Stationsbesturing voor 3 Sporen met Omrijspoor Beschrijving: Het lokindividuele besturingssysteem LISSY bestaat uit Infrarood-zenders die in de lok zitten en ontvangers , waarvan de Infraroodsensoren in de rails ingebouwd worden. Railbezetmelders of Railscheidingen zijn niet nodig. De Ontvangers zijn zo geconfigureerd dat een 3-sporig Station (schaduwstation) met een Omrijspoor volledig automatisch gestuurd wordt.
De Loks , die in het block voor de stations inrit zijn, zoekt de inritmanager automatisch een vrij spoor schakelt de betreffende rijweg en signalen en rijdt de trein op het gekozen spoor. De Uitritmanager zoekt cyclisch een trein, schakelt de betreffende rijweg en het uitrit signaal op groen zodat de trein uit het station kan vertrekken. Zijn alle sporen in het station bezet, wacht de trein bij de Inritmanager net zolang, tot de Uitritmanager een spoor vrijgeeft. Alle treinen die aan de voorwaarden van het Omrijspoor voldoen – dat is in deze uitgave treincategorie 4 worden over het Omrijspoor gestuurd. De in de LNCV 13 van de inritmanager opgegeven waarde 100 dient ervoor om alle treinen over het omrijspoor te laten rijden. Via de magneetartikeladressen 130 en 131 wordt de stations-besturing in zijn geheel uitgeschakeld, bv. om manueel te rijden. Voorwaarde op de Modelbaan: Een station met max. 3 sporen en een optionele omrijspoor Attentie: Het omrijspoor kan niet als extra station spoor gebruikt worden De digitale wissels en signalen moeten op de ingestelde wisseladressen van het sporenplan geprogrammeerd worden. Signalen moeten hierbij niet fysiek op de baan aanwezig zijn. Het makkelijkste is het om de adressen van wissels en signalen - zoals in de programmering van de station besturing zijn gebruikt – te gebruiken en aan te passen, wil men andere adressen gebruiken zo moeten de ontvanger modules omgeprogrammeerd worden.
1
Wordt het omrijspoor voor Loks met treincategorie 4 gebruikt, moet de Lissy-ontvanger met LNCV 115 =4 geprogrammeerd worden. De te schakelen rijwegen moeten in de Intellibox of IB Switch geprogrammeerd worden. Attentie: Voor het schakelen van rijwegen in de Intellibox heeft men het Rijwegenmanagment nodig het wordt van de systeemsoftware vanaf versie 1.55 ter beschikking gesteld. Inbouw van Zender en Ontvanger: Dit gebeurd zoals beschreven in hoofdstuk 3.2 van het lissy-handboek. De Infraroodsensoren van de ontvangers worden volgens Stations-tekening als dubbelsensor ingebouwd en aan het Loconet aangesloten. Hoe dit te doen staat in hoofdstuk 4.2 tot 4.4 van het lissy-handboek Het gedeelte tussen een sensor en de bijhorende stoppunt, bv. voor een signaal, moet zo lang zijn, dat het met de zender voorziene voertuig (lok, wagon) erin tot stilstand kan komen. In duwbedrijf is met de gehele treinlengte rekening te houden . Programmering van de Zender: Iedere Lissy-zender heeft vanaf fabriek adres 3. de programmering op een andere, vrij kiesbare Lok adres en treincategorie staat in hoofdstuk 3.3 van het Lissy-handboek. Programmeren van de Ontvanger module: De 5 Lissy-ontvangers van de schaduwstations-besturing zijn reeds hiervoor voorgeprogrammeerd. Enkel de individuele signaaladressen in de opvolgende blokken moeten nog worden geprogrammeerd Het te programmerende gedeelte is met een ( * ) gemarkeerd en grijskleurig. Gebruikt men een tweede Combipacket 68020 ter uitbreiding van het station naar 8 sporen plus een omrijspoor moet men deze 5 Lissy-ontvangers volgens de tabel voor stations uitbreiding omprogrammeren, hoe dit te doen staat in hoofdstuk 5 van het Lissy-handboek. Programmering van Rijwegen: De te schakelen rijwegen voor het station moeten of - in de Intellibox – of in de IB-Switch staan. De Lissy-ontvangers zijn zo geprogrammeerd, dat deze de Rijwegen van de Intellibox (vanaf softwareversie 1.55) activeren. Bij gebruik van de IB-Switch moet de programmering van de ontvangers naar de tabellen van de om-programmering van de ontvanger module voor de IB-Switch gebruikt worden.
