TIJDSCHRIFT VAN DE FACULTEIT INGENIEURSWETENSCHAPPEN EN VILv Nr. 7 • oktober 2009
Afgiftekantoor 3000 Leuven 1 • P802104
Ingenieurs nemen hoge vlucht Een nieuwe rector: professor Mark Waer over ingenieurs(studies) Een nieuw opleidingsmodel: de diplomaruimte Alfons Calders: “Herwaardering van techniek als ‘positieve wetenschap’ is noodzakelijk.” Ingenieursstudenten in de wereld, buitenlanders op Summer Course in Leuven
ALUMNI INGENIEURS K.U.LEUVEN
Deze vlieger gaat wel op!
Ik hoop dat iedereen van een creatieve en ontspannende vakantie heeft genoten en met nieuwe energie en inspiratie het “nieuwe jaar” kan starten. Studeren aan de K.U.Leuven is onderzoeken, (jezelf) ontdekken, experimenteren. Die stelling vind je terug in de inmiddels bekende baseline ‘Ontdek jezelf, begin bij de wereld’, en wordt nu doorgetrokken in de nieuwe mediacampagne. Alledaagse voorwerpen roepen tal van associaties op - het hangt er maar vanaf hoe je het voorwerp bekijkt. Met andere woorden: door andere, nieuwe, onverwachte invalshoeken aan te brengen, inspireert de K.U.Leuven haar studenten om te zoeken en zo zichzelf te ontplooien. Alles wat het leven comfortabeler maakt is ontstaan uit een goed idee, ontworpen door creatieve geesten en verbeterd dankzij de wetenschap. De meeste ingenieurs speelden in hun jeugd graag met materiaal waarmee ze iets konden ‘maken’. Ze leren graag bij om hun ‘maaksels’ voortdurend te verbeteren - the sky is the limit. Logisch dan ook dat in de nieuwe campagne de Faculteit Ingenieurswetenschappen ‘vertegenwoordigd’ wordt door een papieren vliegtuigje. De beste ideeën ontstaan immers eenvoudig, spelenderwijs, soms zelfs toevallig. Met een grondige theoretische kennis kun je die ideeën verbeteren, zodat je je ontwerp kunt optimaliseren. Een papieren vliegtuigje vliegt beter als je het op de juiste manier vouwt zodat het weinig weerstand ondervindt. Zo leer je spelen met wiskunde, fysica, scheikunde … De uitvinders van morgen vouwen nu misschien hun eerste papieren vliegtuigje. De Faculteit Ingenieurswetenschappen is klaar om hen te verwelkomen en te ondersteunen in hun zoektocht. Sinds 1 augustus is de pas verkozen rector, prof. Mark Waer, aan de slag. Ook het College van Bestuur werd aangepast met o.a. prof. Karen Maex (ir, K.U.Leuven, 1982) als vicerector van de Groep Wetenschap & Technologie, prof. Bart De Moor (ir. K.U.Leuven, 1983), als vicerector Internationalisering en prof. Tine Baelmans (ir. K.U.Leuven, 1987) als vicerector Studentenbeleid. GeniaaL ging meteen op bezoek bij de nieuwe rector voor een openhartig gesprek. Nog een nieuwigheid is de diplomaruimte, een nieuwe organisatiewijze van studieprogramma’s aan de K.U.Leuven die een verregaande flexibilisering voor de studenten betekent. Vicerector Tine Baelmans en An Roose zullen ons inwijden in deze nieuwe aanpak. Dit jaar wuiven we drie opvallende professoren van onze faculteit uit – tijd voor een kort gesprek met emeriti Ludo Gelders, Herman Neuckermans en Henk Olivié. Ook afscheidnemend bestuurslid van de VILv – Alumni Ingenieurs K.U.Leuven, Fons Calders, krijgt het woord. En de VILv spoort alle leden aan om hun gegevens in de alumnidatabase te actualiseren, om de communicatie te verbeteren. Een goed netwerk begint immers met een goede communicatie. Gelegenheid om te netwerken krijg je zeker op de Dag van de Ingenieur en de Forumavonden: noteer de data in je agenda. Je kunt alvast kennismaken met de nieuwe bestuursleden, Kim Proost en Wouter Rerren, bij de jonge alumni zeker nog bekend als ondernemende VTK’ers. Onze studenten genieten niet alleen van het feesten in Leuven, o.a. bij hun promotie, ze beleven ook plezier aan de internationale dimensie in onze opleiding tot burgerlijk ingenieur(-architect), zoals duidelijk is in de berichtgeving over de geslaagde BEST Summer Course en buitenlandse stages. Ingenieur-zijn kent geen grenzen. Veel leesplezier en aan alle nieuwe studenten: van harte welkom! Ludo Froyen Decaan Faculteit Ingenieurswetenschappen
INHOUD Nieuws uit de faculteit Interview professor Mark Waer, rector Doctoraatsonderzoek kruipt onder de huid Gelijke kansen aan de Faculteit Ingenieurswetenschappen De diplomaruimte: flexibel studeren Emeriti Ludo Gelders, Herman Neuckermans, Henk Olivié Dag van de ingenieur - Forumavonden
3 4-5 6-7 8-9 10-11 12-13 14
Promotie 1954 op stap VILv in het digitale tijdperk Nieuwe VILv-bestuursleden Kim Proost & Wouter Rerren Interview afscheidnemend VILv-bestuurslid Alfons Calders BEST Summer Course: Creating land for the future Ingenieursstudenten in het buitenland: Hola – Hallo! Afsluiter
15 16 17 18-19 20 21-23 24
Nieuws Prijzen, onderscheidingen, … • Daan Huybrechs, postdoctoraal onderzoeker aan het Departement Computerwetenschappen, ontving op 28 mei 2009 de New Talent Award op de International Conference on Scientific Computation and Differential Equations (SciCADE2009) in Beijing, China. Voor meer informatie zie http://eng.kuleuven.be/nieuws/DaanHuybrechs.html • Op 3 juli hebben tijdens de promotieplechtigheid acht vooraanstaande vertegenwoordigers van het bedrijfsleven een masterproefprijs uitgereikt aan studenten die een uitmuntende masterproef hebben gemaakt in het vakgebied van de desbetreffende bedrijven. Een overzicht: - Alcatel-Lucent Uitreiking door: Guido Petit, Director Alcatel-Lucent Technical Academy voor ‘Een studie van algoritmes en technieken voor artificiële no-limit poker spelers’ van Guy Van den Broeck Promotoren: Hendrik Blockeel en Jan Ramon - Atlas Copco Uitreiking door: Filip Vandenberghe, toen president Airtec divisie, nu Managing Director Atlas Copco India voor ‘Invloed van het selectief laser smelten op de microstructuur van titaanlegeringen’ van Lore Thijs Promotoren: Jan Van Humbeeck en Jean-Pierre Kruth - Besix Uitreiking door: Werner Dekkers, Chief Development Officer voor ‘Overstromingsbeheersing van de Demer met model predictieve controle’ van Maarten Breckpot Promotor: Bart De Moor - Industriële adviesraad van CIT Uitgereikt door: Achiel Ossaer, voorzitter voor ‘Control of coalescence and ostwald ripening in structured emulsions’ van Rob Van Hooghten en Tom Verwijlen Promotor: Jan Vermant
- Elia Uitreiking door: Hubert Lemmens, Chief Transmission Officer voor ‘Gedrag van dubbelgevoede inductiegeneratoren tijdens netfouten en de impact op een afstandsrelais’ van Simon De Rijcke promotor: Johan Driesen - IMEC Uitreiking door: Robert Mertens, Senior Vice President voor ‘Ontwerp van een vermogenoptimalisatie circuit voor een piëzo-elektrisch gevoed systeem’ van Jolan Willems en Joris Van Roost Promotor: Johan Driesen - LMS Uitreiking door: Herman Van der Auweraer, corporate research director voor ‘Ontwikkeling en validatie van modelreductietechnieken voor de dynamische simulatie van flexibele meerlichamensystemen’ van Frank Naets Promotoren: Wim Desmet en Dirk Vandepitte - Luciad Uitreiking door: Eric Lafortune, project leader voor ‘Symbolischeuitvoering gebaseerde verificatie van meerdradige Javaprogramma’s’ van Cedric Cuypers Promotor: Frank Piessens
• Tine Baelmans, gewoon hoogleraar aan het Departement Werktuigkunde, neemt vanaf 1 augustus 2009 het mandaat van vicerector Studentenbeleid op. Bart De Moor, gewoon hoogleraar aan het Departement Elektrotechniek, treedt op hetzelfde ogenblik aan als vicerector Internationalisering. Karen Maex, gewoon hoogleraar aan het Departement Elektrotechniek, zet haar functie van vicerector Wetenschap & Technologie verder. • Op 1 augustus 2009 is Yolande Berbers, gewoon hoogleraar aan het Departement Computerwetenschappen, aangetreden als vicedecaan van de Faculteit. Zij volgt Ann Haegemans op. • Joos Vandewalle, gewoon hoogleraar aan het Departement Elektrotechniek, is uitgeroepen tot EURASIP FELLOW, voor zijn bijdragen tot wiskundige methodes bij signaalverwerking en ‘machine learning’. Dit is de meest prestigieuze erkenning die EURASIP (European Association for Signal Processing) biedt aan briljant onderzoek in meer dan één domein van signaalverwerking.
In memoriam - De universitaire gemeenschap neemt afscheid van Dietrich Hectors, doctorandus aan de Faculteit Ingenieurswetenschappen, geboren te Kapellen op 10 november 1979 en overleden te Essen op 17 juli 2009.
Prof. ir. R. Van Cauterenleerstoel - Op woensdagnamiddag 25 november 2009 vindt de 41e Van Cauterenleerstoel plaats in het Thermotechnisch Instituut in Heverlee. Het thema van de studienamiddag is de rol van de ingenieur in de maatschappij. Meer informatie binnenkort op www.eng.kuleuven.be
Van links naar rechts : Alcatel-Lucent, Atlas Copco, Besix, Industriële adviesraad van CIT, Elia, IMEC, LMS en Luciad
3
Professor Mark Waer, rector: “We zijn Vlaanderen, met de grootste output – Sinds 1 augustus 2009 leeft de K.U.Leuven met een nieuwe rector: professor Mark Waer. Als vicerector van de Groep Biomedische Wetenschappen was hij al lid van de vorige bewindsploeg. Hij komt dus niet onvoorbereid aan het hoofd te staan van onze universiteit. GeniaaL polst naar zijn visie over ingenieurs, over onze Faculteit, over de grote veranderingen die we hebben meegemaakt en wat er nog te gebeuren staat. Hij was dadelijk bereid tot een gesprek. Fris en monter terug uit vakantie ontving hij ons in zijn nieuw kantoor in de Universiteitshallen. Hebt u speciale banden met de ingenieursfaculteit?
4
Na mijn studies Latijn-wiskunde heb ik lang getwijfeld tussen arts en ingenieur. Veel van mijn vrienden startten toen ingenieursstudies – ik heb uiteindelijk gekozen voor geneeskunde. Beide richtingen hebben in mijn ogen veel gemeen: interesse in praktische toepassingen naast fundamentele wetenschap, een professionele oriëntatie… Van onze oudste drie kinderen heeft er geen enkele voor de ingenieursstudies gekozen; ook de jongste heeft andere interesses. In uw bestuursploeg hebt u wel drie ingenieurs opgenomen, waarvan twee vrouwen (Tine Baelmans, Bart De Moor, Karen Maex). Was daar een speciale reden voor? Het waren drie personen die ik al aan het werk had gezien, en van wie de concrete en praktische aanpak mij goed ligt. Zij vinden het belangrijk om kwantitatieve gegevens te verzamelen en die informatie kernachtig en visueel voor te stellen. Ook stond ik erop om een aantal vrouwen in mijn team op te nemen. Rolmodellen zijn immers belangrijk. Welke rol kunnen alumni spelen voor onze universiteit? Tijdens de verkiezingscampagne verwees ik al naar de rol van onze alumni: zij zijn immers de ambassadeurs van onze universiteit. Zij spelen een belangrijke rol in de rekrutering van nieuwe studenten, zowel in binnen-
als buitenland. Dit draagt bij tot de internationale positionering van onze universiteit. Ook vormen zij een breed netwerk, dat de universiteit draagt. Ik vind dat ze een wezenlijke brugfunctie vervullen tussen universiteit en maatschappij, in beide richtingen. Wij zullen daarom in de toekomst meer een beroep doen op de bestaande structuren, zoals open innovatie, de Senaat en de emeriti. Maar er zijn ook andere interfaces nodig om dit verder te ontwikkelen; zo reken ik op de inbreng van alumni om het profiel van onze Alma Mater scherper te stellen, zowel in Vlaanderen als in België en Europa. Wij moeten duidelijk maken welke bijzondere karakteristieken we wensen naar voren te schuiven. We zijn nu de grootste universiteit in Vlaanderen, met de grootste output – vinden we dat belangrijk? Willen we dat behouden? Ik dacht van wel, zeker met het oog op onze internationale positionering. Ziet u de rol van de K.U.Leuven vooral als een universiteit voor de grote massa, dan wel als een elite-instelling - een “Harvard (of Stanford) aan de Dijle”? Dit is een discussie die al een tijdje loopt. Ik denk dat we die twee extremen in belangrijke mate kunnen verzoenen via onze Associatie. Om talent aan te trekken moet je rekruteringsbasis zo breed mogelijk zijn.
