Jaarverslag 2014
Inhoudsopgave 1.
TIP: klik op de lichtblauwe hoofdstukken om direct verder te lezen
Voorwoord................................................................................................................. 3
Bijlagen 45 1. Invulling bestuurlijke organisatie............................................................................ 47 2. Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad.................................................... 3. Overzicht Prestatiebox middelen OPSO..............................................................47 49 4. Financiële uitgangspunten voor de Meerjarenbegroting 2015-2018.............. 51 5. Gecorrigeerde prognose 2014-2017 ...................................................................... 51 6. Personeelssterkte per functiegroep......................................................................
Jaarverslag 2014 2. Samen sterker voor het beste onderwijs voor elk kind..................................4 3. De bestuurlijke organisatie................................................................................... 5 4. Onderwijs.................................................................................................................. 7 5. Personeel..................................................................................................................1 1 6. Huisvesting...............................................................................................................15 7. Financiën..................................................................................................................17 8. Continuïteitsparagraaf..........................................................................................19. Jaarrekening 2014 25 9.1 Grondslagen................................................................................................................. 27 9.2 Financiële kengetallen.............................................................................................. 28 9.3 Balans per 31 december 2014.................................................................................. 29 9.4 Staat van baten en lasten per 31 december 2014............................................... 30 9.5 Kasstroomoverzicht................................................................................................... 31 9.6 Toelichting op de Balans.......................................................................................... 35 9.7 Toelichting op de Staat van baten en lasten........................................................ 38 9.8 Voorstel voor de resultaatbestemming................................................................. 38 9.9 Treasuryverslag......................................................................................................... 39 9.10 Verantwoording bruidsschat 2014......................................................................... 39 9.11 Overzicht verbonden partijen................................................................................ 39 9.12 Gebeurtenissen na balansdatum........................................................................... 39 9.13 Kosten accountantscontrole................................................................................... 9.14 Vermelding bezoldiging topfunctionarissen 40 en gewezen topfunctionarissen............................................................................. 41 Controleverklaring.............................................................................................................. 43 Overige gegevens...............................................................................................................
VERTROUWEN, VERBINDEN, MEESTERSCHAP
2
terug naar inhoudsopgave
1 Voorwoord Het beste onderwijs voor elk kind
vindt u terug in onze Jaarplannen 2014. De komende jaren houden we de ingeslagen weg vast. We blijven werken aan het verbeteren van het onderwijs met hulp van interne en externe deskundigen.
Jaarverslag 2014
Samen leren en kennis delen
Met trots presenteren OPSO en SPOOR hun jaarverslagen als resultaat van het samenwerkingsjaar 2014. Vol verwachting kijken we uit naar 2015 waarin we verder bouwen aan ons gezamenlijk meesterschap voor het beste onderwijs voor elk kind.
Anderen willen laten leren, betekent jezelf ontwikkelen door met en van elkaar te leren. Dat varieert van de GMR tot het onderwijzend personeel en van directies tot het College van Bestuur. Onderwerpen uit de ‘leer- en klankbordgroepen’ zijn bij voorbeeld: breinontwikkeling, passend onderwijs, begrijpend lezen, teamleren, systeemontwikkeling, NPDL, opbrengstgericht werken, financiën en NLP. We zijn elkaars klankbord, (leer)ervaringen worden gebundeld, en kennis gedeeld met als doel onze eigen ontwikkeling te verbreden en te verdiepen.
Het jaarverslag gaat over het onderwijs op de scholen van OPSO in Purmerend en scholen in onze regio van SPOOR. Het laat zien dat we iedere dag bezig zijn binnen onze stichtingen, scholen en in de klassen om met elkaar het beste onderwijs te bieden en daar waar nodig te verbeteren. We hebben ervoor gekozen het jaarverslag 2014 alleen digitaal uit te brengen. Zo kunt u gericht achtergrondinformatie zoeken of snel een item terugvinden via de handige doorklikmogelijkheid. Op www.opspoor.nl kunt u ook andere informatie en verslagen van OPSO en SPOOR vinden.
Tijdens deze zoektocht naar en uitwisseling van kennis leren collega’s uit alle geledingen van de samenwerkende stichtingen SPOOR en OPSO van elkaar. Van elkaar leren betekent ook leren van en met onze collega schoolbesturen en andere samenwerkings partners. We hebben elkaar nodig om het onderwijs en de ondersteuning die elk kind nodig heeft zo passend mogelijk te laten zijn. Ons onderwijs past elk kind.
Kijk mee met wat we doen
De samenwerkende Colleges van Bestuur OPSO en SPOOR
Transparantie en het afleggen van verantwoording hoort bij organisaties die met publieke middelen worden gefinancierd. Dat is niet de enige reden dat OPSO en SPOOR hun jaarverslagen uitbrengen. We zijn trots op wat wij doen voor de leerlingen, de medewerkers en het onderwijs. Het fundament van OPSO en SPOOR is stabiel. De bedrijfsvoering is steeds beter op orde. De extra financiële middelen die wij in december 2013 ontvingen en de uitwerking van het sociaal plan zorgen dat we er financieel beter voorstaan. De vrijgekomen middelen zetten we in voor verbeteringen in onze schoolontwikkeling.
Jelte de Graaf
SPOOR en OPSO trekken samen op Het jaarverslag 2014 laat zien dat we als samenwerkende stichtingen steeds meer in verbinding met elkaar zijn en dat we steeds dichter naar elkaar toe groeien. Dat gaat natuurlijk niet vanzelf. Het is het werk van alle mensen binnen onze organisaties. Zij werken met passie en betrokkenheid. De doelstellingen, die in de jaarverslagen staan, komen voort uit het Koersdocument en de notitie Vitale en Duurzame Scholen. De vertaling van deze twee documenten
VERTROUWEN, VERBINDEN, MEESTERSCHAP
3
Alina Kuiper
terug naar inhoudsopgave
2 Samen sterker voor het beste onderwijs voor ieder kind De OPSPOOR-organisatie De stichting Openbaar Primair en Speciaal Onderwijs Purmerend (OPSO) is sinds 2011 een zelfstandige stichting, die 15 scholen in Purmerend bestuurt. De stichting heeft een eenhoofdig College van Bestuur. In het toezicht is voorzien in de vorm van een Raad van Toezicht, die uit drie personen bestaat. De Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad bestaat uit een personeels- en oudergeleding. Ten behoeve van de ondersteuning van het College van Bestuur en de directies van de scholen is een Servicebureau ingericht. Per 1 januari 2012 werkt OPSO samen met SPOOR. Binnen de samenwerking is de doelstelling dezelfde. De organisatie-inrichting van SPOOR is vergelijkbaar. SPOOR verzorgt het openbaar primair onderwijs in het werkgebied dat loopt van Landsmeer/ Oostzaan tot in Zeevang.
We worden geïnspireerd door de stelling dat we verschil kunnen maken. Dat doen we door samen het beste onderwijs te bieden vanuit onze kernwaarden:
Vertrouwen We gaan uit van de mogelijkheden van ieder mens en stimuleren elk individu zichzelf verder te ontwikkelen. Wij zijn van nature nieuwsgierig naar de ander en heten iedereen welkom.
Verbinden Iedereen binnen en buiten de organisatie. Kinderen, medewerkers, ouders en andere betrokkenen voelen zich erkend en geaccepteerd ongeacht geloof, ras, huidskleur, geslacht, taal en afkomst. Iedereen is in staat om op een respectvolle manier met elkaar om te gaan en op een constructieve wijze samen te werken. Verschillen in visie en geloofsovertuigingen zien we en ervaren we als een bron van inspiratie. Samen komen we verder.
De in 2012 gesloten samenwerkingsovereenkomst tussen beide besturen maakt het mogelijk om op bestuurlijk niveau als ware als één organisatie te functioneren. Dit betreft dan de twee samenwerkende Raden van Toezicht en de twee samenwerkende Colleges van Bestuur. Hetzelfde geldt voor de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraden. De ondersteunende bureaus werken sinds eind 2013 als één Service bureau voor de twee stichtingen.
Meesterschap Elke medewerker is op zijn/haar vakgebied een professional die kritisch naar zichzelf kijkt, die zich openstelt voor anderen en nieuwe opvattingen op waarde weet te schatten. Elke medewerker is eigenaar van het vak dat hij uitoefent en laat iedereen profiteren van eigen ervaringen en nieuwe inzichten. Elke medewerker is in staat de verschillen te overbruggen, betrokkenen te verbinden en daadwerkelijk vertrouwen te geven aan kinderen, ouders en collega’s. Elke medewerker ontwikkelt zich permanent om het vakmanschap te onderhouden en te verbeteren.
Waar staan we voor In het Koersdocument 2013-2016 hebben we onze visie als volgt omschreven:
Onze openbare scholen nemen actief deel aan allerlei ontwikkelingen door initiatieven te ontplooien en verbeteringen in gang te zetten om het beste onderwijs voor ieder kind te realiseren.
Wij gaan uit van de mogelijkheden van ieder kind. Wij zijn erop gericht om samen met het kind en de ouders alle creatieve, cognitieve, sociaal-emotionele en fysieke talenten te ontplooien. OPSO werkt vanuit deze missie intensief samen met SPOOR om onze kennis en inzichten te delen. Op deze wijze creëren wij het beste onderwijs voor onze kinderen, gaan we efficiënter met de middelen om en vullen wij onze ondersteuningsplicht nog beter in.
VERTROUWEN, VERBINDEN, MEESTERSCHAP
Van onze medewerkers verwachten wij, dat zij handelen vanuit deze drie kernwaarden en elkaar daarop aanspreken. Wij zetten het gedachtengoed gebaseerd op de ‘lerende organisatie’ in als voertuig voor verandering.
4
terug naar inhoudsopgave
3 Bestuurlijke organisatie In 2014 is het Koersdocument 2014-2017 en het gezamenlijk Jaarplan 2014 vastgesteld. Deze twee stukken geven inzicht in de voorgenomen concrete activiteiten en beoogde resultaten. In dat kader zijn de samen werkende Colleges begonnen met de voorbereiding van een antwoord op drie belangrijke strategische vraagstukken: • De daling van het aantal leerlingen. • Het monitoren van de onderwijsopbrengsten en de kwaliteit daarvan. • Een exactere onderbouwing van het financieel meerjarenperspectief van beide stichtingen.
De doelstellingen, zoals opgenomen in de meerjarenbegroting 2014 zijn: 1. Opstellen van een Koersdocument 2014 – 2017 OPSO/SPOOR. 2. Opstellen van de krimpnotitie ‘Naar Vitale en Duurzame Scholen’. 3. Verdere intensivering van de samenwerking met SPOOR op bestuurlijk niveau, toezicht en medezeggenschapsterrein door verkenning van de personele unie. 4. Verdere profilering van de scholen. 5. Verbetering van de financiële kengetallen.
De resultaten van bovenstaande punten:
Het vastgestelde Koersdocument en Jaarplan 2014 zijn voor advies voorgelegd aan de directies, Raad van Toezicht en GMR.
1. Het Koersdocument is in het afgelopen jaar opgesteld en voorgelegd aan de directies, GMR en Raad van Toezicht en daarna vastgesteld. 2. De notitie Vitale en Duurzame Scholen is door ons vastgesteld en de uitvoering daarvan binnen de wijk Purmer-Noord voorzichtig in gang gezet. 3. De samenwerking met SPOOR is geïntensiveerd. De wijze waarop dat is gebeurd staat in dit jaarverslag vermeld. 4. Deels gerealiseerd in de vorm van een start van drie scholen met het New Pedagogies for Deep Learning. 5. Deels gerealiseerd in de vorm van een verbeterd weerstandvermogen.
Raad van Toezicht De stichting OPSO Purmerend is op grond van de ‘Wet goed onderwijs, goed bestuur’ (2010) zo ingericht dat er sprake is van een functionele scheiding tussen toezicht en bestuur. De functie van het intern toezicht wordt uitgeoefend Onderwerpen door de Raad van Toezicht. De leden van de Raad van Toezicht zijn en besluiten benoemd door de gemeenteraad van Purmerend. van de Raad van Toezicht
In het verslagjaar 2014 zijn de beide Raden van Toezicht van OPSO en KLIK HIER SPOOR zich gaan verdiepen in de invoering van een Personele Unie. Ze hebben een verkenning van de mogelijkheden laten uitvoeren en hebben een miniconferentie met de wethouders Onderwijs belegd. De uitwerking van de Personele Unie tussen beide stichtingen wordt in 2015 voortgezet. Dit jaar heeft de Raad van Toezicht een structureel overleg met de GMR ingevoerd. Daarnaast hebben de leden van de Raad van Toezicht hun opgedane kennis op het terrein van het toezichthouden actief met elkaar gedeeld. Verder hebben de leden van de Raad van Toezicht een bezoek gebracht aan twee scholen van OPSO en SPOOR. Dat waren De Bloeiende Perelaar en de Martin Luther Kingschool. De Raad van Toezicht is in het verslagjaar zes keer bij elkaar gekomen.
Bestuurlijke samenwerking De samenwerking tussen de Colleges van Bestuur van OPSO en SPOOR is intensiever geworden en sinds de zomer van 2013 werken we op basis van een interne portefeuille verdeling. De bestuurder van OPSO is voorzitter van de samenwerkende Colleges van Bestuur en beheert de portefeuilles Onderwijs, Personeel en Communicatie. De bestuurder van SPOOR heeft de portefeuilles Huisvesting, Financiën en het Servicebureau. De beide Colleges van Bestuur werken vanuit de gedachte van beleidsvormend besturen. Het gekozen bestuursmodel voldoet aan de code ‘goed bestuur’. Deze basis van besturen is versterkt door een vast wekelijks overleg en een besluitenlijst die gepubliceerd wordt in De Newz, het tweewekelijks bulletin voor directeuren. Daarnaast stellen we deze ter beschikking aan de Raad van Toezicht.
VERTROUWEN, VERBINDEN, MEESTERSCHAP
5
Het Servicebureau heeft vier afdelingen: Financiën, Personeelszaken, Huisvesting en Onderwijs en een bestuurssecretariaat. Het Servicebureau wordt aangestuurd door de portefeuillehouder Servicebureau. Medewerkers van het Servicebureau zijn leverancier van informatie, adviseur en ondersteuner van de samenwerkende Colleges van Bestuur, de samenwerkende toezichthouders en de directeuren. Vanuit deze ondersteunende rol leveren zij bijgedrage aan de resultaten, zoals die in dit jaarverslag naar voren komen. Tevens zijn zij de motor in de totstandkoming van het jaarverslag zelf.
Auditcommissie en de Remuneratiecommissie De Raden van Toezicht van OPSO en SPOOR hebben samen twee commissies ingericht. Dat zijn de Auditcommissie en een Remuneratiecommissie.
SPOOR-raad en gemeente Purmerend Vanuit de verticale verantwoordingsplicht zijn er in 2014 twee bijeenkomsten geweest met de SPOOR-raad en de gemeente Purmerend. Daarin zijn de volgende zaken aan de orde geweest: De meerjarenbegrotingen 2014-2017. 1. 2. Het lopende sociaal plan. 3. De notitie Vitale en Duurzame Scholen. 4. De verwachte leerlingaantallen. 5. De jaarrekeningen 2013.
SPOORRAAD
GEMEENTE PURMEREND
Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad
Gemeente Zeevang, Wormerland, Waterland, Oostzaan, Landsmeer, Edam-Volendam, Beemster.
RAAD VAN TOEZICHT
De Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) vertegenwoordigt de ouders en leerkrachten van de scholen. De GMR krijgt beleidstukken voor instemming of advies aangeboden. In 2014 heeft de GMR wederom een achterbanbijeenkomst georganiseerd. Dit keer stond de bijeenkomst in het teken van Passend Onderwijs. Peter Riezenbos auteur van het boek ‘Van Mavo tot Harvard’ Beleidsstukken plaatste zijn eigen schoolloopbaan in het bredere onderwijskader. GMR Centraal stond de vraag: is het de leerling of de school die passend is of KLIK HIER zou moeten zijn?
Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad
College van Bestuur
Servicebureau
FZ OW/ICT
HV
PAZ
Secr.
Directieberaad Het afgelopen jaar volgden alle directeuren een tweedaagse cursus over het coachen van leerteams binnen de scholen. Daarnaast heeft het Directieberaad veel aandacht besteed aan het begeleiden van ziekte en de preventiemaatregelen die een directeur op het gebied van ziekteverzuim kan treffen. Er is aan het eind van het kalenderjaar uitgebreid stilgestaan bij de gevolgen van de nieuwe cao. Projectgroepen van directeuren hebben actief voorstellen voorbereid op het terrein van financiën en personeel. Wat betreft het verbeteren van werkprocessen en administratieve processen heeft de klankbordgroep Servicebureau een paar maal feedback gegeven op voorstellen. De praktische uitvoering van Passend Onderwijs op de scholen zelf heeft in het afgelopen najaar verschillende malen op de agenda gestaan. In 2014 is het Directieberaad zes keer bij elkaar gekomen.
