6
Tekst: Gert-Jan van Zoggel, Marcel Bouwman, Joop van Rossem
Fotografie: René Theunissen, Frank Zwinkels
O
s s
,
h e t
m a g a z i n e
•
zo m e r
2015
Water, weg en spoor: een kansrijk kruispunt Net als margarine en de pil is transport onderdeel van het economisch dna van Oss. Jarenlang werden Oss en transportondernemers als Harry Vos, Wim Vos en Van Rosmalen in één adem genoemd. Vandaag de dag zijn het water, weg en spoor die de logistieke toekomst van Oss bepalen. Een toekomst die er bijzonder kansrijk uitziet, zo laat een kijkje achter de schermen zien.
OOC Terminals: extended gate van Rotterdam
7 O
s s
,
h e t
m a g a z i n e
•
zo m e r
2015
Wie op school tijdens de geschiedenis- of aardrijkskundeles goed heeft opgelet, weet dat de mens bij de locatiekeuze van een nederzetting vaak een strategische keuze maakte. Vanuit militair oogpunt lag het voor de hand een hooggelegen plek uit te kiezen, zodat men goed uitzicht had over de omgeving en de eigen woonplaats bovendien gemakkelijk kon verdedigen. Hadden de bewoners economische drijfveren, dan was het logisch een plek in de nabijheid van de kust, een rivier of belangrijke handelsweg te kiezen. Goede verbindingen met de omgeving waren ook toen al een belangrijke voorwaarde voor handel en daarmee stedelijke groei. Sla de wereldkaart er maar op na. Vrijwel alle grote steden in de wereld liggen aan de kust of aan een belangrijke rivier. Noem ze maar op: Caïro, Peking, Singapore, New York, Parijs, Londen, maar ook Amsterdam, Antwerpen en Rotterdam. Oss mag zich dan niet tot de grote wereldsteden rekenen, ook voor deze middelgrote Brabantse stad geldt dat de eerste bewoners destijds bewust voor de nabijheid van een water- en handelsweg kozen. En juist deze nabijheid maakt dat Oss op het internationale logistieke speelveld een partij is om rekening mee te houden. Landelijk gezien is de regio Oss-Veghel-Eindhoven
Eric Nooijen na Venlo, Waalwijk-Tilburg en West-Brabant de vierde logistieke hotspot van Nederland. De groeipotentie is anno 2015 zo groot dat de gemeente Oss logistiek – naast life sciences en agrifood – heeft aangemerkt als speerpunt van economisch beleid. En niet zonder reden. Van de beroepsbevolking in de regio werkt dertig procent direct of indirect in de logistiek. Hoog, maar ook minder hoog opgeleiden kunnen daar emplooi vinden: hbo’ers met een achtergrond in de technische informatica zijn er hard nodig, maar ook heftruck- en vrachtwagenchauffeurs, order pickers en administratief medewerkers kunnen er zo aan de slag. In dit dossier nemen we een kijkje achter de schermen van deze dynamische sector in Oss. We brengen in beeld wat de logistiek in Oss zoal omvat en proberen te achterhalen waar de kansen liggen om logistiek Oss op te stomen in de vaart der volkeren. We beginnen onze tocht op de plek waar water, weg en spoor in Oss bij elkaar komen, bij OOC Terminals – onder Ossenaren beter bekend als de Osse Overslagcentrale – aan het Burgemeester Delenkanaal. Daar ontmoeten we Eric Nooijen, algemeen directeur van OOC Terminals. In zijn kantoor met uitzicht op een kleurig palet van hoog opgestapelde zeecontainers vertelt hij over de ontwikkeling die het vervoer over water in Oss de afgelopen jaren heeft doorgemaakt. “Met name de vervanging van de oude hefbrug bij Macharen door een ophaalbrug in 2009 heeft veel teweeggebracht”, vertelt Nooijen. “Dat was natuurlijk van belang voor de luxe jachten die bij Heesen Yachts te water werden gelaten. Maar ook voor de binnenvaart. Met die verandering werd de Osse haven ineens bereikbaar voor aanzienlijk grotere binnenvaartschepen.” Ter illustratie: hierdoor kan een schip met duwbak van 190 meter lang en 11.40 meter breed in één keer 6.000 ton aan goederen binnenvaren. Omgerekend zijn dat 200 grote vrachtwagens, die – als je ze achter en tegen elkaar aan zet – een file vormen van 3,6 kilometer. “Bedenk wat dat scheelt aan drukte op de weg.”
