Magazine voor slimme oplossingen
Nr. 2 - juni-juli 2012
Olympisch succes dankzij ingenieurs?
Tweemaandelijks tijdschrift van
■ Extra : zomerbijlage
■ Koelen zonder airco
■ GSM-netwerken voldoen niet in crisis
■ Ingenieurs bij het Journaal
Sterke
technologie
Sterke
ambities Wist je dat Total wereldwijd een van de grootste petroleum- en gasgroepen is en 96 000 medewerkers telt met activiteiten in 130 landen? Dat de mondiale hoofdzetel van RaffinageChemie zich in Brussel en Parijs bevindt? En dat er twee grote petrochemische sites zijn in België, een in Feluy en een in Antwerpen, gelegen naast de grootste raffinaderij van de Groep? Wist jij trouwens dat de zetel van Total Belgium, dat een netwerk heeft van 500 servicestations en zowel LPG, smeermiddelen, bitumen, stookolie als speciale vloeistoffen commercialiseert, eveneens gevestigd is in Brussel? Meer dan 4700 mensen werken voor Total in België. Waarom jij niet? Wil je meer weten over de carrièremogelijkheden, professionele doorgroeikansen en rekrutering? Dan kan je voor al je vragen terecht op www.careers.total.com
www.careers.total.com
Voor u is onze energie eindeloos
Het startscHot
‘‘
VOORWOORD
D
aar gaat het deze zomer over. Hoeveel keer zullen we atleten zich zien voorbereiden, zich juist positioneren, die uiterste concentratie om precies op het juiste ogenblik uit de startblokken te schieten, of zich af te duwen, … Kortom ‘starten’ zal in zijn, en dit als een conditio sine qua non om een goede wedstrijdprestatie neer te zetten en de aankomstlijn met de eersten te bereiken.
En daar zullen veel ingenieurs bij zijn. Verschillende collega’s treden in Londen aan. Op het thuisfront promoveren eind juni in Vlaanderen een 2 500-tal industrieel, burgerlijk en bio-ingenieurs. Zij verschijnen grotendeels in augustus aan de startlijn van een grote en lange wedstrijd, over een hobbelig parcours, in de bergen en de vlakten, met hoogten en dalen, met regen en zonneschijn. Deze wedstrijd heet ‘loopbaan’.
De universiteiten en hogescholen hebben hen, naar internationale normen gemeten, een schitterende opleiding gegeven om het beroep van ingenieur met veel verve en fierheid te kunnen uitoefenen. Ze zijn voorzien van de nodige kennis en vaardigheden om nieuwe informatie te verwerven, te verwerken en om te zetten in nieuwe producten, diensten en verbeterde processen voor een hoger mondiaal welvaartsniveau. Zij hebben attitudes ontwikkeld om zichzelf aan te passen aan onverwachte en nieuwe situaties. Uiteindelijk verschillen ze in weinig van de vele sporters die deze zomer, de sportzomer …, aantreden. Is er dan geen verschil? Zeer zeker, zonder enige twijfel, zelfs een heel opvallend. Iedere deelnemer aan de Olympische Spelen in Londen heeft een coach, die samen de voorbereiding uittekent, uitkijkt welke onderdelen meer moeten ingeoefend worden, nagaat hoe de concullega’s presteren. Hoe zit het bij de 2 500 atleten ‘ingenieur’? Wel daar tekent ie-net voor.
ie-net legt zich meer en meer toe op de functie van coach van alle ingenieurs in Vlaanderen. En daar mogen de pasafgestudeerden ook op rekenen. Via enquêtes wordt informatie uit de duizenden ingenieursloopbanen bijeengebracht, geanalyseerd en gesynthetiseerd tot aanbevelingen hoe iedere ingenieur zich kan voorbereiden op belangrijke kantelmomenten in zijn of haar loopbaan, of hoe men concrete, al of niet onverwachte momenten kan aanpakken. ie-net zal zich er nog meer op toe leggen en start daarom dit najaar met nieuwe initiatieven, niet alleen voor de kersverse collega’s, maar ook voor wie reeds enkele jaren professioneel actief is en vooral ook naar de laatstejaars.
En reeds in het tweede nummer pakt ILYA uit met een nieuwigheid. Straks gaat u wat vakantie nemen, de zinnen verzetten, op exploratietocht trekken, de zon opzoeken, met familie of vrienden een trip ondernemen of gewoon eens tijd nemen voor wat anders moeilijk kan. In onze ILYA-special leest u wat uw collega’s allemaal doen voor uw vakantie en hoe zij hun vakantie aanpakken.
Laat u iets horen over uw vakantie? Zet u uw ‘ingenieur zijn’ even opzij? Beoefent u uw ‘ingenieur zijn op een andere wijze’? Eén adres:
[email protected]
We wensen u, uw familieleden en collega’s een heel leuke zomer toe, met veel sport en afwisseling. En aan onze kersverse collega’s een boeiende start. Tot in september.
Hans Romaen Gedelegeerd Bestuurder ILYA • juni-juli 2012
3
INHOUD
DE OMDENkER Pleidooi voor een eerherstel van het praktijkwerk 6
ILYA Nr 2 juni-juli 2012
Adres van de redactie Desguinlei 214 - 2018 Antwerpen T 03 260 08 40 E-mail:
[email protected] Verantwoordelijke uitgever Hans Romaen gedelegeerd bestuurder ie-net vzw Hoofdredacteur Johan Op de Beeck Eindredactie Peter Ooms Redactie Christine Huyge, Luc Vander Elst, Peter Van Dijck, Wouter Peeters, Erwin Vanvuchelen, An Rekkers Fotograaf Ivan Mervillie Coördinatie en contact Karolien Van Wiele, ie-net
[email protected] Tel. 03-260 08 58
Het vakmanschap staat op het spel door de scheiding van denken en doen.
DOSSIER : SpORt
Het pak dat meer kracht geeft
10
Nadine Khouzam: een ingenieur op de Spelen
14
De renner als chocolade ei
16
Vigo maakt drukpakken die sporters helpen hun houding aan te passen Deze vierdejaars studente burgerlijk ingenieur is de doelwachter van ons vrouwen hockeyteam Wielrenners werken met de virtuele windtunnel en de isokinetische fiets van Erwin Koninckx
Groene stadions en vlot verkeer tijdens de Spelen 20 Imtech is betrokken bij allerlei technische hoogstandjes in en rond het Olympisch stadion
kNOwhOw
Klankbordgroep Jos Vander Sloten, Bart Demol, co-voorzitters Jaak Blocken, Ivan Born, Roland Debruyne, Marjan De Mey, Paul de Schepper, Clement Noé, Hans Romaen, Guy Roymans, Luc Taerwe, Thérèse Van Bellinghen, Werner Van Cayseele, Karolien Van Wiele, Johan Vyncke
Nieuws
22
Koelen zonder airco? Cool!
24
Vormgeving Roland Van Campenhout
[email protected]
Vlaamse bodem wordt vruchtbaarder
26
Glas, het meest innovatieve materiaal van deze eeuw
27
technologische vindingen van Vlaamse bodem
Nieuwe technieken voor een comfortabel binnenklimaat
De tendens is gekeerd door een combinatie van betere bemesting en nieuwe ploegmethodes
Productie Op de Beeck & Partners www.opdebeeck-partners.be
[email protected] Druk Drukkerij Sleurs & Partners Astridlaan 215 - 3900 Overpelt T 011 80 90 90 www.drukkerijsleurs.be Tablet Decom nv ‘t Hofveld 6c4 - 1702 Groot-Bijgaarden T 02-325 64 64
[email protected] - www.decom.be Oplage en verspreiding ILYA verschijnt 6 keer per jaar. Het wordt gratis verstuurd naar alle leden. Abonnementen Niet-leden kunnen een jaarabonnement aanvragen door te mailen naar
[email protected]. Prijs binnenland (excl. BTW): 60 EUR. Prijs buitenland (excl. BTW): 90 EUR.
Een hoger comfort dankzij innovatieve glascomponenten voor de bouw
MENSEN
Internationale genen
28
“Ik heb mijn horizon fors verruimd”
30
Een ingenieur kiest voor het artiestenbestaan
32
Ingenieurs over hun hobby’s
34
Pol Coppin hielp landbouworganisaties over de hele wereld en bouwde een netwerk van vrienden Grontmij start met zelfsturing in een ingenieursomgeving Podiumbeest Dirk Denoyelle speelt liever met de blokjes
VROEGER EN NU
COVERBEELD : © ANDY RAIN/EPA/CORBIS
Reclameregie trevi nv Leopold II laan 53 - 1080 Brussel T 02 428 30 90
[email protected] Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt dmv druk, fotokopie, internet of welke andere vorm dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
De ingenieur achter de schermen van de Vrt
Welke technologie is nodig om een journaal te maken?
ZOMERBIJLAGE Ingenieurs en vakantie rockers aan banden gelegd GSM-netwerken voldoen niet in de crisis Zorg voor het erfgoed Boeken Hoe gezond is barbecue?
4
36
39 40 42 44 46 48 50
ILYA • juni-juli 2012
bent u ingenieur en op zoek naar een job? Kom naar de jobbeurs voor ingenieurs. Wij helpen je graag op weg!
Surf naar www.vdab.be/agenda voor meer informatie over data en locaties.
Sommige ingenieurs leggen een bijzonder parcours af, verkennen verschillende horizonten en culturen en ontwikkelen zo zienswijzen waarmee ze het vakgebied en de wereld van het werk verrijken. Zo iemand is Luc Hoebeke. Hij is ingenieur elektronica en kernwetenschappen, maar evengoed voelt hij zich thuis in de psychologie, filosofie en economie. “Mijn terrein is de complexiteit van menselijke activiteit en arbeid.” Als docent, kwaliteitswerker en adviseur in het internationale bedrijfsleven is het altijd zijn streven geweest om de relatie tussen ‘denken’ en ‘doen’ te herstellen. “De scheiding tussen beide en de overheersende status van het denken is catastrofaal en werkt crisissen als die van vandaag in de hand.” tekst : Christine huyge - Foto’s : Ivan Mervillie
6
ILYA • juni-juli 2012
DE OMDENKER
“het vakmanschap staat op het spel door de scheiding tussen denken en doen”
Pleidooi voor een eerherstel van het praktijkwerk ILYA • juni-juli 2012
† 7
DE OMDENKER
L
uc Hoebeke zat in zijn derde rond ‘het nieuwe werken’ krijgen deze aspecten van sociotechniek jaar ingenieursstudies in gelukkig opnieuw meer aandacht.” Leuven toen er iets gebeurde Nooit alleen met de directie wat zijn visie op zowel het ingenieursvak als zijn latere Van de samenwerking met operatoren en vakmensen, op de werkwerk in de bedrijfswereld fel zou beïnvloeden. “Tijvloer, én het contact met gebruikers – zij die de realiteit echt kendens mijn stage kreeg ik de kans de werking van nen – bleef de ingenieur een erezaak maken. Hij bracht zijn manier een machine te onderzoeken. Ik liet die machine van werken in de praktijk, eerst op de universiteit van Bogota, Coverschillende programma’s draaien, één ervan liep lombia, waar hij een nieuwe faculteit elektronica uit de grond hielp faliekant af. Om een lang verhaal kort te maken: ik hielp stampen, later bij Philips en Teneco Monroe. Ook toen Luc Hoede installatie, die miljoenen franken waard was, naar de vaantjes. Ik beke vervolgens toetrad tot de adviesorganisatie IOD (International was in shock, niet zozeer omdat ik Institute for Organizational and We leven in een wereld van overvloed, Social Development), waar hij in de rest van mijn stage in de bib niet van schaarste. mocht doorbrengen, maar vooral een kleine club psychologen de omdat bleek dat de arbeider die enige ingenieur was, bleef hij het onder mijn supervisie de machine principe huldigen. “Ik bedankte bediende, wist wat er ging gebeusteevast voor opdrachten waar ik ren. De man had mij echter gehoorzaamd, want ik was ingenieur, alleen met de directie aan tafel zou zitten.” Ook hier was een trauhad gestudeerd en werd dus verondersteld het te weten.” matische ervaring de basis voor verdere ontwikkeling. “Samen met een collega begeleidde ik een herstructurering binnen een groot Vakmanschap in ere herstellen ingenieursbureau. We wilden er het functioneren verbeteren, maar dat bleek allerminst de bedoeling. Het was de verantwoordelijken Het voorval miste zijn effect niet. Luc Hoebeke raakte er steeds enkel te doen om het veiligstellen van hun status, posities en primeer van overtuigd dat ‘denken’ en ‘doen’ in één persoon verenigd vileges. We waren gemanipuleerd. Het was de laatste keer dat ik moeten zijn en dat het de confrontatie met de realiteit en de matein een herstructurering meestapte.” rialiteit van de dingen is die iemands kennis verhoogt. “Veeleer dan
Alleen beseffen we het niet.
de theorie, waren het als student mijn stages, het werk in de fabrieken, de elektronicaproeven, het solderen van circuits en dergelijke die mij gevormd hebben, ondanks, of net dankzij de fouten, probeersels, stommiteiten, tot het verbranden van mijn vingers toe.” In de huidige ingenieursopleidingen, zoals in de maatschappij, heeft de computer natuurlijk definitief zijn plaats verworven. “Ik vrees dat we daardoor het ‘doen’ verleren en zo stilaan de band met de realiteit verliezen. Virtuele realiteit kwam in de plaats, maar voor mij bestaat die niet. Wat virtueel is, is niet reëel, het zijn twee fundamenteel tegengestelde begrippen. De realiteit van de ‘virtuele realiteit’ is niets anders dan een scherm dat licht geeft.” Vandaar het pleidooi van Luc Hoebeke om in ingenieursopleidingen, bij uitstek het speelveld van de toegepaste wetenschappen, het ‘doen’ in ere te herstellen, via praktijkwerk. Niets minder dan het vakmanschap staat op het spel. “Vakmanschap is van onschatbare waarde. Het betekent dat je de competentie bezit om zinvol om te springen met onverwachte gebeurtenissen. Hoeveel modellen, procedures of controlemechanismen je ook ontwikkelt, onverwachte dingen gebeuren toch, ook in technische systemen. Telkens is het de mens, zijn vakmanschap en zijn creativiteit die het verschil maken en die bepalen of er al dan niet resultaat wordt geboekt.” Ook ongebreidelde en ondoordachte automatisering in bedrijven fnuikt het vakmanschap en wat misschien nog erger is: het scheidt de mensen van elkaar en neemt op die manier de sociale betekenis van werk weg, die vaak even belangrijk is als de job zelf. “In de discussies
8
Stafafdelingen afschaffen Luc Hoebeke schrapte gaandeweg een aantal termen uit zijn woordenboek en werkpraktijk. ‘Project’ is daar één van. “Dat suggereert een begin en een einde, alsof er niets gebeurt voor je als buitenstaander een bedrijf binnenstapt en er daarna geen verdere ontwikkelingen zijn. Helemaal te gek wordt het als een project de naam van de consultant krijgt. In mijn visie lever je als adviseur met je expertise een bijdrage aan bepaalde processen. Je schotelt geen oplossingen voor, maar zoekt mee een weg naar een betere situatie. Dat is trouwens ook wat de specialisten ‘in’ de bedrijven horen te doen. Ze samenzetten in één stafafdeling volgens hun discipline is nefast, want dat versterkt de scheiding tussen denken en doen. Een bedrijf dat dit goed begrepen heeft, is de succesvolle Spaans-Baskische busbouwer Irizar, die ook een vestiging in Brussel heeft. Wie er een idee heeft, voert het ook uit. Iedereen neemt er eigenaarschap en verantwoordelijkheid op, naargelang de context.” Al zijn reflecties, ervaringen en praktijken als organisatieconsultant bundelde Luc Hoebeke in 1994 in een boek ‘Making Work Systems Better’, een werk dat twee van zijn alumni momenteel in het Spaans vertalen en dat de executive MBA-cursisten van de universiteit van Kaapstad nog steeds als basis hanteren. “Ik gebruik bewust niet de naam ‘organisatie’, maar ‘werksysteem’ om duidelijk te maken dat ik als consultant, ongeacht de structuur van een organisatie, bezig ben met het beter maken van ‘werk’ als een systeem waar alle activiteiten
ILYA • juni-juli 2012
DE OMDENKER
met elkaar verband hebben.” Dit zie je dat we in een wereld van Het is pas in de systeemdenken staat tegenover overvloed en kansen leven, niet het cartesiaans denken, waarbij van schaarste. Het is duidelijk dat iemands kennis verhoogt. je problemen, als ze te groot en dat we met zijn allen steeds te complex zijn, in stukjes opdeelt en oplost. “Die fragmentatie werkt meer overvloed creëren, alleen beseffen we dat blijkbaar nog niet. niet in de praktijk omdat de praktijk niet in stukken te verdelen is. Bijgevolg gaan we de overvloed die er is, managen vanuit het conAls je maar één aspect van een systeem bekijkt en in dat segment cept van schaarste. Geen wonder dat de crisis scherper wordt!” een oplossing zoekt, zonder de context en het geheel in het vizier te relaties openen mogelijkheden houden, dan duiken binnen de kortste keren elders problemen op.” Overvloed is synoniem van chaos, en chaos boezemt angst in omdat chaos per definitie onbeheersbaar is. “Vergelijk het met Luc Hoebeke: “Organisaties zijn levende systemen en per definitie zelfordenend. Vergelijk het met mijn tuin: die ziet mijn tuin, die er momenteel erg wild uitziet. Maar vergis je er chaotisch uit, maar er heerst wel degelijk een orde. Alniet, er zit wel degelijk een orde in. Alleen: die orde is onmoleen: het is een orde die ik niet kan opleggen, laat staan begelijk op te leggen, ze ontstaat vanzelf vanuit de relaties tusheersen.” sen de verschillende organismen.” Hetzelfde principe geldt Kiezen voor de menselijke schaal voor menselijke systemen. Die ordenen Niet alleen managers bezondigen zich aan fragmentair zichzelf. “Dat zie je denken, de politieke elite is in hetzelfde bedje ziek. volop gebeuren in “Voor een stuk is dat toe te schrijven aan het feit landen als Griekendat het werk van veel topmanagers en politici land en Spanje. Gemeende menselijke maat overstijgt, wat aanleischappen gaan opnieuw ding geeft tot vervreemding en angst. In ruilhandel invoeren of creëren een poging greep te houden op dat hun eigen munt. Onlangs was ik in Cawaarmee ze bezig zijn, gaan talonië, waar de banden tussen de ze isoleren, catalogeren, mensen en de families zeer nauw zijn. dingen in vakjes stoppen. Die relaties openen enorme mogelijkTerwijl net het tegenoverheden: de mensen helpen elkaar fangestelde ons verderhelpt: tastisch. Je ziet ook dat burgemeesters verenigen, de verbanden en in deze landen een grotere rol gaan relaties in complexe systespelen. In Andalusië bijvoorbeeld is men leren zien én de mogelijkheden daarvan tot hun er een burgemeester die de grond recht laten komen.” Als inzelf annexeert in plaats van die in hangenieur kan Luc Hoebeke den te geven van speculanten. Gevolg: hiervan zelfs het wiskundig de crisis is er gepasseerd.” Als overheid bewijs leveren: wanneer je komt het erop aan, meent Luc Hoebeke, veel losse elementen met elzo’n initiatieven niet te fnuiken omdat ze kaar connecteert, dan niet kloppen met je theorie. De werkelijkstijgt het aantal verbanheid heeft altijd gelijk, omdat ze er is.” Het den tussen die elementen huidige politiek-economische discours gaat combinatorisch. “Vandaar daar vaak tegenin. “Hoe primitief is het om dat ik het ook cruciaal een uiterst complex systeem als een maatvind om alle partijen die schappij aan de hand van één criterium, de bij een organisatievraagjaarrekening van de overheid, te beoordestuk betrokken zijn in één len en te sturen? De werkelijkheid zal zo’n ruimte samen te brengen. aberraties vanzelf wel inhalen.” ■ Eens je dit principe doorhebt en op deze manier Meer info op : naar de werkelijkheid kunt kijken,
confrontatie met de
realiteit
www.ie-net.be/ilya201202
ILYA • juni-juli 2012
9
© IMAGEGLOBE / BELGA-ERIC LALMAND
Het pak dat meer kracht geeft
10
ILYA • juni-juli 2012
DOSSIER
D
e kiemen voor het eigen sportlab van Vigo werden in 1998 gelegd, toen Eddy Mellaerts en Wim Sevenants zich over kinderen met aangeboren hersenletsels ontfermden. Omdat de neurologische aandoening de patiëntjes hinderde bij het stappen, ontwikkelde het duo sturingspakken die hun gang optimaliseerde. Na verloop van tijd rijpte het idee om ook drukpakken te maken die sportlui steun zouden geven bij het lopen. Intussen begeleiden Mellaerts en Sevenants onder meer Olivia, Jonathan en Kevin Borlée en voetbalclub Anderlecht. Concreet zijn ze, met hulp van assistente Aniek Lunenberg, verantwoordelijk voor de houding- en loopanalyse van de sporters. De screening kan op de loopband in hun eigen sportlab plaatsvinden, met behulp van high-speed camera’s en computerprogramma’s als Templo en Zebris. Als sportspecifieke situaties onder de loep genomen moeten worden, kan dat ook outdoor. Op basis van de analyse geeft Vigo advies aan de medische staf.
