Inhoudsopgave
Inleiding
3
Les 1: Belangrijke ontdekkingen in de natuurwetenschap
5
Les 2: De bestrijding van besmettelijke ziekten in Amsterdam 9 tekst 1: Opvang en behandeling
11
tekst 2: Bestrijding door dwang of drang?
16
tekst 3: Hygiëne
19
tekst 4: Voorlichting
23
Praktische opdrachten
28
Lepra
30
Pest
33
Pokken
36
Cholera
38
Tuberculose
41
Aids
44
VAN PEST TOT AIDS
2
Inleiding
Je bent nu 15, 16, 17, 18 jaar. Wanneer je in vroegere tijden leefde had je al lang de bedreiging gevoeld van allerlei epidemieën die het land teisterde. Ziekten als lepra, pest, pokken, cholera, tuberculose lagen op de loer. Door natuurwetenschappelijke ontdekkingen zijn deze ziekten te bestrijden en te voorkomen. Toch zijn niet alle besmettelijke ziekten zo makkelijk te bestrijden. Denk bijvoorbeeld maar eens aan aids. In het lespakket dat je voor je hebt liggen ga je je bezighouden met de geschiedenis en de bestrijding van deze zes besmettelijke ziekten. In les 1 komen enkele natuurwetenschappelijke ontdekkingen aan de orde. In les 2 ga je je bezighouden met de maatregelen die men trof om een besmettelijke ziekte te bestrijden. Je gaat tevens een verbinding leggen tussen de natuurwetenschappelijke ontdekkingen en de maatregelen die genomen werden om een ziekte te bestrijden. Na les 2 bestaat de mogelijkheid om een bezoek te brengen aan de tentoonstelling Van Pest tot Aids in het Gemeentearchief van Amsterdam. Je docent bepaalt of je klassikaal of individueel de tentoonstelling gaat bekijken. Het lespakket eindigt met zes opdrachten. Elke opdracht gaat over één van deze zes ziekten. Als je geïnteresseerd bent in geneeskunde of eens wat meer wilt weten over één van deze zes ziekten, vraag je aan je docent of je je praktische opdracht hierover mag doen. Lees de opdrachten eens rustig door. Op de website van het Gemeentearchief Amsterdam vind je veel afbeeldingen en achtergrondinformatie over het thema besmettelijke ziekten. Er zijn verwijzingen naar andere websites. Deze virtuele tentoonstelling is permanent open en kan je ook goed helpen bij het maken van de opdrachten (www.gemeentearchief. amsterdam.nl/schatkamer/educatie). Veel plezier met Van Pest tot Aids!
3
VAN PEST TOT AIDS
Aderlaten met behulp van bloedzuigers, 17e eeuw (uit: Lewis, Ontwikkeling van de Geneeskunde)
4
Les 1: Belangrijke ontdekkingen in de natuurwetenschap In deze les geeft je docent informatie over de volgende twee onderdelen: I. Oorzaken van ziekten tot en met de achttiende eeuw. II. Enkele ontdekkingen in de natuurwetenschappen.
In het verleden behoorden ziekten en dood veel meer tot de dagelijkse realiteit dan nu. Als men al het eerste levensjaar overleefde, kwamen andere verschrikkingen hun tol eisen. Gevaren die op de loer lagen waren oorlogen, honger, rampen; epidemieën van besmettelijke ziekten behoorden zonder twijfel tot de ergste verschrikkingen. Met de toegenomen kennis van de natuurwetenschap kunnen vele besmettelijke ziekten voorkomen worden, maar een ziekte geheel laten verdwijnen behoort nog niet tot de mogelijkheden. Bacteriën en virussen ontwikkelen zich zo, dat ze immuun worden voor een bepaald medicijn. Daarnaast komen er steeds nieuwe infectieziekten bij, denk daarbij aan het aidsvirus of het ebolavirus in Afrika. In deze les worden vijf redenen genoemd die men tot en met de achttiende eeuw als veroorzaker van een ziekte zag. Daarna komen enkele belangrijke ontdekkingen in de natuurwetenschap aan de orde.
Vragen 1. Welke vijf redenen als veroorzaker van een ziekte worden genoemd?
5
VAN PEST TOT AIDS
De mogelijke effecten van pokkenvaccinatie
2. Vraag bij ‘inenting’. Bekijk de cartoon. Vind je de cartoon overdreven of kun je je voorstellen dat mensen in die tijd zo op vaccinaties reageerden?
6
(uit: Lewis, Ontwikkeling van de Geneeskunde)
BELANGRIJKE ONTDEKKINGEN IN DE NATUURWETENSCHAP
3. Vraag bij ‘steriel werken’. Het gebruik van bacteriedodende middelen en een grondige hygiëne wordt wel eens een onderdeel van de ‘preventieve geneeskunde’ genoemd. a. Leg uit wat hiermee wordt bedoeld.
b. Waarom is het zo belangrijk tijdens een operatie steriel te werken?
4. Vraag bij ‘bacteriologie’. Waarom is het zo moeilijk een infectieziekte geheel uit te roeien? Geef verschillende redenen.
5. Vraag bij ‘penicilline’. Er wordt wel eens gezegd dat de farmaceutische industrie en bacteriën bezig zijn met een ‘wapenwedloop’. Wat wordt hiermee bedoeld?
7
VAN PEST TOT AIDS
Onderzoek naar tuberculose (uit: Gezondheid is de grootste schat)
Stelling In de toekomst zal de medische wetenschap in staat zijn om alle ziekten te voorkomen en te genezen.
8
Les 2: De bestrijding van besmettelijke ziekten in Amsterdam Instructie De organisator leest het volgende voor:
Expertgroep Jullie gaan nu in groepjes werken. De klas is verdeeld in vier groepen en elke groep krijgt een andere tekst te lezen. Alle teksten hebben iets te maken met de bestrijding van besmettelijke ziekten door de overheid. Bij de teksten staan vragen. Deze vragen moeten jullie met de groep beantwoorden. Elke groep bestaat uit één organisator, één lezer, één schrijver, één tijdwaarnemer, één checker, één vrager en één pretletter. Wanneer jullie groepje uit minder dan zeven personen bestaat, krijgen de eerste vier functies (hoofdfunctie) er een andere functie (bijfunctie) bij. (De organisator is tevens pretletter, de lezer is tevens vrager, de schrijver is tevens checker.) Wanneer de tijd om is en alle vragen beantwoord zijn, is iedereen uit de groep expert op het gebied van de tekst die jullie met elkaar bestudeerd hebben. Ieder lid van de groep kan nu aangesproken worden op datgene wat in de groep is besproken. Deze kennis moet iedereen kunnen overdragen.
