Inkomenseffecten bezuinigingen kinderopvang 2011, 2012 Utrecht, 14 september 2010
Buitenhek Management & Consult Winthontlaan 200 Postbus 85183 3508 AD Utrecht T +030 287 59 59 F +030 287 59 60
[email protected] www.buitenhek.nl
INDEX 1. INLEIDING ............................................................................................................................3 2. BEZUINIGINGEN KINDEROPVANG 2011..................................................................3 2.1 WELKE BEZUINIGINGSMAATREGELEN WORDEN GENOMEN IN 2011? ....................................3 2.2 EFFECTEN OP HUISHOUDENS MET KINDEROPVANG IN 2011 ..................................................3 3. BEZUINIGINGEN KINDEROPVANG 2012..................................................................4 3.1 WELKE BEZUINIGINGSMAATREGELEN WORDEN GENOMEN IN 2012? ....................................4 3.2 UITGANGSPUNTEN GEBRUIK EN TARIEVEN ...........................................................................5 3.3 EFFECTEN MAATREGEL VERLAGEN VERGOEDINGSNORM IN 2012.........................................6 4. ALTERNATIEVE BEZUINIGING: HARMONISATIE TOESLAG IN 2012............7 4.1 KINDEROPVANGTOESLAG (NU NOG) HOGER VOOR VOLGENDE KINDEREN IN DE OPVANG .....7 4.2 WAT ALS TOESLAG 2E KIND VERLAAGT WORDT TOT NIVEAU 1E KIND? .................................7 5. TOT SLOT ............................................................................................................................9 5.1 BETAALBAARHEID KINDEROPVANG: TERUG NAAR NIVEAU VAN VOOR 2005 ........................9 5.2 BETAALBAARHEID KINDEROPVANG EN ARBEIDSPARTICIPATIE .............................................9 5.3 DE ROL VAN WERKGEVERS BIJ FINANCIERING EN BEZUINIGINGEN KINDEROPVANG ............12 BIJLAGE A: VERLAGEN VERGOEDINGSNORM NAAR € 5,00 IN 2012 ...............13 BIJLAGE B: HARMONISATIE TOESLAG 1E EN 2E KIND IN 2012...........................14 BIJLAGE C: BIJDRAGE WERKGEVERS, OUDERS EN RIJK 2007-2009 ..................15 APPENDIX: TEKORT OP WERKGEVERSBIJDRAGE KINDEROPVANG .............16 DE ROL VAN WERKGEVERS BIJ FINANCIERING EN BEZUINIGINGEN KINDEROPVANG .................16 HOE ZAT HET OOK ALWEER? ....................................................................................................16 TEKORT OP WERKGEVERSBIJDRAGE .........................................................................................16 ALTERNATIEF BEZUINIGINGSSCENARIO: VERLAGEN TOESLAG WERKGEVERSBIJDRAGE............17
Buitenhek Management & Consult, Utrecht, 14 september 2010
2
1. Inleiding Op verzoek van MOgroep Kinderopvang zijn in dit rapport de gevolgen van de aangekondigde bezuinigingsmaatregelen op de kinderopvangtoeslag in 2011en 2012 op een rij gezet.
2. Bezuinigingen kinderopvang 2011 2.1 Welke bezuinigingsmaatregelen worden genomen in 2011? Het Kabinet heeft aangekondigd bezuinigingsmaatregelen te nemen door te korten op de kinderopvangtoeslag in 2011en 2012. De bezuinigingen voor 2011 zijn inmiddels bekend gemaakt (Brief 11 juni 2010, Rouvoet aan Tweede Kamer). Om de overschrijding in de kinderopvang vanaf 2011 op te lossen, stelt het demissionaire kabinet voor om de toeslagpercentages te verlagen. De toeslagtabel wordt op een zodanige manier neerwaarts aangepast, dat alle ouders (bij een gelijk gebruik aan kinderopvang) bij benadering éénzelfde percentage van hun besteedbaar inkomen extra gaan betalen aan kinderopvang. Door de maatregel krijgen ouders met een verzamelinkomen vanaf circa € 100.000 voor het eerste kind slechts een toeslag van 33,3%, op basis van de verplichte werkgeversbijdrage. In de huidige toeslagtabel van 2010 ligt deze grens bij een verzamelinkomen vanaf € 115.000. Het aandeel van ouders in de totale kosten van kinderopvang, tot de maximumuurprijs, stijgt tot circa 26%1 in plaats van de circa 21% die ouders nu bijdragen. De kinderopvangtoeslag wordt na de maatregel gemiddeld circa 74% in plaats van circa 79%. Samenvattend komt het erop neer dat de kinderopvangtoeslag – de bijdrage die ouders via de Belastingdienst Toeslagen ontvangen als tegemoetkoming in de kosten kinderopvang - in 2011 wordt verlaagd. 2.2 Effecten op huishoudens met kinderopvang in 2011 In onderstaande tabel is per inkomenscategorie aangegeven welk deel van de rekening ouders in 2010 en in 2011 zelf betalen voor opvang van het eerste kind en voor het tweede en volgende kind:
Verzamelinkomen / jr gezin 2011 lager dan € 18.099 € 29.124 € 30.419 € 59.637 € 62.345 € 89.443 € 92.151 € 119.244 € 121.952 € 149.046 € 151.754 € 168.010 en hoger
Eigen bijdrage Stijging 1e kind in % in % 2010 2011 2010-2011 4,5% 8,0% 77,8% 10,2% 14,6% 43,1% 27,7% 34,6% 24,9% 48,4% 58,3% 20,5% 66,7% 66,7% 0,0% 66,7% 66,7% 0,0% 66,7% 66,7% 0,0%
Eigen bijdrage Stijging 2e kind ev in % in % 2010 2011 2010-2011 3,5% 4,0% 14,3% 3,9% 4,5% 15,4% 6,0% 6,9% 15,0% 8,1% 9,3% 14,8% 10,3% 11,8% 14,6% 13,2% 15,1% 14,4% 15,0% 17,2% 14,7%
1
Dit is overigens 26% van de kosten tot aan de maximum vergoedingsnorm. Aangezien de gemiddelde uurtarieven voor opvang hoger liggen dan de vergoedingsnorm is het aandeel dat ouders daadwerkelijk betalen ook hoger dan 26%. In 2009 betaalden ouders daadwerkelijk al 22% van de rekening (zie bijlage C), in 2010 zal dat ongeveer 27% bedragen en in 2011 zal dat ongeveer 33% (in plaats van de genoemde 26%) bedragen.
