Inspectierapport Incidenteel onderzoek Peuterspeelzaal Campus Columbus Weegbree 2 4 1705 RA HEERHUGOWAARD
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Hollands Noorden Heerhugowaard 22 oktober 2015 Incidenteel onderzoek Definitief 30 oktober 2015
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................3 Observaties en bevindingen ...............................................................................................4 Pedagogisch klimaat .....................................................................................................4 Personeel en groepen....................................................................................................5 Veiligheid en gezondheid ...............................................................................................6 Ouderrecht..................................................................................................................7 Inspectie-items................................................................................................................8 Gegevens voorziening..................................................................................................... 10 Gegevens toezicht.......................................................................................................... 10 Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal......................................................................... 11
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal incidenteel onderzoek 22-10-2015
Campus Columbus te HEERHUGOWAARD
2 van 11
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 2.20 lid 3 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een aangekondigd incidenteel onderzoek. Beschouwing Op 22 oktober 2015 heeft, op verzoek van gemeente Heerhugowaard, een incidenteel onderzoek plaatsgevonden bij kindercentrum Campus Columbus, op de Weegbree 2-4 te Heerhugowaard. De peuterspeelzaal (PSZ)groep heeft in dit kindercentrum de beschikking over een groepsruimte die met de buitenschoolse opvang wordt gedeeld. Aanleiding voor dit onderzoek is de melding van stichting Kinderopvang Heerhugowaard (SKH), om na de herfstvakantie van 2015 de PSZ te verhuizen naar de aangrenzende school. In principe betreft het een interne verhuizing met een uitbreiding van opvangdagen. Het maximum aantal op te vangen kinderen op deze locatie betreft 15 kindplaatsen. De PSZ zal geopend zijn op maandag-, dinsdag-, donderdag- en vrijdagochtend van 8:45-11:30 uur. De groepsruimte zal met de jongste groep (4-5 jarige) van de buitenschoolse opvang worden gedeeld. Conclusie: Conform artikel 62 van de Wet kinderopvang heeft de toezichthouder door een eenmalig onderzoek onderzocht of de exploitatie redelijkerwijs zal plaatsvinden in overeenstemming met de kwaliteitseisen uit de Wet- en regelgeving. Op basis van informatie verkregen uit het interview met de vestigingsmanager, een documentenonderzoek en observatie van de nieuwe ruimte, is het de verwachting dat er sprake zal zijn van verantwoorde kinderopvang. Tijdens de jaarlijkse inspectie van 2015 zullen alle voorwaarden van de Wet kinderopvang beoordeeld worden. Advies aan College van B&W Geen handhaving. Het aantal kindplaatsen in het LRKP dient aangepast te worden naar maximaal 15. De toezichthouder adviseert het college om het verzoek tot wijziging van gegevens in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen (LRKP) toe te wijzen.
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal incidenteel onderzoek 22-10-2015
Campus Columbus te HEERHUGOWAARD
3 van 11
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Binnen de Wet kinderopvang gelden normen voor de aanwezigheid van een pedagogisch beleidsplan, de inhoud van een pedagogisch beleidsplan en de relatie van het beleidsplan met de praktijk. Beoordeeld is of er een pedagogisch plan aanwezig is en of deze inhoudelijk aan de gestelde eisen voldoet. Pedagogisch beleid Het pedagogisch beleidsplan/werkplan is naar de nieuwe situatie aangepast. De houder heeft de wijzigingen m.b.t. de stamgroep en de groepsruimte aangepast. Tijdens de eerstvolgende inspectie zal de aansluiting van het beleid met de praktijk worden getoetst. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mevrouw M. Bankras.) Observaties (Groepsruimte) Pedagogisch werkplan (PSZ Campus Columbus La Pinta)
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal incidenteel onderzoek 22-10-2015
Campus Columbus te HEERHUGOWAARD
4 van 11
Personeel en groepen Binnen de Wet kinderopvang gelden normen voor de kwalificatie en inzet van beroepskrachten, stagiaires en beroepskrachten in opleiding.
Verklaring omtrent het gedrag De huidige beroepskrachten van de PSZgroep verhuizen mee naar de nieuwe groepsruimte. Zij zijn in het bezit van een geldige verklaring omtrent het gedrag.
