In opdracht van de persvrijheid Introductie Wie? Jozef Ferdinand Doeve, oftewel Eppo.
Doeve werd geboren in ‘bloemenstad’ Bandoeng in 1907, toen nog NederlandsIndië. Hij had net als zijn ouders een grote liefde voor planten en de natuur, en wilde daarom graag op een theeplantage werken. Hiervoor ging hij als twintiger in Nederland landbouwkunde studeren aan de hogeschool in Wageningen. Tekenen is dan nog een hobby voor hem.
1
(Bandoeng, foto uit 1908) In de jaren dertig volgt de grote crisis. Eppo is dan 23 en studeert nog, hoewel hij ook veel bezig is met jazzmuziek en tekenen voor het studentenblad. De crisis zorgt er ook voor dat de theemarkt op Java instort. Terug naar Bandoeng voor een theeplantage is geen optie meer en Doeve zoekt een baan in Nederland. Hij mag aan de slag bij het reclamebureau De la Mar en via via gaat hij werken voor De Groene Amsterdammer als politiek tekenaar. Na drie jaar wordt dat de Haagse Post en gaat hij ook aan de slag voor de AVRO. Na de oorlog wordt Eppo helemaal beroemd. Hij ontwerpt de Nederlandse guldenbriefjes en maakt veel reclamemateriaal en affiches die bijna overal hangen. Ook werkt hij voor Elseviers Weekblad, tegenwoordig Elsevier. Hij illustreert stukken en tekent politieke spotprenten. Ook illustreert hij boeken en maakt hij omslagen. Af en toe maakt hij uitstapjes naar decorontwerp en tekent hij op televisie, zo ongeveer als Fokke en Sukke in De Wereld Draait Door. Hij tekent als ‘broodtekenaar’, dus voornamelijk in opdracht en naar de wensen van de opdrachtgevers. Hij had weinig tijd voor ‘vrij’ werk. Hij werd wel duivelskunstenaar genoemd, hij kon alles, van schilderen tot lithografie en hij tekende op de kop, met links of zelfs met twee handen tegelijk! In 1981 overleed hij, en werd er allerlei werk van hem gevonden bij het opruimen van de inboedel. Van dit werk en zijn meer bekende werk is in de zomer van 2013 een tentoonstelling te zien in Arti et Amicitiae, de vereniging waarvan hij lid was.
2
Opdrachten bij deze introductie Zoek op internet op hoe de guldenbriefjes van Doeve eruit zagen. Wat vind je van dit ontwerp?
Toen Doeve de briefjes ontwierp, kwam er een einde aan een onrustige periode van het Nederlandse bankbiljet. Door de Tweede Wereldoorlog was het vertrouwen in geld verdwenen. Na de Tweede Wereldoorlog waren er in een korte tijd meerdere bankbiljetten uitgegeven die steeds niet bleken te voldoen. Die van Doeve werden populair bij het publiek en voldeden ook aan de zware eisen van De Nederlandsche Bank. Ze bleven meer dan twintig jaar geldig. Piet Lieftinck, minister van Financiën tussen 1945 en 1952, speelde een grote rol in het weer op de rails krijgen van het Nederlandse betaalverkeer. Zoek uit wat het “tientje van Lieftinck” was en wat er precies gebeurde met het geld na de Tweede Wereldoorlog. http://www.geschiedenis24.nl/anderetijden/afleveringen/2000-2001/Tientje-van-Lieftinck.html is een goed begin. Waarom was het nieuwe geld van Doeve zo belangrijk?
Als tekenaar van spotprenten heeft Doeve heel vaak kritiek gegeven op Piet Lieftinck. Zoals op de prent hiernaast, waarop hij als een soort boeman burgers verjaagt. Tegenwoordig wordt hij echter gezien als een belangrijke man en is er een monument in zijn geboortedorp Muiderberg voor hem opgericht. Waarom denk jij dat hij eerder niet populair was en waarom is de mening van de bevolking nu veranderd denk je?
