December 2012, jaargang 5, nummer 4
In dit nummer: Van de vice-voorzitter - Afzetverdeling - Ontwikkelingen op de (internationale) graanmarkten - Ui-geluiden Oogst 2012: Alles rozengeur en maneschijn? - NEPG - ‘Tegenwoordig ben je een goede boer als je de hoogste prijs hebt, vroeger als je de meeste kilo’s had’ - Meer aandacht voor uitgangsmateriaal en hygiëne bij de aardappelteelt - Behoud van kwaliteitspootgoed - VTA-pootgoedactie 2013 - In 1 oogopslag alle aardappelcijfers - Knolselderij - Mededelingen VTAsecretariaat.
Van de vice-voorzitter, Voedselcrisis in relatie tot financiële crisis in Europa Beste leden van VTA, graag wil ik jullie een inkijk geven wat zich heden binnen Europa aan een krachtenspel afspeelt m.b.t. de lopende crisis zowel in voedsel als financieel. Aan het woord is Ewald Engelen een wetenschapper als financieel geograaf, dit is een persoon die probeert antwoord te geven op de vraag hoe kapitaal en voedsel over de wereld verdeeld is en hoe dat komt. Wereldwijd is er maar één leerstoel financiële geografie en dat is die van Ewald Engelen. Verder zijn er wel meer mensen die zich met dit vraagstuk bezighouden, maar dat zijn mensen met een leerstoel economische geografie. Nederlanders zijn wereldkampioen hypotheekschulden en dat geeft de discussie wie daarvoor opdraait. Banken zullen schulden deels moeten afboeken om te voorkomen dat huishoudens tot in de lengte van jaren de bijbehorende rentelasten moeten opbrengen. Het geld in de wereld en in Europa is waarschijnlijk oneerlijk en ongelijk verdeeld, een moreel oordeel. Veel concentratie van kapitaal in financiële centra is gemotiveerd om belasting en toezicht te ontwijken. Nederland doet er alles aan om internationaal niet bekend te staan als belastingparadijs, maar we zijn het wel. We moeten dit dringend afbouwen omdat het oneerlijk is. Of de crisis echt gaat ontsporen is lastig te voorspellen. Alle waarzeggers zoals economen, CPB, IMF, Wereldbank, zaten er de afgelopen 5 jaar steevast naast, ze hebben de feitelijke krimp steeds onderschat. De collectieve bezuinigingswaanzin die de eurozone beheerst gaat ons nog veel economische schade opleveren. De kans dat de crisis ontspoort groeit, maar er is nog kans dat men bijtijds wakker wordt. Men wil de euro redden maar bereikt het tegenovergestelde. Helaas zien wij binnen Europa Griekenland als maatgevend voor de crisis, dit is een grote inschattingsfout. Griekenland is in geen enkel opzicht te vergelijken met Nederland of Duitsland etc.. Wij betalen heden voor de groeiende staatsschuld de laagste rente ooit. De tekortnormen binnen Europa liggen vast, maar zijn te rigide om ze in deze uitzonderlijke omstandigheden te handhaven, want deze crisis is alleen te vergelijken met de jarendertigcrisis. We weten allen waar de jarendertigcrisis tot geleid heeft, een 2e Wereldoorlog.
De Europese samenwerking had twee doelen namelijk: nooit meer oorlog en nooit meer fascisme. Let op dat heden in Griekenland het fascisme springlevend is in een falende staat, met groeiende armoede en desperate burgers. Er is een fascistische partij genaamd De Gouden Dageraad die heel slim diensten aanbiedt die wat eerder door de staat werden aangeboden. Er zijn wijken in Athene waar niet de politie maar knokploegen van De Gouden Dageraad de veiligheid garanderen. Niet de overheid maar De Gouden Dagraad distribueert er het voedsel. Het is ontzettend wrang dat we met het huidige Europese beleid de fenomenen terughalen die we zestig jaar geleden wilden uitbannen. De angst is dat als we zo doorgaan het grimmige gelaat van het fascisme in meer lidstaten zal opdoemen. Ten tijde van Balkenende-4 begin 2010 kwam voor de dag dat Griekenland driemaal zoveel tekort had als voorspelt en toen sloeg de paniek rondom toe, in Europa en wereldwijd. Banken zullen schulden moeten afboeken wat ze natuurlijk niet zien zitten, maar één ding is zeker, de hypotheekschulden in ons land worden in deze vorm niet betaald. Nu niet en nooit niet. Eind december houdt Europa haar 23e crisistop, waar niet Mark Rutte maar Ewald Engelen heengaat. Dit om beleid in te zetten op een groeipact zodat de Europese burger weer een toekomstperspectief heeft. Zie het boek: een ongeluk in slowmotion van Ewald Engelen. (bron: AD economie 24-11-2012) Dick de Bruijne
Afzetverdeling Resultaten van de uitgevoerde inventarisatie onder de VTA-leden die in de afgelopen maanden de VTA-website hebben bezocht geven meer inzicht in areaal en afzetverdeling. Grote kans dat u als lid hier aan mee heeft gedaan gezien het aantal leden dat de vragen heeft beantwoord. Iedereen die de moeite heeft gedaan de vragen te beantwoorden hartelijk dank daarvoor. Reden voor deze inventarisatie Als vereniging is het goed om te weten hoe groot het areaal per gewas is dat door VTA-leden wordt vertegenwoordigt. Zitten vertegenwoordigers van VTA aan tafel met andere partijen dan legt namelijk het areaal dat VTA als vereniging vertegenwoordigd zeker gewicht in de schaal. Verder hoopt VTA door het nu inzichtelijk hebben van de manieren van afzet per gewas beter in te spelen op de informatiebehoefte van de leden. Tevens
Afzetverdeling VTA-gewassen Onderstaande grafiek laat in een oogopslag zien welke gewassen juist een groot aandeel vrij te verkopen kennen. Maar ook wordt zo eenvoudig zichtbaar in welke gewassen veel met poolcontracten wordt gewerkt. AFZETVERDELING VTA gewassen 100 knolselderij
90
zijn deze gegevens van belang om te weten wat voor leden (verhouding vrije telers/contracttelers) VTA precies vertegenwoordigt. Deels kwamen deze cijfers naar voren uit voorraadinventarisaties en proefrooiingen, maar de groep die aan die inventarisaties meedoet is veel kleiner dan de groep die nu de gegevens heeft ingevuld. Vervolg De gegevens voor deze inventarisatie zijn binnengekomen van september tot november. Hierdoor zijn de gegevens over afzetverdeling deels ingehaald door de gegevens uit de voorraadinventarisatie aardappelen. De bedoeling is deze inventarisatie volgend jaar weer uit te voeren in april/mei wanneer duidelijk is wat er is gezaaid en geplant. Met de tool die hiervoor nu op de website is gebouwd is het eenvoudig om zo jaarlijks de arealen en afzetverdeling te inventariseren. Met een meting in april/mei heb-
Graan Voor granen is het niet mogelijk om middels de beschikbare gegevens het totaal areaal vast te stellen. Bij de start van de enquête was het graan al geoogst, waardoor de afzetverdeling een ander beeld geeft dan bij een gewas waarbij het grootste deel nog geoogst moet worden.