Functies • De organisator verdeelt de taken en zorgt ervoor dat iedereen begrijpt wat de bedoeling is. Hij/zij coördineert. • De lezer leest de tekst en de vragen hardop voor, zodanig dat iedereen uit de groep hem of haar kan verstaan (en de andere groepen geen last hebben). • De schrijver zorgt ervoor dat de antwoorden op de vragen door iedereen opgeschreven worden. • De tijdwaarnemer houdt de tijd in de gaten. Per onderdeel staat aangegeven hoe lang jullie ergens mee bezig zijn. • De checker controleert of iedereen het snapt. • De vrager is de enige persoon die de docent erbij mag roepen wanneer er vragen ontstaan. • De pretletter zorgt ervoor dat de moed erin blijft.
9
VAN PEST TOT AIDS
Leergroep Wanneer de docent een sein geeft, gaan alle organisatoren bij elkaar zitten, alle lezers bij elkaar zitten, alle schrijvers bij elkaar zitten en alle tijdwaarnemers bij elkaar zitten, zodat er nieuwe groepen ontstaan. De pretletters gaan bij de organisatoren zitten, de vragers bij de lezers en de checkers bij de schrijvers. Je krijgt nu dus een groep die uit experts bestaat van de vier verschillende teksten. Deze groep wordt de leergroep genoemd. In deze groep vertelt elke expert waar zijn of haar tekst over ging. Betrek hierbij ook de vragen. Het is de bedoeling dat er een gesprek ontstaat. De overige deelnemers van deze leergroep kunnen de expert ook vragen stellen wanneer dingen onduidelijk zijn. Het is uiteindelijk de bedoeling dat jullie allemaal kennis hebben van alle teksten. Wanneer elke tekst besproken is, gaan jullie in de leergroep werken aan de volgende centrale vraagstelling.
De centrale vraagstelling • Welke maatregelen heeft het gemeentebestuur en later de overheid genomen om verspreiding van besmettelijke ziekten tegen te gaan? Geef uitleg bij elke maatregel. • Geef de besproken maatregelen aan op een tijdbalk, die is uitgezet tegen enkele natuurwetenschappelijke ontdekkingen. Welke conclusies zijn er te trekken?
Succes!
10
DE BESTRIJDING VAN BESMETTELIJKE ZIEKTEN IN AMSTERDAM
Tekst 1: Opvang en behandeling Epidemieën van besmettelijke ziekten vormen een grote bedreiging voor de bevolking van de stad. Iedere Amsterdammer reageert daar ook weer heel anders op. Waar in vroeger tijden de één de stad uitvluchtte in de hoop dat hij op het platteland veilig was, accepteerde de ander het als de toorn Gods, weer een ander wist van angst niet wat te doen en zette het op een zuipen. Hele gezinnen en families werden ontwricht, maar ook in groter verband liet een epidemie zijn sporen na: in de economie, het maatschappelijk leven en in de mentaliteit van mensen.
De verschrikkingen van de pest (J. Luyken, Museum Boerhaave)
Het stadsbestuur, na 1795 de landelijke overheid, kon niet werkloos toezien hoe haar stad ten onder ging aan deze plaag: zij was gedwongen iets te ondernemen tegen de sociale nood. Een van de problemen die het bestuur aanpakte was de opvang van zieken.
11
VAN PEST TOT AIDS
Leprozenhuis en Pesthuis In de Middeleeuwen en in de zestiende en zeventiende eeuw vond de behandeling plaats aan het ziekbed bij de mensen thuis. Tot de zestiende eeuw waren het ook vaak religieuze instellingen die zorgden voor opvang. De daardoor ontstane ziekeninrichtingen, Gasthuizen geheten, waren slechts bedoeld voor de opvang van de armen en hadden meer een sociale dan een medische functie. De opvang was niet zozeer gericht op genezing, maar op het verzorgen van de zieken, in de meeste gevallen tot aan de dood. De rijken werden thuis behandeld in de stad of in hun buitenhuizen. Arme leprozen1 en pestlijders2 konden verzorgd worden in een Leprozenhuis of een Pesthuis. Het was belangrijk dat zieken geïsoleerd werden en daarom lagen deze huizen buiten de stad, zodat het besmettingsgevaar minimaal was. Het Leprozenhuis werd geleid door geestelijken. Het Pesthuis was een dependance van een Gasthuis (ziekenhuis) in de stad. Het was in opdracht van het stadsbestuur gebouwd.
Het Pesthuis buiten Amsterdam.
1
Lepra beleefde haar hoogtepunt in Amsterdam in de veertiende eeuw.
2
Pest beleefde haar hoogtepunt in Amsterdam in de zeventiende eeuw.
12
DE BESTRIJDING VAN BESMETTELIJKE ZIEKTEN IN AMSTERDAM
Gasthuizen en sanatoria In de loop van de negentiende eeuw verschoof de taak van de Gasthuizen van het opbergen en verzorgen van arme Amsterdammers naar het verplegen, behandelen en waar mogelijk genezen van zieken. Maar het liefst wilden de zieken thuis behandeld worden. De verpleging in een Gasthuis werd gevreesd, omdat deze huizen meer als sterfhuizen bekend stonden. De choleralijders3 werden geïsoleerd, thuis en in noodhospitalen die tijdens iedere epidemie aangewezen werden. Burgemeester en wethouders delegeerden het toezicht op de geneeskundige zorg aan een plaatselijke commissie. De cholera-epidemieën, die duizenden slachtoffers maakten, vormden uiteindelijk de aanzet tot het opstellen van gezondheidswetten op landelijk niveau. De bestrijding van tuberculose gebeurde op landelijk, gemeentelijk en verenigingsniveau. Eind negentiende/begin twintigste eeuw was opvang in eerste instantie thuis. Tuberculoselijders werden bezocht door huisbezoeksters die het huis ‘lucht en licht’ gaven: kleed van de vloer, gordijnen weg, raam open, gezonde gezinsleden scheiden van zieke. Wanneer de patiënt echt niet thuis verzorgd kon worden, werd naar een ander huis gekeken. Er kwamen sanatoria voor tbc-lijders en ook werden er herstellingsoorden opgericht, voor mensen met een verhoogde kans op tbc. Daar kon men terecht in een gezonde omgeving om aan te sterken. Wanneer je genezen was van tbc, had je toch nog vaak blijvende schade, zodat je soms moeilijk het arbeidsproces in kwam. In Engeland had men daar de oplossing voor: er moesten speciale tuberculosedorpen komen. In Nederland is zo’n dorp nooit van de grond gekomen.
De beschermende kleding van artsen bij de behandeling van builenpest was sinds de Middeleeuwen niet veranderd (uit: Lewis, Ontwikkeling van de Geneeskunde)
3
Cholera trof Amsterdam met name in de negentiende eeuw.