In het verleden konden we als enige katholieke universiteit jongeren uit heel Vlaanderen aantrekken. Nu blijkt het voor jongeren een stuk moeilijker te worden om hun familiale en sociale kring (de plaatselijke jeugdbeweging, culturele vereniging, sportclub...) te verlaten om in Leuven op kot te komen. Maar we merken ook dat dit “kerktoreneffect” minder speelt voor de masterstudies: in Leuven noteren we de laatste jaren een belangrijke instroom van nieuwe (generatie-) studenten op masterniveau. Dankzij de Associatie hoop ik dat Leuven een brede basis zal kunnen combineren met hoge toppen. Hoge toppen die op hun beurt het aanzuigeffect zullen vergroten voor masterstudies, waar uiteraard de kwaliteit van het onderzoek zwaarder doorweegt. Graag ga ik nog wat verder in op die combinatie van een brede basis en hoge toppen: dit principe wil ik ook bij de verdeling van researchgelden binnen de universiteit aanhouden. Langs de ene kant moeten we ervoor
nu de grootste universiteit in vinden we dat belangrijk?” zorgen dat elke afdeling beschikt over een basisbudget voor haar onderzoek; maar daarnaast moeten we topgroepen belonen met bijkomende middelen. De associatievorming heeft ondermeer geleid tot de oprichting van de 'Geassocieerde Faculteit Industriële en Biowetenschappen', die door veel burgerlijk ingenieurs met argusogen wordt bekeken. In de huidige fase beoogt de Associatie twee belangrijke objectieven: de hogescholen bijstaan bij hun academisering, en daaraan verbonden, ervoor zorgen dat hun opleidingen nauwer op onderzoek gesteund worden. Daar sta ik volledig achter. Een eventuele versmelting van universiteit en Associatie is in deze fase niet aan de orde. Het lijkt mij ook voorbarig om een onmiddellijke integratie van de academiserende hogeschoolopleidingen binnen de universiteit na te streven. Zoals ik in mijn verkiezingsprogramma (zie voetnoot) heb beschreven, kan dat slechts nadat een aantal voorwaarden vervuld zijn: eerst en vooral een duidelijke profilering van de verschillende opleidingen, maar uiteraard ook de beschikbaarheid van voldoende academische docenten en van aangepaste onderzoeksmiddelen. Bij de evaluatie van de academisering zal immers ook het onderzoek in rekening gebracht worden. Als de academiserende opleidingen in de universiteit worden geïntegreerd betekent dit voor de K.U.Leuven een toename van het aantal studenten met 40-50%: er zal heel wat tijd (en middelen) nodig zijn om een academisch docentenkader in te vullen voor zo’n toename in studentenaantallen. Deze middelen kunnen duidelijk niet ten nadele komen van de huidige universiteitsfinanciering. Ook het beheer van een tiental campussen binnen een eenheidsstructuur lijkt mij in de huidige context een moeilijk haalbare zaak. Nadat aan deze voorwaarden voldaan is, kunnen we eraan denken om bijvoorbeeld de opleidingen industriële wetenschappen (industrieel ingenieur) en handelswetenschappen binnen
de universiteit te integreren, zeker wat betreft het masterniveau. Zoals reeds gezegd, moeten de verschillende profielen dan duidelijk omschreven zijn. Het mag in elk geval geen eenheidsworst worden! Misschien kunnen we ons bij deze integratie wel spiegelen aan de gang van zaken in de Faculteit Geneeskunde: stafleden in de Universitaire Ziekenhuizen worden gerekruteerd op basis van hun professionele kwaliteiten. Een eventuele academische benoeming volgt pas in een tweede fase. Ook bij het onderzoek moet rekening gehouden worden met de verschillende profielen. Toch wens ik te benadrukken dat het onderzoek, van “toegepast” tot “toepasbaar” tot “fundamenteel”, één enkel continuüm vormt. Ook hier mag ik misschien verwijzen naar de ervaring binnen de Faculteit Geneeskunde waar vroeger twee verschillende doctoraten werden toegekend: het “klinisch doctoraat” en het “onderzoeksdoctoraat”; dit onderscheid werd enkele jaren geleden terecht afgeschaft. Het is immers niet zinvol binnen het onderzoekscontinuüm. Wel zal dan duidelijk voortdurend samenwerking en coördinatie nodig zijn tussen de verschillende facetten van het onderzoek: dit moet vanuit de universiteit gestuurd worden. Graag nog een laatste vraag: enkele jaren geleden werd het toelatingsexamen voor de studies burgerlijk ingenieur afgeschaft, terwijl het een tiental jaar geleden werd ingevoerd voor de studies geneeskunde. Wat is hierover uw mening? Persoonlijk vind ik het spijtig dat het toelatingsexamen voor de ingenieurs werd afgeschaft. Anderzijds denk ik dat een universitaire vorming zeer breed moet zijn: het was misschien niet ideaal om via de toelatingsproef alleen de wiskundekennis te toetsen en uitsluitend hierop te selecteren. De toelatingsproef voor geneeskunde is veel breder opgevat en we merken tijdens de latere studies een zeer goede correlatie tussen de prestaties van de studenten voor verschillende vakken en de deeltoetsen over
de corresponderende vaardigheden in de toelatingsproef. Zo is er een duidelijk verband tussen klinische en diagnostische vaardigheden en het onderdeel van de toelatingsproef waarin de leerlingen vragen moeten beantwoorden na het bekijken van de film van een gesprek met patiënten. Daarbij moet toch ook vermeld worden dat een selectie van de kandidaatstudenten geneeskunde nodig was: vóór het invoeren van de toelatingsproef hadden we meer dan 800 studenten in het eerste jaar! Het was niet mogelijk om voor al die studenten kwaliteitsonderwijs te verzorgen. Vooral voor studies die zeer duur uitvallen, lijkt een selectie gerechtvaardigd. Misschien is “selectie” niet het juiste woord: er is in elk geval nood aan begeleiding en oriëntatie van de leerlingen. Misschien moeten er al selectieprocedures worden ingebouwd in het basisonderwijs en het secundair onderwijs? Aan de universiteit kan de selectie dan trouwens later komen, na één of twee studiejaren van een brede, algemene vorming. Een aspect dat ook wel vermeldenswaard is: op sommige gemotiveerde en ambitieuze leerlingen oefent een selectieproef een zekere aantrekkingskracht uit. Het is een uitdaging waarop zij graag ingaan…
Mijnheer de rector, graag danken wij u voor dit gesprek en wensen wij u een voorspoedige bewindsperiode toe. Yves Willems
Voor meer informatie over de visie van onze nieuwe rector over deze en andere aangelegenheden zie www.markwaer.be
5
Nieuw onderzoek kruipt Stappen is één van de meest gebruikte menselijke bewegingen, maar tegelijkertijd een erg complex gegeven. Om bijvoorbeeld twee stappen te zetten moeten er meer dan 30 spieren op het juiste moment actief en dan weer inactief zijn. Bovendien moeten ze daarbij ook met uiterste precisie de juiste kracht ontwikkelen om ons evenwicht niet te verstoren. Uiteraard wordt de situatie er niet makkelijker op wanneer de stapbeweging afwijkingen vertoont. Dergelijke afwijkende gangpatronen komen bijvoorbeeld vaak voor ten gevolge van orthopedische en neuromusculaire stoornissen. Het is voor clinici bijgevolg geen makkelijke taak om de oorzaken van een afwijkend gangpatroon te identificeren.
De klinische analyse van het gaan en de rol van een musculoskeletaal model Het is pas sinds de laatste 20-30 jaar dat technologie clinici kan assisteren bij de identificatie van de oorzaken van een afwijkend gangpatroon door het mogelijk te maken op een objectieve en gestandaardiseerde manier een gangpatroon te analyseren en de onderliggende biomechanica te bestuderen. Vooral bij kinderen met hersenverlamming werd de toegevoegde waarde van dergelijke ganganalyses reeds wijd erkend en uitgebreid gedocumenteerd. Uiteraard zijn clinici voornamelijk geïnteresseerd in wat er zich binnenin het lichaam afspeelt op het niveau van de spierwerking, de gewrichtsbewegingen en de botstructuren. Spijtig genoeg 6
maakt de bestaande technologie het nog niet mogelijk om al de benodigde gegevens omtrent die interne anatomische structuren rechtstreeks op een niet-invasieve manier te meten tijdens de stapbeweging. Om toch te bestuderen wat er zich binnenin het lichaam afspeelt tijdens het stappen en tevens het effect van de specifieke lichaamsbouw van elke patiënt te analyseren, wordt er gebruik gemaakt van "een subjectspecifiek musculoskeletaal model". Dit is een computermodel dat op een zo accuraat mogelijke manier de relevante delen van het menselijk lichaam beschrijft zoals getoond in Figuur 1. De benodigde, niet-meetbare informatie betreffende het gangpatroon van de patiënt kan dan met behulp van dit model berekend worden. Zo kunnen de gewrichtsbewegingen en de kinetica (de momentwerking in de gewrichten) berekend worden. Ook eigenschappen van de spieren zijn van belang, zoals bijvoorbeeld de spiervezellengte en de momentarm van de spier. (De momentarm van een spier is de afstand tussen de kracht ontwikkeld in de spier en de gewrichtsas waarover hij arbeid verricht - die hij dus doet bewegen). Ze bepalen mee de efficiëntie waarmee spierkracht kan worden ontwikkeld en die spierkracht kan worden omgezet in een gewrichtsbeweging.
Subjectspecifieke versus generische musculoskeletale modellen Er werd al aangetoond dat, met behulp van magnetische resonantie(MR)-scanners, de lichaamsbouw van de patiënt op een voldoende gedetailleerde manier in beeld kan worden gebracht om dergelijke subjectspecifieke musculoskeletale modellen op te bouwen. Wel bleek het handmatig verzamelen van de nodige informatie uit de scannerbeelden te veel tijd en werk te vragen om routinematig gebruik te kunnen maken van op MR-scans gebaseerde modellen.
Figuur 1: De structuur van een musculoskeletaal model van de onderste ledematen. Een dergelijk model is opgedeeld in verschillende segmenten (bijvoorbeeld pelvis, femur, tibia, voet) met elk een eigen assenstelsel. Verder omvat een dergelijk model een beschrijving van de botstructuren (door gebruik te maken van een wiskundige beschrijving van het botvolume, i.e. 3D meshes), de gewrichtskinematica (door de relatieve transformaties te definiëren tussen de segmentaire assenstelsels in functie van de vrijheidsgraden van het gewricht) en de spieren (door gebruik te maken van lijnmodellen die zich kunnen opspannen en ontspannen en van uiteinde tot uiteinde lopen door het midden van de spierbuik).