2
Rijwegengroep en nummer Rijwegen Functie
3/1
3/2
3/3
3/4
3/5
3/6
3/7
3/8
Magneetartikel
Inrit Spoor 1 20170
Inrit Spoor 2 20171
Inrit Spoor 3 20180
Uitrit Spoor 1 20181
Uitrit Spoor 2 20190
Uitrit Spoor 3 20191
OmrijSpoor 20200
Signalen op rood 20201
Stap 0
113 R
113 R
113 G
122 R
123 R
123 G
113 R
101 R
Stap 1
112 G
112 R
110 G
121 R
122 G
122 G
112 G
102 R
Stap 2
111 R
110 G
101 G
121 R
121 R
111 G
103 R
Stap 3
110 G
102 G
103 G
121 G
Stap 4
Rijwegen Nummer Rijwegen Functie
1
2
3
4
5
6
7
8
Inrit Spoor1 1 bezet
Inrit Spoor2 2 bezet
Inrit Spoor3 3 bezet
Uitrit Spoor 1 4 bezet
Uitrit Spoor 2 5 bezet
Uitrit Spoor 3 6 bezet
Omrij Spoor 7 bezet
Signalen op rood 8 bezet
113 R 112 G
113 R 112 R
113 G 110 G
122 R 121 R
123 R 122 G
123 G 122 G
113 R 112 G
101 R 102 R
Stap 3
111 R
110 G
101 G
121 R
121 R
111 G
103 R
Stap 4
110 G
102 G
103 G
121 G
Rijwegen plaatsen Via terugmelding Stap 1 Stap 2
Stap 5
3
110 G
110 G
In bedrijf nemen van de besturing: • Ieder Stations-signaal wordt op rood gezet • Iedere trein die het station gaat gebruiken, moeten voor het block met de Inritmanager opgezet worden • De eerste lok wordt handmatig in het block van de Inritmanager gereden • Deze stelt de rijweg op spoor 1 en de lok rijdt spoor 1 binnen Attentie: dit geldt voor alle Loks die niet in treincategorie 4 ingedeeld zijn • De resterende treinen kunnen nu in de inritmanager gereden worden, deze bezet achter elkaar de ter beschikking zijnde sporen van het station. • Hierna moet handmatig een rijweg voor het uitrijden van het station ingesteld worden. De trein stopt in het block van de Uitritmanager voor het rode signaal (S120). • Het uitrijsignaal van de Uitritmanager moet dan op groen, en als de trein het block heeft verlaten weer op rood gesteld worden. • De Lissy-ontvangers van de blokken hebben nu de benodigde informatie en het automatisme is in bedrijf.
Uitzetten van de Besturing: De modules zijn zo geprogrammeerd dat de actuele bedrijstoestand – zoals de stand van de wissels en signalen, en waar welke trein is, bij het uitschakelen wordt opgeslagen. Wel noodzakelijk is het – dat alle treinen stilstaan. Bij het uitschakelen van de Modelbaan zijn volgende stappen aanbevolen: • De uitritmanager wordt gedeactiveerd, indien men via de Intellibox per hand het wisseladres 131 op rood zet. • Omdat nu geen trein meer uit het station kan rijden, raakt het station vol. • Staat het gehele treinverkeer stil, kan de Modelbaan worden uitgeschakeld • De actuele bedrijfstoestand wordt opgeslagen.
In bedrijf nemen na het herinschakelen van de Modelbaan: • De Uitritmanager wordt weer geactiveerd, als via de Intellibox per hand het wisseladres 131 op groen gezet wordt. • Per hand wordt de rijweg voor het uitrijden van een willekeurig spoor ingesteld. • Het uitrijsignaal van de uitrijmanager moet dan op groen, en , nadien de trein het block verlaten heeft weer op rood gesteld worden.