8 O
s s
,
h e t
m a g a z i n e
•
zO m e r
2015
Dergelijke ontwikkelingen laten eens te meer zien dat Oss met logistiek een groeibriljant in handen heeft. Maar hoewel transport al sinds jaar en dag een kernactiviteit is van het Osse bedrijfsleven, is dat besef er pas sinds enkele jaren. Jan van Erp, zelf al meer dan 40 jaar werkzaam in de transportbranche, als zelfstandig ondernemer en de laatste jaren in deeltijd als projectmanager van het Logistiek Platform Oss (LPO), weet daar alles van. “Nog niet eens zo heel lang geleden was het, in Nederland en dus ook in Oss, ieder voor zich en God voor ons allen: logistiek ondernemers gunden elkaar het licht in de ogen niet, en met de gemeente Oss, met haar top down-mentaliteit en haar overdaad aan regels en regeltjes, was al helemaal geen gesprek mogelijk.”
Jan van Erp Wat er nou precies het eerste was, laten we even in het midden. Vaststaat dat de nieuwe brug samen met de komst van bedrijven zoals Bracofeed, Fransen Gerrits en Agrifirm een katalyserend effect had op de activiteit in de Osse haven. In korte tijd groeide Oss uit tot een van de belangrijkste binnenhavens van ons land voor overslag van diervoeders. Ongeveer twintig procent van alle grondstoffen voor veevoeders die Nederland in- en uitgaan, komt door de haven van Oss. “Maar ook veel bouwgrondstoffen, containers, mineralen, schroot, olie en styreen worden in de Osse haven overgeslagen”, vult Nooijen aan. “Daarmee bedienen we een zeer brede doelgroep in een regio van ongeveer honderd kilometer rondom Oss.”
In het begin van deze eeuw, zo rond 2006, 2007, kenmerkte de sector zich door moordende concurrentie, waar elke vorm van samenwerking argwanend van de hand werd gewezen. De transportondernemers waren puur gericht op overleving van het eigen bedrijf. Daarnaast kende de gemeente een in zichzelf besloten ambtenarencultuur, die van logistiek nog lang geen economisch speerpunt had gemaakt. Het klinkt wellicht vreemd, maar het was juist de economische crisis die in 2008 het tij deed keren. Enthousiast schetst Van Erp hoe de crisis leidde tot een actieve samenwerking tussen de verschillende participanten op de logistieke markt: “Oss is altijd al een belangrijke logistieke speler geweest: Van Rosmalen, later overgegaan in DHL, Wim Vos, later opgegaan in NedLloyd en Harry Vos, nu Vos Logistics. Jarenlang zat men gewoon op klanten te wachten, en dat ging ook eigenlijk heel behoorlijk. Tot de crisis, zo rond 2008, uitbrak, er minder vraag was en dus die klanten niet meer kwamen…”
Het MPP Cluster
Vic Acket
Acket Drukkerij & Kartonnage is een familiebedrijf dat al 131 jaar bestaat en onlangs de vijfde generatie als algemeen directeur mocht begroeten in de persoon van Tom Acket. Het bedrijf dat Jan Acket in 1884 opzette om de krant ‘De Stad Oss’ te kunnen uitgeven, is in die periode uitgegroeid tot een onderneming die miljoenen verpakkingen fabriceert voor allerlei levensmiddelen. Van Lassie Toverrijst en De Ruijter Specials tot American Beef Burger en koffiecups. Sinds enkele jaren maakt het bedrijf deel uit van het zogenoemde MPP Clus-
ter, een veelbelovend samenwerkingsverband, dat is voortgekomen uit de warme banden die Oss sinds enkele jaren onderhoudt met Vietnam. “MPP staat voor Media, Print en Packaging”, legt Vic Acket uit. “De ondernemingen uit Vietnam die we tijdens de handelsmissies ontmoetten, willen hun producten, veelal levensmiddelen, graag op de Nederlandse en Europese markt brengen. Het MPP Cluster kan ze daarbij helpen door de opslag, het produceren van de verpakking, het ompakken en verpakken, de bewerking en de distributie richting retailers voor hen te regelen. De zeven bedrijven die bij het cluster zijn aangesloten staan klaar om dit mooie voorbeeld van Value Added Logistics tot een succes te maken.”