Sturen in plaats van corrigeren Geregeld betrekken Mellaerts en Sevenants ingenieurs bij de zoektocht naar betere analyses en behandelingen. Een nieuw systeem voor 3D-volumeopnames van het onderbeen en de voet werd hen
Deze sportzomer kijken we uit hoe de gebroeders Borlée presteren op de Olympische Spelen. Ingenieurskennis stelde het sportlab van het orthopedisch bedrijf Vigo in staat om sturende pakken en steunzolen te maken. Hightech die hen efficiënter doet lopen, met minder risico op blessures. Ook voetballers Lukaku en Wasilewski gebruikten ze. Tekst : Peter Van Dyck
ILYA • juni-juli 2012
11
†
DOSSIER
bezorgd door ingenieur Gerd Ebert van het Duitse orthopedische beSensorenpak voor de Borlées drijf Bauerfeind. “Als we een database maken van alle sportschoenen “Als een gevolg van onze intense samenwerking met Vigo heb ik hen die op de markt zijn, kunnen we nagaan welk type het beste past bij ook betrokken bij European Sports Academy (ESA), een project dat ik de door ons ingescande voet van een sporter”, legt Eddy Mellaerts leid,” vertelt trainer Jacques Borlée. “Daarmee wil ik topatleten wetenuit. “Want wat zien we vaak? Een sportmerk brengt een trendy voetschappelijk begeleiden op weg naar grote tornooien en de Spelen.” Voor ESA ontwikkelt Vigo een spacepak met sensoren voor outdoorbalschoen op de markt, die niet zelden op een smalle leest is gebametingen in een realistische setting. “Tot nog toe moesten we daarseerd. Heel wat spelers willen die modieuze schoen, terwijl het voor grote sensoren gebruiken, waar kabels aan vasthangen, volume en de breedte ervan niet berekend zijn op hun voet. Dan verwaardoor je welgeteld twee meter bewegingsruimte hebt”, licht Wim hoog je het risico op blessures.” Sevenants toe. “Nu willen we tot een systeem van verkleinde sensoIngenieurs van de Duitse firma Schein hielpen Vigo om schoenzolen ren met bluetoothverbinding komen. We maken een nauwsluitend pak met zakjes om de sensoren in te bevestigen.” te ontwerpen die de voet activeren. Een principe dat Mellaerts en Eddy Mellaerts: “Ik zou Olivia Borlée weleens een 100 meter willen Sevenants ook wilden doortrekken in hun drukpakken. Mellaerts: zien sprinten met zo’n sensorenpak aan. Dan krijgen we data die veel “Die outfits moeten het lichaam niet zozeer corrigeren als wel actief meer met de sportpraktijk gelinkt zijn. Met sensoren kun je meer biosturen. In plaats van een corrigerende strip te plaatsen, willen we mechanische kennis verzamelen. Je kunt dan precies meten hoeveel graden een schouder afwijkt van de gewenste positie.” impulsen geven ter hoogte van een bepaald lichaamsdeel, die door de hersenen geregistreerd worden. Het brein geeft daarop feedback naar het spiersysteem, zodat er een verandering in de houding optreedt.” herinnert zich wellicht de dubbele open beenbreuk die de verdeProprioceptieve feedback heet dit effect. Om het te illustreren, haalt diger van Anderlecht drie jaar geleden opliep. In verschillende kinesitherapeut Mellaerts de vroegere fysieke problemen van sprintfases van zijn revalidatie leverde Vigo hem zowel steunzolen als ster Olivia Borlée aan. “Als ze bij pakken met sturingselementen. het lopen haar linkervoet op de Wasilewski beweerde door het “Die outfits moeten het lichaam niet zozeer grond zette, zakte die langs de drukpak meer kracht te krijgen. corrigeren als wel .” binnenkant weg. Dat leidde tot “Hoe beter de sturing, hoe mintendinitis van de achillespees. der energetisch verlies”, verWe hebben achteraan de zool twee sturingscomponenten ingebouwd klaart Sevenants. “Een sporter heeft baat bij de alignatie van zijn die de voet de informatie gaven om niet naar binnen te klikken. Naulichaam.” welijks een jaar later zagen we een spectaculaire verbetering.” Mellaerts en Sevenants tonen beelden van een jeugdspeler van An-
actief sturen
Baat bij alignatie Op het EK Voetbal speelde in de Poolse nationale ploeg een grote fan van het Vigo 3D Sport Suit : Marcin Wasilewski. Iedereen
derlecht en wijzen op zijn instabiele looppatroon en uitzakkende bekkenlijn. “Als je vanuit die slechte houding een bal moet aannemen en in duel gaan, dan kom je altijd fracties van een seconde te laat. Als we hier niets aan doen, wordt hij nooit een topper. Dat proberen we zo iemand dan ook duidelijk te maken, met de beelden erbij.”
Hulp voor dataverwerking
Ook Romelu Lukaku was een gebruiker van het Vigo-pak in zijn tijd bij Anderlecht.
12
Het Vigo-tweetal begeleidt ook zeilster Evi Van Acker, van wie op de Olympische Spelen veel verwacht wordt. “Zij liep een stressfractuur ter hoogte van de midvoet op”, vertelt Eddy Mellaerts. “Wil ze haar boot sneller laten gaan, dan moet ze zo ver mogelijk uit de boot gaan liggen. Daarbij haakt ze haar voeten achter een band. Zo is die blessure ontstaan. Momenteel ontwikkelen we een orthese om de midvoet te ondersteunen.” Een luxeprobleem: door de toename van het aantal gegevens wordt de dataverwerking een steeds complexere klus, te meer omdat dit sportlab geen referentiepunten heeft - er is niemand anders in de sportwereld die de wetenschappelijke, klinische en orthopedische benadering combineert. “Om dit op te lossen, wordt het aanwerven van een biomedische ingenieur binnen afzienbare tijd een noodzaak”, lacht Sevenants, de toekomst tegemoet. ■
ILYA • juni-juli 2012
Tijd voor het echte werk. Bij ons moet het vooruitgaan. Jan De Nul Group is namelijk actief op drie verschillende domeinen: de baggersector, de civiele bouw en de milieusector. Het echte werk dus, met resultaten die ons een internationale reputatie hebben verzekerd. Aan de basis van dat succes ligt een team van zowat 6000 medewerkers wereldwijd –
een team dat niet stilzit en dagelijks bijdraagt tot onze onstuitbare groei. Geen strakke bedrijfscultuur in ons bedrijf, wel een opvallend ruim jobaanbod voor mensen die ook graag beweging zien in hun carrière. Momenteel zijn we op zoek naar heel wat industriële en burgerlijke ingenieurs voor onze werven in binnen- en buitenland.
BAGGERWERKEN
Like us on
jobs.jandenul.com
CIVIELE WERKEN
MILIEUWERKEN
Best is better!
Nadine Khouzam: een Nadine Khouzam, vierdejaars studente burgerlijk ingenieur, mag als doelwachter van ons vrouwelijke hockeyteam naar de Olympische Spelen. Hoe combineert ze topsport met ingenieursstudies? En wat zijn haar ambities, zowel in het hockey als in het toekomstige beroepsleven? De vurige jongedame vertelt. Tekst : Peter Van Dyck
o
“
p een gegeven moment moest ik kiezen tussen judo of hockey. In beide was ik goed, maar ik ging voor hockey omwille van de teamspirit. Plots ging het heel snel voor mij. Op mijn 15de was ik al eerste keeper van de club Ukkel. Een jaar later riep de bondscoach mij op voor het nationale A-team. Waarom ik die kans kreeg? Ik denk dat mijn reflexen mijn grootste sterkte waren. Intussen ben ik nog fel gegroeid: ik heb meer vertrouwen en neem, als leider van de verdediging, betere beslissingen.” “Iedereen droomt van de Olympische Spelen. Toen we ons plaat-
14
sten, tartte dat elke verbeelding. Ik ga later aan mijn kleinkinderen kunnen zeggen dat ik de keeper was van de allereerste Belgische vrouwelijke hockeyploeg die naar de spelen ging! En of ik trots ben dat ik voor België mag spelen. Dat heb ik aan mijn roots te danken. Mijn ouders zijn Libanees; voor hen is het evident dat je fier bent op je land. Weet je, de Olympische droom vervullen, is een beetje zoals denken dat je ooit dé uitvinding van de eeuw doet, je eigen onderneming kan oprichten en wereldwijde faam oogst. Die gedachte zit ergens in een hoekje van je hoofd, maar om het te bereiken, moet je talent hebben en er keihard voor werken.”
ILYA • juni-juli 2012
DOSSIER
“Vanaf 4 juni stond alles in het teken van Londen 2012. Voordien waren mijn studies de absolute prioriteit.”
ingenieur op de Spelen Een eigen bedrijf “De laatste maanden waren fou. Met mijn club Wellington speelde ik de play-offs en meteen daarna hadden we met de nationale ploeg twee wedstrijden tegen Nederland. Daarop volgden welgeteld tien dagen rust. Al was dat relatief: ik had nog krachttrainingen en examens te doen. Topsport combineren met hogere studies is soms moeilijk. Door wedstrijden en buitenlandse trainingsstages moet ik lessen missen, in mijn eentje labowerk doen in plaats van in groep en in één week tijd het werk verzetten dat mijn medestudenten in drie weken doen. Van Nieuwjaar tot Pasen ben ik nauwelijks op school geweest. Ook voor familie en vrienden heb ik weinig tijd. Als topsporter ben je sociaal gehandicapt.” “Vanaf 4 juni stond alles in het teken van Londen 2012. Voordien waren mijn studies de absolute prioriteit. Mocht ik slecht presteren op school, ik zou met hockey stoppen. Ik heb voor ingenieursstudies gekozen omdat ik dol ben op wiskunde en het een heel brede opleiding vind. Ik zie mezelf niet meteen in een technische job belanden. Een eigen onderneming: dat is mijn am-
ILYA • juni-juli 2012
Bio-ingenieurs op het water Nadine Khouzam is niet de enige Belgische Olympiër met een ingenieursachtergrond. De faculteit bio-ingenieurswetenschappen van de UGent heeft er maar liefst drie vertegenwoordigers. Toeval of niet, het zijn allen watersporters: roeier Tim Maeyens, windsurfer Sigrid Rondelez en zeilster Evi Van Acker. Die laatste is de enige die haar diploma nog niet heeft gehaald; dat is haar grote doel voor na Londen 2012. De drie hebben tot nog toe alles op de sport gezet en hebben daardoor nog geen professionele ervaring in hun vakgebied. Tim Maeyens heeft tussendoor wél even stage gelopen bij TMVM, een bedrijf dat instaat voor de watervoorziening in verschillende gemeenten, om de voeling met de praktijk niet volledig te verliezen.
bitie. Een ingenieursachtergrond lijkt me een groot voordeel voor een bedrijfsleider omdat je dan begrijpt wat je verkoopt. En een managementcursus kan ik later nog altijd volgen. Ik wil voortdurend bijleren. Wat ik zeker later wil doen, is mijn ervaringen in teamwork, opgedaan met het hockey, delen met anderen. Samen aan grote objectieven werken: dat is het summum. Ik wil een bedrijf met een best is better-mentaliteit.” ■
15
© IMAGEGLOBE / PRESSASSOCIATION - PETEGODING
De renner als chocolade ei Om optimaal te presteren op de Olympische Spelen, deed onze nationale achtervolgingsploeg een beroep op de virtuele windtunnel en de isokinetische fiets van Erwin Koninckx van de KU Leuven. Ook ronderenners kunnen er hun voordeel mee doen.
Tekst : Peter Van Dyck
16
ILYA • juni-juli 2012
DOSSIER
e
rwin Koninckx, ingenieur én kinesitherapeut, is de missing link tussen de techneuten uit de industrie en de soms conservatieve wielerwereld. Als wetenschappelijk medewerker aan de faculteit bewegings- en revalidatiewetenschappen van de KU Leuven, in de volksmond bekend als het Sportkot, deed hij tests onder meer met Omega Pharma – Quick-Steprenners als Tom Boonen. Nu werkt Koninckx, samen met het Topsport Advies- en Begeleidingscentrum van de KU Leuven, voor de Wielerbond Vlaanderen. Zo is hij momenteel betrokken bij een IWT-project dat de tijdritpakken wil verbeteren, in opdracht van sponsor Bio Racer en met knowhow van de faculteit bio-ingenieurswetenschappen. De tenues zijn in de eerste plaats bestemd voor de Belgische achtervolgingsploeg op de piste (bestaande uit Kenny De Ketele, Dominique Cornue, Gijs Van Hoecke, Jonathan Dufrasne, Ingmar Depoortere en Moreno Depauw). Hoe kun je tijdritpakken, die in het verleden al vaker geoptimaliseerd werden, blijven verbeteren? Erwin Koninckx begrijpt mijn frons. “In werkelijkheid zetten we telkens kleine stapjes vooruit”, bekent hij. “Het huidige voorstel is om het pak in verschillende zones in te delen. Door stoffen met verschillende oppervlaktetextuur te gebruiken, kun je de luchtstroom gericht beïnvloeden. Het komt erop neer dat je de ene zone wat gladder maakt, om de lucht beter te laten passeren, en de andere wat ruwer, om daar de luchtstroom langer tegen het lichaam te houden, waardoor het zog kleiner wordt.”
3D-scantechnologie Het komt er dus op aan inzicht te krijgen in de luchtstroom rond een wielrenner. Daartoe dient het aerodynamicaonderzoek, dat traditioneel in de windtunnel plaatsvindt en waar elke ronderenner met ambitie aan onderworpen wordt, met het oog op de vaak beslissende tijdritten.
ILYA • juni-juli 2012
17
†
© IMAGEGLOBE / BELGA - DIRK WAEM
DOSSIER
Met de windtunneltest kun je perfect berekenen hoe groot de luchtweerstand is, maar hoe die precies tot stand komt, blijft een groot vraagteken. Om iets aan die onvolkomenheid te doen, startten de KU Leuven en de Wielerbond Vlaanderen vijf jaar geleden, met Vlaams overheidsgeld, het project van de virtuele windtunnel. Met technologie van Nikon Metrology scant Erwin Koninckx een
Door stoffen met verschillende oppervlaktetextuur te gebruiken, kun je de luchtstroom gericht beïnvloeden. coureur in 3D in. “Daarbij deel ik zijn lichaam in zeven zones in. Je kan het vergelijken met een chocolade ei dat in zeven stukken gebroken is. Om de stukken weer aan elkaar te laten sluiten, moet je wat knutselen. Kleine verschuivingen bij het scannen zijn onvermijdelijk, omdat je niet van een renner kan verlangen dat hij 45 minuten lang onbewogen in tijdrithouding zit.” Via computermodellering simuleert Koninckx vervolgens in het volume rond de virtuele renner een luchtstroom. Met behulp van Comutational Fluid Dynamics bepaalt hij voor alle elementaire deeltjes die dat volume opvullen hoe snel en in welke richting de lucht er stroomt.
