8 april 2014
1
2
INHOUDSOPGAVE
3
A A 1 A 2
JAARVERSLAG Jaarverslag College van Bestuur Jaarverslag Raad van Toezicht
5 7 29
B B 1 B 2 B 3 B 4 B 5 B 6 B 7 B 8 B 9 B 10 B 11 B 12
JAARREKENING Grondslagen Balans per 31 december 2013 Staat van baten en lasten over 2013 Kasstroomoverzicht over 2013 Toelichting op onderscheiden posten van de balans Niet uit de balans blijkende verplichtingen Model E - Verbonden partijen Toelichting op onderscheiden posten van de staat van baten en lasten Model G - Verantwoording subsidies Bezoldiging topfunctionarissen (WNT) Ondertekening Goedkeuring
33 35 37 39 41 43 47 49 51 55 57 59 61
C C 1 C 2 C 3
OVERIGE GEGEVENS Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Voorstel bestemming netto resultaat Gebeurtenissen na balansdatum
63 65 67 69
D D D D D
BIJLAGEN Gegevens over de rechtspersoon Specificatie bestemmingsfondsen Statistische gegevens Begripsbepalingen
71 73 75 77 79
1 2 3 4
3
4
A
JAARVERSLAG
5
6
A 1. JAARVERSLAG COLLEGE VAN BESTUUR Algemene informatie Kernactiviteiten Het Calvijn College is een reformatorische scholengemeenschap voor voortgezet onderwijs voor de provincie Zeeland. Het Calvijn College heeft een breed onderwijsaanbod, te weten praktijkonderwijs, alle leerwegen van het vmbo alsmede havo, vwo en gymnasium. Juridische structuur Op 16 april 2008 is de Stichting Calvijn College opgericht. Deze heeft alle activiteiten overgenomen van de Vereniging tot het verstrekken van Voortgezet Onderwijs op Gereformeerde Grondslag voor de provincie Zeeland (VVOGGZ). Het bestuur van deze vereniging fungeert sindsdien als Raad van Toezicht van de Stichting Calvijn College. Het Calvijn College is de enige school die van de stichting uitgaat. Door de vereniging en door de stichting worden geen activiteiten ontplooid, die niet samenhangen met de exploitatie van het Calvijn College. Per 31 december 2013 bestaat het College van Bestuur uit 2 personen: A.J. Vogel (voorzitter) Kapelle Nevenfuncties: lid themagroep 'Opleiding en leraren' VO-raad lid Raad van Toezicht Scoop bestuurslid Stichting Scholierenvervoer Zeeland bestuurslid DCO Platform Zeeland (DienstenCentrum Onderwijs) voorzitter stuurgroep Zeeuwse Academische Opleidingsschool voorzitter DORVO (Directeuren Overleg Reformatorische scholen voor Voortgezet Onderwijs) voorzitter Zeeuws Bestuurdersoverleg C. Giljam (lid) 's-Gravenpolder Laatstgenoemde is in 2013 het gehele jaar met ziekteverlof geweest. Per 31 december 2013 bestaat de Raad van Toezicht uit 10 personen: C.A. Hoekman (voorzitter) Kapelle G.S. Both (secretaris) E.P. van Iwaarden Yerseke Ds. W. Meijer J. Moerdijk Goes J.L. Pieper H. Uil Zierikzee F. van Vuuren C.J. van Westenbrugge Middelburg D. van Wijck
's-Gravenpolder Tholen Oostdijk Zaamslag Biervliet
Organisatiestructuur Het onderwijs wordt gegeven in vijf locaties. Alle locaties staan onder leiding van een eenhoofdige (in Goes tweehoofdige) locatiedirectie. De locatiedirectie valt rechtstreeks onder het (tweehoofdige) College van Bestuur. Daarnaast stuurt het College van Bestuur de centrale stafafdelingen aan (Financiën & Beheer, ICT & Planning en Personeel & Communicatie). De locatiedirecteuren en de afdelingshoofden sturen het personeel aan.
7
Missie en visie De missie van het Calvijn College is verbonden met de grondslag van de school en verwoord in de schooldoelstelling. Op basis van de Bijbel en de daarop gegronde Drie Formulieren van Enigheid stelt de school zich ten doel: In afhankelijkheid van de zegen des Heeren die opleiding en vorming verzorgen waarin de Heere geëerd wordt, waardoor leerlingen mogen komen tot een leven in de vreze des Heeren en toegerust worden tot het functioneren overeenkomstig de Wet Gods in gezin, kerk en maatschappij. Vanuit deze missie heeft de school ook vooruit gekeken naar de idealen die het Calvijn College nastreeft. Dat is in de visie verwoord: Het Calvijn College is een dynamische school waarin het Woord van God verbindt en uitgedragen wordt, vertrouwen en verantwoordelijkheid wordt gegeven, ruimte is voor ideeën en ontwikkelingen, elke leerling er mag zijn en onderwijs van hoge kwaliteit wordt gegeven. Dit alles realiseren we als betrouwbare partner voor ouders, kerken en maatschappelijke omgeving. Identiteit en toelatingsbeleid Het Calvijn College wil onderwijs geven op grond van Bijbel en belijdenis. De school wil leerlingen toerusten en vormen om als christen te kunnen functioneren in de samenleving. De identiteit van het Calvijn College heeft vanzelfsprekend invloed op het toelatingsbeleid. Om de schooldoelstelling te kunnen bereiken, is het van belang dat ouders en school op één lijn zitten als het gaat om identiteit. Daarom geldt de regel dat een jongere op school wordt toegelaten als hij of zij afkomstig is van een reformatorische basisschool en de ouders lid zijn van één van de kerkgenootschappen die in de Raad van Toezicht vertegenwoordigd zijn.
Strategie Het kalenderjaar 2013 is een dubbel jaar geweest voor wat het nadenken over de strategie van onze school betreft. Het is enerzijds het laatste schooljaar waarin de periode 2010-2014 wordt afgesloten. Anderzijds moesten we volop aan de slag voor de nieuwe periode 2014-2018. Vooruitzien is erg belangrijk. Sommige processen voltrekken zich per schooljaar. Iets voorbereiden kost een schooljaar en de eerste uitvoering moet door de jaarcyclus heen. Vervolgens is het kijken of iets goed gegaan is en zo nodig verbeteringen aanbrengen. Echt alleen van dag tot dag je best doen, daar komt een school niet mee verder. We blikken in dit verslag terug op een ‘oud’ strategisch beleidsplan en kijken vooruit naar het ‘nieuwe’. Betrokken & Dynamisch Het motto ‘Betrokken & Dynamisch’ sierde ons strategisch beleid. Allereerst komt de betrokkenheid als het goed is tot uitdrukking in de tevredenheidsenquête die onder leerlingen is verspreid. We waren blij met het cijfer dat onze eigen leerlingen de school hebben gegeven. De resultaten van de bijbehorende tevredenheidsenquête die door ouders is ingevuld, geeft eenzelfde beeld te zien. We zijn er dankbaar voor. Betrokkenheid komt ook op een andere manier tot uitdrukking, bijvoorbeeld in het door onze leerlingen laten ontvangen van gasten van buiten de school. Zowel leden van de Tweede Kamerfractie van de VVD en de PVV, als ook wethouders uit verschillende gemeenten en de nieuwe voorzitter van de VO-raad zijn rondgeleid op locaties door onze beste ambassadeurs: eigen leerlingen. Ze lieten de school zien en vertelden hoe ze het er zelf ervaren. Wat is het dan bijzonder om te ervaren als directie en bestuur dat de gasten enthousiast van de rondleiding terugkomen en waardering hebben voor wat onze eigen jongeren hen verteld hebben. De dynamiek van de school zien we terug in de verschillende plannen en vooral in de bereidheid van onze mensen om te werken aan uitdagende leeromgevingen, al is dat een niet geringe opgave. 8
Waarden als richtinggevers Aan het einde van het traject is het zaak aan te geven of we hetgeen we ons voornamen, ook bereikt hebben. We kijken hierbij naar elk van de vier waarden uit onze strategiekaart. Ouders en leerlingen ervaren de school als een veilige school Alle schoollocaties hebben in 2008 na onderzoek het certificaat ‘veilige school’ uitgereikt gekregen door de Arbo Unie. In het achterliggende jaar ontvingen zij dit certificaat opnieuw. Daarbij is niet alleen gekeken of er wel brandslangen hangen, maar vooral of veiligheid beleefd wordt. We hebben de vereiste scores ruimschoots behaald, reden voor dankbaarheid. Incidenten zijn gelukkig dus incidenten en geen symptomen die aangeven dat er structureel iets mis zit. De school vindt het ook belangrijk dat leerlingen zich op principieel vlak veilig voelen. Verbeterpunten, die gerezen zijn naar aanleiding van een thematisch schoolbezoek van de Raad van Toezicht in het vorige schooljaar, zijn aangepakt. We hebben het hier niet over objectief meetbare zaken, maar over de vraag in hoeverre ouders en leerlingen tevreden zijn over de beleefde veiligheid. Meer dan 80% van de ouders toont zich tevreden tot zeer tevreden. Leerlingen zijn betrokken en goed toegerust Een van de belangrijkste informatiebronnen is ook hier de gemeten tevredenheid. We zien dat een aantal zaken goed van de grond gekomen is. Zo heeft de schoolbrede werkgroep ‘Toerusting en vorming’ haar eerste producten al opgeleverd en is ook dit jaar bezig om uitwerkingen op alle locaties te bespreken, met name in het vmbo. In het lopende schooljaar hopen we de volledige herbezinning op de inhoud en de vormgeving van het onderwijs in stream 3 rond te hebben, zodat ook daar één van onze doelen - uitdagend onderwijs voor alle leerlingen - verder uitgewerkt kan gaan worden. Het onderwijs kwalificeert voor een passend vervolg Havo en vwo hebben al jarenlang een goed schoolverlatersvolgsysteem en bijbehorend jaarlijks terugkoppelmoment met oud-leerlingen. Op het vmbo is dit vooralsnog minder gestructureerd vorm gegeven. Daar werken we in dit schooljaar aan. Wel is er binnen het vmbo al aanzienlijke ervaring opgedaan met terugkommomenten en andere manieren van het ‘horen’ van oud-leerlingen. Het algemene beeld van de kwaliteit van de voorbereiding en de aansluiting is positief, maar de cijfermatige onderbouwing beter. Uit de terugkoppeling van scholen waar onze leerlingen naar toe gaan, constateren we dat er aanmerkelijk minder leerlingen van het Calvijn College een andere opleiding gaan doen dan waarvoor ze zich aanvankelijk aanmeldden. Onze oud-leerlingen doorlopen de gewenste opleidingen over het algemeen goed. De school is maatschappelijk betrokken Onder deze noemer valt een diversiteit aan onderwerpen. Zo constateren we met dankbaarheid dat ‘bovengemiddeld presteren’ iets is waar het Calvijn College in het oordeel van de inspectie aan voldoet. Verder kan in dit kader gedacht worden aan collectedoelen en andere acties (van bijvoorbeeld examenleerlingen) voor goede doelen, samenwerking in de regio voor instandhouding van voorzieningen, en een interne permanente campagne voor zuinig energieverbruik. Ondersteuning voor kwetsbare jongeren Aan het begin van het kalenderjaar hebben we in de school een stevig gesprek gevoerd over onze inzet voor jongeren die veel ondersteuning nodig hebben. Denkend vanuit de doopbelofte van de ouders konden we niet anders dan tot de slotsom komen dat we ook deze jongeren met hun ouders moeten steunen waar we kunnen. In principe kunnen alle leerlingen die een stevig gedragsprobleem hebben met een langdurige zorgvraag terecht op het Calvijn College. Per augustus 2013 zijn we - om dit waar te kunnen maken - gestart met een allround-voorziening. Leerlingen in de eerste twee leerjaren kunnen hiervoor terecht op de locatie Krabbendijke Appelstraat en de oudere leerlingen op de locatie Krabbendijke Kerkpolder. 9
Nieuw strategisch beleid In de laatste maanden van het verslagjaar zijn we begonnen met de opzet van het nieuwe strategisch beleid voor - als de Heere ons die tijd en gelegenheid geeft - de periode 2014 tot 2018. Belangrijke voorlopige conclusies zijn dat we steviger willen werken vanuit de lange termijnvisie voor onze school. Er moet ook meer ruimte zijn voor activiteiten die precies passen bij onze doelstellingen én bij betreffende groep leerlingen, vak of organisatiegeleding. We gaan hierbij vaker over tot het uitnodigen van groepen in de school om mee te denken en een passende bijdrage te leveren.
