenheid geboden het beleid na te sturen. Bij het beoordelen van deze stukken is gebleken dat de vestigingen niet redelijkerwijs zouden gaan voldoen aan een groot aantal van de kwaliteitseisen die worden gesteld. Omdat de locaties reeds in exploitatie zijn is er overleg en overreding toegepast. De leidinggevende en de intern begeleider hebben op verzoek van de directeur stukken gestuurd om aan te tonen hoe er zal worden voldaan aan deze kwaliteitseisen voordat er een besluit zal worden genomen door de gemeente. Er is op verzoek van de directeur en de leidinggevende meerdere malen uitstel verleend en ook na het aanleveren van de laatste stukken is gebleken dat zij nog steeds bezig zijn met het afstemmen van het beleid. Tijdens het eerstvolgende onderzoek zal extra aandacht worden besteed aan met name het veiligheids- en gezondheidsbeleid. Indien onvoldoende aan de voorschriften wordt voldaan zal aan de gemeente geadviseerd worden om handhavend op te treden. Locatie De buitenschoolse opvang heeft twee groepen met ieder twintig kindplaatsen voor kinderen in de leeftijd van vier tot twaalf jaar. Op iedere groep werkt dagelijks één vaste beroepskracht, alleen op de dinsdagen werken er op iedere groep twee beroepskrachten. Op het wijzigingsformulier heeft de houder ook een naamswijziging voor de buitenschoolse opvang doorgegeven. In tegenstelling tot wat de opvangsoort doet vermoeden heeft de houder aangegeven de naam van de buitenschoolse opvanglocatie te wijzigen in 'Kinderdagverblijf Moeder's Schoot B.V.' Vertrouwenspersoon Er is geen vertrouwenspersoon aangesteld voor ouders en/of personeel. Klachtencoördinator De houder is aangesloten bij de externe klachtencommissie sKK. In de interne klachtenprocedure is opgenomen dat de directeur van het kinderdagverblijf de functie van klachtencoördinator bekleedt. Er is geen functieomschrijving vastgesteld voor de functie van klachtencoördinator.
Advies aan college van B&W Uit onderzoek is gebleken dat nog niet aan alle kwaliteitseisen wordt voldaan, maar de houder heeft binnen het onderzoek aangetoond dat de vestiging bij aanvang van de exploitatie redelijkerwijs zal voldoen aan de kwaliteitseisen die bij wet- en regelgeving aan de exploitatie zijn gesteld. De toezichthouder adviseert om de KDV Moeder's Schoot (Locatie BSO) - Onderzoek na aanvraag 05-08-2014
3/16
exploitatie van de vestiging met LRKP-nummer 557581047 door Kindercentrum Moeders Schoot B.V. toe te staan en dit, evenals de gewijzigde naam, op te nemen in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen.
KDV Moeder's Schoot (Locatie BSO) - Onderzoek na aanvraag 05-08-2014
4/16
Observaties en bevindingen Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang Kinderopvang in de zin van de wet De opvang valt binnen de gestelde definitie. Er is sprake van kinderopvang in de zin van de wet. Kinderopvang en naleving wet- en regelgeving De nieuwe houder 'Kindercentrum Moeders Schoot B.V.' heeft een aanvraag gedaan voor de exploitatie van drie vestigingen. De houder heeft geen andere vestigingen in exploitatie. Gebruikte bronnen: - Inspectieonderzoek
KDV Moeder's Schoot (Locatie BSO) - Onderzoek na aanvraag 05-08-2014
5/16
Pedagogisch klimaat Tijdens het inspectieonderzoek is geconstateerd dat het pedagogisch beleidsplan niet aan alle gestelde eisen voldeed. Enkele voorbeelden hiervan: de beschrijving van de wijze waarop de vier pedagogische doelen worden bereikt is zeer minimaal en geeft geen duidelijk beeld van de werkwijze op deze locatie, de werkwijze met betrekking tot de basisgroepen is onvolledig, de wijze waarop ondersteuning is vormgegeven indien een beroepskracht alleen bij de locatie aanwezig is werd niet in duidelijke en observeerbare termen beschreven en het wenbeleid was niet duidelijk beschreven. De houder heeft binnen