Buitenhek Management & Consult, Utrecht, 14 september 2010
3
Uit de tabel blijkt dat de netto opvangkosten voor ouders met 1 kind in de opvang en een minimuminkomen in 2011 met 77,8% stijgen, gezinnen op een modaal inkomen betalen 43,1% meer, 3 maal modaal betaalt 20,5% meer. Voor de hogere inkomens met 1 kind in de opvang wordt de toeslag niet verlaagd. Zij blijven van het Rijk - net als in 2010 - een toeslag (de zogenaamde werkgeversbijdrage) ontvangen die 33,3% van de kosten dekt. Gezinnen met meerdere kinderen in de kinderopvang betalen voor het tweede kind (en ook eventueel volgende kinderen) ongeacht het huishoudinkomen ongeveer 15% extra in 2011.
3. Bezuinigingen kinderopvang 2012 3.1 Welke bezuinigingsmaatregelen worden genomen in 2012? Het huidige Kabinet heeft ook al bezuinigingsmaatregelen aangekondigd voor 2012. “In 2012 zal er worden bezuinigd op de kinderopvangtoeslag. Dat maakte demissionair minister van Financiën Jan-Kees de Jager bekend (NOS, 27 augustus 2010).” Voor de concrete invulling van deze bezuinigingsmaatregelen zijn de door het CPB doorgerekende verkiezingsprogramma’s van CDA en VVD geraadpleegd. Die gaan uit van € 400 tot 500 mln. structurele bezuinigingen vanaf 2012 en common ground in die maatregelen is verlaging van de maximale vergoedingsnorm2 naar circa € 5,00 per opvanguur. CDA
VVD
Bezuinigt 500 miljoen euro op de kinderopvangtoeslag. Het maximum uurbedrag voor vergoeding van de kinderopvangtoeslag wordt verlaagd naar € 5,20 per uur voor buitenschoolse en dagopvang. Tweeverdieners met kinderen krijgen maximaal drie dagen per week kinderopvang vergoed (is nu gewoon 5). Voor alleenstaande ouders zijn dat vier dagen. Bezuinigt 400 miljoen euro op de kinderopvangtoeslag Zet de subsidie voor de kinderopvang op maximaal 5 euro per uur. Verder wil de partij dat de gastouderopvang weer terug gaat naar de oude situatie.
Bron: CPB, 2010
Die bezuiniging betekent dat ouders over het verschil tussen het werkelijk uurtarief voor opvang en de (lagere) vergoedingsnorm geen kinderopvangtoeslag meer ontvangen en dat verschil aanvullend volledig zelf betalen. Om het inkomenseffect van deze bezuiniging in te schatten is het noodzakelijk te weten welke gemiddelde uurtarieven de kinderopvang hanteert en hoe de maximale vergoedingsnormen nu liggen. Daarnaast is het van belang te weten hoeveel uur ouders gemiddeld gebruik maken van opvang.
2
De maximale vergoedingsnorm is het maximale bedrag per opvanguur waarover de kinderopvangtoeslag berekend wordt. De opvangkosten boven die vergoedingsnorm komen volledig voor rekening van gezinnen.
