Les 1 – Dieren in de bijbel Lam, symbool van Jezus, offerdier.
Slang, symbool van de duivel, sluw, gevaarlijk, verleidend, ook wel draak genoemd, gespleten tong
Leeuw, symbool van iets angstaanjagends. Maar ook van macht en van Jezus, de Leeuw van Juda. Satan wil ook macht. Hij gaat rond om te verleiden Op. 5:5
Duif, symbool van de Heilige Geest, Noach, hoop, vrede
Ezel, symbool van nederigheid. Jezus reed op een ezel. Dom, koppig?
Vissen, ICHTHUS, mensen vissen, evangeliseren, sleepnet
Lezen uit de Bijbel
Joh. 1:29
De volgende dag zag Johannes de Doper Jezus naar zich toe komen, en hij zei: ‘Daar is het lam van God, dat de zonde van de wereld wegneemt. Hij is het over wie ik zei: “Na mij komt iemand die meer is dan ik, want hij was er vóór mij.” Ook ik wist niet wie hij was, maar ik kwam met water dopen opdat hij aan Israël geopenbaard zou worden.’ En Johannes getuigde: ‘Ik heb de Geest als een duif uit de hemel zien neerdalen, en hij bleef op hem rusten. Nog wist ik niet wie hij was, maar hij die mij gezonden heeft om met water te dopen, zei tegen mij: “Wanneer je ziet dat de Geest op iemand neerdaalt en blijft rusten, dan is dat degene die doopt met de heilige Geest.” En dat heb ik gezien, en ik getuig dat hij de Zoon van God is.’ Verklaring: Daar is het lam van God Johannes bedoelt degene die onze zonden wegneemt, de Messias. want hij was er vóór mij.” Dat is raar. Jezus is na Johannes geboren. Hiermee bedoelt Johannes, dat Jezus God is. Getuigde Dat wil zeggen dat hij het zelf heeft gezien.
Kringgesprek Kies eens tussen twee dieren en vertel wat jij liever zou willen zijn en waarom? Wilde kat – kanarie Poes of een stekelvarken Hond of een olifant Giraf of een paard Slang of een aap Roofvis of een zeehond Vogel of een vos Kavia of een krokodil Lam of een leeuw
VERTELLEN
53 - Ging het zo met Jezus toen hij kind was?
Het staat niet in de bijbel hoe Jezus leefde als kind, maar hij was echt kind en leefde in een tijd, waar de dingen anders gingen dan nu. Misschien ging het zo…. ‘Mamma, weet je wat mijn lievelingsdier is?’ vraagt de kleine Jezus aan Maria zijn moeder. Maria glimlacht. Natuurlijk weet ze al lang wat haar oudste zoontje het leukste dier vindt. Al dagenlang praat hij over niks anders dan over het schaap van de buren dat twee lammeren heeft geworpen. Hij is niet weg te slaan bij de dieren. ‘Wat vind je dan zo mooi aan een lam, Jezus?’ ‘Nou, het is zacht, het drinkt bij de ooi en… eh… het heeft een herder nodig. ’ Jezus’ jongere broertje komt erbij staan met zijn duim in de mond. ‘Ja, Jacobus,’ zegt Jezus tegen zijn broertje, “jij vindt lammetjes ook mooi hè?’ Jacobus knikt. ‘Ikke mee,’ vraagt hij. Samen gaan ze voor de zoveelste keer bij de lammeren kijken. ‘Pas goed op je broertje!’ roept moeder hen nog na. ‘Jezus,’ zegt vader een paar dagen later, ‘vandaag moet je mij helpen in onze timmerwinkel. We hebben een flinke klus te doen.’ Hand in hand wandelen ze naar de werkplaats. Ja, Jezus heeft al vaker geholpen met schuren en spijkers oprapen. Later als hij groot is, wordt hij net zo’n goeie timmerman als zijn vader, want jongens worden door hun vader opgeleid in hetzelfde beroep. Vindt Jezus het fijn? ‘Pappa, als ik geen timmerman zou worden later, zou ik het liefst herder worden. Het lijkt me mooi om voor een hele kudde te zorgen.’ Vader glimlacht. ‘Ik denk dat het komt omdat we nakomelingen zijn van koning David, lieve jongen.’Die was schaapherder voordat God hem tot koning liet zalven.’ ‘Ik wil alles over David weten, pappa. Wat is zalven? Is een koning de baas van het land?’ Jozef heeft nu geen tijd voor vertellen. ‘Weet je wat, Jezus, Je wordt al zo’n grote jongen. Vijf jaar. Ik ga de rabbi van de synagoge vragen of je ’s morgens naar school mag. Dan leer je alles over de verhalen van ons volk en ook over David. Hij heeft het mooiste lied van de hele wereld gemaakt. Weet je hoe dat heet? De Heer is mijn herder.’ ‘De Heer is mijn herder? Echt waar, pappa? Wil je het mij ook leren? Nu meteen?’ Jozef lacht om de gretigheid van zijn zoon. ‘Nu kan het niet, maar ik beloof je, na het werk gaan we samen naar de kudde van de buurman kijken en dan zal ik voor jou die mooie psalm zingen. Maar nu moet je snel die houtkrullen aanvegen voor pappa.’ Elke ochtend naar de synagoge om les te krijgen, dat is wel geweldig voor een leergierig jongetje van vijf. Dan ben je geen kleuter meer, dan hoor je bij de grotere jongens. Aan Jozefs hand stapt Jezus de ‘klas’ binnen. De rabbi die hem les gaat geven heet hen hartelijk welkom. Er zijn geen schoolbanken en er is geen schoolbord. De kinderen, jongens van verschillende leeftijden, zitten op de grond met hun blote voeten onder zich gevouwen en de rabbi zit op een verhoging. Jezus doet zijn sandalen uit en gaat tussen de jongens in zitten, vlakbij een buurjongen die hij kent. Hij kijkt wat verlegen rond. Zijn er geen meisjes op die school? Nee, meisjes gaan niet naar school, die leren alles wat ze moeten weten van hun moeder. Op deze school leer je ook geen rekenen en aardrijkskunde. Je hebt geen schrift en geen tekenboek met kleurtjes, geen mooie leesboeken met verhaaltjes. De kinderen leren alleen maar uit de bijbel en ze schrijven op wat afgekrabbelde stukken perkament met inkt als ze eerst goed hebben geoefend op potscherven met houtskool. Als Jozef weggaat begint de les. De rabbi begint op zangerige toon uit een boekrol voor te lezen. ‘In het begin schiep God de hemel en de aarde…’ De jongens zingen elke regel na, wiegend met hun bovenlijf van voor naar achteren. Al gauw snapt Jezus wat de bedoeling is en doet hij mee. Zo leren ze een gedeelte uit de Tora, uit hun hoofd. Je wordt op den duur wel moe van het zitten. Even glijdt zijn blik af naar buiten waar een dikke duif wat aan het pikken is. Jezus laat de moeilijke woorden over zich heen tuimelen. Veel snapt hij er nog niet van, maar toch… Ergens diep in zijn hart begint een geluksgevoel te komen. Wat is het fijn om te leren uit Gods Woord. Er is een Vader in de Hemel die alles met zorg heeft gemaakt, de zon, de maan, de sterren, de lammetjes en ook hem.
Na een paar uur zegt de rabbi Amen. ‘Amen!’ antwoorden de leerlingen. ‘Amen!’ klinkt het stemmetje van Jezus er achteraan. Hij had even niet opgelet, maar dat is niet erg als je voor de eerste keer op school zit... Als hij die middag thuiskomt vertelt hij Maria wat hij heeft geleerd. ‘En over een poosje mag ik ook schrijven, mamma. Heb je houtskool voor mij en een potscherf? Want ik wil oefenen met de letters de Alef en de Bet. De Bet is net een huisje, dat heb ik wel gezien. ’ Maria geeft hem een dikke kus. Ze is zo blij dat haar kind het fijn heeft op school. Even later hoort ze hem buiten praten tegen Jacobus. ‘Jacobus, zeg mij maar na: ‘In het begin schiep God de hemel en de aarde.’ Ze pinkt een traan weg, zo blij is ze met haar zoon, die zo heel bijzonder is.