3 Projectgroepen
Cluster 1
Servicebureau
VERTROUWEN, VERBINDEN, MEESTERSCHAP
6
Cluster 2
Cluster 3
Cluster 4
Cluster 5
Cluster 6
OPSO PURMEREND
SPOOR
13 basisscholen 1 school voor speciaal basisonderwijs 1 school voor (voortgezet) speciaal onderwijs
23 basisscholen 1 school voor speciaal basisonderwijs
terug naar inhoudsopgave
4 Onderwijs De ingeslagen wegen in het onderwijs en de onderwijsorganisatie in 2014
In de meerjarenbegroting 2014 zijn de volgende meetbare doelstellingen geformuleerd: 1. Elke school heeft een eigen schoolondersteuningsprofiel (augustus 2014). 2. Elke medewerker heeft minimaal één studiedag gevolgd over de lerende organisatie. Op scholen wordt gewerkt aan de hand van een stappenschema (van analyse t/m evaluatie). 3. We hebben een aantal deeldoelstellingen geformuleerd over de digitalisering van het onderwijs. Deze deeldoelstellingen hebben betrekking op het gebruik van iPads en trainen van leerkrachten in het gebruik daarvan. De meetbare doelen voor de ICT-pilots staan beschreven in de projectaanvraag van de school. Bij een positieve uitkomst, gaan minimaal vijf scholen meedoen met de projecten. De verkregen informatie is gedeeld met alle scholen. 33% van de scholen neemt deel aan de cursus ‘Train de trainer’. De cursus gaat over het didactisch gebruik van het digitale schoolbord. De trainer draagt de verkregen kennis over aan het schoolteam. 4. Er is een conceptvisie voor een andere aanpak voor het gebruik van ICT in het onderwijs. 5. Er is een SharePoint-omgeving voor kantoor, directeuren en ICT-coördinatoren.
1 Integraal scholingsaanbod in het kader van de lerende organisatie In 2014 maken alle medewerkers kennis met het gedachtengoed van de lerende organisatie. De lerende organisatie en de werkwijze worden op de scholen geïmplementeerd. De directeuren worden geschoold in het aansturen van een lerende organisatie. Uitwerking
De kwaliteit van het onderwijs staat of valt met de kwaliteit van de leerkracht. De lerende leerkracht, die voortdurend aan de verbetering van zijn kwaliteit werkt, blijkt in alle onderzoeken een cruciale factor voor de kwaliteit van de school. Om de kwaliteitsontwikkeling te vergroten is er in 2014 een vervolg gegeven aan het scholingstraject dat in 2013 is gestart. Na de laatste Onderwijsdag voor alle medewerkers o.l.v. Jan Jutten met als onderwerp ‘Leiding geven aan professional capital’, zijn de onderstaande modules en trainingsdagen van start gegaan:
Resultaten van bovenstaande punten: 1. Passend Onderwijs is halverwege 2014 ingevoerd. De resultaten zijn daardoor nog zeer voorlopig. 2. Elke medewerker heeft een studiedag Boeiend Onderwijs bezocht. Na de zomer zijn de trainingen gestart. 3. Op verschillende scholen gestart, maar niet afgerond in 2014. 4. Niet gerealiseerd, doorgeschoven naar 2015. 5. Voorbereidingen gerealiseerd, implementatie in 2015.
VERTROUWEN, VERBINDEN, MEESTERSCHAP
Voor de leerkrachten: • Verbeteren van begrijpend lezen met behulp van systeemdenken. • Hoge opbrengsten door boeiend onderwijs. • Beter onderwijs door breinkennis. • Van vast menu naar lopende buffet. • Omgaan met gedragsproblematiek. NLP voor je dagelijks werk in de klas. • Voor de intern begeleiders: • Intern begeleider in een lerende school. Van onderwijskundig naar opbrengstgericht leider. • Communicatie: kerncompetentie van intern begeleiders. • Begeleiden van meetbaar gestuurd onderwijs. Data gebruiken om het onderwijs te verbeteren.
7
3 Monitoringsinstrument Goed Onderwijs voor schooldirecteuren
Voor de directeuren: • Werken aan inspirerend leiderschap in een lerende organisatie met behulp van o.a. leerteams. Communicatie, de kerncompetentie van een goede leider. • • Teamcoaching. • Van leren van het verleden naar leren voor de toekomst.
De Monitor Goed Onderwijs (MGO) wordt naast het CITO LOVS als instrument gebruikt. Hiermee krijgen scholen beter inzicht in de kwaliteit van hun onderwijs. Uitwerking
Scholen moeten beter inzicht in de kwaliteit van hun onderwijs krijgen. Door de kwaliteit te monitoren kan, waar nodig, het onderwijs worden verbeterd. Op de scholen wordt er gewerkt met twee instrumenten die daarbij behulpzaam zijn:
Belangrijk uitgangspunt is het vliegwielprincipe, waarbij leerkrachten, intern begeleiders en directeuren hun opgedane kennis en vaardigheden delen met de rest van het team. Dat betekent voor de directeuren dat het teamleren concreet vormgegeven wordt binnen de eigen school. De opleiding voor directeuren heeft daar input aan gegeven en zal ook net als de overige modules en trainingen worden voortgezet in 2015.
1. De Monitor Goed Onderwijs (MGO) is een instrument waarmee scholen, naast het gebruik van het CITO LOVS, inzicht krijgen in de stand van zaken wat betreft de kwaliteit van hun onderwijs. Tevens krijgen scholen zicht op wat er moet gebeuren om het onderwijs, indien noodzakelijk, te verbeteren. De MGO kijkt o.a. naar de positie t.a.v. het waarderingskader van de onderwijs inspectie, de plannen van aanpak, het didactisch handelen van de leerkrachten, de opbrengstanalyses en de borgingsdocumenten. In 2015 zal de webbased versie van het MGO bovenschools ingezet worden. 2. Daarnaast wordt er gebruikgemaakt van het CITO LOVS op school- en bovenschoolsniveau. Deze monitor geeft direct inzicht in de behaalde resultaten op de diverse leergebieden.
2 Scholing signalering kindermishandeling Alle leerkrachten, intern begeleiders (medewerkers met een ondersteuningstaak o.a. in het kader van Passend Onderwijs) en schoolleiders hebben via e-learning geleerd kindermishandeling te signaleren. Hiermee voldoen ze aan de wettelijke eisen in 2014.
De inzet van genoemde instrumenten stelt het bestuur in staat het jaarlijkse bestuursgesprek met de inspectie proactief te voeren.
Uitwerking
De leerkrachten, intern begeleiders en schoolleiders hebben een verplichte scholing gekregen over het signaleren van kindermishandeling. De opgedane kennis wordt geborgd door op elke school ook één teambijeenkomst o.l.v. een medewerker van het Samenwerkingsverband Waterland te organiseren. De meldcode is bij elke school in een specifiek werkwijze/protocol vastgelegd. Daarmee zijn alle medewerkers meer alert en bekwaam in het signaleren van en het handelen in geval van kindermishandeling. Al onze scholen voldoen nu aan de wettelijke eisen op dit gebied.
VERTROUWEN, VERBINDEN, MEESTERSCHAP
In 2015 wordt het advies van de basisschool richting het VO leidend en wordt de centrale eindtoets definitief ingevoerd. In het schooljaar 2015-2016 zal de zogenaamde Waterlandse Overstap daarop aangepast worden.
8
4 Passend onderwijs: inzet Onderwijsondersteuner in de school
5 Excellentieproject
Vanaf augustus 2014 wordt op iedere school de onderwijsondersteuner (OSA) ingezet. De OSA helpt de school bij de verdere vormgeving van passend onderwijs. Het accent wordt verlegd van curatief naar preventief, van leerling naar leerkracht en van incident naar systeem. Ter voorbereiding is in het voorjaar van 2014 een pilot met negen scholen uitgevoerd.
De werkwijze m.b.t. hoogbegaafde leerlingen die de afgelopen jaren binnen OPSO is ontwikkeld, blijkt zeer effectief te zijn. Het bestuur streeft ernaar om op alle SPOOR-scholen d.m.v. een scholings- en begeleidingstraject (Laika) dezelfde werkwijze te implementeren. Binnen de scholen wordt gewerkt volgens vaste afspraken en protocollen en is er een toelatingscommissie voor de bovenschoolse voorziening VOSTOK in Purmerend.
Uitwerking
Voor een adequate invoering van passend onderwijs is een lerende organisatie volgens ons van groot belang. Leren van jezelf, van elkaar en van experts zijn daarbij voor ons de uitgangspunten. Zo ontstaat er continue verandering op individueel, groeps- en organisatieniveau.
Het bestuur van het SWV Waterland bespreekt met andere besturen of onze effectieve aanpak kan worden gebruikt op andere plekken binnen de regio Waterland. Het resultaat is dat het SWV een positief advies heeft gegeven aan andere besturen. Een voorwaarde is wel dat de expertise van de andere besturen wordt geïntegreerd. Het huidige Excellentieproject kan uiteindelijk als één van de onderdelen opgenomen worden in het toekomstig expertisecentrum van het SWV Waterland.
Om die reden zijn we in 2014 gestart met het vormen van clusters van scholen die een gezamenlijke verantwoordelijkheid dragen voor een goede en effectieve besteding van de ondersteuningsmiddelen. De clusters dragen verantwoording voor zowel het onderzoek als voor de te ontwerpen arrangementen. Deze werkwijze leidt tot: • Gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het geheel. • Een situatie waarin iedere school wordt uitgedaagd om de basiskwaliteit te verbeteren met zijn eigen kwaliteit als vertrekpunt. Bewust Leren van en met elkaar waardoor initiatieven worden gestimuleerd. •
6 Ontwikkeling diversiteit in onderwijsinhoudelijke profielen Van alle scholen hebben op dit moment slechts een paar een onderwijsinhoudelijk profiel. Dit zijn De Akker/De Dijk, Oeboentoe en De Boemerang. De Akker en De Dijk werken samen en hebben een Dalton-profiel. De andere twee scholen werken op basis van het concept Ontwikkelingsgericht Onderwijs. In 2014 zijn er voorbereiding getroffen om vanaf januari 2015 drie jaar lang deel te nemen aan het project New Pedagogies Deep for Learning (NPDL). Dit project wordt in diverse landen over de hele wereld gestart. Het doel is om te komen tot een andere manier van onderwijzen. Het onderwijs is meer gericht op persoonlijk leren van leerlingen. Het ligt in de bedoeling om de opbrengsten van dit project breed te delen binnen de organisatie zodat andere scholen kunnen ‘meeliften’. Drie scholen hebben zich tot nu toe aangemeld: De Akker/De Dijk, De Boemerang en Oeboentoe.
Om dit proces te ondersteunen is er in 2014 een begin gemaakt met de inzet van een ondersteuningsadviseur of schoolondersteuner. Deze expert begeleidt en adviseert de school en het cluster. Hij werkt tevens mee aan het op orde brengen van de basis kwaliteit. Het accent wordt verlegd van curatief naar preventief, van leerling naar leerkracht en van incident naar systeem. Werkwijze
• • •
Elk cluster krijgt een ondersteuningsadviseur. Al werkende wordt de inhoud en werkwijze samen verder vormgegeven. De ondersteuningsadviseurs worden ook aangestuurd door het schoolbestuur.
VERTROUWEN, VERBINDEN, MEESTERSCHAP
9
7 Inzet van ICT op school en in de organisatie
9. Klachten
Werken in de cloud
In het verslagjaar 2014 zijn vier klachten bij OPSO ingediend. In het kader van de klachtenregeling onderwijs is de externe vertrouwenspersoon bij deze vier kwesties betrokken geweest. Drie klachten zijn naar tevredenheid afgerond. Een klacht wordt in januari 2015 afgerond.
Binnen de scholen vindt er een omslag plaats van het gebruik van server en bekabeld netwerk naar het gebruik van mobiele devices en opslag in de cloud. In 2014 zijn scholen gestart met de aanschaf van een draadloos netwerk. Verder wordt onderzocht of en op welke wijze het werken met een eigen mobiel apparaat (bring your own device, BYOD) door leerlingen geïmplementeerd kan worden. Een van de zaken is het inrichten van het draadloze netwerk door middel van mobile device management (MDM). De nieuwe technische en inhoudelijke ontwikkelingen op het terrein van digitaal leren en ICT worden nauwlettend gevolgd om scholen zo goed mogelijk te ondersteunen.
Door leden van de schoolorganisatie en ouders is gedurende het jaar 2014 vijftien keer gebruikgemaakt van de helpdesk voor advies en informatie. Om de werkpraktijk van de contactpersonen op de scholen te professionaliseren zijn in maart en november netwerkbijeenkomsten gehouden en begeleid. Onderwerpen waren casuïstiek over verschillen van inzicht of omgang tussen school en ouders, de meldcode Kindermishandeling en de nieuwe wetgeving rond pesten.
Werken met tablets
De Willem Eggert school doet mee aan een pilot met behulp van Snappet (Android tablet). Hierbij sluiten de programma ’s en het verwerkingsmateriaal steeds aan bij het niveau van het individuele kind. De resultaten die behaald worden met de programma ’s van Snappet en de nieuwe verwerkingssoftware van de rekenmethode Pluspunt worden aan het eind van het schooljaar 2014/2015 geëvalueerd. Invoering Office 365
Office 365 is ingevoerd op het bestuurskantoor en op een aantal scholen om het werken in de cloud te bevorderen. Office 365 is aan het eind van het schooljaar 2014-2015 op alle scholen ingevoerd.
8. Beeld onderwijskwaliteit vanuit de inspectie De Inspectie van het Onderwijs heeft voor alle scholen op 25 november 2014 het basis arrangement vastgesteld. Dit betekent dat de inspectie geen aanwijzingen heeft dat er belangrijke tekortkomingen zijn in de kwaliteit van het onderwijs op onze scholen.
VERTROUWEN, VERBINDEN, MEESTERSCHAP
10
terug naar inhoudsopgave
5 Personeel contractkosten arbodienst en arbozorg, personeel derden (lees: inhuur), kerstpakketten, teamuitjes enz.
De doelstellingen zoals deze zijn opgenomen in de begroting 2014: 1. Er is een (ver)nieuw(d) personeelsbeleid geformuleerd en de gesprekkencyclus ‘Functioneren en Beoordelen’ is, waar nodig, aangepast. De klachtenregeling en de klokkenluidersregeling zijn beide vastgesteld. 2. Het sociaal plan 2012-2014 is geëvalueerd en er is een besluit genomen over een vervolg sociaal plan. 3. Op basis van de RI&E’s op schoolniveau is er een Arbobeleidsplan op bestuurs niveau opgesteld. 4. De resultaten van het project Preventie ziekteverzuim moeten zodanig zijn dat het ziekteverzuimcijfer gelijk of lager is aan het landelijke gemiddelde. 5. Er is een eerste leeromgeving voor leerkrachten gevormd.
Bovenschools scholingsaanbod Het bovenschools scholingsaanbod was in 2014 divers en gericht op de lerende organisatie. Het scholingsaanbod bestond uit: • NLP in het onderwijs 1 • NLP in het onderwijs 2 • NLP in het onderwijs 3 • Vuurwerk • Beter onderwijs door breinkennis • Verbeteren van begrijpend lezen met behulp van systeemdenken en coöperatief leren • Van dagmenu naar lopend buffet • Hoge opbrengsten door boeiend onderwijs • Specifieke gedragskenmerken van het kind • Boeiend Onderwijs
De resultaten van de hierboven genoemde punten zijn: 1. In afwachting van de cao-PO 2014 nog niet gerealiseerd. 2. Gerealiseerd. Niet gerealiseerd. 3. Bijna gerealiseerd 4. Gerealiseerd in de vorm van een pilot op De Wheermolen. 5.
Boeiend Onderwijs in de vorm van ‘het natuurlijk leren’ stond centraal tijdens de organisatiebrede studiedag. Vanwege de omvang van de groep is de studiedag drie keer georganiseerd. Iedereen heeft met veel inzet en plezier deelgenomen aan de studiedag. Na een enthousiaste inleiding van Jan Jutten met mindmapping en veel illustraties werden er verschillende workshops gegeven, waarin aan een concrete vertaling van het principe van Boeiend Onderwijs werd gewerkt. Als onderdeel van de studiedag zijn de medewerkers teruggegaan naar hun team. Daar hebben ze een eerste activiteit uitgewerkt in het kader van ‘Boeiend Onderwijs’ en ‘het natuurlijk leren’ voor hun eigen school.
In 2014 zijn wel de volgende regelingen (voorlopig) vastgesteld: • Klachtenregeling. • Klokkenluidersregeling. • Protocol cyberpesten en mediawijsheid. Gedragscode personeel. • • Beleidsuitgangspunten inzake omgang met agressie en geweld tegen personeel. • Werkkostenregeling. • Herplaatsingsbeleid.
Sociaal plan
Deze regelingen vormen onderdeel van het personeelsbeleid en zullen in de komende tijd verder worden uitgewerkt.
OPSO hanteert voor alle medewerkers in vaste dienst het werkgelegenheidsbeleid. Ondanks het werkgelegenheidsbeleid was 2014 het laatste jaar van het sociaal plan 2012-2014. Het sociaal plan was noodzakelijk, omdat de daling van het leerlingen aantal (zie bijlage 5) geen gelijke tred hield met het natuurlijk verloop van leerkrachten. In het sociaal plan staat dat bij OPSO een reductie moest plaatsvinden van 21,6018 fte oftewel € 1.112.000.
Kentallen Binnen OPSO wordt 83,19% van de middelen besteed aan personele kosten. Onder personele kosten wordt niet alleen verstaan de salariskosten, maar ook alle aan het personeel gerelateerde kosten, zoals scholing (individueel, team en stichtingsniveau),
VERTROUWEN, VERBINDEN, MEESTERSCHAP
11
In oktober van het verslagjaar moest nog een reductie plaatsvinden van 4,4757 fte. Voor 4,4757 fte is uiteindelijk ontslag aangezegd. De uitvoering van het sociaal plan heeft veel gevergd van diverse medewerkers. Het getuigt o.i. van goed werkgeverschap dat uiteindelijk slechts voor 4,4757 fte (21%) noodgedwongen ontslag aangezegd moest worden.