Buitenhek Management & Consult, Utrecht, 14 september 2010
4
3.2 Uitgangspunten gebruik en tarieven Op basis van informatie van OCW (2010) is het gemiddeld gebruik in uren per kind voor de verschillende werksoorten over 2009 bekend. Aangenomen wordt dat het gemiddeld gebruik in 2010, 2011 en 2012 constant blijft3. 2008 2009 2011 (OCW) (OCW) (schatting)
Gem. aantal uren dagopvang per jaar per kind Gem. aantal uren buitenschoolse opvang per jaar per kind
1.016 487
1.037 497
2012 (schatting)
1.037 497
1.037 497
In de doorrekeningen van de bezuinigingsmaatregelen is voor de dagopvang 1.000 uur gebruik per kind per jaar (in plaats van 1.037 uur) opgenomen4. Het onderzoek van Regioplan (2009) in opdracht van de NMa geeft een tariefoverzicht op basis van veldonderzoek voor 2009. Voor 2010 heeft Buitenhek een eigen steekproef getrokken. Op basis van de signalen uit het veld verwachten wij een tariefstijging van 3% voor 2011. De indexering van de vergoedingsnorm voor 2011 wordt ingeschat op 2% (was in 2010: 2,54%) . Voor 2012 gaan we uit van 2% tariefstijging en verlaging van de vergoedingsnorm conform de verkiezingsprogramma’s naar € 5,00. Deze aannames zijn verwerkt in onderstaande tabel: Tarief kinderopvang 2009-2012, bron Regioplan / BM&C jaar
2009
∆
2010
∆
2011
∆
2012
∆
vergoedingsnorm 0-4 jarigen
€ 6,10 0% € 6,25
2% € 6,36 2% € 5,00 -21%
vergoedingsnorm 4-12 jarigen
€ 6,10 0% € 5,82 -5% € 5,92 2% € 5,00 -16%
gem. uurtarief dagopvang 0-4 jarigen
€ 6,03 4% € 6,29
4% € 6,48 3% € 6,61
2%
gem. uurtarief BSO 4-12 jarigen
€ 6,49 3% € 6,14 -5% € 6,32 3% € 6,45
2%
De gastouderopvang is niet opgenomen. Dat heeft te maken met het feit dat de meest substantiële bezuinigingsronde voor deze werksoort in 2010 heeft plaatsgevonden en de verlaging van de vergoedingsnorm naar € 5,00 in 2012 nauwelijks effect heeft aangezien die maatregel in de gastouderopvang al in 2010 is genomen. In de doorrekeningen van de bezuinigingen is als uitgangspunt genomen een gezin met 2 kinderen in de dagopvang met een gemiddeld gebruik van 1.000 uur per kind per jaar.
3
Daar valt overigens wel wat op af te dingen omdat de kans aanwezig is dat ouders minder dagdelen afnemen als ze hogere kosten voor hun kiezen krijgen. 4 vanwege het feit dat in de meeste doorrekeningen van het ministerie van OCW ook 1.000 uur per jaar kind voor dagopvang wordt gebruikt.
Buitenhek Management & Consult, Utrecht, 14 september 2010
5
3.3 Effecten maatregel verlagen vergoedingsnorm in 2012 In de bijlage zijn de gevolgen voor het besteedbaar inkomen van ouders opgenomen. In onderstaande tabel is per huishoudinkomen de totale netto kostenstijging 2010-2012 voor de huishoudens met een inkomen van modaal (30K), 2 maal modaal (60K) en 3 maal modaal (90K) met 2 kinderen in de dagopvang opgenomen: Periode 2010-2012 minimum Nettokosten stijging gezin in € € 3.240
30K €
3.206
€
60K 3.109
€
90K 2.989
De bezuinigingsmaatregel levert extra lasten op voor alle huishoudens met twee kinderen in de dagopvang van ca. € 3.000 per jaar netto. Omdat huishoudens met een laag inkomen nu nog een relatief hoge opvangtoeslag ontvangen stijgen de kosten voor deze gezinnen in relatieve zin het sterkst van € 580,- per jaar in 2010 naar € 3.820,- per jaar netto in 2012. In onderstaande tabel aanvullend de kosteneffecten voor de huishoudens met een inkomen van modaal (30K), 2 maal modaal (60K) en 3 maal modaal (90K) met 2 kinderen in de dagopvang in verhouding tot het besteedbaar inkomen (CBS, 25% kwartielen 2009 voor particuliere huishoudens)5. 2010 minimum per jaar Gemiddeld besteedbaar inkomen 2010 € 12.750 € Nettokosten kinderopvang € 580 € Nettokosten in % besteedbaar inkomen 5%
2010 30K 2010 60K 2010 90K per jaar per jaar per jaar 23.766 € 35.700 € 63.852 999 € 2.186 € 3.611 4% 6% 6%
2011 minimum per jaar 13.005 € Gemiddeld besteedbaar inkomen 2011 € Nettokosten kinderopvang € 1.003 € Nettokosten in % besteedbaar inkomen 8%
2011 30K 2011 60K 2011 90K per jaar per jaar per jaar 24.241 € 36.414 € 65.129 1.493 € 2.879 € 4.539 6% 8% 7%
2012 minimum per jaar 13.265 € Gemiddeld besteedbaar inkomen 2012 € Nettokosten kinderopvang € 3.820 € Nettokosten in % besteedbaar inkomen 29%
2012 30K 2012 60K 2012 90K per jaar per jaar per jaar 24.726 € 37.142 € 66.432 4.205 € 5.295 € 6.600 17% 14% 10%
In bijlage A is een volledige uitwerking van deze doorrekening opgenomen. Uit deze doorrekening blijkt dat de nominale kostenstijging voor alle inkomenscategorieën ca. € 3.000,- per jaar bedraagt. In procenten van het besteedbaar inkomen zien we dat het aandeel kinderopvangkosten in het besteedbaar inkomen van minima verzesvoudigd (van 5% in 2010 naar 29% in 2012), voor modale inkomens verviervoudigd (van 4% in 2010 naar 27% in 2012), voor 2 maal modaal ruim verdubbeld (van 6% in 2010 naar 14% in 2012), en voor 3 maal modaal met tweederde toeneemt (van 6% in 2010 naar 10% in 2012).