Bij gebrek aan werkbare alternatieven voor dit handmatig MRgebaseerd modelleren, worden generische musculoskeletale modellen gebruikt die gebaseerd zijn op een combinatie van anatomische studies bij niet-pathologische volwassen mannelijke kadavers. Voor gebruik worden deze modellen dan herschaald om zo de persoonlijke afmetingen (beenlengte, breedte van het bekken,...) beter te benaderen. Verder bevatten deze modellen echter geen subjectspecifieke informatie waardoor we niet meer spreken over subjectspecifieke maar herschaalde generische modellen. Een eenvoudige herschaling alleen is uiteraard onvoldoende om alle relevante musculoskeletale eigenschappen van een patiënt in de modellen te integreren; zeker wanneer er zich grote verschillen voordoen in antropometrie of wanneer er duidelijke botafwijkingen aanwezig zijn, zoals vaak het geval is bij kinderen met hersenverlamming.
onder de huid
Lennart Scheys behaalde zijn doctoraat onder het copromotorschap van Paul Suetens (van het Departement Elektrotechniek (ESAT)), Arthur Spaepen en Ilse Jonkers (beiden van de groep Biomedische wetenschappen) en met financiering van een FWO-onderzoeksproject. Hij verdedigde op 23 juni zijn doctoraat getiteld: “Personalized Musculoskeletal Modeling Based on Magnetic Resonance Images: Use for Biomechanical Analysis of Gait”. Hij blijft voorlopig aan de K.U.Leuven voor een IDO-project (InterDisciplinair Onderzoek) met als doel het modelleren van de menselijke beweging vanuit een neuromechanische invalshoek door bewegingssimulaties te combineren met een neuromechanisch model. Kurt Driessens 7
Een software-omgeving voor subjectspecifiek, MRI-gebaseerd musculoskeletaal modelleren In dit doctoraat werd een tijdsefficiënte en gebruiksvriendelijke software-omgeving ontwikkeld die het voor het eerst mogelijk maakt om routinematig op basis van MR-scans subjectspecifieke musculoskeletale modellen van het onderste lidmaat op te bouwen (zie Figuur 2). Voornamelijk door de meest moderne automatische en semi-automatische beeldverwerkingstechnieken in de modelleringsprocedure te integreren werd de nodige tijdswinst gerealiseerd. Deze software werd bovendien succesvol toegepast bij een aanzienlijke groep van zowel controlesubjecten als pediatrische patiënten met botafwijkingen ter hoogte van de heup ten gevolge van hersenverlamming. Verder werden de ganganalyseresultaten, berekend aan de hand van deze subjectspecifieke musculoskeletale modellen, vergeleken met de resultaten berekend aan de hand van een herschaald algemeen model. Die vergelijkingen toonden aan hoe er grote afwijkingen ontstaan in de berekende resultaten wanneer er onvoldoende rekening wordt gehouden met de specifieke lichaamsbouw van de patiënt, zoals bij herschaalde algemene modellen. Deze bevindingen versterkten nog verder de meerwaarde van de ontwikkelde software-omgeving. Deze maakte het immers voor het eerst mogelijk om in een klinische omgeving op een accuratere en meer subjectspecifieke manier te zoeken naar de oorzaken van een afwijkend gangpatroon. Zo kan de uiteindelijke behandeling nog beter worden afgestemd op de specifieke situatie van elke patiënt. Dit kan bijdragen tot een daling van het aantal behandelingen met ongewenste neveneffecten en een stijging van de levenskwaliteit van patiënten met een afwijkend gangpatroon. Lennart Scheys
Figuur 2: Een typisch beeld van een subjectspecifiek musculoskeletaal model, aangemaakt in de ontwikkelde software-omgeving. Bij de definitie van alle onderdelen van het model wordt de gebruiker door automatische en semi-automatische beeldverwerkingstechnieken geholpen. Om steeds de accuraatheid van het model te kunnen controleren presenteert de software het model steeds aan de gebruiker in combinatie met de MR-beelden die aan de basis liggen van het model. Dit aan de hand van drie door de gebruiker vrij te positioneren beeldsnedes. Meer informatie over doctoraten bij ingenieurswetenschappen: www.kuleuven.be/doctoraatsverdediging/ en klikken op Faculteit Ingenieurswetenschappen
Ingenieur m/v, zw/w, …: de Faculteit Ingenieursw
8
Omdat alle studenten en personeelsleden van de K.U.Leuven gelijke kansen verdienen werd binnen de universiteit een Centrum voor Gelijke Kansenbeleid opgericht. Het centrum werkt met een netwerk van mainstreamingpromotoren, duo’s van een man en een vrouw, voor elke faculteit en dienst. Voor de Faculteit Ingenieurswetenschappen zijn dat prof. Yolande Berbers van het Departement Computerwetenschappen en prof. Patrick Reynaert van het Departement Elektrotechniek (ESAT). Zij leiden de Facultaire Werkgroep Gelijke Kansen, die voorts nog bestaat uit m/v-duo’s van studenten, assistenten, administratief en technisch personeel en zelfstandig academisch personeel. Mainstreamingpromotoren: wie zijn ze, wat doen ze? GeniaaL vraagt het hen. Mainstreaming houdt in dat je bij elke beslissing die je neemt, checkt of ze wel neutraal is, of je er geen groepen mee benadeelt of uitsluit. Wanneer je bijvoorbeeld ’s avonds laat nog een vergadering plant, is het moeilijk voor ouders, en dan meestal vooral voor moeders, om aanwezig te zijn. Of wanneer je een vacature openstelt, is het de bedoeling dat je de juiste persoon voor de juiste job zoekt, en dat hoeft niet specifiek een man dan wel een vrouw te zijn. Je moet dus proberen niet a priori al bepaalde groepen uit te sluiten. Als je talent wilt binnenhalen, moet je het potentieel van alle bevolkingsgroepen aanboren. De K.U.Leuven heeft een diversiteitsbeleid. Wij stippelen dat niet mee uit, we zijn eerder lokale contactpersonen. We pikken interessante punten uit de universitaire werkgroep op en passen
die dan toe binnen de faculteit. De laatste jaren lag de focus vooral op het genderbeleid, maar dat verschuift stilaan naar een algemeen diversiteitsbeleid. We merken bijvoorbeeld dat de faculteit een internationaler karakter krijgt. Het aantal buitenlandse doctoraatsstudenten, postdocs en docenten neemt toe en dat kan hier en daar voor kleine frustraties zorgen. We moeten proberen clanvorming te voorkomen en ons zo tolerant mogelijk op te stellen. Ook voor studenten met een functiebeperking, toegankelijkheid in het algemeen en 50+-ers is er meer aandacht. De mainstreamingpromotoren houden bij de dagelijkse werking dus een oogje in het zeil vanuit het standpunt van diversiteit. Het is echt overal doorgedrongen en je moet het bij elke beslissing even aftoetsen. Let wel, mainstreaming is geen positieve discriminatie! Positieve discriminatie heeft een slechte connotatie en werkt meestal ook gewoon niet. Je kan bijvoorbeeld wel een vrouw ‘droppen’ in een raad van bestuur, maar als de andere leden dat niet zien zitten, haalt dat weinig uit en wordt die persoon toch buitengesloten. Mainstreaming is eigenlijk het tegenovergestelde: door op voorhand te zorgen dat je niemand uitsluit, krijg je sowieso de juiste persoon op de juiste plaats en dan hoef je niks te forceren. Aan de universiteit is er een probleem met de doorstroming van vrouwen. Het aantal meisjesstudenten ligt over het algemeen een pak hoger dan het aantal jongensstudenten, maar die verhouding verandert voor doctoraatsstudenten en nog meer voor postdocs
gelijke kansen aan etenschappen
9
en docenten. De doorstroming is dus een groot probleem. Voor de Faculteit Ingenieurswetenschappen ligt dit helemaal anders. De laatste jaren ligt het aantal meisjes dat aan de ingenieursstudie begint (ir. en ir.-architect samen) rond de 20%, terwijl er sinds kort ook zo’n 20% vrouwelijke docenten zijn. De doorstroming zit dus goed, maar aan de instroom is duidelijk nog veel werk. Eén van de problemen is dat ingenieurs gewoon niet aan bod komen op school en in de media. Als dat dan toch gebeurt, worden ze vaak negatief afgebeeld, als vakidioten of nerds. Jongeren weten dus gewoon niet wat ingenieurs doen! Er zijn dan ook verschillende projecten opgezet door bijvoorbeeld Agoria en de RVO-Society om scholieren warm te maken voor technologie en wetenschap. De werkgroep probeert hier dan zo goed mogelijk aan mee te werken. Om ook de meisjes mee te krijgen zorgen we er dan voor dat in de panels evenveel vrouwen als mannen zitten, zodat ze zien dat technologie ook iets voor vrouwen is. We hebben ook samen met K VIV, VOV Lerend Netwerk en vzw Amazone gewerkt aan het ESF-project Ingenieur M/V, waar ondermeer de website www.ingenieur-mv.be uit voortgekomen is – daar vind je bv. diverse portretten van ingenieurs. Zelf organiseren we netwerklunches. Een paar jaar geleden bleek uit een studiedag over genderbeleid dat vrouwen niet zo goed zijn in netwerken, omdat ze het verloren tijd vinden. Vrouwen hebben een ander idee van efficiëntie en werken liever dan ze netwerken, terwijl dit juist zeer belangrijk is.
Daarom organiseren we nu die lunches voor postdocs, docenten en hoofddocenten van de Groep Wetenschap & Technologie. De afgelopen lunches hadden we sprekers vanuit de Vlaamse administratie, Janssen Pharmaceutica en IBM. Hoewel de opkomst niet overdonderend is, bestaat er wel interesse voor en leveren de talks altijd veel stof tot discussie. Daarnaast hebben we meegewerkt aan een nog lopende bevraging van de studenten uit de 2e master. Hun antwoorden worden vergeleken met wat ze vijf jaar geleden van de studies verwachtten. We hebben de vragen rond gelijke kansen en het beeld van vrouwen binnen de ingenieursstudies mee helpen opstellen. Voorts was er nog een project van K VIV, De wereld aan je voeten, waarin laatstejaars humaniorastudenten in contact gebracht worden met technologische bedrijven. De studenten van het Koninklijk Atheneum 2 'RING' Leuven bezochten de K.U.Leuven als bedrijf en wij zorgden voor een voldoende divers sprekerspanel. Eén van de geplande activiteiten voor het komende jaar, naast de volgende netwerklunches, is de evaluatie van de algemene tevredenheidsenquête bij het K.U.Leuvenpersoneel, en dat op het vlak van diversiteit. Voor de rest kunnen we steeds goede ideeën en gemotiveerde mensen gebruiken. Als er iemand wil meewerken binnen de facultaire werkgroep of weet heeft van interessante acties, mag hij/zij ons altijd een seintje geven! Yolande Berbers en Patrick Reynaert i.s.m. An Serbruyns
De diplomaruimte: de ruimte die je krijgt om je diploma te halen
10
De K.U.Leuven stapt vanaf het academiejaar 2009-2010 voor al haar opleidingen over naar een ‘diplomaruimte’ of opleidingsmodel. De invoering past in het kader van flexibel studeren. Enige verduidelijking lijkt aangewezen. De laatste jaren volgen meer dan 25% van de K.U.Leuvenstudenten een programma dat niet strikt samenvalt met een programmajaar. Ongeveer 10% van de studenten maakt immers gebruik van de mogelijkheid tot voorafnames (zie figuur). Dat betekent dat je één of meer opleidingsonderdelen - vakken dus - uit het volgende programmajaar vooraf volgt. Daarnaast zijn er studenten met cumulprogramma’s, verkorte bachelors, schakelprogramma’s, voorbereidingsprogramma’s, creditcontracten, individuele trajecten,… Deze stijgende trend in “flexibilisering” ontstond onder andere door de bepalingen van de Vlaamse overheid in het flexibiliseringsdecreet en het financieringsdecreet. Dit laatste decreet zorgde ook voor de invoering van het leerkrediet, waarbij de studenten een “studiepuntenkrediet” kregen om in het hoger onderwijs te studeren. (In een creditsysteem wordt het volledige studieprogramma in studiepunten uitgedrukt. Het huidige Vlaamse studiepuntenstelsel is gebaseerd op het ECTS (European Credit Transfer System) waarbij één academiejaar 60 studiepunten telt en één studiepunt overeenkomt met 25 à 30 uren studiebelasting, n.v.d.r.). Door al deze evoluties kwam de laatste jaren de gebruikelijke evaluatie per programmajaar onder druk te staan. Hoog tijd dus om de onderwijsorganisatie van de K.U.Leuven beter af te stemmen op de flexibiliteit van de student. Daarom stapt de K.U.Leuven vanaf 2009-2010 voor alle studenten over naar de diplomaruimte.
