KWARTAALUITGAVE VAN HET PARAMEDISCH KENNISCENTRUM
4 2008
KIJK OOK OP WWW.PARAMEDISCH.ORG
4
6
8
10
14
Zorg steeds vaker complex: Paramedische zorg neemt hoge vlucht!
Cursussen en masterclasses met internationale kopstukken
In 2009 met het NPi naar....Praag!
Waarvoor naar de Cochrane Library
Paramedici en de gehandicaptensport
Fysio4deel is een netwerk speciaal voor fysiotherapeuten.
de vier voordelen
Het netwerk heeft interessante inkoopvoordelen kunnen afspreken voor alle aangesloten fysiotherapeuten; voordelen op het gebied van scholing, verzekeringen, kantoorartikelen, trainingsapparatuur en vele andere praktijkbenodigdheden. Wanneer u zich aansluit bij Fysio4deel, kunt u gebruik maken van al deze voordelen.
• • • •
W W W. F YS I O 4 D E E L . N L
Financieel voordeel Betrouwbaarheid Exclusiviteit Gemak
Het lidmaatschap van Fysio4deel is mogelijk voor alle fysiotherapiepraktijken en fysiotherapie-afdelingen in instellingen. Wanneer de praktijk of fysiotherapieafdeling lid is van Fysio4deel kunnen zowel de praktijkeigenaren als alle fysiotherapeuten in loondienstverband óók gebruik maken van de vele voordelen van het fysiotherapeuten netwerk. Fysio4deel biedt naast financieel voordeel ook betrouwbaarheid, exclusiviteit en gemak. En dat scheelt tijd en geld. Kijk voor meer informatie en aanmelding op www.fysio4deel.nl
ICF-congres Iedereen moet naar vermogen kunnen participeren In augustus 2008 was Québec, Canada, het toneel van een tweetal bijeenkomsten rond de ICF (International Classification of Functioning, Disability and Health). Vanuit Nederland waren Yvonne Heerkens en Dorine van Ravensberg van het NPi ervoor afgereisd. De eerste bijeenkomst was de ‘14th Conference on ICF of the North American WHO Collaborating Center’, onderdeel van het 21e Congrès Mondial RI (Rehabilitation International). Deelnemers waren afkomstig van nationale en internationale organisaties voor 'people with disability’. Het centrale thema was 'Building an inclusive society’ ofwel 'participatie' en de alom gebruikte slogan bij lezingen was ‘Nothing about us without us’. Er was veel aandacht voor de praktische toepasbaarheid van de ICF. Aansluitend was er een WHO-bijeenkomst over ontwikkelingen rond de update en revisie van de ICF met zo'n veertig participanten vanuit de hele wereld. Ontwikkelingen ICF Tijdens de WHO-bijeenkomst kwamen belangrijke ontwikkelingen rond de ICF aan bod, zoals het onderscheid tussen activiteiten en participatie, de verdere ontwikkeling van qualifiers, de verdere uitbouw van de lijst externe factoren, de noodzaak voor het ontwikkelen van een lijst persoonlijke factoren, de ontwikkeling van core sets uit de ICF voor specifieke doelgroepen en het gebruik van ‘linking rules’ voor het ‘mappen’ van termen uit andere systemen zoals meetinstrumenten en databanken naar de ICF.
De prijs van het boek bedraagt € 32,-. Voor NPi-Servicekaart-abonnees is de prijs € 29,-. Bestellen is mogelijk via de NPi-Shop op www.paramedisch.org
Yvonne Heerkens gaf - als voorzitter van het internationale subcommittee van ISO verantwoordelijk voor de internationale classificatie van hulpmiddelen, ISO 9999 een presentatie over de afstemming van de terminologie rond hulpmiddelen in ISO 9999 en Hoofdstuk 1 van de lijst van externe factoren van de ICF. Ook hield ze een pleidooi voor het toevoegen van een aantal werkgerelateerde externe factoren aan de ICF. Bij de ontwikkelingen rond de ICF is wereldwijd een min of meer vaste groep mensen betrokken. De ontmoeting met elkaar en het brainstormen over gewenste ontwikkelingen levert altijd uitwisseling van ideeën en conceptuitwerkingen op en maakt het mogelijk dat de inzichten uit Nederland meegenomen worden bij de verdere ontwikkeling en implementatie van de ICF. ICF inmiddels uitgebreid toegepast De WHO publiceerde de ICF in 2001. De termen uit de ICF zijn bedoeld voor het beschrijven van het functioneren van mensen en van de factoren die op dat functioneren van invloed zijn. Sinds 2001 is sprake van een brede range van toepassingen van de ICF, zoals beleid / wetgeving, statistiek / databases, (elektronische) dossiervorming, meetinstrumenten, formuleren van onafhankelijke en afhankelijke (outcome) variabelen in wetenschappelijk onderzoek en de ontwikkeling van richtlijnen.
Québec Québec viert dit jaar uitbundig haar 400-jarig bestaan met allerlei festiviteiten. Dit, gekoppeld aan het mooie weer, maakte Québec een fantastische achtergrond voor een hernieuwde ontmoeting met oude bekenden uit de ICF-wereld, het leggen van nieuwe contacten en het opdoen van hernieuwde energie om verder te gaan met het werk.
Chateau Frontenac, het meest luxueuze hotel van de stad en vaak gebruikt icoon van Québec. Gelegen bovenop Cap Diamant met zicht op de St-Lawrence river toornt het overal bovenuit.
ISSUE 4 - 2008 3
Zorg steeds vaker Paramedische zorg RIA WAMS sociaal wetenschapper / directeur NPi
"Het belang van multidisciplinaire samenwerking neemt snel toe. Zorgverleners, en zeker paramedici, moeten hun focus verleggen. Het gaat niet meer om het eigen handelen, het eigen aanbod, maar om de toenemende complexiteit van gezondheidsproblematiek van patiënten. Daar moet iedereen zich op richten. Wat dat betekent? Je afvragen wat jij bijdraagt aan dat grotere geheel, samenwerking zoeken, transparant maken wat je doet en wat je kunt." Aan het woord is Aldien Poll, adviseur Raad van Bestuur van Agis, en sinds begin dit jaar lid van de Raad van Toezicht van het NPi.
Aldien Poll startte haar werkend leven als fysiotherapeut in India. Daar al vatte haar overtuiging post, dat zorg gericht moet zijn op het verbeteren van kwaliteit van leven. Het werd haar ambitie en leidraad voor haar verdere carrière. Via de revalidatiesector stapte zij over naar Zorgverzekeraar ZAO (nu Agis) in Amsterdam. Ook zette zij haar talenten in voor de Nederlandse Vereniging voor Kwaliteit van Zorg, en was zij lid van de visitatiecommissie van de opleidingen fysiotherapie. Wat voorzie jij in de toekomst voor paramedici? "Ik denk dat ze een hele belangrijke rol krijgen. Goede zorg kan straks echt niet meer zonder paramedici, immers, een toenemend aantal mensen zal complexe gezondheidsproblematiek hebben. Operaties en medicamenten zijn maar een deel van het antwoord daarop. Paramedici zijn hard nodig om het verschil te maken, om kwaliteit van leven echt te bevorderen. Op die rol moeten ze zich nu als de wiedeweerga gaan voorbereiden. Dus moeten ze volgens mij hun focus verleggen. Niet op het eigen handelen en het eigen aanbod, maar op de bijdrage daarvan aan het grotere geheel. Complexiteit gaat de gezondheidszorg beheersen, vraagt om een andere inhoud en organisatie van zorg. Daar moet je je bij aansluiten, want je gaat het niet meer redden met in je eentje patiënten behandelen”.
