FEITEN EN CIJFERS 2012
Inleiding Voor u ligt het rapport ‘Erfgoed in Gelderland, feiten en cijfers 2012’. In deze uitgave van Gelders Erfgoed vindt u veel interessante feiten en cijfers over erfgoed. Erfgoed als onderdeel van de totale culturele sector, maar ook als onderdeel van de vrijetijdssector in Gelderland. Dit rapport is bedoeld om u meer inzicht te geven in de verschillende aspecten van cultuur in Gelderland. Zo is er in deze uitgave aandacht voor het culturele aanbod, de culturele uitstapjes van Nederlanders, de culturele activiteiten van de vakantiegangers, het profiel van de in cultuur geïnteresseerde recreant en de economische betekenis van de cultuursector. Het erfgoed in Gelderland maakt hier steeds een onderdeel van uit en waar mogelijk wordt hier specifiek aandacht aan besteed.
Colofon Uitgave Gelders Erfgoed Postbus 4040 7200 BA Zutphen
[email protected] www.gelderserfgoed.nl
Deskresearch, eindredactie en opmaak Monica Wagenaar De Afdeling Onderzoek Jan Vermeerstraat 16 7204 CM Zutphen
[email protected] www.deafdelingonderzoek.nl
Ontwerp cover Gerard Makkinga In2vorm
Cartografie Provincie Gelderland
Versie 2012-01 © Gelders Erfgoed 2012 Overname van gegevens uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron wordt vermeld. Ondanks de zorgvuldigheid waarmee deze uitgave is samengesteld zijn Gelders Erfgoed en De Afdeling Onderzoek niet aansprakelijk voor fouten of onvolkomenheden en eventueel daaruit voortvloeiende schade. U kunt een digitale versie van deze uitgave gratis downloaden op www.gelderserfgoed.nl
Kennis over de sector en de ontwikkelingen in de sector is – zeker in tijden van bezuinigingen – steeds belangrijker. Kennis van de markt en de consument is van essentieel belang voor een gezonde en ondernemende cultuursector. Afstemming van vraag en aanbod levert niet alleen een positieve bijdrage aan de cultuurbeleving van de consument, maar zal ook zorgen voor een positieve attitude ten opzichte van cultuur. Hopelijk leest u dit rapport met belangstelling en ondersteunt de informatie u bij het uitvoeren van uw werk.
Het Aanbod
Bron: CBS, Statline: tabel musea; grootteklasse, bezoekersaantallen en personeel per provincie, 1999-2009, 2012.
Musea Ruim 14% van alle musea in Nederland is in Gelderland te vinden. Dit is meer dan je op grond van het aantal inwoners zou verwachten, want 12% van de Nederlanders woont in Gelderland. Ruim 80% van de Nederlandse musea trekt jaarlijks maximaal 25.000 bezoekers. In Gelderland ligt dit percentage op 83%. Opvallend is wel dat Gelderland met name minder musea in de categorie 'tot 2500 bezoekers' herbergt (27% van de musea t.o.v. 31% landelijk) en dat de musea die tussen de 10.000-25.000 bezoekers trekken in Gelderland juist oververtegenwoordigd zijn (25% van de musea t.o.v. 17% landelijk).
Bron: CBS, Statline: tabel musea; grootteklasse, bezoekersaantallen en personeel per provincie, 2009, 2012.
Monumenten
Kaart: Provincie Gelderland. Bronnen: www.cultureelerfgoed.nl 2012 - CBS Bodemgebruik naar gebruiksvorm en gemeente, 2008. Bewerking De Afdeling Onderzoek.
In Gelderland zijn in totaal 6685 gebouwen aangewezen als Rijksmonument, dit is ruim 10% van alle Rijksmonumenten in Nederland. De kaart op de voorgaande pagina geeft inzicht in de monumentendichtheid per gemeente, oftewel het aantal monumenten per km2. In Doesburg en Zutphen zijn per oppervlakte-eenheid veruit de meeste monumenten te vinden (respectievelijk 12,2 en 10,3 monumenten per km2). Bron: www.cultureelerfgoed.nl – Monumentenbestand (1-3-2012)
Arnhem is met 550 Rijksmonumenten de Gelderse gemeente met de meeste monumenten binnen de gemeentegrenzen. Er zijn binnen Gelderland 10 gemeenten die meer dan 200 monumenten herbergen (zie onderstaande tabel). Zutphen staat met 440 monumenten op de tweede plek en de plattelandsgemeente Bronckhorst met 358 monumenten op nummer 3. Bron: www.cultureelerfgoed.nl – Monumentenbestand (1-3-2012)
Gemeente 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Arnhem Zutphen Bronckhorst Elburg Buren Nijmegen Zaltbommel Ede Rheden Apeldoorn
Aantal monumenten 550 440 358 330 272 263 249 221 213 211
Film en theater Ruim 15% van alle Nederlandse filmhuizen en bioscopen is in de provincie Gelderland gehuisvest1. In totaal gaat het om 39 filmtheaters. Het grootste aanbod is te vinden in Arnhem en Nijmegen. Bron: www.nvbinfocentrum.nl – Adressenlijst van alle bioscopen en filmtheaters in Nederland, (1-1-2012)
Voor wat betreft theaters heeft Gelderland een aandeel van 12% binnen Nederland2. Dit zijn in totaal 37 theaters. Ook voor theaters geldt dat het grootste aanbod te vinden is in Arnhem en Nijmegen. Bron: http://www.b9.nl/theater/gelderland.htm
Archieven Gelderland telt 17 archiefdiensten die samen bijna 50 kilometer archief beheren. Gezamenlijk ontvingen de archieven in 2010 ruim 20.000 bezoekers. Het Gelders Archief in Arnhem ontving daarnaast 125.000 virtuele bezoekers op www.geldersarchief.nl. Bron: Gelders Archief 2011.