uien
9%
peen
80
aardappelen
70
graan
60 50
ben we dan een extra meetmoment waarmee gegevens worden verzameld die in ieders belang zijn. VTA rekent dan opnieuw op uw medewerking. Resultaten In de onderstaande grafieken de resultaten van afzetverdeling per gewas. In de bijbehorende tekst leest u wat voor areaal VTA-leden vertegenwoordigen. Het aandeel vrij te verkopen is bij het gewas knolselderij het grootst, terwijl bij de aardappelen het grootste deel al vastlag op het moment dat de inventarisatie werd uitgevoerd. Er is een opdeling gemaakt in vasteprijscontract, pool, vrije, meelever en participatiecontract.
Aardappelen VTA vertegenwoordigt ongeveer 40% van het areaal consumptieaardappelen in Nederland. De helft van de aardappelen van de leden die de enquête invulden ligt op één of andere manier vast, de andere helft is nog geheel vrij verkoopbaar. Van de aardappelen die vast liggen zit het grootste deel in de pool 24%, is voor 17% een vasteprijscontract afgesloten, 3% heeft een contract met participatie en 5% van de vastgelegde aardappelen bestaat uit meeleveraardappelen.
contract
40
5%
50%
pool
30
41%
3% 17%
vrij
20
contract
10
pool
0 vrij
contract
pool
vrij
24%
meelever
participatie
51%
Uien Het aantal VTA-leden uien heeft de laatste jaren een sterke groei doorgemaakt. Het totale areaal van de leden is ongeveer 30% van het totale Nederlandse areaal.
Peen De VTA-leden zijn samen goed voor ongeveer 20% van het Nederlandse peenareaal. 1%
Knolselderij Het totale areaal van VTA-leden zal rond de 55% liggen van het totale knolselderij areaal.
3%
28%
4%
8% contract
9%
10%
pool vrij
meelever
contract
4%
participatie
pool vrij
contract
64%
vrij
participatie
79% 90%
Ontwikkelingen op de (internationale) graanmarkten De hogere graanprijzen hebben de laatste maanden weer de aandacht van de reguliere media om de simpele reden dat de graanprijzen bijna tweemaal zo hoog zijn als bijvoorbeeld 10 jaar geleden. Voornaamste redenen voor die hogere graanprijzen zijn de mislukte maïsoogst in de Verenigde Staten en de lagere tarweoogst in Kazakstan, Oekraïne en Rusland. Verder spelen de stijging van het graanverbruik in landen als India en China en de groei van de wereldbevolking een belangrijke rol. Een vraag die eigenlijk nooit op een fatsoenlijke wijze wordt toegelicht in de reguliere media is het historisch verloop van de graanprijzen de afgelopen 60 jaar in bijvoorbeeld Nederland. Voertarwe franco 305,00 255,00
Euro
205,00 155,00
105,00 55,00
Uit deze overzichten blijkt dat het graanverbruik in de wereld de laatste decennia jaarlijks met minimaal 2% toeneemt. Die toename is het gevolg van de gunstige economische ontwikkelingen in landen als China en India waardoor de consumptie van vlees toeneemt en daar heb je weer graan voor nodig (1 kilogram kip vraagt kilogram graan). Daarnaast is er in de Verenigde Staten ruim 15 jaar geleden de politieke keuze gemaakt om minder afhankelijk te zijn van de invoer van energie uit de landen in het Midden-Oosten door een fors investeringsprogramma te implementeren voor de productie van ethanol op basis van maïs. Hierdoor wordt ruim 30% van de totale maïsoogst (totale VS maïsoogst 314 miljoen ton in 2011) verwerkt tot ethanol. Een bewuste politieke keuze waardoor voor de akkerbouwers in de Verenigde Staten een extra afzetkanaal werd gecreëerd en er minder olie ingevoerd moet worden (een win-win situatie).
5,00 1950
1975
1985
1990
1995
2000
2005
2010
Prijs in Euro
1.900 1.850
Uit bovenstaand grafiekje (bron LEI – franco telersprijzen – exclusief BTW) blijkt dat de voertarweprijzen eigenlijk helemaal niet zo hoog zijn. In 1954 werd voor voertarwe € 250,00 per ton betaald terwijl een liter benzine toen € 0,04 per liter deed. De benzineprijs (uiteraard mede als gevolg van accijnzen) is gestegen tot boven € 1,70 per liter, terwijl een tarweprijs van € 225,00 per ton plotseling een hoge prijs wordt genoemd. Uiteraard zijn de Europese akkerbouwers (gedeeltelijk) gecompenseerd in de vorm van een hectaretoeslag toen de minimumtarwe prijs vanaf 1983 werd verlaagd van € 184,58 per ton tot € 101,31 per ton in 2001 en zijn ook de rendementen per hectare toegenomen, maar daar tegenover staat ook een enorme stijging van allerlei lasten. Een standaardregel bij multinationals is dat geïnvesteerd kapitaal minimaal 10% moet renderen. Bij een hectareprijs van ongeveer € 60.000 en een rente van 4% zijn de rentelasten alleen al € 2.400,00. Bij een opbrengst van 10 ton tarwe per hectare tegen een prijs van € 200,00 per ton is er een opbrengst van € 2.000,00 per hectare zodat toch eenvoudig vastgesteld kan worden dat een prijs van € 200,00 per ton zeker geen mooie tarweprijs is.