de termijn van het onderzoek een aangepast pedagogisch beleidsplan aan de toezichthouder gestuurd. Pedagogisch beleidsplan Er is een pedagogisch beleidsplan opgesteld voor de buitenschoolse opvang. In het pedagogisch beleidsplan wordt beschreven op welke wijze de emotionele veiligheid wordt gewaarborgd, op welke wijze de sociale en persoonlijke competenties worden gestimuleerd en op welke wijze de overdracht van normen en waarden plaatsvindt. In het pedagogisch beleidsplan is opgenomen dat, om de emotionele veiligheid van de kinderen te waarborgen, er vaste pedagogische medewerkers worden ingezet. Tijdens het halen en brengen van de kinderen van de scholen en tijdens de pauzes in de vakanties worden er echter andere personen ingezet. De houder dient nader uit te werken hoe er zorg voor wordt gedragen dat de emotionele veiligheid op deze momenten gewaarborgd blijft. Daarnaast wordt in het pedagogisch beleidsplan beschreven op welke wijze de beroepskrachten worden ondersteund door onder andere de directeur, de leidinggevende, de intern begeleidster, de huishoudelijk medewerkster en stagiaires. Tevens wordt beschreven op welke wijze kinderen kunnen wennen als ze voor het eerst naar de buitenschoolse opvang komen en wat het beleid is ten aanzien van de mogelijkheid om extra dagdelen af te nemen. Ten slotte wordt beschreven dat als een beroepskracht alleen op de locatie kinderen opvangt, dit kan tijdens de schoolvakanties voorkomen, er bij een calamiteit contact opgenomen dient te worden met iemand van de directie. Deze kan altijd binnen vijf minuten aanwezig zijn. De houder dient nog nader uit te werken hoe er zorg voor gedragen wordt dat er een tweede volwassene aanwezig is bij de buitenschoolse opvang indien er wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. Gebruikte bronnen: - Pedagogisch beleidsplan BSO, versie 1.2 mei 2013 (ontvangen d.d. 24 juli 2014) - Pedagogish beleidsplan BSO, versie 1.3 augustus 2014 (ontvangen d.d. 11 augustus 2014) - Pedagogisch beleidsplan BSO, versie 1.4 2014 (ontvangen d.d. 21 augustus 2014) - Gesprek met de directeur en de intern begeleidster op 5 augustus 2014
KDV Moeder's Schoot (Locatie BSO) - Onderzoek na aanvraag 05-08-2014
6/16
Personeel en groepen De nieuwe houder 'Kindercentrum Moeders Schoot B.V.' neemt vrijwel alle beroepskrachten die werkzaam zijn op de locatie over en heeft hun nieuwe arbeidsovereenkomsten aangeboden. Verklaring omtrent het gedrag De rechtspersoon 'Kindercentrum Moeders Schoot B.V.' is in het bezit van een geldige verklaring omtrent het gedrag. De toezichthouder heeft beoordeeld dat twee van de vier personen die werkzaam zijn bij de buitenschoolse opvang beschikken over een verklaring omtrent gedrag die is afgegeven voor de werkzaamheden bij de vorige houder. De andere twee beroepskrachten beschikken reeds over een nieuwe verklaring omtrent het gedrag. Passende beroepskwalificatie De toezichthouder heeft beoordeeld dat alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao Kinderopvang is opgenomen. Opvang in groepen De buitenschoolse opvang heeft twee basisgroepen. De groepen de Regenboog en de Sterren bestaan ieder uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van vier tot twaalf jaar. De kinderen zijn geplaatst in een basisgroep. Het kan voorkomen dat kinderen in een andere groep dan de basisgroep waarin zij zijn geplaatst worden opgevangen. Dit gebeurt echter alleen bij de afname van extra dagen. Hiervoor wordt schriftelijke toestemming van de ouders gevraagd vóór de tijdelijke opvang in de andere groep. Beroepskracht-kind-ratio Uit de planningslijsten blijkt dat op maandag, woensdag, donderdag en vrijdag dagelijks maximaal tien kinderen per groep verwacht worden. Hiervoor wordt per groep één beroepskracht ingezet. Op dinsdag worden er op iedere