Bron: www.cultureelerfgoed.nl – Monumentenbestand (1-3-2012)
1
2
Bij het berekenen van dit aandeel is geen rekening gehouden met de capaciteit (het aantal stoelen) van de bioscopen en filmhuizen. Bij het berekenden van dit aandeel is geen rekening gehouden met de capaciteit (het aantal stoelen) van de theaters.
Uitstapjes
Bron: NBTC-NIPO, Continu Vrijetijdsonderzoek (CVTO), bestemming Gelderland 2010/2011.
Nederlanders brengen jaarlijks ruim 405 miljoen vrijetijdsactiviteiten van een uur of langer door in Gelderland, hiervan hebben er 10,6 miljoen een cultureel karakter. Dit is 10% van alle culturele activiteiten die Nederlanders uitvoeren vanaf het huisadres.
Het bezoeken van een bioscoop of filmhuis is daarbij – met 38% van het totaal aantal culturele uitstapjes in Gelderland – veruit de grootste categorie, gevolgd door het bezoeken van musea (14%) en het bezoeken van monumenten en bezienswaardigheden (12%).
Vervoer en afstand Het meest gebruikte vervoermiddel (62%) voor het bezoeken van een culturele activiteit is de auto. Op de tweede plek staat – met 18% – de fiets. De gemiddelde reisafstand voor een culturele activiteit in Gelderland bedraagt ruim 22 kilometer. Gemiddeld wordt voor een vrijetijdsactiviteit in Gelderland 14 kilometer afgelegd. De grafiek op de volgende pagina laat duidelijk zien dat er relatief weinig culturele activiteiten worden ondernomen in een straal van 5 kilometer rondom de eigen woning. Consumenten reizen voor culturele uitstapjes relatief vaak tussen de 11-20 en 21-50 kilometer. Bron: NBTCNIPO, Continu Vrijetijdsonderzoek (CVTO), bestemming Gelderland 2010/2011.
Bron: NBTC-NIPO, Continu Vrijetijdsonderzoek (CVTO), bestemming Gelderland 2010/2011.
Bron: NBTC-NIPO, Continu Vrijetijdsonderzoek (CVTO), bestemming Gelderland 2010/2011.
De bereidheid tot reizen verschilt per soort culturele activiteit. Nederlanders leggen gemiddeld de grootste afstand af voor het bezoeken van: • oudheidkundige of archeologische objecten (zoals opgravingen, grafheuvels, hunebedden) (61 km) • monumenten/bezienswaardigheden (zoals kastelen, kerken, dorpen of stadsdelen) (58 km) • een museum (47 km) • een musical (45 km) • een pop/jazz/blues/rock concert (30 km)
Bron: NBTC-NIPO, Continu Vrijetijdsonderzoek (CVTO), bestemming Gelderland 2010/2011.
Inwoners van Gelderland voerden in totaal 11,7 miljoen culturele vrijetijdsactiviteiten van een uur of langer (incl. voor- natransport) uit, daarvan werd ongeveer twee derde (7,9 mln) in de eigen provincie doorgebracht. Naast Gelderland zijn Zuid-Holland, Noord-Holland en Utrecht de belangrijkste bestemmingsprovincies voor de in cultuur geïnteresseerde inwoners van Gelderland. Bron: NBTC-NIPO, Continu Vrijetijdsonderzoek (CVTO), herkomst Gelderland 2010/2011.
Bron: NBTC-NIPO, Continu Vrijetijdsonderzoek (CVTO), Tabellenboek 2 2010/2011.
Herkomst en bestemming Culturele activiteiten trekken in vergelijking met andere vrijetijdsactiviteiten veel geïnteresseerden van buiten Gelderland. Een kwart (2,6 mln) van alle culturele activiteiten (10,6 mln) in Gelderland, wordt ondernomen door niet-inwoners van Gelderland. Bezoekers van culturele activiteiten in Gelderland komen significant vaker dan gemiddeld uit NoordBrabant en Utrecht. Bron: NBTC-NIPO, Continu
Vrijetijdsonderzoek (CVTO), bestemming Gelderland 2010/2011.
Bron: NBTC-NIPO, Continu Vrijetijdsonderzoek (CVTO), Gelderland herkomst 2010/2011.
Input-output analyse Culturele activiteiten
(x1000)
Inkomend Nederlanders Duitsers
2600 (max) 535
Uitgaand Gelderlanders Inkomend minus uitgaand
3.900 -765
Bronnen: NBTC-NIPO, Continu Vrijetijdsonderzoek (CVTO), Gelderland herkomst/Gelderland bestemming 2010/2011 en GOBT, Monitor Inkomend Dagbezoek vanuit Duitsland 2010-2011 (NBTC) – samenvatting Gelderland 2011.
Bron: NBTC-NIPO, Continu Vrijetijdsonderzoek (CVTO), Gelderland herkomst/Gelderland bestemming 2010/2011.
Bovenstaand kaartje geeft inzicht in het aantal culturele activiteiten van Nederlanders (inwoners van Gelderland en inwoners van de rest van Nederland) in Gelderland en het aantal activiteiten van Gelderlanders buiten de eigen provincie (inclusief buitenland)3.
Dit betekent dat er circa 765.000 culturele activiteiten 'weglekken' uit Gelderland4. Met andere woorden er gaan meer inwoners van Gelderland de provincie uit om cultureel te recreëren dan dat er inwoners uit de rest van Nederland of het buitenland naar Gelderland gaan om cultureel te recreëren.