5
Het besteedbaar inkomen is voor deze doorrekening jaarlijks geïndexeerd met 2%:
Buitenhek Management & Consult, Utrecht, 14 september 2010
6
4. Alternatieve bezuiniging: harmonisatie toeslag in 2012 4.1 Kinderopvangtoeslag (nu nog) hoger voor volgende kinderen in de opvang Zoals blijkt uit onderstaande tabel met de eigen bijdrage percentages in 2010 en 2011 ontvangen ouders - ook na de bezuinigingsronde van 2011 - een substantieel hogere kinderopvangtoeslag voor 2e kinderen en verder.
Verzamelinkomen / jr gezin 2011 lager dan € 18.099 € 29.124 € 30.419 € 59.637 € 62.345 € 89.443 € 92.151 € 119.244 € 121.952 € 149.046 € 151.754 € 168.010 en hoger
Eigen bijdrage Stijging 1e kind in % in % 2010 2011 2010-2011 4,5% 8,0% 77,8% 10,2% 14,6% 43,1% 27,7% 34,6% 24,9% 48,4% 58,3% 20,5% 66,7% 66,7% 0,0% 66,7% 66,7% 0,0% 66,7% 66,7% 0,0%
Eigen bijdrage Stijging 2e kind ev in % in % 2010 2011 2010-2011 3,5% 4,0% 14,3% 3,9% 4,5% 15,4% 6,0% 6,9% 15,0% 8,1% 9,3% 14,8% 10,3% 11,8% 14,6% 13,2% 15,1% 14,4% 15,0% 17,2% 14,7%
Zo betalen de hoogste huishoudinkomens tweederde van de opvangkosten voor het eerste kind en slechts 17,2% voor het tweede kind in de opvang in 2011. Dat betekent dat die gezinnen voor het tweede kind een kinderopvangtoeslag van het Rijk ontvangen ter hoogte van 82,8% van de kosten en slechts 33,3% voor het eerste kind. 4.2 Wat als toeslag 2e kind verlaagt wordt tot niveau 1e kind? Als alternatief voor de bezuinigingsmaatregelen in de verkiezingsprogramma’s zijn de effecten doorgerekend van harmonisatie van de toeslagentabel in 2012. Dat betekent dat in 2012 het niveau voor de toeslag voor 2e en volgende kinderen verlaagd wordt tot het niveau van de in 2011 geldende toeslag voor het 1e kind. In onderstaand overzicht zijn de effecten van deze maatregel op huishoudinkomens beknopt in kaart gebracht. Voor een uitgebreider overzicht wordt verwezen naar de bijlage: 2010 minimum per jaar Gemiddeld besteedbaar inkomen 2010 € 12.750 € Nettokosten kinderopvang € 580 € Nettokosten in % besteedbaar inkomen 5%
2010 30K 2010 60K 2010 90K per jaar per jaar per jaar 23.766 € 35.700 € 63.852 999 € 2.186 € 3.611 4% 6% 6%
2011 minimum per jaar 13.005 € Gemiddeld besteedbaar inkomen 2011 € Nettokosten kinderopvang € 1.003 € Nettokosten in % besteedbaar inkomen 8%
2011 30K 2011 60K 2011 90K per jaar per jaar per jaar 24.241 € 36.414 € 65.129 1.493 € 2.879 € 4.539 6% 8% 7%
2012 minimum per jaar 13.265 € Gemiddeld besteedbaar inkomen 2012 € Nettokosten kinderopvang € 1.278 € Nettokosten in % besteedbaar inkomen 10%
2012 30K 2012 60K 2012 90K per jaar per jaar per jaar 24.726 € 37.142 € 66.432 2.200 € 4.731 € 7.807 9% 13% 12%
Buitenhek Management & Consult, Utrecht, 14 september 2010
7
In onderstaande tabel is per huishoudinkomen de totale nominale kostenstijging 2010-2012 opgenomen: Periode 2010-2012 minimum Nettokosten-stijging gezin in € € 698
30K €
1.201
€
60K 2.545
€
90K 4.196
Ook dit scenario levert dus een fors inkomenseffect op voor alle inkomenscategorieën. Zoals blijkt uit bovenstaande tabel en de bijlage worden de inkomenseffecten in verhouding tot het besteedbaar inkomen evenwichtiger verdeeld in vergelijking met de eerder doorgerekende bezuinigingsmaatregelen. In nominale bedragen stijgen de kosten voor hogere inkomens sterker. In aandeel besteedbaar inkomen verdubbelen de netto kinderopvangkosten voor alle inkomens.