Vervangingsfonds Binnen OPSO is de mogelijkheid ‘eigen risicodragerschap voor vervanging’ onderzocht. Vooralsnog is nog niet besloten om over te gaan tot een eigen risicodragerschap vanwege te hoge financiële risico’s.
Personele ontwikkelingen Het aantal leerlingen op een school is op hoofdlijnen de basis voor de formatieruimte. Ook in 2014 is er sprake van een daling van het aantal leerlingen binnen onze stichting.
Ziekteverzuim
In 2014 is weer gebruikgemaakt van de arbodienst Tredin. De arbeidsdeskundige bij Tredin legt het accent op de benadering van ziekteverzuim vanuit de opvatting ‘verzuim is een keuze’. Deze invalshoek is ook de onze met dien verstande dat met medewerkers en directies overlegd wordt op welke wijze een zieke medewerker zo goed mogelijk in de school aan de slag kan blijven zonder dat dit het herstel belemmerd. Tredin ondersteunt ons in de uitvoering van de ziekteverzuimpreventie en begeleiding. De preventie en begeleiding richt zich op wat iemand wel kan in plaats van wat iemand door ziekte niet kan. In 2014 is het gemiddelde percentage ziekte verzuim 6,9%. Het ziekteverzuim is in vergelijking met 2013 iets gedaald en het percentage ziekteverzuim ligt iets boven het landelijke gemiddelde van 6,3%. Er is in het afgelopen jaar extra geïnvesteerd in het aanpakken van het ziekteverzuim. In 2014 is een extra directieoverleg geweest waarbij dit onderwerp uitgebreid aan de orde is gekomen. Daarnaast is een incompanybasistraining ziekteverzuimbegeleiding gegeven. Er is een flyer met informatie over de aanpak van ziekteverzuim gemaakt.
Deze uitstroom is tot stand gekomen door het niet verlengen van tijdelijke aanstellingen, WIA-afkeuringen, ontslag op eigen verzoek, ontslag i.v.m. FPU, het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd en gedwongen ontslag als uitvloeisel van het sociaal plan. Naast de uitstroom heeft ook interne mobiliteit plaatsgevonden. Deze mobiliteit vond plaats op basis van het vastgestelde herplaatsingsbeleid. Dit beleid is eveneens geëvalueerd en zal voor de komende jaren worden voortgezet.
ZIEKTEVERZUIM
De opbouw van ons personeelsbestand ziet er als volgt uit:
10,00
PERCENTAGE
9,00
VERHOUDING MAN/VROUW
8,00 7,00
15%
6,00
OPSO landelijk
4,00 2011
2012
2013
85%
2014
MAN VROUW
VERTROUWEN, VERBINDEN, MEESTERSCHAP
KLIK HIER
Bij OPSO daalde het aantal leerlingen op de reguliere teldatum (1 oktober 2014) met 66 leerlingen naar 3841 leerlingen (-1,69%). Op 1 augustus 2014 waren er 373 personeelsleden in dienst met een totale omvang in fte’s van 282,32. Ten opzichte van 1 augustus 2013 is er een daling van 14 personeelsleden en een daling in fte’s van 9,38.
Overzicht verloop ziekteverzuim OPSO en landelijk:
5,00
Overzicht Leerlingen- aantal
12
Functiemix
LEEFTIJDSCATEGORIE 1% 16% 29% 19%
Op basis van de cao-PO is elk schoolbestuur verplicht functies toe te kennen aan personeelsleden gekoppeld aan een LB-schaal voor personeel werkzaam aan een basisschool en een LC-schaal voor personeel werkzaam in het speciaal basisonderwijs of (voortgezet) speciaal onderwijs.
15-24 jaar 25-34 jaar 35-45 jaar
Op 1 augustus moest op bestuursniveau het percentage LB-functies 46% zijn voor het personeelsbestand van het basisonderwijs. Het percentage LC-functies moest 14% zijn voor het personeelsbestand van het speciaal basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs. Deze streefpercentages zijn niet gehaald. Waarom bereiken we niet het beoogde aandeel aanstellingen in een hogere functieschaal?
45-54 jaar
35%
55-65 jaar
1. De functiemix is in onze ogen geen doel op zich. De inrichting in de school organisatie moet een aparte functie met een hogere inschaling rechtvaardigen. Dat is binnen onze scholen mondjesmaat het geval. 2. We zijn, gezien de extra kosten die aan een hogere inschaling verbonden zijn en de daling in leerlingen en werknemers de komende jaren voorzichtig in het versneld aanstellen van medewerkers in reguliere functies in een hogere schaal. Een overtuigende inhoudelijke motivering staat voorop.
VERDELING PERSONEELSCATEGORIE 6% 18% DIRECTEUREN
76%
OOP (onderwijs ondersteunend personeel)
In vier jaar tijd moet gegroeid worden van 0% naar 46% aan LB-functies in het basisonderwijs. Dit is een grote opgave en in de praktijk blijkt dat niet haalbaar te zijn. Het blijft het streven om dit percentage te halen alleen in een tempo dat past binnen de ontwikkeling van onze organisatie.
OP (onderwijzend personeel)
VERHOUDING VOLTIJD/PARTTIME:
Eind 2014 zijn binnen OPSO de volgende percentages gehaald: Functiemix OPSO
32%
68%
Wtf op 31-12-2014
Gerealiseerd 31-12-2014
Percentage
onderwijs)
voltijd parttime
VERTROUWEN, VERBINDEN, MEESTERSCHAP
Te realiseren wtf LB (basisonderwijs) en LC (speciaal
13
Totaal basisonderwijs
165,3607
76,0659
21,6289
28,43%
ML King
17,7200
2,4808
1,8535
74,71%
Tangram
17,3782
2,4329
1,0000
41,10%
Totaal
35,0982
4,9137
2,8535
58,07%
In het verslagjaar is in de zomer het cao-onderhandelaarsakkoord tot stand gekomen. In deze cao is nadere invulling gegeven aan duurzame inzetbaarheid van medewerkers. Deze duurzame inzetbaarheid bestaat uit drie elementen:
primair onderwijs en wordt verzorgd door V.A.K. Bedrijfshulpverlening in Purmerend. De training is ook dit jaar weer door de deelnemers als positief beoordeeld. Er zijn elk jaar ook weer nieuwe BHV’ers nodig. Deze nieuwe BHV’ers volgen een basisopleiding BHV.
1. Elke medewerker heeft een budget van 40 uur per jaar voor persoonlijke duurzaamheid naar rato van de omvang van het dienstverband. 2. Startende leerkrachten krijgen een bijzonder budget (40 uur extra + een coach die niet de leidinggevende is). 3. Oudere werknemers krijgen vanaf de leeftijd van 57 jaar een bijzonder budget (130 uur extra) dat naast de 40 uur ingezet kan worden voor verlof.
Behalve BHV’ers heeft elke school ook één medewerker met preventietaken. In de Arbowet worden drie concrete taken genoemd voor de preventiemedewerker: 1. (Meewerken aan) het uitvoeren van een Risico-Inventarisatie en Evaluatie (RI&E). 2. (Meewerken aan) het uitvoeren van arbomaatregelen. 3. Het adviseren aan en samenwerken met de medezeggenschapsraad.
De invoering van duurzame inzetbaarheid is gepaard gegaan met het afschaffen van de bapo-regeling. De huidige opname wordt gerespecteerd maar nieuwe instroom behoort niet meer tot de mogelijkheden.
Voor de preventiemedewerkers heeft ArboRapport in Purmerend in het najaar van 2014 een studiemiddag verzorgd. Hierin zijn zaken die betrekking hebben op alle taken, verantwoordelijkheden en positie van de preventiemedewerkers aan de orde gekomen. Daarnaast is de taak van de nieuwe Arbomeester kort toegelicht. Er is ook aandacht besteed aan hoe we nu verder gaan met alle vraagstukken bij de uitvoering en het vervolg van de RI&E. Deze middag is als voldoende/goed door de deelnemers beoordeeld.
Cao-PO 2014
Daarnaast is in het cao-onderhandelaarsakkoord bepaald dat in het onderwijs sprake is van een 40-urige werkweek. In het verslagjaar is een plan van aanpak gemaakt naar aanleiding van het cao-onder handelaarsakkoord. Daarnaast zijn voorlichtingsdagen voor directeuren georganiseerd. De voorlichting richtte zich op de invulling die kan worden gegeven aan de door het cao-akkoord aangeboden ruimte. Voorlichtingsdagen voor alle medewerkers zijn voor 2015 gepland. Tot slot is in de werkgroep personeel aandacht besteed aan de coaching van startende leerkrachten en over de kansen en mogelijkheden van startende leerkrachten binnen de stichting. Het cao-onderhandelaarsakkoord is eind 2014 verder uitgewerkt en op de valreep van 2015 was de tekst van het cao-akkoord beschikbaar.
De in 2013 verschenen RI&E’s zijn in 2014 voor het merendeel uitgevoerd. Het geplande arbobeleidsplan op bestuursniveau is echter nog niet tot stand gekomen.
Bedrijfshulpverlening (BHV) Op elke school zijn er minimaal twee medewerkers opgeleid tot BHV’er. Op de meeste scholen zijn er meer dan twee BHV’ers, mede afhankelijk van de aard, omvang en ligging van de school. Er wordt op de scholen twee keer per jaar een ontruimings oefening gehouden. Alle BHV’ers nemen één keer per jaar op woensdagmiddag deel aan de herhalings opleiding BHV. Dat is een gecombineerde en geïntegreerde training voor levens reddende eerste hulp en brandbestrijding. De training is op maat gemaakt voor het
VERTROUWEN, VERBINDEN, MEESTERSCHAP
14
terug naar inhoudsopgave
6 Huisvesting
Huisvestingsbeleid
Het huisvestingsbeleid is in 2014 verder ontwikkeld. In dit stuk is een aanzet gegeven voor het Plan van Eisen voor de school van de toekomst. Verder zijn hier stappenplannen aan toegevoegd om leegstand tegen te gaan en deel te nemen aan een MFA/brede school.
In 2014 zijn de volgende meetbare doelstellingen geformuleerd: 1. De werkprocedure rondom het dagelijks en calamiteitenonderhoud is per augustus 2013 gestart. Evaluatie hiervan heeft eind 2014 plaatsgevonden. 2. Er wordt een overzicht gemaakt, waarin het energiegebruik van de scholen op basis van m2 met elkaar vergeleken wordt. Er kan actie worden ondernomen bij uitschieters. 3. Er wordt deelgenomen aan vier nieuwbouw- en verbouwprojecten. 4. Er wordt een meerjarenonderhoudsplan voor 2014 opgesteld en uitgevoerd. 5. Er wordt een eigen integraal huisvestingsplan gemaakt inclusief de hiervoor benodigde interne en externe afstemming.
Onderhoud
In 2014 is na de zomer gestart met het maken van een jaarplan voor 2015. Tijdens het maken van het jaarplan bleek dat in de aangekochte meerjarenonderhoudsplanning zaken ontbraken en dat er onjuistheden in voor kwamen. Een correcte meerjaren onderhoudsplanning – zeker ook in het kader van de Overheveling Onderhoud Buitenkant per 1 januari 2015 – is van groot belang. Daarom is er na een aantal gesprekken met de leverancier van de planning besloten om een deel van de scholen nogmaals te laten schouwen en de planning secuur te laten aanpassen.
De resultaten van hierboven genoemde punten zijn: 1. De evaluatie is vlak na het eind van het verslagjaar gedaan. De werkprocedure is aangepast. Deels gerealiseerd. Het blijft een traject in uitvoering. 2. 3. Gerealiseerd. Niet gerealiseerd doordat er extra werkzaamheden voor nodig zijn. 4. Gerealiseerd in de vorm van een voorlopig voorstel. 5.
Huisvestingsprojecten 2014 Scholenschuif Purmer-Noord De Purmerendse schoolbesturen voor primair onderwijs en de gemeente Purmerend hebben in februari 2013 afspraken gemaakt over het aanpassen en opknappen van Zichthof 11. Dit gebouw is vrijgekomen na de verhuizing van De Boemerang naar de Jachtwagenstraat. Er is een corridor gemaakt tussen Zichthof 9 en Zichthof 11 waardoor er een verbinding ontstond tussen beide gebouwen. Deze corridor is met behulp van gemeentelijke subsidie gerealiseerd. In de zomer van 2014 is OBS De Akker naar Zichthof verhuisd. Hiermee is de laatste fase van de scholenschuif in de Purmer-Noord voltooid. De gemeentelijke subsidie voor deze locatie bestond uit € 28.314 voor het onder wijskundig aanpassen van het gebouw en € 174.156 voor de realisatie van de corridor. OPSO heeft voor het opknappen van Zichthof 11 € 147.670 uitgegeven.
Duurzaam en goed onderhouden schoolgebouwen Het geven van kwalitatief goed onderwijs vraagt om goed geoutilleerde en onderhouden gebouwen. Dat is in eerdere jaren ook naar voren gekomen. In 2014 is geanticipeerd op de uitbreiding van onze bestuurlijke verantwoordelijkheid die we per 1 januari 2015 hebben. Vanaf dat moment zijn wij verantwoordelijk voor zowel de binnen- als de buitenkant van de gebouwen. Het indienen van aanvragen in het kader van de onderwijshuisvesting (met uitzondering van nieuwbouw) is per 2015 niet meer mogelijk. Duurzaamheid
We proberen duurzaamheid zoveel mogelijk centraal te stellen binnen onze huis vestingsvraagstukken. Bij elk nieuwbouwproject wordt hier aandacht voor gevraagd. Verder is in november 2014 de zgn. ‘Green Deal’ getekend door vertegenwoordigers van een aantal overheidsinstanties. Deze Green Deal moet ertoe leiden dat school besturen beter worden gefaciliteerd om duurzaamheidsmaatregelen, daar waar mogelijk, toe te passen.
VERTROUWEN, VERBINDEN, MEESTERSCHAP
Kleine projecten 2014 Ventilatiesysteem OBS De Nieuwe Wereld Onder regie van de gemeente Purmerend is in de zomer van 2014 een compleet nieuw
15
ventilatiesysteem aangebracht bij OBS De Nieuwe Wereld. Er is op het dak van de school een kast en een stelsel van buizen aangebracht. De grootte van het geheel heeft de buurtbewoners verrast. Over een oplossing wordt door gemeente, school en bewoners nagedacht.
Onderwijshuisvestingsaanvragen 2014 De volgende (spoed)aanvragen en subsidieaanvragen zijn gedaan in het kader van de onderwijshuisvesting: OBS De Akker Subsidie scholenschuif t.b.v. Zichthof 11 - Toegekend Subsidie bijdrage schoolplein - Toegekend OBS De Akker OBS ’t Carrousel Spoedaanvraag aanpassingen i.v.m. inspectie brandveiligheid -Nog niet bekend OBS Weidevogels Spoedaanvraag 1e inrichting OLP/Meubilair - Toegekend OBS Wheermolen Spoedaanvraag plaatsen hekwerk - Afgewezen
Afronding bouw Martin Luther Kingschool De gemeente Purmerend wil bij de Martin Luther Kingschool een buslus realiseren. De afdeling Verkeer van de gemeente Purmerend heeft een aantal modellen gemaakt. Deze modellen zijn besproken tijdens informatieavonden voor buurtbewoners en school. De keuze is gemaakt en de gemeente legt de buslus aan. Naast de nieuwe Martin Luther Kingschool staan vijf zieke bomen. De komende jaren worden deze bomen verwijderd. OPSO is met de gemeente Purmerend in gesprek over de verantwoordelijkheid en financiële afwikkeling.
Onderhoud Dagelijks onderhoud Het dagelijks onderhoud is in 2014 geheel zelfstandig door OPSO uitgevoerd. Aan dit dagelijks onderhoud is in 2014 € 90.102 uitgegeven. Planmatig Onderhoud De verbouwing/aanpassing van de locatie Zichthof was de grootse klus. Daarnaast zijn in 2014 de volgende werkzaamheden door OPSO uitgevoerd:
Groei OBS Wheermolen Door groei van OBS Wheermolen is de teamkamer tijdelijk in gebruik als extra klaslokaal. Hierdoor is het mogelijk om de peuterspeelzaal in de school te houden.
OBS Wheermolen OBS Wheermolen OBS De Nieuwe Wereld OBS De Nieuwe Wereld OBS De Nieuwe Wereld OBS De Dijk OBS De Delta SBO Het Tangram OBS De Ranonkel OBS De Weidevogels
Peuterspeelzaal OBS De Boemerang OBS De Boemerang heeft voor de verhuizing van Zichthof naar de Jachtwagenstraat aangegeven heel graag de goede samenwerking met peuterspeelzaal Pinkeltje te willen voortzetten. De gemeente heeft dit mogelijk gemaakt door geld ter beschikking te stellen aan de peuterspeelzaal. Met dit geld kan de peuterspeelzaal een ruimte binnen de Jachtwagenstraat geschikt maken.
Schoolbezoeken De medewerkers hebben alle scholen bezocht en met de directie de staat van het gebouw en het noodzakelijk en wenselijk onderhoud doorgesproken. De uitkomsten van de schoolbezoeken zijn verwerkt en samengevoegd in een actie lijst. Nagenoeg alle actiepunten zijn in 2014 afgehandeld. De actiepunten waren bijvoorbeeld ‘waar moet ik zijn met een klacht over de schoonmaak?’, ’Hoe kan ik besparen op de energiekosten?’ of ‘Hoe vraag ik kleine onderhoudswerkzaamheden aan?’. De resterende actiepunten zullen zo snel mogelijk in 2015 worden afgerond.