Van Duitse dagbezoekers is bekend dat zij in 2010/2011 circa 4,5 miljoen vrijetijdsactiviteiten in Gelderland doorbrachten. Tijdens circa 7% van deze activiteiten wordt (ook) een museum bezocht (312.000) en tijdens 5% (ook) een (kerst)markt of cultureel evenement (223.000). Bron: GOBT, Monitor inkomend dagbezoek vanuit Duitsland 2010-2011 (NBTC) – samenvatting Gelderland 2011.
3 Hoeveel dagrecreatieve activiteiten er in totaal in Gelderland worden doorgebracht door buitenlanders (met uitzondering van Duitsers uit Nordrhein-Westfalen en Niedersachsen) is niet bekend.
4 Hierbij wordt geen rekening gehouden met culturele dagrecreatieve activiteiten van inwoners uit de andere Europese landen.
Vakanties Vakanties van Nederlanders Nederlanders hebben in 2011 ruim 17,7 miljoen vakanties in eigen land doorgebracht. Gelderland is – met bijna 2,9 miljoen binnenlandse vakanties – vakantieprovincie nummer 1. Bron: NBTC-NIPO, Continu
'bezoek aan een evenement' – zoals musical, cultureel evenement, festival of sportmanifestatie (‘overig’). En vijf procent is een stedenvakantie. Bron: NBTC-NIPO, Continu Vakantie-onderzoek (CVO) 2010-2011.
Vakantie-onderzoek (CVO) 2010-2011.
Activiteiten
Type vakantie
Hoewel slechts een klein deel van de binnenlandse toeristische vakanties specifiek als cultuurvakantie wordt omschreven, laat de grafiek onder aan deze pagina zien dat in 2011 tijdens ruim een op de vijf (22%) van de vakanties één of meerdere keren een bezoek gebracht werd aan een bezienswaardig gebouw (monumenten, oude steden, kerken, kastelen). Tijdens 12% van de vakanties bezocht men minimaal één keer een museum of een oudheidkamer en tijdens 5% van de vakanties een folkloristisch evenement. Slechts een klein deel van de vakantiegangers bezoekt tijdens hun binnenlandse vakantie een theater, schouwburg, concertgebouw of bioscoop. Bron: NBTC-NIPO, Continu Vakantie Onderzoek (CVO) 2010-2011.
Verblijfsbezoek buitenlanders Bron: NBTC-NIPO, Continu Vakantie-onderzoek (CVO) 2010-2011.
De natuur, de mogelijkheden voor ontspanning en het vieren van een bijzondere gebeurtenis (zoals een huwelijk/jubileum) zijn de belangrijkste redenen om een vakantie in Gelderland door te brengen. Slechts één procent van de binnenlandse toeristische vakanties in Gelderland wordt omschreven als een cultuurvakantie (in bovenstaande grafiek opgenomen in de categorie ‘overig’). Drie procent van de vakanties wordt getypeerd als
Circa 308.000 buitenlanders hebben in 2010 889.000 nachten doorgebracht in Gelderland. Dit is een kleine 3% van alle buitenlandse gasten in Nederland. Deze overnachtingen kunnen zowel een zakelijk of toeristisch motief hebben. Het merendeel van deze gasten komt uit Duitsland (34%) en België (21%). Gelderland is relatief populair onder Belgen en Denen (marktaandeel binnen Nederland van respectievelijk 5,2% en 5,0%). Bron: CBS, Statistiek Logiesaccommodaties, Gasten logiesaccommodaties, woonland per regio 2010, 2012.
Deel van de binnenlandse toeristische vakanties in Gelderland waarin een culturele activiteit wordt uitgevoerd 25% 20% 15% 10% 5% 0% 2007
2008
2009
2010
2011
Folkoristisch evenement
Bezienswaardige gebouwen
Museum en oudheidkamer
Theater, schouwburg, concertgebouw, bioscoop
Bron: NBTC-NIPO, Continu Vakantie-onderzoek (CVO) 2010-2011
De Consument Doelgroepsegmentatie
Bron: NBTC-NIPO, Continu Vrijetijdsonderzoek (CVTO) – Basisrapport, 2011
Culturele organisaties en instellingen zijn steeds meer afhankelijk van inkomsten uit de markt. Om die inkomsten te kunnen genereren is het van belang het (potentiële) publiek te leren kennen. Echter persoonlijk iedereen leren kennen gaat niet en dé consument bestaat niet, daarom wordt vaak gebruik gemaakt van segmentatiemethoden. Er zijn verschillende manieren om doelgroepen te segmenteren. Hieronder een beknopte toelichting op een aantal methoden.
Demografische kenmerken
tussen de verschillende soorten culturele uitstapjes. Zo is bijvoorbeeld het bezoeken van monumenten en musea - in vergelijking met een gemiddelde culturele activiteit - relatief populair onder alleenstaanden (≥ 65 jaar) en stellen (≥ 65 jaar). Terwijl het bezoeken van een musical of een bioscoop relatief populair is onder gezinnen met (jonge) kinderen. Bron: NBTC-NIPO, Continu Vrijetijdsonderzoek (CVTO) – Basisrapport, 2011
Onderstaande grafiek illustreert duidelijk dat Nederlanders uit een hogere sociale klasse (A en Bb5) relatief veel culturele activiteiten uitvoeren. Sociale klasse totale bevolking versus cultuurdeelnemers
Traditioneel worden doelgroepen vaak gesegmenteerd op basis van demografische kenmerken zoals leeftijd, sociale klasse, herkomst en gezinssituatie. Bedrijven en organisaties richten zich bijvoorbeeld op vijftigplussers of op gezinnen met kinderen.