Buitenhek Management & Consult, Utrecht, 14 september 2010
8
5. Tot slot 5.1 Betaalbaarheid kinderopvang: terug naar niveau van voor 2005 Onderstaande figuur geeft weer welk aandeel van de kinderopvangrekening door ouders, Rijk en werkgevers wordt betaald: Kostenverdeling formele kinderopvang in NL 70% Ouders
60%
Werkgevers Rijk
50% 40% 30% 20% 10% 0% 2005
2006
2007
2008
2009
2010*
2011*
Met de voorgenomen bezuinigingen zullen ouders in 2012 voor het eerst in de Nederlandse geschiedenis het grootste deel van de kinderopvangrekening betalen te weten ca. 45%, werkgevers zullen om en nabij de 20% van de rekening betalen en het Rijk zal nog circa 35% betalen. 5.2 Betaalbaarheid kinderopvang en arbeidsparticipatie De werkende moeders zullen opnieuw een afweging maken of zij blijven werken en hogere kosten accepteren, goedkopere informele opvang zoeken of (deels) stoppen met werken. Wie de moeite neemt om te kijken de betaalbaarheid van kinderopvang af te zetten tegen het aandeel vrouwen van 20-45 jaar dat een baan heeft van 12 uur of meer per week ziet een opvallende ontwikkeling. Vanaf het begin van deze eeuw tot aan 2005 schommelt de netto arbeidsparticipatie van die groep rond de 68%.
Buitenhek Management & Consult, Utrecht, 14 september 2010
9
netto arbeidsparticipatie vrouwen 25-45 jaar in %
de c./ * 20 20 10 10 fe jan b.* ./2 01 20 0 10 m feb rt. * ./2 20 01 10 0 ap m r.* rt. /2 01 0 m ei*
*
20 09
20 09
20 08
* 20 07
20 06
20 04
20 03
20 02
20 01
20 05
(seizoengecorrigeerd, CBS 2010)
78 76 74 72 70 68 66 64 62
Bron CBS
In 2006, 2007 en 2008 is er sprake van een forse groei in arbeidsdeelname van 68% in 2005 tot 76% in 2008. Daarna zien we de groei van de arbeidsparticipatie stagneren. Die ontwikkeling loopt synchroon met de betere financiële toegankelijkheid van kinderopvang. Betaalden ouders in 2005 nog 37% van de rekening in 2007 was dat nog slechts 16% en in 2008 betaalden ouders 18% van de rekening. Daarna ging de ouderbijdrage als gevolg van bezuinigingen weer omhoog. De Commissie Van Rijn (2009) verklaart de sterke groei van de arbeidsparticipatie in 2006, 2007 en 2008 voor een groot deel met de conjuncturele situatie (...de verandering in de hoogte van de groei van de participatie hangt sterk samen met de conjunctuur (p. 14)) in het jaar daarvoor. Het gaat economisch beter dus gaan er in het jaar daarna relatief meer vrouwen aan de slag is de stelling. In onderstaande figuur de economische groei in de afgelopen jaren. Economische groei in % per jaar
4,0 2,0 0,0 -2,0
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
-4,0 -6,0
Bron CPB
Weliswaar gaat de redenering van Van Rijn op voor 2006, 2007 en 2008, maar tegelijkertijd gaat hij niet op voor 2002, 2005, 2009 en 2010. Buitenhek Management & Consult, Utrecht, 14 september 2010
10
In 2001, 2004 en 2008 was er immers sprake van een prima conjunctuur zonder dat dat een impuls gaf aan de arbeidsparticipatie van vrouwen in het jaar daarna. Ook de forse recessie in 2009 heeft noch in dat jaar, noch in 2010 de arbeidsparticipatie van deze groep sterk beïnvloed. Dat de conjunctuur minder bepalend is voor de arbeidsparticipatie van vrouwen wordt onderbouwd met het feit dat vrouwen veelal werkzaam zijn in de minder conjunctuurgevoelige branches. Zo is volgens het CBS ruim een kwart (27%) van de vrouwelijke werknemers actief in de sector gezondheidszorg/welzijn. In deze branche is 84% van de werknemers vrouw. In zijn brief aan de Tweede Kamer over de bezuinigingen (11 juni 2010) stelt Rouvoet het volgende over de effecten van de bezuinigingen op de arbeidsparticipatie: “Het CPB heeft onlangs een document gepubliceerd (‘Child care subsidies revisited’ uit februari 2010) waarin het effect van kinderopvangsubsidies op de arbeidsparticipatie wordt geanalyseerd. In het CPB-model wordt een proportionele verhoging van de ouderbijdrage met 25% gesimuleerd. Dat geeft een indicatie van de effecten van de door het demissionaire kabinet voorgenomen maatregel. Uit deze simulatie blijkt dat een verhoging van de ouderbijdrage met 25% tot minder dan 0,1% verlies aan werkgelegenheid leidt. Gegeven dit beperkte effect acht het kabinet