Als gevolg van eerder genoemde ontwikkelingen is het graanverbruik in de wereld in de periode van 2004 tot en met 2011 gestegen van 1.600 miljoen ton tot 1.838 miljoen ton in 2011. Opmerkelijk is echter dat bijvoorbeeld IGC en ook USDA voor het seizoen 2012/13 een daling verwachten van het graanverbruik tot 1.805 miljoen ton (-33 miljoen ton ten opzichte van het vorig seizoen) terwijl daarvoor eigenlijk geen aanwijzingen zijn. Zo zal het graanverbruik ten behoeve van de ethanolproductie iets afnemen en zal de vleesconsumptie stabiliseren in de Europese Unie maar de economische groei in India en China stagneert vooralsnog niet.
Toename van de vraag naar graan In de wereld zijn er diverse gerenommeerde instellingen (FAO, IGC en USDA) die periodiek overzichten verstrekken.
Waar wordt het graan in verwerkt – productie van ethanol in de Europese Unie. In de Europese Unie blijft het graanverbruik de laatste jaren
1.800 1.750 1.700 1.650
1.600 1.550 1.500 1.450 2004
2005
productie ( miljoen/ton)
2006
2007
2008
consumptie (miljoen/ton)
2009
2010
2011
2012
Lineair (consumptie (miljoen/ton))
stabiel op 270 à 275 miljoen ton. De graanoogst varieerde de afgelopen zes jaar tussen 252 à 312 miljoen ton op een areaal dat ook redelijk stabiel blijft. Het gemiddeld rendement per hectare in de Europese Unie gaat de laatste jaren omhoog, wat het gevolg is van betere resultaten in de nieuwe lidstaten en die tendens zal ook de komende jaren doorzetten. Belangrijkste factor is en blijft de rol van “moeder natuur” bij de ontwikkeling van akkerbouwgewassen. Ruim 60% van het Europese graan wordt verwerkt tot veevoeder, 24,2% van het graan tot consumentenproducten (brood, banket, deegwaren, bier etc.) en 7,4% wordt verwerkt tot industriële producten (o.a. zetmeel en zetmeelderivaten).
In het seizoen 2012/13 zal volgens de laatste prognose 271,5 miljoen ton graan worden verwerkt bij een Europese graanoogst van 271,6 miljoen ton. Als gevolg van tegenvallende tarweoogsten in Oekraïne en Rusland kopen de landen in het Midden-Oosten relatief veel tarwe in de Europese Unie waardoor de tarwevoorraad aan het eind van het seizoen 2012/13 (30 juni 2013) historisch laag zou kunnen zijn, wat uiteraard gevolgen zal hebben voor de tarweprijs. Opmerkelijk is de commotie van de laatste maanden in de media over het graanverbruik bij de productie van ethanol. In 2012 zal Europa maximaal 9,8 miljoen ton graan (= 3,61% van het Europees graanverbruik) verwerken tot ethanol. Als bijproduct bij de productie van ethanol wordt een hoogwaardig eiwithoudend product verkregen dat ingevoerde eiwithoudende gewassen zoals soja en koolzaad vervangt (in te voeren uit o.a. Brazilië en Argentinië). Bij een graanverbruik van 9,8 miljoen ton wordt 3,5 miljoen ton hoogwaardig veevoedergrondstof verkregen dat op een duurzame wijze is verkregen. Ontwikkeling van de graanprijzen de komende jaren. De vraag naar graan in de wereld zal de komende decennia blijven stijgen o.a. als gevolg van de groei van de wereldbevolking in 2050 tot ongeveer 9 miljard bewoners. Bij een blijvende economische groei in China en India zal de vleesconsumptie in die landen toenemen waarvoor eveneens steeds meer graan nodig is. Het is dan ook aan de akkerbouwers in de wereld om te voldoen aan die stijgende vraag en daarvoor zijn voldoende mogelijkheden binnen het huidige areaal. Het graanareaal in Nederland is beperkt en ook de graanoogst van ongeveer 1,8 miljoen ton is bij een wereldgraanoogst van 1.800 miljoen ton te verwaarlozen maar de rendementen per hectare in Nederland behoren tot de hoogste van de wereld. Zo werd in het seizoen 2012/13 een gemiddelde tarweopbrengst behaald van 8.700 kilogram terwijl in Rusland gemiddeld 1.850 kilo werd geoogst per hectare. Uiteraard was het wederom erg droog in Rusland maar ook bij ideale klimatologische omstandigheden is een opbrengst van meer dan 3.000 kilo tarwe per hectare een uitzondering. De voormalige Sovjet-Unie was ooit de graanschuur van de wereld maar als gevolg van onvoldoende investeringen in onderwijs, onderzoek en een tekort aan meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen daalden de opbrengsten de laatste jaren fors. Rusland is niet het enige land in de wereld waar de akkerbouwsector verwaarloosd is zodat bij voldoende investeringen in de akkerbouwsectoren relatief eenvoudig kan worden voldaan aan de toenemende vraag naar graan.