Onderwijs Sterk in kwaliteit De school ziet het als haar taak kwalitatief goed onderwijs te verzorgen. Docenten geven individuele begeleiding en krijgen veel ruimte en verantwoordelijkheid. Leerlingen ervaren dat ze uitdagend onderwijs krijgen en zijn betrokken op hun leerproces. Op het Calvijn College behalen leerlingen verhoudingsgewijs gemiddeld hoge cijfers en snel een diploma. Het Calvijn College scoort hoog in schoolprestatieonderzoeken van bijvoorbeeld het weekblad Elsevier. De slagingspercentages zijn relatief hoog en er is veel aandacht voor de schoolloopbaan en ontwikkelmogelijkheden van de individuele leerling. Verantwoording Op de website van de inspectie (www.onderwijsinspectie.nl) staan de doorstroomgegevens van onze school. Daarop is bijvoorbeeld het percentage leerlingen zichtbaar dat in de laatste drie jaar van de opleiding zonder vertraging het diploma behaalde. Ook alle vergelijkingscijfers staan hier bij. De verkiezing van scholen voor het predicaat ‘excellente school’ vond in 2013 voor de tweede keer plaats. Criteria waar naar wordt gekeken zijn, naast de opbrengsten die bij de inspectie bekend zijn, ook de toename van vaardigheden of kennis van leerlingen op een school, de omstandigheden waaronder een school werkt en het schooleigen excellentiebeleid. Ten slotte wordt ook gekeken of een school zich onderscheidt op een specifiek onderwijsgebied. Voldaan aan de voorwaarden dat er voldoende draagvlak was in het managementteam, de Raad van Toezicht geen bezwaren had en de medezeggenschapsraad akkoord ging, is het Calvijn College aangemeld bij de jury. In januari 2014 was het Calvijn College één van de 36 scholen voor voortgezet onderwijs die het predicaat ‘excellente school 2013’ ontving: voor het vmbo van locatie Tholen, het havo van locatie Goes en het praktijkonderwijs van locatie Krabbendijke Appelstraat. Informatie over de score in andere schoolprestatieonderzoeken en over het periodiek kwaliteitsonderzoek van de inspectie (PKO) staat in het publieksjaarverslag 2013. Zorg een prioriteit Het Calvijn College is een leerlinggerichte organisatie. Alle schoolwaarden zijn in relatie tot leerlingen geformuleerd. Essentieel voor de school is zich in te zetten voor de ontwikkeling van de talenten die jongeren van God ontvangen hebben. De school wil elke leerling op elk niveau laten schitteren. Denk aan een pro-leerling die zijn droombaan krijgt en een gymnasium-leerling die meedoet aan een internationale wedstrijd. In bezuinigingen wordt de zorg ontzien. De school heeft een solide zorgstructuur. Er is zorg op maat beschikbaar voor iedere leerling. Het Calvijn College wil als beroepsopvoeder naast de ouders staan bij het geven van invulling aan de doopbelofte en hecht dan ook veel waarde aan goede contacten met ouders. Leerlingbegeleiding is er op drie belangrijke momenten: bij tegenvallende studievoortgang, bij keuzemomenten voor studie en beroep en bij moeilijkheden op sociaal-emotioneel gebied. In het laatste geval heeft de school vooral een signaalfunctie en bekijken wij in overleg met de ouders wat de beste begeleidingsvorm is, zowel op de school als via externe deskundigen. 10
Ten slotte Als school hechten we waarde aan een brede beoordeling. Daarin komen niet alleen de examencijfers aan de orde, maar ook de resultaten op andere onderdelen. Ten diepste gaat het ons er om of we die toegevoegde waarde hebben die onze grondslag en doelstelling beogen. Dan krijgen cijfers en beoordelingen een andere plaats. We streven naar een hoge onderwijskwaliteit, maar we zien ook uit naar het werk van de Heere in harten van jongeren. Dat geeft een diepere vreugde. Vavo Scholen voor voortgezet onderwijs en Scalda, school voor middelbaar beroepsonderwijs (mbo) en volwasseneneducatie, hebben een samenwerkingsovereenkomst inzake uitbesteding van onderwijs van het voortgezet onderwijs naar het vavo (voortgezet algemeen volwassenenonderwijs). Daarnaast heeft het Calvijn College op individuele basis met mbo-scholen elders in het land eveneens dergelijke overeenkomsten afgesloten. Dit is met name om voor 16- en 17-jarigen, die er om uiteenlopende redenen niet in slagen binnen de school voor voortgezet onderwijs hun diploma te behalen, een extra mogelijkheid te creëren om via het vavo een startkwalificatie, diploma of certificaten te behalen. De leerlingen bij het vavo dienen veelal volledige trajecten te volgen om een diploma te kunnen halen. Daarnaast zijn er leerlingen, zogenaamde 'sprokkelaars', die nog een aantal certificaten moeten halen om een einddiploma te kunnen krijgen. Bij havo en vwo zijn er ook profielwisselaars: leerlingen die, om naar de vervolgopleiding van hun keuze te kunnen doorstromen, nog een of twee aanvullende vakken moeten volgen. Aantal vavo-leerlingen schooljaar 2011/2012: Aantal vavo-leerlingen schooljaar 2012/2013: Aantal vavo-leerlingen schooljaar 2013/2014:
vmbo: 2
havo: 3 havo: 2 havo: 5
vwo: 5 vwo: 3 vwo: 4
Waardering Het Calvijn College scoort hoog in verschillende schoolprestatieonderzoeken, waaronder die van Elsevier. In januari hebben we ook voor drie afdelingen het predicaat ‘excellente school’ ontvangen, een project van het ministerie waarbij breder wordt gekeken dan alleen naar ‘harde’ cijfers. Wat is het ‘geheim’ van het Calvijn College? Zij wil de leerling tot zegen zijn. In de top-tien van Elsevier, driemaal ‘excellente school’. Zo’n erkenning is een opsteker voor het docententeam en een aanmoediging om op de ingeslagen weg door te gaan. Hier past dankbaarheid. Het gaat immers om ontvangen zegeningen. Vanwaar de hoge positie van het Calvijn College in die prestatieonderzoeken? Misschien verrassend: deze school focust zich niet primair op verhoging van cijfers en slagingspercentages. We gaan voor de leerling als persoon . Excellente school De verkiezing van scholen voor het predicaat ‘excellente school’ vond in 2013 voor de tweede keer plaats. Criteria zijn, naast de opbrengsten die bij de inspectie bekend zijn, ook: de toename van vaardigheden of kennis van leerlingen op een school; de omstandigheden waaronder een school werkt; en het schooleigen excellentiebeleid. Ten slotte werd ook gekeken of een school zich onderscheidt op een specifiek onderwijsgebied. In januari 2014 was het Calvijn College één van de 36 scholen voor voortgezet onderwijs die het predicaat ‘excellente school 2013’ ontving: voor het vmbo van locatie Tholen, het havo van locatie Goes en het praktijkonderwijs van locatie Krabbendijke Appelstraat.
11
Schoolprestatieonderzoek Elsevier Het Calvijn College kreeg in het rapport van het Elsevier-schoolprestatieonderzoek ‘Beste scholen 2014’ een eervolle vermelding. De school staat al sinds 2008 „onafgebroken tussen de winnaars”, schrijft Elsevier. „Een teken van permanente kwaliteit.” Het Calvijn College zit met havo in Goes en vmbo-gt in Middelburg in de top 10 van de betreffende categorie. Ook de andere locaties boekten mooie resultaten. Elsevier beoordeelt onder meer op het percentage zittenblijvers in de onderbouw, het percentage leerlingen dat onvertraagd het diploma haalt en het gemiddelde examencijfer. Het weekblad toetst over een periode van drie jaar. Vmbo-vakwedstrijden Praktijkopleidingen in het vmbo kijken op een andere manier ook naar resultaten en beoordelen daarmee de opleiding van de leerlingen. Er worden jaarlijks tal van regionale en landelijke vmbo-vakwedstrijden georganiseerd. Meest in het oog springend is de landelijke wedstrijd Skills Talents. Het team Zeeland Sharks, dat voor een groot deel uit leerlingen van het Calvijn College bestaat, werd in 2013 voor de vierde keer op rij landskampioen. Periodiek kwaliteitsonderzoek inspectie Het bewaken van de kwaliteit van ons onderwijs wordt ondersteund door de inspectie. Zo zijn er opbrengstenkaarten, een jaarlijks onderzoek en een periodiek kwaliteitsonderzoek (PKO) dat de inspectie tenminste één keer per vier jaar uitvoert. De inspectie kende in juni 2013 aan alle afdelingen van het Calvijn College voor de periode van een jaar het basisarrangement toe. Concreet betekent dit dat de inspecteur voor geen enkele schoollocatie thema’s met betrekking tot het toezicht houden als onvoldoende heeft beoordeeld. De inspectie heeft in 2013 de locaties in Krabbendijke, Middelburg en Tholen bezocht en een gesprek gevoerd met het college van bestuur over inrichting en rendement van de onderbouw. Op de locaties Tholen en Krabbendijke Kerkpolder ging het om het onderwijsverslag 2013, op locatie Krabbendijke Appelstraat om een onderzoek naar de opbrengsten van het praktijkonderwijs en op locatie Middelburg om een kwaliteitsonderzoek.
Ontwikkelingen Krimp en samenwerking Het met andere scholen samen bespreken van een kwalitatief goed onderwijsaanbod in onze regio’s en in de provincie - ruim een jaar geleden opgestart - krijgt op allerlei manieren gestalte. Soms door het samenvoegen van afdelingen dan wel onderwijssoorten over de grenzen van de scholen heen. Een aanpak waar wij niet in meegaan. Waar we wel in meewerken, is het met elkaar goed afstemmen van de overstap van vmbo naar mbo, of dat nu naar het Hoornbeeck College is dan wel naar Scalda of Edudelta College. Zo krijgt de samenwerking gestalte in projecten die over afstemming gaan alsook onderwerpen waar wij zelf niet in kunnen voorzien, zoals groen onderwijs.
12
Reformatorisch Samenwerkingsverband Passend Onderwijs voor Voortgezet Onderwijs Met de gezamenlijke reformatorische scholen voor voortgezet en speciaal voortgezet onderwijs werken we samen in het enige landelijk samenwerkingsverband, het Reformatorisch Samenwerkingsverband Passend Onderwijs voor Voortgezet Onderwijs. Alle andere samenwerkingsverbanden zijn regionaal van karakter en omvang. Een resultaat is het aan de gemeenten aanbieden van het deel van het ondersteuningsplan dat voor onze provincie van belang is. Daarin staat wat het Calvijn College aan ondersteuning kan bieden en aan wie, met daarnaast ambities van de school. Een daarvan is de wens om met de gemeenten samen te werken om tot afstemming te komen over jeugdzorg en vooral de ondersteuning vanuit principieel christelijke organisaties. Vmbo kader/basis Als het gaat over de ontwikkelingen in het vmbo kan gesteld worden, dat we de keuze hebben gemaakt om een concept in te voeren waarbij de kennismaking met beroepen en de verbinding met identiteit en persoonlijke vorming wordt gemaakt. Het gaat om een t+ route in plaats van de huidige theoretische en gemengde leerweg. In deze route volgt de leerling zeven vakken, waarvan het intersectorale vak technologie er een is. Pilot kern- en keuzeprogramma Op de locatie Krabbendijke Kerkpolder wordt hard gewerkt om de invoering van een nieuw onderwijsprogramma mogelijk te maken. Een programma waarin leerlingen in een profiel een kerndeel krijgen waarbij er ruimte is voor keuzedelen. We kiezen ervoor deze aanpak te volgen bij sterke profielen en dus niet te breed. Deze onderwijsvernieuwing betekent wel dat we onze leerlingen goed moeten steunen bij de keuzes die ze op verschillende momenten in de schoolloopbaan dienen te maken. De afdeling verzorging loopt daarin voorop en doet ook mee in het landelijke proefproject. Aansluiting vmbo-mbo Een deel van onze leerlingen wil graag vanuit het vmbo verder op mbo niveau 2 in combinatie met een baan. Met Scalda (mbo) is de afspraak gemaakt dat wij deze leerlingen de mogelijkheid bieden om al vóór de zomervakantie een deel van die opleiding op het Calvijn College te doen. In die zes weken tijd krijgen ze niet alleen een voorsprong in de opleiding maar ook een voorsprong op de arbeidsmarkt. Eerste opleiding waarbinnen we dit uitrollen is Bouwen Wonen en Interieur. Ambulante begeleiding We hebben de stap gezet om zelf ambulante begeleiders in dienst te nemen. Dit in goed overleg met de organisaties die voorheen deze ambulante zorg verleenden, de stichtingen De Korre en Respont. Deze interne ambulante begeleiders zijn eigen personeelsleden die scholing hebben gevolgd om leerlingen met een fysieke of gedrag-gerelateerde beperking (waaronder ook de autistische leerlingen) de steun te kunnen bieden die zij nodig hebben. In de eerste beoordeling waren ouders en leerlingen zeer positief over de geleverde ondersteuning.
Samenwerking Samenwerking reformatorisch onderwijs Binnen de groep van reformatorische scholen hebben we een vrij intensieve samenwerking. Wij participeren in een samenwerkingsverband waarin scholen voor reformatorisch voortgezet onderwijs en praktijkonderwijs samenwerken om de kwaliteit van de leerlingenzorg zo optimaal mogelijk te maken. We weten dat we elkaar als reformatorische scholen voor voortgezet onderwijs nodig hebben.
13
Overige samenwerkingsverbanden Bij een samenwerkingsverband met anderen, buiten het reformatorisch onderwijs, gaat het altijd om samenwerking met een duidelijke, vaak zakelijke, meerwaarde voor de school. Samenwerking op dit gebied hebben wij met: ● Zeeuwse Academische Opleidingsschool De meest in het oog springende samenwerking die het Calvijn College is aangegaan, is de samenwerking met alle Zeeuwse scholen in de Zeeuwse Academische Opleidingsschool. ● DCO Platform Zeeland DCO Platform Zeeland (DienstenCentrum Onderwijs) is een netwerk van zestien onderwijsinstellingen en twee bibliotheken, gericht op kennisuitwisseling en efficiency. Er zijn overleggroepen actief op het terrein van facilitair-inkoop, personeel & organisatie, kwaliteitszorg en ICT. Door samenwerking en het gezamenlijk doen van Europese aanbestedingen werkt DCO aan efficiency. Elk platform wordt geleid door één of meer vertegenwoordigers van de samenwerkende partijen. Een personeelslid van onze school is (mede-)trekker van het platform Personeel & Organisatie en één van de leden van het College van Bestuur is bestuurslid van het netwerk. ● Stichting Scholierenvervoer Zeeland Wij participeren ook in de Stichting Scholierenvervoer Zeeland. De stichting is een uniek fenomeen in Nederland. De gezamenlijke vo- en mbo-scholen in Zeeland, gebundeld in deze stichting, proberen de belangen van scholieren zo goed mogelijk te behartigen. Het doel van de stichting is het borgen en verbeteren van de kwaliteit van het openbaar (bus-)vervoer voor de betreffende scholieren in Zeeland. Het gaat hier om leerlingen die verder dan tien kilometer van hun school wonen, waardoor fietsen niet altijd een goed alternatief is. ● Stichting ZIEN ZIEN staat voor Zeeuws Initiatief Educatief Netwerk. Het is een samenwerkingsverband voor glasvezelverbindingen in de provincie Zeeland. Momenteel zijn er 104 partners, waaronder de ROC's, alle bibliotheken, alle scholen voor voortgezet onderwijs en een dertigtal basisscholen.
Kwaliteitszorg Kwaliteitsverbetering wordt op het Calvijn College gezien als een verantwoordelijkheid die primair op de schouders van de beleidsfunctionarissen rust. Vanaf 2004 worden ze daarbij ondersteund door een coördinator kwaliteit. In schooljaar 2012/2013 heeft een wisseling van de wacht plaatsgevonden, aangezien kwaliteitszorgcoördinator J. van Mourik zijn aandacht primair op het lesgeven wilde richten. Beleidsmedewerker mw. S. Davidse heeft deze taak overgenomen. Vensters voor Verantwoording Voor het bijhouden en verversen van de gegevens van de school op de website Vensters voor Verantwoording is een kalender beschikbaar. Dit maakt het tijdig verversen van de gegevens gemakkelijk. De gegevens worden up-to-date gehouden en waar nodig voorzien van een toelichting. Daarnaast hebben de locatiedirecteuren uitleg gehad over de mogelijkheden die deze website biedt en de handige rapporten over de opbrengsten van de locatie die te downloaden zijn. Via Calvijn Contact wijst de school ouders op de resultaten in Vensters voor Verantwoording.
14
Kwaliteitsonderzoek In 2013 is de vierjaarlijkse veiligheidsscan van de Arbo Unie uitgevoerd. Elke locatie heeft een rapportage gekregen, waarin precies is aangegeven op welke gebieden de school kan verbeteren. Ook heeft elke sectie de examenresultaten doorgesproken in het kader van kwaliteitsbewaking. Collegiale visitatie In het schooljaar 2012/2013 heeft er een visitatie ‘eigenaarschap voor opbrengsten’ plaatsgevonden. Onderwijsopbrengsten zijn een belangrijk item in het toezicht van de inspectie. Daarbij kijkt de inspectie naar de harde cijfers (data) van het onderwijsleerproces (instroom, doorstroom, afstroom, uitstroom). Er wordt echter ook steeds meer aandacht besteed aan de onderliggende processen: hoe is het gesteld met de cultuur die schuilgaat achter de cijfers? In deze visitatie is ook bewust ingestoken op die cultuur rondom onderwijsopbrengsten. Er is aandacht besteed aan de rol van alle betrokkenen: leerling, docent, mentor, sectie, team en schoolleiding. Op 10 december 2013 is de visitatie ‘leerlingenzorg’ uitgevoerd op het Calvijn College, dit keer op de locatie Appelstraat, stream 3 en 4. Tijdens deze visitatie werd onderzocht in hoeverre het beeld, dat de school heeft van de zorg en ondersteuning die geboden wordt aan leerlingen, klopt met de daadwerkelijke praktijk. De betrokkenen zijn nu bezig het verbeterplan naar aanleiding van de visitatie op te stellen. Kennisdeling van kwaliteitszorg Kennisdeling op het gebied van kwaliteitszorg vindt plaats in het landelijke netwerk kwaliteitszorg van de reformatorische scholen. Bijna elke maand komen de kwaliteitszorgmedewerkers van de zeven vo-scholen samen om elkaar op de hoogte te houden van de laatste ontwikkelingen en na te denken over de implementatie hiervan op de eigen school. Tevens is er in Zeeland het kennisnetwerk van het Dienstencentrum Onderwijs (DCO). Ongeveer vier keer per jaar komt dit netwerk samen op één van de Zeeuwse scholen (vo, mbo en hbo).