het verantwoord om de hierboven beschreven maatregel te nemen om de overschrijding op de kinderopvangtoeslag op te lossen”. In die studie van het CPB lezen we dat de onderzoekers ervan uitgaan dat de bezuinigingen op de kinderopvangtoeslag gecompenseerd worden door een verlaging van de inkomstenbelasting. “In all simulations we impose that the government maintains a balanced budget, where additional expenditures/savings are covered by an across-the-board increase/decrease in income tax rates (CPB, 2010).” In dit geval is er echter geen sprake van een dergelijke compensatie (het gaat immers om het terugdringen van een bestaand tekort op de Rijksbegroting en niet om een inkomens herverdelingsoperatie) en is het positieve effect van de verlaging van de inkomstenbelasting niet aan de orde. Uit deze studie kan dus niet zomaar geconcludeerd worden dat verhoging van de ouderbijdrage met 25% tot minder dan 0,1% verlies aan werkgelegenheid leidt. Het CPB gaat in deze studie echter zelfs nog verder en concludeert het volgende: “To study what all current subsidies for formal child care have meant for formal participation we consider the extreme case of abolishing all subsidies for formal child care. According to the model, aggregate employment could fall by some .8% (labour supply of secondary earners and single parents with dependent children would fall by 1.4% and 6.8% respectively) (CPB, 2010).” Kort samengevat: als we de volledige kinderopvangtoeslag afschaffen in Nederland en ouders 100% van de rekening zouden laten betalen dan zou dat volgens het CPB model slechts leiden tot een daling in arbeidsuren bij tweeverdieners van 1,4% en bij eenverdieners met kinderen in de opvang van 6,8%. De komende jaren zal blijken of de werkgevers in Nederland met krappe arbeidsmarkten het CPB aan die voorspelling kunnen houden.
Buitenhek Management & Consult, Utrecht, 14 september 2010
11
5.3 De rol van werkgevers bij financiering en bezuinigingen kinderopvang Afrondend een opmerking over een onderbelicht aspect van de kinderopvangbegroting. De bezuinigingen op de kinderopvang maken onderdeel uit van een enorme inspanning om de inkomsten en uitgaven van het Rijk weer in evenwicht te brengen. Binnen de kinderopvangbegroting zelf is er echter sprake van een fors dekkingstekort op de werkgeversbijdrage. Deze problematiek wordt tot nu toe niet betrokken in de voorgenomen bezuinigingsmaatregelen. Sinds 2007 is het zo dat het Rijk voor iedere 20 euro aan werkgeversbijdrage die het van werkgevers ontvangt ze meer dan 33 euro aan toeslag werkgeversbijdrage uitkeert aan ouders. In 2009 bedroeg dat tekort op de begroting bijna een half miljard (€ 468 mln.). Sinds het Rijk in 2007 de kinderopvanguitkering overnam van werkgevers is het totale dekkingstekort opgelopen tot meer dan € 1 mld. Zonder aanvullende maatregelen zal die situatie zich de komende jaren voortzetten. In de Appendix in de bijlage is dat punt nader toegelicht.
Buitenhek Management & Consult, Utrecht, 14 september 2010
12
Bijlage A: verlagen vergoedingsnorm naar € 5,00 in 2012
Gemiddeld besteedbaar inkomen 2010 Brutokosten kinderopvang Subsidiabele kosten kinderopvang Toeslag 1e kind Toeslag 2e kind Totaal toeslag Nettokosten kinderopvang Nettokosten in % besteedbaar inkomen
2010 minimum per jaar € 12.750 € 12.580 € 12.500 € 5.969 € 6.031 € 12.000 € 580 5%
Gemiddeld besteedbaar inkomen 2011 Brutokosten kinderopvang Subsidiabele kosten kinderopvang Toeslag 1e kind Toeslag 2e kind Totaal toeslag Nettokosten kinderopvang Nettokosten in % besteedbaar inkomen Netto-kostenstijging ivm 2010 in € Netto-kostenstijging ivm 2010 in %
2011 minimum per jaar € 13.005 € 12.960 € 12.720 € 5.851 € 6.106 € 11.957 € 1.003 8% € 423 73%
Gemiddeld besteedbaar inkomen 2012 Brutokosten kinderopvang Subsidiabele kosten kinderopvang Toeslag 1e kind Toeslag 2e kind Totaal toeslag Nettokosten kinderopvang Nettokosten in % besteedbaar inkomen
2012 minimum per jaar € 13.265 € 13.220 € 10.000 € 4.600 € 4.800 € 9.400 € 3.820 29%
€ € € € € € €
€ € € € € € € €
€ € € € € € €
Periode 2010-2012 minimum Netto-kostenstijging gezin in € € 3.240 € Netto-kostenstijging gezin in % 559%