13
VAN PEST TOT AIDS
Aids-zorg geïntegreerd in maatschappij Nog steeds is de overheid bezig met het reguleren van besmettelijke ziekten. Het overheidsbeleid in de jaren negentig is erop gericht verdere verspreiding van hiv te voorkomen (preventie). Het beleid is nu zo dat de zorg voor mensen met een HIV-infectie aangesloten wordt bij de reguliere gezondheidszorg. Daarnaast bestaan er organisaties en instellingen die zich specifiek met aids-zorg bezighouden, zoals buddyzorg (buddy = vrijwilliger die praktische en emotionele hulp geeft aan hiv-geïnfecteerden, aids-patiënten en hun omgeving) en thuiszorg. Het is de bedoeling dat de aids-patiënten niet afgezonderd worden maar opgenomen worden in de maatschappij. (5 minuten)
Interview met een buddy over haar motivatie voor dit vrijwilligerswerk (uit: Metro)
14
DE BESTRIJDING VAN BESMETTELIJKE ZIEKTEN IN AMSTERDAM
Vragen 1. Welke maatregelen heeft het gemeentebestuur en later de overheid genomen om verspreiding van besmettelijke ziekten tegen te gaan? (3 minuten)
2. Geef aan welke ontwikkeling de behandeling van een ziekte heeft doorgemaakt. (3 minuten)
3. Geef de besproken maatregelen aan op de tijdbalk. Plaats daar de ontwikkeling van de behandeling bij. (6 minuten)
1500
1600
1700
1800
4. Kun je wat zeggen over de positie van aidspatiënten in de maatschappij? Zie ook het artikel ‘Een buddy is voor de gezelligheid’ (5 minuten)
15
1900
2000
VAN PEST TOT AIDS
Tekst 2: Bestrijding door dwang of drang? Van oudsher zijn infectieziekten een bedreiging voor de mens. Er gingen vele mensen dood aan een besmettelijke ziekte, waardoor gezinnen ontwrichtten en het gevaar reëel was dat de hele maatschappij uit haar balans raakte. Overheid en particulieren konden niet werkloos toezien bij deze dreigende plaag: men was gedwongen iets te doen aan de sociale nood. Een van de problemen die aangepakt werden lag op het terrein van de preventieve geneeskunde.
Vaccinatiedwang De pokken waren de eerste ziekte die onder invloed van de Verlichting op een, vanuit hedendaags perspectief, moderne manier werd benaderd: meer vanuit de wetenschap dan vanuit religieus oogpunt. Dat was niet de enige vernieuwing, want de pokken waren ook de eerste ziekte die zich mocht verheugen in een duurzame aandacht van de landelijke overheid. Er kwam een gecentraliseerd bestuur tot stand en in 1798 werden de uitgangspunten in een grondwet vastgelegd. Artikel 62 bepaalde dat de zorg voor de gezondheid van de bevolking behoorde tot de taken van het nieuwe bewind. Er ontstond dus zoiets dat leek op een nationale gezondheidspolitiek. Het nieuwe bewind riep de pokken uit tot volksvijand nummer 1 en startte een grootscheepse campagne voor de inenting. Daar deed zich de vraag voor welke middelen konden worden gebruikt om de bevolking zover te krijgen zich te laten inenten. Dwang was wellicht het eenvoudigst, maar stond op gespannen voet met enkele van de prille beginselen van de Bataafse Republiek, zoals de vrijheid van godsdienst en geweten. De overheid zag zich dus al direct geplaatst tegenover hèt centrale dilemma van de preventieve geneeskunde: de spanning tussen dwang en vrijheid. De Bataafse hervormers kozen voor vrijwilligheid en overreding. Hun belangrijkste maatregel was het stimuleren van een gratis inenting voor de armen. Later, onder Frans bewind, werd de druk op onwillige burgers opgevoerd. Als ze zich niet wilden laten inenten konden ze geen aanspraak maken op andere voorzieningen van de staat. Voor militairen was vaccinatie zelfs verplicht. Na een intensieve, wereldwijde vaccinatiecampagne door de Wereld Gezondheidsraad kon in 1977 de overwinning op de pokken worden gevierd. Het is een overwinning om bij stil te staan, want hierin ligt de enige triomf die de mens ooit op een ziekte heeft behaald!
16
DE BESTRIJDING VAN BESMETTELIJKE ZIEKTEN IN AMSTERDAM
Tuberculosebestrijding De dwang – drang kwestie speelt ook bij de bestrijding van de tuberculose. Ook al gaat het hierbij niet om het vaccineren om de ziekte te bestrijden (er kleven nogal wat nadelen aan het vaccineren tegen tuberculose). De bemoeienis van de overheid met de tuberculosebestrijding was lange tijd uitsluitend financieel. Na de Eerste Wereldoorlog raakte de overheid meer inhoudelijk betrokken. Als gevolg van de oorlog was het aantal sterfgevallen schrikbarend toegenomen. In 1918 werd een staatscommissie ingesteld die zich ging buigen over de vraag of er wettelijke maatregelen moesten komen en op welke wijze de tuberculose het beste bestreden moest worden. In eerste instantie kwam het op dwang aan: in 1935 vond er een verplichte keuring plaats onder schoolpersoneel. Bij vaststelling van besmetting volgde ontslag van betrokkene. De Tweede Wereldoorlog zorgde eveneens voor opleving van tuberculose. Gelukkig was in die tijd tbc te genezen en ook de opsporingstechnieken waren verbeterd (bijv. röntgencamera-fotografie). De tijd leek nu rijp voor de strijd tegen tbc door middel van bevolkingsonderzoek. Voor de eerste oproep lukte het nog redelijk, maar de animo voor de tweede oproep was aanzienlijk minder groot. In totaal werden in de jaren vijftig in Amsterdam meer dan een miljoen keuringen verricht. Dit stond in geen verhouding tot het aantal opgespoorde gevallen (nl. 10.000:6). Het nut van een bevolkingsonderzoek werd dan ook meer en meer betwijfeld. In de jaren zeventig begon de dwang – drang kwestie te wringen. Men bepleitte het onderstrepen van vrijwilligheid en dat kwam in het overheidsbeleid ook meer naar voren. Artikel 10 van de nieuwe grondwet van 1983 luidt: ‘Ieder heeft, behoudens bij of krachtens de wet te stellen beperkingen, recht op onaantastbaarheid van zijn lichaam’. Ondanks alles is tbc nog niet de wereld uit. Het kent juist een soort opleving want de verspreiding van het aids-virus speelt tbc zeer in de kaart en heeft de ziekte weer terug op de agenda geplaatst. (5 minuten)
Ook bij de keuring van levensmiddelen en dranken wordt gebruik gemaakt van laboratoriumonderzoek (uit: Gezondheid is de grootste schat).
17
Een aangetroffen insect in duinwater (1898).
VAN PEST TOT AIDS
Vragen 1. Welke maatregelen heeft het gemeentebestuur en later de overheid genomen om verspreiding van besmettelijke ziekten tegen te gaan? Geef uitleg bij de maatregelen. (5 minuten)
2. Geef de besproken maatregelen aan op de tijdbalk. (5 minuten)
1500
1600
1700
1800
3. Bestudeer de onderstaande tekst. Waarom was deze arts tegen het vaccineren? (5 minuten) ‘Overmits geene kinderen op een school worden toegelaten dan na vertoon van een bewijs dat aan de zelve de, tegen den Vrijmachtigen Opperheer van leven en dood zondige koepokinenting geschied zij, indien zij niet tevoren door den Oppermachtigen God zelf met de natuurlijke kinderpokken bezocht zijn geworden, zoo declareert de ondergeteekende met berouw en leedwezen dat hij zich op den 2den December 1827 schuldig heeft gemaakt aan de zonde, om den jongeheer Abraham Johannes Zubli te vaccineeren. De ondergetekende verklaart hierbij echter ook dat hij volstrekt niet certificeerd, noch certificeeren wil, dat gemeld kind door den Almachtigen God niet met natuurlijke kinderpokken zouden kunnen worden bezocht. Amsterdam, 2 Juli 1833 Z.M. van der Feen, med. doct.’