groep maximaal twaalf kinderen opgevangen, dan worden er twee beroepskrachten per groep ingezet. Op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag hebben de beroepskrachten de volgende werktijden: 14.00-18.30 uur. Op woensdag hebben de beroepskrachten de volgende werktijden: 11.00-18.30 uur. Zij pauzeren niet op schooldagen. Tijdens de schoolvrije dagen hebben de beroepskrachten dagelijks de volgende werktijden: 8.30-18.30 uur. De beroepskrachten pauzeren dan ieder een uur tussen 13.00-14.00 uur. Gedurende de pauze worden de beroepskrachten ieder vervangen door de leidinggevende en de intern begeleider. Tijdens schoolvrije dagen of ten gevolge van een calamiteit kan het voorkomen dat er een beroepskracht alleen in het kindercentrum aanwezig is. De achterwacht is dan als volgt geregeld: de beroepskrachten kunnen dan contact opnemen met de directie die kantoor houden op de andere vestigingen. Zij kunnen altijd binnen vijf minuten aanwezig zijn. Gebruik van de voorgeschreven voertaal Gedurende de hele opvang zal door alle beroepskrachten Nederlands worden gesproken. Gebruikte bronnen: - Afschriften (aanvragen) verklaringen omtrent het gedrag - Afschriften beroepskwalificaties - Personeelrooster BSO (ontvangen d.d. 21 augustus 2014) - Personeelrooster BSO vakantie en schoolloze dagen (ontvangen d.d. 21 augustus 2014) - Planningslijsten augustus 2014 (overhandigd tijdens het inspectiebezoek d.d. 5 augustus 2014) - Pedagogisch beleidsplan BSO, versie 1.4 2014 (ontvangen d.d. 21 augustus 2014) - Gesprek met de houder en intern begeleidster d.d. 5 augustus 2014 - E-mailberichten ontvangen d.d. 21 en 22 augustus 2014 - Inspectieonderzoek
KDV Moeder's Schoot (Locatie BSO) - Onderzoek na aanvraag 05-08-2014
7/16
Veiligheid en gezondheid Voorafgaand aan het inspectieonderzoek van 5 augustus 2014 heeft de houder geen risico-inventarisaties veiligheid en gezondheid alsmede een plan van aanpak (waaronder werkinstructies en protocollen) toegestuurd. Na afloop van het inspectiebezoek op locatie heeft de houder op 11 augustus 2014 de risico-inventarisaties veiligheid en gezondheid alsmede het volledige plan van aanpak veiligheid en gezondheid aan de toezichthouder toegezonden. De toezichthouder heeft beoordeeld dat deze risico-inventarisaties alsmede de plannen van aanpak niet voldeden aan alle eisen conform wet- en regelgeving. De toezichthouder heeft de houder in het kader van overleg en overreding in de gelegenheid gesteld om de stukken aan te passen. Op 25 augustus 2014 heeft de houder dezelfde risico-inventarisaties met enkele aangepaste onderdelen van de plannen van aanpak aan de toezichthouder toegezonden. De toezichthouder heeft deze stukken meegenomen in het onderzoek. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De leidinggevende heeft de risico-inventarisaties veiligheid en gezondheid op 7 augustus 2014 uitgevoerd aan de hand van de risicomonitor. In de risicomonitor wordt per risico beschreven welke maatregelen zijn genomen om de kans dat het risico zich voordoet te verkleinen en er staat bij de veiligheidsrisico's ook beschreven in welk document de maatregelen die moeten worden uitgevoerd zijn vastgelegd. De risico-inventarisatie veiligheid is uitgevoerd voor de binnenbergruimte, de (niet-aangrenzende) buitenruimte, de keuken, de leefruimtes en de sanitaire ruimtes. De maatregelen die beroepskrachten dienen uit te voeren om de veiligheid van de kinderen te waarborgen zijn opgenomen in verschillende documenten zoals het protocol veiligheid, het protocol buitenspelen en het protocol speelgoed. Er zijn geen eenmalige acties meer die uitgevoerd dienen te worden. Tijdens het onderzoek is geconstateerd dat niet alle groepsspecifieke veiligheidsrisico's door de houder zijn geïnventariseerd. Dit zijn onder andere de risico’s met