3
Drie thema’s Thema: crisis Tijdens zijn leven maakte Doeve verschillende crises 1 mee. In deze economisch moeilijke periodes maakte hij politieke tekeningen voor de verschillende bladen waarvoor hij werkte. We zien vaak politici en massa’s naamloze mensen die lijden door belastingen, geldgebrek en bestuur. De grote crisis van de jaren dertig markeerde tevens het startpunt van zijn carrière. Hoewel hij in het begin nog niet aan een tijdschrift verbonden was maakte hij al wel tekeningen. In 1932 begon hij te werken voor de Groene Amsterdammer en daar publiceerde hij op 2 februari 1935 de prent “De gevolgen van een goudregen”. Tijdens de crisis verliest een transportvliegtuig een lading goudstaven boven Frankrijk. Er ontstaat een ware goudkoorts. Veel mensen gaan op zoek naar het goud. Op bovenstaande tekening zie je het gevolg: bij het geronk van elk vliegtuig hopen mensen dat er iets kostbaars wordt verloren. Dit is één van de weinige prenten van Doeve die iets laten zien van de schrijnende armoede van die tijd. Op www.eppodoeve.nl staan nog meer spotprenten uit de jaren dertig. Mede uit de crisis van de jaren dertig ontstaat de Tweede Wereldoorlog. Doeve tekent dan bij de Haagse Post, maar na de gelijkschakeling van de pers stopt hij bij dit blad. Na de oorlog volgt de wederopbouw van Nederland en de rest van Europa met behulp van het Marshallplan, maar ook met hard werken en zuinigheid van zowel regering als bevolking. De economie trekt snel aan en in de jaren zestig van de vorige eeuw stijgt de welvaart enorm. Dankzij deze welvaart hebben wij bijvoorbeeld nog altijd de zaterdag vrij.
1
Enkelvoud crisis, meervoud crises.
4
Links een tekening van Doeve uit 1957 die verscheen in Elseviers weekblad. De blauwe kleur geeft aan welke delen in gedrukte vorm grijs moeten worden. De Nederlandse belastingbetaler wordt uitgebeeld als melkkoe, een beeld dat vaak gebruikt wordt door politiek tekenaars. Ook hier worden bezuinigingen uitgebeeld, dit keer aan het eind van de jaren vijftig. De prijs van melk gaat dan omhoog omdat de subsidie op melk werd verminderd. Aan het eind van de jaren zestig volgt een omslagpunt. Het gaat economisch slechter en de door Minister Vondeling voorgestelde belastingverlagingen worden uitgesteld en later afgesteld. De prent “Het fiscale schot naar de maan” neemt begin 1966 al een voorschot op het uitstellen van de belastingverlagingen eind 1966. De val van het kabinet op 14 oktober zorgde ervoor dat de plannen volledig van de baan geveegd werden. Doeve hield erg van ruimtevaarttechniek en gebruikte het regelmatig als metafoor. De jaren zeventig worden gemarkeerd door de twee oliecrises. De eerste in 1973 met een voortzetting in 1979. Olieproducerende landen in het Midden-Oosten, boos over de Westerse steun aan Israël, verhoogden de prijzen van aardolie en weigerden aan sommige Westerse landen te leveren. Voor de Nederlandse handel en industrie was olie van groot belang. De oliecrisis had daarom een negatief effect op vrijwel alle onderdelen van de Nederlandse economie. De inflatie die onder de kabinetten van Barend Biesheuvel (1971-1973) was opgelopen, bereikte rond deze tijd een recordhoogte. In de jaren zeventig werd het geld minder waard, stegen de prijzen verder en raakten veel mensen werkloos. De armoede was minder omdat de Nederlandse regering nu goede uitkeringen uitdeelde. Dit had wel weer als gevolg dat de staatsschuld opliep. De wereldeconomie werd in 1979 aangetast door een tweede oliecrisis. Deze werd veroorzaakt door politieke onrusten in Iran. Na de Iraanse Revolutie stopte de belangrijke olieproducent abrupt met het varen van een prowesterse koers. De olieprijzen stegen enorm, waardoor de erg van aardolie afhankelijke Westerse economieën opnieuw in vrije val raakten. 5
Opdrachten thema Crisis. Kijk op http://www.eppodoeve.nl/spotprenten.html. Wat valt je op aan de tekeningen van Doeve uit de jaren dertig?
In de Tweede Wereldoorlog bleef Doeve eerst nog twee jaar tekenen voor Haagsche Post. Hij moest inhoudelijk rekening houden met de oorlog en de bezetting. Waaraan kun je dat merken?
Bekijk de prent met de melkkoe. Op het bordje staat “inkomens boven de f8000”. Waarom staat dit er? Waarom ziet de koe er zo mager uit?
Op welk verhaal is de tekening van de dijkdoorbraak geïnspireerd? Wie zie je hierop afgebeeld staan? Wat proberen zij te doen?