100% 90% 80% 70% 60%
Segmentatie op basis van leeftijd toont bijvoorbeeld aan dat zowel de 13-17 jarigen, als de 6574 jarigen een relatief hoge cultuurdeelname hebben (zie grafiek bovenaan deze pagina). Bron:
Basisrapport, 2011
Verder inzoomen op het soort culturele activiteiten maakt duidelijk dat er grote verschillen zijn
25
15 17 33
40% 30%
CD Bo
50% 31
Bb A
20%
NBTC-NIPO, Continu Vrijetijdsonderzoek (CVTO) – Basisrapport, 2011
Segmentatie op basis van gezinscyclus laat zien dat alleenstaanden relatief veel culturele activiteiten, terwijl gezinnen met jonge kinderen (0-12 jaar) juist weinig uittapjes met een cultureel tintje maken. Bron: NBTC-NIPO, Continu Vrijetijdsonderzoek (CVTO) –
34
10%
17
27
0% Totale bevolking
Cultuurdeelnemers
Bron: NBTC-NIPO, Continu Vrijetijdsonderzoek (CVTO) – Basisrapport, 2011
5
A: welgestelden (directeuren grote ondernemingen, hoge ambtenaren, vrije beroepen), Bb: bovenlaag middengroep (directeuren van kleine ondernemingen, grotere middenstanders, semi-hoge ambtenaren, hogere managers), Bo: onderlaag middengroep (ambtenaren in middenpositie, middengroep middenstanders, middenkader) C: minder welgestelden (kleine middenstanders, lager kantoorpersoneel, geschoolde arbeiders), D: minst welgestelden (ongeschoolde werknemers)
Omdat de ene vijfenzestigplusser de andere niet is en ook het ene gezin met kinderen een totaal ander vrijetijdspatroon heeft dan het andere zijn er inmiddels diverse andere manieren ontwikkeld om doelgroepen te onderscheiden. Waarbij enkele methoden zich specifiek richten op de culturele en/of de vrijetijdssector.
Mentality Milieus Het onderzoeksbureau Motivaction heeft in 1997 het Mentality-model ontwikkeld, dit model deelt Nederland in in acht Mentality-milieus6 op basis van waarden een leefstijlen. In 2010 heeft Motivaction onderzoek gedaan naar de rol en betekenis van kunst en cultuur in de Nederlandse samenleving. Mentality Milieus o.b.v. interesse kunst- en cultuur
Het segment met de meest uitgebreide interesse in kunst en cultuur is de intrinsiek gemotiveerde kunst- en cultuurliefhebber (35% van de Nederlanders). Deze groep bestaat overwegend uit kosmopolieten, postmaterialisten en postmoderne hedonisten (blauw gekleurd in het model). Consumenten uit deze groep zoeken in kunst en cultuur inspiratie en verheffing en zijn vooral gemotiveerd vanuit zelfontplooiing. Ze erkennen het algemeen belang van kunst en cultuur in hoge mate en zijn zeer ondernemend als het gaat om kunstzinnige en culturele activiteiten. Culturele organisaties richten zich van oudsher vooral op deze groep De cognitieve kunst- en cultuurliefhebber (21% van de Nederlanders) is geïnteresseerd in kunst en cultuur met een historische en nostalgische waarde. Zij zijn trots op Nederlands rijke historie. Hun behoefte is kennisgericht, ze willen graag wat leren, niet alleen voor zichzelf maar ook voor hun (klein)kinderen. Deze consumenten zijn vooral te vinden onder de nieuwe conservatieven en traditionele burgerij (groen in het model). Zo’n 44% van de Nederlandse bevolking zegt weinig tot niets met kunst en cultuur te hebben. In het model behoren zij vooral tot de groepen moderne burgerij, gemaksgeoriënteerden en opwaarts mobielen (grijs in het model). Deze groep is echter wel bereid om culturele activiteiten te ondernemen, zolang deze maar aangenaam en laagdrempelig zijn. Zij willen vooral vermaakt worden en ondernemen activiteiten voor de gezelligheid.
Bron: Stichting Cultuur-Ondernemen ism Motivaction, De man in de Kalverstraat, Culturele organisaties kijken anders naar hun publiek 2011 – bewerking De Afdeling Onderzoek.
Het onderzoek dat uitgewerkt staat in het rapport De man in de Kalverstraat van de Stichting CultuurOndernemen i.s.m. Motivaction (2011) concludeert dat de acht mentality-milieus onder te verdelen zijn in drie groepen cultuurliefhebbers. Namelijk: - Intrinsiek gemotiveerde kunst- en cultuurliefhebbers - Cognitieve kunst- en cultuurliefhebbers - Laagdrempelige amusementsdeelnemers
6
Uitgebreide informatie over de Mentality-milieus is te vinden op www.motivaction.nl/mentality-uitgelegd
Deze drie groepen hebben elk hun eigen voorkeur voor gezelschappen en artiesten en ook op allerlei andere vlakken (tv-programma’s, tijdschriften, manier van aanspreken, etc.) is van alles over deze groepen bekend. Stichting Cultuur-Ondernemen ism Motivaction, De man in de Kalverstraat, Culturele organisaties kijken anders naar hun publiek 2011.
Het is mogelijk om met behulp van de Mentalitymilieus inzicht te krijgen in de inwoners van Gelderland of door middel van een onderzoek en/of postcodeverrijking in de bezoekers van bijvoorbeeld een museum of een evenement.