In de diplomaruimte wordt een student aangespoord om eventuele tekorten in de examenperiode van september op te halen. Bij een slechter resultaat in september wordt hierbij het eerder behaalde beraadslaagbare punt behouden. Op die manier kan de student zijn leerkrediet op peil houden en de nodige toleranties beperken. Een tweede pijler van de invoering van de diplomaruimte is een goed uitgebouwde studietrajectbegeleiding, zowel centraal gestuurd als faculteitsgebonden. Net omwille van de groeiende flexibiliteit en de vele keuzemogelijkheden, willen we onze studenten zo goed mogelijk begeleiden bij het samenstellen van hun studieprogramma. In de eerste plaats doen we dit door opleidingen van meer dan 60 studiepunten te spreiden over opleidingsfasen van elk 60 studiepunten. Deze opleidingsfasen zijn vergelijkbaar met de vroegere programmajaren. We raden de studenten aan om deze opleidingsfasen in de vooropgestelde volgorde te doorlopen. Bovendien garanderen we voor studenten die elk academiejaar alle opleidingsonderdelen uit één opleidingsfase opnemen, dat zij een evenwichtig gespreid uurrooster en een haalbaar examenrooster krijgen. Voor studenten die meer flexibel studeren, worden volgtijdelijkheidsvoorwaarden ingevoerd. Die geven aan dat je vak A moet gevolgd hebben (of ervoor geslaagd moet zijn) voordat je vak B mag opnemen. Daarnaast helpen we studenten op elektronische wijze op weg: het persoonlijk studentendossier van elke student bevat vanaf volgend jaar nog meer informatie over de opgenomen opleidingsonderdelen, de behaalde scores, de aangevraagde toleranties enzovoort.
Percentage
Absolute studentenaantallen
Ook beginnende studenten worden vanaf 2009-2010 beter opgevolgd. Wanneer Aantal voorafnames t.o.v. totaal aantal studenten in Ba-Ma/1-2 cyclus zij op het einde van hun eerste academiejaar niet op 20,0 3.000 minstens de helft van hun opgenomen studiepunten 2.500 een 10/20 of meer haalden, 15,0 worden zij uitgenodigd 2.000 Humane Wet. voor een gesprek op de Biomedische Wet. 10,0 1.500 faculteit. In een dergelijk Wet. & techn. gesprek wordt onder meer Absolute aantallen 1.000 5,0 bekeken of de gekozen 500 studierichting de student wel ligt. Het is van het 0,0 0 grootste belang om 2004-2005 2005-2006 2006-2007 2007-2008 studenten tijdig te heroriënAcademiejaar teren. Sinds de invoering van het leerkrediet staat er immers meer op het spel Wat houdt deze overstap nu precies in? In de eerste plaats dan enkel het verlies van een studiejaar. Kiest de student betekent de invoering van de diplomaruimte de overgang ervoor om verder te gaan met de gekozen opleiding, dan van een programmajaarmodel naar een opleidingsmodel. moet hij na het tweede academiejaar wel slagen voor minstens In een programmajaarmodel wordt een opleiding in programmade helft van alle opgenomen studiepunten tot dan toe (dus jaren ingedeeld en wordt de student op het einde van elk over de twee academiejaren heen). Lukt dit niet, dan mag programmajaar beoordeeld. In een opleidingsmodel wordt deze student het academiejaar daarna niet opnieuw inschrijven pas op het einde van de hele opleiding uitspraak gedaan aan de K.U.Leuven. We hopen echter dat we deze maatregel over het al dan niet slagen. Voor een bacheloropleiding is zo weinig mogelijk zullen moeten nemen en dat studenten dit bijvoorbeeld wanneer de student 180 studiepunten al vroeg in hun studieloopbaan voor die opleiding kiezen waar ze hun talenten het best kunnen ontplooien. afgewerkt heeft. Nieuw is hierbij dat de examencommissie niet meer beslist om een student met onvoldoendes te beraadslagen; de student kiest namelijk zelf voor welke onvoldoendes Tine Baelmans, voorzitter Onderwijsraad en hij een tolerantie inzet. Uiteraard laten we de studenten hier niet vicerector Studentenbeleid An Roose, projectmedewerker Dienst Onderwijsbeleid volledig vrij: enkel scores van 8/20 of 9/20 komen in aanmerking voor tolerantie en de student mag voor maximaal 10 % van het aantal studiepunten van de hele opleiding, tolerantie inzetten. In een bacheloropleiding is dit dus voor 18 studiepunten.
11
Eminente emeriti rusten Het begin van het academiejaar luidt het afscheid in van enkele bekende gezichten, proffen die hun hele of halve leven aan de ingenieurswetenschappen hebben gewijd. GeniaaL sprak met Ludo Gelders, Herman Neuckermans en Henk Olivié, en wenst hen even mooie plannen als herinneringen.
Ludo Gelders
begin van emiejaar: Het van het acad t enten en ud st om m de t Favorie k telkens als ik oo r aa m n vanuit r, he aa rhalen die ik het academiej één van de ve in zie rd ee ss geïntere g. de praktijk bren r van langs voorzitte el. Ik werd on ve lijke Te nk n: ni ne Ko an ppen van de Toekomstpl n een he Wetenscha sc ille ni w ch en Te ijv dr se be de Klas saties en ren n aantal organi mijn kleinkinde Academie. Ee n er mijn tuin, zij n da En . doen beroep op me en boeken! en mijn ongelez eet nooit dat nt, maar verg rin je goed be aa w chappelijk e ts Do aa p: m Boodscha l is. Als ze niet de id m n ee r aa ren. technologie m g leven bescho haar geen lan relevant is, is
kermans Herman Neuc 12
de Werktuigkun Departement: leid be el rie st du Domein: In
Departement: ctuur, ASRO (Archite en uw bo Steden rdening) Ruimtelijke O D AA C n: Domei ded (computer ai design), architectural en Ontwerpek Bouwmethodi
igkundigurgerlijk werktu ieursstudies (b en ing n de slag in aa ijn m ik g Na Carrière: Gent, 1966) gin RU r, ieu en chspace Aero). ing -Moteurs (nu Te elektrotechnisch FN bij en or ot n straalm raakte startte ik de productie va gconjunctuur ge laa in e tri us Management, nd igi Sloan School of ITToen de vliegtu M de n aa f cent Ik verblee gelijktijdig als do een doctoraat. begon ik bijna na ze ar on Da or g. vo rin de later volledig een unieke erva , maar ik opteer n. Zo was te en da uv an Le m en rs uu en in Nam diverse best atervoorziening lteit. Ik had ook Ingenieursfacu schappij voor W t aa M se m aa n de Vl ik voorzitter va asselt. itter van de UH en ondervoorz ! Ik moet op te noemen n: Te veel om te elden, dat en rm om ve m d e lei Memorabel Industrieel Be or vo m quasi uit ru er nt t Ce prof. De Meuld in elk geval he id is. ijn voorganger oe m gr et ge m m en or m en indertijd sa dat sindsdien en t laties ar re st le ge rië op ier van indust het niets werd n eindn enorme waa de ee er n nd va ho t en to w Het uitbou Het leidde o.a. . nd ncycli, se eie les bo ire er nd stuniversita was ook bijzo en, tientallen po z. Ik was lev en , ijfs en dr at be t or ct he werken in ten, tal van do dustriële projec n nauwe band een 600-tal in strieel beleid ee s du in t da d ig tu er lt. Mijn expertise ov te n rs de er altijd va er echt labo - on s rte on so – e w en eu lev acom en de ni met het bedrijfs lg Be n va er adbehe en. over het voorra e altijd bij blijv ressen, Post zullen m De n twerk via cong va ne ra al nt na ce io at rn te in jzonder n bi ee w van rgelijke was Ook de uitbou projecten en de ks toel oe rs rz lee de ui on cq , redactieraden waren de Fran orzittervo re uitdagingen t de he An . en V nd VI re motive chap van K n het voorzitters dersteuning va aan de VUB, ties. Ook de on ita n vis ee le is na it io rnat iversite schap van inte boeiend. De un rsiteit was heel er kon spelen. em rn de on de eigen unive jaren zowat oop waarin ik één van mijn boeiende biot t ik nog ergens oe tm on s lijk Haast dage udenten... 15000 oud-st
eerde af Carrière: Ik stud ect hit rc r-a als ingenieu uven in Le U. K. de n aa n een 1967 en heb da zelfals en jar al nt aa ct ite ch standig ar 76 gewerkt. In 19 doctobehaalde ik mijn t eerste partement raat en werd he t toenmalige de b itectuur aan he ch ar r omvatte. Ik he lid uu af ct st ite e voltijds kunde als arch ks uw oe bo rz l de we on zo t De constructie, da dracht gehad. ben ik erg lijke onderwijsop . Internationaal ht ric altijd een aanzien ge op ij m or Education). do al rd ur we ct ite AB groep CADL ciation for Arch so As n ea leider ben, op ct ur AE (E arvan ik proje actief in de EA ACE project wa rdataM t uu he ct ite er ch is ar en n De laatste jar al ontsluiten va ra nt ce t als he d: op richt e gelever een project ge b ik een bijdrag rdefacultair vlak he lid van de beoo en oz rk ve bases. Ook op ir lta cu fa … ie, als r, iss te m zit or P-evaluatiecom departementsvo zitter van de ZA or vo als ie, iss lingscomm s was ik er wel wat. Pa ten: Dat zijn en mij op om p m rie e el an Memorab malige deca et meer in slag of de toen vo de en n aa ge ik ds at ltij vo elijk ‘d aakte mij duid het appel en m n . n’ tte ze ht aar ik er vijf va de praktijk moc den Krijtjes, w ou G de n aa terug Ik denk graag dat ocht nemen. genomen om WET ontslag in ontvangst m CA t el he n he ; va an it als lid ing kon ga Ik heb ook oo kele vergader is g naar geen en hteraf. (CAWET ac k ee bl ik een jaar lan zo g di en no pp on ha el en he tuurwetensc ongebruikelijk se van de Na ie van de Klas een commiss
niet op hun lauweren binnen de Ko ninklijke Vlaam se Academie Wetenschappen van België vo en Kunsten, wa or arin de wisselw technische we erking tussen tenschappen en de de industrie ce Er zijn ook wel ntraal staat, nv wat minder leu dr.) ke memorabele Zo vind ik bv. momenten. het afschaffen van het toelatin altijd een spijti gsexamen no ge zaak. Ik be g n oo k ontgoocheld waarop de inte over de manier gratie met de hogeschool Si Een positief m nt-Lucas verlo oment om dit opt. rijtje van mem af te sluiten: op orabele momen 20 mei hadden ten Hilde Vanaenro Verplancke sa men met de st yde en Hans udenten een ve feestje georga rrassingsafsche niseerd voor m idsij, en dat heb ik erg gewaard eerd. Favoriet mom ent van het ac ademiejaar: Ik echt een spec heb eigenlijk ni iaal favoriet m et oment. Doen geeft altijd vold wat je graag do oening. Als ik et dan toch iets dan maar de moet kiezen, proclamatie m doe et receptie en met de stafled het etentje ac en. hteraf Toekomstplan nen: Ik ben bi jna 66, ik blijf de cursus Co nog één of tw nstructie van ee jaar Gebouwen do nog een aantal ceren. Er zijn doctoraten waa ve rder rvan ik promot Het afbouwen or ben. van mijn leven in het kasteel van mijn - goed en het leegmak gevulde - bure en au zal trouwen in beslag nem s ook flink wat en … Ook ga tijd ik eindelijk on iets wat wegen s huis afwerke s veel overwer n, k steeds werd 25 jaar lang ... uitgesteld, al zo ’n Boodschap: Voor de studen ten: reis en ho Zorg dat je w u je ogen open eet wat er in de ! wereld gebeur t, blijf kritisch.