6
Thema: persvrijheid Doeve heeft zich meermalen uitgesproken voor het recht op vrijheid van meningsuiting en dat is ook te zien op onderstaande tekening. Op de tekening uit De Groene Amsterdammer van 28 juli 1934zijn bekende tekenaars uit die tijd te zien, waaronder Jordaan, B. van Vlymen en Jantje. Ze zijn vastgebonden door een aantal dansende hoogwaardigheidsbekleders, waarvan eentje veel lijkt op een aap. De tekening is gemaakt ter gelegenheid van een wetsvoorstel om het beledigen van het ‘openbaar gezag’ te verbieden. In Nederland is er nu nog altijd een wet van kracht die het beledigen van het koningshuis verbiedt. Toch kon hij, zoals we in het vorige thema hebben gezien, niet altijd zo uitgesproken zijn in zijn tekeningen. Hoewel hij vaak durfde te tekenen wat schrijvende journalisten niet op papier durfden te zetten, werden de tekeningen in samenspraak met de redactie gemaakt. Tegenwoordig is er niet meer een dwingende redactie die tekenaars vertelt wat ze moeten tekenen. Toch worden er wel eens tekeningen niet geplaatst. Dit valt onder de noemer ‘zelfcensuur’. Zelfcensuur kan nuttig zijn om bijvoorbeeld lezers en abonnees niet weg te jagen, of juist om sponsoren of adverteerders te werven en behouden. De media zullen altijd een afweging maken tussen persvrijheid en verkoopbaarheid. Daar zijn veel trucs voor. Bijvoorbeeld aanstootgevend nieuws in een kleiner stuk ofop een latere pagina plaatsen, geen foto of ander beeld bijplaatsen, het voorzien van commentaar in de vorm van een column, bepaalde delen weglatenof het hele artikel niet plaatsen.
7
Opdrachten bij het thema Persvrijheid Is er in Nederland sprake van persvrijheid?
Vind je het belangrijk dat media (kranten, tijdschriften, nieuwswebsites) kunnen schrijven wat ze willen?
Wat is het gevolg van zelfcensuur voor jouw nieuwsgaring? Krijg je hierdoor minder of ander nieuws te lezen denk je? Hoe zou je kunnen voorkomen dat je nieuws mist of maar één kant van het verhaal te horen krijgt?
Vind je dat ook niet-journalisten altijd mogen zeggen wat ze willen, dat iedereen dus vrijheid van meningsuiting heeft? (denk aan comments op geenstijl of andere blogs, twitter, etc).
Je hebt in Nederland de vrijheid om te zeggen wat je wilt, maar zou je soms zelf ook aan zelfcensuur moeten doen? (bijvoorbeeld uit beleefdheid, omdat je mening niet genoeg onderbouwd is of nog een andere reden?)
8
Thema: in opdracht De politieke tekening was voor Doeve tijdens bijna zijn gehele loopbaan een vast onderdeel van zijn wekelijkse bezigheden. Tegenwoordig hebben politiek tekenaars de vrijheid om te tekenen wat ze maar willen. Soms binnen een door de redactie bepaald thema ofaantal onderwerpen, maar de redactie bemoeit zich nauwelijks met de inhoud van het beeld. Slechts in uitzonderlijke gevallen zal een tekening niet worden afgedrukt. Toen Doeve begon aan zijn carrière als politiek tekenaar lag dit anders. De redactie en soms zelfs het bestuur hield zich bezig met de inhoud van de prent. Als broodtekenaar maakte hij tekeningen geheel naar wens, of in ieder geval in samenspraak met de redactie. Toen Doeve bijvoorbeeld begin jaren zeventig in Japan op reportage was, stuurde hij ze een ansichtkaart waarop hij vroeg of er iemand nog een goed idee had voor de prent. Doeve vond een persoonlijke mening geven het werk van columnisten, niet van hem als tekenaar. Bevriende collega’s als Opland en Fritz Behrendt zagen dat heel anders en waren veel meer bezig hun eigen mening te verbeelden. Niet dat Doeve helemaal niets in te brengen had. Journalist Wim Zaal vertelt: ‘Wanneer wij als journalisten doordraafden en allerlei bijzonderheden en kneepjes in de tekening suggereerden, zei hij soms: “Nee, dat is picturale onzin”, en dan zwegen we, want het ging bij zo’n prent om de werking in één oogopslag, en dat was hem toevertrouwd.’
Dat Doeve eigenlijk andermans meningen illustreerde was goed te zien aan de fabels die hij met Alexander Pola maakte op televisie. Die konden haaks staan op de boodschap van zijn spotprenten.