Belevingswerelden Belevingswerelden dagrecreatie - BSR Model
Bron: www.recron.nl/ric-dagrecreatie
RECRON (de Vereniging van Recreatie Ondernemers Nederland) en SmartAgent (een bureau gespecialiseerd in consumentenbeleving en leefstijlen) hebben de binnenlandse vakantiegangers en recreanten ingedeeld op basis van het sociaalpsychologisch segmentatiemodel BSR. Dit levert voor de dagrecreatieve sector zeven segmenten (kleuren) op. Van elk van deze groepen is een uitgebreid profiel bekend. De consumenten uit de groepen ‘ingetogen aqua’ (16,7% van de Nederlanders), ‘ondernemend paars’ (9,4%) en ‘creatief en inspirerend rood’ (6,1%) zijn bovengemiddeld geïnteresseerd in cultuur. Ingetogen aqua Deze groep consumenten is rustig en ruimdenkend, en bestaat voor een relatief groot deel uit emptynesters. Ze waarderen sportieve mogelijkheden zoals fietsen, wandelen en Nordic Walking. Aqua consumenten zijn significant meer dan gemiddeld geïnteresseerd in het bezoeken van een museum, monumenten en bezienswaardigheden, toneelvoorstellingen, klassieke concerten en galeries en ateliers. Meest uitgevoerde activiteit (absoluut) is het bezoeken van een bioscoop of filmhuis, de belangstelling hiervoor ligt bij de aqua consument ongeveer op het gemiddelde voor Nederland.
Ondernemend Paars Deze consumenten willen graag iets nieuws beleven of ontdekken tijdens een vakantie of een dagje uit. Ze zijn op zoek naar een bijzondere ervaring, een tikje wild, maar ook luxe. Ze hebben de voorkeur voor individuele activiteiten boven groepsactiviteiten. Het bezoeken van musea, concerten, monumenten en bezienswaardigheden, cabaret- en dansvoorstellingen, oudheidkundige/archeologische objecten en bioscoop of filmhuis (absoluut gezien de populairste activiteit) is onder de ‘ondernemend paarse’ groep significant populairder dan onder de gemiddelde Nederlander. Creatief en inspirerend rood Een eigenwijze en wat ongeduldige groep, die gaat voor zelfontplooiing en uitdagingen. In de vrije tijd is deze groep vooral actief bezig en op zoek naar interessante, nog niet ontdekte plekken. Bioscoopbezoek (de populairste activiteit), museumbezoek, het bezoeken van monumenten of bezienswaardigheden, oudheidkundige of archeologische objecten, toneelvoorstellingen en galeries of ateliers zijn onder deze groep populairder dan gemiddeld in Nederland. Bronnen: Gelders
Overijssels Bureau voor Toerisme/Provincie Gelderland, Maak Kennis met de vrijetijdseconomie in Gelderland, 2011 en Recron, Recreantenatlas Dagrecreatie, 2011
Consumenten met een andere ‘kleur’ voeren uiteraard ook culturele activiteiten uit. De belangstelling voor de verschillende activiteiten ligt echter vaak op of onder het gemiddelde voor Nederland. Uitzondering hierop is de ‘uitbundige gele’ consument die vaker dan de gemiddelde Nederlander een bioscoop/filmhuis of musical bezoekt. Hieronder een samenvatting van de ‘kleur’-profielen voor ‘uitbundig geel’, ‘gezellig lime’, ‘rustig groen’ en ‘stijlvol en luxe blauw’. Belevingswerelden Recron en Smartagent Uitbundig Spontane en sociale groep. Ondernemen actieve, sportieve en gezellige uitstapjes: geel ‘lekker wandelen en fietsen, even genieten’. Veelal gezinnen. Gezellig Houdt - net als uitbundig geel - van gezelligheid en sportiviteit, maar dan wat lime rustiger activiteiten en ook niet zo lang. Gezin is belangrijk, het budget is vaak wat beperkt. Rustig Zoekt het herkenbare, vertrouwd. Willen doen waar ze zin in hebben en brengen groen de vakantie net zo lief thuis door. Vooral iets oudere stellen of alleenstaanden. Stijlvol Zelfverzekerde en intelligente groep. luxe blauw Vriendschap en succes in het leven zijn belangrijk. Gaat in zijn vrije tijd het liefst met vrienden op pad om zich te ontspannen in een luxere omgeving of een sportieve activiteit te ondernemen. Bronnen: Gelders Overijssels Bureau voor Toerisme/Provincie Gelderland, Maak Kennis met de vrijetijdseconomie in Gelderland, 2011 en Recron, Recreantenatlas Dagrecreatie,2011
Bron: Smartagent/Gastvrij Nederland, Onderzoek Dagrecreatie – Factsheets Provincies, 2011
Het profiel van de inwoners van Gelderland wijkt
niet veel af van dat van de gemiddelde Nederlander. Per gemeente zijn er echter wel duidelijke verschillen te zien. Hieronder als voorbeeld de ingekleurde kaart van de inwoners van Zutphen. Belevingswereld inwoners gemeente Zutphen
Bron: Smartagent/Gastvrij Nederland, Onderzoek Dagrecreatie – Factsheets Achterhoek, 2011
De binnenlandse vakantiegangers kunnen volgens dit model ingedeeld worden in vijf (i.p.v. zeven) segmenten. Rood, blauw en paars komen voor de verblijfsrecreatieve sector samen in ‘avontuurlijk paars’. Gelderland ontvangt relatief veel ‘gezellig lime’ vakantiegangers. Deze cijfers zijn beschikbaar op niveau van de Gelderse toeristengebieden.
Bron: NBTC-NIPO, Continu Vakantieonderzoek – Provincie Gelderland – naar BSR Segmenten, 2010.