Henk Olivié Departement: Computerwet enschappen Domein: Gegevensstru cturen & Databases; C omputers & Onderwijs Carrière: Ik he b wiskunde gestudeerd aa n de RUGent (1966). Ik heb 21 jaar lesgegeven in An twerpen, zowel in het se cundair als in het hoger onde rwijs, in een industriële hoge school. Tijdens de periode in An twerpen ben ik van 1971 to t 1973 in Leuven de nieu we opleiding Informatica ko men volgen en in 1980 be haalde ik mijn doctoraat aan de UIA. Ik was ook actief betro kken bij initiatieven ter prom otie van ICT
in het onderw ijs en heb op dat gebied oo boeken meege k aan verscheid werkt. ene In 1987 startte mijn loopbaan aan de K.U.Le van bij het be uven, waar ik gin naast basis cursussen Prog Gegevensbank rammeren en en ook de lerar enopleiding Info Mijn interesses rmatica verzor leidden tot he gde. t uitbouwen va groep met als n een onderzoe domeinen én ksgegevensbank steuning voor en én ICT-onde onderwijs. Di renstverlening rond onderwijs deed ik hoofdz gebonden them akelijk a’s. Memorabele momenten: Dat is een moe doctoraat waa ilijke! Er is bv rin ik als eerste . mijn een totaal nieu van zoekbom we eigenscha en heb kunnen p bewijzen. Er is ook de Va n Cauterenlee rstoel geweest in 1994. De st die ik organise udiedag trok ee erde n volle zaal, he Multimedia. Le t thema was uk om nu nog eens terug te nieuw en verra kijken op wat ssend was, bv toen . de website va De evolutie op n het Witte Hu het vlak van m is. ultimedia is, zo weten, enorm als we allemaa geweest. l Onderwijs was voor mij altijd heel belangrijk Gegevensban . De cursus ken bv. heb ik voor het eerst en hij is over de gegeven in 19 jaren uitgebou 88 wd en voortd In 1994 heb ik urend aangep een cursus M ast. ultimedia prog modelleren ge rammeren en lanceerd, de cu rsus is nu – ne cursussen – ov t als mijn ande ergenomen. Ik re blijf nog wel ee recente cursus n stukje van de Geschiedenis van de inform Het vermelden atica verzorge waard is zeke n. r ook ons vern dat in de lente ieuwd gebouw van 2008 offic , ieel geopend werd. Favoriete mom ent: Ik vond het eerste cont studenten altijd act met nieuw heel aangenaa e m. Het begon met de onthaa en dan de eers ldag te lessen. De nieuwsgierighe leergierigheid id en van studenten is op die momen echt voelbaar. ten Toekomstplan nen: Eigenlijk heb ik niet zo duidelijk omlijn heel de plannen. Ik wil alles een be meer aan het etje toeval overlaten . Ik zal zeker w eer wat meer tijd nemen vo fotografie, zond or er daarom ee n cursus te ga volgen of zo. an Ik ga ook (nog ) meer tijd spen aan het verzor deren gen van de tu in. En dan zijn ook nog de vij er f kleinkinderen waar ruim tijd voor zal zijn … Boodschap: Beheer je tijd goed! Het is he belangrijk dat el je leert je tijd go ed te managen Het vinden va . n een goede ba lans tussen ontspanning en studie of werk is belangrijk. Dat begint al in je studententijd , te veel ontspa tijdens het ac nning ademiejaar lei dt onvermijdeli (veel) studeren jk tot tijdens de vaka ntie! Liliane Pintelo n
13
Activiteiten VILv 3 oktober: dag van de ingenieur! Meer informatie over het programma op www.vilv.be of www.vtk.be/alumni/activiteiten/dagvandeingenieur/
forumavonden Ook dit academiejaar organiseert VILv naar goede gewoonte een aantal forumavonden rond thema's die je zeker zullen interesseren. Noteer de data alvast in je agenda! Op de VILv-website kun je alle informatie nalezen en je binnenkort ook inschrijven. Uitnodigingen via e-mail worden later ook uitgestuurd. Zoals elders in dit blad uitgelegd, heb je er alle voordeel bij dat wij een correct e-mailadres van jou hebben. Je kunt het ons bezorgen via
[email protected] of je kunt zelf je gegevens in de alumnidatabase raadplegen op http://alumni.kuleuven.be. (De 'help' legt u duidelijk uit hoe je een paswoord kunt krijgen als je er nog geen hebt.)
Forumavond dinsdag 17 november 2009 De maakbare mens
14
In de vorige eeuw leken cyborgs een verre toekomst en nu vinden bionische implantaten die verloren of verstoorde lichaamsfuncties herstellen steeds meer ingang. Gekende voorbeelden zijn cochleaire implantaten, neurostimulatie, insulinepompen, retina-implantaten, ... Start: 19.30 (broodjes zijn voorzien vanaf 18.45), gevolgd door receptie Locatie: Auditorium van het Thermotechnisch Instituut, Kasteelpark Arenberg 41, Heverlee
Start: 19.30 (broodjes zijn voorzien vanaf 18.45), gevolgd door receptie Locatie: Auditorium van het Arenbergkasteel, Kasteelpark Arenberg 1, Heverlee
Forumavond dinsdag 30 maart 2010 Passiefhuizen: de woningen van de toekomst?
Forumavond dinsdag 9 februari 2010 Hoe plan ik mijn carrière? In het technologisch en economisch snel evoluerende landschap van vandaag worden aan medewerkers in bedrijven steeds meer eisen gesteld : niet alleen jobspecifieke of technische bijscholing is continu noodzakelijk, ook communicatief moet je met erg diverse gesprekspartners kunnen omgaan, vaak in een coachende positie. Terwijl je vroeger dikwijls een 'zekere' loopbaan had, vaak in hetzelfde bedrijf, moet je vandaag meer dan ooit je loopbaan in eigen handen te nemen. Hoe kan coaching helpen om te reflecteren op je eigen stijl, drijfveren, ambities en zo de volgende stappen in je loopbaan voor te bereiden? Hoe een keuze te maken uit een brede waaier van coachingtechnieken die vandaag bestaan (bv. self-coaching, transformationele coaching, ...)? Tijdens deze avond worden diverse invalshoeken bekeken, o.a. die van HR-management, coaching-goeroes en de VDAB. • Kristiaan Heinen, The Keys • Esther Houben, Global Learning and Development Manager NXP
Het grootste deel van de exploitatiekost van een woning gaat naar de energierekening. Vanuit economische en ecologische hoek worden laag-energiehuizen en passiefhuizen steeds meer gepromoot. Goed geïsoleerde woningen die bijna geen actieve verwarming nodig hebben, kunnen toch winter en zomer een aangenaam binnencomfort bieden. De energie van de aanwezige toestellen, van de verlichting, van de mensen en van de zon moet hiervoor volstaan. Op deze forumavond onderzoeken vooraanstaande sprekers de voor- en nadelen van passiefwoningen. Welke zijn de nieuwe vormen van isolatie (cellulose, schapenwol, stro, ...), zijn ze ecologisch verantwoord, zijn ze duurzaam op lange termijn? Is een passiefhuis economisch verantwoord? Welke onbekenden zijn er nog: luchtkwaliteit, oververhitting, ...? Start: 19.30 (broodjes zijn voorzien vanaf 18.45), gevolgd door receptie Locatie: Auditorium van het Thermotechnisch Instituut, Kasteelpark Arenberg 41, Heverlee
Graag tot op de forumavonden, en zeker tot ziens in Leuven op 3 oktober, de dag van de ingenieur! Je foto’s en indrukken van de dag van de ingenieur zijn welkom op
[email protected]!
Promotie 1954 spoorde naar Antwerpen VIP-ontvangst op 13 mei in het vernieuwde Centraal Station
Promotie 1954 was om haar ‘55 jaar diploma’ te vieren uitgenodigd in het gerenoveerde Centraal Station. Het project om het icoon van Belgische bouwkunde tot een wereldtop HST-station om te bouwen, trok veel belangstelling bij de jaargenoten: er meldden zich meteen 36 deelnemers. Met 43 gepromoveerd, zijn wij vandaag nog met 29. Een trefzekere presentatie door Paul Van Aelst, die het project begeleidde bij het studiebureau dat de werken coördineerde, en die meteen door Paul Van Beveren als “onze collega” voorgesteld wordt, lost de gewekte verwachtingen ruim in. Na een inleiding over de geschiedenis van het prestigestation van Leopold II volgt de overzichtsfilm met een uitvoerig beeld van het verloop van de gigantische werkzaamheden. Paul Van Aelst bespreekt vervolgens een aantal bijzondere aspecten ervan. In verband met de verkeersproblemen rond Antwerpen wordt belicht wat hier spoorwegtechnisch gerealiseerd is. Er wordt ingegaan op bouwkundige oplossingen voor uitzonderlijke problemen die zich voordeden, speciaal ook op de architectonische keuzes en benadering. Afsluiter is een laatste overzicht met fotosessie vanop goedgelegen uitzichtplatformen die het Centraal Station 2009 ideaal overschouwen. Voor het feestbanket in de Rooden Hoed maken wij – op 3 metrohaltes van stationshalte Diamant – nog de korte wandeling tussen de Groenplaats en de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal. In de klassieker van de Antwerpse restaurants hebben wij het VILv-aperitief geheven op “Leuven”. Eens de gesmaakte vis- en vleesschotels cum laude de Vlaamse asperges opvolgen is het speechtime. Tegen desserttijd en laatste wijn tot over de koffie wordt het Speaker’s Corner: Jos Deknopper begroet de sinds de vorige reünie ongewijzigde Mannschaft en de eega’s, speciaal ook drie echtgenotes van betreurde vrienden en stelt een heildronk voor aan grote roerganger
Jacques Vincent, die 13 van onze jaarbijeenkomsten animeerde. Roger Maenhaut apprecieert onze reünies steeds meer, en terugblikkend op de tijd toen hij met Jacques Vincent naar Scherpenheuvel stapte, vuurt hij 18 vragen af voor een voorstellenenquête. Ons kort en bondig ”ja “ of “neen” hierop is gevraagd... De vragen peilen naar ieders ‘oordeel achteraf’, hun gevoel in verband met opgedane ervaringen rond vragen over our life and times: studies, levenskeuzes en –vragen, het geloof. “A suivre” in 2010 graag! Edmond Heirbaut vertelt een tot heden bewaard geheim. Met onvermoed epistolair talent zou Theo Van der Waeteren per brief zijn vriend behoed hebben van vervreemding van diens afstandelijk geworden, maar vurig bemind lief. Edmonds daarop gevolgd lang en gelukkig huwelijk zou aldus een pluspunt te meer blijken op het actief van Theo, temeer daar het standhield toen het auteurschap van de brief onthuld werd. Jef Hulsbosch stelt voor de volgende reünie in Limburg te houden. Zijn argumenten pro laten de alternatieven verbleken en bij hervulde wijnglazen wordt september 2010 als eerstkomende trefdatum voorgesteld - onder het zingen van Jo Erens’ succeslied. Theo Van der Waeteren is door de woordenvloed van de vorige vier sprekers onverwacht verplicht deel twee van zijn pittige interventie naar de autocar te verschuiven - die buiten al wacht voor een grote toer. Hij kan nog maar juist de vraag behandelen of de huidige ingenieurs slimmer zijn dan wij. Op de volgende bijeenkomst spreekt hij over de wetten der entropie, toegepast op onze promotie. Maar in deel twee zal hij met verve en veel argumenten ervoor uitkomen ... “dat hij, zonder Geloof in God en een leven hierna, niet wil leven”... Jos Deknopper - Paul Van Beveren
15
VILv in het digitale tijdperk Tegen het einde van dit jaar zal onze Alma Mater uitpakken met een nieuw alumniplatform, beheerd door de Alumni Lovanienses vzw. Voor details hieromtrent verwijs ik je graag naar één van de volgende edities van de Campuskrant die je als VILv-lid - en bijgevolg K.U.Leuvenalumnus - normaliter in de (elektronische) brievenbus krijgt.