Reset: Wil men de programmering van een ontvanger module op de fabrieksinstelling terugzetten, moet men in de LNCV 2 de waarde 100 programmeren. Iedere module wordt dan - inclusief het moduleadres - op de waardes teruggezet die onder Fabrieksprogrammering van de Ontvanger module beschreven worden. Tip: De stickers (bv. LE 101) kan men op de modules laten zitten, men weet dan op welke waardes een module teruggezet kan worden. Als alternatief kan men het generaal adres 65535 gebruiken, om via LNVC 0 het module adres uit te lezen. Attentie: De Lissy-ontvangers van de Extra-editie “Schaduwstations besturing” kunnen alleen op de functie “Inritmanager” , “Uitritmanager” , en “Blockpositie” geprogrammeerd worden. Alle andere bedrijfsopties zijn niet mogelijk.
4
Fabrieksprogrammering van de Ontvanger module: Attentie: De te schakelen Rijwegen moeten in de Intellibox opgeslagen zijn !
Basisprogrammering van de LNCV’s 0 – 15 van de 5 Lissy Ontvangers LE
0
1
2
3 4
5
110
Functie Inritmanager
LNCV
6
7
8
9
10
11
12
13
14 15
110
0
8
0
0
2 110
0¹
0²
0
0
130
0
100
0
9
101
Blockpositie
101
0
23
0
0
2 101 1100
0³
0
0
130
0
0
0
9
102
Blockpositie
102
0
23
0
0
2 102 1100
0³
0
0
130
0
0
0
9
103
Blockpositie
103
0
23
0
0
2 103 1100
0³
0
0
130
0
0
0
9
120
Uitritmanager
120
0
9
0
0
2 120 20201
0
0
0
131
0
110
0
9
Wordt de Stations-besturing in een bestaand Blocksysteem geïntegreerd, moet men de met een “ ¹ , ² , ³ ” gemerkte vakken van de volgende LNCV – waardes voorzien: ¹ = Adres van het Blockuitritsignaal van het vorige block met het eindcijfer 0 voor rood ² = Adres van het Blockuitritsignaal van het vorige block met het eindcijfer 1 voor groen ³= Adres van het Blockuitritsignaal van het vorige block met het eindcijfer 1 voor groen
5
LNVC
….0
….1
….2
….3
….4
….5
….6
….7
….8
….9
Spoor 1
2….
101
20170
20000
0
0
0
0
0
0
0
Spoor 2
3….
102
20171
20000
0
0
0
0
0
0
0
Spoor 3
4….
103
20180
20000
0
0
0
0
0
0
0
Omrijspoor
12….
100
0
20004
0
0
0
0
0
0
0
LNCV
…0
…1
…2
…3
…4
…5
…6
…7
…8
…9
Spoor 1
2…
101
20181
20000
0
0
0
0
0
0
0
Spoor 2
3…
102
20190
20000
0
0
0
0
0
0
0
Spoor 3
4…
103
20191
20000
0
0
0
0
0
0
0
Omrijspoor
12…
100
20200
1100
0³
0
0
0
0
0
0
³ = Adres van het Blockinritsignaal van de Inritmanager met het eindcijfer 1 voor groen Omprogrammeren van de Ontvanger-Modules voor de IB-Switch: De kenmerkende cijfers van de te schakelen Rijwegen in de IB-Switch verschillen ten opzichte van de Intellibox. daarvoor moeten, als de te schakelen Rijwegen in de IB-Switch opgeslagen zijn, bij de Lissy ontvangers de LNCV’s in de GRIJS gekleurde vakken verandert worden.