betrekking tot het gebruik van de fitnessapparatuur en het speeltoestel die in de groepsruimte stonden. De leidinggevende heeft in een e-mailbericht van 25 augustus jl. verklaard dat de apparaten inmiddels verwijderd zijn. Ook de risico’s die het halen van de kinderen van verschillende scholen met zich meebrengen zijn niet geïnventariseerd terwijl in het pedagogisch beleidsplan staat beschreven dat er kinderen van vijf scholen worden opgehaald. Bij twee van de scholen worden de kinderen met de auto opgehaald en van de drie andere scholen worden de kinderen lopend door de beroepskrachten opgehaald. In het pedagogisch beleidsplan wordt alleen beschreven dat er altijd een beroepskracht voor aan 'de lijn' (hiermee wordt een evacuatietouw bedoeld waaraan ringen zitten die de kinderen vast kunnen houden) loopt en een beroepskracht achter aan 'de lijn.' Deze werkwijze is in de praktijk echter niet uitvoerbaar aangezien er vier dagen per week maar twee beroepskrachten worden ingezet. De leidinggevende heeft in een e-mailbericht van 25 augustus jl. hierop gereageerd door te stellen dat het ‘vanwege de terugloop van het aantal kinderen dat wordt opgevangen bij de BSO mogelijk is dat er één beroepskracht per school kinderen haalt. De looplijn wordt dan niet gebruikt, de kinderen dragen hesjes, lopen twee aan twee in de rij met de beroepskracht vooraan.’ Zij voegt hieraan toe dat ‘indien de beroepskracht-kindratio overschreden wordt er een beroepskracht aangenomen wordt en dat op dit moment tevens de directieleden (directeur/leidinggevende/ intern begeleider) de kinderen ophalen.’ Dit komt niet overeen met het protocol ophalen (versie september 2013) dat door de vorige houder is opgesteld. Er zal nieuw beleid opgesteld moeten worden dat aansluit bij de huidige situatie en dat aan de oudercommissie voorgelegd dient te worden. Tevens zal bij het eerstvolgende inspectiebezoek de samenhang tussen de geïnventariseerde risico's en de maatregelen worden beoordeeld. De houder verwijst naar vele beleidsstukken maar door onder andere veranderingen in de praktijk en aanpassingen in het beleid komen niet alle maatregelen die in digitale risicomonitor door de houder worden genoemd terug in de werkinstructies en protocollen waarnaar wordt verwezen. De risico-inventarisatie gezondheid is eenmaal uitgevoerd voor de thema’s: de overdracht van ziektekiemen, het binnenmilieu en het buitenmilieu. Voor het thema medisch handelen is de risico-inventarisatie per groep uitgevoerd. Bij een deel van de maatregelen die de beroepskrachten moeten uitvoeren om de gezondheid van de kinderen te waarborgen wordt verwezen naar diverse protocollen (zoals het protocol milieu, het protocol gezondheid en het protocol schoonmaak). Bij de maatregelen die genomen worden om de overdracht van ziektekiemen te waarborgen wordt echter niet beschreven waar deze zijn vastgelegd. De beroepskrachten zijn dagelijks verantwoordelijk voor de schoonmaak tussen 18.00-18.30 uur. Daarnaast kunnen ze in overleg met de leidinggevende een uur eerder starten indien er grote objecten schoongemaakt dienen te worden. Voor de registratie van ongevallen zal het standaardformulier dat via de risicomonitor wordt uitgegeven gebruikt worden. Beroepskrachten hebben hiertoe toegang via de computers op de groep. Er zal één keer per maand een teamvergadering plaatsvinden waarbij alle beroepskrachten geacht worden aanwezig te zijn. Meldcode kindermishandeling Er wordt bij het kindercentrum gebruikgemaakt van de ‘Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling’ van de Brancheorganisatie kinderopvang (versie juli 2013). Deze meldcode is toegespitst op de organisatie (zo wordt onder andere aandacht besteed aan de rol van de intern begeleidster) en de meldcode is voorzien van een versienummer en een versiedatum.