Opleidingsschool Aan de Zeeuwse Academische Opleidingsschool kunnen studenten het pedagogisch-didactische deel van hun opleiding volgen om docent te worden binnen het voortgezet en/of beroepsonderwijs. Elke locatie van het Calvijn College is opleidingslocatie van de Zeeuwse Academische Opleidingsschool. Het Calvijn College, een van de initiatiefnemers van de Zeeuwse Academische Opleidingsschool (ZAOS), leidt relatief veel duale studenten op. In het cursusjaar 2013/2014 zijn negen studenten hun praktische opleiding begonnen aan een opleidingslocatie van het Calvijn College. Bij de start van het cursusjaar 2013/2014 had het Calvijn College in totaal zesentwintig duale studenten. Breed aanbod duale trajecten Er zijn in 2013 twee duale studenten (derdejaars) aangenomen als beginnend docent op het Calvijn College. Tevens zijn duale studenten ingezet voor verschillende onderwijskundige taken binnen de school, zoals huiswerkbegeleiding, excursies, onderzoek en leerlingbegeleiding. In 2013 hebben vier studenten, die hun praktische opleiding kregen op het Calvijn College, hun diploma gehaald en zijn daarmee bevoegd als docent. Naast voltijd duale studenten mag de ZAOS ook zij-instromers en in deeltijd studerende docenten opleiden. Zij volgen hun pedagogisch-didactische opleiding in Zeeland, waardoor er minder reistijd voor de docent en minder lesuitval voor de leerlingen is.
15
Identiteit Bij het nadenken met studenten over onderwijs gaan we als Calvijn College uit van het principe dat de leerweg onderdeel van de levensweg is die we willen gaan overeenkomstig Gods beloften en geboden (Verboom, 2005). Het leven hier en nu staat voor ons in het perspectief van Gods toekomst. Het onderwijs komt hiermee in het licht te staan van de bede uit de Morgenzang: ‘Dat wij ons ambt en plicht o Heer’ getrouw verrichten tot Uw eer’. Daarom wordt er voor studenten van het Calvijn College een leerlijn identiteit ontwikkeld. Met deze leerlijn, de voortgangsgesprekken en de begeleiding op de locaties, willen we aandacht geven aan onderwijs in christelijk perspectief. Identiteitsontwikkeling van de student staat centraal, zodat studenten goed voorbereid worden op hun toekomstig beroep.
Doelgroepen Het Calvijn College vindt een goed wederzijds begrip tussen de school en haar doelgroepen van groot belang. Daarom hecht de school aan sterke in- en externe communicatie. Ouders, leerlingen, personeel, basisscholen, kerken en andere belanghebbenden dienen goed geïnformeerd én betrokken te worden. Communicatie met leerlingen We informeren leerlingen via mededelingen door docenten, prikborden, intercom, schoolkrant (die op twee locaties wordt ontwikkeld) en website. Leerlingen die participeren in de lokale leerlingenraad vormen een klankbordgroep voor onderwerpen die te maken hebben met beleid. Ze denken mee over allerlei zaken die de school en dus henzelf aangaan. Communicatie met ouders De ouders ontvangen viermaal per jaar het full colour magazine Calvijn Contact. Daarin komen onderwerpen aan de orde als onderwijsontwikkelingen en activiteiten van leerlingen, variërend van excursies tot het winnen van prijzen. Het hoofdartikel doet steeds verslag van een diepte-interview, dat doorgaans betrekking heeft op de identiteit van de school. Eveneens viermaal per jaar ontvangen ouders een e-mailnieuwsbrief met locatie-specifiek nieuws. De locatie Krabbendijke Appelstraat brengt een andersoortige nieuwsbrief uit, die frequenter verschijnt. Aan het begin van het cursusjaar ontvingen de leerlingen en hun ouders de schoolgids. Er verschenen over specifieke onderwerpen ook weer diverse nieuwsbrieven, folders en brochures die onder ouders en leerlingen verspreid werden. Verder informeren we ouders via e-mail, brieven en de website. Communicatie met personeel De identiteit van de school staat of valt met het gedrag van docenten en medewerkers. Een goede interne communicatie (informeren én betrekken) is een eerste vereiste om het beleid op de gewenste manier te realiseren. Ook is het belangrijk voor het wij-gevoel en de motivatie in de organisatie. De informatievoorziening naar personeelsleden krijgt (naast overlegvormen en interne e-mail) vooral vorm via het mededelingenbord in de personeelskamer, wekelijkse locatienieuwsbrieven, het schoolbrede personeelsblad dat in 2013 zesmaal verscheen, en het Personeelsweb. In het personeelsblad stellen nieuwe collega’s zich voor, verschijnt nieuws van afdelingen en worden onderwijsontwikkelingen besproken. Het Personeelsweb dient een steeds grotere rol te gaan spelen in de interne informatievoorziening.
16
Communicatie met kerken De Adviesraad van kerken is twee keer bijeen geweest. Daarnaast is het blad ‘School en kerk’ tweemaal verschenen. Dit blad informeert kerkenraden over schoolontwikkelingen. In juni werd de jaarlijkse bijeenkomst met kerkenraden gehouden.
Klachtenafhandeling Onze school heeft een klachtenregeling. Deze is zowel voor ouders als voor personeel. Wanneer een klacht niet in goed overleg met de direct betrokkene kan worden opgelost, wordt de klacht behandeld volgens deze regeling. Dit kan uitmonden in een officiële klacht bij de klachtencommissie. In 2013 is geen enkele klacht ingediend bij deze commissie. Binnen de school fungeren de heer G. van Veldhuisen en mevrouw P.J. van Duijn - de Vries als vertrouwenspersoon klachtenregeling. Per 31 december 2013 heeft G. van Veldhuisen deze taak neergelegd. Als opvolger is collega W.J. Klaassen benoemd. Vragen die zij behandelen kunnen gaan over: ● gewone omgang zoals een conflict. ● ongewenste omgang zoals seksuele intimidatie. Dit is gedrag dat ervaren wordt als ongewenste seksueel getinte aandacht: verbaal, non-verbaal of fysiek. Niet de bedoeling is daarbij richtinggevend, maar hoe het gedrag ervaren wordt. ● agressie zoals pesten, roddelen, negeren, sociaal isoleren. De gevolgen zijn ingrijpend: hoog ziekteverzuim, werkverzuim, gevoel van onbehagen en stress. Voor klachten over beleid-gerelateerde zaken zijn niet de vertrouwenspersonen klachtenregeling, maar is het management contactpunt. Het is niet de taak van een vertrouwenspersoon klachtenregeling om oplossingen te bedenken. Vaak heeft de betrokken persoon zelf al van alles bedacht. De vertrouwenspersoon geeft wel advies en denkt mee. Ook doet hij of zij aanbevelingen aan de school uit oogpunt van preventie, eigen waarneming en gesprekken met collega's. Er zijn dit jaar diverse vragen bij de vertrouwenspersonen klachtenregeling binnengekomen, onder andere betreffende werkomstandigheden en bejegening. Er is zowel gesproken met ouders, collega's als met leidinggevenden van de school. De vragen zijn in goed onderling overleg bespreekbaar gemaakt. In veruit de meeste gevallen is men tot een oplossing gekomen en is de situatie aantoonbaar verbeterd. Er zijn geen klachten door docenten of ouders ingediend bij de klachtencommissie.
17
Financiële situatie op balansdatum Het netto resultaat over het jaar 2013 bedraagt € 586.000 (vorig jaar € 200.000). Begroot was een resultaat van € 27.000. Als gevolg van de resultaatverwerking is er sprake van een toename van het eigen vermogen met € 586.000 van € 4.826.000 tot € 5.412.000. Kengetallen Solvabiliteitsratio Current ratio Rentabiliteit gewone bedrijfsvoering Rijksbijdragen OCW in % totale baten Personeelslasten in % rijksbijdragen Personeelslasten in % totale baten Weerstandsvermogen in % totale baten Kapitalisatiefactor Te verdelen in: ● Financieringsfunctie ● Transactiefunctie ● Financiële buffer
Realisatie 2012 2011 0,58 0,60 1,15 1,10
Norm >0,30 >0,5-<1,5
2013 0,62 1,38
2010 0,64 1,17
2009 0,67 1,41
0%-5%
2,16%
0,78%
-1,78%
-1,52%
-0,71%
84,79%
84,29%
84,32%
85,27%
84,38%
<95,00%
89,17%
91,04%
93,33%
91,30%
90,25%
<90,00%
75,61%
76,74%
78,69%
77,85%
76,15%
>10-<40% <35,00%
19,85% 31,83%
18,84% 33,05%
18,88% 32,39%
20,57% 33,38%
22,24% 34,99%
18,26% 11,74% 5,00%
15,16% 13,18% 3,49%
16,63% 15,01% 1,41%
17,42% 14,09% 0,88%
17,75% 12,85% 2,78%
18,09% 11,94% 4,96%
De solvabiliteitsratio (eigen vermogen plus voorzieningen ten opzichte van totaal vermogen) geeft de mate aan, waarin de school op langere termijn aan haar verplichtingen kan voldoen. De uitkomst geeft aan in hoeverre gebruik gemaakt is van vreemd vermogen voor de financiering van de activiteiten van de school. De ratio is in 2013 gestegen, door de toename van het eigen vermogen (inclusief voorzieningen) terwijl de kortlopende schulden afnamen. Daarmee vertoont deze ratio voor het eerst sinds enkele jaren weer een stijgende lijn. De waarde lag en ligt ruim boven de door het Ministerie van OCW gehanteerde ondergrens. Deze ondergrens is met ingang van 2013 verhoogd van 0,20 tot 0,30. Dit betekent concreet dat bij een school die voor 70% of meer met vreemd vermogen gefinancierd is, onderzocht zal worden of de financiële continuïteit in gevaar komt. De current ratio (vlottende activa ten opzichte van kortlopende schulden) geeft de mate aan, waarin de school op korte termijn (circa 1 jaar) aan haar verplichtingen kan voldoen. In 2013 is de effectenportefeuille verkocht. Deze was daarom eind 2012 onder vlottende activa gerubriceerd. Voor vergelijkingsdoeleinden is dat voor deze berekening ook voor oudere jaren gedaan, mede omdat de effecten in principe op korte termijn te gelde gemaakt konden worden. De current ratio vertoonde de laatste jaren een dalende trend. De ombuiging van 2012 zet ook in 2013 door. Oorzaak is de toename van de vlottende activa in deze jaren (met name liquide middelen) bij minder snel stijgende of licht dalende kortlopende schulden. Dit kengetal beweegt zich volledig binnen de door het ministerie gehanteerde grenzen.
18
De rentabiliteit gewone bedrijfsvoering geeft aan of baten en lasten in evenwicht zijn. Deze ratio wordt berekend als het netto resultaat gedeeld door het totaal van de baten. Het ministerie houdt een bovengrens aan van 5%. Een hogere rentabiliteit duidt op een te voorzichtig bestedingspatroon. Een negatieve uitkomst kan, als er geen maatregelen genomen worden, op termijn het voortbestaan van de school in gevaar brengen. Na een drietal opeenvolgende jaren met een negatief resultaat, kon over 2012 weer een positief resultaat gemeld worden. Ook het resultaat van 2013 is positief. Hierbij moet echter wel de kanttekening gemaakt worden, dat dit een bijzondere oorzaak heeft: eind december werd een bedrag van € 891.000 ontvangen als aanvullende en bijzondere bekostigingen. Hoewel het onmogelijk was hiervoor nog in 2013 een verantwoorde besteding te vinden, mocht dit bedrag niet ten gunste van 2014 geboekt worden. Als het resultaat van de laatste 5 jaren samengeteld wordt, blijkt dat over die periode per saldo een negatief resultaat van circa € 200.000 is behaald. Elders in dit verslag wordt in een continuïteitsparagraaf gekeken naar toekomstige ontwikkelingen. Daar wordt ook ingegaan op de resultaatverwachtingen. Uit de berekening van de rijksbijdragen OCW in % totale baten blijkt hoezeer de school afhankelijk is van de financiering door het rijk, te meer als bedacht wordt dat sinds 2009 het rijk de bekostiging lesmateriaal betaalt (2013 € 1.002.000; 2012 € 1.023.000). Deze bedragen worden door de school niet onder rijksbijdragen maar onder het leermiddelenfonds verantwoord. Als deze bedragen meegenomen worden, bedraagt deze ratio voor 2013 88,47% (2012 88,28%). Uit een notitie van november 2013 ('Financieel continuïteitstoezicht per 1 september 2013') blijkt dat de inspectie nog twee andere indicatoren gebruikt voor de financiële risicoanalyse, namelijk personeelslasten in % rijksbijdrage en personeelslasten in % totale baten. Deze ratio's zijn nu ook in bovenstaand overzicht opgenomen. Zij blijken zich ruim onder het kritieke maximum te bewegen. In de jaarrekening worden zowel onder de baten als onder de lasten forse bedragen aan nevenactiviteiten afzonderlijk en niet gesaldeerd opgenomen. Ook als die nevenactiviteiten uit de totale baten geëlimineerd worden, blijft de laatste ratio met circa 83% ruim onder de grens van 90%. Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen wordt berekend door het eigen vermogen uit te drukken als percentage van de totale baten inclusief de financiële baten. Te hoge reserves kunnen duiden op spaargedrag, te lage reserves op zorgeloos bestedingsgedrag. Er werd door het Ministerie van OCW als vuistregel een ondergrens van 10% en een bovengrens van 40% aangehouden, met de kanttekening dat in alle gevallen een toelichting gewenst is. Sinds 2009 wordt gewerkt met de, hieronder toegelichte, kapitalisatiefactor. Jaarlijks wordt in januari het risicoprofiel gemeten. Bij de berekening van januari 2013 bleek de school een gemiddeld risicoprofiel te hebben, waarvoor intern een ondergrens voor het weerstandsvermogen is vastgesteld van 10%. Het blijkt dat het weerstandsvermogen van de school zich de achterliggende jaren rond de 20% beweegt. Door de in de jaren 2009, 2010 en 2011 geboekte negatieve resultaten is er sprake van een daling van 24,25% eind 2008 tot 18,88% eind 2011. 2012 bleef ongeveer gelijk op 18,84% terwijl 2013 op 19,85% uitkomt. Als de hierboven genoemde nevenactiviteiten ook voor deze ratio geëlimineerd worden uit de totale baten, komt het weerstandsvermogen eind 2013 uit op 21,76% (2012 20,77%).