2010 30K per jaar 23.766 12.580 12.500 5.581 6.000 11.581 999 4% 2011 30K per jaar 24.241 12.960 12.720 5.400 6.067 11.467 1.493 6% 494 49% 2012 30K per jaar 24.726 13.220 10.000 4.245 4.770 9.015 4.205 17%
€ € € € € € €
€ € € € € € € €
€ € € € € € €
30K 3.206 € 321%
2010 60K per jaar 35.700 12.580 12.500 4.519 5.875 10.394 2.186 6%
2010 90K per jaar € 63.852 € 12.580 € 12.500 € 3.225 € 5.744 € 8.969 € 3.611 6%
2011 60K per jaar 36.414 12.960 12.720 4.159 5.921 10.081 2.879 8% 693 32%
2011 90K per jaar € 65.129 € 12.960 € 12.720 € 2.652 € 5.769 € 8.421 € 4.539 7% € 928 26%
2012 60K per jaar 37.142 13.220 10.000 3.270 4.655 7.925 5.295 14%
2012 90K per jaar € 66.432 € 13.220 € 10.000 € 2.085 € 4.535 € 6.620 € 6.600 10%
60K 3.109 € 142%
Bron besteedbaar inkomen: CBS: Inkomensgroepen; particuliere huishoudens naar diverse kenmerken, gewijzigd op 14 juli 2010, 25% kwartielen particuliere huishoudens totaal 2009, gekoppeld aan inkomenscategorieën minimum, 30 K, 60K en 90K (bewerking indexering jaarlijks 2% voor 2010, 2011, 2012)
Buitenhek Management & Consult, Utrecht, 14 september 2010
13
90K 2.989 83%
Bijlage B: harmonisatie toeslag 1e en 2e kind in 2012
Gemiddeld besteedbaar inkomen 2010 Brutokosten kinderopvang Subsidiabele kosten kinderopvang Toeslag 1e kind Toeslag 2e kind Totaal toeslag Nettokosten kinderopvang Nettokosten in % besteedbaar inkomen
2010 minimum per jaar € 12.750 € 12.580 € 12.500 € 5.969 € 6.031 € 12.000 € 580 5%
Gemiddeld besteedbaar inkomen 2011 Brutokosten kinderopvang Subsidiabele kosten kinderopvang Toeslag 1e kind Toeslag 2e kind Totaal toeslag Nettokosten kinderopvang Nettokosten in % besteedbaar inkomen
2011 minimum per jaar € 13.005 € 12.960 € 12.720 € 5.851 € 6.106 € 11.957 € 1.003 8%
Gemiddeld besteedbaar inkomen 2012 Brutokosten kinderopvang Subsidiabele kosten kinderopvang Toeslag 1e kind Toeslag 2e kind Totaal toeslag Nettokosten kinderopvang Nettokosten in % besteedbaar inkomen
2012 minimum per jaar € 13.265 € 13.220 € 12.980 € 5.971 € 5.971 € 11.942 € 1.278 10%
€ € € € € € €
€ € € € € € €
€ € € € € € €
Periode 2010-2012 minimum Netto-kostenstijging gezin in € € 698 € Netto-kostenstijging gezin in % 120%
2010 30K per jaar 23.766 12.580 12.500 5.581 6.000 11.581 999 4% 2011 30K per jaar 24.241 12.960 12.720 5.400 6.067 11.467 1.493 6% 2012 30K per jaar 24.726 13.220 12.980 5.510 5.510 11.020 2.200 9%
€ € € € € € €
€ € € € € € €
€ € € € € € €
30K 1.201 € 120%
2010 60K per jaar 35.700 12.580 12.500 4.519 5.875 10.394 2.186 6%
2010 90K per jaar € 63.852 € 12.580 € 12.500 € 3.225 € 5.744 € 8.969 € 3.611 6%
2011 60K per jaar 36.414 12.960 12.720 4.159 5.921 10.081 2.879 8%
2011 90K per jaar € 65.129 € 12.960 € 12.720 € 2.652 € 5.769 € 8.421 € 4.539 7%
2012 60K per jaar 37.142 13.220 12.980 4.244 4.244 8.489 4.731 13%
2012 90K per jaar € 66.432 € 13.220 € 12.980 € 2.706 € 2.706 € 5.413 € 7.807 12%
60K 2.545 € 116%
90K 4.196 116%
Bron besteedbaar inkomen: CBS: Inkomensgroepen; particuliere huishoudens naar diverse kenmerken, gewijzigd op 14 juli 2010, 25% kwartielen particuliere huishoudens totaal 2009, gekoppeld aan inkomenscategorieën minimum, 30 K, 60K en 90K (bewerking indexering jaarlijks 2% voor 2010, 2011, 2012)
Buitenhek Management & Consult, Utrecht, 14 september 2010
14
Bijlage C: bijdrage werkgevers, ouders en Rijk 2007-2009
Bron: Kerncijfers OCW 2007, 2008 en 2009
Buitenhek Management & Consult, Utrecht, 14 september 2010
15
Appendix: Tekort op werkgeversbijdrage kinderopvang De rol van werkgevers bij financiering en bezuinigingen kinderopvang In geen van de bezuinigingsscenario’s komt de rol van werkgevers als financier van de kinderopvang aan bod. Dat is opmerkelijk aangezien het Rijk al sinds invoering van de verplichte werkgeversbijdrage voor kinderopvang in 2007 meer uitgeeft aan de werkgeversbijdrage voor ouders dan dat ze int bij de werkgevers in Nederland. In bijlage C is te zien wat ouders, Rijk en werkgevers bijdroegen aan de kinderopvang in de periode 2007-2009. In onderstaande tabel een samenvatting: In € mln. per jaar Bij werkgevers geinde bijdrage kinderopvang Rijksbijdrage kinderopvang Bijdrage ouders kinderopvang Totale kosten kinderopvang