4. Vinden jullie dat de overheid de mensen moet dwingen zich te laten inenten? (indien tijd over is)
18
1900
2000
DE BESTRIJDING VAN BESMETTELIJKE ZIEKTEN IN AMSTERDAM
Tekst 3: Hygiëne Besmettelijke ziekten vormden een grote bedreiging voor de samenleving. Er stierven veel mensen aan een infectieziekte, waardoor hele families ontwricht raakten. Dit liet niet alleen op gezinsniveau zijn sporen na, ook de economie en de mentaliteit van de bevolking hadden hieronder te lijden. In de loop van de negentiende eeuw was er een groep voortvarende artsen actief, de hygiënisten, die zich bezighielden met hygiënische toestanden in brede zin. Geen mogelijkheid werd onbenut gelaten om het gemeentebestuur te wijzen op misstanden op dat gebied en haar aan te sporen tot grotere activiteit.
Hygiënische toestand in Amsterdam De tijd was er rijp voor, want de hygiënische toestand van Amsterdam was halverwege de negentiende eeuw op een dieptepunt beland. Op straathoeken en bij bruggen vormden zich stinkende afvalhopen, omdat de inzameling van vuilnis onvoldoende geregeld was. Er was nauwelijks sprake van riolering: de rijken hadden beerputten en private riolering die rechtstreeks in de grachten uitkwam. De armen waren aangewezen op de publieke secreten onder bruggen of behielpen zich thuis met tonnen en emmertjes die in de straatgoten of grachten werden geleegd, zoals alle rotzooi waar men van af wilde rechtstreeks in de grachten werd gekieperd. Oud stro, rot fruit, dode beesten, groente-, vis- en slachtafval, het dreef er allemaal rond. Geen wonder dat men cholera, de ziekte die in die tijden haar hoogtepunt beleefde, weet aan de slechte hygiënische toestand. Vooral omdat cholera het meeste voorkwam onder de arme bevolking. Een deel van de bevolking leefde in armoede met alles wat daarbij hoort: bedompte woningen, vervuild drinkwater, lekkende poeptonnen, stinkende sloppen en donkere stegen.
Een Kennisgeving van B&W van Amsterdam over de onbewoonbaarverklaring van een aantal woningen.
19
VAN PEST TOT AIDS
Interieur van een krotwoning.
De hygiënisten hebben zich met vrijwel alle aspecten van de openbare gezondheidszorg beziggehouden: riolering, vuilophaal, voedselkwaliteit, drinkwatervoorziening, woningbouw voor minvermogenden, voorlichting en volksopvoeding. In eerste instantie was het initiatief van particulieren. Het gemeentebestuur en de gegoede burgerij vonden dat de ziekten die onder de arme bevolkingsgroepen voorkwamen te wijten was aan hun eigen gebrek aan verantwoordelijkheid. Na 1875 raakte ook het gemeentebestuur meer betrokken bij hygiënische maatregelen. Twee zaken willen we hier uitlichten: de Duinwaterleiding en de aanleg van de riolering.
20
DE BESTRIJDING VAN BESMETTELIJKE ZIEKTEN IN AMSTERDAM
De Duinwaterleiding Waar haalde men destijds zijn water vandaan? Men kon water halen uit waterputten en -pompen, uit ondergrondse tonnen waarin regenwater werd opgevangen en bij schuiten die gevuld waren met water uit de rivier de Vecht. Het water was vaak van slechte kwaliteit en vormde een bron van ziektekiemen. Daar kwam verandering in met de aanleg van de duinwaterleiding. Deze waterleiding was een particulier initiatief die door Engelse kapitaalkrachtigen werd gefinancierd. Het water dat aangevoerd werd uit de duinen bij Overveen was veel zuiverder dan het water waar de Amsterdammers het tot dan toe mee hadden moeten stellen. In 1854 vloeide het eerste duinwater uit de fontein bij de Willemspoort en meteen werden er duizenden emmers water per dag verkocht. Hierna breidde het net van ‘standpijpen’ zich uit. In 1866 waren er 56 tappunten in de stad. Dat jaar brak er een cholera-epidemie uit en werd er gratis duinwater aan de arme Jordaanbewoners verstrekt. In 1896 werd de Duin-Watermaatschappij overgenomen door de gemeente en hernoemd tot Gemeentewaterleidingen. Achteraf valt vast te stellen dat de komst van het duinwater sterk heeft bijgedragen aan het verdwijnen van cholera.
De aanleg van een waterleidingbuis.
21
Met een waterschuit werd water uit de Vecht aangevoerd.
VAN PEST TOT AIDS
Ondergrondse riolering Zoals gezegd waren het in eerste instantie particuliere initiatieven die zorgden voor maatschappelijke verbeteringen. Na 1875 bracht het gemeentebestuur allerlei openbare voorzieningen onder eigen beheer en werd de schoonmaak van Amsterdam krachtiger ter hand genomen. Zo werd in 1883 begonnen met de aanleg van een ondergrondse riolering. Voorheen werden uitwerpselen opgehaald. Je had het zogenaamde ‘wisseltonnenstelsel’: tegen inlevering van een volle ton kreeg men een lege schone terug. Het kon ook zijn dat de Boldootkar langskwam: de emmer met behoefte kon je legen in die kar. Begin jaren dertig waren alle huizen in Amsterdam op het riool aangesloten, behalve dan de grachtenpanden, die soms nog tot in de jaren zeventig van de twintigste eeuw rechtstreeks op de grachten loosden! Het spreekt voor zich dat deze ‘schoonmaak’ de verspreiding van besmettelijke ziekten tegen ging. (5 minuten)
Vragen 1. Welke maatregelen heeft het gemeentebestuur en later de overheid genomen om verspreiding van besmettelijke ziekten tegen te gaan? Geef uitleg bij elke maatregel. (5 minuten)
2. Geef de besproken maatregelen aan op de tijdbalk. (5 minuten)
1500
1600
1700
1800
3. Waarom is het zo belangrijk de hygiëne in acht te houden om besmettelijke ziekten te voorkomen? (5 minuten)
22
1900
2000
DE BESTRIJDING VAN BESMETTELIJKE ZIEKTEN IN AMSTERDAM
Tekst 4: Voorlichting Al eeuwen lang overlijden veel mensen aan besmettelijke ziekten. Hele families raken daardoor ontwricht, maar ook in de economie en de mentaliteit van de mensen laat het zijn sporen na. Het wordt tijd dat particuliere initiatieven en later de overheid zich gaan bemoeien met de opvoeding van het volk om deze besmettelijke ziekten tegen te gaan. Dit thema komt duidelijk naar voren bij de bestrijding van tuberculose en in de voorlichtingscampagnes bij aids.