19
Het streven blijft om het geld in te zetten voor het doel waarvoor het ontvangen is, namelijk goed onderwijs. Maar met het oog op de gewenste continuïteit is een financiële buffer zeker noodzakelijk. Te denken valt aan het feit dat de school eigenrisicodrager is voor vervanging bij ziekte en voor de WGA. Bovendien is er het risico van wachtgeld dat (gedeeltelijk) voor eigen rekening komt. Daarnaast zijn nog de volgende punten van belang: ● Met een redelijk jong personeelsbestand is een stuk reserve nodig om de toekomstige vergrijzing op te vangen. ● Er is ruimte nodig om te investeren in voorzieningen die partieel bekostigd worden, maar waarvoor de overheid haar (naar de mening van het College van Bestuur) wettelijke verplichtingen voor lokale medefinanciering (tot nu toe) niet nakomt. ● Verwacht wordt dat de gevolgen van overheidsmaatregelen in de nabije toekomst meer en meer merkbaar zullen worden, waardoor tekorten in de exploitatie niet ongebruikelijk zullen zijn. Ook daarvoor is een zekere buffer noodzakelijk. Kapitalisatiefactor Op 29 september 2009 is het rapport 'Financieel beleid van onderwijsinstellingen' van de Commissie Vermogensbeheer Onderwijsinstellingen (de Commissie Don) gepubliceerd. Daarin worden enkele aanbevelingen gedaan. Eén daarvan is de introductie van een nieuw kengetal, de kapitalisatiefactor. Deze wordt berekend door het saldo van balanstotaal minus de balanspost gebouwen en terreinen uit te drukken in een percentage van de totale baten inclusief de financiële baten. Het rapport noemt als signaleringsgrens voor grote besturen (jaarlijkse baten > € 12 miljoen) een factor van 35%. Als een school daar boven komt, moet het bestuur aantonen dat het heeft nagedacht over de combinatie van beleid en geld en dat de verhoudingen tussen kapitaal en jaarlijkse lasten redelijk is. De kapitalisatiefactor komt eind 2013 uit op 31,83% tegen 33,05% eind 2012. Deze daling wordt veroorzaakt doordat de baten naar verhouding meer gestegen zijn dan het balanstotaal. De school blijft zo opnieuw onder de signaleringsgrens. De financiële buffer, als onderdeel van de kapitalisatiefactor, vormt een goede indicatie van middelen die nog niet zijn ingezet voor het onderwijsproces. De uitsplitsing van de kapitalisatiefactor luidt: ● Financieringsfunctie Deze is gelijk aan de middelen die moeten worden aangehouden om de materiële vaste activa (niet zijnde gebouwen en terreinen) te zijner tijd te kunnen vervangen. De berekening gaat uit van 50% van de vervangingswaarde van genoemde vaste activa in procenten van de totale baten inclusief financiële baten. Omdat de vervangingswaarde veelal niet in de jaarrekening wordt opgenomen, wordt hiervoor een schatting van de aanschafwaarden meegenomen. ● Transactiefunctie Dit zijn de middelen die moeten worden aangehouden om de kortlopende schulden te voldoen. Daarmee is de transactieliquiditeit gelijk aan het bedrag van de kortlopende schulden. Deze wordt dan ook weer uitgedrukt in procenten van de totale baten inclusief financiële baten. ● Financiële buffer Dit is het saldo van de kapitalisatiefactor minus financierings- en transactiefunctie. Het zijn de middelen die dienen om de risico's op te vangen van fluctuaties in leerlingenaantallen, financiële gevolgen van arbeidsconflicten, instabiliteit in de bekostiging en onvolledige indexatie van de bekostiging.
20
In bovenstaande tabel is de kapitalisatiefactor in deze drie componenten uitgesplitst. Het blijkt dat de financiële buffer verder stijgt. Eind 2013 bedroeg deze 3,49% tegen 1,41% eind 2012. Omdat de buffer salderend bepaald is, wordt deze stijging veroorzaakt door de mutaties van de andere componenten. Daarbij kan wel de kanttekening gemaakt worden, dat de vervangingswaarde van de materiële vaste activa zo goed mogelijk ingeschat is. Maar als de schatting te hoog is, heeft dat een negatieve invloed op de financiële buffer (en andersom).
Gang van zaken gedurende het verslagjaar Bezuinigingen We hebben ook in 2013 voor de opgave gestaan om de bezuinigingen op onderwijs het hoofd te bieden. We hebben er voor gekozen om niet nog meer lessen op te leggen aan onze onderwijsgevenden. We hebben in de vorige ronde al veel van onze mensen gevraagd en we zien met dankbaarheid dat ze die inzet ook leveren mogen en kunnen. We wilden er alles aan doen om de gemiddelde klassengrootte niet sterk te laten stijgen en dus overzichtelijke klassen en groepen te houden. Als alternatief is er uiteindelijk voor gekozen om te snijden in de lessentabel. Dat betekende concreet dat er voor een aantal vakken minder lessen beschikbaar zijn gekomen. Zo is er bijvoorbeeld voor gekozen om in de onderbouw in stream 3 geen Duits meer aan te bieden. Wel is het gelukt om binnen de tabel op meer plaatsen ruimte te maken voor momenten van extra ondersteuning voor reken- of taalzwakke leerlingen. Ook is er, bijvoorbeeld in de theoretische en gemengde leerweg van het vmbo, ruimte voor het bieden van een extra duwtje in de voorbereiding op het examen. Vergelijking resultaat met begroting Het werkelijke netto resultaat over 2013 is € 559.000 hoger dan het begrote resultaat. Dit wordt enerzijds veroorzaakt door hogere baten. Te noemen valt de eind december 2013 uitgekeerde aanvullende en bijzondere bekostigingen van € 891.000. Deze waren niet begroot. Hoewel ook de minister aangaf te verwachten dat deze subsidies pas in 2014 besteed zullen worden, moeten deze posten van het ministerie toch in het jaar van toewijzing, dus 2013, als bate opgenomen worden. Anderzijds komen met name de personeelskosten hoger uit. Dit komt onder andere door stijgende leerlingaantallen (van 3.015 per 1 oktober 2011 naar 3.045 per 1 oktober 2012 en 3.115 per 1 oktober 2013) en door hogere werkgeverslasten zoals pensioenpremie. Kasstroom Zoals uit het kasstroomoverzicht blijkt, zijn de liquide middelen in het kalenderjaar met € 1.620.000 toegenomen tot € 3.837.000, een stijging van 73%. De belangrijkste oorzaak is het feit dat de middelen, die vrijgekomen zijn bij het te gelde maken van de effectenportefeuille (€ 1.597.000), op een spaarrekening gestald zijn. Treasurybeleid Het treasurybeleid is vastgelegd in een treasurystatuut. Hierin is geformuleerd welke beleggingen zijn toegestaan. Hiervoor is aansluiting gezocht bij de regels die het Ministerie van OCW voorschrijft. Op 1 januari 2010 is de 'Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek 2010' in werking getreden. Aanleiding om de regeling uit 2001 aan te scherpen zijn de problemen op de financiële markten van enkele jaren geleden. Het principe van de oude regeling (voorzichtige en maatschappelijk aanvaardbare normen voor beleggen en belenen) is niet gewijzigd. Wel zijn de ratingeisen verhoogd van A tot AA voor de lidstaat van vestiging van de financiële onderneming waar wordt belegd en van A tot AA-minus voor de financiële onderneming waarvan beleggings- en beleningsvormen voor een periode van meer dan drie maanden worden betrokken. 21
Prestatiebox Voortgezet Onderwijs De Kwaliteitsagenda Voortgezet Onderwijs is in 2012 vervangen door de Regeling Prestatiebox Voortgezet Onderwijs. In het kader van deze regeling betaalde het ministerie een bedrag van € 26 per leerling alsmede van € 66 per leerling in het vierde tot en met zesde leerjaar vwo. In totaal was dat voor 2012 een bedrag van € 347.000. In 2013 zijn de bedragen per leerling verhoogd tot respectievelijk € 146 en € 246. waardoor het subsidiebedrag voor 2013 uitkomt op € 468.000. Hiervoor zijn 5 speerpunten benoemd: ● Leerlingen behalen goede prestaties op de kernvakken (Nederlands, Engels, wiskunde/rekenen), waardoor de leerprestaties van alle leerlingen op die vakken aantoonbaar verbeteren. ● Scholen werken systematisch aan het maximaliseren van prestaties van leerlingen. ● Alle leraren zijn in staat opbrengstgericht te werken en het onderwijs af te stemmen op verschillen binnen de klas, ook ten behoeve van de cognitief zwakkere en sterkere leerlingen. ● Op de scholen is sprake van een ambitieuze leercultuur waar excellentie wordt gestimuleerd en hoogbegaafdheid wordt ondersteund. ● Op scholen is sprake van een lerende cultuur, niet alleen van leerlingen maar ook van leraren en schoolleiders. Net als bij de kwaliteitsagenda is er sprake van een sterke overlap tussen onze eigen doelen en de doelen uit de prestatiebox. Daarom hebben wij deze middelen mede ingezet als ontwikkelingsgelden in de school. Direct dan wel indirect bekostigen wij daarmee het realiseren van genoemde doelen. Vervoer Evenals in vorige jaren, zijn ook in het verslagjaar 2013 de activiteiten met betrekking tot de abonnementsverkoop uitgevoerd door de Stichting Scholierenvervoer Zeeland. Deze Stichting neemt collectief abonnementen af van Connexxion, waarna deze doorgeleverd worden aan de participerende scholen. Als gevolg van deze collectieve aanschaf wordt een korting ontvangen, die ten gunste komt van de ouders. Daar staat tegenover dat het Calvijn College een opslag hanteert van € 8 per abonnement ter bestrijding van de door de school gemaakte kosten. Dank zij de bijdragen van kerkenraden kon het door het bestuur ingestelde maximumbedrag per leerling en per gezin voor een deel gedekt worden. Er werd in het verslagjaar een negatief resultaat geboekt van € 27.500. Het saldo van het vervoersfonds bedraagt per 31 december 2013 € 2.500. Leerling-ontwikkelingen Het leerlingaantal is per 1 oktober 2013 weer gestegen: van 3.045 tot 3.115. In Goes wordt daarom met ingang van het schooljaar 2014/2015 een tijdelijke nevenvestiging in gebruik genomen. Op basis van de thans bekende cijfers wordt verwacht dat het leerlingaantal vanaf volgend jaar een geleidelijke daling te zien zal geven. Dat zou kunnen betekenen dat wij in 2018 onder de 3.000 leerlingen uitkomen. De thans aanwezige gebouwencapaciteit knelt enigszins op enkele locaties. De spreiding van leerlingen over de locaties en onderwijssoorten is zodanig, dat er geen plannen zijn om bestaande opleidingsroutes niet meer aan te bieden, hetzij schoolbreed, hetzij op de huidige locaties.
22
Personele ontwikkelingen Het aantal ingezette fte's is in het verslagjaar met 0,36% gedaald van 311,1 tot 310,0 fte. Deze daling doet zich enerzijds voor bij het onderwijsgevend personeel (-/- 8,2 fte) maar wordt anderzijds gecompenseerd door een stijging bij het onderwijsondersteunend personeel (+ 7,4 fte). Bij deze categorie zit de stijging in belangrijke mate bij onderwijsassistentie. De reden is het gestegen aantal leerlingen en de hogere groep leerlingen met lwoo-indicatie. Verder is, mede door langdurige ziekten, een aantal ondersteunende taken bij beleidsmedewerkers neergelegd. Het aantal fte's dat is ingezet in de vorm van incidentele overuren bij docenten is gedaald van 7,33 fte eind 2012 tot 5,05 fte eind 2013. Deze overuren zijn in principe van tijdelijke aard. Dit geeft een zekere flexibiliteit met betrekking tot de aangegane verplichtingen binnen het personeelsbestand. Per ultimo 2013 komen er 2,36 fte's (vorig jaar 1,7 fte's) ten laste van de WGA.
Continuïteit In haar brief van 20 december 2013 ('Opname van een zogeheten continuïteitsparagraaf in het jaarverslag') geeft de minister aan welke gegevens in het jaarverslag van onderwijsinstellingen moeten worden opgenomen. Zij vermeldt daarbij, dat in het verslagjaar 2013 in ieder geval een eerste aanzet gedaan moet worden. In 2014 zou dit dan een definitieve vorm moeten krijgen. Personele bezetting en aantal leerlingen De verwachte ontwikkelingen in aantal leerlingen en, daarmee samenhangend, de personele bezetting ziet er voor de komende jaren als volgt uit: Realisatie 2013 3.115
Aantallen per 31 december Aantal leerlingen Directie Onderwijsgevend personeel Onderwijsondersteunend personeel Totaal personele bezetting in fte
8,1 224,9 77,0 310,0
Prognose 2015 2014 3.117 3.054 8,0 225,0 77,0 310,0
8,0 225,0 77,0 310,0
2016 3.071 8,0 225,0 77,0 310,0
Het aantal leerlingen vertoont een lichte daling. Deze daling zal waarschijnlijk ook in de jaren na 2016 doorgaan. De huidige schatting geeft aan dat het aantal leerlingen in 2018/2019 iets onder de 3.000 uit zal komen. Daarmee komen wij uiteindelijk ook in een dalende tendens terecht, zoals meer scholen in deze krimpregio. Maar daarbij past de kanttekening dat deze dalende tendens significant anders is dan van de andere scholen in Zeeland. Het aantal personeelsleden is een niet onderbouwde schatting. Op dit moment verwachten wij dat dit aantal niet ingrijpend zal dalen, hoewel de zich aftekenende krimp wel invloed gaat uitoefenen. Er wordt gewerkt aan een systeem dat verschillende gegevensbestanden met elkaar kan verbinden, om in de toekomst een onderbouwde prognose te kunnen maken.
23
Meerjarenbegroting De prognose van het resultaat voor de komende jaren geeft het volgende beeld: Realisatie 2013
Staat / raming van baten en lasten (x € 1.000) Baten Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen Overige baten Totaal baten Lasten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Totaal lasten Saldo baten en lasten Financiële baten en lasten Netto resultaat
2014
Prognose 2015
2016
23.118 729 3.233 27.080
23.234 776 2.939 26.949
23.464 775 2.921 27.160
23.298 778 2.899 26.975
20.615 930 1.753 3.380 26.678
21.081 989 1.834 3.242 27.146
21.100 1.022 1.854 3.261 27.237
21.002 1.080 1.874 3.273 27.229
402 184 586
-197 69 -128
-77 95 18
-254 86 -168
Bij de prognose van het resultaat is rekening gehouden met het dalende leerlingaantal. Dat wordt in de betreffende jaren nog gecompenseerd door verhogingen, die het gevolg zijn van afspraken in het Nationaal Onderwijsakkoord en het begrotingsakkoord. De personeelskosten zijn mede afhankelijk van het aantal leerlingen. In 2014 is een eenmalige algemene salarisverhoging doorgerekend van 1%. Voor de volgende jaren is uitgegaan van gelijkblijvende salarissen. Wel is rekening gehouden met de gebruikelijke jaarlijkse periodieken. In 2016 is gerekend met een netwerkvernieuwing. Dit heeft, naast een effect op de liquiditeiten, ook zijn weerslag op de afschrijvingskosten. Met ingang van het schooljaar 2014/2015 wordt in Goes een tijdelijke nevenvestiging in gebruik genomen. Verder zijn er geen belangrijke wijzigingen in de huisvesting voorzien. Ook zijn er in de betreffende jaren geen renovaties of nieuwbouw te verwachten. Conform het gestelde in het In Control Statement zijn de risico's inzichtelijk gemaakt. Er zijn geen bijzondere risico's gesignaleerd.
24
De prognose van de balans ziet er als volgt uit: Realisatie 2013 4.290 250 4.540
Balans (x € 1.000) Materiële vaste activa Financiële vaste activa Totaal vaste activa
Prognose 2014 2015 4.895 4.836 250 250 5.145 5.086
2016 5.820 250 6.070
Vlottende activa Liquide middelen Totaal activa
1.140 3.837 9.517
1.140 3.125 9.410
1.140 3.223 9.449
1.140 2.092 9.302
Bestemmingsreserve publiek Bestemmingsfondsen publiek Bestemmingsfondsen privaat Ongerealiseerde herwaarderingsreserve Eigen vermogen
5.143 269 -9 9 5.412
4.960 305 19 0 5.284
4.910 347 45 0 5.302
4.685 380 69 0 5.134
Voorzieningen Kortlopende schulden Totaal passiva
511 3.594 9.517
532 3.594 9.410
553 3.594 9.449
574 3.594 9.302
In de prognose zijn de investeringen verwerkt, met het effect ervan op de liquide middelen. De mutaties in de voorzieningen zijn zo goed mogelijk ingeschat. Het resultaat is op de gebruikelijke manier verwerkt in het eigen vermogen. In 2014 vindt de laatste overboeking plaats van het saldo ongerealiseerde herwaarderingsreserve ad € 9.000 ten gunste van de bestemmingsreserve publiek. Er zijn geen andere mutaties in het eigen vermogen voorzien. De vlottende activa en de vlottende passiva zijn ongewijzigd overgenomen van 2013, zodat alle mutaties per saldo doorwerken in de liquide middelen. De gebouwen zijn eigendom van de gemeenten (Goes, Tholen) of van de Stichting Beheer Schoolgebouwen (Middelburg, Krabbendijke). Het is niet de verwachting dat de gemeenten Goes en Tholen over zullen gaan tot het doordecentraliseren van gebouwen. Mocht dit wel het geval zijn, dan zal de Stichting Beheer Schoolgebouwen de gebouwen in eigendom verwerven. Behalve genoemde netwerkvernieuwing in 2016 worden er geen grote investeringen, ook niet in gebouwen, voorzien. Er is nog nooit een beroep op de kapitaalmarkt gedaan voor de financiering van investeringen of activiteiten. Ook voor de toekomst wordt dit niet verwacht.