9
Hij werkte lange tijd in opdracht van het conservatieve Elseviers Weekblad. Dat maakte het hem soms niet makkelijk bij de voornamelijk linkse collega-tekenaars. Doeves spotprenten hadden een uitgesproken rechts karakter. Ze gaven vaak kritiek op de hoge belastingdruk en beknotting van het bedrijfsleven. Communistische en socialistische politici in binnen- en buitenland werden week in, week uit op de korrel genomen, al bleven ze duidelijk als mensen van vlees en bloed herkenbaar. Het paste niet bij Doeve om een karikatuur te maken van een persoon. Met zijn keurige snorretje, gezette postuur en zijn driedelige kostuums hoorde hij bij het establishment, de rijke bovenklasse. Dat hij commercieel veel succes had droeg daaraan bij. Toch kon Doeve met iedereen opschieten. Hij kwam graag op plekken waar gezellige, interessante figuren kwamen, zoals sociëteiten De Kring en Arti et Amicitiae of Café Scheltema en Café Eylders. Of de mensen daar uitgesproken links of rechts waren deed niet ter zake. Onder zijn kennissen bevonden zich zowel de communistische schrijver Theun de Vries, als de Telegraafcolumnist Jacques Gans. In politiek was hij niet erg geïnteresseerd. Hij zei ‘In wezen ben ik helemaal niet politiek, maar ik heb wel een houding.’ Die houding was enigszins behoudend, en zeker niet links. Toch kon hij zich goed inleven in de mening van anderen.
10
Vragen bij het thema In Opdracht. Was Eppo Doeve geliefd? Bij wie wel, bij wie niet?
Werkte hij het liefst in opdracht of vrij?
Zet de voor- en nadelen van in opdracht werken op een rij, verzin er voor elke kant tenminste twee. Welke optie komt voor jou als beste naar voren?
Voor 1 2 (3) Tegen 1 2 (3) Beste optie:
Kun je je eigen mening geven als je werkt in opdracht?
Ja/nee, want:
Vind je dat Doeve zich minder had moeten aantrekken van de redactie, en helemaal zijn eigen werk had moeten maken?
11
Naar het Persmuseum Jullie gaan als groep naar het Persmuseum. Waarschijnlijk heb je al eerder een museum bezocht, maar misschien is dit helemaal nieuw voor je. Maak de onderstaande opdrachten vooraf om goed voorbereid te beginnen aan je bezoek.
Voorafgaand aan je bezoek: Waar is het Persmuseum?
Zoek op de kaart, in de atlas of op het internet. Het adres is de Zeeburgerkade 10 in Amsterdam. Hoe lang duurt je reis ernaartoe?
Kijk op de website van het Persmuseum op www.persmuseum.nl. Wat is er allemaal te zien in het museum?
Wat zit er allemaal in de collectie van het Persmuseum?
Je kunt de collectie via de catalogus ook doorzoeken, deze catalogus is in combinatie met de catalogus van het IISG waar het Persmuseum bij in huist. Ga naar http://search.socialhistory.org en zoek naar “Eppo Doeve”. Kun je een portret van hem vinden? Beschrijf het.
Wat verwacht je van je bezoek aan het Persmuseum?
Bedenk vast een interessante vraag over Eppo Doeve die je beantwoord wilt 12
hebben, zorg dat de vraag ook voor je medeleerlingen interessant is om het antwoord op te horen. Lees vast iets meer over Eppo op www.eppodoeve.nl. Kijk of deze vraag aan het einde van je bezoek ook beantwoord is. Zo nee, stel hem dan aan de museumdocent.
In het museum: De tekeningen op deze tentoonstelling zijn voor vier verschillende bladen gemaakt, namelijk Elsevier, Vrij Nederland, De Groene Amsterdammer en HP/De Tijd. Deze bladen zijn voor verschillende doelgroepen gemaakt en proberen verschillende kijk op de wereld en het nieuws te geven. Alle tekeningen van Doeve uit de tentoonstelling zijn ook ooit afgedrukt in één van deze vier bladen. Bekijk de onderschriften en vergelijk twee tekeningen uit verschillende bladen. Kun je zien of ze voor verschillende doelgroepen zijn gemaakt? Leg uit.
In het filmpje zie je Doeve tekeningen maken bij een gedicht van Alexander Pola. Hij zegt eigenlijk dat de Nederlandse burger niet moet zeuren om belastingverlaging. In zijn spotprenten tekent Doeve juist veel over te hoge belastingen. De mening in het filmpje en in zijn tekeningen staat lijnrecht tegenover elkaar. Waarom zou dat zijn?
Extra opdracht: Kies een tekening in de tentoonstelling. Probeer in tien minuten zoveel mogelijk informatie te verzamelen (lees het onderschrift, zoek op internet via de computers aan de voorkant van het museum, vraag het aan de museumdocent/ museumgastvrouw etc). Vertel daarna aan je klasgenoten wat je weet over de tekening.
13
14