Finishing touch op de piste Deze virtuele benadering biedt ook perspectieven als je, zoals Koninckx, met een achtervolgingsploeg werkt. In een gewone windtunnel kan je immers geen vier renners achter elkaar laten postvatten en voor elk apart metingen uitvoeren. “Met het computermodel kun je wél perfect een aantal ingescande individuen achter elkaar plaatsen. Je kan ook makkelijk spelen met de afstanden tussen de renners.” Met de knowhow uit het windtunnelonderzoek en de computersimulatie trekken de renners vervolgens naar de
Met de isokinetische fiets die de renners een trapfrequentie oplegt, kan de kracht bij korte inspanningen worden gemeten.
18
Erwin Koninkx testte zowel Philippe Gilbert als Tom Boonen.
wielerpiste, om de posities te finetunen. Koninckx: “Op de baan kun je met de ploeg nagaan of een virtuele houding bruikbaar is om aan 60 km/uur als een goed geoliede machine aflossingen te doen.”
Één splijtende demarrage In de labo’s van Topsport ABC in Leuven doet Erwin Koninckx krachtanalyses. Daarvoor ontwikkelde hij een nieuw soort ergometer: de isokinetische fiets. Op de plaats van het achterwiel is een elektromotor gemonteerd, die de coureur een trapfrequentie oplegt. “Naast uithoudingstests met de klassieke ergometer is er in het moderne wielrennen ook nood aan krachtmetingen bij kortstondige, explosieve inspanningen. Kijk naar Philippe Gilbert, die vorig jaar menige wedstrijd naar zijn hand zette met één splijtende demarrage op het einde.” De test toont zijn waarde bij het screenen van jeugdig talent. Wie op korte tijd veel vermogen kan produceren, maar weinig uithouding heeft, kan tot zijn recht komen op de kortere nummers op de wielerpiste, maar zal het nooit tot topper op de weg schoppen. Wie daarentegen veel uithoudingsvermogen heeft, maar relatief weinig explosiviteit, kan een geboren tijdrijder zijn. Op jonge leeftijd detecteren welk vlees er in de kuip zit; die niet te onderschatten taak rust op de schouders van Erwin Koninckx. ■
ILYA • juni-juli 2012
VITOŝƐĞĞŶƚŽŽŶĂĂŶŐĞǀĞŶĚƵƌŽƉĞĞƐ͕ŽŶĂĬĂŶŬĞůŝũŬŽŶĚĞƌnjŽĞŬƐͲĞŶĂĚǀŝĞƐĐĞŶƚƌƵŵ͕ĚĂƚŝŶŶŽǀĂƟĞǀĞƚĞĐŚŶŽůŽŐŝĞģŶĞŶ ǁĞƚĞŶƐĐŚĂƉƉĞůŝũŬĞŬĞŶŶŝƐƉƌĂŬƟƐĐŚƚŽĞƉĂƐďĂĂƌŵĂĂŬƚǀŽŽƌŽǀĞƌŚĞĚĞŶĞŶŝŶĚƵƐƚƌŝĞ͘ VITOŝƐĂĐƟĞĨŝŶŵŝůŝĞƵͲ͕ĞŶĞƌŐŝĞͲĞŶŵĂƚĞƌŝĂĂůƚĞĐŚŶŽůŽŐŝĞ͕ŝŶĚƵƐƚƌŝģůĞƉƌŽĚƵĐƟĞͲĞŶƉƌŽĐĞƐƚĞĐŚŶŽůŽŐŝĞģŶĞŶ ĂĂƌĚŽďƐĞƌǀĂƟĞ͘ VITOůĞǀĞƌƚŝŶƚĞůůŝŐĞŶƚĞĞŶŬǁĂůŝƚĂƟĞǀĞŽƉůŽƐƐŝŶŐĞŶǁĂĂƌŐƌŽƚĞĞŶŬůĞŝŶĞďĞĚƌŝũǀĞŶĐŽŶĐƵƌƌĞŶƟĞĞůǀŽŽƌĚĞĞů ƵŝƚŚĂůĞŶ͕ĞŶŽďũĞĐƟĞĨŽŶĚĞƌnjŽĞŬ͕ƐƚƵĚŝĞƐĞŶĂĚǀŝĞnjĞŶ͕ĚŝĞŝŶĚƵƐƚƌŝĞĞŶŽǀĞƌŚĞĚĞŶŝŶƐƚĂĂƚƐƚĞůůĞŶŚƵŶƚŽĞͲ ŬŽŵƐƚďĞůĞŝĚƚĞďĞƉĂůĞŶ͘ VITO͛Ɛ ŽŶĚĞƌnjŽĞŬ ǀŝŶĚƚ njŝũŶ ƚŽĞƉĂƐƐŝŶŐ ŝŶ ŶŝĞƵǁĞ͕ Ğĸ ĐŝģŶƚĞ ĞŶ ŐŽĞĚŬŽƉĞƌĞ ƉƌŽĚƵĐƟĞƚĞĐŚŶŽůŽŐŝĞģŶ͕ ǀĞƌͲ ŵŝŶĚĞƌĚĞŶĞƌŐŝĞǀĞƌďƌƵŝŬ͕ďŝŽŵĂƚĞƌŝĂůĞŶ͕ŐĞnjŽŶĚŚĞŝĚƐnjŽƌŐ͕ŵŝůŝĞƵnjŽƌŐĞŶnj͕͘ĂůƐŽŽŬŚĞƚŝŶŬĂĂƌƚďƌĞŶŐĞŶĞŶ ŵŽŶŝƚŽƌĞŶǀĂŶĚĞĞīĞĐƚĞŶǀĂŶŬůŝŵĂĂƚƐǁŝũnjŝŐŝŶŐ͘,ŝĞƌďŝũnjŝũŶŚĞƚǀƌŝũǁĂƌĞŶǀĂŶŚĞƚůĞĞĨŵŝůŝĞƵĞŶŚĞƚ ĚƵƵƌnjĂĂŵŐĞďƌƵŝŬǀĂŶĞŶĞƌŐŝĞĞŶŐƌŽŶĚƐƚŽīĞŶƐƚĞĞĚƐƉƌŝŽƌŝƚĂŝƌ͘ VITO͛ƐŽŶĚĞƌnjŽĞŬƐĐĞŶƚƌƵŵŝƐŐĞǀĞƐƟŐĚŝŶDŽů͕ŵĞƚƐĂƚĞůůŝĞƚŬĂŶƚŽƌĞŶŝŶĞƌĐŚĞŵ͕'ĞŶŬ͕ 'ĞŶƚĞŶKŽƐƚĞŶĚĞ͘ VITO ƚĞůƚ ĐŝƌĐĂ ϲϬϬ ŚŽŽŐŐĞŬǁĂůŝĮĐĞĞƌĚĞ ŵĞĚĞǁĞƌŬĞƌƐ Ƶŝƚ ĚŝǀĞƌƐĞ ƐƉĞĐŝĂůŝƐŵĞŶ ĞŶ ǁĞƌŬƚ ƐĂŵĞŶ ŵĞƚ ƐĞĐƚŽƌĨĞĚĞƌĂƟĞƐ ĞŶ ŚƵŶ ŽŶĚĞƌnjŽĞŬƐͲĐĞŶƚƌĂ͕ ƵŶŝǀĞƌƐŝƚĞŝƚĞŶ ĞŶ ŚŽŐĞƐĐŚŽůĞŶ͕ƵƌŽƉĞƐĞŽŶĚĞƌnjŽĞŬƐŝŶƐƟƚƵƚĞŶ͘͘͘ VITO NV ŽĞƌĞƚĂŶŐϮϬϬͲϮϰϬϬDK> sŽŽƌŵĞĞƌŝŶĨŽƌŵĂƟĞ͕ŶĞĞŵ ǀƌŝũďůŝũǀĞŶĚĐŽŶƚĂĐƚŽƉŵĞƚ <ƌŝƐƟŶĞsĞƌŚĞLJĚĞŶ dĞů͘нϯϮϭϰϯϯϱϱϱϯ &ĂdžнϯϮϭϰϯϯϱϱϵϵ
[email protected] – www.vito.be
10:59:26
Postgraduaat Bedrijfskunde
Voor professionals
Combineerbaar met job
Eénjarige opleiding
Vanuit wetenschap
Gericht op praktijk
Master Class: Fundamentals in Management
INFOAVOND: 13 SEPTEMBER OM 20 UUR
www.econ.kuleuven.be/ond/postgraduaten/postgraduaatbedrijfskunde
© JAN SKWARA | DREAMSTIME.COM
Groene stadions en
vlot verkeer tijdens de Spelen
Als straks de Olympische Spelen van start gaan in Londen, dan zijn daar jaren van voorbereiding aan voorafgegaan: een olympisch dorp bouwen, hoogkwalitatieve sportinfrastructuur, maar bijvoorbeeld ook de verbetering van de hele verkeersafwikkeling. Imtech, een bedrijf dat elektronische, mechanische en informaticatoepassingen integreert en op elkaar afstemt, was daar zeer nauw bij betrokken. Net als bij de bouw van voetbalstadions in Polen voor het Europees Kampioenschap. Jean Muls, burgerlijk ingenieur en algemeen directeur van Imtech Belgium, licht de link met de sport toe. Tekst : Luc Vander Elst
20
ILYA • juni-juli 2012
DOSSIER
I
n Londen bouwt Imtech mee aan energiezuinige stadions voor de Olympische Spelen. Jean Muls: “Wij staan voor technologie die de maatschappij verbetert. We stellen onze klanten technologie voor die een maatschappelijke meerwaarde heeft. Als we het over een efficiënt energieverbruik hebben, gaan wij op zoek naar technologische oplossingen die zowel ecologisch als economisch verantwoord zijn. Liefst zonder overheidssubsidies.”
Londen In Warschau, Wroclaw en Gdansk voor het Europees kampioenschap voetbal en in Londen voor de Olympische Spelen bouwde Imtech mee aan de stadions van de toekomst. “In die stadions verzorgen we alle IT"In de Imtech-arena in Hamburg hebben we vorig jaar al een energiebesparing gemeen informatiegerelateerde technologische toepassinten van 35% of 3000 megawatt." gen: elektriciteit, energievoorziening, verlichting, luchtverversing, verwarming, toegangscontrole. We verantwoorden die technische toepassingen ook economisch. Ze energiebesparing gemeten van 35% of 3.000 megawatt, het equizijn vandaag al financieel rendabel en ecologisch beter. Met een valent van 1200 ton CO2-uitstoot. Bestaande installaties vervangen terugverdieneffect van drie tot vijf jaar.” en verbeteren levert veel meer energiewinst op dan bijvoorbeeld Behalve in de bouwsector is Imtech ook aanwezig in de industrie, de bouw van een nieuwe energiebron. Verouderde installaties verhet zeewezen en de verkeersinfrastructuur. In elk van die vangen is veel goedkoper, schoner en energie-efficiënter. Wij geven segmenten is het bedrijf betrokken bij projecten met een grotere daarbij ook advies op basis van onze kennis en ervaring. Als de complexiteit, precies omdat mechanische, elektronische en inforgrote lijnen zijn uitgezet voor een project, dan kunnen wij de ecomaticaoplossingen worden gecombineerd. logisch en financieel meest rendabele installatie voorstellen. En die zal technologisch ook van het hoogste niveau moeten zijn.” Verkeerscontrole De technologie die Imtech gebruikt voor stadions wordt ook toegepast in kantoorgebouwen en industriële gebouwen. Zo staat Imtech bij de Olympische Spelen in Londen ook in voor Met Roomtalk introduceerde het bedrijf een techniek waarmee de de verkeerstechnologie. energievoorziening – verwar“De overheid kan alles monitoren vanuit een centraal verming, verlichting en ventilatie keerscentrum: wat er gebeurt, – wordt aangepast aan het geDe beste investering is die in hoeveel verkeer er is op welke bruik. Met één eenvoudige plaats. Dat wordt allemaal gemuisklik kan alle energie in meten en in kaart gebracht en een bepaalde zone van het stamet die gegevens kan men dan de verkeersstroom beïnvloeden, bijdion worden gereduceerd of uitgeschakeld. Ook voorgeprogramvoorbeeld via elektronische signalisatieborden. Dankzij ons vermeerde keuzes zijn mogelijk. Zo kan het energieverbruik in een keersbegeleidingssysteem zal het verkeer in Londen in elk geval stadion worden aangepast naargelang er een voetbalwedstrijd of vlotter verlopen dan normaal. We zijn trouwens ook betrokken bij een popconcert plaatsvindt. veel nieuwe infrastructuur in Londen: openbaar vervoer, nieuwe Engagement stations, enz. Ook daar installeren en integreren we alles wat erbij hoort.” Het structureel tekort aan voldoende technologisch geschoold personeel speelt elk technologisch georiënteerd bedrijf vandaag parNegawatts ten. Jean Muls heeft daar een heel eigen visie over: “Ik ben er allang “Noem ons gerust de jongens van de negawatts: de megawatts die van overtuigd dat de concurrentieslag tussen bedrijven zich heeft je niet verbruikt. De beste investering is die in energie die je niet verplaatst van het zoeken naar klanten naar het zoeken naar geverbruikt. In de Imtech-arena in Hamburg werd de vooruitstreschikte medewerkers. Bedrijven zoeken dezelfde soorten schaarse vende technologie al uitgetest. Daar hebben we vorig jaar al een profielen. ■
energie die je niet verbruikt.
ILYA • juni-juli 2012
21
©HUIB TROMMEL VOOR DAMEN/MAASKANT SHIPYARDS
iteit actual Gloednieuw onderzoeksschip Simon Steven
Op vrijdag 25 mei voer het onderzoeksschip Simon Stevin – het nieuwste pronkstuk voor het Vlaamse wetenschapsbeleid, tevens het eerste Vlaamse nieuwbouw-onderzoeksschip – haar thuishaven Oostende binnen. De Simon Stevin zal een breed spectrum aan zeewetenschappelijk onderzoek bedienen. Het marien onderzoek in Vlaanderen wordt uitgevoerd aan de universiteiten en wetenschappelijke instellingen en is multidisciplinair, gaande van fysische oceanografie, visserijonderzoek, mariene biologie, microbiologie, chemie, technologie, archeologie tot aardwetenschappen. Allen hebben nood aan een zeegaand platform om de zeeën en oceanen te bestuderen. Het schip – met een lengte van 36 m, breedte van 9,4 m en een diepgang van 3,5 m – beantwoordt aan de noden van de verscheidene mariene onderzoeksdisciplines, is uitgerust met alle standaard apparatuur om stalen te nemen en met hoogtechnologische sonartechnieken die stroommetingen (akoestische stroommeter) en karakterisering van de bodem toelaten (multibeam). Een hoogaccurate plaatsbepaling wordt verzekerd door een dynamisch positionering- en stuursysteem. Een dieselelektrische aandrijving biedt de mogelijkheid om te varen als ‘stil schip’ waardoor alle akoestische meetinstrumenten optimaal benut kunnen worden. De Simon Stevin is de opvolger van het huidige Vlaamse onderzoeksschip Zeeleeuw. De Zeeleeuw werd als loodsboot gebouwd in 1977 en in 2000 omgebouwd tot onderzoeksschip. Na meer dan 10 jaar trouwe dienst, was er nood aan een modern en goed uitgerust vaartuig, met een geringe diepgang en een vlotte toegang tot de ondiepe kustwateren van de zuidelijke bocht van de Noordzee en aanpalende riviermondingen. Het schip kreeg de naam ‘Simon Stevin’ naar de Vlaamse intellectuele duizendpoot (° 1548, Brugge) met heel wat maritieme en waterbouwkundige verdiensten. Meer info: www.vliz.be
Eerste zelflerende brain-computer interface Wetenschappers van de vakgroep Elektronica en Informatiesystemen van de Universiteit Gent hebben een zelflerende interface ontwikkeld waarmee een computer kan bestuurd worden op basis van gedachten. Daardoor is het niet langer nodig om per patiënt een tijdrovende kalibratie uit te voeren voor de computer gebruikt kan worden. Een Brain-Computer Interface of kortweg BCI laat een persoon toe om een computer te besturen op basis van gedachten. De computer analyseert de hersensignalen van de gebruiker en ontdekt zo zijn intentie. De BCI speller laat patiënten toe om letters te typen door ernaar te kijken. De BCI speller werd geïntroduceerd in 1988 en is gebaseerd op P300, een golf die gemeten kan worden in het EEG na het zien van een onverwachte stimulus. Tot nu toe was het nodig om deze P300 speller te kalibreren. Bij die kalibratie moet de patiënt een vooraf bepaalde tekst spellen. Door de opgenomen hersensignalen in combinatie met de gegeven tekst te analyseren, kan de computer dan leren hoe de hersengolven aangeven wat de gewenste letters zijn. Deze kalibratiesessies zijn zeer tijdrovend en moeten voor iedere nieuwe patiënt opnieuw uitgevoerd worden. Het nieuw ontwikkelde systeem kan werken zonder enige kalibratie. De patiënt kan de speller meteen gebruiken. De BCI heeft een zeer beperkt aantal letters nodig om de onderliggende structuur van de hersensignalen te leren. Daarna werkt de speller even goed als een uitgebreid gekalibreerd systeem. Meer info: www.ugent.be
artificiële vrouwtjesmot verleidt echte mot Het onderzoeksinstituut MESA+ van de Universiteit Twente heeft een apparaatje ontwikkeld voor gedragsonderzoek bij insecten. Het is geïnspireerd op de vrouwtjesmot die met chemische stofjes, zogenaamde feromonen, mannetjes naar zich toe lokt. Het apparaatje – in wezen een minuscuul laboratorium – is in staat om deze feromonen te produceren en te verdampen. In een windtunnel bleek de aantrekkingskracht van dit stukje technologie op mannetjesmotten even groot als die van maagdelijke vrouwelijke motten. Het systeem bestaat uit twee delen: een microreactor en een microverdamper. Beide zijn kleiner dan een postzegel. De microreactor produceert met behulp van ‘mottenenzymen’ een zeer kleine hoeveelheid van een feromoon dat de vrouwtjesmot gebruikt om het mannetje naar zich toe te lokken. Het gaat hierbij, net als bij motten, om hoeveelheden van enkele nanogrammen (één nanogram is 0,000000001 gram). De microverdamper vormt dampwolkjes met daarin het feromoon. Eén microreactor kan één feromoon produceren, maar door meerdere microreactoren aan de verdamper te koppelen kun je ook een mix van feromonen uitzenden in een zelfgekozen concentratie. De microreactor kan zo ingericht worden dat je er het feromoon naar keuze mee kunt maken. Meer info: www.utwente.nl
aGC-glas en Euro 2012: laat de spelen beginnen! Toen met het oog op het voetbalkampioenschap Euro 2012 twee gloednieuwe stadions gebouwd moesten worden, viel de keus op de beglazingen van AGC Glass Europe. Voor de bouw van de stadions in Warschau en Gdansk produceerde en verwerkte AGC bijna 18.500 m² glas.