4 ISSUE 4 - 2008
Hoe zou jij nu te werk gaan als paramedicus in de eerste lijn? "Als ik nu in de eerste lijn zou werken? Ik zou mij afvragen wat ik als hulpverlener bijdraag, kan bijdragen aan het grotere geheel van de zorg die patiënten nodig kunnen hebben, ik zou samenwerking zoeken in de eerste lijn en in de tweede lijn, én ik ga anderen duidelijk maken wat ik kan en wat ik doe. Zorgverzekeraars gaan echt op die manier kijken naar zorg. Vergeet niet dat zorgverzekeraars de belangen van hun zorgverzekerden behartigen. Als de behoefte aan zorg verandert, gaan de zorgverzekeraars ook andere eisen stellen." De zorgverzekeraar die de belangen van de verzekerde behartigt? "Ja, en ja, ik weet dat zorgverleners iedere keer in het vooroordeel schieten over zorgverzekeraars. Jammer, kijk, onze belangrijkste taak is het inkopen van zorg. Dat is met elkaar afgesproken bij de invoering van de basisverzekering. Iedereen is verplicht verzekerd, wordt verplicht geaccepteerd en de verzekeraar koopt de zorg in die kwaliteit en betaalbaarheid garandeert. De discussie gaat nog te vaak over tarief en declaratiewijze. Wil je de relatie verbeteren, dan is mijn advies om je eens af te vragen wat je eigenlijk weet van de voor jouw praktijk dominante zorgverzekeraar, wat leeft er in die club, ga kennismaken. Ga ook praten met zorgverzekeraar, huisartsen en collega's. Leg de vraag op tafel: "Wat verwachten wij van elkaar, hoe willen wij hier zorg verlenen." Zorgverzekeraars ontvangen 50% van hun inkomsten rechtstreeks van de verzekerden (premie) en 50% ontvangen ze via de overheid, dat zijn de premiegelden die alle werkgevers voor de verzekerden betalen. Dat beschikbare werkgeversbudget wordt onder zorgverzekeraars verdeeld op basis van bepaalde criteria voor de voorspelbare ziektelast van verzekerden. Hoe meer voorspelbare ziektekosten een verzekerde maakt, hoe meer je als verzekeraar gecompenseerd wordt. Dat is de solidariteit tussen verzekeraars. Dat is dan niet 'verzekeren van risico’s op kosten', maar 'uitkeren van zekere kosten'. In het verlengde hiervan lijkt het verstandig dat zorgverzekeraars en zorgverleners met elkaar in discussie gaan om te bepalen welke hulp ze willen en kunnen leveren in hun wijk of plaats aan wat voor type verzekerden. Vanuit Agis in ieder geval streven wij naar het inkopen van zorg op geleide van drie criteria: de
complex: neemt hoge vlucht! bijdrage van de uitkomsten van het handelen aan de kwaliteit van leven, klantervaringen en innovatie.” Wanneer levert iemand volgens jou kwaliteit van zorg? "Bij Agis stimuleer ik dat via drie belangrijke thema's: bijdragen aan kwaliteit van leven, positieve klantervaringen en effect in relatie tot doel en kosten. In dat kader passen het Dienstenmodel Fysiotherapie, de lokale diabeteszorg en Pay-forPerformance (P4P)." Dienstenmodel Fysiotherapie “In het zogeheten ‘Dienstenmodel fysiotherapie’ in Amsterdam kozen wij medio jaren negentig voor een totaal andere benadering voor de financiering van fysiotherapeutische zorg dan daarvoor. De basis van het dienstenmodel is het verschil in zorgzwaarte tussen patiëntengroepen. Het stamt uit de tijd dat in de gezondheidszorg het woord ‘producten’ nog taboe was. De ontwikkeling ging samen met NPi, Nivel en de fysiotherapeuten in Amsterdam, en wij mochten van de overheid afwijken met alle fysiotherapeuten in Amsterdam van de toen geldende 'lijst chronische ziekten'. Een unicum in de Nederlandse zorg met een zeer positieve uitstraling op de Amsterdamse fysiotherapeuten. Het model is nog steeds gebaseerd op zorgzwaarte, en heet nu 'Agis Patiënten Getal'. De fysiotherapeut ontvangt vergoeding op basis van Paramedische Kostengroepen, ontwikkeld in nauw overleg tussen Agis en fysiotherapeuten.” Integrale diabeteszorg “Het tweede thema betreft de integrale diabeteszorg. Door intensieve samenwerking van ‘Diagis’ (2000 - 2005, Diabeteszorg van Agis), met de Diabetes Vereniging Nederland en zorgverleners in de eerste en de tweede lijn ligt er een concept waarmee Agis de gehele keten diabeteszorg contracteert voor één prijs per
patiënt per jaar. Het concept heeft de Landelijke Kwaliteitsprijs gewonnen en is voorbeeld voor de vele ketenconcepten die nu in ontwikkeling zijn. Onderdeel van het concept is het vastleggen van de uitkomsten van diabeteszorg.” Pay-for-Performance “Mijn derde grote thema is Pay-for-Performance (P4P), wat staat voor 'als je het goed doet krijg je meer betaald, als je het slechter doet minder. Belangrijk onderdeel is het objectief meten van klantervaringen bij alle soorten patiëntengroepen met wat nu heet de 'CQ-index' (Consumer Quality). Is als maat voor de contractering van zorgverleners uitermate succesvol gebleken. Ook voor de fysiotherapeutische zorg heeft Agis inmiddels een lijst. Het instrument was oorspronkelijk voor het informeren van consumenten over ervaringen van gebruikers. Onze intentie was om het in te zetten bij de contractering, maar nu gebruiken we het voor zowel de inkoop als voor keuze-informatie. De systematiek is in twee jaar tijd geborgd met een ‘klantervaringsinstituut in de zorg’ waarin alle zorgverzekeraars hun werkzaamheden met de CQ-index coördineren, Stichting Miletus. Het bewaakt de systematiek en zorgt voor de opname van de CQ in het programma van de NZa en de inspectie. Een overweldigend succes in de kentering van aanbod- naar patiëntgerichte zorg. Met tien grote fysiotherapiepraktijken in het Agisgebied werken wij nu met het P4Pconcept. We hebben samen een contract ontwikkeld waarin de CQ-index, paramedische uitkomsten (via de registratie met Abakus) en zorgzwaarte (paramedische kostengroepen) zijn opgenomen. Publicaties hierover zijn in aantocht.” Wat heeft volgens jou nu prioriteit voor paramedici? "Dat is dus op de eerste plaats - zoals net toegelicht - transparant maken wat je bijdraagt aan de kwaliteit van leven van
ALDIEN POLL adviseur Raad van Bestuur van Agis
patiënten. En verder aandacht voor de organisatie van de eerste lijn. De eerste lijn is 'hot': de trend is langer en vaker (intensievere) zorg bij mensen thuis. Je ziet veel beweging. Huisartsen verenigen zich in zorggroepen, en er komen meer gezondheidscentra; dat brengt structuur, maar, pas op, in feite claimen huisartsen hiermee nog steeds de verantwoordelijkheid voor de hele zorg, dus ook voor de paramedische zorg. Vreemd natuurlijk, want dat is niet hun deskundigheidsgebied: paramedici zijn HBOprofessionals met een vierjarige opleiding op hun terrein. Natuurlijk is er structuur nodig, maar, structuur garandeert geen kwaliteit van zorg. Echte geïntegreerde zorg is zorg van huisarts, diëtist, fysiotherapeut, etc. afgestemd op elkaar, en in samenwerking gegeven. Als je die wilt leveren duik je niet primair op de structuur, maar op de inhoud, lijkt mij, en vraag je je met elkaar af welke groepen patiënten je in een netwerk gaat behandelen. Ik zou dus zeggen, paramedische beroepsverenigingen ga bij jezelf en anderen te rade en geef aan wat jouw plek is bij complexe zorgvragen. Formeer net als de huisartsen - zorggroepen binnen je beroepsgroep, zodat je gemakkelijker te vinden bent, en vooral, bedenk dat 'claimen' van een plek, roepen dat jij iets kunt, niet werkt. Je moet je aanbod goed hebben onderbouwd, het moet geloofwaardig zijn en passen bij de zorgvraag van de verzekerden van een verzekeraar. Die taak is niet direct voor de individuele beroepsbeoefenaar of zelfs beroepsverenigingen, want zij zijn primair belangenbehartigers. Daarvoor moet je een onafhankelijk instituut inschakelen, bijvoorbeeld het NPi." ISSUE 4 - 2008 5
CURSUSSEN EN MASTERCLASSES MET Ook in 2009 organiseert het NPi weer diverse cursussen en masterclasses met internationale 'kopstukken' op paramedisch terrein. In het voorjaar van 2009 betreft het de volgende zeven scholingsactiviteiten.