Als we inzoomen op onze – laten we eerlijk ziijn: magere – 40% krijgen we volgend beeld:
Als ingenieurs hebben wij al vaak het voortouw genomen als het gaat om elektronische gegevensverwerking: denken we hierbij aan de elektronische inschrijvingsmodules voor de Forumavonden en de Dag van de Ingenieur. Dankzij deze modules kunnen we de inschrijvingen van onze leden correcter en efficiënter verwerken dan voorheen met de papieren versies. De uitrol van dit nieuwe alumniplatform vormt voor de VILv een uitgelezen moment om nog verder binnen te treden in het digitale tijdperk. De voordelen zijn immers legio: moderne communicatiemiddelen zijn bijna altijd sneller, goedkoper, efficiënter én - last but not least - groener dan de klassieke. Het nieuwe moderne platform van de K.U.Leuven zal ons hierin nog beter kunnen ondersteunen. Het nieuwe platform zal je als alumnus zelf in staat stellen je eigen gegevens aan te vullen en gegevens van je jaargenoten te raadplegen, waarbij uiteraard rekening wordt gehouden met de door de gebruikers zelf in te stellen privacy-instellingen. Het databestand van Alumni Lovanienses wordt uiteraard conform de wet op de privacy beheerd. 16
"Fantastisch", hoor ik je denken, want de meeste ingenieurs zijn uiteraard wel te vinden voor alles wat snel en efficiënt werkt. Maar dan worden we al snel met onze neus op de feiten gedrukt. Alle nieuwe en moderne platformen ten spijt: het is de kwaliteit van de data die erin zit die uiteindelijk het nut bepaalt van zo’n systeem. En laat het nu net daar zijn, beste lezer, dat ons ‘ingenieurs-schoentje wringt’... Wanneer we het huidige databestand van de K.U.Leuven analyseren dan scoren wij - techneuten van de universiteit, remember - abominabel slecht. Onze Alma Mater beschikt immers voor slechts 40% van de alumni burgerlijk ingenieurs over een correct e-mailadres. Wanneer we ons hoofd eens buiten het Arenbergkasteel steken zien we dat heel wat kringen (veel) beter scoren dan wijzelf: biomedische wetenschappers, sinologen, alumni kerkelijk recht, filosofen, maar ook economisten en juristen. Zelfs de ingenieurs van de levende materie (onze collega’s bio-ingenieurs) doen het beter dan wij:
Zonder hier een doctoraatsstudie aan te wijden zou ik volgende stelling durven te poneren: de vele wijzigingen in ons professionele leven én privéleven gedurende de eerste jaren na het afstuderen hebben een enorme impact op de e-mailadressen die we gebruiken. In 10 jaar tijd zakken we van een uitstekende 90% juiste e-mailadressen naar een schamele 30%. Maar dit lage aantal e-mailadressen vormt geen probleem, in die zin dat het wel een probleem is. Ik verklaar mij nader: ingenieurs zijn meestal wel te vinden voor een probleem, althans om het op te lossen. Zeker in dit geval, waar we ook nog eens ons sinds mensenheugenis opgebouwde imago te verdedigen hebben. Ik ben er 200% van overtuigd dat onze lage score niet te wijten is aan een gebrek aan e-mailadressen, en dit zeker niet voor de jongere generaties. Daar moet ik nog m'n eerste ingenieur tegenkomen die er niet minstens twee heeft; sommigen hebben zelfs PDA's nodig om al hun e-mailadressen te onthouden... De probleemstelling is dus duidelijk: hoe krijgen we jullie e-mailadres(sen) in de alumnidatabank? De oplossing is eigenlijk even eenvoudig: je kunt dit gewoon doorgeven aan het secretariaat van Alumni Lovanienses vzw. Zij zullen je gegevens registreren, waarna je deze voortaan zelf kunt aanpassen en zoekopdrachten uitvoeren om oud-medestudenten op te sporen. Ook als je ontbrekende of foute gegevens van oude jaargenoten, familieleden en/of kennissen aantreft in de databank kun je de correcte gegevens steeds doorgeven. Bij deze doen wij een beroep op je ingenieurstrots en vragen we je om je gegevens even na te kijken en aan te passen indien nodig. De combinatie van de kwaliteit van jouw data en de kwaliteit van het nieuwe alumniplatform zal ons in staat stellen om op een efficiëntere manier met jou contact op te nemen en dit in lijn met jouw voorkeursinstellingen: een win-win-win dus: voor u, voor ons en voor onze planeet (groener, weet u nog)! Secretariaat van Alumni Lovanienses vzw Alumni Lovanienses Atrechtcollege Naamsestraat 63 B - 3000 Leuven Tel. 016/32.40.01 Fax 016/32.41.90 E-mail:
[email protected]
Kim Proost en Wouter Rerren van VTK naar VILv
gestudeerd gen officieel af maar enkele da g nologie. no ch ik te n he be isc hrijf ppen: chem ha Terwijl ik dit sc sc en et aren des w w rs it ite de ingenieu n onze univers als master in . Ik ben in twee jaren aa en te ev ts nl laa te en De el! het stud rste Wat een gevo te nemen aan oep in mijn ee or actief deel de onderwijsgr n va e iev lid te intenser do ct als tru van de cons ium begonnen ende nnen genieten lg het VTK-presid ku vo b t he he al in t en rk oor ik to nog verste master, waard lteit. Dat werd lisering’, met onze facu g or ‘internationa vo kin er as w w en jk m eli sa rd oo w eld. nt er w ra le ve bij VTK als professione jaar, waarin ik tieven itia academische in de ie el oo w m zo le in faculteit enke een hot topic de itenlandse et m bu en en m he t jaar sa es voor Belgisc ur ch We hebben di ro ieb n at n jaar ook ee als de inform ik het afgelope uitgewerkt, zo ur van ast bekleedde na t Groepsbestu ar he Da n va n. te lid als it, studen ite emische rs ad ive Ac aan de un ook in de ie. Zo zetelde ik bestuursfunctie ad. log ra no its ch ite Te rs & ive p Un scha de Bijzondere , en de Groep Weten g et in rg ve iez rk te dit jaar niet volgende ve en de daarop Raad en zeker oorne nw en ge rv te Ve er or nv ct te n re studen De evaluatie va sor Waer zal de e rector profes bijblijven. g lan g van de huidig no st va jaar zeker en digers van dit een surfzal vullen met aanden - die ik m et onder m ee tw zig n be va s ie u ik me immer Na deze vakant ho tijd n ije vr aa (in mijn iteiten - zal ik reis, sportstage n andere activ van va l n ta ve en ha ) de do on ExxonMobil in andere taekw n va ij er aarw ad r, ffin bij de ra ocesingenieu de slag gaan art daar als pr st erij. Ik ad ’). ffin so ra Es de en een deel van Antwerpen (‘d or vo d met or w en jk ak woordeli natuurlijk te m door ik verant orstellen heeft ni vo um ag Al m – er Lv hi n VI Dat ik mezelf van Bestuur va enwerking nu in de Raad de goede sam ik n het feit dat ik ka Zo l. te ze bouwen en op t uv he Le n U. Ingenieurs K. meehelpen aa en n tte iten ze er ite it verd mni. De activ met de faculte tussen de alu ie heid lat en re leg re te ge be le van een nog mers een idea im n zij erken Lv w VI r door je vijf jaar zwaa georganiseerd , mensen waar in de zin et t m as t alv ac om het cont zen. Ik heb er bt niet te verlie he eld de ge mee k! ik hoop jullie oo Wouter Rerren
Zes jaar geled en startte ik de opleiding burg de K.U.Leuven erlijk ingenieur . Ik wist al erg aan vroeg dat ik ‘ie De keuze voor ts’ wilde bouw bouwkunde lag en . da n ook voor de de master bouw hand. Tijdens kunde specialise erde ik binnen optie verkeers de nieuwe kunde. Tijdens mijn st udies kon ik bi j VTK terecht vo maar ook mind or serieuze, er serieuze aspe cten van het st van mijn eerste udentenleven: cursussen, mijn eerste cantus, buis tot mijn ee mijn eerste rste job. In mijn derde jaar trad het presidium ik toe tot van VTK. Bij cu rsusdienst voer toen fel betwist den we het e reservatiesys teem in. Een jaa organiseerden r later we bij Activiteite n tal van TD’s, cantussen en quizzen, culturele uitstap jes. In mijn laa ik via de groep tste jaar hielp bedrijvenrelaties de studenten aa of stage en br n een job achten we voor VTK de nodige Tussendoor vo centen binnen nd ik nog de tijd . om VTK-Revue en mee te werken de VTK-Vrouwe aan nweek. In juli 20 met enige weem 08 sloot ik, oed en het dip loma ingenieurs op zak, het ho wetenschappe ofdstuk “stude n ren in Leuven” lange vakantie af. Na een (laat van twee maa st e) nd en een “Europees startte ik bij Gr ontmij, multidisciplinair advies- en ing voor gebouwen enieursbureau , stedenbouw, infrastructuur, ve milieu, water, en rkeer & vervoe ergie en industri r, e.” Mijn huidige ook volledig in werk ligt dan de lijn van mijn studies. Ik werk verkeer aan he bij de afdeling t mobiliteitsbele id van verschille en aan project nde gemeenten en rond fietspa den, busbanen kundige inrichtin en de verkeers g van een druk bezochte site. Hoewel het lijk t alsof ik nog m aar net aan he heb ik intussen t werk ben, al een jaar geled en de schoolb Toch heb ik de anken verlaten. banden met m ijn studiegenoten verbroken: de nog niet afterworkparty, de maandelijks avonden, de Da e ouwzakkeng van de Ingenie ur en het galab de ideale geleg al bleken enheden om bi j te praten en op te halen aa herinneringen n vijf jaar Leuv en . Dit brengt mij naadloos bij de VILv. Zo kunnen als bij VTK, bij de alumni, net de VILv terech t voor zowel se serieuze zaken. rieuze als mind Als kersvers lid er van de Raad va ik trachten de n Bestuur zal alumni dichter bi j elk te brengen en aar en bij de K. vooral te houd U.Leuven en. Bij deze no uit om op de vo dig ik je alvast lgende activite it met mij een drinken en een pintje te komen praatje te slaan . Kim Proost
17
Alfons Calders aan het woord: ‘Herwaardering van techniek als ‘positieve Alfons Calders was vele jaren niet alleen lid van de Raad van Bestuur van VILv, maar ook één van de sterkhouders van het VILv-blad. Enkele maanden geleden heeft hij beslist dat de tijd gekomen was om ontslag te nemen uit beide functies. VILv is Fons dankbaar voor de vele jaren actieve inzet. Gezien zijn uitgesproken visie, keren we graag eens de rollen om en zetten we hem op de interviewstoel. Je zult het merken: hij durft tegen de gangbare meningen in te gaan. Zo is hij ervan overtuigd dat voor ingenieurs klassieke B2C marketingtechnieken niet werken en dat om ingenieurs aan te spreken een specifieke ingenieursmarketing noodzakelijk is. Dit paste hij zelf met succes toe in zijn professioneel leven met de uitbouw van het tijdschrift 'Industrie Technisch Management'. Aan jou om uit te maken of je zijn opinies deelt.
Hoe kan de burgerlijk ingenieur deelnemen aan en wegen op het brede maatschappelijk debat?
18
Het VILv-bestuur geeft leuke aspecten aan je curriculum, zoals deze nabeschouwing na de jaarvergadering 2008
De obligate vraag: waarom heb je gekozen voor de studies van burgerlijk ingenieur? Zou je deze keuze nog steeds maken in de huidige maatschappelijke context? ‘t Zal je verwonderen, maar ik heb voor de opleiding tot burgerlijk ingenieur gekozen omdat het de enige technische studie was zonder taalvakken. Talen waren mijn buisvakken in de humaniora. En geloof het of niet, ik ben nu 24 jaar actief in de uitgeverswereld, waar ik dus – als dyslecticus (vroeger noemde men dat “speels”, “met weinig aandacht”, “lomp” ...) – mijn tijdschrift heb gepositioneerd als dé marktleider in België.
Ik wou wel een technische opleiding volgen want dat was mijn interesse van kindsbeen af: ik bouwde op mijn 14e vanuit een bouwschema uit een technisch boekje van mijn vader een kristalradio (later als ‘éénlampversterker’, dan als één-transistorschakeling). En doordat deze niet (meteen) werkte, heb ik ontdekt dat de aarding van het ouderlijk huis niet was aangesloten (in de jaren zestig was een aardingloos elektrisch net de regel, maar mijn vader had, vooruitstrevend, bij de verbouwing wel aarding laten aanleggen). Ik denk dus dat ik onbewust al aan twee belangrijke ingenieurseigenschappen voldeed: gefascineerd in nieuwe technologie en analytisch probleemoplossend te werk gaan.