“De beste remedie tegen hoge graanprijzen zijn hoge graanprijzen” is een veel gehoorde uitspraak die getuigd van een realistische kijk op de graanproblematiek. Bij een hogere graanprijs is de akkerbouwer in de gelegenheid om te investeren in verbetering van de rendementen per hectare. Probleem is echter dat bij een wereldgraanoogst die 1% hoger is dan het verbruik, de prijzen zullen dalen tot € 115,00 per ton. Als er dan vervolgens weer veel minder wordt geoogst dan zullen de prijzen wellicht stijgen tot boven € 300,00 per ton. Fred Klein beleidsmedewerker - Policy Advisor Productschap Akkerbouw Product Board Arable Products
Ui-geluiden De rubriek Ui-geluiden heeft een vaste opzet. Een aantal grote Nederlandse exporteurs worden gebeld en zij krijgen allemaal dezelfde vragen voorgelegd. De antwoorden op de vragen zijn een samenvatting van de antwoorden die de exporteurs gaven. Hoe loopt de export ? Tot nu toe is de export zeer positief verlopen, 30.000 ton boven wat er ooit is geëxporteerd. Momenteel loopt de export buiten Europa matig en binnen Europa redelijk goed. Middenen Zuid-Amerika nemen veel minder af dan enkele weken geleden, het Verre Oosten neemt nu nog weinig af maar dat kan nog gaan komen. Alleen naar West-Afrika en Europa gaan goede kwantums. De vraag is nu hoe lang er nog grote hoeveelheden naar West-Afrika blijven gaan. Hoe is de kwaliteit van de uien? Er zijn weinig problemen met de kwaliteit. De koprotperikelen en de zeer laat gerooide uien zijn een probleem, maar het betreft slechts een klein deel van de totale voorraad. Dit probleem zien we vooral in het Noorden. In Midden- en ZuidNederland zijn er veel minder kwaliteitsproblemen. Doordat mensen met goede uien rustig blijven, wordt er het meest gehandeld in de mindere partijen. Vandaar dat er wel veel over koprot gesproken wordt. Bij de rode uien is koprot wel een groot probleem. De komende maanden zal blijken hoe de kiemremming gewerkt heeft bij de diverse telers. Wat gebeurt er met de zeer laat geoogste uien? Voor het algemeen belang zou het goed zijn als er geen uien meer geoogst werden, hoe beroerd het ook is voor de betreffende telers. Ook deze zeer laat geoogste en kwalitatief slechte uien vinden uiteindelijk een weg. Waar gaan de uien naar toe? De uien gaan naar alle normale bestemmingen. Het accent ligt op West-Afrika en Europa. Als we terugkijken dan hebben Afrika, Het Verre Oosten en Zuid-Amerika voor een dikke exportplus gezorgd. De komende drie maanden gaat Afrika ge-
bruik maken van eigen product. De Europese landen, inclusief die landen die in Oost-Europa liggen, moeten dan de export overnemen. Of Rusland aan de markt komt blijft een grote vraag. Prijsverloop en verwachtingen? De gebelde exporteurs zijn gemiddeld genomen minder positief dan drie maanden geleden. Zij verwachten geen spectaculaire ontwikkelingen. De exporthoeveelheden zullen omhoog moeten om dit prijsniveau te handhaven. Maar wanneer er meerdere bestemmingen hard aan onze uien gaan trekken, kan de prijs natuurlijk ook zomaar weer stijgen. De komende drie maanden veranderen de afzetgebieden door eigen oogst en het al dan niet beschikbaar zijn van geld. De Nederlandse telers hebben uiteindelijk toch een flinke oogst binnen gekregen, waarvan het de vraag is hoe die zich kwalitatief gaat houden. Ook de kwaliteit zal van invloed zijn op de afzet. Ralph de Clerck en Leo de Jonge
Oogst 2012: Alles rozengeur en maneschijn? Aardappelprijzen van rond de € 25. Fantastisch voor die telers die hun oogst geheel vrij hebben. Zij kunnen volop profiteren. Echter het gros van de telers heeft contractverplichtingen op een prijsniveau waarvoor je, mede gezien de mindere hectareopbrengsten, nauwelijks of geen aardappelen kunt telen. Aangezien de contracten op basis van tonnen zijn, zal het tonnage vrije aardappelen beduidend lager liggen dan verwacht. Veel telers hebben extra inspanningen en kosten moeten maken om de oogst tot een goed einde te brengen. Ik denk aan irrigatie, gewasbeschermingsmiddelen en voor veel telers zeer moeilijke rooiomstandigheden. Bij een kostprijsberekening vooraf lijkt alles wel mee te vallen, echter wanneer men achteraf de werkelijk gemaakte kosten en uren eens goed op een rijtje gaat zetten, blijkt diezelfde kostprijs opeens veel hoger uit te vallen. Dan komt men er achter dat bijvoorbeeld het gewasbeschermingsmiddelenverbruik, het dieselverbruik en de energiekosten aanmerkelijk hoger uitvallen dan vooraf berekend. Irrigeren zal meer kosten dan vooraf begroot en de opslag van aardappelen tot april blijkt niet meer uit te kunnen onder de 4 eurocent per kg. Contracten nieuwe oogst: Tot op het moment van dit schrijven is nog niets bekend omtrent prijzen voor de nieuwe oogst. Voor de teler zijn al heel veel zaken bekend, zoals: Overgang van “rode diesel” naar “witte diesel” rond € 0,20 per liter prijsverschil. Landhuur, ha-prijs omhoog voor aardappelland. (zandgebied met +€ 150 tot + €250 per ha) De beschikbaarheid is zeer beperkt. Duur pootgoed waarvan ook nog eens veel kg per ha nodig zijn. Gewasbeschermingsmiddelen duurder. Bijvoorbeeld: veel goedkope luizenmiddelen hebben een
slechte werking waardoor men terug moet vallen naar de duurdere producten. Energiekosten gaan omhoog, evenals de kosten van arbeid. Vanwege meer extreme klimaatomstandigheden is de noodzaak van beregenen hoger. Punt 1 en 5 zijn medeoorzaak dat beregenen duurder wordt. Opslag van aardappelen tot april kan niet meer uit onder 4 eurocent per kg. Diverse telers komen tot deze conclusie na de werkelijke kosten te hebben herberekend (financiering, opslagverliezen, risico en verzekering vallen vaak extra tegen).