9 O
s s
,
h e t
m a g a z i n e
•
zo m e r
2015
Raben richt zich steeds meer op e-commerce De verschillende logistieke spelers zagen al gauw in, dat ze van passief afwachtend in de actieve stand moesten, wilden ze de crisis enigszins het hoofd kunnen bieden. En dat ze dat niet alleen in en met hun eigen bedrijf afkonden: acquisitie, imagoverbetering en samenwerking op lokaal en regionaal niveau werden de sleutelwoorden. Ook de gemeente pakte haar rol en begon zich sterk te maken voor deze veelbelovende bedrijfstak. Logistiek werd gepositioneerd als een van de drie belangrijkste economische pijlers. Tevens werden twee medewerkers vrijgemaakt om de sector in haar drang naar groei te ondersteunen. Zo maakt Ronald Kraus zich als beleidsmedewerker sterk om ondernemers in de logistieke keten met nieuw beleid in Oss en in de regio te ondersteunen, en is Christian Heerings als accountmanager vooral actief in het leggen van verbindingen tussen logistieke ondernemingen onderling, het aantrekken van nieuwe bedrijvigheid en het interesseren van logistieke ontwikkelaars en beleggers voor Oss. Terug naar Jan van Erp, die als projectmanager van het LPO een belangrijke kartrekker werd. “Het eerste dat ik in mijn nieuwe rol deed, was contact opnemen met de haven van Rotterdam om de autoriteiten daar bekend te maken met de unieke mogelijkheden van onze stad”, vertelt Van Erp. “Er zijn immers maar weinig steden, die over water, spoor én weg kunnen distribueren. Maar de haven van Oss zat niet op het netvlies van de Rotterdamse vervoerders. En van wat je niet kent, maak je ook geen gebruik.” Het eerste contact met Oss bleek voor de verladers van wereldhaven Rotterdam een eye-opener. Verwerking van bulkgoederen in Rotterdam is duurder. Over de Maas kunnen containers op zogenoemde categorie 5-schepen naar Oss – na Moerdijk de grootste haven van Brabant – worden vervoerd en voor scherp concurrerende prijs verwerkt. Die verwerking kan, als het aan logistiek Oss ligt, niet divers genoeg zijn. Voor ieder schip – met doorgaans zo’n 3.000 tot 3.200 ton aan lading – biedt Oss een breed palet aan diensten. De meest eenvoudige is die van het overladen op kleinere binnenvaartschepen, treinen en vrachtwagens. Haar trimodale karakter maakt Oss zeer gewild als transitohaven. Steeds vaker wordt de
haven gebruikt om de lading van grote schepen te verdelen over kleinere binnenvaartschepen die de goederen vervolgens naar andere delen van Nederland, naar onze zeehavens of naar andere delen van Europa vervoeren. Ook wordt daarbij steeds vaker het vervoer over rails ingezet. Overigens komen die grote schepen lang niet altijd uit Rotterdam. Ook Zuid-Europese schepen leggen in toenemende mate aan in de haven van Oss om hun goederen over te laden in kleinere schepen of op treinen. Waar het zowel het LPO als de gemeente Oss vooral om te doen is, is toegevoegde waarde creëren, in vaktermen ook wel value added logistics genoemd. Het dienstenpakket van het Osse bedrijfsleven is zo breed en zo specialistisch dat ook partijen in de periferie van de logistieke sector daarvan de vruchten kunnen plukken. Van Erp geeft een voorbeeld: “Via-via kwamen we in contact met een Vietnamese onderneming, die rijst