Ingenieurs moeten zich groeperen om elkaar te helpen zichzelf te respecteren. Wij zijn geen nerds, wij zijn specialisten. Om het cru te stellen: Vlamingen zijn opgekomen voor hun taal en eigenheid, ook ingenieurs moeten dat doen. “Gelijkheid tussen technieker en niettechieker” betekent: voor elke eis rond talenkennis bij techniekers moet er een tegeneis voor technische kennis bij niettechniekers staan! Ingenieursverenigingen moeten vooral therapeuten zijn die mensen met een technische achtergrond van hun minderwaardigheidscompex afhelpen. Vanuit dat technisch gedachtengoed (en dus niet als taalexpert) moeten we een communicatie opzetten die mensen leert techniek te begrijpen. Laat ze begrijpen van wat ze profiteren. En milieu? Dat we het zuinigheids- en voorzorgsprincipe moeten toepassen (volgens de stand van de techniek zo weinig mogelijk grondstoffen buiten de coretoepassing laten verloren gaan) is steeds een gegeven geweest. De productie heeft niet vervuild om meer geld te verdienen. Laat ons stout zijn: dat deden de winstzoekende economisten. En wie werd het zwarte schaap van de samenleving? De financiële manager? Neen, de productie-ingenieur. Juist diegene die - als de techniek en de financiën het toelieten – ook de oplossingen vond. Zijn gebrek: hij is te weinig ondernemer die zelfstandig oplossingen aanbiedt en hij gaat niet voor de eer. (Die strijkt de verkoper wel op.) Dus samenvattend: (zelf)respect kweken voor techniek. En dat startend bij de kinderen: laat deze wél hun handjes en kleertjes vuilmaken. Onze wereld is niet vuil. Zandkastelen zijn de basis van latere luchtkastelen die via techniek worden waargemaakt. Geen verlengkabel of bel maken, maar wel in de lagere school, tijdens de lessen technologie de fiets smeren met uitleg waarom (tribologie,
wetenschap’ is noodzakelijk’ Zijn ingenieurs goede managers? Zijn er voldoende ingenieurs op het topniveau van bedrijven?
Ingenieurs zouden in de maatschappij het verschil moeten maken, maar vandaag staan ze buiten de echte wereld. Het zijn 'uitvoerders' en geen 'out-of-the-blue'-denkers.
wrijving...), de fiets leren uiteenhalen en herstellen (mechanica, rubber...). Dus weer: handen vuil maken. Moedig aan dat mensen kippen houden, maar laat de kinderen het hok zelf maken. Hiermee verander je de koopmaatschappij in een doemaatschappij. Kinderen gaan minder computerspelletjes spelen (consumeren) en opbouwender worden in mentaliteit. Techniek is wél een positieve wetenschap en maakt mensen positief.
Men is geen rendabel ingenieur in een bedrijf als men zijn job (en zijn afdeling) niet goed kan managen. Wij leren in onze studies kritisch te denken, probleemoplossend te functioneren, rationeel problemen te analyseren. Ingenieurs zien werknemers misschien te veel ‘als volgens natuurlijke grondregels functionerende machines’, terwijl deze ook ‘emoties’ nodig hebben. Dat ingenieurs soms minder tot de top doordringen heeft te maken met een niet-begrijpen in de boardroom van de technische noden, maar ook met het feit dat geld de business regeert, niet productie(kwaliteit). Politici die van fictieve winsten geld maken, zijn meer gegeerd dan technici die bewijzen dat ze (hetzelfde) geld verdienen met werken. Kunnen ingenieurs de crisis helpen keren? Ingenieurs maken het verschil, maar vandaag staan ze buiten de echte wereld. Het zijn ‘uitvoerders’ en geen ‘out-of-theblue’-denkers.
Laten de media voldoende de stem van de ingenieur horen? Welk beeld hangen de media op van de ingenieur? Men kent geen ingenieurs, noch techniek in de media. Men kent enkel de ongevallen en de vervuiling uit de industrie. Wat men niet kent, daar is men bang van. Dus maakt men dat zwart. Kijk maar naar de vreemdelingen. Ingenieurs zijn nog grotere vreemdelingen in onze wereld, want vreemdelingen komen we nog wél op straat tegen. Een bedrijfsleider die ingenieur is, zet dat angstvallig niet op zijn kaartje. De media bevestigen enkel wat mensen denken. Ingenieurs moeten zichzelf meer verkopen, de klemtoon leggen op het feit dat ingenieurs ook (volwaardige) mensen zijn, op wat technische oplossingen inhouden, eerder dan wat ze bieden. Waarom zijn er files: “te veel vervuilende wagens op de weg” of eerder “zoveel % te veel wagens voor de bestaande weginfrastructuur”? Ingenieurs kunnen uitleggen dat betonoplossingen (soms) een beter milieueffect hebben dan de politieke verrottingsoplossing die mensen jaren in de files zet.
Innovatie is voortdurend denken 'hoe doen anderen het en hoe doen we datzelfde beter'. De Japanners hebben ons dat reeds 30 jaar geleden geleerd.
Hoe kunnen de maatschappij en bedrijven de zo geroemde innovatie ook daadwerkelijk realiseren? Wat is de rol van de Vlaamse ingenieur hierin? Innovatie is voortdurend denken “hoe doen anderen het en hoe doen we datzelfde beter”. Uitvinders zijn wereldvreemd. De wereld is een evolutie, revoluties hebben nooit gewerkt. De Japanners hebben ons dat reeds 30 jaar geleden geleerd (vandaar nemen we nog steeds hun managementtheorieën – denk aan canban, 6sigma, kwaliteitscirkels...- over). Vlaamse ingenieurs moeten terug to-the-roots, steunend op een technische en (voor burgerlijk ingenieurs een extra) theoretische en wiskundige basis. En fier zijn. Zelfrespect en mondigheid doet respect bij anderen ontstaan. Zijn ingenieurs meer of minder dan de doorsnee burger ‘community minded’? Techneutische ingenieurs zijn (vandaag) eenzaten, overtuigd van zichzelf maar nietbegrijpend dat anderen hun capaciteiten niet zien. Ze moeten ook hard werken om hun (volgens de werkgever) hoge loonkost te verdienen. Bedrijven ontmoedigen buitenbedrijfsactiviteiten. Vandaag is de ingenieur niet community-minded. Toch zijn het ook sociale mensen hoor. Ik vrees trouwens dat dit interview overkomt als “wat is die man gefrustreerd”, maar weet dan dat ik niet werk als ingenieur, maar als marketeer (nodig om permanent het tijdschrift in de markt te houden). Alles is veel genuanceerder, maar ik wil ingaan tegen een slechte eigenschap van ingenieurs: ze vlakken alles af, zoeken voor alles toe te geven aan de maatschappijdruk. Ik heb hier daarom echt getracht de zaken “witzwart” te positioneren. Hopelijk doet het discussies ontstaan die leiden tot een herwaardering van de techniek in België. Want ik blijf ervan overtuigd: zonder productie is België armer dan een doorsnee Afrikaans land (die hebben nog goed weer), zonder herwaardering van de techniek gaat geen enkele begaafde jongere de technische school in. De techniek is vandaag geen toekomst om een gewaardeerd (financieel rijk) leven op te bouwen. Iris De Coster
19
BEST Summer Course: “Creating land for the future” “Dredging digs deep! Let engineers play with sand!” Naar goede BEST-traditie (BEST staat voor ‘Board of European Students of Technology’) kwamen er begin juli 22 studenten vanuit heel Europa aan in Leuven. Vanuit Trondheim, Sint-Petersburg, Ankara en andere steden zakten ze af naar Leuven om een Summer Course over baggeren te volgen. De Summer Course werd georganiseerd door de Leuvense studenten en bevat naast het academische aspect, dit jaar gelinkt aan het Departement Burgerlijke Bouwkunde, ook bedrijfsbezoeken en een uitwisseling van (studenten-)cultuur. Zo deden ze citytrips naar Brussel en Brugge, ontdekten ze de Belgische keuken (frieten, stoofvlees, wafels…) en waren er uiteraard ook feestjes: een cantus in ’t ElixIr, cafébezoekjes op de Oude Markt en een heuse International Evening. Dat was een avond waarbij iedereen de kans kreeg om zijn nationale (gastronomische) trots te delen met de groep. De Course was met andere woorden een hele ervaring voor zowel het organiserend team als de buitenlandse studenten. Interview met Przemek Gil, een Poolse student aan de Gda sk University of Technology die de BEST Summer Course in Leuven heeft gevolgd. Hoe ontstond de interesse voor BEST?
20
Enkele vrienden van me zijn lid van BEST en toen zij wat meer uitleg gaven over hoe BEST in elkaar zat, was ik meteen geïnteresseerd. Ik heb dan ook besloten om het eens uit te proberen en een Summer Course mee te volgen. Dit was mijn eerste Course, maar het wordt zeker niet de laatste, want het is echt een aanrader. Hing de keuze voor deze Course af van het land of gaf het onderwerp ervan de doorslag? Er speelden meerdere factoren mee. De belangrijkste was de datum. Bijna de helft van de Summer Courses vonden plaats in mijn examenperiode en die waren uiteraard niet mogelijk voor mij. Daarna elimineerde ik de onderwerpen die het verst van mijn interesses af lagen. Tenslotte hield ik rekening met het land en de stad, want ik wilde niet naar plaatsen waar ik al eerder geweest was. Er waren eigenlijk niet veel Courses gerelateerd aan ingenieur bouwkunde, dus de keuze was eenvoudig. Ik heb dan ook enkel voor deze in Leuven een aanvraag ingediend.
Wat sprak je aan in het thema van deze Summer Course?
Jij bent van Polen, raad je jouw land aan om er op reis te gaan?
“Creating land for the future” is de slogan van DEME, het bedrijf dat deze Course sponsorde. Het ging dus over nieuwe technologieën, nieuwe oplossingen die ons meer mogelijkheden bieden om andere dingen te ontwikkelen. Voor mij was deze Course iets nieuws, het ging over iets dat we niet aan de universiteit leren en daarom vond ik het interessant.
Ja natuurlijk! Polen is zeker een bezoek waard. Je vindt er vele historische plaatsen, het eten is er lekker, de alcohol goedkoop en de mensen zijn er fantastisch. De beste manier om dit allemaal te weten te komen, is door echt eens naar Polen te trekken.
Wat vond je van België? Was het de moeite waard om er twee weken te verblijven? Ik vond het zeer aangenaam om België te ontdekken, zeker omdat ik het gezelschap van Belgen had, wat toch een beter beeld geeft dan wanneer je puur als toerist een land bezoekt. Ik vond het zeker de moeite waard en dan niet enkel om het fantastische bier, de frietjes en de chocolade. Ik heb bijvoorbeeld veel mooie architectuur gezien. We hebben vooral steden in Vlaanderen bezocht. Zo zijn we naar Brussel, Brugge, Antwerpen en enkele kuststeden geweest. Ik had wel de indruk dat al deze steden sterk op elkaar leken. Persoonlijk vond ik de stations van Antwerpen en Brugge best wel speciaal.