NIEUW ! UPPER AND LOWER LIMB TENDINOPATHIES met Jill Cook uit Australië en Jeremy Lewis uit Engeland Op dinsdagmiddag en -avond 10 en woensdag 11 februari 2009 verzorgen Jill Cook, Ph.D. en Jeremy Lewis, Ph.D. op Papendal de masterclass ‘Upper and Lower Limb Tendinopathies’ (nr. 903111). Na deze masterclass is de Jeremy Lewis deelnemer op de hoogte van de huidige inzichten omtrent de diagnostiek en behandeling van tendinopathieën in de onderste en bovenste extremiteit en kan hij adequate, evidence based hulp bieden aan cliënten met een tendinopathie.
BIOFEEDBACK met Erik Peper uit de USA Op vrijdag 13 (incl. avondprogramma) en zaterdag 14 februari 2009 geeft dr. Erik Peper op Papendal de cursus ‘Biofeedback’ (nr. 902831). Na deze cursus kent de Erik Peper deelnemer de achtergronden en toepassingsmogelijkheden van biofeedback en kan hij de volgende vormen van biofeedback praktisch hanteren binnen de fysiotherapeutische diagnostiek en behandeling: myofeedback, huidweerstand-feedback, temperatuur-feedback, hartslagvariabiliteit-feedback.
MOBILIZING AWARENESS®: SENSOMOTORISCHE REËDUCATIE met Servaas Mes uit de USA Op maandagmiddag en -avond 16 februari, dinsdag 17 februari en woensdag 18 februari 2009 vindt op Papendal de cursus ’Mobilizing Awareness®: sensomotorische reëducatie’ (nr. 902371) plaats. Deze cursus is bedoeld als introductie in de methode Mobilizing Awareness®. Na deze introductiecursus kent de cursist de uitgangspunten en werkwijze van de methode Mobilizing Awareness®, heeft hij het effect ervan ervaren op het eigen lichaamsgevoel en het bewegen en kan hij de basisprincipes ervan gebruiken in de begeleiding van mensen met een verstoord bewegend functioneren. Als vervolg op deze ‘basiscursus’ zijn er vier driedaagse vervolgcursussen ontwikkeld voor degenen die zich verder in deze methode willen bekwamen. 6 ISSUE 4 - 2008
Servaas Mes De door cursusleider Servaas Mes ontwikkelde methode ’Mobilizing Awareness®‘ integreert elementen uit de methoden ‘Somatics’, ‘Alexander’ en ‘Feldenkrais’ en biedt een verfrissende invalshoek voor het werkveld van zowel de fysiotherapeut als de oefentherapeut. De eenvoudige, maar doordachte, pijnvrije behandelwijze kenmerkt zich door rustige oefeningen die gebaseerd zijn op de natuurlijke manier van bewegen. Hierdoor leert men om de vaak aan de stressrespons gerelateerde pathologische reflexpatronen af te remmen, en ontstaat dankzij de ontspanningsrespons coördinatief de mogelijkheid om weer efficiënt te kunnen bewegen. De methode is toepasbaar op het volledige spectrum van het menselijk bewegen: van patiënten die nauwelijks nog kunnen bewegen tot aan de begeleiding van topsporters toe. NIE
UW !
FELDENKRAIS – SPIFFER met Lawrence Goldfarb uit de USA Op donderdagmiddag en avond 26 februari, vrijdag 27 februari en zaterdag Lawrence Goldfarb 28 februari 2009 geeft Feldenkrais teacher Lawrence Goldfarb, Ph.D. op Papendal de nieuwe cursus ‘Feldenkrais – SPIFFER’ (nr. 903051). Na deze cursus kan de deelnemer het door cursusleider en Feldenkrais teacher Lawrence Goldfarb ontwikkelde ‘SPIFFERNIEUW model’ hanteren bij de observatie en analyse van het menselijk bewegen. Dit model biedt een voor fysiotherapeuten en oefentherapeuten bijzonder bruikbare methodiek om vanuit een systeemperspectief de fundamentele dimensies van bewegen in kaart te brengen en cliënten te helpen efficiënter en effectiever te bewegen.
Voor nadere informatie over de bovenstaande cursussen en masterclasses zie www.paramedisch.org onder ‘Cursussen en congressen’.