Basisprogrammering van de LNCV’s 0 – 15 van de 5 Lissy Ontvangers LE
0
1
2
3 4
5
110
Functie Inritmanager
LNCV
6
7
8
9
10
11
12
13
14 15
110
0
8
0
0
2 110
0¹
0²
0
0
130
0
100
0
9
101
Blockpositie
101
0
23
0
0
2 101 1100
0³
0
0
130
0
0
0
9
102
Blockpositie
102
0
23
0
0
2 102 1100
0³
0
0
130
0
0
0
9
103
Blockpositie
103
0
23
0
0
2 103 1100
0³
0
0
130
0
0
0
9
120
Uitritmanager
120
0
9
0
0
2 120
0
0
0
131
0
110
0
9
83
¹ = Adres van het Blockuitritsignaal van het vorige block met het eindcijfer 0 voor rood ² = Adres van het Blockuitritsignaal van het vorige block met het eindcijfer 1 voor groen ³= Adres van het Blockuitritsignaal van het vorige block met het eindcijfer 1 voor groen 6
Programmering van de Lissy ontvanger LE 110 (Inritmanager) LNCV …0 …1 …2 …3
…4
…5
…6
…8
…9
Spoor 1
2…
101
13
20000
0
0
0
0
0
0
0
Spoor 2
3…
102
23
20000
0
0
0
0
0
0
0
Spoor 3
4…
103
33
20000
0
0
0
0
0
0
0
Omrijspoor
12…
100
0
20004
0
0
0
0
0
0
0
Programmering van de Lissy ontvanger LE 120 (Uitritmanager) LNCV …0 …1 …2 …3
…4
…5
…6
…7
…8
..9
Spoor 1
2…
101
43
20000
0
0
0
0
0
0
0
Spoor 2
3…
102
53
20000
0
0
0
0
0
0
0
Spoor 3
4…
103
63
20000
0
0
0
0
0
0
0
Omrijspoor
12…
100
73
1100
0³
0
0
0
0
0
0
³ = Adres van het Block-inritsignaal van de Inritmanagers met het eindcijfer 1 voor groen
7
…7
Programmering van de Ontvanger module als Stations-uitbreiding: Wordt een tweede Combipakking 68020 voor de uitbreiding van het station naar 8 Sporen plus Omrijspoor gebruikt, zo zijn de 5 Lissy ontvangers volgens hoofdstuk 5 van het Lissy-handboek om te programmeren. De Ontvanger modules kan men met de veranderden Adressen beschrijven.
De Programmering van de 5 Ontvangers ziet er als volgt uit: LE
1
2
3
4
5
Functie 104 Blockpositie
LNCV
0
6
7
104 0
23
0
0
2
104 1100
105 Blockpositie
105 0
23
0
0
2
106 Blockpositie
106 0
23
0
0
107 Blockpositie
107 0
23
0
108 Blockpositie
108 0
23
0
8
9
10
11
12
13
14
15
0³
0
0
130
0
0
0
9
105 1100
0³
0
0
130
0
0
0
9
2
106 1100
0³
0
0
130
0
0
0
9
0
2
107 1100
0³
0
0
130
0
0
0
9
0
2
108 1100
0³
0
0
130
0
0
0
9
³ = Adres van het Block-inritsignaal van de Inritmanager met het eindcijfer 1 voor groen
LNCV
8
…0
…1
…2
…3
…4
…5
…6
…7
…8
…9
Spoor 1
2…
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Spoor 2
3…
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Spoor 3
4…
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Omrijspoor
12…
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
LNCV
…0
…1
…2
…3
…4
…5
…6
…7
…8
Spoor 1
2…
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Spoor 2
3…
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Spoor 3
4…
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Omrijspoor
12…
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Attentie: De Rijwegen in de Intellibox of IB-Switch moeten gelijk aan het uitgebreide Station zijn.
Deze beknopte omschrijving van de Extra-uitgave “Stations-besturing voor 3 Sporen met Omrijspoor (68020) wordt bij het pakket in het Duits meegeleverd. Het is aan te bevelen om het Lissy – Handboek aan te schaffen. Dit kan via de Website van Uhlenbrock (Duitstalige en Engelstalige handleidingen) of via de Nederlandse Importeur Hobbytime , welke de Nederlandse Handleidingen ter download heeft. Het gebruik van deze handleiding is geheel op EIGEN RISICO.
9
…9