wilde gaan verkopen in West-Europa. We hebben vertegenwoordigers van dit bedrijf uitgenodigd en meegenomen naar Vice Versa met zijn enorme vrieswarehouses. We zijn met hen op bezoek geweest bij Vetipak en Total Pack, die de rijst in elke gewenste hoeveelheid kunnen afvullen. En we hebben hen geïntroduceerd bij drukkerij Acket, die voor elke verpakking de juiste bedrukking kan leveren. Tenslotte zijn we met hen naar Albert Heijn gegaan, waar de consumentenproducten keurig in de schappen lagen. Die Vietnamezen waren verrukt: ze zagen met eigen ogen een mogelijkheid hun product klantgericht, maar zonder enorme eigen investeringen aan de man te brengen. En voor Oss betekent het meer dan alleen een stimulans in logistiek opzicht. Ook andere bedrijven pikken hiervan een graantje mee.” Vetipak, Total Pack en Acket zijn wat dat betreft niet de enige ondernemingen in Oss die een rol van betekenis kunnen spelen in de logistieke keten. Moeiteloos somt Van Erp bedrijven in de specialistische dienstverleningen op. Movianto op Vorstengrafdonk is bijvoorbeeld gespecialiseerd in health care logistics en houdt zich als zodanig bezig met het vervoer en de opslag van onder meer geneesmiddelen, bloed en organen. Onlangs nog sprak het management de verwachting uit dat het aantal medewerkers de komende twee jaar zal verdubbelen van honderd naar tweehonderd. Andere dienstverleners zijn Raben, dat zich steeds meer op de e-commerce richt, en Dollevoet met zijn knowhow
10 O
s s
,
h e t
m a g a z i n e
•
zo m e r
2015
naar bedrijventerrein De Elzenburg rijden, worden dat er straks drie per dag. Niet alleen in Oss, ook in Rotterdam zijn de logistieke ondernemers overtuigd van de mogelijkheden van de Osse haven. Steeds meer schepen worden niet in Rotterdam gelost, maar varen door naar Oss om hier bij OOC Terminals van hun vracht te worden ontdaan. Dat voorkomt files op de snelwegen, bespaart de opdrachtgevers geld en is bovendien stukken beter voor het milieu. Om onnodig oponthoud in Rotterdam te voorkomen sloot het Rotterdamse ECT in oktober vorig jaar een overeenkomst met OOC Terminals om de Osse terminal als zogenoemde Extended Gate van de Rotterdamse terminals te laten fungeren. Dat wil zeggen dat containers niet in Rotterdam, maar pas in Oss worden ingeklaard en van de nodige douanepapieren worden voorzien.
Christian Heerings van de distributie in de Benelux. Maar ook grote transportondernemers als Vos Logistics en Norbert Dentressangle beperken zich allang niet meer tot alleen transport en overslag. Zo verzorgt Norbert Dentressangle vanuit zijn vestiging in Oss de distributie van Kimberly Clark-producten en AH non-food.
Voor Oss een enorm belangrijke stap, beseffen ze bij zowel de gemeente als het LPO en OOC Terminals zelf. “Ons doel is op termijn vanuit Oss dagelijkse betrouwbare lijndiensten tegen lage kosten te onderhouden”, stelt Eric Nooijen. “Dat OOC Terminals sinds begin 2014 deel uitmaakt van de intermodale netwerken van European Gateway Services en Danser Container Line was al van groot belang. Maar nu we ook extended gate zijn, is onze doelstelling nog meer binnen handbereik gekomen. Oss is daardoor nog aantrekkelijker geworden als schakel in het logistieke netwerk.”