KDV Moeder's Schoot (Locatie BSO) - Onderzoek na aanvraag 05-08-2014
8/16
Er is niet beoordeeld of de houder de kennis en het gebruik van de meldcode voldoende bevorderd. Volgens het pedagogisch beleidsplan volgen de beroepskrachten cursussen om signalen van kindermishandeling te herkennen. Daarnaast zijn de leidinggevende en de directeur aangesteld als aandachtsfunctionaris en zullen zij de beroepskrachten ondersteunen bij het gebruik van de meldcode. Bij het eerstvolgende inspectiebezoek zal aan de hand van de praktijk worden beoordeeld of de houder hiermee de kennis en het gebruik van meldcode voldoende bevordert. Gebruikte bronnen: - Risico-inventarisatie veiligheid, d.d. 7 augustus 2014 (ontvangen d.d. 11 augustus 2014 en d.d. 25 augustus 2014) - Risico-inventarisatie gezondheid, d.d. 7 augustus 2014 (ontvangen d.d. 11 augustus 2014 en d.d. 25 augustus 2014) - Plan van aanpak: beschrijving van maatregelen en (gedrags)afspraken in de digitale risicomonitor, diverse werkinstructies en protocollen (ontvangen d.d. 11 augustus en d.d. 25 augustus 2014) - 'Meldcode KO Moedersschoot 2014 versie 1.2' (ontvangen d.d. 11 augustus 2014) - Pedagogisch beleidsplan BSO, versie 1.4 2014 (ontvangen d.d. 21 augustus 2014) - Gesprek met de directeur en de intern begeleidster d.d. 5 augustus 2014 - Inspectieonderzoek
KDV Moeder's Schoot (Locatie BSO) - Onderzoek na aanvraag 05-08-2014
9/16
Accommodatie en inrichting Binnenspeelruimte Uit de plattegrond die is opgesteld ten behoeve van de aanvraag van de omgevingsvergunning blijkt dat de beide basisgroepsruimtes een oppervlakte hebben van 75,6 m² en zijn daarmee geschikt voor de opvang van twintig kinderen per groep. De ruimtes zijn passend ingericht voor de leeftijd van de kinderen. In beide groepen staat een hoge tafel waar de kinderen aan kunnen eten en bijvoorbeeld aan kunnen knutselen. Ook staat er een bank waar de kinderen een boek kunnen lezen en is er los spelmateriaal beschikbaar voor de kinderen dat zij zelf kunnen pakken. Buitenspeelruimte De buitenschoolse opvang mag gebruikmaken van een schoolplein om de hoek van de locatie. De kinderen kunnen de buitenruimte via de stoep bereiken. Deze buitenspeelruimte is toegankelijk en heeft ruim voldoende oppervlakte voor de opvang van veertig kinderen. Er staat een hek omheen dat gesloten kan worden en er zijn een klimrek en doeltjes aanwezig. Daarnaast kan de buitenschoolse opvang gebruikmaken van los spelmateriaal. Gebruikte bronnen: - Plattegrond (d.d. 23 februari 2012), ontvangen d.d. 6 augustus 2014 - E-mailberichten d.d. 21 en 22 augustus 2014 - Inspectieonderzoek
KDV Moeder's Schoot (Locatie BSO) - Onderzoek na aanvraag 05-08-2014
10/16
Ouderrecht Voorafgaand aan het inspectieonderzoek van 5 augustus 2014 heeft de houder geen documenten toegestuurd waaruit blijkt op welke wijze ouders worden geïnformeerd over het beleid. Na afloop van het inspectiebezoek op locatie heeft de houder op 11 augustus 2014 onder andere het ouderbeleid en een nieuwsbrief toegestuurd. De toezichthouder heeft beoordeeld dat het ouderbeleid niet alle vereiste informatie bevat. De toezichthouder heeft de houder in het kader van overleg en overreding in de gelegenheid gesteld om de stukken aan te passen. Op 21 augustus 2014 heeft de houder een aangepast pedagogisch beleidsplan ontvangen waarvan de houder beschrijft dat deze aanvullend aan het ouderbeleid aan ouders wordt verstrekt om hun te informeren over de vereiste onderwerpen. De toezichthouder heeft dit stuk meegenomen in het onderzoek. Informatie De houder informeert de ouders door middel van het ouderbeleid, een bijlage bij, het pedagogisch beleidsplan, de website www.moedersschoot.nl, intakegesprekken en