Je ontmoet hier mensen van vele nationaliteiten. Blijf je met sommigen nog in contact? Er waren zeker mensen die ik niet meer zal vergeten en waarvan ik hoop dat het contact ermee niet zal verwateren. Gedurende de twee weken van de Course heb ik de meeste mensen toch vrij goed leren kennen. We zijn met enkele studenten zelfs een reis door Europa aan het plannen. Het is al redelijk concreet en ik ben er wel heel enthousiast over, ik ben echt blij met deze nieuwe vriendschappen. Adelheid De Muynck
Ingenieursstudenten op stage in het buitenland - twee impressies
¡Hola! Naam: Duur: Bestemming: Richting:
Jeroen Vandewalle 6 weken Bilbao, Spanje 2de master werktuigkunde
Aangezien ik hou van reizen, avontuur en uitdagingen en ik graag nieuwe mensen leer kennen, speelde ik al een tijdje met het idee om een buitenlandse stage te doen. Ik ben ook altijd al geïnteresseerd geweest in techniek en ik was nieuwsgierig naar het bedrijfsleven. Daarom solliciteerde ik afgelopen winter voor een stageplaats bij Jan De Nul. In maart kreeg ik toestemming om te gaan. Oorspronkelijk zou de reis naar Kroatië of China gaan, maar in mei kreeg ik te horen dat mijn stage in Bilbao (Spanje) zou plaatsvinden. Het bedrijf Jan De Nul is wereldleider op het gebied van baggerwerken en haalde de laatste tijd geregeld het nieuws door de piraterij voor de kust van Somalië. Mijn stage valt bijzonder goed mee. Ik ben hier samen met enkele mensen van de Technische Dienst, die erop toezien dat de schepen correct worden gebouwd op deze werf in Sestao, dichtbij Bilbao. Er moet dus heel wat planning en controle gebeuren. Momenteel is er naast mij nog één stagiair, iemand die Maritieme Technieken volgt aan KaHo Sint-Lieven in Gent. Een andere stagiair is na vier weken al terug naar huis. Tijdens de week zit de bemanning hier ook. Zoals de naam bemanning laat vermoeden, zijn het geen doetjes, kunnen ze wel degelijk een paar pintjes meer achterover slaan dan de doorsnee man en kan je ze maar beter niet tegen je hebben. Eens je ze wat beter kent, kan je er echter veel plezier mee maken. De meesten zijn ware techneuten en hebben er al jaren dienst op zitten. Ze vertellen dan ook maar wat graag over alle ervaringen en avonturen. Dankzij mijn stagebegeleider, die een grote fan is van StuBru, luisteren we ook dikwijls naar de radio op kantoor. Er heerst dus zeker een leuk sfeertje. De stage draait rond de bouw van het schip Simon Stevin, te water gelaten in maart 2009. Dit schip heeft een valpijpsysteem waarmee men rotsen kan uitwerpen tot een diepte van maximaal 1700 meter en is hiermee één van de weinige schepen die dit kan. Met een laadcapaciteit van 33.500 ton, een lengte van 190 meter en een totaal geïnstalleerd dieselvermogen van 24 MW is het meteen ook één van de grootste schepen van deze soort ter wereld. De bouw van zo’n schip vergt nogal wat controles. Ik ga dikwijls mee op inspectie
21
en voer ze ook regelmatig zelf uit, alleen of samen met de andere stagiair. Op die manier leer ik op de werf veel mensen kennen met diverse specialisaties en van verschillende rangen. Bovendien leer ik bij over de systemen op het schip, de manier van werken en allerhande interessante praktische zaken. De Spanjaarden op de werf zijn dikwijls grapjassen, maar het is toch wel moeilijk om alles uit te leggen als je zelf bijna geen Spaans spreekt. Uitzonderlijk spreken ze hier Frans of Engels. Ik krijg veel vrijheid om te doen wat ik wil en wanneer ik wil op het werk, zolang mijn project maar afraakt en de inspecties uitgevoerd worden. Jammer genoeg wordt hier twaalf uur per dag gewerkt. ‘Werken’ is veel gezegd voor een stagiair, maar het is toch zwaar. Na het werk hebben we enkel tijd om te douchen en te eten, soms kunnen we nog even op het strand gaan liggen of een drankje achterover kappen. Net zoals de meeste mensen van Jan De Nul verblijven we in het Gran Hotel Puente Colgante te Portugalete, gelegen
op een 15-tal kilometer van Bilbao. Het hotel heeft een uitstekende ligging aan de rivier en het balkon biedt uitzicht op de Atlantische Oceaan. Vlak naast het hotel staat de bekende hangbrug Puente de Viskaya, die sinds kort is uitgeroepen tot UNESCO werelderfgoed. Overdag zie je de lokale bevolking rustig langs de rivier wandelen en een praatje slaan met mensen uit de omgeving. Het valt op dat de mensen hier veel meer op straat komen dan in België, ze gaan meer uit eten in de lokale bars en restaurantjes, de terrasjes zijn altijd dicht bevolkt en er is altijd wel een of andere activiteit in de omgeving. Op zondagavond zie je de ouderen ook dansen op traditionele livemuziek op het pleintje naast het hotel. Afgelopen weekend was er zelfs een heuse Jetski Challenge, recht tegenover ons hotel. Wij zaten natuurlijk ideaal om het spektakel te bezichtigen vanop het balkon van het hotel. Regelmatig zien we ook zeilbootjes voorbij varen. Het belangrijkste zijn toch wel de festivos, ofwel de feesten! Tijdens de zomermaanden is er elke week feest in één van de omliggende stadjes. Gezellig druk bevolkte straten, muziekgroepjes die de grote menigtes helemaal in beweging krijgen en kraampjes met lokale versnaperingen en drank maken het echt de moeite om er eens naartoe te gaan. Er is ook een soort internationale vuurwerkwedstrijd waarbij verschillende teams het beste van zichzelf geven. Ik heb hier al práchtig vuurwerk gezien! We hebben hier al flink wat gefeest, samen met de mensen die ik ken van op het werk
22
of met Spanjaarden die we hebben leren kennen. Ik kijk al uit naar het grote feest volgende week in Bilbao. De meeste Basken zijn echte feestbeesten en zijn bovendien heel joviaal. Soms is er toch enige omzichtigheid aangewezen in het Baskenland, sommigen maak je namelijk niet wijs dat Viskaya in Spanje ligt. De lokale volbloeden houden vol dat die twee landen gescheiden zijn. Als je geen dertig Basken op je dak wil, kun je dan maar beter ja-knikken. Op een gegeven moment waren we aan het genieten van een old-school punkoptreden - in het Spaans weliswaar toen plotseling iedereen een ETA-slogan begon te roepen. Op zo’n moment merk je dat dat gevoel daar bij bepaalde groepen echt wel leeft. Een gesprek voeren met Spanjaarden valt dikwijls tegen; de meesten spreken bijna geen woord Engels. De conversaties zijn meestal een soepje van Spaans, Frans en Engels. Op die manier leer ik toch een beetje Spaans, wat een goede voorbereiding is om volgend semester op Erasmus te gaan naar Sevilla. Ook tussen het werken door probeer ik een beetje Spaans te leren. Zo’n buitenlandse stage is dus echt wel de moeite, het is zeker een ervaring om die me nog lang zal bijblijven. ¡Hasta luego! Jeroen
Hallo! Naam: Duur: Bestemming: Richting:
Edward Belderbos 2 maanden Allseas in Delft, Nederland 2de Master werktuigkunde lucht- en ruimtevaart
Buitenlandse stage, die woorden roepen bij de meeste studenten zon, zuiderse meisjes en lekker eten op. Vervang zon door regen, zuiderse meisjes door Hollandse burgies en lekker eten door broodje bal en saucijzenbroodjes en je hebt er een idee van waar ik terechtgekomen ben… Gedurende twee maanden volg ik stage bij Allseas in Delft. Allseas is een offshorebedrijf dat pijpleidingen legt in de zee. Ze zijn groot geworden door als eerste pijplegbedrijf zijn schepen uit te rusten met een ‘dynamic positioning’systeem. Dit is een regelsysteem waarbij de externe krachten omwille van wind, stroming en golven worden tegengewerkt door een aantal ‘azimuthing thrusters’ (propellers die 360°
kunnen draaien) onderaan het schip. Mijn opdracht bestaat erin een tool te maken die bepaalt tot bij welke weersomstandigheden (wind, stroming en golven) het schip stabiel kan blijven liggen zonder af te drijven. Tussen het werken door heb ik ook al het grootste schip van Allseas bezocht en kreeg ik een privérondleiding in de grootste windtunnels van Europa.
23
Inhoudelijk is de stage echt wel de moeite waard. Het is een nieuwe onbekende sector, ik leer veel bij en ik krijg een goed idee van hoe het zou zijn om na de unief een technische burgiejob te doen. Concreet werk ik op de afdeling Innovations. Deze bestaat uit een 40-tal mensen, waarvan het overgrote deel twintigers. Bovendien maken er ook nog eens een tiental studenten hun thesis. Overdag wordt er dus genoeg gelachen, ‘s middags eten we en zonnen we op het dakterras (als het niet regent tenminste). Soms wordt er ook gepokerd en er zijn er ook altijd een paar die ‘s middags wat gamen. Er werken hier veel buitenlanders, waardoor de voertaal de helft van de tijd Engels is. De stoerste mannen van de afdeling trainen twee keer per week in het drakenboten. Dit is een sport waarbij je met 20 in een lange, smalle boot met een peddel zit te ploeteren. Eén keer per jaar is er een competitie tussen een aantal offshore- en olie en gasbedrijven en dus proberen ze zoveel mogelijk volk aan het trainen te krijgen. Aangezien de wedstrijd dit jaar begin september valt, is het hen al gelukt om mij ook in te lijven. Het trainen valt gelukkig mee, het is best wel ontspannend om na het werk samen wat te gaan zweten en ondertussen met 20 man naar de meisjes langs de kant te fluiten. Sport neemt er een belangrijke plaats in, naast het drakenboten wordt er ook geroeid, gevoetbald en – door de ouderen (boven de dertig is dat dan) – gegolfd.
Delft is een stadje dat vergelijkbaar is met Leuven. Het is klein, gezellig, er zijn veel studenten en overal vind je er faculteitsgebouwen. Ikzelf woon tegenover het gebouw van de architectuurstudenten. De bibliotheek van de TUDelft, een ontwerp van Mecanoo, is een architecturaal pareltje. Uitgaan gebeurt o.a. op de Beestenmarkt. Die heeft een beetje de bekendheid van de Oude Markt bij ons, het is er alleen veel kleiner, ze drinken er Heineken en alles gaat er dicht om 1 uur ‘s nachts. Alhoewel, volgens de studenten die ik hier ken, wordt er meer ‘Hertog Jan’ gedronken dan Heineken. Daarnaast zijn er natuurlijk overvloedig veel kebabzaken en pizzeria’s en hier en daar is er een coffeeshop. Ook al is het hier niet elke dag Spaanse fiesta, af en toe pikken we hier na het drakenboten wel eens een restaurantje of cafeetje mee, of nodigt een collega de halve afdeling uit om te pokeren op zijn appartement. Mijn missie is dan om zoveel mogelijk buitenlanders van de Heineken te houden en zoveel mogelijk Nederlanders te bekeren tot Jupiler (want Stella hebben ze hier niet). Edward
Afsluiter De Fulltimeweek – de laatste ‘studentenweek’ voor laatstejaars staat in het teken van het einde van jarenlang studeren om uiteindelijk burgerlijk ingenieur (-architect) genoemd te mogen worden. Hierbij hoort veel plezier, al is het maar om de traantjes (vermomd als het oude “stofje in het oog”) te bedwingen. Het werd een week gevuld met de laatste cantus, de laatste TD en het laatste nachtelijk stapje in de fakbar als student. Naast deze klassiekers was er ook plaats voor culturele activiteiten zoals een brouwerijbezoek, de Heilige Cursusverbranding en een kajaktochtje. Tot interrichtingen Highlandgames toe, waarbij de verschillende afstudeerrichtingen elkaar de loef probeerden af te steken en er uit puur commitment zelfs gewonden vielen. Als kers op de taart fonkelde het promotie-
feest, de ultieme afsluiter en combinatie tussen nieuw en deftig enerzijds (zei er iemand “smart casual”?), studentikoos en vertrouwd anderzijds. Het diner met aangepaste wijnen en een vleugje Alma vloeide naadloos over in een laatste spetterende party, een ode aan de student. Tussen het gedruis van de kersverse karrevracht ingenieurs door, kan zelfs de oudere genodigde garde zich onopgemerkt laten gaan. Wanneer de laatste student-af naar huis strompelt, is de faculteit weer verzekerd van een serene proclamatie en gedragen de meesten, vergezeld van hun trotse ouders, zich voorbeeldiger dan ooit tevoren. Lieven Smekens
COLOFON 'GeniaaL' is een tijdschrift van de Faculteit Ingenieurswetenschappen en de VILv, de vereniging van burgerlijk ingenieurs uit de K.U.Leuven, met bijdragen van medewerkers van de faculteit, alumni en studenten. 'GeniaaL' verschijnt viermaal per jaar: in januari, april, juli en oktober.
verantwoordelijke uitgever: Ludo Froyen redactie: Annemie Caproens, Jelle De Borger, Iris De Coster, Kurt Driessens, Ludo Froyen, Adelheid De Muynck, Liliane Pintelon, Patrick Pype, An Serbruyns, Yves Willems
redactieadres: GeniaaL Faculteit Ingenieurswetenschappen Jelle De Borger Kasteelpark Arenberg 1 bus 2200 3001 HEVERLEE tel. + 32 16 32 16 89 fax + 32 16 32 19 82
[email protected] www.eng.kuleuven.be
grafisch ontwerp: altera.be drukwerk: Van der Poorten Diestsesteenweg 624 3010 KESSEL-LO tel. + 32 16 35 91 76