Per heden bestaan er mogelijkheden om graan 3 jaar vooruit te verkopen rond de € 230 tot € 235. Deze minder risicovolle teelt is een grote bedreiging voor de industrie om aan hun totale benodigde contractvolume te komen. Een verhoging van de contractprijs afland met 2 eurocent oplopend tot verder in het seizoen naar +2,5 eurocent is voor een teler nog minder dan een “sigaar uit eigen doos.” Meerjarige contracten tekenen op dit niveau bij jaarlijks oplopende kosten is al helemaal uit den boze. Bij de directie van de industriële verwerkers is dit gegeven ook bekend. Gelukkig zijn zij hier in Nederland, mede door hun betere concurrentiepositie dit seizoen, in staat om de contractprijzen zó te verhogen, zodat een teler een redelijk inkomen geboden kan worden, hetgeen de industrie weer een goede mogelijkheid biedt haar contractvolume vol te krijgen. Jan de Lange, bestuurslid internationaal VTA
NEPG Aangezien de rooiwerkzaamheden in alle deelnemende landen ten tijde van de NEPG-vergadering nog niet afgerond waren, hebben de NEPG-leden besloten nog niet met cijfermateriaal naar buiten te treden. Een tussenstand (bij de vergadering op 22 november jl.) gaf aan dat het verschil in opbrengst ten opzichte van vorig jaar 15% lager was. Met in diverse landen nog enkele duizenden hectares in het land en weervooruitzichten die niet positief zijn, kan dit percentage alleen nog maar oplopen. Reeds nu kan men al vaststellen dat de opbrengsten zowel in Nederland als België lager uitvallen dan de behoefte van hun industrie! Opvallend is tevens dat de Nederlandse industrie op dit moment al meer aardappelen verwerkt heeft dan in dezelfde periode vorig jaar! In tijden van hoge aardappelprijzen is de concurrentiepositie van de Nederlandse fritesbedrijven beter dan die van de Belgische. Aangezien wij hier meer aardappelen op contract hebben dan de Belgen, heeft men minder aardappelen nodig uit de hoge vrije markt, waardoor de gemiddelde inkoopprijs lager ligt dan die in België. Hieruit zou je de conclusie kunnen trekken dat de Nederlandse industrie baat heeft bij (nog) hogere marktprijzen. Opmerkelijk in Duitsland is dat het prijsniveau van de tafelaardappelen gemiddeld 4 eurocent onder de prijs van de industrieaardappelen ligt. Diverse tafelaardappelen zijn om die reden in de verwerking terecht gekomen, alsmede veel zetmeelrassen. Het bijkomende voordeel bij de tafelrassen was dat het tarrapercentage geleverd aan de industrie tot 10% lager was dan bij bestemming export. Opvallend zijn de contractprijsverhogingen voor vroege aardappelen in Duitsland. Premières, afland vóór half juni, 2,7 eurocent hoger. Daarna wekelijks ongeveer 0,1 cent minder. Voor de hoofdoogst waren op moment van schrijven nog geen concrete aanwijzingen. Verwacht wordt dat de industrie weer naar nieuwe vroege gebieden op zoek gaat om zo vroeg mogelijk nieuwe-oogst-aardappelen aan hun fabrieken te hebben. Eerdere jaren hebben laten zien (b.v. gebied Bordeaux) dat dit geen succes was!!!
‘Tegenwoordig ben je een goede boer als je de hoogste prijs hebt, vroeger als je de meeste kilo’s had.’ Met vaste contracten werkt Roger van Hoven niet graag. Liever verkoopt hij op het moment dat de prijs van zijn product goed is. Wie het beste uit de bus komt, hij of de contractteler, kun je pas over een langere periode beoordelen. Bijna tegen Maastricht aangeplakt, ligt het dorp Cadier en Keer. Hier runt Roger van Hoven samen met zijn ouders het akkerbouwbedrijf. Het bedrijf was van oorsprong een melkveebedrijf. In 1990 gooide vader echter het roer om. De koeien gingen van het erf en hij huurde grond bij. Van melkveehouder werd hij akkerbouwer. Toen Roger begin deze eeuw thuis kwam te werken, groeide het bedrijf door. Nu beboeren de Van Hovens ruim 250 ha grond, meest consumptieaardappels. Dit is ook meteen het belangrijkste gewas op het bedrijf. De prijs wordt dan ook op de voet gevolgd door Roger, zeker op dit moment. Hij pakt zijn telefoon en kijkt direct even op de termijnmarkt. “Eenendertig euro”, zegt hij, “Zo hoog heeft de termijnmarkt in deze periode nog nooit gestaan. Maar dat kan natuurlijk over een maand weer heel anders zijn.” Het bijhouden van de markt is voor Roger destijds een reden geweest om lid te worden van de VTA. “Ik wilde continue prijsinformatie ontvangen en weten wat er gebeurt in den lande. Via de VTA hoor ik meer dan enkel van de fabrieken en de beurs. Ik wil steeds weten hoe de prijs zich ontwikkelt. Op ons bedrijf hangt het tijdstip van verkoop en leveren niet samen. Ik kan nu verkopen en toch veel later leveren.” Het geoogste product wordt allemaal bij Van Hoven zelf opgeslagen. De aardappels gaan voornamelijk naar Lamb Weston en Farm Frites. Vaste contracten hiervoor heeft Roger niet. Wel worden er afspraken gemaakt over levering. “Ik moet uiteraard voldoen aan de algemene normen daar is niks speciaals over afgesproken. Verder verkoop ik wanneer ik wil. Wij leveren overigens onze aardappels bijna allemaal pas in mei en juni af. Soms nog later. Ik heb dit jaar al verkocht voor vijftien euro. Toen dachten we al dat dat heel hoog was. Het blijkt nu nog beter te zijn.”