nieuwsbrieven. In het ouderbeleid worden ouders onder andere geïnformeerd over het pedagogisch beleid, de opleidingseisen, de inzet van beroepskrachten in opleiding en het veiligheids- en gezondheidsbeleid. In het pedagogisch beleidsplan worden ouders geïnformeerd over de groepsgroottes. In het pedagogisch beleidsplan wordt met betrekking tot de beroepskracht-kind-ratio slechts benoemd dat 'op tien kinderen altijd minimaal één gediplomeerde pedagogisch medewerker aanwezig is.' De houder dient nader te specificeren wanneer er een tweede beroepskracht ingezet wordt. Bij het eerstvolgende inspectiebezoek zal opnieuw worden onderzocht in welke mate de houder bij de beschrijving van de beroepskracht-kind-ratio rekening heeft gehouden met de verschillende aantallen en leeftijden van de op te vangen kinderen. De houder heeft alle ouders door middel van een brief geïnformeerd over het faillissement van 'Kinderdagverblijf Moedersschoot B.V.' en de doorstart van 'Kindercentrum Moeders Schoot B.V.' Ten tijde van het inspectieonderzoek op 5 augustus 2014 beschreef de informatie aan ouders nog de oude situatie. De toezichthouder heeft op 22 augustus jl. opnieuw de website geraadpleegd. De informatie met betrekking tot de exploitatie van het kindercentrum in de Ewoud Worststraat is inmiddels verwijderd maar de houder heeft nog niet de meest recente documenten beschikbaar gesteld. Er worden onder andere verouderde versies van het ouderbeleid en het pedagogisch beleidsplan beschikbaar gesteld. Klachten De houder heeft een klachtenregeling voor ouders ingesteld. Deze regeling is te vinden in het document 'Klachtenprocedure Klanten kindercentrum Moeders Schoot BV'. De houder brengt de klachtenregeling op passende wijze onder de aandacht van ouders door middel van de aparte klachtenprocedure, het pedagogisch beleidsplan en het ouderbeleid. De regeling in de klachtenprocedure geeft duidelijk weer dat een ouder zich te allen tijde tot de onafhankelijke klachtencommissie kan richten. Deze informatie dient tevens aan de beschrijvingen die in het ouderbeleid en pedagogisch beleidsplan zijn opgenomen te worden toegevoegd. Gebruikte bronnen: - Pedagogisch beleidsplan BSO, versie 1.4 2014 (ontvangen d.d. 21 augustus 2014) - Document: 'Klachtenprocedure Klanten kindercentrum Moeders Schoot BV' (ontvangen d.d. 21 augustus 2014) - Document: 'Ouderbeleid' (versie 1.2 ontvangen d.d. 11 augustus 2014) - Document: 'Brief ouders doorstart d.d. 4 augustus 2014' - Website www.moedersschoot.nl (geraadpleegd d.d. 5 en 22 augustus 2014) - Gesprek met de directeur en de intern begeleidster d.d. 5 augustus 2014 - Inspectieonderzoek
KDV Moeder's Schoot (Locatie BSO) - Onderzoek na aanvraag 05-08-2014
11/16
Inspectie-items Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang Kinderopvang in de zin van de wet De opvang vindt bedrijfsmatig of anders dan om niet plaats. Gedurende de opvang wordt verzorging en opvoeding geboden en een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van kinderen. De opvang is gericht op kinderen in de leeftijd dat ze naar het basisonderwijs kunnen gaan. Kinderopvang en naleving wet- en regelgeving Er loopt geen handhaving in het kader van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen tegen de vestiging(en) van de houder.
Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleidsplan De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de basisgroep. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop kinderen kunnen wennen aan een nieuwe basisgroep waarin zij zullen worden opgevangen. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen het beleid ten aanzien van het gebruikmaken van kinderopvang gedurende extra dagdelen.