VERTROUWEN, VERBINDEN, MEESTERSCHAP
Nieuwe anti-inbraakinstallatie Plaatsen van een hek Buitenschilderwerk Plaatsen bulletinboard Nieuwe pompen voor de cv-installatie Buitenschilderwerk Buitenschilderwerk Plaatsen van zonwering Nieuwe groepenkast en herstel van voegwerk Kranen vervangen
Deze werkzaamheden hebben gezamenlijk zo’n € 73.456 gekost. Dit maakt dat – samen met de kosten voor de Zichthof 11 – in 2014 in totaal € 221.126 is uitgegeven aan planmatig onderhoud.
16
terug naar inhoudsopgave
7. Financiën 3. De begroting en de meerjareninvesteringsbegroting zijn per school opgesteld. De schoolbegroting en de meerjareninvesteringsbegroting zijn met elke directeur vooraf besproken en eventueel bijgesteld. In deze gesprekken zijn ook de resultaten van het voorgaand begrotingsjaar meegenomen. Alle producten die voortkomen uit de Planning en Control-cyclus, worden op de agenda van het directieberaad gezet. 4. De projectgroep bovenschoolse middelen heeft in 2014 een advies uitgebracht over de wijze waarop de bovenschoolse middelen Budgetten ‘Bovenschoolse worden vastgesteld en worden ingezet. In de notitie ‘Bovengelden’ schoolse gelden’ is vastgesteld welke activiteiten er bovenschools KLIK HIER worden uitgevoerd en welke budgetten daarvoor nodig zijn. Dit advies is meegenomen bij het opstellen van de meerjarenbegroting 2015-2018. 5. Eind 2014 zijn de werkprocessen met betrekking de Planning en Controlcyclus beschreven en uitgewerkt in het document ‘Planning en Control-cyclus (rapportage) structuur OPSO en SPOOR in 2015’. Het conceptvoorstel is in de eerste week van 2015 door het CvB vastgesteld.
In de meerjarenbegroting 2014-2017 zijn de volgende meetbare doelstellingen voor 2014 geformuleerd: 1. Er ligt een beleidsrijke meerjarenbegroting 2014-2017. 2. Er is een eerste versie van een beleidskader financiën opgesteld. 3. Directeuren kennen hun eigen schoolbegroting en maken binnen de bestuur lijke kaders keuzes. Zij blijven bij het leiden van hun school binnen de begroting. 4. De projectgroep bovenschoolse middelen prestatiebox heeft een advies opgesteld over de inzet van deze middelen in de meerjarenbegroting 2015-2018. 5. Er zijn op de verschillende terreinen werkprocessen en -procedures opgesteld.
De resultaten van de hierboven genoemde punten zijn: 1. In bescheiden vorm – als eerste stap – gerealiseerd. 2. Niet gerealiseerd, alleen algemene uitgangspunten bij de meerjarenbegroting opgesteld. 3. Deels gerealiseerd. 4. Gerealiseerd. 5. Deels gerealiseerd.
Er zijn twee managementrapportages (Marap) gemaakt. De 1e Marap beslaat de periode januari/maart 2014 en de 2e Marap beslaat de periode januari/juli 2014. De jaarrekening 2013 gaf aanleiding tot een nadere analyse van de loonkosten. De loonkosten van de periode augustus 2013 t/m februari 2014 zijn geanalyseerd. De analyse inclusief een aantal aanbevelingen zijn toegevoegd aan de 1e Marap Personeel. Het College van Bestuur heeft de aanbevelingen overgenomen en besproken met de directeuren in het directieberaad. De 2e Marap besteedt aandacht aan inhoudelijke (tussen)rapportages en aan de te verwachten resultaten in de jaarrekening 2014.
Toelichting: 1. Eind 2013 is de meerjarenbegroting 2014-2017 vastgesteld. De voorgaande meerjarenbegrotingen waren beleidsarm en werden lopende de begroting procentueel doorberekend naar de volgende jaren. In de meerjarenbegroting 2014-2017 zijn er vooraf financiële uitgangspunten en kaders geformuleerd en vastgesteld. Er zijn per werkterrein meetbare doelstellingen geformuleerd. Dit is gedaan op basis van het inhoudelijk jaarplan 2014 van het College van Bestuur (CvB). Het jaarplan 2014 van het CvB betreft een concrete uitwerking per jaar van het Koersdocument: ‘Samen sterker voor het beste onderwijs 2013-2016’. 2. De meerjarenbegroting 2015-2018 is eind 2014 vastgesteld. In deze begroting is de lijn voortgezet van het vooraf Meerjaren formuleren van kaders en doelen. In de meerjarenbegroting begroting 2015-2018 zijn niet alleen de beleidsvoornemens en fi2015-2018 KLIK HIER nanciële uitgangspunten vooraf beschreven en vastgesteld. De voornemens, voor zover mogelijk, zijn ook financieel vertaald.
VERTROUWEN, VERBINDEN, MEESTERSCHAP
17
Risico-inventarisatie van OPSO Bij het risicomanagement is gebruikgemaakt van de door de PO-Raad beschikbaar gestelde tool. Aan de hand van deze tool zijn risico’s benoemd en heeft er een prioritering plaats gevonden. De rapportages ‘Risico inventarisatie van OPSO’ zijn op basis van het risico-inventa risatie-instrument tot stand gekomen. Deze rapportages zijn in de continuïteits paragraaf in een overzicht samengevat. Het contract met Van Ree Accountants is in 2014 beëindigd en er is een contract afgesloten met Horlings Accountants. Horlings Accountants heeft in de week van 20 oktober 2014 een interim controle uitgevoerd. De bevindingen en aanbevelingen van Horlings zijn vastgelegd in een managementletter. Deze managementletter is besproken met het CvB en de Auditcommissie. Het Treasurystatuut heeft een update gekregen naar aanleiding van de managementletter.
VERTROUWEN, VERBINDEN, MEESTERSCHAP
18
terug naar inhoudsopgave
terug naar jaarverslag
8. Continuïteitsparagraaf
Meerjarenbegroting 2015-2018
Meerjarenbegroting 2015-2018
Baten en lasten 2015 2016 2017 2018 Baten 3.1 Rijksbijdragen OCW € 21.054.426 € 20.673.141 € 20.360.322 € 19.960.048 3.2 Overige overheidsbijdragen en -subsidies € 15.956 € 9.308 € 0 €0 3.5 Overige baten € 211.225 € 146.888 € 125.284 € 123.974 € 21.281.607 € 20.829.337 € 20.485.606 € 20.084.022 Lasten 4.1 Personeelslasten € 17.925.997 € 17.186.020 € 16.365.238 € 15.549.784 4.2 Afschrijvingen € 454.261 € 483.995 € 520.433 € 452.464 4.3 Huisvestingslasten € 1.452.520 € 1.452.520 € 1.452.520 € 1.452.520 4.4 Overige lasten € 1.173.954 € 1.106.389 € 1.106.689 € 1.101.109 € 21.006.732 € 20.228.924 € 19.444.880 € 18.555.877 Saldo baten en lasten € 274.875 € 600.413 € 1.040.726 € 1.528.145
In 2015 komt in totaal een bedrag van 339 miljoen euro ‘nieuw’ geld naar de schoolbesturen primair onderwijs toe. Dat is € 210 per leerling. Dit bedrag kan oplopen naar 501 miljoen euro, wat € 310 per leerling is. Tegenover deze extra middelen staan ook extra uitgaven, zoals uitgaven voor het buitenonderhoud en uitgaven in het kader van het Bestuursakkoord. Voor een deel zijn deze extra uitgaven en inkomsten in de begroting verwerkt. Dit betreft met name het buitenonderhoud, de salarisverhoging, de te verwachten hogere inkomsten en uitgaven voor de professionalisering en extra middelen waar géén extra verplichtingen tegenover staan. De uitwerking van de akkoorden in de regeling bekostiging personeel was pas in januari 2015 klaar. We hebben in de begroting meer aannames moeten doen dan we zelf wenselijk vinden. Het hanteren van aannames brengt risico’s met zich mee. Zodra de nieuwe gegevens bekend waren, hebben we de begroting opnieuw doorgerekend en een begrotingswijziging vastgesteld. Deze hebben we in de eerste Managementrapportage 2015 verwerkt.
Meerjarenbalans 2015-2018
Algemene uitgangspunten voor de opstelling van de begroting Ten opzichte van de vorige meerjarenbegroting hebben we een aantal zaken aangevuld of gewijzigd. Deze staan opgenomen in de algemene uitgangspunten in de bijlagen ‘Financiële uitgangspunten voor de meerjarenbegroting 2015-2018’. Deze algemene uitgangspunten zijn gebruikt voor de opstelling van de begroting. Het betreft met name de wijziging van de gelden, die we ontvangen onder de noemer van Passend Onderwijs. De gemeentelijke subsidies gericht op de ondersteuning van de schoolorganisaties zijn per 1 januari 2015 allemaal vervallen. Deze gelden worden meestal ingezet voor schoolmaatschappelijk werk. We hebben samen met directeuren met name het budget voor bovenschoolse voorzieningen onder de loep genomen. In de notitie Bovenschoolse gelden hebben we vastgesteld welke activiteiten we binnen scholen en bovenschools uitvoeren en welk budget daarvoor nodig is.
VERTROUWEN, VERBINDEN, MEESTERSCHAP
Balans 2015 2016 2017 2018 1. Activa 1.2 Materiële vaste activa € 2.264.486 € 2.171.706 € 2.053.198 € 1.883.551 Vaste activa € 2.264.486 € 2.171.706 € 2.053.198 € 1.883.551 1.5 Vorderingen € 1.224.988 € 1.222.614 € 1.213.485 € 1.211.111 1.7 Liquide middelen € 4.222.877 € 4.303.715 € 4.954.569 € 6.579.216 Vlottende activa € 5.447.865 € 5.526.329 € 6.168.054 € 7.790.327 Activa € 7.712.351 € 7.698.035 € 8.221.252 € 9.673.878 2. Passiva 2.1 Eigen vermogen € 5.676.397 € 6.276.810 € 7.317.536 € 8.845.681 -bestemmingsreserve € 0 € 0 € 0 €0 2.2 Voorzieningen € 437.513 € 550.941 € 523.875 € 128.011 2.4 Kortlopende schulden € 1.598.441 € 870.284 € 379.841 € 700.186 Passiva
19
€ 7.712.351
€ 7.698.035
€ 8.221.252
€ 9.673.878
Liquide middelen
2015
2016
2017
In 2015 zijn per werkterrein de volgende doelstellingen geformuleerd: Onderwijs en ICT
2018
1-Jan 4.778.218 4.222.877 4.303.715 4.954.569 resultaat 274.875 600.413 1.040.726 1.528.145 mutatievoorziening -155.536 113.428 -27.066 -395.864 mutaties -674.680 -633.003 -362.806 492.366 31-Dec
€ 4.222.877
€ 4.303.715
€ 4.954.569
€ 6.579.216
Het positief resultaat dat voor 2015 wordt verwacht, zet zich door in de jaren 2016, 2017 en 2018. In deze meerjarenbegroting is uitgegaan van het natuurlijk verloop (inclusief pensionering) van personeel. Het natuurlijk verloop moet de daling van de inkomsten als gevolg van de daling van het leerlingenaantal kunnen opvangen. De personeelslasten zitten in 2016 onder de 84% van de totale inkomsten. De huisvestingslasten zijn voor de komende jaren gelijk gehouden. Dalende inkomsten zullen echter het lastiger maken om deze kosten blijvend binnen de begroting te houden.
In 2015 zijn de volgende bestuurlijke doelstellingen geformuleerd: 1. De Personele Unie van SPOOR en OPSO is gerealiseerd. 2. De doorontwikkeling naar een mogelijke fusie tussen beide organisaties is getoetst aan de landelijke fusietoets en aan de randvoorwaarden van de gemeenten. 3. De voorgenomen vernieuwing in personele samenstelling van de Raad van Toezicht is gerealiseerd en de vacature van het College van Bestuur OPSO is ingevuld. 4. De herinrichting van het Servicebureau is qua visie, structuur, taken en personele invulling afgerond. 5. Er zijn drie Onderwijs Organisatie Eenheden na voorbereiding geïmplementeerd. 6. Een onderzoek naar alternatieve inrichtingen van schoolorganisaties vindt plaats. Hierbij wordt rekening gehouden met de maximale groepsomvang en tussentijdse instroom van o.a. kleuters.
VERTROUWEN, VERBINDEN, MEESTERSCHAP
1. Elke school heeft het eigen schoolondersteuningsprofiel geëvalueerd en bij gesteld (augustus 2015). Dat betekent dat elke school werkt met een deskundige adviseur, zoals een schoolondersteuner c.q. ondersteuningsadviseur. Er wordt gewerkt aan de versterking van het schoolondersteuningsprofiel, zodat de basisondersteuning op orde komt. Aan het eind van 2015 kunnen de scholen benoemen welke verbeteringen in gang zijn gezet. 2. Elk cluster van scholen regelt m.b.t. onderzoek en ondersteuningstoewijzing wat er nodig is en draagt een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor een goede en effectieve besteding van de middelen. 2015 zien we als een ‘oefenjaar’. Tussentijds wordt er geëvalueerd. 3. De komende drie á vier jaar krijgen alle geledingen binnen onze organisatie scholing en begeleiding. Elke medewerker heeft minimaal een cursus gevolgd met betrekking tot de lerende organisatie. 4. Door het excellentieproject in de regio uit te rollen, kunnen ook scholen van andere besturen deelnemen. 5. Vanaf 2015 doen drie scholen mee aan het project ‘New Pedagogies for Deep Learning’ (NPDL). Dit is een andere manier van onderwijzen. Het is gericht op persoonlijk leren van leerlingen. Vanaf 2015 is de bovenschoolse Monitoring Goed Onderwijs actief en wordt er bepaald welke centrale eindtoets wordt ingezet. 6. In de eerste helft van 2015 stellen we een tussentijdse ICT-beleidsnotitie vast. Deze notitie bevat richtlijnen die directies ondersteunen bij de keuze van nieuwe devices, toepassingen en de inrichting van de ICT-ondersteuning in onze organisatie. 7. Aan het eind van dit schooljaar in 2016 is er een Sharepoint-omgeving voor het bestuurskantoor ingericht. 8. Aan het eind van het schooljaar zijn de diverse experimenten met devices en toepassingen geëvalueerd. De opgedane kennis is beschikbaar en wordt gedeeld. 9. Aan het eind van het schooljaar heeft een projectgroep de keuze bepaald voor één onderwijsadministratiesysteem (OAS).
20
Personeelssterkte per functiegroep KLIK HIER
Personeel en organisatie
Risico-inventarisatie van OPSO
1. In het kader van de nieuwe cao-PO worden het beleid en een plan van aanpak geformuleerd. Hierin komen de persoonlijke duurzaamheid, het eigenaarschap van professionalisering en de 40-urige werkweek uitgewerkt en ingevoerd. 2. Het plan van aanpak Preventief Verzuim en de begeleiding van het verzuim worden in de eerste helft van 2015 geëvalueerd, bijgesteld en verder uitgevoerd. 3. We stellen een plan van aanpak op om de risico’s te beheersen van de wijzigingen in de dekking van het Vervangingsfonds en de gevolgen van de Wet werk en zekerheid. Dit uitgewerkte plan willen we per 1 augustus 2015 invoeren. 4. We zetten maatregelen in voor mobiliteit van huidig personeel, uitstroom van personeel van de Vervangingspool en de vorming van een JongTalentVijver. 5. We streven in 2015 naar een ziekteverzuimcijfer dat gelijk of lager is aan het landelijk gemiddelde (om en nabij 6%).
In 2014 is voor het risicomanagement gebruikgemaakt van de door de PO-Raad beschikbaar gestelde tool. Aan de hand van deze tool zijn risico’s benoemd en heeft een prioritering plaatsgevonden. De rapportage van OPSO, die op basis van het risico- inventarisatie-instrument tot stand is gekomen is in onderstaand overzicht samengevat.
Kwaliteit onderwijsaanbod Hoe houden we de kwaliteit van ons onderwijs hoog en zorgen we dat het – daar waar nodig – verbeterd wordt? We zijn in 2013 gestart met het systematisch en op bestuursniveau monitoren van de toetsresultaten. Daarnaast is er toen een kwaliteitszorgcirkel geïntroduceerd waarbinnen op drie momenten in het per jaar, scholen in hun verbeter- en ontwikkelplannen worden gevolgd. Onlangs is naast de Cito-scores de monitor Goed Onderwijs ingevoerd. Deze wordt met ingang van 2015 op bestuursniveau geoperationaliseerd. Eind 2015 zullen we de kwaliteitszorgcirkel en de verbeterresultaten daarvan uitgebreid evalueren.
Huisvesting 1. Het huisvestingbeleidsplan is vastgesteld. 2. Het meerjarenonderhoudsplan is vernieuwd en de risico’s daarvan zijn benoemd en de beheersingsmaatregelen vastgesteld. 3. Het beheer en exploitatie van OBS De Kraal is geregeld. 4. De inventarisatie van lokalen per voorbereide Onderwijsorganisatie-eenheid is klaar. Hierin staan de lokalen die in gebruik blijven en de lokalen die af worden gestoten. Tevens ligt er een plan van aanpak om met de leegstand in lokalen om te gaan.