Bekkenproblematiek en pre- en postpartumgezondheidszorg Hart- en longrevalidatie Sportrevalidatie Neurorevalidatie Orthopedie / traumatologie / reumatologie / inwendige aandoeningen Pijn Spanning / ontspanning / psychosomatiek Vaatlijden / therapeutische lymfedrainage en oedeemtherapie Ouderen Kinderen
INTERNATIONALE KOPSTUKKEN IMPROVING CHILDREN’S HEALTH BY USING COGNITIVE BEHAVIORAL, BIOFEEDBACK AND MINDFULNESS’ CONCEPTS AND NIEUW ! TECHNIQUES Daniel Hamiel
met Daniel Hamiel uit Israël
Op maandag 2 en dinsdag 3 maart 2009 verzorgt klinisch psycholoog Daniel Hamiel, Ph.D. uit Israël in Hotel en Congrescentrum De Bergse Bossen te Driebergen de cursus ‘Improving children’s health by using cognitive behavioral, biofeedback and mindfulness’ concepts and techniques’ (nr. 903101). Deze cursus is speciaal bestemd voor kinderfysiotherapeuten en voor fysiotherapeuten en oefentherapeuten die geregeld kinderen behandelen. In deze cursus leert de deelnemer de samenhangen tussen het lichamelijk en geestelijk (dis)functioneren van kinderen beter te doorgronden en diverse cognitief-gedragsmatige en stressmanagementmodellen en -technieken te hanteren ter bevordering van de gezondheid van kinderen. Aangezien de cursus in het Engels wordt gegeven, is de beschrijving van de cursusinhoud hieronder ook in het Engels weergegeven. Physiotherapists can improve their work by understanding the dual effect of patients’ physiological problems on their psychological condition and the effect of the psychological condition on their physical problems. In this workshop physiotherapists will learn to better understand this twodirections connection between mind and body and also how to influence it. Physiotherapists will learn cognitive behavioral principles as the background for this mind-body connection and a variety of stress management techniques to affect this connection and to improve health. The participants will be introduced to some possible physical impacts of common psychological disorders such as anxiety disorders, psychosomatic symptoms and depression, and less common disorders such as autism, psychosis and conversion syndromes. The impact of behavioral disturbances and attention deficit disorder will be discussed as well. The main part of this workshop will be the learning of actual techniques that the physiotherapist can implement into his work. These techniques are a result of an integrated view, combining physiological, cognitive behavioral and attentional elements, into a simple stress management model. The techniques are short, simple and fun, aimed to improve the child commitment to be a partner with the physiotherapist in the process of healing. The purpose is to improve the child’s ability to accept his physical condition and take the responsibility to improve it. The child will learn these skills by becoming committed to the treatment and learn actual cognitive, physiological and attentional techniques to improve his physical and mental state.
SOUNDER SLEEP met Patricio Simon uit Duitsland
NIEUW !
Op vrijdag 6 en zaterdag 7 maart 2009 wordt in Conferentiecentrum Holthurnsche Hof te Patricio Simon Berg en Dal de masterclass ‘Sounder Sleep’ (nr. 903041) georganiseerd voor psychosomatische fysiotherapeuten en oefentherapeuten. Na deze masterclass kent de deelnemer de principes van het Sounder Sleep System, heeft hij de uitwerking ervan bij zichzelf ervaren en kan hij ze hanteren in de begeleiding van cliënten met slaapstoornissen. Aangezien de masterclass in het Engels wordt gegeven, is de beschrijving van de cursusinhoud hieronder ook in het Engels weergegeven. This innovative two-day workshop tought by the gifted neuropsychologist, movement specialist, and sleep trainer Patricio Simon is an experience-based course; it’s relaxing, refreshing and it offers an introduction to the Sounder Sleep System™. The Sounder Sleep System consists of small, easy and gentle movements (so called mini-moves™) and breathing techniques, which induce a relaxation of the body and a quieting of the mind, resulting in a better sleep pattern. The mini-moves are designed to help falling asleep at bedtime and to go back to sleep if someone wakes up at night. The Sounder Sleep System in general helps people to enhance the quality of their sleep.
HET PPP-CONCEPT BIJ INCONTINENTIE met Annemie Devreese uit België Op zaterdag 9 mei 2009 organiseert het NPi in praktijk ‘Pelvicum Fysiotherapie’ te Schiedam een masterclass voor geregistreerde bekkenfysiotherapeuten over ‘Het PPP-concept bij incontinentie’ (nr. 902771). Deze masterclass wordt Annemie Devreese gegeven door prof.dr. Annemie Devreese, een zeer ervaren bekkenbodemtherapeut uit Leuven. Na deze masterclass kan de deelnemer het PPP-oefenconcept toepassen bij cliënten met incontinentieklachten. In het PPPoefenconcept (Position, Proprioception, Pelvic floor) worden - met oefentherapie waarin houdingen centraal staan - de bekkenbodemspieren proprioceptief getraind. In essentie komt dit concept erop neer dat de aanspanning van de oppervlakkige en diepe spierlagen van de bekkenbodem in de juiste volgorde wordt geoefend in verschillende houdingen. Het oefenen op geleide van een (inwendig) toucher maakt onderdeel uit van het PPP-concept en zal tijdens de cursus ook praktisch worden geoefend.
ISSUE 4 - 2008 7
ALEX VAASSEN trainer/coach én oefentherapeut Mensendieck
LIESBETH VAN VUGT-VAN ZUIDEN trainer/coach en fysiotherapeut
IN 2009 MET HET NPi NAAR …. PRAAG! Het NPi organiseert sinds zes jaar zogeheten ‘summercourses’. Hierbij wordt een reguliere NPi-cursus op een locatie in het buitenland georganiseerd in combinatie met een recreatieve activiteit, zoals zeilen op de Griekse wateren of duiken in de Rode Zee in Egypte. In 2008 heeft het NPi hier een nieuwe ‘Educatie en recreatie’formule aan toegevoegd: een NPi-cursus in combinatie met een stedentrip. De eerste stedentrip voerde in maart 2008 naar New York en was een doorslaand succes. De tweede stedentrip-cursus vindt van zaterdag 6 tot en met zaterdag 13 juni 2009 plaats in het sprookjesachtige Praag. Daar wordt de NPi-cursus ‘Beweging in het gedrag van de cliënt, om hem/haar weer in beweging te krijgen’ georganiseerd op de ochtenden van maandag 8 t/m vrijdag 12 juni 2009 in de Karel Universiteit, waarmee het NPi voor deze activiteit samenwerkt.
Bezoek aan Praag Tijdens de middagen en avonden kan men individueel of in groepjes Praag verkennen. Hiervoor zullen diverse suggesties worden aangedragen. Tevens kan hiertoe de reisgids worden geraadpleegd die aan alle deelnemers wordt uitgereikt. Gedurende de week staan er uiteraard enkele gezamenlijke recreatieve en culturele activiteiten op het programma, zoals een fietstocht door Praag en naaste omgeving, een bezoek aan een avondvoorstelling in de
Uitzicht over Praag vanuit Hotel Praha
DE CURSUS De cursus ‘Beweging in het gedrag van de cliënt, om hem/haar weer in beweging te krijgen' vormt een introductie in de methode Neuro-Linguïstisch Programmeren (NLP) voor fysiotherapeuten, oefentherapeuten, ergotherapeuten en andere geïnteresseerde paramedici met een coachende en adviserende taak die zich met name richten op de zelfredzaamheid van de cliënt en die hun coachende rol als therapeut willen verdiepen. De twee trainers (Alex Vaassen, trainer/coach én oefentherapeut Mensendieck en Liesbeth van Vugt-van Zuiden, trainer/coach en fysiotherapeut) reiken vanuit de NLP-methodiek technieken aan die bij uitstek te gebruiken zijn in de paramedische praktijk. De paramedicus leert in deze cursus hoe hij de cliënt in staat kan stellen zijn gedachten en de daaruit volgende woorden in daden om te zetten. Daarbij maakt hij gebruik van suggesties in het taalgebruik om de cliënt in beweging te krijgen naar zijn/haar doel. In de cursus is er naast theoretische uitleg veel ruimte voor praktijk. Er wordt uitgebreid tijd besteed aan het oefenen in groepjes. Ervarings-, bewustwordings- en observatieoefeningen zijn belangrijke elementen in deze cursus, zodat de opgedane kennis direct in praktijk kan worden gebracht.