25
Vooruitblik Als we beleidstechnisch naar de school kijken, dan staan we in 2014 voor de opgave om waar mogelijk de leerlingbegeleiding te versterken, temeer omdat we daar als school binnen het landelijk reformatorisch samenwerkingsverband ook de ruimte voor krijgen. Dat zal ongetwijfeld leiden tot veranderingen, maar onze zorgcoördinatoren bereiden zich daar bijzonder goed op voor. De invoering van het concept technologie (vmbo t+) en het aanbod van kern- en keuzeprogramma’s in het vmbo zal veel van onze mensen vragen. Met belangstelling kijken we daarbij naar de plannen van de andere afdelingen waar ook niet stilgezeten wordt, maar waar we niet genoopt zijn om snel grote stappen te nemen. Financieel hopen we wat meer ruimte te kunnen maken, die we dan vooral zullen besteden aan werkdrukverlichting van onze mensen en waar mogelijk ook aan de begeleiding van alle leerlingen. Inhoudelijk wordt er gewerkt aan het verder inhoud geven aan het toerustings- en vormingsprogramma, waar veel mensen bij betrokken worden en al zijn. De wens om een verbeterslag te maken in onderbouw stream 3 krijgt steeds meer concreet gestalte in een programma en een uitwerking. We hopen dat het mogelijk zal zijn dit per augustus 2015 op alle locaties in te voeren.
In Control Statement Met het lidmaatschap van de VO-raad onderschrijft het College van Bestuur de, in mei 2011 gepubliceerde, aangescherpte Code ‘Goed onderwijsbestuur in het voortgezet onderwijs’. Daarmee erkent het College van Bestuur, als bevoegd gezag van de Stichting Calvijn College, zijn verantwoordelijkheid dat: ● de school tracht het best mogelijke onderwijs te leveren voor ieder kind, zodat ieder kind zoveel mogelijk in de gelegenheid is het maximale rendement uit zijn of haar mogelijkheden te halen; ● de school zich inspant om zo goed mogelijke leerresultaten te bereiken; ● omstandigheden aanwezig zijn waarbinnen leerlingen zich optimaal tot volwassen burgers kunnen ontwikkelen (burgerschapszin); ● voor de medewerkers optimale omstandigheden worden gecreëerd om hun bijdrage aan deze processen te leveren (goed werkgeverschap); ● er structuren zijn die maximaal garanderen dat de taakstellingen worden gerealiseerd en dat (op transparante wijze) verantwoording wordt afgelegd over de prestaties van de school. In deze code worden criteria genoemd ten aanzien van horizontale verantwoording, professionaliteit en integriteit. Zoals uit de (ook in het publieksjaarverslag opgenomen) ‘Strategiekaart Calvijn College 2012-2014’ blijkt, zijn deze punten verankerd in het beleid van de organisatie. De scheiding tussen toezicht en bestuur is conform de code doorgevoerd met de instelling van een Raad van Toezicht in 2008. Daarmee is een onafhankelijk toezichtorgaan gecreëerd, dat integraal toezicht houdt. In het 'Algemeen profiel voor het personeel van het Calvijn College' zijn de normen en waarden en gedragsregels vastgelegd waar onze medewerkers zich aan dienen te conformeren. Daarnaast zijn er aparte codes voor bijvoorbeeld omgaan met vertrouwelijke informatie, gebruik (nieuwe) media, hulp bij ongeval, discriminatie e.a., melding van relatiegeschenken etc. Ook is er een formele klokkenluidersregeling, waarvoor een externe 'vertrouwenspersoon integriteit' is benoemd.
26
Jaarlijks voert het College van Bestuur een risicoanalyse uit. Daarvoor wordt al vele jaren een eigen model gebruikt. Met de publicatie van het ‘Model risicoprofiel’ door de VO-raad in oktober 2007 is het eigen model, waar nodig, aangepast. De interne risicomanagement- en controlesystemen zijn gebaseerd op het eerste COSO-model (COSO 1). Dit is een managementmodel dat in de VS is ontwikkeld door The Committee of Sponsoring Organizations of the Treadway Commission. Bij de jaarlijkse accountantscontrole wordt de administratieve organisatie en interne beheersing van risico’s aan de hand van dit model beoordeeld. Bij de accountantscontrole 2011 zijn een tweetal kleine attentiepunten gevonden, die gerapporteerd zijn in het 'Accountantsverslag 2011'. In het 'Accountantsverslag 2012' wordt vastgesteld dat er adequate acties zijn ondernomen. Ook ten aanzien van een bij de interim-controle 2012 geconstateerde omissie deelt de accountant mee, dat er direct adequate maatregelen genomen zijn. De accountant geeft verder terecht aan, dat het aanhouden van kasgelden binnen de organisatie inherente risico's met zich meebrengt. Vandaar het advies om de contante geldstromen zo laag mogelijk te houden. Dit punt heeft de aandacht van het College van Bestuur. Tenslotte constateert de accountant dat het 'In Control Statement', dat bij de jaarstukken is gevoegd, een uitstekend beeld laat zien van de interne beheersing binnen de onderwijsinstelling. In 2011 zijn alle kernprocessen beschreven en in stroomschema's (met behulp van Microsoft Office Visio) vastgelegd. Het College van Bestuur heeft dit aangemerkt als een formele eerste audit. Vervolgens hebben de afdelingshoofden in de loop van 2012 beschreven hoe een en ander in de organisatie verankerd kan worden. Daarbij is tevens in een tijdschema vastgelegd wanneer welke nevengeschikte processen beschreven worden en wanneer welke processen middels een interne audit beoordeeld zullen worden. Hieraan is vervolgens in de jaren 2012 en 2013 uitvoering gegeven. Inmiddels zijn dan ook een aantal nevengeschikte processen beschreven. Ook zijn er verschillende processen geaudit. Eind 2013 is een nieuwe planning gemaakt om hiermee in 2014 door te gaan. Het College van Bestuur is naar beste weten, en gebaseerd op de uitkomsten van de specifieke aanpak voor de administratieve organisatie en interne beheersing met betrekking tot financiële verslaglegging, van oordeel dat het risicomanagement en de interne controle met betrekking tot de financiële verslaglegging over het jaar eindigend op 31 december 2013 effectief hebben gefunctioneerd en verklaart dat er geen indicaties zijn dat dit het komende jaar niet het geval zal zijn. Het College van Bestuur bevestigt met redelijke zekerheid, dat de financiële verslaglegging vrij is van materiële onnauwkeurigheden of verkeerde voorstellingen van feiten. De financiële verslagen geven een getrouw beeld van de financiële situatie en de resultaten van de activiteiten van de organisatie en de vereiste toelichtingen daarop. Teneinde adequate en effectieve interne risicobeheersing en controle te waarborgen, zijn de interne processen zo veel mogelijk op elkaar afgestemd en afgedekt met geïntegreerde informatiesystemen. Deze systemen geven het College van Bestuur een compleet beeld van alle transacties die in de organisatie zijn uitgevoerd en verstrekken gedetailleerde informatie over ontvangsten en uitgaven. De functionaliteit van deze systemen wordt voortdurend doorontwikkeld om de processen te ondersteunen en verder te verbeteren. Deze systemen voorzien met redelijke zekerheid in adequate informatie om vast te stellen in hoeverre de organisatie de strategische doelstellingen realiseert en opereert binnen de grenzen van wet- en regelgeving.
27
Systemen verkleinen, maar elimineren niet volledig de kans op zwakke oordeelsvorming bij het nemen van besluiten, menselijke fouten, controleprocessen die opzettelijk worden ontweken door werknemers en derden, management dat controles buiten werking stelt en het zich voordoen van andere niet voorziene omstandigheden. Een andere beperkende factor is de afweging van kosten en baten van risico beperkende maatregelen. Daarom biedt ook het interne risicobeheersings- en controlesysteem een redelijke maar niet een absolute zekerheid dat de organisatie niet gehinderd zal worden bij het realiseren van de doelstellingen of zich niet binnen de grenzen van het wettelijke en betamelijke zal gedragen. In dit verband betekent redelijke zekerheid een mate van verzekering die voor een voorzichtige bestuurder, gegeven de omstandigheden, bij het besturen van deze organisatie volstaat. In het licht van het voorgaande is het College van Bestuur van mening dat voldaan wordt aan de vereisten van genoemde Code ‘Goed onderwijsbestuur in het voortgezet onderwijs’. Goes, 8 april 2014
A.J. Vogel voorzitter College van Bestuur
28
A 2. JAARVERSLAG RAAD VAN TOEZICHT Hierbij bieden we u een compacte weergave van het jaarverslag 2013 van de Raad van Toezicht van de Stichting Calvijn College. De raad houdt toezicht op de wijze waarop de reformatorische identiteit gestalte krijgt in beleid en uitwerking ervan; de financiële situatie; de kwaliteit in het licht van zowel identiteit als resultaten; en de betrokkenheid van belanghebbenden in en om de school. Het is een onverdiende zegen van de Heere wanneer we kunnen melden dat we ook in dit verslagjaar in goede harmonie en in onderling vertrouwen samen met het College van Bestuur ons werk hebben kunnen doen. Echter met dien verstande dat het lid van het College van Bestuur, de heer Giljam, vanwege de gevolgen van een herseninfarct in 2012, het hele jaar 2013 afwezig was. In de loop van het jaar 2013 is meer en meer gebleken dat terugkeer in zijn functie als lid College van Bestuur niet mogelijk was. In nauw overleg met hem is eind vorig jaar de procedure in gang gezet om een nieuw lid te benoemen in de ontstane vacature. We bidden hem toe de ondersteuning en de nabijheid van de Heere in deze voor hem ook zo ingrijpende weg.
Identiteit Thematisch schoolbezoek Ieder jaar bezoeken de leden van de Raad van Toezicht de verschillende locaties. Er worden dagopeningen en lessen bijgewoond en er vinden gesprekken plaats met docenten, directie, leerlingen en ouders. In het achterliggende jaar was het centrale thema van dit bezoek: ‘de doorgaande lijn’. Daarbij kwam aan de orde hoe de overgang verloopt van de leerlingen vanaf de basisschool naar het Calvijn College en van de ene naar de andere locatie. Het proces loopt op elke locatie anders, wat soms voor enige verwarring zorgt. De meeste ouders en leerlingen zijn tevreden over de school wat betreft de overdracht en hebben vertrouwen in hoe de school omgaat met (vertrouwelijke) informatie. Benoeming personeel Ten gevolge van bezuinigingen hebben in 2013 iets minder benoemingsvergaderingen plaatsgevonden dan in de afgelopen jaren. Het College van Bestuur zal de vergroting van de betrokkenheid van de locatiedirecteuren en de afdelingshoofden in de eerste fase van de procedure vastleggen in een notitie over de cyclus. Er is nadrukkelijk aandacht geweest voor het borgen van de identiteit, ook bij personeelsleden die al lange tijd in dienst zijn. Bij het College van Bestuur is aangedrongen op het toewerken naar een gedocumenteerde verslaglegging van dit onderwerp vanuit de jaarlijkse gesprekken met het personeel. Mede op aangeven van onderzoeksbureau Van Beekveld & Terpstra naar het functioneren van de relatie tussen College van Bestuur en Raad van Toezicht wijken we af van de code Goed Bestuur op het punt van de benoemingen. Dit betekent dat de Raad van Toezicht met alle betrokkenen vastgesteld heeft, dat zij het bindend adviesrecht bij benoemingen blijft houden. Toelating leerlingen Er komen uit de toelatingscijfers van het achterliggende jaar geen wijzigingen, trends of signalen ten opzichte van eerdere jaren naar voren. Steeds meer van betekenis wordt de vraag of de Tweede Kamer een verruiming in de wetgeving op wil gaan leggen. Daar wordt in de school in ieder geval niet op vooruit gelopen.
29
Bijbelrooster Het thema voor het Bijbelrooster in het schooljaar 2013/2014 is ‘Zeker weten’. Het rooster is opgebouwd aan de hand van kernwoorden uit de Heidelbergse Catechismus, zoals troost, ellende, wedergeboorte, gerechtigheid, Middelaar en geloof. Per dag staat daarbij een Bijbelgedeelte centraal. Voor docenten is er wekelijks een uitvoerige handreiking beschikbaar, waarin ook gespreksvragen zijn opgenomen. De Raad van Toezicht heeft waardering voor deze aanpak. Mediabeleid Het vorig jaar genomen besluit om Twitter als communicatiemiddel in te zetten is dit jaar geëvalueerd en gehandhaafd. Na het overlijden van leerlinge Margreet Eskes kreeg de school veel media-aandacht, omdat een link werd gelegd naar de heersende mazelenepidemie. Discussies over vaccinatie en de wijze waarop de school zich naar ouders en leerlingen inzake ethische standpunten opstelt, waren onderwerp in regionale en landelijke media. De school kreeg de gelegenheid toelichting te geven, die blijkbaar bijdroeg aan een snelle beëindiging van de hype. Een schoolbrede werkgroep toerusting en vorming heeft zich gebogen over de vraag hoe we onze leerlingen nog beter kunnen helpen verantwoorde keuzes te maken. Dit mede tegen de achtergrond van de grote impact die sociale media hebben op het leven van onze jongeren.
Continuïteit Resultaat Het netto resultaat van de Stichting Calvijn College over 2013 bedraagt € 586.000, tegen € 200.000 over 2012. Vooruitblik Het valt niet mee om een betrouwbare uitspraak te doen over de toekomstige resultaten. Daarbij speelt mee dat de geldstromen van de overheid meer en meer onberekenbaar worden. In december 2013 is door het College van Bestuur de begroting 2014 van de stichting, met de erbij behorende meerjarenraming 2015-2017 gepresenteerd. Daarin wordt voor genoemde jaren een resultaat net boven en net onder de nullijn berekend. Jaarlijks gesprek met de accountant De accountant heeft in een gesprek met de Raad van Toezicht aangegeven dat het controleproces opnieuw goed is verlopen. Het jaarverslag voldoet aan de normen van het ministerie. Met het 'In Control Statement' geeft het College van Bestuur aan dat de Code Goed Onderwijsbestuur wordt toegepast. De accountant geeft aan dat zowel de financiële positie op lange termijn (solvabiliteit) als op korte termijn (liquiditeit) gezond is. Het Calvijn College is financieel gezien een solide organisatie. Sinds een aantal jaren is het resultaat weer positief. De accountant adviseert de hoeveelheid contant geld zo laag mogelijk te houden. Ook adviseert hij om regelmatig een frauderisicoanalyse te laten maken.