Kwaliteit in het schoolleidersteam Hoe houden we voldoende kwaliteit in het team schoolleiders? De kwaliteit van het schoolleidersteam is divers. Dat is positief in de zin van dat ze elkaar kunnen adviseren en helpen. De samenwerking in het directieberaad is afgelopen jaar goed gegroeid. Daarmee wordt het makkelijker om van elkaar te leren. Het directieteam is voor een groot deel 50-plus. Het team is aangevuld met een paar jonge, beginnende directeuren. Onze sturing ligt vooral op het bevorderen van een goede doorstroming, zodat we stapsgewijs voldoende jonge respectievelijk externe aanwas organiseren.
Financiën en bedrijfsvoering 1. Het laten opstellen van een documentenstructuur en op basis daarvan een plan van aanpak voor archivering. 2. Het opstellen van inkoopbeleid en een systeem voor contractenbeheer. 3. Het inventariseren van de mogelijkheden voor alternatieve geld-, goederen- en dienstenbronnen. 4. Het systematisch verbeteren van de toelichting op de meerjarenbegroting. 5. Kwaliteitscirkel financiën opzetten. 6. Beter benutten van personele en financiële systemen en conform het plan van aanpak implementeren.
VERTROUWEN, VERBINDEN, MEESTERSCHAP
Personeelsomvang, kosten en subsidies Hoe houden we grip op de wijzigingen in de personeelsomvang, kosten en subsidies? De gemeentelijke subsidies zijn vrijwel naar nul teruggebracht. Daarmee is het risico nul geworden. Er is een ander risico voor teruggekomen en dat is de gelden Passend Onderwijs. Deze kunnen in de toekomst zeker fluctueren.
21
Er zijn verschillende oorzaken voor het gebrek aan tijdige sturing op het vlak van de personeelslasten. Eén daarvan is het achteraf declareren van vervanging. Ter voorkoming van vervanging stimuleren we tijdige personeelsbegeleiding op school, zodat de draagkracht van individuele personeels leden en teams wordt versterkt. Met ingang van 2015 wordt een twee- maandelijkse rapportage personeelslasten en personeelssystematiek opgesteld.
Ontwikkeling werkgeverslasten
Financiële kwaliteitszorgsysteem per school
Lasten van ziekteverzuim
Kunnen schoolleiders het financiële aspect van personeel en budget voldoende sturen? Om de financiën op het gebied van personeel en budget beter te kunnen beheersen, moeten de schooldirecties genoeg inzicht hebben in de lopende, terugkerende en incidentele kosten. Elke school heeft zo zijn specifieke financiële agenda. Het directieteam en de individuele schoolleiders blijken te weinig handvatten te (kunnen) gebruiken, waarmee ze hun schoolfinanciën beheersen. Komend jaar beginnen we met regelmatige gesprekkencycli als onderdeel van een financieel kwaliteitszorgsysteem.
Het ziekteverzuimpercentage bij OPSO is dalende, echter de borging daarvan is nog niet op orde. De kosten van het Vervangingsfonds lopen op, waardoor de admini stratieve lasten daarvoor ook oplopen. We schatten die op dit moment op minimaal een halve formatieplaats bij het Servicebureau (die met SPOOR gedeeld wordt). In 2015 moet echt worden doorgepakt. Zeker in het licht van de aangekondigde modernisering van het vervangingsfonds. Deze modernisering leidt tot het verleggen van risico’s en verantwoordelijkheden van het vervangingsfonds naar de schoolbesturen. In 2015 investeren we extra in de vorm van een projectmatige aanpak ziekteverzuimpreventie. We pakken samen met de schooldirecteuren sneller dreigend verzuim aan.
De werkgeverslasten blijven stijgen. Voor 2014/2015 is uitgegaan van een werkgevers percentage van 62,5% en voor 2015/2016 is dat 63%. De jaren daarna wordt een verdere verhoging verwacht. Deze werkgeverspercentages worden niet altijd geheel door de overheid gecompenseerd. Indien een compensatie plaatsvindt, dan is deze altijd achteraf. De beïnvloedbaarheid van deze cijfers zijn beperkt. Goede bewaking van de kostenontwikkeling in het lopende jaar is een belangrijke maatregel in 2015.
Informatievoorziening CvB en toezichthouders Hoe verbeteren we de kwaliteit van de informatievoorziening aan de Colleges van Bestuur en de toezichthouders?
Huisvesting
Operationele risico’s:
Per 1 januari 2015 vindt de doordecentralisatie buitenonderhoud plaats. Het is een ‘koude overdracht’ dat wil zeggen dat een voorziening voor buitenonderhoud vanaf nul opgebouwd moet worden. Het risico bestaat dat, als de gebouwen in de toekomst aan de economische eigenaar worden teruggegeven, deze eigenaren verlangen dat deze gebouwen in goede staat worden overgedragen. Dat kan verschil van inzicht en discussie opleveren, die financiële gevolgen voor ons bestuur heeft. Het bijgestelde meerjarenonderhoudsplan is het eerste aangrijpingspunt om het onderhoud qua kostenbeheersing te beïnvloeden.
Krimp
Uitvoeringsvoorschriften
Als gevolg van de demografische ontwikkeling worden OPSO en SPOOR geconfronteerd met een daling van het aantal leerlingen. Deze krimp heeft niet alleen gevolgen voor het personeel maar ook voor de exploitatie van de schoolgebouwen. We hebben de ontwikkeling van Vitale en Duurzame scholen ingezet. Daarnaast staat voor 2015 een nadere analyse van de stedelijke en regionale ontwikkeling in de leerlingaantallen op de rol.
Verschillende organisaties oefenen controle uit op de naleving van de uitvoerings voorschriften. Het betreft het Ministerie op de naleving van de toekenning van de gewichten aan leerlingen. Het vervangingsfonds let op de vervanging en in het bijzonder op de inzet van poolers. Het participatiefonds kijkt naar de werkloosheids uitkeringen. Bij niet naleving worden de ten onrechte gedeclareerde kosten verhaald. In toenemende mate vindt dit verhaal plaats. Dit risico wordt door de monitoring van verschillende processen en door regelmatige controle goed bewaakt.
De informatievoorziening aan CvB en toezichthouders is op dit moment onvoldoende. Dit hangt deels samen met bovenstaande risico’s en wordt versterkt doordat we tweemaal per jaar een Managementrapportage maken. Zoals hierboven al aangegeven willen we de frequentie van rapporteren verhogen naar drie keer per jaar.
VERTROUWEN, VERBINDEN, MEESTERSCHAP
22
Jaarrekening 2014
terug naar inhoudsopgave
Inleiding Het resultaat, saldo baten en lasten, in de jaarrekening 2014 laat een resultaat zien van € 1.089.898. In de begroting van 2014 was een resultaat van € 75.525 geraamd. De afwijking, het saldo rekening en begroting, komt uit op € 1.014.373.
Resultaat van € 380.258
Staat van baten en lasten 2014 Rekening Begroting Rekening 2014 2014 2013 € € € Baten 21.540.005 21.082.649 22.658.945 Lasten 20.455.705 21.007.524 21.401.239 Saldo baten en lasten 1.084.300 75.125 1.257.706 Saldo Financiële baten en lasten 5.598 400 4.694 Resultaat
24
1.089.898
75.525 1.262.400
9.1 Grondslagen
Het weerstandsvermogen bedraagt op basis van de jaarcijfers 2014: 15%. In de meerjarenbegroting OPSO 2014-2017 wordt door OPSO een weerstandsvermogen gehanteerd van 5% (was 10%). Om een goed zicht op de risico’s te houden heeft OPSO in 2014 de risicoanalyse herijkt. De nieuwe hulpmiddelen die door de PO-Raad zijn ontwikkeld zijn daarbij gehanteerd. Uit bestaande onderzoeken blijkt tot nu toe dat er geen risico’s zijn die meer dan laag en gemiddeld genoemd kunnen worden. Indien de standaard normen van de PO-raad worden gehanteerd, voldoet OPSO aan de vereiste kapitaalseisen en is het gezien de nu bekende risico’s niet noodzakelijk om te streven naar groei van het weerstandsvermogen. Het is echter wel zaak om aan de hand van de nieuwe risicoanalyse te bepalen wat een gezond vermogenspeil is.
Algemeen De jaarrekening is opgesteld met inachtneming van de bepalingen opgenomen in de Ministeriële Richtlijn Jaarverslaggeving Onderwijs. Hierbij wordt aansluiting gezocht bij de bepalingen van Boek 2 titel 9 van het Burgerlijk Wetboek en de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving waaronder Richtlijn 660 Onderwijsinstellingen.
Waardering van de activa en de passiva
De waardering van activa en passiva en de bepaling van het resultaat vinden plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij de desbetreffende grondslag voor de specifieke balanspost anders wordt vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen aanschafprijs verminderd met de afschrijvingen. Op de materiële vaste activa wordt afgeschreven in gelijke percentages van de aanschafwaarde met als restwaarde € 0. De eerste afschrijving vindt plaats in het jaar van aanschaf. Als ondergrens van de te activeren zaken wordt € 500 gehanteerd.
Voorzieningen Onderhoudsvoorziening De onderhoudsvoorziening beoogt kostenegalisatie voor de uitgaven van groot planmatig onderhoud aan scholen die over de jaren heen een onregelmatig verloop hebben. De planning voor het groot planmatig onderhoud loopt tot 2020 en wordt jaarlijks geactualiseerd en met een jaar verlengd. Per 1 januari 2015 vindt de doordecentralisatie buitenonderhoud plaats. Het bestuur is vanaf die datum verantwoordelijk voor het gehele planmatige onderhoud, binnenkant en buitenkant. In 2015 zal aan de hand van een schouw de voorziening onderhoud opnieuw worden vastgesteld.
De indeling in activagroepen en afschrijvingstermijnen is als volgt: Activa - Meubilair - Speeltoestellen, inventaris en TFT -schermen - Onderwijsleerpakketten - Afkoop licenties onderwijsleerpakketten - Vervoersmiddelen - ICT werkstations, beamers en printers - ICT hard- en software, laptoppen en I-pads - ICT accespoints en switches - ICT- digiborden
Algemene reserve
Afschrijvingstermijn 20 jaar 10 jaar 9 jaar 5 jaar 5 jaar 5 jaar 4 jaar 4 jaar 9 jaar
De algemene reserve vormt een buffer ter waarborging van de continuïteit van OPSO en is opgebouwd uit reserves. De algemene reserve wordt tevens gevuld met de resultaatbestemming van overschotten in het boekjaar. Bij een tekort wordt er onttrokken aan de algemene reserve.
VERTROUWEN, VERBINDEN, MEESTERSCHAP
25
Voorziening jubilea De voorziening jubilea is gevormd ter dekking van de kosten van jubileumgratificaties die op grond van de cao dienen te worden betaald. In 2008 heeft de werkgeversorganisatie PO-Raad berekend dat voor besturen met meer dan 50 fte aan medewerkers, een voorziening van € 550 per fte toereikend is. Deze berekeningssystematiek vormt de grondslag voor de voorziening voor jubilea.
Vergelijkende cijfers Voor zover van toepassing zijn ter vergelijking de realisatiecijfers opgenomen van het voorgaande jaar, alsmede de cijfers van de meest recente, vastgestelde versie van de begroting van het verantwoordingsjaar.
Wet Normering Topinkomens
De Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) is met ingang van 1 januari 2013 in werking getreden. Op grond van deze wet zijn de bezoldigingen van het College van Bestuur en de vergoedingen aan de leden van de Raad van Bestuur opgenomen in de jaarrekening.
Professionalisering Schoolleiders:
Voor de Professionalisering van de directies is jaarlijks een bedrag beschikbaar van € 2.000 per directielid. Dit bedrag kan gedurende maximaal 3 jaar worden gespaard. Is dit budget binnen 4 jaar niet besteed dan wordt het toegevoegd aan het algemeen scholingsbudget.
Overige activa en passiva
Kasstroomoverzicht
Bij de bepaling van het exploitatiesaldo zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: Voor de baten en lasten is het baten- en lastenstelsel (ook wel matchingsbeginsel) van toepassing. De kenmerken van dit stelsel zijn dat baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts opgenomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verplichtingen en mogelijke verliezen, die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaar rekening bekend zijn geworden. De in de jaarrekening opgenomen bedragen luiden in hele euro’s.
VERTROUWEN, VERBINDEN, MEESTERSCHAP
Het kasstroomoverzicht wordt opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit liquide middelen en vlottende effecten. Effecten worden als liquide gezien indien deze als vlottend actief worden verantwoord. Ontvangen interest wordt opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. Betaalde interest wordt opgenomen onder de kasstroom uit financieringsactiviteiten. Transacties waarbij geen ruil van geldmiddelen plaatsvindt, waaronder financiële leasing worden niet in het kasstroomoverzicht opgenomen. De betaling van de leasetermijnen is opgenomen onder de operationele activiteiten.
De overige activa en passiva betreffen: - vorderingen; - liquide middelen en - kortlopende schulden. De overige activa en passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.
Resultaatbepaling
26
9.2 Financiële kengetallen
Omschrijving
Formule
Norm OPSO
2014
2013
2012
3.841
3.907
4.031
50.00%
66.49%
62.53%
47.61%
2
2.87
2.26
1.52
0% tot 5%
5.06%
5.57%
0.19%
5%
16%
9.22%
4.04%
5.608
5.794
5.124
4.638
4.707
4.805
85.00%
82.71%
81.24%
85.81%
5.00%
5.54%
5.57%
5.95%
10.00%
4.86%
5.64%
8.05%
<35%
37.64%
30.31%
28.28%
Aantal leerlingen 1 oktober 1 Solvabiliteit
Geeft de mogelijkheid aan om alle schulden op lange termijn te voldoen
Eigen vermogen gedeeld door balanstotaal
2 Liquiditeit
Geeft de mogelijkheid aan om alle schulden op korte termijn te voldoen
Vlottende activa gedeeld door kort lopende schulden
3 Rentabiliteit
Geeft aan hoe de bedrijfsuitvoering is verlopen
Exploitatieresultaat gedeeld door alle baten
4 Weerstandsvermogen
De hoogte van de reserves, onder afEigen vermogen verminderd met de vaste activa trek van de vaste activa, in relatie tot de gedeeld door de totale baten totale exploitatie
5 Rijksbijdrage per leerling
Gemiddelde rijksbijdrage per leerling
6 Personele last per leerling
Gemiddelde personeelslast per leerling Personeelslasten gedeeld door het aantal leerlingen per 1 oktober
7 Verhouding lasten
Aandeel van de personeelslasten t.o.v. de baten
Personeelslasten gedeeld door totale baten
Aandeel van de huisvestingslasten t.o.v. de baten
Huisvestingslasten gedeeld door totale baten
Aandeel van de overige lasten t.o.v. de baten
Overige lasten gedeeld door totale baten
Deel van het vermogen dat niet (efficiënt) wordt gebruikt
Balanstotaal (exclusief gebouwen en terreinen) gedeeld door totale baten
8 Kapitalisatiefactor
Baten gedeeld door het aantal leerlingen per 1 oktober
VERTROUWEN, VERBINDEN, MEESTERSCHAP
27
9.3 Balans per 31 december 2014 (na resultaatbestemming)
31-12 2014 €
1 Activa Vaste activa
31-12-2013 €
31-12 2014 €
31-12-2013 €
1 Passiva
2.1 Eigen vermogen: 1.2 Materiële vaste activa: - algemene reserve 5.401.522 4.311.624 - gebouwen en terreinen 17.188 18.167 - bestemmingsreserve 1e waardering 0 0 - leermiddelen 620.377 713.864 - ICT 644.522 747.360 5.401.522 4.311.624 - meubilair 612.705 638.332 - overige inventaris en apparatuur 55.972 68.800 - speeltoestellen 47.781 9.731 2.2 Voorzieningen: - vervoermiddelen 14.902 25.422 - personeelsvoorzieningen 254.755 215.921 - overige voorzieningen 338.294 296.563 Totaal vaste activa 2.013.447 2.221.676 593.049 512.484 Vlottende activa 1.5 Vorderingen: 2.4 Kortlopende schulden: - debiteuren 216.508 92.551 - crediteuren 362.961 248.426 - kortlopende vorderingen 1.052.095 1.126.295 - kortlopende schulden OCW 0 40.238 - overige vorderingen 85.974 207.810 - belastingen en premies SV 654.954 687.949 - overlopende activa -22.371 -30.526 - schulden terzake pensioenen 213.460 258.339 1.332.206 1.396.130 - overige kortlopende schulden 261.780 309.163 - overlopende passiva 636.145 517.171 1.7 Liquide middelen 4.778.218 3.267.588 2.129.300 2.061.286 Totale vlottende activa 6.110.424 4.663.718 1 Totale Activa 8.123.871 6.885.394 2 Totale Passiva 8.123.871 6.885.394
VERTROUWEN, VERBINDEN, MEESTERSCHAP
28
9.4 Staat van baten en lasten over 2014
Resultaat analyse OPSO
Rekening 2014
Begroting
Rekening
2014
2013
€ € € 3 Baten 3.1 Rijksbijdragen 20.204.163 19.850.206 20.994.273 3.2 Overige overheidsbijdragen en subsidies 498.436 467.541 554.004 3.5 Overige baten 837.406 764.902 1.110.668 3 Totaal baten 21.540.005 21.082.649 22.658.945 4 Lasten 4.1 Personeelslasten 17.815.366 18.314.469 18.408.124 4.2 Afschrijvingen 400.089 421.380 453.310 4.3 Huisvestingslasten 1.193.142 1.225.223 1.261.376 4.4 Overige lasten 1.047.108 1.046.452 1.278.429 20.455.705 21.007.524 21.401.239 4 Totale lasten Saldo baten en lasten 1.084.300 75.125 1.257.706 5 Financiële baten en lasten 5.598 400 4.694 Resultaat 1.089.898 75.525 1.262.400
VERTROUWEN, VERBINDEN, MEESTERSCHAP
29
De analyse van het jaarresultaat laat een overschot ten opzichte van de begroting zien van € 1.014.373. In absolute zin € 1.089.898. Het positieve resultaat in de Baten € 457.356 wordt veroorzaakt door hogere rijks vergoedingen dan geraamd € 353.957, hogere gemeentelijke bijdrage € 30.895 en hogere overige baten € 72.504. Het positieve resultaat in de Lasten - € 551.819 wordt veroorzaakt door lagere personeelslasten - € 499.103, lagere afschrijvingen - € 21.291, lagere huisvestingslasten - € 32.081 en hogere overige lasten € 656. Aan rente is € 5.198 meer ontvangen dan begroot. Ondanks het resultaat van 2014 blijft het een taak om de doelstellingen te realiseren, zoals deze in de meerjarenbegroting zijn vastgesteld. Zeker met de wetenschap dat de komende jaren de leerlingaantallen in Purmerend structureel blijven dalen en er in 2015 geen recht meer bestaat op bruidsschat gelden. In paragraaf 9.7 ‘Toelichting op de staat van baten en lasten’ wordt het resultaat nader toegelicht.