De toekomst lijkt de Osse logistieke sector dan ook toe te lachen. Zeker als je daarbij de vooruitzichten in het goederenvervoer in ogenschouw neemt. En die zijn voor Oss veelbelovend. Want terwijl de komst van de Tweede Maasvlakte in Rotterdam tot een stijging van het aantal aangeboden containers leidt, moet juist het vervoer met vrachtwagens over de weg met 12,5 procent afnemen. Modal shift is daarbij het toverwoord: de verschuiving van wegvervoer naar vervoer per spoor of water “Zonder die modal shift loopt het vervoer vanuit Rotterdam naar het Europese achterland helemaal vast”, weet beleidsmedewerker Ronald Kraus. “Niet voor niets eist het Rotterdamse Havenbedrijf van de grote containerterminals op de Maasvlakte zoals ECT dat een deel van de activiteiten wordt verplaatst naar havens in het binnenland.” De Osse haven is er daar absoluut één van, weten ze ook aan de Raadhuislaan. “Wij passen perfect in het plaatje dat ze in Rotterdam voor ogen hebben”, glimlacht accountmanager Christian Heerings. “Onze bereikbaarheid was dankzij onze trimodale faciliteiten al heel goed en is met de nieuwe brug bij Macharen en het verdiepen van het Burgemeester Delenkanaal alleen maar toegenomen. Binnenkort wordt de bereikbaarheid nog beter. ProRail gaat namelijk dit jaar tien miljoen euro investeren in het verbeteren van het spoor. Zo wordt de bocht bij de Weg van de Toekomst verruimd om geluidsoverlast tegen te gaan en de beveiligingen bij de overgangen verder verbeterd.” Terwijl er nu nog ‘slechts’ drie treinen per week over het goederenspoor van en
Frank Verhoeven
11 O
s s
,
h e t
m a g a z i n e
•
zO m e r
2015
Binnenkort drie goederentreinen per dag naar De Elzenburg in gezamenlijkheid willen investeren in de logistieke branche. “Want,” zo besluit Van Erp, “als regio sta je nog sterker. Juist in die logistieke branche zit een enorm groeipotentieel.” Om dat potentieel aan te boren nam Van Erp vorig jaar samen met LPO-voorzitter Frank Verhoeven van Vos Logistics een opvallend initiatief. Ze begonnen een Plannerscafé, waarbij planners van een groot aantal logistieke dienstverleners uit de regio bij elkaar komen en samen naar slimmer oplossingen zoeken. Bijvoorbeeld door laadruimte met elkaar te delen en daarmee een stuk efficiënter te werken. “Je wilt niet weten hoeveel vrachtwagens leeg over de weg rijden”, zegt Ronald Kraus. “Dus waarom zou je met twee half gevulde wagens naar een bestemming rijden als dat ook met één vrachtwagen kan?”
De aanstaande investering van ProRail en de recente ontwikkelingen bij OOC Terminals laten zien dat de samenwerking tussen LPO en de gemeente haar vruchten afwerpt. “Die samenwerking is cruciaal”, weet Van Erp. “De missie van het LPO kan alleen samen met de gemeente gerealiseerd worden. Anders dan voor de crisis worden ondernemers niet meer overspoeld met vuistdikke beleidsplannen en rapporten, die niemand las. De cultuur is van top down naar bottom up geëvolueerd. Ondernemers dragen ideeën aan, de wethouder en zijn ambtenaren werken die uit.” Van Erp noemt in die ontwikkeling met name Jan van Loon, tijdens de crisis wethouder van Economische Zaken, Wobine Buijs als burgemeester met oog voor economie en het duo Heerings-Kraus, de ondernemende ambtenaren, die logistiek ook daadwerkelijk tot speerpunt van het economische beleid hebben gemaakt.
Sprekend met LPO-kartrekker Jan van Erp is er maar één conclusie mogelijk: in de logistiek is er voor Oss nog veel te halen. Om te beginnen met het nieuwste plan, dat voor een midden-kaderopleiding logistiek. “Maar ja, de denkslag, die de gemeente Oss enkele jaren geleden maakte, van top down naar bottom up, moet het onderwijs nog maken.” Van Erp grinnikt veelbetekenend…
Maar de plannen gaan verder dan Oss en directe omgeving. Geregeld zitten vertegenwoordigers van de vijfsterrenregio – ‘s-Hertogenbosch, Oss, Veghel, met zijn uitgebreide retail market, Uden en Cuijk – met elkaar om tafel. Vijf gemeenten met ieder eigen specifieke kwaliteiten, die vanuit die kwaliteiten
De sprong over de Maas Bij zowat iedere gemeenteraadsverkiezing plopt het onderwerp weer op: een vaste oeververbinding over de Maas bij Megen. Als het aan het Osse bedrijfsleven ligt, gaat de schop vandaag nog de grond in. Met een brug over de Maas zou het autoverkeer vanuit Oss immers in slechts tien minuten op de A15 staan. Tel uit je winst: minder brandstof en niet meer urenlang filerijden op de A2 of de A50.
‘Nu de brug bij Megen nog…’, schreef de Osse Industriele Kring in 2013 op een groot spandoek, toen de Weg van de Toekomst officieel werd geopend. Een ludieke grap, waar achter een grote wens schuil gaat. Of de wens ooit bewaarheid wordt, is de vraag. Er zijn al heel wat nota’s geschreven over dit uit 1968 stammende idee. Maar voordat de brug er daadwerkelijk ligt, zal er nog heel wat water door Maas stromen.