GEBED Een lam is zacht en onschuldig. Dank u wel dat u het Lam van God bent, lieve Heer. Op school en op straat is het heel stoer om agressief te zijn en hard, maar wij willen graag dat er een betere wereld komt.
Dank u voor uw offer voor ons. We willen graag van u leren om zachtmoedig te zijn en nederig van hart.
Als we in verleiding komen geeft u ons dan kracht. Dan zullen we voor anderen tot zegen zijn.
Opdracht Jezus was bij wijze van spreken ons offerlam. Hij gaf zijn leven om ons te redden.
*Schrijf eens met elkaar of met een ander kind samen een kort verhaaltje over iemand die een ander redde. (Denk aan Bay Watch of een krantenartikel)
Hier zijn een paar beginnetjes: 1.Annet en Bill liepen door het park om de hond uit te laten. Plotseling vlakbij de speeltuin sprong er een man uit de bosjes te voorschijn…
2. De hele klas was gaan zwemmen in het pasgeopende zwembad met een binnenbad en een buitenbad. Ze hadden het reuze naar hun zin vooral met de grote buitenglijbaan. Op zeker moment zag Aisha dat er een kind op de bodem lag. Ze schrok zich rot en ….
*Maak van klei een lam.
*Boekje bekijken: De lieve herder Zie materiaal/boekjes
* rebus
Tekst Joh. 1:29
J4h1nn2s z23: ‘D11r 3s h2t l1m v1n G4d, d1t d2 z4nd2 v1n d2 w2r2ld w2gn22mt. Vul de juiste klinkers in. 1=a 2=e 3=i 4=o 5=u
Activiteit 1.
Een stukje laten horen van het beroemde AGNES DEI.
2.
Of iets vertellen van het beroemde kunstwerk van Jan van Eijck
1390 – 1441 De aanbidding van het Lam Gods Op de voorgrond links een processie van figuren uit het Oude Testament, profeten (met boeken) en aartsvaders. Rechts figuren uit het Nieuwe Testament (knielend de apostelen) en kerkleiders. Tussen de twee groepen een fontein van eeuwig leven. Het lam wordt aanbeden door engelen. Vier van hen dragen symbolen van Jezus’ lijden: het kruis, de lans, de spons, en de zuil van de geseling. Het bloed wordt opgevangen in een schaal. De groepen die vanuit de achtergrond naderen zijn martelaren en maagden. Geheel bovenin vliegt de duif, de Heilige Geest, wiens licht op alle aanwezigen valt. Misschien is het mooi om te vlaggen of te dansen op praisemuziek. Doe een wedstrijdje wie in de Opwekkingsbundel het meest vaak het woord LAM kan Maak een lijstje voor boven je bed met dit plaatje en zet er een aanbiddingsregel onder, bijv. ‘Jezus, lam van God, u zit op de troon van mijn hart.’
Quiz Welk vraagnummer hoort bij welk antwoordnummer ? Zie de antwoorden onderaan deze pagina
Vragen
Antwoorden
1 Wie is het Lam Gods?
1
Aan de deurpost smeren en erachter schuilen
2 Wie zei tegen de omstanders: Zie, het Lam Gods?
2 Het ene is luid en het andere liefelijk en zacht.
3 Wat deden de Israëlieten met het bloed van het offerlam vóór de Tiende Plaag begon?
3 Johannes de Doper
4
Wat deden ze met het vlees van het lam?
4 Hij droeg onze zonden aan het kruis.
5
Wat brachten de Israëlieten naar de tempel om te offeren?
5 Het lam op de troon
6
Wat deed Jezus als Lam van God?
6
7
Hoe zal Jezus in de hemel onder andere afgebeeld worden?
7 Ze aten het op ter versterking van hun lichaam.
8
Wat hebben schapen nodig?
8
Een herder
Door hem te aanbidden en te doen wat hij ons opdroeg.
9 Hoe kunnen we Jezus laten merken dat we 9 Jezus hem dankbaar zijn? 10 Wat is het verschil tussen lofprijs en 10 Een gaaf eenjarig lam. aanbidding?
Antwoorden: 1- 9
2-3
3-1
4-7
5-10
6-4
7-5
8-6
9-8
10-2