8 ISSUE 4 - 2008
beroemde Laterna Magika en een afsluitend diner op vrijdagavond 12 juni 2009. Het hotel waar de deelnemers tijdens deze week verblijven is het 4-sterren Hotel Praha. Vanuit de ruime hotelkamer heeft men een prachtig uitzicht over Praag. Stedentrip-arrangement Het stedentrip-arrangement omvat: • de - met 18 punten geaccrediteerde cursus 'Beweging in het gedrag van de cliënt, om hem/haar weer in beweging te krijgen’ inclusief cursusmateriaal; • retourvlucht van Nederland naar Praag en vice versa; • transfers van het vliegveld in Praag naar het hotel en vice versa; • zeven overnachtingen inclusief ontbijt in het 4-sterren Hotel Praha; • reisgids van Praag; • weekkaart voor het openbaar vervoer in Praag; • fietstocht door Praag en de nabije omgeving; • bezoek aan een show in de Laterna Magika; • (gala)diner op vrijdagavond 12 juni 2009 met live-muziek. Arrangementsprijzen De arrangementsprijzen zijn: € 1.995,- voor deelnemers zonder een NPiServicekaart-abonnement. € 1.795,- voor deelnemers met een NPiServicekaart-abonnement. € 1.295,- voor partners die niet deelnemen aan de cursus. Nadere informatie Voor nadere informatie zie de rubriek ‘Educatie en recreatie’ op www.paramedisch.org (onder ‘Cursussen en congressen’).
NIEUWE NPiUITGAVE
‘PIJN EN LIJDEN’ een fundamentele beschouwing “Niet iedereen met pijnklachten behoeft een fysiotherapeutische aanpak met aandacht voor levenswaarden, soms is dat ronduit overdreven en belachelijk. Anderzijds is het ook schrijnend dat de lijdende mens soms niemand kan vinden die helpt levenswaarden bewust te worden, en uitsluitend professionele Pijn en lijden een fundamentele beschouwing hulpverleners treft die de aandoening centraal plaatsen en niet de lijdende mens.” L.H.A. Hagenaars J.M. Bos
L.H.A. Hagenaars J.M. Bos
De prijs van het boek bedraagt € 15,-. Voor NPiServicekaart-abonnees is de prijs € 13,50. Bestellen is mogelijk via de NPi-Shop op www.paramedisch.org
WANDKAART ‘EERSTE HULP BIJ VERSLIKKEN’ De wandkaart ‘Eerste hulp bij verslikken’ is ontwikkeld als hulpmiddel om ouderen of personen met een neurologische aandoening de juiste hulp te kunnen bieden als zij zich ernstig verslikken in eten of drinken. De wandkaart is speciaal ontwikkeld voor verpleeghuizen, maar is ook geschikt in bijvoorbeeld de thuissituatie, in ziekenhuizen en in instellingen voor mensen met een verstandelijke of meervoudige handicap. Bij de wandkaart hoort een folder met achtergrondinformatie over verslikken, tips voor het helpen bij eten en drinken, en tips om verslikken zoveel mogelijk te voorkomen. Bestellen Bestellen kan via de NPi-Shop op www.paramedisch.org. De geplastificeerde wandkaart (A3-formaat) en folder zijn verkrijgbaar tegen kostprijs: € 14,50 inclusief verzendkosten.
NPi-SERVICEKAART De NPi-Servicekaart biedt een aantrekkelijk servicepakket voor paramedici. Door een abonnement op de Servicekaart ondersteunt u tegelijkertijd de baanbrekende activiteiten van het NPi op het terrein van Onderzoek & Ontwikkeling, Documentaire informatievoorziening en Deskundigheidsbevordering. isch.org www.paramed
Korting bij bestelling van meer exemplaren tegelijkertijd: • 2 ex. voor € 18,00 • 3 ex. voor € 21,50 • 4 ex. voor € 25,00 • 5 ex. voor € 28,50 • 10 ex. voor € 39,00. NPi-Servicekaart-korting is van toepassing vanaf 10 ex of meer. Na ontvangst van de betaling worden wandkaart en folder opgestuurd.
WEKELIJKS PARAMEDISCH NIEUWS EN MAANDELIJKS EEN PARAMEDISCHE THEMA-E-MAIL Schrijf nu gratis in voor beide!
RT SERVICEKAA medicus naam: P.A. Ra 5 nummer: 1234 09 december 20 geldig tot: 31
Wat krijgt u voor een abonnement ? U krijgt als abonnee kortingen op diensten en producten van het NPi te weten: • 10 % korting op cursussen van het NPi die staan genoemd in het Scholingsprogramma • 30 % korting op symposia en congressen van het NPi • 10 % korting op publicaties van het NPi • vrije toegang tot de DocOnline-databanken van het NPi. Een abonnement is persoonsgebonden en kost met ingang van 2009 € 50,- per kalenderjaar.
Kijk ook in de nieuwe cursuskalender op www.paramedisch.org
ISSUE 4 - 2008 9
WAARVOOR NAAR DE COCHRANE LIBRARY De Cochrane Library is een evidence based medicine databank met onder andere systematische reviews van randomized clinical trials. Vanaf het moment dat medische informatie op het internet beschikbaar kwam, stelde men de vraag naar de kwaliteit ervan. Daarom creëerde men hulpmiddelen zoals de Cochrane Library, dat inmiddels een bekend begrip is in de gezondheidszorg. Maar, voor welke informatie kun je er terecht en voor welke niet.
Vrijwillig samenwerkingsverband De Cochrane Library (CL) is het product van de Cochrane Collaboration (CC) [1], een samenwerkingsverband van meer dan 11.500 vrijwilligers in meer dan 90 landen. Zij beoordelen op basis van een streng, systematisch proces de effecten van in randomized controlled (clinical) trials (RCTs) getoetste interventies. De resultaten van deze systematische reviews (SR) worden gepubliceerd in de CL. Deze bevat dus onafhankelijk beoordeeld en betrouwbaar bewijsmateriaal (evidence), te gebruiken bij de besluitvorming in de dagelijkse klinische praktijk. De Cochrane overzichten geven de gecombineerde resultaten van de beste medische onderzoeken van dit moment en worden gezien als de 'goudstandaard' voor evidence based medicine / practice (EBM/EBP). Review Groups Vijftig zogeheten Cochrane Review Groups concentreren zich elk op een specifiek aandachtsgebied van de gezondheidszorg.
bewijsmateriaal over is. In het abstract staan de ‘authors' conclusions’. In bovenstaand voorbeeld luidt de (verkorte) conclusie: "De effectiviteit van dieetinterventie bij de preventie van diabetes mellitus type 2 kan niet worden vastgesteld. Er is meer onderzoek vereist om valide conclusies te Cochrane Reviews Het belangrijkste bestand van de Cochrane kunnen trekken." Een dergelijke conclusie moeten de auteurs helaas nogal vaak Library is de Cochrane Database of trekken, omdat over veel onderwerpen nog Systematic Reviews (CDSR) met 'Cochrane Reviews' (n=5416 [2]) en ‘Cochrane Reviews te weinig effectonderzoek is uitgevoerd. Het nieuwe – nog groeiende – onderdeel of Diagnostic Test Accuracy (n=8 [2][3]). ‘Cochrane Reviews of Diagnostic Test AccuDe in de CDSR opgenomen systematische racy’, betreft de accuraatheid (sensitiviteit, reviews betreffen effecten van interventies specificiteit) van diagnostische tests. in het kader van preventie, behandeling of Momenteel zijn dat alleen nog protocollen revalidatie. De reviews zijn bedoeld als (reviews in voorbereiding). Een interessant hulpmiddel voor (para)medici, patiënten, voorbeeld daarvan is "Physical tests for beleidsbepalers en andere gezondheidsshoulder impingements and local lesions of zorgwerkers. Elk review beantwoordt een duidelijk geformuleerde vraag, bijvoorbeeld: bursa, tendon or labrum that may accompany impingement" (Hanchard, Nigel, 2008). "Heeft een diëtistisch advies effect op de preventie van diabetes mellitus type 2?". Vlaggen verwijzen naar status van Gevonden effectonderzoek wordt beoordeeld aan de hand van stringente richtlijnen document om vast te stellen of er al dan niet afdoende In principe is een Cochrane review nooit Enkele voor paramedici interessante groepen zijn: de Bone, Joint and Muscle Trauma Group, de Musculoskeletal Group, de Neuromuscular Disease Group en de Oral Health Group.