9.5 Kasstroomoverzicht 2014
2014 2013 € € Saldo Baten en Lasten 1.084.300 1.257.706 Aanpassing voor: Afschrijvingen 400.089 453.310 Mutaties voorzieningen 80.566 -28.556 Mutaties in vlottende middelen: - vorderingen 63.924 -74.274 - schulden 68.014 -753.022 Totaal Kasstroom uit bedrijfsoperaties 1.696.893 855.164 Mutaties in interest en buitengewoon resultaat
5.598
4.694
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten 1.702.491 859.858 Mutaties in investeringsactiviteiten: Investeringen in materiële vaste activa -191.861 -536.705 Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten 1.510.630 323.153 Mutaties liquide middelen 1.510.630 323.153 Beginstand liquide middelen 3.267.588 2.944.435 Mutaties liquide middelen 1.510.630 323.153 Eindstand liquide middelen 4.778.218 3.267.588
VERTROUWEN, VERBINDEN, MEESTERSCHAP
30
9.6 Toelichting op de balans
Activa
Aanschafprijs Afschrijving Boekwaarde Investeringen Des- Afschrijvingen Aanschafprijs Afschrijvingen Boekwaarde investeringen cumulatief cumulatief Cumulatief 1/1/14 1/1/14 1/1/14 2014 2014 2014 31/12/14 31/12/14 31/12/14
1.2.1 G ebouwen en terreinen: Verbouwingen 24.472 6.305 18.167 0 979 24.472 7.284 17.188 1.2.2 Inventaris en apparatuur: Leermiddelen 2.306.466 1.592.602 713.864 52.051 145.538 2.358.517 1.738.140 620.377 Ict 1.979.704 1.232.344 747.360 74.540 177.378 2.054.244 1.409.722 644.522 Meubilair 2.488.808 1.850.476 638.332 20.493 46.119 2.509.301 1.896.596 612.705 Overige inventaris en apparatuur 273.086 194.555 78.531 44.777 19.555 317.863 214.110 103.753 1.2.3 Andere vaste bedrijfsmiddelen: Vervoermiddelen 52.597 27.175 25.422 0 10.520 52.597 37.695 14.902 Totaal 7.125.133 4.903.457 2.221.676 191.861 0 400.089 7.316.994 5.303.547 2.013.447
VERTROUWEN, VERBINDEN, MEESTERSCHAP
31
31/12/14 31/12/13
€
€
31/12/14
31/12/13
€
€
1.7 Liquide middelen 1.5 Vorderingen 1.5.1 Debiteuren 216,508 92,551 1.7.1 Kasmiddelen 2.586 5.477 1.5.2 OCW/LNV 1.052.095 1.126.295 1.7.2 Tegoeden op bank 4.775.632 3.262.111 1.5.7 Overige vorderingen 85.974 207.810 1.5.8 Overlopende activa 1.5
Totaal vorderingen
-22.371
-30.526
1.332.206
1.396.130
Totaal liquide middelen
Banken:
Uitsplitsing
Het saldo bestaat uit het totaal van de gelden die het bestuur in een rekening-courant verhouding aanhoudt bij de banken alsmede de gelden die scholen op ‘schoolbankrekeningen’ aanhouden ter dekking van kleine. lopende uitgaven. Voor een verdere toelichting zie het treasuryverslag (hoofdstuk 9.9).
1.5.7.2 Overige vorderingen
85.974
207.810
85.974 207.810
1.5.8 Overlopende activa
Spaarrekeningen:
1.5.8.1 Vooruitbetaalde kosten
-22.371
1.5.8.3 Overige overlopende activa
0 0 -22.371 -30.526
Stand Resultaat
Overige
2.1 Eigen vermogen
1/1/14
mutaties
31/12/14
€
€
€
€
Stand
2.1.1 Algemene reserve 2.1.2 Bestemmingsreserve
4.311.624 1.089.898
0
5.401.522
0
0
0
4.311.624 1.089.898
0
5.401.522
0
(publiek)
Deze post heeft betrekking op wederzijdse declaraties van kosten gemaakt in het boekjaar 2014 welke nog niet zijn afgerekend met de gemeente Purmerend.
Totaal eigen vermogen
Overige vorderingen: Begin 2015 zijn diverse kosten doorbelast die nog betrekking hadden op 2014, deze posten zijn opgenomen onder de overige vorderingen per 31 december 2014.
VERTROUWEN, VERBINDEN, MEESTERSCHAP
Passiva
Deze kortlopende vordering betreft de nog te ontvangen bedragen van het Ministerie die betrekking hebben op 2014.
Vordering overige overheden:
Zie voor een toelichting het treasuryverslag (hoofdstuk 9.9).
-30.526
OCW/LNV:
3.267.588
1.5.7 Overige vorderingen
4.778.218
32
2.2 Voorzieningen Saldo Dotaties Onttrekkingen Saldo Kortlopend Langlopend Vrijval 1/1/14 2014 2014 2014 31/12/14 deel < 1 jaar deel > 1 jaar € € € € € € € 2.2.1 Personeelsvoorzieningen: Jubilea 160.434 25.000 30.167 0 155.267 25.000 130.267 Spaarverlof 55.487 0 0 42.327 13.160 7.290 5.870 Professionalisering schoolleiders 0 90.000 3.672 0 86.328 43.000 43.328 Totaal 215.921 115.000 33.839 42.327 254.755 75.290 179.465 2.2.3 Overige voorzieningen: Onderhoud 296.563 262.356 220.625 0 338.294 220.625 117.669 Totaal voorzieningen 512.484 377.356 254.464 42.327 593.049 295.915 297.134
Onderhoud:
Spaarverlof:
De onderhoudsvoorziening beoogt kostenegalisatie voor de uitgaven van groot planmatig onderhoud aan scholen die over de jaren heen een onregelmatig verloop hebben. De planning voor het groot planmatig onderhoud loopt tot 2020 en wordt jaarlijks geactualiseerd en met een jaar verlengd. Het kortlopende gedeelte is gelijk gehouden aan de ontrekking 2014.
Jubilea:
De voorziening spaarverlof dient ter dekking van de kosten voor vervanging van personeelsleden die hun aanspraken op spaarverlof opnemen. Deze voorziening is afgenomen door opname van spaarverlof door de deelnemers. Vanaf 2006 wordt er niet meer gespaard.
Professionalisering Schoolleiders:
Voor de Professionalisering van de directies is jaarlijks een bedrag beschikbaar van € 2.000 per directielid. Dit bedrag kan maximaal 3 jaar worden gespaard. Het kortlopende deel is gelijk gehouden aan de dotatie 2014 => € 43.000. In 2014 is 2013 (€ 47.000) + 2014 (€ 43.000) gedoteerd.
De hoogte van de voorziening is in 2011 op een andere manier (€ 550 per FTE => PO-model ) berekend dan in voorgaande jaren (schattingswijziging). Het kortlopend deel is gelijk aan de begroting 2015.
VERTROUWEN, VERBINDEN, MEESTERSCHAP
33
31/12/14 31/12/13 € € 2.4 Kortlopende schulden: 2.4.3 Crediteuren 362.961 248.426 2.4.4 OCW 0 40.238 2.4.7 Belastingen en premies sociale verzekeringen 654.954 687.949 2.4.8 Schulden terzake pensioenen 213.460 258.339 2.4.9 Overige kortlopende schulden 261.780 309.163 636.145 517.171 2.4.10 Overlopende passiva
Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen Huur De huurovereenkomst voor de kantoorruimte Servicebureau aan Gedempte Singelgracht 18-20 te Purmerend. De overeenkomst is per 1 januari 2013 aangegaan voor de duur van zeven jaar. Na het verstrijken van de genoemde periode (31 december 2019) wordt deze overeenkomst voorgezet voor een periode van één jaar. Derhalve van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2020. Deze overeenkomst wordt vervolgens voorgezet voor aansluitende perioden van telkens één jaar.
2.4 Totaal kortlopende schulden 2.129.300 2.061.286 Kopieercontract Met Toshiba is een huurovereenkomst afgesloten betreffende de huur van kopieer Uitsplitsing: machines op diverse locaties. Het betreft een overeenkomst voor een periode van 60 maanden, vanaf 1 april 2014. 2.4.7 Belastingen en premies sociale verzekeringen 2.4.7.1 Loonheffing 654.954 687.949 Personele verplichtingen 654.954 687.949 De rechten op uitkeringen voor de personeelsleden na afloop van het dienstverband zijn ondergebracht bij het pensioenfonds ABP. Ten behoeve van deze uitkeringen worden 2.4.10 Overlopende passiva door OPSO Purmerend maandelijks premieafdrachten ten behoeve van de personeels 2.4.10.4 Vooruit ontvangen termijnen 46.605 -107.594 leden gedaan. 2.4.10.5 Vakantiegeld 560.862 591.928 2.4.10.6 Accountants- en administratiekosten 10.596 13.548 2.4.10.8 Overige 18.082 19.289 636.145 517.171
Overlopende passiva
Vooruit ontvangen termijnen In deze post zijn opgenomen nog te besteden gelden Lerarenbeurs € 20.343, Vooruitontvangen bedragen € 17.373 en nog te besteden gelden overige Subsidies en Opbrengsten € 8.889. Totaal: € 46.605.
Overige
Afrekening Projectsubsidies € 20.282 en inhouding t.b.v. Derden - € 2.200. Totaal: € 18.082.
VERTROUWEN, VERBINDEN, MEESTERSCHAP
34
9.7 Toelichting op de staat van baten en lasten
Rijksbijdrage
Aan Rijksbijdragen is er € 353.957 meer ontvangen dan begroot. Dit zijn middelen als gevolg van de aaname van meer leerlingen, afsluiting nieuwe cao, toekenning lerarenbeurzen en rugzakken.
Rekening Begroting Rekening 2014 2014 2013 € € € Overige subsidies OCW/LNV 3.1 Rijksbijdragen Deze subsidies zijn opgebouwd uit: Ontvangen rugzakgelden € 171.426, Afroming 3.1.1 Rijksbijdragen OCW/LNV 19.573.440 19.378.904 20.302.781 en toekenning Impulsgelden/ BOA - € 146.934, extra middelen Personeel Bestuurs 3.1.2 Overige subsidies OCW/LNV 572.141 471.302 691.491 akoord € 124.241, Prestatiebox (incl. studiebeurzen) € 423.408. Totaal: € 572.141. 3.1.4 Ontvangen doorbetalingen rijksbijdrage SWV 58.582 0 0
Overige overheidsbijdragen en subsidies
Totaal Rijksbijdragen 20.204.163 19.850.206 20.994.272 3.1 Bij de verzelfstandiging van OPSO is met de gemeente Purmerend een bruidsschatre geling overeengekomen in 2014 is de laatste termijn ontvangen. Uitsplitsing: Andere bijdragen zijn: Zorgstructuur leerlingbegeleiding 2014: € 127.744 + Bijdrage 3.1.2 Overige subsidies OCW/LNV gemeente gymruimte M. L. Kingschool € 18.692 en Overdimensionering de Kraal 3.1.2.1.1 Geoormerkte subsidies 0 0 0 2014 € 13.000. Totaal: € 159.436. 3.1.2.2.1 Niet-geoormerkte subsidies 572.141 471.303 691.491 572.141 471.303 691.491 Rekening Begroting Rekening 2014 2014 2013 Rekening Begroting Rekening € € € 2014 2014 2013 € € € 3.5 Overige baten 3.5.1 Verhuur 72.863 50.345 43.308 3.2 Overige overheidsbijdragen 3.5.2 Detachering personeel 93.250 0 32.630 en subsidies 3.5.6 Overige 671.293 714.557 1.034.730 3.2.2 Overige overheidsbijdragen 3.5 Totaal overige baten 837.406 764.902 1.110.668 en subsidies 498.436 467.541 554.004 3.2 Totaal Overige overheids Uitsplitsing: bijdragen en subsidies 498.436 467.541 554.004 3.5.6 Overige Uitsplitsing: Baten vorige jaren -36.095 0 121.719 Zorgmiddelen via SWV 492.210 396.407 505.966 3.2.2 Overige overheidsbijdragen Zorgmiddelen via ouders 149.000 39.200 82.593 en subsidies: Overige personele vergoedingen 35.666 282.230 292.974 - Bruidsschat 339.000 339.000 410.000 Overige vergoedingen 30.512 -3.280 31.478 - Overige 159.436 128.541 144.004 671.293 714.557 1.034.730 498.436 467.541 554.004
VERTROUWEN, VERBINDEN, MEESTERSCHAP
35
Rekening 2014 €
Begroting 2014 €
Rekening 2013 €
Lonen en salarissen
De werkelijke uitgaven en salarissen zijn € 307.417 lager dan begroot.
Uitkeringen Lasten De post uitkeringen betreft de loonkosten die via het Vervangingsfonds terugkomen 4.1 Personeelslasten en de vergoedingen UWV zwangerschapsverlof. 4.1.1. Lonen en salarissen 18.012.444 18.319.861 18.493.453 4.1.2 Overige personele lasten 950.600 1.399.262 1.068.639 18.963.044 19.719.123 19.562.092 Personele voorzieningen Onttrekking Spaarverlof: - € 23.529, Dotatie voorziening Jubilea € 18.559 en dotatie 4.1.3 Af: uitkeringen 1.147.678 1.404.654 1.153.968 voorziening Professionalisering Schoolleiders € 43.000. Totaal: € 38.030.
4.1 Totaal Personeelslasten 17.815.366 18.314.469 18.408.124 Personeel niet in loondienst Uitsplitsing: Inhuur op factuur: € 271.462, Inhuur ID banen 7.330 en Schoolbegeleidingsdienst € 238.176. Lasten sociaal plan 33.942 Totaal: € 550.910. 4.1.1 Lonen en salarissen 4.1.1.1 Lonen en salarissen 13.565.144 18.319.861 14.805.411 Overige personele lasten 4.1.1.2 Sociale lasten 1.680.582 0 1.706.693 De overige Personeelslasten betreffen o.a. de kosten Arbodienst € 69.604, Nascholing 4.1.1.3 Pensioenpremies 2.766.718 0 1.981.349 € 152.218, Trede indeling 2014 en Diverse Personele Budgetten scholen € 139.838. 18.012.444 18.319.861 18.493.453 Totaal: € 361.660. 4.1.2 Overige personele lasten 4.1.2.1 Dotaties personele voorzieningen 38.030 25.000 -18.926 4.1.2.2 Personeel niet in loondienst 550.910 677.641 582.762 4.1.2.3 Overig 361.660 696.621 504.803 950.600 1.399.262 1.068.639
VERTROUWEN, VERBINDEN, MEESTERSCHAP
36
Rekening 2014 €
Begroting 2014 €
Rekening Begroting Rekening
Rekening 2013 €
2014 €
2014 €
2013 €
4.4 Overige lasten 4.2 Afschrijvingen 4.4.1 Administratie en beheerslasten 277.352 345.494 487.083 4.2.2. Materiële vaste activa 400.089 421.380 453.310 4.4.2 Inventaris apparatuur en leermiddelen 769.756 700.958 791.346 Uitsplitsing: 4.4.3 Dotatie overige voorzieningen 0 0 0 4.4 Totaal Overige lasten 1.047.108 1.046.452 1.278.429 4.2.2. Materiële vaste activa 4.2.2 Verbouwingen 979 979 979 Uitsplitsing: 4.2.2 Leermiddelen 145.537 176.987 134.608 4.2.2 ICT 177.378 168.050 188.924 4.4.1 Administratie- en beheerslasten: 4.2.2 Meubilair 46.120 47.389 97.755 - administratie en beheer 59.210 66.000 62.790 4.2.2 Overige inventaris en apparatuur 19.556 17.456 20.525 - accountantskosten 15.996 16.000 16.003 4.2.2 Vervoermiddelen 10.519 10.519 10.519 - kantoorkosten BMO 46.237 62.500 96.318 400.089 421.380 453.310 - huisvestingskosten BMO 12.812 55.000 75.070 - bestuurskosten 23.447 16.800 31.015 - advieskosten 54.101 70.000 51.707 Rekening Begroting Rekening - overige 65.549 59.194 154.180 2014 2014 2013 277.352 345.494 487.083 € € € 4.4.1 Accountantslasten 4.4.1.1 Honorarium Onderzoek 4.3 Huisvestingslasten jaarrekening 15.996 16.000 15.000 4.3.3 Onderhoud 141.552 104.974 117.721 4.4.1.4 Andere accountantslasten 0 0 1.003 4.3.4 Energie en water 214.018 281.500 283.780 15.996 16.000 16.003 439.666 439.600 474.276 4.3.5 Schoonmaakkosten 4.3.6 Heffingen 43.292 44.300 66.414 4.4.2 Inventaris apparatuur 4.3.7 Overige huisvestingslasten 92.258 92.500 94.157 en leermiddelen: 4.3.8 Dotatie onderhoudsvoorziening 262.356 262.350 225.028 - leermiddelen 357.668 289.500 303.331 4.3 Totaal Huisvestingslasten 1.193.142 1.225.224 1.261.376 - apparatuur 158.581 151.400 163.356 - reproductie 99.823 111.930 162.042 - overig 153.684 148.128 162.617 769.756 700.958 791.346
VERTROUWEN, VERBINDEN, MEESTERSCHAP
37
Overige inventaris aparatuur en leermiddelen
Binnen het totaal bedrag kunnen de volgende posten worden onderscheiden: Kantoorkosten school: € 39.994, Profilering: € 30.761, Medezeggingschapsraad: € 5.990, Schoolgebonden kosten € 67.556, Pilotprojecten € 6.560 en Innnovatie € 2.823. Totaal: € 153.684.