Stadion Warschau
22
Stadion Gdansk
Meer info: www. http://www.2012.org.pl
ILYA • juni-juli 2012
NIEUWS
Geurfilter ingenieursstudenten wint prijs Carbo-Fraîche, de uitvinding van zes ingenieursstudenten aan de Karel de Grote-Hogeschool heeft de Vlaamse Small Business Project finale van Vlajo (Vlaamse Jonge Ondernemingen) gewonnen. “Het zijn zakjes met actieve kool die geurtjes verwijderen”, vertelt Nills Franssens, CEO van het studentenbedrijfje achter Carbo-Fraîche. “Ze geven zelf geen geur af, maar absorberen vieze geurtjes.” De studenten maken en verkopen de zakjes zelf als afstudeerproject. “De werking is gebaseerd op de chemische formule van actieve koolstof. Deze stof heeft chemisch een zeer complexe netstructuur, waardoor het moleculen vangt en opslaat. De zakjes trekken onfrisse geuren aan als een magneet en laten die niet meer los. De geurfilter werkt minstens twee maanden onafgebroken.” Hun product werd als beste gekozen uit meer dan 250 andere ondernemingen. Meer info: www.kdg.be
Extreem tuinieren op Mars Onderzoeksgroepen van het Centre of Excellence Food2Know (UGent) zijn een samenwerking aangegaan met de Europese Ruimtevaartorganisatie ESA (European Space Agency) voor het MELISSA-project. Doel van het project is om zuurstof, water en voeding te produceren voor langdurige ruimtemissies. Het project is geïnspireerd door de ecosystemen op aarde en tracht onder meer om gewassen te telen in de ruimte zoals tarwe, aardappelen en sla. Naast het feit dat deze gewassen voeding bieden aan de astronauten, kunnen deze planten ook koolstofdioxide omzetten tot zuurstof voor de astronauten of drinkbaar water produceren. Eerst willen de wetenschappers groenten laten groeien in een afgesloten systeem op aarde, vervolgens op de maan en later in de ruimtevaarttoestellen tijdens hun reis naar Mars en uiteindelijk op Mars zelf. De ruimte is een extreem vijandige omgeving en daarom luidt de opdracht voor de wetenschap innovatieve systemen te ontwikkelen die het leven in de ruimte beschermen en die tevens toelaten voedingsgewassen te telen. “Door de voortdurende klimaatsveranderingen en het oplopend aantal milieuproblemen, kunnen deze nieuwe technologieën ook van toepassing zijn op onze aarde”, zegt prof. Benedikt Sas van het expertisecentrum Food2Know. De vergaarde kennis kan gebruikt worden voor de productie van voeding voor onze groeiende wereldbevolking, in onherbergzame gebieden of voor voedselproductie momenteel ongeschikte gebieden. Het MELISSA-project maakt deel uit van ESA en groepeert tal van Europese organisaties gaande van Universiteiten tot industriële spelers op wereldniveau. De Belgische Federale Overheid is een belangrijke partner in het MELISSA-project van ESA en promoot sterk de implementatie van ruimtevaart gebaseerd onderzoek naar industriële toepassingen op aarde.
© BERNHARD LELLE | DREAMSTIME.COM
Meer info: http://ecls.esa.int -> MELISSA project
ILYA • juni-juli 2012
Focus op je toekomst Symeta biedt totaaloplossingen op maat voor print- en documentmanagement en optimaliseert informatiestromen om bedrijfscommunicatie doeltreffender te maken. Een uniek concept dus. De jongste dochter van Colruyt Group biedt het meest technologische en innovatieve totaalaanbod op de markt. Er werken 300 mensen bij Symeta.
Symeta zoekt 2 productmanagers Functie: Als productmanager ben je expert in de producten uit jouw portfolio. Je stuurt de optimalisaties en updates van elk product aan. Daarnaast sta je ook in voor de benchmarking en concurrentieanalyse van jouw portfolio. Je promoot de producten op een enthousiaste manier naar de accountmanagers en externe klanten. We zoeken twee productmanagers. Een voor de afdeling mail handling en een voor dematerialisatie en e-archiving.
Profiel:
• je hebt ervaring of je bent bereid een intensieve opleiding te volgen • je volgt de trends in de markt en speurt proactief naar innovaties en opportuniteiten • je kan ideeën van verschillende mensen bundelen en omzetten naar een uit te werken product • je gaat planmatig te werk en hebt oog voor het volledige productieproces, van grondstof tot oplevering aan de klant
Aanbod: • de kans om je stempel te drukken op het productportfolio van de firma • de kans om met de nieuwste technologieën te werken voor verschillende projecten • de kans om mee te werken aan de groei van de firma • een aantrekkelijk loonpakket met een bedrijfswagen
Interesse? Stuur je cv naar
[email protected] ter attentie van Lies Walckiers of surf naar symeta.com.
Koelen zonder airco? Cool!
Iedereen snakt wel naar de zon en ’s zomers verdragen we wel wat hogere temperaturen, maar dan toch liever niet binnenskamers. Op het werk, op school, in de filmzaal en om rustig te slapen willen we koelte. Zomercomfort wordt dus meer en meer in de eisenbundel van gebouwen opgenomen. En ook de EPBregelgeving wil een behoorlijk binnenklimaat. Tekst : Luk Vandaele en Luc François, WTCB
24
Z
omerse oververhitting in een gebouw kan al worden vermeden in een vroege fase: door een goed gebouwontwerp. Ongewenste opwarming krijg je door de zon maar natuurlijk ook door de interne winsten van verlichting, elektrische en thermische apparatuur en gewoon menselijke aanwezigheid. Die interne belasting kan beperkt worden door goede isolatie van de thermische installaties, door zuinige elektrische toestellen en door efficiënte verlichting. Indirecte zonnewinsten vermijd je door een goede isolatie van de opake delen, in het bijzonder van het dak. Directe zonnewinsten kan men tegengaan door de beglaasde oppervlakte te beperken, door een goede glaskeuze en een goede zonwering. Op het zuiden kan een structurele zonwering (zoals een overstek) al soelaas
ILYA • juni-juli 2012
KNOWHOW
deze delen niet bedekt zijn met valse plafonds of tapijt. Het is ook mogelijk om extra warmteopslag te voorzien in waterbuffers of in meer geavanceerde faseveranderende materialen. Door het thermisch activeren van de gebouwmassa, kan men het koelend vermogen van de gebouwmassa nog vergroten. In de kern van de betonnen vloer of wand worden dunne watervoerende leidingen voorzien die de opgeslagen warmte afvoeren. Deze techniek staat bekend als betonkernactivering. Met relatief hoge watertemperaturen (14-20° C) in de leidingen kan men zo toch een aangenaam binnenklimaat creëren. In tegenstelling tot de klassieke airco-systemen wordt er immers geen lucht gekoeld en rondgeblazen, maar wisselt het menselijk lichaam zijn warmte uit door de straling. Een heel ander, aangenamer gevoel is het resultaat. Bij betonkernactivering zorgen die zelfde gebouwelementen in de winterperiode voor de verdeling van warmte op een temperatuur van 24 tot 30° C. Bij betonkernactivering hanteert men hoge temperaturen voor het koelen en zeer lage temperaturen voor het verwarmen. Daardoor is deze techniek uitstekend te combineren met een geothermische warmtepomp.
Slimme verwarming
© AXEL LESCHINSKI / ALAMY
In het Smart Geotherm project wordt onderzocht hoe thermische energieopslag en thermische inertie kunnen ingezet worden voor de slimme verwarming en koeling van (middel)grote gebouwen in grondgekoppelde concepten. Daarbij wordt gekeken naar thermische energieopslagsystemen voor korte of lange termijn in de structurele massa (betonkernactivering) of in de bodem (koude-warmteopslag, boorgatenergieopslag, energiepalen), al dan niet gecombineerd met meer flexibele opslagsystemen, de ontwikkeling van slimme sturingssystemen en het maximaal voeden van het proces door goedkope en
brengen. Delen die naar het oosten of westen gekeerd zijn, krijgen best een beweegbare buitenzonwering. Naast goede zonweringen zijn er nog nieuwe technologische innovaties: selectieve en electrochrome beglazingen met veranderlijke zon- en lichttoetreding.
Koelen dankzij beton Ook het gebruik van zware bouwmaterialen zoals beton heeft zijn voordelen. Door een hoge soortelijke massa stijgt de warmtecapaciteit waardoor het gebouw heel wat warmte kan absorberen. ’s Nachts wordt de opgenomen warmte dan vertraagd afgegeven. Om te koelen wordt het gebouw tijdens de nacht intensief geventileerd waardoor de temperatuur van de zware gebouwdelen daalt. Uiteraard mogen
ILYA • juni-juli 2012
Om te koelen wordt het gebouw tijdens de nacht intensief geventileerd waardoor de temperatuur van de zware gebouwdelen daalt. of hernieuwbare energie. Dit IWT-VIS traject wordt uitgevoerd door WTCB, KULeuven en VITO in samenwerking met de Vlaamse Confederatie Bouw, Bouwunie, Infobeton.be, Febe en ABEF. En als al deze maatregelen niet zouden volstaan in gebouwen met hoge warmtebelasting dan moet er aanvullend gekoeld worden met energie-efficiënte klassieke koelsystemen: koelplafonds, koudebalken, ventilo-convectoren, topkoeling op de hygiënische ventilatie, verdampingskoeling, … Maar ook dan geldt dat een groot deel van de koelbehoefte kan gedekt worden door de passieve en minder energieverslindende maatregelen. Duurzaam koelen is de toekomst. ■ Meer info op : www.ie-net.be/ilya201202
25
KNOWHOW
Vlaamse bodem wordt vruchtbaarder Het koolstofgehalte van de akkerbouwpercelen voor Vlaanderen is vanaf 2008 eindelijk weer gestegen in vergelijking met de periode 20042007. Vooral in de Kempen is de tendens gunstig als gevolg van de intensieve veeteelt in deze landbouwstreek, waardoor meer dierlijke mest en dus meer organische stof aan de percelen wordt toegediend.
Een ommekeer Dat is dus duidelijk gebeurd in de laatste jaren en het betekende ook een kentering ten opzicht van de evolutie in de periode 1990 tot 2007 toen een systematische afname van het koolstofgehalte gemeten werd. Die daling was toe te schrijven aan een aantal fac-
“De positieve evolutie van het gehalte aan organische stof kan voor
In de periode voor 2008 tijd werd tijdens het ploegen de bodem tot
een groot deel toegeschreven worden aan de responsabilisering van
30 cm omgekeerd waardoor de bovenste vruchtbare laag gemengd
de Vlaamse land- en tuinbouwers en de toenemende toepassing van
werd met de onderliggende laag die minder organisch materiaal be-
maatregelen zoals het inwerken van teeltresten en een aangepaste
vatte. Sofie Maes: “De Bodemkundige Dienst heeft hier veel onder-
grondbewerking waarbij de bovenlaag niet wordt gekeerd. Boven-
zoek naar gedaan en aangetoond dat door diep te ploegen het
dien speelt de toename van het areaal korrelmaïs een belangrijke rol
gehalte aan organische stof in de bouwlaag snel daalt. Bovendien
omdat die teelt gepaard gaat met veel oogstresten,” zegt onderzoeks-
kan het lang duren om die verhouding weer goed te krijgen.” Intus-
ter Sofie Maes van de Bodemkundige Dienst van België.
sen wordt aangeraden om te ploegen tot maximaal 23 cm.
Het gehalte aan organische stof van de bodem is één van de belang-
Door erosie in bepaalde regio’s en op hellende percelen spoelde de
rijkste kwaliteitskenmerken van landbouwgronden omdat het een
vruchtbare laag langzaam weg. Soms gebeurde dat ook veel sneller
invloed heeft op zowel de fysische, chemische als biologische eigen-
met diepe geulen tot gevolg.
schappen van de bodem. Die organische stof kan bestaan uit ver-
Er werd minder organische stof in de grond gewerkt onder andere
schillende componenten: levende organismen, vers plantaardig
ten gevolge van de mestwetgeving. Ook werden bepaalde oogst-
materiaal, dierlijke mest en humus. Deze stoffen stimu-
resten, zoals tarwestro, vaker afgevoerd van het veld omwille van
leren het bodemleven, zorgen voor een betere zuurstoftoestand in de bodem en zijn eveneens een wapen © HOU JIANSEN/XINHUA PRESS/CORBIS
stof in de bodem,” zegt Sofie Maes.
toren.
tekst : Peter Ooms
26
moet streven naar een verbetering van het gehalte aan organische
Sofie Maes
hun economische waarde. Het lage gehalte aan organische stof in de bodem kan leiden tot korstvorming, bo-
tegen erosie. Bovendien zorgt humus ervoor dat meer
demerosie en verslemping waarbij de poriën in de toplaag
nutriënten kunnen vastgehouden worden en nadien
verstoppen zodat het kiemen moeilijker verloopt. Sofie
geleidelijk beschikbaar gesteld worden aan de plan-
Maes: “Het blijft daarom van groot belang om te sturen
ten. “Aan de hand van al die vaststellingen weten we
naar een optimale koolstoftoestand zodat een goede bo-
dat wie aan de bodemvruchtbaarheid wil werken,
demvruchtbaarheid gegarandeerd blijft.”
■
ILYA • juni-juli 2012
KNOWHOW
© ZEB ANDREWS / GETTY IMAGES
het meest innovatieve materiaal van deze eeuw
De laatste jaren hebben de glasfabrikanten een aantal ingrijpende innovaties voorgesteld op het vlak van thermische isolatie, visueel en akoestisch comfort, veiligheid bij brand en glasbreuk, de mechanische sterkte en natuurlijk het uitzicht. ILYA ging er over praten met ingenieur Vincent Detremmerie van het WTCB.
r
tekst : Johan Op de Beeck
amen poetsen, het is niemands favoriete klus. Maar tegenwoordig bestaan er zelfreinigende beglazingen, zo vertelt Vincent Detremmerie. “Het buitenblad is voorzien van een dunne transparante coating uit titaandioxide. Bij blootstelling aan zonnestraling ontstaat er een fotokatalytische reactie die het organische vuil afbreekt en losmaakt van het glas.” Wie zo’n beglazing heeft, weet dus dat het vuil wordt verwijderd door het regenwater. Meer licht in huis is dan weer een andere wens van de hedendaagse consument. Daarom wordt glas alsmaar vaker gebruikt in structurele elementen zoals trappen, vloeren, glazen patrijspoorten, balken, kolommen. Het WTCB heeft eind vorig jaar een leidraad opgesteld voor het ontwerp en de goede uitvoering van bijzondere bouwwerken uit glas. “Glas dient in dat geval te beantwoorden aan specifieke eisen inzake mechanische sterkte, stabiliteit en gebruiksveiligheid. Ook brandweerstand, luchtgeluidsisolatie of thermische isolatie dienen in rekening te worden genomen,” aldus Vincent Detremmerie ILYA • juni-juli 2012
Vincent Detremmerie, WTCB: “Voor structurele toepassingen wordt gelaagd glas gebruikt.”