OVERZICHT COCHRANE DATABANKEN De CL heeft in totaal zes databanken: • de Cochrane Database of Systematic Reviews (CDRS): zie het artikel. • de Database of Abstracts of Reviews of Effects (DARE of 'Other Reviews'; n=8349 [2]) met kritisch beoordeelde samenvattingen van systematische reviews die in medische tijdschriften zijn gepubliceerd. • het Cochrane Central Register of Controlled Trials (CENTRAL of 'Clinical Trials'; n=540.156 [2]): bibliografische beschrijvingen van gepubliceerde
10 ISSUE 4 - 2008
artikelen die uit referentiedatabanken en andere bronnen zijn overgenomen. Deze artikelen worden per deelgebied (‘Field’) handmatig geselecteerd. Zo handsearcht het NPi 34 tijdschriften voor het Cochrane Field 'Rehabilitation & Related Therapies'. • het Cochrane Methodology Register (CMR of 'Method Studies'; n=10.806 [2]): publicaties over de methodologie van het maken van SRs en controlled trials. De titelbeschrijvingen komen o.a. uit MEDLINE en uit handmatige zoekacties.
• de Health Technology Assessment Database (HTA of 'Technology Assessments'; n=7486 [2]): beschrijvingen van lopend en afgesloten HTA-onderzoeken naar de medische, sociale, ethische en/of economische implicaties van medische interventies. • de NHS Economic Evaluation Database (NHS EED of 'Economic Evaluations'; n=23.743 [2]): systematische beschrijvingen van wereldwijde economische beschouwingen, incl. kwaliteitsweging en sterke/zwakke punten.
DocOnline
FRANS DE MEIJER
&
SYLVIA VAN DEN HEUVEL
ZONDER KENNIS GEEN KUNDE!
Informatiespecialisten NPi
een definitief document: als er over dezelfde therapie nieuwe trials verschijnen, wordt de review aangepast. De reviews hebben daarom een bepaalde status, welke wordt aangegeven met één of meerdere 'vlaggen'. Bijvoorbeeld: ‘review’ (een volledig review, inclusief resultaten en discussie), ‘protocol (een samenvatting van een review in voorbereiding) of ‘methodology’ (een full text SR van methodologische onderzoeken). Levels of evidence De negen levels of evidence voor effectonderzoek zijn, van hoog naar laag [4]: - systematisch review (SR) van RCTs; - individuele RCTs; - systematische review van vergelijkend cohortonderzoek; - individuele vergelijkende cohortonderzoeken en laag gewaardeerde RCTs; - 'outcomes' research; - systematisch review van case control onderzoek; - individuele case control onderzoeken; - case series en laag gewaardeerde cohorten case control onderzoeken; - mening van een deskundige (expert opinion; narrative review). De waarde van de Cochrane Library Voor het zoeken naar het hoogste niveau
DocOnline: uw startpunt voor informatie TOEGANG Via www.thecochranelibrary.com (denk aan de 'the') is de databank op abstractniveau vrij te doorzoeken. Om de volledige teksten te kunnen zien is een abonnement noodzakelijk (te bestellen bij verschillende boekhandels en distributeurs). van bewijs is de CL een essentiële bron. In de CDSR vindt men uitsluitend SR's en in CENTRAL (zie kader) vindt men de RCT's. De databank heeft enkele beperkingen waarmee rekening gehouden moet worden bij het uitvoeren van literatuuronderzoek. Zo bevat de CL alleen reviews van kwantitatief onderzoek (RCTs), terwijl er ook veel kwalitatief onderzoek wordt uitgevoerd. Verder zijn er reviews in opgenomen gebaseerd op één RCT, hetgeen nauwelijks een systematische review te noemen valt. Ook zijn niet alle levels of evidence - zoals hierboven beschreven terug te vinden in de Cochrane Library. Hiervoor bieden andere databanken de noodzakelijke EBM/EBP-informatie. Verwijzingen 1. Zie www.cochrane.org 2. Peildatum: 22 september 2008 3. Zie www3.interscience.wiley.com/ cgi-bin/mrwhome/106568753/dtap.html
Vanaf januari 2008 is DocOnline toegankelijk via een abonnement. Voor instellingen is dat een multi-userabonnement. Voor individuele beroepsbeoefenaars is dat een abonnement op de NPi-Servicekaart die ook recht geeft op 10% korting op de deelnamekosten van NPi-cursussen, 30% bij symposia en 10% op NPiuitgaven. Kosten abonnement voor individuele beroepsbeoefenaars Via de NPi-Servicekaart: € 45 per kalenderjaar inclusief kortingen op scholingsactiviteiten (per 1 januari 2009: € 50 per kalenderjaar).
Zie www.paramedisch.org voor aanmelding en meer informatie over de NPi-Servicekaart.
advertentie
ISSUE 4 - 2008 11
Cursus Neurorevalidatie / CVA nu ook voor verpleging In september jl. ging de nieuwe zesdaagse cursus Neurorevalidatie/CVA/Verpleging van start. Het is de vervanger van de NDT-basiscursus voor verpleegkundigen en verzorgenden. De pilot-cursus loopt zowel in Haren in het Centrum voor Revalidatie UMCG, locatie Beatrixoord als in Nijmegen in het Canisius Wilhelmina Ziekenhuis in de periode september, oktober, november 2008.