30
Kwaliteit Regionale samenwerking In de Zeeuwse regio wordt intensief samengewerkt tussen vmbo en mbo onder de regie van de Zeeuwse Onderwijs Autoriteit. Voor het Calvijn College is hierbij de erkenning van de eigen denominatie van belang. Met waardering zien we als Raad van Toezicht dat er vanuit dit uitgangspunt met alle scholen in Zeeland wordt samengewerkt. Kijken we naar het totaaloverzicht, dan is er de zakelijke samenwerking in het Dienstencentrum Onderwijs (DCO) en de inhoudelijke aansluiting met vooral het Hoornbeeck College, maar ook met Scalda, de Hogeschool Zeeland en het groene onderwijs van Edudelta Onderwijsgroep. Onderwijsinspectie In een brief aan het College van Bestuur heeft de onderwijsinspectie bevestigd dat zij de gehele school het basisarrangement toekent. Dat houdt in dat de inspectie geen reden ziet om specifieke controles te doen. Er was bijzondere aandacht voor de financiële situatie van de school en ook daarin heeft de inspectie aangegeven dat er geen reden was om verder toezicht uit te oefenen. Externe oordelen De beoordeling door derden was opnieuw positief, zoals uit het jaarlijkse onderzoek van Elsevier naar voren kwam. Het Calvijn College kwam minder sterk uit het onderzoek van prof. dr. Jaap Dronkers in de Volkskrant. Dit hangt samen met het uitsluitend kijken naar de examenresultaten van de geslaagde leerlingen en niet naar het percentage geslaagde leerlingen of het aantal vakken waarin zij aan het examen hebben deelgenomen. Zo hebben op locatie Tholen alle leerlingen in zeven vakken examen gedaan, terwijl zes gebruikelijk is. Excelleren Met dankbaarheid zien we de erkenning van de Jury Excellente Scholen, die aan drie afdelingen opnieuw of voor het eerst het predicaat ‘excellent’ heeft toegekend. Een maatschappelijke waardering dat er meer gedaan wordt dan hoge cijfers halen en dat er vanuit een concept over goed onderwijs met de leerlingen wordt gewerkt. De afdelingen havo op de locatie Goes en het vmbo op Tholen verkregen opnieuw dit certificaat. Het praktijkonderwijs, dat op de locatie Krabbendijke Appelstraat wordt verzorgd, verkreeg dit eveneens. Strategisch beleid 2014-2018 In het najaar van 2013 is een start gemaakt met het opnieuw bezien van de strategische doelen voor de jaren - zo de Heere ons die geeft - 2014 tot en met 2018. Bij het formuleren van de kernthema’s en de meer concrete doelen hebben we niet alleen het personeel betrokken, maar ook dankbaar gebruik gemaakt van de opbrengst van de ouderenquête die in het najaar is afgenomen. Ook de inbreng van ruim honderd leerlingen is van betekenis geweest voor het opzetten van ons meerjarenbeleid.
Betrokkenheid Medezeggenschapsraad Het overleg met de medezeggenschapsraad (MR) is ook in het afgelopen jaar bijzonder constructief verlopen. We zien als Raad van Toezicht dat er een goede samenwerking is tussen MR en College van Bestuur. Het overleg wordt niet alleen als een verplichting gezien, maar veel meer als het samen dragen van de school in al haar geledingen en activiteiten. Vanuit haar keuze om niet in te willen grijpen in de structuur van de vereniging, heeft de MR er structureel van afgezien een kandidaat voor de Raad van Toezicht voor te dragen. 31
Adviesraad van kerken In alle openheid en vertrouwen vinden er tweemaal per jaar gesprekken plaats met een vertegenwoordiging van ambtsdragers uit de kerken die in onze achterban vertegenwoordigd zijn. Ook de voorzitter en de secretaris van de Raad van Toezicht zijn hierbij aanwezig. Tijdens deze vergaderingen worden wederzijdse dilemma’s gedeeld en besproken. Thema’s die onder andere aan de orde zijn geweest, zijn: waarde en noodzaak van reformatorisch onderwijs en de gedragscode voor het gebruik van met name sociale media.
Ten slotte Ook in het jaar 2013 hebben we ons werk als Raad van Toezicht weer mogen doen. Veel zaken die onlosmakelijk verbonden zijn aan de vier kernthema’s, zijn ter tafel gekomen. Deskundigheidsbevordering blijft een aandachtspunt. Het goed op de hoogte blijven van maatschappelijke en politieke ontwikkelingen is belangrijk. Daarover laten we ons informeren. Als Raad van Toezicht hanteren we de Code Goed Bestuur van de VO-raad. We zijn een interkerkelijke school. Het is verblijdend op te mogen merken dat we, ieder vanuit zijn eigen kerkelijke achtergrond, eenparig de school hebben mogen dienen. Gods Woord bond ons samen. School zijn met een open Bijbel is geen vanzelfsprekendheid. Het is ons verlangen om, samen met het College van Bestuur, onze identiteit vanuit het geopende Woord van God gestalte te geven in de praktijk van alledag. Terugziend past ons dankbaarheid dat God ons in alles wijsheid en kracht gaf. Wat hebben we, wat we niet hebben ontvangen. Niet de prestatie is eerst, maar de gratie. We eindigen met de bede van Psalm 84:3 (berijmd): Welzalig hij, die al zijn kracht En hulp alleen van U verwacht, Die kiest de welgebaande wegen. Steekt hem de hete middagzon In ‘t moerbeidal, Gij zijt hun bron En stort op hen een milden regen, Een regen, die hen overdekt, Verkwikt en hun tot zegen strekt.
Goes, 8 april 2014
C.A. Hoekman voorzitter
32
B
JAARREKENING
33
34
B 1. GRONDSLAGEN Algemeen De jaarrekening is opgesteld met toepassing van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, waarin opgenomen Richtlijn 660 voor onderwijsinstellingen. De waardering van activa en passiva en de bepaling van het resultaat vinden plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij de desbetreffende grondslagen voor de specifieke balanspost anders wordt vermeld, worden activa en passiva gewaardeerd volgens het kostprijsmodel. Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts opgenomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verplichtingen en mogelijke verliezen die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.
Waardering van de activa en de passiva Vaste activa Als grondslag voor de waardering van materiële vaste activa geldt de verkrijgingprijs, verminderd met de afschrijvingen. Ook de om niet van het Rijk verkregen activa zijn gewaardeerd; als grondslag hiervoor geldt een (door een erkend taxateur opgesteld) taxatierapport over de dagwaarde, rekening houdend met afschrijvingen. Afschrijving van vaste activa vindt plaats volgens de lineaire methode, met uitzondering van de afschrijving leermiddelenfonds en mediatheekinventaris. Voor deze activa wordt de degressieve methode toegepast, zoals toegelicht bij punt 1.2 van hoofdstuk B5. Het onder financiële vaste activa opgenomen zeven-jaars deposito is gewaardeerd tegen nominale waarde. Vlottende activa Voorraden worden gewaardeerd tegen inkoopprijzen, onder aftrek van een eventuele voorziening voor incourantheid. Vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde onder aftrek van een eventueel noodzakelijk geachte voorziening voor het risico van oninbaarheid. De vorderingen zijn in principe allemaal als kortlopend te beschouwen. De liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Passiva De bestemmingsreserve publiek is opgebouwd uit de positieve en negatieve saldi op deze post uit voorgaande jaren. De personeels- en overige voorzieningen worden gebaseerd op nominale waarde. De kortlopende schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.
Bepaling van het netto resultaat De bepaling van het netto resultaat is gedaan volgens de algemeen geldende beginselen, te weten het toerekeningbeginsel, het realisatiebeginsel en het voorzichtigheidsbeginsel. Het voorstel voor de bestemming van het netto resultaat is al in de balans verwerkt.
35
Consolidatie Er is in het verslagjaar geen consolidatie toegepast.
Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode.
Valuta Tenzij anders aangegeven zijn alle genoemde bedragen in euro's.
Vreemde valuta Er zijn per balansdatum geen bezittingen of schulden die luiden in vreemde valuta en er zijn in het verslagjaar ook geen koersverschillen op vreemde valuta geboekt.
36
B 2. BALANS PER 31 DECEMBER 2013 na resultaatverwerking
Activa
1.2 1.3
1.4 1.5 1.5.3 1.5.7 1.5.8 1.6 1.7
31 december 2013 VASTE ACTIVA Materiële vaste activa Financiële vaste activa Totaal vaste activa VLOTTENDE ACTIVA Voorraden Vorderingen Verbonden partijen Overige vorderingen Overlopende activa
Totaal activa
Passiva 2.1 2.1.2 2.1.4 2.1.5 2.1.6
4.290.636 250.000 4.540.636
4.552.804 250.000 4.802.804
40.140
47.879
589.171 213.395 297.351
Effecten Liquide middelen Totaal vlottende activa
300.776 50.944 303.885 1.099.917 0 3.836.571 4.976.628
655.605 1.493.678 2.217.042 4.414.204
9.517.264
9.217.008
31 december 2013 EIGEN VERMOGEN Bestemmingsreserve publiek Bestemmingsfondsen publiek Bestemmingsfondsen privaat Ongerealiseerde herwaarderingsreserve
31 december 2012
5.143.428 268.641 -8.662 8.600
31 december 2012
4.536.578 271.040 -8.447 27.200 5.412.007
2.2 2.2.1 2.2.3
VOORZIENINGEN Personeelsvoorzieningen Overige voorzieningen
2.4 2.4.3 2.4.5 2.4.7 2.4.8 2.4.10
KORTLOPENDE SCHULDEN Crediteuren Verbonden partijen Belastingen en premies sociale verzekeringen Schulden ter zake van pensioenen Overlopende passiva
422.800 88.488
4.826.371 391.500 153.465
511.288 309.845 114.279 855.471 304.569 2.009.805
Totaal passiva
37
544.965 259.381 106.645 872.488 288.199 2.318.959
3.593.969
3.845.672
9.517.264
9.217.008
38
B 3. STAAT VAN BATEN EN LASTEN OVER 2013 Realisatie 2013 3
Baten
3.1 3.2 3.5
Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen Overige baten
23.118.412 728.732 3.232.546
Totaal baten 4
Lasten
4.1 4.2 4.3 4.4
Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Totaal lasten
Begroting 2013
22.162.600 720.500 2.957.200 27.079.690
20.614.671 930.079 1.753.689 3.379.838
Realisatie 2012
21.595.144 710.076 3.197.736 25.840.300
20.077.800 943.200 1.800.800 3.190.200
25.502.956
19.660.191 934.328 1.651.857 3.172.841
26.678.277
26.012.000
25.419.217
Saldo baten en lasten
401.413
-171.700
83.739
5
184.223
198.500
116.230
585.636
26.800
199.969
Financiële baten en lasten
Netto resultaat
39
40
B 4. KASSTROOMOVERZICHT OVER 2013 2013 Kasstroom uit operationele activiteiten Saldo baten en lasten Afschrijvingen Mutaties voorzieningen Mutaties in vlottende middelen: ● voorraden ● vorderingen ● effecten ● kortlopende schulden Kasstroom uit bedrijfsoperaties
2012
401.413 930.079 -33.677
83.739 934.328 59.559
7.739 -444.312 1.493.678 -251.703
8.461 -153.597 -1.242.920 393.349 2.103.217
Ontvangen interest Waardeverandering effecten
80.623 103.600
82.919 114.830 1.400
184.223 2.287.440
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in materiële vaste activa Mutatie in financiële vaste activa
-667.911 0
116.230 199.149
-713.776 1.241.200 -667.911
527.424
0
0
Mutatie liquide middelen
1.619.529
726.573
Beginstand liquide middelen
2.217.042
1.490.469
Eindstand liquide middelen
3.836.571
2.217.042
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
41
42
B 5. TOELICHTING OP ONDERSCHEIDEN POSTEN VAN DE BALANS Vaste activa
1.2 Materiële vaste activa 1.2.1 Gebouwen en terreinen 1.2.2 Inventaris en apparatuur 1.2.3 Leermiddelenfonds en mediatheek Totaal
Verkrijgingprijs t/m 2012 886.774 7.215.523
Afschrijving t/m 2012 135.952 3.899.434
Boekwaarde 1-1-2013 750.822 3.316.089
Investeringen 2013 141.967 152.001
1.445.550 9.547.847
959.657 4.995.043
485.893 4.552.804
373.943 667.911
369.807 930.079
Realisatie 49.511 69.955 18.541 13.994 0 152.001
Begroting 76.000 96.400 67.500 12.000 5.700 257.600
Investeringen in inventaris en apparatuur Leer- en hulpmiddelen Meubilair en overige inventaris Automatisering (educatief + administratief) Grote apparaten Ten laste van ouderbijdragenfonds Totaal
BoekAfschrijving waarde 2013 31-12-2013 53.466 839.323 506.806 2.961.284 490.029 4.290.636
Inventaris met een aanschafwaarde van minder dan € 1.000 wordt niet geactiveerd, maar in één keer ten laste van het resultaat gebracht. De gehanteerde afschrijvingspercentages zijn: Gebouwen 2½% Hardware en software 14²⁄₇ - 20% Schoolmeubilair 5% (kasten 3⅓%) Kantoormeubilair 5% (bureaustoelen 6⅔%) Leer- en hulpmiddelen 5 - 12½% Grote apparaten 12½% Machines en installaties 5 - 6⅔% Inventaris ten laste van kantine-exploitatie 10% De gehanteerde afschrijvingspercentages voor het leermiddelenfonds en de mediatheekinventaris zijn achtereenvolgens 40%, 20%, 15%, 15% en 10% per jaar. 1.3 Financiële vaste activa 1.3.7 Overige vorderingen Totaal
31-12-2013 31-12-2012 250.000 250.000 250.000 250.000
Betreft zeven-jaars deposito met ingangsdatum 17 september 2012 en vervaldatum 17 september 2019.
43
Vlottende activa 1.4 Voorraden (gebruiksgoederen) Kantine Kopieer-/proefwerkpapier Schriften en ringbanden Gymnastiekkleding Gereedschap-/praktijkboekensets vmbo-kb/bb Leermiddelenfonds Totaal
31-12-2013 31-12-2012 8.094 9.490 10.065 8.417 3.289 6.492 13.002 10.266 290 894 5.400 12.320 40.140 47.879
1.5 Vorderingen 1.5.3 Verbonden partijen Overige vorderingen 1.5.7 1.5.8 Overlopende activa Totaal
31-12-2013 31-12-2012 589.171 300.776 213.395 50.944 297.351 303.885 1.099.917 655.605
1.5.3 Verbonden partijen Stichting Beheer Schoolgebouwen Stichting Scholierenvervoer Zeeland Totaal
31-12-2013 31-12-2012 247.531 300.776 341.640 0 589.171 300.776
1.5.7 Overige vorderingen Dienstenpakket lopend jaar Schoolvervoer lopend jaar Diversen Totaal
31-12-2013 31-12-2012 44.851 35.897 143.098 4.233 25.446 10.814 213.395 50.944
Op de vordering Dienstenpakket lopend jaar is een voorziening voor het risico van oninbaarheid in mindering gebracht van € 12.658 (vorig jaar € 10.334). Voor de overige vorderingen wordt geen voorziening voor het risico van oninbaarheid noodzakelijk geacht. 1.5.8 Overlopende activa Nog te ontvangen rente Belastingdienst inzake eenmalige teruggaaf WAO/WIA Diversen Totaal
1.6 Effecten 1.6.2 Obligaties Totaal
31-12-2013 31-12-2012 70.239 88.238 0 82.961 144.151 215.647 297.351 303.885 Boekwaarde 1-1-2013 1.493.678 1.493.678
Desinvesteringen 2013 1.597.260 1.597.260
BoekBoekwinst bij Waardewaarde verkoop verandering 31-12-2013 103.582 0 0 103.582 0 0
De gehele effectenportefeuille is in 2013 te gelde gemaakt. 1.7 Liquide middelen 1.7.1 Kasmiddelen 1.7.2 Banken 1.7.2 Bank (Vermogen Sparen) Totaal
31-12-2013 31-12-2012 3.032 1.771 2.433.539 2.215.271 1.400.000 0 3.836.571 2.217.042
Er is een kredietfaciliteit overeengekomen met de Rabobank van € 45.000. Hiervan wordt in principe geen gebruik gemaakt. Eind 2013 stond van het saldo bij banken een bedrag van € 1.400.000 uit op een Vermogen Spaarrekening. Hiervan kan elk kalenderjaar maximaal 25% van het hoogste tegoed op 31 december van de voorafgaande vier kalenderjaren zonder kosten worden opgenomen.