Rekening 2014 €
Begroting 2014 €
Rekening 2013 €
5 Financiële baten en lasten 5.1 Rentebaten 5.598 400 4.694 5.5 Rentelasten 0 0 0 5 Saldo financiële baten & lasten 5.598 400
9.8 Voorstel resultaatbestemming
4.694
Het exploitatiesaldo wordt naar gelang het resultaat toegevoegd of onttrokken aan het eigen vermogen. Voor 2014 betekent het dat wordt voorgesteld om het resultaat ten gunste van het eigen vermogen te brengen. Het exploitatieresultaat volgens de exploitatierekening over 2014 bedraagt € 1.089.898.
9.9 Treasuryverslag
Algemeen
Het treasurybeleid vindt plaats binnen de kaders van de Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, houdende regels over het beleggen en belenen van publieke middelen (Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek). Bij het aantrekken respectievelijk uitzetten van alle benodigde respectievelijk overtollige middelen handelen wij overeenkomstig de in deze regeling gestelde verplichtingen. Op 1 maart 2012 is OPSO overgegaan op schatkistbankieren bij het ministerie van Financiën. Het schatkistbankieren, vindt plaats binnen de kaders van de Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen de Wet financiering decentrale overheden (FIDO d.d. 1 juli 2009) en de bijbehorende uitvoeringsregeling Regeling uitzetting en derivaten decentrale overheden (RUDDO). Conform deze regeling en richtlijnen heeft OPSO een treasury statuut opgesteld (bestuursbesluit 8 december 2014). In dit statuut wordt het treasury beleid uiteengezet en een beschrijving gegeven van de bevoegdheden en verantwoordelijkheden in het kader van de treaury functie.
Ontwikkelingen tot en met 31 december 2014
Hiervan is te bestemmen voor: Eigen vermogen Bestemmingsreserve 1e waardering
1.089.898 0
(spaar)rekeningen rekeningnummer Saldo Saldo 31/12/13 31/12/14 € € Zakelijk Rekening Courant ING 67.32.26.638 2.143.38 4.188.51 Zakelijk Spaarrekening ING 68.22.58.849 2.819.73 2.852.95 Schatkist bankieren 16953 3.183.715.33 4.712.895.90
1.089.898
3.188.678.44 4.719.937.36
Saldo €
Op basis van het Koersdocument en de daaruit voortvloeiende beleidsnotities en de bijbehorende begrotingen zullen voorstellen voor bestemmingsreserve worden opgenomen in de meerjarenbegroting 2015-2018. De lasten die op basis van deze beleidsnotities en begrotingen in 2015 naar voren komen worden in de jaarrekening 2014 verwerkt.
VERTROUWEN, VERBINDEN, MEESTERSCHAP
De opgebouwde rente over 2014 bedraagt € 5.598. In de begroting 2014 is een bedrag van € 400 begroot.
38
9.10 Verantwoording bruidsschat 2014
9.11 Overzicht verbonden partijen
De bruidsschat vanuit de gemeente (een in 5 jaar aflopende bijdrage) bedraagt over 2014 € 339.000. OPSO gebruikt deze gelden voor een efficiënt en betaalbaar BMO. 2014
De Stichting Openbaar Primair en Speciaal Onderwijs Purmerend (OPSO) is verbonden met de Stichting Vrienden Openbaar Onderwijs Waterland. De stichting Vrienden Openbaar Onderwijs Waterland stelt zich ten doel: het bevorderen van en het bieden van financiële ondersteuning aan activiteiten van de stichting: € Stichting Openbaar Primair en Speciaal Onderwijs Purmerend (OPSO) en de StichtAantal leerlingen (peildatum 1 oktober): 3.841 ing Primair Openbaar Onderwijs in de Regio Waterland en Oostzaan (SPOOR), beide gevestigd te Purmerend, alsmede het in stand houden van een fonds ten behoeve van Baten deze stichtingen.
Rijksbijdragen ABB 9.12 Gebeurtenissen na balansdatum - Administratie 137.794 Er zijn geen gebeurtenissen na balansdatum te vermelden. - Onderhoudsbeheer 22.761 - Beheer/bestuur overig 111.083 Totaal Baten 271.638
9.13 Kosten accountantscontrole
Lasten BMO Rekening Begroting Rekening - Personeel bureau 798.500 2014 2014 2013 - Afschrijvingskosten 37.635 € € € - Administratie 58.586 Kosten accountantscontrole - Adviseurskosten 22.488 Controle jaarrekening 15.996 16.000 15.000 - Accountantskosten 15.996 Andere niet controlediensten 0 0 1.003 - Bestuursvergoedingen 23.447 - Huisvestingskosten BMO 12.812 Totaal 15.996 16.000 16.003 - Kantoorkosten BMO 46.086 - Contributies 24.579 - Overige kosten BMO 10.217 1.050.346 -778.708 - Gemeentelijke bijdrage bruidsschat - Gemeente Purmerend 339.000 Totaal 339.000 Te bekostigen uit eigen inkomsten/reserves
-439.708
VERTROUWEN, VERBINDEN, MEESTERSCHAP
39
9.14 Vermelding bezoldiging topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen
WNT: Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector Vermelding alle bestuurders met dienstbetrekking. Naam
Dhr. J de Graaf
Voorzitters clausule (j/n)
Ingangsdatum dienstverband
Einddatum dienstverband
Omvang dienstverband FTE
N
1/1/12
1/1/16
1
Einddatum dienstverband
Omvang dienstverband FTE
Beloning
€ 114.315
Belastbare onkostenvergoedingen
Voorzieningen beloning betaalbaar op termijn
Uitkeringen beëindiging dienstverband
Voorzieningen beloning betaalbaar op termijn
Uitkeringen beëindiging dienstverband
€ 3.000
Vermelding alle bestuurders zonder dienstbetrekking. Naam
Voorzitters clausule (j/n)
Ingangsdatum dienstverband
Beloning
Belastbare onkostenvergoedingen
Vermelding leden van het hoogste toezichthoudende orgaan. Naam
Voorzitters clausule (j/n)
Ingangsdatum dienstverband
Einddatum dienstverband
Omvang dienstverband FTE
Beloning
Dhr. P.C. Tange
j
1/1/12
12/31/14
€ 8.550
Dhr. D.J. van 't Veer
n
1/1/12
12/31/16
€ 5.700
Dhr. E. du Bois
n
1/1/12
12/31/17
€ 5.700
Belastbare onkostenvergoedingen
Voorzieningen beloning betaalbaar op termijn
Uitkeringen beëindiging dienstverband
Er zijn geen andere functionarissen van wie de bezoldiging c.q. ontslagvergoeding de norm overschrijdt.
VERTROUWEN, VERBINDEN, MEESTERSCHAP
40
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
Aan de leden van de Raad van Toezicht van Stichting openbaar primair en speciaal onderwijs Purmerend
Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controleinformatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeels vorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten.
Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit rapport opgenomen jaarrekening 2014 van Stichting openbaar primair en speciaal onderwijs Purmerend te Purmerend gecontroleerd. Deze jaar rekening bestaat uit de balans per 31 december 2014 en de staat van baten en lasten over 2014 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen.
Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan alsmede in het kader van de financiële rechtmatigheid voor de naleving van die relevante wet- en regelgeving, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de instelling. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële rechtmatigheidcriteria en van de redelijkheid van de door het bestuur van de instelling gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening.
Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de instelling is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en resultaat getrouw dient weer te geven alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor de financiële rechtmatigheid van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming dienen te zijn met de in de relevante weten regelgeving opgenomen bepalingen. Het bestuur is voorts verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de naleving van die relevante wet- en regelgeving mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel betreffende de jaarrekening Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting openbaar primair en speciaal onderwijs Purmerend per 31 december 2014 en van het resultaat over 2014 in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties over 2014 in alle van materieel belang zijnde aspecten voldoen aan de eisen van financiële rechtmatigheid. Dit houdt in dat de bedragen in overeenstemming zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals vermeld in paragraaf 2.3.1. Referentiekader van het onderwijsaccountantsprotocol OCW/EZ 2014.
Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle, als bedoeld in artikel 171, lid 4 van de Wet op het primair onderwijs. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden en het onderwijsaccountants protocol OCW/EZ 2014. Dit vereist dat wij voldoen aan voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat.
VERTROUWEN, VERBINDEN, MEESTERSCHAP
41
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393, lid 5 onder e en f van het BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig de Regeling jaarverslaggeving onderwijs en paragraaf 2.2.3 Jaarverslag van het onderwijsaccountantsprotocol OCW/ EZ 2014 is opgesteld, en of de in artikel 2:392, lid 1 onder b tot en met h van het BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391, lid 4 van het BW. Amsterdam, 4 juni 2015 Horlings Accountants & Belastingadviseurs B.V. Was getekend: C. Rabe Registeraccountant
VERTROUWEN, VERBINDEN, MEESTERSCHAP
42
10 Overige gegevens
Bestuursnummer 42558 Naam instelling Stichting Openbaar Primair en Speciaal Onderwijs Purmerend Postadres Gedempte Singelgracht 18-20 Postcode/Plaats 1441 AP Purmerend Telefoon 0299-820.900 E-mail
[email protected] Internetsite www.opspoor.nl Contactpersoon R. Zweet Telefoon 0299-820.909 E-mail r.a.j.
[email protected]
VERTROUWEN, VERBINDEN, MEESTERSCHAP
43
Bijlagen 2014
terug naar inhoudsopgave
terug naar jaarverslag
8. Bijlagen
Beleidsstukken die in 2014 door door de Raad van Toezicht goedgekeurd zijn
1 Invulling bestuurlijke organisatie De leden van het samenwerkend College van Bestuur De heer J. de Graaf, OPSO. Portefeuillehouder Onderwijs, Personeel en Communicatie Mevrouw A. Kuiper, SPOOR. Portefeuillehouder Financiën, Huisvesting en Servicebureau
De volgende beleidsstukken zijn door het samenwerkend College van Bestuur vastgesteld
Jaarrekening en -verslag 2013 OPSO
mei
Prestatieafspraken College van Bestuur
juni
Regeling honorering & vergoeding Leden Raad van Toezicht
december
Aanstelling Horlings accountant
december
Begroting 2015 OPSO
december
Verslagen van de RvT overleggen 2014
januari t/m december
Onderwerp
Datum besluit
Rapport In Balans
januari
Themapunten in 2014
Interimrapportage controle accountant
januari
Vitale en Duurzame Scholen
januari
Notitie Vitale en Duurzame Scholen
januari
Huisvestingsbeleid
maart
Bestuursformatieplan 2014 OPSO en SPOOR
januari
Kwaliteitsonderzoek
juni
Jaarplan 2014
februari
Miniconferentie Personele Unie
oktober
Notitie Samen Sterk
maart
Protocol Medicijnverstrekking / Medisch Handelen
mei
Personeelsleden Servicebureau
Meerjarenbegroting 2014-2017 OPSO en SPOOR
mei
Mevrouw L. Koek
Managementassistent
Gedragscode personeelsleden / Multimediagebruik
juni
Ondersteuningstoewijzing
augustus
Onderhandelaarsakkoord cao-PO
september
Tweede Marap januari – juni 2014
oktober
Mevrouw B. Lindner Mevrouw M. de Graaf Mevrouw B. van Teeffelen
Controller/Seniormedewerker personeelszaken Medewerker personeelszaken Medewerker personeelszaken
Koersdocument
oktober
Klachtenregeling
november
Protocollen Time-out / Verwijdering en Werving/ Inschrijving / Toelating
november
Mevrouw P. van Hulsen Mevrouw J. Timmerman De heer R. Zweet
Administratief medewerker financiën Administratief medewerker financiën Beleidsmedewerker financiën
(Meerjaren)begroting 2015-2018
december
Treasurystatuut OPSO
december
Beleid agressie en geweld
december
Mevrouw M. Hubelmeijer Mevrouw A. van Vliet
Beleidsmedewerker huisvesting Medewerker huisvesting
De heer H. Plaatsman De heer E. Abbink
Senior medewerker ICT/onderwijs Beleidsmedewerker onderwijs/kwaliteit
De Raad van Toezicht OPSO De heer P. Tange De heer E. Dubois De heer D.J. van ’t Veer
voorzitter lid lid
VERTROUWEN, VERBINDEN, MEESTERSCHAP
45
Scholen en directeuren OPSO School
Brin nr.
Naam directeur
Adres
Postcode
Plaats
OBS De Akker
16MC
Mevrouw F. Serné
Zichthof 11
1445 HC
Purmerend
OBS De Boemerang
16UC
De heer D. v. Alphen
Jachtwagenstraat 64
1445 NM
Purmerend
OBS ’t Carrousel
16BZ
De heer J. Scholte
Flevostraat 2
1442 PZ
Purmerend
OBS De Delta
21NH
De heer M. Tiepel
Delfland 2
1447 AV
Purmerend
OBS De Dijk
16LA
Mevrouw F. Serné
Zichthof 9
1445 HC
Purmerend
OBS De Koempoelan
26AP
De heer K. van Waaijen interim tot 1-8-2014
Gangeslaan 59
1448 BV
Purmerend
(V)SO Martin Luther Kingschool
15DZ
De heer W. Mensinga
Dr. J. den Uyllaan 10-12
1445 HC
Purmerend
OBS De Nieuwe Wereld
27CJ
De heer W. Roos
Yellowstone 11
1448 XW
Purmerend
OBS Oeboentoe
27NZ
De heer C. van den Berg
Zambezilaan 278
1448 PN
Purmerend
OBS ’t Pierement
24BL
De heer J. Scholte
Beethovenstraat 62-64
1447 RS
Purmerend
OBS De Ranonkel
16HK
Mevrouw D. Ayi
Boterbloem 7
1441 TT
Purmerend
SBO Het Tangram
19UM
De heer R. Narold
Slenkstraat 50
1441 MS
Purmerend
OBS Weidevogels
23EA
Mevrouw C. Spaan
Loirestraat 7
1448 JJ
Purmerend
OBS Wheermolen
16AJ
De heer A. Peet
Dr. A. Schweitzerlaan 32a
1443 WT
Purmerend
OBS Willem Eggert
15WJ
Mevrouw J. Sibie
Jan van Egmondstraat 14
1441 HM
Purmerend
VERTROUWEN, VERBINDEN, MEESTERSCHAP
46
terug naar jaarverslag
2 Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad
3 Overzicht verdeling prestatiebox • Professionalisering schoolleiders: schooljaar 1-8-2013 t/m 31-7-2014 en schooljaar 1-8-2014 t/m 31-7-2015. • Bekostiging voor opbrengstgericht werken: schooljaar 1-8-2013 t/m 31-7-2014 en schooljaar 1-8-2014 t/m 31-7-2015. • Bekostiging voor professionalisering leraren: schooljaar 1-8-2013 t/m 31-7-2014 en schooljaar 1-8-2014 t/m 31-7-2015. • Bekostiging voor cultuureducatieve activiteiten: schooljaar 1-8-2013 t/m 31-7-2014 en schooljaar 1-8-2014 t/m 31-7-2015.