Passende beroepskwalificatie De houder dient rekening te houden met de eis dat alle beroepskrachten werkzaam in de PSZ dienen te beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie. De beroepskrachten beschikten over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie. Opvang in groepen De huidige PSZgroep bestaat uit één stamgroep van maximaal 16 kinderen in de leeftijd van 2-4 jaar. De houder wil na de herfstvakantie 2015 starten in een groepsruimte in de basisschool. Deze ruimte is kleiner, en omdat de houder de eisen van de Wet kinderopvang uit de dagopvang aanhoudt, zal de nieuwe PSZ groep bestaan uit maximaal 15 kinderen in de leeftijd van 2-4 jaar. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mevrouw M. Bankras.) Observaties (Groepsruimte) Pedagogisch werkplan (PSZ Campus Columbus La Pinta)
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal incidenteel onderzoek 22-10-2015
Campus Columbus te HEERHUGOWAARD
5 van 11
Veiligheid en gezondheid Binnen de Wet kinderopvang gelden normen die betrekking hebben op de veiligheid en gezondheid in een kindercentrum. De houder van een kindercentrum dient beleid te voeren dat ertoe leidt dat de veiligheid en de gezondheid van de op te vangen kinderen in en rond het kindercentrum zoveel mogelijk is gewaarborgd. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De risico-inventarisaties veiligheid en gezondheid zijn gemaakt met behulp van een digitale risicomonitor en dateren van 20 oktober 2015. Een aantal acties staan omschreven in het actieplan. Acties die nog moeten worden uitgevoerd is o.a. het vast zetten van de stellingkast en het vullen van gaatjes in de wand. De acties zijn van dien aard, dat het aannemelijk is dat deze zaken voor de start van de opvang uitgevoerd zijn. Een verschoontafel dient nog geplaatst te worden. De vestigingsmanager stelt dat de planning twee weken aangeeft. Kinderen worden in de tussentijd verschoond in de voormalig groepsruimte. De groepsruimte is ingericht met diverse speelhoeken, een lage handenwasvoorziening en divers meubilair. Tijdens de inspectie zijn geen onveilige of ongezonde aspecten opgemerkt. Aan de getoetste voorwaarden wordt voldaan. Vierogenprincipe De nieuw te gebruiken ruimte grenst direct aan de hal en een naast gelegen klaslokaal. Door middel van grote ramen is inkijk naar de PSZgroep goed mogelijk.. Verder wordt het al bestaande beleid gehandhaafd. Aan de voorwaarden is voldaan. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mevrouw M. Bankras.) Observaties (Groepsruimte) Risico-inventarisatie veiligheid (20 oktober 2015) Risico-inventarisatie gezondheid (20 oktober 2015) Actieplan veiligheid (20 oktober 2015) Actieplan gezondheid (20 oktober 2015) Pedagogisch werkplan (PSZ Campus Columbus La Pinta)
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal incidenteel onderzoek 22-10-2015
Campus Columbus te HEERHUGOWAARD
6 van 11
Ouderrecht Binnen de Wet kinderopvang gelden normen die betrekking hebben op de wijze waarop de houder de ouders betrekt en informeert inzake het beleid. Ouders dienen juist geïnformeerd te zijn over de gang van zaken in het kindercentrum.
Informatie De voorgenomen verhuizing is direct van invloed op het verloop van de praktijk. De houder dient rekening te houden met een tijdige informatievoorziening naar ouders, wanneer de samenstelling van de PSZgroepen verandert. Tijdens de eerstvolgende inspectie zal hierop worden getoetst. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mevrouw M. Bankras.) Observaties (Groepsruimte) Pedagogisch werkplan (PSZ Campus Columbus La Pinta)
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal incidenteel onderzoek 22-10-2015
Campus Columbus te HEERHUGOWAARD
7 van 11
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor die peuterspeelzaal kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Een verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot registratie aan het college van B&W overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 2.6 lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder de peuterspeelzaal exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 2.6 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij de peuterspeelzaal overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 2.6 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie overeenkomstig de cao Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in peuterspeelzaalgroepen.
(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder informeert de ouders en de kinderen tot welke peuterspeelzaalgroep het kind behoort en welke beroepskrachten op welke dag voor welke groep verantwoordelijk zijn en welke vrijwilligers op deze dag aanwezig zijn. (art 2.5 en 2.6 lid 2 en 2.11 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie veiligheid op voor alle voor kinderen toegankelijke ruimtes in een peuterspeelzaal, waaronder de buitenspeelruimte. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal incidenteel onderzoek 22-10-2015
Campus Columbus te HEERHUGOWAARD
8 van 11
De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. (art 2.5 en 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen.
(art 2.5 en 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie gezondheid op. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen.
(art 2.5 en 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. (art 2.5 en 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Vierogenprincipe De houder van een peuterspeelzaal organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht, de beroepskracht in opleiding of de werkzame vrijwilliger, de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 2 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal incidenteel onderzoek 22-10-2015
Campus Columbus te HEERHUGOWAARD
9 van 11
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: : : :
Campus Columbus http://www.kinderopvang-heerhugowaard.nl 24 Nee
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer
: : : : :
Stichting Kinderopvang Heerhugowaard W. M. Dudokweg 47 1703 DA HEERHUGOWAARD www.kinderopvang-heerhugowaard.nl 41238064
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Hollands Noorden Postbus 9276 1800 GG Alkmaar 088-0100549 Mevrouw E. Horvath
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Heerhugowaard : Postbus 390 : 1700 AJ HEERHUGOWAARD
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Hoor en wederhoor Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : : : :
22-10-2015 Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing 30-10-2015 30-10-2015 30-10-2015
: 31-10-2015
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal incidenteel onderzoek 22-10-2015
Campus Columbus te HEERHUGOWAARD
10 van 11
Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal Niet van toepassing.
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal incidenteel onderzoek 22-10-2015
Campus Columbus te HEERHUGOWAARD
11 van 11