44
Passiva Saldo 1-1-2013 Overboeking 4.536.578 18.600 271.040 -8.447 27.200 -18.600 4.826.371 0
2.1 Eigen vermogen 2.1.2 Bestemmingsreserve publiek 2.1.4 Bestemmingsfondsen publiek 2.1.5 Bestemmingsfondsen privaat 2.1.6 Ongerealiseerde herwaarderingsreserve Totaal
Bestemming resultaat Saldo 2013 31-12-2013 588.250 5.143.428 -2.399 268.641 -215 -8.662 8.600 585.636 5.412.007
De ongerealiseerde herwaarderingsreserve is ontstaan als gevolg van de activering van om niet verkregen inventaris. Op basis van de gehanteerde afschrijvingstermijnen loopt deze reserve af door overboekingen ten gunste van de bestemmingsreserve publiek. Het restant per 31 december 2013 wordt in 2014 overgeboekt.
2.1.4 Bestemmingsfondsen publiek Leermiddelenfonds Totaal
Saldo 1-1-2013 271.040 271.040
Resultaat Saldo 2013 31-12-2013 -2.399 268.641 -2.399 268.641
2.1.5 Bestemmingsfondsen privaat Ouderbijdragenfonds Vervoersfonds Totaal
Saldo 1-1-2013 -38.454 30.007 -8.447
Resultaat Saldo 2013 31-12-2013 27.267 -11.187 -27.482 2.525 -215 -8.662
Het resultaat van de bestemmingsfondsen (publiek en privaat) wordt gespecificeerd in bijlage D 2.
2.2 Voorzieningen 2.2.1 Personeelsvoorzieningen Spaarverlof Jubileumgratificaties 2.2.3 Overige voorzieningen Groot onderhoud Totaal
Saldo 1-1-2013
Dotatie 2013
Onttrekking 2013
Saldo 31-12-2013
Kortlopend (< 1 jaar)
Langlopend (> 1 jaar)
47.900 343.600
400 60.439
0 29.539
48.300 374.500
0 36.600
48.300 337.900
153.465 544.965
-34.500 26.339
30.477 60.016
88.488 511.288
0 36.600
88.488 474.688
De voorziening spaarverlof betreft de verplichting inzake door personeelsleden gespaard verlof, volgens de cao-regeling artikel 15.8 maximaal 60 uur per werknemer per jaar. De verplichting jubileumgratificaties is gevormd voor toekomstige jubileumuitkeringen (bij 25- en 40-jarig dienstverband). De verplichting wordt berekend naar rato van de verstreken diensttijd met als uitgangspunt artikel 12.9 van de cao. Daarbij wordt een tabel gehanteerd met de blijfkans, die hoger is naarmate de lengte van het dienstverband toeneemt. De voorziening groot onderhoud is gebaseerd op de door een bouwtechnisch adviesbureau in 2009 gemaakte en nog steeds actuele 10-jarige onderhoudsplannen. 2.4 Kortlopende schulden 2.4.3 Crediteuren 2.4.5 Verbonden partijen 2.4.7 Belastingen en premies sociale verzekeringen 2.4.8 Schulden ter zake van pensioenen 2.4.10 Overlopende passiva Totaal
31-12-2013 31-12-2012 309.845 259.381 114.279 106.645 855.471 872.488 304.569 288.199 2.009.805 2.318.959 3.593.969 3.845.672
45
2.4.5 Verbonden partijen VVOGGZ Totaal
31-12-2013 31-12-2012 114.279 106.645 114.279 106.645
2.4.10 Overlopende passiva 2.4.10.2 Ministerie van OCW inzake vooruit ontvangen meerjarige doelsubsidies (model G) 2.4.10.2 Ministerie van OCW inzake overige posten 2.4.10.3 Vooruit ontvangen investeringssubsidies 2.4.10.5 Vakantiegeld 2.4.10.5 Verplichting verlof- en bufferuren 2.4.10.6 Accountantskosten 2.4.10.8 Vooruit ontvangen schoolvervoer 2.4.10.8 Te betalen vervoerders 2.4.10.8 Diversen Totaal
31-12-2013 31-12-2012 244.110 183.763 34.986 71.000 141.400 161.600 622.200 620.600 238.000 290.900 15.815 15.000 0 126.787 0 109.766 713.294 739.543 2.009.805 2.318.959
De post vooruit ontvangen bedragen van het Ministerie van OCW wordt nader gespecificeerd in bijlage B 9 (Model G verantwoording subsidies). Onder Ministerie van OCW inzake overige posten zijn opgenomen het voorschot vaste voet voor volgend jaar van de subsidie VSV (bestrijding Voortijdig School Verlaten) ad € 34.986 (vorig jaar € 71.000).
46
B 6. NIET UIT DE BALANS BLIJKENDE VERPLICHTINGEN Contracten Huur locatie Krabbendijke Huur locatie Middelburg Schoonmaakbedrijf GOM Ricoh, kopieer-/printercontract Dong energy, grootverbruik gas DUEP, grootverbruik elektra SchoolMaster, licentie-/abonnementsovereenkomst ZeelandNet, datacommunicatie Delta Netwerkbedrijf, netwerkkosten elektriciteit en gas Rent Company, huur laptopkarren CITO toetsen, scoringsservice SLB diensten, licentiekosten AFAS software, salaris- en HRM-administratie Wolter & Dros, onderhoud/beheer cv-installaties Ricoh, kopieerpapier BTL, tuinonderhoud AMZ, excursies Studieboekhandel De Ruiter & Fanoy, schoolboeken Sligro, kantine-inkopen
Jaarbedrag 463.100 347.000 330.400 126.900 118.000 105.200 68.100 63.000 51.400 50.700 43.500 42.300 40.200 27.000 26.100 25.000 raamcontract raamcontract raamcontract
Looptijd Resterend Origineel 10 jaar 2,0 jaar onbepaalde tijd 1 jaar 0,6 jaar 5 jaar 0,6 jaar 4 jaar 1,0 jaar 4 jaar 1,0 jaar 1 jaar 0,6 jaar 4 jaar 3,6 jaar 5 jaar 4,0 jaar 4 jaar 3,6 jaar 1 jaar 0,6 jaar 1 jaar 1,0 jaar 1 jaar 1,0 jaar 1 jaar 1,0 jaar 1 jaar 0,6 jaar 1 jaar 1,0 jaar 5 jaar 0,6 jaar 2 jaar 0,4 jaar 1 jaar 1,0 jaar
Criteria: een looptijd van één jaar of langer en een verplichting groter dan € 25.000 (per kostensoort; dit kan uit meerdere contracten bestaan). De resterende looptijden zijn gerekend vanaf 31 december 2013. Er zijn geen verplichtingen waarvoor de Stichting zich heeft verbonden tot het bezwaren van goederen. Evenmin zijn er zakelijke zekerheden gesteld.
47
48
B 7. MODEL E - VERBONDEN PARTIJEN
Naam Vereniging tot het verstrekken van Voortgezet Onderwijs op Gereformeerde Grondslag voor de provincie Zeeland
Naam Stichting Scholierenvervoer Zeeland
Naam Stichting Beheer Schoolgebouwen voor Reformatorisch Onderwijs
Juridische vorm
Statutaire zetel
Eigen vermogen 31-12-2013
Vereniging
Middelburg
114.279
Juridische vorm
Statutaire zetel
Eigen vermogen 31-07-2013
Stichting
Goes
Juridische vorm
Statutaire zetel
Eigen vermogen 31-12-2012
Stichting
Middelburg
2.580.950
112.405
49
Resultaat 2013
7.634
Resultaat 2012/13
-24.479
Resultaat 2012
114.039
Art. 2:403 BW
Code activiteiten
Consolidatie
Nee
4
Nee
Art. 2:403 BW
Code activiteiten
Consolidatie
Nee
4
Nee
Art. 2:403 BW
Code activiteiten
Consolidatie
Nee
3
Nee
50
B 8. TOELICHTING OP ONDERSCHEIDEN POSTEN VAN DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN Baten 2012 2013 Realisatie Begroting Realisatie 19.409.834 18.485.900 17.853.189 2.686.659 2.687.900 2.769.305 1.021.919 988.800 972.650 23.118.412 22.162.600 21.595.144
3.1 Rijksbijdragen 3.1.1.1 Lumpsum personeel 3.1.1.1 Lumpsum materieel 3.1.2 Overige subsidies OCW Totaal Bekostigingsgegevens voor de lumpsum personeel 2012 Directie Onderwijzend personeel Onderwijs ondersteunend personeel
Fte's 20,984 202,808 32,139
GPL 91.634,59 74.291,51 41.891,87
Bij: terugbetaling 'kasschuif', in 2012 gereserveerd Bij: aanvullende bekostiging (Regeling bijzondere en aanvullende bekostiging PO en VO 2013) Bij: bijzondere bekostiging jonge leerkrachten VO 2013 Totaal
Bedrag 1.922.860 15.066.913 1.346.363 18.336.136 182.600 18.518.736 680.170 210.928 19.409.834
Genoemde aanvullende en bijzondere bekostiging zijn de uitkomst van de bespreking van de onderwijsbegroting in de Tweede Kamer eind oktober 2013. Ook de minister gaf aan te verwachten dat deze subsidies, die op 19 december 2013 zijn uitgekeerd, pas in 2014 besteed zullen worden. Evenwel deelde het ministerie mee dat deze posten niet in 2014 maar in 2013 - het jaar van toewijzing - als bate moeten worden opgenomen.
3.2 Overige overheidsbijdragen 3.2.2 Gemeentelijke bijdragen 3.2.2 UWV Totaal
2013 Realisatie Begroting 623.344 620.500 105.388 100.000 728.732 720.500
2012 Realisatie 624.486 85.590 710.076
3.5 Overige baten 3.5.1 Verhuur gebouw 3.5.2 Driestar Educatief
2013 Begroting Realisatie 18.397 12.300 0 5.000
2012 Realisatie 18.100 0
3.5.6.1 3.5.6.2 3.5.6.3
Werkstukbijdrage leerlingen Onttrekking voorzieningen Overige: diversen
25.080 56.000 745.548
29.700 5.500 584.700
24.179 4.641 764.541
3.5.6.4 3.5.6.4.1 3.5.6.4.2 3.5.6.4.3 3.5.6.4.4 3.5.6.4.6
Nevenactiviteiten Leermiddelenfonds Ouderbijdragenfonds Schoolkantines Schoolvervoer Diverse nevenactiviteiten Subtotaal nevenactiviteiten
1.002.564 309.797 172.852 737.191 165.117 2.387.521
1.005.100 283.300 188.600 734.500 108.500 2.320.000
1.026.382 307.397 182.620 716.922 152.954 2.386.275
3.232.546
2.957.200
3.197.736
Totaal
De bestemmingsfondsen (leermiddelenfonds, ouderbijdragenfonds en schoolvervoer) worden gespecificeerd in bijlage D2. Het saldo van de schoolkantines wordt overgeboekt naar het ouderbijdragenfonds. De saldi van de fondsen worden toegevoegd aan de betreffende posten onder bestemmingsfondsen publiek of privaat als onderdeel van het eigen vermogen.
51
Lasten 2013 Realisatie Begroting
4.1 Personeelslasten 4.1.1 Lonen en salarissen 4.1.1.1 Brutolonen en salarissen 4.1.1.2 Sociale lasten 4.1.1.3 Pensioenpremies Subtotaal lonen en salarissen 4.1.2 4.1.2.1 4.1.2.1
Personele voorzieningen Mutatie verplichting jubileumgratificaties Dotatie voorziening spaarverlof Subtotaal personele voorzieningen
4.1.2.3 4.1.2.3.1 4.1.2.3.2 4.1.2.3.3 4.1.2.3.4
Overige personele lasten Nascholing/cursussen Secundaire arbeidsvoorwaarden Dienstreizen Overige personeelskosten Subtotaal overige personele lasten
2012 Realisatie
15.506.279 15.200.800 14.997.084 1.907.283 1.870.000 1.792.451 2.339.781 2.294.000 2.111.178 19.753.343 19.364.200 18.900.713
30.900 400 31.300
10.000 5.000 15.000
17.400 18.800 36.200
174.156 261.432 86.102 308.338 830.028
171.800 225.900 92.500 208.400 698.600
104.517 273.117 86.132 259.512 723.278
20.614.671 20.077.800 19.660.191
Totaal
De school is aangesloten bij het bedrijfstakpensioenfonds ABP en heeft in het geval van een tekort bij dit fonds geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen, anders dan hogere toekomstige premies. Om deze reden is de toegezegde pensioenregeling verwerkt als zou sprake zijn van een toegezegde-bijdrageregeling en zijn de over het boekjaar verschuldigde pensioenpremies in de resultatenrekening verantwoord. De dekkingsgraad van het bedrijfstakpensioenfonds ultimo 2013 bedroeg 105,9%.