Glazen vloertegels en traptreden moeten de belastingen van hun eigen gewicht en dat van personen kunnen opnemen en in staat zijn de veiligheid van de gebruikers te waarborgen. “Denken we maar aan slipweerstand en bestendigheid tegen schokken,” vervolgt Vincent Detremmerie. “Tegels in contact met de buitenomgeving moeten op hun beurt weerstand bieden aan de weersinvloeden zoals wind, sneeuw en temperatuurschommeling. Niet onbelangrijk: ze dienen ook een zekere weerstand te kunnen bieden aan inbraakpogingen.” “Tot voor kort waren ontwerpers terughoudend om glas te gebruiken in structurele toepassingen vooral door het gebrek aan een normatief kader met betrekking tot de dimensionering ervan en door het breekbare karakter van dit materiaal,” aldus Vincent Detremmerie. “In tegenstelling tot gewapend beton of staal vertoont glas geen plastische eigenschappen wanneer het mechanisch wordt belast. Er is dus geen waarschuwing zoals vervorming of scheuren die een dreigende breuk aankondigen. Uitgegloeid glas breekt en biedt geen weerstand meer wanneer het is onderworpen aan te grote belastingen. Er komen ook stukjes glas vrij die gevaarlijk kunnen snijden.” Voor structurele toepassingen wordt daarom doorgaans gebruik gemaakt van gelaagd glas met tussenlagen uit polymeer. Bij een breuk van het glas blijven de scherven kleven aan de tussenlaag. Daardoor vermindert het risico op verwonding en blijft een zeker draagvermogen verzekerd. Glas, wat zouden we zonder zijn? ■
27
Internationale genen
© BOTULINUM21 | DREAMSTIME.COM
Pol Coppin kreeg de reismicrobe mee van zijn vader en heeft een groot deel van zijn carrière doorgebracht in verre oorden. Zijn methode om teelten als ananas of citrus via de satelliet te monitoren, stelde de landbouworganisaties in staat hun productie te verbeteren. Rijk is Pol Coppin er niet van geworden, maar hij heeft wel een schat aan menselijke contacten mee terug gebracht. Tekst : An Rekkers
28
ILYA • juni-juli 2012
MENSEN
P
ol Coppin vertrok in 1977 als kersverse bosbouwingenieur voor zijn eerste professionele opdracht naar Bolivia. Hij ontwikkelde een managementsysteem om het productieproces en de oogst van gewassen te optimaliseren. Wereldwijd bleken partners geïnteresseerd om mee in pilootprojecten te stappen. Als internationaal consultant gooide hij elke twee jaar het roer om en zette koers naar een andere bestemming: van Bolivia naar Rome, Myanmar, de Filippijnen, Nicaragua, Zuid-Afrika, Brazilië, Senegal, Mexico en de Verenigde Staten, waar hij uiteindelijk doctoreerde. “Je kunt veel sneller groeien als je durft te veranderen. Maar werken in het buitenland brengt ook met zich mee dat je optimaal moet blijven presteren. De risicofactor is veel groter in een internationale context.” Vader Coppin was een internationaal zakenman en het reizen zat de hele familie in de genen. Toen de 18-jarige Pol het aanbod kreeg om in Nieuw-Zeeland te gaan studeren, twijfelde hij geen moment. “Toen ik later in Gent afstudeerde en mijn vrouw leerde kennen, heb ik onmiddellijk gezegd: we gaan trouwen en we gaan naar het buitenland. Ik heb het haar zelfs nooit gevraagd. Maar je partner moet dat ook wel willen. Ik heb het geluk gehad om op te groeien in een tijd waarin vrouwen bereid waren hun eigen loopbaan voor die van hun man op te offeren. Je hele leven ziet er anders uit als je in het buitenland gaat werken. Ik weet natuurlijk niet welke Coppin hier zou zitten als ik geen internationaal parcours had gevolgd. Mijn kinderen zouden ook anders geweest zijn. De oudste is geboren in Rome, de tweede in Thailand toen we in Birma woonden en de derde in de Verenigde Staten. Dat opgroeien in verschillende landen heeft een grote impact gehad op hun vorming, je ziet dat.”
relaties is hoeveel er ‘van je eigen soort’ rondlopen. Als Vlamingen, Belgen hadden we nooit een kring om op terug te vallen. We hebben nooit geleefd tussen andere buitenlanders.”
rijkdom Het meest waardevolle aan zijn internationale carrière vindt Pol Coppin zijn brede bagage en ervaring. Opval- Pol Coppin lend is dat hij de kennisuitwisseling en de professionele samenwerking bijna vanzelfsprekend vindt en dat hij het vooral heeft over de menselijke rijkdom. “Veel mensen vinden het raar dat wij niet steenrijk terug gekomen zijn. Waarom ga je anders naar het buitenland?, denken ze. Je zou wel kunnen zeggen dat je in het buitenland veel beter wordt betaald, maar de kosten zijn ook veel hoger voor dezelfde levensstandaard. We hebben er geen dikke bankrekening aan over gehouden, maar we hebben een heel andere rijkdom. Ik heb mijn ervaring door al die internationale jobs en daar zijn ook zeer goede vrienden uit gekomen.“
Creativiteit en netwerken “In het buitenland draag je veel meer verantwoordelijkheid. Je mag creatief zijn en je krijgt een grote vrijheid, terwijl in een lokale context nog vaak wordt verwacht dat je niet buiten de lijntjes kleurt. Je verliest daar zeer veel energie mee die je eigenlijk zou kunnen steken in creativiteit. Ik heb voor een Duits bedrijf gewerkt in de Filippijnen en voor een Zweeds bedrijf in Nicaragua. Die hadden niets liever dan dat je de beste was, want dat was beter Pol Coppin (l.) en de uitbater van een bosbouwbedrijf in Patagonia eind 2008 voor hen en voor de toekomst van het bedrijf.” “In het buitenland werken laat je bovendien toe om een enorm uitgebreid en heel divers netwerk uit te bouwen. Niet alProf. dr. ir. Pol Coppin is 7 jaar decaan van de Leuvense ingenieursleen binnen de internationale kring van buitenlanders, maar ook met faculteit geweest en is klaar voor een nieuwe uitdaging. Na een sablokale bewoners. De contacten die je legt, hangen natuurlijk af van batjaar zou hij eigenlijk het liefst terug de wijde wereld in willen, je eigen persoonlijkheid, maar toch vooral van het feit of je de taal maar familie- en pensioenbesognes maken dat niet zo evident. Aan spreekt of niet. Als je de taal wat beheerst, doorbreek je een barrière zijn studenten geeft hij het internationale virus wel door. “Veel van en is het zoveel makkelijker om je werk te doen. Mensen appreciëren onze studenten zijn een loopbaan in het buitenland gestart en doen dat ook enorm. Wat ten slotte ook sterk meespeelt in internationale het heel goed. We mogen fier zijn op wat we afleveren.” ■
ILYA • juni-juli 2012
29
Zelfsturing als carrièreversneller
“Ik heb mijn horizon fors
Werken met zelfsturende teams wordt vandaag vooral geassocieerd met productieomgevingen. Een van de schaarse engineeringbedrijven die zich op het veelbelovende, maar oneffen pad van zelfsturing wagen, is Grontmij. Christof Cools maakte er de omschakeling mee. Hoe ervaart de ingenieur het werken in een‘creërend team’ en welke veranderingen bracht de alternatieve organisatievorm in zijn carrière teweeg?
I
Tekst: Christine Huyge
k ben erg blij met deze manier van werken”, vat Christof Cools zijn indrukken samen. Een echte aardverschuiving is het voor hem niet, onder meer omdat hij voordien als piping engineer al bij één bepaalde klant aan de slag was en ook omdat zijn bedrijf de reorganisatie in verschillende fasen doorvoert. “In 2006 schakelde de businessline Industry, Water & Energy van Grontmij geleidelijk over van een disciplinegerichte structuur naar een organisatie volgens businessunits. Terwijl elke ingenieur vroeger deel uitmaakte van een bepaalde afdeling – piping, instrumentatie, automatisatie, ... – zijn we nu ingedeeld bij een van de multidisciplinaire groepen, die zich onder leiding van een unitmanager richten
“
30
op een bepaalde sector of regio en een bepaalde groep klanten bedienen.”
Van specialist naar generalist De ‘organisatiekanteling’ was nodig omdat de dagelijkse planning van het groeiend aantal projecten onder de klassieke matrixstructuur onhoudbaar werd en Grontmij niet meer flexibel en snel genoeg op klantenvragen kon inspelen. Voor de meeste ingenieurs was de nieuwe aanpak best ingrijpend. “Terwijl je vroeger door je afdelingshoofd naar een project gedelegeerd werd, daar je afgebakende deel van het werk verrichtte, en vervolgens weer vertrok, draai je nu mee
ILYA • juni-juli 2012
MENSEN Christof Cools, ingenieur bij Grontmij, neemt stilaan meer leidinggevende taken op zich.
verruimd” ‘disciplinecoach’ in het leven te roepen. Senior engineers zorgen in hun vakgebied voor het verspreiden en uitwisselen van informatie en kennis over de verschillende businessunits heen.
Meer dan uitvoerder Om de regelkansen en het zelfsturend vermogen van de businessunits te vergroten, heeft Grontmij op de nieuwe structuur het systeem van ‘creërende teams’ geënt. Concreet houdt dat in dat bepaalde ingenieurs een bijkomende rol in hun team opnemen, zoals kwaliteit, veiligheid, nacalculatie, ICT, taken die de unitmanager voordien voor zijn rekening nam. “Omdat ik al een aantal jaar lid was van het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk, besloot ik in mijn team, dat werkt bij Arcelor, de aanspreekpersoon voor veiligheid te worden. Ik maak mij de veiligheidsregels van het bedrijf eigen, woon er de veiligheidsvergaderingen bij, geef toolboxmeetings en organiseer veiligheidsintroducties voor nieuwe Grontmij-medewerkers in ons team. Voor die taken maak ik nu bewust tijd in mijn agenda. Regelmatig komen we met alle ‘sterrolhouders’ veiligheid, zoals wij ze intern noemen, samen om van elkaar te leren en goede praktijken en tools uit te wisselen. Zo versterken we het bewustzijn voor veiligheid over de teams en businessunits heen.”
Projecten coördineren Bij Grontmij wordt een opdracht van a tot z in een vast team afgewerkt.
in een min of meer vast team dat van a tot z een opdracht afwerkt. Het resultaat daarvan is niet alleen een grotere klantenbinding, maar ook veelvuldige contacten en interacties met de collega’s van de andere vakdisciplines in je team. Precies dat vind ik bijzonder interessant en miste ik vroeger. Ik heb altijd eerder een generalist dan een specialist willen zijn. Met deze manier van werken sloop je de muren tussen afdelingen, wat een bijzonder verrijkende ervaring is.” Een van de gevolgen is wel dat de ingenieurs niet meer met hun vakgenoten op één fysieke plek samenzitten. Sommigen ervaren dat als een nadeel, omdat de kennisdeling binnen één specialisme moeizamer verloopt. Grontmij heeft dat opgelost door de functie van
ILYA • juni-juli 2012
Christof Cools vindt het prachtig dat hij op deze manier zijn uitvoerende taak met nieuwe verantwoordelijkheden kan aanvullen en zijn horizon verruimen. “Ik zie het als een kans om te groeien en om naast mijn vak aspecten van bedrijfsbeheer te leren kennen.” Het enthousiasme van de ingenieur bleef niet onopgemerkt. Hij is sinds kort aangesteld als preventieadviseur en volgt daarvoor nu een opleiding. Binnen het siteteam Arcelor krijgt hij binnenkort ook een functie als projectcoördinator. “Dit is een nieuwe stap die we uittesten, op weg naar een nog grotere klantgerichte dynamiek. Het aantal projecten bij onze klant groeit, en het wordt moeilijk voor de siteteamleader om ze allemaal te plannen en te ondersteunen. Daarom komen er twee projectcoördinatoren bij, die in nauw contact staan met de opdrachtgever en de beschikbare medewerkers flexibel over de deelprojecten inzetten. Tegelijk is het een dam om te verhinderen dat we opnieuw in disciplinegerichte reflexen vervallen.” In feite komt het er voor Christof Cools op neer dat hij stilaan, al doende, leidinggevende taken opneemt. “Daar had ik in de vroegere structuur misschien nooit de kans toe gekregen.” ■
31
Een ingenieur kiest voor het artiestenbestaan
Dirk Denoyelle:“Ik heb er nooit spijt van gehad om voor ingenieur gestudeerd te hebben, want die opleiding heeft mij geholpen om snel problemen op te kunnen lossen.”
Als er in onze contreien één man is die kan aantonen dat linker- en rechterhersenhelft in perfecte symbiose kunnen functioneren, dan is het wel Dirk Denoyelle. Voorbestemd als hij was om het te maken als burgerlijk ingenieur elektronica, werd hij een gevraagd spreker, cabaretier, stemmenimitator en Lego Certified Professional. Tekst & foto’s: Wouter Peeters
e
en Lego Certified Professional maakt Lego-kunst op bestelling”, begint Denoyelle (47) in zijn Hobokense rijtjeshuis. “Wereldwijd zijn we met dertien. Op Europees vlak was ik de tweede, nu zijn we met vier. Ik ben gespecialiseerd in het maken van 2D- en 3D-portretten, mozaïeken en gebouwen in Lego-bouwsteentjes. Eén keer per jaar komen wij
“
32
bijeen in Denemarken of in de VS, om er ons werk en de samenwerking met Lego te bespreken. Business en netwerking. “
Liever podiumbeest “Ik heb een diploma burgerlijk ingenieur elektronica op zak. Daar ben ik best trots op, maar een loopbaan als ingenieur was toch
ILYA • juni-juli 2012
MENSEN
niet echt wat ik wou. Ik zag mezelf meer als een podiumbeest. Maar ik heb er nooit spijt van gehad om voor ingenieur gestudeerd te hebben, want die opleiding heeft mij geholpen om snel problemen op te kunnen lossen. Wat ik vaak doe tijdens optredens is komisch samenvatten wat er net gezegd is. Dan moet ik snel een grap verzinnen. Met welke analogie ontkracht ik iets of stuur ik het bij – dat is een zeer analytisch proces. Daarnaast merk ik ook dat, wanneer ik met een ingenieur praat, het “Niet zeuren over tussen ons meteen klikt. De manier van denken, van zijn, van in de wereld staan van een ingenieur, ... dat is echt iets dat mij prima ligt. No-nonsense. Niet zeuren over problemen, maar los ze op en doe verder. Die gave is waarschijnlijk al van bij de geboorte aanwezig, maar wordt door de ingenieursstudies ongetwijfeld aangescherpt.”
al doe. En duurder worden leek me geen optie. Daarom werk ik voor sommige Lego-projecten met een paar zelfstandige onderaannemers. Jan Fabre gaat ook niet elke kever zelf plakken, niet?”
Het Ingenieursblad “Nadat ik, op aanraden van mijn ouders, vijf jaar ingenieursstudies zonder noemenswaardige kleerscheuren doorkwam, ging ik aan de slag bij IMEC (het onderzoekscentrum op het vlak van nano-elektroproblemen, maar nica, nvdr) waar ik technical ” administrative coordinator was. Daarna vulde ik een deel van mijn legerdienst als journalist bij VOX, het defensietijdschrift. Dat was ook de opstap naar het freelance schrijven voor de tijdschriften Het Ingenieursblad en Industrie Magazine na mijn militieplicht. Ik deed ook
los ze op en doe verder.
rationeel “Mijn taalvaardige, creatieve kant lijkt even goed ontwikkeld als mijn technische, wiskundige kant. Dat is weinig ingenieurs gegeven. Wel merk ik dat ik artistieke zaken zoals optredens, sketches, enz. rationeel benader. Mijn hele carrière lang probeer ik alles zoveel mogelijk te sturen. Mensen die beweren ergens te zijn ingerold, daar geloof ik niet echt in. Over mijn sketches denk ik dan ook echt na als een project: wat is mijn objectief en welke middelen heb ik ter beschikking om mijn doel te bereiken? Dat is ook het geval bij mijn Legohoofden. Ik krijg de opdracht om het hoofd van een bedrijfsleider of iemands geliefde driedimensionaal in Lego-bouwsteentjes te maken. Daar werk ik dan 25 tot 50 uur aan en dat kost 3.000 euro. Bij een mozaïekportret maak ik het ontwerp en kijk over de schouders mee van mijn twee assistenten. De prijzen voor een dergelijk project variëren van 150 tot 500 euro. Toen ik een Lego Certified Professional werd, was het mij er eigenlijk om te doen om een eigen bedrijfje op te starten. Want als komiek speelde ik zoveel voor bedrijven, kwam regelmatig in aanraking met HR, manufacturing, ... en dat alles kon ik voor mezelf niet in de praktijk brengen. Want als podiumbeest ben ik mijn eigen product. De groei is dus beperkt; ik kan niet meer optreden dan ik
ILYA • juni-juli 2012
“Toen ik een Lego Certified Professional werd, was het mij er eigenlijk om te doen om een eigen bedrijfje op te starten.”
reportagewerk voor radioprogramma’s als Voor de dag op Radio 1. Op een gegeven moment kwam ik bij Omroep Brabant terecht waar ik een paar luchtige, ludieke rubriekjes maakte. Daar heb ik voor het eerst stemmen geïmiteerd. Mijn eerste typetje was Bart Peeters en het werd een onverwacht succes. Al snel volgden meerdere stemmetjes en tv-optredens. Ik begreep dat ik van dat momentum gebruik moest maken om mijn podiumcarrière een boost te geven en uit te pakken met een theatershow. Het was toen begin de jaren ’90 en er waren amper een handvol professionele komieken in Vlaanderen.” “Eigenlijk ben ik gewoon een speelvogel”, besluit Denoyelle lachend. “Net als zoveel andere ingenieurs, want wat hen drijft is de kick van: Tof, hé?! Ik heb dat zelf gemaakt!” ■
33
ijd vrije t Kantklossen kan modern zijn Een jonge burgerlijke ingenieur computerwetenschappen die kantklost? Heel wat mensen vinden dat Cécile Brouckaert er een bizarre hobby op na houdt. Voor haar was het nochtans niet meer dan logisch dat ze erin rolde. Ze is altijd een knutselaar geweest. Toen ze op haar tiende ontdekte dat de kantclub in haar dorp Rijmenam een vakantiecursus voor kinderen organiseerde, wou ze het meteen proberen. Het beviel haar en dat is het blijven doen. “Het is leuk om van een bolletje garen een kantwerk te kunnen maken. Het creatieve aspect spreekt mij aan: welke kleuren gebruik je en op welke manier werk je een bepaald ontwerp uit? Tot nu toe ben ik altijd vertrokken van bestaande patronen, zoals eentje gebaseerd op de hagedissen van kunstenaar M.C. Escher. Sinds dit jaar leer ik de techniek van moderne kant, wat me moet toelaten om in de toekomst zelf ontwerpen te maken.” Om de twee weken gaat ze op woensdag naar de kantclub. Andere vrije momenten vinden voor deze passie is moeilijk, met een baan in de ICT. “Ik vind dan ook dat ik soms te weinig tijd steek in de afwerking. Maar kom, ik doe het eigenlijk toch vooral voor het plezier van het maken.”
Beelden met een eigen leven
Persoonlijke draai aan klassiekers Johan Engelen haalt de schouders op. “Ik weet ook niet hoe het komt dat ik zo graag in de keuken sta. Ik had het als kind al. Nochtans hadden mijn ouders geen overdreven interesse in koken. Het is echt heel spontaan ontstaan.” Wat hij wél zeker weet: het snijden van worteltjes is rustgevend. Het liefst van al maakt hij klassiekers klaar, zij het op een verfijnde manier. “Ik wil niet experimenteren om te experimenteren, maar herkenbare gerechten brengen met een persoonlijke twist. Neem nu barbecue: in plaats van de traditionele brochette gooi ik al eens een T-Bone steak op de rooster en serveer ik er een zelfgemaakte, luchtige béarnaise bij.” Creativiteit is de rode draad die door al zijn activiteiten loopt. Zoals hij origineel probeert te zijn in de presentatie van de borden en de smaakcombinaties, zo moet hij ook creatief zijn in het oplossen van technische en organisatorische problemen waarmee hij als logistiek manager bij SES Vanderhave wordt geconfronteerd of in de kunsten die hij graag bedrijft (schilderen, tekenen, beelden in klei maken). Er kruipt best wat tijd in zijn culinaire hobby omdat hij kookdemonstraties en workshops geeft. In 2010 schopte hij het op tv tot Beste Hobbykok van Vlaanderen. Een unieke ervaring noemt hij het, net als de kans om een eigen kookboek op de markt te brengen. “Als vier uitgeverijen aan je deur kloppen, kan je toch geen nee zeggen?”