Aanleiding voor de ontwikkeling van deze nieuwe cursus voor verpleegkundigen is onder andere het onderzoek van Thora Haffsteinsdottir (2003), waaruit blijkt dat NDT geen meerwaarde heeft ten opzichte van de traditionele behandelingen bij CVA. Haar advies was meer gebruik te maken van de wetenschappelijke inzichten omtrent revalidatie van CVA-patiënten. Bij de opzet van de nieuwe zesdaagse cursus Neurorevalidatie / CVA / Verpleging hebben de ontwikkelaars zich die aanbeveling ter harte genomen. Waar mogelijk is bij de cursus uitgegaan van wetenschappelijke evidentie. Als deze ontbreekt over bepaalde onderdelen wordt uitgegaan van 'best practices', dat wil zeggen van opinies van experts op dit gebied. Aangezien CVApatiënten gebaat zijn bij een interdisciplinaire benadering en het van belang is dat de verschillende disciplines vanuit dezelfde principes werken, sluit de inhoud van de cursus voor verplegenden aan bij de NPicursus Neurorevalidatie / CVA voor fysiotherapeuten en ergotherapeuten. Deze ook vernieuwde cursus startte in september jl. voor de tweede keer. Inhoud Naast de gebruikelijke onderwerpen zoals mobiliteit, communicatie, eten en drinken, persoonlijke verzorging en cognitie worden in de cursus ook de onderwerpen depressie en vermoeidheid behandeld. Enkele voor verpleegkundigen relevante klinimetrische instrumenten zullen aan de orde komen. Het diagnostisch redeneren en methodisch handelen zal geïntegreerd in de eerder
genoemde onderwerpen worden aangeboden. Organisatie De cursus wordt gegeven door docenten van de 'Docentenvereniging Neurorevalidatie'. In 2008 organiseert het NPi de cursus in Beatrixoord. De organisatie van de cursus in het Canisius Wilhelmina Ziekenhuis ligt voor de laatste keer in handen van de Stichting NDT Nijmegen. Vanaf 2009 organiseert het NPi alle cursussen Neurorevalidatie / CVA / Verpleging. De organisatie van de cursussen vindt evenals de cursus Neurorevalidatie / CVA voor fysiotherapeuten en ergotherapeuten plaats in nauwe samenwerking met de Docentenvereniging Neurorevalidatie. Doelgroep en doelstellingen van de cursus De cursus is toegankelijk voor verzorgenden en verpleegkundigen niveau 3, 4 en 5. Voor verpleegkundigen op niveau 4 en 5 wordt extra verdieping aangebracht met opdrachten op het gebied van klinimetrie en methodisch handelen. Verzorgenden mogen deze onderdelen ook volgen, maar voor hen zal dit niet verplicht zijn. Doelstellingen voor deze cursus voor verpleegkundigen en verzorgenden, alsmede behandelaars, zijn: 1. verhogen van kennis en inzicht in de verschillende concepten die gebruikt kunnen worden in de neurorevalidatie; 2. verbeteren van de vaardigheidstraining in waarnemen en handelen; 3. actualiseren van kennis van en inzicht in stoornissen bij volwassenen met een
COLOFON ISSUE is de gratis kwartaaluitgave van het Nederlands Paramedisch Instituut en verschijnt in februari, mei, augustus en november in een oplage van ruim 21.000 exemplaren. Issue is ook volledig op internet te vinden onder Issue Online op www.paramedisch.org Foto omslag Lawrence Goldfarb, Feldenkrais teacher. Fotograaf: Darryl Ferrucci
Redactie H.E. Askes H.W.A. Wams E. Wieberdink Vormgeving Idem Dito, Kampen
verkregen hemiplegie; 4. leren om de patiënt en zijn begeleiders zodanig te kunnen instrueren dat de patiënt de mogelijkheid krijgt zelfstandig de geleerde vaardigheden over te nemen; 5. inzicht verkrijgen in de eigen rol die het werken in een multiprofessioneel team vraagt. Didactische werkwijze Het competentiegericht leren staat centraal in de cursus, met als uitgangspunt het Europees Competentie Profiel voor de Neuroverpleegkundige, dat onlangs verschenen is. (Zie: www.venvn.nl afdeling neuro en revalidatie.) Om tegemoet te komen aan de verschillende leerstijlen van de cursisten wordt een mix van didactische werkvormen gebruikt zoals het hoorcollege, onderwijsleergesprek, vaardigheidstraining en patiëntencasuïstiek met behulp van e-learning. Het geheel zal gefacilieerd worden door een digitale leeromgeving. Met de komst van de cursus Neurorevalidatie / CVA / Verpleging is het neurorevalidatieprogramma van het NPi weer verder uitgebreid. De andere cursussen zijn Kinderneurorevalidatie / CP en Neurorevalidatie / CVA. Informatie Meer informatie over de cursus kunt u vinden op www.paramedisch.org onder Cursussen en Congressen bij de categorie Neurorevalidatie. Ook treft u deze en de andere genoemde cursussen aan op www.neurorevalidatie.eu/verpleging
Advertenties H.E. Askes E
[email protected] ISSN 1383-5947 © Nederlands Paramedisch Instituut
Contact Postbus 1161 3800 BD Amersfoort T (033) 421 61 00 F (033) 421 61 90 I www.paramedisch.org E
[email protected]
ISSUE 4 - 2008 13
Paramedici en "Er is onvoldoende erkenning van noodzaak, belang en functie van de Nederlandse gehandicaptensport en onvoldoende erkenning van het hoge niveau waarop ikzelf sport bedrijf”, vindt Esther Vergeer, onze Olympisch kampioene rolstoeltennis voor de derde keer (Wieldraaijer, 2007). De gehandicaptensport kreeg dit jaar door de Paralympics in Beijing wat meer aandacht in de pers. Mooie foto’s en beelden van 'blade runner' Oscar Pistorius, verspringster Annette Roozen, zwemster Mirjam de Koning, de rolstoeltennissers Esther Vergeer en Korie Homan en de wheelers met spectaculaire valpartijen. Een half uur per dag televisie is zeker niet erg veel in vergelijking met de hele dag voor de valide sporters. De belangstelling bij de overheid is in ieder geval groeiend en ook bij het NPi gaan er projecten draaien. Oscar Pistorius (fotograaf Elvar Pálssson)
Belangstelling voor de gehandicaptensport heeft ook de Hogeschool Arnhem en Nijmegen (HAN), Instituut Paramedische Studies (fysiotherapie, ergotherapie, voeding en diëtetiek). Docenten gingen naar Beijing met de missie: “Onderzoeken welke bijdrage wij als paramedici (zowel studenten als opleiding) kunnen leveren aan sporten met een beperking en nagaan of sporten met een beperking meer aandacht kan krijgen in het curriculum.” Aantallen Naar schatting van het Sociaal Cultureel Planbureau (2007) zijn er in Nederland in totaal 1,7 miljoen zelfstandig wonende mensen met een matige of ernstige beperking (motorisch 1,5 miljoen) (Klerk, 2007). Een rolstoel hebben naar schatting 225.000 tot 250.000 mensen. In 2008 zullen naar verwachting 28.000 nieuwe patiënten bij een revalidatie-instelling revalideren (Revalidatie Jaarbeeld 2007). Hoeveel mensen met een lichamelijke beperking in Nederland sport beoefenen is niet echt duidelijk. Volgens De Punder beoefent 2-3% van de mensen met een lichamelijke beperking georganiseerde sport, en 15% van de mensen met een verstandelijke beperking (NSG, 1993), tegenover 29-35% van de valide bevolking (De Punder, 1996). 14 ISSUE 4 - 2008