Bestrijding van tuberculose In 1904 werd de (particuliere) Vereniging ter Bestrijding van Tuberculose opgericht. Het eerste consultatiebureau van deze vereniging werd geopend in 1905. Het consultatiebureau was de spil van de zich steeds verder organiserende tbc-bestrijding. Rond het bureau was de aanpak: voorkoming, opsporing, behandeling, onderzoek en nazorg georganiseerd. Een belangrijke taak bij het bestrijden van tbc was weggelegd voor huisbezoeksters. Zij bezochten de mensen thuis en gaven adviezen van hygiënische aard, uitgaand van ‘lucht en licht’: kleed van de vloer, gordijnen weg, raam open, gezonde gezinsleden scheiden van zieke. De huisbezoeksters gaven gezinnen voorlichting over de wijze waarop meer hygiëne in acht genomen en hoe gezond en goedkoop gekookt kon worden. Het behandelen van een patiënt deden de huisbezoeksters niet. Wanneer de woning van een gezin waarvan iemand tbc had te klein was of te weinig ramen had (denk aan de kelderwoningen waar vroeger hele gezinnen in woonden), werd er bemiddeld voor een grotere woning, maar dit was soms een groot probleem: de Amsterdammers wilden niet verhuizen. Naast de voorlichting van de huisbezoeksters vormde het tijdschrift Tegen de tuberculose een belangrijk element in de volksvoorlichting over tuberculose. Ook de in 1927 verschenen brochure Gezondheid is de grootste schat boekte succes. Het bevatte tal van raadgevingen over de verzorging van zuigelingen en kinderen, informeerde over de eerste verschijnselen van tuberculose, wees op het belang van reinheid, vroegtijdig medisch onderzoek en waarschuwde tegen spuwen en alcoholisme. Ook kwamen er eind jaren twintig twee tuberculosefilms uit: Achter de wolken schijnt de zon en Waar een wil is, is een weg. Men heeft toen al ingezien dat met dit medium diegenen bereikt konden worden, die met lezingen en raadgevingen op papier niet benaderbaar waren. Hoewel bij de bestrijding van tbc de hygiëne een belangrijke rol speelde, was van het verdwijnen van tuberculose geen sprake.
23
‘De tuberculose verbreidt zich in het gezin door onzindelijkheid, te kleine woonruimte, gesloten vensters, drankmisbruik.’
VAN PEST TOT AIDS
Aids voorlichtingscampagnes Voordat aids uitbrak heerste er optimisme over de bestrijding van ziekten en het uitbreken van dit onbekende virus was dan ook een domper op het optimisme. De tot dan toe gebruikelijke aanpak van epidemieën was voor aids niet geschikt. In de eerste plaats bestond er geen geneesmiddel of vaccin tegen de ziekte en dit werd op korte termijn ook niet verwacht. Ten tweede is de seksuele omgang tussen mensen moeilijker te reguleren dan bepaalde sanitaire toestanden e.d. Er moest actie komen en de overheid zou hier een grote rol in spelen. De aids-bestrijding viel onder haar verantwoordelijkheid, direct door publieksvoorlichting en indirect door subsidiëring van specifieke instellingen. Aanvankelijk stelde dit wat teleur, maar in de tweede helft van de jaren tachtig begon de aidsbestrijding grote vormen aan te nemen. Op organisatorisch gebied kwamen er in korte tijd veel instellingen en commissies die zich bezig zouden houden met advisering, coördinatie, evaluatie en belangenbehartiging. Een reeks voorlichtingscampagnes en de media brachten het publiek in rap tempo een gedegen kennis over aids bij en maakten grote delen van de bevolking vertrouwd met de beginselen van het veilig vrijen, terwijl men de groepen met een verhoogd risico daarnaast nog met specifieke voorlichting, extra informatie en aparte voorzieningen probeerde te bereiken. De overheid speelt dus een actieve rol bij de bestrijding van aids.
Vragen 1. Welke maatregelen heeft de overheid genomen om verspreiding van besmettelijke ziekten tegen te gaan? Geef uitleg bij elke maatregel. (5 minuten)
2 Geef de besproken maatregelen aan op de tijdbalk. (5 minuten)
1500
1600
1700
1800
24
1900
2000
DE BESTRIJDING VAN BESMETTELIJKE ZIEKTEN IN AMSTERDAM
3. Bekijk het affiche. Welke doelgroep heeft de overheid voor ogen? Ken je voorlichtingsmateriaal om aids te voorkómen? Kun je nagaan voor wie die campagne bedoeld is? (5 minuten)
4. Vinden jullie het belangrijk dat er veel aan voorlichting wordt gedaan? (wanneer er tijd over is)
Poster
25
VAN PEST TOT AIDS
Leergroep In de leergroep gaan jullie elkaar vertellen wat je bestudeerd hebt. Wanneer voor iedereen duidelijk is waar elke tekst over gaat, gaan jullie je bezighouden met de centrale vraag. Je ziet dat alle informatie samenkomt. Het is uiteindelijk de bedoeling dat iedereen de antwoorden op deze centrale vragen in zijn boek heeft staan. Vanuit deze kennis is het interessant de tentoonstelling Van Pest tot Aids te bezoeken.
De centrale vraagstelling 1. Welke maatregelen heeft het gemeentebestuur en later de overheid genomen om verspreiding van besmettelijke ziekten tegen te gaan? Geef waar nodig uitleg bij de maatregel.
2. Geef de besproken maatregelen aan in figuur a. Geef onder figuur a aan welke ontwikkeling er is te bespeuren in manier van behandelen (naar voren gekomen in tekst ‘Opvang en behandeling’). Figuur b laat (globaal) enkele natuurwetenschappelijke ontdekkingen zien, figuur c laat zien in welke tijd een bepaalde besmettelijke ziekte zijn hoogtepunt beleefde in Amsterdam en figuur d laat zien in welke tijd welke ideeën heersten die als veroorzaker van een besmettelijke ziekte werden gezien. Welke conclusies zijn er te trekken?