34
Gitaareffecten zelf bouwen Alibi Ike is een Amerikaanse uitdrukking voor iemand die voor alles uitvluchten vindt. Jan Swevers had zo’n man in zijn hobbyband. Toen de groep een goed klinkende naam nodig had, moest niet ver gezocht worden. Het werd Alibi Ike. Jan Swevers is duidelijk een man van het hardere genre. Op het repertoire van zijn covergroep staan potige nummers van onder meer Foo Fighters, Kings Of Leon, Rage Against The Machine, AC/DC en Guns N’ Roses. Naast ritmegitarist is Jan ook de man die voor de technische aspecten in staat. Als burgerlijk elektrotechnisch ingenieur heeft hij al veel plezier beleefd in het zelf bouwen van geluidseffecten en het aanpassen van elektrische gitaren, met als nobel doel tot een mooie klank te komen. Zijn baan op de faculteit werktuigkunde van de KU Leuven kwam ook zeer van pas toen hij thuis, in een speciaal daarvoor aangelegde kelder, een repetitieruimte inrichtte. Zijn departement had experts in trillingen, geluid en bouwakoestiek in huis die nuttige tips voor de demping van het geluid konden geven. En voor wie een stevig fuifje wil organiseren: de set van Alibi Ike varieert tussen 1,5 en 2,5 uur.
De echtgenote van Joos Vandewalle had al heel lang in de mot dat manlief iets met beelden had. Toen hij tien jaar geleden op een familiefeest in volle bewondering stond voor een beeldhouwwerk dat haar zuster had gemaakt, wist ze het wel zeker: ze zou hem inschrijven voor een workshop in Talander in Arendonk. “Mijn vrouw had gelijk, ik ben altijd al geïnteresseerd geweest in beeldende kunst. Ik had ook een tante en zussen die schilderden: het zat dus in de familie.” Joos maakt niet-figuratieve sculpturen uit vrij zachte materialen als speksteen, serpentijn en albast. De visie van zijn meester in Talander, de Duitse kunstenaar Gerd Helmers, is ook de zijne geworden. “Die filosofie is dat het proces van het beeldhouwen nog belangrijk is dan het eindproduct. Ik heb nooit een doel voor ogen. De steen mag zijn eigenheden tonen, zodat onverwachte elementen nooit uitgesloten kunnen worden.” Voor Joos ligt deze hobby overigens niet zo gek ver van wat hij beroepshalve op de faculteit ingenieurswetenschappen aan de KU Leuven doet. “In mijn beelden wil ik ook tot wiskundige modellen komen, en vormen als convexiteit, concaafheid, hol en bol tot leven brengen.”
ILYA • juni-juli 2012
MENSEN
Wandelen met een doel
De recreatieve sporter regeert Mochten er ooit Spelen voor ingenieurs georganiseerd worden, dan zou de concurrentie behoorlijk groot zijn. Uit de leefwereldenquête van ie-net blijkt immers dat sport op de tweede plaats prijkt qua favoriete vrijetijdsbesteding. Liefst 82 procent van de ondervraagden werkt zich graag in het zweet. Enkel lezen scoorde nog beter. Het moet zijn dat ingenieurs vooral in hun eentje of met een groepje vrienden joggen of fietsen want het is een minderheid (44,5 procent) die lid is van een sportclub. Dat wordt nog eens onderstreept door de vaststelling dat amper 15 procent aan competitie doet. Het gros (48 procent) gooit meermaals per week de spieren los, iets minder mensen (36 procent) doet het enkele keren per maand. De ingenieurs die slechts een paar keer per jaar sporten, zijn niet talrijk (12 procent), maar het aantal fanatiekelingen dat dagelijks wil afzien, is nog meer te verwaarlozen (4 procent).
Sport : frequentie
60
47
50
37
40 30 20 10 0
12 4 Dagelijks
Meermaals per week
Meermaals per maand
Eén of enkele keren per jaar
Een stille wereld
Toen Veerle Maervoet met haar partner ging samenwonen in Gent, begon ze al snel de natuur te missen. Tot vrienden haar vertelden over hun passie voor geocaching, ook wel gps-schattenzoektocht genoemd: daar wou de PhD-student microchemie en –technologie aan de UGent ook weleens van proeven. “We leenden hun wandelgps en al snel had de microbe ook ons te pakken”, lacht ze. Op de site www.geocaching.com vindt Veerle alle coördinaten van de schatten die ergens verstopt zitten. Met haar wederhelft toonde ze zich een goede zoeker: op vier jaar tijd vonden ze al 177 geocaches. “Het leuke is dat je wandelt met een doel en op plaatsen komt waar je anders nooit zou komen. Zo hebben we ontdekt dat er in de omgeving van Gent toch nog heel wat mooie, groene plekjes zijn. Bovendien kan je tijdens het geocachen rustig je gedachten ordenen en praten. Zo hebben mijn man en ik een groot deel van ons huwelijksfeest gepland tijdens het stappen.” Deze hobby kent letterlijk ook geen grenzen: over de hele wereld zijn schatten verborgen. “Er gaat geen enkele reis voorbij of we hebben wel enkele geocaches opgepikt.”
ILYA • juni-juli 2012
Duiken zei Nele Daemen eerst niks. Het stond echt niet op haar lijstje van dingen die ze ooit nog wilde doen. Trouwens, ze had toch wel een beetje schrik van zo’n gevaarlijke sport. Maar na haar studies ging ze een jaar naar Australië, waterland bij uitstek. Zon en zee: in die omstandigheden was ze wél te porren tot een duik. Na een eerste cursus was ze verkocht. De gewichtloosheid, de stilte: diep in de zee waan je je in een andere wereld. “Ik mocht mee op een boot helpen, in ruil voor verdere lessen. Die kans greep ik met beide handen. Na een tijdje werd ik master, dat wil zeggen dat ik onderwatergids voor toeristen mocht spelen. Na een veiligheidsbriefing gingen we samen het water in. Op die boot werkte ik samen met mensen van verschillende nationaliteiten: héél leuk.” Gevraagd naar de mooiste duikplek ginds, hoeft Nele niet lang te twijfelen. “Yongala, een spectaculair wrak dat recent is ontdekt. Het ligt nabij de Great Barrier Reef, waar je de grootste biodiversiteit hebt. Grote roggen en haaien komen erop af; ik heb er zelfs walvissen gezien.” Als ingenieurproductontwikkelaar bij Materialise moet Nele toegeven dat duiken ook een kwestie van techniek is. “En van zelfbeheersing. Het komt er op aan op grote diepte altijd koelbloedig te blijven en rustig te reageren.”
35
© IMAGEGLOBE / BELGA - ERIC VIDAL
De ingenieurs achter de schermen van de VRt
In 1977 legden 160 burgerlijk ingenieurs een examen af om een job te bemachtigen bij de BRT. Slechts 6 daarvan werden aangeworven. André Saegerman was bij de gelukkigen. Dertig jaar later, in 2007, zat André Saegerman aan de andere kant van de sollicitatietafel. Hij snoepte het jonge ingenieurstalent Steven Van Doorsselaer af van een leverancier om hem bij de VRT binnen te halen. Vandaag geniet André Saegerman van zijn pensioen. Speciaal voor ILYA keert hij nog eens terug naar zijn oude werkplek: het omroepgebouw aan de Reyerslaan. Hij en zijn jongere collega vertellen ons graag over hun ervaringen als ingenieur bij de openbare omroep. Tekst : Karolien Van Wiele
36
ILYA • juni-juli 2012
VROEGER EN NU
© OMROEPMUSEUM VZW
B
Regiekamer studio jaren ‘50-60’
6,
Omroepgebouw
Flageyplein
Brussel, © OMROEPMUSEUM VZW
eide ingenieurs zijn het alvast roerend met elkaar eens: Het fijnste aan de job is de variatie. Alles is constant in beweging. “Die continue verandering komt niet alleen tot uiting in het zuiver technologische”, verduidelijkt André Saegerman. “Ook de manier van werken, de workflow, proberen we steeds efficiënter te maken. Toen ik begon was het niet mijn ambitie om hier tot mijn pensioen te blijven. Maar doordat mijn werk door de jaren heen zo boeiend bleef, ben ik hier toch met volle goesting blijven werken. Ik was verantwoordelijk voor het faciliteitenbeheer bij de operationele afdeling. Dat hield ondermeer in dat ik moest bepalen wanneer de studio’s, camera’s, en andere apparatuur vervangen moest worden. Ik mag gerust zeggen dat dit vaak een moeilijke evenwichtsoefening was: de redacties vroegen infrastructuur met zo veel mogelijk toeters en bellen maar het management wou uiteraard zo veel mogelijk de kosten drukken. Het was mijn taak om tussen beide te schipperen en de juiste apparatuur te kiezen.” Steven Van Doorsselaer vult aan: “Ook in mijn job is dat een constant gegeven. Je moet berekende risico’s durven nemen: welke apparatuur kies ik, zonder dat het overkill wordt, maar ook zonder aan kwaliteit in te boeten? Onvermijdelijk maak je soms een verkeerde keuze, maar dat is nu eenmaal het lot van elke projectingenieur.”
rimpelloze nieuwsankers
ILYA • juni-juli 2012
Nieuwsstudio 17, Omroepcentrum Reyerslaan Brussel, jaren ’70-‘80 © OMROEPMUSEUM VZW
De meeste tijd brengt Steven Van Doorsselaer tegenwoordig door in de gloednieuwe regiekamer van het Journaal. “Volgend jaar gaan we op antenne met deze nieuwsstudio. Het studiowerk voor het Journaal wordt volledig vernieuwd en zal dan in Hoge Definitie (HD) gemaakt worden. De kijkers thuis gaan er vaak van uit dat alles al in HD gemaakt en verwerkt wordt. Dit is echter nog niet het geval. Voorlopig zit de nieuwsstudio nog niet in HD, maar wordt het materiaal geconverteerd naar het HD-kanaal. De items die op locatie gemaakt zijn, zullen zelfs volgend jaar nog in SD (Standaard Definitie) gemaakt worden. Hoewel het technisch reeds mogelijk is om ze in HD te maken, is het toch niet aan te raden. De bestanden zouden 4 keer groter worden en dus 4 keer meer bandbreedte opslokken. Dat zet een zware rem op de workflow en voor nieuwsproductie is snelheid een niet te verwaarlozen factor. Alle andere elementen zullen wel in HD gemaakt worden, dus ook bijvoorbeeld de pancartes. De kijker zal alles in de studio haarscherp kunnen zien.” “De nieuwsankers zullen dat wellicht minder leuk vinden” grapt André Saegerman. Steven Van Doorsselaer: “Inderdaad, alle oneffenheden worden dan ook duidelijker. Maar we hebben reeds 2 HD studio’s in gebruik dus we weten intussen hoe we daar mee moeten omgaan. Zo hebben alle moderne camera’s een systeem waardoor de kleuren van het aangezicht minder scherp worden weergegeven. Rimpeltjes worden zo automatisch verdoezeld.”
Draagbare kleurencamera, jaren ‘70-‘80
† 37
VROEGER EN NU
© OMROEPMUSEUM VZW
Het werkt of het werkt niet “In de nieuwe studio’s zal eveneens nog meer geautomatiseerd worden” vervolgt Steven Van Doorsselaer. “Bepaalde repetitieve handelingen die nodig zijn in de regie, zullen we zo veel mogelijk aan elkaar koppelen en door technologie laten uitvoeren.” Zoals wel vaker gebeurt, betekent technologische evolutie en automatisering ook dat er minder mensen nodig zijn om hetzelfde werk te doen. “Dat was in het midden van de jaren 90 inderdaad het geval” pikt André Saegerman in. “De digitalisering van onze infrastructuur is geleidelijk verlopen. Maar de grootste veranderingen gebeurden in die periode en er is toen flink gesnoeid in het
“Vroeger, bij analoge toestellen, stonden er achter
elke camera twee ingenieurs.”
In 1979 werden de eerste ENG (Elektronische Nieuwsgaring) camera’s gebruikt. Daarvoor werd alles opgenomen op pellicule en die moest ontwikkeld worden. Heel tijdrovend. Beelden die s’avonds op antenne kwamen, waren meestal de dag ervoor al gemaakt. Materiaal afkomstig van elektronische opnamemiddelen moet niet ontwikkeld worden en is na montage onmiddellijk opnameklaar. © VRT
personeelsbestand van de onderhoudsafdeling. Vroeger, bij analoge toestellen, stonden er achter elke camera twee ingenieurs. De toestellen waren gevoelig voor temperatuurschommelingen en moesten bijgevolg voortdurend worden afgeregeld. Toen de digitale technieken hun intrede deden, hoefde dat niet meer. Je kan digitale apparatuur niet afregelen. Het werkt, of het werkt niet.” Hoewel André Saegerman al op pensioen is, heeft hij de deuren van de VRT nog niet definitief achter zich dicht getrokken. Hij is ■ één van de drijvende krachten achter het Omroepmuseum.
Volgend jaar gaat de VRT op antenne met de gloednieuwe regiekamer van het journaal.
38
ILYA • juni-juli 2012
Magazine voor slimme oplossingen
ZOMERBIJLAGE
© IMAGEGLOBE / DPA - DANIEL KARMANN
Genieten van de zomer
ntie a k a en v s r u ie ingen Hoe gaat een ingenieur op vakantie? Zoekt hij de techniek op
of wil hij de bewoonde wereld net zo ver mogelijk achter zich laten? We vroegen zes ingenieurs naar hun ervaringen uit het verleden en hun plannen voor de zomer. PauL HOPFF
Vliegen tussen bergtoppen Paul Hopff, directeur-generaal operations bij Belgocontrol, is dol op vliegen tussen de bergtoppen. Hij noemt het ‘een ingenieursuitdaging’. “Als ik vanuit het vogelperspectief, of noem het de derde dimensie, over een reliëf kan uitkijken, kan ik mijn geluk niet op. Met alle respect voor de Eifel, Ardennen of Vogezen: in Europa bereik je dat effect enkel in de Alpen. Voor die bergen moet je respect hebben. Dat geldt ook voor het weer: een gedetailleerde meteobriefing hoort bij elke vluchtvoorbereiding. Zelfs bij prachtig weer kan de wind in het hooggebergte een serieus obstakel zijn. Je moet rekening houden met het venturi-effect waarmee je in valleien en rond bergtoppen geconfronteerd kan worden. Precies omwille van de derde dimensie kan je in het hooggebergte praktisch nooit in rechte lijn van A naar B vliegen. Dikwijls wordt je gedwongen om het reliëf te volgen. Er is weinig ruimte voor improvisatie. Het is een noodzaak alternatieven achter de hand te hebben om onverwachte situaties te kunnen counteren: je moet je anticipatiegaven serieus aanspreken.” (PVD)
KatJa VaNDEr POOrtEN
De boer op WIM PESSEMIEr
Afrikaanse sterrenhemels Wim Pessemier, ingenieur automatisering van het Instituut voor Sterrenkunde van de KULeuven, ontwikkelt in samenwerking met het departement elektrotechniek sturingen en controlesystemen voor astronomische telescopen en instrumentatie. “Het onderzoekswereldje van de astronomische instrumentatie is relatief klein, maar geografisch sterk verspreid. Daardoor bezoek ik regelmatig andere instituten en observatoria. Het feit dat die telescopen ver van de bewoonde wereld staan, zoals onze universiteitstelescoop op La Palma of de enorme Europese telescopen in de Atacamawoestijn (Chili), tempert mijn reiskriebel niet! Zo vertrekken mijn vriendin en ik eind augustus voor drie weken naar Afrika. Eerst biologe Dian Fossey achterna om de berggorilla’s in de jungle van Oeganda te zien om daarna, via het Victoriameer, verder te reizen naar de wildparken en de kust van Tanzania. Een laptop is te onhandig om in Afrika mee te zeulen, maar een smartphone kan best. Elke reis geeft je een bredere kijk op de wereld, wat het werk altijd ten goed komt!” (WP)
40
Katja Vander Poorten is landbouwingenieur, major bodemkunde en minor ruimtelijke ordening. Ze trekt dit jaar met haar gezin naar de Pyreneeën en naar het Canal du Midi. “We varen met een boot over het Canal du Midi van Agde naar Carcassonne en daarna maken we een week lang daguitstappen door de Pyreneeën vanuit Font Romeu. Mijn opleiding als landbouwingenieur steekt tijdens mijn vakanties wel vaker de kop op. Meestal kamperen we of verblijven bij een boer. We kiezen daar bewust voor. We vinden dat gewoon ook heel plezierig, maar doordat ik lang voor plattelandsbeleid heb gewerkt, denk ik meer na over landbouwverbreding. Ik wil dat dan ook wel steunen.” “Passeren we ergens waar er hoeveproducten te koop zijn, dan gaan we daar zelden aan voorbij. Zeker kaas en dergelijke pikken we zoveel mogelijk mee. En als we zo’n boerderij kunnen bezoeken, dan doen we dat zeker. Ook het landschap interesseert me telkens weer. En als ik op vakantie een Europees logo van de Regionale Ontwikkeling zie hangen, dan brengen we daar meestal ook wel een bezoekje.” (LVDE)
ILYA • juni-juli 2012
VAKANTIE
JaCquES VaN DEN BrOECK
Katty Wouters geniet van bergwandelingen in het Ötztal (Oostenrijk), op zoek naar zeldzame planten.