Bezoekersaantallen Top 10 Gelderse Musea (basis: bezoekersaantallen 2010)7 2006 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Het Nederlands Openluchtmuseum (Arnhem) Bezoekerscentrum / Museonder (Otterlo) Paleis Het Loo Nationaal Museum (Apeldoorn) Kröller-Müller Museum (Otterlo) Museum Het Valkhof (Nijmegen) Airborne Museum "Hartenstein" (Oosterbeek) CODA Museum (Apeldoorn) Afrika Museum (Berg en Dal) Veluwsche Stoomtrein Maatschappij (Beekbergen) Museum voor Moderne Kunst (Arnhem)
373.000 343.604 359.048 275.116 85.799 57.707 60.000 79.443 86.163 49.500
2007
2008
2009
20108
378.000 351.060 316.678 263.281 158.000 54.850 57.033 79.700 gg 52.000
450.735 314.935 316.010 252.261 110.628 40.000 96.715 67.142 gg 45.000
451.855 316.960 354.568 257.641 109.666 37.000 72.994 71.306 65.000 54.523
437.000 337.557 323.083 280.716 80.000 79.000 72.994 66.653 66.000 54.704
Bron: Gelders Erfgoed, Inventarisatie bezoekersaantallen 2010, 2011.
Vijf van de Gelderse musea ontvingen in 2010 meer dan 100.000 bezoekers. Het Nederlands Openluchtmuseum staat qua bezoekersaantallen de afgelopen jaren steeds met ruime voorsprong op nummer 1 met tussen de 400.000 en 500.000 bezoekers. De afgelopen jaren trokken de Gelderse musea jaarlijks in totaal circa 4 miljoen bezoekers.
Gelderse Gratis Museumdag
Immaterieel Erfgoed Gelders Erfgoed omvat meer dan alleen de fysieke erfgoedlocaties of het erfgoed dat in een museum te vinden is. Hieronder in willekeurige volgorde een aantal evenementen dat raakvlakken heeft met het Gelderse ‘immateriële’ Erfgoed. Evenementen Achterhoeks Streekcultuurfestival (geïntegreerd in de Zwarte Cross) Gebroeders van Limburg Festival (Nijmegen) Oud-Lunterensedag (Lunteren) Slag om Grolle (Groenlo) Wereldrecord Vendelzwaaien (Nieuw-Dijk)
2011 135.000
Bronnen: De Feestfabriek, Evaluatie Streekcultuurfestival 2011, Stichting Gelders Erfgoed, www.gebroedersvanlimburg.nl, www.slagomgrolle.nl
Bron: Gelders Erfgoed, Overzicht resultaten publieksonderzoek gratis museumdag 2006-2011.
Sinds 2006 wordt jaarlijks de Gelderse Gratis Museumdag georganiseerd. In 2011 bezochten in totaal ruim 36.000 personen de 71 participerende musea. Het aantal deelnemende musea is in 2011 ten opzichte van 2007 toegenomen met ruim een derde. Bron: www.gratismuseumdag.nl 7
Planten- en dierentuinen zijn in deze top 10 buiten beschouwing gelaten. 8 De inventarisatie van de bezoekersaantallen 2011 is op het moment van het verschijnen van dit rapport nog niet compleet.
75.000 35.000 30.000 10.000
Economie Cultuurkaart Gelderland Diverse onderzoeken tonen aan dat het culturele aanbod in een stad een belangrijk onderdeel uitmaakt van de aantrekkingskracht, de economie en de concurrentiepositie van steden. Een onderzoek naar ‘de aantrekkelijke stad’ laat zien dat de winnende steden over het algemeen steden zijn met veel historie en cultuur. Bron: Marlet, G., Woerkens, C. Van, Atlas voor gemeenten 2011, De waarde van cultuur voor de stad, 2011.
De atlas voor gemeenten stelt dat juist omdat heel veel zaken via het internet te verkrijgen zijn, de mensen de zaken die niet via het internet te verkrijgen zijn meer gaan waarderen. Voor sommige mensen is dit de rust en de ruimte van het platteland, voor anderen de (culturele) beleving van de binnenstad. Bron: Marlet, G., Woerkens, C. Van, Atlas
De atlas voor gemeenten neemt de vijftig grootste gemeenten (G50) van Nederland onder de loep, daarbij is in 2011 ingezoomd op cultuur. Onderstaande tabel laat zien hoe de vier grote steden (Apeldoorn, Arnhem, Ede en Nijmegen) scoren ten opzichte van het gemiddelde van de G50 op de verschillende aspecten. Dit overzicht laat zien dat Arnhem en Nijmegen beide over het geheel gezien op cultureel vlak gemiddeld scoren (in vergelijking met de andere G50 steden) op de verschillende culturele aspecten. Arnhem plust op het gebied van kunstenaars en werknemers in de creatieve sector. Er vinden relatief veel theateruitvoeringen en culturele evenementen plaats en Arnhem heeft veel cultuurhistorische musea, bioscoopstoelen en filmdoeken.
voor gemeenten 2011, De waarde van cultuur voor de stad, 2011.
Het culturele aanbod in een stad verklaart de verschillen in grond- en huizenprijzen. De aanwezigheid van historische monumenten in de stad en de nabijheid van podiumkunsten (vetgedrukt in onderstaande tabel) hebben de meeste invloed op de grondprijzen. Musea hebben hier een minder groot effect op. Omdat mensen bereid zijn verder te reizen voor museumbezoek – ze zien het meer als een uitstapje – hoeven ze niet per se in de buurt van de musea te wonen. Bron: Marlet, G., Woerkens, C. Van, Atlas voor gemeenten 2011, De waarde van cultuur voor de stad, 2011.