Roger van Hoven
Bedrijfsgegevens
Roger van Hoven heeft samen met zijn ouders een akkerbouwbedrijf in Cadier en Keer in Zuid-Limburg. Op het bedrijf, met dit jaar een grootte van 280 ha, worden 200 ha aardappelen verbouwd, 50 ha uien, 15 ha bieten en 15 ha graan. Doordat elk jaar grond gehuurd wordt, kan het areaal jaarlijks gewijzigd worden.
Rooiomstandigheden Sinds vijf jaar teelt het bedrijf ook pootgoed voor eigen uitgangsmateriaal. “We hebben veel pootgoed nodig en we hebben in het verleden de nodige problemen gehad met de kwaliteit van het uitgangsmateriaal. Bacterieziek is een enorm probleem aan het worden en omdat we de aardappels zolang bewaren, wil ik wel gezond materiaal hebben. Uitgangsmateriaal is dus uitermate belangrijk.” Van Hoven teelde dit jaar drie rassen: Fontane, Innovator en Challenge, de beoogde opvolger van Fontane. Het ras Fontane doet het heel goed op de Limburgse lössgronden. Het ras is sterk en kan goed tegen warmte. Beregenen is niet nodig doordat de grond goed vocht opgeeft. Challenge is er dit jaar bijgekomen. “Fontane is een al wat ouder ras en van lieverlee ga je toch wat problemen krijgen. Dit jaar hebben we voor het eerst tien hectare van het ras Challenge gezet, om te kijken hoe deze zich houdt.” Het ras was echter op het natste perceel gepoot en dat had gevolgen dit najaar. De rooiomstandigheden zijn verre van goed geweest. Het bedrijf rooit normaal alles zelf. Daarvoor hebben ze een aantal jaar geleden een vierrijige bunkerrooier aangeschaft. Dit jaar is echter ook de loonwerker ingeschakeld om te helpen met de oogst omdat ze perse op 1 november alles binnen wilden hebben zitten. Van het ras Challenge ligt nu iets minder in de schuur in vergelijking met de Fontane en de Innovator, maar dat durft Roger niet op het ras te steken. “Het zal eerder door de rooiomstandigheden komen. Kilo’s heeft hij in ieder geval wel gegeven, dus wat dat betreft is het een goede aardappel, maar verder kan ik er nog weinig over zeggen.” Uienafzet Sinds 2006 teelt Van Hoven uien. De uien worden verkocht via een vaste commissionair, Michel van Oijen van PPA. Deze regelt de afzet en heeft tot nu toe alle jaren nog de uien van de
Van Hovens gekocht. “Dit bevalt me prima. In de slechte jaren heeft hij onze uien ook afgezet. Je kunt altijd goed overleggen wanneer het juiste moment van verkopen is.” Van Hoven vindt daarom dat de uienmarkt wat eenvoudiger in elkaar steekt dan de aardappelmarkt. Toch is de teelt ook risicovol doordat de prijs enorm kan schommelen. “Vorig jaar was het bar en boos. Dit jaar zijn de prijzen gelukkig beter dan vorig jaar. Maar dat moet je voor jezelf incalculeren.” Limburg is van oudsher geen uiengebied. Toch zijn er de laatste jaren behoorlijk wat nieuwe uientelers bij gekomen. Van Hoven denkt dat dit te maken heeft met de ‘verse’ grond voor de uienteelt in Limburg. “De grond is hier nog schoon en daardoor is de ziektedruk lager dan in het kleigebied waar altijd al uien geteeld zijn.” De akkerbouwer heeft voor de uienteelt een volledig eigen mechanisatie. Er wordt door het bedrijf zelf gezaaid, gerooid, geladen en op het eigen bedrijf opgeslagen. Graan in de bewaarpool Het graan gaat na oogst meteen naar Agrifirm. Daar wordt het opgeslagen en gaat het de bewaarpool in. Deze markt wordt door Roger wat minder nauw gevolgd. “Ik teel graan voor vruchtwisseling, ook al hebben we dat niet altijd nodig, doordat we veel grond bijhuren. Overigens is het wel goed dat ook de graanprijs omhoog gegaan is. Dat mocht ook weer wel een keer.” Suikerbieten De suikerbieten gaan sinds een paar jaar naar de Julich fabriek in Duitsland. Dit is geregeld door CSV COVAS, een coöperatie van bietentelers in Zuidoost-Nederland. Deze fabriek ligt op 60 km van de grens vandaan. Het heeft de suikerbietenteelt in Limburg een boost gegeven ondanks dat het, voor wat de prijs betreft, niks extra’s oplevert. Toch is Van Hoven wel blij met deze constructie. “We zaten voorheen het verst van de fabriek vandaan. Nu zitten we er behoorlijk dichtbij. Deze regeling heeft ervoor gezorgd dat er weer meer toekomst voor suikerbieten in Limburg gekomen is. Ik ben ervan overtuigd dat veraf van de fabriek zitten op den duur beperkingen op gaat leveren. Nu of in de toekomst. Op deze manier ontkomen we aan die beperkingen en voor de prijs maakt het niets uit. We krijgen hetzelfde betaald als iedereen.”