26
DE BESTRIJDING VAN BESMETTELIJKE ZIEKTEN IN AMSTERDAM
1500 1600 1700 figuur a: maatregelen ter bestrijding van een besmettelijke ziekte
Variolatie / vaccinatie
1800
steriel werken
1900
2000
penicilline
bacteriologische revolutie
1500 1600 1700 figuur b: enkele natuurwetenschappelijke ontdekkingen
←
lepra
pest
1800
pokken
cholera
1500 1600 1700 figuur c: hoogtepunten besmettelijke ziekten in Amsterdam
← ←
1800
1900
tuberculose
2000
aids
1900
2000
1900
2000
miasma-theorie, smetstof
toorn Gods, astrologie, humorale pathologie
1500 1600 figuur d: visies op de oorzaak van ziekten
1700
1800
Conclusies
27
VAN PEST TOT AIDS
Praktische opdrachten
Je hebt inmiddels al veel kennis over enkele ontdekkingen in de natuurwetenschap en je weet welke maatregelen men trof om een infectieziekte te bestrijden. Je hebt misschien de tentoonstelling Van Pest tot Aids gezien, waarin aandacht wordt geschonken aan zes besmettelijke ziekten die Amsterdam troffen in de laatste vijfhonderd jaar. Het wordt tijd om al deze informatie met elkaar te verweven en zelfstandig een opdracht uit te voeren. Het gaat als volgt: je kiest één van de zes ziekten (lepra, pest, pokken, cholera, tuberculose of aids). Bij elke ziekte komen steeds dezelfde onderwerpen aan de orde.
Thema’s bij elke ziekte 1. 2. 3. 4. 5.
de ziekte (besmettelijkheid, symptomen, behandeling, etc.) de invloed van de ziekte op het dagelijks leven van de patiënt maatregelen om verspreiding van de ziekte tegen te gaan de rol van de wetenschap verdieping in een land waar de ziekte (nog) voorkomt
Presentatie Je docent zal je vertellen of je de opdracht alleen of in een groepje doet. Ook zal hij/zij vertellen op welke manier je de informatie gaat presenteren.
28
PRAKTISCHE OPDRACHTEN
Achtergrondinformatie Om je te ondersteunen bij deze opdracht volgen hier enkele algemene bronnen die je kan raadplegen om de praktische opdracht tot een goed einde te brengen:
1. De tentoonstelling Van Pest tot Aids in het Gemeentearchief Amsterdam. 2. Op de website van het Gemeentearchief van Amsterdam vind je veel afbeeldingen en achtergrondinformatie bij dit lespakket (www.gemeentearchief.amsterdam.nl/schatkamer/educatie) en verwijzingen naar andere websites. 3. Literatuur: RIVM, Infectieziekten Bulletin (tijdschrift; ook op internet) P. Lewis & R. Margotta, Ontwikkeling van de geneeskunde (Haarlem/Antwerpen 1996) A. Mooij, De polsslag van de stad. 350 jaar academische geneeskunde in Amsterdam (Amsterdam 1999) A. Mooij, Van pest tot aids. Vijf eeuwen besmettelijke ziekten in Amsterdam (Bussum 2001) Krantenbank (in de openbare bibliotheek kun je online bladeren in de archieven van Algemeen Dagblad, de Volkskrant, NRC Handelsblad, Trouw en het Parool.) Dit is ontzettend handig als je je gaat verdiepen in een land waar de ziekte nog steeds voorkomt! Je gaat naar de bibliotheek bij jou in de buurt voor informatie, je raadpleegt internet, je kijkt of het mogelijk is bepaalde instanties te benaderen die met jouw onderwerp te maken hebben. Zo kun je contact opnemen met de GG&GD, de aids-infolijn of de leprastichting. Misschien kan je iemand interviewen of krijg je informatie thuis opgestuurd. Je kunt natuurlijk ook naar het archief gaan (zie voor de adressen: www.archiefnet.nl) om daar een bronnenonderzoek te doen.
29
VAN PEST TOT AIDS
Lepra ‘Lazer toch op, klaploper!, ga ergens anders bietsen’. Je zult het niet zeggen, maar deze beledigende zegswijzen hebben met lepra te maken. Als wij aan lepra denken, dan zien we een spotje op de televisie voor ons, met Afrikaanse kindertjes die aan deze ziekte lijden. Er verschijnt een gironummer in beeld waarop we geld kunnen storten. Wat is lepra eigenlijk, hoe wordt de ziekte overgebracht, wat is de oorsprong van die scheldwoorden? Dit en andere aspecten ga je in deze opdracht bestuderen.
1. De ziekte Zoek op wat lepra is, hoe het overgebracht wordt, wat de symptomen zijn, hoe je die het beste kan behandelen. Kortom, zoek de medische kant van lepra uit.
Bedelende lepralijder (Rembrandt, Rijksprentenkabinet).
2. De invloed op het dagelijks leven Lepra kwam in Amsterdam vooral in de veertiende eeuw voor. Het was geen pretje om lepra te hebben, want je werd verstoten. a. Geef aan hoe het dagelijks leven van een lepralijder eruit zag. b. Hoe keken andere Amsterdammers tegen een lepralijder aan? c. Als lepra geconstateerd werd kreeg een lepralijder een ‘vuylbrief’ mee. Wanneer bleek dat je weer gezond was, kreeg je een ‘schoonbrief’. Toch moet het benijdenswaardig zijn geweest om lepra te hebben, want er ontstond een levendige handel in ‘vuylbrieven’. Beschrijf het hele principe rond de ‘vuylbrief’ en ga na waarom het zo benijdenswaardig was om er één in je bezit te hebben (zie het boekje van A. Mooij, Van Pest tot Aids).
30
PRAKTISCHE OPDRACHTEN
3. Maatregelen om verspreiding van lepra tegen te gaan Welke maatregelen werden er in Amsterdam getroffen?
4. De rol van de wetenschap Wanneer is lepra voor het eerst ‘ontdekt’? Welke rol heeft de wetenschap gespeeld in het voorkomen en genezen van lepra?
Leproos in duivelsgedaante (Van der Heyden, Rijksprentenkabinet)
31
VAN PEST TOT AIDS
5. Lepra in de Derde Wereld4 Lepra komt nog steeds voor. Niet alleen in de Derde Wereld, zelfs in Europa heb je nog ‘leprakoloniën’ (zie het krantenbericht: www.gemeentearchief.amsterdam.nl/schatkamer/educatie). Bespreek één land in de wereld waar lepra voorkomt en betrek daarbij (voor zover mogelijk is) de volgende aspecten: - Onder welke bevolkingsgroepen komt lepra voor? - Biedt de regering hulp? - Hoe leven de leprapatiënten? - Hoe wordt in dat land tegen lepra aangekeken? - Zie je overeenkomsten in de manier van omgaan, behandeling, etc. tussen dat land en hoe er in het verleden in Nederland met lepra werd omgegaan?
4
Je kunt je informatie uit de krantenbank halen.
32
PRAKTISCHE OPDRACHTEN
Pest ‘Ik heb er de pest in.’ ‘Moet je het weer verpesten?’ Ooit geweten dat wanneer je dat zei, je de ziekte pest daarmee bedoelde? Onze taal is doorspekt met woorden die te maken hebben met ziekten die in het verleden in ons land voorkwamen. Wanneer we aan de pest denken, denken we aan lang vervlogen tijden, misschien donkere Middeleeuwen, toen de mensen in kleine huizen leefden in armoedige omstandigheden. In ieder geval denken we aan het verleden. Wist je dat nog steeds de pest bestaat en wel in het land van de toekomst, het land met de onbegrensde mogelijkheden? Juist ja: in de Verenigde Staten komt de pest voor. Reden om dat eens te gaan onderzoeken, maar laten we eerst eens stil staan bij de pest in onze vroegere tijden.