Score t.o.v. gemiddelde G 50
In Nijmegen werken relatief veel werknemers in de creatieve klasse en ligt het museumbezoek per inwoner boven het gemiddelde voor de G50. Daarnaast zijn er in Nijmegen relatief veel popconcerten, bibliotheken en filmdoeken. Apeldoorn en Ede scoren over het geheel gezien onder het gemiddelde van de G50. Zowel Ede als Apeldoorn scoren bovengemiddeld op het aantal archeologische objecten. Daarnaast heeft Apeldoorn relatief veel antiquariaten en scoort Ede erg goed op alle bioscoopgerelateerde onderdelen.
Apeldoorn
Werknemers creatieve klasse (% totaal beroepsbevolking) Kunstenaars (% totaal beroepsbevolking) Aantal theaterbezoeken per inwoner Aantal museumbezoeken per inwoner Aantal uitvoeringen theater per inwoner Aantal uitvoeringen popmuziek per inwoner Aantal uitvoeringen klassieke muziek per inwoner Aantal musea voor beeldende kunst per inwoner Aantal galerieën per inwoner Aantal boekwinkels per inwoner Aantal antiquariaten per inwoner Aantal bibliotheken per inwoner Aantal rijksmonumenten per inwoner Aantal archeologische objecten per inwoner Aantal cultuurhistorische musea per inwoner Aantal filmdoeken per inwoner Aantal bioscoopstoelen per inwoner Aantal culturele evenementen per inwoner
Arnhem
Ede
Nijmegen
¢
+
-
+
¢ ¢ + ¢ + ¢
+ ¢ ¢ + ¢ ¢ ¢ ¢ + + + +
¢ ¢ ¢ + + + + -
¢ ¢ + ¢ + ¢ ¢ ¢ + + ¢ ¢
- = beneden gemiddeld
¢ = gemiddeld
+ = bovengemiddeld
Bron: Marlet, G., Woerkens, C. Van, Atlas voor gemeenten 2011, De waarde van cultuur voor de stad, 2011, interpretatie De Afdeling Onderzoek 2012.
Bestedingen In 2009 is een landelijke standaard ontwikkeld voor de berekening van de economische betekenis van de vrijetijdssector. Deze landelijke standaard gaat uit van twee uitgangspunten, namelijk de bepaling van de economische betekenis aan de hand van de bestedingen en aan de hand van de werkgelegenheid. Bron: Gelders
Inwoners van Gelderland besteden in totaal circa 58 miljoen euro aan culturele activiteiten buiten de eigen provincie (circa 5 miljoen daarvan wordt in het buitenland uitgegeven). Bron: NBTC-NIPO, Continu
Vrijetijdsonderzoek (CVTO), herkomst Gelderland 2010/2011.
Overijssels Bureau voor Toerisme/Provincie Gelderland, Maak Kennis met de vrijetijdseconomie in Gelderland, 2011.
Waar mogelijk wordt in deze en de volgende alinea (over werkgelegenheid) aangesloten bij deze landelijke standaard. In afwijking tot de landelijke standaard wordt in dit rapport voor vrijetijdsactiviteiten de ondergrens van 1 uur (incl. voor- en natransport) gehanteerd. De landelijke standaard gaat uit van een ondergrens van 2 uur.
Bestedingen vrijetijdsactiviteiten Nederlanders brachten in 2010/2011 ruim 10,6 miljoen ‘culturele’ vrijetijdsactiviteiten door in Gelderland. Gemiddeld wordt tijdens een culturele activiteit van een uur of langer in Gelderland (incl. voor- natransport) €12,62 euro uitgegeven. Bron:
NBTC-NIPO, Continu Vrijetijdsonderzoek (CVTO), bestemming Gelderland 2010/2011.
Dit betekent dat er in totaal in 2010/2011 ruim 133 miljoen euro is uitgegeven aan culturele vrijetijdsactiviteiten in Gelderland. Daarvan komt ruim 95 miljoen euro voor rekening van de inwoners van Gelderland en 38 miljoen voor inwoners van de rest van Nederland. Bron: NBTC-NIPO, Continu Vrijetijdsonderzoek (CVTO), bestemming Gelderland 2010/2011.
Bron: NBTC-NIPO, Continu Vrijetijdsonderzoek (CVTO), Tabellenboek 2, 2011.
Bovenstaande input-output analyse laat zien dat er jaarlijks 20 miljoen euro aan bestedingen tijdens culturele uitstapjes ‘weglekt’ uit Gelderland. Bron: NBTC-NIPO, Continu Vrijetijdsonderzoek (CVTO), herkomst en bestemming Gelderland 2010/2011, bewerking De Afdeling Onderzoek.
Bestedingen per soort activiteit Onderstaande grafiek geeft inzicht in de gemiddelde bestedingen per persoon per soort culturele vrijetijdsactiviteit in Nederland. In hoeverre dit afwijkt van bestedingen per persoon per activiteit in Gelderland is niet bekend.
Aangenomen mag wel worden dat het patroon in hoofdlijnen overeenkomt. Dus dat ook in Gelderland per activiteit gemiddeld meer uitgegeven wordt aan het bezoek van een musical, dan aan dat van een monument of een bezienswaardigheid. Dit hangt voor een belangrijk deel samen met de entreeprijzen die betaald moeten worden om aan een bepaalde activiteit deel te nemen.
Bestedingen vakanties Tijdens binnenlandse toeristische vakanties in Gelderland werd in 2011 een kleine 360 miljoen euro uitgegeven. De gemiddelde bestedingen per persoon per dag lagen op 27,50 euro. Bron: NBTC-
NIPO, Continu Vakantie Onderzoek (CVO), 2010/2011, 2011.