2007 € 469 € 1.589 € 400 € 2.458
in % 19% 65% 16% 100%
2008 € 659 € 2.166 € 625 € 3.450
in % 19% 63% 18% 100%
2009 € 684 € 2.351 € 856 € 3.891
in % 18% 60% 22% 100%
Daaruit blijkt dat werkgevers sinds 2009 zowel relatief als in geld de kleinste bijdrage leveren aan de kinderopvang. Door de voorgenomen bezuinigingen in de kinderopvang zal dat aandeel in de komende jaren niet stijgen. Hoe zat het ook alweer? Werknemers die voldoen aan de criteria van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (Wkkp) krijgen een bijdrage van het Rijk voor de kosten van kinderopvang, de kinderopvangtoeslag. Die kinderopvangtoeslag bestaat uit een twee delen. Enerzijds is er een inkomensafhankelijk deel dat voor de laagste inkomens die gebruik willen maken van opvang 60% van de kosten dekt, bij een modaal inkomen is dat nog 50% en vanaf € 100.000 per jaar en hoger krijgen gezinnen 0%. Bovenop deze inkomensafhankelijke toeslag ontvangen alle gezinnen - ongeacht het inkomen - de werkgeversbijdrage. Dat percentage is gelijk voor alle inkomensgroepen en bedraagt een derde deel (33,3%) van de opvangkosten. Ter dekking van de werkgeversbijdrage kinderopvang betalen werkgevers aan het Rijk een verplichte opslag op de WW premie van 0,34%. Tekort op werkgeversbijdrage Uit bijlage C is ook af te leiden wat het Rijk aan ouders uitkeerde aan werkgeversbijdrage - te weten 33,3% van de kosten - en wat zij ter dekking daarvan inde bij de werkgevers zelf , In onderstaand overzicht het tekort aan dekking voor uitgekeerde werkgeversbijdrage over de periode 2007-2009: In € mln. per jaar 2007 Bij werkgevers geinde bijdrage kinderopvang € 469 Door Rijk uitbetaalde werkgeversbijdrage € 819 Dekkingstekort € 350
2008 € 659 € 1.149 € 490
2009 € 684 € 1.296 € 612
Buitenhek Management & Consult, Utrecht, 14 september 2010
Totaal 2007 - 2009 € 1.812 € 3.263 € 1.451
16
Nu keert het Rijk ook de ontbrekende werkgeversbijdrage uit aan niet-werknemers en aan eenoudergezinnen. Als we daarvoor corrigeren en uitsluitend de zuivere werkgeversbijdrage in aanmerking nemen die het Rijk uitkeert aan werknemers blijft een fors tekort zichtbaar: In € mln. per jaar 2007 Bij werkgevers geinde bijdrage kinderopvang € 469 Door Rijk uitbetaalde zuivere werkgeversbijdrage € 728 Dekkingstekort € 259
2008 € 659 € 1.021 € 362
2009 € 684 € 1.152 € 468
Totaal 2007 - 2009 € 1.812 € 2.901 € 1.089
Kort door de bocht betekent het dat voor iedere 20 euro aan werkgeversbijdrage die het Rijk van werkgevers ontvangt ze meer dan 33 euro uitgeeft en dat ze dat - zonder aanvullende maatregelen - de komende jaren ook zal blijven doen. Sinds het Rijk in 2007 de kinderopvanguitkering overnam van werkgevers is het totale dekkingstekort opgelopen tot meer dan € 1 mld. en dat zal zich de komende jaren voortzetten. Alternatief bezuinigingsscenario: verlagen toeslag werkgeversbijdrage Voor dit tekort zijn er twee voor de hand liggende oplossingen: het verhogen van de premie voor de verplichte werkgeversbijdrage met 50% tot ruim 0,50% (is nu 0,34%). Voor deze maatregel is in de afgelopen jaren geen politiek draagvlak gebleken. Alternatief is het verlagen van de aan werknemers uit te keren werkgeversbijdrage van 33,3% naar iets minder dan 20% van de kosten kinderopvang van gezinnen. De negatieve effecten van die laatste bezuinigingsoptie kunnen gedempt worden met herinvoering van de netto vrijwillige werkgeversbijdrage die tot 2007 fiscaal toegestaan en zelf in de meeste bedrijven gebruikelijk was. Dat betekent dat werkgevers de ruimte krijgen om op individuele basis of via CAO afspraken fiscaal gunstig (netto-netto) de verplichte werkgeversbijdrage van 20% aan te vullen tot 33,3%. Ook deze maatregel biedt in potentie de mogelijkheid om de beoogde bezuiniging op de kinderopvangtoeslag van € 500 mln. in 2012 te realiseren. Voor dit scenario geldt dat de financiële gevolgen voor ouders fors zullen zijn en het afhankelijk wordt van individuele werkgevers of CAO onderhandelingen welke inkomenseffecten het uiteindelijk voor gezinnen met kinderopvang zal hebben.
Buitenhek Management & Consult, Utrecht, 14 september 2010
17