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot exploitatie aan het college van B&W overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar. Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de CAO Kinderopvang is opgenomen. Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. A. De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. Of B. De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. Indien een kind in een andere basisgroep dan de vaste basisgroep wordt opgevangen, dan duurt dat niet langer dan de tussen houder en ouder schriftelijk overeengekomen periode. Beroepskracht-kind-ratio A. De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. OF B. De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: KDV Moeder's Schoot (Locatie BSO) - Onderzoek na aanvraag 05-08-2014
12/16
- 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. Bij buitenschoolse opvang gedurende schooldagen, kunnen ten hoogste een half uur per dag minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kind-ratio vereist is. Bij buitenschoolse opvang gedurende vrije dagen, kunnen ten hoogste drie uur per dag minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kind-ratio vereist is. Deze inzet betreft de tijd voor 9.30 uur en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze. De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 uur en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten. Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. Gebruik van de voorgeschreven voertaal A. De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. Of B. Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode.
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud. De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud. De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling die voldoet aan de beschreven eisen.
Accommodatie en inrichting Binnenspeelruimte Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3,5 m² passend ingerichte binnenspeelruimte beschikbaar. De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. Buitenspeelruimte Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3 m² buitenspeelruimte beschikbaar. De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk. De buitenspeelruimte is vast beschikbaar voor de buitenschoolse opvang. De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen. De niet-aangrenzende buitenspeelruimte is in de directe nabijheid van het kindercentrum. De niet-aangrenzende buitenspeelruimte is voor kinderen goed bereikbaar. De niet-aangrenzende buitenspeelruimte is voor kinderen veilig bereikbaar.
Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders over het te voeren beleid. Klachten De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van ouders die voldoet aan de beschreven eisen. De houder brengt de klachtenregeling voor ouders op passende wijze bij hen onder de aandacht. De houder ziet erop toe dat de klachtencommissie voor ouders werkt met een reglement. KDV Moeder's Schoot (Locatie BSO) - Onderzoek na aanvraag 05-08-2014
13/16
KDV Moeder's Schoot (Locatie BSO) - Onderzoek na aanvraag 05-08-2014
14/16
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Vestigingsnummer Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse opvang
: : : : :
KDV Moeder's Schoot (Locatie BSO) 000025450204 http://www.moedersschoot.nl 40 Nee
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcde en plaats KvK nummer Website
: : : : :
Kindercentrum Moeders Schoot B.V. Dr. H.Colijnstraat 252 1067 CP AMSTERDAM 34297724
: : : : :
GGD Amsterdam Inspectie kinderopvang Postbus 2200 1000 CE AMSTERDAM 020 555 55 75 Mw. drs. A. Schaap
Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Postadres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam Postadres Postcode en plaats
: Gemeente Amsterdam : Amstel 1 : 1011 PN AMSTERDAM
Planning Datum inspectiebezoek Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststellen inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
05-08-2014 27-08-2014 01-09-2014 01-09-2014 02-09-2014
: 02-09-2014 :
KDV Moeder's Schoot (Locatie BSO) - Onderzoek na aanvraag 05-08-2014
15/16
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Zienswijze n.a.v. inspectie Kindercentrum Moeders Schoot BV Locatie: Dr. H. Colijnstraat 483 ________________________________________ Klachtencoördinator De functieomschrijving van de klachtencoördinator is inmiddels opgesteld. Pedagogisch beleidsplan Het pedagogisch beleidsplan is herzien; op welke wijze de emotionele veiligheid gewaarborgd wordt tijdens het brengen en halen van de kinderen in vakanties en pauzes, staat nu beschreven. Inventarisatie veiligheid en gezondheid Het protocol ophalen is inmiddels herzien. De risico-inventarisatie is opnieuw uitgevoerd. Klachten De informatie m.b.t. het indienen van klachten bij de onafhankelijke klachtencommissie (SKK) is inmiddels in het pedagogisch beleidsplan opgenomen.
KDV Moeder's Schoot (Locatie BSO) - Onderzoek na aanvraag 05-08-2014
16/16