Het bedrijf van de familie van Hoven
De aardappelteelt is en blijft echter de belangrijkste teelt op het bedrijf van de familie Van Hoven. “We zijn er volledig op ingericht, hebben alle machines aan onszelf. Contracten hebben we niet, wel afspraken met fabrieken. Vijfentwintig procent van onze aardappelen zijn echt vrij. Daar moet je tegen kunnen. Kun je dat niet, dan zijn daar contracten voor. Wie uiteindelijk het beste af is, de teler met contract of de vrije teler, dat moet je over een periode van vijf jaar beoordelen. Je moet als boer heel alert zijn. Vroeger was de beste boer degene die de meeste kilo’s rooide. Nu is de beste boer degene met de beste prijs en de beste kilo’s. Ik doe het op mijn manier en dat bevalt me prima.” Tekst en foto’s: Angèle van Tiggelen
Meer aandacht voor uitgangsmateriaal en bedrijfshygiëne bij de aardappelteelt Bedrijfshygiëne moet ook op bedrijven die alleen consumptieaardappelen telen meer aandacht krijgen. Ook in de consumptieteelt kan het werken volgens een vastgesteld protocol de kans op verspreiding van ziekten en plagen beperken. Wat dat betreft is er nog wel wat te verbeteren. Voor de aardappelteler is het van groot belang dat verspreiding van ziekten en plagen als bijvoorbeeld zwartbenigheid, stengelnatrot, bruinrot, stip, fusarium, ringrot en aardappelcysteaaltjes wordt tegengegaan. De moderne gemechaniseerde teelt, bewaring en bewerking van (poot)aardappelen geeft echter gemakkelijk aanleiding tot het binnensluipen van infecties met ziekten ‘vanuit de zijlijn’. Vooral aaltjes, bacteriën en schimmels krijgen onder de huidige werkomstandigheden betere verspreidingskansen dan voorheen. Willen we op het gebied van ziekten en plagen een duurzame aardappelteelt dan is waakzaamheid geboden. Er zijn veel mogelijkheden voor individuele telers om maatregelen te nemen die de kans, dat deze ziekten het bedrijf binnendringen en/of zich daar verspreiden, sterk kunnen verkleinen. Dit geldt ook voor centrale sorteerbedrijven. In dit stuk wordt dieper ingegaan op een aantal punten waarop u kunt letten. Pootgoed Gebruik gezond en getoetst uitgangsmateriaal. Zorg voor goede bewaaromstandigheden van het pootgoed na ontvangst hiervan op uw bedrijf. Voorkom verspreiding door pootgoed niet af te kiemen. Plaatsen waar kiemen zijn afgebroken zijn ideale invalspoorten voor ziekten. Controleer of uw pootgoed in nieuwe zakken zit. Zakken die hergebruikt zijn kunnen ziektekiemen van een vorige partij dragen. Bij los vervoer van pootgoed toezicht uitvoeren op het transportprotocol van de NAO transporteurs. Controleer de officiële verzegeling van de onderlossers of het logboek van de vrachtwagen. De voorschriften zijn te vinden op de site van de NAO (www.nao.nl). Als de voorschriften niet zijn nageleefd door de transporteur weiger dan het laden of lossen van de aardappelen. Wanneer ziektekiemen aanwezig zijn vinden besmettingen eenvoudig plaats door versleping. Met veel partijen aardappelen op een bedrijf, met verschillende herkomst, is er meer kans op een besmetting. Een goed protocol voor uw bedrijf wat betreft ontsmetten is noodzakelijk. Het is handig om daarvoor een registratie bij te houden met de volgorde van bewerkingen. Na signalering van een ziekte kan zo’n registratie u mogelijk voordeel opleveren. Voorkom zoveel mogelijk het aantal contacten tussen partijen en schat de risico’s in. Wat systematisch ontsmetten: Het ontsmetten van kisten nadat deze met aardappelen gevuld zijn geweest. Wanneer er een registratie van de kisten beschikbaar is kan meer selectief ontsmet worden afhankelijk van het risico. Tijdens de teelt ontsmetten van machines, e.d. bij de overgang tussen (materiaal afkomstig van) geografisch gescheiden percelen. Het minimaal jaarlijks ontsmetten van het hele bedrijf: dit omvat alle machines, bewaarplaatsen, verwerkingsruimten en gereedschappen die voor de teelt van aardappelen worden gebruikt. Draag zorg voor een goed ingericht spoelplaats die ook gedesinfecteerd kan worden. Indien gescheiden verwerking en opslag van pootgoed en consumptieaardappelen niet mogelijk is dienen machines, bewaarplaatsen en kisten bij de overgang van be-
werkingen of opslag van consumptieaardappelen naar pootgoedaardappelen ontsmet te worden. Maak met een ingeschakelde loonwerker of bij gezamenlijk gebruik van machines met collegatelers goede afspraken aangaande reiniging en ontsmetting van de machines.
In dit artikel zijn twee punten aangehaald over de bedrijfshygiëne, namelijk pootgoed en systematisch ontsmetten. U kunt echter nog veel meer doen. In de teelthandleiding pootaardappelen op www.kennisakker.nl vindt u een hoofdstuk over bedrijfshygiëne. De maatregelen die daar worden genoemd zijn grotendeels te vertalen naar de consumptieteelt. Maak zo een eigen bedrijfsprotocol en lastiger, probeer uzelf daar ook aan te houden.