Zoals al eerder vermeld wordt 1% van de binnenlandse toeristische vakanties in Gelderland door de vakantiegangers zelf omschreven als een cultuurvakantie, 3% van de vakanties wordt getypeerd als 'bezoek aan een evenement' – zoals musical, cultureel evenement, festival of sportmanifestatie en 5% is een stedenvakantie. Bron: NBTC-NIPO, Continu Vakantie Onderzoek (CVO), 2010/2011, 2011.
De afgelopen jaren lagen de bestedingen per persoon per dag tijdens dit soort vakanties echter aanzienlijk hoger dan tijdens een gemiddelde binnenlandse toeristische vakantie. Onderstaande tabel illustreert dit. Soort vakantie in Gld
Bestedingen p.p.p.d. 20062010 (toeristische vakantie = 100)
Gemiddelde toeristische vakantie Cultuurvakantie Bezoek aan een evenement Stedenvakantie
100 136 157 133
Tijdens een cultuurvakantie werd in de periode 2006-2010 in Gelderland gemiddeld 36% meer besteed dan tijdens een reguliere toeristische vakantie. Bij een stedentrip lag het bedrag ongeveer een derde hoger en tijdens een vakantie met als doel het bezoeken van een evenement 57%. Naast de specifieke op cultuur gerichte vakanties en stedenvakanties worden er tijden veel binnenlandse toeristische vakanties een of meerdere culturele activiteiten uitgevoerd of vormt de aantrekkelijke (historische) omgeving het decor voor andere activiteiten zoals bijvoorbeeld een ‘terrasje pakken’. Van buitenlandse vakantiegangers is niet bekend hoeveel ‘culturele’ vakanties zij in Gelderland doorbrengen. Culturele vrijetijdsactiviteiten en vakanties Culturele vrijetijdsactiviteiten Cultuurvakantie Bezoek aan een evenement Stedenvakantie
Bedrag
133 6 6 21
mln mln mln mln
Jaar
2011 2006-2011 2006-2011 2006-2011
Bron: NBTC-NIPO, Continu Vakantieonderzoek (CVO) 2006-2010 en Continu Vrijetijdsonderzoek (CVTO) 2010/2011, 2012.
Dit betekent dat binnenlandse toeristen en recreanten jaarlijks circa 166 miljoen euro besteden aan culturele vakanties en activiteiten in Gelderland.
Werkgelegenheid Onderstaande grafiek laat zien dat het aandeel van de cultuursector in de totale werkgelegenheid de afgelopen jaren is toegenomen. Sinds 2005 is
Bron: NBTC-NIPO, Continu Vakantieonderzoek 2006-2010, 2012.
Bron: Bureau Economisch Onderzoek Provincie Gelderland/ Provinciale Werkgelegenheids Enquête Gelderland 2011.
de werkgelegenheid in de culturele sector geste gen met 15% terwijl de totale werkgelegenheid slechts met 7% toenam. Bron: Bureau Economisch Onderzoek Provincie Gelderland/ Provinciale Werkgelegenheids Enquête Gelderland 2011.
Bijna 6000 van de bijna 983.000 banen (in 2011) in Gelderland zijn direct toe te wijzen aan de sector ‘cultuur, recreatie en amusement9’. Hiernaast zijn nog 260 banen te vinden in de branches monumentenzorg en natuurbehoud10. In onderstaande tabel staan de vijf gemeenten met de meeste banen in de sector ‘cultuur, recreatie en amusement9’. Gemeenten 1 2 3 4 5
Arnhem Apeldoorn Nijmegen Harderwijk Ede
aantal banen in ‘cultuur’-sector 2011 1400 1160 510 450 280
Bron: Bureau Economisch Onderzoek Provincie Gelderland/ Provinciale Werkgelegenheids Enquête Gelderland 2011.
Naast de directe werkgelegenheid in de culturele sector, zorgt de culturele sector ook voor indirecte werkgelegenheid, bijvoorbeeld omdat de culturele activiteiten gecombineerd worden met andere vrijetijdsactiviteiten. Culturele activiteiten worden het meeste gecombineerd met uitgaan, maar ook met recreatieve buitenactiviteiten (zoals fietsen of wandelen) of winkelen voor het plezier. Bron: NBTC-NIPO, Continu Vrijetijdsonderzoek (CVTO), Basisrapport 2011.
Vrijwilligers De cultuursector is voor een belangrijk deel afhankelijk van vrijwilligers. Dit blijkt alleen al uit het feit dat er in de Gelderse Musea circa 860 betaalde krachten werken (2011), maar dat er circa 11.500 vrijwilligers actief zijn. Tegenover iedere betaalde kracht in een museum staan dus 13 vrijwilligers. Bij de volksculturele verenigingen een vergelijkbaar aantal vrijwilligers actief, waarvan 10.000 bij de 65 Gelderse Schuttersgilden. Bron: Stichting Gelders Erfgoed 2011 en Bureau Economisch Onderzoek Provincie Gelderland/ Provinciale Werkgelegenheids Enquête Gelderland 2011.
9
Deze afbakening omvat de sbi-categorieën 5914 Bioscopen, 9001.1 Beoefening van podiumkunst, 9001.3 Circus en variété, 9004.1 Theaters en schouwburgen, 9004.2 Evenementenhallen, 9102.1 Musea, 9102.2 Kunstgalerieën en expositieruimten, 9104.1 Dieren en plantentuinen, kinderboerderijen, 9104.2 Natuurbehoud, 9321.1 Pret- en themaparken, 9321.2 Kermisattracties. 10 Sbi-categorieën 9103 Monumentenzorg en 91042 Natuurbehoud.