Dagelijks bestuur De heer N. Bonenkamp Mevrouw A. Laverman De heer W. Wesseling
ouder voorzitter ouder (plv. voorzitter) ouder penningmeester
De Stap SPOOR Willem Eggertschool OPSO ’t Pierement OPSO
GMR leden per 31 december 2014 Mw.C. Ruis Hr.D. Doorn
ouder ouder
Oeboentoe Wheermolen
OPSO OPSO
Hr.W. Wesseling Mw. L. Wessels Mw. M. de Herder Mw. A. Poppelier
ouder personeel personeel personeel
’t Pierement M.L. Kingschool De Dijk Het Tangram
OPSO OPSO OPSO OPSO
Ambtelijk secretaris: de heer R. de Groot
In 2014 zijn de volgende beleidsstukken voor instemming, advies of ter informatie aan de GMR aangeboden Functiebouwwerk Servicebureau Lief en leedregeling Zorgplan Zaanstreek Meerjarenbegroting 2014 - 2017 Functiebouwwerk Servicebureau Overplaatsingsbeleid Vitale en Duurzame Scholen Begroting 2014 Strategisch beleidsplan Bestuursformatieplan Koersdocument Protocol medicijnverstrekking Klokkenluidersregeling nieuw Klachtenregeling Gedragscode multimediagebruik Gedragscode personeel Protocol cyberpesten en mediawijsheid (herzien) Klachtenregeling (herzien)
januari januari januari januari januari maart april april april juni november november november november november december december december
VERTROUWEN, VERBINDEN, MEESTERSCHAP
47
Prestatiebox Via de Regeling prestatiebox primair onderwijs zijn door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in 2014 de volgende middelen beschikbaar gesteld: Brinnr. Omschrijving
15DZ 15WJ 16AJ 16BZ 16HK 16LA 16MC 16UC 19UM
Bedrag
Verdeling prestatiebox jan-jul Verdeling prestatiebox aug-dec (V)SO Martin Luther Kingschool
€ 12.062 € 9.117
€
Verdeling prestatiebox jan-jul Verdeling prestatiebox aug-dec Openbare Basisschool Willem Eggert
€ 15.572 € 11.400
€
Verdeling prestatiebox jan-jul Verdeling prestatiebox aug-dec Openbare Basisschool Wheermolen
€ 20.970 € 15.929
€
Verdeling prestatiebox jan-jul Verdeling prestatiebox aug-dec Openbare Basisschool ‘t Carrousel
€ 11.536 € 7.740
€
Verdeling prestatiebox jan-jul Verdeling prestatiebox aug-dec Openbare Basisschool De Ranonkel
€ 17.406 € 12.042
€
Verdeling prestatiebox jan-jul Verdeling prestatiebox aug-dec Openbare Basisschool De Dijk
€ 10.331 € 7.098
€ 17.429
Verdeling prestatiebox jan-jul Verdeling prestatiebox aug-dec Openbare Basisschool De Akker
€ 11.536 € 8.797
€ 20.333
Verdeling prestatiebox jan-jul Verdeling prestatiebox aug-dec Openbare Basisschool De Boemerang
€ 11.746 € 8.117
€ 19.863
Verdeling prestatiebox jan-jul Verdeling prestatiebox aug-dec School voor Speciaal Basisonderwijs Het Tangram
€ 10.278 € 7.476
€ 17.754
21NH 23EA 24BL 26AP 27CJ 27NZ
21.179
26.972
36.899
19.276
29.448
VERTROUWEN, VERBINDEN, MEESTERSCHAP
Verdeling prestatiebox jan-jul Verdeling prestatiebox aug-dec Openbare Basisschool De Delta
€ 11.222 € 7.325
€ 18.547
Verdeling prestatiebox jan-jul Verdeling prestatiebox aug-dec Openbare Basisschool De Weidevogels
€ 12.532 € 10.495
€ 23.027
Verdeling prestatiebox jan-jul Verdeling prestatiebox aug-dec Openbare Basisschool ‘t Pierement
€ 15.205 € 10.193
€ 25.398
Verdeling prestatiebox jan-jul Verdeling prestatiebox aug-dec Openbare Basisschool De Koempoelan
€ 22.333 € 13.853
€ 36.187
Verdeling prestatiebox jan-jul Verdeling prestatiebox aug-dec Openbare Basisschool De Nieuwe Wereld
€ 28.151 € 19.061
€ 47.212
Verdeling prestatiebox jan-jul Verdeling prestatiebox aug-dec Openbare Basisschool Oeboentoe
€ 21.599 € 14.268
€ 35.868
Eindtotaal
€ 395.392
Het totale bedrag € 395.392 is ten gunste gebracht van de exploitatie 2014 en is toegevoegd aan het bovenschoolse budget.
48
4 Financiële uitgangspunten Meerjarenbegroting 2015-2018
4 Ondersteuningsarrangementen samenwerkingsverbanden Rugzakgelden
De Meerjarenbegroting 2014-2017 had voor een deel andere uitgangspunten dan de Meerjarenbegroting 2015-2018. Dat maakt de vergelijkbaarheid minder eenvoudig dan wij hadden gewenst. De verschillen concentreren zich op de invoering Passend Onderwijs, het wegvallen van gemeentelijke subsidies en een wijziging in de verdeling schoolse vs bovenschoolse gelden. Verder hebben we een Innovatie en Compensatie budget ingericht om nieuwe initiatieven te steunen en eventueel vertrek van personeel meer inzichtelijk te bekostigen.
Het SWV Waterland verstrekt per 1 augustus 2014 € 7 per leerling in het basisonderwijs. Per 1 augustus 2015 wordt dit bedrag opgehoogd naar € 44,50 per leerling in het basisonderwijs. Dit bedrag wordt virtueel ter beschikking gesteld aan de scholen. In het SWV Zaanstreek is een budget beschikbaar dat in feite neerkomt op een bedrag van € 20 per leerling. Dit bedrag wordt virtueel ter beschikking gesteld aan de scholen. Het streven van het SWV Waterland en het SWV Zaanstreek is om deze bedragen te clusteren.
Algemene uitgangspunten
5 Zorgbekostiging SBO en IB-ondersteuning
De begroting is jaarlijks sluitend. De begroting geeft in aanzet helderheid over op welke wijze risico’s door financiële of andere beheermaatregelen worden afgedekt. In de toelichting op de begroting is een risicoparagraaf opgenomen. De begroting behelst eveneens een balans waardoor ook de financiële kengetallen onderdeel kunnen vormen van deze begroting. Deze kengetallen vallen binnen de door de PO-Raad geadviseerde bandbreedtes.
1 Gemeentelijke subsidies Op basis van geluiden vanuit de diverse gemeenten in deze regio wordt er voorals nog vanuit gegaan dat de in 2014 verleende subsidies in 2015 en volgende jaren niet worden toegekend.
2 Leerlingtelling Er wordt uitgegaan van recente prognosecijfers. De prognose bestaat uit de leerlingtelling per 1 oktober 2014 en het meerjarenperspectief. Van deze prognosecijfers wordt negatief afgeweken indien de daadwerkelijke telling van 1 oktober 2014 meer dan vijf leerlingen ligt onder de prognose. De prognoses zijn verderop in de bijlagen opgenomen.
3 Rugzakken Voor leerlingen met een budget voor hun rugzak tot na 1 augustus 2014 is in het Samenwerkingsverband (SWV) Waterland een overgangsregeling van één jaar en stopt de regeling op 1 augustus 2015. In het SWV Zaanstreek is een overgangsregeling van twee jaar en stopt de regeling op 1 augustus 2016.
VERTROUWEN, VERBINDEN, MEESTERSCHAP
Inmiddels is meer duidelijkheid ontstaan over de financiële situatie van de samenwerkingsverbanden als gevolg van de invoering van het Passend Onderwijs. Het SWV Waterland en het SWV Zaanstreek staan wat het primair onderwijs betreft er financieel rooskleurig voor. Dit is echter niet het geval voor het voortgezet onderwijs binnen het SWV Waterland. Dit laatste heeft echter meer gevolgen voor het voortgezet onderwijs dan voor het voortgezet speciaal onderwijs. Er wordt vanuit gegaan dat de zorgbekostiging (de bekostiging boven de 2%) voor de SBO-scholen zal worden gecontinueerd. Dit geldt eveneens voor de door de basisscholen te ontvangen gelden vanuit de samenwerkingsverbanden. Voor het SWV Waterland is het € 6.000 per brinnummer en € 20 per leerling boven de honderdste. Het SWV Zaanstreek krijgt een bedrag toegekend. Het bestuur van het SWV Zaanstreek bepaalt hoe het bedrag wordt besteed of onder de scholen wordt verdeeld. Uitgegaan wordt van € 4.000 per brinnummer en € 26 per leerling. Voor het schooljaar 2013-2014 was het € 4.000 per brinnummer en € 41 per leerling.
6 Loonkosten De loonkosten uit het PO-Raadmodel zijn afgezet tegen de salariskosten uit het salarissysteem RAET. In verband met de jaarlijkse aanpassing van de werkgevers percentages en de geringe compensatie daarvan in de rijksvergoeding zijn de salarissen per jaarschijf ( los van het onderhandelaarsakkoord) met 0,5% verhoogd. De in het onderhandelaarsakkoord overeengekomen salarisverhoging van 1,2% is eveneens meegenomen, maar er wordt – op basis van ervaring met de compen satie achteraf- vanuit gegaan dat het Rijk niet 1,2% maar 1% compenseert.
49
terug naar jaarverslag
7 Personele kosten Het aandeel van de personele kosten in de totale lasten was voor OPSO in de jaar rekening 2012 85,90% en in de jaarrekening 2013 86,01%. In het strategische beleids plan is opgenomen dat het aandeel van de personeelskosten in 2016 84% of lager is. In de huidige cao is echter extra ingezet op de professionalisering van leerkrachten. Volgens deze cao dient er gemiddeld op schoolniveau per fte € 500 beschikbaar. Voor OPSO betekent dit een verhoging van het scholingsbudget met plm. € 130.000. Het streven blijft 84% in 2016.
8 Kosten afdekken risico’s ontslag en ziektevervanging We zijn aangesloten bij het Participatiefonds voor het afdekken van de kosten van een werkloosheidsuitkering van ontslagen personeel. Het bestuur van het Participatie fonds bericht ons, in tegenstelling tot eerdere aankondiging, dat de premie per 1 augustus onveranderd 4% blijft. Het Vervangingsfonds waarbij we aangesloten zijn voor het afdekken van de kosten van ziektevervanging van personeel, bericht ons dat de premie per 1 augustus 2014 verlaagd wordt van 8,2% naar 7,7%. Deze verlaging gaat echter wel gepaard met twee stille bezuinigingen. Met ingang van 1 januari 2015 wordt vervanging van rechts positioneel verlof niet meer vergoed terwijl deze vorm van verlof wel blijft bestaan. Daarnaast wordt doorbetaling van de zomervakantie eveneens niet meer vergoed.
9 Decentralisatie buitenonderhoud Per 1 januari 2015 vindt de decentralisatie van buitenonderhoud van gemeenten naar schoolbesturen plaats. In de begroting moet tot uitdrukking komen hoe hiermee wordt omgegaan. De volgende mogelijkheden zijn er: • Begroot in de exploitatie. • Onderhoudsvoorziening (tevens bepalen hoe hoog deze voorziening moet zijn en op welke termijn deze voorziening toereikend moet zijn). • De componentenbenadering (activeren!). Uitgegaan wordt van een voortzetting van de bestaande voorziening en dat deze voorziening in drie jaar wordt opgebouwd. We gaan uit van een voorziening op stichtingsniveau.
10 Het personele verloop door pensionering en ander natuurlijk verloop In deze meerjarenbegroting is ervan uitgegaan dat het natuurlijk verloop de daling van de inkomsten als gevolg van de daling van het leerlingenaantal opvangt. In het
VERTROUWEN, VERBINDEN, MEESTERSCHAP
natuurlijk verloop, niet zijnde pensionering, is uitgegaan van 60% van dit verloop zoals deze gemiddeld in de afgelopen drie jaar heeft plaatsgevonden. Voor OPSO bedroeg deze de afgelopen drie jaar 12,8534 fte (2013-2014), 22,0006 fte (2012-2013) en 14,0136 fte (2011-2012). De personele kosten zijn hiermee met 60% van de desbetreffende fte tegen een loonsom van € 60.000 per fte per schooljaar verlaagd.
11 Bepalen op welke budgetten afroming plaatsvindt Normaliter vindt afroming plaats op de rijksvergoeding voor de budgetten materieel, personeel, personeels- en arbeidsmarktgelden, rugzak en bijdrage aan het samen werkingsverband. Daarnaast werden alle gelden van de prestatiebox afgeroomd. Door de invoering van het passend onderwijs, waarbij uitgangspunt is dat deze gelden zo optimaal ingezet worden ten behoeve van de kwaliteit van het onderwijs, is in deze meerjarenbegroting uitgegaan van alleen afroming op de rijksvergoedingen.
12 Het budget voor Bestuur, Management en Ondersteuning Het aandeel van de middelen ten behoeve van de instandhouding van Servicebureau is conform de Meerjarenbegroting 2014-2018 voor 2015 vastgesteld op 5,5% en voor 2016 op 5%.
13 Het bovenschools budget Conform het voorstel van de projectgroep bovenschoolse middelen waarover de samenwerkende Colleges van Bestuur een besluit heeft genomen is het aandeel van de middelen ten behoeve van bovenschools uitgevoerde en bekostigde activiteiten vastgesteld op 5,07%. Dit percentage zal in verband met de te verwachten structurele middelen worden aangepast. Echter het percentage is niet zozeer leidend als wel het bepalen wat bovenschools moet en niet op schoolniveau kan worden gedaan. Op basis van de huidige inzichten komt het percentage bij OPSO op 4,84%. Uit het bovenschoolse budget worden de volgende voorzieningen geraamd: • Bovenschoolse aanstellingen (w.o. excellentieproject). • Lio-ers (per stichting wordt uitgegaan van 12). • Vervanging eigen rekening i.v.m. niet verzekerd (OPSO). • Vervanging eigen rekening rechtspositioneel verlof én doorbetaling zomervakantie1 (dit is nieuw). • Ouderschapsverlof. • Personele fricties (waaronder outplacement en loopbaanadvies). • Jubilea.
50
1 Per 1 januari 2015 wordt rechtspositioneel verlof niet meer vergoed door het VVF. De doorbetaling tijdens de zomervakantie van invallers wordt ook niet meer vergoed door het VVF.
• Arbo en arbozorg. • Nascholing. • Lief en leed. • Werving. • Overige personeelskosten (waaronder malus vvf en inrijverboden). • Adviseurskosten. • GMR. • Verzekeringen. • Representatie. • Aan de hand van het koersplan en afhankelijk van de financiële middelen wordt nagegaan of projecten opgestart worden.
verplichtingen tegenover staan. Volgens de PO-Raad betreft het een bedrag van € 60 per leerling voor 2015 oplopend tot € 200 per leerling in 2018. In de Meerjarenbegroting 2015-2018 wordt uitgegaan van € 60 per leerling, die op schoolniveau als baten wordt begroot. Zodra de benodigde informatie bekend is, zullen we de begroting opnieuw doorrekenen.
De 1-oktobertelling en een gecorrigeerde prognose voor 2014-2017 Scholen 2012 2013 2014 2015 2016 15DZ M.L. Kingschool (so/vso) 134 141 154 137 136 15WJ Willem Eggert 275 280 282 281 286 16AJ Wheermolen 378 400 414 398 399 16BZ 't Carrousel 198 183 167 157 147 16HK Ranonkel 310 297 278 261 251 16LA De Dijk 175 166 191 158 155 16MC De Akker 198 211 223 202 196 16UC De Boemerang 203 193 160 150 140 19UM Het Tangram (sbo) 174 176 161 150 140 21NH De Delta 192 172 173 157 152 23EA Weidevogels 217 256 302 299 314 24BL 't Pierement 268 248 223 231 221 26AP De Koempoelan 404 345 339 304 295 27CJ De Nieuwe Wereld 515 483 450 440 430 27NZ Oeboentoe 390 356 324 314 304 OPSO 4.031 3.907 3.841 3.639 3.566
Deze opsomming is limitatief. Voorgaande jaren bedroeg het percentage 4,77%. Naast deze afroming werden de gelden voor de prestatiebox geheel afgeroomd. Voor OPSO betreft het in 2014 een bedrag van € 395.392.
14 Akkoordgelden In deze uitgangspunten is nog niet geheel rekening gehouden met een nieuwe geldstroom zoals deze voor 2015 en volgende jaren op gang zal komen. Deze geldstroom is het gevolg van het sectoraal Bestuursakkoord 2014. Deze gelden worden generiek toegevoegd in de lumpsum vanuit het Nationaal Onderwijsakkoord en Herfstakkoord. Daarnaast komt er via de lumpsumbekostiging een budget voor de bekostiging van de overheveling taken buitenonderhoud mee. Voor de berekening van de schoolbudgetten en vervolgens het totaal aan stichtingsbudget gebruiken we het PO-Raadmodel. In dit model is rekening gehouden met de extra geldstroom als gevolg van de overheveling taken buitenonderhoud. In dit model is ook rekening gehouden met een voortzetting van de Prestatieboxgelden. Met andere gelden is geen rekening gehouden. In de uitgangspunten is ervan uitgegaan dat de loonsverhoging wordt gecompenseerd, dus deze compensatie zal als inkomsten in het model verwerkt worden. Duidelijkheid over de rest van de Bestuursakkoordgelden ontstaat pas in de loop van januari 2015. Wachten op duidelijkheid en nu geen begroting opstellen is in onze optiek geen optie.
6 Personeelssterkte per functiegroep Peildatum 8/1/14 8/1/15 8/1/16 8/1/17 8/1/18
51
Dir 23 22 21 20 19
Oop 65 63 61 59 57
2017 134 294 389 137 240 152 193 130 130 148 323 211 280 420 294 3.475
terug naar jaarverslag
OPSO Personeelssterkte per functiegroep 2014-2018
We hebben voorlopig een inschatting gemaakt van de extra middelen waar geen
VERTROUWEN, VERBINDEN, MEESTERSCHAP
terug naar jaarverslag
5 Gecorrigeerde prognose 2014-2017
Op 285 276 268 260 252
Totaal 373 361 350 339 328
Vormgeving: Vink Grafische Vormgeving Foto’s zijn gemaakt op de ML Kingschool en op OBS Wheermolen