Landelijke nulmeting Op 6 november 2008 worden bij het Nationaal Congres Sport en Handicap in Utrecht de resultaten bekend van de landelijke nulmeting naar de sportdeelname van mensen met een handicap. VWS gaat op basis van de resultaten van de nulmeting in 2008 concrete doelen stellen en afspraken maken met NOC*NSF en NebasNsg over de stimulering van de sportdeelname onder mensen met een handicap. Overheidsbeleid sport voor mensen met een handicap VWS wil zich vooral concentreren op ‘vind’plaatsen waar de sportdeelname maximaal kan worden gestimuleerd, op de jeugd en op instellingen waar mensen wonen met een verstandelijke beperking. Waar mogelijk wil de minister (sterke) sportverenigingen inzetten om het sportaanbod voor gehandicapten te verzorgen. Deelname van sporters met en zonder handicap aan dezelfde club of indien mogelijk zelfs aan dezelfde competitie vindt hij vanuit het oogpunt van integratie een goed doel. De overheid gaat extra investeren in mogelijkheden van sport voor de jeugd en voor mensen met een handicap, want: “Goede gezondheid en sportbeoefening
hangen nauw samen. (Troonrede 2008)." De overheid sluit daarmee aan bij twee doelstellingen voor 2008 van Gehandicaptensport Nederland, voorheen NebasNsg: “Stimulering sport en bewegen voor jeugd met een handicap” en “Stimulering sport en bewegen voor mensen met een verstandelijke handicap in een dag- of woonvoorziening” (Werkplan, 2008). Voor mensen met een verstandelijke beperking stelt VWS in zijn beleidsbrief ‘De kracht van sport’ (Kracht, 2007): “Daarnaast wil ik NebasNsg ondersteunen in de aanpak om de instellingen met woon- of dagvoorzieningen voor mensen met een verstandelijke beperking te activeren. "De minister wil dat in 2010 alle zorg- en dagvoorzieningen voor mensen met een verstandelijke handicap actief beleid voeren ter stimulering van een actieve en gezonde leefstijl van hun bewoners. Voor de jeugd neemt VWS met NebasNsg de verdere implementatie ter hand van het proefproject “Special Heroes” in het speciaal onderwijs. Meer kinderen met een handicap moeten gebruik kunnen maken van een binnen- en naschools sportaanbod in het speciaal onderwijs. Na revalideren komt het sporten In revalidatiecentra komen mensen met een handicap veelal voor het eerst in aanraking
SYLVIA VAN DEN HEUVEL Informatiespecialist / wetenschappelijk literatuuronderzoeker NPi
de gehandicaptensport met sport. “Voor vrijwel alle revalidatiepatiënten maken sport en voorlichting over gezonde leefstijl onderdeel uit van de behandeling” (Revalidatie Jaarbeeld 2007). In revalidatiecentra zijn de disciplines bewegingsagogie en fysiotherapie betrokken bij sport en bewegen in de revalidatiefase. Maar, voortzetting van sport na de revalidatiefase in de thuissituatie blijkt moeilijk, zodat er sportstimuleringsprogramma’s zijn ontwikkeld voor exrevalidanten. In vier revalidatiecentra is onderzoek verricht naar de sportstimuleringsprogramma’s 'Revalidatie en Sport' en 'Aktief na Revalidatie' (in De Hoogstraat, Beatrixoord, Het Roessingh en Heliomare), om na te gaan of ze gecombineerd geïmplementeerd kunnen worden in alle revalidatiecentra in Nederland (Murre, 2008). Professionalisering Fysiotherapeuten in de revalidatie hebben zich binnen Revalidatie Nederland georganiseerd in de 'Werkgroep Fysiotherapeuten in revalidatiesetting' en zijn nu bezig met het oprichten van de Nederlandse Vereniging van Revalidatie Fysiotherapeuten (NVRF). De Haagse Hogeschool kent sinds 1 september 2008 het Lectoraat 'Revalidatie: participatie van jongeren met een niet-aangeboren hersenletsel (NAH)’ met Arend de Kloet als lector. De opdracht is het bevorderen - door het doen van onderzoek - van maatschappelijke participatie van jongeren met beperkingen ten gevolge van hersenletsel door een ongeval, hersentumor, -bloeding of -infarct. Wetenschappelijke onderbouwing van de gehandicaptensport “Het wetenschappelijk onderzoek en de daaruit voortvloeiende kennis met betrekking tot aangepaste sportbeoefening staan nog in de kinderschoenen”, zei Van de Woude in 2001 in het voorwoord van het boek 'Sport voor mensen met een beperking' (serie 'Lichamelijke opvoeding
en sport'). In dat boek is de wetenschappelijke literatuur tot 1996/1997 verwerkt. Thema’s binnen het onderzoek zijn: participatie, belemmerende en bevorderende factoren, motivatie, ergonomie/biomechanica, sportletsels (behandeling en preventie), hulpmiddelentechnologie, psychische aspecten, rolstoelaandrijving, etc. Paramedische literatuur over sport/ bewegen bij gehandicapten Er zijn in de laatste 10 jaar in de (para)medische literatuur publicaties verschenen over onderzoek naar fitness bij gehandicapte kinderen (Fragala-Pinkham, 2005 en 2006), fitness, sport, vrijetijdsbesteding bij kinderen met cerebrale parese (n = 266; waaronder: Shikako-Thomas 2008, Verschuren 2007, Fowler 2007); fitness bij kinderen met Downsyndroom (n = 36; waaronder: Lewis 2005, Shields 2008, Dodd 2005, Andriolo 2005); mate van participatie van lichamelijk gehandicapten aan sport en recreatie en de promotie daarvan (Murphy, 2008), sportletsels bij rolstoelers, elektrogestimuleerd fietsen bij paraplegie, etc. Mogelijke bijdragen van paramedici Mogelijke bijdragen van paramedici aan meer bewegen en sport voor gehandicapten zijn: - adviseren van gehandicapten over (persoonlijke) mogelijkheden tot sportdeelname; - zorgen voor optimale prestatiebepalende factoren: trainen van basis motorische vaardigheden; - motiveren tot bewegen van mensen met een handicap; - rolstoelvaardigheidstraining; - behandelen en voorkomen van sportletsels; - geven van voedingsadviezen; - bestrijden van overgewicht; - zorgen dat oefenruimtes toegankelijk en geschikt zijn voor rolstoelers;
- fitness voor gehandicapten; - beweegprogramma’s voor mensen met een beperking; - uitvoeren van classificatiekeuringen voor de indeling van sporters (zie de site van Gehandicaptensport Nederland 'classifiers gezocht bij GS'; - (top)sportbegeleiding; - zorgen voor toegankelijkheid en voor aanpassingen van apparatuur; - specialisatie gehandicaptensport binnen de NVFS; - etc. Gehandicaptensport bij het NPi Het NPi verricht onderzoek naar de effecten van fitness op de fysieke en mentale gesteldheid van mensen met een beperking door het actief volgen van een team (fysiotherapeut, CIOS sportinstructeur, LOer), dat fitnesstrainingen verzorgt voor verstandelijk gehandicapten als onderdeel van de dagbestedingsactiviteiten. Het NPi organiseert de cursussen 'Zitanalyse en (rol)stoelaanpassingen' en 'Paramedische zorg bij mensen met een verstandelijke beperking'. Enkele belangrijke tijdschriften en sites Gehandicaptensport Nederland: http://www.nebasnsg.nl/landing/ Digitale Tijdschrift: Do it. Viermaandelijkse uitgave van Gehandicaptensport Nederland. NVRF: Nederlandse Vereniging van Revalidatie Fysiotherapeuten: http://www.nvrf.nl/weblog.htm Revalidatie Nederland: http://www.revalidatienederland.nl/. NCPAD: National Center in Physical Activity and Disability: http://www.NCPAD.org Literatuur De lijst van gebruikte referenties is op te vragen bij Sylvia van den Heuvel:
[email protected]
ISSUE 4 - 2008 15