Aantal personeelsleden en fte's Directie Onderwijzend personeel Onderwijs ondersteunend personeel Totaal
Personeelsleden Fte's 31-12-2013 31-12-2012 31-12-2013 31-12-2012 8 8 8,1 8,4 259 268 224,9 233,1 98 91 77,0 69,6 365 367 310,0 311,1
4.1 Personeelslasten naar kostendragers Directie Onderwijzend personeel Onderwijsondersteunend personeel Totaal
2013 2012 926.897 880.049 16.119.374 15.475.677 3.568.400 3.304.465 20.614.671 19.660.191
52
2013 4,5% 78,2% 17,3% 100,0%
2012 4,5% 78,7% 16,8% 100,0%
4.1.1 Lonen en salarissen Bruto salaris Vakantietoeslag Eindejaarsuitkering Bindingstoelage Woon-/werkverkeer, verhuiskosten Ambtsjubilea Premie ES Uitkeringskosten werkloosheid Werkgeversheffing ZVW Werkgeverspremie WIA/WGA Werkgeversaandeel OP/NP Werkgeversaandeel FPU Totaal
Bedrag 12.977.900 1.018.000 961.100 139.200 380.900 29.100 161.900 265.100 997.800 482.500 2.098.200 241.600 19.753.300 2013 Realisatie Begroting 53.466 59.100
4.2 Afschrijvingen 4.2.2.1 Gebouwen en terreinen 4.2.2.2 4.2.2.2.1 4.2.2.2.2 4.2.2.2.3 4.2.2.2.4
Inventaris en apparatuur Automatisering inclusief leerling-computers Meubilair/overig Leer- en hulpmiddelen Grote apparaten inclusief kantine-inventaris Subtotaal inventaris en apparatuur
4.2.2.2.5 Leermiddelenfonds inclusief mediatheek Totaal
4.3 Huisvestingslasten 4.3.1 Huur 4.3.3 Dotatie groot onderhoud 4.3.3 Klein onderhoud en exploitatie 4.3.4 Energie en water 4.3.5 Schoonmaakkosten 4.3.6 Heffingen 4.3.8 4.3.8.1 4.3.8.2 4.3.8.3
Overig Kleine gebouwaanpassingen Groot/achterstallig onderhoud Diversen Subtotaal overig
Totaal
53
% 65,7 5,2 4,9 0,7 1,9 0,1 0,8 1,3 5,1 2,4 10,6 1,2 100,0 2012 Realisatie 43.682
228.847 137.980 107.711 32.267 506.805
258.900 135.600 121.400 38.800 554.700
233.208 135.414 112.617 36.388 517.627
369.808 930.079
329.400 943.200
373.019 934.328
2013 Realisatie Begroting 832.219 822.300 21.500 28.000 114.613 126.900 313.223 316.100 436.468 460.400 29.444 27.000
2012 Realisatie 807.815 28.000 99.756 255.405 409.921 26.587
6.222 0 0 6.222
19.100 0 1.000 20.100
19.582 4.641 150 24.373
1.753.689
1.800.800
1.651.857
4.4 Overige lasten 4.4.1 Accountantskosten - onderzoek jaarrekening 4.4.1 Overige administratie- en beheerslasten 4.4.2 Inventaris, apparatuur en leermiddelen 4.4.4 4.4.4.1 4.4.4.2 4.4.4.3 4.4.4.4 4.4.4.6
Nevenactiviteiten Leermiddelenfonds Ouderbijdragenfonds Schoolkantines Schoolvervoer Diverse nevenactiviteiten Subtotaal nevenactiviteiten Herrubricering afschrijvingen (naar 4.2) Afschrijving leermiddelenfonds Afschrijving mediatheek Afschrijving kantine-inventaris
Totaal
2013 Realisatie Begroting 24.150 22.400 537.641 513.500 803.030 777.800
2012 Realisatie 21.004 560.143 711.975
1.004.963 282.530 172.852 764.673 166.716 2.391.734
910.900 271.400 188.600 734.500 108.500 2.213.900
915.315 291.514 182.620 721.442 148.532 2.259.423
-359.251 -10.557 -6.909 2.015.017
-316.400 -13.000 -8.000 1.876.500
-361.865 -11.154 -6.685 1.879.719
3.379.838
3.190.200
3.172.841
2013 Realisatie Begroting 80.623 88.500 103.600 110.000 184.223 198.500
2012 Realisatie 114.830 1.400 116.230
Financiële baten en lasten 5 Financiële baten en lasten 5.1 Rentebaten 5.3 Waardeverandering effecten Totaal
54
B 9. MODEL G - VERANTWOORDING SUBSIDIES G1 - SUBSIDIES ZONDER VERREKENINGSCLAUSULE Toewijzing Omschrijving Bestrijding Voortijdig Schoolverlaten Bestrijding Voortijdig Schoolverlaten Bestrijding Voortijdig Schoolverlaten Bestrijding Voortijdig Schoolverlaten Totaal
Kenmerk BEK-12/64568 M BEK-12/64568 M BEK-12/64568 M 564670-1
Datum 22-10-2012 22-10-2012 22-10-2013 21-10-2013
Bedrag 36.000 35.000 22.000 34.986 127.986
Ontvangen t/m verslagjaar 36.000 35.000 22.000 34.986 127.986
Prestatie afgerond J J J N
Totale kosten
Te verrekenen
G2 - SUBSIDIES MET VERREKENINGSCLAUSULE G2a - Aflopend per ultimo verslagjaar Ontvangen t/m verslagjaar
Toewijzing Omschrijving
Kenmerk
Datum
Bedrag 0
Totaal
0
0
0
G2b - Doorlopend per ultimo verslagjaar Omschrijving 1 1 2 3 4 4 4 5 6 7 8 Totaal 1 2 3 4 5 6 7 8
0 0
Ontvangen in verslagjaar 100.000 165.000
350.000 520.000 161.850 162.660 165.480 3.150 467.689
0 0 21.103 162.660 0 0 0
70.000 130.000 0 0 165.480 3.150 467.689
70.000 130.000 21.103 84.030 0 3.150 467.689
140.000 130.000 161.850 84.030 0 3.150 467.689
0 0 0 78.630 165.480 0 0
355.968 1.001.933 3.718.730
0 0 183.763
355.968 1.001.933 2.459.220
355.968 1.001.933 2.398.873
355.968 1.001.933 2.709.620
0 0 244.110
Toewijzing Kenmerk 485752-1 573586-1 MUO-12 / 1873 U 592719-1 394584-1 485546-1 565273-1 493472-1 512634-1 BEK-12 / 37993 M 543625-2
Datum 20-11-2012 20-11-2013
Bedrag 200.000 330.000
26-03-2012 18-12-2013 20-10-2011 20-10-2012 20-11-2013 20-02-2013 20-03-2013 17-12-2013 20-11-2013
Saldo 1-1-2013
Opleidingsschool Academische opleidingsschool Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen Maatschappelijke stage VO Visueel gehandicapte leerlingen Prestatiebox VO Leerlinggebonden financiering Bekostiging lesmateriaal
55
Totale Saldo te Lasten in kosten besteden verslagjaar 31-12-2013 31-12-2013 0 100.000 200.000 0 165.000 165.000
56
B 10. BEZOLDIGING TOPFUNCTIONARISSEN (WNT) Dienstverband
Naam College van Bestuur A.J. Vogel, voorzitter C. Giljam, lid
Ingangsdatum
Einddatum
Omvang
1-8-1984 1-8-1981
-
1,0 fte 1,0 fte
Raad van Toezicht C.A. Hoekman, voorzitter G.S. Both, secretaris E.P. van Iwaarden W. Meijer J. Moerdijk J.L. Pieper H. Uil F. van Vuuren C.J. van Westenbrugge D. van Wijck
57
Beloning
Euro Belastbare Voorziening vaste en t.b.v. variabele beloning onkostenbetaalbaar vergoeding op termijn
Uitkering wegens beeindiging dienstverband
111.256 85.452
0 0
19.913 17.196
0 0
3.750 1.500 1.500 1.500 1.500 1.500 1.500 1.500 1.500 1.500
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
58
B 11. ONDERTEKENING Deze jaarrekening is vastgesteld door het College van Bestuur in de vergadering van 7 april 2014 en ter goedkeuring voorgelegd aan de Raad van Toezicht.
A.J. Vogel, voorzitter College van Bestuur
59
60
B 12. GOEDKEURING Deze jaarrekening is goedgekeurd in de vergadering van de Raad van Toezicht van 8 april 2014.
C.A. Hoekman, voorzitter
G.S. Both, secretaris
E.P. van Iwaarden
Ds. W. Meijer
J. Moerdijk
J.L. Pieper
H. Uil
F. van Vuuren
C.J. van Westenbrugge
D. van Wijck 61
62
C
OVERIGE GEGEVENS
63
64
C 1. CONTROLEVERKLARING
65
66
C 2. VOORSTEL BESTEMMING NETTO RESULTAAT Voorgesteld wordt het netto resultaat als volgt te bestemmen: Resultaat leermiddelenfonds muteren in de bestemmingsfondsen publiek Resultaat ouderbijdragenfonds muteren in de bestemmingsfondsen privaat Resultaat vervoersfonds muteren in de bestemmingsfondsen privaat Toevoeging aan de bestemmingsreserve publiek Totaal Dit voorstel is in de balans, die in deze jaarrekening is opgenomen, verwerkt.
67
-2.399 27.267 -27.482 588.250 585.636
68
C 3. GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM Er hebben zich na de balansdatum geen omstandigheden voorgedaan met belangrijke financiële gevolgen die niet in de jaarrekening zijn verwerkt, of andere gebeurtenissen die een dermate grote invloed hebben dat ze hier zouden moeten worden genoemd.
69
70
D
BIJLAGEN
71
72
D 1. GEGEVENS OVER DE RECHTSPERSOON Statutaire naam Statutaire zetel Postadres
Stichting Calvijn College Middelburg Postbus 362, 4460 AT Goes
Bestuursnummer
41815
Naam instelling Adres Postadres Telefoon E-mail Internetsite
Calvijn College Klein Frankrijk 19, 4461 ZN Goes Postbus 362, 4460 AT Goes 0113-211020
[email protected] www.calvijncollege.nl
Contactpersoon Telefoon E-mail
P. Velthove QC 0113-211020
[email protected]
Brinnummer
03JY
73
74
D 2. SPECIFICATIE BESTEMMINGSFONDSEN 2012 Realisatie 1.022.642 3.740 1.026.382
Leermiddelenfonds Bekostiging lesmateriaal door ministerie Boetes beschadigde boeken Totaal inkomsten leermiddelenfonds
2013 Realisatie Begroting 1.001.933 1.002.300 631 2.800 1.002.564 1.005.100
Afschrijving boeken leerjaar 1-2 Afschrijving boeken leerjaar 3-6 Werk-/praktijkboeken Licentiekosten Agenda's leerlingen Schriften / ringbanden Reparatie / onderhoud boeken Kopieerkosten Bijdrage eigen methodes via DORVO Toerekening personeel Distributiekosten Totaal uitgaven leermiddelenfonds
161.973 197.278 399.257 77.941 11.449 18.914 2.058 13.521 29.344 43.800 49.428 1.004.963
146.600 169.800 368.900 61.000 13.100 20.000 3.000 17.000 70.200 41.300 0 910.900
148.403 213.462 343.955 57.984 15.180 22.526 2.353 17.377 52.175 41.900 0 915.315
-2.399
94.200
111.067
2013 Realisatie Begroting 117.489 109.100 36.282 38.100 72.689 59.700 83.337 76.400 309.797 283.300
2012 Realisatie 108.301 38.800 81.356 78.940 307.397
Resultaat leermiddelenfonds
Ouderbijdragenfonds Ouderbijdragen Batig saldo kantine-exploitatie Bijdrage eendaagse excursies Bijdrage meerdaagse excursies Totaal inkomsten ouderbijdragenfonds Activiteiten eindexamenklassen Eendaagse excursies Meerdaagse excursies Leerlingbegeleiding / dyslexiebegeleiding Kosten orthopedagogen Totaal uitgaven ouderbijdragenfonds Resultaat ouderbijdragenfonds
Schoolvervoer Verkoop OV-abonnementen Bijdragen kerken Overige baten Totaal inkomsten schoolvervoer OV-abonnementen Overige lasten Totaal uitgaven schoolvervoer Resultaat schoolvervoer
75
2.621 87.036 89.027 21.846 82.000 282.530
3.600 69.700 76.400 38.700 83.000 271.400
4.919 84.817 80.426 30.920 90.432 291.514
27.267
11.900
15.883
2013 Realisatie Begroting 711.732 704.500 25.459 25.000 0 5.000 737.191 734.500
2012 Realisatie 689.026 27.896 0 716.922
763.128 1.545 764.673
732.500 2.000 734.500
719.521 1.921 721.442
-27.482
0
-4.520
76
D 3. STATISTISCHE GEGEVENS Realisatie 2009 42 1.339 541 359 319 60 139 78 108 52 3.037
Realisatie 2010 44 1.309 514 347 315 69 140 71 112 44 2.965
Realisatie 2011 52 1.316 489 408 321 84 146 60 96 43 3.015
Realisatie 2012 52 1.394 494 414 305 72 139 46 92 37 3.045
Realisatie 2013 55 1.441 465 432 300 60 156 57 102 47 3.115
Prognose 2014 59 1.359 481 435 336 49 167 59 113 59 3.117
Realisatie 2009 14.099
Realisatie 2010 14.099
Realisatie 2011 14.214
Realisatie 2012 14.214
Realisatie 2013 14.214
Prognose 2014 14.214
16.120 30.219
16.120 30.219
16.120 30.334
16.120 30.334
16.120 30.334
16.120 30.334
Personeel in aantallen per 31/12 Directie OP OOP Totaal
Realisatie 2009 8 260 83 351
Realisatie 2010 8 261 88 357
Realisatie 2011 8 261 84 353
Realisatie 2012 8 268 91 367
Realisatie 2013 8 259 98 365
Prognose 2014
Personeel in fte's per 31/12 Directie OP OOP Totaal
Realisatie 2009 8,4 231,8 61,9 302,1
Realisatie 2010 8,3 228,9 64,2 301,4
Realisatie 2011 8,2 222,9 65,7 296,8
Realisatie 2012 8,4 233,1 69,6 311,1
Realisatie 2013 8,1 224,9 77,0 310,0
Prognose 2014 8,0 225,0 77,0 310,0
Financiën (bedragen x € 1.000) Lumpsum personeel Lumpsum materieel Overige baten Nevenactiviteiten Totaal baten
Realisatie 2009 17.068 2.745 2.171 2.237 24.221
Realisatie 2010 17.587 2.630 1.974 2.218 24.409
Realisatie 2011 17.345 2.571 2.249 2.239 24.404
Realisatie 2012 17.853 2.769 2.495 2.386 25.503
Realisatie 2013 19.410 2.687 2.384 2.388 26.869
Prognose 2014 19.134 2.999 2.529 2.287 26.949
Kengetallen (in €) Lumpsum personeel per fte Totaal baten per leerling
Realisatie 2009 56.498 7.975
Realisatie 2010 58.351 8.232
Realisatie 2011 58.440 8.094
Realisatie 2012 57.387 8.375
Realisatie 2013 62.615 8.626
Prognose 2014 61.723 8.646
Leerlingaantallen per 1/10 Praktijkonderwijs Brugklas 1/2 Vmbo gl/tl 3/4 Havo 3/4/5 Vwo 3/4/5/6 Vmbo bb/kb HV 3/4 Vmbo bb/kb VZ 3/4 Vmbo bb/kb BWI 3/4 Vmbo bb/kb MT 3/4 Vmbo bb/kb IE 3/4 Totaal
Huisvesting per 31/12 (m² b.v.o.) Eigendom gemeente Eigendom Stichting Beheer Schoolgebouwen voor Reformatorisch Onderwijs Totaal
77
8 259 98 365
78
D 4. BEGRIPSBEPALINGEN Lumpsumfinanciering Lumpsumfinanciering houdt in dat op basis van een aantal indicatoren de jaarlijkse vergoeding wordt berekend, die vervolgens als niet-geoormerkt bedrag door het Ministerie van OCW verstrekt wordt. Het personele deel van de vergoeding wordt berekend aan de hand van het leerlingaantal en de gemiddelde landelijke personeelslast per functiecategorie. Het materiële deel van de vergoeding bestaat uit drie componenten, te weten onderhoud gebouwen en terreinen, schoonmaken en overige exploitatie. Dit onderdeel is afhankelijk van het leerlingaantal enerzijds en schoolsoort, afdeling en leerjaar anderzijds. Kleine / grote aanpassingen Kleine aanpassingen zijn investeringen in gebouwen, waarvan het totaalbedrag lager is dan het door de school vastgestelde grensbedrag van € 5.000. In het andere geval is sprake van grote aanpassingen. Bouwkundige aanpassingen Dit betreft voorzieningen die in het gebouw nodig zijn als gevolg van onderwijskundige ontwikkelingen. Klein / groot onderhoud Het onderhoud van de gebouwen kan onderscheiden worden in het dagelijks of klein onderhoud en groot onderhoud. Onder het dagelijks onderhoud vallen de kleine reparaties, die regelmatig aan de gebouwen worden verricht. Voor deze uitgaven kan, aan de hand van de meerjaren onderhoudsplanningen (opgesteld door een bouwtechnisch adviesbureau) en van ervaringen uit het verleden, jaarlijks een bedrag in de begroting worden opgenomen. Onder groot onderhoud valt het onderhoud met een uitvoeringscyclus van vier jaar of meer. Budgethouderschap Een deel van de begrotingsrubrieken is door het College van Bestuur gedelegeerd aan diverse budgethouders. Binnen hun budget zijn zij verantwoordelijk voor de juiste besteding. Voor sectie- en afdelingsbudgetten geldt, dat niet bestede bedragen automatisch doorgeschoven worden naar het volgende jaar. Dit geldt uiteraard ook voor overschrijdingen. Voor de overige budgetten geldt, dat onderschrijdingen niet automatisch overgeheveld worden naar het volgende jaar of in het lopende begrotingsjaar vrij besteedbaar zijn. Voor overschrijdingen is vooraf toestemming van het College van Bestuur vereist. Voor investeringen boven € 5.000, die in de begroting opgenomen zijn (of die plaatsvinden op basis van vrijkomende afschrijvingen), is vooraf fiattering door het College van Bestuur vereist. Daarbij moet voldaan worden aan de afspraken die daarover gemaakt zijn, te weten boven € 5.000 twee en boven € 25.000 drie offertes overleggen en de noodzaak / motivatie van de investering aantonen.
79