Katty WOutErS
Blij weerzien met kalkflora Katty Wouters is algemeen coördinator van het Regionaal Landschap Noord-Hageland, een vzw die mensen willen warm maken voor natuur en landschap in eigen streek. Zelfs in haar vrije dagen blijft zowel de bio-ingenieur als de manager in haar actief. Ze heeft een voorliefde voor planten en geniet van lange bergwandelingen, niet in het minst omwille van het blije weerzien met de typische kalkflora, plantjes die houden van kalkrijke, niet bemeste gebieden. Haar favoriet is de zwartblauwe rapunzel, een plantje dat niet extreem opvalt, maar als je in detail naar de structuur kijkt, is het een wondertje. Vakantie dient voor Katty Wouters ook om bij Franse Parcs Naturels Régionaux of Duitse Naturparken te kijken hoe zij natuurrecreatie uitbouwen of traditionele landschappen herstellen. In Engeland haalde ze de mosterd voor een nieuw concept cultuurhistorische landschapswandelingen en paste dit toe in het ABC van de Demervallei. Als je vakantie in eigen land doorbrengt, bedenk dan maar dat je deze fantastische ervaring te danken hebt aan een creatieve bio-ingenieur. (AR)
De zwartblauwe rapunzel is een plantje dat nog zelden voorkomt in Vlaanderen, maar wel in streken met kalkrijke bodems.
ILYA • juni-juli 2012
Jacques Van den Broeck ging onlangs een week naar München. “Ik heb er het Deutsches Museum bezocht, het grootste museum van wetenschappen en techniek ter wereld. Alleen al in het museum liep ik drie dagen rond. Het is echt immens: er worden zelfs vliegtuigen en Apollo 8-capsules tentoongesteld. Als ingenieur mechanica ben ik, naast mijn activiteiten als ICT consultant, bezig met het ontwerp van een horloge met een elliptische in plaats van cirkelvormige wijzerplaat. Hiervoor deed ik research in de museumbibliotheek, die maar liefst 900.000 boeken telt. Ik botste er op een boek uit de 17de eeuw. Het was zo’n kostbaar document dat ik er enkel met witte handschoenen in mocht bladeren. Ik vond er een tekening in die in de richting van mijn uitvinding ging. Het ging om een tekeninstrument voor navigatie op landkaarten. Deze vondst is interessant voor het verhaal achter mijn ontwerp. Uiteraard heb ik ook nog de tijd genomen om München te exploreren. Prachtig is het Schloss Nymphenburg met zijn Botanischer Garten. Eerder reisde ik al naar Zwitserland voor mijn mechanicahobby en ook toen combineerde ik dat met museabezoeken Het Deutsches en wandelingen.” (PVD) Museum in München
MarIE-aStrID WuytS
Plots stond die beer daar “Mijn passie voor sport en natuur bracht mij al op fantastische plekken”, vertelt MarieAstrid Wuyts, 27, en werkzaam op de R&D-afdeling van Niko. “Een aanrader is Harding Icefields in Alaska. Een vlakte met niets dan ijs, zover het oog reikt: overweldigend, zeker met de zon erop. Je voelt je dan heel nietig als mens. We waren met een groep van zeven reizigers. Minutenlang kon niemand een woord uitbrengen. Tijdens dezelfde reis heb ik trouwens voor het eerst een beer in levenden lijve gezien, op twee meter afstand. Als belevenis kon dat tellen, al zaten we op dat moment veilig op de bus.” Een ervaring van een heel andere aard was het Technisch Museum van Slovenië in Borovnica. “Ik stond vol bewondering voor de maquettes van een aantal belangrijke Sloveense bruggen en gebouwen. De houten skeletten geven een fascinerend beeld van de technische uitdagingen die de bouwkundigen wisten te overwinnen.” Deze zomer gaat de jonge ingenieur in eigen land op danskamp. “Ik wil een paar nieuwe werelddansen onder de knie krijgen. En in december trek ik naar Cambodja en Laos. Ik ben klaar om mij helemaal in de Aziatische cultuur onder te dompelen.” (CH)
41
© STEFAN OBERMEIER / IMAGEBROKER / ALAMY
Research voor elliptisch uurwerk
rockers aan In het debat over de nieuwe geluidsnormen voor muziekactiviteiten blijven voor- en tegenstanders elkaar met decibels om de oren slaan. Bezoekers van het Werchter Boutique festival op 28 mei hebben intussen de eerste praktijkervaring achter de rug. Zelfs headliner Metallica slaagde erin om zich netjes aan de nieuwe regels te houden. Bij indoor concerten wordt het wel een stuk moeilijker om muziekliefhebbers binnen de nieuwe beperkingen een intense ervaring te bezorgen. Tekst : Erwin Vanvuchelen
© DRX | DREAMSTIME.COM
H
et debat over de nieuwe geluidsnormen is niet eenvoudig omdat geluidssterkte, decibels en dynamiek zulke abstracte begrippen zijn. Of een concert nu 100 of 102 dB mag zijn, gemeten over een kwartier of over een uur – het zijn waarden waar de gemiddelde concertganger zich niet meteen iets bij kan voorstellen. Merkwaardig in de hele discussie is bovendien dat Live Nation, het bedrijf achter Rock Werchter, Pukkelpop en tal van andere festivals en concerten, al een jaar of vijf voor zichzelf de geluidsnormen toepast die vergelijkbaar zijn met wat nu bij wet aan iedereen opgelegd wordt. Zo drastisch zijn de nieuwe regels toch niet, zou je dan denken. Of wel? Het probleem is dat muziek bij live optredens een grote dynamiek heeft, waarbij het verschil tussen stille en luide momenten 30 tot 40 dB kan bedragen. De luidste pieken vor-
42
men op zich niet zo een bedreiging voor gehoorschade – daarvoor is een langdurige blootstelling nodig –maat ze kunnen wel het gemiddelde geluidsniveau sterk omhoog trekken. Als men zich daarbij toch strikt aan de regels wil houden en niets van de dynamiek verloren wil laten gaan, loopt men het risico dat de stillere passages compleet de mist in gaan.
Iedereen binnen de norm
“Vergelijk het met het beluisteren van klassieke muziek in de auto. Dat is bijna niet mogelijk”, legt Patrick Demoustier uit. Hij is sound designer, onder meer bij EML Productions dat aan Live Nations de geluidsinstallaties levert. “Bij Werchter Boutique hebben de groepen voor het eerst een document moeten ondertekenen waarin ze zich akkoord verklaarden om de geluidsnormen strikt na te leven. Elke groep heeft haar eigen mensen achter de mengtafel en bepaalt dus
zelf de dynamiek en het geluidsniveau. In de nieuwe regel is voorzien dat dit niveau 102 dB mag bedragen, gemeten en uitgemiddeld over een kwartier. In openlucht is dat haalbaar, als men er over waakt dat de pieken niet te lang duren. We hebben een geavanceerde meter die rekening houdt met de dynamiek en aangeeft wanneer men het geluidniveau moet verlagen om te zorgen dat men het kwartiergemiddelde nog kan halen. Op Werchter Boutique hebben we de geluidsmensen daar af en toe op moeten wijzen maar uiteindelijk is iedereen binnen de norm gebleven.” Bij indoor concerten wordt dit een stuk moeilijker. “We hadden onlangs in Nederland een festival in een tent met 10.000 mensen. Daar hadden we tussen de optredens door al een geluidsniveau van 98 dB, enkel door de aanwezigheid van de mensen. Als je het gemiddelde niveau van de muziek dan moet beperken tot 102 dB, gaan de stille
ILYA • juni-juli 2012
VAKANTIE
banden gelegd
passsages onvermijdelijk verloren. Voor fuiven en discotheken stelt zich dat probleem veel minder omdat muziek in opnamestudio’s gemixt wordt met een dynamiek van slechts 9 dB. Dat is een min of meer constant geluidsniveau dat men netjes boven het achtergrondrumoer kan laten uitkomen. Live optredens kan men echter niet op dezelfde manier mixen en hebben een veel hogere dynamiek.”
Betere geluidskwaliteit
Op festivals en concerten in open lucht is de geluidskwaliteit de afgelopen 10 tot 15 jaar sterk verbeterd. Waar je vroeger naast het podium een hele muur van luidsprekerboxen zag staan, hangen er nu nog slechts twee kolommen met speakers– de zogenaamde line arrays. “Om twee geluidsbronnen als één te kunnen laten functioneren, wat nodig is om geen interferenties te krijgen, moet de afstand tussen de bronnen kleiner zijn dan een
ILYA • juni-juli 2012
kwart van de grootste golflengte”, zegt Patrick Demoustier. “In de oude systemen kon dat niet. Voor de hoge tonen moeten de bronnen zelfs dichter bij elkaar geplaatst worden dan de diameter van een speaker. In de nieuwe systemen wordt dit gerealiseerd door de geluidsgolven voor de hoge tonen doorheen een kamer te sturen met kanalen die men wel zo dicht op elkaar kan plaatsen. De line arrays kunnen meer vermogen leveren dan die muren van vroeger, met een betere geluidskwaliteit omdat meerdere speakers samen als één bron functioneren.” De verschillende boxen in zo’n line array staan telkens onder een lichte hoek ten opzichte van elkaar, waarbij de opstelling met behulp van speciale software zo berekend is dat men een zelfde geluidssterkte krijgt over het ganse terrein. Dit soort engineering maakt ook bij een lager geluidsniveau een optimale muziekbeleving mogelijk. Het probleem met indoor concerten is dat
er heel wat reflecties bijkomen van muren, plafonds en andere obstakels. “De akoestiek is in de meeste zalen verschrikkelijk”, weet Patrick Demoustier. “Men zal er maatregelen moeten nemen om het geluid beter te dempen.” Tegelijk verwacht hij toch ook dat er nog aanpassingen zullen komen aan de norm, zodat men voldoende ruimte laat voor de dynamiek van live muziek. Maar er zijn nog andere mogelijkheden. “Een mogelijkheid zou kunnen zijn om de vloer te laten trillen zodat het publiek ook bij een lager muziekniveau de muziek nog kan voelen. Dat is in de praktijk zeer moeilijk te realiseren.” Als de geluidsnormen streng blijven, zal de techniek dus moeten helpen om op een andere manier de muziekbeleving voor het pu■ bliek toch zo intens mogelijk te maken. Meer info op : www.ie-net.be/ilya201202
43
GSM-netwerken
voldoen niet in crisis
Toen vorige zomer het festivalterrein van Pukkelpop werd verwoest door onweer, telefoneerden tienduizenden bezorgde mensen naar vrienden of kinderen. Meteen ging het GSM-netwerk door de knieën. Vandaag is er nog steeds geen oplossing voor dit soort noodsituaties. Tenzij we sms-en.
s
inds het Pukkelpopdrama hebben de overheid en operatoren al een aantal keren samengezeten om te bekijken wat er gedaan kan worden om de capaciteit van het GSMnetwerk op te drijven zodat het in staat zou zijn om in noodsituaties, wanneer de nood aan communicatie zeer groot is, overeind te blijven. Dat overleg heeft echter geen pasklare oplossingen opgeleverd. De technologie biedt nu eenmaal niet voldoende capaciteit om op één plaats duizenden – laat staan tienduizenden – gesprekken tegelijk te laten plaatsvinden. “De enige oplossing is om mensen duidelijk te maken dat ze zich dan moe-
44
ten beperken tot SMS-berichten”, zegt Frank Foulon van Belgacom/Proximus. “Dat zullen we via grote displays op de festivalterreinen moeten aankondigen.” De overheid heeft de operatoren wel gevraagd om in noodsituaties gebruik te maken van cell broadcasting, maar dat zal in de praktijk niet veel verschil maken. “Op oude telefoons verscheen de naam van de operator op de display. Via cell broadcasting kunnen we daar in plaats van die naam een kort bericht plaatsen, bijvoorbeeld een oproep om enkel nog te SMS-en. Het probleem is dat moderne telefoons dit bericht niet meer tonen. Via de instellingen zou een gebruiker het wel nog kunnen terugvinden,
maar dat is waarschijnlijk het laatste waar hij aan denkt in een panieksituatie.”
Extra zendmasten Maar wat is dan precies de capaciteit van een GSM-netwerk, en hoe zou men die verder kunnen opdrijven? Zowel Proximus als Mobistar plaatsen bij evenementen zoals rockfestivals en grote sportwedstrijden extra mobiele zendmasten. Voor 2G – dat zijn de klassieke GSM’s – zijn er in totaal een 150-tal frequenties beschikbaar, die in ons land verdeeld zijn onder de drie operatoren. “Heel concreet hadden we op Pukkelpop vorig jaar 22 frequenties in gebruik, goed
ILYA • juni-juli 2012
VAKANTIE
een fractie van dat aantal gebruiken omdat men geen interferenties mag veroorzaken met de kanalen van naburige zendmasten. Via Time Division Multiplexing worden er dan weer wel meerdere kanalen per frequentie gecreëerd. Een aantal daarvan zijn gereserveerd als broadcast channels, waarmee de zendmast bijhoudt welke gebruikers zich in zijn bereik bevinden. Verder zijn er de signalisatiekanalen waarop gespreksoproepen en SMS-jes verzonden worden. De gesprekken zelf vinden plaats op de zogenaamde traffic channels.
mige gevallen is er nog een kleine marge om die verder op te voeren, maar dat zou in een crisissituatie zoals vorig jaar op Pukkelpop geen verschil maken.
aparte zone voor festival Een plan dat Mobistar nog heeft is om zijn locatiezones aan te passen in functie van bepaalde evenementen. Christof Olivier: “Het netwerk is zo opgebouwd dat meerdere antennes samen één zone vormen. Het netwerk weet op elk ogenblik in welke zone een gebruiker zich bevindt. Gespreksoproepen wor-
Een SMS maakt het meest
efficiënt gebruik van het netwerk.
© IMAGEGLOBE / ANP / HARRY HEUTS
teveel inkomende gesprekken
voor 952 signalisatiekanalen en 485 simultane traffic channels”, legt Frank Foulon uit. Daar komen nog eens de 3G kanalen bovenop. 3G of UMTS is een technologie voor dataverkeer waarover ook gesprekken kunnen plaatsvinden. “Bij Pukkelpop hadden we in 3G een capaciteit van 960 simultane datasessies. Dat kunnen ook gesprekken zijn, maar uiteraard alleen voor telefoons die 3G ondersteunen.” Het aantal frequenties verder opdrijven kan niet omdat ze vastgelegd zijn in internationale standaarden en enkel die frequenties door de toestellen gebruikt kunnen worden. Bovendien kan men op elke mast slechts
ILYA • juni-juli 2012
Mobistar heeft een vergelijkbaar netwerk en kwam op een capaciteit van zowat 1000 simultane gesprekken. “Het grootste probleem was de enorme toevloed aan inkomende gesprekken ”, legt technology expert Christof Olivier van Mobistar uit. “De familieleden en vrienden die het nieuws hoorden, wilden plots allemaal contact opnemen met de tienduizenden mensen op de festivalweide. Dat geeft nog eens een veelvoud aan oproepen, waardoor de signalisatiekanalen waarop de gesprekken tot stand gebracht worden overbelast raakten.” Dat geeft te denken over de beschikbaarheid van de SMS-service want ook die berichten moeten over de signalisatiekanalen. “Het voordeel van SMS-berichtjes is dat de technologie erop voorzien is om ze te bufferen. Er zou een vertraging kunnen ontstaan maar het netwerk kan er niet door overbelast raken”, zegt Roger Bollen van Mobistar. Hij wijst er ook op dat de hulpdiensten steeds bereikbaar bleven. “Het netwerk geeft absolute voorrang aan de noodnummers, zelfs als de beller geen klant is. Je hebt om 112 te bellen niet eens een SIM-kaart nodig.” Voor beide operatoren geldt dat hun capaciteit bij evenementen berekend wordt op de data die men heeft van vorige edities. In som-
den verstuurd via alle antennes in die zone om te bepalen welke antenne op dat moment de beste ontvangst geeft. Door een aparte zone te creëren voor een festivalweide kan men de overbelasting daar niet oplossen, maar kan men wel garanderen dat het netwerk in de omgeving beschikbaar blijft.” “Een methode die op drukke momenten soms toegepast wordt is dat men bij de Time Division Multiplexing het aantal kanalen verdubbelt”, voegt Frank Foulon daar nog aan toe. “De geluidskwaliteit is dan minder goed, maar er kunnen wel eens zo veel gesprekken plaatsvinden. Er wordt momenteel een technologie ontwikkeld om het aantal kanalen met deze methode te kunnen verviervoudigen.” Maar ook daarmee kan een toevloed zoals bij Pukkelpop vorig jaar niet opgevangen worden. Het meest efficiënte gebruik van het netwerk blijft sowieso de SMS-service waarbij elk berichtje maximaal 4 seconden nodig heeft om verstuurd te worden. De grote uitdaging zal zijn om bij een volgend incident ook aan het thuisfront duidelijk te maken dat dit de beste manier is om contact te zoeken. Alle goede bedoelingen van de overheid en de mobiele operatoren ten spijt kan een situatie zoals vorig jaar zich vandaag opnieuw voordoen. ■ Meer info op : www.ie-net.be/ilya201202
45
De voormalige veeartsenijschool van Anderlecht
Zorg voor het erfgoed Deze zomer gaat u misschien een kijkje nemen in een van de vele historische gebouwen die ons land rijk is. Weet dan dat ingenieurs een belangrijke bijdrage leveren om ons erfgoed in stand te houden. ILYA ging zijn licht opsteken bij het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium (KIK), een federale wetenschappelijke instelling die zich inzet voor de studie, de bewaring en de valorisatie van het Belgisch kunstpatrimonium. Tekst : Roel Hendrickx, Roald Hayen, Hilde De Clercq
o
ude perkamenten, textiel, glas of metaal, maar ook schilderijen, historische gebouwen, muurschilderingen, stenen beeldhouwwerk: het is waardevol erfgoed dat alleen kan bewaard worden als specialisten van verschillende disciplines samenwerken. In het Koninklijk Instituut werkt een multidisciplinaire groep van kunsthistorici, chemici, fysici, restaurateurs, fotografen
46
en ingenieurs vanuit verschillende invalshoeken rond zeer verscheiden kunstobjecten. Bij de Cel Monumenten bijvoorbeeld bestudeert men materiaaltechnische problemen in de constructies of in de monumentale decoraties. Men verleent restauratieadvies aan de opdrachtgever, die zowel een overheidsinstantie, architect of eigenaar kan zijn, en voert wetenschappelijk onderzoek uit om dat deskundig advies te ondersteunen.