Het snijden van pootgoed brengt risico’s met zich mee
Behoud van kwaliteitspootgoed Om ervoor te zorgen dat Nederland in de toekomst ook kwaliteitspootgoed blijft telen wordt er veel onderzoek gedaan. Eén van de onderzoeken is het Erwinia-onderzoek bij pootgoed. Onder Erwinia wordt verstaan: de bacteriesoorten die verantwoordelijk zijn voor zwartbenigheid en stengelnatrot. Het doel van het onderzoek in 2012 is een nulmeting van de omvang van latente Erwinia-besmettingen in stammen. De resultaten van dit onderzoek wegen mee in de discussie over de toekomstige maatregelen om de keuring op Erwinia te verbeteren. Een aanvullende toets als aanvulling op een veldkeuring is een mogelijke maatregel. In 2012 zijn alle stammen die tot 15 november zijn aangeboden voor een bruinrot- en een ringrottoets en uit minstens 200 knollen bestonden ook bemonsterd op Erwinia. De eerste uitslagen zijn in week 36 bekend geworden. Het onderzoek heeft geen consequenties voor de klasse van de partij. De gegevens worden anoniem gebruikt voor het vervolgtraject. Alleen de telers en de gemachtigde handelshuizen ontvangen de uitslag. Keurmeesters krijgen geen inzage in de gegevens zodat de keuring in 2013 niet wordt beïnvloed. Het betreft immers een proef. De representativiteit is afhankelijk van de monstergrootte t.o.v. de totale partijgrootte, van de verdeling van de besmette knollen binnen de partij en van de monstername. De kern is dat een monster van 200 knollen 4 reacties oplevert, dus 5 mogelijke uitslagen, namelijk 0,1,2,3 en 4. Hoe meer reactie, hoe meer ziek in de partij. Het werkelijk percentage ziek in de partij ligt binnen de aangegeven intervallen. Meer informatie over deze Erwinia-toets vindt u via onderstaande link onderstaande link. Bron: http://www.nak.nl/aardappelen/veldkeuring-a-nacontrole
VTA-pootgoedactie 2013 VTA stelt haar leden sinds een aantal jaren in de gelegenheid om pootgoed van licentierassen te kopen, rechtstreeks van de pootgoedhandelshuizen. Dit betekent dat er pootgoed uitgeplant kan worden zonder terugleverplicht aan de verwerkende industrie. Ook voor teeltjaar 2013 benadert VTA de pootgoedhandelshuizen om haar leden pootgoed van licentierassen te kunnen aanbieden. Naar verwachting zal begin januari bekend gemaakt kunnen worden om welke rassen het gaat en wat voor prijskaartje hier aanhangt. Heeft u nu al serieuze interesse dan kunt u dat melden via
[email protected] of bellen met 0168 33 59 94.
In 1 oogopslag aardappelcijfers In de grafiek is de geschatte productie 2012/2013 weergegeven met de 5 voorafgaande jaren, geïndexeerd op het jaar 2006. Hetzelfde is gedaan voor de eerste 3 maanden van het afzetseizoen voor verwerking, import en export. Het aanbod (productie) is t.o.v. vijf van de zes weergegeven voorgaande seizoenen lager. Alleen t.o.v. 2006/2007 is de productie iets hoger. De vraag (verwerking en export) zijn aanzienlijk hoger zijn dan vorig jaar. De export is zelfs hoger dan het beroemde seizoen 2010/2011.
Knolselderij Met enige verbazing is kennisgenomen van de areaalcijfers knolselderij. De voorlopige CBS raming in juli kwam uit op 1400 ha, het definitieve cijfer komt op 1560 ha. Het meerjarig gemiddelde areaal knolselderij (vanaf 1995) betreft 1400 ha, vorig jaar was het areaal 1650 ha. De jaarlijkse proefrooiing, uitgevoerd door bestuur Knolselderijtelersvereniging, resulteert in een 18% lagere hectareopbrengst dan vorig jaar. Matige structuur cq structuurbederf bij planten en relatief weinig zonuren zijn debet aan de lagere opbrengst per hectare. De ingrediënten voor een goede prijsvorming zijn aanwezig mits de afzet niet stagneert en de kwaliteit voor met name de versmarkt goed tot zeer goed blijft.
Mededelingen VTA-secretariaat Verkoopbevestiging Steeds meer verkoopbevestigingen komen digitaal binnen bij de telers en steeds meer telers houden een digitale administratie bij. Bij melding van uw transactie vraagt VTA ook om een verkoopbevestiging. Het is mogelijk om deze digitaal aan uw transactie te hangen door deze te uploaden. Heeft u gemeld en komt de verkoopbevestiging later binnen dan kunt u deze ook nog digitaal aan de desbetreffende reeds gemelde transactie hangen. Dit doet u door in MijnVTA naar Mijntransacties te gaan, u opent de transactie door hierop te dubbelklikken. Vervolgens kunt u bij het blokje verkoopbevestiging het document uploaden.
Colofon VTAktueel is een periodieke uitgave van Verenigde Telers Akkerbouw, de vereniging van, voor en door telers die markt– en prijsinformatie levert aan haar leden. De verschijningsfrequentie is vier keer per jaar. Redactie Verenigde Telers Akkerbouw Groeneweg 62 4759BB Noordhoek Tel. 0168 33 59 94 Fax. 0168 33 66 73 Email:
[email protected] www.vtanederland.nl Fotografie www.digidamco.nl
Opzeggen abonnement Het VTA-contributiejaar loopt van 1 januari tot en met 31 december. Opzeggen voor het contributiejaar 2013 kan schriftelijk of via de mail en dient te gebeuren voor 31 december 2012. Opzeggingen na 31 december 2012 gaan pas in per 1 januari 2014.
VTA medewerkers Hanneke de Baar-Aarden Eric Braber Jaap de Lint
BTW-contributie De VTA-contributie heeft betrekking op een heel jaar, VTA is daarom verplicht om over de geheven contributies 2012 een extra btw-afdracht te doen over 1/4 van de ontvangen contributiegelden als gevolg van het veranderde btw% van 19% naar 21%. Het VTA bestuur heeft ervoor gekozen om voor dit verschil geen aanvullende nota naar de leden te sturen, maar deze verandering voor rekening van de vereniging te nemen.
VTA bestuur Voorzitter: Louis Beemsterboer Vicevoorzitter: Dick de Bruijne Secretaris: Jan Verhoeven Penningmeester: Meeuw de Bruijne Internationaal: Jan de Lange Bestuurslid: Leo de Jonge Bestuurslid: Ralph de Clerck
ALV en Ledenbijeenkomst, noteer nu vast in uw agenda 17 januari Ledenbijeenkomst Afspanning Heerle 14 februari Algemene Ledenvergadering de Shortgolf Swifterbant
Het VTA bestuur wenst u fijne feestdagen en een gelukkig en gezond 2013
Handelscommissie Voorzitter: Meeuw de Bruijne Lid: Jan de Lange Lid: Ralph de Clerck Lid: Leo de Jonge Raad van Toezicht Paul van Elderen Bert Timmermans Simon de Brouwer Intermediair aardappelen Agro - Trade: Menno Kaan Intermediair uien PPA: Jelle van der Krift