Rouwstoet op de Dam tijdens een
1. De ziekte Zoek op wat de pest is, hoe het overgebracht wordt, wat de symptomen zijn, hoe je het het beste kan behandelen. Kortom, zoek de medische kant van pest uit.
33
pestepidemie.
VAN PEST TOT AIDS
2 + 3. De invloed op het dagelijks leven en de maatregelen van het stadsbestuur De pest of ook wel de Zwarte Dood heeft in de zeventiende eeuw enorm huisgehouden in Amsterdam. Om een voorbeeld te geven: in 1636 stierf één op de acht inwoners en in 1655 één op de tien. Dat God de pest gebruikte om de mensen te straffen stond als een paal boven water. a. Het stadsbestuur kondigde maatregelen af. Dit deed het in de vorm van keuren (voorschriften). Noem een aantal keuren en beschrijf welk gevolg de keur moet hebben gehad op het dagelijks leven van de Amsterdammer. b. Heel belangrijk was dat de pestlijder geïsoleerd werd. In Amsterdam (of beter gezegd buiten Amsterdam) stond zo’n huis waar pestlijders in werden opgenomen, het zogenaamde Pesthuis. Zoek in het Gemeentearchief van Amsterdam (of in het archief van jouw woonplaats als er ook een Pesthuis heeft gestaan) informatie over het Pesthuis. Waar stond het? Hoe was het ingericht? Hoe werden de zieken verzorgd? Valt je nog iets bijzonders op? Je informatie kan je ook uit de literatuur halen. Zie de afbeelding van het Pesthuis bij les 2. 4. De rol van de wetenschap Wanneer is de ziekte voor het eerst ‘ontdekt’? Welke rol heeft de wetenschap gespeeld in het voorkomen en genezen van de pest?
34
PRAKTISCHE OPDRACHTEN
5. Pest in Amerika In de staten California, Arizona, Nieuw Mexico, Texas en Montana komt de pest voor. Kijk of je hier informatie over kunt vinden. Bespreek daarbij de volgende aspecten: • Hoe komt het dat de pest in Amerika vóórkomt? • Hoe wordt de pest verspreid? Wat is het probleem bij de verspreiding? Wat wordt er aan gedaan om verspreiding te voorkómen? • Zie je overeenkomsten in de manier van omgang, behandeling, etc. tussen Amerika en hoe er in het verleden in Nederland met de pest is omgegaan?
Kan je hier moeilijk informatie over vinden, bespreek dan één land in de wereld waar pest (longpest, builenpest) voorkomt en betrek daarbij (voor zover mogelijk is) de volgende aspecten:5 • Onder welke bevolkingsgroepen komt de pest voor? • Biedt de regering hulp? • Hoe leven de pestpatiënten? • Hoe wordt in dat land tegen de pest aangekeken? • Zie je overeenkomsten in de manier van omgaan, behandeling, etc. tussen dat land en hoe er in het verleden in Nederland met de pest werd omgegaan?
5
Je kunt je informatie uit de krantenbank halen.
35
VAN PEST TOT AIDS
Pokken Als je vaak wordt uitgescholden voor ‘pokkenwijf’ dan ben je wel ‘gepokt en gemazeld’. Weer zien we dat een besmettelijke ziekte zijn invloed op een taal heeft doen gelden. De pokken waren een heel stuk ernstiger dan de waterpokjes die je als kind hebt gehad. In de achttiende eeuw waren de pokken één van de belangrijkste doodsoorzaken. Nadat Jenner met zijn ontdekking over vaccinatie kwam, zijn er wereldwijde vaccinatiecampagnes uitgevoerd met het resultaat dat in 1977 de pokken uitgeroeid verklaard konden worden. In deze praktische opdracht gaan jullie de problematiek rond de pokken bestuderen.
1. De ziekte Zoek op wat de pokken zijn, hoe het overgebracht kan worden, wat de verschijnselen zijn. Kortom, zoek de medische kant van de pokken uit.
Een pokkenlijder (Agnietenkapel).
2. De rol van de wetenschap Verwoord nog eens wat variolatie was en wat het belang was van de ontdekking van Jenner op de medische wetenschap. Beschrijf de ommekeer in de geneeskunde.
36
PRAKTISCHE OPDRACHTEN
3. Maatregelen om verspreiding van pokken tegen te gaan Beschrijf de ontwikkeling die de maatregelen hebben doorgemaakt.
4. De invloed op het dagelijks leven Er stonden nogal wat bevolkingsgroepen tegenover elkaar wat betreft vaccineren. Welke bevolkingsgroepen waren dat? Welke visie hadden zij? Waarom konden zij elkaar moeilijk accepteren?
De hand van het melkmeisje met koepokken, waaruit Jenner in 1796 zijn pokkenvaccin maakte (uit: Lewis, Ontwikkeling van de Geneeskunde).
5. Pokken de wereld uit!6 In 1977 waren de pokken uitgeroeid verklaard. Op dit moment worden voorraden van het pokkenvirus bewaard. Er is een heftige discussie gaande over het feit of de laatste twee voorraden vernietigd mogen worden of niet. Probeer deze discussie te doorgronden. Zet duidelijk de standpunten van de discussianten tegen over elkaar en geef aan hoe je er zelf in staat. Gebruik goede steekhoudende argumenten om je mening te onderbouwen.
6
In de krantenbank zijn hier veel artikelen over te vinden. Zie ook: Infectieziekten Bulletin jrg. 10, nr.8, p.147.
37
VAN PEST TOT AIDS
Cholera ‘Kolere zeg, wat een rotopdracht’. Je hebt het vast wel eens gezegd, maar wist je dat ‘kolere’ van de ziekte cholera kwam? Weet je wat cholera voor een ziekte is? Heb je er een beeld bij? Nee, kies dan deze opdracht. Dan weet je straks meer.
1. De ziekte Zoek op wat cholera is, hoe het overgebracht wordt, wat de symptomen zijn, hoe je deze ziekte het beste kunt behandelen. Kortom, zoek de medische kant van cholera uit.
2. Maatregelen om verspreiding tegen te gaan Je hebt inmiddels al veel gelezen over de maatregelen die de hygiënisten in de negentiende eeuw ondernamen. Bespreek naast de aanleg van de Duinwaterleiding en de riolering wat de hygiënisten nog meer ondernamen. Waarom had het gemeentebestuur geen zin om zich met deze ziekte te bemoeien?
38
PRAKTISCHE OPDRACHTEN
3. De invloed op het dagelijks leven Hoe kwam cholera Amsterdam binnen? Wie werden er voornamelijk getroffen? Wat hadden de maatregelen voor een gevolgen op het dagelijkse bestaan? Geef voorbeelden wanneer je dat makkelijker vindt.
Een gang met krotwoningen in Amsterdam.