Een voorbeeld is de aanpak van de verwering en de hersteltechnieken van traditionele steenachtige poreuze bouwmaterialen zoals baksteen, natuursteen en mortel. Traditionele metselwerkstructuren zijn vaak veel massiever dan hedendaagse constructies (met spouwmuur) en gedragen zich anders. Niet zelden worden materialen aangetroffen waarvan de kennis en het gebruik al lang verdwenen is. De vereiste aanpak en de noodzakelijke knowhow
ILYA • juni-juli 2012
VAKANTIE
steunen op de principes van de bouwfysica, organische scheikunde, anorganische scheikunde en materiaalwetenschappen in het algemeen. De modellering van het bouwfysisch gedrag van de constructie of de thermodynamica van schadelijke stoffen, zoals oplosbare zouten, spelen daarbij vaak een belangrijke rol om de probleemstelling te interpreteren en om de impact van mogelijke ingrepen te toetsen. De vereiste materiaaleigenschappen worden aan de hand van ter plaatse genomen stalen bepaald of anders op basis van ervaring en wetenschappelijke literatuur naar best vermogen ingeschat. Het is de taak van de ingenieur om de materiaaleigenschappen te evalueren, de gepaste modellen te ontwik-
maar zijn ondergeschikt aan het oorspronkelijk historisch weefsel. Dat moet maximaal behouden blijven. Enkele voorbeelden. Voor de schuur van een 19deeeuwse hoeve in Loppem werd gevraagd om een gepaste behandeling voor te schrijven voor de muren, die door het gebruik als stalling in het verleden heel wat water-oplosbare zouten bevatten, voornamelijk afkomstig van dierenmest. Vooral de gewijzigde binnenklimaatvoorwaarden als gevolg van een herbestemming tot restaurant, brengen daarbij risico’s met zich mee. Een uitgebreid materiaalonderzoek leidde tot een cartografie van de aard en de verdeling van de zouten die in het metselwerk migreerden. Daarnaast
Het Stocletpaleis in Sint-Pieters-Woluwe
We treffen niet zelden materialen aan
waarvan de kennis al lang is verdwenen. kelen en toe te passen en de resultaten hiervan kritisch te beoordelen. Er kunnen verschillende restauratiemogelijkheden aangereikt worden en de finale keuze zal dan gemaakt worden door de erfgoedconsulent, de architect en de bouwheer. Restauratie kent een heel andere benadering dan nieuwbouw: toegevoegde materialen moeten uiteraard duurzaam zijn,
ILYA • juni-juli 2012
werden materiaalparameters met betrekking tot vochttransport bepaald en in een simulatieprogramma gebruikt om de nieuwe situatie ten opzichte van de bestaande situatie te kunnen evalueren. Voor de herbestemming van de voormalige veeartsenijschool van Anderlecht tot een geheel van lage-energie-kantoorruimtes werd advies gevraagd over de
restauratie van de gevelbekleding uit natuursteen. Daarbij moest ook het risico dat ontstaat door het aanbrengen van een binnenisolatie in rekening worden gebracht. Gepaste restauratiemortels werden bestudeerd en geëvalueerd. De Onze-Lieve-Vrouwkerk in Laken
toepassing van verschilende types binnenisolatie werd vervolgens geëvalueerd. Er werd gekeken naar de hogere belasting als gevolg van lagere temperaturen en verhoogde vochtgehaltes. Anderzijds werd zo nauwkeurig mogelijk ingeschat wat de weerstand is van de gevelmaterialen tegen vorst-dooicycli. Voor het Rubenshuis in Antwerpen werd een studie van de zoutbelasting gemaakt. Er werden vervolgens ook proeven uitgevoerd om de aanwezige zouten zo goed mogelijk te verwijderen en om de natuurstenen elementen doeltreffend te behandelen. En zo kan de ingenieurskennis van vandaag zorgen dat we ons verleden niet ■ kwijtraken. Meer info op : www.ie-net.be/ilya201202
47
en boek Iedereen twitteraar
tuurkunde. In 2012 is het precies honderd jaar geleden dat Turing werd geboren. Anno 2012 is Turings droom van een denkende machine echter nog steeds niet uitgekomen. De machine die kan denken zoals een mens, is zelfs na meer dan een halve eeuw onderzoek nog ver voorbij de horizon. Kunstmatige intelligentie heeft menselijke intelligentie niet vervangen, maar menselijke intelligentie is uitgebreid met kunstmatige intelligentie. Zonder dat we het beseffen, worden we omringd door kunstmatig intelligente systemen. Turings Tango vertelt hoe de zoektocht naar denkende machines − een van de grootste wetenschappelijke zoektochten van onze tijd − heeft geleid van de Turing Test naar wat de auteur de Turing Tango noemt. Waar de Turing Test draaide om de vraag wanneer we kunnen zeggen dat computers denken, draait de Turing Tango om de vraag welke combinatie van mens en computer het beste werkt. Wat is het beste tangopaar van mens en computer? Hoe kan kunstmatige intelligentie de mens het beste helpen?
Twitter is het nieuwste fenomeen in de wereld van de sociale media. Maar vele mensen weten nog niet precies wat het is, wat je ermee kan doen en hoe je er precies aan begint. Vincent Van Quickenborne, een van de meest bedrijvige twitteraars van het land, legt het je uit, stap voor stap. Een handige en erg bruikbare gids voor al wie graag met tweeten wil starten. “Socrates was een verwoed twitteraar. Hij begaf zich onder groepjes pratende mensen en luisterde naar het gesprek van de dag. Dan maakte hij een opmerking of stelde een vraag waardoor het gesprek een wending kreeg in de richting van de waarheid. Meer moet je achter Twitter niet zoeken. Het is dat grote plein waar de mensen in groepjes samenkomen om te praten en te luisteren naar wat anderen te zeggen hebben. Dat kan gaan over het weer, over de nieuwe haarsnit van de buurvrouw of gewoon over de toekomst van de samenleving.” Aldus Guillaume Van der Stighelen in het voorwoord van “Start to tweet”. TITEL: Start to tweet AUTEURS: Vincent Van Quickenborne, Bruno Peeters CATEGORIE: Non Fictie PAGINA’S: 128 UITGEVERIJ: Borgerhoff & Lamberigts ISBN:9789089312488 VERKOOPPRIJS:€ 9,95
TITEL: Turings Tango − Waarom de mens de computer de baas blijft AUTEUR: Bennie Mols CATEGORIE: Non Fictie PAGINA’S: 224 UITGEVERIJ: Nieuw Amsterdam ISBN 9789046812372 eBook ISBN 9789046812389 VERKOOPPRIJS: € 18,95
turings tango: De zoektocht naar denkende machines
anonieme ingenieurs in de schijnwerpers
Alan Turing (1912-1954) is de geestelijke vader van zowel de computer als de kunstmatige intelligentie. Hij droomde van een machine die kan denken zoals een mens en voorspelde dat zijn droom vóór het jaar 2000 zou uitkomen. Het belang van Alan Turing voor de informatica is net zo gigantisch als die van Isaac Newton voor de na-
De menselijke beschaving is onlosmakelijk verbonden met het verwerven van invloed op en zelfs zeggenschap over de natuur. En dat is precies wat een ingenieur doet: hij ontwerpt methoden en construeert middelen om de natuur in zekere mate naar zijn hand te zetten. De allereerste en dus fundamentele stappen in de mense-
48
lijke ontwikkeling werden door onbekenden gezet. We weten niet wie voor het eerst uitknobbelde dat vuur handig is, of dat je een muur kunt maken door stenen op elkaar te stapelen. We weten niet wie voor het eerst een punt aan een stok aanbracht of wie voor het eerst probeerde om plantenvezels met elkaar te verbinden tot kleding. Het is merkwaardig dat die anonimiteit ook nu nog het lot van vele ingenieurs is. De geschiedschrijving is er echter om die anonimiteit zoveel mogelijk te ontrafelen. De auteur beschrijft uitvoerig het ontstaan en de geschiedenis van de burgerlijk ingenieurs in België. Buitenlandse invloeden en binnenlandse ontwikkelingen, vooral de industrialisering in het zuiden van het land en rond Gent, krijgen daarbij ruime aandacht. Uiteraard worden ook de ‘technisch’ of ‘industrieel ingenieurs’ uitvoerig onder de loep gehouden. TITEL: Vijfhonderd jaar geschiedenis van de ingenieur 1500-2010 AUTEUR: Noël Lagast CATEGORIE: Non Fictie PAGINA’S: 128 UITGEVERIJ: Garant Uitgevers nv ISBN: 9789044127409 VERKOOPPRIJS: € 39,00
Landbouw op de helling Vlaanderen behoort tot de topregio’s in Europa wat landbouw betreft. Dit danken we aan de zeer intensieve manier van werken op meer dan 30.000 eerder kleinschalige en meestal op familiale leest geschoeide land- en tuinbouwbedrijven. De Vlaamse landbouw realiseert samen met de agro-voedingssector een opmerkelijk hoog aandeel in het exportsaldo. Toch blijft de sector met een aantal fundamentele problemen kampen. Als enige sector binnen de economie die levend materiaal voortbrengt, is de landbouw immers een uitermate kwetsbare sector. De recente voedselcrisis heeft dit nog eens extra in de verf gezet. De problemen zijn voor een
ILYA • juni-juli 2012
VAKANTIE
groot stuk het gevolg van de aard van de sector zelf, omdat landbouwproductie erg gevoelig is aan de grillen van de natuur en een schoolvoorbeeld is van volledige mededinging. Technologische vooruitgang, globalisering en culturele en socio-demografische veranderingen in onze maatschappij zetten de sector verder onder druk. Dit boek biedt een economische analyse van de problemen en uitdagingen waarmee de landbouw geconfronteerd wordt, en van de mogelijke oplossingen waarover de sector beschikt. TITEL: Landbouw en voedsel, verrassend actueel AUTEURS: Erik Mathijs, Joris Relaes CATEGORIE: Non Fictie PAGINA’S: 160 UITGEVERIJ: Acco ISBN: 9789033480959 PRIJS: € 22,80
Kijken naar de toekomst De wereld staat onder druk. Jij en ik ondervinden die veranderingen dagelijks en misschien dromen
we ‘s nachts wel hoe het beter kan. Want hoe zullen we iedereen op onze planeet kunnen blijven voorzien van voldoende energie, voedsel en zuiver water? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat de druk van de groeiende wereldbevolking op ons milieu afneemt? Hoe houden we onze manier van leven duurzaam en betaalbaar? En hoe zit het nu precies met de opwarming van de aarde? In 40 vragen voor 2020 zoekt astronaut Frank De Winne samen met 40 andere ingenieurs naar oplossingen voor deze complexe problemen. Aan de hand van veertig concrete vragen rond zes thema’s - fun, speed, life, clean, safe en smart bieden ze een kijk achter de schermen van de technologie en brengen ze de uitdagingen waarvoor we staan in kaart. 40 vragen voor 2020 geeft je de kans om samen met ingenieurs een blik te werpen op de toekomst. Het is een inspirerend boek dat bewijst dat onze ingenieurs vandaag al werken aan de wereld van morgen én dat de toekomst hoopvol is.
ciaalrealisme dat in die tijd in de Turkse literatuur de boventoon voerde. Inmiddels heeft het boek een cultstatus. TITEL: Het leven in stukken AUTEUR: Oguz Atay VERTALING: Margreet Dorleijn, Hanneke van der Heijden CATEGORIE: Fictie PAGINA’S: 768 UITGEVERIJ: Athenaeum-Polak & Van Gennep ISBN: 9789025368807 VERKOOPPRIJS: € 29.95
Gedaan met gokken!
TITEL: 40 vragen voor 2020 AUTEURS: Luc Taerwe, Hans Romaen, Kevin Van Geem, Kim Verbeken CATEGORIE: Non Fictie PAGINA’S: 296 UITGEVERIJ: Lannoo Campus ISBN: 978 90 209 80011 PRIJS: € 29,99
Meesterlijke reconstructie van een leven in stukken In Het leven in stukken vertelt Oguz Atay het verhaal van ingenieur Turgut Özben die een tocht onderneemt om uit te vinden waarom zijn boezemvriend Selim Isik zelfmoord heeft gepleegd. Tegen de achtergrond van de stormachtige ontwikkelingen in Turkije vanaf de stichting van de republiek in 1923 tot aan de jaren zeventig van de vorige eeuw, ontstaat zo een caleidoscopisch beeld van Selim. Het leven in stukken verscheen in 1972 en betekende een radicale breuk met het realisme en so-
In steeds meer organisaties worden prestatie-indicatoren gebruikt om de realisatie van doelstellingen te volgen, om processen te monitoren of om te communiceren over de resultaten. Het bepalen van dergelijke indicatoren blijkt vaak een moeizaam proces dat bovendien niet altijd tot bevredigende resultaten leidt. Dit boek besteedt daarom veel aandacht aan hoe je indicatoren kan construeren, hoe je ze kan linken aan processen en doelstellingen, en hoe je hun geschiktheid kan beoordelen. Dat zijn immers vaak de grote knelpunten als je begint te werken met indicatoren. Hoe begin je aan de formulering van een indicator? Is het wel koosjer als je een indicator kopieert van een andere organisatie? Hoe weet je of de indicatoren die je nu al gebruikt goed zijn? Zijn er niet te veel indicatoren? Daarnaast gaat het boek ook in op het invoeren en gebruiken van indicatoren. De nadruk daarbij ligt op de cruciale voorwaarden om meerwaarde te creëren. TITEL: Het juiste cijfer. Meerwaarde creëren met geschikte prestatie-indicatoren AUTEUR: Wouter Van den Berghe CATEGORIE: Non Fictie PAGINA’S: 208 UITGEVERIJ: Acco Uitgeverij ISBN: 9789033485879 PRIJS: € 34,50
ILYA • juni-juli 2012
49
VAKANTIE
Hoe gezond is barbecue? Professor dr. ir. Bruno De Meulenaer, hoofd van het Labo Levens middelenchemie en Humane Voeding aan de Universiteit Gent
© GARY SCOTT | DREAMSTIME.COM
roet in het eten
Vrienden uitnodigen bij een verrukkelijk stuk vlees op een gloeiende barbecue en een lekker glaasje wijn: zomer, toch? Maar hoe zit het met de gezondheidsrisico’s ? Is barbecueën wel zo verstandig? We gingen te rade bij professor dr. ir. Bruno De Meulenaer, hoofd van het Labo Levensmiddelenchemie en Humane Voeding aan de Universiteit Gent.
t
tekst : Luc Vander Elst
ypisch aan een barbecue is dat het vleesoppervlak wordt blootgesteld aan zeer hoge temperaturen: gemakkelijk meer dan 400 graden, veel hoger dan wat klassiek in de pan gebeurt. “De eiwitten in het levensmiddel ondergaan dan een soort van pyrolyseproces: een onvolledige verbranding. Het vlees wordt bruin en - als je overdrijft - zwart. Dat bruin worden is gewenst, want we associëren dat met gegrild vlees.
50
Bovendien worden er smaak- en geurcomponenten gevormd, die wij bijzonder aangenaam vinden. Maar anderzijds breken die eiwitten zodanig af dat er ook enkele toxische componenten ontstaan. Heterocyclische amines, de afbraakproducten van het eiwit, ontstaan uit het eiwit zelf of door een interactie tussen eiwitten en suikers. Door de hogere temperaturen krijg je die componenten aan de oppervlakte van het vlees. Ze veroorzaken vermoedelijk kanker bij de mens.”
Een tweede groep componenten zijn polycyclische koolwaterstoffen. “Roet zou je kunnen zeggen en zeker kankerverwekkend. Polycyclische koolwaterstoffen ontstaan doordat er vet druppelt op de kolen, door de verbrandingsgassen van de kolen zelf of doordat de vlam in contact komt met het product. Dat geeft een verkoling van het levensmiddel en dat zwart bevat polycyclische aromatische koolwaterstoffen.” “Let op: ik wil niemand het barbecueën ontzeggen. Daarvoor is het te lekker. Maar de boodschap is toch wel dat je best niet dagelijks barbecuet. Je moet de risico’s wat spreiden: één keer per week bijvoorbeeld. En neem de nodige voorzorgen: laat vlees niet aanbranden, vermijd een open vlam en voorkom dat vet in de kolen druppelt. Als je die voorzorgsmaatregelen in acht neemt, dan kun je op een vrij veilige manier barbecueën.” Om veiliger te barbecueën kun je aluminium schaaltjes gebruiken, waarin je het vlees bakt tot het meeste vet eruit verdwenen is. Pas dan leg je het vlees op de eigenlijke grill. Maar met die schaaltjes neem je natuurlijk het typische van barbecue voor een stuk weg. En als Bruno De Meulenaer zelf uitgenodigd wordt en ziet dat er verkeerd wordt gebarbecued, wat gebeurt er dan? “Dan ga ik vragen of ik niet moet helpen. En al wat te zwart is, snij ik er af.” ■
ILYA • juni-juli 2012
Op zoek naar een stevige bonus?
Maak werk van duurzame innovatie met de OVAM-SIS-toolkit.
Wilt u duurzame innovatie een centrale plaats geven in uw bedrijf? Maar weet u niet meteen hoe u het duurzaamheidsprincipe concreet in uw bedrijfsvoering integreert? De OVAM heeft nu een nieuw instrument om u daarbij te ondersteunen: de OVAM-SIS-toolkit. Ga met dat creatieve instrument actief op zoek naar duurzame oplossingen voor uw bedrijfsvoering. Voor procesbegeleiding kunt u een beroep doen op professionele begeleiding. Zin om van duurzame innovatie een échte stevige bonus te maken voor uw bedrijf? Bestel meteen de OVAM-SIS-toolkit op www.ovam.be/ecodesignlink.
We see 482 people who love coming to work here day after day. What do you see?
Do you see the intrinsic possibilities of future buildings and infrastructure? And do you know that you can turn these possibilities into realities? Well, that’s exactly what we do at VK. We deliver fully integrated architecture and engineering services for demanding clients worldwide. People who want to invest in great buildings and infrastructure in a constantly evolving society. Want to help build tomorrow’s world? Check out how you can realize your ambitions on www.vkgroup.be/careers and send your cv to Martine Decock on
[email protected].
ARCHITECTS & ENGINEERS