39
VAN PEST TOT AIDS
4. De rol van de wetenschap a. In 1849 opperde geneeskundige John Snow dat de oorzaak van cholera gezocht moest worden in vervuild drinkwater. Waarom werd deze ontdekking niet met gejuich ontvangen? Wie is uiteindelijk de ontdekker van de cholerabacil? Stuitte hij ook op veel weerstand? b. De hygiënisten gingen uit van de miasma-theorie. Deze bleek niet te kloppen. Leg uit dat achteraf gezien de miasma-theorie als een ‘gelukkige dwaling’ wordt gezien. 5. Cholera in de Derde Wereld7 Cholera komt nog steeds voor in de wereld. Bespreek één land waar cholera nog steeds voorkomt en betrek daarbij (voor zover mogelijk is) de volgende elementen: • Onder welke bevolkingsgroepen komt cholera voor? • Biedt de regering hulp? • Je kunt je tegen cholera inenten. Waarom wordt dat niet gedaan? • Hoe leven de cholerapatiënten? • Hoe wordt er tegen cholera aangekeken? • Zie je overeenkomsten in de manier van omgang, behandeling, etc. tussen dat land en hoe er in het verleden in Nederland met cholera werd omgegaan?
7
Je kunt je informatie o.a. uit de krantenbank halen.
40
PRAKTISCHE OPDRACHTEN
Tuberculose ‘Tering, wat gaaf’. Een rare combinatie van woorden. Tering is een ander woord voor tuberculose en wordt regelmatig gebruikt. Tuberculose is een ziekte die niet eens zo heel lang geleden in Nederland veelvuldig voorkwam. De laatste tijd komt tuberculose weer meer voor dan enkele decennia geleden. Hoe dat zit gaan we in deze opdracht bekijken.
1. De ziekte Zoek op wat tuberculose (tbc) is, hoe het overgebracht wordt, wat de symptomen zijn, hoe je de ziekte het best kan behandelen. Kortom, zoek de medische kant van tuberculose uit.
2. Maatregelen om verspreiding van tuberculose tegen te gaan a. In 1904 werd de Amsterdamse vereniging ter Bestrijding van Tuberculose opgericht. Het consultatiebureau was de spil van de steeds verder organiserende tbc-bestrijding. Rond het bureau was de aanpak voorkoming, opsporing, behandeling, onderzoek en nazorg georganiseerd. Beschrijf de verschillende aspecten van deze aanpak. b. Wat werd er landelijk ondernomen om verspreiding tegen te gaan?
41
VAN PEST TOT AIDS
Collecte voor de uitzending van kinderen.
3. De invloed op het dagelijks leven a. Werden de maatregelen in de vorige vraag beschreven nageleefd? Hoe ervaarden de mensen dat? b. Veel mensen gingen naar een sanatorium of herstellingsoord. Kun je aangeven hoe het er in een sanatorium of herstellingsoord aan toe ging? Hoe vonden de kinderen het? (je hoort daar veel verschillende verhalen over)
42
PRAKTISCHE OPDRACHTEN
4. De rol van de wetenschap a. Welke rol heeft de wetenschap gespeeld in de behandeling rond tuberculose. Denk aan de informatie die in de vorige twee lessen aan de orde is gesteld. b. Waarom wordt er niet tegen tuberculose gevaccineerd? c. Geef aan wat een Mantoux-prik inhoudt.
5. Tuberculose in Nederland Tuberculose komt de laatste tijd weer vaker voor in Nederland. Er zijn verschillende redenen te verzinnen. Geef een aantal redenen. In de krantenbank vind je hier informatie over. Verzamel een aantal artikelen hierover.
Tbc-lijder op bed (uit: Gezondheid is de grootste schat).
43
VAN PEST TOT AIDS
Aids Aids is (nog) niet als scheldwoord ingeburgerd. Je kunt je ook slecht voorstellen dat een ziekte zoals aids misbruikt gaat worden als scheldwoord. Het is te ingrijpend. Aids vormt op dit moment een grote bedreiging voor de bevolking in grote delen van de wereld, net als pest en cholera in het verleden. In een schrikbarend hoog tempo slaat de ziekte om zich heen. In deze opdracht kijken we naar deze ziekte. Een handige site erbij is: http://aids.pagina.nl/
1. De ziekte Wat is aids: hoe wordt het overgebracht, wat zijn de symptomen, etc. Is aids te bestrijden? Wat betekenen de termen seropositief, HIV-besmet en aids.
2. Maatregelen om verspreiding van aids tegen te gaan a. Welke maatregelen worden genomen om aids in Nederland te voorkomen? b. Hoe gaan andere landen ermee om? Beschrijf een ander land waarin je aangeeft welke maatregelen de overheid aldaar onderneemt om de ziekte te voorkomen? Kies een land uit waarbij de maatregelen anders zijn dan de maatregelen in Nederland.
44
PRAKTISCHE OPDRACHTEN
3. De invloed op het dagelijks leven a. Hoe worden seropositieven in Nederland behandeld door de bevolking/de overheid? Wanneer bekend is dat je aids hebt, mag je dan gewoon je functie blijven uitoefenen? b. Beantwoord deze vraag eveneens voor het land dat je in de vorige vraag hebt besproken.
4. De rol van de wetenschap Hoe komt het dat het zo moeilijk is een vaccin of een geneesmiddel te ontwikkelen tegen aids?
5. Aids in Afrika8 a. Mbeki, de huidige president van Zuid-Afrika, heeft een omstreden standpunt. Zoek op wat zijn standpunt is. b. Welke consequenties kan deze uitspraak hebben voor de aidsbestrijding in Zuid-Afrika.
8
In de krantenbank is hier genoeg informatie over te vinden.
45
VAN PEST TOT AIDS
Colofon Uitgave Gemeentearchief Amsterdam Samenstelling en teksten Floriëlle Ruepert (met dank aan Peter Hofland, Herbert Mattie en Betsy Dokter) Vormgeving Studio Veltman
© Gemeentearchief Amsterdam, 2001 Het Gemeentearchief Amsterdam heeft ernaar gestreefd de copyrights van de illustraties te regelen. Degenen die menen alsnog rechten te kunnen doen gelden, worden verzocht contact op te nemen.
Bezoekadres:
Amsteldijk 67 1074 HZ Amsterdam
Openingstijden:
10.00 - 17.00 uur maandag t/m zaterdag (juli/aug. op zaterdag gesloten)
Postadres:
Postbus 51140 1007 EC Amsterdam
Tel. Algemeen: 020-5720202 Tel. Info lespakket: 020-5720288 of 5720359 Fax:
020-6750596
Website:
www.gemeentearchief.amsterdam.nl
E-mail: Idem (lespakket):
[email protected] [email protected]
Afbeeldingen voorzijde: zes portretten van zieke mensen (lepra, pest, pokken, cholera, tbc, aids). De rechten berusten bij: AMC, Universiteit van Amsterdam, Universiteitsbibliotheek, Universiteitsmuseum De Agnietenkapel, KNCV Den Haag, Han Singels Amsterdam.
46